r e i z e l P als basis voor ontwikkeling
jij
t l e t Over het rekenen van nu
MAAK REKENEN
betekenisvol ALS ER OOK MAAR ÉÉN KIND ZIJN ANGST VOOR REKENEN KWIJTRAAKT,
ben ik blij 201909-08332 - magazine rekenen.indd 1
27-02-20 09:27
TOE AAN EEN NIEUWE REKENMETHODE?
e j s e i k Zo
Als je een nieuwe rekenmethode kiest, ga je niet over één nacht ijs. Je werkt er immers jaren mee. Je keuze moet dus goed doordacht zijn.
B
TEKST: INA CIJVAT EN MARIANNE ESPELDOORN (EXPERTIS ONDERWIJSADVISEURS)
ij het kiezen gaat het er niet zo zeer om of de nieuwe rekenmethode ‘de beste’ is. Veel belangrijker is de vraag: past de methode bij onze leerlingen, leerkrachten en hoe wij rekenen geven? Anders gezegd: sluit de methode aan op onze visie op rekenonderwijs?
IN GESPREK OVER JULLIE VISIE Sta dus eerst samen met jouw collega’s stil bij jullie visie. Ga in gesprek over vragen als: •W at verstaan wij in onze school onder goed rekenonderwijs? •H oe willen we lesgeven, welke leerkrachtvaardigheden vinden we belangrijk? •H oe kijken we naar de rol van ict binnen ons rekenonderwijs?
MEER LE Z EN INA CIJVA ? T en MARIA NNE ESPELDOO R Onderwijsa N van Expertis d voor JSW h viseurs schreven et methode ki artikel Reken ezen en im p teren. Van visievormin lemeng tot invoering. Do www.jsw.nl/ wnload dit via re rekenmeth kenen-wiskunde/ ode-kiezen -enimplemente ren
STAPPENPLAN Is jullie visie helder, dan kunnen jullie op zoek. Handig is om vijf stappen te doorlopen:
1 Bekijk de huidige methode: wat vind je goed, wat niet?
tip
2 Stel met je team criteria op voor een nieuwe methode.
3
4
5
Stel een rekengroep samen; collega’s die drie methoden gaan selecteren. Gebruik daarbij een goede checklist.
Kies twee methoden die je gaat uitproberen in de praktijk. Kies een rekenthema waar je je specifiek op gaat richten.
Informeer bij andere scholen naar hun ervaringen met de methoden die je overweegt aan te schaffen.
Download een uitgebre ide versie van het stappenplan mét een checklist via: expertis.nl/project/re kenmethode-kiezen-en -implemente
ren/
2
201909-08332 - magazine rekenen.indd 2
27-02-20 09:27
VOORWOORD
IEDEREEN t R
elt
ekenen is leuk! Dat is misschien niet iedereen onmiddellijk met mij eens. Toch is het wel mijn ervaring. Toen ik nog voor de klas stond, merkte ik vaak dat leerlingen het leuk vonden om te ‘puzzelen’ met hun rekenwerk. Ik zag hoe creatief zij hun sommen aanpakten. Dat hielp mij weer verder bij hun begeleiding en maakte rekenen ook voor mij een feest. Het rekenonderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Het sluit steeds beter aan op de leerbehoeften van kinderen; rekenopgaven worden nóg boeiender. Dit zorgt ervoor dat leerlingen enthousiast aan de slag gaan en vaker succes ervaren. Zo stimuleer je hun groeimindset (zie pagina 18) en de ontwikkeling van hun rekencapaciteiten. Het begint dus allemaal met plezier. Daarom is het vertrekpunt van onze nieuwe rekenmethode – Alles telt Q – dat rekenen voor elk kind leuk moet zijn. Zowel voor de makkelijke rekenaar als het kind dat meer moeite heeft, is er volop uitdaging: iedereen telt mee! Ook leerkrachten worden niet vergeten. We ondersteunen hen onder meer met verschillende rekenstrategieën en geven tips voor samenwerkend en dynamisch leren. In dit magazine delen we graag de nieuwste inzichten!
r e i z e l p s e e l l e Ve MAURICE VAN KOUWEN, BUSINESSMANAGER BIJ THIEMEMEULENHOFF
3
201909-08332 - magazine rekenen.indd 3
27-02-20 09:27
INHOUDS
e v a g p o
6
MAAK REKENEN BETEKENISVOL
9
PAST ALLES TELT Q BIJ JOU? Een rekenmethode moet natuurlijk steengoed zijn. Hoe zit dat met Alles telt Q? Loop de checklist na en je komt erachter.
Wat moeten we kinderen leren als het gaat om rekenen? Expert Kees Hoogland: “Het antwoord op deze vraag is aan verandering onderhevig.”
10 12
ALS ER OOK MAAR ÉÉN KIND ZIJN ANGST VOOR REKENEN KWIJTRAAKT,
PLEZIER ALS BASIS VOOR ONTWIKKELING Kinderen die lol hebben in rekenen, zijn gemotiveerder. Met deze fun-elementen maak je jouw rekenlessen nog leuker!
18 ben ik blij
IK ZET DOOR TOT HET LUKT!
Interview Marleen van de Wetering, conceptauteur Alles telt Q: “Misschien ben ik stiekem wel een beetje een idealist”
De ene leerling bijt zich graag vast in een uitdagende rekensom, de andere begint er niet aan en geeft snel op. Hoe komt dat?
4
201909-08332 - magazine rekenen.indd 4
27-02-20 09:27
28 20
ZO STIMULEER JE DE GROWTH MINDSET Om leerlingen te laten groeien, is groeigerichte feedback belangrijk. Deze ‘groeitaal’ helpt kinderen om zich te ontwikkelen.
22
MAAK KENNIS MET DE MAKERS Hoe maak je rekenlessen zo leuk, interessant en effectief mogelijk? Dat is de vraag die de makers van Alles telt Q dagelijks bezighoudt!
FORMATIEF EVALUEREN MAAKT GROEI r
zichtbaa Door formatief evalueren maak je de (reken) ontwikkeling van leerlingen zichtbaar en betrek je hen meer bij het leren.
30
FORMATIEF EVALUEREN IN ALLES TELT Q Ieder kind kan groeien! Met het klimpakket geeft een leerling zelf aan hoe hij vindt dat het gaat en wat hij wil leren. Vijf tips.
24
ALLES TELT Q IN DE PRAKTIJK O.B.S. De Toonladder in Zwolle is als één van de eerste scholen gestart met Alles telt Q. Hoe ervaren de leerkrachten en leerlingen deze nieuwe rekenmethode.
14
LAAT KLEUTERS REKENEN
5 tips
5
201909-08332 - magazine rekenen.indd 5
27-02-20 09:28
EXPERT KEES HOOGLAND OVER ONTWIKKELINGEN BINNEN HET REKENONDERWIJS
MAAK REKENEN l o v s i n teke
be
Wat moeten we kinderen leren als het gaat om rekenen? Volgens Dr. Kees Hoogland, expert op het gebied van rekenonderwijs, is het antwoord op deze vraag nogal aan verandering onderhevig. Welke les kun jij als leerkracht daaruit trekken? 6
201909-08332 - magazine rekenen.indd 6
27-02-20 09:28
INTERVIEW
H
oe ziet jouw rekenonderwijs eruit? Iedere leerkracht zal een ander antwoord geven op die vraag. Maar er is wel een grote gemene deler: we geven kinderen instructie, laten hen oefenen met sommen, én laten hen rekenen in de praktijk – waarbij de ene leerkracht veel vaker een echte situatie als uitgangspunt neemt dan de ander. Waarom doen we het eigenlijk zo? HOE GAVEN WE VROEGER REKENEN? Om te snappen hoe we rekenen geven, is het zinvol eens terug te kijken. Kees Hoogland, hogeschoolhoofddocent en onderzoeker binnen het lectoraat Didactiek van Wiskunde en Rekenen van de Hogeschool Utrecht, vertelt: “In het traditionele rekenonderwijs, ongeveer tot de jaren zeventig, was het leren uitvoeren van bewerkingen het belangrijkste. Simpel gezegd: kinderen kregen een som, en daar moest een antwoord op komen. Dat was goed en vanzelfsprekend; het paste in die tijd. Er waren immers geen andere manieren om sommen te maken, we rekenden alles uit met pen en papier. Maar toen kwamen er rekenmachines, spreadsheets en applicaties. Daarmee kunnen we uitrekenen wat we maar willen. De grote vraag werd: wat moeten we kinderen dan nog leren op het gebied van rekenen? Je zou bijna denken: niks meer. Maar dat is niet waar. Want elke dag worden we geconfronteerd met kwantitatieve informatie waar we iets mee moeten. Overal om je heen zijn getallen; dat begint al als je ’s morgens wakker wordt en op je wekker kijkt.” LEREN FIETSEN Kees legt uit dat kinderen – door de komst van de computers – méér moeten kunnen dan alleen sommen maken: “Het uitvoeren van bewerkingen is een zogeheten lagere orde vaardigheid. Je voert uit en dat is het. Maar vergelijk leren rekenen eens met leren fietsen. Als je kunt fietsen, betekent het nog niet dat je je ook effectief en veilig in het verkeer kunt begeven. Dat is iets anders, dat zou je een hogere orde vaardigheid kunnen noemen. In ons rekenonderwijs moeten we ons richten op de hogere orde denkvaardigheden; het is nuttig breder te kijken, een verbinding met de werkelijkheid te maken. Anders wordt het rekenonderwijs armoedig en schraal.” Vanaf de jaren zeventig kregen we ook daadwerkelijk meer aandacht voor die werkelijkheid, weet Kees. Realistisch rekenwiskundeonderwijs – een instructietheorie die door het Freudenthal Instituut is ontwikkeld – werd populair. “Daarin wordt niet alleen gerekend in contexten, maar wordt ook gestimuleerd dat leerlingen zélf nadenken, het liefst in een goede dialoog met de leerkracht en andere leerlingen.”
NEDERLAND WAS KOPLOPER Kees geeft aan dat Nederland tot aan de eeuwwisseling koploper was op dit gebied. Maar dat is veranderd. “We worden links en rechts ingehaald door andere landen”, zegt hij. Volgens hem zijn daar verschillende verklaringen voor. “Ten eerste is er de werkdruk van leerkrachten. Er is voor hen weinig ruimte om het rekenonderwijs te ontwikkelen. Ten tweede is er een maatschappelijke tendens om vooral naar vroeger te kijken – ‘toen was alles
DERT ERWIJS VERAN D N O EN EK R HET 1950
Cijferrkien ngen
Basisbewe rekenen
2000-2025
1975
sch Realisti en k wer exten Rekenen in cont leven uit het dagelijks
Gecijferdheihedt culturele,
reerd in Rekenen geïnteg e, persoonlijke en lijk pe ap ch ats ma land elen Bron: Kees Hoog emotionele hand
7
201909-08332 - magazine rekenen.indd 7
27-02-20 09:28
INTERVIEW
beter’ – en het rekenonderwijs weer op de oude manier aan te pakken. Daarnaast is er de focus op opbrengstgericht werken, wat ervoor zorgt dat we ons richten op de lagere orde denkvaardigheden. Opbrengsten meet je namelijk vooral door kinderen te toetsen, en lagere orde denkvaardigheden toets je nu eenmaal gemakkelijker dan hogere orde denkvaardigheden. Tot slot speelt de toenemende digitalisering een rol. Leerkrachten hebben de neiging om kinderen met behulp van digitale oefenprogramma’s eindeloos veel kale sommen te laten maken. Dat is begrijpelijk, want dat ontlast je, maar om kinderen te leren rekenen is dat veel te eenzijdig.”
“Het is nuttig breder te kijken, een verbinding met de werkelijkheid te maken”
BETEKENISVOL ONDERWIJS De hogeschoolhoofddocent ziet tot zijn vreugde dat er binnen veel scholen momenteel steeds meer wordt nagedacht over een betekenisvollere invulling van het rekenonderwijs. Op sommige scholen
kom je zelfs elementen van ‘gecijferdheid’ tegen: “Dat zie je bijvoorbeeld terug in het themaonderwijs. De werkelijkheid waarin kinderen problemen oplossen, wordt nóg meer centraal gezet. En er wordt rekening gehouden met psychologische factoren, zoals zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en durven uitproberen. Die spelen een cruciale rol bij het leren rekenen.” ADVIEZEN VOOR DE PRAKTIJK Als Kees een ideaalplaatje mag schetsen: hoe ziet het rekenonderwijs op onze scholen er dan uit? Hij lacht: “Nou … ingeroosterde lessen zijn nogal beperkend!” Toch geeft hij adviezen voor de praktijk: “Leerkrachten zouden rekenen meer moeten koppelen aan de werkelijkheid. Ik vind het daarbij ook belangrijk om kinderen te leren verantwoord en kritisch met rekenmachines en -apps om te gaan – die zijn immers overal voorhanden. En laat hen niet alleen sommen uitrekenen, maar leer hun ook te interpreteren. Leer hun wat de betekenis is van getallen, berekeningen en modellen. Verbind rekenen met echte ontwikkelingen in de maatschappij.” “Het gekke is dat dit nu in de rekenboeken wordt gedaan, in de vorm van contextrijke opgaven”, vervolgt hij. “Dat is heel talig en kinderen leren dan alleen uit een boek. Dat kan anders. Kijk om je heen en gebruik wat je ziet, dan wordt je rekenonderwijs rijker. Maak bijvoorbeeld foto’s van kwantitatieve zaken in en om je school en gebruik deze in je les. Of laat je leerlingen dingen van thuis meenemen. Geef ze onderzoeksopdrachten, laat ze rekenspelletjes doen. En gebruik ict als rijke bron voor het rekenonderwijs: laat simulaties, relevante filmpjes of grafieken zien. Kortom: heb een brede blik op rekenen. Dat is de sleutel.”
8
201909-08332 - magazine rekenen.indd 8
27-02-20 09:28
ALLES TELT Q, DE NIEUWE REKENMETHODE
Past Alles Telt Q bij jou?
… n e k c e h c Even Eens met e e
n uitspraa
Ik wil álle ki
de moet Een rekenmetho oed natuurlijk steeng t ook oe m zijn. Maar hij a’s én bij jou, je colleg wijs er nd jullie rekeno met at d t zi passen. Hoe nmethode de nieuwe reke de op Alles telt Q? Lo dan kom s, ng checklist la je erachter.
k? Vink aa
nderen uit
dagen, we
n!
lk niveau ze ook hebbe Fouten ma n. ken mag! K in deren leren die fout ga immers va an. n dingen Het is cruc iaal te stimulere om bij alle kinderen e en growth n, want da mindset t hebben ze ontwikkele nodig om zi n. ch te
Ik wil kinde ren helpen zicht te krijg leerproces. en op het e Dat maakt igen dat ze stee leren sture ds beter ze n. lf hun Ik vind het belangrijk om na te g snappen, zo aan of kind dat ik daar eren de less met mijn o spelen; form tof nderwijs o atief evalu p in kan eren dus! Ik vind het enorm waa rdevol dat van elkaar kinderen m leren. et en
Bewegend leren? Dat is niet allee effectief. n leu
k, maar oo
Het merendeel aangevinkt? Dikke kans dat Alles telt Q bij jou past. Meer weten? Vraag dan nu een gratis proefpakket aan. Ga naar www.allesteltq.nl
k Ik ben erva n overtuigd dat kindere leren reken n ook moe en in ‘echte ten ’ situaties. betekenisvo Dat maakt l, en dat m het leren otiveert. Kinderen d ie plezier in rekenen he dat is mijn bben én ho doel! uden –
et mpakk Het Kli andvatten h geeft je erproces t le om he ngen in rli e le n a n v brenge te rt kaa
TEKST: ELLEKE VAN DEN BURG-POORTVLIET
9
201909-08332 - magazine rekenen.indd 9
27-02-20 09:28
MARLEEN VAN DE WETERING, CONCEPTAUTEUR VAN ALLES TELT Q:
"ALS ER OOK MAAR ÉÉN KIND ZIJN ANGST VOOR REKENEN KWIJTRAAKT,
" j i l b k i ben Marleen van de Wetering was als kind absoluut geen kei in rekenen. Sterker nog: ze kan zich het gevoel van onmacht op school nog levendig voor de geest halen. Nu is ze conceptauteur van de rekenmethode Alles telt Q. Haar verklaring? “Misschien ben ik stiekem wel een beetje een idealist.” TEKST: ELLEKE VAN DEN BURG-POORTVLIET
10
201909-08332 - magazine rekenen.indd 10
27-02-20 09:28
INTERVIEW
“W
at is er nou interessant aan mijn verhaal?”, aarzelt Marleen van de Wetering. De koffie staat voor ons op tafel en ons gesprek is amper begonnen. Ze heeft wat aanmoediging nodig, maar steekt dan toch van wal. Snel blijkt hoe groot haar hart voor onderwijs is. EEN LEGE HUISHOUDSPAARPOT “Ik ben geen rekenfetisjist, ik ben een onderwijsmens”, begint ze. “Ik vind het interessant om na te denken over de vraag: wat zorgt ervoor dat we tot leren komen? Rekenen is daar een mooi vakgebied bij. Het gaat daarbij niet alleen om sommen maken, maar ook om redeneren en nadenken. Dat is wat we in onze maatschappij nodig hebben: mensen die goed nadenken. Stiekem ben ik misschien wel een beetje een idealist.” “Neem het rekenen met geld, een onderdeel van meten en meetkunde. Op dat gebied is veel veranderd. Ik kan me nog goed de huishoudspaarpot van mijn moeder herinneren. Die had aparte gleuven voor verschillende doelen: eten, kleding, enzovoort. Mijn moeder wist: als mijn huishoudspaarpot leeg is, is mijn geld op. Nu is het minder vanzelfsprekend om je af te vragen: heb ik wel genoeg? Als we kinderen leren rekenen, is het belangrijk om met hen ook over dit soort onderwerpen te praten.”
TRUCJE Marleen was vroeger op school helemaal niet zo goed in rekenen. “Ik had vaak een groot gevoel van onmacht. Zodra ik het trucje doorhad, ging het wel, maar sommigen dingen … Delen met breuken is vermenigvuldigen met het omgekeerde. Of andersom? Ik ben rekenen pas gaan begrijpen toen ik zélf lesgaf.” Toen Marleen al jaren voor de klas stond, volgde ze de studie Master SEN (nu Master EN), en daarbinnen het profiel rekenspecialisatie en dyscalculie. Ze weet nog dat ze in die tijd een meisje in groep 7 begeleidde. “Ze vond rekenen moeilijk. Ik zei: dat is balen, want op school krijg je veel rekenen en je hebt het voor veel nodig. Ze kon me vervolgens goed uitleggen wat haar strategieën waren in dit vak waar ze de ballen van snapte: snel de antwoorden opschrijven als de leerkracht iets uitlegde en die later gebruiken, of bij haar buurman kijken als ze een som niet snapte. Wat bleek? Ze kwam ermee weg. Ze was alle plezier in rekenen kwijtgeraakt, en niemand had het door.” WAT WERKT VOOR JOU? Met Alles telt Q heeft Marleen een missie: ze wil kinderen plezier in rekenen geven. “Als de methode ervoor zorgt dat er ook maar één kind zijn rekenangst kwijtraakt, ben ik blij. Of een leerkracht, want ook dat is nodig. Veel leerkrachten vinden rekenen niet het leukste vak om te geven.”
MARLEEN IN EEN NOTENDOP Marleen van de Wetering werk te jaren als leerkracht: eerst in Tilburg, toen in Andijk en later in Warns. Ook was ze doce nt in het vmbo-lwoo en ambulant begeleid er binnen REC, cluster 4. Ze volgde de Mas ter SEN-opleiding (tegenwoordig Master EN) en gaf rekenmodules op pabo’s en hog escholen. En nu, anno 2020, is ze conceptauteu r van de splinternieuwe methode Alles telt Q. Ze ontwikkelde de leerlijn van de methode en is verantwoorde lijk voor de inhoud, waarbij ze nauw samenwerkt met een groot team van mensen in verschillende disc iplines.
“De theorie over fixed en growth mindset van Carol Dweck past mij als een jas”, vervolgt ze. “We kúnnen groeien en leren, onze ontwikkelingsmogelijkheden zijn enorm. De Britse professor Jo Boaler past het gedachtegoed toe op rekenen: mindset math. Volgens haar moeten we kinderen ruimte en vertrouwen geven. Oplossingen voor een rekenprobleem kunnen van linksom of van rechtsom komen – het gaat om de vraag: wat werkt voor jou? Het is belangrijk soms tegen je klas
“Bij rekenen gaat het niet alleen om sommen maken, maar ook om redeneren en nadenken” te zeggen: ‘Laten we eens samen kijken naar deze opgave. Hoe heb jij dit aangepakt? En jij, en jij?’ Zo ontstaat een positieve sfeer. Ik bedoel niet dat leren rekenen alleen maar leuk is. Het betekent vaak volhouden, de kaken op elkaar. Maar het is wel belangrijk dat kinderen beseffen: een fout is niet het einde van de wereld.” MENSEN DIE NOOIT OPGEVEN Marleen vindt de rol van leerkrachten essentieel: als zij enthousiast voor rekenen zijn, kunnen kinderen dat ook worden. “Als je diep vanbinnen zelf angst voor rekenen voelt, moet je het toch gewoon gaan doen”, adviseert ze. “Oefening baart kunst. Je bewijst jezelf een dienst door af en toe buiten je comfortzone te stappen.” “Iedereen kent wel verhalen over kinderen die onverwachts vooruitgang boeken”, besluit ze. “Ze bereiken dat bijna altijd dankzij mensen om hen heen. Volwassenen die vragen ‘hoe kunnen we je helpen?’ en nooit opgeven. Die gun ik ieder kind.”
11
201909-08332 - magazine rekenen.indd 11
27-02-20 09:28
r e i z e l P als basis voor ontwikkeling
Kinderen die lol hebben in rekenen, zijn gemotiveerder. Zij ervaren dat ze met elk stapje vooruit verder groeien. Met deze funelementen maak je jouw rekenlessen nog leuker!
LACHE N EN LE REN Elk nieu w blok van de start me method te e Alles om leer en superleuk, telt Q e lingen s teeds m ducatief filmp te laten je e te be filmpjes ginnen aan ee en goed gevo el n nieuw zijn inte rac thema. uit om m De ee te de tief en dagen kindere keuzes nken, ze n te make lf te rek n. Make enen en learn, d them la aar gaa u n deze blokfilm gh and s voor!
12
201909-08332 - magazine rekenen.indd 12
27-02-20 09:28
GEMOTIVEERD AAN DE SLAG Lekker bewegen stimuleert het leren, zo blijkt uit onderzoek. Het integreren van bewegen en leertaken zorgt voor veranderingen in de hersenen, waardoor het geleerde beter beklijft. Dit geldt met name voor automatiseringstaken. In Alles telt Q zitten veel bewegend leren-opdrachten (zie pagina 16 voor voorbeelden). Leerlingen gaan daar graag en met veel inzet mee aan de slag!
PUUR REKENPLEZIER In het Q-schrift staan aansprekende opdrachten, waarin de stof wordt herhaald. Leerlingen bepalen zelf in welke volgorde ze deze maken. En ook of ze de opgaven samen willen doen of liever individueel. De opdrachten hebben een puzzel- of spelkarakter en sluiten aan op de leefwereld van kinderen. Dat zorgt voor een hoge betrokkenheid en superveel fun!
AANSPREKENDE AANPAK De samenleving verandert voortdurend. Dit vraagt van scholen dat ze leerlingen vaardigheden aanreiken om met veranderingen om te gaan. Denk aan: probleemoplossend denken, creatieve vaardigheden, samenwerken, kritisch denken en communiceren. Deze 21e eeuwse vaardigheden zitten verweven in de hele methode. Zo gaan leerlingen regelmatig in coöperatieve werkvormen samen ontdekken en onderzoeken. Dat spreekt enorm aan en leidt tot veel enthousiasme!
BLOK 2 les 1 - 5 Hoeveel is het figuur
INSPIRATIE EN UITDAGING Computational thinking draait om het logisch benaderen van problemen en om algoritmisch denken. Dit zit in de leerlijn verweven en komt nadrukkelijk naar voren in opdrachten in elke vijfde les van de week. Denk bijvoorbeeld aan het uitstippelen van een route, in combinatie met een kompasroos. Zulke inspirerende opgaven maken rekenen extra leuk en uitdagend!
Groep 4
waard?
Verbind de goede sommen
met het antwoord.
34 + 11 14 + 31
38 + 9 40 + 5
13 + 32
57 – 12 41 – 5 15 + 30
9 + 46
42 + 4
88 – 45
36 + 9
88 - 45
96 – 45
78 – 33 50 – 5
65 – 20 42 + 3
Raad het getal.
Het is een even getal.
13 + 42 66 – 25
De eenheden zijn 2 meer dan de tientallen. Het is een getal tussen de 50 en 100.
De eenheden zijn het
dubbele van 4.
Kleur. • Alle cirkels groen. • Alle rechthoeken blauw. • Alle driehoeken rood.
14 15
13
201909-08332 - magazine rekenen.indd 13
27-02-20 09:28
LAAT KLEUTERS
! n e n e rek
In groep 1 en 2 leg je de basis voor het leren rekenen. Hoe geef je dat goed vorm? Vijf tips. TEKST: ELLEKE VAN DEN BURG-POORTVLIET
TIP 1
Rekenen-wiskunde
PLAN EN HOUD OVERZICHT OVER JOUW AANBOD
GETALLEN: Bewerkingen
Telrij (tot t enminste 20)
Optellen en aftrekken m et hele getallen (tot tenminste 20)
•
•
• •
•
•
Hoeveelheden (t ot tenminste 20)
Verm enigvuldigen en delen m et hele getallen (tot t enminste 20) •
• • •
•
• •
•
• • • • •
Verhoudingen
Getallen (t ot tenminste 20) • • •
• • •
Lengte en omtrek • • • •
• •
•
• •
METEN & MEETKUNDE: Meten
•
•
•
Waarschijnlijk doe jij met je leerlingen ontzettend veel rekenactiviteiten. Maar weet je halverwege het schooljaar nog welke je aan het begin hebt aangeboden? Creëer overzicht: check www.slo.nl/thema/meer/jonge-kind/doelen-jonge-kind en plan je aanbod. Zo vergeet je niks en leg je een stevig fundament voor de doorgaande leerlijn rekenen in jouw school.
- jonge kind (fase 1)
GETALLEN: Getalbegrip
Oppervlakte • • •
Inhoud • • • •
•
•
•
Construeren • • • • •
Opereren m et vormen en figuren
• •
•
•
•
• • • • •
• •
•
Gewicht
•
• •
Verbanden
Oriënteren in de ruimte • •
•
Tijd
•
METEN & MEETKUNDE: Meetkunde
• • • • • • •
• •
•
Relaties tussen telrij, hoeveelheden en getallen (tot t enminste 20) •
• • • • •
•
le rekens telt Q zijn al Handig: In Alle elen do n koppeld aa activiteiten ge ckpit co le ta gi In de di en domeinen. zicht. elf jouw over creëer je vanz
Geld
• •
www.jongekind.slo.nl primaironderwijs@slo.nl
• • • • •
(januari 2018)
TIP 2 BEREID KINDEREN VOOR OP
GROEP 3
Je wilt kinderen goed voorbereiden op groep 3. Ga daarom in groep 2 al aan de slag met getallen en getalbegrip tot en met twintig en leer kinderen cijfers schrijven. Ook belangrijk: laat hen wennen aan het werken aan een tafeltje en in een rekenschriftje. Zo zorg je voor een soepele start in groep 3.
14
201909-08332 - magazine rekenen.indd 14
Dit Speelwerksch rift zet je in april/mei voor groep 2 in.
27-02-20 09:28
TIP 3
UIT EUTERS DAAG KL OEKEN IN DE H enen leren spel Jonge kinder gen lin er le als jouw derwijs. Dus je ag da , en spel in de hoeken s mogelijk uit. al el ve zo n he rs ns om kleute Grijp iedere ka n hu id le ge n. Be te laten rekene ze n, ge ra nv ke el re spel actief, st . ig op ingaan et gr er n lle zu
TIP 4
LEER KLEUTERS PROBLEMEN OPLOSS EN Hoe jong leerlingen ook zijn, jouw doel is om hen voor te bereiden op de maatschappij van morgen. Stimuleer hen daarom oplossingen voor rekenproblemen te vinden. Maak hen nu al vertrouwd met het feit dat er vaak meerdere oplossingsstrategieĂŤn zijn. Dat is waardevol ĂŠn leuk.
5 P I T
ZORG VOOR EEN POSITIEF LEERKLIMAAT Jouw (reken)onderwijs staat of valt met de relatie tussen jou en je leerlingen. Benader hen positief, laat je eventuele vooroordelen los, geef positieve, procesgerichte feedback en heb hoge verwachtingen. Ieder kind kan leren rekenen!
15
201909-08332 - magazine rekenen.indd 15
27-02-20 09:28
BUITEN AAN DE SLAG MET REKENEN
Stuiter, tel, rol!
Hoe lang ben jij?
Hoeveel stokken heb je nodig?
Voor wie? Groep 1 - 8
Voor wie? Groep 1 - 8
Voor wie? Groep 1 - 8
1
Wat heb je nodig? Een bal
Eén leerling staat in het midden en heeft de bal. De rest van de groep staat heel dichtbij.
Wat heb je nodig? Een meetlint en stoepkrijt
Wat heb je nodig? Houten stokken en tape
1
Eén leerling ligt op het schoolplein.
1
2
Een andere leerling tekent een lijn naast de liggende leerling, van top tot teen.
Geef de leerlingen de opdracht om een figuur te maken met de stokken.
2
Alle leerlingen zetten 20 stappen bij de middelste leerling vandaan en gaan met hun benen wijd staan.
2
De onderbouw legt de figuren plat op de grond neer.
3
De leerling met de bal dribbelt op de plaats. Zo vaak als de bal stuitert, zoveel stappen mag de leerling zetten in de richting van een andere leerling die in de kring staat.
3
Vanaf groep 4. Hoe lang is de lijn? Meet het met het meetlint.
3
4
Daarna gaat de leerling die op de grond ligt, met gespreide armen op de getekende lijn liggen.
De bovenbouw maakt 3D-figuren met tape (driehoek, piramide, kubus).
4
Alle stappen gezet? Probeer dan de bal tussen de benen van een leerling door te rollen.
5
Wat valt op? Geldt dit voor iedereen?
De leerlingen bedenken van tevoren hoeveel stokken ze nodig hebben om het figuur te kunnen maken.
5
Klopt het wat ze dachten? Of zijn er meer of juist minder stokken nodig?
4 5
Gelukt! Dribbel dan opnieuw en zet evenveel stappen in de richting van een andere leerling.
6
Niet gelukt? Dan is een andere leerling aan de beurt.
Tip
Pas het aantal stappen in het begin (in het bovenstaande voorbeeld zijn dit 20 stappen) aan bij het niveau van dribbelen.
3019_A5_Startweken.indd 7
Tip
29-07-19 10:36
Tip
Geldt dit ook voor de leerkracht? Ga maar eens liggen en laat de leerlingen het controleren.
3019_A5_Startweken.indd 19
29-07-19 10:36
Laat de leerlingen bedenken wat nog meer (3D-)figuren zijn. Kun je deze figuren ook maken met de stokken?
3019_A5_Startweken.indd 25
29-07-19 10:36
Hé, er ligt een klok op het schoolplein!
1, 2, 3: de bal rolt…
Welke breuken zie je?
Voor wie? Groep 3 - 4
Voor wie? Groep 1 - 3
Voor wie? Groep 7 - 8
Wat heb je nodig? Stoepkrijt
Wat heb je nodig? Een bal
1
Teken op de grond een paar grote cirkels. Schrijf er de cijfers 1 tot en met 12 in. Dit zijn de klokken!
1
2
Verdeel de groep in gelijke groepjes en laat elk groepje bij een klok staan.
2
De leerling die de bal rolt, begint met tellen.
3
Noem een tijd en laat twee leerlingen per klok de juiste tijd aangeven door op de grond te gaan liggen. Zij zijn de wijzers!
3
Tot hoeveel kun je tellen totdat de bal bij de andere leerling is?
4
Gelukt? Dan zijn de volgende twee leerlingen per klok aan de beurt.
Tip
4
Twee leerlingen zitten tegenover elkaar en rollen de bal naar elkaar.
1
Eén leerling gaat op het schoolplein liggen.
2
Een andere leerling tekent een lijn van top tot teen naast de leerling die op de grond ligt.
3
Teken ook een lijn van hoofd tot romp.
4
En een lijn van de beenlengte (van bovenbeen tot voet), de armlengte (van schouder tot de vingertoppen) en een lijn van de lengte van de romp.
5
En nog twee lijnen: één naast het bovenbeen en één naast het onderbeen.
6
Meet de lijnen op met het meetlint.
7
Als de totale lengte (van top tot teen) 1 is, welke breuken horen dan bij de andere lijnen?
En ga eens wat dichterbij of juist verder weg van elkaar zitten. Tot hoeveel kun je nu tellen?
Tip
Laat de andere leerlingen uit het groepje controleren of ze goed liggen.
Tip
3019_A5_Startweken.indd 9
29-07-19 10:36
Varieer in verder tellen of juist terugtellen.
3019_A5_Startweken.indd 5
29-07-19 10:36
Wat heb je nodig? Een meetlint, stoepkrijt, papier en een pen
Doe dit ook met bijvoorbeeld alleen een arm. Bereken dan welke breuken er horen bij de lengte van de onderarm, de hand en de vingers.
3019_A5_Startweken.indd 15
29-07-19 10:36
Laat de bal maar rollen
Rennen maar!
Het antwoord is…
Voor wie? Groep 1 - 4
Voor wie? Groep 4 - 8
Voor wie? Groep 3 - 8
Wat heb je nodig? Een bal en een meetlint
1
Eén leerling rolt de bal.
2
De rest van de leerlingen bespreekt hoe ver de bal is gekomen. Groep 1 - 3 bedenkt hoeveel stappen de bal van hen vandaan is. Groep 4 bedenkt hoeveel meter de bal bij hen vandaan is.
3
Tip
Doe de check! Laat de leerlingen het zelf controleren door het aantal stappen te lopen, of door met het meetlint te meten.
Varieer bij groep 1 - 2 door de bal eerst heel zacht en daarna steeds harder te laten rollen.
3019_A5_Startweken.indd 17
1
Schrijf 20 uitkomsten van tafels met stoepkrijt op het schoolplein.
2
Gebruik lekker veel ruimte, zodat de leerlingen genoeg ruimte om zich heen hebben om te rennen.
3
Noem een keersom.
4
De leerlingen rennen zo snel mogelijk naar het juiste antwoord.
Tip
29-07-19 10:36
Wat heb je nodig? Stoepkrijt
3019_A5_Startweken.indd 11
1
Ga met je groep in een grote kring staan.
2
De leerkracht is de spelleider. (Ook leuk: laat een leerling de spelleider zijn!)
3
De spelleider noemt een som en gooit de bal naar een leerling in de kring.
4
De leerling geeft antwoord en gooit de bal naar de volgende leerling en noemt een nieuwe som.
Tip
Laat een leerling een som opnoemen (en dus ook het goede antwoord bedenken).
29-07-19 10:36
Wat heb je nodig? Een bal
Varieer tussen het oefenen van tafels en hoofdrekenen.
3019_A5_Startweken.indd 3
29-07-19 10:36
16
201909-08332 - magazine rekenen.indd 16
27-02-20 09:28
Winnen! Wil je kans maken op één van de 25 activiteitenwaaiers met bal? Ga naar www.allesteltq.nl/winnen en vul het online formulier in.
n keeen u e k berek i !geental e lrkselt?tsvetorooikgrk e a ejue ig? W aevehekj o LVan aaHtDoklein i un n no on kd z e n d e t E e j r1, 2 e s , b 3 b k : olR d a e e e b a naar groot l llr lhen eram o a… alrt… je ov ook …dus ! buiten
We geven er 25 weg!
, nt tli ee n m en Ee en p ? e ig od r en n e n pie ute a bj Ho he t , p at krij dig? p. ier W ep no an en e p ng n teen stoeb je n leig utettootkk e th Ho p , p in Wa kenlple dig? eto el s o n v k n o n voae ten stocehbo je kke et), .jnH Ho .u -8 het sto t vo enliig ? igt at sh n kkn W p7 op veel he kketje o en neodnd l o 8 t e oe 8 r e p s r . t o todeebn ) e cijfe pHo G en rople gta at Waestt h m? e? p 6 be pen on tekken dedenigita ktkre ga r mg wi roe 6 akeenn op ter. t k p or ? G ttoo te mov rsertm e ing ete rlisnto a hoet Vo ie ep- 48 fdsguur n b gte t d één erl te m lee ednie d ijvfe oefi n k r w Gro k c e a i 1 t ? n o l a k o n e p v e h Voo n an eore stloing t orm Vow?ieG?roe erka r. Ma n en dig e it( aledie r wie rie r rach te vm an Evéierk nru dntenje gtig to4etn v 3? ?G te?e ed .neer.e roo end e Voor wie? Groep 1w- 3 Wat heb nodig? Stoepkrijt o o b e V ro Voo o p lk l o n 1 r wie p h a e e b j e V o e 2 m o l ? eGro p 1ep 1 eg n ern nod - 41 - 3 eer7vn n ddee en . Wen E te li enn. eh re rm
L ethdie E gte st Wa in
an en gen e
r tueed gro lt? e ie
k dnig ov
apeod d n t ndoe b , b am .aaheb rjek nod ijnerl 1 egem k eig? leg deebal zle gth ch n ae d jeheehtoek .2 vie odoo lekin nn etso 2W igv?er Een ta eam e lpak Eén wapnla eLf d oo a(d ubklas. aknrn Geleerling nedv mnpzde ore eon offi1zij ande stri de kleinste uitt hde Hij k vop enn eKies 1 1 le stuvgaat u rlin Twe kng stcdhe esnto 1 1 u je g nee ilnle gataekro eg n e lijg lee en lke tketa naa et n een viete (sch rorlin 2 Leeemuur zitt mtegen wm erTlin lt dgen goatdlsd e 3 igje n grond liggen of een staan. j o le teg l le t. h g ? m r t eno n n n n t De re naa we e e ver E b weetl egd r elkaar. bal. naar eeneroll nnen gueere l s : éé hoe en tlin 2 aated inrtem bvag is, s lee he3ouakelk -fi de ta le e ekeken ne rm oD geko t van de Lnd rb itp m rE )1 ? atnal anbalnen llne. n bijsm tk3ueen o d k n je v e to a a o n m le a Een andere leerling tekent met stoepkrijt lijn naast 2 e D j n e e 2 e e enlee erlin v m li sbpe nezveeeelter? n. te he2n De . Gro en neego ijnhe rlin genbal ku 4uw o va t ake tot epg die2leerling. de G eevooerrre edrelid).z enool r ba ijn berolt kleinste theo hem , beg le sp o bij h ndade venint gbu an is 1 - 3 be eeme el o acnh mtneeetm n tstell p vw n nd ile ven. g tw 3ekatt hd d De bre . Gro 3 en Tot to der vanhoe o nvgaen e, oLkeuvrsch t ote kt h Laid kpunn ep34je en daavee l kun veurr te oevgroter? 3 m an e an roka r de de tell n isleerling nkenerlint heagt u ve eLaat bis Welke nét en n n v iraiets e e totd ie 3 e ( p e Doe 3leerlin d E at . e d b v l de le e se. er e de stabal al and g is? nkt d W t fiialen e bij is de c leerlingen 1i2jn t ere hgaan amaahat destaan epnp5b naast de lijn liggen gt bij oevin etnof heck het ni a o el an aal rl eegl m em ndrle g n aa aeb ele ! Lte bal vtte je lern n ijn e lee aatkijken tvd n e kk om lengte is. vind ui ter edrn. ee En te m4 nta Dvolgende l ga et ig keaeenn! hineLb Ofdztale ign? da de le wie de laaM wa n?een ervbB all ken , peen t dic erdne eten sta d4 nt ke dre e 4in pe sopnieuw dit pa hte o vleerling. nnaast l–pte Teken een lijn dere ensse of pa ch tno noo ede . en. juis eee zitt ku gerbij te lo rlIn a t z ver rs eld reu arm je e d p Totnhoe der n k h we e kaar vee pelnkun z 6gruvan ikr selk rmh dit n et tell at to otpan be e b der d wa r nu w , oaa zreee s w ns e l e en? f dje lf o k t n b m ceontr G oow eltinQd. r oA e. uk o el vo r ee is m Ga zo door tot alle 4 mpett hnaan Datleerlingen ie isostlete Alle Klo bij an w n den re pd enr pkrijt, 5 visie va mee pan 7 rhoeftju et o ernl,bstoe de beurt zijn geweest. d vatroo ? bij de mee tl t tee tenkoba k m en tepa n aat uiin te stokken. oo erek eenegn rsi.nde et best kk t en i l pa ev k Kijk eens! Je hebt nu een verzameling 5 hout Het gk tal van oe d m. B nj d oeo itnre tlint en v kun je meegroot. aan lijnen, van klein edenar nge bi biD eennaar oem erialen en rlien nnd e lessen ze mat n. Dez Met de Tti phet deeelrenheotrelavnkodtreeeeenr to n geve se en es a v a ns n e. v r ken ka rekenl kt laeg volop eennpkpedeneoh rv nn tzijkn. . rbeeld T ip en oppe rlibneed Keu l sor n eolevo nle bijvoo n m gleeal Vari lengte irld s aa vuren zijn in ee eer n van w uhs-)ofieg et p je e ig tD le et Ten bij g m eLss ervare aa doo err o dle (3n mak e nkod ke t kk roep r el k a le e w r de a n e e ga el o L i p g tm f n! 1 - 2 Kunnen de leerlingen nusn ook bal e Tip den nure cijn p en d Kijk e ch o T i ne n da b g T e ke t e re aarnTip rst h a ete enwbe zoer fi groot naar klein je gaan staan? eel van a ste Varieer hebb 15 nveoom zin je d d a ver eds en? n ite nd Kubu hard cht der tellen naar n.i tokk of juis ke t eteru groep r tegtellen. de s we late tart met _S n ro ier! A5 ez _ llen. pl 19 1 Veel 30dd 2 3019 n _A5_ telt Q rtweken.i Start weke 19 n Alles ta n.ind 29-07d 17 5_S am va 9_A Het te 23 301 1
dd
3019_A5_Startwek 3019_A5_Startweken.indd 13 en.indd 5
en.in
10
6
9
10:3
7-1
29-0
6
7-19
10:3
29-0
6
7-19
10:3
29-0
10:36
29-07-19 10:36
rtwek
Sta 5_25 dd .in_A en19 ek30
artw
St _A5_ 3019 d 1 .ind weken
:36
-19
-07
29
29-07-19 10:36
5_Start
3019_A
29-07
-19
10:36
REKENEN KUN JE OVERAL, DUS OOK BUITEN! Voetballen, Kingen, trefballen… Leerlingen vinden het heerlijk om tijdens de pauzes even helemaal los te gaan op het plein. Zeker met een bal. Dit positieve en blije gevoel ervaren zij ook tijdens het rekenen met Alles telt Q.
Met deze activiteitenwaaier en bal heb je materialen in handen om ook buiten een gave rekenles te geven. De waaier beschrijft uitdagende rekenactiviteiten en is ingedeeld naar groep en naar benodigdheden. Buiten een bal kun
je denken aan: stoepkrijt, een meetlint, houten stokken, een pen, papier en/of tape. Met deze materialen kun je tal van rekenlessen geven. De lessen bieden volop kansen om bijvoorbeeld op een speelse manier lengte en
oppervlakte te ervaren of aan de slag te gaan met automatiseren en memoriseren. Bij iedere activiteit vind je een extra tip voor nog meer variatie. Ga dus lekker met je groep naar buiten om te rekenen!
17
201909-08332 - magazine rekenen.indd 17
27-02-20 09:28
FIXED EN GROWTH MINDSET
IK ZET DOOR t e h t to t! luk De ene leerling bijt zich graag vast in een uitdagende rekensom, de andere begint er niet eens aan of geeft snel op. Hoe komt dat? En hoe help je รกlle kinderen positief te denken over hun mogelijkheden en door te zetten? TEKST: ELLEKE VAN DEN BURG-POORTVLIET
18
201909-08332 - magazine rekenen.indd 18
27-02-20 09:28
IK KAN HET NOG NIET
“I
k kan het tóch niet”, zucht Levi zachtjes. Hij is nog maar net begonnen met de rekenopdrachten uit zijn pluswerkschrift, maar het huilen staat hem nader dan het lachen. Je weet dat hij het kan, want dat heeft hij in de afgelopen periode volop laten zien. Maar eenmaal bezig met de moeilijke sommen, lijkt hij de handdoek in de ring te gooien: boos en gefrustreerd. Hoe zit dat? Levi kán rekenen, maar zodra het een beetje moeilijk wordt, lijkt hij op te geven. Vindt hij rekenen niet leuk? Is hij gewoon niet zo’n doorzetter? Of vooral onzeker? JE KUNT JEZELF ALTIJD VERBETEREN Sinds enkele jaren weten we dat Levi’s uitspraak kenmerkend is voor een fixed mindset. Hierover is veel bekend geworden door onderzoek van de Amerikaanse professor psychologie Carol Dweck. Een mindset is een manier van denken, een overtuiging, een denkpatroon. Als je een fixed (of vaste) mindset hebt, denk je dat je iets kan óf niet kan, en dat je daar weinig aan kunt veranderen. Daartegenover staat de growth mindset. Heb je deze groeimindset, dan denk je positief en in mogelijkheden: wie je ook bent, je kunt jezelf altijd verbeteren. WOW, WAT BEN JE SLIM! Op YouTube staan veel filmpjes waarin Carol Dweck vertelt over haar onderzoek. Ze laat onder andere zien hoe een mindset ontstaat én dat je er invloed op kunt hebben. Zo liet Carol in een onderzoek negen- en tienjarige kinderen een reeks puzzels oplossen. Eerst kregen ze gemakkelijke puzzels. Na het oplossen ervan werd een deel van de kinderen geprezen met woorden als: “Wow, wat ben je slim!” Ze kregen dus complimenten over hoe intelligent ze waren. Tegen het andere deel werden dingen gezegd als: “Wat heb je goed je best gedaan!” Kortom: hun inspanning werd beloond. Hierna kregen de kinderen moeilijkere puzzels, waarbij hun hersenen écht moesten kraken. En wat bleek? Degenen die complimenten hadden gekregen over hun intelligentie, deden al snel uitspraken die bij een vaste mindset horen: “Ik ben niet slim genoeg, ik ben hier niet goed in.” Ze wilden het liefst terug naar de gemakkelijke puzzels. Maar de kinderen die waren geprezen om hun inspanning, wilden juist verder met de moeilijke puzzels. Ze beseften ‘van een uitdaging kan ik leren’ en wilden graag hard werken. Een echte groeimindset dus. GEVOELIG VOOR BEOORDELING Wat betekent dit voor jouw onderwijs? Misschien zeg je weleens tegen je leerlingen: “Wat slim van jou” of “Wat kun jij goed rekenen.” Carol zegt in een van de filmpjes: “Ik ontdekte in mijn onderzoek dat kinderen heel gevoelig zijn voor de dingen waarop anderen hen beoordelen.” Met dit type complimen-
ten kunnen leerlingen onzeker worden. Als ze een volgende keer een moeilijke rekensom krijgen, kunnen ze denken: ik móét dit goed doen, want ik moet slim overkomen. En als ze toch een fout maken, voelen ze zich slecht. Of ze beginnen er helemaal niet aan, omdat ze bang zijn om te falen. THE POWER OF YET Carol noemt drie belangrijke principes waarmee je leerlingen kunt helpen niet bang te zijn om fouten te maken en uitdagingen aan te gaan. Allereerst zegt ze: geef kinderen complimenten over het proces. Dat kan gaan over hun harde werken, aanpak, focus of volharding. Dat is beter dan het prijzen van talent of intelligentie. Carol: “Dat maakt kinderen kwetsbaar.” Ten tweede is het slim om op je taalgebruik te letten. Carol benadrukt ‘de power of yet’, de kracht van het woordje nog. Als kinderen iets nieuws leren, is het goed te benoemen dat ze iets ‘nog niet kunnen’. Dan begrijpen ze dat ze aan het leren zijn. Tot slot helpt het ook als je kinderen uitlegt hoe hun hersenen werken: elke keer als ze iets moeilijks doen, uit hun comfortzone stappen, vastlopen en iets leren, worden in hun brein sterkere verbindingen gemaakt. Na een tijd oefenen worden ze dus beter.
Geef kinderen complimenten over het proces. Dat kan gaan over hun harde werken, aanpak, focus of volharding.
LOGISCH DAT JE FOUTEN MAAKT Straal als leerkracht dus steeds uit naar je leerlingen: als je oefent, word je beter! En: logisch dat je fouten maakt, je leert iets nieuws, dat hoort erbij. Zo stimuleer je kinderen zoals Levi, die een uitdaging niet durven aangaan. Levi zegt: “Ik kan het tóch niet.” Leer hem te zeggen: “Ik kan het nóg niet!”
DE FILMPJES OVER CAROL DWECKS ONDERZOEK:
www.youtube.com/watch?v=oFZA xX2ALUE www.youtube.com/watch?v=hiiEe MN7vbQ www.youtube.com/watch?v=_X0m gOOSpLU
19
201909-08332 - magazine rekenen.indd 19
27-02-20 09:28
ZO STIMULEER JE DE GROWTH
t e s d n i m
VRAGEN AAN … VAN INGE CORSTIAANS PLATFORM MINDSET WAAR BEGIN JE ALS JE EEN GROWTH MINDSET WILT ONTWIKKELEN? “Bij jezelf! Verdiep je in het werk van Carol Dweck (zie pagina 19) om kennis te vergaren. En ga ervaring opdoen, ga nieuwe uitdagingen aan. Dan merk je dat leren tijd en moeite kost en gepaard gaat met spanning, frustratie. De kunst is om dan toch door te zetten.” WAT LEVERT HET OP ALS JE INVESTEERT IN DE ONTWIKKELING VAN EEN GROWTH MINDSET? “Je wordt milder ten opzichte van jezelf en leerlingen. Je vindt het minder erg als iets nog niet lukt, omdat je vooral focust op ontwikkeling en minder op resultaat. Hierdoor verandert het leerklimaat in de klas. Gevoelens van rivaliteit en faalangst nemen af. Leerlingen ervaren dat ze altijd kunnen groeien. Ze krijgen meer vertrouwen in hun vermogen om met uitdagingen om te gaan. En daardoor worden hun prestaties beter!”
OVER PLATFORM M
INDSET
te als missie om iedereen Platform Mindset heeft . set ind eim gro elen van een helpen bij het ontwikk en en ing lez , en training Het platform verzorgt n elt praktische materiale ikk tw on én n ge da studie
Het verschil tussen een expert en een beginner? Een expert vaker fouten gemaakt da heeft beginner het ooit gepro n een beerd heeft! ONDERSTEUNT PLATFORM MINDSET DE VISIE OP DE GROWTH MINDSET IN ALLES TELT Q? “Zeker! In het onderwijs werd altijd sterk gestuurd op resultaat. Fantastisch dat dit begint te veranderen, onder meer dankzij Alles telt Q. Wat deze methode extra bijzonder maakt, is dat de groeimindset meteen vanaf de basis erin zit verweven. Bovendien wordt Alles telt Q steeds herzien als er nieuwe inzichten zijn. Mooi dat de makers zo openstaan voor veranderingen en verbeteringen. Daar zullen leerkrachten en leerlingen van profiteren!”
ep te werken aan een om in je school of gro klimaat. ontwikkelingsgericht set.nl .nl / mail@platformmind set ind www.platformm
20
201909-08332 - magazine rekenen.indd 20
27-02-20 09:29
AAN DE SLAG IN DE
H
oe zorg je ervoor dat je leerlingen een groeimindset ontwikkelen? Platform Mindset geeft concrete tips.
1
2
3
WEES EEN ROLMODEL Toon dagelijks je eigen groeimindset, wees een voorbeeld voor je leerlingen. Leer kinderen dat iedereen mogelijkheden heeft om ergens beter in te worden.
GEBRUIK GROEITAA
KLAS
4
FEEDBACK Geef eerlijke complimenten, specifiek over het proces en de gebruikte strategieën. Benadruk de toewijding van leerlingen. Zo stimuleer je de inzet, niet het resultaat. 5 MAAK BEWUST Zorg dat leerlingen zich bewust worden van hun mindset. Geef ze het geloof en vertrouwen dat 6 iedereen kan groeien. Leg uit hoe het brein verbindingen aanlegt als je oefent en hoe een leerproces verloopt.
FOUTEN Help leerlingen te leren van hun fouten. Leer ze doorzetten als iets moeilijk is. Geef de kans om nieuwe dingen te proberen en ga obstakels niet bij voorbaat uit de weg. INZET Laat leerlingen ervaren dat hard én ‘smart’ werken voorwaarden zijn om iets te bereiken. UITDAGING Geef leerlingen mogelijkheden om uitdagingen aan te gaan. Leer ze uitdagingen zien als kansen om te groeien.
L
O
m leerlingen te laten groeien, is groeigerichte feedback belangrijk. Deze ‘groeitaal’ maakt duidelijk dat er een relatie is tussen hun inspanningen en hun ontwikkeling. Hierbij enkele voorbeelden van groeitaal: ANNEER EEN LEERLING VEEL W INZET TOONT, MAAR HET NOG NIET LUKT "Oké, het gaat nog niet zoals je zou willen. Zie dit als een kans om nieuwe dingen te leren. Laten we de stapjes bekijken om er te komen.”
ANNEER EEN LEERLING DE W VAARDIGHEDEN NOG NIET HEEFT OM IETS VOOR ELKAAR TE KRIJGEN “Wil je een tip hoe je dit kunt oplossen? Probeer het nog maar eens! Dan kijken we waar het misgaat en wat je daarvan kunt leren.”
201909-08332 - magazine rekenen.indd 21
WANNEER EEN LEERLING VOORUITGANG BOEKT “Ik zie veel verschil met je eerdere werk. Je bent echt gegroeid!” WANNEER IETS IS GELUKT DOOR HARD WERKEN “Weet je nog hoe moeilijk je het vond in het begin? En kijk eens waar je nu staat!” ANNEER EEN LEERLING W WEINIG MOEITE HEEFT GEDAAN, MAAR HET WEL GELUKT IS “Het is mooi dat je dit af hebt. Nu moeten we op zoek naar meer uitdaging, zodat je kunt groeien.”
ik nog a g n e g r o M : ) 7 Rick ( e fouten maken! beter WANNEER EEN LEERLING WEINIG MOEITE HEEFT GEDAAN EN HET NIET LUKT “Het komt op mij over dat je weinig moeite doet voor deze opdracht. Wat doe je precies en hoe kan ik je helpen met nieuwe strategieën?”
21
27-02-20 09:29
MAAK KENNIS MET DE
makers
Hoe maak je rekenlessen zo leuk, interessant en effectief mogelijk? Dat is de vraag die deze mensen zich dagelijks vanuit hun onderwijshart stellen. Vol bezieling ontwikkelen zij rekenonderwijs dat leerlingen inspireert, uitdaagt en laat groeien. Maak kennis met het enthousiaste team van Alles telt Q! JOLIEN DRA CONTENTO GTSTRA, NTWERPER
MAURICE VAN KOUWEN, BUSINESSMANAGER
“Wees je er als leerkracht van bewust dat jij voor kinderen het verschil kunt maken. Gun kinderen de tijd om kind te zijn. Geef oprecht aandacht en vertrouwen, want een kind dat aandacht krijgt, groeit.”
MIRJAM WESTER, CONTENTONTWERPER
“Elke leerling verder brengen en laten groeien, dát is ons uitgangspunt!”
22
201909-08332 - magazine rekenen.indd 22
YVETTE WESTGEEST, CONTENTONTWIKKELAAR
“Het mooie aan de klimkaarten is dat leerlingen echt inzicht krijgen in hun eigen leerproces.”
TESSA ST CONTENTOKE, ONTWIKK EL A
“Als leerkracht wilde ik graag een handleiding die ik zou kunnen aanpassen aan míjn manier van lesgeven en de behoeften van mijn groep. Daarom hebben we de cockpit ontworpen!”
JORIS DE KOK, PORTFOLIOMANAGER
AR
“Als ex-kleuterjuf vind ik het mooi om te zien hoe je kleuters spelenderwijs kennis kunt laten maken met verschillende leerdoelen, waardoor ze dus niet ’alleen maar spelen’, maar tegelijkertijd stiekem ook heel veel leren.”
“Alles telt Q biedt een unieke licentiestructuur: maximale flexibiliteit voor een vast bedrag per leerling per jaar!”
27-02-20 09:29
ANNEMA SENIOR RIJN VERSTAND MARKET , EER
“Ik vind het mooi als leerkrachten enthousiast worden, omdat ze zien hoe ze hun leerlingen met de methode echt verder kunnen helpen!”
KIM VAN BRINK, MARKETING COMMUNICATIE SPECIALIST
“Als kind was ik zó blij toen ik een staartdeling op ‘mijn’ manier mocht maken en het kwartje viel. Ook Alles telt Q daagt leerlingen uit om met eigen oplossingen te komen!”
MICHIEL VAN DER HA RT, LEAD SALES “Door de inzet van bewegings oefeningen ga je niet alleen met je hersenen, maar met je hele lichaam leren. Het is bewezen dat dit voor veel kinderen een positief effect heeft.”
CEREL CONRADUS, ACCOUNTMANAGER
LUCY VAN DER WEG, ACCOUNTMANAGER
“Mijn onderwijshart wordt ‘warm’ van de wijze waarop de reken methode Alles telt Q de leerkracht geweldige en mooie mogelijkheden geeft om kinderen te laten groeien in hun ontwikkeling.”
STEPHANIE GOVERS ACCOUNTMANAGER, “Het is leuk om iets niet te kunnen, want dan krijg je weer de kans om iets te leren.”
“Als ‘sterk rekenkind’ kreeg ik weinig aandacht van mijn leerkracht. Het mooie van Alles telt Q is dat álle leerlingen van hun leerkracht de hulp, middelen en uitdagingen krijgen aangereikt om zich op hun niveau verder te ontwikkelen.”
HAN JANSSEN, BINNENDIENSTVERKOOP
MONIQUE JIW MEDEWERKERALAL, KLANTENSERVI CE “Wat ik heel sterk vind aan Alles telt Q, is dat de methode bij de actualiteit blijft aansluiten. Nieuwe ontwikkelingen worden er steeds in meegenomen.”
PETRA HELMSINGJANSEN, MEDEWERKER KLANTENSERVICE
“Een methode kan natuurlijk vragen oproepen bij gebruikers. Wij van de klantenservice staan altijd klaar om mensen te helpen en hun vragen te beantwoorden!”
“Alles telt Q maakt werk van de 21e eeuwse vaardigheden. Dat vind ik zeer positief, want deze vaardigheden bereiden kinderen voor op de maatschappij van nu en de toekomst.”
23
201909-08332 - magazine rekenen.indd 23
27-02-20 09:29
ALLES TELT Q IN DE PRAKTIJK
"MET ALLES TELT Q HEB IK MEER HET IDEE DAT IK ALS LEERKRACHT MIJN DESKUNDIGHEID KAN INZETTEN
" n e ss e l e d tijdens O.B.S. De Toonladder in Zwolle is als één van de eerste scholen gestart met Alles telt Q. We spraken drie leerkrachten over hun visie op rekenonderwijs en natuurlijk wilden we weten hoe ze Alles telt Q ervaren! TEKST EN FOTOGRAFIE: LAURA SCHOOTS
VERTEL! WIE ZIJN JULLIE EN HOE LANG STAAN JULLIE AL VOOR DE KLAS? Ik ben Danique en ik ben leerkracht van groep 1-2. Na mijn werkopleiding-stage op O.B.S. De Toonladder kon ik hier blijven als vaste leerkracht. Ik sta nu één jaar voor de klas en heb het heel erg naar mijn zin. Ik ben Esmee en ik ben nu sinds twee jaar leerkracht van groep 4b. Daarvoor heb ik les gegeven aan groep 7 en groep 1-2. Daar viel ik wel eens in. Ik kon, net als Danique, na mijn
werkopleiding-stage op deze school aan de slag als vaste leerkracht. Ik ben Ina en ik werk al íets langer op deze school. Al 18 jaar sta ik met ontzettend veel plezier voor de klas. Dat zie ik ook niet zo snel veranderen! Ik geef op dit moment les aan groep 6. Daarnaast ben ik ook rekenspecialist op deze school.
HET REKENONDERWIJS IS CONSTANT IN ONTWIKKELING. HOE ANDERS IS HET REKENONDERWIJS NU IN VERGELIJKING MET TOEN JE ZELF OP DE BASISSCHOOL ZAT? Esmee: Voor mijn gevoel is het rekenonderwijs al véél verder. Soms denk ik “wow, moest ik dít al in groep 4 kunnen?”. Je merkt echt wel grote ver-
V.l.n.r. Danique, Ina, Esmee.
Met je boek voor je snufferd zitten? Dat is nu écht niet meer zo! 24
201909-08332 - magazine rekenen.indd 24
27-02-20 09:29
INTERVIEW schillen. Het digitale stuk is er natuurlijk bij gekomen. Zo zijn er heel veel filmpjes om te laten zien. Daarbij zijn er ook meer handige tools om mee te rekenen, heel gemakkelijk vanaf het digibord. Als ik aankondig dat we eerst een filmpje gaan kijken voor de les gonst “YES, een filmpje!” door de klas. Het is natuurlijk hartstikke mooi dat die filmpjes zoveel enthousiasme bij de kinderen opwekken! Danique: Ja, de lessen worden veel leuker met alles wat je op het digibord kan doen. En daarnaast heb je nu naar mijn idee ook veel meer materialen die je erbij kan pakken. Ik heb het niet zo in mijn geheugen zitten dat mijn juf of meester dat vroeger op de basisschool ook deed. Toen kreeg je gewoon een saai werkboekje dat je moest maken en verder waren er niet heel veel leuke materialen. Ina: Wat ik me vooral kan herinneren is dat je eigenlijk alleen maar met je boek en je schrift voor je snufferd zat. Dat is nu echt niet meer zo. Je lette goed op wat de meester deed en dat deed je dan na. Snapte je het niet? Dan ging je aan zijn bureau staan en legde hij het nog honderd keer uit. That’s it. Dus geen instructietafel, weinig materiaal, niet het hoe en waarom je iets op een bepaalde manier moest doen. Je bent nu veel meer met inzicht bezig. WAT ZIE JE VAN DIE NIEUWE INZICHTEN IN REKENONDERWIJS TERUG IN ALLES TELT Q? Danique: Ik zie bij de kleuters vooral de verwerking via de tablet of computer heel erg terug. Daarbij ziet de lesstof er ook heel aantrekkelijk uit voor de kinderen. Veel kleurtjes, spelletjes en filmpjes die ze aanspreken. Daarnaast heb ik voor groep 1-2 een mooi bronnenboek waar je lessen uit kunt halen. Het is fijn dat zoiets bestaat en dat ik dat in kan zetten als extra materiaal. Esmee: Voor groep 4 hebben we de cockpit. Daar staan onder andere de lessen in. Bij veel methodes is de strekking: zó moeten kinderen het leren. Dat is dan ook vaak wat
leerkrachten aanbieden. Met Alles telt Q heb ik meer het idee dat ik als leerkracht mijn deskundigheid kan inzetten tijdens de lessen. De lessen staan niet helemaal ‘voorgekauwd’ in de cockpit. Daardoor durf ik de methode veel meer los te laten. Die vrijheid vind ik heel fijn. HOE ZIE JIJ DIT ALS REKENSPECIALIST, INA? Ina: Ik sluit me aan bij Esmee. Voorheen liepen onze leerkrachten van groep 3 er tegenaan dat kinderen een bepaald doel al onder de knie hadden, maar dat je dan alsnog in het boek bezig ging met hetgeen wat ze al snapten. Ik merk bij mijn collega’s nu een omslag in hoe ze werken. Ze worden steeds meer eigenaar van de rekenlessen. Natuurlijk was het even wennen: het werken met een nieuwe rekenmethode. Voor mij, maar ook zeker voor de kinderen. Aan de start van Alles telt Q heb ik de weer-klimkaart gebruikt. Hierbij laten de kinderen visueel zien wat hun mening is over hun rekenvaardigheden door middel van weersymbolen. Ze vulden alleen maar onweer en regen in. Ze vonden het maar niks. Alles was nieuw, moeilijk en veel. Logisch! Alles wat nieuw is, is wennen. Vandaag heb ik opnieuw de weer-klimkaart ingezet. Er waren nu heel veel zonnetjes of een klein wolkje met een zonnetje. De kinderen voelen zich thuis in de methode. Ze weten wat er van ze gevraagd en verwacht wordt. DAT IS FIJN! WAT DOE JIJ ALS LEERKRACHT OM JE LEERLINGEN TE MOTIVEREN EN ZE OP HUN GEMAK TE STELLEN MET BETREKKING TOT HET REKENONDERWIJS? Esmee: Als ik zie dat kinderen het lastig hebben met een rekenles, probeer ik daar wel op in te spelen. Ik zeg dan “weet je, het is ook lastig. Dat maakt niet uit. Je kunt het nog leren!”. Ik begin elke les ook met zeggen dat je het nu misschien nog niet kunt, maar dat je het wél gaat kunnen. Door dat te herhalen en door ze te prijzen wanneer iets
goed gaat, gaan leerlingen het zelf ook inzien: “o, ja, ik kan het!”. Dat is hartstikke mooi. DAT KOMT MOOI TERUG IN DE GROWTH MINDSET DIE VERWEVEN IN ALLES TELT Q ZIT. HOE ERVAREN JULLIE DEZE MANIER VAN DENKEN? Esmee: Ik denk dat de kinderen het zelf niet heel bewust doorhebben. Maar ik breng het wel degelijk op ze over. We hebben op dit moment bijvoorbeeld twee lessen over hetzelfde onderwerp. In les 5, 10 of 15 komt
Ik voel dat ik veel vrijheid krijg van de methode. datzelfde onderwerp aan de orde. Tijdens die les zeg ik dan van tevoren tegen ze “Hé! Dit kennen jullie nog, toch? Hoe zat dat ook alweer?”. Ik zie dan wel gelijk dat kinderen denken “ja, dit weet ik!”. Het is mooi om te zien dat ze zelf steeds meer eigenaar worden van hun leerproces. Je ziet kinderen ook bijna letterlijk groeien als ze door hebben dat ze iets kunnen en snappen.
25
201909-08332 - magazine rekenen.indd 25
27-02-20 09:29
WAT VINDEN LEERLINGEN VAN ALLES TELT Q? KINDEREN VAN O.B.S. DE TOONLADDER IN ZWOLLE LATEN ZICH HOREN! JE WORDT ER ECHT SUPER SLIM VAN! (GROEP 4B) IK VIND DE SPELLETJ ES MET DE VISJES SUPE R LEUK! (GROEP 1-2)
IK KIJK, HIER KAN AL TS IE INVULLEN OF IK HT EC IS T GOED SNAP. DA ) 4B EP HANDIG! (GRO DE FILMPJE S HEEL GRAP ZIJN ECHT PIG! MAAR IK KAN ER OOK VAN LEREN . (GROEP 4B)
T DE PLAATJES IN HE ER KK LE JN ZI WERKSCHRIFT T HE ND VROLIJK. IK VI E OP ALTIJD LEUK ALS DI N. AA ST EEN PAGINA ) 4B (GROEP
Doordat Alles telt Q een hele fijne opbouw en structuur heeft, vind ik het als leerkracht ook gemakkelijker om in te spelen op de growth mindset. Bij onze oude methode ging de lesstof kriskras door elkaar heen. Dan wist je als leerkracht niet altijd waar je aan toe was, laat staan de leerlingen. Ina: Wat ik ook mooi vind is dat je kinderen moet leren om bekwaam te worden binnen de vaardigheden binnen rekenen. Vaak weten ze het wel, maar moeten ze net dat zetje in de rug krijgen om dat ook van zichzelf te zien. Een growth mindset helpt hierbij. HOE ZIE JE DE GROWTH MINDSET TERUG BIJ DE KLEUTERS, DANIQUE? Danique: Als we gaan rekenen, zeggen de kinderen al snel dat ze het niet leuk vinden en dat ze het niet kunnen. Dus dan benadruk ik heel erg dat we het sámen gaan doen. Ik ga heel positief zo’n les in en zeg vaak “kijk nou, je kan het! “en “Misschien heb je hulp nodig, maar dat geeft helemaal niets!”. Daarbij laat ik leerlingen die het al wel kunnen de anderen helpen. En dan hoor je uiteindelijk: “Ik kan het wél, juf!”. Dat is prachtig.
WAAR BESTAAT EEN GOEDE REKENLES UIT VOLGENS JULLIE? In koor: interactie met de kinderen! Esmee: Ja, je maakt de lessen lekker levendig en betrekt kinderen veel bij de stof. Als jij alleen maar voor de klas staat en je dingetje vertelt, luistert de helft maar. Als je af en toe een keer roept “O, help! Wat moet ik nou weer met deze som doen?’, dan zie je de kinderen per direct alert worden. Wij rekenen vaak een uur per dag. Als je dan drie kwartier zelfstandige verwerking hebt, is dat natuurlijk best wel lang. Dat gaven twee leerlingen ook aan mij terug. Dan is het zaak om ze tussendoor weer een beetje wakker te krijgen door iets leuks met ze te doen. Danique: Ik vind het in een rekenles ook heel belangrijk om dingen concreet te maken. Zeker bij kleuters zijn getallen natuurlijk heel abstract. Ik laat ze het rekenen zelf ervaren door middel van materialen en zelf dingen doen. Spelletjes werken daar heel goed bij. Ina: Wat ik bij de bovenbouw heel belangrijk vind, is om eventuele rekenangst weg te nemen. Veel kinderen denken bij voorbaat al dat ze iets niet kunnen of dat ze het niet leuk vinden.
OP DE TABLET WERKEN VIND IK HET LEUKST! (GROEP 1-2) ECHT IK VIND HET JE BIJ DAT HEEL LEUK MPJES REKENEN FIL E ZIJN .Z MAG KIJKEN APPIG R G L E E OOK H 4B) P E O R (G OM KEERSO MM LEREN GING EN TE E NAAR BUITE N WE N. DAT WAS SUPER LEUK! (GROEP 4B)
26
201909-08332 - magazine rekenen.indd 26
27-02-20 09:29
INTERVIEW
Ik vind dat voor mezelf een fijne uitdaging. Ik ga met ze aan de slag en uiteindelijk kunnen ze het. Dan zie je ze stralen joh! Heerlijk! OKÉ, DUS VEEL INTERACTIE, CONCREET MAKEN EN LATEN ZIEN DAT LEERLINGEN HET WELDEGELIJK KUNNEN. HOE KOMT DIT TERUG IN ALLES TELT Q? Danique: In het bronnenboek staat bij elke les welke materialen je erbij kunt gebruiken. Dat is heel erg fijn. Zo heb je én de interactie én je maakt rekenen heel concreet. Ik ervaar hierbij ook heel veel vrijheid. Wil ik het iets anders aanpakken? Dan doe ik dat gewoon. De methode laat me hier vrij genoeg in. Esmee: Het is ook heel fijn dat de werkschriften jaarlijks vernieuwd worden. In een boek heb je dat natuurlijk niet. Daar zit je jaren aan vast. Rekenonderwijs verandert continu en Alles telt Q speelt daar goed op in. De werkschriften en de cockpit vind ik echt top! Danique: Daar ben ik het mee eens. Het bronnenboek wordt ook telkens verder uitgebreid met nieuwe lessen. Er komen steeds meer nieuwe spelletjes voor de kleuters. Dat is heel prettig. WAAROM RADEN JULLIE ALLES TELT Q AAN? Danique: Alles telt Q heeft ook materialen voor groep 1-2. Dat heb ik met andere methodes die ik voorheen gebruikte nooit zo ervaren. Je legt dus in de kleuterklas al een basis met de methode waar ze in de volgende groepen ook mee werken.
Esmee: Het is telkens vernieuwend, altijd in ontwikkeling. Dat is heel mooi. Daarnaast vind ik het fijn dat je twee lessen aan hetzelfde doel werkt. Dat zie je niet bij alle methodes terug. Andere methodes gaan vaak van de hak op de tak. Bij Alles telt Q heb je focus.
terecht. Maar ook voor de leerkracht is het heel fijn. Soms zie je dat een leerling van zichzelf zegt dat iets heel goed gaat, maar ontdek je toch foutjes in het werkschrift. Het is dan gemakkelijker om even in gesprek te gaan met dat kind om te kijken waar het precies mis gaat.
Wat ik ook mooi vind is het werkschrift. Ik merk dat dat voor jonge kinderen heel prettig werkt. Voorgaande jaren hadden we eigenlijk elk jaar wel het gepriegel met een los schriftje. Als ik dan zei “sla deze som maar even over”, was het vaste antwoord vaak “Maar juf, hoeveel ruimte moet ik dan overslaan?”. Dat heb je met dit werkschrift niet. De structuur van het werkschrift is voor kinderen heel fijn. Het werkschrift is echt het middel waar de kinderen in werken. Met andere methodes heb je vaak een boek waar je in werkt met daarbij een werkschrift en ook nog een werkboek. Dat is te veel en verwarrend voor kinderen. Nu is het gewoon lekker één werkschrift. Ik houd daar wel van.
TOT SLOT: WAT IS JULLIE BESTE TIP ALS HET GAAT OM REKENONDERWIJS? Ina: Ga in gesprek met kinderen! Je moet echt weten wat er in dat koppie omgaat. Je moet weten wat er speelt. Kom erachter. De enige manier om dat te ontdekken is om met het kind te praten. Ik ben ervan overtuigd dat jij als leerkracht, los van elke methode, moet weten hoe een leerling rekent. Om rekenangst te tackelen, om rekenmotivatie te houden en om de kinderen goede strategieën aan te leren.
FORMATIEF EVALUEREN IS ÉÉN VAN DE PIJLERS VAN ALLES TELT Q. HOE ERVAREN JULLIE DIT IN DE KLAS? Ina: Het creëert zelfreflectie wanneer leerlingen in het werkschrift moeten invullen of ze iets al wel of niet zo goed kunnen. Dat heeft veel toegevoegde waarde. Ook voor de leerkracht. Als je de hele dag hebt lesgegeven, is het soms best lastig om terug te halen welk kind meer moeite had met een bepaalde opgave. Je pakt nu het werkschrift erbij aan het einde van de dag. Daar lees je dan heel gemakkelijk hoe kinderen de rekenles of het rekendoel hebben ervaren. Zo tackel je rekenproblemen sneller. Esmee: Dat kinderen zelf mogen aangeven hoe goed ze iets vinden gaan, is voor veel leerlingen lekker laagdrempelig. Durven ze het niet zo goed om naar de leerkracht te gaan met een vraag? Dan schrijven ze dat nu zelf in hun schrift op en dat komt dan vanzelf wel bij de juf of meester
Dan zie je ze stralen, joh! Heerlijk! Danique: Bij de kleuters vind ik dat je echt moet laten zien wat je doet en wat je bedoelt. Zoals het tellen. Laat zíén hoeveel iets is, doe het voor, gebruik materialen. Dat is heel belangrijk voor groep 1-2. En daarbij is het ook heel belangrijk om te stimuleren. Blijf zeggen dat ze het rustig aan mogen doen. Dat we het samen doen en dat ze het dan vanzelf alleen kunnen. Esmee: Wat ik heel belangrijk vind, is het spelenderwijs rekenen. Door middel van bewegend leren, bijvoorbeeld. Ga lekker naar buiten met je kinderen! Zet een estafettevorm uit op het schoolplein. Laat ze rennen en leren tegelijk. Ze hebben dan eigenlijk niet eens door dat ze aan het rekenen zijn, terwijl ze er wel héél druk mee bezig zijn. Je moet als leerkracht alleen durven én er de tijd voor nemen. Maar doe dat, want kinderen leren er super veel van!
27
201909-08332 - magazine rekenen.indd 27
27-02-20 09:29
FORMATIEF EVALUEREN MAAKT GROEI r
a a b t h c i z
Door formatief evalueren maak je de (reken) ontwikkeling van leerlingen zichtbaar en betrek je hen meer bij het leren. Dat zorgt voor meer leerplezier én voor betere resultaten! TEKST FEMKE VAN DEN BERG & PIETER GERRITS
28
201909-08332 - magazine rekenen.indd 28
27-02-20 09:29
GROEI ZICHTBAAR MAKEN
M
isschien denk je weleens: al die (reken)toetsen, wat schieten mijn leerlingen er eigenlijk mee op? Je bent niet de enige! Steeds meer leerkrachten willen de ontwikkeling van leerlingen niet alleen in cijfers tot uitdrukking laten komen. Zij gaan aan de slag met andere manieren om de groei van hun leerlingen inzichtelijk te maken. Manieren waarbij ontwikkelen belangrijker is dan beoordelen. En waarbij leerlingen méér aan het roer staan van hun eigen leerproces. WAT IS FORMATIEF EVALUEREN? Een didactische aanpak om leerlingen actiever te betrekken bij hun leerproces is formatief evalueren. Kortgezegd omvat formatief evalueren alle activiteiten die leerlingen en leerkracht uitvoeren om de leeractiviteiten van leerlingen in kaart te brengen, te interpreteren en te gebruiken om betere beslissingen te nemen over vervolgstappen (Black & William, 1998). HOE PAK JE HET AAN? Als het gaat over formatief evalueren in de klas, dan gaat het in de theorie vaak ook over: feedup, feedforward en feedback (Hattie &Timperley, 2007). Dit zijn drie vormen van feedback die leerlingen verder kunnen helpen in hun leerproces. Uit onderzoek weten we dat (naast effectieve instructie) met name goede feedback veel effect heeft op de prestaties van leerlingen. Formatief evalueren is in deze aanpak een cyclisch en interactief proces, gericht op verdere groei. Door jouw interactie met de leerling – in alle drie de fasen – geef je het leren sámen vorm. Als je regelmatig met je leerling in gesprek gaat over wat hij leert en meedenkt over hoe hij zich verder kan ontwikkelen, zorgt dit ook voor meer eigenaarschap bij de leerling.
UITLEG VAN DE
DRIE BEGRIPP
FEEDUP Voordat je met de rekenles begint, maak je eerst helder waar de leerling naartoe werkt. Wat is het leerdoel? Wat moet een leerling straks kennen, kunnen, begrijpen, doen? Het is belangrijk dat een leerling weet wat hij moet leren en waarom. Zo verbindt hij zich aan de lesdoelen en denkt hij na over wat er nodig is om deze doelen te bereiken. Het is ook van belang dat een leerling weet wanneer een doel is bereikt en hoe hij dit kan aantonen (succescriteria). In de fase van feedup maak je dit duidelijk. Kortom: de feedup zorgt ervoor dat de leerling weet wat er van hem verwacht wordt.
EN
GEEN KANT-EN-KLAAR RECEPT Hoewel de drie fasen (feedup, feedback en feedforward) behulpzaam kunnen zijn als je meer inzicht wilt hebben in het leerproces, kent formatief evalueren geen vastomlijnde systematiek. Er zijn ook andere tools die je kunt inzetten om groei zichtbaar en bespreekbaar te maken. Bij formatief evalueren draait het uiteindelijk vooral om een andere benadering van onderwijs. Dus over hoe je toetsen gebruikt, hoe je leerlingen aanspreekt, hoe je hen betrekt bij het leerproces en hoe je praat over hun mogelijkheden (growth mindset, zie pagina 18). MEER VERDIEPING, MEER PLEZIER Formatief evalueren geeft veel verdieping aan je rekenles. Leerkrachten die formatief evalueren tot onderdeel van hun lessen maken, zien bovendien vaak dat het enthousiasme van leerlingen groter wordt. Kinderen voelen zich meer betrokken; hun plezier in rekenen en hun motivatie nemen toe. En daarmee kunnen ook de leerprestaties verbeteren. Het loont dus zeker om te starten met formatief evalueren!
WAAR BEN IK? (FEED UP)
WAT MOET IK DOEN OM MIJN DOEL TE BEREIKEN (FEED FORWARD)
FEEDBACK De feedback maakt duidelijk waar de leerling nu staat. Je kunt bijvoorbeeld tijdens of na afloop van de rekenles bespreken met de leerling hoe het gaat, of hij al stapjes heeft gezet richting het doel, wat goed ging en wat nog beter kan. Je kunt ook toetsen gebruiken om te zien waar de leerling staat in zijn ontwikkeling, of observaties. Of vraag leerlingen eens of ze zelf kunnen laten zien of ze een leerdoel bereikt hebben, bijvoorbeeld door te vertellen of een filmpje te maken.
HOE VORDER IK? (FEEDBACK)
FEEDFORWARD In deze fase bespreek je wat de leerling kan doen om de niet-behaalde doelen alsnog te bereiken. Hoe gaat hij verder? Wat heeft hij nodig om een volgende stap te kunnen zetten? Welke activiteiten gaat hij ondernemen om naar de gewenste situatie te komen? Misschien kan hij eens een andere rekenstrategie proberen? Nog wat extra oefenopgaven maken? En hoe kun jij als leerkracht deze leerling verder helpen? Of misschien kunnen de medeleerlingen elkaar wel helpen.
29
201909-08332 - magazine rekenen.indd 29
27-02-20 09:29
Formatief evalueren in
Q t l e t s e All
Ieder kind kan groeien! Met het klimpakket geeft een leerling zelf aan hoe hij vindt dat het gaat en wat hij nog wil leren. Hoe werk je hiermee? Vijf tips.
TIP 1
TIP 2
BEPAAL WAT JE EVALUEERT
REFLECTEER MET LEERLINGEN OP HUN GROEI
Een klimkaart helpt bij het evalueren van de les. Je kiest steeds zelf welk aspect je evalueert: beheersing van de leerstof, beleving van de les of behoeften van de leerling. Verschillende soorten klimkaarten kunnen hierbij behulpzaam zijn. Enkele voorbeelden: • Met de trotskaart geeft je leerling aan waarop hij trots was in de les. En waarom. • Met de uitlegkaart geeft je leerling aan in hoeverre hij denkt dat hij de lesstof beheerst en wat zijn onderwijsbehoefte is. • Met de smileykaart geeft je leerling aan hoe hij zich voelde tijdens de les.
Een paar weken nada t je gestart bent met ee n nieuw thema, wil je na tuurlijk graag weten ho e je leerlingen ervoor staan . En daar zijn zij zelf oo k nieuwsgierig naar! Tijd ens het evaluatiemome nt ‘Dit kan ik al’ kunnen ze iedere derde week reflecteren op hun lee rproces. Deze tussentoe ts (zonder score) is een goed uitgangspunt vo or een reflecterend gesp rek met je leerling!
TIP 3
t TROTSkaar
BERGKAART
cht ben ik trots. Op deze opdra
STIMULEER EIGENAARSCHAP
BERGKAART
TROTSkaar t
Een leerling die eigenaarschap vertoont, weet aan te geven wat hij nodig heeft om te leren. Stapsgewijs wil je leerlingen daarom meer verantwoordelijkheid geven en helpen zelf keuzes te maken. Alles telt Q bevat opgaven, waarbij leerlingen zelf leren Leerlingen be palen zelf ho en bepalen hoe ze deze e eenvoudig of ingewikkeld doen. Dit is motiverend en ze de kamer vorm geven. versterkt het leren!
Op deze opdra cht ben ik trots.
De vraagstelling op de kaarten zorgt voor nieuwe invalshoeken. Je krijgt hierdoor meer inzicht in het leer- en denkproces van je leerling! telt Q hoff | Alles
mij ge holpe n:
ThiemeMeulen
telt Q hoff | Alles
| Klimpakket
Waar sta jij op
ThiemeMeulen
TIP 4
de berg?
| Klimpakket
hoff | Alles telt Q
| Klimpakket
ThiemeMeulen
Dit he eft
de berg?
Waar sta jij op
Dit heeft mij geholpe n:
LAAT LEERLINGEN NADENKEN OVER WAT ZE KENNEN EN KUNNEN
Door de methode heen staan vragen die leerlingen uitdagen om te reflecteren op hun eigen kennis en kunde. Hierdoor krijgen ze het sturen van hun eigen leerproces nog steviger in handen!
ThiemeMeulen
hoff | Alles telt Q
| Klimpakket
TIP 5
MD NEE
GIE E RE
suggesimkaarten als Je vindt de kl pit. Je en in de cock tie in de lessen er je ne n hoe én wan kunt ze inzette e! hebt de regi maar wilt. Jij
30
201909-08332 - magazine rekenen.indd 30
27-02-20 09:29
Benieuwd naar Alles telt Q? Vraag een gratis proefpakket met proeflessen aan via www.allesteltq.nl
COLOFON Dit is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2020 REDACTIEADRES ThiemeMeulenhoff Postbus 400 3800 AK Amersfoort [T] (033) 448 34 54 [E] po@thiememeulenhoff.nl [I] www.thiememeulenhoff.nl HOOFDREDACTEUR Kim van Brink BUREAU- EN WEBREDACTIE Twan Epe REDACTIE Elleke van den Burg-Poortvliet, Femke van den Berg, Laura Schoots MET DANK AAN Danique, Ina en Esmee van O.B.S. de Toonladder in Zwolle ONTWERP EN LAY-OUT FIZZ | Digital Agency – fizz.nl OPMAAK FIZZ | Digital Agency – fizz.nl DRUK Drukkerij Wilco Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro. nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
31
201909-08332 - magazine rekenen.indd 31
27-02-20 09:29
voor groei en succes. DAar kun je op rekenen. Meer informatie? www.thiememeulenhoff.nl/allesteltq
201909-08332 - magazine rekenen.indd 32
27-02-20 09:29