2
schrobben
Spelling
stam
Stem? ja/nee
voltooid deelwoord
schrobb
ja
geschrobd
aerobiccen bluffen joggen glimlachen douchen bloeien rekken rollen rennen schrapen sieren missen proeven mixen lozen
Opdracht 10 T1
B
Vervoeg de werkwoorden in de volgende zinnen. Gebruik voor de pv alleen de verleden tijd. 1 Zijn tegenstander was minder sterk dan Mick had … (vrezen). 2 De accountant bleek te hebben … (knoeien) met de boekhouding van de zakenman. 3 Er … (kleven) nogal wat nadelen aan het plan dat Huib had bedacht. 4 De drone … (landen) per ongeluk in de tuin van de achterbuurman. 5 Het heeft mij niet … (verbazen) dat jij geslaagd bent. 6 In het begin … (minachten) Koen zijn stiefvader, maar nu zijn ze de beste vrienden. 7 Het flesje cola is … (ontploffen) doordat het te lang in de vriezer lag. 8 Het water … (golven) over de rand van het zwembad. 9 Layla … (uploaden) direct de selfie die ze met haar hartsvriendin had genomen. 10 Een lekke band … (vergroten) de afstand tussen de twee autocoureurs. Dictee Opdracht 11
T1
B
Maak het dictee. Luister hiervoor naar de instructies van je docent.
83
17405_ONO2_1vwo_compleet boek.indb 83
26/06/15 13:24