1.2.3 Verpleegkundige zorg Bij het verlenen van verpleegkundige zorg aan cliënten met chronische nierinsufficiëntie moet je inventariseren welke gezondheids- en bestaansproblemen zijn ontstaan. Niet elke cliënt ervaart de problemen in gelijke mate. Hoe gaat de cliënt ermee om? Een aantal verpleegkundige diagnosen komt bij mensen met chronische nierinsufficiëntie veelvuldig voor. Deze problemen vragen om specifieke verpleegkundige interventies: inadequate therapietrouw; inadequate coping. Dit betekent niet dat andere problemen niet of zelden voorkomen. Integendeel, bij het ondersteunen van mensen met chronische nierinsufficiëntie zul je regelmatig de volgende diagnosen, die algemene verpleegkundige interventies vergen, kunnen stellen: verminderd activiteitsvermogen; zelfzorgtekort: lichamelijke verzorging en/of kleden en/of huishoudelijke zorg; ontspanningstekort; verstoorde slaap; machteloosheid; verstoorde rolvervulling; veranderd seksueel functioneren; verstoord zelfbeeld; vermoeidheid; overgewicht; onvoldoende beweging; kennistekort; sociaal isolement. Welke problemen zich voordoen, hangt af van de cliënt en de steun die hij van zijn naasten krijgt. Naast aandacht voor de verschillende problemen is er voor de verpleegkundige ook een taak weggelegd met betrekking tot preventie. Zowel op het gebied van primaire, secundaire als tertiaire preventie zul je als verpleegkundige interventies inzetten. Inadequate therapietrouw Veel cliënten hebben grote moeite om de door anderen opgelegde regels te volgen. Voorbeelden hiervan zijn het innemen van de medicatie, het volgen van een dieet en het houden aan een vochtbeperking. De opgelegde geboden en verboden zorgen voor nogal wat beperkingen voor de cliënt. In hoeverre de cliënt zich aan de therapie houdt, is een punt van voortdurende aandacht voor jou als verpleegkundige. Veel cliënten die dergelijke beperkingen levenslang moeten volhouden, hebben ups en downs in hun therapietrouw. Als het een hele tijd goed gaat, kun je niet automatisch de conclusie trekken dat de cliënt aan het dieet gewend is, het in zijn leven heeft ingepast en nooit meer van het rechte pad zal afwijken. Daarom toon je regelmatig belangstelling voor de manier waarop de cliënt met het dieet omgaat.
Deel 2
9006952582_bw.indd 93
93
26-03-12 08:09