Aanpak lied aanleren in fasen Fase 1 Inleiding Betekenisvolle Zet diverse afbeeldingen van de onderwerpen die in het liedje komen, klaar op context het digibord: een kleine olifant, ontbijtbordje, emmer, kruiwagen, brood, een grote olifant. Benoem en bespreek de plaatjes. Gesprek: Wat eet jij ’s morgens? Hoeveel? Wat eet een poes, een hond, een olifant? Hoeveel? Laat het liedje horen of zing het zelf voor en vraag de kinderen om de plaatjes in de goede volgorde te leggen. Attributen Een etensbak voor een hond of een poes kan het gesprek gemakkelijker maken. Hoe groot is de etensbak van een olifant? Fase 2 Aanleren Zet de kinderen in een kring. Loop om de kring heen en zing de eerste twee regels van het liedje (tot ‘Fine’). Vraag aan een kind: ‘En wat heb jij gegeten?’ Zing weer deze twee regels, maar laat nu het kind lopen. Hierna beantwoordt een ander kind de vraag: ‘En wat heb jij gegeten?’ Herhaal dit spel enkele keren. Nu het tweede deel van het lied: ‘Luister eens naar wat deze olifant heeft gegeten.’ Loop zelf rond en til bij de laatste regel een kind op. Herhaal dit spel ook verschillende keren. Variatie: in plaats van te zitten, kijken de olifanten rond, draaien zich om, enzovoort. Herhaling Verzin zoveel mogelijk werkvormen om het liedje zo vaak mogelijk te laten horen (tien tot vijftien keer is niet te veel). Stel het moment dat de kinderen mee gaan zingen zo veel mogelijk uit. Bijvoorbeeld: laat de kinderen lopen als een olifant terwijl het lied klinkt. Telkens bewegen ze op een andere manier (dik, log, zwaar, schommelend) en steeds klinkt het lied. Meezingen De kinderen zingen pas mee als ze het lied vaak genoeg hebben beluisterd. Kinderen uit groep 1 en 2 zingen met de leraar mee. Vanaf groep 3 krijgt het expliciete luisteren een steeds groter aandeel bij het aanleren, zingen de kinderen alleen en wordt de ‘weggeefmethode’ geïntroduceerd. Dit kan in groep 2 al voorbereid worden door bijvoorbeeld de kleuters delen van het lied alleen te laten zingen. Fase 3 Uitbreiding Materiaal Leg hoepels neer op de grond: dat zijn de hokken van de olifanten. Als de trom zwijgt, zoeken alle olifanten een hok op en gaan ze slapen, slapen, slaaaaaaaapenn … Na een paar keer krijgen ze weer honger en kan het lied weer worden gezongen. Ook afwisseling tussen doen en kijken naar de ‘olifanten’ is nuttig want dat stimuleert de verbeelding. Rol van de Observeren, prijzen en stimuleren, zowel met betrekking tot het zingen en leerkracht bewegen als tot het sociale gedrag van de ‘olifanten’.
44