5.
uitbreken van WO I terugkeerde naar zijn vaderland, oogstte hij echter meteen succes met de eerste Spaanse opvoering van La vida breve (1905). Deze opera was de Falla’s eerste poging om de traditionele Spaanse zigeunermuziek te verheffen tot kunstmuziek. Na de première werd hij benaderd door de vooraanstaande flamencozangeres en danseres Pastoria Imperio met het verzoek om voor haar een dans- en zangstuk te schrijven. Op basis van een mondeling overgeleverd Iberisch volksverhaal schreef theateragent Gregorio Martínez Sierra daartoe de ‘gitanería’ (zigeunertafereel) El amor brujo. Het verhaal speelt zich af bij nacht in een Andalusische zigeunergemeenschap en gaat over de behekste liefde tussen Candelas en Carmelo. Net op het moment dat de twee verliefden toenadering zoeken tot elkaar, wordt Candelas achtervolgd door de driftige en jaloerse geestesverschijning van haar overleden minnaar. Om de schim te verjagen, voeren de
vrouwen van het dorp in een magische cirkel de rituele vuurdans uit. Wanneer het effect daarvan echter uitblijft, bedenkt de nuchtere Carmelo een list om zijn geliefde van haar waanvoorstellingen te bevrijden. Hij verkleedt zichzelf als de spookfiguur waarin Candelas haar oude vrijer herkent maar toont plotseling enkel nog aandacht voor de mooie Lucia. Zij speelt het spel mee en leidt Carmelo, alias de overleden minnaar, weg uit het dorp. Zo wordt de bezwering verbroken en kussen de geliefden elkaar in het licht van de opkomende zon. De titel El amor brujo verwijst zowel naar de toverkracht van de vuurdans als naar de betoverende kracht van de liefde.
de Rituele vuurdans de gitaarslagen en het castagnettengeratel uit de flamencostijl te horen. De eerste versie van het werk schreef de Falla voor een kamerorkest en vier zangpartijen. In 1916 volgde een grootsere orkestversie met een selectieve zangpartij die de Falla in 1925 nogmaals herwerkte tot een ballet in één akte. Ondanks de unanieme erkenning van de kwaliteit van de Falla’s compositie, oordeelden critici dat de compositie te veel door de Franse muziek beïnvloed was, wat voor de protectionistisch ingestelde Spanjaarden eigenlijk geen bijzonder originele opmerking was. Tekst. Pieter Herregodts
Voor de muziek van El amor brujo (1915) trachtte de Falla opnieuw om de ziel van de temperamentvolle zigeunermuziek te verenigen met de ernstige kunstmuziek. Er is weinig verbeelding nodig om in de contrastrijke dynamiek, kleurrijke instrumentatie, demonische klankeffecten en pittige ritmes van