Straathistories - De Ziekelingenstraat en omgeving

Page 1

DE ZIEKELINGENSTRAAT EN OMGEVING


n INHOUD

VOORWOORD

3

1.

Situering

4

2. Korbeek-Lo

5

2.1. De Capelle der Sieckelide

6

3. Molenbeek en Leibeek

10

3.1. Een uniek stuk natuur

10

3.2. Waar liep dan de oorspronkelijke Molenbeek?

11

3.3. Ooit een visrijke beek

12

3.4. De Leibeek

13

3.5. Gruwelijke legende of feit?

15

4. De Hoegaardsestraat (‘De Kroon’ en ‘Den Duivel’)

6. De Zavelberg en Overlo

38

6.1. Van Beekstraat naar Zavelberg

38

6.2. Overlo en de ‘Kolk’

40

6.3. Prins Carnaval

41

7. De Oudebaan

42

7.1. Het is naar de vaentjes…

42

7.2. Toename van de bebouwing langs de Oudebaan

43

8. De wijk ‘Spaanse Kroon’

45

9. Twee belangrijke instituten

48

16

9.1. Basisschool De Bron

48

4.1. De Kroon, het vroegere Voorde

16

9.2. Emmaüs

50

4.1.1. De Spaensche Croon

18

10. Oorlogen

51

4.2. Naar Den Duivel

22 11. Parochiaal leven

54

5. De Ziekelingenstraat

25

11.1. De grens tussen twee parochies

54

5.1. Zuid-Ziekelingen

25

11.2. Zwartlambert

55

5.1.1. Het Wit Huis, het vroegere kasteel van Terlinden

26

11.3. Processies

56

5.1.2. Huis Puttemans

27

5.1.3. Vroeger ‘de wei’, nu ‘het bos’

29

12. Het buurtleven vroeger en nu

58

5.2. Midden-Ziekelingen

31

12.1. Voor de komst van de supermarkten

58

5.2.1. Bakstenen en wissen

32

12.2. Cafés

60

5.2.2 Het perceel-Buelens

34

12.3. Een BV uit de Ziekelingen

62

5.3. Noord-Ziekelingen

34

12.4. Buurtcomité Ziekelingen

62

5.4. Verkeer vroeger en nu

36

2 ZIEKELINGENSTRAAT


DE ZIEKELINGENSTRAAT EN OMGEVING n VOORWOORD De buurt Ziekelingen heeft iets. Om het met een bekende slogan te zeggen: “On y revient toujours”. Je komt er altijd weer terug, ook als je er al bijna veertig jaar niet meer woont. Ook de nieuwe generaties verblijven maar al te graag in deze aloude buurt. De Ziekelingen hebben een aantal benijdenswaardige troeven in handen. De buurt ligt knus tegen een bocht van de Molenbeek aan, tegen weer en wind beschut door de dalhellingen. De Ziekelingen zitten schrijlings op het urbane Leuven en het nog behoorlijk groene platteland aan de overkant van de beek. Leuven, het kloppend hart van Vlaams-Brabant, ligt nauwelijks een boogscheut ver, de Abdij van Park eveneens. Met de fiets ben je zó in Heverleebos en Meerdaalwoud of op je werkplek in de binnenstad. Ziekelingen, springlevend maar toch eeuwenoud… In dit boekje willen wij een overzicht bieden van wat er hier door de eeuwen heen gebeurd is. Sommige facetten zullen in de verf worden gezet, andere zullen verhuld blijven in de mist van het verleden. Ofwel zijn er simpelweg geen geschreven bronnen bewaard gebleven of weet niemand waar ze zich momenteel bevinden. De opsplitsing van de gemeente Korbeek-Lo bij de gemeentelijke fusies van 1976 is daar jammer genoeg niet vreemd aan. Kortom, dit overzicht is verre van volledig en wij hopen dat wij met dit boekje een aanzet kunnen geven tot verder onderzoek. Wij hebben er bewust voor gekozen om heel wat zaken te bekijken door onze eigen bril. Dat is dan de bril van enkele niet-meer-zo-jonge bewoners of oud-bewoners van het ‘gouden trapezium’ tussen Tiensesteenweg, Philipslaan, Hoegaardsestraat en Meerdaalboslaan. Zij hebben hier in de jaren 60 en 70 van vorige eeuw hun jeugd mogen doorbrengen. Als die mooie jaren niet even in dit boekje worden vastgehouden, zullen ze ons ongetwijfeld voor altijd ontglippen. Dan zullen onze kinderen en kleinkinderen niet meer weten dat het hier altijd fijn wonen is geweest…

Hugo Dehennin (hoofdredacteur) Maggi Exelmans Omer Vandebroeck

3


foto: Lutgard Van Diest-Degeest

1. SITUERING De buurt die hier wordt besproken ligt ongeveer drie kilometer ten zuidoosten van de stadskern van Leuven. Centraal in het gebied ligt de Ziekelingenstraat. De Ziekelingen is een licht hellende aanloop tot de Trolie- en Predikherenberg in Kessel-Lo, die tot het Hageland gerekend worden. De huidige Ziekelingen wordt gevormd door drie woonkernen: Noord-Ziekelingen met de Oudebaan, Molstraat en Zavelberg, Zuid-Ziekelingen met de Hoegaardsestraat en Midden-Ziekelingen, rondom het lagergelegen huis, nummer 45. Door het gebied lopen twee beken: de Molenbeek en de Leibeek. Het gebied rond de twee beken is overwegend moeras, maar waar het niveau van de waterlopen wordt overstegen, hebben we te maken met vruchtbare tuinbouwgronden, akker- of weilanden. De zone wordt begrensd door de aansluitende straten Oudebaan en Hoegaardsestraat en de achterliggende Abdij van Park. Deze straten volledig bespreken zou ons te ver leiden, vandaar dat we ons beperken tot het stuk tussen de Meerdaalboslaan (expresweg) en de wijk de Spaanse Kroon. Op oude kaarten komt dit ongeveer overeen met het gebied Zavelberg en Spaanse Kroon en een stuk van Parkveld.

4 ZIEKELINGENSTRAAT


2. KORBEEK-LO De buurt hoorde oorspronkelijk tot de gemeente Korbeek-Lo, maar bij de fusie van 1 januari 1977 kwam het lot van de Korbekenaren in de handen van twee verschillende gemeentebesturen te liggen. Het hele gebied tot aan de Vlinderlaan (Carrefour) en de Oaselaan wordt toegewezen aan Leuven. Het gebied voorbij de Vlinderlaan en dus ook de kerk van Korbeek-Lo vallen voortaan onder het bestuur van Bierbeek. Zo ontstond er een stedelijk ‘Leuvens Korbeek-Lo’ en een ‘Bierbeeks Korbeek-Lo’, met een meer dorps karakter. Als je oudere buurtbewoners vraagt waar zij wonen, antwoorden zij nog steeds “ in Keurrebeek”. Deze splitsing heeft er wel voor gezorgd dat onze zoektocht op behoorlijk wat obstakels is gestuit. Het archief van de voormalige gemeente Korbeek-Lo lijkt spoorloos verdwenen. Het ‘oude’ Korbeek-Lo vormde een strook van zowat drie kilometer, gelegen in een bodeminzinking tussen de heuvelrij van de Lo, op de grens van Korbeek-Lo en Kessel-Lo, ten noorden en de geringere hoogten van Bierbeek en Haasrode ten zuiden. Het voormalige dorp wordt doorsneden door de Tiensesteenweg en de spoorlijn Leuven-Tienen. Het gebied wordt bespoeld door de Molenbeek. De eigenlijke ontstaansdatum van Korbeek-Lo is niet bekend, maar feit is wel dat er silexgesteenten werden gevonden op de Martinusberg. Deze vondsten kunnen wijzen op prehistorische bewoning. De aanwezigheid van de Romeinen werd aangetoond door de opgraving van een Romeinse villa ter hoogte van het Stenen Kruis, niet ver van de door ons besproken buurt.

5

N0,0,4.70054,50.87983/Z16/

leuven#/10/M2/TSearch/S3000+leuven/

uitsnede van: https://nl-be.mappy.com/plan/3000-

Stratenplan van het besproken gebied


bron: Cartesius portaalsite

Het ‘oude’ Korbeek-Lo in 1830-1834 (Primitief kadaster Vlaams-Brabant) Naam landmeter: J. Gulikers

Wellicht is Korbeek-Lo ontstaan in de Frankische tijd. ‘Korbeek’ zou ‘murmelende, zacht ruisende beek’ of ‘korte beek’ kunnen betekenen. ‘Lo’ betekent ‘bos’. De naam ‘Corbeke’ duikt voor het eerst op in 1107, maar de gemeente bestond al langer. Vanaf het einde van de 13de eeuw was de heerlijkheid in het bezit van meerdere adellijke geslachten, met enkele belangrijke hoeves. Op het einde van de vijftiende eeuw vestigden er zich enkele brouwers uit Leuven omdat ze hier minder belast werden. In 1671 werd Korbeek-Lo verheven tot baronie. Tot het einde van het Ancien Régime maakte de gemeente deel uit van het hertogdom Brabant. Rond het gehucht ‘De Mol’ langs de Tiensesteenweg waren er tot omstreeks 1930 een vijftal steenbakkerijen actief. Vandaag is Korbeek-Lo een residentieel woon- en handelscentrum ten oosten van Leuven.

2.1. De Capelle der Sieckelide De buurt Ziekelingen, wellicht een van de eigenaardigste toponiemen in Vlaanderen, dankt haar naam aan de Capelle der Sieckelide die hier ooit gestaan heeft. Hoewel die kapel al in het begin van de 18de eeuw verdwenen is, leeft de plaatsnaam Sieckelide, vervormd tot Ziekelingen, nog altijd voort. In oude archiefteksten wordt de kapel soms ook Parcks Cheyns Carte van 1635 6 ZIEKELINGENSTRAAT


foto : Archief Abdij van Park

Situering van de kapel (letter W) met (roodgekleurd) bijgebouwtje. A= Tiensesteenweg O= afspanning De Mol, nu Zita 8= Molstraat 13= Oudebaan

Kapel van Overlo en H.-Geesthoeve Foto: Hugo Dehennin

vermeld als de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe. Dat was de naam van een pachthof dat in de onmiddellijke omgeving lag en misschien ouder was dan de kapel. Op de Parcks Cheyns Carte van 1635 zien we dat het hof en de landerijen van Groeninghe1 gesitueerd waren op de rechteroever van de Molenbeek. Dat de kapel der Sieckelide2 gestaan heeft op de plaats waar de huidige Ziekelingenstraat uitgeeft op de Oudebaan3, wordt bewezen door een nogal lugubere ontdekking. Toen de heer Celerier hier eind 1953 de fundamenten voor een nieuwe woning aan het uitgraven was, haalde men de skeletten boven van heel wat volwassen mensen. Deze geraamtes bevonden zich op een diepte van slechts 60-65 centimeter; waarschijnlijk werden deze mensen in allerijl begraven.

foto: Archief Parkabdij

Op de linkerhoek van de Ziekelingenstraat en de Oudebaan bevond zich dus een ziekeliedenhuis met een kleine kapel en een kerkhof. Reeds in 1293 vermeldt een cijnsboek van de Abdij van Park deze leprozerie van Groeninghe. De zieken waren hoofdzakelijk melaatsen, maar ook slachtoffers van andere ziekten, zoals pest en cholera, vonden hier een laatste onderkomen. In die tijd werden de zieken de stad uitgedreven en zij mochten niet meer binnen de stadsmuren komen. Hoewel de leprozerie van de Ziekelingen al op het einde van de 13de eeuw wordt vermeld, wordt pas in 1372 voor het eerst expliciet melding gemaakt van een kapel. Uit de archieven van de Abdij van Park blijkt dat de Kapel van Groeninghe tamelijk goed bedeeld was wat haar inkomsten uit onroerende goederen, erfrenten en cijnzen in geld betrof. Zowel de kapel als de leprozerie hebben echter altijd veel te lijden gehad

7


totdat er nog amper iets van overschoot. In 1713 werd de grond waar de leprozerie en de kapel op stonden, verkocht aan Louis Immens voor de som van 200 gulden. Dat geld gebruikte de pastoor van Korbeek-Lo om de parochiekerk op te knappen. Het Mariabeeld werd in de 19de eeuw van de kapel naar de kerk van Korbeek-Lo overgebracht en in een nis geplaatst op het kerkhof. Dit bescheiden kapelletje is gebouwd met stenen van de gesloopte Kapel der Sieckelide.

Foto: Hugo Dehennin

van verschillende troepenbewegingen, met grote vernielingen tot gevolg. In 1617 werd een uitvoerig contract opgesteld voor de restauratie van het gebouwtje. Uit de beschrijving van de werken kunnen we opmaken dat de vernieling van de kapel zeer grondig was. Het kapelletje was 11 tot 12 meter lang en 4,50 meter breed. Van het huis dat aan de kapel werd gebouwd krijgen we ook een beeld: een keuken van 11 voeten (1 voet = 0,28 meter), een voorhuis van 9 voeten en een kamer van 11 voeten. Verder waren er nog een stal, een bakhuis en een borreput (waterput). Doorheen de hele 17de eeuw werd de kapel herhaaldelijk toegetakeld,

8 ZIEKELINGENSTRAAT

Gedenksteen in de muur van het huis op de hoek van de Ziekelingenstraat met de Oudebaan.

Foto: Maggi Exelmans

Kapelletje op het kerkhof van de H.-Kruiskerk in Korbeek-Lo. Bij de bouw van dit kapelletje werd materiaal uit de Kapel der Sieckelide gebruikt.

Met de Franse Revolutie ondergingen de kapel en het ziekelingenhuis het lot van zovele kerkelijke bezittingen: onteigening en verkoop. De kapel werd tot schuur omgevormd. In 1936 heeft Frans Celerier dit gebouw grotendeels herbouwd en in 1953 helemaal afgebroken; hij gebruikte ook stenen van de oorspronkelijke kapel bij de bouw van zijn woning. In de ernaast gelegen woning (Oudebaan 325), eertijds van Victor Lamproye, bevindt zich een steen met het jaartal 1734, wat er op wijst dat regelmatig de nodige herstellingen aan de gebouwen werden gedaan.4 Een gedenksteen in de gevel van de woning op de hoek van de Oudebaan en de Ziekelingenstraat herinnert aan deze kapel.


Foto: Hugo Dehennin

Oudebaan nr. 325 (vroegere woning van Victor Lamproye) De woning draagt duidelijk de sporen van verbouwingen

Hoek Ziekelingenstraat-Oudebaan (vroegere woning Celerier): hier stond de Kapel der Sieckelide. Foto: Hugo Dehennin

9


kaart Geopunt Vlaanderen

De omgeving van de Ziekelingen op de kaarten ‘Gebieden van het VEN en IVON’ en Natura 2000 Habitat. (VEN= Vlaams Ecologisch Netwerk en IVON= Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk)

3. MOLENBEEK EN LEIBEEK

3.1. Een uniek stuk natuur Je zou kunnen stellen dat de Molenbeek, die hier over een afstand van enkele honderden meter pal naast de Ziekelingenstraat loopt, de grens vormt tussen het verstedelijkte Leuven en het platteland. Zoals zovele beken in Vlaanderen dankt de Molenbeek haar naam aan de aanwezigheid van molens. Vrij veel molens eigenlijk, op korte afstand van elkaar. Het tamelijk grote verval van de beek maakte dat mogelijk. De eigenlijke Molenbeek ontspringt op 57 meter hoogte aan de voet van de Hondsberg op de grens tussen Lubbeek en Boutersem en telde ooit vier watermolens over een lengte van pakweg 8 kilometer. Een andere tak van de beek ontspringt in Mollendaal (Bierbeek) en vloeit samen met de hoofdarm van de beek in Domein Vijverhof (Korbeek-Lo centrum). De Molenbeek is ook een belangrijk natuurgebied. De vallei van de Molenbeek is samen met de Mollendaalbeek in haar geheel opgenomen in het Natura 2000-netwerk van Europees te beschermen natuur. Recent werden hier reeën en bevers gesignaleerd.

10 ZIEKELINGENSTRAAT


Sleutelbloemen in het moerasgebied tussen Molenbeek en Leibeek.

Volgens Natuurpunt zijn deze beken de dragers van het landschap. De Molenbeekvallei vormt een groene tegenpool voor de oprukkende verstedelijking. De stad Leuven wil van de Molenbeekvallei één lange, groene long maken in samenwerking met de gemeenten Bierbeek, Lubbeek, de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) en de provincie Vlaams-Brabant. Als dat project gerealiseerd wordt, zal het op termijn mogelijk zijn om vanaf de monding van de Molenbeek in de Dijle, ter hoogte van het ‘Sportkot’, langs de beek tot in Lubbeek te wandelen.

Foto: Maggi Exelmans

Volgens een artikel in Het Nieuwsblad van 17 juni 2017 werden er al voorbereidende acties ondernomen om de groene long te creëren. In de Ziekelingenstraat is er een halt toegeroepen aan verdere verkavelingen met het oog op een toekomstig park dat zou dienen als een natuurlijk overstromingsgebied.5 Dit is een impliciete verwijzing naar de overstroming van 1998, toen de Molenbeek er buiten haar oevers trad. Dat gebeurde wel vaker. Oudere inwoners vertelden dat huis Puttemans meer dan eens met een bootje bevoorraad moest worden.

3.2. Waar liep dan de oorspronkelijke Molenbeek? Wie de loop van de Molenbeek langs de Ziekelingenstraat bekijkt, zal onmiddellijk merken dat het huidige tracé van de beek kunstmatig is. Stroomopwaarts van de kruising met de Meerdaalboslaan meandert de Molenbeek rustig door weiden en velden, maar na de expresweg zien we alleen nog kaarsrechte stukken. Het is niet duidelijk van wanneer deze tracéverschuiving dateert, maar ze zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met de molen van de Abdij van Park en dus wellicht in opdracht daarvan uitgevoerd zijn. Het gebeurt immers heel vaak dat het stuk stroomopwaarts van een molen wordt rechtgetrokken om de stroomsnelheid te vergroten, waardoor het maalvermogen stijgt.

11


Carte figurative d’une partie des villages de Korbeek-Lo et d’Heverlee Park (1785)

© Stadsarchief Leuven

In het midden van de groene strook is een kronkelende waterloop te zien. Wellicht was dit het oorspronkelijke tracé van de Molenbeek.

Kaart : Cartesius-portaalsite

Op de Parcks cheyns Carte van 1635 (zie pagina 6) is de beek rechtgetrokken tot aan de bocht ter hoogte van nummer 45. Op de Villaretkaart van 1745-48 is de Molenbeek al verder rechtgetrokken en volgt ze het huidige tracé. Het kronkelende waterloopje in het midden van het groengekleurde deel op de Carte figurative d’une partie des villages de Corbeek-Lo et d’Heverlee Park van 1785 is misschien nog een restant van het oorspronkelijke tracé van de beek. Het pleit alleszins voor de precisie waarmee de samensteller van de kaart te werk is gegaan, want vele kaarten geven dit tracé al niet meer aan.

12 ZIEKELINGENSTRAAT

3.3. Ooit een visrijke beek In de eerste helft van de jaren 60 was het water van de Molenbeek nog behoorlijk zuiver. Er zwommen stekelbaarsjes, voorns, brasems, karpers, baarzen, snoeken, palingen en grondels in. Op vele plaatsen groeiden schedefonteinkruid en sterrenkroos, wat wijst op relatief zuiver water. Er was toen veel minder bebouwing en de rivier kon nog op natuurlijke wijze de afvalstoffen afbreken van het schaarse rioleringswater dat erin terechtkwam. De beek werd tot in de jaren 70 nog op een vrij ‘ambachtelijke’ manier geruimd. Tijdens de zomermaanden trok een ploegje van twee of drie gemeentearbeiders, gewapend met zeisen en platte schoppen, vanaf de vijvers van Park stroomopwaarts. Eerst maaiden ze de oevers en daarna schepten ze


slib en ongewenst afval op de oevers. Om dit zware werk enigszins te verlichten, werd het water van de Molenbeek in de vijvers van het Papieren Moleken de hele dag opgestuwd, zodat het waterpeil in de Ziekelingenstraat en de Beekstraat maar een tiental centimeter bedroeg. Op het einde van de werkdag werden dan letterlijk de sluizen in het Papieren Moleken opengezet, waardoor het peil van de beek in enkele seconden van een paar centimeter tot meer dan een meter steeg. De arbeiders moesten zich dan zo snel mogelijk uit de beek reppen om niet door die vloedgolf meegesleurd te worden. Na ongeveer 1965 ging het pijlsnel achteruit met de waterkwaliteit. Vaker en vaker zag de beek bloedrood, als de installaties van het ‘saucissenfabriekske’ op de Tiensesteenweg werden gespoeld, of melkwit, van de melkerij in Bierbeek. Van afvalwaterzuivering was toen nog helemaal geen sprake. Dergelijke organische vervuiling trok ook heel wat water- en muskusratten aan. De saucissenfabriek en de melkerij stopten na enkele jaren wel hun lozingen, echter het chemisch vervuilde afvalwater van bedrijven en het afvalwater van het toenemende aantal woningen werd zonder enige vorm van zuivering in de beek geloosd, met alle gevolgen van dien. Zo gebeurde het een aantal keren dat vervuild water in de vijvers van Park terechtkwam, waardoor honderden karpers het leven lieten. De hele Molenbeek lag letterlijk bezaaid met dode, rottende vissen. Vanaf midden jaren 60 was de Molenbeek een open riool, waar geen planten- of vissenleven meer mogelijk was. Het zou duren tot de Aquafin-werken in de jaren 90 vooraleer er een langzaam maar zeker herstel zou intreden. Momenteel staat het water nog gecategoriseerd als ‘vervuild’ omwille van de historische bodemverontreiniging, maar we zien opnieuw een weelderige plantengroei, waartussen heel wat vissen schuilen.

3.4. De Leibeek

Op de Villaretkaart (1745-48) is het niet duidelijk te zien of er al een Leibeek loopt, maar we zien er wel een aantal drainagegreppels,

Kaart Geopunt Vlaanderen

Overal waar drassige gronden waren, werden door kloosters en abdijen vanaf de middeleeuwen leibeken aangelegd. Een leibeek is een gegraven beek om aan landbouw te kunnen doen. Ook in het bos werd er een Leibeek aangelegd en vinden we nog sporen van drainagegreppels. Een blik op historische kaarten leert ons enkele zaken.

Villaretkaart (1745-48)

13


Foto: Maggi Exelmans

De Leibeek, oase van groen aan de rand van het stedelijk gebied Leuven.

die rechtstreeks in de Molenbeek uitmonden tussen de Hoegaardsestraat en nummer 45. De iets jongere Ferrariskaart toont een Leibeek, maar die is een stuk korter dan de huidige. Op de topografische kaarten tussen 1865 en 1939 zien we een Leibeek die vertrekt vanaf het punt waar de huidige Zavelberg de Molenbeek ‘raakt’ (ter hoogte van nummers 29-31) en dan kaarsrecht naar de abdijvijvers loopt. Het reliëf van deze oude Leibeek is nu nog terug te vinden in het ‘bos van Bernadette’. Op die kaarten is er dus nog geen spoor van een Leibeek die een hoek van 90° maakt en gegraven is tot haar bron in het moerasbosje tussen de Meerdaalboslaan en de H.-Geesthoeve. Dit stuk van de Leibeek dateert dus van na 1939. Wellicht heeft de Leibeek haar huidige tracé gekregen bij de omvorming van weidegebied naar populierenplantage na de Tweede Wereldoorlog.

Kaart Geopunt Vlaanderen

Ferrariskaart (1777)

Kaart : NGI

Topografische kaart (NGI) van 1939

14 ZIEKELINGENSTRAAT


FEIT OF LEGENDE

3.5. Gruwelijke legende of feit? De zone aan de rechterkant van de Ziekelingenstraat tussen de Molenbeek en de huidige Leibeek is altijd een moerassig gebied geweest. De overlevering vertelt dat de Hertog van Alva (Spaans generaal en landvoogd der Nederlanden 1507-1582) hier zijn tegenstanders liet ophangen en vervolgens de lijken in het moeras liet gooien. Feit is dat Filips II (1527 -1598) Alva naar de Nederlanden gestuurd heeft. Hij kwam in 1567 in Leuven aan en vestigde in 1568 zijn hoofdkwartier in de gebouwen van de Abdij van Park. In onze kindertijd, in de jaren 60 van vorige eeuw, waarschuwden onze ouders en grootouders voor het moerassig vijvertje bij de scherpe bocht van de Leibeek. Want, zo werd ons verteld, in dat vijvertje lag nog een Duitse soldaat uit de Eerste Wereldoorlog, met paard en al. Een heel oude en daardoor sterk vervaagde doorwerking van het Alva-verhaal? Wel een feit is, dat er noch paard, noch soldaat is teruggevonden toen Bernadette Daniëls, de huidige eigenares van het domein, enkele jaren geleden het ‘vijvertje’ liet uitbaggeren om er een mooie, natuurlijke poel aan te leggen… Executies op bevel van Alva, ca. 1567

Het vijvertje waarin het lijk van een Duitse soldaat zou liggen Foto: Maggi Exelmans

15


Foto: Chris Wolfs

In dit hoofdstukje wordt het gebied van de Hoegaardsestraat vanaf de Philipslaan tot de Meerdaalboslaan besproken en zelfs in dat relatief korte gedeelte maken de bewoners van oudsher een onderscheid tussen ‘De Kroon’ en het nauwelijks honderd meter verder gelegen ‘Den Duivel’. ‘De Kroon’ mag niet worden verward met de ‘nieuwe’ wijk ‘De Spaanse Kroon’, in de jaren 60 aangelegd op het Parkveld.

4.

De Hoegaardsestraat (‘De Kroon’ en ‘Den Duivel’)

4.1. De Kroon, het vroegere Voorde De Hoegaardsestraat is zonder twijfel heel oud. Over een groot deel van haar traject is de straat een holle weg. In de Archeologienota Leuven Hoegaardsestraat lezen we: “De meeste holle wegen in het Dijleland dateren vermoedelijk uit de middeleeuwen, wanneer bij een periode van bevolkingsgroei nieuwe velden ontgonnen moesten worden. Een Romeinse oorsprong voor deze weg is echter ook aannemelijk. De baan verbindt Leuven met Bierbeek, allebei nederzettingen met een Romeinse voorgeschiedenis, en langsheen de baan zijn er verschillende Romeinse villae bekend.”6

16 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto’s: Hugo Dehennin

Waar de oude heirbaan van Leuven naar Bierbeek de Molenbeek kruist, was er van oudsher een doorwaadbare plaats, een voorde7, die haar naam heeft gegeven aan de kleine woonkern die daar al heel lang is en nu in de volksmond ‘De Kroon’ heet. Op de kaart van de Tienden van Corbeek-Loo, opgesteld door G. Mortiers in 1653, heet de huidige Hoegaardsestraat ‘Voortsche Straete’. Oudere inwoners van Bierbeek en Korbeek-Lo gebruiken deze naam nog om de weg tot aan het Stenen Kruis aan te geven. In Park-Heverlee heet een vrij recent aangelegde straat ‘Voordelaan’. Dat het gehucht Voorde al een respectabele ouderdom heeft, bevestigt een passus in het testament van Maaike Vander Rest over haar huis ‘De Valk’ van 13-6-1623:

Woonkern ‘De Kroon’, het vroegere Voorde. Links vooraan was tot eind jaren 50 café ‘De volle pot’

het huys met sijne toebehoorten daer sij/nu tegenwordich in sijn woonende/geleghen tot Vorde inde prochie/van Corbeeck Over Loo tusschen/die goeden des goidshuys van Perck/met Jan Denijs in tvoer sijde/die strate van Bierbeeck naer Loven/ter tweeder ende het straetken van Voorde/naer Groeninghe ter derde sijde sal/moghen vercoopen oft belasten voor soe vee/als de schult bij hen tsamenderhant/gemaeckt ende in haerder begraeffenisse/ende uuytvaert te maecken,(…) Het gaat hier over het hoekhuis op de kruising van de huidige Hoegaardsestraat (‘die strate van Bierbeeck naer Loven’) en de Ziekelingenstraat (‘het straetken van Voorde naer Groeninghe’). Het godshuis van Park is eigenaar van het pand aan de andere zijde.

De holle weg in de Herpendalstraat (grondgebied Bierbeek)

Op 15 juli 1663 koopt Jeroen De Smet datzelfde huis De Valk te Voorde: een huys ende hoff, schure stallinge/ende block daer van dependerende/geleghen tot Voort onder Corbeeck/Over Loo geheeten Den Valck, regenoot/d’abdije van Perck in twee zijden,/d’erfgenaemen Jan Denijs te/derdere ende sHeeren straete/ter vierder zijden, (…) Op 4 december 1674 schrijven de weesmeesters over de verkoop van De Valk te Voorde om schulden te dekken.

Hoekhuis Hoegaardsestraat-Ziekelingenstraat, het eerste winkeltje van ‘Yvonneke’

17


De vroegere afspanning De Spaensche Croon

Opschrift op de gevel van De Spaensche Croon

Fotos: Hugo Dehennin

4.1.1. De Spaensche Croon Het belangrijkste en oudste nog bestaande gebouw in Voorde is ‘De Spaensche Croon’ (Hoegaardsestraat nummer 83). Deze voormalige afspanning werd gebouwd in 1777. Op het dak na is het gebouw aan de buitenkant onveranderd gebleven. “Het was een pleisterplaats voor de hoge bezoekers van de Abdij van Park. Dit verklaart tevens het bordje dat in de loop van de 19de eeuw aan de gevel werd aangebracht opdat de bedelaars uit de Leuvense achterbuurten de bezoekers van de abdij niet zouden storen”.8 Plaatje ‘Verboden te

De Spaanse Kroon wordt al geruime tijd bewoond door de familie Demolder. Louis bedelen’ op de gevel van Demolder teelde er allerlei groenten, die hij leverde aan de conservenfabriek Marie Thumas De Spaensche Croon. in Wilsele. Na de Tweede Wereldoorlog werd in de omgeving grof zand ontgonnen door Jaak Peeters, een ‘vervrachter’ uit Kessel-Lo. De zavel werd in Leuven gebruikt voor de heropbouw van vernietigde gebouwen. Tegelijk werd uit Leuven puin teruggebracht en gedumpt in de ontstane zavelputten, zodat men bij graafwerken in dit gebied tegenwoordig heel vaak op puin stoot. Deze ontginning gebeurde van 1945 tot ongeveer 1955.

Luchtfoto van 1947, hierop is de vroegere zandgroeve te zien (witte vlek naast spoorweg).

Kaart : Geopunt Vlaanderen

18 ZIEKELINGENSTRAAT


UIT HET INTERVIEW MET ANDRÉ LAMBRECHTS EN EUGÉNIE DEMOLDER (Spaanse Kroonhuis in de Hoegaardsestraat) Eugénie Demolder, geboren op 1/7/1930 en in 1953 gehuwd met André Lambrechts, geboren op 28/8/1931 en overleden in 2019. Het koppel heeft vanaf 1957 steeds in het Spaanse Kroonhuis gewoond of ernaast. Het huis en de omliggende gebouwen waren vroeger een grote boerderij. Het was een afspanning waar paarden konden rusten en de gasten zich opfristen alvorens verder naar de stad te gaan. De hele familie Demolder heeft altijd in of rond het hoofdgebouw gewoond. Vader Demolder kocht in 1926 tweeëntwintig are van een zeker de heer Rondas, ook eigenaar van de huizen aan de Hoegaardsestraat tegenover de Spaanse Kroon.

Op het stuk werden voordien schapen gehouden. Hiermee is de heer Rondas rijk geworden, hij had meerdere huizen in de buurt. Zijn bijnaam was dan ook ‘Den Dikke Das’.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog liet de familie Demolder de hoevedieren los lopen en vluchtten ze zelf naar Oudenaarde met paard en kar. In het huis was toen een winkeltje dat geplunderd werd. In de voorste slaapkamer heeft men bij terugkeer een niet ontplofte obus aangetroffen. In de oorlog was er een verborgen ruimte voor het bewaren van smokkelwaar (graan). Dat graan werd gemalen in de abdij en dan in de aanwezige oven gebakken. Woike, de broer van Eugénie was kolenboer, maar heeft ook op andere plaatsen gewerkt. Gedwongen in Duitsland, in de steenbakkerij op de steenweg, die de stenen leverde voor de huizen in de straat. André Lambrechts (1931-2019) en Eugénie Demolder (1930) bij hun 65ste huwelijksverjaardag. Foto: Eugénie Demolder

19


“De grond werd gedraineerd door Jules Vannerum. Er werden serres geïnstalleerd, waar vooral bloemkolen werden geteeld. Producten werden verkocht eerst via een veiling aan het station (Maria Theresiastraat) en daarna in de veiling aan de parking Bodart. Jules Vannerum was een aimabel man, die je in zijn stofjas te woord stond. Demolder zelf teelde witloof, daarna erwten, bonen, spinazie en prei, ook om aan Marie Thumas te verkopen. Er werd bemest met ‘beer’ (aal) uit een grote put, die door de stadsdiensten werd aangevuld.”

Tussen Molenbeek en Leibeek, aan de zijde van de Ziekelingenstraat, staan nog het erg vervallen huis en dito serres van de vroegere burgemeester van Korbeek-Lo (1954-1960), Jules Vannerum. De Leuvense tuinders kweekten in de buurt vooral bloemkool. Die werd als de lekkerste koolsoort beschouwd, maar ze was ook het moeilijkst te kweken.9 De tuinbouwproducten werden eerst verkocht via een veiling aan het station van Leuven en later via de veiling aan de Ijzermolenstraat in Leuven, waar nu ’t Spit is. Na de dood van Vannerum geraakten de serres in verval en in 2018 werd de woning geteisterd door een brand. Aan de overkant van de hoek gevormd door de Philipslaan en de Hoegaardsestraat is er sinds medio jaren zestig een voetgangers- en fietserstunnel onder de oude spoorlijn Brussel-Luik. Tussen 1998 en 2001 werd deze tunnel nog verlengd bij de aanleg van de HST-lijn. Voor de komst van de tunnel werd de verbinding met de Abdij van Park verzekerd door een bewaakte spooroverweg (met rolhek – ‘de bareel’), die men vanuit de lagergelegen Hoegaardsestraat kon bereiken via een vrij steile helling, die nog zichtbaar is. Heel veel contact met Park-Heverlee was er overigens niet. De komst van de spoorweg heeft zeker gezorgd voor een fysieke en psychologische barrière tussen de twee woonkernen. Bovendien lag de Norbertijnenweg er vaak modderig en moeilijk berijdbaar bij. Van straatverlichting is er nooit sprake geweest. De naam ‘Achter de planken’ komt wellicht van de oorspronkelijk houten afsluiting langsheen de spoorweg.10

Wat er nog overblijft van de serres van Jules Vannerum. Op de voorgrond: het vroegere akkertje van Talle en Julia van de Duivelshoeve

Het huis van Jules Vannerum, voor de brand Foto: Maggi Exelmans

20 ZIEKELINGENSTRAAT

Foto: Maggi Exelmans


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

Foto: Fons Hermans

De ‘rolbareel’ achter het Dalemhof, van hetzelfde type als aan de Philipslaan. De rolbareel in het gehucht ‘de Beuk’ nabij de Oaselaan zorgde voor de bewoners van Overlo voor een verbinding naar Bierbeek. Een tweede overgang bevond zich in de Huizekensstraat, richting St.-Kamillus

Door wie werd deze aardeweg dan gebruikt? Door boeren die hun graan wilden laten malen in de abdijmolen (actief tot 1963), door mensen die koffie gingen kopen in de branderij van de abdij, door personeelsleden van Philips, door amateurtuiniers die hun plantgoed gingen kopen bij de ‘berkoezen’ (groentekwekers) in Park? Al heel lang werden op de erg vruchtbare gronden langs de Leibeek tussen de Abdijstraat en de Geldenaaksebaan tal van groenten gekweekt. Zelfs op de veel minder vruchtbare gronden

Foto: Dirk Duchateau

De helling naar de vroegere ‘bareel’ (Hoegaardsestraat-Philipslaan)

“Philips had al de grond tussen de Philipslaan en de Oudebaan gekocht. Op de Oudebaan, dat stuk van aan de Spaanse Kroon tot aan de Molstraat, stonden al veel huizen. Boerderijen waren vooral hier beneden te vinden. Hier waren veldwegjes om naar de Tiensesteenweg te gaan. Dat waren kerkwegen. In de Hoegaardsestraat was er een spoorwegovergang. De Norbertijnenweg die van daar naar de abdij liep werd ‘Achter de planken’ genoemd. Dat was een planken muur. In het midden van de planken was een lichtje met een lampje van 40 Watt in. ‘Talonschoenen’ moest je daar niet aandoen. Je moest daar een paar ‘botten’ aandoen, want de boeren reden daardoor om naar de molen te gaan. Dat was ‘maus’ (modder) tot achter ‘oe oeren’ (uw oren). En dan had je een brugje van aan de Hoegaardsestraat/Brugstraat, daar ging je dan de spoorweg over. Het ijzer brugje is in 1914 door de Duitsers gebouwd. Het stond op twee ‘pilasters’ (zuilen), want daar liepen maar twee sporen door en zo is dat stillekes aan uitgebreid.”

Foto : Hugo Dehennin

Foto : Hugo Dehennin

Achter de planken

” 21


Foto: Maggi Exelmans

De Abdij van Park met de Norbertijnenweg (‘Achter de planken’). Bovenaan: een stoomtrein die richting Luik rijdt. Deze foto dateert dus van voor 1963, het einde van het stoomtijdperk op de Belgische spoorwegen.

tussen de Norbertijnenweg en de spoorweg, waren er tot in de jaren 70 volkstuintjes. Men kon een perceeltje huren van de NMBS, die eigenaar was van het gebied. Hier werden veel asperges geteeld, die bij voorkeur groeien op losse, zanderige grond. Ook de jeugd maakte gebruik van de weg om te gaan vissen in de beek aan het ‘schof’, de visrijke uitlaat van de eerste vijver in de Molenbeek. Of om ’s zondags in de abdij naar het ‘patronaat’ (een voorloper van de jeugdbewegingen) of naar de Chiro te gaan. Naar verluidt gingen vele jongeren naar het patronaat ‘om er een lief te zoeken’.11 Feit is ook dat de zeescouts rond 1970 hun clublokaal hadden in de oude abdijmolen en dat daar af en toe goede fuiven werden gehouden…

4.2. Naar Den Duivel Foto: Michiel Ruiter

De Abdij van Park, met op de voorgrond en rechts vooraan de tuinbouwperceeltjes van de ‘berkoezen’ of ‘perkoezen’. Bovenaan midden-rechts: de akkers van de Spaanse Kroon

22 ZIEKELINGENSTRAAT

Over dit gehucht, dat ruwweg gesitueerd is tussen de driehoek Leibeek-Hoegaardsestraat-Meerdalboslaan, lezen we in Korbeek-Lo en zijn fanfare het volgende: “Voorbij Voorde bevindt zich rechts de hoeve en voormalige herberg ‘Café des Beaux Arts’, geprangd


Foto: Chris Wolfs

Woonkern ‘Den Duivel’, met centraal de Duivelshoeve

tussen Hoegaardsestraat en de spoorweg. Deze herberg werd in de volksmond ‘In den Duvel’ genoemd en vormde een wandeldoel voor de Leuvenaars. Het pachthof werd in de 15de eeuw bewoond door Willem Denduyvel. Het oudste gedeelte van de hedendaagse hoeve dateert uit 1717. In het begin van de 20e eeuw werd hier begin maart de Gregoriuskermis ingericht. Deze kermis lokte de Leuvenaars en tal van studenten. Ter gelegenheid van een bruiloft of een ander feest zongen de jongeren: “Eerst naar den duvel, dan naar ’t Lemen huis (Blauwput), dan naar ’t Herderinneke (Tiensestraat) en dan weer terug naar huis.”12 De Duivelshoeve heeft in de loop der tijd meerdere namen gehad: op de Ferrariskaart (1777) heet ze ‘’t Wit Peerdt’ en in de 19de eeuw wordt ze (of een deel ervan) ‘Café des Beaux Arts’ genoemd. Het moet ooit een dansschuur geweest zijn, maar uit de mondelinge getuigenissen kunnen we niet opmaken wanneer dat precies was. Van de Duivelshoeve werden enkele jaren geleden aparte woonunits gemaakt. Op de historische kaarten zijn er pas vanaf 1939 woningen te zien aan de linkerkant van de Hoegaardsestraat. Wellicht werden ook hier bloemkolen geteeld en er moet pal tegenover ‘Den Duvel’ een weide geweest zijn, want op het einde van de negentiende eeuw werd hier aan duifschieten gedaan. Eerst op echte duiven, nadien op kleiduiven, omdat de wet op de dierenbescherming gewijzigd was. Een eigenaar van Den Duvel, nog vóór Talle en Julia, was volgens Jos Grootjans ene Pie Sloep. Gaat het over dezelfde persoon als in het verhaal over de verschrikkingen in ‘de Root’ (zie pagina 51)?

23


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

Zijn grootouders woonden naast de Lei- en de Molenbeek, daar was een staminee.

De huidige ‘Duivelshoeve’

24 ZIEKELINGENSTRAAT

Foto: Maggi Exelmans

“In staminee ‘In de Grote Pot’, in het huis ‘met de grille’ aan de Hoegaardsestraat langs de Molenbeek tegenover de Ziekelingenstraat, stond een deur met geweldige ruiten, waarop een koe stond afgebeeld die gemolken werd. Mijn zus Victoire heeft nog met haar man Willy staminee gehad tot eind jaren 50. Je had ‘den Duvel’ en ‘achter den Duvel’. Hoeve Den Duvel heette oorspronkelijk ‘Au Diable’. Pie Duvel of Pie Sloep, de bompa van Dirk Duchateau (huidige bewoner van de Ziekelingenstraat), heeft daar een halve steen voor gemetst. ‘Au diable’ was geen café, maar een afspanning, waar chique madammen en meneren met hun charaban (een soort koets) kwamen om te vrijen. Vandaar ‘Au Diable’...? Aan de overkant, bij Godts, naast Vannerum, was een kleiduifschietstand. Maar je moest niet naar Godts vragen maar naar ‘de professor’. Het waarom van deze bijnaam is niet bekend. Daar was geen café, maar ze kwamen daar oefenen, zogezegd schieten, in de wei naast Godts. In dezelfde buurt was er ook een danszaal ‘het Wit Peerd’, maar die is ingestort. Toen boerde de grootvader van Dirk daar al, maar de zaal was nog in gebruik. Daar kwamen orkesten spelen. Er is zelfs een liedje over die feestzaal. Eigenlijk hadden we tegelijkertijd de danszaal ‘het Wit Peerd’ en het café ‘in de Grote Pot’. Dat was dezelfde periode. En of hier veel te beleven viel! Toen we trouwden had de grootvader van Dirk een rol ‘tapisseerpapier’ liggen, waarop hij een snijdersbank had getekend. Een snijder is een kleermaker. ‘En is dat geen snijdersbank .. Ja dat is een snijdersbank’: dat werd dan gezongen op trouwfeesten en het duurde uren. (…)”


Foto: Chris Wolfs

De Ziekelingenstraat begint, of eindigt, aan de brug over de Molenbeek aan de Hoegaardsestraat. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) is te zien hoe de in 1836-37 aangelegde spoorlijn Brussel-Luik door de oostrand van de vierde Parkvijver loopt, die daardoor een stuk kleiner werd. Oorspronkelijk moet deze vijver bijna tot aan de huidige Hoegaardsestraat gereikt hebben. Bij de aanleg van de HST-lijn begin jaren 2000 ging er nog een stukje van deze vijver af.

5. De Ziekelingenstraat 5.1. Zuid-Ziekelingen Tussen de vervallen serres van Vannerum en het huis Puttemans zien we een stuk braakland, begroeid met waterplanten zoals riet. Tot in de jaren 70 echter was dit een akker, bewerkt door Talle ‘Beuk’ en Julia van de Duivelshoeve en later door hun zoon Romain en zijn vrouw. Nog aan de rechterkant van de Ziekelingenstraat, tegenover nummer 70, stond er tot in de jaren 60 een piepklein huisje tussen de straat en de Molenbeek.

25


UIT HET INTERVIEW MET PAULA VRANCKEN (°1931)

Foto: Omer Vandebroeck

Zij werd geboren in het lager gelegen huis, Ziekelingenstraat 45.

“Er stond een klein huizeke tussen de beek en de Ziekelingenstraat. Van één plaatsje (kamertje) diep. Twee plaatsjes naast elkaar. Dat was van Trees Nel en Warre Winter. En aan de overkant van de straat hadden zij een zittertje gemaakt en daar zaten ze vaak in. De straat en de Molenbeek waren toen wel een stuk smaller dan nu.”

Op nummer 70 was er een tuinbouwbedrijf. Marguerite Demolder (zus van Eugénie, zie interview pagina 19) en haar familie teelden hier onder andere grondwitloof. Op winteravonden zag je op het veld de witloofkacheltjes gloeien en in het ‘witloofkot’, waar het witloof schoongemaakt en verpakt werd, was het aangenaam warm. Zeker in de verschrikkelijk koude winter van 1962-63, toen zelfs de Molenbeek zodanig dichtgevroren was dat men erop kon schaatsen!

5.1.1. Het Wit Huis, het vroegere kasteel van Terlinden

Luchtfoto van het Wit Huis (voor 1959). Midden links is huis Puttemans te zien.

26 ZIEKELINGENSTRAAT

Foto: Lisette Vrancken

In de Ziekelingenstraat kan je aan de linkerkant niet naast het imposante Wit Huis, of het kasteel van Terlinden, kijken (nummer 54-56). Net voor de haag tussen nummer 58 en het Wit Huis liep vóór de aanleg van de wijk Spaanse Kroon een onverhard weggetje omhoog ‘de berg op’ naar het toen eveneens onverharde weggetje dat later de Philipslaan zou worden.


Op 19 januari 1950 verkocht Pierre Denys het kasteel aan burggraaf Charles Emmanuel Terlinden (1907-1993), voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Leuven. Hij kocht in 1961 een bijkomend stuk land van de maatschappij Philips, waardoor hij een uitweg kreeg naar de Philipslaan, die een jaar later zou worden aangelegd. Volgens getuigenissen onderhield Terlinden nauwe betrekkingen met het Belgische koningshuis en de familie De Merode. Er zou meer dan eens hoog bezoek zijn geweest in de Ziekelingenstraat. Dit zorgde ook voor werkgelegenheid bij de buurtbewoners: Rosalie VranckenVastbinders bijvoorbeeld, heeft nog op het kasteel ‘gediend’ bij feestelijkheden.

Foto: www.delcampe.net

De eerste eigenaar van het Wit Huis was Joseph Denys (1857-1932), professor in de bacteriologie en pathologische anatomie aan de universiteit van Leuven. Pierre Denys (1903-1969) erfde het goed van zijn vader; hij was een bekende pediater en bacterioloog aan de universiteit. Wanneer het huis precies is gebouwd, blijft onduidelijk; het kasteel en de woning van Puttemans komen voor het eerst op de topografische kaart van 1939 voor.

Doodsprentje van Joseph Denys (1857-1932)

Foto: Hugo Dehennin

Hoe mooi en imposant het ‘kasteel van Terlinden’ ook is, het is niet beschermd. De buurt hoopt van harte dat het domein in zijn huidige staat kan behouden blijven en dat er geen tweede ‘Buelens-drama’13 in de Ziekelingenstraat komt. Het domein vormt immers een mooie, groene corridor tussen de volgebouwde Spaanse Kroon en het achterliggende platteland.

Het Wit Huis anno 2020

In 1977 kocht het echtpaar Daniëls het domein en in 2010 kocht weduwe Bernadette Daniëls het bos dat aan de overkant van de Molenbeek gelegen is. Van de vroegere populierenplantage heeft Bernadette een mooi en rijk natuurgebied met tal van inheemse vochtminnende boomsoorten weten te maken. Het dichtgeslibde vijvertje werd omgevormd tot een amfibieënpoel. (zie afbeelding pagina 15)

5.1.2. Huis Puttemans Aan de rechterkant van de straat, in het ‘bos’, staat het huis van de familie Puttemans. Het is alleen te bereiken via een bruggetje over de beek. Met zijn witgekalkte muren en twee rondbogen ziet het huis er erg oud uit, maar het is pas voor het eerst te zien op de topografische kaart van 1930. Het is wellicht gebouwd

27


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

28 ZIEKELINGENSTRAAT

Louis Puttemans kocht het huis en zou er een kolenhandel hebben uitgebaat. Zijn karren stalde hij onder de rondbogen, die toen nog niet dichtgemetseld waren. Louis overleed in de jaren 60 en zijn weduwe heeft er korte tijd een bescheiden winkeltje uitgebaat. Momenteel woont er nog een zoon van Louis. De woning van Puttemans heeft in de loop der jaren meerdere keren wateroverlast gekend. Er bestaan foto’s (jammer genoeg zijn ze niet teruggevonden) waarop met een bootje gevaren wordt op het overstroomde gebied. En het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de hele zone nu officieel een overstromingsgebied van de Molenbeek is.

Foto: Maggi Exelmans

“Een van de eerste huizen in de Ziekelingen is dat van Frans en Louise (Vrancken, nummer 45). Dit is ouder dan het huis van Puttemans over de beek; dat is gebouwd door Louis Demolder, een vervrachter met paard en kar. De twee bogen om zijn karren onder te zetten zijn nog te zien. Hij is begonnen met de Spaanse Kroon uit te zavelen. Waar de winkel van Yvonneke was, heeft Louis alles weggegraven. Yvonneke, dat is nu de winkel van Karinneke. Op de Zavelberg heeft hij nooit zand uitgegraven, daar zijn nooit zandwinningen geweest. Maar dan is Louis vertrokken naar Antwerpen naar de haven, om daar ‘vervrachter’ te gaan spelen. Toen was dat met paarden. Daarna heeft professor Denys dat hele stuk gekocht, ook de weide daarlangs. De hele boel tussen de Leibeek en de Molenbeek, tot een stuk voorbij de expresweg. En Denys heeft dan ook de grond aan de andere kant van de straat gekocht, waar nu het huis van Terlinden (het Wit Huis) staat. Het huis werd gebouwd door Denys. Denys had een hovenier, Van Herck, (wellicht bedoelt hij Van Gompel), die later aan het Stenen Kruis is gaan wonen. Hij ging hovenieren waar nu dat bos is. Hij wilde er bloemkolen en rode kolen kweken, maar dat heeft slechts 1 jaar geduurd want het is daar veel te nat. Van Herck is vertrokken (…) en dan heeft Puttemans dat gekocht. Puttemans was ook een kolenboer.”

rond dezelfde tijd als het ‘Kasteel’ (het Wit Huis) aan de overkant, beide in opdracht van professor Joseph Denys (1857-1932). Huis Puttemans werd aanvankelijk bewoond door de hovenier van professor Denys. Dat was Jef Van Gompel, die later met zijn vrouw Jeanne naar het Stenen Kruis is verhuisd.

Huis Puttemans


5.1.3. Vroeger ‘de wei’, nu ‘het bos’ Het bosgebied aan de rechterkant van de Molenbeek werd pas rond of na de Tweede Wereldoorlog bebost met populieren, voornamelijk bestemd voor de luciferindustrie. Voordien stond het gebied op alle kaarten ingekleurd als (moerassig) weidegebied en het werd door oudere bewoners tot begin jaren 70 bijgevolg ook ‘de wei’ genoemd. Wij herinneren ons dat de canadapopulieren gerooid werden in de eerste helft van de jaren 70, waarna er nieuwe werden aangeplant. Die werden ieder jaar ‘gesleund’ (van overbodige takken ontdaan, zodat ze mooi en vlug konden opschieten) tot ze een twintigtal jaar later ‘geoogst’ konden worden. Later werden geen nieuwe bomen meer aangeplant en het is nu een parkgebied met een natuurlijke opslag van o.a. wilgen, essen, elzen en moerasvegetaties. De daslook bijvoorbeeld groeit er welig.

Foto’s: Leo Page

Foto: Hugo Dehennin

Deze foto’s van een processie tonen hoe de ‘wei’ aan de overkant van de Ziekelingenstraat er voor de Tweede Wereldoorlog uitzag.

De vroegere ‘wei’, het huidige bos van Bernadette, was bereikbaar via een bruggetje over de Molenbeek, net vóór nummer 45. Dit bruggetje is duidelijk te zien op de topografische kaart van 1930. Restanten van dit bruggetje, twee gemetselde brughoofden en twee ijzeren balken met daartussen houten balkjes, zijn verloren gegaan bij de aanleg van de afvalwatercollector onder de beek aldaar.

29


30 ZIEKELINGENSTRAAT

Kaart van 1876

Foto: Cartesius

Foto: Omer Vandebroeck

Marie-Louise Vandebroeck (1948-1970) in kinderwagen op het verdwenen bruggetje aan nummer 45

Volgens oudere inwoners zouden over dit bruggetje tijdens de Tweede Wereldoorlog militaire voertuigen hebben gereden. We kunnen dit bevestigen noch ontkennen, maar we vermoeden dat het bruggetje zeker door de boeren werd gebruikt. Op de kaarten van 1930 en 1939 is te zien hoe er dwars door ‘de wei’ een landbouwweg heeft gelopen. Op de kaarten van 1873 en 1904 is er een paadje te zien dat vanaf nummer 45 de oever van de Molenbeek volgt tot aan de plaats waar later de ‘Beekstraat’ zal komen. Volgens oudere bewoners is dit paadje een militaire weg geweest, die niet door de tuinen van de aanpalende bewoners ingepalmd mocht worden. Dit pad werd door een houten poortje in de tuin van nummer 45 afgesloten; het vernieuwde, metalen poortje is nog altijd te zien. Tot in de jaren 60 was het hele perceel achter de woningen vanaf nummer 45 tot aan de Zavelberg één groot tuinbouwperceel, waar Karel Delfosse o.a. bloemkolen en aardbeien teelde. Met paard en kar vervoerde hij zijn oogst via dit paadje naar zijn huis aan de Molstraat. Later werd dit landbouwperceel door zijn zoon Marcel beplant met kerstsparren, waarvan er een aantal intussen tot behoorlijk grote exemplaren uitgegroeid zijn.


Het valt op dat de oudste huizen en hun tuinen (voornamelijk nummers 33, 43, 45) lager dan het huidige straatniveau liggen. Het niveauverschil neemt toe in de richting van de Zavelberg. Dit wijst erop dat de oude holle weg die de Ziekelingenstraat ooit geweest is, plots steil omhoog loopt naar de Oudebaan. Op de topografische kaart van 1891 is alleen het bovenste stuk van de straat oranje ingekleurd (verharding), maar op de kaart van 1930 loopt de verharding al door tot aan het Wit Huis. De herprofilering van de straat zou dus tijdens het eerste kwart van de vorige eeuw gebeurd zijn. Nog een vermoeden is, dat het zand dat werd gebruikt om de straat op te hogen vanaf nummer 45, uitgegraven werd uit de steile rand van de Zavelberg. Achter de percelen aan de rechterkant van de Zavelberg is er immers nog altijd een abrupte, steile rand. Naast het ‘Wit Huis’ staat er nog een vrij oud huis, nummer 52. Dit perceel was blijkens een akte van 1927 door Augustinus Oversteyns in ruil verkregen van Pierre baron de Dieudonné de Corbeek over Loo, de vroegere burgemeester van de gemeente. ‘Gust’ Oversteyns liet op dit perceel twee jaar later een burgerwoning bouwen. Na zijn dood in 1946 kocht zijn zoon Louis het pand en na diens dood in 1980 is het huis bij erfenis overgegaan naar zijn dochter Claire. Het perceel Oversteyns was aanvankelijk vrij groot en nadien werden kleinere stukken ervan doorverkocht aan de buren. Aan de rechterkant van de straat staat nummer 45, een van de oudste huizen van de Ziekelingenstraat. Het is niet bekend wanneer precies de woning werd gebouwd, maar volgens Paula Vrancken (°1931) werd ze in 1923 of 1924 aangekocht door Frans en Louise Vrancken-Nys, de grootouders van Omer Vandebroeck.

Foto’s: Maggi Exelmans en Hugo Dehennin

5.2. Midden-Ziekelingen

Huis van Augustinus Oversteyns Ziekelingenstraat 52

Het lagergelegen huis Ziekelingenstraat 45

UIT HET INTERVIEW MET PAULA VRANCKEN (°1931) Zij werd geboren in het lager gelegen huis, Ziekelingenstraat 45.

“Dat huis stond er zoals het er nu staat, maar oorspronkelijk lag de straat lager. Ze was veel smaller en geplaveid met ‘kinderkopjes’ en ging vanaf de Beekstraat (huidige Zavelberg) steil omhoog. De Beekstraat bestond al in mijn jeugd, maar er stonden niet veel huizen. Op de Tiensesteenweg reed de tram. Je moest dan gaan tot aan de ‘wissel’, aan de Philipslaan. Daar wisselden de trams die van Leuven naar Lovenjoel gingen en die van Lovenjoel kwamen. Dat was ongeveer aan (restaurant) de ‘Ferme Bretonne’ (De Bretoense Hoeve). De tram reed verder voorbij ‘Oet’ (domein van professor Hoet aan de Tiensesteenweg), want daar stopte hij de eerste keer. Als je hem dus miste aan de wissel dan kon je nog lopen tot bij ‘Oet’.”

” 31


Foto: Wikipedia

Kaartje van het buurtspoorwegennet (1953) Affiche voor Buurtfeest 2005

Op bovenstaand kaartje is te zien dat er in 1953 nog een tram (lijn 3) reed tussen Leuven en Lovenjoel, later werd dit het traject voor de lijnbus Leuven - Tienen:

Foto: Patrick Daenen

Het huis ernaast, nummer 43, was eertijds een boerderijtje. In de jaren 60 woonde hier Marcelleke Reynaerts, die in Leuven wereldberoemd was als muzikant bij de Spinosj Gag Band. Een ander muzikaal talent, Armand Hombroeckx, ‘Big Bill Krakkebaas’ kwam hier vaak zijn familieleden bezoeken. Recent werd de schuur van nummer 43 door Toon en Els omgevormd tot ‘La Grange’, een gezellige ontmoetingsplek voor de buurt.

5.2.1. Bakstenen en wissen

Recent archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de middeleeuwen meerdere steenovens in dit gebied stonden. Een kleine kilometer hogerop zouden tot in het eerste kwart van de 20ste eeuw enkele steenovens actief zijn geweest. Ook in Kessel-Lo (Plattelostraat, Koetsweg en omgeving) leverden de kleilagen het basismateriaal voor het bakken van stenen.

32 ZIEKELINGENSTRAAT

Foto: Buurtcomité Ziekelingen

Het volgende huis, nummer 41, werd in 1959 gebouwd door de grootouders van huidige bewoners Gert en Griet Dehennin-Cumps. Bij het uitgraven van de funderingen in de hete zomer van 1959 stootte Marcel Dehennin (1923-2015) op de restanten van een steenoven. Wellicht was dit ooit een veldoven waarin de stenen van het ernaast gelegen boerderijtje gebakken werden. Nog altijd zijn er stukken rode baksteen in de tuin van nummer 41 te vinden.

Big Bill (Armand Hombroeckx) tijdens een optreden op Ziekelingen-buurtfeest 2005


Terug naar nummer 41. Op foto’s uit 1954, ons ter beschikking gesteld door Hubert Bovens, merken we een hangar en een aantal schoven van ‘wissen’ of wilgentenen op. De vader van Hubert, Arnold (1920-2008), had hier in het begin van de jaren 50 een stuk land aan de beek, waar hij ‘wissen’ liet opschieten en bewerken. In de hangar werden de wissen van hun schors ontdaan, eerst manueel en later machinaal. Van deze wissen werden was- en aardappelmanden gevlochten door blinde familieleden van Arnold Bovens. Later werd dit werk gedaan door gevangenen van de Centrale Gevangenis in Leuven. Rond 1956-57 stopten ze met de mandenproductie en legden ze zich toe op viskorven. Toen in 1960 de wetgeving betreffende gehandicapten in werking trad, sloot het bedrijf definitief.

Al deze foto’s dateren van 1954 Linksboven: Hubert Bovens met zijn moeder en zus voor de open hangar Middenboven: Ziekelingenstraat 41, zus en broer Bovens in 1954 Rechtsboven: Hangar, rijen ‘wissen’ en huis nummer 39

Fotos: Familie Bovens

Linksonder: Vader Bovens en kinderen tussen de bundels ‘wissen’ Rechtsonder: Uit de eerste helft van de jaren 60: Marie-Louise Vandebroeck met haar fiets op de kasseien van de Ziekelingenstraat ter hoogte van nummers 39-41. Links de witgeverfde omheiningspaaltjes van perceel-Buelens. Aan de linkerkant van de straat betonnen elektriciteitspalen, rechts houten telefoonpalen. mer Foto: O

broeck Vande

33


Foto’s: Koen Baumers

Het perceel-Buelens voor en na de kaalslag van 2019

5.2.2. Het perceel-Buelens In 2019 werd ondanks hevig protest van o.a. het buurtcomité Ziekelingen een ware kaalslag gehouden op het vroegere terrein van de familie Buelens (nummer 20). Dit 8000 m2 grote domein was een prachtig stukje natuur met oude bomen en een wilde plantengroei. Jarenlang heeft deze groene oase het uitzicht van Midden-Ziekelingen bepaald, tot in de lente van 2019 alle groen werd opgeofferd aan een toekomstig bouwproject. Er werd hierbij geen rekening gehouden met de afspraak dat er een bomen- en struikengordel rond het terrein bewaard zou blijven. Bovendien was het radicaal rooien van plantengroei in volle broedseizoen not done. Na de kaalkap voerde een archeologisch studiebureau opgravingen uit op het terrein, wat verplicht is bij projecten van dergelijke omvang. Hierbij werden resten gevonden van steenovens, die wellicht dateren uit de late middeleeuwen of de daaropvolgende periode.14

5.3. Noord-Ziekelingen In het noordelijke, hoger gelegen gedeelte van de straat moet er volgens oude kaarten tegenover de Zavelberg een weg zijn geweest die naar de Oudebaan liep. In de driehoek, gevormd door Oudebaan, Ziekelingenstraat en dat bewuste weggetje, heeft de Capelle der Sieckelide gestaan. Voor de voorgeschiedenis van dit perceel verwijzen we naar het hoofdstuk over de kapel. Zowel aan het begin als aan het einde van de Ziekelingenstraat was er een buurtwinkeltje, waar je producten voor alledag kon kopen. ‘Beneden’ was dat Mariake, later Yvonneke, en ‘boven’, op de hoek met de Oudebaan, was het ‘Bij Mina’. De man van Mina, François Celerier, reed met paard en kar door de naburige dorpen om textielwaren aan de man te brengen. Mina werd in de jaren 60 opgevolgd door haar dochter Martine Celerier, die samen met haar man Romain Decerf het winkeltje uitbaatte tot eind jaren 70. Nadien was er een tijdlang een tandartsenpraktijk gevestigd.

34 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto: Maarten Bracke

Resten van steenovens (kareelovens) op perceel-Buelens

De Ziekelingenstraat is mee geëvolueerd met de tijd. Het met bomenrijen omzoomde zandweggetje tussen de Capelle der Sieckelide en het gehuchtje Voorde werd eerst met ‘kinderkopjes’ gekasseid op het steilste stuk van de holle weg tussen Zavelberg en Oudebaan. Wellicht na de Tweede Wereldoorlog, kwamen er iets gemakkelijker te berijden rechthoekige, grijsgroene porfierkasseien en werd de straat opgehoogd om het niveauverschil met de Oudebaan te temperen. In de jaren 90 werden de kasseien vervangen door asfalt en werden de oevers van de beek van schanskorven voorzien.

Foto: Omer Vandebroeck

De oude riolering, die tot dan het ongezuiverde water van de omliggende dorpen in de Molenbeek liet lopen, werd gesupprimeerd en vervangen door een afvalwatercollector die onder de beek werd doorgetrokken. Het rioolwater wordt vanaf dat punt naar het zuiveringsstation van Haasrode gepompt.

Foto: Maggi Exelmans

Zicht vanuit de tuinen aan de Ziekelingenstraat op de Zavelberg (foto eerste helft jaren 60)

Op deze foto van april 2016 is te zien dat huis nummer 33 en de tuinen van de aanpalende huizen lager liggen dan het huidige niveau van de Ziekelingenstraat.

35


5.4. Verkeer vroeger en nu Wie herinnert zich nog de komst van de rood-en-gele lijnbussen -‘de 5’- in de Ziekelingenstraat? Dit moet rond het jaar 1963-64 geweest zijn. De bussen reden toen om de twintig minuten vanaf de Tiensesteenweg de ‘Astridlaan’ (huidige K. Elisabethlaan) naar beneden en dan via de Ijzerenpoortstraat, waar ze aan café ‘Het Meuteke’ naar links afsloegen en zo de Hoegaardsestraat tot aan de Ziekelingenstraat. Daar was een bushalte, de volgende was aan ‘Mina’ op de hoek van de Oudebaan, waar ook een veelgebruikte telefooncel stond. Later werd het tracé van lijn 5 nog een aantal malen gewijzigd en momenteel rijden er geen bussen meer door de Ziekelingenstraat. Tot ongeveer 1965 was er weinig autoverkeer in de straat. De meeste mensen verplaatsten zich met de fiets en men moest niet zo vaak het huis uit, want de handelaars kwamen naar je toe: minstens twee bakkers, een paar brouwers, ijsjesmannen (Gust ‘Popeye’ de ‘crèmeboer’ en Albert), een visboer en een groenteboer. Verse melk kon je halen bij Talle en Julia in de Duivelshoeve of bij Demolder aan ‘de Kroon’. Op vrijwel iedere straathoek kon je een rode postbus vinden, zodat je te voet je brief kon gaan posten. Vaak stond daar ook een openbare telefooncel, een schitterende voorziening in een tijd waarin nog niet iedereen over een vaste telefoonlijn beschikte. En van smartphones was er toen absoluut nog geen sprake.

Foto: (http://townofmotors.com/53205-brossel-jonckheere.html)

Foto: Facebookpagina van Leuven Weleer

De meeste verplaatsingen in die tijd zou men nu ‘woon-werkverkeer’ noemen. De Ziekelingen lagen op een boogscheut van het centrum van Leuven en heel wat mannen verdienden hun kost bij de NMBS

Lijnbus 5, de oranje variant (jaren 70-80) Deze foto werd genomen op het Fochplein (nu Rector De Somerplein) in Leuven.

Dit was het eerste type bus dat de Ziekelingen aandeed vanaf ca. 1964.

36 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto: Dirk Duchateau

Clara Grootjans, de grootmoeder van Dirk Duchateau, bij haar melkronde

Foto: Maggi Exelmans

of bij andere grote bedrijven zoals de Ateliers de la Dyle (‘den Dil’), Marie Thumas, Artois, of Philips. Ook de Centrale Gevangenis verschafte werk aan heel wat mannen. Vaak zorgden de vrouwen voor een bescheiden tweede inkomen: ze verkochten de opbrengsten van een klein boerderijtje of ze hadden een melkronde, zoals Clara Grootjans, de grootmoeder van Dirk Duchateau: zij had in de jaren 30-40 een melkronde tot ver in wijde omgeving.

Maggi Exelmans leert in de Ziekelingenstraat fietsen met haar grootvader Sylvain, ter hoogte van huis Oversteyns. Links op de achtergrond een ‘zoemende’ telefoonpaal, net voor het bruggetje naar huis Puttemans. Als er in de buurt werd getelefoneerd, kon je een zoemend geluid horen wanneer je je oor tegen de houten paal hield. Je moest wel oppassen dat je je niet vuil maakte, want de palen waren behandeld met ‘creoline’

37


De Zavelberg op de kaart van Vandermaelen (1846-54)

6.

De Zavelberg en Overlo

Bron: Geopunt

6.1. Van Beekstraat naar Zavelberg Tot aan de gemeentefusies van 1976 heette de huidige Zavelberg ‘Beekstraat’. In tegenstelling tot wat het oude toponiem ’Zavelberg’ zou kunnen laten vermoeden en hoewel er dikke zandlagen in de bodem zitten, is er hier nooit een zandwinning geweest. Op de topografische kaart van 1904 is er geen spoor van deze straat te merken, maar op de kaart van 1939 zien we al een onverharde weg. Op deze kaart is er nog geen bebouwing te zien, maar uit een notariële akte van 1939 blijkt dat een “huis met aanhorigheden, 2 aren 30 centi-are groot, gelegen aan de Beekstraat nummer 10” verkocht werd door Pierre Vanderstukken en Aimée Richebe aan Jacob René Vandeweyer (1915-1948) en Maria Paulina Vrancken (1918-1991). Datzelfde perceel werd door landmeter H. Fannes in 1934 opgemeten; toen stond op die plek nog geen enkel huis en droeg de straat zelfs nog geen naam.

38 ZIEKELINGENSTRAAT


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

“De naam Zavelberg als berg staat wel op heel oude kaarten, maar het straatje zelf staat op geen enkele oude kaart. De Zavelberg was vroeger niks. Mijn huis is van eind jaren 20, maar het was zeker niet het eerste huis. Lager waren er nog huisjes, maar dan stopte de straat. Dat was een slechte weg met ‘mottige’ kasseien.”

” Schets van landmeter Fannes van de percelen aan de Beekstraat (1934), de Ziekelingenstraat wordt hier ‘Zoetelingenstraat’ genoemd.

De oudste huizen van de Zavelberg (huisnummers 29-41) dateren wellicht uit de jaren 30. De meeste andere huizen werden na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Rond die tijd werd ook de straat gekasseid, samen met de heraanleg van de Ziekelingenstraat en het stuk Oudebaan tot aan de Molstraat. De kasseien stopten echter abrupt bij huisnummer 29, zodat de achterliggende huizen het nog een hele tijd met een aardeweg moesten stellen. Het zou nog tot 1972 duren vooraleer ook dit laatste stuk gekasseid zou worden. In de vroege jaren 90 werd de hele Zavelberg geasfalteerd, tot en met Overlo.

Toestemming van bewoners om een gedeelte van de Beekstraat te laten kasseien (1972)

Foto: Benny Struys

Foto: Maggi Exelmans

39


6.2. Overlo en de ‘Kolk’

Al van in de jaren 50 bestonden er plannen om door dit gebied een expresweg aan te leggen als onderdeel van een grote ring om Leuven. Rond 1960 waren twee gezinnen van plan om twee woningen te bouwen op de plek waar de huidige Meerdaalboslaan aan haar steile klim naar De Mol begint. Toen de kelders gemetseld waren, kregen ze echter te horen dat de werken stilgelegd moesten worden. De twee percelen met de onafgewerkte kelders zouden braak blijven liggen tot de aanleg van de Meerdaalboslaan, zo’n 25 jaar later. Al die jaren bleef de primitieve ‘werfkeet’ er staan: een oude, gele ‘camionette’, beschilderd met reclame voor de toenmalige Brouwerij Breda, met hun bekende Goldor-pils.

40 ZIEKELINGENSTRAAT

(Foto: Hugo Dehennin)

Dit verdwenen pad werd onder andere gebruikt om bij de fameuze ‘Kolk’ te geraken. Dit was – en is – de plaats waar de Molenbeek een hoek van vrijwel 90° De wijk Overlo maakt. Door de natuurlijke meandervorming op deze plek gaat de stootoever of holle oever steeds verder afkalven, waardoor er in de loop van de tijd een soort ‘draaikolk’ is ontstaan. Het rondwervelende water heeft er voor een diepe put (ongeveer 1 à 1,5 meter diep) gezorgd. Menig buurtbewoner heeft hier dan ook leren zwemmen. Op warme zomerdagen kon het hier aardig druk zijn. Er wordt zelfs beweerd dat wielerlegende Jef – Poeske – Scherens geregeld in de kolk kwam vissen. Rond 1965 was het gedaan met de pret: het beekwater was te vuil geworden.

Het molentje op het vroegere pad naar ‘De kolk’

Foto: Hugo Dehennin

Foto: Hugo Dehennin

De huidige wijk Overlo ligt niet op de plaats van het historische Overlo; dat is rond het Papieren Moleken gesitueerd. Het huidige Zavelberg-Overlo ligt wel aan een oude voetweg waarlangs men dat ‘historische’ Overlo kon bereiken. Ter hoogte van Wittehoevelaan nummer 1 was er een ijzeren draaimolentje dat toegang gaf aan de weide die tot het Papieren Moleken liep. Door de aanleg van de Meerdaalboslaan is deze verbinding echter onmogelijk geworden.


6.3. Prins Carnaval

UIT HET INTERVIEW MET

Een van de markantste bewoners van de Zavelberg was ‘Gust Petrol’, Gust Struys. Samen met zijn vrouw Madeleine was Gust vele jaren actief in het verenigingsleven van Korbeek-Lo en Leuven. In 1979 werd hij Prins van Loven en in 1981 Prins van Brabant. Madeleine bracht het in 1985 tot Prinses van Brabant en samen waren ze van 1983-85 bierkoning en -koningin. Omdat er op het grondgebied van Leuven na de fusies van 1976 meerdere ‘Beekstraten’ waren, werd voorgesteld om de aloude benaming ‘Zavelberg’ als nieuwe straatnaam te gebruiken. Enkele vrienden van Gust grepen deze gelegenheid echter aan om aan het stadsbestuur te vragen, als nieuwe straatnaam ‘Prins-Carnavalberg’ te gebruiken. Hieronder vindt u het antwoord van het toenmalige stadsbestuur.

JOS GROOTJANS (1938-2019)

“Er was een verbinding met het Papieren Moleken. Er vertrok een wegje aan de Oaselaan, aan het Heilig Geesthof, dwars door de wei tot aan de beek. Een stukje verder lag er een plank over de beek. Dan kwam je hier beneden aan de expresweg uit en daar stond een ‘molentje’. Een draaimolentje waar je als persoon door kon, maar de koeien niet. En zo stonden er twee. Ongeveer waar nu de expresweg is, iets meer stroomopwaarts, was de kolk, een verbreding van de beek. Toen was er meer water in de beek dan nu en dat spoelde uit. Bij de HeiligeGeesthoeve, daar was de kolk, waar iedereen heeft leren zwemmen, zoals de Witte van Zichem.”

Foto: Hugo Dehennin

Foto: Benny Struys

‘De kolk’ in 2020

Beslissing van het Leuvens stadsbestuur in verband met de voorgestelde benaming ‘Prins-Carnavalberg’ (1979)

41


Foto: Hilda Peeters-Dehennin

De Ziekelingenstraat ligt tussen twee zeer oude wegen, met name de Hoegaardsestraat in het zuiden en de Oudebaan in het noorden. ‘De Oudebaan gaat met zekerheid terug tot de middeleeuwen en mogelijk tot de Romeinse tijd, als een segment van de gekende verbinding tussen Elewijt en Tienen.’ 15 De Oudebaan was lange tijd de belangrijkste verbindingsweg tussen Leuven en Tienen, tot de huidige Tiensesteenweg werd aangelegd in 1710.16 Op de Kaart van de Tiende van Korbeek-Lo, behorend tot de Abdij van Park, opgemaakt door landmeter Guillaume Mortiers in 1653, is het traject van de ‘herbane van Thienen op Loven’ goed te volgen. De Kapel der Sieckelide staat er op afgebeeld en het veld aan de noordkant van de Oudebaan heet er ‘t’ Donckervelt’, een toponiem dat helemaal verdwenen is.

7.

De Oudebaan

7.1. Het is naar de vaentjes… Hoewel de wijk ‘De vier Vaantjes’ net buiten het gebied ligt dat we hier beschrijven, willen wij toch de nogal lugubere geschiedenis ervan schetsen. Tussen de huidige Tiensesteenweg, Zamenhoflaan, Oudebaan en Vlinderlaan was er vroeger een heuvel. Net zoals aan vrijwel elke toegangsweg tot de stad stond op deze heuvel een galg, zodat men het schrikbeeld al van ver kon zien. Hier werd de heuvel later afgegraven; de klei diende als grondstof voor de vijf steenbakkerijen die hier tot ongeveer 1920 actief waren. Op de Villaretkaart van 1745-48 is deze vierkante heuvel, omringd door een soort ringwal, nog zichtbaar. Ook de toponiemen ‘Galgenberg’, ‘Galgedel’ en ‘Galgeveld’ zijn al op de oudste kaarten terug te vinden.

42 ZIEKELINGENSTRAAT

Uit F. Van Even, ‘Louvain dans le passé et dans le présent’.


rs-Dehennin Foto: Hilda Peete

Historische stoet langs Oudebaan met kasseiwegdek en blik op de toenmalige Groenstraat, nu Dalemhofstraat. Aan de horizon: boerderij Van Calster. Deze foto’s dateren waarschijnlijk uit het einde van de jaren 50.

WIJ WILLEN U VOLGENDE PLASTISCHE OMSCHRIJVING VAN ‘DE VIER VAANTJES’ NIET ONTHOUDEN:

7.2. Toename van de bebouwing langs de Oudebaan

“Er bengelden altijd wel een paar kadavers aan, om potentiële misdadigers af te schrikken. Als een lijk als een rotte vrucht naar beneden viel moest de beul het opnieuw ophangen. Net zolang tot er niet genoeg overbleef om op te hangen. Dan stak men de restanten in ongewijde grond. De galg bestond uit vier rechtopstaande palen, verbonden met dwarsbalken. De constructie vormde een soort kubus. Op de vier rechtopstaande balken stond een smeedijzeren vaandeltje: de vaantjes. Dit waren kunstzinnige smeedijzeren vlaggetjes die met de wind meedraaiden. Zo wist de naderende bezoeker nog voor hij goed en wel de stadspoort bereikt had ‘vanwaar de wind kwam’, en kon misschien vermeden worden dat de pestilente stank hem, of haar, in het gezicht sloeg. Nog zegt men ‘het is naar de vaantjes’. In 1485 werd hier een galg opgericht ter vervanging van een oudere, rotte galg. De vaantjes zouden het werk zijn van Joost Metsijs, broer van Quinten Metsijs. Hij was ook de architect van de toren van de St-Pieterskerk in Leuven.”17

Vóór het midden van de 19de eeuw stonden er langs de Oudebaan vrijwel geen huizen tussen het gehucht ‘Eysere Poort’ en het centrum van Korbeek-Lo. Alleen in het gehucht ‘Huiskens’, langs een zijstraat van de Oudebaan, was er van oudsher vrij dichte bewoning.18 Dat er in de Ziekelingen lange tijd vrijwel geen enkel huis stond, is logisch. Deze plek was voorbestemd voor de melaatsen, die omwille van hun besmettelijke ziekte uit de maatschappij waren gestoten om hier te komen sterven. De Atlas der Buurtwegen (1841) toont een eerste woning langs de Oudebaan, schuin tegenover de kapel. Vanaf ongeveer 1875 gaat het relatief snel: op de NGI-kaart van 1873 staan er nu ook al een drietal huizen aan de noordkant van de Oudebaan. De bebouwing breidt verder uit en

43


UIT HET INTERVIEW MET FIEN WEETS (°1921-2020)

Foto: Bjorn Vanden Eynde

Geboren op 14 januari 1921 in de Groenstraat in Korbeek-Lo, naast boer Van Calster. Haar vader werkte als stoker bij de spoorwegen. Haar grootvader langs moederskant is de man die de Bretoense Hoeve is gestart. Fien is in de jaren twintig een paar dagen naar school geweest in de meisjesschool aan de Tiensesteenweg (nu De Ark). Die school bestond dus blijkbaar al in de jaren twintig. Ze werd brodeuse (naaister) en werkte in de omgeving van de Mechelsestraat. Haar latere man was als soldaat in gevangenschap in Duitsland, samen met haar broer, die was opgepakt na de vlucht. Haar man werd eerder vrijgelaten en kwam dan thuis berichten over haar broer. In 1943 zijn ze gehuwd, waarna ze verhuisden naar Brussel. Ze woonden eerst in St. Gillis en daarna in Ukkel, waar ze een beenhouwerij bouwden in de Vanderkinderestraat. In 1970 verhuisde ze naar haar huidig appartement. Uit haar jeugd herinnert ze zich een steenbakkerij op de Oude Baan, tegenover boerderij Van Calster. Waar nu school ‘De Bron’ gevestigd is, was vroeger een boerderij met een openbare waterput en met een kippenkwekerij. Ook was er klein café met feestzaal: “Bij Polle en Melanie” (Van Roy, op de hoek van de Ziekelingenstraat).

“In de maand mei was daar ook een kleine kermis met spiegeltent en een grote kermis in Korbeek-Lo. De spiegeltent heeft ook een tijdje in de Molstraat gestaan. De kermis was op zondag en maandag, er waren dan veel volksspelen, zoals telefoonpaalklimmen. Er was ook een processie in mei. De kinderen speelden veel in de buurt van de bron (waterput), bijvoorbeeld ‘bloemeke’: het raden van de naam van een bloem.”

In de oorlog was de familie gevlucht (naar Ledegem) en waren zij slachtoffer van plundering. Destijds dienden de kinderen aren op het veld te lezen om broodgraan te hebben; er werden ook dieren gekweekt. Er was weinig bemoeienis van de Duitsers en honger herinnert ze zich niet.

44 ZIEKELINGENSTRAAT

de situatie op de NGI-kaart van 1939 is ongeveer dezelfde als de huidige: bebouwing langs beide zijden van de Oudebaan tussen nummer 344 en de Molstraat. Na de Tweede Wereldoorlog breidde de bewoning zich nog verder uit, zowel naar Leuven als naar Korbeek-Lo toe. Deze recente bebouwingsgolf was mede het gevolg van de heraanleg van de Oudebaan vanaf de Molstraat tot Korbeek-Lo begin jaren 70. Tot dan was de Oudebaan een vrij smalle kasseiweg, waar twee auto’s mekaar maar moeilijk konden kruisen. Er wordt beweerd dat de kasseiweg er jarenlang zo bleef bijliggen, omdat dit telkens voor spektakel zorgde tijdens de wielerkoersen. Zelfs Eddy Merckx zou deze kasseistroken van het goede teveel gevonden hebben. Het gedeelte van de Oudebaan vanaf de Molstraat naar Leuven toe, werd in de jaren vijftig heraangelegd met iets meer comfortabele kasseien dan die van de ‘oude’ Oudebaan. 19 Momenteel is de Oudebaan over haar hele lengte geasfalteerd. Onlangs werden ter hoogte van de school werken uitgevoerd om er een woonerf te maken.


Geopunt Vlaanderen

Topografische kaart van het toenmalige Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw (1950-1970). Tot en met het begin van de jaren zestig was de huidige Spaanse Kroon nog akkerland

Het is moeilijk te geloven dat de huidige Spaanse-Kroonwijk tot begin jaren zestig nog één groot akkergebied was, zonder enige bebouwing en nauwelijks door een paar smalle voetpaadjes doorsneden. Op de Popp-kaart (1842-79) draagt het gebied de naam ‘Het Parck veld’, wat erop wijst dat het oorspronkelijk bezit was van de abdij. De topografische kaart van het toenmalige Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw (1950-1970) toont hoe het gebied er vóór 1960 uitgezien heeft.

8.

De wijk ‘Spaanse Kroon’

Het gedeelte van de Philipslaan vanaf de Oudebaan naar de Hoegaardsestraat, was een ietwat bredere, onverharde veldweg, die abrupt stopte bij het weggetje dat naast het kasteel van Terlinden naar boven liep. Tussen de Philipslaan en de Koningin Elisabethlaan was het nog geen meter breed, net voldoende om een voetganger door te laten. Het Parkveld, 21 hectare groot, werd door N.V. Philips in 1929 gekocht met de bedoeling daar woningen voor werknemers van de nabijgelegen Philipsfabriek te bouwen.20 Om onbekende redenen zijn die plannen nooit uitgevoerd en in 1961 verkoopt Philips het perceel voor 25 miljoen Belgische frank aan S.A. Immobilière Fédérale de la Construction.21 De percelen van de verkaveling waren gemiddeld tussen de 3,5 en de 7 are groot en de goedkoopste loten kostten 325 BEF - een goede 8 euro- per vierkante meter.

45


De aanleg van de ‘nieuwe wegen’, zo bleven de inwoners van de omliggende straten de wijk nog lange tijd noemen, startte in de loop van 1962. Dat zorgde voor het nodige spektakel: grote graafmachines, bulldozers, kranen, asfalteermachines… Redenen genoeg voor de lokale bevolking om er geregeld eens een kijkje te gaan nemen en de voortgang der werken te bespreken. Voor de jeugd was dit een verboden, maar ideaal speelterrein, met zowel bovengronds als ondergronds tal van mogelijkheden tot vertier in de pas aangelegde maar gelukkig nog niet aangesloten riolen.

Foto: Andre Stroobants

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, verwijst de naam ‘Philipslaan’ niet naar een Spaanse koning, maar wel naar de Philipsfabrieken die rond 1930 opgericht werden op het oud oefenterrein van het Belgische leger aan de Parkpoort. De andere straten van de nieuwe wijk kregen namen die naar de vroegere afspanning ‘De Spaanse Kroon‘ en naar Spanje verwezen: Spaanse Kroonlaan, Spaanse Lindelaan (waar zou die boom gestaan hebben?), Spaanse Burchtlaan, enzovoort. Spoedig na de aanleg van de straten werden de eerste huizen gebouwd en het duurde niet lang voor de hele wijk volgebouwd werd. De Spaanse Kroon is immers ideaal gelegen: op wandelafstand van de stad, de abdij, de vallei van de Molenbeek en het platteland. Ook de nabijheid van het researchpark van Haasrode heeft hierbij een rol gespeeld.

Verkavelingsplan Spaanse Kroon (uit de promotiefolder) (1961-62)

Foto: Leo Page

Start van een koerske op de ‘nieuwe wegen’ (kruispunt Spaanse Kroonlaan- Spaanse Burchtlaan)

46 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto: Hugo Dehennin

Foto: Leo Page

Hoek Philipslaan-Spaanse Burchtlaan, met op de achtergrond de elektriciteitscabine aan de Spaanse Burchtlaan, waar rond 1963-65 nog geen huizen stonden

Dezelfde plek, anno 2020 : de elektriciteitscabine en de elektriciteitspaal zijn nog net te zien naast het huis op de voorgrond.

Toen er nog maar weinig verkeer was, nodigden de pas aangelegde wegen uit om er sportwedstrijden te houden. Dat kon heel informeel zijn: enkele jongeren die er met hun fiets de ronde van Frankrijk of het wereldkampioenschap reden. Anderen die meer ‘balgezind’ waren, gingen ‘sjotten’ op het braakliggende veldje tussen de Escoriallaan en de Spaanse Kroonlaan. Later werd hier een officieel speelpleintje aangelegd, nadat de plannen om er een school te bouwen, waren afgeblazen. Daarnaast werden er ook officiële sportwedstrijden gehouden. Zo waren er in de helft van de jaren 60 diverse wielerkoersen en zelfs een nationaal kampioenschap voor derny’s zonder wielrenners. Derny’s zijn bromfietsen, die o.a. in wielerpistes en in Bordeaux-Parijs gebruikt werden om renners die er vlak achter moesten rijden, te ‘gangmaken’. Het eigenaardige aan deze derny’s was, dat hun berijder, de gangmaker, de hele tijd gedwongen moest ‘meefietsen’ om niet stil te vallen. En dan was er op een zondag eind jaren 60 een memorabele gocartwedstrijd. Die had wat weg van een autorace: hels lawaai van opgefokte tweetaktmotoren, gehelmde piloten, zenuwachtige mecaniciens… Op het rechte stuk van de Escoriallaan waren er heuse ‘pits’, van waaruit de gocarts na het startsein als een pijl uit een boog wegschoten. De witte verfstrepen die op het pas aangelegde asfalt werden getrokken, waren jaren later nog zichtbaar.

47


9.

Twee belangrijke instituten

9.1. Basisschool De Bron Op het achterliggende stuk grond tussen de Oudebaan en de Zavelberg, waar vroeger het Hof ter Groeninghe gestaan heeft, was er een publieke waterput. Fien Weets (1921-2020) herinnert zich dat de kinderen vaak in de buurt van die waterput speelden. De put heeft zijn naam gegeven aan school De Bron. In Korbeek-Lo en zijn fanfare wordt de geschiedenis van deze school geschetst: “De rijkslagere school telde in het eerste schooljaar (1971-72) reeds 71 leerlingen. Vanaf 1975 gaat ze gedurende vier jaar samen met de lagere school van Boutersem. In 1979 wordt de school terug autonoom en ondergaat een naamswijziging: ‘rijksbasisschool’. Vanaf 1988 bewandelt de school nieuwe wegen ten gevolge van het opstarten van de ARGO (Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs), officieel heet de school nu ‘Basisschool van het Gemeenschapsonderwijs’. Als specifieke benaming werd gekozen voor ‘de Bron’.”22 De Bron werd als vestiging bij de lagere school van Boutersem gevoegd in september 1992 en op 1 september 2014 is ze weer afgesplitst van Boutersem.23

48 ZIEKELINGENSTRAAT


BASISSCHOOL DE BRON IN LEUVEN: EEN GETUIGENIS VAN MEESTER : FREDDY DE BROUWER

Meester Freddy De Brouwer en zijn klasje (1979)

“De school is van start gegaan in september 1971 met twee kleuterklassen en drie klassen in de lagere afdeling. De leerkrachten in de kleuterafdeling waren juf Nelly en juf Nicole en in de lagere afdeling M. De Brouwer voor het 1ste en 2de leerjaar, M. Erven voor het 3de en 4de leerjaar; hij was tevens directeur van de school. M. Dusart gaf les aan het 5de en 6de leerjaar. Een vlotte start was het zeker niet. Een gebouw voor de lagere afdeling was er nog niet. Foto: Freddy de Brouwer We moesten ons dus behelpen met de kleuterblok en een gebouw bestemd voor refter en keuken. In de kleuterblok bevonden zich de twee kleuterklassen. Het 1ste en 2de leerjaar kreeg er les in een vestiaire van 3 meter op 4 meter. We moesten ons behelpen met een bord van 1 vierkante meter schuin op de kapstokken geplaatst. Ik herinner me nog dat M. Erven de inspecteur moest ontvangen in een bergplaats tussen de kratten melk en chocomelk. Het 3de en 4de leerjaar kreeg les in de keuken. Van koken op school was nog geen sprake: er waren nog geen toestellen. M. Dusart gaf les in de refter. De leerlingen van 5de en 6de leerjaar moesten dus elke middag alle boeken en schriften opruimen als de kinderen er hun boterhammen kwamen opeten. Ook een schoolbus is er pas later gekomen. Toch hadden we een paar leerlingen uit de gemeente Bierbeek. Die werden alle dagen met een soort taxidienst ’s morgens en ’s avonds vervoerd. Als ze voldoende ver van de school woonden, hoefden de ouders geen vervoer te betalen. Het Ministerie van Onderwijs regelde alles in samenspraak met de directeur. De speelplaats van de kleuterafdeling was in aanleg. Alle kinderen moesten daar terecht tijdens de speeltijd. In de zomer speelden ze ook tussen het gras op het braakliggend terrein ernaast. In de winter gebeurde het wel eens dat een kind met vuile kleren naar huis ging. De ouders hebben dat echter zeer goed aanvaard en toonden veel begrip voor de situatie. De jaren die volgden losten alle problemen zich op. De lagere afdeling kon terecht in een gebouw met zes klaslokalen, er kwam een busdienst, de keuken werd ingericht en alle dagen was er warm eten. We waren vertrokken…”

49


9.2. Emmaüs Tussen de terreinen van De Bron en de Meerdaalboslaan staat er sinds het midden van de jaren 60 een imposant rood bakstenen gebouw, Huize Emmaüs.24 De Sociëteit van Maria liet hier een tehuis voor hun novicen en studenten bouwen. Zij betrokken het huis in 1967, maar al na één jaar was dit huis voor de Sociëteit te groot. Er werd een overeenkomst bereikt tussen de Sociëteit en de Congregatie der Zwartzusters. Op 15 november 1968 werd het Huis van Korbeek-Lo notarieel door de Congregatie overgenomen. Vanaf dan konden rustende priesters, kostdames en enkele zusters er ook hun intrek nemen. Enkele jaren later voldeed het gebouw niet meer aan de eigentijdse eisen met betrekking tot brandveiligheid en was er nood aan een lift. Het tehuis werd gesloten op 31 december 1979, wat bij de zusters en de bewoners zeer hard aankwam. Onderhandelingen met de Landsbond van de Christelijke Mutualiteiten resulteerden in een contract voor vier jaar, waarbij het tehuis erkend werd als Herstellingsoord categorie A.

Foto’s: Zuster Liesbeth Lemmens van de Congregatie van het Convent van Bethlehem

Emmaüs in 1969

In 1970 werd aan de Oaselaan in Korbeek-Lo een opvanghuis geopend voor de nabehandeling van psychiatrische patiënten. Het ‘Papieren Moleken’ kreeg in oorsprong een erkenning voor 20 bedden. In 1996 erkende de overheid het initiatief voor 30 bedden én voor 20 opvangplaatsen overdag. In 1997 verhuisde men naar Emmaüs.25 Momenteel is hier ‘Campus Oudebaan’ gevestigd, dat valt onder de vzw. Broeders van Liefde, zoals ook Sint-Kamillus. De nieuwe kliniek is opgezet als een kleinschalig huiselijk project voor mensen met psychiatrische problematieken.26

Bezoek van Koning Boudewijn en Koningin Fabiola aan Emmaüs in de jaren 70

50 ZIEKELINGENSTRAAT


Door de eeuwen heen zijn de Ziekelingen niet ontsnapt aan oorlogsgebeurtenissen. In het boek Korbeek-Lo en zijn fanfare wordt een overzicht gegeven van de oorlogsteisteringen in Korbeek-Lo. Hierin wordt ‘de Sieckeliden’ meer dan eens vermeld. “In 1674 bestond het leger van de Prins van Oranje uit zowat 9000 ruiters en 30.000 man voetvolk. Op woensdag 18 juli trokken de wagens (…) in de richting van de Tiensepoort. Ze werden buiten de poort opgesteld op de Galgeberg, achter de galg met de vier vaenkes (…). Een aantal regimenten bezetten het Parckblok van de Lo (vermoedelijk de huidige Spaanse Kroon) tot aan de Sieckeliden bij de Tiensebaan. De regimenten dragonders (…) bleven (…) van de galg tot aan de Sieckelide (…). Het voetvolk had zich opgesteld aan weerszijden van de Tiensebaan (de huidige Oudebaan), van de Sieckeliden tot in Korbeek-Lo (…). Ook heel wat bomen moesten het ontgelden: 80 kleine olmen van 3 jaar oud langs de weg van de Lo naar Voorde, 120 olmen van 4 jaar aan weerszijden van de nieuwe straat van Voorde naar de Sieckelide (de huidige Ziekelingenstraat), 100 fruitbomen van wellicht meer dan 50 jaar in de fruithof (boomgaard) van de Sieckeliden (…), 170 abelen (soort populier) op de rand van de beemd aldaar, 220 olmen in de beemd van Voorde naar Langendaal (gehucht bij Park27).” Dit oorlogsrelaas van prelaat De Pape geeft ook een goed beeld van de boomsoorten langs de vrij recent aangelegde Ziekelingenstraat anno 1674.

10. Oorlogen Tijdens de Eerste Wereldoorlog had Korbeek-Lo erg te lijden onder de gewelddaden van de doortrekkende Duitsers.28 Van specifiek oorlogsgeweld in de buurt Ziekelingen is er niets terug te vinden, tenzij onrechtstreeks in verband met het bekende drama in ‘de Root’ op De Mol. De ‘Root’ was een rij eenvoudige werkmanshuisjes aan de Tiensesteenweg, schuin tegenover afspanning ‘De Mol’.29 Op de avond van 24 oktober 1914 staken de Duitsers deze huizenrij in brand uit wraak op de burgers, die de Duitse troepen beschoten zouden hebben. Hierbij vielen acht doden uit meerdere huisgezinnen. Jan Gooris kon ontsnappen uit de kelder van zijn brandende woning en kroop zwaargewond naar Suske Sloep in het gehucht ‘Den Duvel’. Bij Suske Sloep waren Duitsers ingekwartierd, die de onmiddellijk in de buurt gelegen bruggen beschermden. De Duitse officier ging mee naar de Root om er nog een gezin van onder het puin te halen. De huizenrij is in 1990 afgebroken en heeft plaats gemaakt voor de Meerdaalboslaan en handelszaken.

De Root aan de Tiensesteenweg (gehucht De Mol)

Foto: https://www.bierbeek1418.be/bierbeek-14-18/het-drama-van-de-root/

51


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

“Ik was nog heel klein in de Tweede Wereldoorlog, maar ik herinner mij toch de ‘Feldwebels’ (Duitse soldaten) die hier in de buurt passeerden met hun fiets. Hier is niet echt geschoten of gebombardeerd. Boven, bij de kruising, naar de Abdijstraat en het Albertuscollege, stond midden in het veld een cabine van de elektriciteit. Daar stond een batterij afweergeschut van de Engelsen, maar die hebben nooit geschoten. Alles bij elkaar zijn ze er hier goed aan ontsnapt. Wel waren er veel van Leuven die naar hier gevlucht zijn, naar de Duivelsweg omdat die straat zo diep is. Toen ze Kessel gebombardeerd hebben, ging iedereen naar de Duivelsstraat. Bij mijn oudste zuster Francoise stond altijd een kruiwagen klaar met kussens in om in te slapen. Als ze begonnen te bombarderen, de kelders van de abdij in.”

Over de Tweede Wereldoorlog zijn er meer verhalen bekend. De eerste dag van de tweede wereldoorlog (10 mei 1940 – vrijdag voor Pinksteren) is er een zwaar Duits Stuka-bombardement geweest op de omgeving van de Tiensepoort, de toegang van de wijk tot de stad Leuven. De Tiensesteenweg was immers een belangrijke verkeersader en Leuven een knooppunt tussen Luik en Brussel. Bij dit bombardement vielen 101 dodelijke slachtoffers en een groot gedeelte van de huizen lag in puin. Een grote groep mensen is de buurt rond de Tiensepoort ontvlucht; enkelen zijn komen logeren in nummer 45 in de Ziekelingenstraat. Deze mensen zijn daar tot pinkstermaandag gebleven. Op die dag is iedereen vertrokken uit schrik voor de oprukkende Duitsers. Frans Vrancken is als cipier met de gevangenen van Leuven-Centraal te voet naar Brussel St.-Gillis gevlucht. De zoon is als 18-jarige met een aantal leeftijdsgenoten

Frans Vrancken als soldaat in WO1. en Frans Vrancken later met een vest vol insignes

” Foto: Omer Vandebroeck

52 ZIEKELINGENSTRAAT

Foto: Hugo Dehennin


met fiets en trein naar Frankrijk gevlucht, waar hij in Abbeville bij een Duits bombardement op 20 mei om het leven kwam. De vrouwen verlieten Leuven met de trein. Aanvankelijk met een passagierstrein tot Charleroi, waar drie wagons in brand werden geschoten door Duitse vliegtuigen. De reis ging dan verder in veewagons, drie dagen en nachten tot eindpunt Ebreuil in de Franse Auvergne. Na de wapenstilstand van 25 juni keerde de familie zoals zovele anderen met een gecharterde vrachtwagen terug naar België. Tot slot werd in Korbeek-Lo heel wat schade aangericht in de nacht van 1 september 1944. Toen ontploften in de nabijheid van het station vier spoorwegwagons geladen met springstoffen na sabotage door weerstanders. Het enige wat in de buurt van de Ziekelingen van de oorlog nu nog zichtbaar is, zijn twee bunkers naast de spoorlijn. Deze bunkers maakten deel uit van de Belgische KW-Linie.30 Bunker F6 ligt ter hoogte van de Brugstraat, F7 ter hoogte van de abdij.

Bunker F7 Om de bunker te camoufleren werden er bakstenen muren rond gemetseld. Foto: https://www.tracesofwar.nl/sights/11312/Waar-ligt-KW-Linie---Spoorwegbunker-F7-Heverlee.htm

53


Foto: Een huis vol mensen, pag. 83

Pastoor Coen op zijn motor (1958)

11.

Parochiaal leven

11.1. De grens tussen twee parochies De Ziekelingenstraat is niet alleen een overgangsgebied tussen stad en platteland, zij vormt ook de grens tussen twee parochies. De kant van de Ziekelingenstraat langs de Molenbeek, behoort tot de parochie van het Heilig-Kruis van Korbeek-Lo. De linkerkant van de straat is gebied van de Sint-Franciscusparochie (tot voor de gemeentefusies Heilig-Hartparochie) van Heverlee. Over het ontstaan van deze jonge parochie, opgericht in 1912, kan men veel informatie terugvinden in het boek Een huis vol mensen. 100 jaar gemeenschap van Heilig-hartparochie naar Sint-Franciscusgemeenschap.31 De parochie H.-Kruis Korbeek-Lo heeft

54 ZIEKELINGENSTRAAT


een veel langere geschiedenis. Zij behoorde achtereenvolgens tot het bisdom Tongeren, Maastricht (4de eeuw) en Luik (8ste eeuw tot 1559). De oudste vermelding van patronaats- en tiendenrecht van Korbeek-Lo in zijn geheel gaat terug tot een pauselijke bul van 1107, waarin bevestigd wordt dat het altaar van de parochiekerk in het bezit was van de benedictijnenabdij van Sint-Truiden. In 1209 werden de tienden erfrechtelijk afgestaan aan Jordanus Sunepart, die ze in 1218 verkocht aan Henricus, kapelaan van Sint-Michiel te Leuven en zijn nicht en neven. In 1261 draagt de abdij van Sint-Truiden de tienden over aan Vlierbeek, waarbij ze zelf het patronaatsrecht behield. In 1481 tenslotte volgt de overdracht van patronaats- en tiendenrecht aan de Abdij van Park, die naar verluidt in 1513 de kluis door een kapel liet vervangen. Sedert de 16de eeuw bleef Korbeek-Lo verbonden aan de Abdij van Park en dit tot in het recente verleden. De pastoor was een kanunnik van de Abdij van Park (Norbertijnen, Witheren) en dit zou zo blijven tot en met het pastoorschap van Jan Van Kan (pastoor van 1953-1990).32 In de Ziekelingenstraat en de toenmalige Beekstraat kozen nogal wat parochianen van het H.-Kruis ervoor om de misvieringen bij te wonen in de parochiekerk van het H.-Hart op de Tiensesteenweg. Deze kerk was voor hen een stuk dichterbij dan het ‘verre’ Korbeek-Lo, dat tot ongeveer 1970 bovendien niet zo gemakkelijk te bereiken was omwille van de hobbelige Oudebaan. Voor de kerkelijke plechtigheden zoals huwelijken of begrafenissen moesten de inwoners van de rechterkant van de Ziekelingenstraat wel naar Korbeek-Lo. Ook voor de vormselcatechese moesten de 10- tot 12-jarigen twee jaar lang wekelijks met de fiets naar het H.-Kruis over de kasseien van de Oudebaan. Ook wat de schoolkeuze betrof, kozen de inwoners van de Ziekelingen massaal voor de scholen aan de Tiensesteenweg in Heverlee: de Meisjesschool en de St.Augustinusschool, beide nu gefusioneerd in De Ark. Met de komst van school De Bron kwam er uitbreiding in de schoolkeuze.

11.2. Zwartlambert Als er één typisch ‘Korbeeks’ woord is, dan is het wellicht wel ‘ne zwètlambert’. Bij de jongeren is het woord niet meer bekend, maar hun ouders en grootouders kregen het naar hun hoofd geslingerd als ze zich bij het spelen weer eens vuil hadden gemaakt. Het is helemaal niet zeker wie Zwartlambert was. Was het Pater Fernand Lambert, witte pater van Afrika, die in de parochie van het H.-Hart heeft gewoond en voor wie er in 1955 een eremis werd gehouden? Of was het misschien Petrus Coen (1896-1987), de legendarische tweede pastoor van dezelfde parochie? Pastoor Coen verplaatste zich in zijn jonge jaren, in het zwart gekleed, met een zware tweedehandsmoto die het geregeld liet afweten. Dan zaten zijn handen onder de olie, maar om geen tijd te

55


verspillen, ging hij onmiddellijk de mis doen zonder ze te wassen. “Eerst een witheer en dan ne zwarte…”, zei Jos Grootjans over deze memorabele figuur. In Een huis vol mensen staat een gelijkaardige getuigenis: “U (= pastoor Coen) zelf reed achter de bussen als gemotoriseerde herder. Eens hebben we een uur in de basiliek moeten wachten. U kwam lachend binnen met zwarte handen en ruikend naar diesel. Uw tweedehandsmoto was in panne gevallen en u moest de tijd hebben om hem te herstellen.”33 Het blijft dus een mysterie naar wie ‘Lambert’ verwijst…

Processie, met op de achtergrond (waarschijnlijk) de zijgevel van de woning van L. Van Roy aan de Ziekelingenstraat.

11.3 Processies Iedere parochie had natuurlijk zijn processies. Over processies van de H.-Hartparochie is informatie te vinden in het boek Een huis vol mensen. Jef Vanlaer, oud-directeur van de St.-Augustinusschool, herinnert zich dat de grote processie ieder jaar uitging op de zondag van het octaaf van het Heilig Hart. Om de twee jaar ging het langs de linkerkant van de kerk en links van de steenweg tot aan de uiterste grens van de parochie: de beek.34 Bij iedere processie werden twee rustaltaren opgericht. De mensen van de buurt zorgden voor een mooie versiering. Schoolkinderen hielpen kleren maken, er werd zilverpapier verknipt tot confetti, bloemen en kleurpapier dienden als versiering. Deze rondgang in de eerste dagen van mei was dan ook een feestelijk gebeuren. Foto: Leo Page

“Wat opviel: de rustaltaren waren juist daar geplaatst waar weinig kerkgangers woonden. En toch deden de buurtbewoners daar ijverig aan mee.”35

56 ZIEKELINGENSTRAAT


Is dat de reden waarom er een rustaltaar stond op de hoek van de Oudebaan en de Ziekelingenstraat? Of gaf de nabijheid van café Casablanca de doorslag, want de dorstige kelen van de zangers en leden van de fanfare moesten toch af en toe gesmeerd worden? De tweede pauze, waar ook een volledige rozenkrans werd gebeden, was aan een altaar dat werd opgetrokken aan de trappen van het historische Spaanse Kroonhuis. Uit welke personen en groepen bestond de processie van het H.-Hart?

“Voorop het kruis gedragen door een misdienaar, begeleid door kaarsdragers. Aansluitend de jongens van de Sint-Augustinusschool. Zij droegen het beeld van het Kindeke Jezus uit de noodkerk.36 Vervolgens de mannen van het patronaat. Het patronaat37 werd gevolgd door het beeld van Sint-Jozef met de lelie, gedragen door de KAJ in uniform. Achter het beeld van Sint-Jozef kwam gewoonlijk de fanfare van Korbeek-Lo of van Haasrode, afhankelijk van de prijs die ze vroegen. De mooiste groep was de groep van ‘de juffrouwen van de congregatie’, die het beeld droegen van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, de favoriete heilige van de pastoor. Tussen de groepen werden ook de vlaggen van de verschillende verenigingen opgemerkt. Ook waren er nog de twaalf beloften, een groep gevormd door de meisjes van de zustersschool. Juist voor het Heilig Sacrament gingen de bruidjes van de zustersschool. Dan volgde het Heilig Sacrament, gedragen door mijnheer pastoor onder het baldakijn, dat gedragen werd door heren van de elite van de parochie, begeleid door mannen met een lantaarntje. Achter het Heilig Sacrament kwam het gewone volk.”38 Dit alles lijkt uit een lang voorbij verleden te komen, maar deze processies werden nog jaarlijks gehouden tot midden jaren 60. Vele inwoners van de Ziekelingen hebben er nog aan deelgenomen.

“Op de quatertemperdagen39 was er ook een kleine processie, vertrekkend langs de Tiensesteenweg, langs de Astridlaan (nu Elisabethlaan), door de velden van de huidige Spaanse Kroon naar de Hoegaardsestraat, Brugstraat, Korbeek-Lostraat en terug naar de kerk. De processie was er om de ‘vruchten der aarde’, om de velden te zegenen. Tijdens de processie werd de litanie van alle heiligen gereciteerd.”40

57


Foto: Buurtcomité Ziekelingen

12. Het buurtleven vroeger en nu 12.1. Voor de komst van de supermarkten De boerderijen waaruit de woonkernen ontstaan zijn, waren nog niet gespecialiseerd. Elk bedrijf had een volledig aanbod. Omwoners konden er terecht voor aardappelen, uien, melk… De boerderij van Demolder voerde melk rond in de hele buurt. Kortom, alles wat de Vlaamse tuinbouw kon aanbieden, was hier aanwezig: zowel koolsoorten, boontjes en erwtjes voor de conservenfabriek van Marie Thumas aan de Vaart, als verse producten zoals aardbeien en veldsla. In die tijd had ieder huis wel een uitgebreide moestuin met allerlei soorten groenten en fruit. In het zomer- en naseizoen werd dan ook duchtig confituur gemaakt en werden groenten gesteriliseerd in weckpotten. In die pre-supermarkttijden waren de inwoners aangewezen op de lokale handelaars voor al wat ze niet zelf konden telen. Winkeltjes waren tegelijk ook sociale ontmoetingsplaatsen. In Noord-Ziekelingen had je de winkel van Mina, later door dochter Martine verdergezet tot in de jaren 1970. Op de hoek van de Molstraat en de Oudebaan baatte Céline een kruidenierswinkeltje uit. Het daartegenover gelegen kapsalon Nancy, eertijds een kolenhandel, is nog altijd een sociale ‘hub’.

58 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto: Hugo Dehennin

Foto: Maggi Exelmans

Kapsalon Look van Nancy (Hoek Oudebaan-Molstraat)

Het buurtwinkeltje van Karine (hoek Hoegaardsestraat-Philipslaan)

In Zuid-Ziekelingen is er nog steeds het buurtwinkeltje van Karine. Hier kan men niet alleen terecht voor dagelijkse producten, maar ook voor een sociale babbel. Karine treedt hiermee in een lange traditie, want vóór haar werd dit winkeltje tot in de jaren 80 uitgebaat door ‘Yvonneke’ Wittemans. Nadat zij jarenlang een piepklein kruidenierswinkeltje had op het hoekhuis van de Hoegaardsestraat en de Ziekelingenstraat, opende ze er rond 1965 een moderne ‘superette’. En voor Yvonneke moet een zekere Mariake daar al een winkel gehad hebben. De andere handelszaken hebben vanaf begin jaren 70 de ongelijke strijd met de oprukkende grote warenhuizen moeten staken. Een bakkerij was er niet, maar brood werd geleverd door naburige bakkers en door de ‘Coöperatief’, een circuit van coöperatieve winkels waarvan er twee in Leuven en ééntje in Blauwput waren gevestigd. Op de hoek van de Oudebaan en de Ziekelingenstraat woonden tot in de jaren 60 Leopold ‘Polle’ Van Roy en zijn vrouw Mélanie. Zij hadden er een kippenkwekerij: de kippen werden jaarlijks op geslacht gekeurd door Chinezen; de haantjes werden genadeloos vergast of verkocht aan buurtbewoners, die deze ‘leghaantjes’ op hun beurt vetmestten om als bijverdienste door te verkopen. In de Hoegaardsestraat was er Charel den beenhouwer en op de Oudebaan, niet ver van de Ijzerenpoortstraat, verkocht Jef Boghe zijn vlees. Dit was de tijd van ‘bufsteik, gekapt, wöst, sossis en gezoje hesp’. De filet américain was toen het eerste opstapje naar de latere vloedgolf van bereide vleeswaren. De professionele activiteiten van de buurtbewoners waren zeer divers: landbouwers, arbeiders, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen zoals schrijnwerkers, metselaars of kolenhandelaars. Er zijn in de loop der jaren zijn er aan de Oudebaan niet minder dan drie schrijnwerkerijen geweest: in een gebouw dat later de feestzaal van café Casablanca werd, in het ouderlijk huis van Fred Brouwers (nummer 304) en bij Emile Mourissens (nummer 344). Heel wat werkgelegenheid was echter ‘streek-eigen’: grote instellingen zoals de universiteit, de centrale gevangenis en Philips boden veel werkgelegenheid. Kortom, de buurt was uitgegroeid tot een volwaardige wijk met bewoners van alle slag en met alle nutsvoorzieningen binnen bereik.

59


UIT HET INTERVIEW MET JOS GROOTJANS (1938-2019)

“Hier was dus veel te beleven. Hier waren veel cafés. Café Casablanca is later gekomen. Leon Van Es heeft altijd in de Casablanca gestaan. Bartels was toen op de Oudebaan, dichtbij de Korbeek-Lostraat, waar nu ondernemer Sermeus zit. Bartels was kolenboer, vandaar de poort, en die is dan café begonnen. In de Brugstraat was er nog een café; dan was er nog Het Meuteke (tegenover de Ijzerenpoortstraat), dan hier, dan boven aan het Stenen Kruis.”

12.2. Cafés Wat zou een wijk betekenen zonder cafés? Er waren in de 19de en het begin van de 20ste eeuw zeker een vijftal cafés in de buurt. Het sociaal centrum van de Ziekelingen was café Casablanca, lange tijd uitgebaat door Léon Van Es. Hier hadden een aantal verenigingen hun vaste stek. Voor de deur van het café was de start en de aankomst van menige koers. Het café was immers ook het clublokaal van de plaatselijke ‘veloclub’, die geregeld wedstrijden organiseerde. De sanitaire voorzieningen van het café waren heel primitief en beperkt, maar de renners mochten zich na de koers gaan opfrissen in de huizen van de buurtbewoners. Tot voor enkele jaren werden er ook wipschietingen gehouden op de staande wip in de tuin van het café. Na Leon Van Es en zijn ‘Casablanca’ kreeg het café andere namen, de meest recente is ‘den Bureau’. Aan het café waren ook een boogschutters- en een biljartvereniging verbonden. Momenteel worden in den Bureau ook frietjes verkocht.

Foto: Hugo Dehennin

Foto: Maggi Exelmans

” De staande wip aan café ‘Den Bureau’

60 ZIEKELINGENSTRAAT

Café Den Bureau


Foto: Benny Struys

Foto’s van wielerwedstrijden die vertrokken en aankwamen aan Café Casablanca (midden jaren 50)

De cafés hadden feestzaaltjes ter beschikking en regelmatig werd er bij kermis een spiegel- of danstent opgetrokken. Een spiegeltent zou ook een tijd in de Molstraat en op de hoek van de Oudebaan en de Philipslaan gestaan hebben en ook bij het feestzaaltje aan de kippenkwekerij van Polle en Mélanie was er soms een kleine kermis met zo’n tent. Vaak werd dit bloeiende sociaal leven gelinkt aan het feit dat in de kern van de Ziekelingen, de oudste huizen aan de noordkant van de straat, heel wat socialisten woonden, die erg begaan waren met het buurtleven. Jules Goossens en zijn echtgenote bijvoorbeeld, hebben zich tot voor enkele jaren sterk ingezet voor hun ‘Ziekelingen’. Vandaag heeft café Den Bureau nog steeds een feestzaal en in de Ziekelingenstraat nummer 43 stellen Toon en Els hun ‘Grange’, een stemmig omgebouwde schuur, ter beschikking van wie een feestje wil bouwen.

Foto: Hugo Dehennin

Na de Tweede Wereldoorlog loopt het aantal cafés terug tot twee trekpleisters: café Het Meuteke, gestart in 1947 aan de Hoegaardsestraat - Ijzerenpoortstraat en het eerder vernoemde café Casablanca. Het Meuteke zou in de jaren 70 verdwijnen.

‘La Grange’, Ziekelingenstraat 43, bij Toon en Els

61


Foto: Humo, okt. 1992

12.3. Een BV uit de Ziekelingen Klara-radiofiguur Fred Brouwers (°1949) heeft zijn jeugd doorgebracht in een huis aan de Oudebaan. In een interview in Humo (oktober 1992) zegt hij het volgende over zijn vroegere buurt: “In Leuven woonden we aan de rand van de stad: aan de ene kant begonnen de huizenrijen naar het centrum, aan de andere kant waren het open velden. Die dualiteit speelt bij mij nog altijd. Ik mag nu wel in een bosrijke omgeving wonen, de stad blijft mij zeer dierbaar.”41 In hetzelfde interview zegt Fred ook, dat zijn ouders hier een kleine schrijnwerkerij hebben gehad.

Fred Brouwers in zijn jeugd, voor het ouderlijk huis aan de Oudebaan

12.4. Buurtcomité Ziekelingen We hebben na de Tweede Wereldoorlog de buurt stilaan zien uitgroeien tot een residentieel gedeelte van de stad Leuven. Ongeveer 20 jaar geleden zijn een aantal studenten komen wonen in een gemeenschapshuis in het middengedeelte van de Ziekelingenstraat. Onder invloed van de charme van de wijk hebben Goedele Denolf, Els Heethem en Sigrid Maene de aanzet gegeven tot het organiseren van een buurtfeest. Met veel goede moed hebben een aantal lokale bewoners zich achter dit idee geschaard. Zij ondervonden immers hoe het verbonden sociale leven van vroeger stilaan aan het verdwijnen was en plaats maakte voor een kille, onpersoonlijke sfeer.

62 ZIEKELINGENSTRAAT


Foto’s: Buurtcomité Ziekelingen

De Ziekelingenbuurt feest! Affiche voor de winterwandeling 2007.

Smakelijk!

Met enige fierheid mag gezegd worden dat er ieder jaar een lentefeest en een winterwandeling plaatsvinden, waaraan telkens een grote groep enthousiastelingen deelneemt. De gezellige sfeer in de schuur van Mike achter den Duvel of in ‘La Grange’ is intussen legendarisch. De groep achter dit comité is inmiddels verankerd in de buurt en telt leden van alle leeftijden. Het feit dat een behoorlijk aantal oudere huizen in de Ziekelingen nu bewoond en vaak verbouwd worden door de kinderen en kleinkinderen van de bewoners uit de jaren vijftig en later, bewijst maar al te goed dat hier een ferme halt is toegeroepen aan de sociale verkilling. De meeste mensen hier zijn verbonden door een sociaal netwerk, wat elders vaak ver te zoeken is.

63


Foto’s: Buurtcomité Ziekenlingen

Een greep uit de activiteiten van het buurtcomité:

64 ZIEKELINGENSTRAAT


EINDNOTEN 1.

Joris, G. en J. Kenis, Korbeek-Lo en zijn fanfare, voetnoot 18: “Dit hof werd reeds vermeld in 1293-1294. Vermoedelijk is deze oude hoeve ouder dan de kapel

2. 3. 4.

20. De toenmalige eigenares bleek een welgestelde vrouw te zijn, die uit Congo was teruggekeerd. Meer gegevens over de verkoopster zijn niet bekend.

van O.L. Vrouw ter Sieckeliden. Vroeger werd deze kapel ook O.L. Vrouw ter

21. Informatie verstrekt door Philips.

Grueninge genoemd. De hoeve behoorde rond 1635 toe aan Jonker Charles de

22. Joris, G. en J. Kenis, Korbeek-Lo en zijn fanfare, pag. 130-132.

Hertoghe (…). Het hof werd op 18 juni 1637 overgemaakt aan de Abdij van Park in

23. Mededeling van Marina Bombeeck, leerkracht bij De Bron.

mangeling voor 8,5 bunder bos gelegen ‘ten gran mère’?” - ‘ten gran mère’ is de

24. De informatie over Emmaüs werd verstrekt door Zuster Liesbeth.

Graumeer in Haasrode.

25. https://www.wittewoede.be/nieuws/

Sieck betekende oorspronkelijk ‘melaats’, maar kreeg later een uitgebreidere

opvang-psychiatrische-pati%C3%ABnten-verdient-plaats-samenleving.

betekenis.

26. http://www.kamillus.be/pages/campusob/kliniek/duiding.html.

De Oudebaan was de oorspronkelijke verbinding tussen Leuven en Tienen, vóór

27. Joris, G. en J. Kenis, Korbeek-Lo en zijn fanfare, pag. 46-47.

de aanleg van de Tiensesteenweg.

28. Zie onder meer Jos Dewinter, Cyriel Vanderwegen, Julien Piron: De Eerste

Noppen, C.: “De Capelle der Sieckelide” te Korbeek-Lo, in: Eigen Schoon, 1954, pag. 198: ‘In 1936 heeft dhr. Frans Celerier dit eeuwenoude gebouw grotendeels

Wereldoorlog te Bierbeek, Korbeek-Lo, Lovenjoel en Opvelp, Heemkring Bierbeek, 1984 en de website Bierbeek 14-18.

omgewerkt en, in 1953, geheel afgebroken. De oude, verharde eiken balken en

29. https://www.bierbeek1418.be/bierbeek-14-18/het-drama-van-de-root/.

de rondbogen van vroeger boven de beuk van de kapel haalde hij naar beneden.

30. Het gaat om bunker F6 en F7 in de buurt van de Abdij van Park langs de spoorlijn

Duidelijk herkende hij de fondamenten en de vorm van het koor. In zijn nieuwe bouw bezigt hij nogmaals honderden van de soliede “spaense careelen”, waarvan vele wellicht dagtekenen van 1617 en “nog een helle klank geven”. Ook de achtergevel van het huis, in 1936 opgetrokken, is nog een muur van twee steen dik uit het aloude gebouw.” Waarschijnlijk werden ook bij de bouw van de ernaast gelegen woning Lamproye stenen van de kapel gebruikt.

Leuven-Ottignies. Bron: http://www.kwlinie.be/databank. 31. Van Overbeke, H. en L. Page, (samenst.): Een huis vol mensen. 100 jaar gemeenschap. Van Heilig-Hartparochie naar Sint-Fransiscusgemeenschap, Leuven, 2012. 32. Joris, G. en J. Kenis, Korbeek-Lo en zijn fanfare, pag. 57-71; https://inventaris. onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/41565. 33. Van Overbeke H. en L. Page (ed.): Een huis vol mensen. 100 jaar gemeenschap

5.

Bovendien gaat het hier om een waterwingebied.

6.

Claeys, J.: Archeologienota Leuven Hoegaardsestraat, KU Leuven, 2017, p. 25.

34. Idem, pag. 41-44.

7.

Ook in plaatsnamen als Vilvoorde, Ruddervoorde … wijst ‘voorde’ op een door-

35. Idem, pag. 42.

waadbare plaats.

36. Gebouw gelegen op het terrein van de meisjesschool aan de Tiensesteenweg,

8.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Leuvens_Korbeek-Lo.

9.

Cheyns, M. 100 jaar de Wijnpers, pag. 12.

10. In Leuven, in de buurt van het Entrepot aan de Vaart, is er een straatje dat ‘Achter de latten’ heet. Ook hier liep er eertijds een (tram)-spoor. 11. Mondelinge mededeling van Maria Vanderborght.

van Heilig-Hartparochie naar Sint-Franciscusgemeenschap, 2012, pag. 47.

naast de huidige Franciscuskerk. De noodkerk werd gebruikt tot 1938, toen de nieuwe kerk werd ingewijd. 37. Het Sint-Jan-Berchmanspatronaat, een soort parochiaal centrum avant-la-lettre. Het zaaltje aan het begin van de Plattelostraat bestaat nog en maakt nu deel uit van school De Ark.

12. Joris, G. en J. Kenis, Korbeek-Lo en zijn fanfare (pag. 141-142).

38. Een huis vol mensen, pag. 42.

13. Zie pagina 34.

39. Bepaalde woensdagen, donderdagen en vrijdagen als dagen van gebed (en

14. mededeling van archeoloog Maarten Bracke.

boete) met betrekking tot de oogst werden al vroegtijdig verbonden met het

15. Claeys, J. en B. Vanmontfort, Archeologienota Korbeek-Lo Oudebaan, KU Leuven

begin van elk van de vier jaargetijden. Omwille van deze vier tijden (quattuor

2017. 16. https://id.erfgoed.net/themas/16535. 17. De informatie over de galg van de Vier Vaantjes is ontleend aan de website Afrit

tempora) kregen deze dagen de benaming quatertemperdagen. De quatertemperdagen van het voorjaar kwamen zo samen te vallen in de veertigdaagse vastentijd voor Pasen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Quatertemperdagen).

Korbeek-Lo, die momenteel spijtig genoeg niet meer operationeel is.

40. Een huis vol mensen, pag. 43.

18. Zoals eerder opgemerkt heeft in ‘de Huiskens’ wellicht ook een leprozerie

41. Humo, oktober 1992, pag. 195.

gestaan. 19. Dezelfde kasseien liggen nog in de Hoegaardsestraat, tussen de Ziekelingenstraat en de Duivelsweg.

65


n DANKWOORD

n COLOFON

Een boekje zoals dit is nooit het product van een persoon alleen. Wij willen dan ook iedereen oprecht bedanken die zijn of haar steentje heeft bijgedragen tot deze ‘Straathistories’.

Redactie: Hugo Dehennin (hoofdredacteur), Maggi Exelmans en Omer Vandebroeck

In de eerste plaats gaat onze grote dank uit naar Tiny T’Seyen, Lisa Willemaerts en Inge Huskens van de Erfgoedcel van de Erfgoedcel Leuven, die ons van bij het prille begin deskundig en vol enthousiasme hebben bijgestaan en begeleid. Veel dank ook aan al de medewerkers van onze groep, die vele uren in bibliotheken en archieven hebben doorgebracht op zoek naar informatie over onze wijk: Dirk Duchateau, Björn Vanden Eynde en Michiel Ruiter. Ook een welgemeende dank aan wie ons op het goede spoor heeft gezet en foto’s of archiefmateriaal heeft bezorgd: Kristiaan Magnus, Leo Page, Hubert Bovens, André Stroobants, Jos Dewinter, Frederic Hecq (Leuven Weleer), Zuster Liesbeth Lemmens, Benny Struys, Hilda Dehennin-Peeters, Lisette Vrancken, Chris Wolfs, Freddy De Brouwer en Koen Baumers. En wat zouden wij geweest zijn zonder de ICT-ondersteuning van Toon Tweepenninckx? Een heel speciale dank aan al wie wij mochten interviewen; zij hebben ons een (h)eerlijk beeld gegeven van het leven eertijds: Eugénie Demolder, André Lambrechts en Jos Grootjans (allebei spijtig genoeg overleden in de loop van 2019), Paula Vrancken, Maria Vanderborght, Fien Weets (heel onlangs overleden), Lisette Vrancken en Hilda Peeters-Dehennin. Niet lang voor het ter perse gaan vernamen wij ook het overlijden van Madeleine, de weduwe van Gust Struys; allebei waren zij drijvende krachten achter de initiatieven van het Buurtcomité. Wie kent niet, in het bijzonder, Madeleine, jarenlang de kleedster/ naaister van de kleding van Fonske en de kostuums van de mannen van het jaar. Wellicht vergeten wij hier nog wel namen, waarvoor onze excuses.

Buurtcomité Ziekelingenstraat met steun van Erfgoedcel Leuven.

66 ZIEKELINGENSTRAAT

Eindredactie: Erfgoedcel Leuven Druk: De Mechelse Drukkerijen Design en Layout: Buzzbee Afbeeldingen: zie bijschriften Afbeelding cover: Chris Wolfs We hebben ernaar gestreefd de wettelijke bepalingen in verband met de intellectuele eigendom van de beelden te respecteren. In principe zijn alle beelden opgenomen met toestemming van diegene die de auteursrechten bezit. Indien je meent dat het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met de Erfgoedcel Leuven zodat dit kan worden rechtgezet. Verantwoordelijke uitgever: buurtcomité Ziekelingenstraat Jaar van uitgave: 2020


n GERAADPLEEGDE BRONNEN

Analoge bronnen Archief van de Abdij van Park. Cheyns, M.: 100 jaar de Wijnpers. Het verhaal van een provinciale school, Leuven, 2011. Claesen, J. e.a.: Archeologienota Leuven Ziekelingenstraat, Archebo, Kortenaken, 2017. Claeys, J.: Archeologienota Leuven Hoegaardsestraat, KU Leuven, 2017. Claeys, J. & Vanmontfort, B.: Archeologienota Korbeek-Lo Oudebaan, KU Leuven, 2017. Dewinter, J, Vanderwegen, C., Piron, J.: De Eerste Wereldoorlog te Bierbeek, Korbeek-Lo, Lovenjoel en Opvelp, Heemkring Bierbeek, 1984. Halflants, J.: Enkele merkwaardigheden ten oosten van Leuven. Nota’s bij de Lente-excursie van de Kring, in: Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, 1968, p. 142-144. Humo, 20 oktober 1992, p. 194-195. Joris, G. en Kennis, J.: Korbeek-Lo en zijn fanfare. Geschiedenis en Cultuur, Korbeek-Lo, 1994. Maes, F.: De verdwenen kapel der Ziekelieden te Korbeek-Lo, in: Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, deel XV, 1975, p. 110-124. Noppen, C.: “De Capelle der Sieckelide” te Korbeek-Lo, in: Eigen Schoon, 1954, p. 191-199. Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving, XV.3, 1978. Park’s Maandschrift, uitgegeven door de kanunniken der Abdij van ’t Park, 9e jaar, nrs. 6-7-8-9 (juni-september 1909) en jg. 1912. Van Overbeke, H. en Page, L. (samenst.): Een huis vol mensen. 100 jaar gemeenschap. Van Heilig-Hartparochie naar SintFransiscusgemeenschap, Leuven, 2012. Digitale bronnen Agentschap Onroerend Erfgoed 2020 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201465 Bierbeek 14-18: https://www.bierbeek1418.be/bierbeek-14-18/het-drama-van-de-root/. Cartesius portaalsite: https://www.cartesius.be/CartesiusPortal/. Geopunt Vlaanderen: https://www.geopunt.be/. https://www.integraalwaterbeleid.be/nl/beleidsinstrumenten/signaalgebieden/fiches/signaalgebied-dz-ziekelingenstraat-leuven/view. Inventaris Onroerend Erfgoed: (https://id.erfgoed.net/themas/16535). https://www.tracesofwar.nl/sights/11312/Waar-ligt-KW-Linie---Spoorwegbunker-F7-Heverlee.html St-Kamillus: http://www.kamillus.be/pages/campusob/kliniek/duiding.html. KW-linie: http://www.kwlinie.be/databank. https://nl.wikipedia.org/wiki/Korbeek-Lo#Geschiedenis. Witte woede: https://www.wittewoede.be/nieuws/opvang-psychiatrische-pati%C3%ABnten-verdient-plaats-samenleving

67


Station

Tien s

RIN

G

este

enw eg

gen

elin

k Zie

Ge

lde

na

ak

se

Den

l

ive

Du

ba

an eg sel orw Brus Spo venLeu

Zelf interesse in Straathistories? Kijk op www.erfgoedcelleuven.be/straathistories en neem contact op met de Erfgoedcel.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.