een beginnend besef van objectpermanentie bij ze: wanneer een voorwerp verdwijnt of wanneer een bekende persoon de kamer verlaat ‘weten’ ze dat het voorwerp of de bekende persoon nog wel bestaat. Ze kunnen actief op zoek gaan of verwachtingsvol op de terugkeer rekenen.
sensomotorische stimulering
Mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen leren door middel van training, herhaling en imitatie. Leren heeft betrekking op onderwerpen die met hun basale behoeften te maken hebben. Dat zijn lichamelijke/motorische behoeften aan voedsel, beweging en sensomotorische stimulering en psychologische behoeften aan koestering, aandacht en geborgenheid. Communicatief functioneren Vanwege het grote leeftijdsbereik van deze categorie (nul tot anderhalf jaar), moet ook wat betreft het communicatief functioneren onderscheid worden gemaakt in twee subgroepen: Pre-intentionele communicatie. Mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen maken geluiden en bewegingen. Dat kunnen reacties zijn op omgevingsinvloeden of op innerlijke prikkels (honger, pijn). Die reacties (gedrag) zijn niet bewust en niet doelgericht. Maar mensen in de omgeving geven er wel een bedoeling en betekenis aan. Huilen kan bijvoorbeeld betekenen ‘Ik heb honger en wil gevoed worden’. En de ouder of begeleider gaat eten geven. Huilen kan ook betekenen ‘Ik ben bang’ en de ouder gaat troosten. Pre-intentioneel betekent hier dat gedrag onbedoeld leidt tot een gewenste reactie vanuit de omgeving. Intentionele communicatie. Wanneer mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen enige ontwikkelingen doormaken tot ongeveer een jaar of verder, kunnen ze gedrag (bewust) gebruiken om invloed uit te oefenen, om iets gedaan te krijgen. Ze gaan intentioneel (doelgericht) communiceren. Ze kunnen zelf contact zoeken en reacties uitlokken, maar ze kunnen ook op contact van anderen reageren. Ook gaan ze klanken of enkele woordjes gebruiken om te communiceren.
overspoelend
Sociaal-emotioneel functioneren Mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen gedragen zich vooral op basis van emoties die te maken hebben met lust en onlust. Hun gedrag wordt in sterke mate gekenmerkt door ‘onmiddellijke behoeftebevrediging’. Uitstel wordt niet verdragen, wachten kunnen ze niet. Waaraan ze nu behoefte hebben, moet onmiddellijk gebeuren. Emoties hebben vooral een overspoelend karakter. Ze hebben geen angst of blijdschap, maar zijn angstig of blij. Overspoelend wil zeggen dat ze geen controle hebben over hun emoties. Voor de beheersing en beëindiging van emoties zijn ze aangewezen op anderen. In deze externe controle over emoties spelen vooral ouders en andere begeleiders een rol. Bij mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen met een ontwikkelingsleeftijd van ongeveer acht maanden of ouder begint de ontwikkeling van hechting. Van hechting spreek je als het contact met een ouder/begeleider langdurig is en gevoelens van veiligheid en vertrouwen oproept.
Sensomotorische stimulering door de schommelbak
24
9006924503_bw.indd 24
Thema 1
11-03-11 10:04