Boek323

Page 1

december 2008 • jaargang 36 • nummer 323


36e jaargang nr. 32, december 2008 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam

Kamer A.511 Afdeling Psychologie Roetersstraat 15 1018 WB Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog@fmg.uva.nl

511 Verbeelding op donkere dagen Elke dag wordt het kouder buiten en iedere avond wat eerder donker. De kortste dag van het jaar komt er zelfs al aan. Geen geschikter moment om je voor een knapperend haardvuur te verliezen in dagdromen en fantasiëen over verre oorden. Ook is het binnenkort weer Kerstmis, een feest dat met al zijn liedjes en verhalen sterk tot de verbeelding spreekt. Niet voor niets is het thema van dit decembernummer Verbeelding. De grens tussen verbeelding en werkelijkheid is lang niet altijd duidelijk. Sommige mensen zoeken die grens zelfs expres op. Zo kun je in het interview met fotograaf Jordi Huisman lezen hoe hij dingen die er niet zijn wil laten zien in zijn foto's. Veel foto's vragen erom je verbeelding te gebruiken. Er zijn natuurlijk ook mensen die zich teveel laten meeslepen door hun fantasie. Deze mensen vergeten dat er een grens tussen verbeelding en werkelijkheid is. Bewust of onbewust vluchten ze uit het 'echte leven' . Zo kun je lezen over mensen die het virtuele spel 2nd Life wel heel serieus nemen. 'Fictieve' gebeurtenissen in de online wereld beïnvloeden hun levens zo sterk, dat hevige ruzies en zelfs scheidingen het gevolg zijn. Het mag duidelijk zijn dat deze mensen hard toe zijn aan een psycholoog. Gelukkig houdt de psychologie zich ook bezig met verbeelding. Naast Freud heeft bijvoorbeeld Rorschach met de naar hem vernoemde test een taak ontwikkeld die compleet op verbeelding is gebaseerd. In Kopstukken kun je lezen wie Rorschach nou eigenlijk was. Ook tegenwoordig nog houdt bijvoorbeeld de School voor Imaginatie zich op allerlei manieren bezig met verbeelding. Lees verderop wat deze Amsterdamse opleiding precies inhoudt. Ook de verre oorden ontbreken niet in dit nummer. Naast een aankondiging van een bijzondere reis naar Ghana, vind je in Grenzenloos weer verslagen vanuit Argentinië en Engeland. Ten slotte nog een artikel veel dichter bij huis. Op het Roeterseiland is een nieuwe fietsenwerkplaats geopend. Niemand hoeft dus meer in de regen en kou zijn eigen banden te plakken. Rest ons nog jullie vast een fijne Kerst te wensen en hopelijk een tot de verbeelding sprekend 2009! Lydia & Simon

HoofdEind Simon Nak & Lydia Sprenger. Redactie Maartje Bult, Lise-Lotte Geutjes, Bo van Houwelingen, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Raïsa van Olden, Hilko van Rooijen, Ditke Schwartz, Inge Wolsink. Medewerkers Denny Borsboom, Arnold van Emmerik, Roos Schouw, Mark Spiering, Pleun van Vliet, Corinde Wiers. Fotografie Jordi Huisman, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Roos Schouw, Ditke Schwartz, Corinde Wiers. Omslagillustratie Kim Rebelo Oliveira dos Santos. Layout Simon Nak & Lydia Sprenger. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 12,50 per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

8

18

22

Verbeelding in foto's

Congres

Fietswerkplaats Roeterseiland

Interview met fotograaf Jordi Huisman

Fotoverslag van het VSPA congres Autisme

Medewerkers vertellen over hun werk

Ghana Learning Project 4 Psychologiestudent Lisa Freiburg schrijft over haar vrijwilligerswerk

Ivoren Toren Verbeeldingskracht

13

Medenzeggenschap 23 Bericht vanuit de FSR en de OC

Vluchten in Verbeelding Waanzin of doodgewoon?

5

Pravda Nieuwsrubriek

14

Grenzenloos Roos & Corinde

24

Jesus Christ Superstar What's the buzz: High, and still higher

7

Op Kamers Katharina Kouwenhoven

17

Mededelingen Activiteiten voor studenten

25

Kopstukken Hermann Rorschach

10

Ramsj! Leesvoer voor psychologen

19

De Wandelgang Wat is jouw gekste droom?

26

School voor Imaginatie Hulp van verbeelding bij de verwerking van ziekte

12

Rondvraag Van Wiers aan Beckers

20

Bacchus Sprookjes

28


Ghana Learning Project Lisa Freiburg studeert Sociale Psychologie. Met een groep studenten heeft ze een project opgezet om kinderen in Ghana aan boeken te helpen: het Ghana Learning Project. De ingezamelde boeken moeten daar nu verspreid worden. Komende zomer gaat de groep er dan ook naartoe. Tekst en foto: Lisa Freiburg

Spiegeloog

4

(on)zin

december 2008

Elke woensdagmiddag was het weer raak. Lezen met een ‘leesmoeder’ en een stuk of vijf klasgenootjes. De basisschool, waar we elk jaar een stapje verder gingen in het leesproces. Hardop voorlezen uit hetzelfde boek en om de beurt. Aan het eind kreeg je een lachebekje bij je naam. Dan had je het heel goed gedaan. Later kwamen er de boekbesprekingen. Dan mocht je zelf een boek uitkiezen en daarover vertellen aan de klas. Doodeng vond ik dat. Op de middelbare gingen we over op de ‘echte’ literatuur. Ingewikkelde boeken met een boodschap. Hele boekverslagen moesten er geschreven worden en een zogenaamd ‘leesdossier’ moest worden aangelegd. Ook nu nog op de universiteit worden we overspoeld met boeken en artikelen, dit keer wetenschappelijk en dus nog ingewikkelder. Dagelijks hebben we te maken met dikke boeken over psychologische theorieën. Gelukkig gaat dat lezen ons goed af, want we doen het tenslotte al heel lang. Oefening baart kunst. In veel arme landen is het lezen van een boek niet zo vanzelfsprekend. Niet omdat ze lezen daar niet leuk vinden, maar omdat er geen boeken voorhanden zijn, en zeker geen boeken voor kinderen. Neem bijvoorbeeld Ghana, waar ik een half jaar op een school heb gewerkt. Kinderen leren daar door alles te herhalen wat de leraar zegt en worden niet gestimuleerd zelf na te denken. De kinderen weten vaak helemaal niet waar ze het over hebben en opgedane kennis wordt zo weer vergeten. De lesstof wordt van het schoolbord af gelezen en de bibliotheken zijn leeg. Geen leesgroepjes of boekbesprekingen. Geen mooie avonturenboeken en sprookjesbundels. Behalve dat de leesvaardigheid van de kinderen hierdoor beperkt blijft, wordt ook hun fantasie nauwelijks geprikkeld en daardoor blijft hun wereld klein. In Nederland zijn er spannende, leuke, interessante en griezelige boeken waardoor een kind zijn horizon kan verbreden.

Ghana Learning Project, een initiatief van acht vrijwilligers, wil dat ook kinderen in Ghana de mogelijkheid krijgen hun wereld te vergroten door het lezen van boeken. Voor het plezier en voor het verbeteren van hun leesvaardigheid. Het project werkt samen met geselecteerde scholen in Ghana om de onderwijsmaterialen (met name leesboeken) te verbeteren. Wij verzamelen het overschot aan boeken op Engelse scholen en bibliotheken om deze daarna naar Ghana te brengen. Inmiddels hebben we ruim 3000 boeken verzameld. Van kleuterboekjes tot jeugdliteratuur en van woordenboeken tot atlassen. Aankomende zomer (2009) ga ik met de zeven andere vrijwilligers naar Ghana toe om deze boeken te verspreiden onder de scholen. Helaas zijn er hoge kosten verbonden aan de overtocht. Momenteel zijn we hard op zoek naar sponsoren/donateurs die ons kunnen helpen het benodigde bedrag van 2000 euro bij elkaar te krijgen. Wil jij ons helpen ons doel te bereiken of wil je meer weten over het project? Kijk dan op: www.ghanalearningproject.com Of mail naar: Lisa@ghanalearningproject.com

Hoogleraren en hoofddocenten kozen in 2008 in Elsevier de opleiding psychologie van de Universiteit van Amsterdam als de beste van Nederland. Mark Spiering en Arnold van Emmerik rukken elke maand een zin die onmogelijk aan deze beoordeling kan hebben bijgedragen volledig uit de context. Deze maand viel hun oog op een masterthese over Equine Assisted Psychotherapy (EAP), een nieuwe behandeling voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis waarin “de inzet van paarden in een natuurrijke omgeving” centraal staat. De discussie illustreert de werkzame mechanismen van EAP met een observatie van een interventie door de therapeut bij een huilende patiënt:

'Je hoeft mij niet te geloven als ik zeg dat je de moeite waard bent, maar geloof in godsnaam dit paard. Ik heb haar uit het slachthuis gehaald.' NB: Producten die beoordeeld zijn met een voldoende kunnen door docenten voor deze rubriek worden genomineerd bij Arnold van Emmerik of Mark Spiering (programmagroep Klinische Psychologie). Anonimiteit gegarandeerd.


Vluchten in verbeelding: Waanzin of doodgewoon?

Dagdromen doen we allemaal wel eens. Of het nu is van grotere rijkdom, een lieve verkering of een betere wereld. Tegenwoordig kunnen dagdromen zelfs doorgetrokken worden in een virtuele realitiet. Maar waar ligt dan de grens tussen droom en werkelijkheid? Wat als we door de virtuele bomen het fysieke bos niet meer kunnen zien?

Dave Barmy en Laura Skye

spelers en monsters. Mocht men hierbij de dood vinden, niet getreurd, er zijn verscheidene manieren om weer terug te keren onder de ‘levenden’. Voor wie toch net iets meer realiteit behoeft in diens fantasie, is er het door Linden Lab ontwikkelde 2nd Life. Deze virtual reality is volgens de adepten geen spel, maar een lifestyle. Wie zich aanmeldt bij 2nd Life, maakt net als in andere MMORPG’s een avatar aan. Het vergt enige oefening om de avatar geheel naar smaak op te tuigen, maar dan heb je ook wat. Of je nu een monster wil zijn of een supermodel, het kan allemaal. Een van de leukste functies van een 2nd Life lichaam: het vermogen om te vliegen. Wie verder wegwijs wordt in de wereld van 2nd Life, zal willen kunnen beschikken over Linden dollars, de monetaire eenheid van 2nd Life. Deze Linden dollars dienen gekocht te worden met echt geld en kunnen ook weer voor echt geld ingewisseld worden. De succesvolle avatars zullen echter eerst hun Linden vermogen willen laten groeien en de bedrijvigheid in 2nd Life is dan ook groot. Er zijn mensen (in het echt!) rijk geworden van 2nd Life reisbureaus, makelaardij, horeca, enzovoorts. Voor wie geen startkapitaal in een 2nd Life bedrijf wil investeren, is >>>

5 december 2008

Stel je voor dat je de jackpot van 25 miljoen wint in de Staatsloterij. Beeld je eens in wat je met dat geld kunt doen. Een nieuw huis, een mooie auto, een jacht, misschien een paard erbij. Alles kan: én én. Misschien krijg je dan ook vanzelf wel dat lekkere ding (m/v) aan je arm. Kun je de kerstvakantie doorbrengen op een tropisch eiland in plaats van studerend voor hertentamens in ons koude kikkerland. Of wellicht streef je nobelere doelen na. Ga je je pas verworven rijkdom inzetten voor wereldvrede. Zie je het voor je? Ontwaak nu dan maar weer uit die dagdroom. Ontwaak en zie de realiteit voor wat die is. Koud, donker en regenachtig. Als wereldvrede te koop was, dan zou iemand dat toch al hebben gekocht? Zelfs de bescheiden droom van kerstvakantie laat op het moment van schrijven nog een paar weken op zich wachten. En er is voor die tijd nog genoeg werk te verzetten. Want zonder de luxe in een pot met geld gevallen te zijn, zul je toch echt zelf je best moeten doen om een rooskleurige toekomst te bewerkstelligen. Dat gaat niet altijd zonder obstakels. En zelfs al overwin je al deze obstakels, zeker zijn van een droomtoekomst kun je eigenlijk nooit. Geen wonder dat we ons met zijn allen verliezen in boeken, films en theater. Wie zet er niet af en toe een cd op en vergeet vervolgens de tijd terwijl ‘ie wegdroomt? Wie betrapt zichzelf er niet af en toe op dat ‘ie uit het raam staat te staren, terwijl je alleen even de plantjes in de vensterbank water ging geven? In onze dagdromen kunnen we even vluchten voor de realiteit van alledag. Maar niet alleen films en boeken kunnen onze dagdromen faciliteren. Met de voortschrijdende techniek kunnen we deze vluchten voor de werkelijkheid steeds meer vorm geven. Wereldwijd doen er miljoenen mensen dagelijks mee aan zogenaamde Massive Multiplayer Online Role Playing Games (MMORPG’s). Een van de bekendste MMORPG’s is World of Warcraft (WoW voor intimi). World of Warcraft speelt zich af in de virtuele wereld Azeroth. Om mee te spelen moet men een online personage, een avatar, aanmaken. Men gaat vervolgens op een missie door Azeroth en dient zich hierbij te behoeden voor kwaadwillende tegen-

Spiegeloog

Tekst: Lydia Sprenger


Spiegeloog

6

december 2008

er de mogelijkheid om in de prostitutie te gaan. Kost je niks, levert toch wat op. Wie gebruik wil maken van de diensten van een 2nd Life prostituee, moet er echter wel voor waken niet betrapt te worden door vrouwlief. In Engeland is opschudding ontstaan nadat de 28-jarige Amy Taylor onlangs de scheiding aan vroeg van haar 40-jarige echtgenoot Dave Pollard vanwege overspel in 2nd Life. De romance van Amy en Dave begon veelbelovend toen zij elkaar in 2003 ontmoetten in een chatroom en beiden een voorliefde bleken te hebben voor MMORPG’s. Al snel begonnen de virtuele en de fysieke realiteit door elkaar heen te lopen. Amy verhuisde van Londen naar Cornwall om dichter bij Dave te zijn en hun 2nd Life avatars, Laura Skye en Dave Barmy kregen ook een relatie met elkaar. Deze relatie werd echter al snel op de proef gesteld toen (de mens) Amy (de avatar) Dave Barmy aantrof met een virtuele callgirl. Ze verbrak de relatie tussen Laura Skye en Dave Barmy, maar bleef in het echt wel bij Dave Pollard. Ze besloot om de relatie tussen Skye en Barmy een tweede kans te geven nadat Barmy zijn liefde voor Skye had uitgesproken tegenover de sexy privé detective die Amy had ingehuurd om Barmy in de val te laten lopen. De nachtclubeigenaar Barmy, die een luxe chalet bewoont, trouwde met de club DJ Laura Skye in een romantische ceremonie op een tropisch eiland. En ook in het echte leven trouwden Dave en Amy, zei het in de minder romantische omgeving van het stadhuis van St. Austell, Cornwall. De relatie(s) liep(en) echter stuk toen Amy wederom Dave Barmy op een virtuele sofa aantrof in innige omhelzing met de ‘gastvrouw’ Modesty McDonnell. Hoewel Dave Pollard beweerde dat Barmy en McDonnell slechts vrienden waren en er ‘niets was gebeurd’, was voor Amy de maat vol: ‘Hoewel het virtueel was, doet het net zo veel pijn als dat het echt zou zijn.’ Dave Pollard nam het nieuws van de scheiding overigens goed op. Dave Barmy is inmiddels hertrouwd met Modesty McDonnel. En hoewel de vrouw achter McDonnell, Linda Brinkley, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan

woont, heeft dat Dave Pollard niet weerhouden ook in het echt een relatie aan te gaan met de Amerikaanse. Zonder elkaar ooit ontmoet te hebben, hebben de twee zich onlangs verloofd. Bij het lezen over Amy, Dave en Linda dringt de vraag zich op of hier sprake is van drie gewone mensen met een ietwat rijke fantasie, of dat zij het slachtoffer zijn van waanzin, waardoor ze het echte leven en het virtuele leven niet meer van elkaar kunnen onderscheiden. Op het eerste gezicht is het verleidelijk om de parallel met een dissociatieve identiteitsstoornis (ook wel meervoudige persoonlijkheidsstoornis genoemd) te trekken. Immers, net als bij een dergelijke stoornis is er sprake van meerdere subpersoonlijkheden met een unieke set van gedragingen, bijbehorende herinneringen, gedachten en emoties. Dave Barmy ging vreemd, maar Dave Pollard niet. Toch gaat de vergelijking mank. Mensen met een dissociatieve identiteitsstoornis hebben geen controle over welke van de subpersoonlijkheden op een bepaald moment centraal staat en kunnen zich in de hoedanigheid van de ene subpersoonlijkheid dan ook niets herinneren van de episodes en escapades van een andere subpersoonlijkheid. Amy, Dave en Linda daarentegen kiezen zelf wanneer ze achter de computer kruipen, zei het wellicht gedicteerd door verslaving aan hun bestaan in de wondere wereld dat door het Linden Lab is gecreëerd. Hun ‘pathologie’ is wellicht beter de begrijpen als we een Freudiaanse bril op zetten (we kunnen het natuurlijk niet over verbeelding hebben zonder de meester van de fantasie erbij te betrekken). Gelet op de grote verschillen tussen de levens van Amy, Dave en Linda (zie afbeeldingen), zowel in uiterlijk als in rijkdom, maatschappelijke status, woonomgeving, et cetera met die van Laura Skye, Dave Barmy en Modesty McDonnell, kunnen we niet anders dan concluderen dat er wel een heel groot gapend gat bestaat tussen Freud’s id en ego. Het ego, dat het realiteitsprincipe hanteert, probeert onaanvaardbare impulsen van het id, dat het plezierprincipe hanteert, te neutraliseren met behulp van zogenaamde ego verdedigingsmechanismen. Een van deze verdedigingsmechanismen is een vlucht in de fantasie. Het trio mag dan onderaan de maatschappelijke ladder staan, zij kunnen wel fantaseren over een grotere rijkdom en een hogere status. En met dank aan het Linden Lab kunnen ze deze fantasie vorm geven. Het dromen van grotere rijkdom en een hogere status komt ook tot uiting in de zogenaamde American Dream. In de Onafhankelijkheidsverklaring is vastgelegd dat elke Amerikaanse burger het recht heeft om geluk na te streven. De 18e eeuwse Britse econoom Adam Smith, alsmede Founding Father Benjamin Franklin, zagen in dat zij die droomden van een beter lot meer gedreven waren om hun handen uit de mouwen te steken en daarmee de economie draaiende te houden. Het najagen van de American Dream was dus niet alleen goed voor het individu, het hele land was erbij gebaat. Deze positieve bijkomstigheid van dagdromen is echter ver

Dave Pollard en Amy Taylor


Hoe gaat het met...

Virtuele criminaliteit en real life rechtspraak • In oktober van dit jaar zijn twee jongeren uit Friesland veroordeeld tot taakstraffen voor het bij een leeftijdsgenoot afhandig maken van een virtueel masker en een virtueel amulet in het MMORPG ‘RuneScape’. Advocaten van de jongeren beargumenteerden tevergeefs dat virtuele eigendommen geen juridisch goed zijn en de verdachten daarom moesten worden vrijgesproken. De rechter oordeelde echter dat virtuele goederen wel degelijk goederen zijn die vallen onder artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Bij dit oordeel werd het feit dat de goederen voor zowel het slachtoffer als de verdachten van grote waarde was zwaar meegewogen. Daarnaast kon het slachtoffer niet meer over de goederen beschikken, een kenmerk van diefstal. (Bron: http://www.rechtspraak.nl/ Gerechten/Rechtbanken/Leeuwarden/Actualiteiten/Veroordeling+vo or+diefstal+van+virtuele+goederen+uit+het+online+computerspel+R uneScape.htm) • In Japan is onlangs een vrouw aangeklaagd voor de ‘moord’ op haar virtuele ex-echtgenoot. Zij logde op een avond in het MMORPG ‘Maple Story’ en constateerde dat haar virtuele echtgenoot van haar was gescheiden zonder enige waarschuwing. De vrouw verklaarde hierover zo kwaad te zijn, dat ze de inloggegevens van de man achter de avatar heeft gebruikt om zijn account te wissen. De man, die in het echt ruim 900 kilometer bij de vrouw vandaan woont, deed daarop aangifte bij de politie. De vrouw is gearresteerd op verdenking van het illegaal toegang verschaffen tot een computer en het manipuleren van elektronische data. (Bron: http://www.cbsnews.com/ stories/2008/10/23/tech/main4540763.shtml)

What's the buzz: High, and still higher

De film 'Jesus Christ Superstar' opent met het beeld van een woestijn. Het is een onheilspellend landschap: verlaten, dor, en zinderend van een onmenselijke eeuwigheid. Hier groeit niks. Er is niemand. Er verandert nooit wat. Een zwijgende zandzee met daarboven een uitzichtloze hemel. En daartussenin óók weer: niets. Alleen trillende lucht. Wie niet over extreme koelbloedigheid, gelooide stekels of een dikke huid beschikt redt het hier niet. Geen verkoelend zoeltje roert zich; er zijn geen afleidingen, of bakens, geen schuilplaats. Alles toont, en niets blijft verborgen onder de stekende zon. Dan verschijnt aan de einder een stofwolk. Een wankel busje slingert door het zand. Het stopt bij een ruïne van wat ooit wijsheid was, en er springen mensen uit - vreemde vogels! - wier tomeloze energie, zo slecht aangepast aan deze barre omgeving, spoedig verzengd zal worden door de hitte en verpletterende leegte. Zie ze grimassen tegen het oplichtende oker, hun ogen afschermen met hun hand. Wat brengt hen hier? Wel… Dit is de plek. Hier en hier alleen – tussen Niets en Niets - wordt betekenis geboren. Het zal de hagedis die tussen de rotsen scharrelt of de zandkorrel die geruisloos een helling afrolt een zorg zijn waar het allemaal over gaat of toe moet leiden. Hij is hier immers altijd geweest en het zal altijd zo zijn. Alleen een mens zoekt de grenzen van zijn weerloosheid op. Gedreven door een vraag kíest hij ervoor zich te meten aan die leegte – Niets tegenover Niets. Ontdaan van maskers en zinsbegoochelingen, verheft hij zich in verlangende onmacht tot de toppen van zijn kunnen, opdat de tot het uiterste uitgestrekte spits van zijn allerverste vinger geraakt zal worden, door Iets, en hij voor één gelukzalig ogenblik de verbintenis tussen die immense bovenwereld en nietige benedenwereld in een vonk van inspiratie hervindt: genade. En dan regent het. En alles wat voorheen teer en naakt was en zich behoedzaam onder de bodem verschool, ontkiemt plotsklaps in een orgie van vloekende kleuren, druipende spruiten, en zich steeds verder vertakkend gebladerte dat zich in uitbundige bloeilust een weg naar búiten, naar bóven baant: hóger, hóger, hóger! Het is een onontkoombare ‘high’, een extase van expansie, en in die woestijn ontstaat, zomaar, een tuin, waarin iedereen mag spelen. Is het een oase, of toch een luchtspiegeling? Díe vraag doet er dan – godzijdank - niet meer toe. Kom zelf maar kijken. Pleun van Vliet Benieuwd naar onze complete cast & crew? Zij stellen zich graag aan je voor op onze vernieuwde website www.whatsthebuzz.nl. Kaartjes kopen? Vanaf 1 december kunnen kaarten voor ons musicalfeest in Club 8 op 11 januari 2009 en de JCS-voorstellingen op 11 april 2009 gekocht worden via onze website. Ook meedoen? Wij zoeken nog décor- en requisietenbouwers, productiemedewerkers en mannen (bas, bariton en tenor) voor het koor. Meld je aan via info@whatsthebuzz.nl.

Spiegeloog

Bronnen: - Comer, R.J. (2005). Fundamentals of Abnormal Psycho logy (4th edition). Worth Publishers, New York. - McMahon, D.M. (2006). Happiness: A History. Atlantic Monthly Press, New York. - http://www.guardian.co.uk/technology/2008/nov/13/ second-life-divorce - http://www.dailymail.co.uk/news/article-1085412/Reve aled-The-woman-Second-Life-divorce--whos-engagedweb-cheat-shes-met.html

Jesus Christ Superstar?

7 december 2008

te zoeken wanneer we kijken naar Amy Taylor, Dave Pollard en Linda Brinkley. Waar Laura Skye, Dave Barmy en Modesty McDonnell allen over flink wat Linden dollars kunnen beschikken, zijn hun real life evenknieën alledrie werkloos. Wat er eerst was, de werkloosheid of het succesvolle 2nd Life bestaan, vertelt het verhaal er niet bij. Het moge niettemin duidelijk zijn dat het overmatige fantaseren van dit trio een succesvol functioneren in de real life maatschappij in de weg staat. Maar misschien is dat wel helemaal niet belangrijk. Misschien is het toch alleen in onze fantasieën dat we werkelijk gelukkig kunnen zijn. Zoals de gewezen maîtresse van Voltaire, de Markiezin van Châtelet, schreef in haar beschouwing over geluk: ‘Om gelukkig te zijn moet men vatbaar zijn voor illusies, want het zijn illusies waaraan we het grotendeel van ons plezier te danken hebben. Ongelukkig is degene die de illusie verloren heeft.’ <<<


De verbeelding van de werkelijkheid op een foto Voor een fotograaf is verbeelding een omstreden begrip. Bedenkt een fotograaf van tevoren het beeld dat hij op de foto wil hebben of loopt hij er toevallig tegenaan? Hoe gaat een fotograaf te werk bij het maken van het beeld dat hij voor ogen heeft. Spiegeloog interviewde Jordi Huisman om te achterhalen op welke manier verbeelding en fotografie samenhangen. Tekst: Lise-Lotte Geutjes, Foto's: Jordi Huisman

Spiegeloog

8

Jordi Huisman (26) werkt als freelance fotograaf voor diverse projecten en bladen, waaronder de Folia. Anderhalf jaar studeerde Jordi fotografie aan de kunstacademie in Den Haag. Toen ontstonden twijfels over het verder volgen van de opleiding. Omdat hij het steeds drukker kreeg met opdrachten, besloot hij te stoppen met studeren en te gaan freelancen. Hoe werkt het proces van het zien van een beeld tot de daadwerkelijke foto die je ervan maakt?

december 2008

‘In de fotojournalistiek heb je wel een paar regels waar je altijd rekening mee moet houden. Het wie, wat, waar, waarom en wanneer. Dit moet eigenlijk allemaal uit je foto blijken. Als je bijvoorbeeld bij een demonstratie een foto maakt van een kapot getrapt patatbakje, dan zegt dat natuurlijk niet zoveel. Misschien is het een leuk beeld voor een documentaire om een meer volledige indruk te geven van de demonstratie. Maar mensen willen wel uiteindelijk weten wie het zijn op de foto, waarom ze er zijn, wat er gebeurt, wanneer het gebeurt en waar het gebeurt. Daarnaast moet je ook rekening houden met de compositie van een foto. Dat maakt een foto interessant om naar te kijken, anders blijft het een snapshot. Hier zijn natuurlijk wel allemaal regels voor, maar bij mij verloopt dit proces inmiddels onbewust.’ Bedenk jij van tevoren een beeld of loop je er toevallig tegenaan? ‘Het hangt er vanaf vanuit welke achtergrond je fotografeert. Er zijn grofweg twee vormen van fotografie: redactionele fotografie en wervende fotografie. Bij wervende fotografie bedenk je echt een beeld en een concept en dat ga je vervolgens maken. Bij redactionele fotografie wordt er meer gedacht in termen als ‘wat wil ik laten zien’ en vervolgens wordt er echt naar het beeld gezocht dat hierbij past. Tijdens mijn stage werkte ik een half jaar bij het Parool als fotojournalist, dus als redactionele fotograaf. Aanvankelijk

wilde ik hiermee verder. Tijdens mijn periode bij het Parool ben ik er achter gekomen dat ik dit helemaal niet wilde. Je fietst elke keer weer door de stad van hot naar her. ’s Ochtends maak je hier een foto en ’s middags daar, dus je hebt helemaal geen tijd om er over na te denken. Het is heel gehaast en heel vluchtig werk. Vorig jaar was ik bijvoorbeeld bij die scholierenrellen op het Museumplein. Ik moest om 11:00 een actiefoto leveren voor de voorpagina. Maar er gebeurde helemaal niets op het Museumplein. En ik kan natuurlijk geen actiefoto leveren als er niets gebeurt. Dat was best frustrerend.’ Welke richting besloot je toen op te gaan met fotografie? ‘Sindsdien ben ik meer bezig met het maken van fotodocumentaires waarmee ik exposeer en die ik probeer gepubliceerd te krijgen. Ideeën daarvoor had ik al tijdens mijn periode bij het Parool, maar ik ben ze daarna echt gaan uitwerken. Het zijn fotodocumentaires over onderwerpen die ik zelf bedenk of die ik oppik uit het nieuws. Tegenwoordig wordt dat steeds meer autonome fotografie in plaats van puur documentair. Dat is echt kunst zeg maar. Je kunt naar een vluchtelingenkamp gaan in Kongo om foto’s te maken over de situatie die er speelt. Maar je kunt het ook autonomer doen, door een wat onbekender onderwerp te nemen en bijvoorbeeld foto’s te maken over hoe de omgeving is en dat te combineren met portretten. Het is wat subtieler werk.’ Heb je een voorbeeld van een documentaire die jij hebt gemaakt en die uiteindelijk gepubliceerd is? ‘Ja, ik heb bijvoorbeeld een documentaire gemaakt over voetbalvaders. Dat is een serie portretten over mannen die zaterdagochtend langs de lijn van het voetbalveld hun zoontjes staan aan te moedigen. Dan ging ik heel dichtbij ze staan en foto’s maken wanneer ze of heel erg aan het juichen waren of heel erg boos waren. Deze documentaire is uiteindelijk gepubliceerd in Volkskrant magazine. Ik heb


Zie jij een relatie tussen de psychologie en de fotografie? ‘Wanneer je bijvoorbeeld portretten maakt ben je heel erg bezig met de ander. Je moet de ander op z’n gemak stellen, rekening houden met het feit dat de ander de foto ook mooi gaat vinden en goed kunnen weergeven hoe iemand is. Trucjes die in de fotografie gebruikt worden om een beeld over te brengen zijn ook vaak gebaseerd op de psychologie. Wanneer je bijvoorbeeld iemand fotografeert die links in beeld staat en tegelijkertijd naar rechts kijkt, dan wordt dat in je brein geïnterpreteerd als ‘wij tegen hen’. Wanneer je iemand fotografeert die rechts staat en naar links kijkt, dan wordt dat geïnterpreteerd als ‘zij tegen ons’. De psychologie in fotografie zit ‘m dus heel erg in de compositieregels. Ook wanneer je schaduw en licht op een slimme manier toepast, kan dat je foto aanzienlijk meer lading geven.’ Hoe subjectief is de verbeelding van de werkelijkheid voor een fotograaf? ‘Dat is eigenlijk veel meer mijn vrije werk, want

‘Dat is eigenlijk heel lastig. Ik vraag het me zelf ook weleens af. Daar heb ik niet eens altijd een idee bij, het is meer die drang om grafische dingen te maken. Ik kan het misschien beter uitleggen aan de hand van een foto die ik heb gemaakt. Deze foto komt uit de serie die ik heb gemaakt over het bouwterrein in Almere. Hier gaat het bijvoorbeeld erg om leegte en kleuren. De complementaire kleuren rood en groen staan hier in beeld en de leegte wordt zichtbaar. Vaak zie ik iets wat ik interessant vind en dat wil ik dan gewoon op de foto hebben. Dat gaat vooral onbewust.’ <<< Nieuwsgierig naar het werk van Jordi Huisman? Op de site www. jordihuisman.nl kun je een deel van het werk van deze fotograaf bekijken en met hem in contact komen.

Spiegeloog

Welke boodschap wil je overbrengen met de foto’s die je maakt in je vrije werk?

9

december 2008

ook vorig jaar een documentaire gemaakt over het raketafweersysteem, dat de VS wil gaan bouwen in Oost-Europa. Een deel komt in Tsjechië en een deel in Polen. Dat is dan tegen raketten die uit Iran zouden moeten komen en afgeweerd kunnen worden met behulp van die antiraketten. Maar Rusland vindt dat dan weer helemaal niet cool, omdat ze het zo dichtbij Rusland doen. Daardoor is het een groot internationaal conflict geworden. Toen ben ik naar het gebied in Tsjechië geweest waar het radaronderdeel van dat afweersysteem wordt gebouwd. Er is verder niets daar. Het is militair gebied, dus je mag er eigenlijk helemaal niet komen. Ik ben in die omgeving een beetje de mensen gaan fotograferen en hoe het er uit ziet. In de zomer, toen het conflict weer oplaaide, is dat gepubliceerd door Vrij Nederland. Dat was heel fijn, want ze betaalden zo goed dat ik die hele reis er in één keer uit had!’

dat is veel intuïtiever. Het gaat dan meer om de boodschap, niet om informatie maar om sfeer. Het zijn de kleine dingetjes die ik tegenkom, die ik wil fotograferen en die haal ik dan veel meer uit zijn context. Dat zijn voorwerpen of omgevingen die op zichzelf misschien niet zo interessant zijn, maar daar probeer ik dan een lading aan te geven. Er wordt vaak over mij gezegd dat ik veel donkere foto’s maak, wat dus automatisch een zwaardere lading geeft aan de foto dan wanneer je lichte foto’s maakt. Wanneer ik een documentaire maak over een bepaald onderwerp en mijn collega maakt dezelfde documentaire, maar dan met minder donkere foto’s, dan is de interpretatie van de werkelijkheid in mijn documentaire automatisch wat donkerder en zwaarder. Ik vind het tegenwoordig ook heel mooi om in foto’s te zoeken naar verlatenheid en leegte. Dat is heel subjectief en moeilijk om te fotograferen. Zo heb ik een documentaire gemaakt over een bouwterrein in Almere. Daar fotografeerde ik lege parkeerplaatsen en dat soort dingen. Dat gaat veel intuïtiever. Deze manier van fotograferen is veel persoonlijker.’


Kopstukken Naam: Geboren: Overleden: Kopstuk, want:

Hermann Rorschach 8 november 1884 2 april 1922 Ontwikkelde de beroemde en naar hem vernoemde Rorschachtest. Tekst: Vera van der Molen

Spiegeloog

10 december 2008

Hermann Rorschach werd in 1884 geboren in Zürich als delbare school twijfelde tussen kunst en medicijnen. Toch zoon van Ulrich en Philippine Rorschach. In officiële regisviel zijn keuze uiteindelijk de studie geneeskunde, achteraf ters in Zwitserland staat Ulrich Rorschach geregistreerd als bezien geen ongelukkige beslissing. schilder. Henri Ellenberger, schrijver van het artikel The life Tijdens de studiejaren van Rorschach was het gebruikelijk and work of Herman Rorschach (1884-1922) zegt hierover om verschillende semesters aan andere universiteiten te echter: ‘I have not been able tot see any of his paintings, studeren, om uiteindelijk voor de eindtentamens weer terug nor to meet anybody who has seen them.’ Wel staat vast dat te keren naar de eigen universiteit. Rorschach studeerde hij tekenleraar was in Schaffhausen, de stad waar de familie daarom achtereenvolgens in Neuchâtel, Zürich, Berlijn en Rorschach naartoe verhuisde toen Hermann bijna twee jaar Bern, en kwam daarna weer terug naar Zürich. Walter von oud was. In Schaffhausen bracht Hermann zijn jeugd door, Wyss, een vriend van Rorschach tijdens zijn studie, zegt dat in een zogenoemde atmosfeer van intellectuele, artistieke Rorschach zijn studie zonder enige moeilijkheden dooren culturele concentratie. liep en daarbij veel las, kunsttentoonstellingen bezocht, en Toen Hermann drie was werd zijn zusje Anna geboren, en bovendien ‘displayed a deep interest in all human problems vier jaar later volgde zijn broertje Paul. Het noodlot wilde and liked to discuss them’. dat zijn moeder Philippine stierf toen Hermann twaalf Tijdens zijn studie interesseerde Rorschach zich dan ook al was. Daardoor volgden voor het gezin twee ongelukkige zeer voor het psychiaterschap. jaren, waarin verschillende huishoudsters voor het huisEr vonden in die periode twee gebeurtenissen plaats die houden en de drie kinderen zorgden. Na twee jaar trouwde later grote invloed op hem zouden hebben. Allereerst ontzijn vader met de jongere zus van Philippine, Regina Wiemoette hij op een vakantie naar Frankrijk een Rus, die de denkeller, met wie hij een dochter kreeg die zij ook Regina Russische cultuur dichter naar hem toe bracht. Hij werd noemden. Helaas voor Hermann konden hij en Regina het geraakt, en zou zich de volgende jaren zeer interesseren niet zo goed met elkaar vinden, en stierf zijn vader ook voor het land. Later zou hij zelfs een Russische trouwen. nog eens vier jaar na de komst van Regina. Ten tweede had hij een keer een droom, vlak nadat hij een Op de middelbare school, die hij een jaar na de dood van autopsiecollege had gevolgd waarin te zien was geweest zijn vader als drie na beste van de hoe hersenen in plakken waren klas afsloot, kreeg Hermann de gesneden. In zijn droom voelde - Al vroeg kreeg Rorschach de bijnaam bijnaam Klex, wat inktvlek betehet alsof zijn eigen brein in kent. Een zeer opvallende bijstukken werd gesneden, waar'Klex', wat inktvlek betekent naam voor de man die later een van het gevoel volgens hem beroemde test zou ontwikkelen moeilijk te beschrijven doch die alles met inktvlekken te maken had. Over de oorsprong duidelijk was. Deze droom wordt gezien als een basis voor van deze bijnaam kan niets met zekerheid worden gezegd, zijn later te verschijnen hoofdwerk Psychodiagnostiek. maar een aantal mogelijke oorzaken doen de ronde. Zo is De ontwikkelingen in die tijd in Zürich sloten hier goed het mogelijk dat Hermann erg hield van Klecksographie: op aan. De universiteit van Zürich stelde zich toen als een spel waarbij figuren (bijvoorbeeld een vlinder) werden eerste open voor de ideeën over het onbewuste van Siggemaakt door inkt op papier te gieten en het papiertje vermund Freud, waarmee de ontwikkeling van de Association volgens dubbel te vouwen. Anderen zeggen dat de bijnaam Test door Carl Jung om onbewuste processen te meten kwam van Maler Klecksel, een persoon uit een boek van gepaard ging. Van over de hele wereld kwamen er mensen Wilhelm Busch, een Hermanns lievelingsschrijvers. Misnaar Zürich om deze revolutionaire veranderingen met schien dachten zijn vrienden dat hij, net zoals zijn vader, eigen ogen te volgen en te onderzoeken. Op de studenten, een schilder zou worden. Deze verwachting kwam niet waaronder natuurlijk Rorschach, hebben deze ontwikkelingeheel uit de lucht vallen, aangezien Hermann na zijn midgen grote indruk gemaakt. Tegelijkertijd werkte Rorschach


Een van de beroemde Rorschach inktvlekken

De Rorschachtest wordt ook wel de Rorschach Inktvlekken Methode (RIM) genoemd. Het idee is dat het middels deze test mogelijk is diepere persoonlijke karaktertrekken en impulsen van personen vast te stellen. De methode wordt gebruikt als hulpmiddel voor psychologische beoordeling en diagnose. De test bestaat uit tien inktvlekken, die voornamelijk zwart zijn, maar waarvan er een paar ook kleur bevatten. De testpersoon krijgt de inktvlekken te zien, waarbij wordt gevraagd: ‘Was köntte das sein?’ Vaak wordt gedacht dat het antwoord hierop het enige criterium is waarmee iemands score op de test wordt bepaald. Er is echter nog een aantal dingen dat meespeelt bij de beoordeling. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar de tijd per antwoord die wordt gebruikt door de testpersoon. Eén minuut is hierbij normaal, maar als iemand er twee minuten over doet, kan dat gezien worden als een teken van depressie. Verder wordt er rekening gehouden met het eventueel afwijzen van een kaart door de geteste. Als dit gebeurt, is dat ook een teken dat er iets aan de hand is. Hoewel de Rorschachtest lange tijd een populaire test is geweest, en nog steeds wordt gebruikt, is er veel kritiek op geleverd. De test zegt bijvoorbeeld de diepere gedachten van iemand te weten te kunnen komen door onder andere het antwoord op de bovengenoemde vraag te analyseren. Hóe dit gebeurt is echter totaal onduidelijk. Ook wordt er vaak getwijfeld aan de objectiviteit van de test. Een voorbeeld: als een vrouw zegt dat de inktvlek een beha zou kunnen voorstellen, dan wordt deze respons onder gebracht in het hokje ‘kleding’. Als een man echter precies hetzelfde antwoord geeft, dan wordt dat gezien als een antwoord in de categorie ‘seks’. In de jaren ’60 van de vorige eeuw, heeft John Exer echter een meer wetenschappelijke manier ontwikkeld om de Rorschachtest te scoren. Deze manier heeft een hogere validiteit en inter-tester-betrouwbaarheid. Ook worden verschillende problemen ondervangen, zoals het probleem bij het bovengenoemde behavoorbeeld. Helaas heeft Rorschach deze ontwikkelingen zelf niet kunnen meemaken, maar aangezien steeds riep om meer onderzoek naar zijn test, zou hij er waarschijnlijk erg blij mee zijn geweest.

Bronnen

- Ellenberger, H. (1954). The life and work of Hermann Rorschach (1884-1922). Bulletin of the Menninger Cli nici, volume 18, nummer 5, september 1954 - http://en.wikipedia.org/wiki/Exner_system_of_scoring - http://en.wikipedia.org/wiki/Rorschach_inkblot_test - http://nl.wikipedia.org/wiki/Rorschachtest) - www.nrc.nl: Rorschach relativeerde eigen test, 31 januari 2008 - http://www.arbido.ch/userdocs/pictures/HermannRorschach.jpg - http://nl.wikipedia.org/wiki/Rorschachtest

Spiegeloog

De Rorschachtest

11

december 2008

hard om zijn studie in de vijf jaar die daarvoor stond af te ronden. In februari 1909 deed hij dat, een uitzonderlijke prestatie. Rond die tijd verloofde hij zich met zijn college Olga Stempelin uit Rusland, op wie hij verliefd was geworden, evenals op het land waar ze vandaan kwam. Na zijn studie koos Rorschach ervoor om in een kliniek in Münsterlingen te gaan werken, omdat dit meer verdiende dan een baan bij een universiteitskliniek. In de kliniek wilde hij onderzoekswerk doen en zijn doktersgraad behalen. Dat laatste deed hij in 1912 met het proefschrift ‘On ReflexHallucinations and Kindred Manifestations’. Deze these begint met de droom die hij tijdens zijn studie had gehad, genoemd in de vorige paragraaf. Hij vraagt zich hierbij af hoe het komt dat mensen waanpercepties kunnen hebben die fysiologisch onmogelijk zijn. Rond de tijd dat zijn proefschrift verscheen, publiceerde hij ook artikel met conclusies over de psychoanalyse. De jaren daarna hield hij zich vooral bezig met de psychoanalyse van Freud, die hij ook op een aantal patiënten in zijn kliniek toepaste. Wel had hij in 1911 een begin gemaakt met zijn inktvlekexperimenten. De leraar Konrad Gehring, één van Rorschachs vroegere schoolvrienden, liet in samenwerking met Rorschach inktvlekken zien aan zijn leerlingen, en vroeg hen de associaties die ze hierbij hadden op te schrijven. De verwachting was dat de talentvolle studenten hierbij meer fantasie zouden vertonen. Helaas voerde Rorschach deze experimenten nooit erg wetenschappelijk uit, en ontging hem zelf het eventuele belang van de resultaten. Zoals eerder gezegd ging zijn aandacht op dat moment meer uit naar de psychoanalyse van Freud, waardoor zijn inktvlekken weer even naar de achtergrond verdwenen. Na een jaar in Rusland te hebben gewoond met zijn vrouw Olga, keerde Rorschach terug naar Zwitserland om in het Waldau Mental Hospital in Bern aan de slag te gaan. Met haar verliet hij Waldau om in en ander ziekenhuis in Herisau directeur te worden, waar in 1917 en 1919 zijn kinderen Elisabeth en Wadin werden geboren. Tijdens zijn verblijf in Herisau werd zijn aandacht weer getrokken door de inktvlekkentest. Dat kwam doordat de student Szymon Hens in zijn proefschrift zelf een inktvlekkentest had ontwikkeld, die Rorschach herinnerde aan zijn experimenten met de leraar Gehring. Naar aanleiding hiervan legde Rorschach zich meer en meer toe op het ontwikkelen van een inktvlekkentest. Uiteindelijk kon hij na drie jaar zijn boek Psychodiagnostik afleveren, dat in 1921 werd gepubliceerd. In dat boek publiceerde hij de resultaten van 300 zieke en 100 gezonde patiënten, die hij met de inktvlekkenmethode had getest. Het duurde echter niet lang of hij vond zijn eigen boek al verouderd, waarmee hij zijn eigen grootste criticus werd. Daarom begon hij vlak na de publicatie zelf met het verbeteren van de test en de daaraan ten grondslag liggende principes. Hij was dus van mening dat onderzoek naar de test noodzakelijk was. Desalniettemin was hij geen fervent voorstander van standaardisering waarmee je unieke individuen onrecht aandeed als je er te ver mee ging. Helaas kon Rorschach zijn ideeën nooit verder uitwerken, omdat hij in april 1922 op 37jarige leeftijd stierf aan een blinde darmontsteking.


School voor imaginatie De School voor Imaginatie werd in 1985 in Amsterdam opgericht om scholing te bieden in het gebruik van het ‘innerlijke beeld’. Volgens de website van de school is het innerlijke beeld een ‘leidende factor in het menselijke handelen’. Op een mooie locatie aan de Weteringschans biedt de school leergangen en workshops voor hulpverleners.

Tekst: Simon Nak

Spiegeloog

12

Verbeelding is heel belangrijk voor mensen. Volgens de School voor Imaginatie is het zelfs ‘het krachtigste psychologische middel dat er bestaat. Verbeelden is immers de manier waarop de geest informatie codeert, opslaat en verwerkt. Wat mensen werkelijk zijn is te vinden in hun innerlijke beelden. (…) Innerlijke beelden vormen het fundament, de bouwstenen van wat mensen zijn en doen. Mensen spreken, denken en voelen in beelden en handelen vanuit hun beelden.’

december 2008

Inderdaad is onze samenleving vol beelden. Denk aan reclame en andere boodschappen die je de hele dag ziet. Ook in onze communicatie vind je veel beelden, bijvoorbeeld in uitspraken als ‘hij is in de wolken’, ‘ik zit in de put’ of ‘ze ging door een hel’. Iedereen kan zich daarbij iets voorstellen, terwijl zulke beelden natuurlijk niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd. Wat doen ze bij de School voor Imaginatie nou precies met die beelden? De school heeft zich ontwikkeld tot een centrum gespecialiseerd in de toepassing van imaginatie op meerdere terreinen. Dat zijn - De cliënt vindt zijn weg in onder andere coaching, psychotherapie, loopbaanbegeleiding, organisatieontwikkeling, gezondheidszorg en onderwijs. Ook wordt er met behulp van het innerlijke beeld begeleiding gegeven aan mensen in crisis. Imaginatie wordt ook wel visualisatie of geleide verbeelding genoemd. Er zijn allerlei verschillende imaginatietechnieken die je op de school kunt leren. Deze gaan niet alleen over visuele beelden, ook de beleving van tast, geluid, geur en beweging komen aan bod. De coach (of begeleider) helpt de cliënt zijn weg te vinden in zijn eigen beeldenwe-

reld en dat vervolgens om te zetten in doelbewust gedrag. Net zoals bij cognitieve therapie de denkpatronen van de cliënt onder de loep worden genomen, wordt bij imaginatie de verbeelding van de cliënt gebruikt. Er zijn in het onderwijs van de school twee niveaus te onderscheiden waarop imaginatie werkzaam is: 1. Taak- of probleemniveau. De verbeelding wordt dan gebruikt in een specifieke taak. Bijvoorbeeld voor een te leveren prestatie, om een probleem op te lossen of om een klacht te verlichten. 2. Diepteniveau. Het beeld krijgt hier een diepere betekenis en een meer symbolisch karakter. Het gebruikmaken hiervan heeft een zogenaamde ‘zingevende werking’ voor de persoonlijke ontwikkeling. Zo is er onder andere een leergang Imaginatie bij kanker en andere chronische ziekte. Hierin wordt therapeuten geleerd hoe ze imaginatie kunnen toepassen om mensen met bijvoorbeeld kanker te helpen bij hun emotionele verwerking. Op de website is te lezen dat dit ‘belangrijke hulpmiddelen biedt zijn eigen beeldenwereld - (…) ten aanzien van de ziekte, pijn, de medische behandeling, het herstel, relaties, gezin, werk, angst voor de dood en kwaliteit van leven’. Kanker of een andere chronische ziekte is natuurlijk heel ingrijpend. Je eigen lichaam laat je in de steek. Verbeeldingsoefeningen zouden helpen om dan je evenwicht weer te vinden en je (mentale) weerbaarheid te vergroten. Op probleemniveau leer je dan misschien, door het bewust maken van je eigen beelden, je ertoe te zetten op te staan om te ontbijten. Op diepteniveau probeer je aan de hand


De ivoren toren Verbeeldingskracht

bron: www.imaginatie.nl De verschillende imaginatietechnieken • waarnemen van een beeld (de persoon als waarnemer) • gevoelscontact met een beeld (in de imaginatie dichterbij gaan, de sfeer voelen, aanraken) • dialoog met een beeld (een ‘intuïtief ’ gesprek met een beeld) • identificatie met een beeld (de persoon wordt één met het beeld) • creatieve expressie (schrijven, tekenen, schilderen, beeldhouwen, zingen, enz.) • betekenis geven aan een beeld (waarmee de persoon meer inzicht in zichzelf krijgt) • de toepassing in de concrete werkelijkheid van het beeld (op een aanvaardbare, haalbare wijze in de praktijk brengen door het te vertalen naar concreet handelen)

Verreweg de grootste fantasten van allemaal, dat zijn de wiskundigen. Dat komt omdat zij het helemaal zonder empirie stellen. De stelling van Pythagoras bijvoorbeeld kan onmogelijk weerlegd worden door welk empirisch gegeven dan ook. Omgekeerd heeft het geen enkele zin om te proberen de stelling van Pythagoras te bewijzen door empirische driehoeken te bestuderen. Niet alleen omdat de stelling van Pythagoras voor alle mogelijke driehoeken geldt, en wij er daarvan hooguit een paar zouden kunnen bestuderen, maar ook omdat die stelling alleen waar is in een perfect plat vlak, en zo’n plat vlak bestaat in het echt niet. Waar halen wiskundige stellingen, bij gebrek aan empirie, hun waarheidswaarde vandaan? Daar lopen de meningen over uiteen. Vroeger dacht men dat ‘waar’ in de wiskunde gelijk stond aan ‘te bewijzen uit de axioma’s’. Maar dat klopt niet. De logicus Gödel liet in de jaren ’30 van de vorige eeuw zien dat formele systemen ofwel inconsistent zijn, ofwel ware stellingen bevatten die niet bewijsbaar zijn. Zijn onbewijsbare maar ware stellingen zijn zelfreferentieel en zeggen zoiets als ‘ik ben niet bewijsbaar’. Als zo’n stelling bewijsbaar is, dan klopt het systeem niet, en als hij niet bewijsbaar is, dan is hij waar. Daar krijgt een mens hoofdpijn van. Gödel zelf trok uit die hoofdpijn de conclusie dat wiskundige stellingen hun waarheid alleen kunnen ontlenen aan het feit dat zij betrekking hebben op een transcendent, ontastbaar, tijdloos domein van abstracte begrippen. Dat noemt men wiskundig realisme. Bezwijkt de gehele mensheid morgen aan een natuurramp, dan verandert dat aan de waarheidswaarde van een wiskundige stelling niets, want die heeft betrekking op de wiskundige wereld van abstracte objecten. En die wereld bestaat ook zonder ons. Gödel deed aan meta-wiskunde, en om die te bevatten heb je meta-verbeeldingskracht nodig. Je moet je kunnen voorstellen dat wiskundigen, die een stelling bewijzen, middels hun wiskundige intuïtie de wereld der abstracte begrippen betreden en die aftasten op haar structuur. Zo bont lees je het in de meest avontuurlijke science-fiction niet. Wiskunde, dat is de verbeelding in zijn puurste vorm.

Het logo van de School voor Imaginatie. Denny Borsboom

Spiegeloog

De School voor Imaginatie is niet verbonden aan een universiteit. Lang niet alle medewerkers hebben gestudeerd of een andere opleiding in de geestelijke gezondheidszorg gevolgd. Het soms wollige taalgebruik op de website doet ook niet heel wetenschappelijk aan. Gelukkig wordt er ook niet gepretendeerd dat imaginatie voor wonderbaarlijke genezingen kan zorgen. Er wordt goed duidelijk gemaakt dat het een techniek is die helpt bij het omgaan met problemen. Zeker in de ziekenbegeleiding kan een dergelijke ‘andere’ benadering heel nuttig zijn. In elk geval is het voor psychologiestudenten interessant om te weten dat deze school in Amsterdam te vinden is.

Alle onderzoekers zijn fantasten. Aan hun flinterdunne empirische gegevens hangen zij theoretische bouwwerken op die een oneindig veel grotere zeggingskracht hebben dan die gegevens zelf. Vaak moet je dat ‘oneindig’ letterlijk nemen, want wetenschappelijke theorieën doen nogal eens uitspraken over continue eigenschappen, en de zeggingskracht van zulke uitspraken kan nooit benaderd worden door eindige hoeveelheden empirische gegevens.

13

december 2008

van je verbeelding de emoties die samengaan met de ziekte te accepteren en verwerken.


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Als wij er niet over schrijven is het geen nieuws!

Onafhankelijk orgaan voor de afdeling psychologie No 323

Amsterdam, december 2008

jaargang 36

Relatie psychosociale problemen en sociaal-economische positie Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de GGD Amsterdam hebben in opdracht van de gemeente Amsterdam onderzoek gedaan naar het vóórkomen van psychosociale problemen en verstandelijke handicaps onder de Amsterdamse jeugd. Uit het onderzoek ‘Zware Bagage', verricht door Marigo Teeuwen (UvA) en Arnoud Verhoeff (GGD Amsterdam/ UvA), blijkt dat een lage sociaal-economische positie en migratie het risico op psychosociale problemen groot maakt. Daarnaast komt naar voren dat verstandelijke beperkingen nog te weinig worden herkend en erkend. Psychosociale problemen komen veelvuldig voor onder de Amsterdamse jeugd en de problemen nemen toe met de leeftijd. Dit is af te leiden uit registraties van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Uit de beperkte beschikbare gege-

vens voor Amsterdam komt geen eenduidig beeld naar voren over de relatie tussen etniciteit en het vóórkomen van psychosociale problematiek. Wel blijkt dat ten eerste een lage sociaal-economische positie en ten tweede migratie een verhoogd risico geven op het ontwikkelen van psychosociale problemen. Het migratieproces geeft vooral laagopgeleiden (en hun kinderen) veel stressfactoren die kunnen leiden tot psychosociale problemen. Het blijkt dat deze risico- en stressfactoren niet zozeer verbonden zijn met etniciteit als wel met migratie en een lage sociaal economische positie. Verhoudingsgewijs komen veel jongeren van niet-westerse afkomst terecht in de jeugdbescherming en justitiële inrichtingen, en minder in de vrijwillige hulpverlening. Dit wijst erop dat er mogelijk te laat een beroep gedaan wordt op de reguliere lichtere vormen van zorg.

UvA-lerarenopleiding oogst waardering Het Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) van de Universiteit van Amsterdam heeft zich onderscheiden in het visitatierapport van de universitaire lerarenopleidingen (ULO's). De Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) presenteerde maandag 24 november het rapport, waarin het ILO op zes van de 21 bestudeerde facetten als ‘goed' wordt beoordeeld. Bij de andere ULO's, die

ook opnieuw voldoen aan de basiskwaliteiten voor een accreditatie, worden nul tot drie facetten goed bevonden. Op de overige onderdelen scoren alle ULO's een ‘voldoende'. Het ILO oogst vooral waardering van de commissie voor de interne kwaliteitszorg en voor het opleidingsprogramma. Daarnaast worden ook de kwaliteit van

GGD-centrum, Nieuwe Achtergracht

In het schooljaar 2009-2010 start de GGD Amsterdam met een pilot waarbij 1200 Amsterdamse leerlingen van 5 t/m 8 jaar getest worden op psychosociale problemen. Met dit leerlingvolgsysteem kunnen problemen eerder gesignaleerd worden. Ook de hulpverlening kan dan eerder starten. Daarnaast gaat de GGD in de pilot controleren wat er met de gesignaleerde problemen gebeurt en of de hulpverlening goed verloopt. Ook worden programma's ontwikkeld om verstandelijke beperkingen en psychosociale problemen in sommige etnische groepen beter bespreekbaar te maken. het personeel en de studiebegeleiding van studenten goed bevonden. Het ILO bestaat sinds 1988 en verzorgt een masteropleiding tot eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Studenten volgen de opleiding na het behalen van een WO-master die aansluit bij het betreffende schoolvak. De QANU gaat in principe één keer in de vijf jaar na of ULO's voldoen aan de voorwaarden voor een accreditatie. Bron:

UvA

Persvoorlichting


VU en UvA ontvangen Sirius-subsidie De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

De Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam namen maandag 10 november een Sirius-subsidie in ontvangst. De subsidie ter waarde van € 7,5 miljoen ondersteunt een belangrijk gezamenlijk doel van beide instellingen: de oprichting van het Amsterdam University College (AUC). Het bedrag komt ook ten goede aan de ambitie van de universiteiten om het bacheloronderwijs voor getalenteerde en gemotiveerde studenten verder uit te breiden. Dit behelst naast de oprichting van het AUC ook de verdere ontwikkeling van honoursprogramma's. Minister Plasterk reikte de subsidie uit die bedoeld is voor uitdagende trajecten voor excellente studenten in de bachelorfase. Voor het eerst in Nederland wordt een dergelijke hoeveelheid geld geïnvesteerd in de beste studenten met als doel om het Nederlandse hoger onderwijs een kwaliteitsslag te laten maken op het gebied van excellentiebevordering. Het Amsterdam University College onderscheidt zich door de focus op excellentie en diversiteit, de interEen nieuw cognitief-therapeutisch gedragsprotocol zorgt voor genezing bij ruim 70 procent van de kinderen met een angststoornis, zo blijkt uit onderzoek onder leiding van hoogleraar Orthopedagogiek Susan Bögels. Grootste verrassing van het onderzoek: kinderen met angststoornissen van wie een of beide ouders ook overmatig angstig zijn, hebben meer baat bij individuele therapie dan bij gezinstherapie. Bögels' onderzoeksgroep testte de afgelopen vier jaar het nieuwe cognitief-gedragstherapeutisch protocol ‘Denken + Doen = Durven'. Daarbij werd gekeken naar de effectiviteit van individuele, kindgerichte therapie en naar gezinstherapie. Uit het onderzoek kwam naar voren dat, direct

Minister Plasterk, UvA-rector Dymph van den Boom en VU-rector Lex Bouter (foto: Jordi Huisman).

disciplinaire benadering, de internationale gerichtheid en de relatie met de stad Amsterdam. Er is binnen het Engelstalige programma veel aandacht voor de bètawetenschappen en voor academische vaardigheden. Doel van het AUC is om toptalent uit de hele wereld naar Amsterdam te halen. In totaal is er plaats voor 900 studenten, waarvan de helft uit Nederland en de helft uit andere landen. De honoursprogramma's van VU en UvA bieden een pakket van cur-

sussen waaruit getalenteerde en gemotiveerde studenten een keuze kunnen maken in aanvulling op hun reguliere bachelorprogramma. Het intensieve en interactieve onderwijs in kleine groepen wordt verzorgd door excellente docenten uit verschillende disciplines met buitenlandse gastdocenten. Het onderwijs heeft een interdisciplinair en internationaal karakter en studenten worden op basis van selectie toegelaten. Bron:

UvA

Persvoorlichting

Nieuw protocol geneest kinderen van angststoornis

na afloop van de gezinstherapie, 42 procent van de kinderen vrij was van de belangrijkste angststoornis, maar na individuele therapie 70 procent. In tegenstelling tot de verwachting, bleek individuele therapie op de korte termijn de meest effectieve therapie. Drie maanden na afloop van de behandeling is gezinstherapie deze achterstand deels ingelopen en zijn de verschillen niet meer significant: 61 procent voor gezinstherapie versus 73 procent voor individuele therapie. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd in het Journal of the American Academy for Child and Adolescent Psychiatry (Bodden, Bögels et al.).

Voor kinderen van wie de ouders ook een gedragsstoornis hebben, blijkt dat zij veel meer baat hebben bij individueel gerichte therapie, en juist veel minder bij gezinstherapie. ‘Opvallend', vindt Susan Bögels, ‘we hadden namelijk verwacht dat ouders en kinderen van elkaar zouden profiteren als ze tegelijk therapie volgen. Dat blijkt niet het geval te zijn. Waarschijnlijk kunnen ouders die eveneens een angststoornis hebben hun kind minder goed coachen dan ouders zonder angststoornis. Bij kinderen van wie de ouders zelf niet kampen met een angststoornis, >> (vervolg z.o.z.)


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

>> blijkt gezinstherapie even goed te werken als individuele therapie. De kosten als gevolg van angststoornissen zijn schrikbarend hoog. Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat 1,7 miljoen Nederlanders lijden aan een angststoornis (gegevens uit 2003). In 2005, zo berekende het RIVM, bedroegen de kosten voor de zorg voor mensen met een angststoornis € 286 miljoen. Volgens het onderzoek van Bögels kan het nieuw ontwikkelde cognitief-gedragstherapeutisch protocol daar verandering in brengen. ‘Angststoornissen werden vroeger gezien als een volwassenenstoornis, maar inmiddels is duidelijk dat het grootste deel ervan in de kindertijd begint. Als een kind daar vervolgens niet overheen groeit, kan het er in zijn latere leven enorm veel last van hebben. Een angststoornis kan depressies veroorzaken, maar ook gedragsstoornissen, schooluitval, werkloosheid et cetera. Door kinderen vroegtijdig van hun angsten af te helpen, kunnen we dus enorm veel kosten besparen én zorgen dat ze op latere leeftijd een veel betere kwaliteit van leven hebben.' Bron: FMG Communicatie

Specifieke hersengebieden zorgen voor balans snelle en juiste beslissing Hoe zijn de hersenen in staat om de juiste balans te vinden tussen snel beslissen en accuraat beslissen? Twee specifieke hersengebieden blijken betrokken te zijn bij de regulering van snelle beslissingen. Zij ‘bevrijden' de frontale cortex tijdelijk van inhibitie (remming), waardoor het eenvoudiger wordt om sneller te reageren. Dit blijkt uit onderzoek dat afgelopen maand werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). Het onderzoek werd uitgevoerd door een internationaal team van neurowetenschappers en psychologen van de Universiteit van Amsterdam, het Max-Planck-Institut für Kognitionsund Neurowissenschaften in Leipzig en de University of Newcastle in Australië. Iedere dag nemen we belangrijke en minder belangrijke beslissingen - neem ik de auto of de trein, koop ik de witte of de blauwe schoenen, schiet ik de bal op doel of geef ik hem af aan een medespeler. Veel van deze beslissingen vinden plaats onder tijdsdruk. Het is daarom belangrijk om een goede balans te vinden tussen

Boven: het pre-supplementaire motorgebied en de inputkernen van de basale ganglia. Onder: hogere activering van de betreffende hersengebieden bij toenemende tijdsdruk.

snel beslissen en accuraat beslissen. Beslissingen die te haastig worden genomen zorgen vaak voor fouten, terwijl het nemen van gegarandeerd juiste beslissingen vaak te veel tijd kost. Het internationale onderzoeksteam bestudeerde de vraag hoe de hersenen in staat zijn de juiste balans te vinden tussen snel en accuraat beslissen. Zij lieten hiertoe negentien proefpersonen een eenvoudige ‘tweekeuze-taak' uitvoeren: door middel van een vingerbeweging moest iedere deelnemer aangeven of een puntenwolk zich op een beeldscherm naar links of naar rechts lijkt te bewegen. Voorafgaand aan iedere beslissing werd aangegeven in hoeverre er sprake was van tijdsdruk: veel, normale of weinig tijdsdruk. Terwijl de deelnemers de taak uitvoerden werd hun hersenactiviteit gemeten met een fMRIscanner. De resultaten wijzen uit dat twee specifieke hersengebieden betrokken zijn bij de regulering van snelle beslissingen: het pre-supplementaire motorgebied (pre-SMA) in de mediale frontale cortex én de inputkernen van de basale ganglia. Met behulp van een wiskundig model tonen de onderzoekers aan dat bij deelnemers die onder toenemende tijdsdruk relatief haastig gaan beslissen, ook een relatief hoge activering van de betreffende hersengebieden te zien is. De onderzoeksresultaten bevestigen de voorheen speculatieve claim dat de inputkernen van de basale ganglia in staat zijn de frontale cortex tijdelijk te bevrijden van inhibitie (remming), waardoor het eenvoudiger wordt om sneller - maar mogelijk ook voorbarig - te reageren. Publicatiegegevens

Forstmann, B.U., Dutilh, G., Brown, S.,

Neumann, J., von Cramon, D.Y., Ridderinkhof,

K.R., Wagenmakers, E.J. (2008). 'Striatum and pre-SMA facilitate decision-making under time pressure',


Op Kamers

Tekst & Foto's: Vera van der Molen

Kamer: A 526 Bewoner: Dr. Katharina Kouwenhoven In een, naar eigen zeggen, pijpenla op de vijfde verdieping bij de afdeling Methodenleer zit Katharina Kouwenhoven. Ze is bezig met het ontwikkelen van een test die creativiteit meet. Verder geeft dr. Kouwenhoven veel onderwijs, zoals de cursus Creativiteit en VRT 1 en VRT 2, en begeleidt ze OP-groepen.

Hoofd met inhoud Ik volgde een tijdje geleden een cursus creatieve handvaardigheid, waarmee je iets kon worden in inrichtingen en ziekenhuizen om mensen creatief bezig te houden. Ik wilde dat niet, maar vond het leuk om de verschillende technieken die bij de cursus werden gegeven eens uit te proberen. Dit was een opdracht om iets te doen met figuurzagen, waarvan je zowel in het platte vlak als driedimensionaal iets moest kunnen maken. Ik vond dat een onmogelijke opdracht. Alles wat ik probeerde werd niets. Toen dacht ik: ik moet het gewoon heel simpel houden. Dit principe heb ik al op de kleuterschool geleerd: dat je twee stukjes karton inknipt en dan in elkaar schuift, zodat je iets driedimensionaals hebt. Het is uitgezaagd uit datgene wat eronder zit, en daar kan het ook weer in. Het is een hoofd, een profiel van mijzelf, met inhoud, er zitten dus hersenen enzo in. Ik had ook een ander profiel kunnen nemen, maar dit was gewoon voor handen.

Rekenmachine Op een kastje bij de muur staat een apparaat dat lijkt op een typemachine, en volgens Katharina Kouwenhoven zeer interessant is. ‘Dit is een rekenmachine uit de jaren ‘60, een voorloper van de elektronische rekenmachines. Het is een volstrekt mechanisch apparaat, met alleen een elektrische motor om alles te laten draaien. Het is een van de eerste rekenmachines waarop je ingewikkelde berekeningen kon maken. Tenminste, als je er behendig mee was. Ik had een collega die op deze machine correlaties kon berekenen, maar dat is dus heel ingewikkeld en eigenlijk een studie op zich. Bij de verhuizing van de Weesperstraat naar hier heb ik hem weggesleept bij het oud vuil, waar iemand hem gewoon bij had gezet. Dit is antiek, dus zonde om weg te doen!

17

december 2008

Het eerste wat opvalt als je de kamer van Katharina Kouwenhoven binnenkomt, is een groot, rood en eigenlijk moeilijk te beschrijven kunstwerk dat achter haar hangt. Gelukkig kan zij zelf vertellen wat het voorstelt. ‘Dit is een object dat ik zelf heb gemaakt, geïnspireerd op een tentoonstelling van kunst uit het Caribische gebied die ik in Parijs heb bezocht. Daar waren heel veel dingen die prachtig gekleurd en versierd waren. Ze zagen er net uit alsof ze uit een carnavalsoptocht kwamen. Ik vond dat zo leuk dat ik zelf ook een paar van dat soort dingen heb gemaakt, waar dit er een van is. Ik heb geen foto’s van die tentoonstelling gemaakt, dus heel goed kan ik het me ook niet meer herinneren. Ik weet vooral nog dat alles zo kleurig en vrolijk was, en dat er veel gebruik werd gemaakt van waardeloos materiaal, zoals blikjes en papiertjes; echt dingen waar arme mensen kunst mee maken.

Spiegeloog

Rood Kunstwerk


VSPA congres: autisme Zoals elk jaar organiseerde de VSPA ook afgelopen maand weer een congres. Deze keer met als onderwerp autisme. Verspreid over twee dagen, 19 en 20 november, kwam een groot aantal sprekers aan bod. De onderwerpen varieerden van nieuwe behandelingen tot genetische aanleg en van spiegelneuronen tot executieve functies bij autistische kinderen. Tekst: Maartje Bult, Foto's: VSPA

Spiegeloog

18

december 2008

Dag 2 - Dr. Hilde Geurts De tweede dag van het congres werd aangebroken door een van onze eigen docenten aan de UvA: Hilde Geurts. In haar lezing uitte ze haar kritiek op de executive functioning theory, een theorie over de mogelijke cognitieve (executieve) functies bij mensen met Autism spectrum disorder (ASD). Het gebruik van de term executieve functies leek haar absoluut niet duidelijk genoeg. Er zijn namelijk nog zoveel andere stoornissen waarin er mankementen optreden in executieve functies. Daardoor zou deze term het geenszins de lading kunnen dekken van wat er specifiek bij mensen met ASD mis zou zijn. Ook legde Geurts de nadruk op methodologische artefacten. Prestaties op een taakje in het lab kunnen moeilijk worden gegeneraliseerd naar gedrag in het ‘echte leven.’ Alleen wanneer een onderzoek zo is opgezet dat wat je in het lab meet ook daadwerkelijk verband houd met het prestatievermogen in het dagelijks leven van mensen met autisme, kan er aan de hand van de resultaten een goed onderbouwde theorie gevormd worden. Hierbij drukte ze de aanwezige studenten op het hart dat het nu de taak aan ons is om degelijk onderzoek te doen om zo een beter onderbouwde theorie te maken over ASD.

Dag 2 - Prof. Dr. Stephen Porges De Amerikaanse professor Porges hield een boeiend betoog over de door hem ontwikkelde Polyvagal Theory. In deze theorie legt hij een link tussen het autonome zenuwstelsel en het ontstaan van sociaal gedrag. Vanuit dit oogpunt biedt deze theorie ook inzicht in het mechanisme van gedragsstoornissen en psychiatrische stoornissen. De belangrijkste kenmerken van onze sociale betrokkenheid en emotioneel gedrag ligt verankerd in het zenuwstelsel en is vrij ongevoelig voor tussenkomst van cognitieve processen aldus Porges. Hij kent het autonome zenuwstelsel ook een grote rol toe als het gaat om het atypische sociale gedrag van mensen met autisme. Een van de kenmerken van mensen met autisme is dat ze overgevoelig zijn voor geluid. Als reactie op (hard) geluid, bijvoorbeeld gesprekken van mensen uit de omgeving, schiet het autonome zenuwstelsel in een defensieve staat, ofwel fight or flight-staat wat sociaal gedrag onmogelijk maakt. Hierop heeft Porges een therapie ontwikkeld, het Listnening Project Protocol.


ramsj! leesvoer voor psychologen

Tekst: Joost Molenaar

Gerrit Achterberg, Eén meer dan ik tel (2005) Een keuze uit de gedichten van Achterberg (1905-1962) door Eva Gerlach. Achterbergs oeuvre is meer dan duizend pagina’s groot. Voor nieuwe lezers is deze bloemlezing samengesteld door Eva Gerlach, dichteres en net als Achterberg winnaar van de P.C. Hooftprijs, de beroemdste literaire ereprijs van Nederland. Achterberg kreeg TBR wegens doodslag op zijn hospita en verbleef als patiënt in een instelling. Dat weerhield hem niet van zijn dichtwerk. Hij schreef in een directe ongepolijste stijl, maar toch vol verbeelding. Zijn gedichten vragen intensieve lezing en blijven lang na. Voor een bloemlezing van een van Nederlands grootste dichters is dit een schijntje. Vullen die schoen of boomschaduw! Amsterdam: Atheneum, van € 13,50 voor € 5,99, 144 p. Dummies (2008) De dummie: het ultieme boek voor de verbeelding. Elke bladzijde opnieuw een grote leegte die iedereen voor zichzelf kan invullen. Alles is mogelijk. Echte tabula rasa liefhebbers smullen hier natuurlijk van. In drie kleuren en twee maten verkrijgbaar. Rood, zwart en diepblauw. A5: € 2,95, A4: € 4,95, 100 p. Per twee een euro korting. Staat naast elkaar ook prachtig in de boekenkast. Boeken te koop bij de Slegte, Amsterdam.

19 december 2008

De therapie bestaat uit akoestische stimulatie, in de vorm van muziek waarbij een lied wordt gezongen. In een filmpje liet Porges de zaal zien hoe zo’n therapiesessie in zijn werk gaat. Autistische kinderen luisterden naar de muziek door een koptelefoon. Het aanbieden van dit gelui bleek effectief in het verminderen van de hoge gevoeligheid voor geluid waardoor sociaal gedrag van autisten weer gestimuleerd kon worden. <<<

Het menselijk genie, Charles Murray (2003) Streven naar het ultieme in kunst en wetenschap door de eeuwen heen. Zowel voor statistici als romantici een heerlijk boek. Murray presenteert aan de hand van uitvoerig en verantwoord onderzoek een onvoorstelbaar uitgebreide inventarisatie van individuen die van wezenlijke betekenis waren voor kunst en wetenschap. Wat onderscheidt significante personen van mindere goden? Over de clusters en verspreiding van uitmuntendheid in tijd en geografie. En hoe verschilt Beethoven van Mozart? Hierin raak je niet uitgelezen. Utrecht: Het Spectrum, van € 49,95 voor € 14,99, 755 p.

Spiegeloog

Optische illusies, Inga Menkhoff (2008) Zie je echt wat je ziet? Optische illusies spreken tot ieders verbeelding. Het samenspel van ogen en hersenen leidt soms tot vreemde voorstellingen. Onmogelijke figuren, meerduidige objecten, kleurillusies en fantoombeelden, bewegingsillusies en fantastische schilderijen. Met werken van Dali en Escher, maar ook vele andere onbekende doch intrigerende afbeeldingen waarmee je je verbeelding kunt testen. Een leuk kadoboek voor deze maand. Bath: Paragon Books, voor € 5,99, 95 p.


De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

De vraag van Reinout Wiers (Ontwikkelingspsychologie)

Beste Tom,

Spiegeloog Spiegeloog december 2008 juni 2008

20 20

Ik heb gehoord dat jij onderzoek gedaan hebt naar het redeneervermogen van ratten. En dan doel ik niet op figuurlijke ratten uit managementsboekjes maar op de viervoeters met de lange staart. Kort en goed is mijn vraag: Kunnen ratten redeneren? En kunnen we vaststellen in hoeverre ze bewust kunnen redeneren? En vertelt dit soort onderzoek ons iets over de rol van al dan niet bewust redeneren bij mensendieren?

Reinout

Het antwoord van Tom Beckers (Klinische Psychologie) Beste Reinout, Niet één, maar drie vragen. En het moge duidelijk zijn dat een antwoord op de ene vraag niet meteen ook een antwoord biedt op de andere vragen. Laat ons dus bij het begin beginnen: kunnen ratten redeneren? Tot zo'n 40 jaar geleden werd aangenomen dat dieren associaties verwerven tussen gebeurtenissen in hun omgeving op basis van loutere tijdruimtelijke contiguïteit: 'what fires together, wires together', heette het veronderstelde onderliggende neurofysiologische principe, met dank aan Donald Hebb. Dergelijke associatievorming, en daarmee klassieke conditionering, zou een vrij onwillekeurig proces zijn, waar weinig 'verstandelijke' activiteit bij komt kijken. Dat idee kwam even op de helling toen Leon Kamin in 1968 met het blocking effect op de proppen kwam. Even technisch: blocking

betekent dat er klaarblijkelijk geen conditionering optreedt voor een voorwaardelijke prikkel X die herhaaldelijk voorafgaat aan een onvoorwaardelijke prikkel O, indien tegelijk met X telkens ook een andere voorwaardelijke prikkel A aanwezig is die eerder al geassocieerd werd met O. Dus, stel dat een rat ervaart dat een toontje herhaaldelijk gevolgd wordt door een schok (A  O), en vervolgens dat de combinatie van datzelfde toontje met een lichtflits ook steeds gevolgd wordt door schok (AX  O), dan zal die rat amper angst vertonen voor de lichtflits (X) op zich. Zou de rat enkel ervaren dat toontje en lichtflits samen telkens gevolgd worden door schok (AX  O), zonder voorafgaande A O training, dan zou er wel een sterke angstrespons op de lichtflits ontstaan. Het lijkt dus alsof het leren van een verband tussen toon en schok het ontstaan van angst voor de lichtflits blokkeert, ook al verandert het voorafgaandelijk leren van een verband tussen toon en schok niets aan de tijdruimtelijke samenhang tussen lichtflits en schok. Waarmee de essentie van bovenvermeld Hebbiaans principe ontkracht leek. Kamin's bevindingen suggereerden dat ratten niet passief associaties leggen tussen dingen die samen voorkomen, maar actief afleiden in welke mate prikkels toegevoegde voorspellende waarde hebben voor het optreden van belangrijke gebeurtenissen (zoals een schok). Daarmee leek het even alsof ratten een soort (al dan niet intuïtieve) statistici zijn, die de frequentie van voorkomen van een schok in aan- en in afwezigheid van een lichtflits kunnen bijhouden en vergelijken, daarbij netjes controlerend voor de aanwezigheid van storende variabelen zoals een andere voorwaardelijke prikkel (het toontje). Vier jaar later kwamen Robert Rescorla en Allan Wagner echter met een nieuw associatief leermodel, waarin het optreden van blocking (en klaarblijkelijke gevoeligheid voor contingentie of statistische samenhang tussen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke prikkels) herleid werd tot onwillekeurige, automatische competitie bij het registeren van tijdruimtelijke samenhang (en dus tot contiguïteit). Daarmee was de opvatting dat klassieke conditionering berust op automatische processen van associatievorming voorlopig gered. Sindsdien concentreerde onderzoek zich vooral op de vraag of allerhande vormen van leren bij mensen ook op dergelijke basale associatieve mechanismen berusten. In eerste instantie wees onderzoek uit dat relatief eenvoudige associatieve modellen inderdaad met succes allerlei fenomenen met betrekking tot causaal leren bij mensen konden verklaren, zoals het feit dat ook hier blocking optreedt (in attributiepsychologie ook bekend als discounting, en in de cognitieve psychologie ook wel screening off genoemd). Recent onderzoek van Jan De Houwer en mijzelf


Tom Beckers (Klinische Psychologie) geeft de Rondvraag door aan Andries van der Leij (Psychonomie)

Spiegelneuronen worden ons sinds een tiental jaar verkocht als het ultieme mechanisme achter imitatie, empathie, wie weet zelfs theory of mind. Maar heeft de ontdekking van die spiegelneuronen ook echt nieuwe ideeĂŤn en gedragsbevindingen gegenereerd, of bieden ze louter een neurofysiologisch substraat voor ideeĂŤn en theorieĂŤn die al veel ouder zijn, zoals de ideo-motor theorie van William James en de common-coding theorie van Wolfgang Prinz?

Tom

wel empirisch te exploreren (onder meer door neurobiologisch onderzoek; daar zijn we momenteel mee bezig), maar de stap van werkgeheugen naar de subjectieve component van bewustzijn valt wellicht nooit hard te maken in niet-talige subjecten (dat is in talige subjecten al geen lachtertje). Wellicht is de bewustzijnsvraag hier ook niet de belangrijkste kwestie (al is het wel een erg fascinerende). De vaststelling dat ook bij ratten het leren van verbanden tussen gebeurtenissen ten dele berust op regelgestuurde, gecontroleerd-lijkende processen impliceert dat onderzoek bij knaagdieren relevant blijft voor het ontrafelen van leerprocessen bij mensen belangrijk omdat sommige soorten onderzoek moeilijk bij mensen kunnen gebeuren - en ook dat onderzoek naar klassieke conditionering bij knaagdieren, mits voldoende verfijnd, ons niet enkel iets kan leren over basale associatieve leerprincipes, maar ook over complexere, 'redeneerachtige' cognitieve vaardigheden. Tom Beckers

Spiegeloog Spiegeloog

Beste Andries,

2121

juni2008 2008 december

toont echter aan dat het optreden van blocking in causaal leren erg afhankelijk is van welke logische redeneerregels mensen hanteren (waarbij ze erg flexibel zijn in het afwisselen tussen regels), en ook erg afhankelijk is van werkgeheugencapaciteit. Dergelijke bevindingen suggereren dat het optreden van blocking in causaal leren bij mensen berust op relatief gecontroleerde en bewuste redeneerprocessen (waarbij mensen afleiden dat X geen oorzaak is van O als de combinatie van A en X leidt tot O en A op zichzelf ook leidt tot O), veeleer dan op automatische associatieve processen (waarbij mensen niet zouden leren dat er een verband is tussen X en O omdat het leren van dat verband geblokkeerd wordt door het eerder geleerde verband tussen A en O). Onlangs hebben we vastgesteld dat ook bij ratten het al dan niet optreden van blocking gevoelig is voor 'redeneergerelateerde' variabelen en (ogenschijnlijk) regelgebaseerde assumpties. Zo lijken ze rekening te houden met plafondeffecten bij het bepalen of een geblokkeerde prikkel X al dan niet voorspellend is voor het optreden van een schok, en treedt blocking enkel op als eerdere informatie uitwijst dat verschillende prikkels op lineaire wijze met elkaar interageren, niet als eerdere informatie suggereert dat combinaties van prikkels zich sublineair gedragen. En zo komen we stilaan tot een antwoord op je vraag. Als we geneigd zijn om uit soortgelijke bevindingen bij mensen te concluderen dat blocking bij mensen het resultaat is van gecontroleerde redeneerprocessen, is er weinig bezwaar om dezelfde conclusie niet ook te trekken voor ratten. Waarmee de vraag of ratten kunnen redeneren dus in zekere mate herleid is tot de vraag of mensen (kunnen) redeneren, en wat we daar dan mee bedoelen. Aangetoond is in elk geval dat het gedrag van ratten in een klassieke conditioneringsprocedure tot op zekere hoogte regelgestuurd lijkt; in welke mate gedrag dat regelgestuurd lijkt al dan niet is terug te voeren op niet-symbolische, associatieve (of connectionistische) principes is zo'n vraag die al zo oud is als de psychologie zelf, en die ook dit onderzoek niet zal beslechten. Het lijkt nu minstens aannemelijk dat ratten evenzeer of evenzomin redeneren als mensen. En of daar dan bewustzijn bij komt kijken? We weten dat er bij mensen een verband is tussen bewustzijn en werkgeheugen. Ook weten we dat er een theoretische en empirische link is tussen de rol van het werkgeheugen in het optreden van blocking bij mensen en de gevoeligheid van blocking voor redeneerregels. De implicatie dat ook bij ratten het optreden van blocking een indicatie zou zijn van bewuste cognitieve processen is voorlopig enkel op analogie gebaseerd. En veel verder zullen we wellicht ook niet snel geraken. De link tussen blocking en werkgeheugen bij knaagdieren valt nog


Fietswerkplaats Roeterseiland: voor goedkope reparaties en extra service Onder Gebouw E, de Economiefaculteit, links naast de grote draaideur van de hoofdingang, lopen twee trappen naar beneden, waarvan een met een fietssleuf. Ja, die is voor de fietsenstalling beneden, hoor ik u denken. Dat is zo, maar wist u dat daar sinds september 2007 een heel goedkope fietsenmaker is gevestigd, waar je ook OV-fietsen kunt huren en zelfs goede tweedehands fietsen legaal en voor een redelijke prijs kunt uitzoeken? Tekst en Foto's: Joost Molenaar

Spiegeloog

22

december 2008

De Fietswerkplaats is nu ruim een jaar geopend, maar het via internet (www.ov-fiets.nl). Het huren van de fiets kost aantal studenten en UvA-medewerkers dat er gebruik van 2,85 euro per keer.’ maakt is nog niet zo heel groot. Daarom hield de FietsSinds de publiciteitsactie is het wel wat drukker geworden, werkplaats afgelopen maand een actie waarbij mensen tot maar dat mag nog wel wat meer worden, vindt Boulafdal. 25 procent korting kregen op reparaties, gratis mini-fiets‘We krijgen nu ongeveer tien fietsen per dag voor reparatie lampjes ontvingen en werden er acht tweedehands fietsen aangeboden. De meeste klanten zijn mensen die hierboverloot. ‘Dat leverde wel een groter aantal klanten op, maar ven werken en die hier studeren. Ze komen voor reparadie fietslampjes zijn nog niet op en die krijg je nog steeds ties en af en toe ook om een fiets te kopen. We verkopen gratis bij elke reparatie’, vertelt fietsenmaker Mustapha hier fietsen die we via de AFAC verkrijgen.’ De AFAC is Boulafdal. Hij is gekleed in een donkerblauwe stofjas en de organisatie die verkeerd of te lang gestalde fietsen in draagt een petje in dezelfde kleur. Amsterdam opruimt en doorverkoopt als ze niet worden Mustapha Boulafdal (37) is sinds december 2007 de afgehaald door de eigenaar. Het is dus mogelijk dat je je bedrijfsleider van de werkplaats. Samen met twee collega’s eigen verdwenen fiets hier tegenkomt die te koop wordt zorgt hij voor het onderhoud van de fietsen van hun vooraangeboden. ‘Iemand van de SWA koopt die fietsen in bij namelijk UvA-klanten. Zijn collega Abdeslam Rkiouak de AFAC en wij kijken ze nog eens helemaal grondig na werkt achter de balie en staat nieuwe klanten te woord en en maken ze rijklaar. We geven drie maanden garantie op doet de financiële afhandeling, en Cihan Kursun is fietsreelke fiets die je bij ons koopt.’ Bij de vraag hoeveel fietsen parateur. Vrijdags komt er nog een part-time hulp via de er verkocht worden, vraagt Boulafdal zijn collega om het Stichting Werkprojecten Amsterdam (SWA), waarbij ook register. Dat blijkt een map te zijn waarin alle reparaties Mustapha en zijn collega’s zijn aangesteld. Deze stichting en verkopen in brede kolommen staan aangetekend. Volfinanciert deze werkplaats die is opgezet in samenwerking gens Boulafdal heeft de Fietswerkplaats het afgelopen jaar met de UvA. De SWA ondersteunt mensen die moeilijk ongeveer zestig fietsen verkocht voor tussen de 65 en 150 op de arbeidsmarkt euro. aan de slag komen en ‘Verder verkopen we begeleidt medewerlampjes, fietsbanden - Op het plakken van een lekke band kun je wachten kers bij een reïntegraof andere onderdelen. tieproces. Op deze Als mensen hun fiets manier geeft de SWA willen laten repareren hen sociaal-maatschappelijke ondersteuning. is hij meestal dezelfde dag klaar, behalve als er een onderBoulafdal: ‘De universiteit kende deze stichting al, want op deel besteld moet worden. Op het plakken van een lekke het Binnengasthuis-terrein is ook zo’n Fietswerkplaats. Ik band kun je wachten.’ Het magazijn van de Fietswerkplaats ben eigenlijk altijd fietsenmaker geweest, al bijna 10 jaar ligt vol met banden. Glimmende fietsvelgen staan bovenop bij de Stichting Werkprojecten. Toen deze fietswerkplaats kasten met lampen, remmen en andere fietsonderdelen. geopend werd, hebben ze mij naar voren geschoven als ‘Verder gebruiken wij kwalitatief goede en goedkope bedrijfsleider. Dat we hier in de kelder zitten, ben ik wel onderdelen, speciaal voor studenten, want die kunnen niet gewend. Al die fietsenstallingen zitten onder de grond. We veel betalen. Studenten willen nog wel eens afdingen op de doen hier fietsreparaties, verkopen onderdelen en verhuren prijs. Meestal doen we veel meer dan waar studenten voor OV-fietsen. Iedereen met een OV-kaart kan een OV-fiets komen. Als iemand voor een lekke band komt, kijken we huren. Daarvoor moet je wel je OV-kaart speciaal activeren de fiets toch na, en draaien onderdelen vast of repareren

Ci


ze. We geven altijd extra service.’ Over het algemeen vindt Boulafdal de kwaliteit van de studentenfietsen in Amsterdam slecht en onveilig. ‘Alles kraakt, moeren zitten vaak los en de banden zijn bijna kapot. Het zijn meestal fietsen die ik gelijk zou weggooien. Het is niet veilig om op zo’n fiets te rijden. Waar studenten het meeste mee komen is een lekke band of kettingen die te slap gespannen zijn of helemaal gebroken.’ Boulafdal raadt studenten aan om in elk geval een goede veilige fiets

te kopen, al dan niet tweedehands, en daarnaast de banden regelmatig goed op te pompen. ‘Harde banden blijven langer goed, slijten minder en je krijgt niet zo vaak een lekke band.’ <<<

Medezeggenschap houdt de krenten in de pap

Behalve het nauwkeurig volgen van deze ontwikkelingen, kaart de FSR de problematiek aan bij de decaan, het hoofd van onze faculteit, en wordt geprobeerd tot oplossingen te komen zodat FMG-studenten niet de dupe worden van deze mogelijke maatregelen! Op een kleinere schaal houdt de opleidingscommissie (OC) zich hiermee bezig voor alleen de psychologiestudenten. De studenten van de OC werken samen met docenten en coördinatoren om het onderwijs te evalueren en te verbeteren. De studentleden treden hierbij uiteraard op in het belang van de studenten. Hoe beoordelen de studenten de colleges, de docenten en de lesstof ? Wat wordt er met deze beoordelingen gedaan? Zijn er voldoende contacturen? Daarnaast heeft de OC vorig jaar gezorgd voor de beschikbaarheid van goedkope laptops voor studenten! De OC kan zich inbeelden dat psychologiestudenten niet altijd even veel tijd hebben om na te denken over het onderwijs, maar toch hebben wij jullie mening hard nodig. Ter motivatie organiseert de OC binnenkort een OC-lunch. Hierbij bieden wij jullie heerlijke broodjes aan en kunnen jullie nader kennis met ons maken, ons vragen stellen en problemen of klachten spuien. Hierover binnenkort meer, dus houd je mailbox in de gaten!

Op deze plek vertellen Lizelotte Kok (OC) en Alexander Savi (FSR) elke maand wat hen bezighoudt in de medezeggenschap. Als raadslid van de facultaire studentenraad (FSR) heb ik, Alexander, me de afgelopen weken bezig gehouden met plannen van het UvA-bestuur om studenten te laten betalen voor extracurriculair onderwijs. Hieronder vallen bijvoorbeeld honoursprogramma’s, schakelprogramma’s en andere vakken die je graag buiten je eigen opleiding wilt volgen. Kortom, alles dat de 180 studiepunten in drie jaar overschrijdt, moet je zelf gaan betalen. De opening van dit academisch jaar was daarentegen veelbelovend, het stond in het teken van Leren Excelleren. De intentie was er dus, maar helaas moet de UvA het excelleren nog leren. Grote onduidelijkheden over deze beleidsplannen maakte het een lastig onderwerp. Hoe serieus zijn de plannen? Hoe zullen ze concreet worden uitgewerkt? En mag het eigenlijk wel? Op een aantal vragen is inmiddels een antwoord gevonden. Ja, de plannen zijn serieus. Verschillende werkgroepen zijn in het leven geroepen om de implementatie ervan te onderzoeken. Gelukkig zijn er ook positieve geluiden, zo tikte minister Plasterk de UvA op de vingers: studenten mogen de rekening niet krijgen! Toch zijn de plannen nog niet van tafel…

Fietswerkplaats Roeterseiland Kelder Gebouw E, Roetersstraat 11 Open: ma-vr. 8.00-18.00 uur.

Meedenken en meedoen? Bezoek www.studentenraad.nl en via Blackboard, kopje ‘community’, de site van de OC

Spiegeloog

Vanaf links: Cihan Kursun, Mustapha Boulafdal en Abdeslam Rkiouak

23 december 2008

Cihan Kursun bezig met een fietsreparatie


Grenzenloos

Spiegeloog

24

Drink je een kop koffie tijdens het lezen van deze Spiegeloog? Of mijd je dat liever en kies je voor thee met suiker? Wanneer je bevestigend antwoordt op de laatste ben je waarschijnlijk te classificeren in een zogenaamde supertaster-groep. De perceptie van bitter is voor jou veel sterker dan voor mij en andere koffie-, spruitjes- en bierlievenden. Tsja, wij nontasters schransen er blijkbaar op los en worden niet gewaarschuwd door te bittere giftige smaken of een erg zoete en liefst vette hap. Een positieve correlatie tussen een homozygoot gen, een lager aantal smaakpapillen op de voorkant van je tong en een hogere body mass index is gevonden. Interessant allemaal, en ik laat me de rest van het jaar leiden door de wondere wereld van de smaakpapil: bitter, zoet, zuur, zout,

december 2008 Het is zover, graduation in ‘la Di Tella’. Op een duffe ochtend, ietwat gedesoriënteerd en met de vouwen van het hoofdkussen nog in m’n wang, werd ik goed wakker geschud bij aankomst op de universiteit. Een bende losgeslagen studenten achtervolgden één arme medestudent, besmeurden deze met een soort pannenkoekbeslag, om daarna het geheel af te maken door hele pakken meel over het hoofd van het slachtoffer leeg te strooien. Een soort pek en veren ritueel dus. Goedemorgen. Achteraf bleek het slachtoffer helemaal niet zo zielig, het was niets meer dan een afstudeergrap. Hartstikke normaal. Er waren

umami of vet? Relatie tot alcoholisme? Speelt impulsiviteit een rol? Mja, dat zullen we zien in mijn eindonderzoek dat in januari begint. Om zelf een expert op het gebied van smaak te worden (ondanks de nontaster status dus) heb ik me zojuist gewaagd aan de wijnproeverij die op de campus werd georganiseerd. Gezellig met z’n allen wijnen uitproberen, vooral niet uitspugen en termen verzinnen voor de nasmaak, tussensmaak, geur, kleur etc. Mijn witte wijn smaakte erg grassig met jonge forget-me-notties terwijl de rode Chianti gedomineerd werd door tannines (van Dale: looizuur) en zwarte bessen. Nontaster of niet, aan het eind werden jaartallen en prijzen prijsgegeven en mijn voorkeur bleek uit te gaan naar de goedkoopste rode supermarktwijn uit 2007. Veel te jong om te drinken, maar ik vond ‘m heerlijk. Misschien moet ik eens op zoek naar een Nicolaas Kleij-achtige supermarktwijngids voor ZuidEngeland. Het leven is hier verder nog steeds geweldig en ik geniet met volle teugen. Veel leuke en interessante mensen en na het zien van de afbrokkelende kalkkustlijn rondom Brighton, Stonehenge en het Romeinse stadje Bath ben ik echt verliefd geworden op het land. Als de enige nadelen zijn dat je wordt uitgescholden als je door rood fiets (stiekem heel komisch) en er chocolade wordt verkocht met baconsmaak, dan wil ik hier graag nog een tijd blijven!

Corinde Wiers is zesdejaars psychobiologie en psychologie en doet haar master psychonomie in Brighton (GB). zelfs nog veel meer afgestudeerden en dat werd uiteraard gevierd met een feest. ’s Middags konden de gratis kaartjes afgehaald worden bij de onderwijsbalie, en ’s avonds zou het losbarsten. Het leek mij wel leuk om erbij te zijn, dus ik ben samen met m’n Nieuw-Zeelandse huisgenoot van twee meter in een taxi gestapt. Het was of ik weer in de vijfde klas middelbare school terecht was gekomen. Er werd nog net niet geschuifeld, maar daar is dan ook wel alles mee gezegd. Hierbij moet vermeld worden dat mijn universiteit redelijk elitair is. Een boel stuudjes met geld dus die op vrij jonge leeftijd afstuderen, van vader niet veel uit mogen en losgaan in satijnen roze jurken met strikjes. Al deze jurken verzamelden zich uiteraard in het toilet om samen de make-up bij te werken en een gigantische rij te veroorzaken. Over het toilet gesproken, er werd van alles verkocht, zelfs lak-punt-pumps in alle kleuren van de regenboog, mocht je hak breken. Het zou toch wat zijn. Bij terugkomst op de dansvloer bleek dat gelukkig niet het hele publiek bestond uit deze satijnen types. Ik heb me uiterst vermaakt met een lang rasta-figuur, die voor de gelegenheid z’n pak uit de kast had gehaald. Een leuk contrast.

Roos Schouw studeert een semester aan de Universidad Torcuato Di Tella in Buenos Aires (Argentinië).

Psychologie studeren in het buitenland? Neem contact op met het International Office, kamer A 2.14 A, inloopspreekuur: woensdag van 15.00 - 17.00 uur, e-mail: internationaloffice-psychology@uva.nl, telefoon: 020-525 6773.


Mededelingen voor nummer 324 kunnen tot 7 januari 2009 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 324 komt eind januari 2009 uit.

15 december – Studiegroep* 13.00-15.00, Zaal A1.05

17 december – Studiegroep* 13.00-15.00, Zaal A1.05

16 december – Studiegroep* 13.00-15.00, Zaal A1.05

18 december – Borrel 17.00 Krater

16 december – Jamsessie 21.00, Maloe Melo

* Studiegroepen zijn bedoeld voor eerstejaars die samen willen komen om met de nodige discipline aan het werk te gaan.

De VSPA heeft vele leuke commissies. Deze commissies zijn aan het starten en er zijn nog wat plaatsten! Heb je interesse, wees er dan snel bij en kom langs op kamer A105 in gebouw A. Je kunt hier het commissieboekje vinden en je inschrijven op de lijsten aan het prikbord. Voor meer informatie zie www.vspa.nl

Het bestuur van Intreeweek 2009 is op zoek naar commissieleden!! Wat denk jij er van? Misschien heb je zelf meegedaan als deelnemer en ben je zelfs al eens begeleider geweest. Dan heb je vast ideëen over dingen die goed gingen of zaken die juist aan verbetering toe zijn. Ben je nu klaar om nóg een stapje verder te doen? Neem jij een kijkje

achter de schermen van Intree?! Wij zijn op zoek naar commissieleden die naast interesse in een van de commissiegroepen ook de nodige kennis websites of van techniek voor licht en geluid hebben. Iets voor jou? Kom dan naar een van de informatieavonden op 18 december of 7, 13 en 15 januari! Zie ook www.intreeweek.nl

19 januari 2009 Filosofie van de Schoonheid (5) Het Modernisme. Sprekers: Dr Kees Vuyk (filosoof, Universiteit van Utrecht) en dr Linda Boersma (kunstgeschiedenis, Universiteit van Utrecht) Ma. 20.00 uur, CREA theater. Toegang: gratis/€ 5,-

12 januari 2009 Filosofie van de schoonheid (4) De Romantiek Sprekers: Dr. Maarten Doorman (hoogleraar kunstkritiek, UvA) en drs Gerard V.d. Leeuw (docent cultuur- en muziekgeschiedenis, ArtEZ Hogeschool) Ma. 20.00 uur, CREA Theater. Toegang: gratis/€ 5,-

27 januari 2009 Filosofie van de Schoonheid (6) Het Postmodernisme. Sprekers: dr Antoon van den Braembussche (filosoof en schrijver) en Nataliya Golofástova (actrice en regisseur, Amsterdam). Ma. 20.00 uur, CREA theater. Toegang: gratis/€ 5,-

Colloquium presentaties afstudeeronderzoeken Pedagogische Wet. en Onderwijskunde

De stelling van... Mirjam van Praag De stelling van... is een reeks uitdagende voordrachten door prominente wetenschappers van de UvA. Hierin spreken zij zich - aan de hand van een door henzelf gekozen stelling - uit over zowel de grondslagen als de grenzen van hun vakgebied. Ma. 15 december, Spui 25. Toegang gratis, maar svp wel aanmelden: spui25.nl

Vanaf vrijdag 12 december presenteren Masterstudenten Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde elke week hun afstudeeronderzoeken. Iedereen is welkom. 13.00 - 18.00 uur, Roeterseiland Gebouw G.

25 december 2008

VSPA activiteiten

15 december 2008 Het verlangen naar cultuur Debat over het recent verschenen boek van Sjaak Koenis: Het verlangen naar cultuur, met dr Sjaak Koenis ( Universiteit Maastricht), Willem Jan Duyvendak (UvA) e.a. Ma. 20.00 uur, ��������� CREA Theater. Toegang: gratis/€ 5,-

Spiegeloog

CREA


de Wandelgang Je zat in een achtbaan, maar toen ineens was je bij je oma thuis. Alleen was het eigenlijk de buurvrouw en niet je oma. En ze vroeg of je soep wilde die ze zelf had gemaakt van haar kat. Wat jij helemaal geen gekke vraag vond. En toen werd je wakker. En las je dat Spiegeloog vroeg in de Wandelgang: Wat is jouw gekste droom? Tekst & Foto's: Maartje Bult & Ditke Schwartz

Spiegeloog

Ines: Mijn gekste droom heeft waarschijnlijk te maken met de film Evolution. Die had ik kort voor die droom gezien. Net als in de film wilden in mijn droom buitenaardse wezens de wereld overnemen. In mijn droom moest ik de aliens verjagen. Ik zette een cd van de Backstreet Boys op en door die muziek gingen de aliens weg. In de film moesten de aliens ook verjaagd worden maar daarin schrokken ze weg van Head & Shoulders. Dat was wel de gekste droom die ik ooit heb gehad

26 december 2008

Thomas: Ik droomde vroeger altijd dat ik kon vliegen, maar dat ging dan op een hele rare manier. Ik ging dan op een muurtje staan en maakte zwembewegingen. Dan sprong ik van het muurtje en kon ik ‘zwemmend’ vliegen. Dat was echt vet! En volgens mij landde ik ook altijd wel zachtjes, niet dat ik crashte. Ik vloog dan altijd over de huizen en door de straten in Wassenaar, waar ik toen opgroeide. Af en toe maakte ik een salto tussendoor, het was een soort acrobatisch vliegen Annemarie: Ik droom vaak dat ik wil wegrennen, maar dat ik alleen maar in slow motion kan rennen. Omdat ik dit regelmatig droom snap ik niet dat ik niet tijdens mijn droom ook besef dat ik droom. Dat vind ik een beetje raar. Ook droom ik bijna elke week over basketballen, wat ik in het dagelijks leven doe. Ik droom dan dat we niet spelen met een bal, maar met een steen of een tennisbal. Terwijl ik probeer te dribbelen zeg ik dan tegen mijn teamgenoten, “Jongens, dit gáát toch niet!”, maar de wedstrijd moet gewoon doorgaan. Annelies: Rond mijn achtste droomde ik vaak dat ik ’s nachts door het huis liep en achterna werd gezeten door een heks. Ik wilde dan de trap afvliegen maar het leek wel of er lijm zat aan mijn voeten waardoor ze bleven plakken aan de vloer. Ik kon daardoor alleen heel langzaam bewegen. Het was een frustrerende droom, maar waarom ik hem had, weet ik niet.


Susan: Ik ben eigenlijk een grote droom aan het waarmaken. Sinds de middelbare school wilde ik al psychologie studeren, maar omdat ik op de mavo zat dacht ik, ‘laat maar zitten’. Na de mavo heb ik acht jaar gereisd en seizoenswerk gedaan. Ik heb bijvoorbeeld een half jaar in Australië gewerkt. Toen ik terugkwam ben ik toch gaan studeren. Nu volg ik het honours-programma! Soms denk ik, ‘ze komen erachter dat ik niet thuishoor’.

Muriel: Ik heb vroeger een of twee keer een droom gehad die me altijd is bijgebleven. Ik was ongeveer 10 jaar oud en had het boek De heksen van Roald Dahl gelezen. Ik droomde dat er op mijn nachtkastje een heksenhand met stond! Het was een gerimpelde hand met lange nagels. Die hand deed heel onaardig tegen mij. Toen ik er wat van zei, kregen we ruzie. De hand werd kwaad en wilde me openkrabben! Op dat moment werd ik wakker.

Spiegeloog

Barbara: ’t Is niet mijn gekste droom, maar mijn grootste droom is in ieder geval om het tentamen Grondslagen van de psychologie te halen volgende week! Ik heb net gehoord dat de open vragen voor de helft tellen, en daar ben ik behoorlijk zenuwachtig over. Dit wordt de eerste keer dat ik het tentamen doe. Eerst kon je het vier keer per jaar herkansen, maar nu nog maar twee keer. Hierna krijg ik het drukker, dus dan heb ik minder tijd om te studeren. Daarom hoop ik dat ik het in één keer haal!

Niels: Ik heb een heleboel gekke dromen. Ik droom er bijvoorbeeld van om over een jaar Portugees te spreken zodat ik een jaar in Brazilië kan gaan wonen. Ik wil graag naar Zuid-Amerika, maar ik vind Spaans een lelijke taal, vandaar dat ik naar Brazilië wil. Het is wel wat idyllisch, maar mijn droom is om de zwerfkinderen te helpen. Die worden daar zo ongeveer uitgekotst. Ik snap wel dat ik als broekie niet veel verschil zal kunnen maken. Het hele sociale apparaat is daar sowoeso helemaal anders dan hier. Toch hoop ik dat ik een ingeving krijg en een manier vindt waarop ik die kinderen kan helpen. Floortje: Ik heb wel eens dat ik ‘s middags op mijn bed lig en in slaap val terwijl ik dat niet van plan was. Tijdens die dutjes heb ik wel vaker gedroomd dat ik wakker word en al mijn spullen zie staan in de kamer. Ook zie ik mezelf terwijl ik lig te slapen. Het lijkt heel echt, totdat ik in mijn droom één ding in mijn kamer zie staan dat normaal niet. En op dat moment wordt ik echt wakker.

27

december 2008

Nina: Ik droom wel eens dat ik seks heb met allerlei rare mensen. Echt heel gênant. Ik ben helemaal hetero, maar ik heb een keer gedroomd dat ik seks had met de op seks beluste Samantha van Sex and the City. Het was een hele vage droom, en het voelde vies maar ook interessant. Terwijl ik droomde dacht ik op een moment, ‘wat ben ik nou toch aan het dromen?!’ Ik werd wakker naast mijn vriend tegen wie ik gelijk zei: ‘Nu heb ik toch iets raars gedroomd!’


bacchus Sprookjes Sprookje 1: ‘Er was eens een oude man met een lange baard. Hij houdt vanuit zijn paradijselijke landgoed in Spanje alle kinderen van Nederland in de gaten en noteert in zijn grote rode boek wie stout is of lief. Eens per jaar reist hij af naar Nederland om cadeaus uit te delen aan alle lieve kinderen en de stoute kinderen met de roe eens flink op de billen te petsen.’ Ja, de Sinterklaas fabel zal door menig ouder weleens misbruikt zijn tijdens pedagogische perikelen. Als kindlief loopt te klieren en mama die corrigerende tik gewoon terugkrijgt dan helpt het dreigen met ‘Sinterklaas ziet alles…’ meestal wel. Sprookje 2: ‘Er was eens een oude man met een lange baard. Hij houdt vanuit zijn paradijs in de hemel alle mensen in de gaten en ziet wie stout is of lief. Hij reist niet af naar de aarde maar stuurt je de rekening van je leven na het uitblazen van je laatste adem. Wie lief was mag de hemel in; wie stout was gaat zonder pardon naar de hel.’ Ja, de God fabel wordt al duizenden jaren door slinkse leiders efficiënt gebruikt om ongehoorzame mensen het ‘rechte’ pad op te sturen. Als menslief loopt te klieren en een van de tien zorgvuldig op gestelde geboden overtreedt dan helpt het dreigen met ‘God ziet alles…’ meestal wel. Welk sprookje het minst onzinnig klinkt weet ik eigenlijk niet. Wel weet ik dat een volwassen man of vrouw, die heilig gelooft in het Sinterklaasverhaal, eerder naar de psychiater wordt gestuurd dan, ik noem maar iets, een verantwoordelijke baan in de politiek krijgt. Als je in het God verhaal gelooft is dat echter geen probleem. Ik krijg een beklemmend, ongemakkelijk gevoel als ik bedenk dat er op minstens een derde van alle zetels in de Tweede Kamer iemand zit die, in meer of mindere mate, in

dit sprookje gelooft. Op het eerste oog normale, vriendelijke mensen: uitermate geschikt om belangrijke beslissingen voor onze bevolking te nemen. Tot dat je je gaat realiseren dat de meesten denken dat God zich persoonlijk bemoeit met hun leven. De arrogantie! Denk even met me mee: de almachtige Heer, die uit de losse pols de gehele aarde met alles erop en eraan binnen zeven dagen schiep, zou zich bekommeren om miezerige mensjes met hun miezerige mensenprobleempjes? Nee, het maakt Hem echt niet uit of je wel/niet naar de kerk of de hoeren gaat, seks voor/na het huwelijk hebt, homo/heteroseksueel bent, anticonceptie/drugs gebruikt of overspel/ abortus/zelfmoord/euthanasie pleegt. Daar staat zo iemand als Hij toch boven... Als God bestaat heeft hij allang ingezien dat zijn scheppings-poging nummer één nog veel beginnersfouten kent, hij had die onbehaarde apen bijvoorbeeld nooit een vrije wil moeten geven. Waarschijnlijk is hij nu bezig met poging nummer twee of drie, want een kunstenaar als God streeft toch naar perfectie. Het vervelende is dat onze goedgelovige, betuttelende, ministers hun dienstbaarheid jegens God niet willen opgeven en daarom proberen te wroeten in onze dierbare vrijheden. Het begint met het sluiten van de wallen en de coffeeshops, het verbieden van paddo’s en het preken over onze seksuele moraal. Het eindigt met het terugdraaien van ons recht op het homohuwelijk, abortus en euthanasie. En zo leven we binnenkort allemaal heel erg lang maar lang niet zo gelukkig. Bo


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.