Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij die zich inzet voor het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. De mensen van ThiemeMeulenhoff zijn er voor onderwijsprofessionals – met ervaring, expertise en doeltreffende leermiddelen. Ontwikkeld in doorlopende samenwerking met de mensen in het onderwijs om samen het onderwijs nog beter te maken. We ontwikkelen lesmethodes die goed te combineren zijn met andere leermiddelen, naar eigen inzicht aan te passen en bewezen effectief zijn. En natuurlijk worden al onze lesmethodes zo duurzaam mogelijk geproduceerd.
Zo bouwen we samen met de mensen in het onderwijs aan een mooie toekomst voor de volgende generatie.
Alle rechten voorbehouden. Tekst- en datamining, AI-training en vergelijkbare technologieën niet toegestaan. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.
3.5 Handel in het koninkrijk Benin Wereldgeschiedenis 86
Op onderzoek in de WIC-kolonie in Brazilië
Verdieping 89
Afsluiting 91
Tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
4 Verlichting en Franse Revolutie 94
Oriëntatie 94
4.1 De Verlichting 96
4.2 De macht van de koning 101
4.3 De Franse Revolutie 106
4.4 Napoleon, de revolutiegeneraal 111
4.5 Catharina de Grote van Rusland Wereldgeschiedenis 116
Op onderzoek naar democratie in de Franse Revolutie
Verdieping 119
Afsluiting 121
Tijd van burgers en stoommachines
5 Industriële revolutie 124
Oriëntatie 124
5.1 Grote veranderingen in Engeland 126
5.2 De fabriek met stoomkracht 131
5.3 Liberalen en socialisten 136
5.4 Modern imperialisme 141
5.5 Brits-Indië Wereldgeschiedenis 146
Op onderzoek in de fabrieken Verdieping 149
Afsluiting 151
Tijd van burgers en stoommachines
6 Nederland in de negentiende eeuw 154
Oriëntatie 154
6.1 Nederland en België eventjes één land 156
6.2 Het begin van de parlementaire democratie 161
6.3 Nederland raakt verzuild 166
6.4 Einde aan de slavernij 171
6.5 Kartini, een Javaanse strijdster voor vrouwenrechten Wereldgeschiedenis 176
Op onderzoek in de verkiezingsuitslagen
Verdieping 179
Afsluiting 181
Tijd van regenten en vorsten Tijd van pruiken en revoluties Tijd van burgers en stoommachines
7 Het ontstaan van de Verenigde Staten 184
Oriëntatie 184
7.1 Kolonisten en inheemsen 186
7.2 De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog 191
7.3 De Amerikaanse Burgeroorlog 196
7.4 Economische ontwikkeling 201
7.5 Japan wordt imperialistisch Wereldgeschiedenis 206
Op onderzoek in Iowa Verdieping 209
Afsluiting 211
Illustratieverantwoording 214
1 De ontdekking van de wereld
Oriëntatie
1 Handelsschepen voor een verre kust
Lees: Europese handelaren in Azië. Bekijk: bron 1.
a Welk schip komt uit Zeeland? Welke andere vlag voert het ook?
b Hoe laat de schilder het verschil zien tussen de Europese en Aziatische handelaren? Noem twee dingen.
c Welke handelswaar ligt in ieder geval op de steiger?
d De schilder is zelf niet in Oost-Indië geweest. Bedenk hoe hij in zijn tijd aan informatie kwam om deze plek zo realistisch mogelijk weer te geven.
2 Werelddelen
Lees: In dit hoofdstuk. Bekijk: de tijdbalk.
a In de Tijd van steden en staten (de late Middeleeuwen) kwamen er veel handelscontacten tussen Europeanen en Arabische handelaren door de Honderdjarige Oorlog | kruistochten
b In de tekst staan de werelddelen die Europeanen aan het eind van de zestiende eeuw kenden. Welke twee werelddelen kenden zij toen nog niet?
c In de tekst staan twee jaartallen. Schrijf die op met de gebeurtenissen die erbij horen.
d Op de tijdbalk zie je welk tijdvak bij dit hoofdstuk hoort. Waarom kloppen de jaartallen van dat tijdvak eigenlijk niet?
e Wat is waar over Indië?
● Indië is hetzelfde gebied als Azië.
● Indië is hetzelfde gebied als India.
● Indië is een deel van Azië.
● Indië is hetzelfde gebied als Indonesië.
3 Denken over de wereld
Het belang van geschiedenis: Ontdekkingsreizen hebben de manier van denken over de wereld en de plaats van de mens daarin veranderd. Bij geschiedenis leer je daarover. Je begrijpt daardoor hoe in onze tijd mensen door een nieuwe ontdekkingsreis anders over de wereld gaan denken.
Lees en bekijk: opdrachtbron 1.
a Op aarde zijn nog steeds plekken die je kunt ontdekken. Geef een voorbeeld van een plek waarover nog niet alles bekend is.
b De ruimtereizen in onze tijd hebben het denken over onze planeet veranderd. Gebruik opdrachtbron 1 en leg uit hoe door één foto mensen anders gingen denken over de wereld. Geef ook aan wat die verandering was.
4
De Amerikaanse Apollo 8 was in 1968 de eerste vlucht met bemanningsleden die een baan om de maan maakte. Toen bemanningslid Bill Anders een foto van het maanoppervlak wilde maken, zag hij opeens de aarde aan de horizon ‘opkomen’ en maakte er een foto van.
“Anders vertelde later hoe de aarde er bijna onbeduidend uitzag, maar toch een thuis was. ‘We waren achteruit en ondersteboven gegaan, hadden de aarde of de zon niet echt gezien, en toen we ronddraaiden en rondkwamen, zagen we de eerste opkomst van de aarde. Dat was zeker veruit het meest indrukwekkende. Het was echt een contrast om deze kleine, kleurrijke bol, die voor mij op een kerstboomversiering leek, boven het grimmige, lelijke maanlandschap te zien verschijnen.’Anders heeft vaak gezegd dat de Earthrise-foto uit 1968 zijn belangrijkste bijdrage was aan de ruimtevaart. Het was de eerste kleurenafbeelding van de aarde vanuitde ruimte en veranderde de manier waarop mensen naar de aarde keken. Ook zou de foto de wereldwijde milieubeweging hebben aangewakkerd,omdat hij liet zien hoe kwetsbaar en geïsoleerd de aarde er vanuit de ruimte uitziet.”
Naar: Algemeen Dagblad, juni 2024
OPDRACHTBRON 1
“De Amerikaanse Apollo 8 was in 1968 de eerste vlucht met bemanningsleden die een baan om de maan maakte. Toen bemanningslid Bill Anders een foto van het maanoppervlak wilde maken, zag hij opeens de aarde aan de horizon ‘opkomen’ en maakte er een foto van. Anders vertelde later hoe de aarde er bijna onbeduidend uitzag, maar toch een thuis was. ‘We waren achteruit en ondersteboven gegaan, hadden de aarde of de zon niet echt gezien, en toen we ronddraaiden en rondkwamen, zagen we de eerste opkomst van de aarde. Dat was zeker veruit het meest indrukwekkende. Het was echt een contrast om deze kleine, kleurrijke bol, die voor mij op een kerstboomversiering leek, boven het grimmige, lelijke maanlandschap te zien verschijnen.’Anders heeft vaak gezegd dat de Earthrise -foto uit 1968 zijn belangrijkste bijdrage was aan de ruimtevaart. Het was de eerste kleurenafbeelding van de aarde vanuit
bemanningslid Bill Anders een de ruimte en veranderde de manier waaropde manier waarop mensen naar de aarde keken. Ook zou de foto de wereldwijdemilieubeweging hebben aangewakkerd,omdat hij liet zien hoe kwetsbaar en geïsoleerd de aarde er vanuit de ruimte uitziet.”
Naar: AD, 8 juni 2024.
Scheepsbouw
Bekijk: bron 2 en 3.
Een schip bouwen is van alle tijden. Maar in de loop van de geschiedenis is er veel in de scheepsbouw veranderd. Wat zijn die veranderingen als je bron 2 met 3 vergelijkt? Noem ten minste drie dingen.
Tijdens de kruistochten veroverden ridders havensteden aan de van de Middellandse Zee. kooplieden
gingen er , in een eigen . Ze kochten daar van handelaren luxeproducten uit . Zo noemden Europeanen het oosten en zuiden van
Basisstof
2 Peper en nootmuskaat
Lees: Specerijen uit Azië, en opdrachtbron 2. Bekijk: bron 4. a Bedenk wat de man die naar het groepje handelaren loopt, in zijn handen heeft.
b Hoe worden deze specerijen in bron 4 naar Europa vervoerd? Noem een beeldelement.
c Voor welke drie doelen werden specerijen in de Middeleeuwen gebruikt?
d De tekst in opdrachtbron 2 is Middelnederlands, de taal die mensen hier tussen 1200 en 1500 spraken en schreven. Als je de woorden hardop leest, begrijp je het wel. Hoe worden volgens deze tekst peper en gember gebruikt? Gebruik je antwoord bij opdracht c.
Peper:
Gember:
Een Belgische professor verzamelde recepten uit de Middeleeuwen. Twee ervan:
“Jeghen spenen [wratten]: Nemt coperoet [koperrood] ende aterment [inkt] ende peper ende maelt dat te gader ende tempert met zwinen smoute [varkensvet] ende maecter plaester ende leghet up die stede, hi sal ghenesen.”
“Ghinghebare [gember] is heet ende droeghe, hi is goet te menighen dinghen, hi is goet nuchteren gheten ofte sloken, hi is goet tot vinnighen oghen [oogziekten], ghecouwen ende ghestreken op die leden, hi maect oec weec dat herde vleesch in den potte.”
Uit: W. Braekman, Middelnederlandse recepten (1970).
OPDRACHTBRON 2
3
Land-
en zeeroutes
Lees: Tussenhandel, en bron 5. Bekijk: bron 6.
a Iets kan peperduur zijn. Leg deze uitdrukking uit. Gebruik in je antwoord het woord tussenhandel.
b Het netwerk van de Zijderoute liep over land en over zee.
Bron 5 hoort bij de landroutes | zeeroutes. Bron 6 hoort bij de landroutes | zeeroutes.
c In de karavanserai in bron 6 vond tussenhandel plaats. Leg dit uit.
4 Anders en hetzelfde
Je oefent: Continuïteit en verandering.
Lees: Continuïteit en verandering. Bekijk: bron 6.
a Bedenk bij bron 6 voorbeelden van continuïteit en verandering tussen de zestiende eeuw en nu.
Continuïteit:
Verandering:
b Vergelijk handelsreizen in de zestiende eeuw (bron 6) met handelsreizen nu. Geef een voorbeeld van continuïteit in het doel van handelsreizen.
c Geef een voorbeeld van de verandering in de wijze van betalen.
Zestiende eeuw:
Nu:
5 Oude en Nieuwe Zijderoute
Het belang van geschiedenis: China werkt tegenwoordig aan de bouw van een zogeheten Nieuwe Zijderoute. Die naam is een verwijzing naar vroeger. Bij geschiedenis leer je zulke verwijzingen te begrijpen.
Je oefent: Continuïteit en verandering.
Lees: opdrachtbron 3 (op pagina 8).
a Vergelijk de oude met de nieuwe Zijderoute door te kijken naar continuïteit en verandering.
elektriciteitscentrales de naam Zijderoute landwegen en waterwegen de overheid neemt het initiatief tussenhandel via Arabieren verbinding tussen China en het Westen wegvervoer
b Bedenk samen nog een voorbeeld van verandering.
c Sommige mensen vinden de naam ‘Nieuwe Zijderoute’ niet juist. Bedenk een argument vóór en een argument tegen het gebruik van die naam.
Voor:
Tegen:
d Ondanks de verschillen gebruikt de Chinese overheid toch deze naam. Bedenk welke reden dat kan hebben.
“Van honderd jaar voor Christus tot de late Middeleeuwen verbonden handelskaravanen Europa met China. Er waren verschillende wegen die Oost en West verbonden, maar ze staan bekend als de Zijderoute. Om zijn rol als nieuwe wereldmacht vast te leggen, kwam China in 2013 met een zeer kostbaar plan: de Nieuwe Zijderoute. Als deel van dit plan investeert China wereldwijd in infrastructuur (zoals wegen, bruggen en tunnels), digitale infrastructuur, transport, energiecentrales en mijnbouw. ‘De glorieuze eeuwenoude zijderoutes tonen dat geografische afstanden niet onoverbrugbaar zijn,’ zei de Chinese leider Xi Jinping in 2017. ‘Als we de eerste dappere stap zetten naar de ander kunnen we een pad inslaan van vriendschap, gezamenlijke ontwikkeling, vrede en een betere toekomst.’”
Naar: De Groene Amsterdammer (2022).
OPDRACHTBRON 3
6 Ontstaan van het Ottomaanse Rijk
Je oefent: Oorzaak en gevolg.
Lees: Het Ottomaanse Rijk.
a Hieronder staan oorzaken en gevolgen. Schrijf de nummers op de juiste plaats in het schema.
1 In 1453 veroveren de Ottomanen Constantinopel.
2 Ottomanen breiden hun Rijk uit naar het noorden en westen.
3 Specerijen worden in Europa onbetaalbaar.
4 Turkse volken gaan in Anatolië wonen.
5 Veel volken vluchten naar het westen.
oorzaak gevolg
Mongolen veroveren een groot Rijk in Azië.
Ottomanen vragen aan handelaren op de Middellandse Zee steeds hogere belastingen.
Ontstaan van het Ottomaanse Rijk onder leiding van Osman I.
Oorlogen met de Byzantijnen.
Ottomanen heersen over het oosten van de Middellandse Zee.
b Producten uit Indië werden in Europa ook duurder doordat er meer | minder van te krijgen was. Dit kwam doordat er meer | minder handelaren over de Zijderoute reisden. Het was daar gevaarlijk geworden, toen de Mongolen de handelaren meer | minder konden beschermen tegen rovers.
7 Noach en de ark
Lees: Wereldkaarten. Bekijk: opdrachtbron 4.
a Bedenk waarom Ottomanen en Arabieren Europese handelaren niet door hun gebieden lieten reizen.
b Een verhaal uit de Bijbel: Noach overleefde op een schip (ark) samen met zijn familie en heel veel dieren een grote overstroming. Met die overstroming strafte God de mensen, maar de gelovige Noach had hij vooraf gewaarschuwd. Toen het water weer zakte, liep de ark vast op het eerste stukje land dat droogviel: de top van de berg Ararat. Noachs drie zonen gingen later elk in een ander werelddeel wonen.
Noem twee beeldelementen in opdrachtbron 4 die passen bij dit verhaal.
c Een wereldkaart als in opdrachtbron 4 heet een T-Okaart, naar de vorm van de twee letters die je erin kunt herkennen. De O is de zee rondom de werelddelen. Welke zee is de ‘poot’ van de hoofdletter T?
8 De aarde als bol
Lees: Wereldbeeld. Bekijk: bron 7, en opdrachtbron 4 en 5.
a De makers van bron 7 baseerden zich op het werk van Ptolemaeus. Citeer een zinsdeel uit de tekst dat hierbij past.
OPDRACHTBRON 4
Een wereldkaart, gemaakt rond 1450. Azië ligt boven, daaronder ligt links Europa en rechts Afrika.
b In de tekst staat hoe je op twee manieren zelf kunt zien dat de aarde rond is, en geen platte schijf maar een bol. Opdrachtbron 5 (op pagina 10) laat nóg een manier zien. Leg die aan elkaar uit. Je hoeft het niet op te schrijven.
c Vergelijk de kaart in bron 7 met die in opdrachtbron 4.
Volgens deze kaart kun je niet om Afrika heen varen.
Op deze kaart kun je precies de positie van een plaats aangeven.
Deze kaart toont de drie toen bekende werelddelen.
Deze kaart toont een verhaal uit de Bijbel.
Op deze kaart zie je dat er op aarde meer land dan water is.
OPDRACHTBRON 5
Afbeelding uit een boek uit 1230.
Wat weet je nu?
9 Handel met Indië
a In de vijftiende eeuw werden in Europa luxeproducten uit Indië schaars en duurder. Beschrijf de twee oorzaken hiervan.
b De Europeanen besloten producten uit Indië te gaan halen. Welke problemen moesten zij hiervoor oplossen?
LEERDOELEN
• Je kunt uitleggen waarom Europeanen nieuwe handelswegen overzee zochten: 2, 6, 9.
• Je kunt beschrijven welk wereldbeeld mensen in de late Middeleeuwen hadden: 7, 8.
1.2 Een zeeweg naar het oosten
Wat weet je al?
1 Veranderingen in de vijftiende eeuw
a In de vijftiende eeuw werd de handel in luxeproducten uit Indië moeilijker door de komst van het Rijk en het uiteenvallen van het Rijk.
b Welke moeilijkheden moesten Europeanen overwinnen om zelf naar Indië te kunnen varen?
Route:
Schepen:
Kaarten:
Basisstof
2 Namban
Lees: Portugezen in Japan. Bekijk: bron 8.
a Bron 8 is door een Japanse kunstenaar gemaakt. Hoe kun je dat zien aan het uiterlijk van de Portugese handelaar en missionarissen? Gebruik een voorbeeld uit de tekst in je antwoord.
b De Japanners gebruikten ook de naam ‘zwarte namban’. Wie is dat in bron 8? Leg ook uit hoe hij hier is gekomen.
3 De Portugese ontdekkingsreizen
Lees: Prins Hendrik de Zeevaarder, en Langs de westkust van Afrika.
a Wat is de beste omschrijving van cartografie? Probeer het te bedenken; zoek het pas op als je er echt niet uitkomt.
● Een topografische kaart maken. ● Het kopiëren en inkleuren van kaarten.
● Informatie in de vorm van een kaart tekenen. ● Zeekaarten maken voor oceaanreizen.
b Prins Hendrik ging zelf nooit op ontdekkingsreis. Toch kreeg hij als bijnaam ‘de Zeevaarder’. Bedenk waarom.
4 Portugezen in Afrika
Je oefent: Bruikbaarheid van bronnen.
Bekijk: bron 9.
a Voor het antwoord op welke vragen over de vijftiende eeuw is bron 9 bruikbaar?
■ Hadden Portugezen in Nigeria wapens bij zich?
■ Handelden Portugezen in ivoor?
■ Handelden de Portugezen in slaven?
■ Had een Portugees schip een kraaiennest (uitkijkpost op het hoogste punt)?
■ Maakten Nigerianen kunstvoorwerpen van ivoor?
■ Waren sommige Nigerianen gespecialiseerd in ivoorsnijwerk?
b Bedenk nog een vraag waarvoor bron 9 bruikbaar is.
5 Namibië
Het belang van geschiedenis: Over sommige voorwerpen in musea is veel discussie. Bij geschiedenis leer je dat dat vaak te maken heeft met het verleden.
Bekijk: opdrachtbron 6.
a Het museum organiseerde een bijeenkomst om te praten over de vraag van wie de padrão eigenlijk is. Hieronder staan argumenten daarbij. Bedenk bij elk argument een tegenargument.
• De padrão is van de Portugezen, want zij hebben hem gemaakt. Tegenargument:
• De padrão is van de Namibiërs, want hij stond in hun land.
Tegenargument:
• De padrão is van Duitsland, want dat heeft een nieuwe padrão aan Namibië geschonken. Tegenargument:
• De padrão is van het Duitse museum, want daar kan de padrão het best bewaard worden.
Tegenargument:
b Eigenlijk is het vreemd dat Namibiërs de padrão terug willen. Die hoort immers bij een periode waarin Europeanen zomaar hun land in bezit namen. Welk argument geeft ambassadeur Guibeb in opdrachtbron 6 hiervoor?
OPDRACHTBRON 6
Padrões (enkelvoud: padrão) zijn drie meter hoge stenen pilaren die de Portugezen aan de kusten plaatsten die zij vonden. Hiermee eisten ze het land op voor Portugal en het was een navigatiepunt voor langsvarende schepen. De padrão op de foto stond in Namibië en is daar in 1486 geplaatst. Rond 1890 nam een Duitse zeekapitein de padrão mee naar Europa als geschenk voor keizer Wilhelm II. De keizer liet in Namibië een nieuwe padrão plaatsen, maar nu met een Duitse tekst en Duitse symbolen. De Portugese padrão gaf hij aan een museum in zijn land. In 2017 wilde Namibië de originele padrão terug. De Namibische ambassadeur Andreas Guibeb, die op de foto naast de padrão staat, legde uit dat deze padrão ‘belangrijk is voor het begrijpen van onze eigen, Namibische geschiedenis’.
c Stel, jullie moeten beslissen op welke plek de padrão voortaan bewaard wordt. Wat zouden jullie kiezen? Zijn er andere oplossingen mogelijk?
6 Wel en geen succes
Lees: Vasco da Gama’s eerste reis, en bron 10.
a Noem vier redenen waarom de eerste handelsreis van Vasco da Gama geen succes was.
b Geef twee redenen waarom de handelsreis wél een succes was.
c Het was moeilijk om bemanning te vinden voor een ontdekkingsreis. Daarom mochten misdadigers na hun veroordeling soms kiezen: meegaan op een gevaarlijke reis (met het risico die niet te overleven), of levenslang opgesloten zitten. In bron 10 gaat het over zo iemand. Bedenk waarom Da Gama juist deze man met de plaatselijke zeelui meestuurde.
d Lees de antwoordzinnen van opdracht a nog eens. Welke past bij je antwoord bij opdracht c?
Omcirkel het nummer van die zin.
7 Handelsnetwerk
Lees: Vasco da Gama’s tweede reis. Bekijk: bron 11. Sultan Bahadur van Díu had de Portugezen om hulp gevraagd in zijn strijd tegen een andere Indiase heerser. In ruil daarvoor mochten vijfhonderd Portugezen in Díu verblijven. Maar de sultan kreeg spijt van zijn voorstel. De Portugezen wilden opnieuw met hem onderhandelen en eisten dat hij daarvoor aan boord van een van hun schepen kwam. Daar ontstond een gevecht; toen Bahadur probeerde te ontsnappen, verdronk hij.
a In welk schip vond de onderhandeling plaats, denk je? Hoe zie je dat in bron 11?
b Behalve de sultan dreigen er meer mannen te verdrinken. Hoe zie je dat de Portugezen twijfelen of ze deze mannen moeten redden?
c Heeft de tekenaar de Europese schepen realistisch getekend? Gebruik een beeldelement in je antwoord. Kijk nog eens in bron 1 als je het niet weet. 1.2 Een
d Citeer een zin uit de tekst die past bij bron 11.
8 Factorijen
Lees: Vasco da Gama’s tweede reis. Bekijk: opdrachtbron 7.
a Vanuit Lissabon voeren de Portugese handelaren eerst naar India. Daar kochten ze katoenen stoffen, die ze verkochten in Malakka (nu Maleisië). Vervolgens gingen ze naar China om zijde in te kopen en daarna naar Japan. De terugreis ging in omgekeerde volgorde. Elke keer maakten de handelaren winst als ze iets verkochten. Hoeveel keer was dat als ze met de lading terug in Portugal kwamen?
b In de tekst staat een Portugese factorij beschreven. Schrijf daarover drie dingen op die je in opdrachtbron 7 ziet.
9 Concurrenten
Je oefent: Oorzaak en gevolg.
Lees: Een Nederlandse spion.
OPDRACHTBRON 7
De Portugese factorij bij Baçaim (nu: Vasai, in Noord-India). Tekening uit 1635.
a Door welke oorzaak verloren de Portugezen hun monopolie op de specerijenhandel in Indië?
b De Portugezen verloren veel factorijen. Geef hiervan twee oorzaken.
1
2
c Welke tactiek van de Nederlanders bij de handel in Indië was dezelfde als die van de Portugezen?
Wat weet je nu?
10 Portugese ontdekkingsreizen
Bekijk: bron 12.
a Hoe zie je in bron 12 dat deze kaart over Portugese ontdekkingsreizen gaat?
b Waar heeft de cartograaf padrões getekend? En hoeveel?
c De cartograaf heeft ook de factorij Elmina aan de kust ten zuiden van de Sahara getekend. Wat haalden de Portugezen daar vandaan?
11 Teken de reis
Gebruik de tijdbalk en bron 34 in de Afsluiting. Gebruik een atlas als je iets niet weet of zoek het online op.
a Geef in de kaart hieronder met een lijn de reizen aan (alleen de heenreis) van:
• Bartolomeu Diaz, Vasco da Gama en Pedro Cabral (gebruikt één kleur, maar maak verschillende soorten lijnen);
• de Eerste Schipvaart (gebruik een andere kleur).
b Vul de legenda in. Geef het vakje voor de naam de juiste lijn in de juiste kleur. Schrijf het jaartal van de reis voor de naam. Deze kaart vul je in de volgende paragrafen verder in. s e NOORD-
NOORDAMERIKA
Grote Oceaan
NOORDAMERIKA ZUIDAMERIKA
LEERDOELEN
rote Oceaan A t lant ische Oceaan
A t lant ische Oceaan
ZUIDAMERIKA AFRIKA
ZUIDAMERIKA
Bartholemeu Diaz
Bartholemeu Diaz
Bartholemeu Diaz
Vasco da Gama
Vasco da Gama
Vasco da Gama
Pedro Cabral
Pedro Cabral
Pedro Cabral
De Eerste Schipvaart
De Eerste Schipvaart
De Eerste Schipvaart
Verdrag van Tordesillas
Verdrag van Tordesillas
Verdrag van Tordesillas
Grote Oceaan Grote Oceaan
AUSTRALIË
Indische Oceaan
Indische Oceaan
Christoffel Columbus
Christoffel Columbus
Christoffel Columbus
Amerigo Vespucci
Amerigo Vespucci
Amerigo Vespucci
Ferdinand Magellaan
Ferdinand Magellaan
Ferdinand Magellaan
Willem Barentsz
Willem Barentsz
Willem Barentsz
• Je kunt beschrijven hoe Portugezen een zeeweg naar Indië ontdekten: 3, 6, 7, 8, 10, 11.
• Je kunt uitleggen hoe Portugezen in Indië handeldreven en hoe zij er concurrentie kregen van andere Europese landen: 9.
1.3 Een zeeweg naar het westen
Wat weet je al?
1 Wereldbeeld in de late Middeleeuwen
Vul in. Sommige namen moet je meerdere keren gebruiken. Afrika | Azië | Europa | Indië
In de vijftiende eeuw dachten Europeanen dat er drie werelddelen waren: , en . Daaromheen lag zee. Door de Portugese ontdekkingsreizen wisten ze dat je via de zuidpunt van naar kon varen, zoals zij het oosten en zuiden van noemden.
Basisstof
2 Mijnbouw in Zuid-Amerika
Je oefent: Soorten bronnen.
Lees: Een rijk werelddeel. Bekijk: bron 13.
a Waarom werken in bron 13 de Zuid-Amerikanen zo hard? Gebruik in je antwoord een beeldelement.
b Welke Spanjaard zal hier de leiding hebben, denk je? Hoe zie je dat?
c Bron 13 is een bron uit de tijd waarover de gebeurtenis gaat. Waarom is het toch een secundaire bron? Citeer in je antwoord een zinsdeel uit de tekst.
3 Een logisch plan
Lees: Columbus’ plan. Bekijk: bron 14, en opdrachtbron 8. a Bedenk een politieke reden waarom de Spaanse koning en koningin de reis van Columbus naar het westen wilden steunen.
b Links in bron 14 plaatsen mannen een groot kruis. Welk ander doel dan handel hadden ze kennelijk?
c De Spanjaarden haalden enorme hoeveelheden goud en zilver uit Amerika. Hoe heeft de tekenaar van bron 14 dat voorgesteld?
d Opdrachtbron 8 is een nagetekende kaart die Columbus gebruikte. Columbus kwam aan op een van de eilanden onder Florida. Teken zijn reis in opdrachtbron 8.
1.3 Een
e Leg uit waarom het logisch was dat Columbus geloofde dat hij in Indië was aangekomen.
4 Hulp van de paus
Lees: Het Verdrag van Tordesillas.
a Waarom zou iedereen een beslissing van de paus respecteren?
OPDRACHTBRON 8
De Italiaanse geleerde Toscanelli stuurde in 1474 een kaart naar Columbus, die hem gebruikte voor zijn eerste reis. Hier is die kaart weergeven in kleur. Cipangu, het grote eiland links van het midden, stelt Japan voor. De hedendaagse cartograaf heeft er in wit Amerika in getekend op de juiste afstand van Europa.
b Alles ten oosten van de Tordesillas-lijn was voor de Portugezen, alles ten westen voor de Spanjaarden. Waarom was op dat moment die verdeling logisch?
c Bijna heel Zuid- en Midden-Amerika is Spaanstalig. Alleen in Brazilië spreekt men Portugees. Geef hiervoor een historische verklaring.
5 De Nieuwe Wereld
Lees: Conquistadores, en opdrachtbron 9 (op pagina 18).
a In opdrachtbron 9 overdrijft Columbus de rijkdommen die hij in Amerika zou hebben gevonden. Waarom zou hij dat doen?
b Leg uit wat de conquistadores te maken hebben met opdrachtbron 9.
c De brieven van Vespucci werden in Europa gekopieerd en veel mensen lazen ze. In 1507 maakte een Duitse cartograaf een wereldkaart waarop hij de ‘Nieuwe Wereld’ naar Vespucci noemde: Americus. Wij zeggen nu: Amerika. Is het terecht dat het werelddeel naar Vespucci is genoemd? Bedenk samen een argument voor en tegen.
Ja, want
Nee, want
d Welk argument vinden jullie het zwaarst wegen? Zet daar een kruisje voor.
Columbus schreef over zijn ontdekking een brief aan de Spaanse koning en koningin. Volgens de gewoonte toen schreef hij hen niet rechtstreeks, maar via iemand aan het hof:
“Er is onbeperkt goud aanwezig. Hunne Hoogheden kunnen zien dat ik hun al het goud zal schenken dat nodig is, alle specerijen en zoveel katoen als Hunne Majesteiten maar bevelen in te laden en waarvan Uwe Edele zoveel zal kunnen verkopen als hij wil, en heidense slaven. Ik heb ook kaneel gevonden en zal ook duizenden andere zaken van belang bemachtigen.”
Naar: Columbus’ Scheepsjournaal (1492-1493).
OPDRACHTBRON 9
6 Overwinningen
Lees: Conquistadores, en Azteken en Inca’s. Bekijk: bron 15.
a Wie versloeg welk inheems volk? Waar en wanneer? Vul het schema helemaal in.
Wanneer?
Conquistador? Welk volk? Waar?
Mexico
b Hiernaast zie je bron 15 nog een keer. Omcirkel de zes beeldelementen die laten zien waarom conquistadores in een gevecht met inheemsen in het voordeel waren.
c Welk ‘voordeel’ dat in de tekst wordt genoemd, zie je niet in bron 15?
7 Uitbuiting
Lees: Kolonisatie.
a Leg uit wat ‘in leen’ (regel 3) betekent door de juiste woorden te kiezen. Je hebt hierover vorig jaar geleerd bij de vroege Middeleeuwen. Een leen is een stuk grond dat een leenman | leenheer mag gebruiken, maar dat eigendom blijft van de leenman | leenheer. De leenman is de conquistador | Spaanse koning en de leenheer is de conquistador | Spaanse koning.
b De Spaanse overheid stelde drie eisen aan de Spanjaard die een gebied in leen kreeg. Welke drie?
c Welke twee plichten had de inheemse bevolking in een gebied?
1
2
8 Theodor de Bry
Je oefent: Betrouwbaarheid van bronnen.
Lees: Kolonisatie. Bekijk: bron 16.
Theodor de Bry, de maker van bron 16, woonde lang in Antwerpen. Hij is nooit buiten Europa geweest. In 1590 waren de Nederlanden in oorlog met Spanje.
a Je gaat de betrouwbaarheid van bron 16 beoordelen. Beantwoord eerst de hulpvragen.
1 Wanneer is de bron gemaakt? Was dit tijdens de gebeurtenis in de bron?
2 Hoe kwam de maker aan zijn informatie?
3 Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
b Bespreek of bron 16 betrouwbare informatie geeft over de Potosi-mijn. Geef jullie mening. Bron 16 is wel | deels | niet betrouwbaar, want
9 Bernardino De Sahagún
Je oefent: Feit en mening.
Lees: bron 17.
a Citeer twee feiten uit bron 17. Je mag de zinnen iets veranderen. 1 2
b De Sahagún geeft in bron 17 twee keer zijn mening over de inheemse beschaving. Wat is die? Je mag het in je eigen woorden opschrijven. 1 2
10 Herdenken
Het belang van geschiedenis: Door iets te herdenken, willen mensen er de herinnering aan bewaren. Bij geschiedenis leer je dat een herdenking niet voor iedereen hetzelfde kan betekenen.
Je oefent: Standplaatsgebondenheid.
Bekijk: opdrachtbron 10.
Bespreek eerst alle vragen met elkaar. Schrijf dan de antwoorden op.
a Waarom protesteert deze vrouw tegen deze manier van herdenken?
OPDRACHTBRON 10
Niña en Pinta zijn de namen van twee schepen van Columbus. Ze werden in 1992 in de Verenigde Staten nagebouwd om Columbus’ eerste reis te herdenken en voeren door het hele land. In de haven van Oswego (New York) laat deze vrouw een protestbord zien: Niña en Pinta – Amerika’s eerste illegale vreemdelingen. Foto uit 1992.
b Leg uit dat haar protest te maken heeft met standplaatsgebondenheid en hoe zij dit laat zien.
c Leg uit dat haar protest ook niet met standplaatsgebondenheid te maken kan hebben.
d Columbus noemde de bewoners van de Caribische eilanden ‘indianen’ omdat hij dacht in Indië te zijn. Deze naam is daarna lange tijd gebruikt voor álle bewoners van Amerika. Tegenwoordig willen zij niet meer zo genoemd worden. Bedenk daarvoor twee redenen.
Wat weet je nu?
11 West-Indië
a Nummer de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Columbus komt aan in Amerika. Cortés verslaat de Azteken.
Vasco da Gama bereikt India. Portugezen bereiken de Afrikaanse
Verdrag van Tordesillas. westkust ten zuiden van de Sahara.
b Ga naar pagina 15 in paragraaf 1.2 en geef op de kaart met een lijn (kies een nieuwe kleur) de reizen van Columbus en Vespucci aan. Trek een zwarte lijn waar de Tordesillas-lijn door de Atlantische Oceaan liep en vul de legenda verder in. Gebruik bron 34 in de Afsluiting.
LEERDOELEN
• Je kunt uitleggen hoe Spanjaarden grote delen van Amerika in bezit namen: 3, 5, 11.
• Je kunt uitleggen wat het Verdrag van Tordesillas inhield: 4.
• Je kunt beschrijven wat de gevolgen waren van de Spaanse aanwezigheid voor de inheemse bevolking van Midden- en Zuid-Amerika: 6, 7, 8, 9.
1.4 Een zeeweg rondom de wereld
1.4 Een zeeweg rondom de wereld
Wat weet je al?
1 Doelen
a Met welk economisch en welk religieus doel gingen ontdekkingsreizigers op pad?
b Wat waren de doelen van de conquistadores die na de ontdekkingsreizigers in Amerika kwamen?
Basisstof
2 Kaapvaart
Lees: De zilvervloot. Bekijk: bron 18.
a Uit welk land komt de aanvaller van het Spaanse schip links?
b Leg uit dat galjoenen goed bruikbaar waren voor de zilvervloot.
c Wat is het verschil tussen een kaper en een piraat?
● Een piraat doet goede dingen, een kaper niet.
● Een kaper heeft van zijn land toestemming om schepen in beslag te nemen, een piraat niet. ● Een piraat valt alleen schepen aan van landen waarmee zijn land in oorlog is, een kaper niet.
● Een kaper heeft zelden een houten been en nooit een papegaai op zijn schouder. d Een bekend liedje gaat over een Nederlandse admiraal die in 1628 een Spaanse zilvervloot kaapte. De opbrengst was omgerekend een half miljard euro. Wat is zijn naam? Zoek het op als je het niet weet.
3 Magellaan
Lees: In drie jaar de wereld rond. Bekijk: bron 19. a Vul de aardrijkskundige namen in. Zoek ze op als je ze niet weet.
Magellaan vertrok in 1519 uit . Hij stak de Atlantische Oceaan over en voer vanaf naar het zuiden en toen om de zuidpunt van heen. Daarna stak hij de over naar Oost-
Magellaan stierf op de . Zijn bemanning bereikte de waar ze specerijen wilden vinden. Vandaaruit voeren ze via de zuidpunt van weer naar het noorden. In 1522 kwamen ze weer in aan.
b Welk deel van de reis van Magellaan was nog onbekend bij Europese zeevaarders?
c Met de reis van Magellaan werd bewezen dat er tussen Amerika en Azië alleen maar is en dat de aarde is.
4 Noordelijke IJszee
Lees: Een weg langs het noorden? Bekijk: bron 20, en opdrachtbron 11.
a Geef het aan in opdrachtbron 11:
• Schrijf het woord IJS op de plek waar heel veel ijs op de zee ligt.
• Zet een rondje om Barentsz’ schip dat in het ijs vastzit.
• De tekenaar heeft met een lijn de heenreis aangegeven. Geef die lijn een kleur.
• Zoek het huis waar Barentsz en zijn bemanning overwinterden. Zet er een kruisje bij en kleur de rook uit de schoorsteen blauw.
OPDRACHTBRON 11
Tekening in een boek uit 1611 over de geschiedenis van Amsterdam. De cartograaf baseerde zich op het reisverslag van Gerrit de Veer.
b Zoek de naam van dit huis in de kaart. Wat is die naam?
c Welke twee gevaren zie je in bron 20? Gebruik voor elk een beeldelement.
d Wat zijn de mannen op de achtergrond aan het doen, denk je? Was dit aan het begin of aan het eind van de overwintering?
e De expeditie van Barentsz was wel en niet een succes. Leg dit uit.
Geen succes:
Wel succes:
5 Planten en dieren
Lees: Columbiaanse uitwisseling: planten en dieren.
Bekijk: opdrachtbron 12.
a Wat is een plantage? Geef ook twee voorbeelden van producten die er werden verbouwd.
b Bedenk waarom de vrouw in opdrachtbron 12 de chocola op deze manier schenkt.
c De Columbiaanse uitwisseling betekende niet dat alles op precies dezelfde manier werd gebruikt. Hoe zit dat met chocola? Noem drie dingen die een verschil aangeven.
OPDRACHTBRON 12
Een Azteekse vrouw schenkt xocoatl (chocola) in een kom. De Azteken verbonden deze energy drink met de godenwereld en dronken het als schuim, met bittere kruiden. Daarom gebruikten de Europeanen chocola aanvankelijk als medicijn. Maar toen ze er suikerriet en honing aan toe hadden gevoegd, werd chocola een populaire en luxe traktatie. Tekening in de Codex Tudela (1553).
6 Epidemieën
Het belang van geschiedenis: Ziekten kunnen een oorzaak zijn van grote veranderingen. Bij geschiedenis leer je dat begrijpen.
Je oefent: Continuïteit en verandering.
Lees: Columbiaanse uitwisseling: ziekten, mensen en religie. a Van 2020 tot 2022 veroorzaakte het coronavirus een pandemie (een wereldwijde epidemie).
Het was een nieuw virus in China. Doordat mensen reizen, verspreidde het zich. Vertel elkaar wat je daar toen zelf van merkte. Je hoeft niets op te schrijven.
b Epidemieën horen bij de geschiedenis van de mens. Daarin is een ontwikkeling te zien. Geef aan wat continuïteit en verandering is als je een epidemie in onze tijd vergelijkt met een epidemie in de zestiende eeuw.
Artsen zoeken naar een geneesmiddel tegen de ziekte. continuïteit | verandering
Artsen zoeken naar een vaccin om de ziekte te voorkomen. continuïteit | verandering
Ministers leggen op de televisie uit hoe mensen besmetting kunnen voorkomen. continuïteit | verandering
Soms komt een ziekte uit een ander land. continuïteit | verandering
De ziekte verspreidt zich doordat mensen reizen. continuïteit | verandering
Sommige mensen bidden tot hun god of goden als hun geliefden ziek zijn. continuïteit | verandering
Mensen die ziek zijn, worden verzorgd. continuïteit | verandering
Artsen van over de hele wereld wisselen met elkaar informatie uit over de ziekte. continuïteit | verandering
c Bedenk zelf nog een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering.
Continuïteit:
Verandering:
7 Potosi-Madonna
Bekijk: bron 21.
a Hiernaast zie je bron 21 nog een keer. Zet daarin de nummers op de juiste plaats. Sommige nummers moet je twee keer invullen.
1 Maria wordt voorgesteld als de berg Potosi.
2 Boven haar zijn heiligen en engelen te zien.
3 Dit is de Spaanse koning.
4 Deze man is de paus.
5 De zon en maan zijn Inca-goden.
6 Op de berg staat een Inca-vorst.
b Schrijf achter de zinnen bij opdracht a de letter waar die bij hoort: C (christendom), I (Inca) of A (allebei).
c Leg uit dat de Potosi-Madonna een voorbeeld is van een mengcultuur op godsdienstig gebied.
d Sommige mensen vinden de naam ‘Columbiaanse uitwisseling’ niet juist. Bedenk samen waarom zij dat vinden. Geef ook jullie mening: is die naam juist of niet?
8 Twijfels
Lees: Een nieuw wereldbeeld.
Stel, je wordt geboren in 1482. Als je vijf jaar bent, vertelt je vader je:
1 dat de wereld rond is
2 dat er drie werelddelen zijn
3 dat je vanuit Europa alleen over land naar Indië kunt gaan
4 dat er op de aarde meer land dan water is.
a Gebruik de tijdbalk in de Afsluiting.
Je bent jaar als blijkt dat zin 2 niet klopt, en jaar als blijkt dat zin 3 niet klopt.
b Verbeter zin 2, 3 en 4, zodat ze kloppen met wat je weet als je veertig bent.
2. dat er
3. dat je
4. dat er
c Leg uit waardoor sommige mensen door de ontdekkingsreizen minder vertrouwen kregen in de Bijbel als informatiebron over de wereld.
Wat weet je nu?
9 Een ander wereldbeeld
a Ga naar pagina 15 in paragraaf 1.2 en geef op de kaart met een lijn (kies een nieuwe kleur) de reis van Magellaan aan. Geef ook de reis van Barentsz aan en gebruik daarvoor dezelfde kleur als die van de Eerste Schipvaart, maar geef de lijn een andere vorm.
b Geef voorbeelden van wat er veranderde. Gebruik in je antwoord het woord dat tussen haakjes staat.
• De reis van Magellaan (zee):
• De uitwisseling van planten (plantagekoloniën):
• De komst van zilver en goud naar Europa (economie):
• Samenleving in Midden- en Zuid-Amerika (mengcultuur):
• Het denken over de wereld (Bijbel):
LEERDOELEN
• Je kunt uitleggen welke gevolgen de handelscontacten tussen Amerika en Europa hadden: 5, 6.
• Je kunt uitleggen waardoor er in Midden- en Zuid-Amerika een mengcultuur ontstond: 7.
• Je kunt beschrijven hoe door de ontdekkingsreizen het wereldbeeld van de Europeanen veranderde: 8, 9.
www.thiememeulenhoff.nl/feniks
Geschiedenis voor vwo
Jan Pietersz Dou uit Leiden was landmeter van beroep. Rond 1600 bedacht hij het instrument dat je op de voorkant van dit boek ziet. Het heet een Hollandse cirkel, omdat het in het buitenland zo werd genoemd. Een landmeter plaatste voor zijn werk dit instrument horizontaal op een stok. In elk uitsteeksel rondom de koperen schijf zit een spleet. Daar kijkt hij door. Door deze vizieren heel precies te richten, kon hij denkbeeldige driehoeken in het landschap berekenen en zo land in kaart brengen. De Hollandse cirkel was een verbetering van de winckelkruis. Dat meetinstrument heeft maar vier vizieren en die zitten vast. Daardoor kon je er alleen rechte hoeken mee meten. Dou bedacht er een draaischijf bij met twee extra vizieren. Dat maakte dat je er álle hoeken mee kon meten.
Op deze Hollandse cirkel zit in het midden een kompas. Instrumentenmaker Antonius Hoevenaer heeft dat er zelf in geplaatst, want voor het meten van hoeken is dat niet nodig. Zijn naam staat ook op de schijf. In 1654 is Hoevenaer in Leiden geregistreerd als instrumentenmaker, dus rond die tijd zal hij deze Hollandse cirkel hebben gemaakt.
Scan de QR-code voor meer informatie over landmeten in de zeventiende eeuw.