I | Filosofische vaardigheden • 3 | Definities, redeneringen en drogredenen
4 | Overhaaste generalisatie (secundum quid)
18
19
8 | Vertekenen van een standpunt (de stroman)
Voorbeeld: “Ik ken drie Friezen en die hebben alle drie blauwe ogen.
Voorbeeld: “Ik vind het te ver gaan om een
Dus Friezen hebben blauwe ogen.”
wet te maken tegen het slaan van kinderen.”
Ongetwijfeld hebben veel Friezen blauwe ogen, maar dat geldt zeker niet
“Dus jij vindt dat je kinderen mag slaan!”
voor álle Friezen. En in ieder geval kun je dat niet afleiden uit de drie
Hier wordt het standpunt van iemand
Friezen die jij toevallig kent.
die tegen een bepaalde wet is, suggestief vertekend. (Deze drogreden lijkt op de
5 | Cirkelredenering (petitio principii)
persoonlijke aanval.) Er is geen enkele
Voorbeeld: “Je mag niet discrimineren, want dat is tegen de wet”.
reden om aan te nemen dat de eerste
Je zegt, in andere bewoordingen, tweemaal hetzelfde. In plaats van een
spreker voor het slaan van kinderen is. Hij
argument te geven, herhaal je in feite je standpunt.
ziet er alleen geen heil in om daar een wet tegen te maken (bijvoorbeeld vanwege de
6 | Persoonlijke aanval (argumentum ad hominem)
bureaucratie die dat met zich meebrengt).
Voorbeeld: “Je bent wel erg positief over het Duitse voetbal. Is je vader soms fout geweest in de oorlog?”
9 | Bespelen van het publiek (argumentum ad
Je geeft geen inhoudelijk argument tegen het standpunt over het Duitse
misericordiam, argumentum ad populum)
voetbal, maar probeert degene die dat standpunt huldigt in diskrediet te
Voorbeeld: “Lieve meester, kunt u mij geen
brengen en daarmee zijn standpunt aan te vallen.
hoger cijfer geven? Ik heb echt heel erg mijn best gedaan.”
7 | Ontduiken van de bewijslast
Je probeert sympathie op te wekken bij
Voorbeeld: “Waarom geloof je in God?” “Bewijs maar eens dat Hij niet
je docent, door hem ‘lief’ te noemen en
bestaat!”
je zielig voor te doen. Daarmee probeer
Met een slimme vraag wordt hier de bewijslast voor het bestaan van God
je hem ertoe over te halen jou een hoger
naar de ander verschoven. Dat is niet terecht, want jij bent degene die in
cijfer te geven.
God gelooft, dus de bewijslast ligt bij jou.
Opdracht 6 In de strip van Peter van Straaten maakt Lia gebruik van een drogreden. a | Geef aan van welke drogreden Lia gebruik maakt. b | Bedenk bij elk van bovenstaande drogredenen een eigen voorbeeld.