Tijdschrift Groninger Kerken September 2021

Page 1

Groninger Kerken September 2021

Van wie zijn kerktorens?

Bosboom in Midwolde

Het Bourgondisch kruis

Beeldhouwer Tico Top


Bakens van betekenis

Torens zijn in de ogen van de meeste mensen vanzelfsprekend verbonden met de kerk, zeker als ze samen één gebouw vormen. In het geval van Bierum, op de foto hiernaast, houdt een forse steunbeer die verbondenheid al eeuwen letterlijk in stand. De Stichting Oude Groninger Kerken spreekt graag van ‘bakens van betekenis’, daarmee refererend aan de torens die – samen met de kerken – het Groninger landschap zo karakteristiek maken. Toch is de historische werkelijkheid een stuk complexer: kerk en toren zijn niet vanzelfsprekend in één hand. Paul Brood zet in zijn bijdrage de populaire opvatting recht dat Napoleon ooit hiervoor verantwoordelijk was. Ook constateert hij dat onze Stichting 36 kerktorens van vóór 1798 bezit, terwijl we zelf in onze berichtgeving altijd spreken van negen. Kennelijk is de twee-eenheid kerk en toren zelfs voor ons zo vanzelfsprekend dat we alleen de uitzonderingen tellen, zoals losstaande torens of situaties waarin we alleen de toren bezitten en niet de kerk. Dat de Groninger kerken tot de verbeelding spreken, laat Victor Timmer zien. Hij neemt ons mee in de wereld van Johannes Bosboom. Deze negentiende-eeuwse schilder voelde zich tijdens een bezoek aan Groningen zo aangetrokken tot de kerk van Midwolde, dat hij deze onderwerp maakte voor enkele werken. Hij kon niet bevroeden dat ze uiteindelijk van historisch van belang waren, omdat Groninger kerkinterieurs tot de opkomst van de fotografie nauwelijks werden vastgelegd.

Bierum: kerk en toren, met een opvallende forse steunbeer, gefotografeerd omstreeks 1950 na het herstel van oorlogsschade. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto F.O.K.

Iemand die haast letterlijk in de voetsporen treedt van het verleden is Tico Top. In een interview door Tjitske Zuiderbaan vertelt hij dat hij met zijn houtsnijwerk als het ware in de huid kruipt van de door hem bewonderde voorgangers Jan de Rijk of Casper Struiwig. Van hemzelf is ook heel wat werk te zien in Groninger kerken, maar niet iedereen zal dat meteen herkennen.

Redmer Alma schijnt zijn licht op het Bourgondisch kruis, het oudste wapen van de Nederlanden. Dit moet alom zichtbaar zijn geweest nadat Karel V in 1536 ook landsheer van Stad en Lande was geworden. Nu zijn alleen nog op de kerkklok van Farmsum met enige moeite de contouren ervan te ontwaren. Dat onze kerken nog altijd plaatsen van ontmoeting zijn, benadrukt het project ODE. Het is een aanvulling op de activiteiten die de plaatselijke commissies al jaar en dag organiseren en vormt een ode aan dit erfgoed, het landschap, de cultuur en onze vrijwilligers. In een interview door Marjan Brouwers met Nynke Stellingsma en de tweede ondergetekende wordt de pilot van dit najaar nader toegelicht. In de column, waarvoor we iedere keer iemand vragen iets te schrijven over zijn betrokkenheid bij de Groninger kerken, heeft dit keer René Paas het woord, als commissaris van de Koning en beschermheer van onze stichting. We wensen u veel leesplezier!

Kees van der Ploeg voorzitter redactie

Patty Wageman directeur


Dit kwartaal in Groninger Kerken

Pagina 33

Pagina 40

Pagina 42

Tico Top — Leven van hout

Nieuws

Ode aan kerk, dorp en muziek

Pagina 6

Van wie zijn de kerktorens? Pagina 13

Het oudste Nederlandse wapen in Farmsum Pagina 18

Johannes Bosboom en de kerk van Midwolde Pagina 31

Column René Paas

De Stefanuskerk van Finsterwolde met losstaande toren. Foto Sake Elzinga.


Van wie zijn de kerktorens? Paul Brood

De kerk van Midwolda, in 2014 overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. De toren van de gemeente Oldambt bleef buiten de overdracht. Foto Duncan Wijting.

7

‘Dankzij Napoleon zijn alle kerktorens sinds 1798 van de gemeente’, is een veronderstelling die nogal eens geuit wordt in kringen van kerkbeheerders. Napoleon heeft er echter niets mee te maken gehad, sterker: Napoleon gaf dat jaar leiding aan een veldtocht met als doel de verovering van Egypte en om de Britten in Brits-Indië de stuipen op het lijf te jagen. Hoe zat het dan wel?

Na de Franse revolutie van 1789 kwam ook Nederland onder invloed van de idealen van de revolutionairen. Vrijheid, gelijkheid, broederschap. Iedereen zou gelijk zijn, geen voorkeur meer van rang of stand, de adel werd afgeschaft en er was geen onderscheid in religie meer. Protestanten, katholieken, joden, ze hadden allemaal evenveel rechten. Al deze idealen en grondrechten werden vastgelegd in de Staatsregeling van 1798, eigenlijk onze eerste grondwet: Elk Burger heeft vrijheid, om God te dienen naar de overtuiging van zijn hart. Herschikking De nieuwe situatie had wel tot gevolg dat er een herschikking moest komen van kerkgebouwen: Alle Kerk-Gebouwen en Pastorij-Huijsen der voormaals Heerschende Kerk, voor zoo ver’ zij, door aanbouw uit de afzonderlijke Kas der Gemeente, geene bijzondere en wettige eigendommen zijn, worden overgelaten aan de beschikking van ieder Plaatslijk Bewind, om deswege tusschen alle Kerkgenootschappen eenig vergelijk te treffen, en wel binnen de eerstkomende zes Maanden na de aanneming der Staatsregeling. Met andere woorden: elk plaatselijk bestuur mocht bepalen hoe het de kerkgebouwen en pastorieën zou verdelen over de kerkgenootschappen. Maar er werd wel als leidraad meegegeven dat de grootste gemeente ook de grootste kerk moest krijgen:


8

De grondslag van dit vergelijk is, in iedere Plaats, het grootst aantal van Leden der onderscheiden Kerklijke Genootschappen, hetgeen alzoo de relatieve meerderheid van Zielen zal uitmaaken. Hetzelve zal de voorkeus hebben omtrend de naasting eener Plaatslijke Kerk en Pastorij, onder bepaaling echter, na gedaane begrooting van de waarde dier Gebouwen, van eene maatige uitkeering, hetzij in eens, of bij termijnen, aan de andere Kerk-Gemeenten, naar evenredigheid van derzelver Leden, welke allen, door deze bepaling, worden gehouden voor altijd afstand gedaan te hebben van de genieene aanspraak. De alzoo genaaste Kerken en Pastorijen blijven, ten allen tijde, onder de bezitting, beheering, en het speciaal onderhoud dier Kerk-Gemeenten, aan welke dezelven, volgends het hier voorgaand onderling contract, zijn toegewezen.

De oprichting van een vrijheidsboom op de Grote Markt in Groningen, 14 februari 1795. Aan de Martinitoren hangt de Franse vlag uit. Daags voor de festiviteiten kreeg Groningen een revolutionaire regering. Schilderij door J.L. Hauck. Collectie Groninger Museum, foto John Stoel.

Over de kerktorens werd nog een aparte bepaling in de Staatsregeling opgenomen. In de additionele artikelen (artikel 6) heet het: De torens, aan de Kerkgebouwen gehegt, benevens de Klokken, met derzelver huisingen, worden verklaard, eigendommen te zijn en te blijven der Burgerlijke Gemeenten, staande ten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud. De Staatsregeling geeft geen reden voor deze onteigening van de kerkelijke bezittingen, maar het is duidelijk dat de kerktoren van belang was voor andere dan kerkelijke doeleinden. Ze was een ideale uitkijkpost over de wijde omgeving, waarbij de klok kon waarschuwen voor gevaar en om de bevolking te verzamelen. Om de bekendste toren van Groningen als illustratie te nemen: de Martinitoren werd aan het eind van de achttiende eeuw ook gebruikt om heuglijke politieke gebeurtenissen met klokgelui kracht bij te zetten, zoals het bezoek van de stadhouder in 1786 en de viering van de nieuwe regering in 1795. Ook waren er plannen op de Martinitoren een optische telegraaf te plaatsen, een in Frankrijk uitgevonden seinpaal met armen.

De Bartholomeüskerk van Noordlaren. Het kerkgebouw is van de Protestantse Gemeente Noordlaren-Glimmen, de toren van de gemeente Groningen (tot 2019 gemeente Haren). Foto Bayke de Vries / Creative Commons.

Torenwachter Jan Koop Sjoerts op zijn post in de Martinitoren. De ‘Olle Grieze’ had eeuwenlang de functie van uitkijktoren. De torenwachter moest alarm slaan in geval van brand. Ook als er niets aan de hand was moest hij elk uur in elke windrichting een trompetsignaal geven als teken dat alles veilig was in Stad. Sjoerts was de laatste die dit ambt bekleedde. Hij pensioneerde in 1921. Collectie Groninger Archieven, foto P.B. Kramer (1785-16299).

De kerk van Noordbroek met vrijstaande klokkentoren (‘Ol dodde’), gefotografeerd in 1934. Het kerkgebouw is in 2016 overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken, de toren is nog steeds eigendom van de gemeente Midden-Groningen. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto W.A. Hemsing.

De Grote Kerk in het centrum van Veendam. De toren is sinds de BataafsFranse tijd eigendom van de burgerlijke gemeente, de ondergrond bleef in bezit van de hervormde gemeente. In de aanloop naar een verbouwing in 2015 is deze situatie door grondruil ongedaan gemaakt, waarbij de toren overigens wel overheidsbezit bleef. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto Mark Sekuur.


Het torenportaal in Oldehove met links de toegang naar een cel. De kleine deurtjes zouden van hondenhokken zijn, waarin in de kerk gevangen loslopende honden tijdelijk opgesloten werden. Foto Omke Oudeman.

Verlost van een kostenpost Natuurlijk was er hier en daar verzet, maar vermoedelijk zag menig kerkbestuur zich ook verlost van een forse kostenpost, het onderhoud van de toren en de klokken. De Staatsregeling van 1801 bevestigt in artikel 13 nog eens dat alleen de kerktorens onteigend zijn: Ieder Kerkgenootschap blyft onherroepelyk in het bezit van hetgeen met den aanvang dezer Eeuw door hetzelve wierd bezeten. Aan deze opmerkelijke onteigening door de staat (juridisch gezegd: de burgerlijke gemeenten zijn door enkele wetsduiding eigenaar van de kerktorens geworden) is sindsdien feitelijk niet meer getornd. In de meeste gemeenten is de toren in gemeentelijk bezit gebleven, zij het dat de kerkelijke besturen er wel gebruik van mochten maken. Natuurlijk zijn in de ruim twee eeuwen sinds 1798 sommige kerktorens door een gewone, zakelijke eigendomsoverdracht weer bij de kerkelijke gemeenten terecht gekomen. Ook zijn inmiddels torens afgebroken. Hoge Raad De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2000 dit alles nog eens bevestigd. Het ging toen om de eigendom van vijf kerktorens in Friesland (Dearsum, Terzool, Harlingen-Midlum, Lekkum-Miedum en Goutum). Alle torens stamden van vóór 1798, stonden in het kadaster op naam van de kerkelijke gemeenten, terwijl de torens gedurende bijna tweehonderd jaar onder beheer van, en in onderhoud bij,

de kerkelijke gemeenten waren geweest. De kerkelijke gemeenten probeerden in 1992 met een eis tot een verklaring van recht omtrent het eigenaarschap het beheer en onderhoud van de torens naar de burgerlijke gemeenten af te schuiven. Dat mislukte bij rechtbank en gerechtshof, maar bij de Hoge Raad hadden ze meer succes. Die oordeelde dat op grond van de Staatsregeling van 1798 de eigendom van kerktorens en klokken op 1 mei 1798 door enkele wetsduiding bij de burgerlijke gemeenten was gelegen of was komen te liggen. Dwarse Groningers De omgekeerde situatie komt ook met enige regelmaat voor: burgerlijke gemeenten willen vanwege de onderhoudskosten hun bezit afstoten, in de veronderstelling dat anderen deze lasten met graagte overnemen. ‘PvdA wil van kerktoren af’, kopte het Dagblad van het Noorden bijvoorbeeld in 2011. Uit het bericht blijkt dat het gemeentebestuur zowel de juridische aspecten als de loop van de geschiedenis niet volledig doorgrondde: ‘“Een kerkbestuur hoort niet gesubsidieerd te worden door een gemeente”, aldus de Grootegaster PvdA-voorman Kor de Wagt. Hij doelt erop dat de gemeente sinds de tijd van Napoleon eigenaar is van de kerktoren bij de hervormde kerk in Niekerk. “In die tijd was het nodig een uitkijktoren te hebben zodat je kon zien of de Fransen eraan kwamen. Dat hoeft niet meer.” Burgemeester Kor Dijkstra: “De toren is het kerkbestuur al eens tevergeefs aangeboden voor 1 gulden.”’

De vrijstaande kerktoren van Zuidbroek deed lange tijd dienst als gevangenis. De laatste die er in 1947 werd opgesloten was een baldadige bezoeker van de Muntendammer kermis. Foto Jeroen Hillenga.

De gemeente Oldambt ondernam in 2015 een poging om zes torens af te stoten, maar kwam twee jaar later weer terug op dat besluit. Recent, in november vorig jaar, liet de gemeente Het Hogeland weten monumentaal onroerend goed in de verkoop te doen, waaronder de kerktorens van Eenrum, Pieterburen, Usquert, Noord- en Zuidwolde. De provincie Groningen is niet geheel representatief voor de landelijke bezitsverhoudingen. De jurist Hendrik Ploeger heeft voor zijn proefschrift uit 1997 door middel van een enquête onderzoek gedaan naar de kerktorens, met voor Groningen de opmerkelijke conclusie dat de eigendom van kerktorens in deze provincie het minst bij de burgerlijke gemeenten ligt. Als redenen noemt hij dat in Groningen de uitvoering van de Staatsregeling van 1798 zóveel tegenstand van de hervormden (de tot dan toe officiële kerk) had ondervonden, dat de kerkelijke gemeenten zich in de regel in het bezit van de torens hebben gehandhaafd. In Oost-Groningen werd de toren van Zuidbroek bijvoorbeeld wel eigendom van de burgerlijke overheid, maar daar zat dan ook een gevangenis in. Bovendien bestonden er, met uitzondering van de steden Groningen, Appingedam en Delfzijl, vóór 1808 geen echte burgerlijke gemeenten. Ruim twee eeuwen na deze bijzondere onteigening van kerktorens is de situatie in Groningen dat van de in totaal 71 kerktorens gebouwd tot en met 1798, er zeventien eigendom zijn van een burgerlijke gemeente, zestien van een kerkelijke gemeente en 36 van de Stichting Oude Groninger Kerken. De Juffertoren van Schildwolde en de toren van de Sint-Joriskerk in Westerlee tenslotte zijn in het bezit van zelfstandige stichtingen.

Over de auteur Dr. Paul Brood is rechtshistoricus en publiceert over historische onderwerpen, met een nadruk op Noord-Nederland. Vóór zijn pensionering was hij archivaris in respectievelijk Drenthe, Groningen en het Nationaal Archief in Den Haag.

Met dank aan mr.dr. René Flach, Haren. Bronnen De verschillende grondwetten

H.D. Ploeger, Horizontale splitsing

te vinden op

van eigendom. Proefschrift Leiden

www.denederlandsegrondwet.nl

(Deventer 1997).

Arrest van de Hoge Raad van

Frans Westra, Martinitoren

22 september 2000, gepubliceerd

(Groningen 2009).

in Nederlandse jurisprudentie 2001, 348.


12

Het oudste Nederlandse wapen in Farmsum

13

Redmer Alma De kerktoren in Baflo is in 2013 door de toenmalige gemeente Winsum overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. De hervormde gemeente deed twee jaar later hetzelfde met de Laurentiuskerk. Foto Omke Oudeman.

In de toren van de Farmsumer kerk hangt de bijzondere, maar zwaar mishandelde klok uit 1538. Zij vertoont de heilige Pontianus, maar randschrift en drie wapens zijn weggekapt. Lukte het eerder om de tekst en twee van de wapenschilden te reconstrueren, nu heeft ook het derde en laatste uitgehakte wapen zijn geheim prijsgegeven. Bord aanwezig in de kerktoren van Baflo, ter herinnering aan het verluiden van koning Willem III in 1890. Foto Omke Oudeman.

Aan de Pontianusklok is enige jaren geleden in Groninger Kerken uitgebreid aandacht besteed.1 Niet alleen is deze oudste Groninger klok met renaissancedecoraties kunsthistorisch van belang, maar haar wederwaardigheden in de zestiende eeuw vormen een boeiend verhaal. De klok werd in 1580 geroofd door de stadjers en overgebracht naar Noorddijk, waar rond 1600 de wapens en de meeste teksten door de kerkvoogden onherkenbaar werden gemaakt om te voorkomen dat men haar weer aan de rechtmatige eigenaar moest teruggeven. Tevergeefs, want de klok kwam weer terug en hangt nog altijd in de kerktoren van Farmsum. De begane grond van de toren van Baflo met cachot. Foto Omke Oudeman.

Na ruim vier eeuwen lukte het de oorspronkelijke tekst en twee van de drie wapens te reconstrueren. Van één wapen bleef echter de oorspronkelijke voorstelling nog een raadsel. Op een wat slordig gevormd wapenschild leken de contouren van een onregelmatig schuinkruis zichtbaar, maar een plausibele kandidaat-wapenvoerder kon nog niet worden aangewezen. In Groninger wapens zijn schuinkruizen in deze periode vrij zeldzaam. Door vergelijking met andere zestiende-eeuwse klokken en kanonnen kan nu de oplossing van dit raadsel gegeven worden. Het is een bijzondere voorstelling, niet alleen omdat zij er niet meer is, maar ook omdat het wapenbeeld voor Groningen uniek blijkt te zijn: een Bourgondisch kruis.


14

15

Bourgondisch kruis Het Bourgondisch kruis is een schuinkruis bestaande uit twee takken met knoesten, soms Het uitgehakte wapen in het randschrift van de Pontianusklok van Farmsum (links). twijgen, schuinkruislings geplaatst en dikwijls Hetzelfde wapen met verhoogd contrast (rechts). Foto Redmer Alma. beladen met een vuurslag waarvan de uiteinden om de takken krullen. Het Bourgondisch kruis wordt vanaf de vijftiende eeuw gebruikt als symbool voor de Bourgondische Nederlanden, de gebieden die door vererving, onderhandeling en verovering onder de hertogen van Bourgondië kwamen en uiteindelijk onder Karel V in de zestiende eeuw de contouren van het huidige Nederland en België vormden. Het vuurslag, een ijzeren voorwerp dat langs een vuursteen werd gehaald om vuur te maken, was ook opgenomen onder de symbolen van de Orde van het Gulden Vlies: de bekende keten met ramsvacht bestaat uit in elkaar gehaakte vuurslagen afgewisseld met vlammen met vuursteentjes. De Bourgondische symbolen werden dikwijls toegepast op militaire gebruiksmiddelen als vlaggen, schilden en kanonnen. Daardoor was Afb. 2 Situatie zoals sportduikers het wrak en enkele kanonnen in 2005 bij extreem goed zicht onder water hebben aangetroffen. (Tekening A. Ruissen) het bij geschutgieters bekend, die ook dikwijls klokken vervaardigden. De gieter van de Farmsumer klok, Gobel Zael, bracht het bijvoorbeeld aan op de klok van Bolsward uit 1533, verwerkt in een keten van de Orde van het Gulden Vlies. Hij zal ongetwijfeld over een matrijs met een Bourgondisch kruis beschikt hebben en het symbool hebben toegepast op kanonnen in de tijd dat hij geschutgieter in Amsterdam was (1530-1537). Bourgondisch kruis, vuurslag, vuursteen en vlammen op een Al deze Bourgondische kruizen werden los portret van Viglius van Aytta, kanselier van de Orde van het geplaatst, maar een enkele keer vinden we ze in Gulden Vlies. Olieverf op doek door Jacob de Punder (1564). een wapenschild. Er zijn nog enkele grensstenen Collectie Fries Museum. met ‘de Bourgondische cruce’ bewaard gebleven die in 1548 werden geplaatst op de grens van Overijssel en Bentheim. Hier werd dus niet gekozen voor het wapen van Overijssel, maar voor dat van de nieuwe natie in wording, de Bourgondische Nederlanden. Ook op de klok van Farmsum is het kruis in een wapenschild geplaatst, maar het maakte duidelijk geen deel uit van dezelfde matrijs als de schildvorm. Het lijkt erop dat die ad hoc met de hand is gevormd om een kader te bieden voor het kruis. Of op het schild ook een vuurslag Ingegraveerd Bourgondisch aangebracht werd, is niet goed te zien, maar dat is kruis met vuurslag op een wel te verwachten. kanon uit het 16de-eeuwse scheepswrak gevonden in de Westerschelde bij Ritthem. Collectie Rijksdienstdienst voor het Cultureel Erfgoed, tekening A. Ruissen.


16

Stad en Lande onder Bourgondische heerschappij In 1536 werd hertog Karel van Gelre als landsheer van Stad en Lande opgevolgd door Karel V. Karel van Gelre stierf twee jaar later kinderloos en daarmee was duidelijk dat de in 1536 ontstane gezagsverhouding blijvend zou zijn. Het Bourgondisch kruis op de Pontianusklok uit 1538 is zo een symbool van deze overgang, waarbij het lot van Stad en Lande definitief werd verbonden met dat van de overige Nederlanden. In Groningen treffen we het Bourgondisch kruis als symbool bij mijn weten verder niet meer aan. De openbaar zichtbare verwijzingen naar Karel V en Philips II werden tijdens de Republiek niet zorgvuldig gekoesterd, al zijn die er zeker meer geweest. Zo kan het wapen met het Bourgondisch kruis gezien worden als het oudste wapen van de Nederlanden, de opmerkelijk onbekende voorloper van de ons zo vertrouwde Nederlandse leeuw. Ook al is het nog maar met veel moeite te herkennen, toch getuigt de Farmsumer Pontianusklok van deze cruciale periode toen Stad en Lande definitief deel ging uitmaken van wat wij nu als Nederland kennen.2

Voorzijde van een zilveren Bourgondische daalder van de Groninger Ommelanden, in 1589 geslagen in Culemborg, met Bourgondisch kruis, vuurslag, vuursteen en vlammen. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

17

Noten

Over de auteur Redmer Alma (mail@redmeralma.nl) studeerde wiskunde en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, is archivaris van Stichting Twickel en bereidt een proefschrift voor over de Ommelander adel in de late middeleeuwen.

1

Zo kan het wapen met het Bourgondisch kruis gezien worden als het oudste wapen van de Nederlanden.

Redmer Alma, ‘Pontianus in Farmsum. De zoektocht naar een opmerkelijke heilige’, Groninger Kerken 33 (2016) 121-127; Redmer Alma, ‘Op zoek naar de dader. De mishandeling van de kerkklok van Farmsum’, Groninger Kerken 34 (2017) 41-49.

2

Dit artikel is een samenvatting van Redmer Alma, ‘Een Bourgondisch kruis op de Pontianusklok te Farmsum. Bourgondische symboliek in Groningen’, Blazoen. Kwartaalblad voor heraldiek en zegelkunde 5 (2019) 132-135, waar nader op de zoektocht en betekenis wordt ingegaan.

Grenspaal 6 bij Losser met Bourgondisch kruis en vuurslag in een wapenschild. Foto Ed Loedeman.

Keten van de Orde van het Gulden Vlies, met vuurslagen, vlammen met vuurstenen en schuinkruisjes, op de Mariaklok te Bolsward (1533). Illustratie uit M.E. van der Meulen, Bolsward’s kunst en kunstgeschiedenis (1888). Foto Dirk Fennema, Universiteitsbibliotheek Groningen.


18

‘Die verrukkelijke aquarel met graftombe’

19

Johannes Bosboom en de kerk van Midwolde Victor Timmer

De faam die in onze tijd Henk Helmantel heeft als schilder van kerkinterieurs, viel in de tweede helft van de negentiende eeuw ten deel aan Johannes Bosboom (18171891). Zijn werken werden alom geprezen om de gebruikte techniek, lichtinval en onderwerpkeuze. De Haagse kunstschilder bezocht eenmaal het Noorden. In deze bijdrage staat Bosbooms bezoek aan de kerk van Midwolde centraal en welke werken dit opleverde.

1. Johannes Bosboom. Gravure van Burn Smeeton en Auguste Tilly in het tijdschrift Eigen Haard, 1877.

Waar Bosbooms meeste collega’s zich onder meer richtten op alledaagse onderwerpen zoals strandtaferelen, bloemstillevens, huisdieren of het dagelijks leven in de grote stad of op het platteland, zocht hij zijn inspiratie binnen de muren van kerken, vooral in ons land. In zijn tijd had hij daarmee veel succes, zó zelfs dat hij soms werd gerekend tot de werkelijk grote vaderlandse kunstenaars zoals Rembrandt. Ook tegenwoordig kan zijn werk nog steeds op veel belangstell ing rekenen.1 Behalve onderwerpen die schilders vonden in of in de directe omgeving van hun woonplaats, ontstond in de negentiende eeuw ook een andere houding ten opzichte van de natuur, met een grotere belangstell ing voor het ‘en plein air’ schilderen van het nog onbedorven landschap.

Schilders trokken veelvuldiger naar het platteland. Dat werd ook mogelijk door betere (verharde) wegen, nieuwe vervoersmogelijkheden (zoals de stoomtrein) en de introductie van de verftube in de jaren 1840. Door dat laatste hoefde verf niet meer in het atelier bereid te worden en was ook werken op locatie of in de buitenlucht mogelijk. Onder meer het platteland van Drenthe kon rekenen op grote belangstell ing van schilders als Jozef Israëls, Julius van de Sande Bakhuysen, Alphonse Stengelin en niet te vergeten Vincent van Gogh, de gebroeders Mesdag en Max Liebermann. De kunstenaars werkten hier kortere of langere tijd.2 Dit staat in schrille tegenstell ing tot de geringe aantrekk ingskracht van de noordelijker gelegen Groninger dreven – de leden van De Ploeg moesten nog geboren worden.


21

4. Johannes Bosboom, Gezicht op het Boterdiep gezien naar het zuiden met op de achtergrond de Martinitoren (uit Album Amicorum Mesdag), 1881. Aquarel, afmetingen 14 x 22,7 cm. Collectie Groninger Museum, schenking Barbara van Houten, foto Heinz Aebi.

2. Hotel De Doelen aan de Grote Markt in Groningen, omstreeks 1875. Johannes Bosboom verbleef hier met zijn echtgenote in september 1876. Collectie Groninger Archieven, foto B. Mulder (1785-8530).

5. Johannes Bosboom, Interieur van de kerk te Stedum, ongedateerd. Aquarel, afmetingen 51,3 x 62 cm. Collectie Groninger Museum, foto Heinz Aebi. 3a en 3b. In een schetsboek van Bosboom staan enkele – in de inventaris ongelokaliseerde – tekeningen gemaakt tijdens zijn bezoek aan het Noorden, onder meer van de kerk in Noordlaren en het front van het Garrels & Radeker-orgel in Anloo. Collectie Rijksmuseum (RP-T-1996-116).

Bosboom in Noord-Nederland Johannes Bosboom is voor zover bekend slechts eenmaal in onze contreien geweest en wel in een periode dat hij, niet voor het eerst, te kampen had met depressies (‘tijden van melancholie’). Met zijn vrouw, de romanschrijfster Geertruida (‘Truitje’) Bosboom-Toussaint, vertoefde hij van 23 augustus tot 3 september 1876 eerst in Zuidlaren. Uit bewaard gebleven a�eeldingen blijkt dat hij daar behalve rust ook nieuwe inspiratie vond, onder andere voor het weergeven van het plattelandsleven. Aansluitend logeerde het echtpaar zes dagen in de stad Groningen in hotel De Doelen. Tijdens zijn noordelijk verblijf bewonderde Bosboom onder meer de kerken van Rolde, Anloo, Noordlaren, Haren, Stedum en Midwolde en maakte daarvan ook schetsen (afb. 3a en 3b).3 Omdat de ruimte ontbreekt om uitgebreid op deze reis als geheel in te gaan, beperk ik mij daarom tot de resultaten van zijn bezoek aan de kerk van Midwolde.4

‘Schilderachtige behandeling’ Dat schilderijen niet per definitie een realistische weergave van de werkelijkheid zijn, geldt ook voor het oeuvre van Bosboom. Afhankelijk van de nadruk die de kunstenaar wil toekennen aan een onderwerp of omwille van de compositie, kiest hij er in meerdere of mindere mate voor om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Ook Bosboom deed dit en liet ook de indruk die een plek of object op hem maakte, meespelen in zijn werk. De Bosboom-biograaf Jeltes schreef daarover: ‘Om de impressie van het kerkgebouw is het hem te doen, om de stemming, die zijn gemoed ontvangt van de atmosferisch omhulde kleurvervloeiing en lichtspeling, waarin lijnen, vlakken en vormen zich aan hem voordoen.(….) Bosboom, mag men zeggen, creëerde het kerk-onderwerp. Hij schiep een nieuwe wereld door de openbaring der schoonheid, die hij ontdekte’.5 De beroemde kunsthistoricus Cornelis Hofstede de Groot beschreef zijn ontwikkeling als schilder als volgt:

‘In den loop van des meesters ontwikkeling wordt alles eenvoudiger. Het “onderwerp” van het schilderij moet wijken voor de schilderachtige behandeling. Bescheiden plattelands-bedehuizen van zeer eenvoudig maaksel vormen even dankbare motieven als de kathedralen van weleer. Een grafmonument van zoo grootschen opzet als dat der Inn- und Kniphausens in de kerk te Midwolde wordt niet meer, zoals vroeger de praalgraven te Breda, in alle bijzonderheden weergegeven, maar verschijnt eenvoudig tegen den achterwand van het Dorpskerkje als een witte, helder verlichte doch zeer oppervlakk ig gedetailleerde massa, die in de kleurencombinatie van het geheel haar taak vervult, maar die voor het overige slechts raden laat, waaruit het gedenkteken eigenlijk bestaat.’ 6 Daarnaast maakt ook het tijdsaspect van kunstwerken een subjectieve historische bron. Van Bosboom is bekend dat er soms een flink aantal jaren verliep tussen het maken van schetsen en de kunstzinnige uitwerking daarvan. Zo voltooide hij bijvoorbeeld pas in 1890, veertien jaar na zijn bezoek, enkele schilderijen en aquarellen van de kerken van Haren en Midwolde. Op dat moment kon de actuele situatie, voor zover hij die wilde weergeven, inmiddels behoorlijk afwijken van wat hij oorspronkelijk had geschetst.


22

Bezoek aan de kerk in Midwolde De eeuwenoude kerk in Midwolde was in het begin van de negentiende eeuw al een bezienswaardigheid. Voornaamste aanleiding voor een bezoek was ongetwijfeld het grafmonument (1664-1669) in het koor, vervaardigd door de beroemde beeldhouwer Rombout Verhulst en zijn medewerkers. Dat kon al rond 1830 worden bezocht, gegeven de vermelding dat de herbergier van het tegenoverliggende café niet alleen zorgde voor het klokkenluiden, maar ‘onder dewelke ook de sleutel van de kerk berustende is, die tevens enige voordeelen geniet van personen voor de bezigtiging van de fraaie tombe.’ 7 Bosboom was niet de eerste kunstenaar die een a�eelding vervaardigde van het Midwolder kerkinterieur. De Groninger schilder Jan Ensing (18191894) maakte al in 1839 een tekening van het grafmonument (afb. 6). Kort daarna vervaardigde D.W. Tollenaar op basis daarvan een houtsnede (afb. 7).8 Bosboom bezocht de kerk op dinsdag 5 september 1876, komende vanuit de stad Groningen. Vermoedelijk reisde hij per koets, net zoals een dag later naar Stedum. Volgens zijn vrouw was hij bij terugkeer ‘zeer tevreden over zijn togtje.’ 9 Pas in het laatste jaar voor zijn overlijden in 1891 zette Bosboom de door hem gemaakte schetsen om in definitieve werken. Afbeeldingen van Midwolde door Bosboom Bosbooms schetsen van de Midwolder kerk zijn voorzover bekend niet bewaard gebleven. Wel zijn diverse uitwerkingen van dit onderwerp teruggevonden, waarvan de oudste stamt uit 1890. Zeker is dat hij twee aquarellen en een olieverfschilderij maakte van het kerkinterieur. Een als ‘Toren’ aangeduide tekening blijkt bij nadere beschouwing de toren van Midwolde te zijn en kan aan dit rijtje worden toegevoegd (afb. 8-9).10 Het schilderij en de aquarellen worden hieronder nader beschreven. Een ‘Amerikaanse’ aquarel Een tot nu toe onbekende en ongedateerde ‘water color’, omschreven als ‘In the Church, Midwolde, Holland’ – met als werkelijk opschrift: ‘Kerk met Graf Tombe te Midwolde, prov. Groningen’

23

7. (rechts) Dirk Wijbrand Tollenaar, Graftombe in de kerk van Midwolde, houtsnede op basis van een tekening van Jan Ensing. Illustratie uit: De Aardbol. Deel 3, De Nederlanden (1841). Collectie Groninger Archieven (1536-4009). 6. (links) Jan Ensing, Graftombe in de kerk van Midwolde, tekening uit 1839. Collectie Groninger Archieven (1536-3273).

– bevond zich tot 1905 in de kunstverzameling van de Amerikaan Thomas E. Waggaman. Wanneer hij deze aquarel verwierf, is onbekend.11 Langs welke weg de aankoop verliep, is wel duidelijk. Zoals alle andere Nederlandse schilderijen in zijn collectie was de aquarel voor Waggaman aangekocht door Richard W. Brooke, ‘president of the Society of Washington Artists’, die geregeld de oceaan overstak en werken rechtstreeks aanschafte bij individiduele kunstenaars.12 De aquarel werd begin 1905 in New York geveild, aanvankelijk voor 725 dollar, maar na protesten door twee geïnteresseerden teruggekocht en na opbieden tussen beiden alsnog geveild. Voor 1125 dollar werd de kunstkenner en -handelaar W. Sittenham (1862-1938) de nieuwe eigenaar.13

De schilder en kunstcriticus James Henry Moser, die volgens eigen zeggen al vele jaren aquarellen had bestudeerd, gaf als oordeel: ‘(…) undeceded to be the best water colour in the collection, and to my mind the best water colour I ever saw.’ 14 Helaas zijn een a�eelding en de huidige verblijfplaats vooralsnog onbekend. Gelet op de beschrijving in de veiligcatalogus uit 1905 moet deze aquarel zeer sterk lijken op de bekende a�eeldingen in ons land, waarover meer valt te zeggen (afb. 13).15 Een aquarel en een olieverfschilderij in Nederlands bezit In Nederlands bezit bevinden zich een aquarel en een olieverfschilderij uit 1890-1891 (afb. 10 en 12). De aquarel belandde na wisselend particulier

8. Johannes Bosboom, de kerktoren van Midwolde, 1876. Reproductie van een tekening. Afmetingen 21 x 27 cm. Foto Venduehuis der Notarissen, Den Haag.

9. De kerktoren in Midwolde in 2019. Foto auteur.


10. Johannes Bosboom, Interieur van de kerk in Midwolde. Olieverfschilderij op paneel. Afmetingen 21,5 x 22,5 cm. Collectie gemeente Westerkwartier, foto Jacques Engel.

12. Johannes Bosboom, Interieur van de kerk in Midwolde. Aquarel, 1890 of 1891. Afmetingen zonder lijst: 42 x 55 cm. Collectie ABN/AMRO Kunst & Historie, Amsterdam, foto Rob Versluys.

11. Ansichtkaart van het interieur van de Midwolder kerk, omstreeks 1900. Collectie auteur.

eigendom en bedrijfsbezit uiteindelijk in de kunstcollectie van ABN AMRO. De herkomst van het schilderij is vooralsnog onbekend. In 1984 werd het werk door de toenmalige conservator van het Nationaal Rijtuigenmuseum in Leek, drs. H.B. Vos, verworven op een veiling, uit particulier bezit. Kort daarna is het overgenomen door de toenmalige gemeente Leek en in 1985 na restauratie officieel overgedragen.16 Aquarel en schilderij gaan beide duidelijk terug op dezelfde schets van het kerkinterieur met de blikrichting naar het koor. Op het schilderij is minder van het gewelf in het

schip weergegeven en ontbreekt het raampje boven het grafmonument. In vergelijking met de toenmalige werkelijke toestand zien we dat de schilder zich op beide werken dezelfde vrijheden heeft veroorloofd. Allereerst is links – voor zover zichtbaar – het bankenblok ‘voor de gewone man’ aan de noordzijde van het schip weggelaten, ook rechts ontbreken enkele banken.17 Hiermee wilde Bosboom well icht een ruimtelijker interieur suggereren, waardoor de blik als vanzelf naar het zonovergoten koor wordt getrokken en dan met name naar het grafmonument, waarop de drie beelden nagenoeg niet herkenbaar zijn weer-


26

‘Als toovenaar met licht en bruin is de meester hier in volle kracht.’

13. De omschrijving van de ‘Amerikaanse aquarel’ in de veilingcatalogus uit 1905.

15. Het tentoonstellingscomité tijdens de voorbereiding van de ‘Eere-Tentoonstelling Bosboom 1817-1917’ in Pulchri Studio. Geheel rechts zit Bosboom-biograaf prof. W. Martin, met achter zijn hoofd gedeeltelijk zichtbaar de aquarel van Midwolde. Collectie Nationaal Archief, fotocollectie Elsevier.

gegeven. Van de guirlandes boven de wapens aan weerszijden van het medaillon is op het schilderij niets te zien. Ook hangt voor in het koor een kroonluchter die er vermoedelijk in werkelijkheid nooit is geweest. Foto’s uit omstreeks 1900 laten tenminste zien dat er toentertijd in de kerk geen vaste verlichting aanwezig was. Een tweedelig laag hekwerk met op elk hoekdeel een grote en een kleine zandstenen vaas, dat de voorkant van het koor deels afsloot (het middelste gedeelte was open), ontbreekt. De weergave van de omranding van de toen nog aanwezige dooptuin – onder de trefzeker weergegeven kansel – lijkt een door de Bosboom gepermitteerde vrijheid. Ook koos hij ervoor de lage opstand voor het monument, voor drie rijen gehuurde zitplaatsen, niet weer te geven. Die is wel zichtbaar op latere foto’s (afb. 11).18 De vloer van koor en schip lijkt in overeenstemming met de tekening van Ensing te hebben bestaan uit grote witte tegels.19 Een vraag is verder in hoeverre de getoonde kleuren overeenkwamen met de werkelijkheid. Op de aquarel lijken het toegangsportaal en de herenbank lichtbruin, op het schilderij is het portaal eerder olijfgroen, terwijl de herenbank en opgang duidelijk donkerbruin zijn. Als op veel andere schilderijen en aquarellen van Bosboom, zal zijn streven naar ‘tonaliteit’ belangrijker zijn geweest dan de exacte weergave van de kleuren. Dat blijkt ook uit de waardering voor zijn werk in de hierna volgende citaten.

14. Bosboom tegen het einde van zijn leven. Portret door Pieter de Josselin de Jong, 1891. Frontispice in de biografie van Bosboom door G.H. Marius en W. Martin (1917).

Veel waardering (maar ook kritiek) Het schilderij bleef steeds buiten de publiciteit, maar de aquarel werd regelmatig geëxposeerd en oogstte toenemende waardering en aandacht, zoals uit enkele voorbeelden blijkt. Zo maakte deze deel uit van de najaarstentoonstell ing van Puchri Studio in Den Haag in 1890:

‘De twee schoone werken’ in de ene portefeuille, ‘Kerk te Haren bij Groningen’ en ‘Kerk met graftombe te Midwolde’, zijn weliswaar vroeger ontworpen, doch eerst in den laatsten tijd voltooid.’ 20 Waarschijnlijk dezelfde aquarellen werden een jaar later geëxposeerd tijdens de augustus-tentoonstell ing van de Hollandsche Teekenmaatschappij in de Haagse Teeken Academie. Over ’Midwolde’ werd opgemerkt: ‘Wat is de toonvolle lichtval bij de tombe der kerk te Midwolde vol stemming en waarheid.’ 21 En: ‘Als toovenaar met licht en bruin is de meester hier in volle kracht. Vooral in de kerk te Midwolde werkt het gouden licht stralend in de hooggewelfde ruimte.’ 22 De aquarel werd nog tijdens de tentoonstell ing verkocht en vervolgens in 1905 in Den Haag opnieuw.23 Bosbooms werk daar was het bezoek méér dan waard: ‘(…) al zou ‘t alleen om die verrukkelijke aquarel met graftombe wezen [die] (…) hier in zijn volle grootheid uitkomt’ en ‘van den laatste is hier een groote aquarel: de kerk te Midwolde in Groningen met rijk versierd grafgesteente, uit ’s meesters rijpsten tijd, die ’t naast de beroemde Alkmaarder kerk uit het Museum-Mesdag best zou uithouden.’ 24 Twee jaar later rekende publicist F.M. Lurasco de aquarel tot Bosbooms zes beste werken.25 In 1914 toonde kunsthandel Van Gogh (Rokin, Amsterdam) ‘eene groote waterverfteekening van het uit Bosboom’s oeuvre bekende kerk met grafmonument te Midwolde’.26 In het Bosboom-jubileumjaar 1917 was de aquarel vervolgens te zien bij de Larensche Kunsthandel (vestiging Herengracht Amsterdam) als ‘“Midwolde (Graftombe)” welke, prachtig van toon en breed van factuur, Bosboom’s meesterschap als aquarellist uitnemend karakteriseert.’ 27 Daarna hing deze op een grote Bosboom-tentoonstell ing in de Haagse Pulchri Studio, met als datering ‘opgezet in 1876, voltooid in 1891’ (afb. 15).


28

29

Ondanks alle lof maakte Bosboom-biograaf Martin tijdens een lezing ook enige bepaald kritische opmerkingen. Deze betroffen de zijns inziens onvoldoende ontwikkelde ‘constructieve eenheidsswerking’, de bouw van Bosbooms aquarel: ‘(…) dan wordt men getroffen door het volkomen gemis aan constructieve eenheid van dit werk, in welks dominant (van bouw): den sterken cirkel van de gewel�oog, het onrustige brok preekstoel en de arrogant lijn der banken rechts, hoogst storend en hinderlijk binnenschieten. Constructief is dit werk daardoor geheel rommelig, stukgebroken. De keuze van een ander gezichtspunt zou dit gansch hebben veranderd.’ 28

Afbeeldingen gemaakt náár Bosboom In de laatste decennia van de negentiende eeuw werden plateelschilderijen populair. Hiertoe werden a�eeldingen van bekende kunstwerken – waartoe sommige van Bosbooms aquarellen ook werden gerekend – nauwgezet nageschilderd op één of meer aardewerktegels en vervolgens voorzien van de notitie ‘naar ….’. Na gebakken en geglazuurd te zijn, werden deze plateelschilderingen gevat in een houten lijst. Vooral de fabriek Rozenburg in Den Haag was in de periode 1883-1917 bekend door dergelijke ‘gebakken schilderijen’.29 Via een catalogus kon men een tableau bestellen, waarbij omstreeks 1900 voor een tegel in bruin (sepia), formaat 15,5 x 15,5 cm, een bedrag van vier gulden werd gerekend, zes gulden voor een even grote tegel in kleur.30

Hoeveel tegeltableaus van Bosbooms kerkinterieur in Midwolde zijn vervaardigd, weten we niet. Zelf ken ik tot nu toe slechts twee exemplaren. Ze zijn nauwkeurig naar het origineel (de aquarel) geschilderd, maar soms is te zien is dat de kopiist niet altijd precies wist wat hij reproduceerde, omdat hij onbekend was met de situatie ter plaatse. De Stichting Oude Groninger Kerken bezit sinds ongeveer 1983 een tegelplaat in kleur, geschilderd op één grote tegel (afb. 16). Deze werd na een tip van Wieger de Boer uit Niebert gekocht bij een antiquair aan het Gedempte Zuiderdiep in de stad Groningen en hangt tegenwoordig in een gang van de kosterij bij de remonstrantse kerk te Groningen, waar de stichting is gehuisvest. Vergeleken met de aquarel is er een duidelijk verschil in kleurstell ing. Een monochroom (sepia) tegeltableau, bestaande uit twaalf tegels, bevindt zich in particulier bezit (afb. 17). Gelet op een etiket op de achterzijde is het tableau ooit verkocht en/of ingelijst door de fi rma C. Basters Czn te Rotterdam, een kunsthandel en lijstenmakerij actief van 1890-1910. Dit bedrijf exposeerde in 1894 een ‘keurige collectie faience Rozenburg’, waaronder een ‘tegelschilderij naar Bosboom’.31 Betrof het hier een van beide genoemde tegelschilderijen van de Midwolder kerk, of misschien toch een nog bestaand tableau van het kerkinterieur van Haren?

Over de auteur Victor Timmer (victortimmer@ziggo.nl) studeerde sociale geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzoekt vooral orgel(bouw)historische onderwerpen, maar daarnaast ook de geschiedenis van de historische kerken in Leek en Midwolde. Hij is binnen de Stichting Oude Groninger Kerken onder andere al vele jaren lid van de plaatselijke commissie Midwolde, tegenwoordig als voorzitter.

Terugblik Zoals hierboven beschreven, werden Bosbooms weergaven van het kerkinterieur in Midwolde in waterverf breed geapprecieerd, zowel door kopers, kunstbeschouwers en kunstliefhebbers. Wie weet heeft het een aantal van hen gestimuleerd om ook zélf de kerk te gaan bekijken. Ondertussen is niet precies bekend hoeveel schilderijen of aquarellen de kunstenaar vervaardigde van dat interieur, evenmin als tot hoeveel reproducties als plateelschilderijen deze leidden. Well icht draagt dit artikel bij aan de herontdekk ing van een of meerdere werken.

16. Tegelplaat in kleur. Afmetingen: buitenmaten 600 x 720 mm, binnenmaten 400 x 510 mm. Het onderschrift is grotendeels verborgen achter de lijst. Collectie Stichting Oude Groninger Kerken, foto Duncan Wijting.

17. Tegeltableau in sepia. Afmetingen, inclusief houten lijst: 74 x 59.5 cm, lijstbreedte 6,5 cm. Particuliere collectie, foto auteur.


30

31

Met dank aan

Noten

De basis voor dit artikel is gelegd tijdens een

1

door corona-maatregelen noodgedwongen ‘ballingschap’ in Bolivia van februari tot augustus 2020. De auteur dankt een aantal instellingen en

licht, schaduw en kleur (Amsterdam 1999). Bondige informatie geeft www.johannesbosboom.nl. 2

personen voor de – onder andere in deze periode – verstrekte informatie en afbeeldingen:

Voor een uitgebreid overzicht van leven en werk: G.W. Marius en W. Martin, Johannes Bosboom (Den Haag 1917) en C.H. Dinkelaar en D. Kaatman, Johannes Bosboom (1817- 1891). Schilder van Een vroeg overzicht is te vinden in J.G.C. Vegter, ‘Drenthe, het land van de kunstschilders’, Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1916, 173-229’. Recenter is A. Rens, De schilders van Drenthe (Zwolle 2017).

3

Onder Bosbooms werken zonder plaatsaanduiding bevinden zich meer noordelijke afbeeldingen.

Ton de Graaf en Dave Lazoe (ABN AMRO Bank),

Onderzoek leverde al vier vondsten op: Midwolde, Noordlaren, Haren en Anloo (orgel). Een impressie

Wieger de Boer (Niebert), Stichting Oude Groninger

van de reis is te vinden in H. Reeser, De huwelijksjaren van A.L.G. Bosboom-Toussaint 1851-1886

Kerken (in het bijzonder Annemieke Woldring en

(Groningen 1985) 260-263.

Christiaan Velvis), Jacques Engel en Peter Hoffer

4

Een uitgebreid artikel daarover is door de auteur in voorbereiding.

(beiden SOGK Commissie Midwolde) en mevr.

5

H.F.W. Jeltes, Johannes Bosboom 1817 = 18 Februari = 1917 (Amsterdam 1917) 3.

S. de Jong (Leek).

6

C. Hofstede de Groot, ‘Johannes Bosboom’, Stemmen voor Waarheid en Vrede 54/2 (1917) 605.

7

Groninger Archieven, toegang 263, Hervormde gemeente Midwolde en Leek, inv.nr. 52, Inhoudsopgave van ‘belangrijke zaken’ in de notulen van de kerkvoogdij 1818-1873, 48 (citaat uit een rapport van de kerkvoogden aan het Provinciaal College van Toezicht, d.d. 23 augustus 1833).

8

Afgedrukt in J.H. Laarman, Beschrijving der Nederlanden (Amsterdam 1841) 297, en in De Aardbol, deel 3, De Nederlanden (Amsterdam 1841) 297.

9

Reeser, De huwelijksjaren, 263.

10

Door de auteur geïdentificeerd als de toren van Midwolde. De ingelijste reproductie werd in 2014 verkocht door het Haagse Venduehuis der Notarissen. Herkomst noch nieuwe eigenaar zijn bekend.

11

De aquarel moet al in 1891 of 1892 in zijn bezit zijn gekomen, gezien de vermelding in H. Shugio (red.), Catalogue of a collection of oil paintings and water-color drawings (….) belonging to Thomas A. Waggaman, Washington DC (New York 1893) 11. In een eerdere catalogus (1888) ontbreekt hij nog.

12

Dieuwertje Dekker, ‘“Where are the Dutchmen?” Promoting the Hague School in America, 1875 - 1900’, Simiolus. Netherlands Quarterly for he History of Art 24 (1996) nr. 1, 54-73, in het bijzonder 71.

13

Aldus een bericht over deze veiling in de Evening Star, 28 januari 1905, op 15 februari 1905 deels overgenomen in het Algemeen Handelsblad. Waggaman (1839 -1906) was als succesvol zakenman één van de rijkste inwoners van Washington, maar werd in september 1904 bankroet verklaard. Dat leidde tot de genoemde veiling.

14

Zie diens artikel ‘The Waggaman art sale’, The Washington Post, 5 februari 1905.

15

Thomas Kirby (ed.), Catalogue the luxe of the art treasures collected by Thomas A. Waggaman, Washington DC (New York 1905) z.p. (no. 28).

16

Nieuwsblad van het Noorden, 27 augustus 1985.

17

De aldus weergegeven wel en niet aanwezige banken plus kansel zijn ook te vinden op een aquarel van het kerkinterieur van de kerk in Haren, al ontbreken daar uiteraard de in Midwolde wél aanwezige herenbank en graftombe.

18

Getuige een bewaard gebleven plattegrond werden al rond 1820 op die manier aparte plaatsen in het koor verhuurd.

19

Of de huidige vloertegels in het koor nog een restant daarvan zijn, is niet duidelijk; in het schip werden tijdens de kerkrestauratie in 1911-1913 in elk geval nieuwe tegels gelegd.

20

Het Vaderland, 22 december 1890.

21

Het Vaderland, 27 augustus 1891.

22

Dagblad van Zuidholland en ‘s Gravenhage, 26 augustus 1891.

23

Het Vaderland, 12 augustus 1891; tentoonstelling van 5 juni-30 juli 1905 in Pulchri Studio Den Haag. Zie ook: Schilderijen en tekeningen uit de J. Staats Forbes collectie verzameld door A. Preyer (Den Haag 1905).

24

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 3 juli 1905; Arnhemsche courant, 24 juni 1905.

25

F.M. Lurasco, Onze moderne meesters, (Amsterdam 1907).

26

Algemeen Handelsblad, 14 februari 1914.

27

Een notitie in een exemplaar van de catalogus (collectie RKD Den Haag) noemt in de kantlijn een bedrag van 9500 gulden, mogelijk het verkoopbedrag.

28

‘Kunst in Den Haag. De Bosboom-tentoonstelling’, Algemeen Handelsblad, 27 april 1917.

29

Marjan Boot e.a., Rozenburg 1883-1917, Geschiedenis van een Haagse fabriek (Den Haag 1983).

30

Zie Boot e.a., Rozenburg, 167.

31

Naar berichten in het Rotterdamsch Nieuwsblad (29 januari 1894) en de Arnhemsche Courant (2 maart 1894) over de tentoonstelling in de Tijdingzaal.

Van Adorp BCDE FGHI JKLM NOPQ R S Tot U VWXY Zuurdijk Column René Paas


32

A C D E H I J M N Q R S V W X Z

Het is een vraag waar elke vader of moeder het liefst ver vandaan wil blijven: welk kind je de liefste, de knapste of de aardigste vindt. Zo is het ook met alle kerken van wie de zorg in de loop der jaren is toevertrouwd aan de Stichting Oude Groninger Kerken.

B G L P U

Bij de functie van commissaris van de Koning in Groningen hoort dat je beschermheer bent van deze stichting. Ik ben dat dus ook, sinds april 2016. En sindsdien heb ik diverse kerken mogen bezoeken. Niet alleen als beschermheer trouwens. Maar ook gewoon, omdat het kan. Na elk bezoek vrees ik de vraag welke ik nou het mooiste vind, van alle kerken die ik heb gezien. Want zoals al je kinderen je even lief zijn, zo zijn ook alle kerken die de stichting heeft laten restaureren en zo gaaf mogelijk doorgeeft aan volgende generaties Groningers – zo zijn al die kerken en kerkjes mij even lief.

En net als bij je kinderen, vind je van de ene kerk de toren zo mooi. Van een andere staat een fresco je heel goed bij. En bij weer een andere was je verrast over de heldere klank van het orgel, zelfs helemaal achterin de kerk. Of hoe het voorjaarslicht door het glas in lood binnenvalt en de blauwgroene vloer optilt.

Soms word je er met je neus op de feiten gedrukt. Dan loop je langs graven die er al eeuwen liggen voordat je de ingang van de kerk bereikt. En daarna ga je naar binnen over een drempel en een betegelde gang, die beide zijn uitgesleten door de vele voetstappen die je zijn voorgegaan. De feiten, zoals in: het leven is een lichtflits tussen twee eeuwigheden duisternis. Wij mensen, wij zijn er maar even. In dat even ben ik nu dus, met veel genoegen, beschermheer van de stichting Groninger Oude Kerken. Die medewerkers en een directie heeft die allemaal zorgvuldig die ene vraag gelukkig nooit stellen.

Tjitske Zuiderbaan

‘Voordat iets een beeldhouwwerk wordt, heeft het vele klappen gekregen,’ valt te lezen in het atelier van houtsnijder Tico Top. Vele tikjes deelde hij uit in de afgelopen zestig jaar, en nog altijd. Mede dankzij social media is hij wereldberoemd. Van Amerika tot Japan, overal is werk van hem te vinden. Vooral ook in heel wat Groninger kerken, hoewel niet iedereen dat meteen zal herkennen.

De ene vraag, die ik inderdaad zou beantwoorden met dat ze me allemaal even lief zijn. De moeite waard. Op hun eigen, unieke manier.

Je hebt ook kerken die een baken in het landschap zijn, maar soms ook nog altijd zichtbaar de kern zijn waar het dorp zich eeuwenlang omheen heeft ontwikkeld. Of schitterend, bijna solitair, op een wierde staat en door schilders van De Ploeg vaak zo mooi is vastgelegd.

Een kerk die ervoor zorgt dat de ijsbaan van het dorp in de luwte ligt. Die altijd weer een glimlach op je gezicht brengt, omdat de toren los van het schip staat, tegenover de basisschool die zo ook nog altijd gebruikt wordt. Waar populieren een wedstrijd met de toren doen wie het hoogste is. Of hoorbaar de wind aan elkaar doorgeven.

F K O T Y

Tico Top — Leven van hout

Over de auteur Mr.drs. René Paas is sinds 2016 commissaris van de Koning in de provincie Groningen. Vanaf dat jaar is hij ook beschermheer van de Stichting Oude Groninger Kerken. Na een studie Nederlands recht en bestuurswetenschappen aan de RUG was Paas onder meer wethouder van de gemeente Groningen en voorzitter van het CNV. Hij zingt als bas in het Cantate Consort.

Tico Top in zijn werkplaats in Kruisweg. Foto Duncan Wijting

33


34

Antiquiteiten op het Hogeland Tico groeide op in Kruisweg op het Hogeland, een klein dorp met grote gezinnen, met de kerk als middelpunt van het sociale leven. Na de mechanisatie van de landbouw vertrokken veel inwoners. De familie Top bleef, zijn vader had er een antiekzaak. ‘Tussen de antiquiteiten ben ik groot geworden. Ik ging vaak met vader mee naar de antiquairs in Groningen. Achter de winkel hadden sommigen een werkplaats, waar ze meubels opknapten, daar was ik graag. De geur van hout, heerlijk. Toen ik acht was wist ik, dit ga ik later doen, antiekrestauratie. Vader was niet altijd antiekhandelaar geweest. Vlak voor de oorlog kocht hij een pand van een turfhandelaar en nam meteen het beroep erbij. Op de fiets ging hij naar het veen, kocht een schip met turf, dat hij in het haventje van Kruisweg liet aanleggen en sloeg de turf op om als brandstof te verkopen. Na de oorlog was er gebrek aan goede meubels. Hij begon een handel in tweedehands goederen en kocht in op veilingen en boeldagen. Meubels gingen gaandeweg over in antiquiteiten.’ Kuif op een kast Tico zelf volgde de opleiding aan de lts en een voortgezette opleiding tot meubelmaker. Daarna werkte hij acht maanden op een timmerfabriek om de machines te leren kennen. Op zijn zestiende begon hij voor zichzelf. In maart 2022 zit hij al zestig jaar in het vak. Achter het ouderlijk huis had hij een werkplaatsje. ‘Mijn vader had een grote klantenkring, dus er was altijd wat te doen. Later werkte ik voor antiquairs. Ik sneed wel eens een kuif op een kabinet of een linnenkast, dat vond ik leuk werk, maar in het begin leek het nergens naar. Het heeft me jaren gekost om het vak te beheersen en ik leer nog altijd. Begin jaren tachtig kreeg ik contact met een restauratieaannemer in Amsterdam. Sindsdien is houtsnijwerk mijn hoofdvak, met af en toe een uitstapje naar meubelrestauratie. Ik ben dus klassiek beeldhouwer.’ Voor de Stichting Oude Groninger Kerken maakte hij onder meer het Laatste Avondmaal op het opzetstuk van de herenbank in de kerk van Saaxumhuizen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit opzetstuk, het enige halfronde van de provincie Groningen, uit de kerk gestolen. In Pieterburen en Saaxumhuizen restaureerde hij het complete kerkinterieur. Handschrift Orgelmakers weten hem ook te vinden. Zo restaureerde hij in de provincie Groningen snijwerk aan de orgels van onder meer Baflo, Hornhuizen, Usquert, Vierhuizen, Nieuw Beerta, Woltersum, Bellingwolde, Leens en Loppersum. Zijn eigen ‘handschrift’ maakt hij ondergeschikt aan dat van makers als Jan de Rijk (1661-1738),

35

Het heeft me jaren gekost om het vak te beheersen en ik leer nog altijd.

Detail van het Laatste Avondmaal, in 1829 gesneden door Antonie Walles voor de kerk van Saaxumhuizen. Het opzetstuk van de herenbank van de familie Alberda is in 1977 uit de kerk ontvreemd. Collectie Stichting Oude Groninger Kerken.

Tico Top snijdt in zijn werkplaats een replica – met eigen vrijheden – van het Laatste Avondmaal, 1996. Collectie Stichting Oude Groninger Kerken, foto Jan Hovinga.

De Alberda-bank in de kerk van Saaxumhuizen, met het gereconstrueerde opzetstuk. Foto Duncan Wijting.


37

zijn grote voorbeeld, met Casper Struiwig (16981747) als goede tweede. ‘Aan de hand van oude foto’s probeer je het snijwerk in ere te herstellen. Een ornament moet mooi lopen. Jan de Rijk was daar een meester in. Het lijkt zo eenvoudig, maar zijn vormen en krullen lopen zo mooi en geraffineerd. In 2000 heb ik het nieuwe kistorgel van de Nederlandse Bachvereniging gesneden. Bach is barok, Jan de Rijk ook. Naar zijn handschrift heb ik dat gedaan. Ik stel me ten dienste van de ambachtslui van vroeger.’ Restauraties aan orgels worden vaak niet ter plekke gedaan. ‘Soms valt het houtwerk in stukken uit elkaar. Daar maak ik een bundeltje van. Die bundeltjes nummer ik en vervolgens leg ik ze uit op de vloer van mijn atelier. Op mijn tekening van het orgel nummer ik de plaatsen waar het snijwerk heeft gezeten. Het snijwerk zelf nummer ik ook. Ik maak een mal van karton, en daarna van hout. Op die manier past het later automatisch.’

Aan het werk met een opzetstuk van de koorafsluiting van de kerk van Zuidbroek, 2007. De herenbanken, voor drost en kerkvoogden, werden in 1709 ontworpen door Allert Meijer en gesneden door Jan de Rijk. Foto Aly Top.

Beschadigde ornamenten aan de kast van het uit 1793 daterende Schnitger-Freytag-orgel in Zuidbroek worden aangevuld, 2007. Foto Tico Top.

Verguld Loppersum Voor Tico maakt het geen verschil of hij voor een particulier snijdt, of voor een kerkelijke gemeente of stichting. ‘Bij orgels komt meer publiciteit kijken. Voor de restauratie van het orgel in Loppersum nodigde orgeladviseur Stef Tuinstra me uit om het hele proces vanaf het begin te volgen. Zo kon ik mijn werk verantwoorden, ik kon uitleggen waar het geld in zit. In het begin was de commissie terughoudend vanwege de kosten, maar er kwam steeds meer geld vrij. Uiteindelijk kon er zelfs verguld worden en werden alle betrokkenen steeds enthousiaster. Vooral toen ze zagen hoe mooi het werd. Een fantastisch project.’ Houten lingerie Voor zijn vrije werk probeert Tico tijd te maken. ‘Een ander gaat een week op vakantie, ik ga een week snijden.’ Dit werk is vaak levensecht, zoals het portret van zijn kleindochter Jane. ‘Je begint met een blok hout. De contouren heb je vrij snel. Daarna wordt het moeilijk, vooral om de juiste uitdrukking te krijgen. Je maakt de ogen, neus en mond een paar millimetertjes anders, en weg is de gelijkenis. Precies tot de grens moet je gaan. In 1999 sneed ik voor een expositie in de borg Verhildersum een lingeriesetje. Dat werd zo positief ontvangen dat ik besloot ermee door te gaan. Mijn laatste grote vrije werk is de saxofoon. Dat was vreselijk ingewikkeld, zes jaar heb ik eraan gewerkt, naast mijn andere werkzaamheden.’


38

39

De vouw van de beitel Tico gebruikt verschillende houtsoorten. ‘Traditionele soorten zijn eikenhout, mahonie-, noten- en lindehout. Moet het geschilderd of verguld worden, dan gebruik je meestal lindehout. Lindehout is compact, je kunt er gedetailleerd in snijden, maar je beitel moet vlijmscherp zijn. Eikenhout is grover. De vouw van de beitel zet je dan iets anders aan. Grenen, naaldhout, snijdt minder makkelijk. Het is zachter, maar het splintert meer. Exotische soorten als ebbenhout en taxus gebruik ik voor bakstukken en registerknoppen van orgels. Thais ebbenhout is pikzwart. Komt het uit Indonesië, dan kan er een wolkje wit doorheen zitten. Het hout is zo hard dat het zinkt in water. Palissander gebruik ik voor inlegwerk, het is er in diverse kleurschakeringen van roze, oranjerood tot chocoladebruin.’

Het recent gerestaureerde orgel in de Petrus en Pauluskerk van Loppersum. Tico Top restaureerde het bestaande houtwerk en maakte replica’s van inmiddels verdwenen onderdelen. Foto’s Duncan Wijting / Aly en Tico Top.

Wereldberoemd Er zijn nog maar weinig houtsnijders als Tico Top. Hij wordt dan ook gevraagd van Italië tot Amerika en van Noorwegen tot Japan, waar hij voor de Rococo-zaal van Huis ten Bosch in Nagasaki het snijwerk deed. Hij werkt voor particulieren, musea, aannemers, architecten, kerken, orgelbouwers, stichtingen en overheidsinstellingen. Ook de contacten met mensen over de hele wereld maken het werk leuk. Oude opdrachtgevers komen soms nog langs. En met de social media heeft zijn ‘kennissenkring’ een enorme vlucht genomen. ‘Dertig filmpjes heb ik op YouTube. Die gaan de hele wereld over. Ik heb 60.000 abonnees, en 10 miljoen likes! Via LinkedIn krijg ik ook veel mooie reacties, waarvan vijfentwintig vaste reageerders uit Amerika. In Kruisweg daar woon ik, maar ik werk over de hele wereld.’ Tico probeert altijd 100% werk te leveren, of het nou een opdracht of vrij werk is, makkelijk of ingewikkeld, hij doet het met evenveel plezier en voldoening. ‘Dit is geen vak, dit is een leven.’

Over de auteur Tjitske Zuiderbaan (tekstjes@outlook.com) was tot haar pensionering in juli 2021 werkzaam op het bureau van de Stichting Oude Groninger Kerken. Ze blijft bijdragen schrijven voor Groninger Kerken, in het bijzonder interviews en human interestartikelen.

Een selectie gereedschappen: gutsen en burijnen, die op de achterste rij gebogen en gekropt. Foto Duncan Wijting.

Vrij werk: een saxofoon gestoken uit één stuk lindehout. Foto Duncan Wijting.


41

Nieuws

De kerk van Kropswolde, het afgelopen voorjaar verstopt achter steigernetten. De grafstenen aan de voet van de kerkmuren waren bekleed met hout als bescherming tegen vallend bouwmateriaal. De herplaatsing van de opnieuw vergulde windhaan bekroonde het herstel. Foto’s Jur Bekooij.

Werkzaamheden Kropswolde afgerond De plaatsing van het opnieuw vergulde haantje op de toren was op 29 juni de bekroning en tegelijkertijd de afronding van een omvangrijke opknapbeurt van de kerk van Kropswolde. De uitgevoerde werkzaamheden waren een combinatie van regulier onderhoud en het herstel van bevingsschade aan het ex- en interieur. Daarbij zijn onder meer scheuren in het metselwerk en het uitgesleten voegwerk aangepakt, net als het pleisterwerk aan de binnenzijde van de kerk.

Aan de buitenkant zijn kerk en toren geschilderd. Vooral aan de toren uit 1888 vallen nu de ‘steviger’ authentieke kleuren op, het resultaat van kleurhistorisch onderzoek naar de oorspronkelijke kleurstelling aan het eind van de negentiende eeuw.

De balustrade op de kerktoren vóór en na het kleurherstel. Foto’s Jur Bekooij.

Sien Jensema uit Stedum, één van de schrijvers die in Dij schrift blift wordt uitgelicht. Foto’s Duncan Wijting en particuliere collectie.

Vermaning Middelstum overgedragen Op 4 juni is de doopsgezinde kerk stig uit de vorige kerk. Het tweede(‘vermaning’) van Middelstum overhands instrument werd in 1819 door gedragen aan de Stichting Oude de Huizinger doopsgezinden aangeGroninger Kerken. De eenvoudige zaalschaft; de herkomst is onbekend. Bij kerk, met dakruiter, is in 1863 gebouwd een restauratie in de jaren tachtig als vervanging van de dat jaar afgebleek dat het orgel pijpwerk uit de broken vermaning in Huizinge. vroege achttiende eeuw bevat. De eerste steen van dat gebouw, De doopsgezinde gemeente blijft de uit 1815, is ingemetseld in de noordkerk voorlopig gebruiken. Op termijn muur. Ook het kabinetorgel is afkomzal een plaatselijke commissie aan

de slag gaan met het organiseren van activiteiten in en om de kerk. Met deze overdracht bezit de Stichting Oude Groninger Kerken 97 kerkgebouwen, 2 synagogen, 57 kerkhoven en 9 vrijstaande torens. De doopsgezinde vermaning met pastorie aan de Trekweg in Middelstum. Foto’s Duncan Wijting.

‘Dij schrift blift’ De directeur van het Letterkundig Museum was in 2010 dertig dagen onderweg om rozen te leggen op de graven van honderd schrijvers. Deze selectie auteurs vormde het ‘Pantheon’ van de Nederlandse letterkunde, een nieuwe vaste opstelling in het Haagse museum. Voor dertien literatoren hoefde hij Den Haag niet eens uit, zijn verdere reis voerde hem van Elmina (Ghana) tot Antwerpen, van Jeruzalem tot Amsterdam. Maar uiteindelijk belandde geen enkele witte roos in Groningen…

Toch waagde Tjitske Zuiderbaan zich met open blik en onderzoekend aan een boekje over Groninger schrijversgraven. Dij schrift blift (‘die schrijft blijft’) verschijnt in september als deel 22 in de Kerkhovenreeks van de Stichting Oude Groninger Kerken. De rondreis van de auteur langs kerkhoven en begraafplaatsen – van Noordlaren tot Oosterwijtwerd, van Losdorp tot Ten Boer – laat zien dat Groningen in de afgelopen tweehonderd jaar vele pioniers kende op het gebied van onderwijs, politiek en godgeleerdheid die hun

inzichten op papier zetten. Ook dialectschrijvers en dichters lieten in de vorige eeuw voor het eerst van zich horen. Tot een Groninger Pantheon leidt het boekje niet, maar met de laatste rustplaatsen als uitgangspunt worden wel enkele opmerkelijke levensverhalen vertelt, en staat het – soms vergeten – werk van de schrijvers opnieuw eventjes in de schijnwerpers. Dij schrift blift is te koop in de boekhandel. Ook kan het boekje besteld worden via de webwinkel van de Stichting: www.groningerkerken.nl/winkel.


Ode aan kerk, dorp en muziek Marjan Brouwers

43

In de hele provincie Groningen zijn ze van veraf in het weidse land te zien: de vele torens van onze prachtige oude kerken. Veelal pal in het midden van het dorp, op een wierde, uitkijkend over de huizen, boerderijen en het vlakke land, als eeuwenoud middelpunt van de gemeenschap. Aan die kerken, uniek in de wereld, brengen de Stichting Oude Groninger Kerken en SPOT Groningen een ode, waarbij muziek en historie, cultuur en gemeenschap, ontmoeting en bezieling centraal staan. Hoe mooi zou het zijn als de bewoners van Finsterwolde in hun eigen kerk een intiem concert van singer-songwriter Paul de Munnik zouden kunnen bijwonen? Zou het niet geweldig zijn als de inwoners van Solwerd in hun dorpskerk ook eens de muzikale ervaring van de Winterreise kunnen meemaken? Zomaar wat ideeën die over tafel vlogen toen Patty Wageman en Nynke Stellingsma nog geen twee jaar geleden in een Gronings café zaten te brainstormen over hun voornemen om samen iets moois op te zetten. Ze kennen elkaar al jaren vanuit het culturele circuit van Groningen en schuiven jaarlijks samen aan bij het Amsterdamse Diner des Dames voor vrouwen in culturele topposities. Wageman is directeur van de Stichting Oude Groninger Kerken en Stellingsma is algemeen directeur van SPOT Groningen, de theater- en concertorganisatie van onder meer de Oosterpoort en de Stadsschouwburg. Die ontmoeting in dat café is achteraf het begin geweest van ODE: het project om concerten van professionele artiesten te programmeren in een aantal oude Groninger kerken in nauwe samenwerking met de lokale gemeenschap. De naam van het project verwijst terug naar het vijftigjarige bestaan van de stichting twee jaar geleden. Op 24 september gaat ODE als pilot van start met een concert van Paul de Munnik in de kerk van Noordbroek.

Patty Wageman en Nynke Stellingsma, de initiators van ODE. Foto Sake Elzinga.

Verbinding en ontmoeting, bezieling en betekenisgeving ODE is letterlijk een ode aan al die prachtige, oude Groninger kerken, aan hun geschiedenis, heden en toekomst. Van oudsher is de kerk altijd het hart van de gemeenschap geweest: een plek voor

ontmoeting, bezieling en betekenisgeving. Juist in deze tijd van secularisering en krimp kunnen deze oude kerken weer zorgen voor verbinding en ontmoeting. Door professionele artiesten en plaatselijk publiek samen te brengen voor een muzikale, bezielende ontmoeting wil ODE bijdragen aan het levend houden aan dit waardevolle culturele erfgoed in samenwerking met de lokale gemeenschap en een aanvulling zijn op wat er al door de plaatselijke commissies op locatie wordt georganiseerd. ‘Het wordt een ontdekkingsreis’, denkt Stellingsma, een ontdekking en herontdekking van verleden, heden en toekomst. ‘Elk concert zal anders zijn. De ideale voorstelling voor mij is als artiesten en publiek laten zien dat ze geroerd en geraakt zijn of juist met een glimlach naar huis gaan.’ Plaatselijke commissies doen graag mee Alle kerken van de Stichting hebben plaatselijke commissies die verantwoordelijk zijn voor wat er in hun kerk gebeurt. Vrijwilligers beheren de kerk, zorgen dat gas en licht worden betaald en zetten de deur open voor bezoekers. Om inkomsten te verwerven, programmeren ze zelf allerlei activiteiten, zoals concerten en voorstellingen, en natuurlijk gaat het rouwen en trouwen ook altijd door. Wageman: ‘Met SPOT Groningen kunnen we die bestaande activiteiten versterken en uitbreiden door in samenspraak met de vrijwilligers bijzondere concerten in onze kerken te organiseren. Met artiesten die je normaal gesproken alleen in grote theaterzalen kunt zien. Ik heb vorig jaar een oproep gedaan aan alle commissies met de vraag of ze het leuk zouden vinden om hieraan mee te doen. Daar is heel enthousiast op gereageerd.’


44

Iedereen moet er iets aan hebben Samen bezochten Wageman en Stellingsma digitaal twaalf kerken en spraken ze uitgebreid met de vrijwill igers over kerk en gemeenschap, dromen en drijfveren. Stell ingsma: ‘We zijn warm ontvangen en hebben echt mooie gesprekken gevoerd over wat er mogelijk is, wat mensen zouden waarderen, maar ook wat in een dorp niet goed zou vallen. Het ging vaak niet alleen over een specifiek concert, maar ook over wat we nog meer zouden kunnen doen om de gemeenschap erbij te betrekken. Iedereen moet er iets aan hebben. Voor ons is het natuurlijk een dikke plus dat we in zulke mooie gebouwen concerten mogen organiseren.’ Ze benadrukt dat SPOT Groningen niets overneemt of implementeert. ‘Het programmeren van professionele artiesten is complex, tijdrovend en duur en wij hebben de ervaring en de expertise, de contacten met de artiesten, de professionals die sterk zijn in marketing en communicatie, productie en programmering. Dat hebben wij dit project te bieden. Maar nogmaals: we doen niets zonder de stichting of de lokale gemeenschap zelf, wij doen dit samen.’

ISSN 0169-3719

Klinkende namen Met Paul de Munnik en het Raga�e �artet haalt ODE de eerste grote namen naar de Ommelanden. Stellingsma heeft nog meer klinkende namen in haar achterzak. Het idee is om steeds een melange van klassieke muziek en singer-songwriters aan te bieden. ‘Dat moet dan niet leiden tot een karavaan van concertbezoekers vanuit de stad Groningen’, vult Wageman aan. ‘We willen een intieme ontmoeting creëren tussen de artiesten en het publiek uit de omgeving van de kerk zelf. We doen dit ook voor mensen die niet zo vaak in de gelegenheid zijn om een voorstell ing op een groot podium in de stad of elders in het land bij te wonen.’ Doordat het publiek voornamelijk uit de gemeenschap zelf afkomstig is, bestaat er al een onderlinge band en dat geeft een concert een andere, meer intieme sfeer, verwacht ze. ‘Ik hoop dat we ook mensen aantrekken die anders nooit in de kerk komen. In Finsterwolde, bijvoorbeeld, zijn veel mensen uit de rode kant van het dorp generaties lang de kerk voorbijgelopen. Het lijkt me heel mooi als zij nu juist wel binnenkomen.’

Pilot van start in september In september gaat een pilot van start met twee concertseries in zes kerken. Paul de Munnik treedt op in de kerk van Noordbroek, de Molukse Kerk van Appingedam en de Stefanuskerk in Finsterwolde. In oktober volgt een serie concerten van het Raga�e �artet & Martijn Cornet. Zij spelen Winterreise in de kerken van Solwerd en Garmerwolde en de Jacobskerk in Feerwerd. Uiteindelijk is het de bedoeling om vanaf 2022 door het jaar heen concerten in de hele provincie te programmeren. Wageman: ‘De kerken verschillen enorm van elkaar wat betreft grootte, akoestiek en sfeer. Daardoor is de beleving elke keer uniek: voor het publiek, maar ook voor de artiest.’

Groninger Kerken Jaargang 38, aflevering 3 – september 2021 Groninger Kerken is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Donateurs die jaarlijks minimaal € 25 betalen, ontvangen het magazine vier keer per jaar. Wilt u donateur worden? Neem dan contact met ons op of raadpleeg de website.

Beschermheer van de stichting mr.drs. F.J. Paas, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen Kernredactie drs. R.H. Alma R. Compaan dr. C.P.J. van der Ploeg drs. P. Wageman

Redactieraad dr. C.P.J. van der Ploeg, voorzitter drs. M. Hillenga, secretaris drs. R.H. Alma drs. A. van Deijk dr. A.J.M. Irving dr. A.B. Mulder-Bakker J.F. Oldenhuis Eindredactie drs. M. Hillenga

Professionele Organisatie voor

Grafisch ontwerp Jochem.studio Drukwerk MarneVeenstra, Groningen Omslagfoto Collectie gemeente Westerkwartier, foto Jacques Engel.

Advertenties Voor meer informatie en tarieven over adverteren in ons tijdschrift kunt u contact opnemen met het secretariaat van de Stichting Oude Groninger Kerken. Contact- en redactieadres Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050 – 312 35 69 info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl

Monumentenbehoud (POM).

KERK MARSUM > Dit kerkje, gelegen op een wierde, is gebouwd in de 12e eeuw en icoon van de Stichting Oude Groninger Kerken.

Programma ODE najaar 2021 Paul de Munnik 24 september 20.00 uur, Kerk Noordbroek 25 september 20.00 uur, Molukse Kerk Appingedam

Over de auteur Marjan Brouwers woont en werkt in de stad Groningen, waar ze haar eigen tekstbureau heeft. Ze schrijft interviews en columns, achtergrondartikelen en webteksten, brochures en jubileumboeken. Verder heeft ze een aantal non-fictie boeken en romans op haar naam staan. Haar dystopische roman Leegland kwam in 2020 uit bij Uitgeverij Passage Groningen.

26 september 15.00 uur, Stefanuskerk Finsterwolde Ragazze Quartet & Martijn Cornet Winterreise / Schubert vrijdag 8 oktober 20.00 uur, Kerk Solwerd zaterdag 9 oktober 20.00 uur, Kerk Garmerwolde zondag 10 oktober 15.00 uur, Jacobuskerk Feerwerd Meer informatie en kaartverkoop via www.spotgroningen.nl.

Een bijdrage leveren aan ODE? ODE wil met nadruk professionele, klinkende namen contracteren voor de concerten in de oude Groninger kerken. Dat is een kostbare zaak. Tegelijkertijd moeten de toegangsprijzen betaalbaar blijven. Daarom is de Stichting Oude Groninger Kerken op zoek naar fondsen en sponsoren voor het vervolg van ODE. Voelt u zich aangesproken door de uitgangspunten van ODE en wilt u hieraan graag een financiële bijdrage leveren? Dan kunt u zich melden bij Patty Wageman, Stichting Oude Groninger Kerken: info@groningerkerken.nl.

IE DE RE KE RK HEEFT ZO Z IJ N VE RHA AL !

VOLG ON S

OOK OP

DRUK > PRINT > SIGN

MARNEVEENSTRA.NL GRONINGEN > DELFZIJL > ZWOLLE


w aar nemen herk ennen ont w er pen realiseren HOLSTEIN restauratie architectuur

opleveren

Studio 212 Fahrenheit

& www.holstein-restauratie.nl

behouden

212f.nl

Sebastiaankerk te Bierum

Schoonmaakbedrijf / Gevelonderhoud

ZEEMAN Net dat beetje meer!

v.o.f.

Sietsema aannemersbedrijf

B O U W E N E N R E S T A U R E R E N

De Stelling 5 9774 RB Adorp

info@dijkstradegraaf.nl

Tel. (050) 306 12 79 mob. 06 22 42 31 61 info@schoonmaakbedrijfzeeman.nl www.schoonmaakbedrijfzeeman.nl

Voor komplete onmaakservice! scho O.A.:

- SCHOLEN, KANTOREN ETC. - GLAZENWASSERIJ - TAPIJTREINIGING - KUNSTSTOF REINIGING - BETONREPARATIE - GEVELREINIGING - NEVELSTRALEN

BOUWBEDRIJF DIJKSTRA DE GRAAF ENGWIERUM

- GRAFFITI VERWIJDEREN - IMPREGNEREN(MUREN) - KUNSTSTOF VLOEREN - GIETVLOEREN - COATINGVLOEREN - ANDERE VLOEREN OP AANVRAAG

www.dijkstradegraaf.nl

MET LIEFDE EN PASSIE ONDERHOUDEN WIJ ONS ERFGOED ook aardbevingsschade kunnen wij vakkundig herstellen Heerdweg 5 | 9981 TA Uithuizen | 0595 435 678 www.sietsemabouw.nl | info@sietsemabouw.nl | sietsemabouw

KK

www.dijkstradegraaf.nl info@dijkstradegraaf.nl tel: 0511-408272

BO DI BU 91 Te Fa


handmatige belettering in natuursteen handmatige belettering in natuursteen advies bij en uitvoering van eigen en ideeën advies bij ontwerp en uitvoering van eigen ontwerp en ideeën restauratiewerk restauratiewerk 0595 492242 0595 492242 info@deschreef.nl info@deschreef.nl www.deschreef.nl www.deschreef.nl GEDENKSTENEN GEDENKSTENEN

| |

EERSTE STENEN EERSTE STENEN

| |

GEVELSTENEN GEVELSTENEN

| |

RELIËFS RELIËFS

| |

GRAFMONUMENTEN | NAAMBORDEN GRAFMONUMENTEN | NAAMBORDEN

Schildersbedrijf W. Dijkema Dijkema Schildersbedrijf W. Noorderstraat 5 Noorderstraat 5 Met een passie 9989 9989 AA AA Warffum Warffum

De Schilder, Schilder, De de beste beste vriend vriend de van je je huis huis van

voor panden met telefoon (0595) 42 22 67 telefoon (0595) 42 22geschiedenis 67 050 403 14 83

Ook verven, Ookleveren leveren wij wij professionele professionele verven, info@laurenshout.nl dubbele beglazing, voorzetramen dubbele beglazing, voorzetramenwww.laurenshout.nl en enalle alle bijkomende bijkomende schildersmaterialen schildersmaterialen

Timmer- en restauratiewerken

|

Interieur ontwerp en uitvoering

AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

Al Al jaren jaren vertrouwd vertrouwd partner partner van van de SOGK vertrouw vertrouw ons ons ook úw werk bouwwerk úw bouw bouw werk toe! bouwwerk

Groen in goede handen

H. H. Pot Pot bouwbedrijf bouwbedrijf

Dàt is onze KRACHT

(ver)bouwenmet met overleg overleg (ver)bouwen Onderhoud,verbouw, verbouw,renovatie, renovatie, Onderhoud, nieuwbouwen enalle allematerialen materialen nieuwbouw voorde dedoe-het-zelver doe-het-zelver voor

T

Industrieweg 33 9781 AC Bedum (050) 301 25 00 E info@groenwerf.nl WWW. GRO EN W F. N L Hoofdweg 25 9795 paER Woltersum

Hoofdweg 25 9795 pa Woltersum (050) 302 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl (050) 302 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00

r trouwd e v n e r a j l A e SOGK d n a v r e n par t Zijn wij óók uw partner voor

al uw bouwwerkzaamheden?

Mense Ruiter Orgelmakers bv Rijksweg 167 9792 pd Ten Post

Hoofdweg 23 - 9795 PA Woltersum (050) 3021555 - www.bouwbedrijfpot.nl

t 050 301 05 50 info@menseruiter.nl


Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

|

Interieur ontwerp en uitvoering

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00

Bouwbedrijf Jurriëns Noord B.V. is onderdeel van Friso Bouwgroep B.V.

Bouwbedrijf Jurriëns Noord B.V. is onderdeel van Friso Bouwgroep B.V.

“Jurriëns Noord is voor mij... puur vakmanschap”

“Jurriëns Noord is voor mij... Kerkje vanpuur Klein Wetsinge vakmanschap”

Tussen Sauwerd en Winsum ligt de kerk uit 1840, in 2014 in oude luister gerestaureerd. Ontdek de lunchkaart met verse spullen van het Hogeland. De locatie is geschikt voor: Huwelijk, Receptie, Concert, Vergadering, Diner, Feesten, Lezing en Tentoonstelling. De kerk is dagelijks geopend tussen 11.00 en 18.00 uur, behalve tijdens besloten partijen. Wilt u zeker weten dat de kerk open is, bel dan met Inez of Nicolaas Geenen: 06 54685405 of 06 46317067. Valgeweg 12 9773 tk Wetsinge kleinwetsinge@blgroningen.nl

www.jurriensnoord.nl

GK_202012.indd 156

Hoofdvestiging Osloweg 125 Postbus 5274 9700 GG Groningen t 050 - 55 66 779 e mail@jurriensnoord.nl

Nevenvestiging Pieter Zeemanstraat 9 Postbus 49 8600 AA Sneek t 0515 – 42 99 99 e mail@jurriensnoord.nl

www.jurriensnoord.nl

Hoofdvestiging Osloweg 125 Postbus 5274 9700 GG Groningen t 050 - 55 66 779 e mail@jurriensnoord.nl

Nevenvestiging Pieter Zeemanstraat 9 Postbus 49 8600 AA Sneek t 0515 – 42 99 99 e mail@jurriensnoord.nl

03-12-20 10:30

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging

Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770

Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770

Postbus 5086 Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum 9700 GB Groningen tel fax

050 301 12 00 050 301 17 00

info@johnlemmen.nl

GK_202012.indd Verbindingsweg 13

158

T 050-2100194 M 06-26888044

www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl

K

Tu in

O D Ve

D b W o

Va


Stichting Oude Groninger Kerken & SPOT Groningen presenteren:

van 5 juni tot en met 25 juli

Paul de Munnik vr 24 sept 20.00 uur Kerk Noordbroek

za 25 sept 20.00 uur

Molukse Kerk Appingedam

zo 26 sept 15.00 uur

Stefanuskerk Finsterwolde

Zomer in Winterreise Schubert de Akerk Ragazze Quartet & Martijn Cornet

Muziek beleven in Groninger kerken

Een reeks sfeervolle concerten in indrukwekkende historische kerken, waar bezinning en ontmoeting centraal staan. Dat is Ode, een initiatief van de Stichting Oude Groninger Kerken en SPOT Groningen.

vr 8 okt, 20.00 uur Kerk Solwerd

za 9 okt 20.00 uur Kerk Garmerwolde

zo 10 okt, 15.00 uur Kijk voor alle activiteiten Jacobuskerk Feerwerd op Akerk.nl/zomerprogramma

Kaartverkoop en info: spotgroningen.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.