Spiegeloog 322

Page 1

oktober 2008 • jaargang 36 • nummer 321


36e jaargang Kamer A.511 nr. 322, november 2008 Afdeling Psychologie ISSN 0166-1930 Roetersstraat 15 Spiegeloog is een blad voor 1018 WB Amsterdam de Afdeling Psychologie, t: 020 - 525 67 58 Universiteit van Amsterdam e: spiegeloog@fmg.uva.nl

511 Crisis in kleur

HoofdEind Simon Nak & Lydia Sprenger.

Nee, je hebt niet per ongeluk het afdelingsblad van Economie te pakken. We zullen het in dit nummer dan ook niet hebben over ABN-AMRO - toen Fortis - en nu weer ABNAMRO - medewerkers die met dank aan Wouter Bos ineens ambtenaar zijn geworden. Al heeft Hilko in de Bacchus wel iets te zeggen over de kredietcrisis die momenteel de hele wereld in haar greep houdt. Toen wij het thema van dit nummer op 'crisis' vaststelde, waren de banken nog niet in grote getalen omgevallen (zoals dat blijkbaar heet). En hoewel zelfs wij als niet-economiestudenten deze ontwikkeling al aan zagen komen, dachten we bij 'crisis' voornamelijk aan de verscheidene indentiteitscrises waar je in je leven tegen aanloopt, waarvan de quarterlifecrisis voor onze generatie het dichtst op de loer ligt. In Spiegeloog lees je hoe je je hiertegen kunt wapenen. Ook wordt er aandacht besteed aan het Bureau Studentenpsychologen, waar studenten al 45 jaar terecht kunnen met hun problemen. Volgens teamleider Peter Dekker van het Bureau Studentenpsychologen zijn met name psychologiestudenten oververtegenwoordigd onder hun cliënten. Je bent gewaarschuwd. Bijzonder is het interview met Marja Koning. Zij en haar man hebben gedwongen hun woning aan de Vijzelgracht moeten verlaten nadat deze was verzakt als gevolg van de aanleg van de Noord-Zuidlijn. In Spiegeloog vertelt zij haar verhaal. Daarnaast hebben we ook een interview met medewerkers van de ambulancedienst, die dagelijks hun hoofd koel moeten houden in crisissituaties. Voor sommigen zijn crises onvermijdelijke fases in ons bestaan, we zullen hier doorheen moeten om aan de andere kant het licht weer te kunnen zien. In het artikel 2012: Het begin van een gouden tijdperk kun je lezen hoe de wereld in 2012 zal veranderen nadat we eerst met zijn allen door een diep dal zijn gegaan. Dacht je dus de dans te ontspringen in de kredietcrisis omdat je geen geld bij Icesave hebt staan en eigenlijk alleen maar een schuld hebt in Groningen (ook erg noordelijk), blijkt dat er nog tal van andere crises zijn waar je aan ten prooi kunt vallen. Een troost: je bent niet alleen. In de Wandelgang vertrouwen studenten de grootste crisis die zij onlangs hebben meegemaakt toe aan Spiegeloog. In geuren en KLEUREN in beeld gebracht! Lydia & Simon

Redactie Maartje Bult, Lise-Lotte Geutjes, Bo van Houwelingen, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Raïsa van Olden, Hilko van Rooijen, Ditke Schwartz, Jeantine Stam, Inge Wolsink. Medewerkers Denny Borsboom, Arnold van Emmerik, Roos Schouw, Mark Spiering, Pleun van Vliet, Corinde Wiers. Fotografie Lise-Lotte Geutjes, Mark Kohn, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Roos Schouw, Ditke Schwartz, Corinde Wiers, Inge Wolsink. Omslagillustratie Kim Rebelo Oliveira dos Santos. Layout Simon Nak & Lydia Sprenger. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 12,50 per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

26

30

Crisis aan de Vijzelgracht

Crisiswerk

Grenzenloos

Bewoner Marja Koning aan het woord

De ambulancedienst

Roos & Corinde

4

Psycholoog aan het Werk 16 Interview met schrijver Richard de Nooij

Filmrecensie Un Secret

Quarterlifecrisis 6 Elke generatie een eigen crisis

Pravda 18 Nieuwsrubriek

2012 Het begin van een gouden tijdperk?

Jesus Christ Superstar What's the buzz: auditie

7

Op Kamers 21 Lucia Talamini

Tabula Rasa 35 Zes beetwonden en een tetanusprik

Kopstukken 12 Lev Vygotsky

Student in de Problemen 22 Interview met teamleider Bureau Studentenpsychologen

Mededelingen 36 Activiteiten voor studenten

Ivoren Toren Ruis

Ramsj! Leesvoer voor psychologen

De Wandelgang 38 Wat is de grootste crisis die jij deze week hebt meegemaakt?

8

VSPA Congres Aankondiging voor VSPA congres 'Autisme'

13

CliĂŤnt bekent 14 Psychose

25

Rondvraag 28 Van Ploeger aan Wiers

Bacchus Begripscrisis

31

32

40


VSPA Congres Autisme Op 19 en 20 november vindt het jaarlijkse internationale congres van de VSPA plaats, dat jaar in het teken zal staan van autisme. De congrescommisie van de VSPA heeft een jaar lang hard gewerkt om er ook dit jaar weer een leuk en leerzam evenement van te maken. In Spiegeloog alvast een voorproefje van wat ons te wachten staat op het congres. Tekst: Raïsa van Olden, Maarten Willem Rijksen & Maria Lisa de Vries

Spiegeloog

(on)zin

november 2008

4

Op het jaarlijkse congres van de VSPA zijn uiteenlopende thema's als 'Sex & Love', 'Language & the Mind' en 'Evolutionary Psychology' reeds de revue gepasseerd. Het thema van dit jaar is 'Autism'. Maar waarom is autisme nu eigenlijk zo'n interessant onderwerp voor een congres? Als antwoord op deze vraag is het misschien interessant om te vertellen wat autisme precies is. Autisme is een ontwikkelingsstoornis, gekenmerkt door beperkingen in sociale interactie, communicatie en gedrag, belangstelling en activiteiten. Als we het over autisme hebben, bedoelen we vaak een bredere groep van ontwikkelingsstoornissen, de Autisme Spectrum Stoornissen, waaronder klassiek autisme, Asperger en PDD-NOS vallen. Volgens de DSM-IV is er sprake van een autistische stoornis als iemand voldoet aan drie criteria: kwalitatieve beperkingen in sociale interactie; kwalitatieve beperkingen in verbale en non-verbale comunicatie; beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten, waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding. Zowel op wetenschappelijk als op klinisch gebied zijn er de laatste jaren ontzettend veel ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en behandeling. Autisme zegt veel over sociaal functioneren in het algemeen en is daarmee gelinkt aan de verschillende disciplines binnen de psychologie. Ook binnen Sociale Psychologie, Methodenleer en Psychonomie leven relevante vragen die verband houden met autisme. Denk maar aan: wat is de rol van empathie binnen sociaal gedrag? Wat is nu eigenlijk autisme en hoe moeten we het meten? Welke hersengebieden zijn verantwoordelijk voor de problemen die ontstaan?

Het congres zal een poging wagen om op deze en nog veel meer vragen een antwoord te geven. Hoe gevarieerd de theorieën zijn omtrent het ontstaan van autisme, zal je merken op het congres. Experts van over de hele wereld zijn bereid gevonden om op de faculteit te komen spreken. Zo is er bijvoorbeeld prof. dr. Stephen Porges uit Chicago, wiens onderzoek zich richt op de rol van de 'polyvagal nerve' die loopt tussen het hart en de hersenen en zal dr. Linsday Oberman van Harvard een lezing geven over zogenaamde spiegelneuronen, die betrokken zijn bij problemen met empathie. Prof. dr. David Skuse zal spreken over de mate waarin autisme genetisch bepaald is. Dit is nog maar een kleine greep uit een lange lijst van grote namen. Het complete programma met een lijst van alle sprekers en informatie over hun lezingen is te vinden op de website www.psychologyconference.nl. Naast de lezingen worden er ook workshops georganiseerd over de behandeling van mensen met autisme. Het congres zal gehouden worden in Zaal A. In de hal zal een informatiemarkt zijn, waar ook een autisme-belevingstent zal worden opgebouwd, zodat je een kijkje kan nemen in het hoofd van iemand met autisme. Kaarten zijn nu al te koop via de site en zullen in de twee weken voorafgaand aan het congres ook in de hal verkocht worden. VSPA-leden betalen 14 euro en kunnen dan alle lezingen en workshops volgen op beide dagen. Voor elke lezing is voor de psychologiestudent één colloquiumpunt te verdienen. Kijk voor de prijzen (bijvoorbeeld per lezing of per dag) op de poster of op de site www.psychologyconference.nl. <<<

Hoogleraren en hoofddocenten kozen in 2008 in Elsevier de opleiding psychologie van de Universiteit van Amsterdam als de beste van Nederland. Mark Spiering en Arnold van Emmerik rukken elke maand een zin die onmogelijk aan deze beoordeling kan hebben bijgedragen volledig uit de context. Deze maand viel hun oog op een antwoord in het tentamen Seksuologie op de vraag naar verklaringen voor het vaker voorkomen van parafilieën bij mannen dan bij vrouwen:

'Mannen zijn gewoon viezer.' NB: Producten die beoordeeld zijn met een voldoende kunnen door docenten voor deze rubriek worden genomineerd bij Arnold van Emmerik of Mark Spiering (programmagroep Klinische Psychologie). Anonimiteit gegarandeerd.


Hier is ie dan... De quarterlife crisis! Elke student voelt zich wel eens overweldigd door de verplichtingen die het volwassen worden met zich meebrengt, de toegenomen keuzevrijheid die daar tegenover staat en alsof dat nog niet genoeg is: die eeuwige vraag 'wie ben ik eigenlijk?'. Genoeg ingrediënten voor een een geheel eigen crisis voor onze generatie, de quarterlifecrisis. Wat is het en hoe kom je er van af? Tekst: Bo van Houwelingen

Wie ben jij? Het wordt pas echt ernstig als je op yoga gaat, waarvan je altijd dacht dat het voor verlepte moeders was, die echte fitness niet aan kunnen. Of je leest plotseling met plezier het grauwe nihilistische boek Aantekeningen uit het ondergrondse van Dostojevski (aanrader!), waarin het er uiteindelijk op neerkomt dat de wereld een verschrikkelijke plek is en je schamele leventje geen enkel nut, doel of zin heeft. Of je raakt verslaafd aan de gedichten van Hermann Hesse, die zo lekker zijn om je vol zelfmedelijden in te storten. En uiteraard de Bijbel, waarbij het je ineens opvalt hoeveel overeenkomsten er zijn tussen jou en Jezus Christus, en dat jij minstens net zo veel te lijden hebt als hij. Alles in het kader van de zoektocht naar de inhoud van het zweverige begrip ‘zingeving’. Ineens zit je hoofd vol vragen. Waarom doe ik deze studie? Maak ik de juiste keuzes? Waarom kies ik wat ik kies en doe ik wat ik doe? Wat zijn mijn normen en waarden? Wat is mijn passie? Wat vind ik echt belangrijk? En natuurlijk de all-time favourite: wie ben ik? De enige oplossing die je nog ziet is ver weg te gaan, de wildernis

in, op zoek naar jezelf, net als die leuke jongen van Into the Wild. Herkenbaar..? Welkom in de quarterlifecrisis! Quarterlife- en midlifecrisis De quarterlifecrisis treft voornamelijk hoogopgeleiden tussen hun twintigste en dertigste levensjaar. Het is een identiteitscrisis die ontstaat door onduidelijkheid over wie je bent en waar je naartoe wilt in je leven. De term quarterlifecrisis werd in 1965 geïntroduceerd door psychoanalyticus Elliot Jaques, ook de bedenker van de veel bekendere midlifecrisis. Het fenomeen werd echter pas echt bekend na de bestseller Quarterlife Crisis van de Amerikaanse schrijvers Robbins en Wilner (2001). Het viel hen op dat veel twintigers regelmatig somber of depressief zijn. Zij voelen zich overgeleverd aan een complexe, overweldigende wereld vol keuzemogelijkheden. Voor hun gevoel is de meest belangrijke tijd in hun leven aangebroken waarin per se de juiste, levensbepalende beslissingen moeten worden genomen. Ook lijken studie en werk ineens zinloos omdat ze iets wezenlijks willen bijdragen aan de wereld in plaats van gedachteloos mee te draaien in het standaard leef- en studiepatroon. De quarterlifecrisis lijkt een beetje op de midlifecrisis, het zijn namelijk beiden identiteitscrises. De midlifecrisis komt voor tijdens de overgang van veertiger naar vijftiger. In deze fase kijken mensen terug op hun leven om te zien wat ze ervan gemaakt hebben. Dit gaat gepaard met gevoelens van zinloosheid (het oude vertrouwde ‘is dit alles-dilemma’). Tevens wordt de balans opgemaakt voor de toekomst: wat is er nog te doen in de tijd die ik over heb? Twintigers zitten echter in een overgangsfase van kind en student met een vrijblijvend leventje naar volwassene met een steeds meer vastomlijnd leven. Ineens krijg je te maken met verzekeringen, ingewikkelde huurcontracten, dubieuze rekeningen, een studieschuld, stapels bankafschriften, onoverzichtelijke brieven van de meest vreemde instanties, ellenlange ingewikkelde formulieren die je moet invullen en meer wrede staaltjes van de Nederlandse bureaucratie. Je wordt gedwongen te kiezen tussen studierichtingen >>>

november 2008 Spiegeloog

Daar ga je… Weet je nog dat je dacht dat je volwassen was? Waarschijnlijk zo ongeveer na de puberteit, toen je achttien was en net het huis uit ging. ‘Nu heb ik alles wel gezien en gedaan, nu ben ik zelfstandig en verantwoordelijk voor mijn eigen leven, nu ben ik gróót.’ Met die overtuiging kun je een paar heerlijk onbezorgde jaren verder. Je leeft je eigen leventje, beetje studeren, beetje feesten, een beetje aankloten. Tot je opeens de behoefte krijgt om een boswandeling te maken en jezelf één te voelen met de natuur. Frisse lucht inademen en hier en daar een boom knuffelen. Of plotseling voel je een steek van jaloezie jegens je beste vriend of vriendin, die ligt zó ver voor, heeft alles al, huis, leuke baan, partner. En jij? Jij hebt nog he-le-maal niks. En voordat je het weet zit je in een vensterbank, met je hoofd tegen een beregend raam geleund, eenzaam naar de onvriendelijke buitenwereld te staren. Kan gebeuren, heeft iedereen wel eens.

5


specialisaties, stageplekken, werkplekken en woonplaatsen. Je leven krijgt aan de ene kant dus een steeds duidelijkere richting, terwijl het aan de andere kant nog helemaal open ligt. Je kunt tenslotte nog wel alle kanten op als het gaat om wonen, werken of partnerkeuze. Het kenmerkende aan de quarterlifecrisis is dus een gebrek aan stabiliteit en voorspelbaarheid, maar tegelijkertijd ook de angst daarvoor. Tevens ben je onzeker over jezelf en de toekomst en heb je het gevoel dat je het contact met jezelf verliest. Crisis en dan? De hevigheid, de duur en het aantal klachten die gepaard gaan met de quarterlifecrisis zijn per persoon verschillend. In sommige gevallen duren de klachten twee jaar of langer, in andere gevallen een paar maanden. Dus vink even aan: de belangrijkste kenmerken van de quarterlifecrisis op een rij:

Spiegeloog

6

□ Onzekerheid, twijfel aan jezelf, keuzestress □ Somberheid en lusteloosheid □ Je bezighouden met vragen over zingeving (Wat heeft het voor zin? Wie ben ik?) □ Jezelf constant vergelijken met anderen om te controleren of je nog op schema ligt □ Het gevoel hebben dat je achter loopt in vergelijking tot de rest □ Gevoelens van onrust, veel dingen tegelijk willen doen □ Besluiteloosheid □ Onderdrukking van gevoelens en vluchtgedrag □ Spanningsklachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn en concentratieproblemen

november 2008

Alles aangevinkt? Misschien heb je tentamenstress, zit je even in een dipje of ben je van nature al zo. Of je zit gewoon in de quarterlifecrisis. Is dat erg? Dat hangt natuurlijk af van de aard, duur en hevigheid van je klachten. Heb je er al jaren last van en kom je er maar niet uit? Misschien moet je dan eens met een psycholoog gaan praten. Maar in de meeste gevallen kun je jezelf gelukkig heel goed behandelen. In eerste instantie is het een goed idee even lekker aan zelfonderzoek te gaan doen. Neem jezelf eens goed onder de loep

illustratie: Cameron Scribbles

en krijg inzicht in je eigen waarden, overtuigingen, zwakke punten en kwaliteiten. Probeer het contact met jezelf weer terug te krijgen, hoe vaag dat misschien ook klinkt. Vergroot je zelfinzicht door af en toe ongegeneerd aan alles te twijfelen. En ga sporten! Naast allerlei andere gunstige effecten heeft sporten ook een positief effect op het tegengaan van depressie, somberheid en angsten. Die wandeling door het bos en die yogales blijken toch ook niet zo’n gek idee te zijn. Het zijn goede manieren om even uit de hectiek van het dagelijkse leven te stappen en alleen te zijn met jezelf en je gedachten. Je bent toch al aan het piekeren, dus dan kun je dat beter een uurtje in het bos doen dan de hele nacht lang in bed. En na twintig yoga zonnegroetjes kun je sowieso niet meer nadenken. Lees ook het boek Het dertigers dilemma van Nienke Wijnants. Zij deed promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam naar het fenomeen quarterlifecrisis en ontdekte dat maar liefst driekwart van de hoger opgeleiden tussen de 25 en 35 jaar in meerdere of mindere mate kampt met een crisis die zij het dertigers dilemma noemt. Dit boek gaat dus weliswaar voornamelijk over dertigers maar hun crisis heeft veel raakvlakken met die van twintigers. En ten slotte: Rust, Reinheid en Regelmaat! Sta op tijd op, en ga niet te laat naar bed, ontbijt, stofzuig af en toe, eet gezond! Nou ja, eigenlijk alles wat je moeder je altijd al op je hart heeft gedrukt. Hoezo crisis?! Mooi is dat, denk je misschien, ben ik een paar dagen chagrijnig krijg ik meteen het label ‘quarterlifecrisis’ opgeplakt. Waarom zouden we een probleem maken van iets waar veel mensen niet eens last van hebben of niet mee zitten, met een definitie van symptomen en bijbehorende oplossingenoplossingen en alles erop en eraan! Is het niet zo dat op het moment dat je in een dipje zit en het woord crisis genoemd wordt je ook meteen in een echte crisis terecht komt? Terwijl het in eerste instantie eigenlijk allemaal wel mee viel! Misschien is crisis ook wel een te zwaar woord voor wat het nou helemaal inhoudt. Er zijn immers maar weinig mensen die echt ‘instorten’, iets wat je wel zou verwachten bij het horen van het woord crisis. Voor veel mensen is de quarterlifecrisis dan ook geen echte crisis, maar meer een omslagmoment in het leven dat gekenmerkt wordt door een zoektocht naar de eigen unieke identiteit. Als je het zo bekijkt heb je na het doorstaan van je ‘crisis’ een hoop zelfinzicht en een duidelijkere levensrichting gekregen. Het kan in elk geval geen kwaad je te realiseren dat je ‘crisis’, ‘fase’, ‘overgangsperiode’ of hoe je het ook wilt noemen een belangrijk leermoment in je leven kan zijn waar je best even aandacht aan mag besteden en wat je niet hoeft af te doen als aanstellerij. En tot slot, crisis of niet, voor mensen die even lekker willen zwelgen in zelfmedelijden, wanhoop en twijfel, drie lekkere piekergedichten, van onze vriend Hermann Hesse. Succes ermee! <<<


Hoe gaat het met...

Ik heb geen wensen, geen begeren, neurie zachte kinderwijzen, keer naar huis verwonderd weer en droom van nieuwe paradijzen Hart je hebt zoveel geleden! Is het niet heerlijk blind te woelen, niets te denken, niets te weten en alleen te voelen, voelen!

Doch heimelijk hunkeren wij naar werkelijkheid Op ijle vleugels, als een teder waaien Lijkt lieflijk ons leven heen te gaan, Lichtvoetig schijnt het rond het niets te draaien waaraan wij offerden tijd en bestaan. In leegte, zonder dwang of nood, verglijdt ons leven vrij en steeds tot spel gereed. Doch heimelijk hunkeren we naar werkelijkheid, verwekkingen, geboorte, dood en leed.

In nevel Vreemd, in de nevel te zwerven! Eenzaam is elke struik en steen, geen boom ziet de anderen, ieder is alleen. Vol vrienden was mijn wereld, toen mijn leven nog licht was; Nu, als de nevel valt, is niemand meer zichtbaar. Werkelijk, niemand is wijs, als die het donker niet kent, dat ontoegankelijke en zachte van allen die het volgen. Vreemd, in de nevel te zwerven! Leven is eenzaam zijn. Geen mens kent de anderen, ieder is alleen. Meer lezen over de quarterlifecrisis? Het dertigers dilemma - N. Wijnants; Quarterlifecrisis - Alexandra Robbins & Abby Wilner; Conquering Your Quarterlifecrisis - Alexandra Robbins; Get It Together - Damian Barr; Twentysomeone - Craig R. Dunham; Twentysomething - Margaret Feinberg Gedichten van Hermann Hesse van haptomaan.web-log.nl/haptomaan/hermann_hesse

Jesus Christ Superstar? What's the buzz: auditie ‘What’s the buzz, tell me what’s happening’, zingen Jezus’ apostelen in hun openingslied van de rock-opera Jesus Christ Superstar: ‘Wat is er aan de hand, man, vertel me er meer over’. Ja, wat is hier in hemelsnaam gaande? Na vier uur slaap wegens de Parijse Péripherique die niet meewerkt aan een spoedige vakantiethuiskomst, ontvang ik het verontrustende bericht dat zich maar liefst 60 mensen hebben aangemeld voor de audities van Jesus Christ Superstar. Een succès fou dat grotendeels te danken is aan Sylvia Witteveen, die tijdens haar college psychofysiologie heeft beloofd dat Judas tijdens de opvoering spectaculair vanaf het balcon van Zaal A zal abseilen. Zestig mensen die in doorlopende auditierondes voor zang en dans op één dag ingedeeld moeten worden! En blijkens hun motivaties kúnnen ze ook zoveel. We worden er een beetje misselijk van. Kunnen wij dit eigenlijk wel? Op de auditiedag zit ik al om 08.15 met mijn boterham te verzenuwen voor de deur van CREA. Choreograaf Claudia, zangbegeleider Marjolein, en spelregisseurs Esmé en Erwin doemen evenzeer verweesd op in het bleke ochtendzonnetje. Niemand begrijpt in wat voor leven we beland zijn. Dan - heel langzaam - worden we - heel voorzichtig - héél blij. De vroegste auditant verschijnt op zijn motor. De tweede warmt zijn stem op in de WC. De pianist pingelt zijn eerste ‘Gethsemane’ van die dag nog even door, en dan … DAAR GAAN WE!!! Het wordt een fantastische dag. Wat een geschenk om zoveel mensen zó mooi te horen zingen. Onze Esmé leidt met haar krankzinnige spelopdrachten (‘en bij de hoogste noot gooi je die stoel in de lucht’) zelfs de meest schuchtere kandidaat met succes door de voordracht, Erwin applaudiseert stralend stiekem onder de tafel, en Claudia jaagt de dansers door zo’n razende auditie heen, dat er na drie kwartier zowaar een ensemble staat. Het is een wonder. Om 19.00 staan we doodop en intens gelukkig bij de Chinees. Wil er überhaupt nog iemand eten? Pas om 02.00 hebben we de complete cast naar tevredenheid samengesteld. In reactie op de uitslag ontvang ik zaterdagavond een mail: ‘Geeeeewelllllllldiggggg! Dikke kus van een beretrotse papa. AMEN!’. En enkele seconden later een tweede bericht: ‘Sorry voor mijn enthousiasme, was bestemd voor mijn dochter….’. Van puur plezier lig ik weer tot 03.00 uur wakker. Wat de buzz is? O man, er is een feestje gaande! En dit is pas het begin… Pleun van Vliet Benieuwd naar onze complete cast & crew? Zij stellen zich graag aan je voor op onze website www.whatsthebuzz.nl. Ook meedoen? Wij zoeken nog decor- en requisietenbouwers, productiemedewerkers en mannen (bas) voor het koor. Meld je aan via info@whatsthebuzz.nl.

november 2008 Spiegeloog

Ik was te lang door licht omgeven; O! Dit onbekend gebeuren: niet het nieuwe na te streven maar in eigen ziel te speuren

7


Crisis aan de Vijzelgracht Wat doe je als je thuiskomt van een avondje uit en je huis staat op instorten? Weinig mensen kunnen het ons vertellen, als je in Nederland woont ga je er niet vanuit dat zoiets kan gebeuren, in onze maatschappij is het hebben van een veilige thuisbasis normaal. Marja Koning kan het ons wél vertellen. Na jarenlang geteisterd te zijn door overlast van de aanleg van de Noord-Zuidlijn, kon ze op een avond ineens haar huis niet meer in. Het pand zakte 15 cm de grond in en werd onbewoonbaar verklaard. Tekst en foto's: Inge Wolsink

Spiegeloog

8

november 2008

Het lijkt wel of dolenthousiaste ambtenaren, politici en zandlaag onder de fundering in beweging kwam. De vier projectplanners elk decennium met een nieuw prestigieus monumentale zeventiende-eeuwse wevershuizen werden project op de proppen komen. Onder het mom van innoonbewoonbaar verklaard en de bewoners hadden vanaf dat vatie waren dat in de jaren negentig de Betuwelijn, waarmoment geen toegang meer tot hun eigen huis. voor talloze boerderijen werden onteigend, en de HSL, die Lerares Marja Koning woonde op dat moment met haar tot op de dag van vandaag nog niet is opgeleverd. man Rob al bijna haar halve leven op nummer 26 en zit Op stedelijk niveau is het plaatje niet anders. In de lente nu noodgedwongen in een vervangend huis in afwachting van 1975 braken in reactie op de aanleg van de Zuidoost van… ja, van wat eigenlijk? Zij beschrijft hoe de constante metrolijn heftige rellen uit rond de Nieuwmarkt, waar druk, de zorgen en het lawaai, haar leven en dat van haar zelfs het leger aan te pas moest komen. Wie zich afvraagt man hebben beïnvloed en wat het doet met een mens als je waar de metrolijn loopt hoeft bovengronds alleen de van de ene op de andere dag je thuis kwijt bent. strook oerlelijke nieuwbouwhuizen te volgen, die vanaf de Jodenbreestraat de stad in loopt en schril afsteekt tegen Hoe ben je in het huis terecht gekomen? de prachtige oude stadsdelen. Zonder pardon werden daar We hebben heel lang gezocht. Eerst woonden we samen hele stratenblokken gesloopt om de aanleg van de nieuwe in een heel oud pand dat op instorten stond. Het werd metro mogelijk te maken. gedoogd dat we daar woonden. Kraken was het niet heleDit decennium startte de gemeente Amsterdam een maal, maar wonen ook niet. Toen we allebei afgestudeerd soortgelijk project: de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Je waren wilden we toch wel graag iets kopen. We vonden dit zou zeggen dat dit soort dingen tegenwoordig iets netter huis, maar het lag eigenlijk boven ons budget. Dat is nu 25 worden aangepakt omdat dramatische planning en uitvoejaar geleden, dus we wonen er eigenlijk al heel lang. Toen ring in het verleden ons heeft geleerd hoe het nu beter aan ik daar destijds liep met de makelaar dacht ik: o, dit is het te pakken. helemaal! Ik vond het al geweldig vanaf het moment dat ik De bewoners rond de de drempel over stapte, toekomstige metrolijn en elke kamer die we waren daar niet geheel - Vier monumentale zeventiende eeuwse wevershuizen aan binnen liepen riep ik zeker van en organiseerweer hoe prachtig ik de Vijzelgracht werden onbewoonbaar verklaard den zich al in juli 1997 het vond. Niet erg tacin de vereniging ‘de tisch als je een huis wilt Bovengrondse’, nadat kopen, maar uiteindelijk de gemeente een referendum waarin twee derde van de hebben we het vanwege ons enthousiasme toch gekregen. opkomst tegen de Noord-Zuidlijn stemde naast zich neer Mijn dochter Sofie is er geboren. Zij vindt het ook heel had gelegd. Er werd gewaarschuwd voor grote schade aan erg wat er gebeurd is, het is toch het huis waar ze is opgede historische stad en onveiligheid voor omwonenden en groeid. Ons eerste huis. We waren en zijn ook niet van plan toekomstige reizigers. om daar ooit weg te gaan. Helaas kregen deze mensen op een pijnlijke manier gelijk toen op 19 juni van dit jaar vier panden aan de Vijzelgracht Wanneer is voor jullie de overlast begonnen? maar liefst 15 cm verzakten. Het grondwaterpeil onder de In 2003 zijn ze geloof ik echt begonnen met boren. Maar huizen zakte als gevolg van een lek in de diepwand van daarvoor waren ze al aan het graven. De Vijzelgracht was het metrostation Vijzelgracht, waardoor ook de stabiele oorspronkelijk ook echt een gracht. Er stond nog een


Spiegeloog

politie langs en daar ben ik toen maar voor gesprongen. Even later stond de straat vol politie en brandweerwagens. De straat werd afgezet en ik moest van de politie achter het rood-witte lint plaatsnemen. Dat ging me echt te ver, het was mijn huis! Ik ben blijven staan waar ik stond. Mijn man was inmiddels ook gearriveerd bij het pand en we hebben tot een uur of een in de nacht buiten gestaan. We hebben een aantal keren gevraagd of ze ons vaste hotel wilden bellen en elke keer verzekerden ze ons dat dat wel goed zou komen. Als ik zelf een mobiele telefoon had gehad had ik het zelf wel geregeld. We waren een avond naar de opera, dus ik had gewoon weinig bij me, alles lag nog binnen. Uiteindelijk was er niets geregeld, maar boden ze wel aan ons naar een noodlokaal te brengen. Ik werd Kun je beschrijven wat er gebeurde de dag dat je ‘geëvacueerd’ werd? daar echt zo kwaad om. De volgende dag werd ook niet De buren hadden al eerder die dag alarm geslagen. De de moeite genomen om te kijken hoe het me ons was, op buurvrouw had ’s ochtends gekraak gehoord, die dacht dat een briefje dat ik van de buurvrouw kreeg stond dat er op er een inbreker bezig was. Ze liep naar beneden, waar ze het stationsplein een voorlichting was. Ik had niet eens een de scheuren letterlijk over de muren zag kruipen. Toen ze tramkaart om er te komen. in paniek naar buiten wilde rennen kreeg ze de deur niet Met bouw- en woningtoezicht zijn we later via de ramen meer open. Ze heeft toen haar man gebeld die de deur van het huis in gegaan om wat spullen op te halen. We hadden buitenaf heeft moeten intrappen Hij is er toen melding van het net gerenoveerd, mijn huis was ook echt mijn hobby. gaan maken bij het projectbureau van de Noord-Zuidlijn, Helaas was daar weinig meer van over, ik wist niet wat ik maar iedereen bleef maar vasthouden aan dat monitoring zag. Dat de scheuren die buiten systeem en daar was niets te zaten ook van binnen te zien zien. Dus was er 'niets aan de Een gigantische knal en plotseling lag moesten zijn, hadden we kunnen hand'. weten, maar toch verwacht je overal glas, ik schrok me dood Het bleek toch raak te zijn. Toen niet dat overal de muren en de ik thuiskwam kreeg ik de voorvloeren kapot zijn, dat de trap deur niet open. Ook de andere dwars door het plafond van het toilet is gekomen, dat je deur wilde niet echt meegeven. Toen ik er druk op begon hele huis een ravage is. Ik was in shock, maar veel tijd om te zetten sprongen er ineens twee ramen bij de buren. Een het te verwerken was er niet, we moesten zo snel mogelijk gigantische knal en plotseling lag overal glas, ik schrok me wat spullen bij elkaar pakken en weer naar buiten. Je neemt dood. Toen ik opkeek zag ik dat in de muur een enorme de raarste dingen mee. scheur liep als een soort muizentrap. Ik stond daar maar, En daar zit je dan, dat is echt… een beetje typisch, net of volledig onthutst, en ondertussen stonden er mannen die je heel erg ziek bent geweest. Ja wat moet je doen? Je zit daar aan het werk waren naar me te kijken. Alleen maar op zo’n hotelkamer van twee bij twee, elkaar een beetje aan te kijken, ze deden helemaal niets. Dat vond ik echt heel te kijken. We zijn toen maar wat gaan wandelen. Ik zei: ‘Ik erg. Ik heb van een voorbijganger een telefoon geleend om voel me een beetje ontheemd.’ ‘Ja,’ zegt Rob, ‘Je bent ook 112 te bellen. Toen kwam er al een patrouillewagen van de >>>

9

november 2008

oude kademuur overeind en die probeerden ze toen met zo’n grijpmachine om te tikken. Ons hele huis stond te trillen en te schudden. De eerste scheuren in de marmeren vloeren ontstonden toen al. De daadwerkelijke aanleg van het metrostation begon om zeven uur ’s ochtends en hield om tien uur ’s avonds op. Je werd dus gedwongen wakker van de boren, de graafmachines, de mensen die er werkten en de uitlaatgassen, en dat elke dag, jaren lang. Tijdens nachtelijke werkzaamheden stonden er van die bouwlampen aan. Daar kan geen gordijn tegenop. Ter vervanging van het diepriool stond in de straat tegenover ons huis ook nog een pomp dag en nacht te brommen. Door de lage frequentie van dat geluid lagen we nachtenlang wakker. Pas na jaren van klagen verdween de pomp ondergronds. Op een nacht werd ik wakker van een heel hard gezoem. Ik dacht dat er een bromvlieg door de kamer heen vloog. Toen ik het licht aandeed merkte ik dat het geluid van buiten kwam, dwars door de dubbele beglazing heen. Een installatie om beton te koelen bleek pal voor de deur te staan loeien. Toen ik ernaar informeerde zeiden ze dat het nog drie dagen zou duren voordat ze hem konden verplaatsen naar een onbewoond pand, die nachten hebben we in een hotel doorgebracht. Bij terugkeer stond dat ding gewoon bij de buren voor de deur.


ontheemd, je hebt gewoon geen huis meer.’ Er komen gekke dingen naar boven komen tijdens zo’n crisissituatie. Ik had steeds het gevoel dat ik mijn moeder moest bellen en die is al jaren overleden. Dat gevoel komt dan boven, van ik moet nog iets, ik moet nog iemand geruststellen, laten weten dat ik veilig ben. Later moest de inboedel uit de huizen worden gehaald. Dat ging met een grote kraan vanuit de bouwput over de huizen heen. Er werd een grote container voor het open raam gehangen met een soort rubber stootkussen eraan en daar schuiven ze dan zo vanuit het huis je spullen in.

Spiegeloog

10

november 2008

Hoe is dat, om dat zo te zien? Walgelijk. Dat is echt… Gruwelijk. Al je spullen, het is bizar en onwerkelijk. Het hele proces was shockerend. Toen ze later het huis gingen ‘inpakken’ ter voorkoming van verdere schade werd het hele huis doorregen met pinnen en balken. Alles werd doorzeefd, vloeren, muren. Onze pas gerenoveerde keuken werd gesloopt. Daar was ik niet voor gewaarschuwd, ik kreeg echt een hartverzakking. Ik vroeg nog: ‘Nemen jullie wel maten op? Anders kunnen we het nooit weer zo terug zetten.’ Daar deden ze niet aan hoor, en terugzetten moest ik maar uit mijn hoofd zetten. Boven aangekomen bleek de hele kastenwand van de slaapkamer er ook uit te zijn. Echt alles, alles hadden ze eruit gesloopt. Je herkent je eigen huis niet meer. Achteraf kan ik het wel begrijpen, de boel moest natuurlijk snel ontruimd om het pand te redden, maar ze slopen je hele interieur, ik had het er erg moeilijk mee. Je moet daar zelf toestemming voor geven maar je hebt eigenlijk geen keus. Je kan wel zeggen ‘dat doe ik niet’, maar dan ben jij aansprakelijk voor wat er dan verder nog gebeurt. Hoe voelt dit vervangende huis voor jou aan? Het is heel raar. In het begin voelde ik me op visite, ik durfde hier nog geen glas wijn in te schenken, want op de inventarislijst stond dat het tapijt schoon weer opgeleverd moest worden. Op een gegeven moment dacht ik: ik ben ook gek, dan lever ik het maar niet schoon weer op. Je moet je toch vrij kunnen bewegen om je een beetje thuis te kunnen voelen. Er staat hier ook bijna niets wat van ons is, het is gemeubileerd gehuurd en al onze spullen staan opgeslagen. We kunnen er wel bij maar er is geen beginnen aan, je kunt niets terugvinden. Je mist je eigen spullen. Met mijn eigen huis, heb ik echt zoiets van my home is my castle, ook al ligt het in puin en is er enorme geluidsoverlast. Ik mis het gewoon enorm. Ik mis het gekraak van de deuren, in je eigen huis ken je elk geluid. Wat doet de onzekerheid over terugkeer naar huis met je? In het begin zeiden ze dat het een halfjaar zou gaan duren. Later werd dat een jaar en nu is het vooruitzicht drie. Het rekt maar en het rekt maar en dan rek je maar mee. Dat is ook het moeilijke nu, het duurt steeds langer voordat we daar weer terug kunnen komen. Ik ben nu zestig, dan denk

ik: nou, tegen de tijd dat ik daar terugkom ben ik drieënzestig, halen we dat? We roepen wel allemaal van ‘we worden tachtig’, maar je hebt garantie tot de deur. Dan moet je reëel gaan denken… moeten we het verkopen? De gemeente heeft ons wel een aanbod gedaan, maar dan denk je wel: Jezus, ik wil hier niet weg. Het is gewoon zo moeilijk om te bepalen. Wat doe je dan? Ga je daar weer terug? Met alles wat erbij zit? Want alles komt op de bewoners neer, er is niemand die je daarbij helpt. Wij moeten een team uitzoeken die dat dan weer helemaal voor ons gaat opknappen, alle initiatieven nemen. Dat willen we natuurlijk ook wel, we willen het wel in eigen regie houden, maar het kost zoveel inspanning. Je kunt het niet overgeven, maar als je zoiets wilt doen moet je echt tot het gaatje gaan. Ik heb begrepen dat je eerder, ondanks vele verzoeken, nooit een interview hebt gegeven. Waarom is dat? Het is beter om er niet voortdurend over te praten als je probeert om het los te laten. Ik zal toch al genoeg met alle gevolgen worden geconfronteerd tijdens de vele vergaderingen die we nog met de deskundigen moeten hebben over het herstellen van het pand. Toen het pas gebeurd was heb ik er heel veel over gepraat. Ik vertelde het verhaal aan iedereen en checkte alle berichtgeving. Sommige stukken las ik meerdere keren. Dan ga je in zo’n kringetje draaien. Ik dacht: ik kom daar gewoon niet meer uit. In het begin denk je nog ‘dood is erger’, of ‘we hebben in ieder geval elkaar nog’, maar als je dat soort dingen gaat denken, dan zit je toch wel in een verschrikkelijke situatie. Op een gegeven moment ben ik toch maar met slachtofferhulp gaan praten. Ik werd daar geholpen door een vrouw, die bleef maar doorvragen en doorvragen. Op een gegeven moment kwam alles eruit. Ik heb zitten brullen en schreeuwen en ik heb vreselijk hard gehuild. Ik wist niet wat me overkwam, uit mijn tenen kwam het. Die dame zei: ‘Dit is heel normaal hoor, denk maar niet dat het absurd is en je hoeft ook niet bang te zijn dat je psychisch gestoord bent, dit hoort er helemaal bij.’ Ik ben er maar één keer geweest. Dat was genoeg, het was eruit. Je hebt zoveel emoties opgespaard. Sindsdien praat ik er niet zoveel meer over, ik wil nu vooruit kijken. Mijn energie aan andere dingen besteden, zoals lesgeven, sporten, lezen. Ik heb een elektrische piano gehuurd om weer wat te spelen en zangles genomen en daar haal ik veel uit. Je moet gewoon verder met je leven. <<<

Een van de verzakte wevershuizen aan de Vijzelgracht


- advertentie -

Tentamencrisis? C APITA S ELECTA Psychologie Snel, gestructureerd en effectief tentamens halen. Dit semester biedt Capita Selecta weer stoomcursussen aan voor de vakken van Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam Een cursus bestaat uit 3 of 4 lessen van 3 uur, die worden gegeven door een repetitor (student-docent). Tijdens de lessen worden moeilijke onderdelen van het vak behandeld, en wordt geoefend met tentamenvragen. Hierdoor heb je een goede voorbereiding op je tentamen! De lessen worden gegeven in kleine groepen van 3 tot 10 personen, zodat er ten alle tijden gelegenheid is tot het stellen van vragen. Wij bieden stoomcursussen aan voor de volgende vakken:

Eerste jaar: Statistiek Psychofysiologie Psychopathologie Sociale Psychologie Functieleer

Zie de site voor overige vakken en herkansingen.

De inschrijvingen zijn al geopend!

WWW . CAPITASELECTA . NL


Kopstukken Naam: Geboren: Overleden: Kopstuk, want:

Lev Vygotsky 17 november 1896 11 juni 1934 had een grote invloed op het denken over de ontwikkeling van kinderen.

Tekst: Simon Nak

Leven Spiegeloog november 2008

12

Lev Semyonovich Vygotsky werd in 1896 geboren in Orsha in het Russische tsarenrijk (nu in Wit-Rusland). Het grootste deel van zijn jeugd woonde hij in de plaats Gomel, ook in Wit-Rusland. Vlakbij deze stad zou 80 jaar later de Tsjernobyl ramp plaatsvinden. Vygotsky kwam uit een Joodse familie. Zijn vader was onderdirecteur bij een bank in Moskou. Zijn moeder was vroeger lerares, maar besteedde al haar tijd aan het opvoeden van haar acht kinderen. Via zijn moeder maakte hij kennis met de wereldliteratuur en tijdens zijn middelbare schooltijd leerde Vygotsky maar liefst acht talen. Later studeerde hij aan de Universiteit van Moskou. Eigenlijk studeerde hij rechten, maar in de praktijk volgde hij zoveel mogelijk de vakken die hem echt interesseerden. Daarnaast studeerde hij aan een andere universiteit, de Shanyavsky Universiteit. Aan beide universiteiten studeerde hij af in 1917, het jaar van de Oktoberrevolutie in Rusland. De overgang van tsarenrijk naar Sovjet Unie, hoe chaotisch en gewelddadig deze ook was, bracht voor Vygotsky een groot voordeel mee. Onder de tsaren mochten Joden geen wetenschappelijke carrière - Mensen leren van de hebben, maar onder de Sovjets was dit wel mogelijk. Hij was oorspronkelijk dan ook voorstander van het communistische regime. Na zijn studie keerde Vygotsky eerst terug naar Gomel, om als leraar te werken. Op de school waar hij werkte richtte hij een laboratorium in, waar hij op kleine schaal psychologisch onderzoek deed. De bevindingen die hij daar deed waren niet van grote waarde, maar bezorgden hem in 1924 wel een uitnodiging van het Instituut voor Psychologie in Moskou. Uiteraard werd er verwacht dat hij daar Marxisti-

sche psychologie zou bedrijven. Niemand had echter een duidelijk beeld wat Marxistische psychologie precies in moest houden, waardoor het een nogal flexibel begrip was. Zolang een wetenschapper de kapitalisten bekritiseerde en af en toe Lenin of Marx quootte, kon hij verder zijn gang gaan. Ondanks dat zullen de constante censuur en verschuivingen in ideologie verwarrend en angstwekkend geweest zijn voor wetenschappers als Vygotsky. Zijn wetenschappelijke carrière was er één van constante studie en onderzoek voor een veelheid aan uitgevers, tijdschriften en instituten. Al voor zijn studie had hij tuberculose opgedaan, een ziekte waar hij zijn hele leven last van zou houden, maar dat weerhield hem niet van het publiceren van nieuwe analyses. In zijn korte leven publiceerde hij meer dan 200 artikelen en boeken, voordat hij op 37-jarige leeftijd overleed aan tuberculose.

Werk In 1926 publiceerde Vygotsky zijn boek Educational Psychology. Hierin benadrukte hij dat mensen bestaan uit zenuwen, hormoonklieren en spieren die de basis zijn ervaringen van anderen voor al het gedrag. Ook kende hij veel waarde toe aan de invloed van de sociale omgeving op het functioneren van mensen. Vygotsky geloofde dat hij het werk van Darwin, Pavlov en Marx kon combineren. Het verschil tussen mensen en dieren was volgens Vygotsky dat mensen niet alleen beïnvloed worden door hun aangeboren gedrag en hun individuele ervaringen. Mensen hebben ook ‘sociale ervaringen’. Hiermee bedoelde hij dat mensen kunnen leren van de geschiedenis en van ervaringen van anderen. Ook hebben mensen iets dat Vygotsky ‘dubbele ervaring’ noemt: bewustzijn. Mensen kunnen handelen volgens een


Children with a high IQ often owe their high scores to the privileged environments in which they grew up. As soon as they enter school, they will spend a large part of the day in an environment where the circumstances are the same for everybody. (...) the brighter children will be insufficiently challenged and will lose some of their mental superiority. Andere belangrijke boeken van Vygotsky zijn Psychology of Art (1925) en Thought and Language (1934). Hoewel een deel van zijn theorieën inmiddels achterhaald zijn, blijkt wel dat hij een pionier in de psychologie was. Hij schreef en dacht over onderwerpen die nooit eerder beschreven waren. Vooral voor het denken over de ontwikkeling van kinderen is Vygotsky van blijvende waarde geweest. <<<

Bron: Van der Veer, R. (2007). Lev Vygotsky. Londen: Continuum.

Ruis

In het boek The black swan bespreekt Nassim Nicholas Taleb de beperkte voorspelbaarheid vooraf, en uitstekende verklaarbaarheid achteraf, van dit soort gebeurtenissen. Niemand ziet ze aankomen, ze vliegen beneden de radar van de statistiek die gebruikt wordt om economische trends te modelleren, maar juist deze zeldzame gebeurtenissen zijn van grote invloed op de ontwikkeling van de wereldeconomie en, zo zou je kunnen toevoegen, van de wereldgeschiedenis als geheel. Gebeurtenissen waarop volgens alle modellen een kleine kans is, maar die grote gevolgen hebben, noemt hij zwarte zwanen. Die zwarte zwanen definiëren ook de levenswandel van het individu. Mijn promotieplek bijvoorbeeld viel mij slechts toe omdat een eerdere Aio het met het betreffende project voor gezien hield. Een gebeurtenis die een grote invloed op mijn leven heeft gehad, maar die geen enkel model voorspeld had kunnen hebben. Waarschijnlijk is dat beeld voor de meeste mensen herkenbaar. Dat betekent dat onze levenswandel net zo onvoorspelbaar zou moeten zijn als de economie, en dat klopt uitstekend met de hoeveelheden verklaarde variantie die wij aantreffen in de betreffende vakgebieden. Zowel de economie als de psychologie hebben een beroerde reputatie als het op voorspellen aankomt, en zeker wanneer het om individuele gebeurtenissen gaat. Zwarte zwanen worden in statistische modellen genegeerd, en dat moet ook want die modellen gaan over globale parameters van kansverdelingen en niet over individuele gebeurtenissen. Een kansmodel, dat het gedrag van muntjes op de lange duur uitstekend beschrijft, heeft niets te zeggen over die ene worp die de gokker op de rand van een faillissement brengt. Het paradoxale is dat wat ruis is voor het statistisch model dat een systeem beschrijft, in de ontwikkeling van datzelfde systeem een cruciale rol kan spelen en het systeem zelfs fundamenteel kan veranderen. Het is een interessante gedachte dat juist de ontwikkelingen die wij zelf als vormend ervaren, in de meeste wetenschappelijke benaderingen voor meetfout doorgaan. Denny Borsboom

Spiegeloog

'Als ik iets weet, dan kan ik iets voorspellen; kan ik niets voorspellen, dan weet ik niets', was de lijfspreuk van A.D. de Groot - een van de grondleggers van de Nederlandse psychologie. Dat adagium volgend moeten we concluderen dat economen niet veel weten. Want zoals gebruikelijk kwam ook de huidige financiële crisis als een volslagen verrassing voor financiële experts. Weliswaar zien wij nu allerlei deskundigen uitleggen hoe het zover heeft kunnen komen, maar dat is wetenschappelijk gezien natuurlijk valsspelen. Wat al gebeurd is, is met terugwerkende kracht gemakkelijk te voorspellen.

13

In die jaren werkte Vygotsky in Leningrad aan een pedagogisch instituut. Hij hield zich dan ook veel bezig met kinderen, met name dove, blinde en geestelijk gehandicapte kinderen. Het was ook de tijd waarin de intelligentietest van Binet de wereld veroverde. Overal werden kinderen getest en nieuwe tests ontworpen, ook in de Sovjet Unie. Het viel Vygotsky op dat kinderen met een hoog IQ na een paar jaar op school vaak een iets lager IQ kregen, terwijl kinderen met een laag IQ juist wat hoger gingen scoren. Volgens Vygotsky kwam dit doordat kinderen het best gestimuleerd worden om te leren, als ze taken te doen krijgen die net boven hun intellectuele niveau liggen. Dit leidde Vygotsky naar zijn idee van the zone of proximal development. Hij wilde niet alleen kijken naar taken die een kind in zijn eentje kan oplossen, maar ook naar taken die hij met hulp van een ander kan oplossen. Door dat te doen kun je vaststellen welke vaardigheden het kind nog niet ontwikkeld heeft, maar wel aan het ontwikkelen is. De zone of proximal development duidt de toekomstige mentale ontwikkeling aan. Ook hier is duidelijk dat Vygotsky vond dat kinderen zowel biologisch als sociaal bepaald worden. Kinderen uit een gunstige omgeving worden door die omgeving gestimuleerd problemen op te lossen die ze nog net niet aankunnen. Dankzij hun zone of proximal development kunnen ze die problemen gebruiken om zich verder te ontwikkelen. In het volgende citaat, waarin Vygotsky wel erg sterk generaliseert, wordt dit ook duidelijk:

De ivoren toren

november 2008

vooropgezet plan. Een handeling bestaat eerst in hun hoofd en vervolgens in de werkelijkheid, een ‘dubbele’ ervaring dus. Het wordt hier al duidelijk dat Vygotsky de mens zag als een biosociaal wezen.


..

Client bekent Al vanaf haar pubertijd rookte Merel (25) regelmatig joints. Toen ze begon met studeren, is ze op zichzelf gaan wonen en viel de structuur in haar leven weg. Desondanks voelde ze zich goed en volwassen, maar ze probeerde naast de joints ook cocaïne en XTC uit. Niet lang daarna belandde ze in een psychose. Tekst: Maartje Bult

Spiegeloog

14

november 2008

Merel was 20 jaar toen ze haar psychose kreeg. Ze was net een studie gestart en een paar maanden later op haar zelf gaan wonen. Daarvoor woonde ze met een huisgenoot die toch enigszins structuur in haar leven bracht. Door het zelfstandig wonen was ze voor het eerst op zichzelf aangewezen, maar ze voelde zich volwassen en had het idee dat ze allang doorhad hoe het allemaal in elkaar stak in het leven. Alleen de studie beviel niet zo. De structuur die ze tot dan toe had gekend was weg. Aanvankelijk vond Merel dat helemaal niet erg, omdat ze dacht dat je in het leven zelf kan bepalen wat je gebeurt. Al het ongeluk kon je vermijden door veel naar feesten te gaan, leuke dingen te doen en drugs te gebruiken.‘Ik zag drugs als zingevend, het zou mijn horizon alleen maar kunnen verbreden.’ Merel begon steeds meer te blowen en daarnaast slikte ze vaak XTC op feestjes en ging ze ongeveer om de twee weken bij een vriend thuis de hele avond over het leven praten en coke snuiven. 'Coke gaf me het gevoel dat ik alles aankon, dat ik alles kon overwinnen. Na een lijntje coke kwam er een soort opluchting over me heen: dat ik de hele dag moeilijk had gedaan en op dat moment inzag dat dat nergens voor nodig was. Dat het allemaal wel goed kwam. Maar als je een keer hebt gesnoven, dan schreeuwt je lichaam gewoon om meer.'

ik gaf, eigenlijk helemaal niets om mij gaven. Dat mensen om me heen duidelijk wilden maken dat ik niets kon, helemaal niet leuk was en dat ik ook niets voorstelde. De hele wereld zou mij weleens een lesje leren. In januari had ik een tentamen waaraan studenten en docenten hadden samengewerkt. In dat tentamen kwam een casus voor en ik dacht dat ze de informatie daarvoor van collega´s van mijn werk hadden gekregen. Ik dacht dat iedereen samenwerkte om mij expres te laten zakken en zo te laten zien dat ik niets kon. Al deze gedachten spookten contant door mijn hoofd. Overigens heb ik het tentamen wel gehaald. Ook dacht ik dat ik ontslagen zou worden op mijn werk en dat iedereen dat al wist. Op een dag reed het openbaar vervoer niet, waarmee ik naar mijn werk moest. Ik dacht dat het GVB en mijn werk samenspanden om ervoor te zorgen dat ik niet bij mijn werk aan zou komen.' Het werd steeds onrustiger in Merels hoofd waardoor ze op een gegeven moment een week lang niet kon slapen. Ze liep inmiddels al dagenlang psychotisch rond op haar werk, maar niemand had nog aan de bel getrokken. De druppel die de emmer deed overlopen was de dag dat ze een functioneringsgesprek had. Merel was ervan overtuigd dat ze op dat moment ontslagen zou worden en barstte bij binnenkomst in huilen uit. Spontaan gaf ze alles toe wat er soms niet goed was gegaan op het werk en ze wilde alles halsoverkop uitleggen. Terwijl dit helemaal niet de bedoeling was geweest van het gesprek. Ik weet niet alles meer wat er die dag is gebeurd, maar wel dat ik na dat gesprek mijn ouders heb gebeld om te vertellen dat ik het niet meer trok op mijn werk. En dat ik op dat moment mijn allerlaatste joint heb gerookt.'

- De hele wereld zou mij een lesje leren -

Wanneer ging het mis? Merels leven bestond op dat moment vooral uit feesten en zo nu en dan nog wat studeren. Op een feest met oud en nieuw liep het uit de hand. Die avond gebruikte ze drank, joints, XTC en coke tegelijk. 'De eigenschap van coke is dat je eindeloos kunt gebruiken zonder het te merken, de roes van de drank en de joints merk je gewoon niet.' Vlak daarna kreeg Merel last van achterdochtige gedachten over de mensen om haar heen.'Ik dacht dat de mensen om wie

Wat is er vervolgens met je gebeurd? Merels ouders vingen aan de telefoon alleen een onsamenhangend verhaal op. Maar ze konden er wel uit opma-


het gevoel dat ik het ook weer eens zelf moest gaan doen, ik was er ook wel weer aan toe om alleen te wonen. Ik moest het leven weer onder ogen komen en voelde me zeker genoeg om dat te proberen.’

Hoe gaat het nu met je? ‘Het gaat heel goed met me. Ik loop nog wel tegen dezelfde problemen, of beter gezegd gevoeligheden aan, maar ik heb geleerd er beter mee om te gaan. Ik heb mijn copingstrategieën gewoon aangepast.’ Daarnaast gebruikt Merel nooit meer drugs, als ze dat wel zou doen, zou ze weer in een tweede psychose kunnen belanden. ‘Maar ik blijf altijd gevoelig voor invloeden van buitenaf, voor stress. Ik heb dan snel last van negatieve gedachten. Ik heb moeten leren dat ik op sommige zaken geen invloed kan hebben, maar toch kan ik me nog weleens druk maken.’ Als dat toch gebeurt, gaat Merel graag sporten. Fysieke inspanning helpt om gedachten op te ruimen. Ook mediteert Merel regelmatig. Tijdens de meditatie is het de bedoeling dat je geen enkel oordeel velt over gedachten en alle andere gewaarwordingen. Ze ervaart dat als een soort opladen waarna je weer een bom energie bent, maar wel op een rustige manier. <<<

- De psychose zette een keiharde rem op mijn drugsgebruik -

De naam Merel is gefingeerd.

Spiegeloog

Wat voor invloed heeft je psychose gehad op je leven nu? ‘De psychose heeft wel voor een deel mijn leven bepaald, maar heeft op dit moment weinig negatieve sporen achtergelaten. Ik ben nooit ergens voor weggelopen. Ik heb mijn vrienden alles verteld wat er aan de hand was en ik ben ze niet kwijtgeraakt. Ik ben teruggegaan naar mijn werk en ben daar iedereen weer onder ogen gekomen. Ik ben nadat ik uit de ernstige depressie was gekomen begonnen aan een nieuwe studie. Daar heb ik samen met de decaan een studieplan gemaakt. Op dat moment was het nog helemaal niet zeker of ik die hele studie ooit zou afmaken, maar omdat het in de loop der jaren steeds beter met me ging is het me uiteindelijk gelukt om deze af te ronden. En dit jaar ben ik begonnen aan een master op de universiteit. Maar ik merk wel dat mensen die weten dat je een psychose hebt gehad een stempel op je drukken. Het is vervelend als je er steeds tegenaan loopt dat je door ideeën van anderen vastzit in een bepaald stigma. Overigens heeft de psychose een keiharde rem gezet op mijn drugsgebruik. Als dit niet was gebeurd, was ik misschien precies daar gebleven waar ik voor mijn psychose was. Ik ben nu echt verder gekomen in mijn leven en als ik was blijven gebruiken had ik alleen maar stilgestaan.’

15

november 2008

ken dat het goed mis was. Ze hebben haar van het werk opgehaald en mee naar huis genomen. Het was toen vlak voor het weekend en het duurde nog tot maandag voordat Merel bij een psychiater terecht zou kunnen. ‘Hoe ik dat weekend ben doorgekomen weet ik helemaal niet meer.’ Na het weekend kreeg Merel kalmeringsmiddelen en antipsychotica. Die brachten haar wel tot bedaren, maar na een paar dagen moest ze terugkomen en werd haar gevraagd of ze zich nog onrustig voelde. Op die vraag kon ze alleen maar ja antwoorden, het was nog maar zo kort geleden gebeurd. Dus de dosis antipsychotica werd verhoogd. En een paar dagen later nog een keer. ‘De psychiaters moesten mij stabiliseren en hoe dan ook uit de psychose halen, daarom werd ik zo gedrogeerd.’ Platgelegd door de medicatie ebden de psychotische verschijnselen weg, maar ernstige depressieve gevoelens kwamen ervoor in de plaats. ‘Door de medicatie was ik mijn hele gevoel van eigenheid kwijt. Prikkels van buiten komen nog wel binnen maar ze raken je niet meer. De muziek die je mooi vond doet je niets meer, het maakt niet meer uit of je nou iets eet wat je lekker vindt of iets waar je niet van houdt, dingen op tv zeggen je helemaal niets meer. Het is alsof alles wat je altijd belangrijk vond er niet meer is. Dat was voor mij de allerverschrikkelijkste periode. Naast de antipsychotica kreeg ik daardoor ook antidepressiva. Die geven wel een lift, de negatieve gevoelens gaan weg, maar je krijgt er geen goede gevoelens voor terug. Je weet ook niet meer wat je dan wél leuk vindt. Je leeft eigenlijk op een kunstmatig niveau, het geeft je niet echt het gevoel dat er iets is wat je kan. Het voelt heel erg nep en plastic en het is al helemaal slecht voor de zingeving van je leven, je ziet geen toekomst.’ Gelukkig woonde Merel vanaf haar psychose weer thuis bij haar ouders. Die konden haar structuur bieden en ervoor zorgen dat ze opstond, onder de douche ging en bleef eten. Anders zou ze de hele dag in bed blijven liggen. ‘Verassend genoeg maakten mensen zich meer zorgen om me toen ik psychotisch was dan toen ik depressief was, terwijl de depressie bij mij het hardst aankwam. Het gekke is dat ik eigenlijk geweldig functioneerde tijdens mijn psychotische periode, ik deed het achteraf gezien prima op mijn werk, ik haalde mijn tentamens, kon mezelf nog iedere dag verzorgen en de boodschappen doen en was heel sociaal. Tijdens de depressie kon ik helemaal niets meer.’ Merel was ongeveer acht maanden ernstig depressief. De antipsychotica heeft ze geleidelijk aan kunnen afbouwen, maar de antidepressiva zijn gebleven. Toen het wat beter met haar ging, is ze weer op zichzelf gaan wonen. ‘Ik had


Psycholoog aan het werk: Interview met schrijver Richard de Nooy Richard de Nooy studeerde in 1993 af in de Sociale Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens zijn studie was hij redacteur en cartoonist voor Spiegeloog. Na zijn studie ging hij werken als freelance vertaler om zijn schrijfambities te bekostigen. Onlangs kwam zijn eerste roman uit. Tekst: Lydia Sprenger • Foto: Mark Kohn

Spiegeloog

16

Schrijver en publicist Richard de Nooy groeide op in Zuid-Afrika. Toen hij op zijn twintigste tijdens zijn studie te horen kreeg dat hij in dienst van het Zuid-Afrikaanse leger moest als hij daar wilde blijven, koos hij ervoor om naar Nederland terug te keren. Hier begon hij in 1988 aan zijn studie psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2007 kwam zijn Engelstalige - ‘nog altijd mijn eerste taal’ - debuutroman uit in Zuid-Afrika en won prompt de prijs voor ‘Best First Book’ van de Universiteit van Johannesburg. De vertaling, Zes beetwonden en een tetanusprik, verscheen onlangs bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar.

november 2008

Waarom ben je psychologie gaan studeren? ‘Ik kwam voor het eerst in aanraking met psychologie toen ik mijn bachelor deed aan de universiteit in ZuidAfrika. Ik koos het toen, omdat ik mezelf ontzettend boeiend vond. Vooral de dingen die niet helemaal leken te kloppen. Zaken die anderen gewoon vonden, vond ik vreemd. Pas toen ik naar Amsterdam verhuisde drong het écht tot me door hoe verwrongen de maatschappij was waar ik in was opgegroeid. Mijn verwondering hierover en over de mensheid in het algemeen heeft daarna veel van mijn beslissingen gestuurd. Daarom ben ik later ook in Nederland weer psychologie gaan studeren en daarna gaan schrijven.’ Hoe komen de kennis en vaardigheden die je tijdens je psychologiestudie hebt opgedaan terug in je huidige werk? ‘Ik merk dat mijn studie mijn analytisch vermogen heeft versterkt. Ik heb vooral een gezonde twijfel overgehouden aan onderzoeksresultaten en de daarop gebaseerde beweringen van onderzoekers. En ik heb een riem laten maken van methodenleer, het bleek onvoldoende voor een mooi paar schoenen.’

Richard de Nooy

Had je altijd al het idee dat je schrijver wilde worden, of is dat later ontstaan? ‘Het was al heel vroeg duidelijk, voor mijn tienerjaren, dat tekenen en schrijven mij goed lagen. Helaas waren er maar weinig mogelijkheden om daarin verder te studeren in Zuid-Afrika. Ik kon wel journalistiek studeren, psychologie was mijn andere hoofdvak. Pas toen ik aan de UvA ging studeren en bij Spiegeloog soms zestig uur per week als manusje van alles aan de slag ging, realiseerde ik me dat schrijven mijn echte passie was. De bemoedigende sfeer op de redactie hielp ook een handje mee.’


- uitknipbon -

Speciaal voor lezers van de Spiegeloog geeft uitgeverij Nijgh & Van Ditmar € 2,50 korting op de debuutroman van Richard de Nooy, Zes beetwonden en een tetanusprik. In plaats van € 17,50, betaal je op vertoon van deze bon €15,-. Begin 21ste eeuw: een oorlogscorrespondent reist van Amsterdam naar Zuid-Afrika om de bizarre geschiedenis van twee broers te reconstrueren, Ace (Ysbrand) en Rem (Remco) de Heer. De jongens groeien op in Johannesburg in het midden van de jaren zeventig. De jongste, Rem, is een roekeloze pechvogel, neigend naar destructief; om de haverklap overkomen hem de meest wonderlijke ongelukken. Ace tracht zijn broer steeds weer te behoeden voor moeilijkheden. Midden jaren tachtig: Ace maakt zijn studie niet af en verhuist naar Amsterdam. Rem vervult zijn dienstplicht in Zuid-Afrika, maar vlucht na een gewelddadige aanvaring met zijn sergeant naar zijn broer. Daar stapelen de problemen zich alleen maar hoger op. Deze actie loopt van 31-10-2008 t/m 31-01-2009. Actienummer: 901-58575

17

november 2008

In je boek schrijf je over het psychologische fenomeen ‘ongeluksgevoeligheid’, het verschijnsel dat sommige mensen altijd door pech achtervolgd lijken te worden. Was dit tijdens je studie al een interessegebied van jou? ‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in afwijkend gedrag, zowel van mezelf als van anderen. Bovendien was mijn jongere broer een vreselijke pechvogel. Maar er was binnen de studie weinig ruimte om hier aandacht aan te besteden. Overigens ben ik afgestudeerd bij de specialisatie Sociale Psychologie, onder Joop van der Pligt. Mijn scriptie bestond voor een groot deel uit wetenschapsfilosofie. Ik - Het was al heel vroeg duidelijk dat tekenen wilde de psychologie op Wat doe nog meer haar grondvesten doen en schrijven mij goed lagen naast het schrijven van trillen, maar de trillingen boeken? bleken vooral mijnerzijds. ‘Hier heb ik een meerkeuzeantwoord: a) ’s zomers zit ik En waarschijnlijk ook Jooperzijds.’ <<< twee maanden in Florida, waar ik onder de naam The Shrink From Hell meedoe aan wedstrijden van de World Wrestling Federation. Hierdoor kan ik de rest van het jaar onbezorgd schrijven. En b) ik werk als vertaler Nederlands-Engels en als redacteur en copywriter voor Engelstalige bladen, waar- Zie pagina 35 van deze Spiegeloog voor een recensie van 'Zes beetwondoor ik bijna nooit onbezorgd kan schrijven.’ den en een tetanusprik'.

Spiegeloog

Hoe heeft de ervaring die je hebt opgedaan als Spiegeloogredactielid bijgedragen aan je carrière als schrijver en publicist? ‘Toen ik aan mijn studie begon was mijn Nederlands niet al te best, maar ik wilde toch heel graag een bijdrage leveren aan Spiegeloog. Ik heb toen in eerste instantie een aantal strips zonder tekst ingeleverd. Later ben ik Engelse stukken gaan schrijven en daarna artikelen in het Nederlands. Toen ik op een gegeven moment meer tijd aan Spiegeloog besteedde dan aan mijn studie, werd het een en ander voor me duidelijk. Ik ben na mijn studie freelance vertaler geworden om mijn schrijfambities te bekostigen.’


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Als wij er niet over schrijven is het geen nieuws!

Onafhankelijk orgaan voor de afdeling psychologie No 322

Amsterdam, november 2008

jaargang 36

Folia ontvangt eerste ‘Gouden Luis’ Folia, weekblad voor de Universiteit van Amsterdam, ontving op woensdag 15 oktober als eerste ‘De Gouden Luis'. Dat is een nieuwe prijs voor journalistiek over het hoger onderwijs. Tijdens een feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van Folia reikte Karel van der Toorn, voorzitter van het College van Bestuur van de UvA en de HvA, de trofee uit aan Folia-hoofdredacteur Jim Jansen. Het weekblad ontvangt de prijs voor zijn gehele oeuvre: zestig jaar kritische journalistiek over het hoger onderwijs. ‘Goede journalistiek', aldus Van der Toorn, ‘is gebaat bij onafhankelijkheid'.

oktober 1948 onder de naam Folia Civitatis als het mededelingenblad van de universiteit met Propria Cures als bijlage. Folia is daarmee het oudste universiteitsblad van Nederland. Tegenwoordig opereert de redactie ook online, zie: www. folia.nl. Bekende oud-redacteuren van het weekblad zijn onder anderen: Boudewijn Büch, Theo van Gogh, Aaf Brandt Corstius, Beau van Erven Dorens en Joris Luyendijk.

Het College van Bestuur van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam wil met ‘De Gouden Luis' het belang benadrukken van goede journalistieke verslaggeving over gebeurtenissen en ontwikkelingen in en rond het hoger onderwijs. Folia heeft zich de afgelopen zestig jaar ingezet om de onderwerpen die spelen binnen de UvA en in het hoger onderwijs in het algemeen, op een heldere en kritische manier voor het voetlicht te brengen. Het weekblad informeert studenten en medewerkers over onderwijs en onderzoek, en vormt tegelijkertijd hét platform voor opinies en discussies. Karel van der Toorn licht toe: ‘Folia is al zestig jaar lang goed geïnformeerd, scherp, een tikkeltje eigenwijs en heeft vele bekende schrijvers en journalisten voortgebracht. Het blad past bij de Universiteit van Amsterdam'.

seltrofee uitgereikt aan het beste blad en/of website over het Nederlandse hoger onderwijs. Dit kan een journalistiek medium bij een universiteit of hogeschool zijn, maar ook daarbuiten. De onafhankelijke jury die de prijs zal toekennen, bestaat uit vier leden: Frits van Oostrom (universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht en voormalig president van de KNAW), Doekle Terpstra (voorzitter HBOraad), Frank van Vree, hoogleraar Journalistiek en cultuur aan de UvA) en Lisa Westerveld (voorzitter van de LSVb). De prijs wordt telkens in het najaar toegekend op basis van de journalistieke prestaties in het studiejaar voorafgaand aan de uitreiking.

Vanaf studiejaar 2009-2010 wordt ‘De Gouden Luis' jaarlijks als wis-

Folia, weekblad voor de Universiteit van Amsterdam, begon op 13

Folia-hoofdredacteur Jim Jansen

Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van Folia is er een speciaal jubileumnummer uitgebracht. Hierin zijn bijdragen te lezen van oud-redacteuren, oud-bestuursleden, oud-redactieraadsleden en andere betrokkenen. Deze speciale editie van Folia lag in week 42 in de rekken op verschillende UvA-locaties en is te downloaden vanaf www.folia.nl

Het jubileumnummer


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Huisjesmelkers profiteren van woningtekort De ASVA studentenunie en ROOD hebben vorige week het startschot gegeven voor de verkiezing van de Huisjesmelker van het Jaar. Tijdens deze verkiezingen openen zij de jacht op de grootste huisjesmelker van Amsterdam. Er zijn in Amsterdam op dit moment veel gevallen bekend waarbij huisbazen een onevenredig hoge huur vragen of weigeren noodzakelijk onderhoud te plegen. Studenten kunnen hun eigen huisjesmelker nu nomineren als de Amsterdamse huisjesmelker van het jaar. Een jury zal uit alle nominaties een winnaar kiezen. De huisjesmelkerproblematiek wordt gecreëerd door het aanhoudende tekort van studentenwoningen in Amsterdam. In 2006 schatte de gemeente het tekort nog op een slor-

20m2 ligt op 356 euro.

dige 7600 studentenwoningen, maar door de groei van het aantal studenten in Amsterdam ligt het aantal benodigde studentenhuizen inmiddels veel hoger. Mede door dit tekort is Amsterdam de duurste stad van Nederland. Een studentenwoning in Amsterdam van 20 m2 kost 508 euro per maand. Ter vergelijking ligt deze prijs in Enschede op 302 euro, in Maastricht op 320 euro en in Leiden op 361 euro. Het Nederlandse gemiddelde voor een studentenkamer van

‘Deze onacceptabele situatie zorgt ervoor dat huisjesmelkers de gelegenheid krijgen hun criminele praktijken voort te zetten’ zo laat Malu Lüer van ROOD Amsterdam in een reactie weten. Ook ASVA voorzitter Martijn Weeda maakt zich zorgen over de huidige situatie: ‘De politiek moet nu serieus gaan werken aan creatieve oplossingen, zoals het op grotere schaal ombouwen van leegstaande kantoren of wonen boven winkels’. Ook ziet Weeda grote kansen in het uitbreiden van het aantal studentenkamers in achterstandswijken. Studenten kunnen hun huisjesmelker nomineren via de website www.rood. sp.nl

Gezichtsuitdrukkingen en intonatie nuttig voor communicatie Mensen kunnen elkaar beter begrijpen als ze tijdens een gesprek de spreker niet alleen kunnen horen maar ook kunnen zien. Het is niet alleen belangrijk wát mensen zeggen, maar ook hoe ze het zeggen. Specifieke vormen van lichaamstaal zoals gezichtsuitdrukkingen kunnen communicatie vergemakkelijken. Dat stelt Pashiera Barkhuysen (1972), die op 3 oktober promoveerde aan de Universiteit van Tilburg. Dat een tekst meer is dan een serie woorden merk je als je een verhaal voorleest. Bepaalde woorden krijgen extra nadruk. Je gebruikt niet alleen je stem om het verhaal eng te maken, je gaat er ook eng bij kijken. Bij voorlezen doe je dat bewust. Maar als je met iemand spreekt, gebeurt dat vaak onbewust. Om informatie beter over te brengen, vervullen gezichtsuitdrukkingen en intonatie,

oftewel prosodie, een belangrijke rol. En door prosodie doelgericht te gebruiken, kunnen mensen hun communicatievaardigheden verbeteren. Barkhuysen onderzocht het effect van prosodie bij Tsjechische proefpersonen. Zij kregen videoclips aangeboden met Nederlandse zinnen als 'God, ik voel me geweldig!'of 'Ik wil slapen en nooit meer wakker worden.' Sommigen kregen zowel beeld als geluid aangeboden, anderen alleen geluid of alleen beeld. De Tsjechen konden in alle gevallen op grond van prosodie aangeven of de zin positief of negatief geladen was, hoewel ze de tekst dus niet verstonden.

onderbroken als ze spreken. Een oplossing daarvoor is de intonatie aan te passen en met gezichtsuitdrukkingen aan te geven wanneer je klaar bent. Verder onderzoek kan ook relevant zijn voor het ontwikkelen van technieken als bijvoorbeeld spraakcomputers of reisplanners.

Onderzoek naar prosodie geeft inzicht in interacties tussen sprekers en luisteraars. Het verklaart ook bepaalde communicatieproblemen. Sommige mensen worden bijvoorbeeld vaak www.tpub.com


Enthousiaste studenten niet welkom op UvA De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Het College van Bestuur (CvB) van de Universiteit van Amsterdam wil vanaf 2010 studenten die extra vakken volgen zelf voor de kosten laten opdraaien. Het gaat hier om alle vakken die de UvA-student volgt bovenop het standaard programma. Zodoende zullen studenten extra moeten gaan betalen voor honoursprogramma’s, minors, ‘los’ gevolgde extra vakken of een tweede studie. Tot nu toe waren zulke onderdelen inbegrepen in het jaarlijkse collegegeld van 1565 euro. De ASVA Studentenunie en de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA maken zich ernstige zorgen over dit soort maatregelen. “Met name het verschil tussen de voornemens en besluiten van het CvB verbaast mij” laat Karsten Meijer, voorzitter van de CSR, in een reactie weten. “Enerzijds zegt de UvA te streven naar excellent onderwijs, anderzijds ontmoedigt de universiteit studenten te excelleren door ze daarvoor extra te laten betalen”. Ook Martijn Weeda, voorzitter van ASVA, verbaast zich over het voornemen van de UvA. “Studenten straffen voor hun extra inzet is de omgekeerde wereld. Je zou studenten die bereid zijn meer uitdaging te zoeken in hun studie eerder financieel moeten belonen”. Op de opening van het acade-

CvB-voorzitter Karel van der Toorn.

misch jaar van de UvA verkondigde minister Plasterk dezelfde mening. De maatregel is onderdeel van de kaderbrief 2009. De kaderbrief is hét beleidsdocument waarop de begroting wordt gebaseerd. In de kaderbrief 2009 worden verder bezuinigingen aangekondigd op de Universiteitsbibliotheek, de beveiliging van gebouwen en andere faciliteiten. De universiteit laat echter na te besparen op haar hoge energierekening. De maatregel is de concrete uitwerking van de speech die CvBvoorzitter Van der Toorn uitsprak tijdens de opening van het academische jaar. De ASVA studentenunie en de CSR denken na over de invulling van nadere acties.

UvA-studenten winnen Scriptieprijs

Een scriptie over een internetbehandeling voor seksueel getraumatiseerde adolescenten heeft de Scriptieprijs online hulp 2008 gewonnen omdat die de valkuilen en struikelblokken van online behandeling goed laat zien. In de scriptie beschrijven UvA-studenten Carolien Wijnker en Claartje Michels hoe cliënten de aanmeld-, screenings- en behandelfase doorlopen van een online behandeling van Interapy en de Rutgers Nisso Groep. Van de 112 personen die zich hadden aangemeld voor de therapie hebben slechts 8 personen de behandeling doorlopen. Wijnker en Michels beschrijven de oorzaken van de hoge uitval van cliënten. Het blijkt dat veel aanmelders de screeningsvragenlijsten niet volledig hebben ingevuld. De onderzoekers pleiten voor een alternatief voor de lange vragenlijsten. Daarnaast vormt het telefonisch intakegesprek voor veel personen een belemmering. Als de behandelaars cliënten voldoende informeren over wat ze van dat gesprek kunnen verwachten, is de telefonische intake wellicht een minder grote drempel, aldus de onderzoekers. Bron: Redactie Uvaweb

UvA ook dit jaar beste Nederlandse universiteit De Universiteit van Amsterdam komt ook in 2008 als beste Nederlandse universiteit naar voren in de THES (Times Higher Education Supplement) QS World University Rankings Top 200. De UvA bezet dit jaar de 53ste plaats op de ranglijst van de 200 beste universiteiten ter wereld. Vorig jaar stond de UvA op de 48ste plaats. De lijst wordt aangevoerd door respectievelijk Harvard, Yale en Cambridge.

De ranglijst is samengesteld op basis van onder andere peer review, de verhouding docenten-studenten, het aandeel internationale studenten en docenten, en het aantal citaties per faculteit. In de beoordeling per vakgebied doen vooral de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen en de Faculteit der Geesteswetenschappen het goed. Wat betreft de Social Sciences is de UvA de hoogst geno-

teerde Nederlandse universiteit met de 43ste plaats. In de categorie Arts & Humanities bezet de UvA de 36ste plaats en is daarmee tweede van de Nederlandse universiteiten (de Universiteit Leiden staat op de 35ste plaats). Net als vorig jaar staan er in totaal elf Nederlandse universiteiten in de top 200 van de THES-ranking.


Op Kamers Tekst & Foto's: Joost Molenaar

Kamer: A.613 Bewoner: dr. Lucia Talamini Lucia Talamini is universitair hoofddocent bij de vakgroep Psychonomie. Ze is afgestudeerd als neurobioloog aan de UvA en doet onderzoek naar de rol van slaap bij het episodisch geheugen en naar de verwerking in dat geheugen bij mensen met schizofrenie. Ze geeft het vak Psychofysiologie in het eerste jaar en het specialisatievak Introductie in de Neurowetenschappen. Lucia Talamini is vlak voor de zomer verhuisd naar de nieuwe kamer A613 en het is nog wat leeg. Opgestapelde verhuisdozen staan op de vensterbank Twee kleine felrode sambaballen vallen op tegen een verder witte wand. ‘Die rode sambaballen zijn mijn stilleven. Het is een herinnering aan een promotiefeest van een vriendin. Ik deed een sketch verkleed als Cubaan, met een enorme sombrero, opgeplakt borsthaar, een grote snor en die sambaballen. Ik denk dat ze wel twee keer moest kijken voordat ze me herkende. Ik heb ze samen met mijn outfit gekocht in een of andere partywinkel. Ze rammelen echt, maar nu vormen ze een stilleven.’

Spiegeloog

Stilleven no. 3

Bloemenkrans Rondom het grote whiteboard, waarop allerlei onderzoeksmodellen en -gegevens staan uitgeschreven is een grote plastic bloemenkrans gedrapeerd. ‘Ja, dat is om de boel een beetje op te fleuren. Ik hou erg van kitsch en vrolijke kleuren, en misschien ook wel om een beetje te stangen.’ Hmm? ‘Ja, het is onaangepast. Als student realiseerde ik me dat niet zo, maar het is zo dat uiterlijkheden tellen, ook in de academische wereld. Als ik ergens op hoog bezoek ga binnen de universiteit dan kleed ik me niet zoals ik er nu uitzie met een joggingbroek en korte laarzen, maar dan mimicry ik een beetje naar het behang toe, tegen beter weten in.’

Bialetti De fraai vormgegeven en blinkende koffieperculator op de ladenkast is een opvallend voorwerp. Het is een elektrische van het merk Bialetti en die zie je niet vaak. Lucia Talamini is geboren in Nederland en heeft Italiaanse ouders. ‘Dan moet je natuurlijk echte Italiaanse koffie drinken want dat is de lekkerste koffie die er is.’ Ze tovert een blik Lavazza espresso koffie uit de la tevoorschijn. ‘Hiervan kan ik 4 kopjes espresso tegelijk maken met mijn Bialetti. Ik heb de machine overgekocht van een Italiaanse psychologe die hier voor een onderzoekstage was. Zij zette altijd koffie voor ons beiden. Hij heeft een display waarop je de tijd kunt instellen. Eén lekkere espresso per dag is heel fijn. Je moet hem wel regelmatig gebruiken, anders gaat de koffie metalig smaken en moet je hem drie keer uitkoken.’

november 2008

21


Student in de problemen Als het leven tegenzit of de studie dreigt vast te lopen, dan kunnen UvA-studenten al sinds 1963 terecht bij het Bureau Studentenpsychologen. De studentenpsychologen bieden hulp via persoonlijke gesprekken, trainingen en groepen. Spiegeloog interviewde Peter Dekker, teamleider van het Bureau Studentenpsychologen en een van hun cliënten. Tekst en foto's: Ditke Schwartz

Spiegeloog

22

Het Bureau Studentenpsychologen is gehuisvest boven het Loopbaan Advies Centrum van de UvA in de Binnengasthuisstraat. Ik neem plaats in de wachtkamer, waar een rekken hangen met tientallen folders van de studentenpsychologen en van de verslavingsinstelling Jellinek. Teamleider Peter Dekker haalt me op voor het interview, dat plaatsvindt in zijn lichte, ruime kamer. Hij studeerde psychologie aan de UvA en werkte hiervoor bij verschillende Riaggs.

klachten. En dan heb je nog een aantal studiegerelateerde klachten zoals concentratie- en disciplineproblemen. Ten slotte hebben we buitenlandse studenten die ontredderd hier rondlopen.’ Hoe oud zijn de meeste studenten die langskomen? ‘In de regel zijn ze jong: tweede- en derdejaars. Studenten die ouder dan 20, 22 zijn zien we heel weinig. Die hebben waarschijnlijk een andere manier om hulp te vinden als ze in de problemen komen.’

november 2008

Wat is de werkwijze van het bureau? ‘Studenten krijgen in de regel twee weken na aanmelding een eerste gesprek. Daarna krijgen ze gemiddeld twee of Als jullie er niet waren, zouden dan veel van deze drie gesprekken. We zijn een bureau voor eerstelijnshulp, studenten geen hulp zoeken? hulp zonder verwijzing van de huisarts, waardoor we geen ‘Ze zouden misschien geen hulp zoeken, want wat wij langlopende therapie kunnen bieden. Daarnaast hebben bieden is erg laagdrempelig. Je kunt hier komen zonder we allerlei groepen en trainingen op het gebied van faalverwijzing. We zien ook dat de laatste vijf of zes jaar er angst, studiestress, sociale vaardigheden, presentatieangst per jaar een toename in aanmeldingen is van tien procent en voor mensen met depressieve klachten. Ook is er de per jaar. Dat heeft onder andere met de laagdrempeligheid rouwgroep voor studenten waarvan een van gezinsleden te maken, met de naamsbekendheid en met de goede naam is overleden. Die doen we samen met het studentenpastodie we hebben. Een aantal mensen zou wel hulp krijgen, raat. En we hebben groepen voor studenten die problemen waarschijnlijk via de huisarts, maar met name de jonge stuhebben met loskomen van thuis en zelfstandig wonen. Een denten hebben geen huisarts. Dus het is heel goed dat die derde van de studenvoorziening er is. Alle ten verwijzen we door universiteiten en de naar psychotherapeuten - Psychologiestudenten zijn oververtegenwoordigd bij ons. meeste hogescholen in Amsterdam en naar hebben zo’n voorzieIk heb wel wat ideeën over hoe dat komt GGZ-instellingen wanning.’ neer langer durende hulp nodig is. Tevredenheidsonderzoek laat zien dat de meeste Komen ze ook omdat het taboe rondom psychostudenten in het algemeen erg tevreden zijn; er is weinig therapie een beetje is verdwenen? kritiek behalve op het feit dat we geen langer durende hulp ‘Dat is zeker zo. Er is in het algemeen een lagere drembieden.’ pel om psychologische hulp te zoeken. Dat heeft met de wijdverbreide aandacht voor psychologische fenomenen Met welke klachten komen mensen voornamelijk te maken. Kijk naar de populariteit van Psychologie Magalangs? zine, dat ligt in grote stapels in de kiosken en vindt gretig ‘Voornamelijk met angstklachten: sociale angst, faalangst, aftrek.’ presentatieangst. Op nummer twee staan depressieve


Peter Dekker

digd. Bij Interdisciplinaire Studies kun je allerlei vakken volgen die niet logisch bij elkaar horen. In het verleden kregen we een tijd lang relatief veel studenten Europese Studies. Dat was ook een studie met een wat minder duidelijke richting wat je ermee kan worden. We zien weinig mensen van bètastudies. Daar zijn de autistische jongens wel weer oververtegenwoordigd.’

Wat doen jullie wanneer blijkt dat iemand grote problemen heeft of in een crisis is geraakt? ‘Bij grote problemen wijzen we hem of haar na het eerste of tweede gesprek door. Crisisopvang doen we alleen bij Zijn er sekseverschillen in studenten die langskomensen die al bij ons zijn, niet bij nieuwe aanmeldingen. men? Die verwijzen we in eerste instantie via de huisarts naar de ‘Meer dan twee derde is vrouw. Dat is geen afspiegeling van crisisdienst van de GGZ. Die is zeven dagen per week 24 de universiteit. Die oververtegenwoordiging van vrouwen per uur per dag beschikbaar. We hebben wel eens studenzie je overal in de GGZ. Ik denk omdat vrouwen verstanten die zeggen dat ze in crisis zijn, maar dat is iets anders diger zijn om op tijd hulp te zoeken. Want de mannen die dan hoe wij dat opvatten in de hulpverlening. Die voelen wel in de GGZ binnenkomen hebben in het algemeen veel zich gewoon paniekerig en hopeloos. Dat is iets anders dan zwaardere problemen. Je zou kunnen zeggen dat die al te een echte crisis, die zich kenmerkt door heftige dingen, laat zijn op het moment dat ze binnenkomen. Het is voor dood willen, iets extreems vrouwen kennelijk wat norwillen, psychose. Dat soort maler om hulp te zoeken. Dat geldt ook voor studenten.’ - Studeren kost tijd, levenservaring opdoen ook, crisis moet in eerste instantie met medicatie behandeld en op je bek gaan kost ook tijd worden. Psychotherapie komt Komen er meer studenten pas later.’ van de ene studierichting dan van de andere? ‘Ja, psychologie is oververtegenwoordigd. Ik heb wel wat ideeën over hoe dat komt. De drempel is lager, en voor psychologiestudenten is die nog lager omdat zij weten wat psychologie inhoudt. Daarnaast denk ik dat een aantal mensen psychologie is gaan studeren vanwege eigen problemen, en die merken dat een psychologiestudie daar geen oplossing voor is. Die gaan dan zelf hulp zoeken, en ik denk dat dat ook verstandig is. In het algemeen zijn de sociale wetenschappen en Interdisciplinaire Studies oververtegenwoor-

Heeft u misschien wat tips om te voorkomen dat je vastloopt? ‘Ik weet niet of het een tip is, het is meer een soort wijsheid, maar van sommige problemen kom je niet onmiddellijk af. Jonge mensen van deze tijd hebben problemen die daarbij horen, bijvoorbeeld dat alles heel snel moet. Mensen willen ook snel geholpen worden en snel van hun problemen af. Maar sommige dingen kosten nu eenmaal wat tijd. Studeren kost tijd, levenservaring opdoen ook, en >>>

23

november 2008

Welke trainingen bieden jullie op het gebied van angst? ‘We hebben trainingen toegespitst op faalangst, sociale angst, sociale vaardigheden en presentatieangst. We doen meer op het gebied van angst dan op het gebied van depressie. Echte depressieve klachten worden in de regel verwezen naar langer durende therapie, omdat vaak ook medicatie nodig is, of in ieder geval langer durende therapie. De trainingen bestaan uit acht tot tien bijeenkomsten, en er zitten acht tot tien studenten in een groep. Het zijn trainingen met protocollen die we doorlopen, met oefeningen en huiswerkopdrachten, rollenspellen en presentaties voor de groep in de Presentatiegroep. Veel trainingen zijn cognitief-gedragstherapeutisch opgezet. Ongeveer drie kwart van de mensen hebben voldoende aan een training. Ik weet niet of ze dan van hun angsten af zijn, maar ze kunnen er in ieder geval beter mee omgaan. En ongeveer een kwart van de mensen heeft na een training nog meer hulp nodig.’

Spiegeloog

Zijn studenten door deze aandacht voor psychologie misschien bang dat ze iets hebben terwijl er eigenlijk niet veel aan de hand is? ‘Dat komt ook voor. Er komen mensen die zich ten onrechte druk maken. Je hebt mensen met reële angsten, maar je hebt ook mensen met irreële angsten. Die hebben bijvoorbeeld een keer een slechte ervaring met een tentamen en zijn dan doodsbang om de studie niet te halen, terwijl ze altijd goede cijfers halen. Perfectionisme, faalangst, dat zijn vaak toch irreële angsten.’


op je bek gaan kost ook tijd. En je moet een keer op je bek gaan - een tentamen waarvoor je zakt, een verkering die uitraakt. Sommige mensen zijn heel bewust op aarde gezet, met één broertje of zusje, en ouders die erg liefdevol zijn en heel goed voor de kinderen zorgen, en er is hun nooit iets vervelends overkomen. Als zo iemand dan in een paar maanden tijd én zakt, én de verkering gaat uit, én er gebeurt nog iets anders vervelends, ja, dan kan het leven in een keer helemaal instorten. Dat is natuurlijk niet zo. Er zijn altijd dingen die je moet leren in de loop van het leven. Daar word je gewoon wat sterker van.’

Spiegeloog

24

wezen naar een therapeut (van GGZ-instelling Mentrum, die samenwerkt met het Bureau Studentenpsychologen en in hetzelfde gebouw behandelingen aanbiedt, DS). Ik heb vanaf januari ongeveer tien of vijftien afspraken gehad. Een paar maanden geleden mocht ik na teamoverleg terugkomen voor een tweede ronde omdat het weer niet zo lekker liep, hoewel het in principe kortlopende therapie is. Ik vond het heel fijn dat ik bij dezelfde therapeute kon terugkomen; we konden de lijn weer terugpakken. Ik ga een keer in de twee, drie weken. In januari adviseerde de therapeut me om naast de individuele therapie de training Studie op de rails te doen. Nu zit ik ook in de Scriptiegroep.’

november 2008

Hoe vindt u deze baan? ‘Ja, dit is natuurlijk een fan- Ik schaam me er niet voor dat ik erheen ga, tastische populatie. Dit zijn Wat heb je aan de theraje wordt er alleen maar sterker van zoals dat heet YAVIS-klanten pie en de trainingen? (young, attractive, verbal, ‘Het is heel goed dat er prakintelligent, successful, DS). Bij de UvA is iedereen per defi- tische hulp wordt geboden in die trainingen en een stukje nitie intelligent. Ze zijn niet allemaal even sociaal, maar het persoonlijke ondersteuning in de therapie. Achteraf bekeis een aantrekkelijke populatie. Onze behandeling kan ook ken is die combinatie best wel fijn. Dat maakt ook dat hulp kort zijn omdat mensen het snel oppikken en er zelf mee sneller geboden kan worden; het vult elkaar goed aan. In de aan de slag gaan.’ therapie komen ook wel eens studieproblemen ter sprake, waardoor mijn therapeute deze keer zei dat het goed zou Wat vinden de cliënten van het Bureau Studentenpsycholo- zijn als ik bij de Scriptiegroep ging. Ik ben heel blij dat ik gen? Spiegeloog sprak met studente Sarah (niet haar echte dat ook heb gedaan, want ik heb die stok achter de deur naam), die gebruikmaakt van zowel de individuele als de wel nodig. Ik ben al zo lang bezig met die scriptie, ik wil er groepsbegeleiding. nu gewoon vanaf zijn. Ik hoef eigenlijk geen inhoudelijke begeleiding; ik weet wel hoe ik een scriptie moet schrijven. Waarom ben je naar de studentenpsychologen Die groep is meer om me op de rit te houden. Tijdens de gegaan? therapie werk je aan persoonlijke dingen. Ik wil bijvoorbeeld ‘Anderhalf jaar geleden ben ik door een combinatie van per- assertiever worden. Ik zie nu beter in dat ik het anderen te soonlijke en studieproblemen vastgelopen in mijn studie planologie. Ik zat toen in mijn vijfde studiejaar. Daarvoor was ik er vrij gemakkelijk doorheen gefietst. We hadden veel groepsopdrachten, maar toen ik in mijn masterjaar in mijn eentje papers en een scriptie moest gaan schrijven legde dat een enorme druk op me; ik dacht dat ik het helemaal niet kon. Ik zag er gruwelijk tegenop en kreeg mezelf niet aan het werk. Ik verspeelde één dag en dan weer een dag, en dan waren ineens drie maanden voorbij. Ondertussen werd ik er ik alleen maar depressiever van dat het schrijven niet lukte. Ook was mijn ritme totaal in de war omdat ik in de horeca werkte en vaak pas om vier uur ’s nachts thuis was. Mijn collega’s bij mijn laatste baantje waren ook niet echt bevorderlijk voor mijn zelfvertrouwen; het waren geen fijne mensen en de gasten van het restaurant ook niet. Mijn leven was een grote chaos. Werd ik na een avond werken wakker met een kater en deed ik vervolgens weer niks aan mijn studie....’ Hoe verliep de intake? ‘Eerst moest ik aan de telefoon allerlei vragen beantwoorden. En ook tijdens het intakegesprek werd ik helemaal doorgezaagd. Daarna werd ik doorver-


Wat vind je van het Bureau Studentenpsychologen? ‘Ik vind heel goed dat het er is. Ik maak er ook maximaal gebruik van, want ik vind dat je alle middelen moet pakken die er zijn. Het is heel fijn om met iemand te kunnen praten als je ergens mee zit. Ik schaam me er ook niet voor dat ik erheen ga, je wordt er alleen maar sterker van. Je krijgt meer inzicht in jezelf en je leert hoe je beter met bepaalde situaties kunt omgaan. Ik zou het absoluut aanraden aan andere studenten. Het is alleen jammer dat de meeste mensen die ik tegenkom er nog nooit van hebben gehoord, terwijl er echt veel studenten zijn die persoonlijke of studieproblemen hebben.’ <<< Zie www.uva.nl/studentenpsychologen voor meer informatie.

leesvoer voor psychologen

Tekst: Joost Molenaar

Lexicon van medische misverstanden, Werner Bartens (2006) Over vooroordelen, halve waarheden en dubieuze behandelingen van A tot Z. In deze tijden van crisis is het zaak het hoofd koel te houden en nuchter te blijven. Maar gevaar ligt op de loer. Binnen geen enkel vakgebied komen zo veel halve waarheden en flagrante onjuistheden voor als binnen de geneeskunde, bij zowel artsen als patiënten. Een willekeurige greep: zwemmen na het eten is niet gevaarlijk, zweet stinkt pas na verbinding met huidbacteriën en soort zoekt geen soort, maar tegenstellingen trekken elkaar aan. Ter verheldering en ter amusement. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, van €22,00 voor €7,90, 293p. Het onbeschreven blad, Steven Pinker (2002) Over de ontkenning van een aangeboren menselijke natuur. Is de menselijke geest bij de geboorte een onbeschreven blad, de befaamde tabula rasa? Maar als de wetenschap nu aantoont dat het tegendeel blijkt en dat wij beïnvloed worden door aangeboren mechanismen, wat dan? Zijn wij dan wel autonome individuen? Bestaat er dan nog sociale verantwoordelijkheid? Pinker verbindt nieuwe inzichten van de evolutionaire psychologie met het moderne mensbeeld. Voor iedereen die nieuwsgierig naar de aard van de mens. Amsterdam: Uitgeverij Contact, van € 39,90 voor € 15,00, 639 p. Nieuw Cultureel Woordenboek, Dolf Kohnstam en Elly Cassee (2005) Ruim twintig jaar geleden werd het Amerikaanse Dictionary of Cultural Literacy op een symposium voor de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen gepresenteerd. Medewerkers Kohnstam en Cassee besloten toen dat er ook zo’n encyclopedie van de algemene ontwikkeling, een canon van de Nederlandse cultuur diende te verschijnen. Het NCW geeft in korte heldere omschrijvingen begrippen, namen, feiten, gebeurtenissen en gezegden weer die tot ieders culturele bagage behoren. Dit is alweer de 2e uitgave en opnieuw herzien. Amsterdam: Anthos, van €25,00 voor € 9,95, 752 p. Schaduwspel, Sophie Collins (2007) In deze financieel zware tijden moet men zichzelf op een goedkope wijze kunnen vermaken. Hoe kan dat makkelijker dan met een schaduwspel? Plezier in het donker met je handen. Al eeuwen lang vermaken jong en oud zich met schaduwdieren. Je hebt er niet meer voor nodig dan een zaklantaarn of lamp en je eigen handen. Een konijn kan iedereen, en na wat oefening laat je het gebrul van een leeuw zien of de dichtklappende kaken van een krokodil. Al gauw voer je een show op waar iedereen versteld van staat. Wel honderd dierfiguren bevat dit handboek! Met pols- en vingeroefeningen en ideeën voor een compleet schaduwspel. Kerkdriel: Librero, € 6,99, 288 p. Boeken zijn te koop bij Selexyz Scheltema, Koningsplein

Spiegeloog

Wat doe je in de trainingen? ‘In de training Studie op de rails leer je volgens het SMARTprincipe plannen en doelen stellen (SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden, DS). Ze helpen je niet inhoudelijk. Ik deed die training toen ik al ver in mijn studie was; de meeste mensen zaten in hun tweede of derde jaar, daar is die cursus ook meer voor bedoeld. Sommigen wisten ook niet echt hoe ze moesten studeren, terwijl ik daar puur zat om verder te komen met mijn opdrachten. In die zin was die groep voor mij niet helemaal goed. Ik zit nu in de Scriptiegroep en daarin kijk je echt puur naar de scriptie. We zijn met tien personen, acht vrouwen en twee mannen, en komen een keer per week samen. In deze groep stel je duidelijk afgebakende weekdoelen voor jezelf: hoeveel pagina’s je gaat lezen, hoeveel uur je gaat schrijven enzovoort. Een week later beoordeelt de groep of je je doelen hebt gehaald. Aan de ene kant is dat heel schools, maar aan de andere kant functioneel, want je wil ook niet afgaan voor de groep. Verder bel je halverwege de week volgens een roterend schema iemand uit de groep om te vragen hoe het gaat en om eventuele problemen door te spreken of je doelen bij te stellen. Na twee maanden begin ik te merken dat deze groep heel fijn werkt. De groep zelf is heel divers. Er zitten naast UvA studenten ook een aantal studenten van de Hogeschool van Amsterdam in, en mensen die in hun zevende of achtste jaar zitten; echt leuke mensen die mijn vrienden zouden kunnen zijn.’

ramsj!

25

november 2008

veel naar de zin probeer te maken en dat ik mezelf daarin kan verliezen. Iets anders wat de therapeute heeft gezegd was dat ik met de horeca moest stoppen, dat ik heel erg moest letten op mijn structuur, mijn alcoholgebruik, en dat ik op tijd naar bed moest. Dat heb ik ook gedaan. Het kostte heel veel tijd om weer een ritme te krijgen, maar ik heb wel geleerd om beter voor mezelf zorgen.’


Crisiswerk: de ambulancedienst Medewerkers van de ambulancedienst komen regelmatig in crisissituaties terecht. Ze hebben te maken met ernstig gewonden of mensen die heel snel medische hulp nodig hebben. Naast deze noodsituaties die hun werk nu eenmaal met zich meebrengt, krijgen ze de laatste tijd ook te maken met agressie van omstanders of opgewonden familieleden die hun werk bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken. Ambulanceverpleegkundige Henk-Jan Rietveld en Hoofd Ambulancedienst Amsterdam Jan Kalden vertellen over het werken in crisissituaties. Tekst en Foto: Joost Molenaar

Spiegeloog

26

november 2008

‘Ambulanceverpleegkundigen zijn aparte mensen, in de positieve zin van het woord. We zijn cynisch, kunnen goed relativeren, we zijn stressbestendig en we moeten snel kunnen beslissen. We zijn ook humoristisch. Dat moet wel, anders houden we het niet vol.’ Zo karakteriseert Henk-Jan Rietveld (51) zichzelf en zijn collega’s van de ambulancedienst van de Amsterdamse GGZ. In zijn kantoor in het hart van het ambulancestation aan de Valckenierstraat - vanuit de Roetersstraat hoor je dagelijks de wagens uitrukken - vertelt Rietveld gepassioneerd over het werk van ambulanceverpleegkundigen en de positieve en vooral negatieve ervaringen die inherent zijn aan het beroep. Zijn functie omvat ook de taken van ergocoach en perso-neelsplanner. We worden tijdens het interview dan ook voortdurend onderbroken door telefoontjes, want de ambulancedienst werkt 24 uur per dag en personeel plannen is daarom een lastige klus. Henk-Jan Rietveld zit al 34 jaar in het verpleegvak, waarvan 12 jaar als ambulanceverpleegkundige. ‘Tijdens de opleiding kies je meestal voor de snijdende of niet-snijdende kant. Interne geneeskunde of dermatologie vond ik veel te traag en te saai. Ik wilde actie en ontdekte dat ik traumatologie leuk vond. Ik heb op de intensive care en op de eerstehulpafdeling gewerkt. Geleidelijk aan, via theoreti- Ik lig niet meer wakker sche scholing en in de praktijk ben ik bij de ambulancedienst te-rechtgekomen. Ik lig niet meer wakker van ernstige situaties. Ik schrik nergens meer van. Begrijp me goed, dat wil niet zeggen dat het me niet bezighoudt, maar je moet afstand kunnen bewaren. Ik slaap er niet slecht van. Je kiest er tenslotte voor. Iedereen denkt: wat een rotberoep. Acht uur per dag zie je de vreselijkste dingen, maar gelukkig is het niet alleen ellende. Je maakt ook leuke dingen mee. Alleen bevallingen doen in de auto, mensen naar huis bren-gen die het ziekenhuis uit mogen. Dat laatste noemen we B-ritjes. A-ritten zijn de spoeddiensten. Als er bij iemand een bot door het vel heen steekt, dan

vind ik het leuk om dat recht te zetten, omdat ik daarvoor geleerd heb. Ik kan mijn kunstje laten zien. Voor de patiënt is een trauma een groot ongeval, maar voor ons is het achteraf wel een kick. Dat het allemaal toch goed opgelost is door ons werk. Een geslaagde reanimatie bijvoorbeeld. Het is natuurlijk balen als iemand overlijdt, maar that’s life.’ Ondanks die nuchtere houding was Rietveld acht jaar geleden betrokken bij de oprichting van het zogeheten BedrijfsOpvang-Team (BOT). Dit team vangt medewerkers op die in ernstige omstandigheden hun werk hebben moeten doen waarbij bijvoorbeeld mensen zwaargewond of verbrand raakten, of kinderen ernstig letsel opliepen. Het is eigenlijk opvallend, de ambulancedienst in Amsterdam bestaat 100 jaar en lange tijd was er geen enkele aandacht voor de persoonlijke ervaringen van de medewerkers. Terwijl je als ambulanceverpleegkundige toch wel het een en ander meemaakt. Als je net van een oproep komt waarbij je drie verbrande kinderen behandelt, dan heb je direct daar achteraan geen zin in een melding over een dronkelap die wat vervelend doet.’ Het BOT-team bestaat uit een aantal medewerkers die speciaal zijn opgeleid om gesprekken te voeren met de verpleegkundigen en chauffeurs. Gewoonlijk zitten er twee mensen op een uitrukkende van ernstige situaties - ambulance: de chauffeur en een verpleegkundige. Rietveld: ‘Meteen na terugkomst krijgen ze gezamenlijk een stoomgesprek waarbij ze hun ervaringen kwijt kunnen. Een week later krijgen ze nog een individueel gesprek om te vragen hoe het is en hoe het thuis gaat. Na zes weken volgt dan nog een afsluitend gesprek om de zaak af te ronden. Dat is allemaal om te voorkomen dat er een posttraumatische stress-stoornis kan ontstaan.’ Het is daarmee niet altijd verholpen, licht Hoofd Ambulancedienst Jan Kalden toe: ‘Als ie-mand echt te zeer is aangedaan, kunnen we die doorsturen naar een bedrijfspsycholoog. Maar dat is incidenteel. Ik werk hier nu een jaar en ik heb dat nog niet meegemaakt.


Een ander verschijnsel dat het werk van ambulanceverpleegkundigen moeilijk maakt is de toenemende agressie van omstanders en verontruste familieleden die vinden dat er onvol-doende of te langzaam hulp geboden wordt. Kalden: ‘Dat vormt de laatste tijd steeds vaker een probleem en we zijn met allerlei instanties aan het overleggen om daar maatregelen voor te treffen. We hebben binnenshuis nieuwe procedures ingevoerd. We maken afspraken met de politie en het Openbaar Ministerie zodat we ons werk op elkaar kunnen afstemmen. Het is bijvoorbeeld geregeld dat onze medewerkers anoniem aangifte kunnen doen, zodat ze niet meer bang hoeven te zijn voor wraakacties van verdachten. Advocaten kunnen namelijk in het strafdossier de namen zien van diegenen die aangifte doen

27

en die dan doorspelen aan hun cliënten, en dat willen we niet. We hebben een eigen veiligheidsprotocol dat inhoudt dat mede-werkers zelf kunnen beoordelen of ze het voldoende veilig vinden om aan het werk te gaan. Als ze het ter plaatse niet verantwoord vinden om dat te doen, dan steunen wij ze daarin, hoe erg het ook is dat ze hun werk niet kunnen uitvoeren. Als er een melding binnenkomt dan wordt er direct al vanuit de meldkamer informatie verzameld hoe de situatie ter plaatse is. Of het veilig is of dat er assistentie is vereist. Als het verkeerd gaat kunnen medewerkers ook een noodknop indrukken, waarna er direct politieassistentie komt. Na een aantal vervelende gebeurtenissen de laatste tijd, hebben een paar medewerkers aange-boden om zelfverdedigingcursussen te geven aan hun collega’s. Dat gebeurt in hun vrije tijd en er wordt enthousiast op gereageerd. Het gaat daarbij natuurlijk puur om defensieve verdedigingstechnieken. Ons personeel zal nooit iemand aanvallen. Het is alleen ter zelfbescherming. Ik ben dan ook heel blij dat er net vorige maand iemand veroordeeld is voor zes weken onvoorwaardelijk gevangenisstraf wegens geweldpleging tegen een ambulancemedewerker. Dat toont aan dat het menens is voor ons. We spelen daar zelf een actieve rol in om te zorgen dat we ons personeel kunnen beschermen.’ Het werk van ambulanceverpleegkundige is er zeker niet eenvoudiger op geworden. Henk-Jan Rietveld: ‘De laatste jaren zijn we niet alleen meer aan het verplegen. We doen voorbereidend behandelend werk voor de cardioloog en voor de neuroloog. We zetten een nekkraag, een infuus, we reanimeren en we dienen medicijnen toe. Als er dan wat fout gaat, sta ik nog voor het tuchtcollege ook. Ik wil mijn carrière wel afsluiten op de ambulance. Het is zo veelzijdig, ik zou niet anders willen.’ <<<

november 2008

Een tijdje geleden was er dat Bjjenkorfincident waarbij een moeder haar kind naar beneden gooide. Ik sprak later de collega die daar naar toe gegaan was en vroeg hoe het was. Dat is een enorm fitte triatleet en die zei: nou, er is niets aan de hand. Het gaat wel. Ik vroeg: weet je dat zeker? Ja, zei hij, het gaat wel weer. Die avond reed hij in een autoritje met zijn vrouw zo de sloot in. Toen heb ik wel gezegd toen hij de volgende dag weer op het werk kwam, dat hij maar even naar huis moest gaan, om rust te nemen.’ Ambulancemedewerkers worden geselecteerd na een uitgebreide keuring, zowel medisch als psychologisch. Kalden: ‘We testen ze op stabiliteit, analytisch vermogen, persoonlijkheid, leiderschap en kunnen samenwerken. Maar het zijn natuurlijk ook gewoon mensen. Onze ervaring is dat het geen verschil maakt voor mannen en vrouwen. Er werken van de 90 ambulanceverpleegkundigen ongeveer 35 vrouwen bij ons.’ De invoering van het BOT-team is overgenomen van de politieorganisatie. Rietveld: ‘Ik werk-te bij de politiedienst als verpleger en ik zag dat daar mensen heel persoonlijk werden benaderd als ze in moeilijke werkomstandigheden hadden verkeerd. Dat viel me op. Iedereen vroeg: hoe is het met jou? Er was heel veel individuele aandacht. Je moet even naar huis, even rustig aan doen. Ik dacht: ze hebben gelijk, daar zit wat in. Waarom zou ik na een zware inspanning en ingrijpende ervaring weer in één keer door moeten naar de volgende klus. Dat kan niet zomaar. Dat voorbeeld is overgenomen bij de ambulancedienst. Dat het zo lang heeft geduurd, is omdat er vroeger nooit aandacht voor was. Men sprak er niet over. Je was een stoere vent of vrouw en je deed niet moeilijk. Nu kunnen collega’s het zeggen als de emmer even vol is: voor mij een dagje geen spoeddienst meer. Dan wordt daar rekening mee gehouden.’

Spiegeloog

Henk-Jan Rietveld


De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

De vraag van Annemie Ploeger (Ontwikkelingspsychologie)

Beste Reinout,

Spiegeloog Spiegeloog

28 28

novemberr 2008 juni 2008

Is het mogelijk om verslavingsgedrag vanuit een evolutionair perspectief te verklaren? Dit gedrag lijkt in eerste instantie destructief en niet bevordelijk voor overleving dan wel reproductie, maar omdat het op relatief grote schaal voorkomt, en een genetische en neurobiologische achtergrond heeft, is een evolutionaire verklaring niet ondenkbaar. Wat is jouw mening hierover?

Annemie

Het antwoord van Reinout Wiers (Ontwikkelingspsychologie) Beste Annemie, Interessante, en ook een veelgestelde vraag, in allerlei varianten: hoe kan evolutie zelf-destructie verklaren (verslaving, zelfmoord) of seksuele voorkeur die niet leidt tot voortplanting (homofilie)? Wat betreft verslaving ben ik drie elkaar niet uitsluitende soorten van antwoorden tegengekomen en waarschijnlijk zijn varianten hiervan ook van toepassing op

die andere ‘evolutionair onlogische’ gedragingen, maar wat is evolutionair onlogisch als lemmingen kennelijk zo geëvolueerd zijn dat ze zich en masse te pletter storten? De eerste is dat verslaving gezien kan worden als een ongewenst bijproduct van een evolutionair nuttig systeem, ons evolutionair oude appetitieve systeem, waarin het mesolimbische dopaminerge systeem een belangrijke rol speelt. Dit systeem zorgt ervoor dat we gemotiveerd zijn om te eten, te drinken en ons voort te planten. Wat verslavende middelen doen is dit systeem ‘kapen’, door er direct op in te spelen. Dat kunnen ze omdat verslavende stoffen chemisch gezien lijken op stoffen die het lichaam zelf aanmaakt en die met name in dit systeem belangrijk zijn. Het brein produceert zelf bijvoorbeeld stoffen die lijken op opiaten (endorphines) en die vrijkomen bij pijn en stress als natuurlijke pijnstiller. Dit deel van het brein leert dat bepaalde cues heel belangrijk zijn en prioriteit moeten krijgen. Als je honger hebt is de geur van een vers gebakken broodje moeilijk te negeren. Op dezelfde manier roepen nu cues die eerder middelengebruik voorspelden een appetitieve reactie op: de aandacht wordt door deze cues vastgehouden en de neiging om in de richting van de cue te bewegen wordt geactiveerd. Waar bij beginnend gebruik veel middelen nog ander appetitief gedrag versterken (zin in seks na alcohol, roken na seks, etc.), is bij verslaafden het appetitieve systeem nog vrijwel uitsluitend op het middel gericht en is de zin in eten, drinken en seks verminderd, wat ook één van de oorzaken van veel ellende is bij verslaafden, die nogal eens ondervoed raken. Een aardige variant van deze evolutionaire theorie is voorgesteld door Newlin. Volgens hem hebben we een systeem in onze hersens dat onze eigen mate van reproductieve ‘fitheid’ in de gaten houdt. Wat volgens hem middelen als alcohol doen, is deze monitor ten onrechte het gevoel laten ontwikkelen dat we er uitstekend voorstaan wat betreft reproductieve fitheid (aantrekkelijkheid voor het andere geslacht). Dit zou het grote verschil kunnen verklaren tussen de subjectieve ervaring van dronken mensen die zichzelf als super-aantrekkelijk zien en de mening van hun omgeving. Algemeen gezien is het idee in deze lijn van evolutionaire verklaringen voor verslaving dus dat het uiterst nuttige, voor overleven zelfs essentiële appetitieve systeem gekaapt wordt door het verslavende middel.


Reinout Wiers (Ontwikkelingspsychologie) geeft de Rondvraag door aan Tom Beckers (Klinische Psychologie)

Beste Tom, Ik heb gehoord dat jij onderzoek gedaan hebt naar het redeneervermogen van ratten. En dan doel ik niet op figuurlijke ratten uit managementsboekjes maar op de viervoeters met de lange staart. Kort en goed is mijn vraag: Kunnen ratten redeneren? En kunnen we vaststellen in hoeverre ze bewust kunnen redeneren? En vertelt dit soort onderzoek ons iets over de rol van al dan niet bewust redeneren bij mensendieren?

Reinout

wikkeld werden waarmee een hogere dosis alcohol verkregen werd (bij ons de jeneverstokerijen). Reinout Wiers

juni2008 Spiegeloog 2008 Spiegeloog november

Een tweede lijn van evolutionaire verklaringen concentreert zich op verschillen tussen mensen die nuttig zijn op het niveau van de groep, niet noodzakelijkerwijs voor het individu. De gedachte is dat het nuttig is in een groep mensen om verschillen te hebben in de mate van sensatiezucht en impulsiviteit. In tijden van stammenstrijd is het nuttig om dappere krijgers in je stam te hebben, maar tegelijkertijd is het niet gunstig dat het hele dorp ten strijde trekt. Op deze wijze zijn er twee verschillende voortplantings-strategieën ontwikkeld en voor de groep is het gunstig om van beide soorten individuen te hebben. De eerste soort volgt de ‘happy go lucky’ strategie; ‘live fast, die young’. Dit zijn de impulsieve sensatiezoekers, die op jonge leeftijd in seks geïnteresseerd zijn en zich vaak op jonge leeftijd voortplanten. Dezelfde eigenschappen maken ze gevoelig om op jonge leeftijd met alcohol en drugs te beginnen en op jonge leeftijd verslaafd te raken. De tweede strategie is juist om voorzichtig aan te doen, wat in het algemeen leidt tot reproductief succes op latere leeftijd (als de eigenschap niet te extreem is). Dit zijn de thuisblijvers in tijden van oorlog en degenen die weinig risico lopen om op jonge leeftijd verslaafd te raken. Hoewel wat simplistisch, is deze theorie wel goed om in te zien dat verschillen tussen mensen nuttig kunnen zijn, zelfs als het voor het individu zelf niet tot een vergrote kans op reproductief succes leidt. Een derde lijn van evolutionaire verklaring is dat veel psycho-actieve middelen in hun natuurlijke dosering wel degelijk nuttig kunnen zijn geweest voor de kans op voortplanting. Het probleem is dat we het psycho-actieve middel nu in veel te hoge dosering kunnen krijgen. Onderzoekers in deze evolutionaire benadering wijzen bijvoorbeeld op het kauwen op coca-bladeren, wat in Bolivia door een groot deel van de bevolking gedaan wordt en wat de honger uitstelt en mensen langer door kan laten werken, zonder dat ze verslaafd raken. Het is voorstelbaar dat dit gunstige effecten op de overlevingskans van een individu heeft. De problemen met dit middel ontstonden pas toen het in veel hogere dosering gebruikt ging worden (cocaïne). Hetzelfde geldt mogelijk voor alcohol. Het kan gunstig zijn om tegen alcohol te kunnen gezien de schaarste van schoon water en het feit dat het minder snel bevriest dan water. Ook voor alcohol geldt dat de problemen pas ontstonden toen er procedures ont-

2929


Grenzenloos

Spiegeloog

“Ta ta ta, you’re not from Brighton, you’re not from Brighton…” Met Fatboy Slim in m’n oren, Graham Greene’s ‘Brighton rock’ op schoot en een prachtig uitzicht over zee en pieren zit ik nu, half oktober in de zon op het strand. Naast de zee, ben ik sinds mijn aankomst anderhalve week geleden dol geworden op het liberale karakter van Brighton: veel onafhankelijke winkeltjes, communities, kunstbolwerken en artiesten op straat. Bovendien is Londen met een klein uurtje treinen om de hoek voor veelvuldig bezoek. Niet alleen de locatie maakt Brighton een populaire uitwisselingsstad voor psychologiestudenten, ook de universiteit is om

Corinde Wiers is zesdejaars psychobiologie en psychologie en doet haar master psychonomie in Brighton (GB).

30

over naar huis te schrijven. De campus van Sussex University ligt buiten de stad, zo’n 8 km vanaf het centrum. Ik woon zelf met andere internationale studenten aan zee in het centrum en fiets elke dag op en neer, waarbij ik wel moet onthouden LINKS te rijden. Ai. De inslag van de faculteit psychologie is biologisch, heel biologisch. Een perfecte plaats dus om na zes jaar psychologie en psychobiologie mijn eindonderzoek te doen. Eerst nog wat vakken over medicinale plantheelkunde (hoe alternatief!), verslaving en de biologische basis van mental disorders; cool. Na een week fresher’s week heb ik de maatschappelijke relevantie voor verslavingsonderzoek wel gevonden in dit land. Het is binge drinking wat de klok slaat voor eerstejaars Engelsen, liefst schaars gekleed in minirokjes/korte broeken en met torenhoge hakken/slippers, al klapperend in de rij staand voor driedubbele shots tijdens de happy hours (eigenlijk de hele nacht) van de clubs hier. Het is nog niet zo bizar als in buurland Ierland, maar 40% van de Britten gaat ten minste een keer per week binge drinken en klokt daarbij telkens meer dan 10 alcoholunits weg. Toch is nu, in week twee, de stilte teruggekeerd en is iedereen als een malle aan het studeren met wazige oogjes en een piep in beide oren. Laat ik maar eens meedoen. Later, alligator!

november 2008 Voordat ik naar Buenos Aires vertrok, waren mij twee vooroordelen over Argentijnen ter ore gekomen. Ten eerste dat alle mannen pakken wat ze pakken kunnen en ten tweede dat bijna elke Argentijn een psycholoog bezoekt of een psychoanalyse doormaakt. Goed, leuk en aardig zo’n stereotype, maar na hier drie maanden tussen de Argentijnen te hebben gezeten ben ik erachter gekomen dat het écht waar is; ze zijn hier behoorlijk van lotje getikt. Inderdaad grijpt letterlijk elke man wat hij voor handen krijgt. Zolang de partner niet in zicht is, bestaat deze niet. Een letterlijke ‘uit het oog uit het hart-situatie’. Het helpt dus ook niet de mannen af te schrikken door te zeggen dat je een relatie hebt, want in het overgrote deel

van de gevallen heeft de desbetreffende meneer zelf ook een vrouw thuis op de bank. Aan monogamie doen ze hier niet. Delen met die handel. Verder is het de normaalste zaak van de wereld dat al deze mannen zo nu en dan een prostituee bezoeken. Ik vroeg een Argentijnse vriend hier of hij dat ook deed, maar nee natuurlijk niet! Hij was anders. Op zijn dertiende was hij alleen wel ontmaagd door een prostituee. Maar dat was echt de enige keer, en zijn oom had ervoor betaald. Vervolgens moest zijn moeder dan weer de psycholoog betalen om haar dertienjarige zoon deze ervaring te laten verwerken. Werkelijk, veel moeders sturen hun kinderen naar een psycholoog. Laatst sprak ik met een andere vriend en deze had toen hij veertien was liefdesverdriet omdat zijn vriendinnetje het uit had gemaakt. Hup, met moeder mee naar de psycholoog. Bijna iedereen hier bezoekt één keer per week een psycholoog. Op zich niets mis mee, en als je nagaat dat ze 10 pesos (+/- €2,25) per uur betalen, is het goed voor te stellen. Wat me wel verbaast, is dat zelfs kinderen die nog niet eens kunnen praten al naar de psycholoog worden gesleept. Ook is de psychologie hier heel erg gericht op Freud en de psychoanalyse. Wellicht is er een verband tussen Sigmund en de Argentijnse sekslust, alhoewel hij daar nog een puntje aan zou kunnen zuigen.

Roos Schouw studeert een semester aan de Universidad Torcuato Di Tella in Buenos Aires (Argentinië).

Psychologie studeren in het buitenland? Neem contact op met het International Office, kamer A 2.14 A, inloopspreekuur: woensdag van 15.00 - 17.00 uur, e-mail: internationaloffice-psychology@uva.nl, telefoon: 020-525 6773.


Filmrecensie Tekst: Lise-Lotte Geutjes

Un Secret

Un Secret is te zien in Pathé Tuschinski.

Spiegeloog

Langzamerhand wordt duidelijk dat juist het droevige lot van gebeurtenissen uit het verleden hen samen heeft gebracht. Er wordt abrupt een overgang gemaakt naar het jaar 1942. Joden worden steeds meer uit de samenleving gebannen. Het ongeloof en de ontkenning onder de Joodse gemeenschap over de Holocaust die gaande is, wordt realistisch in beeld gebracht. Discussies over het wel of niet dragen van de ster, over het wel of niet toegeven aan het sociale isolement waarin zij verkeren en over het gedwongen moeten ontkennen van hun afkomst worden ontroerend weergegeven. Maxime blijkt van Joodse afkomst te zijn en was in deze periode getrouwd met Julie, gespeeld door Ludivine Sagnier. Samen hadden zij een zoon, Simon, die alle successen behaalde op sportief gebied waar François nooit aan heeft kunnen tippen. Tania was gelukkig getrouwd met de broer van Ludivine, die tijdens de oorlogsjaren moest strijden voor het Franse volk. Het schrikbewind van Hitler maakt het onmogelijk voor Maxime, Tania en Ludivine om nog langer achter te blijven. Maxime besluit te vertrekken en te wachten op zijn vrouw en zoon op een ondergedoken adres. Tania zal hem al snel volgen, wanneer haar man niets meer van zich laat horen. Op het moment dat Ludivine besluit om samen met Simon eveneens te vluchten naar het onderduikadres, doen zich er een aantal noodlottige gebeurtenissen voor. Gedreven door wanhoop en intens verdriet maakt ze een keuze waarvan de gevolgen nog steeds doorwerken in de levens van Tania, Maxime en François. Ondanks het feit dat een aantal verhaallijnen niet goed zijn uitgediept en de keuze van Ludivine te weinig aandacht krijgt in de film, blijft Un Secret een meeslepend en boeiend verhaal. Vooral het script en het goede acteerwerk zijn de moeite waard om te bekijken.

31

november 2008

Un Secret is gebaseerd op het gelijknamige boek van Philippe Grimbert, waarin een meeslepend familiegeheim, gebaseerd op ware feiten, gaandeweg wordt ontrafeld. De film begint veelbelovend met een mooi gefilmde scène, waarin Tania (Cécile de France) een spetterende entree maakt door bevallig van een duikplank af te springen. Zoonlief François (Mathieu Amalric) raakt zich gedurende de jaren steeds meer bewust van zijn tekortkomingen op het sportieve vlak. Hij zal de hoge verwachtingen van zijn moeder, een fanatiek zwemster, en zijn vader Maxime, eveneens een atletisch fenomeen, nooit kunnen waarmaken. Hierdoor beeldt François zich in dat hij een oudere broer heeft die alle capaciteiten op dit gebied wel bezit. Met mooie, krachtige shots wordt zijn imaginaire broer in beeld gebracht. Al snel wordt duidelijk dat zijn fantasie over het hebben van een oudere, succesvolle broer meer op waarheid berust dan hij zelf voor mogelijk had gehouden. De jaren ’50, de periode waarin François zijn jeugd beleeft, worden sfeervol in beeld gebracht. Tussendoor wordt de kijker ook getrakteerd op flashforwards uit het jaar 1985, de tijd van waaruit het verhaal verteld wordt door François. Aan het begin van de film beslaan deze scènes uit de toekomst slechts enkele seconden en vormen ze zelfs een storende ruis in het geheel. Het nut van deze scènes worden niet duidelijk genoeg gemaakt en wekken af en toe zelfs irritatie op. Aan de oppervlakte zijn Tania en Maxime indrukwekkende mensen die elkaar gevonden hebben dankzij een gedeelde passie voor sport. Echter, François had al op jonge leeftijd het gevoel dat er iets niet klopte. Nadat hij tijdens het zien van een film over de Holocaust zijn zelfbeheersing verliest, wegens een misplaatste grap van een klasgenoot, weet hij zeker dat zijn gevoel gegrond is. Op dit moment besluit de buurvrouw van François, gespeeld door Julie Depardieu, het geheim van de familie Grimbert aan hem te ontrafelen.

regie: Claude Miller


2012, het begin van een gouden tijdperk? Nu het jaar 2012 dichterbij komt, komen de tongen los. Verschillende theorieën beweren dat er over vier jaar spannende dingen gaan gebeuren. Meerdere volken, zoals de Maya’s en de Zoeloes, hebben een omslagpunt voorspeld in 2012. Eerst moeten we door een zeer donkere periode, maar in 2012 wordt het wachten beloond en breekt een mooiere nieuwe tijd aan. Vaak wordt dit afgedaan als zweverige onzin. Maar watvoor crisis staat ons eigenlijk te wachten? En hoe ziet die nieuwe tijd er precies uit? Tekst & Foto: Vera van der Molen

Spiegeloog

32

november 2008

Momenteel zijn de Maya’s het populairst als het gaat om theorieën over 2012. Volgens hun berekeningen komt ons zonnestelsel op 21 december 2012 op één lijn te staan met het centrum van de Melkweg, de plaats die door de Maya’s de kosmische baarmoeder wordt genoemd. Deze datum wordt dan gezien als het einde van een cyclus van 26.000 jaar, waarna de Maya-telling opnieuw begint. Dit zogenaamde ‘einde der tijden’ gaat volgens de verhalen gelukkig niet samen met een ‘einde van de wereld’. Integendeel zelfs, want het feit dat er een lange periode wordt afgesloten betekent dat er op een hoger niveau aan de volgende periode kan worden begonnen. Waarmee bedoeld wordt dat deze volgende periode nog mooier zal zijn. Maar voordat we zover zijn staat ons nog een hoop ellende te wachten.

Internetfora Op verschillende internetfora ontmoeten aanhangers van dit soort theorieën elkaar. Op deze fora wordt allerlei informatie uitgewisseld: van op handen zijnde bijeenkomsten tot voortekenen van de rampspoed die ons te wachten staat. Want over deze rampspoed gaan de meeste gesprekken. Natuurlijk is de voorspelde mooie tijd interessant, maar zie daar eerst maar eens te komen. Daarom wordt er op het forum www.2012forum. com gediscussieerd over de beste survival locations. Volgens Rob uit Australië is dat een plaats met onder andere een kleine populatie (te veel overlevenden is niet goed, want dat betekent minder voedsel per persoon) en een plaats met een vlak landschap in de buurt (in bossen kunnen immers branden ontstaan). Voor de zekerheid kun je je ervan vergewissen dat er geen aardbevingen zijn voorgekomen in de geschiedenis, en ook in de toekomst waarschijnlijk niet zullen plaatsvinden. En wie het echt niet vertrouwt kan zich proberen aan te sluiten bij één van de communities,

waarin gezamenlijk wordt geprobeerd 2012 goed en wel te bereiken. Deze communities proberen hun identiteit echter meestal privé te houden, want, zo zegt Rob: ‘governments are scared of “doomsday cults”. They want to shut them down’. Deze geheimhouding maakt het lastig om bij zo’n community aan te sluiten.

Jos ten Brink Op www.niburu.nl, een Nederlands spiritueel forum, ontmoette ik Jos ten Brink, die bereid was zijn visie op 2012 met mij te delen. Jos ten Brink (54) is in het dagelijks leven theatertechnicus in Amsterdam, maar houdt zich in zijn vrije tijd veel bezig met van alles dat vaak afgedaan wordt als zweverig gedoe, en met 2012 in het bijzonder. Hij bezoekt een aantal fora op internet regelmatig, om met anderen van gedachten te wisselen over de toekomst. Toen hij op zijn veertiende uit het rooms-katholieke geloof stapte, is hij zich in andere spirituele zaken gaan verdiepen. ‘Ik dacht toen al veel na over hoe de wereld in elkaar zou kunnen zitten. Ik was bezig met de grote vragen van de mens: wie ben ik, wat is het doel van mijn bestaan, en waar ga ik naartoe? Eigenlijk de grote vragen van iedereen.’ Dat zijn spirituele ideeën afwijken van de gemiddelde mening, beseft Jos heel goed. ‘Ik kan me goed voorstellen dat ik af en toe een beetje vaag of zweverig overkom, zeker als je een beginneling bent op dit gebied. Als je hierover begint weet je eigenlijk al dat je een onsamenhangend verhaal krijgt, ik kan immers niet in de toekomst kijken. Maar mijn ideeën zijn natuurlijk wel gebaseerd op jarenlang lezen, films kijken en filosoferen.’ Zeker van zijn zaak zegt Jos vooralsnog niet te zijn. ‘Ik weet dan wel heel weinig, ik geloof juist heel veel. In de toekomst kijken kan ik niet, maar ik kan me wel van alles voorstellen. Je kunt iets al gauw weten gaan noemen, maar het blijft eigenlijk altijd bij veronderstellen.’

- Ik kan me voorstellen dat ik zweverig overkom -


Jos ten Brink

Los van je lichaam

niet meer. Je hebt dan niet het goede deurtje open.’

33

- Wie weet hebben wij in een parallel universum contact gehad -

Spiegeloog

Buitenaards leven De kwantumsprong is niet het enige dat ons te wachten staat in 2012. Volgens Jos speelt de planeet Niburu, waarop de Annunaki leven, ook een grote rol. ‘Ongeveer één keer in de 26.000 jaar, ditmaal in 2012, scheert deze planeet vlak langs de aarde. Daardoor zou het gemakkelijk bekend kunnen worden dat er op andere planeten intelligente levende wezens voorkomen. Als dat uitkomt, gaat er iets gebeuren. We zullen dan anders naar elkaar gaan kijken, en beseffen dat we zo klein en nietig zijn, dat het zinloos is om elkaar op deze wereld de hersens in te slaan. Als we erachter komen dat we een onderdeel zijn van een veel groter collectief geheel, dan zullen we ons moeten realiseren dat we eigenlijk één volk zijn.’ Jos lijkt hiermee overtuigd te zijn van het bestaan van leven op andere planeten. ‘Als je aan de omvang van dit universum denkt, word je al gauw duizelig. Is het dan niet een beetje arrogant om te denken dat de aarde de enige planeet met leven is? Natuurlijk zijn er andere beschavingen! Ze willen alleen niet allemaal contact hebben met onze dimensie.’ Iedereen die een beetje kritisch is, zal zich bij deze vergaande beweringen afvragen of daar dan wel bewijs voor is gevonden. Blijft het slechts bij fantaseren, of is daar ook onderzoek naar gedaan? Jos: ‘Op de Zuidpool staat een telescoop die de planeet Niburu al een tijdje in het vizier heeft. Op internet circuleren dan ook foto’s waar op onverklaarbare wijze geretoucheerd is; er zijn stukjes weggeknipt en met andere dingen ingeplakt. Hiermee worden dingen verborgen waarvan onder andere de NASA niet wil dat wij ze weten. Er is natuurlijk een verschil met ruimtereizen naar Mars om te onderzoeken of daar leven mogelijk is. Als je ergens naartoe gaat om te onderzoeken of er leven is geweest, dan is er op dat moment geen beschaving (meer). Je hebt meer controle over wat er daar gebeurt, dan wanneer je zomaar een beschaving ontdekt op een andere planeet. Daarom wordt dat liever nog even geheim gehouden.’ >>>

november 2008

Hoewel Jos beweert weinig zeker te weten, komt hij niet twijfelend over als hij vertelt wat er volgens hem in 2012 gaat gebeuren. Alsof hij het betreurt dat het pas 2008 is, vertelt hij over het belangrijkste dat ons te wachten staat: de kwantumsprong. Wat voor sprong? Jos: ‘Het heeft alles met spirituele ontwikkeling te maken, een bewustzijnsverruiming. Wij bevinden ons nu in iets dat de derde dimensie genoemd wordt. Dat betekent dat wij, maar vooral ons bewustzijn, gevangen zijn in materie. Een voorbeeld: als ik nu wil weten of ik thuis het gas wel heb uitgedaan, zal ik eerst door de regen terug moeten fietsen voordat ik dat kan controleren. Als ik via de vierde in de vijfde dimensie ben gekomen, kan ik met mijn bewustzijn de materie verlaten. Dan zou ik dus even snel terug kunnen reizen om het gas te controleren, terwijl mijn lichaam hier bij jou blijft. Als we op hetzelfde niveau zouden zitten, zou je voor de gezelligheid even mee kunnen gaan. Eigenlijk hadden we dan niet eens in dit café hoeven af te spreken, maar hadden we net zo goed alleen met ons bewustzijn naar elkaar toe kunnen reizen.’ ‘In de vierde dimensie, die tussen die derde en vijfde in zit, ben je nog niet zo ver. Deze houdt in dat je je bewustzijn, als deurtjes in je hoofd, zo open kunt zetten dat je er niet meer aan twijfelt dat je de derde dimensie zult overstijgen. In de vijfde dimensie kun je de kennis en vaardigheden die ervoor zorgen dat we geen last meer hebben van de beperkingen van de derde dimensie toepassen.’ Waarschijnlijk zal dit menigeen vrij vaag in de oren klinken, precies zoals Jos voorspelde. Uit je lichaam treden om met je bewustzijn ergens anders te kunnen zijn, klinkt wel erg zweverig. Is dat niet een beetje vergezocht? ‘Ik ervaar dromen als realiteit van de bewustzijnsperceptie. Zo kun je dromen zien als een staaltje vijfde dimensiekunsten. Als jij vannacht hebt gedroomd dat wij op deze bank zaten, dan is dat misschien wel niet ‘echt’ gebeurd in de 3d-wereld, maar wie weet hebben wij in een parallel universum wel contact gehad.’ Over zoiets kun je natuurlijk fijn speculeren, maar zijn dromen niet eenzijdig? Als ik vannacht heb gedroomd dat ik heb gevoetbald met mijn vrienden, dan weten zij daar morgen niets vanaf. Hoe kan het dan echt gebeurd zijn? Gelukkig heeft Jos ook hier een antwoord op. ‘Misschien is het bij jou toevallig nog nooit voorgekomen, maar er zijn genoeg mensen die op hetzelfde moment dezelfde dingen dromen. Verder klinkt de term collectief onderbewustzijn je misschien bekend in de oren? Dat is een soort netwerk dat ons verbindt, een vibratieniveau waarop energie en gedachten kunnen zitten. Niet altijd heb je een deurtje open om die informatie toe te laten in je bewustzijn. Iedereen heeft er wel toegang toe, maar je kunt er niet altijd op intunen. Met dromen is het net zo: je kunt elkaar wel in die vijfde dimensie hebben ontmoet, maar meestal weet je dat


Een donkere periode Tot nu toe lijkt het allemaal nog redelijk rozengeur en maneschijn. Of je nou wel of niet gelooft in de kwantumsprong naar de vijfde dimensie, veel kwaad lijkt het niet te doen. En het ontdekken van buitenaards leven brengt volgens Jos ook alleen goede dingen teweeg. In het mailcontact met Jos, voorafgaand aan het interview, vroeg hij dan ook of ik naar de positieve verhalen omtrent 2012 wilde luisteren. Toch worden er donkere tijden voorspeld. Hoe zit dat dan precies? ‘Elke ontwikkeling kent ooit een einde, waarop niet verder ontwikkeld kan worden. In 2012 zitten we in het einde van die ontwikkeling, wat eigenlijk betekent dat we weer aan een nieuwe cyclus kunnen beginnen. Je kunt het zien als het aanbreken van de lente. We moeten nu eerst door een heel donkere periode, maar als we daar doorheen zijn, komen we terecht in het nieuwe gouden tijdperk.’ Wat Jos dan eigenlijk verstaat onder deze donkere periode kan hij ons wel vertellen. ‘Ik wil niet te veel doemdenken, maar ik ben realistisch als ik zeg dat onze beschaving op het punt van instorten staat. Hierbij kun je denken aan de klimaatcrisis, de oorlogen, de strijd tussen de islam en het christendom. De spanningen lopen op; zo kan het niet doorgaan. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er een wereldoorlog aan zit te komen. Als het losgaat, wat zeker gaat gebeuren, dan gaat het ook echt los. Wanneer dat precies is, weet ik niet, maar de oorlog zou als het ware aanstaande zaterdag al uit kunnen breken. We zijn op een point of no return gekomen, waarop afwachten het enige is dat we nog kunnen doen.’ Naast de oorlog vertelt Jos ook over de natuurrampen die zullen komen. ‘Neem nou de vermeende opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen. Het hele idee van CO2 en hoe mensen daarmee de aarde opwarmen is lariekoek. Dat is slechts verzonnen om Al Gore rijk te maken. Het komt niet door onszelf, maar doordat de aarde op een bepaald punt is aangekomen ten opzichte van andere planeten en sterren. Misschien is onze aarde wel iets warmer geworden, maar nooit wordt erbij vermeld dat het in het hele heelal warmer is geworden. Het zou gek zijn als we denken dat we dat teweeg kunnen brengen met onze autootjes. Misschien wel helaas, maar we kunnen er dus echt niets aan doen.’ Als we er niets aan kunnen doen, is het misschien verstandig ons af te vragen hoe we het beste kunnen overleven? Is het echt nodig dat we een community opzoeken, om er zeker van te zijn dat wij in 2012 in elk geval nog over zijn? Jos: ‘Er gaan inderdaad een hele hoop mensen dood voor 2012, maar je kunt je moeilijk voorbereiden op een kogel of een atoombom. Niet bang zijn is ook een voorbereiding. Net zoals je er bewust van zijn wat er aan de hand is. Er wordt ons van alle kanten rampspoed voorspeld, en je weet nooit waar het ons het eerst treft. Zodoende is het moeilijk om

echte voorbereidingen te treffen. Ik neem gewoon zoveel mogelijk informatie tot me, zodat ik als het erop aankomt niet zo verrast ben dat ik niet adequaat kan handelen. Je kunt natuurlijk in zak en as gaan zitten omdat je volgende week dood kunt zijn, iets waar ik zeker rekening mee houd. Maar dat helpt niet, en je wordt er al helemaal niet vrolijk van. Je kunt beter denken: als het dan toch gebeurt, laat ik er dan nog even van genieten!’

Rotsvast vertrouwen Wel vaker worden er voorspellingen gedaan over nieuwe tijden, of juist een einde der tijden. Wat nou als (ook) deze voorspelling niet uitkomt? Wat als we op 1 januari 2013 terugkijken, en zien dat we eigenlijk niet zo heel veel zijn opgeschoten sinds 2008? ‘Zo precies kun je het natuurlijk niet zeggen. De herfst is dit jaar ook begonnen op 21 september, maar dat betekende nog niet dat het op 20 september een en al zonneschijn was, en op 21 september meteen begon te regenen. Maar als je goed kijkt, zie je dat de veranderingen al bezig zijn. We zitten in die transformatieperiode waarin de wereld behoorlijk wat te verduren heeft gekregen, en zal krijgen. Denk maar eens aan 11 september, de tsunami, de kredietcrisis, enzovoort. Van mijn rotsvaste vertrouwen dat er meer tussen hemel en aarde is, stap ik niet af. Het is onmogelijk dat ik ernaast zit.’ Hoewel Jos eerst wat voorzichtige uitspraken deed, blijkt hij toch vasthoudend te zijn in zijn ideeën. Of hij daar gelijk in heeft? Daarvoor zullen we toch echt moeten wachten tot 2012. Het aftellen is begonnen. <<<

- Onze beschaving staat op het punt van instorten -

Spiegeloog

34

november 2008

Bronnen: www.daanspeak.com www.niburu.nl www.2012forum.com

www.anthroblogs.org

Het mysterie van de Mayakalender ontrafeld


Tabula Rasa Zes beetwonden en een tetanusprik Richard de Nooy

beschrijvingen van de vele ongelukken die Rem in zijn leven heeft meegemaakt, brieven, wetenschappelijke informatie over ongelukspsychologie, tekeningen en het relaas van de mysterieuze tweede verteller. Helaas zijn sommige passages in het boek nogal verwarrend. Zo wordt er een situatie beschreven waarin de jonge Ace en Rem iets te drinken willen kopen bij een pompstation. Ze vragen de pompbediende of hij Fanta Grape heeft, waarop deze mompelt ‘kep sjinas’. De volgende zinnen zijn: ‘We bestierven het bijna. Proestend strompelden we naar de ijskast.’ In de situatiebeschrijving ontgaat het de lezer echter helemaal wat er nou precies zo grappig is. (Dat de pompbediende mompelt? Dat hij sjinas zegt in plaats van sinas? Dat Ace en Rem gewoon melig waren?) Wellicht is dit het gevolg van een niet helemaal geslaagde vertaling van het Engels naar het Nederlands. Maar ook op andere momenten komen zinnen als ‘[dat was] best eng’ schijnbaar uit de lucht vallen. Op deze momenten lijkt De Nooy er niet helemaal in te slagen om het gevoel dat hij beoogd over te brengen ook daadwerkelijk bij de lezer op te roepen. Daar staat tegenover dat op andere momenten, bijvoorbeeld wanneer Ace onder de invloed is van drank of ‘afghaan’ de lezer juist wel wordt meegenomen in de bijbehorende waas. Bovendien lukt het De Nooy heel goed om een inkijk te geven in de Zuid-Afrikaanse maatschappij, toen en nu. Zelfs zonder dat er nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de apartheid, die ook nu nog voor veel Zuid-Afrikanen een dagelijkse realiteit is, ervaart men als lezer de grimmigheid en de bizarre gevolgen van deze situatie. Tegen deze achtergrond ontvouwt zich het verhaal van de twee broers, dat gaandeweg steeds boeiender wordt. Als in een sneeuwbaleffect wordt de lezer meegetrokken in dit verhaal dat uiteindelijk ingenieuzer in elkaar blijkt te zitten dan dat men op basis van de eerste paar hoofdstukken vermoed. Zes beetwoden en een tetanusprik Richard de Nooy Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, € 17,50 (€ 15,- op vertoon van de kortingsbon op pag. 17)

35

november 2008

Zes beetwonden en een tetanusprik vertelt het verhaal van de Nederlandse broertjes Ysbrand (Ace) en Remco (Rem) die opgroeien in Johannesburg, Zuid-Afrika, in de jaren zeventig. Ace, de oudste van de twee, is de verteller in het boek en beschrijft de vele benarde situaties waarin Rem zichzelf, maar ook anderen, vaak wist te manoeuvreren. Rem haalt de woede van de grootste pestkoppen op zijn hals met vechtpartijen als gevolg. Of hij roept de toorn van een leraar over zich af, in de periode dat lijfstraffen nog gemeengoed zijn op Zuid-Afrikaanse scholen. En als hij geen klappen krijgt van een ander, raakt hij wel gewond door gevaarlijke stunts met zijn fiets of een kapotte blender die hij ombouwt tot ‘blendikopter’. De zes beetwonden en tetanusprik uit de titel zijn dan ook het resultaat van een actie waarbij Rem expres de agressieve honden van de buurman opjaagt. In de jaren tachtig verhuist Ace naar Amsterdam, waar hij een baantje krijgt in het laboratorium van de Vrije Universiteit. Rem is in dienst in het Zuid-Afrikaanse leger, maar na een ruzie met een sergeant deserteert hij. Hij vlucht naar Nederland, waar Ace hem onderdak biedt. Nadat hij nog geen dag in Amsterdam is, wordt Rem aangereden door een tram in de Leidsestraat. In eerste instantie lijkt hij niets te mankeren, maar eenmaal bij Ace thuis aangekomen blijkt hij niet meer te kunnen lopen. Zo goed en kwaad als het gaat probeert Ace voor zijn broer te zorgen. Hij is er echter van overtuigd dat Rems verlamming psychosomatisch is en wil zijn broer liever vandaag dan morgen weer terug sturen naar hun moeder in Zuid-Afrika. Terwijl de gebeurtenissen uit hun jeugd in Zuid-Afrika en de latere gebeurtenissen in Amsterdam zich steeds meer ontvouwen, mengt een tweede verteller zich in het verhaal. Deze oorlogscorrespondent probeert het fragmentarische verhaal van Ace compleet te maken door in het hedendaagse Zuid-Afrika op zoek te gaan naar de missende stukken. Dan blijkt dat de waarheid over Ace en Rem niet zo zwart-wit is als dat Ace hem voorspiegelt. Zes beetwonden en een tetanusprik is de debuutroman van Richard de Nooy. Het boek is opgebouwd als een soort plakboek, waarin gewone hoofdstukken worden afgewisseld met korte

Spiegeloog

Tekst: Lydia Sprenger


Mededelingen voor nummer 323 kunnen tot 19 november 2008 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 323 komt begin december 2008 uit.

VSPA activiteiten

Spiegeloog

Maandag 3 november Studiegroep 13.00-15.00 uur

Woensdag 12 november Studiegroep 13.00-15.00 uur

Dinsdag 4 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Amerikaanse verkiezingen 22.00 uur FEEST in CREA

Maandag 17 november Studiegroep 13.00-15.00 uur

36

Ook deze maand heeft de VSPA weer allerlei leuke en interessante bezigheden voor haar leden en andere geïnteresseerden. Kijk voor meer informatie over de activiteiten op www.vspa.nl .

november 2008

Woensdag 5 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Film 13.00-15.00 uur Donderdag 6 november Borrel 17.00 uur EJW reünie 17.00 uur Film kijken van het EJW Maandag 10 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Dinsdag 11 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Cultuursurprise

Dinsdag 18 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Jamsessie 21.00 uur Woensdag 19 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Congres Autisme 13.00 uur Donderdag 20 november Borrel 17.00 uur Congres Autisme 10.00 uur Maandag 24 november Studiegroep 13.00-15.00 uur Dinsdag 25 november Studiegroep

13.00-15.00 uur Feest 22.00 uur

Vrijdag 28 november Trip Leuven 16.00 uur vertrek

Woensdag 26 november Studiegroep 13.00-15.00 uur

Zaterdag 29 november Trip Leuven Zondag 30 november Trip Leuven

CREA CREA, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam Inlichtingen:020 5251420. Website: www.crea.uva.nl

4 november 22.00 uur i.s.m. Kleio, Machiavelli, Offscreen, SIB, VSPA Verkiezingsnacht in de VS Maak de Amerikaanse verkiezingen mee bij CREA. De hele nacht is er een feest vol debat, comedy, DJ’s en natuurlijk live uitslagen. We gaan door tot 06.00 uur – dan zijn de uitslagen van de meeste staten binnen. Plaats: CREA. Toegang: € 7,50 Inlichtingen: 525 1418. 10 november 16.00 uur i.s.m. Media en Cultuur (UvA) Actualiteitencollege Journalistiek (1) Spreker: Menna Laura Meijer, die als regisseur furore maakte met de serie Sexy. Zij zal ingaan op de achtergronden van haar nieuwste film “Sweety - de Love, Life en Dood van

Maja Bradaric”, over een op het eerste gezicht onbegrijpelijke moord, nu vijf jaar geleden. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420. 10 november 20.00 uur i.s.m. XminY Real World Economics (2) Explaining the credit crisis Speakers: Rodrigo Fernandez (research group Space and Economy, UvA) will talk about the local effects of the credit crisis for Amsterdam. He is an expert in financial markets and the developments of the welfare state under neoliberalism. Howard Nicholas (Senior Lecturer in Economics at ISS, The Hague) will deal with the effects of the credit crisis for the global South. He has been advising the government of Sri Lanka about economical


11 november 20.00 uur i.s.m. mei Echte wetenschap: versus beta

alfa

Debaters: Hans Bennis (hoogleraar UvA, directeur Meertens Instituut), Lucas Reijnders (hoogleraar Natuurwetenschappelijke milieuwetenschappen, UvA). Debatleider: Hans van Maanen (wetenschapsjournalist). Hoe komen we aan echte kennis? Afhankelijk van wie je de vraag stelt krijg je een ander antwoord. Gaat het om zuivere experimenten? Of gaat het om de interpretatie van teksten? Om duiding en consensus? Wat is échte wetenschap? Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis /€ 5,Inlichtingen: 525 1420. 12 november 20.00 uur i.s.m. Xi en Offscreen Popmuziek,media en kunst Spreker: Sandra Fauconnier (Nederlands Instituut voor Mediakunst) bespreekt de vraag: wat is de wisselwerking tussen (pop)muziek en (media)kunst, tussen muziek en beeldcultuur? Hierbij gaat ze in op de wederzijdse beïnvloeding tussen videoclips en kunst en op de VJ-cultuur: live en realtime videoprojecties door mediakunstenaars. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis /€ 5,Inlichtingen: 525 1420. 17 november 20.00 uur Filosofie van de Schoonheid (1) De klassieke Oudheid - Schone schijn, of de Schoonheid zelf ? Sprekers: dr Albert van der Schoot (Wijsbegeerte, UvA; hoge-

school ArtEZ). Verwondering over mooie dingen is er altijd geweest. Maar is die schoonheid een eigenschap van het ding zelf, of is het iets dat er door de beschouwer in wordt gelegd? - Beeldschoon - de Griekse zoektocht naar perfectie. Spreker: Dr Ruurd Halbertsma (conservator Klassieke wereld, Rijksmuseum van Oudheden te Leiden). De Griekse beeldhouwkunst streefde naar de perfecte weergave van het menselijk lichaam. Dit leidde tot een idealisering van de juiste maat en de juiste verhoudingen. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420. 20 november 20.00 uur i.s.m. Congo Kreupele wetenschap en blinde religie? Over de verhouding tussen rede en geloof Spreker: Johan Braeckman (Socrates hoogleraar, UvA; UHD Wijsgerige antropologie, Universiteit Gent) onderzoekt de verhouding tussen religie en wetenschap. Hij betoogt dat religie en wetenschap in principe over twee gescheiden ‘werelden’ gaan. Aan de andere kant blijken vele vormen van religie geworteld te zijn in een empirisch-feitelijke opvatting over de werkelijkheid, waardoor conflicten met de moderne wetenschap nagenoeg onvermijdelijk zijn. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis /€ 5,Inlichtingen: 525 1420. 20 november 20.00 uur i.s.m. Machiavelli Politiek Cafe Politieke jongerenorganisaties gaan als ware coalities over actuele stellingen in debat. Niet alleen met

elkaar maar ook met de zaal; gejoel en boegeroep is toegestaan. Jan Paternotte leidt het debat. Plaats: CREA Muziekzaal. Toegang gratis. Inlichtingen: 525 1420. 24 november 16.00 uur i.s.m. Media en Cultuur (UvA) Actualiteitencollege Journalistiek (2) De toekomst van de radiojournalistiek Sprekers: Michiel Bicker Caarten (medeoprichter en voormalig hoofdredacteur van BNR) en Kees Schaepman (hoofdredacteur radio VPRO). Debat over de problemen, de uitdagingen en de toekomstperspectieven van de radiojournalistiek. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420.

UvA; hogeschool ArtEZ). De Renaissance beschouwt zichzelf als een Gouden Tijdperk, waarin de kunsten vleugels krijgen. - Mooie vrouwen en lelijke wijven in de cultuur van de Italiaanse Renaissance. Spreker:Dr Harald Hendrix (hoogleraar Italiaanse letterkunde, Universiteit van Utrecht). Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420. 25 november 20.00 uur i.s.m. SIB en NVVN Recht van de sterkste? Z e l f b e s ch i k k i n g s r e ch t nader beschouwd

- Praktische proporties en spirituele schoonheid. Spreker: Dr Albert van der Schoot (Wijsbegeerte

Spreker: Yvonne Donders (adjunct-directeur Amsterdam Center for International Law, UvA) e.a. Zelfbeschikkingsrecht is het recht van volkeren om te bepalen onder welke soevereiniteit ze vallen. De grenzen van dit recht zijn echter vaag en eerder politiek dan juridisch. Moeilijke gevallen zijn Kosovo, ZuidOssetië en Abchazië. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis /€ 5,Inlichtingen: 525 1420.

6 en 7 november Congres: De stad in Latijns-Amerika: ruimte van conflict én hoop.

18 november 14.00 - 17.00 uur Workshop: Manager worden

Tijdens deze conferentie gaan wetenschappers in op de impact van het mondiale kapitalisme en neoliberaal beleid in Latijns-Amerika.

wat houdt goed management nou in? Wat is het verschil met leiderschap?

24 november 20.00 uur Filosofie van de schoonheid (2) De Renaissance

Meer informatie: het sercretariaat van CEDLA, tel. 020-525 3244

Meer informatie: www.uva.nl/trainingscentrum.

november 2008 Spiegeloog

strategies. English spoken. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420.

37


de Wandelgang Het leven van een student gaat niet altijd over rozen. Tijdsdruk om een scriptie op tijd in te leveren, frustraties vanwege een slecht cijfer en drama’s binnen de vriendenkring zijn situaties die iedereen wel bekend voorkomen. Spiegeloog vroeg zich af wat er deze week voor crisissen zijn geweest onder de studenten. De vraag in de Wandelgang: Wat is de grootste crisis die jij deze week hebt meegemaakt? Tekst & Foto's: Lise-Lotte Geutjes

Spiegeloog

Thea: Mijn crisismoment had te maken met mijn these. Iedereen kent het wel. Het punt waarop je er niet meer uitkomt en dat je niet meer begrijpt wat je aan het doen bent. Gelukkig konden de mensen van de Methodologiewinkel mij uit de brand helpen. Die snappen elk statistisch probleem. Ik ga maar snel achter de computer zitten om die stomme methode af te schrijven. Ik hoop hierna nooit meer een scriptie te hoeven schrijven in mijn leven. Wat een ellende!

november 2008

38

Michael: Daar moet ik even over nadenken. Een crisis klinkt echt als iets wat helemaal mis is gegaan. Nou, ik ben dus wel deze week anderhalf uur bezig geweest om op een nieuwe manier brood te bakken. Toen kwam ik er achter dat mijn gist verouderd was, waardoor het deeg niet meer omhoog kwam. Ik heb dus anderhalf uur voor Jan Lul brood staan bakken, want toen het uit de oven kwam was het keihard. Het was ook echt niet te vreten, dus het was geen groot succes. Eva: We waren te laat met het indienen van ons project bij de ethische commissie. Nu gaat het een maand langer duren. We hebben heel veel haast, dus dit kunnen we er niet echt bij hebben. Het moet er gewoon snel doorheen allemaal en we hebben nog maar twee weken om 200 proefpersonen te testen. Onze begeleidster laat ook niet echt veel van zich horen. Die is nu spontaan drie weken op vakantie gegaan. Dat draagt ook niet bij aan het op tijd kunnen afronden van dit onderzoek. We kunnen zo gewoon niet verder. Sven: Nou, daar vraag je me wat. Mijn grootste crisis van deze week had in ieder geval te maken met volleyballen. De wedstrijd van afgelopen zaterdag ging erg slecht. We haalden onze vorm absoluut niet. We konden de vorm maar niet vinden en bleven er maar naar zoeken. Het was dus eigenlijk ook helemaal geen wedstrijd. Het resultaat was echt slecht, terwijl we wel heel hard hadden getraind. Dat was niet zo leuk.


Arjan: De grootste crisis was het college van daarnet. Niemand kon het volgen en het was heel erg onsamenhangend. Eigenlijk weet ik geeneens waar het over ging. Ik denk ook niet dat er iemand is die het tweede deel van het college gaat bezoeken. Het begon al een kwartier te laat, dus we moesten een kwartier langer wachten op de pauze. We wilden gewoon weg hier. Het was zo saai. We werden er nog bijna uitgestuurd, omdat we aan het praten waren. Jody: Kiespijn met als gevolg een wortelkanaalbehandeling. Ik ben gisteren langs de tandarts geweest en heb anderhalf uur in die stoel gelegen. Mijn kies doet nog steeds zeer. Het is zeer pijnlijk. Bij een wortelkanaalbehandeling wordt je hele wortel eruit gehaald en als het ware doodgemaakt. Mijn kies was ontstoken, dus ik ontkwam er niet meer aan. Ik hoop dat het snel beter gaat voelen, maar op dit moment gaat het niet zo goed.

Spiegeloog

Sabrina: Ik ben er afgelopen zondag achtergekomen dat mijn zus een automutilatie stoornis heeft. Ik kan er maar moeilijk mee omgaan. Ze was weer heel erg asociaal aan het doen en dat doet ze wel vaker. Ik stoor me daar echt aan. Toen besloot ik om het maar eens te vragen aan haar dokter en die vertelde het aan me. Als ik met één kruiwagen liefde kom, dan betekent dat dus dat ze met twee kruiwagens automutilatie weggaat. Het heeft zodoende niet veel zin om er liefde in te steken. Ze zal zelf moeten veranderen.

Allard: Het begon allemaal op een zwarte maandag. De beurzen stortten in en mijn ratje deed het niet meer. Ik doe onderzoek naar cognitieve flexibiliteit. Het komt er op neer dat ik acht ratten een taakje moet leren in de Skinner Box. Eén van die ratten deed het vanaf het begin af aan slecht. De laatste dag deed hij helemaal niets meer en zat hij maar een beetje depressief voor zich uit te staren. Hij was 16 gram afgevallen, wat erg veel is voor een rat. Er bleek vocht in zijn borstholte te zitten. Hierop hebben we besloten om hem dood te maken. Dat is natuurlijk heel jammer voor mijn onderzoek, want je verliest toch een achtste van je proefpersonen.

Luuk: Mijn crisis deze week was de presentatie van vanmiddag. Het was helemaal niet duidelijk wat er van ons verwacht werd. Het is uiteindelijk wel gelukt: we hebben een voldoende gekregen. Het onderwerp was analytische chemie, waarbij we een stelling onderuit moesten halen. Het was niet duidelijk hoe we dat aan moesten pakken en wat er in de presentatie moest staan. We hebben eigenlijk maar wat gedaan. Gelukkig is het nog wel goed gekomen.

39

november 2008

Lola: Ik moest deze week met een groepjeeen presentatie geven over de economische crisis. Terwijl we aan het presenteren waren, besloot één iemand uit onze groep om een heel andere presentatie te geven. Ze kwam spontaan met een voorbeeld over Libanon en ratelde maar door. We wisten niet eens dat ze daarover ging vertellen. Het was een complete verrassing voor ons. Ze vergat de tijd en hierdoor ging onze presentatie eigenlijk alleen maar over Libanon, in plaats van over globalisatie en economie. Onze presentatie was geruïneerd, want het werd uiteindelijk meer een soort promotiecampagne voor Libanon.


bacchus Begripscrisis Wanneer ik naar de UvA fiets, luister ik vaak naar de radio. Voor een afspraak of college op het hele uur kan ik dan nog net het nieuws meepikken, want om onduidelijke redenen kom ik bij veel afspraken net een paar minuten te laat. De laatste dagen opende het nieuws vrijwel iedere keer met berichten over de kredietcrisis. Deze berichten hebben mij de afgelopen tijd meerdere keren een benauwd gevoel bezorgd terwijl ik de lift in het A-gebouw instapte. Dat gevoel werd niet veroorzaakt door zorgen over mijn financiële situatie. Ik bezit geen aandelen en het spaargeld dat ik koester valt ruim onder het bedrag dat door de Nederlandse overheid gegarandeerd wordt. Het benauwde gevoel kwam doordat ik de kern van de crisis niet begreep. Acceptatie van onbegrip is namelijk een van mijn slechtst ontwikkelde karaktereigenschappen. Oké, ik kan volgen dat door schulden op te makkelijk afgegeven hypotheken een stelsel van doorverkochte leningen in de Verenigde Staten is ingestort, waardoor Amerikaanse banken met acute financieringstekorten geconfronteerd werden, waardoor Europese banken met eenzelfde probleem kwamen te zitten, waardoor het vertrouwen van aandeelhouders daalde, waardoor wereldwijd de beurskeursen dag na dag kelderden, waardoor bedrijven op langere termijn wellicht met financieringsproblemen komen te zitten, en waardoor we met de hele wereld in een economische recessie of depressie verzeild dreigen te raken. Toch? Wat deze ontwikkelingen voor mij persoonlijk zullen betekenen kan ik niet goed inschatten. Zoals gezegd maak ik me weinig zorgen over mijn huidige financiële situatie. Maar hoe zal dat zijn als ik over een jaar afgestudeerd ben en een baan ga zoeken? En als ik na een aantal jaar

een huis wil financieren? Ik moet bekennen dat ik die vragen, die mijn persoonlijke toekomst sterk beïnvloeden, niet kan beantwoorden. Nu leidt deze onwetendheid over de toekomst bij mij niet direct tot een persoonlijke crisis, ik ben van nature optimistisch. Maar wat ik wel als crisis zou willen bestempelen is mijn gebrek aan inzicht in het systeem dat ons regeert. Wie weet nog waar de kredietcrisis precies om draait? De personen die beweren verstand van deze zaken te hebben wantrouw ik. In de media geven zulke (zelfbenoemde) experts toelichtingen voor de leek die ik maar moeilijk met elkaar kan rijmen. Mijn begripscrisis wordt gestimuleerd door het gevoel dat personen in functies die er op dit moment toe doen, politici, bankiers, CEO’s, zich in deze crisistijden ook geen raad weten. Hun publieke optredens zijn er op gericht burgers en bedrijven gerust te houden en tegelijkertijd de toekomstverwachtingen te temperen. Maar welke mate van begrip achter deze façade schuilt is me onduidelijk. Mijn overtuiging is dat we onszelf in een politiek-economisch systeem hebben gewrongen waar niemand nog werkelijke controle over, en voldoende begrip van heeft. Nu is het wellicht zo dat ten tijde van de economische crisis van de jaren ’30 de gemiddelde burger en gezagsdrager de economische situatie op dat moment ook niet goed konden inschatten. Sindsdien zijn de samenleving en het economische systeem echter aanzienlijk in complexiteit gestegen. Daarom moeten we ons volgens mij niet zorgen maken over de toekomst van onze spaarcenten, maar over ons begrip van het systeem dat onze samenleving regeert. Hilko


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.