!
Een zin begint altijd met een hoofdletter. Verder schrijf je eigennamen (Iris de Jong), aardrijkskundige namen (de Maas, Amsterdam, Spanje, Alpen) en officiële feestdagen (Kerstmis) met een hoofdletter.
4
Schrijf alleen de woorden op die met een hoofdletter moeten.
5
9 daniëlle
1
groningen
2
de waal
10 kerstmis
3
pasen
11 maandag
4
januari
12 sterre de jager
5
zevenhuizen
13 pierre zijlaard
6
flevoland
14 lievelingsknuffel
7
artis
15 noord-holland
8
apeldoorn
16 limburg
Schrijf het woord goed op. In elke zin zitten twee fouten. De fouten hebben met hoofdletters te maken. 1 Jeffrey chacar reist via Duitsland naar polen. 2 Tante ans is geabonneerd op het tijdschrift margriet. 3 Giovanni en jasmina zitten op basisschool keizerskroon. 4 mijn werkstuk gaat over: de Lek, de maas en de Waal. 5 Sjannie en wiebe liepen door de kerklaan. 6 Mijn Vriendin heet Lynn Anne van berkom. 7 In de coentunnel bij Amsterdam stond een File. 8 VV berkel speelt Zaterdag tegen Oliveo. 9 mijn lievelingspony’s zijn spirit en Black. 10 Jaco kreeg Strafwerk van Meester Ahmed.
6
Los de rebus op.
r=n
+
–d
l=b +
v=p + –p
e = o + – kw + d im = ck .
9
9006628197_bw.indd 9
16-08-11 13:54