SESAM Atlas anatomie Deel 3. Zenuwstelsel en zintuigen

Page 28

48

Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen

Ruggenmerg

Overzicht (A-C) Het ruggenmerg, medulla spinalis, ligt in het kanaal van de wervelkolom, canalis vertebralis, omgeven door liquor cerebrospinalis. Het ruggenmerg verbreedt zich op twee plaatsen spoelvormig: in de halsstreek de intumescentia cervicalis (Cl), en in de len­ denstreek de intumescentia lumbalis (C2). In het onderste deel versmalt het ruggen­ merg tot conus medullaris (BC3) en het ein­ digt als een dunne streng, filum terminale (C4). Door de fissura mediana anterior aan de voorzijde en de sulcus medianus posterior (BC5) aan de rugzijde wordt de grens aangegeven van de beide symmetrische helften van het ruggenmerg. Aan beide zij­ den van het ruggenmerg treden zenuwve­ zels dorsolateraal binnen en ven­trolateraal uit en deze verenigen zich tot achterwortels, radices dorsales, en voorwortels, radices ventrales. Deze sluiten aaneen tot ruggen­ mergzenuwen, korte zenuwbundels van 1 cm lang. In de achterwortels liggen de spinale gangliën (B6), waarin sensibele zenuwcellen liggen. Alleen de achterwortel van de eerste cervicale spinale zenuw heeft geen of slechts een rudimentair aangelegd spinaal ganglion. De mens heeft 31 paar spinale zenuwen, die door de foramina intervertebralia uit het wervelkanaal naar buiten treden. Elk paar verzorgt een lichaamssegment. Het rug­ genmerg zelf is niet gesegmenteerd, maar door de bundeling van de zenuwvezels bij het passeren van de foramina wordt de indruk gewekt van een segmentering (zie pag. 66). De ruggenmergzenuwen worden verdeeld in nn. cervicales, nn. thoracales, nn. lumbales, nn. sacrales en nn. coccygei. Er zijn: – 8 paar halszenuwen (C1-C8) (het 1e paar treedt uit tussen het os occipitale en de atlas), – 12 paar borstzenuwen (Th1-Th 12) (het 1e paar treedt uit tussen de 1e en 2e borstwervel), – 5 paar lendenzenuwen (L1-L5) (het 1e paar treedt uit tussen 1e en 2e lenden­ wervel),

Anatomie 2012 1-168 def.indd 48

– 5 paar heiligbeenzenuwen (S1-S5) (het 1e paar treedt uit door de bovenste forami­ na sacralia), – l paar stuitzenuwen (dit treedt uit tussen 1e en 2e stuitwervel). In het vroegste ontwikkelingsstadium heb­ ben ruggenmerg en wervelkanaal dezelfde lengte, zodat iedere ruggenmergzenuw door het op dezelfde hoogte gelegen fora­ men kan uittreden. Tijdens de ontwikkeling neemt de wervelkolom veel meer in lengte toe dan het ruggenmerg, waarvan het onderste deel in verhouding tot de wervels steeds hoger komt te liggen. Bij pasgebore­ nen ligt het onderste deel van het ruggen­ merg ter hoogte van de 3e lendenwervel, bij een volwassen man ligt het ter hoogte van de 1e lenden- tot de 12e borstwervel. De ruggenmergzenuwen kunnen niet meer op gelijke hoogte uittreden, maar hun wortels gaan in het wervelkanaal eerst een eind naar beneden tot aan de uittredeplaats. Hoe verder caudaalwaarts de wortels uit het ruggenmerg treden, hoe langer hun ver­ loop is in het wervelkanaal. De hoogte van de uittredeplaats van de ruggenmergzenuw klopt dus niet met de ermee overeenstem­ mende hoogte in het ruggenmerg. Vanaf de conus medullaris (BC3) bevat het wervelkanaal nog slechts een dichte massa naar beneden lopende wortels van ruggen­ mergzenuwen, die cauda equina (paardenstaart) (B7) genoemd wordt. Klinische opmerking. In dit gebied kan door middel van een lumbaalpunctie (zie pagina 64) liquor cerebrospinalis worden afgenomen voor diagnostisch onderzoek.

25-01-12 10:06


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
SESAM Atlas anatomie Deel 3. Zenuwstelsel en zintuigen by ThiemeMeulenhoff - Issuu