Boek 325

Page 1

maart 2009 • jaargang 36 • nummer 325


36e jaargang nr. 325, maart 2009 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam

Kamer A.511 Afdeling Psychologie Roetersstraat 15 1018 WB Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog@fmg.uva.nl

511 Normaal gesproken

HoofdEind Simon Nak & Lydia Sprenger.

Na zeven maanden hoofdredacteurschap zijn allerlei dingen die eerst vreemd waren normaal geworden. Dat het grootste deel van de redactie de kopij minimaal één dag na de laatste deadline inlevert - we verwachten niet anders. Op zaterdag door een donker en verlaten universiteitsgebouw naar de redactiekamer lopen is intussen de normaalste zaak van de wereld. En dat er bij het layouten, hoe goed we ook plannen, altijd een ding net niet past - we zijn het nu wel gewend. Dat is ook precies wat 'normaal' inhoudt, de dingen die je gewend bent en die je daarom niet als abnormaal opvallen. In het artikel Just the three of us wordt besproken hoe normaal monogamie eigenlijk is in onze samenleving en wat het alternatief ervoor is. Ook in andere samenlevingen zijn bepaalde dingen normaal of juist abnormaal. Dat de ideeën daarover niet per se overeen komen met die in Nederland blijkt wel uit het artikel over cross-culturele psychopathologie. Psychologische stoornissen zijn beslist niet overal ter wereld hetzelfde. Verder nemen we een kijkje in de bioscoopzaal van De Uitkijk, waar autisten op een voor hen prettige manier films kunnen kijken. Wat wij normaal vinden in de bioscoop, kan voor hen een onoverkomelijk probleem zijn. In deze Spiegeloog een abnormaal lange column van Pleun van Vliet over Jesus Christ Superstar. Het is dan ook de laatste die uitkomt voor de uitvoering op 11 april aanstaande. Verder legt Denny Borsboom ons in deze Spiegeloog uit hoe normaal de normaalverdeling eigenlijk is en beantwoorden medestudenten de vraag 'wat is er niet normaal aan jou?' Ten slotte hebben we natuurlijk alle 'normale' rubrieken, met Slumdog Millionaire in de filmrecensie en het zelfhulpboek Ja-maar... Huh?! als Tabula Rasa. Als afsluiting nog een column over doodgaan, wat natuurlijk eigenlijk de normaalste zaak van de wereld is. Hopelijk voldoet nummer 325 weer aan de verwachtingen en vinden jullie hem net zo leuk als normaal. Behalve natuurlijk als je een nieuwe lezer bent, dan horen we graag hoe abnormaal je deze Spiegeloog vindt. Lydia & Simon

Redactie Maartje Bult, Bo van Houwelingen, Hannah Mathkor, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Raïsa van Olden, Annelinde Rep, Ditke Schwartz. Medewerkers Denny Borsboom, Arnold van Emmerik, Mark Spiering, Pleun van Vliet, Corinde Wiers, Joëtta Zoetelief. Fotografie Vera van der Molen, Joost Molenaar, Corinde Wiers, Joëtta Zoetelief. Omslagillustratie Kim Rebelo Oliveira dos Santos. Layout Simon Nak & Lydia Sprenger. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 12,50 per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

5

8

23

Licht aan en geluid zacht

Just the three of us?

Filmrecensie

Verslag van een autismevriendelijke filmvoorstelling

Het normale van polyamorie

Slumdog Millionaire

Jezus Christ Superstar Mensenwerk

4

Tabula Rasa Ja maar... Huh?!

13

Grenzenloos Corinde & JoĂŤtta

22

Ivoren Toren Normaal verdeeld

7

Pravda Nieuwsrubriek

14

Mededelingen Activiteiten voor studenten

24

Kopstukken Kurt Lewin

10

Universeel abnormaal 17 Crossculturele psychopathologie

De Wandelgang 26 Wat is er niet normaal aan jou?

Op Kamers Alfred Lange

12

Ramsj! Leesvoer voor psychologen

19

Bacchus Doodnormaal

Rondvraag Van Van der Leij aan Murre

22

28


Hoe gaat het met...

Jesus Christ Superstar? What's the buzz: Mensenwerk

Spiegeloog

4

(on)zin

maart 2009

Jezus’ arbeid begon niet in een tempel, maar in de midbar. Dit is niet toevallig. De woestijn is geen klooster zonder muren, geen openluchtschool voor profeten, het is een plaats van beproeving, die Jezus moest ondergaan alvorens zijn boodschap te verkondigen. Dankzij een onwrikbare rechtschapenheid wist Jezus 40 dagen en nachten van verzoeking door De Boze te weerstaan. Als beloning kreeg hij het eeuwige leven en werd opgenomen in het Koninkrijk der Hemelen. Ook gewone mensen kennen hun beproevingen. Een huwelijk dat verzandt, een school zonder esprit, een samenleving waar solidariteit ontbreekt, dát is ‘leven in de woestijn’. Volgens de klassieke interpretatie is die woestijn echter ‘mensenwerk’: overal waar mensen niet naar hun mogelijkheden kunnen bloeien, is dat immers de schuld van andere mensen. Mensen zijn behept met gebreken; ze doen elkaar pijn, maken fouten en voelen zich onmachtig die te herstellen. Daarom komen mensen nooit ongeschonden uit hun strijd met het kwade. Voor straf gaan ze gewoon dood. Dit is – uiteraard – zeer onrechtvaardig. Desondanks werden wij van de middelbare school in 1985 in een bijbelwinkel door de verkoopster, toen wij een Jezusbeeldje wilden kopen om de regisseur van ónze ‘Jesus Christ Superstar’ te bedanken, terechtgewezen: ‘JCS is een slecht stuk, want daarin wordt Jezus als een mens neergezet!’. Zelf geloof ik niet in God. Dit is tekortkoming, noch verdienste. Het is nu eenmaal zo. Nochtans heb ik daardoor nooit begrepen wat er zo vreselijk aan is ‘een mens’ te zijn. Mensen vallen dagelijks in de woestijn die ze voor elkaar creëren. Dat is normaal. Maar de meesten krabbelen weer op. Een ervaring rijker betreden ze opnieuw de midbar, met betere schoenen, een extra fles water en een helderder

blik. Wat moet je anders als je straks doodgaat? Behalve als je Jezus heet. Dan ga je weliswaar niet dood, maar je hebt ook nooit geleefd. Wat moet een mensenkind leren van een Heiland die zelf nooit heeft ervaren hoe intens pijnlijk het is tekort te schieten in de ogen van je medemens? Wat het werkelijk betekent een onherstelbare fout te maken? Of hoe het voelt te verdwalen in de blik van je lief die zegt: ‘Schrijf maar over mij…’ ‘Jesus Christ Superstar’ speelt zich af in een woestijn van mensenwerk. De herrijzenis komt in het stuk niet voor. Alle personages gaat gewoon dood. Deze meesterzet vormt de sleutel tot ons begrip van het verhaal: wij snappen waarom Jezus op de berg Gethsemane tegelijkertijd zijn Schepper vervloekt èn zich overgeeft, waarom Judas – die de grootste fout uit de geschiedenis maakt – een stem krijgt, en welke kracht Maria put uit een liefde die nooit zal zijn. Wat moet je anders? De mens als wonder van ambivalentie heeft geen magische wederopstanding nodig om uit zijn eigen as te herrijzen. Zo ook wij: keer op keer trekken we die woestijn, die Zaal A heet en die de zon zelfs nooit gezien heeft, in. En ja, we vallen regelmatig, maar we léven tenminste, en daarom staan we ook weer op: illusies armer en dromen rijker, bescheidener èn driester dan ooit. Met onze blote handen desnoods trekken we zang, dans, licht en kleur eigenmachtig uit die onvruchtbare grond opdat we bloeien; als echte mensen, met ècht mensenwerk. Pleun Mensenwerk, komt dat zien! Er zijn nog kaarten voor de voorstellingen op 11 april aanstaande, maar de verkoop gaat hard! Wees er snel bij en koop je kaarten via onze website: www.whatsthebuzz.nl.

Hoogleraren en hoofddocenten kozen in 2008 in Elsevier de opleiding psychologie van de Universiteit van Amsterdam als de beste van Nederland. Mark Spiering en Arnold van Emmerik rukken elke maand een zin die onmogelijk aan deze beoordeling kan hebben bijgedragen volledig uit de context. Deze student voerde een revisie (?) van de literatuur uit en ontdekte een verlies van ruim 10 miljoen mensen in de geestelijke gezondheidszorg. Een ramp van formaat?

'In revisies van bestaande literatuur over drop-out is gebleken dat de geestelijke gezondheidszorg over een periode van 50 jaar consistent de helft van haar cliënten verliest rond de 6e sessie. Een schrikbarende bevinding.' NB: Producten die beoordeeld zijn met een voldoende kunnen door docenten voor deze rubriek worden genomineerd bij Arnold van Emmerik of Mark Spiering (programmagroep Klinische Psychologie). Anonimiteit gegarandeerd.


Autismevriendelijke filmvoorstelling: licht aan en geluid zacht Bioscoop blij met lege stoelen Voor mensen met autisme is een bioscoopbezoek vaak geen onverdeeld plezierige ervaring. Te veel prikkels door al die vreemde gezichten, de indringende beelden en de veel te harde geluiden leiden tot gehuil en weglopen uit de zaal. Voor gezinnen met een kind met autisme is een gezamenlijk filmuitje daarom bijna niet mogelijk. Daar komt verandering in door het autismevriendelijke project van Filmtheater De Uitkijk in Amsterdam. De vakgroep Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit van Amsterdam gaat onderzoek doen naar de effecten van dit project.

verademing na de overdonderende geluidsexplosies die de bioscoopbezoeker gewoonlijk overweldigen. Hoe moet dat inderdaad wel niet op mensen met autisme overkomen? Uit onderzoek blijkt dat mensen met autisme veel vaker over een hypersensitief gehoor beschikken, waadoor harde geluiden slecht kunnen verdragen. En niet alleen voor mensen met autisme blijkt dit prettig. Op de achterste rij zit een oudere dame alleen. Ze vertelt dat ze het boek over de Maanprinses als jong meisje wel twintig keer gelezen heeft en dat ze nu nieuwsgierig is naar de film, hoewel ze daar direct aan toevoegt dat het meestal een teleurstelling is, omdat de verbeelding van de film gewoonlijk niet overeenkomt met de beelden in je hoofd. ‘Nee, ik wist niet van de speciale aanpassingen, maar ik vind het wel prettig. Lekker rustig, ik hou ook helemaal niet van dat harde geluid. Ik ga haast nooit naar de bioscoop. Voor hoogsensitieve mensen als ik, is dit soort aanpassingen ideaal.’ Gedurende de film loopt er niemand de zaal uit of gaat met zijn vingers in zijn oren zitten, zoals kinderen met autisme wel eens doen als ze harde geluiden ervaren. Tijdens de film is behalve alle uiterlijke aanpassingen totaal niet te merken dat het mogelijk om een speciaal publiek gaat. Iedereen geniet rustig van de film en er zitten natuurlijk ook kinderen die geen autisme hebben in de zaal. Er wordt alom gelachen om typische kindergrappen zoals wanneer de gouvernante van de Maanprinses in de paardenpoep stapt. Na de voorstelling legt programmeur Marieke Jonker van bioscoop de Uitkijk hoe dit project ontstaan is. Jonker: ‘Ik was op een Filmfestival in Italië en sprak met vertegenwoor-

- Er zitten natuurlijk ook kinderen in de zaal die geen autisme hebben -

>>>

5 maart 2009

Filmtheater De Uitkijk in Amsterdam hield eind februari de eerste testvoorstelling van het project. Bij het begin van de film De Maanprinses en het geheim van het witte paard op een vakantiemaandagmiddag zijn lang niet alle stoelen bezet en blijft er een slinger van lampjes branden aan de zijkant van de zaal. Van te voren houdt een medewerkster een korte inleiding waarin zij vertelt wat er gaat gebeuren en in welke volgorde. Dat je naar de wc mag gaan als je dat wil, en ze wijst twee mensen aan die in de zaal zitten en die je mag aanspreken als je tijdens de film uit de zaal wil omdat je het te eng vindt of als je onrustig wordt. En ze belooft dat het geluid van de film niet oorverdovend hard staat. Het aangelaten zwakke licht zorgt voor een huiskamerachtige sfeer. Het idee dat je samen naar een film kijkt wordt hierdoor versterkt, in tegenstelling tot wanneer je in het donker niets of niemand meer ziet, behalve dan het filmdoek. Ook omdat tijdens de voorstelling zo nu en dan kinderen opstaan om naar het toilet voorin te lopen, ontstaat een ongedwongen en gemoedelijke omgeving. De lege plekken in de zaal zijn bewust gedaan door de bioscoop om zo meer rust te creëren. De Uitkijk heeft een vrij kleine bioscoopzaal, wat ook voor meer rust zorgt. Op het balkon zijn wat stoelen weggehaald en tafeltjes ervoor in de plaats gezet. Bezoekers kunnen wat te drinken bestellen tijdens de film. Nee, roken mag natuurlijk niet. Na de inleiding begint de film en inderdaad, het geluidsvolume is bijzonder aangenaam. Speciaal voor deze autismevriendelijke voorstelling is het geluid namelijk zachter gezet en het is evengoed prima verstaanbaar. Een hele

Spiegeloog

Tekst en Foto's: Joost Molenaar


pictogrammen op de deur van de zaal

digers van kleine bioscopen uit 25 landen. Daar hoorde ik over een succesvol project in Sheffield, Engeland, waar ze speciale filmvoorstellingen draaiden op een autismevriendelijke manier. Dat vond ik een bijzonder aardig idee. Teruggekomen wilde ik dat hier in De Uitkijk ook proberen. Ik heb daartoe contact gezocht met de Nederlandse Vereniging voor Autisme en die vonden het een heel goed idee. De aanpassingen die we maken zijn een grote poster met pictogrammen op de deur van de zaal, waarop staat wat er gaat gebeuren, dat biedt structuur. We laten het licht aan en we zetten het geluid zachter en halen het dreunende basgeluid weg. In De Uitkijk staat het geluid altijd al niet zo hard en we hebben het eigenlijk maar één streepje zachter gezet. We beginnen met kindervoorstellingen, als blijkt dat er ook belangstelling is bij volwassenen die graag met deze aanpassingen naar filmvoorstellingen willen komen, gaan we ook zeker voor die doelgroep films draaien.’

Spiegeloog

6 maart 2009

Vereniging voor autisme enthousiast De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) is bijzonder te spreken over het project. Directeur Fred Stekelenburg was zelf aanwezig bij de proefvoorstelling en is blij met de aandacht die er wordt geschonken aan autismevriendelijk bioscoopbezoek. Stekelenburg: ‘De NVA is natuurlijk blij met zo’n project waarbij aandacht en begrip voor de beperkingen van mensen met autisme is.’ De NVA heeft zich zelf nooit eerder met dit soort zaken bezig gehouden. Omdat, volgens Stekelenburg, de NVA zich eerder richt op belangrijkere zaken als diagnostiek en zorg voor mensen met autisme. ‘Ons eerste doel is goede zorg en ook goed onderwijs voor met name mensen met autisme. Uit prevalentiecijfers in andere landen valt af te leiden dat er ongeveer 200 duizend mensen met autisme in Nederland leven, terwijl we dertig jaar geleden dachten dat dat er niet meer dan duizend zouden zijn. Ik schat dat er ongeveer dertig- tot veertigduizend mensen zijn gediagnosticeerd. We spannen ons in voor mensen die vragen hebben over de diagnose en vooral ook na een positieve diagnose. Dit soort projecten zijn toch een soort randverschijnsel, wat helemaal geen slecht initiatief is, begrijp me goed. De NVA heeft op verzoek van de Uitkijk ook onze deskundigheid ter beschikking gesteld. Het is nu nog een pilot. We hebben ze geadviseerd om informatieformulieren neer te leggen en

om goed te luisteren naar ervaringen van bezoekers bij deze voorstellingen. Voor mensen met autisme is het afhankelijk van de beperking welke maatregelen er genomen kunnen worden. In het algemeen is het belangrijk dat er structuur is en dat er bekend is wat er gaat gebeuren, vandaar die pictogrammen en die uitleg van te voren. Dat er geen pauze in de film zit is ook heel prettig, want ja, een pauze, wat moet je dan doen? Dat is lastig zelf te bedenken als er zoveel prikkels op je af komen. Maatregelen die in elk geval genomen kunnen worden zijn dat verminderen van het geluidsvolume, de lage tonen weghalen. Ook geen krakende papiertjes van snoep. Financieel steunen kunnen we helaas niet, we zijn zelf afhankelijk van giften. De NVA maakt wel publiciteit voor het project. Via ons blad en onze website is er reclame voor de pilotvoorstelling gemaakt en aankondigingen voor nieuwe voorstellingen komen er ook in.’ De NVA wil graag dat de Uitkijk grondig onderzoekt welke maatregelen de beste effecten hebben en wat het prettigst is voor autisten. Stekelenburg: ‘Pas dan kunnen wij er ook echt achter gaan staan. Het is van belang dat daar deskundigheid bij ingeschakeld wordt en dat er goed onderzoek naar gedaan wordt. Dan kunnen wij gaan overleggen met de Nederlandse Bioscoopbond of er in meer bioscopen dit soort aanpassingen, die blijkbaar een positief effect hebben, kunnen worden gedaan. In België bestaat bijvoorbeeld een autismevriendelijk keurmerk voor winkels en wie weet kunnen wij dat ook voor bioscopen ontwikkelen.’ Universiteit van Amsterdam gaat onderzoek doen Omdat de Uitkijk deze deskundigheid niet zelf in huis heeft, benaderde Marieke Jonker een aantal universiteiten voor advies. Ontwikkelingspsychologe Annemat Collot d’ Escury van de UvA vond het dadelijk een goed initiatief en is inmiddels al in overleg met de Uitkijk voor het uitvoeren van onderzoek naar de effecten van de aanpassingen van de autismevriendelijke filmvoorstellingen. Collot d’Escury: ‘Dat wij daar zo snel op konden inspringen is vooral te danken aan Marjan Bakker van de afdeling public relations die dat zo snel heeft doorgespeeld. Daardoor kwam het verzoek snel op de juiste plaats terecht. Ik was gelijk

Ontwikkelingspsychologe Annemat Collot d’ Escury


De ivoren toren

Na de filmvoorstelling van de Maanprinses kunnen kinderen in de hal van De Uitkijk een formulier invullen waarop ze kunnen aangeven wat ze van de voorstelling vonden en wat ze wel en niet goed vonden aan de aanpassingen. De Uitkijk verandert dan op basis van deze evaluaties eventueel de aanpassingen. Jonker: ‘De leukste reactie vond ik van een jongetje dat zei: Ik heb eigenlijk gewoon naar de film gekeken. Dan kan dat blijkbaar zonder overstuur te raken en dat is mooi.’ <<<

Normaal verdeeld

uitkijk.nl

Toen een collega van mij eens een persoonlijkheidstest ontwikkeld had, diende ik als proefkonijn. Ik werkte mij door de vele stellingen heen en kreeg vervolgens plaatjes te zien van mijn positie in de populatieverdeling. Ik bleek teleurstellend gemiddeld. Mijn collega troostte mij met de opmerking dat dit voor de meeste mensen geldt.

Eigenlijk zou de normale verdeling de bizarre verdeling moeten heten, want hij neemt een uitzonderlijke positie in binnen de familie van kansverdelingen. Dat komt door de centrale limietstelling. Die stelling, van de Fransman De Moivre, zegt dat de som van n identiek verdeelde onafhankelijke kansvariabelen een normale verdeling oplevert als n naar oneindig gaat. Het gekke daarvan is dat het niet uitmaakt hoe de gesommeerde variabelen zelf verdeeld zijn: hij doet het altijd. Tegenwoordig weten we dat dit ook vaak geldt wanneer de gesommeerde variabelen niet identiek verdeeld en afhankelijk zijn. Dat maakt de reikwijdte van de stelling enorm. De centrale limietstelling is een van de twee grote ontdekkingen van de statistiek. De andere is de wet van de grote aantallen. Die wet, van de Zwitser Jacob Bernouilli, zegt dat de relatieve frequentie, waarmee een waarde van een kansvariabele optreedt, convergeert naarmate het aantal waarnemingen groeit. Dat betekent dat je, als je de relatieve frequentie van ‘kop’ uitzet tegen het aantal keer dat je een muntje hebt gegooid, een functie zult zien die steeds minder grillig wordt. Kansen gedragen zich op de lange duur dus wetmatig. De wet van de grote aantallen en de centrale limietstelling zijn specifieke antwoorden op dezelfde algemene vraag, namelijk hoe het gedrag van een aggregaat van variabelen eruit ziet, wanneer die variabelen in aantal toenemen. Het antwoord op die vraag is verassend algemeen en geldt in ieder inhoudelijk domein dat aan de randaannames van genoemde stellingen voldoet. De verdeling van allerlei psychologische variabelen kun je daarmee afleiden uit de statistiek. Je hoeft dus geen psycholoog te zijn om te weten hoe de verdeling van gesommeerde persoonlijkheidsitems eruit ziet. Dat is pas bizar, als je er even over nadenkt.

Meer informatie over autismevriendelijke filmvoorstelling? Filmtheater de Uitkijk - Prinsengracht 452, Amsterdam – (020) 6237460 - info@ Denny Borsboom

Spiegeloog

Dat klopt, want de gesommeerde score op een aantal vragen levert vaak een normale verdeling op. Dat is een verdeling die eruit ziet als een klok: de meeste mensen zitten rond het gemiddelde, en de kans op een afwijkingen van dat gemiddelde neemt zowel naar boven als naar beneden gradueel af. In zo’n verdeling zijn de meeste mensen net als ik gemiddeld.

7 maart 2009

enthousiast en wij willen graag effectonderzoek doen. We hebben daartoe al werving gedaan voor scripties en werkstukplaatsen. Als studenten willen meewerken zijn ze van harte welkom. Dat de NVA eerst grondig onderzoek wil laten doen begrijp ik goed. Het aardige van de filmwereld is dat ze heel creatief en spontaan direct aan het werk gaan om deze voorstellingen mogelijk te maken. Het is vervolgens wel goed om te kijken naar mogelijke effecten van bepaalde aanpassingen en welke criteria nu belangrijk zijn om rekening mee te houden. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat mensen met autisme moeite hebben met verhaalwendingen zoals flashbacks en gedachteverbeeldingen in films. Veel in en uitzoomen en heftige beelden kunnen onrust veroorzaken. Mensen met autisme zijn vaak overgevoelig voor bepaalde prikkels, dat kan voor iedere autist anders zijn, domeinspecifiek. De een kan niet tegen drukte, de andere niet tegen harde geluiden of tegen bepaalde kledingstoffen. Het is belangrijk om een gemeenschappelijke deler te vinden zodat de aanpassingen voor veel mensen met autisme effectief zijn. Je weet pas of je goede aanpassingen hebt gemaakt als je dat daarna gaat meten, maar het mag beslist geen stiekem laboratoriumexperiment worden. We zouden dit bijvoorbeeld kunnen doen aan de hand van de Nijmeegse Gezinsklimaatschaal. Dit is een rapportagelijst waarop gezinsleden kunnen aangeven hoe zij bepaalde gebeurtenissen ervaren. Als kinderen met autisme, hun ouders en eventuele broertjes en zusjes aangeven dat ze deze manier van film kijken prettiger vinden, dan zou dat heel positief zijn. Het is namelijk een misverstand te denken dat kinderen met autisme niet graag iets samen willen doen, alleen ze willen dat wel graag zodat zij het ook als leuk en prettig ervaren. De Efteling kun je niet zomaar 1-2-3 aanpassen, maar een filmvoorstelling op deze manier wel. Voor ouders zou dat ook een enorme meerwaarde betekenen, want nu is een gezinsuitje met een kind met autisme vaak een beproeving. Ik verwacht dat we nog voor de zomer kunnen beginnen met het onderzoek.’


Just the three of us? Liefde is iets tussen twee mensen. In Nederland, en eigenlijk in de hele wereld, is dat zo normaal als wat. Toch zijn er mensen die het er niet mee eens zijn. Zij vinden dat de mens van nature niet monogaam is. Deze mensen geloven in polyamorie, waarbij het mogelijk is om van meer dan één iemand tegelijk te houden. Hoe normaal is monogamie eigenlijk?

Tekst en Foto's: Raïsa van Olden

Spiegeloog

8

‘Just the two of us We can make it if we try Just the two of us, Just the two of us Building castles in the sky Just the two of us, you and I’ Tekst uit ‘Just the two of us’, van Bill Withers.

maart 2009

Eén van de duizenden liedjes gemaakt over de liefde. Deze liedjes gaan in bijna alle gevallen over twee mensen, de liefde die zij voor elkaar voelen en de pijn en het geluk die de liefde teweeg kan brengen. De liefde tussen twee mensen, het klinkt zo vanzelfsprekend. Niemand gaat een liedje bedenken over de liefde tussen een man en een vrouw, gecombineerd met de liefde tussen de man en zijn tweede vriendin en tussen de vrouw en haar nieuwe vriend. Dit hoort niet, het is vreemd, verwarrend, kortom: niet normaal. Wat is dan wel normaal? Twee mensen die van elkaar houden, altijd bij elkaar blijven en verder nooit meer naar een ander kijken? Hoe normaal is monogamie eigenlijk? Het woord monogamie stamt af van de Griekse woorden monos (enkel) en gamos (huwelijk). De oorspronkelijke betekenis van monogamie is de situatie van een echtelijke verbintenis met één persoon. Onder monogamie verstaat men tegenwoordig het aangaan van een verbintenis uit liefde met één persoon. De liefde tussen twee personen, die helemaal voor elkaar gaan en alles voor elkaar zijn. Het lijkt allemaal zo romantisch. Als kind wordt je bedolven onder de romantiek van deze monogamie, in alle sprookjes leefden ze ‘nog lang

en gelukkig’. Doornroosje en haar prins lukte het, net als Sneeuwwitje en Assepoester. Maar nu de realiteit. Er zijn vele onderzoeken gedaan naar vreemdgaan, onder mannen en vrouwen. De cijfers lopen uiteen, misschien omdat er niet altijd eerlijk wordt geantwoord. In de meeste onderzoeken komt het erop neer dat bijna eenderde van de vrouwen en bijna de helft van de mannen wel eens vreemdgaat in hun leven. Per jaar vinden er rond de 70.000 huwelijken plaats, maar ook ongeveer 30.000 scheidingen. Dat is bijna de helft. Als je kijkt naar deze cijfers verliest de romantiek van de monogamie toch een beetje haar glans. Volgens sommige biologen is de enige oorzaak van monogamie een verhoogde aanmaak van het hormoon ADH (antidiuretisch hormoon). De aanmaak van ADH is bij monogame diersoorten veel hoger dan bij soorten die polygaam zijn. Om te achterhalen of ADH de enige bepalende factor is verrichtte Larry Young een experiment waarbij door genetische manipulatie de aanmaak van ADH in de graslandwoelmuis verhoogd werd. De graslandwoelmuis is van nature niet monogaam, maar de gemanipuleerde muizen gaven veel aandacht aan één bepaalde muis (hun ‘partner’) en waren vaak in diens aanwezigheid, wat de onderzoeker aanzag voor een vorm van verliefdheid. Ook gingen ze geen seksuele contacten met anderen muizen aan, wat de doorslag gaf voor het aantonen van de monogamie van de gemanipuleerde muis. De grote tegenhanger van monogamie is polyamorie. Dit is een levenswijze waarbij het mogelijk is om van meer dan één iemand tegelijk te houden en zo meerdere relaties aan te gaan. Het wordt vaak verward met een open relatie, maar

- Monogamie is iets dat is opgelegd door de maatschappij -


Het meest gebruikte symbool voor polyamorie is het hart gecombineerd met het oneindigheidsteken.

Maar is een lang, gelukkig en liefdevol leven met z’n tweeën een illusie? Zijn alle liedjes, sprookjes en films dan gebaseerd op niets? Gelukkig zijn er nog veel mensen die geloven in de liefde voor elkaar en daar met z’n tweeën van genieten. Ieder jaar zijn er weer ruim 70.000 mensen die geloven in een leven lang samen en vervolgens een huwelijk met elkaar aan gaan. Ook de vele stelletjes die niet met elkaar trouwen, maar wel heel gelukkig met elkaar zijn, moeten niet vergeten worden. Monogamie, of het normaal is valt te betwisten, maar het is wel degelijk mogelijk. <<<

‘I hear the crystal raindrops fall On the window down the hall And it becomes the morning dew Darling, when the morning comes And I see the morning sun I want to be the one with you’ Bronnen: http://www.polyamorie.nl/ http://statline.cbs.nl/StatWeb/ http://www.kennislink.nl/web/show?id=164058 http://nl.wikipedia.org/wiki/Antidiuretisch_hormoon htt p://nl.wikipedia.org/wiki/Polyamorie http://www.polyamory.nl/ http:// nl.wikipedia.org/wiki/Monogamie http://www.giftpoint.nl/index.php?option=com_content &task=view&id=179&Itemid=105

9

Iemand die polyamorie veelvuldig in de media heeft gebracht en hier tot twee keer toe een lezing over gaf op de UvA is Ageeth Veenemans. Zij is ook schrijfster van het boek ‘ik hou van twee mannen’. Ageeth is ruim twaalf jaar getrouwd en moeder van drie kinderen. Haar man heeft al een aantal jaren een vriendin, de relatie tussen Ageeth en haar vriend is vorig jaar stukgelopen. Het is haar ambitie om de mensen zoveel mogelijk kennis aan te reiken over polyamorie. Zij zegt echter niet dat een polyamoureus leven het beste is voor iedereen. Voor sommige mensen is dit volgens haar niet weggelegd en die doen er het beste aan ‘gewoon’ monogaam te blijven. Vooral voor mensen die niet van hun jaloerse gevoelens afkomen is polyamorie soms te moeilijk. Over jaloezie krijgt zij veel vragen, het is voor veel mensen moeilijk voor te stellen dat zij geen jaloerse gevoelens heeft als zij denkt aan haar man en zijn vriendin. Ageeth geeft echter aan totaal geen last te hebben van jaloezie, ze is zelfs een keer op vakantie geweest met haar man en zijn vriendin. De tegenhanger van het jaloeziegevoel is volgens haar het jaliefgevoel. Dit is een euforisch vreugdegevoel dat je voelt wanneer je echt blij bent om het geluk van iemand anders, als je bijvoorbeeld ziet hoe blij jouw man is met zijn vriendin. Dit kan heftiger ervaren worden wanneer het voelen van liefde voor jouw partner samengaat met het gevoel van seksuele extase. Bijvoorbeeld wanneer je ziet dat jouw partner geniet van het bedrijven van de liefde met iemand anders. Er zijn binnen de definitie van polyamorie veel verschillende relatie-

vormen mogelijk. Bijvoorbeeld triorelaties, waarin drie mensen met elkaar een relatie hebben. Ze houden allemaal van elkaar en hebben seks met elkaar. Soms wonen ze ook samen en nemen ze zelfs kinderen. Er is niet veel bekend over het aantal polyamoureuze relaties, veel mensen durven hier nog niet voor uit te komen aangezien er nog altijd een taboe op rust. De verschillende relatievormen binnen polyamorie hebben gemeenschappelijk dat ze zijn gebaseerd op liefde, openheid, eerlijkheid en respect. Een goede open communicatie is hierbij onmisbaar. Ageeth zegt over haar polyamoureuze relatie: ‘De ruimte die mijn man en ik elkaar geven om ook andere liefdesrelaties aan te gaan heeft onze relatie heel sterk gemaakt. Wij hebben geen geheimen voor elkaar en delen alles samen. Ik mag mezelf zijn. Ik voel mij een rijk en gelukkig mens.’

maart 2009

dat is weer iets anders. Bij een open relatie gaat het vaker om het seksuele aspect, terwijl het bij polyamorie echt gaat om de liefde en de emotionele band die je met elkaar hebt. Je hebt niet zomaar seks buiten de deur, maar gaat een relatie met iemand anders aan, naast de relatie die je hebt met je man of vrouw. Volgens de polyamoristen is de mens van nature niet monogaam en wordt hij tegen zijn natuur in gedwongen monogaam te leven. Ze zien monogamie als iets dat is opgelegd door de maatschappij. Wanneer iemand polyamoureus is, betekent dat niet vanzelfsprekend dat diegene ook daadwerkelijk meerdere intieme relaties onderhoudt. Men kan polyamoureus zijn en geen enkele intieme relatie hebben.

Spiegeloog

Zwanen zijn monogaam, een zwanenpaar blijft hun hele leven bij elkaar. Het is bekend dat zwanen een levenslang treuren om het verlies van hun partner. Volgens een oud verhaal zorgt een zwanenveer die in het hoofdkussen van de echtgenoot wordt genaaid ervoor dat deze zijn partner trouw blijft.


Kopstukken Naam: Geboren: Overleden: Kopstuk, want:

Kurt Lewin 9 september 1890, Mogilno 12 februari 1947, Newtonville een van de grondleggers van de moderne sociale psychologie.

Tekst: Maartje Bult en Simon Nak

Spiegeloog

10

“There is nothing so practical as a good theory” - Kurt Lewin

maart 2009

politieke spanningen in Duitsland hoog op. De positie van de Joden verslechterde en Lewin emigreerde met zijn vrouw en dochter definitief naar de VS. In 1935 kreeg Lewin een vaste aanstelling als professor in de ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit van Iowa, waar hij tot 1944 zou blijven werken. Hij raakte betrokken bij onderzoek naar psychologische oorlogsvoering en groepsmoraal van de Amerikaanse troepen. Tegen het einde van de oorlog kreeg Lewin de kans om het Research Center for Group Dynamics op te zetten in Massachusetts. Tegelijkertijd werd Lewin’s action research model gebruikt in een aantal belangrijke studies naar sociale problemen op het gebied van religie en racisme. Dankzij dit onderzoek kreeg Lewin financiële ondersteuning voor het opzetten van de National Training Laboratories in Maine. Helaas overleed hij aan een hartaanval voordat dit project was voltooid.

In 1890 werd Kurt Lewin geboren als één van de vier kinderen in een joodse middenklasse familie in Mogilno, een klein dorpje in Pruisen (nu Polen). Op 15-jarige leeftijd verhuisde hij naar Berlijn om daar het gymnasium te volgen. In 1909 begon Lewin zijn studie geneeskunde aan de universiteit van Freiburg. Vervolgens ging hij naar de universiteit van München om biologie te studeren. Als student in München raakte hij betrokken bij de socialistische beweging en maakte hij zich zorgen over het opkomende antisemitisme. Ook wilde hij zich graag inzetten voor de verbetering van de positie van vrouwen. Met medestudenten organiseerde hij daarom een onderwijsprogramma voor laagopgeleide mannen én vrouwen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest Lewin het leger in. Field theory Hij raakte gewond in de strijd, en door zijn tijd in het leger Kurt Lewin’s field theory heeft zijn wortels in de Gestalt ontstond zijn interesse in Group Dynamics. Al in 1916 propsychologie. Volgens Lewin werd het gedrag van mensen moveerde hij aan de universiteit van Berlijn. Hoewel hij bepaald door het totaalbeeld van de situatie van die pertoen nog in het leger zat kreeg hij wel zijn doctorstitel toesoon. Het ‘field’ uit zijn field gekend. Tijdens zijn promotie theory staat dan ook voor ‘het groeide zijn interesse voor de - Om gedrag te begrijpen moet de hele geheel van bestaande feiten filosofie en de wetenschap die gezien worden als onderen maakte hij voor het eerst 'life space' bekeken worden ling van elkaar afhankelijk’. kennis met Gestalt psycholoHiermee wilde Lewin zeggen gie. dat volgens hem menselijk gedrag wordt bepaald door de Na de oorlog, in 1921, voegde Lewin zich bij het psycholomanier waarop mensen omgaan met de aanwezige spangisch instituut van de universiteit van Berlijn waar hij begon ning tussen hun zelfbeeld en hun beeld van de omgeving met doceren in psychologie en filosofie. Ook publiceerde op dat moment. De omgeving en het zelf samen vormen hij veel. Zowel zijn enthousiaste manier van lesgeven als de feiten waar Lewin het over heeft. Om gedrag te begrijzijn geschreven werk werden ook in de rest van de wereld pen moet het gehele ‘veld’ waarin mensen handelen bekebekend. Als gevolg hiervan kreeg hij in 1930 een uitnodiken worden. ging om een half jaar les te gaan geven op Stanford in de Elk individu neemt deel aan meerdere psychologische Verenigde Staten. Door de opkomst van Hitler liepen de


Group dynamics Vanuit de field theory ontstonden twee belangrijke ideeën over groepsprocessen. Het eerste, dat Lewin baseerde op zijn eigen Joodse groepsgevoel, hield in dat een groep niet een groep wordt doordat de leden onderling op elkaar lijken, maar doordat de leden zich realiseren dat hun lot afhankelijk is van het lot van de groep als geheel. Als gevolg daarvan is het logisch dat leden van de groep zich Kurt Lewin heeft met zijn onderzoek een belangrijke zullen inzetten voor het lot van de groep. Lewin noemde invloed gehad op het beeld van groepen en het werken met dit interdependence of fate. groepen. Ook heeft hij laten Lewin realiseerde zich wel dat zien dat de sociale psychologie - Het lot van een groepslid is afhankelijk niet elke groep zo’n sterk verin staat is gedrag op een geconbonden lot had als de Joden in troleerde manier te onderzoevan het lot van de hele groep de Tweede Wereldoorlog. Een ken. Weliswaar is er op bijna al tweede factor in groepsprocesLewin’s ideeën later wel kritiek sen is volgens hem dan ook het doel dat de leden van een geweest, maar zijn invloed op de ‘modernisering’ van de groep willen bereiken. Als groepsleden van elkaar afhansociale psychologie is groot geweest. Met name het belang kelijk zijn voor het bereiken van hun doel, ontstaat er een dat hij hechtte aan de integratie van theorie en praktijk sterke binding in die groep. Hiervoor gebruikte Lewin de is in het hedendaagse psychologie onderzoek nog net zo term task interdependence. Dit kan positieve en negatieve belangrijk als 65 jaar geleden. <<< effecten hebben. Een succesvolle groepsgenoot kan succes van anderen in de groep vergemakkelijken, maar een Bronnen groepsgenoot die het doel bereikt kan ook betekenen dat - Smith, M. K. (2001). 'Kurt Lewin, groups, experiential de andere groepsgenoten falen. In dat laatste geval is er learning and action research', encyclopedia of informal sprake van competitie binnen de groep. education, http://www.infed.org/thinkers/et-lewin.htm - O'Brien, R. (2001). An Overview of the MethodoloLeiderschap gical Approach of Action Research. http://www.web. In zijn boek Resolving Social Conflicts onderzoekt Lewin verca/~robrien/papers/arfinal.html schillende stijlen van leiderschap en de invloeden daarvan op een groep. Hij onderscheidde drie klassieke leiderschapsmodellen: democratisch, autocratisch en 'laissezfaire'. In de democratisch geleide groep zag Lewin meer originaliteit, groepsgevoel en vriendelijkheid vergeleken met allebei de andere groepen. Een probleem bij democratisch leiderschap is dat de groepsleden tijd nodig hebben om te wennen aan hun nieuwe situatie. Die overgang vraagt veel van de leider op dat moment. Het is jammer dat Lewin niet de tijd heeft gehad om zijn definitie van democratie verder uit te werken. Action Research Lewin heeft zijn idee over onderzoek doen geformuleerd als ‘action research’. Onderzoek zou volgens een ‘stappenplan’ moeten verlopen, dat bestaat uit een cirkel van plannen, handelen en evalueren van het resultaat van de handeling. Dit idee kan ook omschreven worden als ‘al doende leren’

Spiegeloog

– een groep mensen identificeert een probleem, doet iets om dit op te lossen, bekijkt hoe succesvol hun poging was, en doet zo nodig een nieuwe poging. Hoewel deze benadering bekritiseerd kan worden als een te simpele voorstelling van onderzoek, waardoor het niet meer wordt dan een te volgen procedure, is het wel een heel systematische manier van kijken naar onderzoek. Het moet misschien dan ook meer gezien worden als een manier van benaderen van het doen van onderzoek, dan als een voorgeschreven methode.

11 maart 2009

velden of ‘life spaces’, zoals de familie, school of werk. Lewin concludeert dan ook dat gedrag een functie is van het veld dat aanwezig was ten tijde van het gedrag.


Tabula Rasa Huh?! De techniek van het omdenken Berthold Gunster Tekst: Annelinde Rep

Spiegeloog

12

maart 2009

Ik ben altijd een beetje argwanend, misschien wel achterdochtig als het om populaire psychologieliteratuur gaat. Zo begon ik dan ook aan het boek ‘Huh?! De techniek van het omdenken’ van Berthold Gunster. De reden dat ik toch dit boek koos, was de voorkant. Ik ben een sucker voor voorkanten en deze wekte mijn nieuwsgierigheid. Met een kom-maar-op-met-je-zelfhulp-die-ik-toch-niet-nodig-hebhouding begon ik te lezen. Nadat je in staat wordt gesteld zeer nauwkeurig te kunnen schatten wanneer je dit boek uit zal hebben (‘Het leestempo van de gemiddelde lezer ligt op ongeveer 300 woorden per minuut. Om die reden is dit boek opgedeeld in hoofdstukken van ongeveer 3.000 woorden. Het lezen van elk hoofdstuk duurt dus zo’n 10 minuten’), wordt kort een aantal termen uitgelegd. Dat is wel zo handig, want wat is ‘omdenken’? En ‘vastdenken’? Omdenken is een probleem op een andere manier waarnemen, als een kans in plaats van als een obstakel. Vastdenken is, je raadt het al, het tegenovergestelde: je staart je blind op het obstakel zonder met een zinnige oplossing te kunnen komen. Het boek is een betoog voor het omdenken, we moeten problemen zien als kansen en dat doet men door het doorlopen van twee fasen. De eerste fase is de deconstructiefase, hier accepteer je het probleem en zie je het probleem als een feit. De tweede fase is de constructiefase: je gaat het probleem als een mogelijkheid zien. Dat klinkt prachtig, maar het is een typische tegeltjeswijsheid. Tegeltjeswijsheden zijn leuk voor op de wc, in het dagelijks leven doe je er echter weinig mee. Gelukkig is daar deel twee van het boek, waarin de 15 strategieën voor omdenken en dus een prettiger leven, staan beschreven. Onderverdeeld in vier basishoudingen, worden aan de hand van talloze (leuke!) voorbeelden op een snelle en energieke manier de strategieën toegelicht. Door middel van korte anekdotes over bijvoorbeeld het ontstaan van SillyPutty (The wonder toy of the Twentieth Century) en de bevrijding van het kasteel van Hochosterwitz in 1334, leer je stukje bij beetje om te denken. De methoden die worden besproken zijn heel verschillend. Sommige zijn een beetje saai, zoals ‘Wachten’, ‘Accepteren’,

‘Doorzetten’ en ‘Elimineren’. Andere zijn verfrissend, bijvoorbeeld ‘Focussen’. Deze strategie houdt in dat je even stil staat bij wat je ook alweer wilt bereiken. Soms ben je zo bezig met de middelen en je vijand een hak zetten, dat je volkomen je doel uit het oog verliest. Weer andere zijn ronduit hilarisch. Neem ‘Respecteren’. Dit is de favoriete strategie van de schrijver zelf en ik begrijp waarom. Het is de bedoeling dat je de andere persoon in het probleem volkomen serieus neemt, zo erg dat hij of zij daar zelf van schrikt. Vaak zeggen mensen dingen omdat ze denken dat toch niemand écht luistert en dan kunnen mensen wel eens gaan overdrijven. In plaats van negeren of confronteren met het overdrijven moet jij als praktiserend Ja-maaraanhanger er juist nog een schepje boven op doen. In de situatie die als voorbeeld wordt genomen belt een man de buurman van zijn zoon op. De buurman klaagde over allerlei onbenulligheden die de zoon in kwestie zou hebben gedaan om hem te irriteren. De vader zei het volgende tegen de buurman: ‘Als het nog een keer gebeurt moet je me bellen, dit is mijn nummer. Ik flikker mijn zoon met meubels en al op straat, is hij nou helemaal, zijn medebewoners het bloed onder de nagels vandaan halen, hoe durft ie.’ Waarop de buurman meteen reageerde met: ‘Rustig maar, zo erg is het nou ook weer niet’. Het fijne van het boekje (het is een lekker klein, handzaam formaat) is dat de schrijver niet doet alsof je een mislukt, onzeker en onbegrepen persoon bent waaraan dit boek absoluut een einde gaat maken (zoals veel zelfhulpboeken), maar de inzichten aanbiedt op een take-it-or-leave-it manier. Je hebt niet het gevoel dat iemand je probeert te overtuigen, wat in ieder geval bij mij zorgt voor minder scepsis en uiteindelijk zelfs enthousiasme. Helaas zijn niet alle strategieën even makkelijk toepasbaar en moet je ‘intuïtief ’ beslissen van welke basishouding je uit moet gaan. Misschien is het een proces en word je steeds beter als je meer oefent, dat kan natuurlijk ook. In elk geval raad ik dit boek aan iedereen die wel eens een probleem tegenkomt en zijn reactiemogelijkheden wil uitbreiden aan. Eenieder die vindt dat hij om problemen op te lossen geen boek nodig heeft raad ik strategie 2 en 6 aan.


Op Kamers

Tekst & Foto's: Vera van der Molen

Kamer: A 819 Bewoner: prof. dr. Alfred Lange Prof. dr. Alfred (Freddy) Lange is officieel al twee jaar met pensioen, maar vindt het hier zo leuk dat hij graag nog even blijft. Hij begeleidt studenten bij hun werkstukken en studenten kunnen klinische stages bij hem lopen. Zij kijken dan mee als hij hier op de UvA relatie en gezinstherapie geeft. Thuis heeft hij ook een eigen praktijk als psychotherapeut. Verder heeft professor Lange Interapy opgericht, waar hij nog veel mee bezig is.

Tekening Freddy begint zelf al snel over een grote schets die aan de muur hangt en aan de onderkant aan het zicht wordt ontrokken door een stapel boeken. ‘Dit stelt een vrouw voor die bloot is, zonder dat je daar veel van ziet. Dat vind ik mooi. Het is een schets die mijn dochter in twee minuten heeft gemaakt. Dat vond ik erg knap, maar ze kan dan ook heel goed schilderen. Het grappige is dat ik hier wel eens gefotografeerd ben voor een interview. Mensen die dat interview hadden gelezen merkten de tekening op en zeiden dan: ‘Hé, wat is dat voor een mooi ding daar op de achtergrond?’ Ze heeft gewoon talent, maar dat heeft ze niet van mij!

Tapijt Als ik op het opvallende tapijt wijs dat op de grond ligt, reageert Freddy enigszins verrast. ‘Ik zou daar niet aan gedacht hebben, maar inderdaad! Het ligt natuurlijk voor de hand waarom ik dit hier heb liggen: ik vind de grijze linoleumvloer ongelooflijk lelijk. Dit Perzische tapijtje heb ik hier al heel lang, al 20 jaar denk ik. Ik weet niet meer hoe ik eraan kom, maar ik vind het gewoon mooi. Het is goed dat je het zegt, want iedereen begint er altijd over. Het is dus wel opvallend en mensen vinden het ook echt leuk. Het is typerend voor deze kamer.

13 maart 2009

‘Toen ik een jonge psycholoog was, noemde ik me liever fotograaf dan psycholoog. Ik fotografeerde toen heel veel en had ook een eigen donkere kamer, waar ik nachtenlang in te vinden was. Toen ik daar geen tijd meer voor had, ben ik overgegaan op dia’s, die ik liet afdrukken. Ik fotografeer nog steeds, maar ben wel meegegaan met het digitale tijdperk. De foto’s die hier hangen zijn voornamelijk uit de tijd dat ik nog alles zelf deed. Er staat van alles op: bekenden, onbekenden in Parijs, maar ook heel vaak mijn kinderen in verschillende stadia van hun leven. Zij zijn uit zichzelf ook gaan fotograferen, dus er hangen een paar foto’s tussen die mijn zoon heeft gemaakt. En kijk hier, mijn screensaver staat ook vol met foto’s. Dat is het handige van digitale foto’s.’

Spiegeloog

Foto’s


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Als wij er niet over schrijven is het geen nieuws!

Onafhankelijk orgaan voor de afdeling psychologie No 325

Amsterdam, maart 2009

jaargang 36

Bijna tien miljoen euro voor uitwisseling tussen Europese en Indiase universiteiten De Europese Commissie heeft een nieuw programma opgezet: ‘Erasmus Mundus External Cooperation Window (EMECW) Lot 15: India'. Hierin werken twaalf Europese en acht Indiase universiteiten samen om de mobiliteit en uitwisseling in het hoger onderwijs en onderzoek te stimuleren. In totaal stelt Europa bijna tien miljoen euro beschikbaar, waarmee ongeveer vierhonderd beurzen gefinancierd worden. Het gaat in het programma vooral om de uitwisseling van studenten en medewerkers, van alle niveau's: bachelor- en masterstudenten, en wetenschappelijk personeel (inclusief promovendi en postdocs). De Universiteit van Amsterdam participeert in het programma. In de eerste ronde ontvangen meer dan twintig Indiase studenten en wetenschappers een beurs om naar de UvA te komen. India is een land met veel potentieel, met veel hoogopgeleide jonge mensen. Maar zelfs voor welgestelde Indiërs is het levensonderhoud in Amsterdam te duur. Het Erasmus Mundus-programma is de eerste stap die het mogelijk maakt voor Indiase studenten om onze onderwijsprogramma's te volgen. De geselecteerde studenten en medewerkers zullen een uitstekende aanvulling zijn op de UvA-gemeenschap. Selectie geschiedt op basis van hun weten-

schappelijke verdiensten en hun talent om op treden als ambassadeurs van India. De uitwisselingen zullen plaatsvinden tussen 2009 en 2012. Het EMECW-programma wordt gecoördineerd door Lund University (Zweden). Dr. Benedikt Löwe van het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC) is de wetenschappelijk coördinator voor de Universiteit van Amsterdam.

Karel van der Toorn bezoekt India

Dr. Karel van der Toorn, voorzitter van het College van Bestuur van de UvA en de HvA, was van zaterdag 24 januari tot zondag 1 februari met de KennisKring Amsterdam op studiereis naar India. De kenniskring is een samenwerkingsverband

tussen gemeente, bedrijfsleven en hoger onderwijs in Amsterdam. De delegatie, onder leiding van Commissaris van de Koningin NoordHolland Harry Borghouts, ging naar de plaatsen New Delhi, Mumbai en Hyderabad. Op het programma stonden bezoeken aan kennisinstituten (universiteiten en wetenschappelijke koepels vergelijkbaar met de KNAW en de VSNU), ondernemingen en projecten. De studiereis was bedoeld om India in de breedte te leren (ver) kennen. In delegatie zijn overheid, bedrijfsleven, onderwijs en gezondsheidszorg/life sciences vertegenwoordigd. Ook Jeroen Knigge (algemeen directeur HvA) en René Smit (voorzitter College van Bestuur VU) maakten deel uit van de delegatie. Bron: UvA Persvoorlichting


NWO organiseert Bessensap in NEMO

De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) organiseert op maandag 25 mei, in samenwerking met de Vereniging Wetenschapsjournalisten Nederland (VWN) en met science center NEMO, voor de negende keer Bessensap. Dit jaarlijkse evenement brengt journalisten, redacteuren, voorlichters en mediagenieke onderzoekers dichter bij elkaar. Het motto is ‘Wetenschap ontmoet pers; pers ontmoet wetenschap'. Onderzoekers die zich willen presenteren tijdens Bessensap, kunnen voorstellen indienen voor verschillende presentatievormen: de traditionele presentatie, de master-

leken. Het is dus belangrijk dat de wetenschappers (ook in hun presentatievoorstellen) lekentaal gebruiken, met daarbij aansprekende voorbeelden. Voorstellen kunnen tot woensdag 4 maart worden ingediend. NWO laat de indieners vóór 31 maart weten welke voorstellen zij uit het aanbod heeft gekozen. class-presentatie en de stand alonefilm. Ook kunnen zij zich aanmelden voor speeddates met journalisten. Voor alle presentaties geldt dat ze bedoeld zijn voor een publiek van journalisten. Journalisten zijn bovenal

Alle aanmeldformulieren - ook die voor het aanmelden als bezoeker - zijn te vinden op de website van NWO, zie onderstaande verwijzing. Voor meer informatie: bessensap@nwo.nl.

189 studenten dakloos door Amsterdam University College Van de 721 bewoners van het studentencomplex aan de Carolina MacGillavrylaan in Amsterdam moeten 189 studenten hun woning verlaten per 1 juli. Dat hebben zij vorige week van studentenhuisvester DUWO te horen gekregen. De andere bewoners mogen maximaal tot 1 juli 2010 blijven. Om deze studenten bij te staan krijgen alle studenten vandaag gratis rechtsadvies van de ASVA studentenunie. “De afgelopen weken was er flink wat onduidelijkheid ontstaan onder studenten” aldus ASVA voorzitter Martijn Weeda, “die onduidelijkheid hopen wij met ons advies weg te nemen”. Onduidelijk was onder meer wie hun woning moesten verlaten, of er überhaupt mensen konden blijven en waar het gebouw voor gebruikt zou gaan worden. DUWO heeft vorige week bekend gemaakt dat het gaat om de nummers 796 t/m 1172. “Veel andere informatie was echter al veel eerder bekend” aldus Weeda. “De communi-

catie van de UvA en DUWO naar de bewoners had zeker beter gekund”.

Het rechtsbureau van de ASVA studentenunie concludeert dat de studenten juridisch niet sterk staan. DUWO moet wel aantonen dat er sprake is van ‘dringend eigen gebruik’ door DUWO van de woningen. Dit gebruik moet in het verlengde van hun centrale doelstelling liggen. Ondertussen zijn de eerste studenten zich via de sociale netwerksite hyves aan het organiseren voor een rechtszaak. Het is nog onduidelijk waar de 189 studenten nu moeten gaan wonen. DUWO is niet verplicht vervangende woonruimte voor hen te verzorgen. De studenten voorzien grote problemen bij het vinden van een nieuwe plek om te wonen. Amsterdam is namelijk de stad met het grootste tekort

aan studentenwoningen in Nederland. De studenten moeten hun woning verlaten om plaats te maken voor studenten van het Amsterdam University College (AUC). Het AUC opent in september 2009 haar deuren en biedt een intensief, excellent Bachelorprogramma aan. Studenten genieten residentieel onderwijs, wat inhoudt dat zij ook wonen op de campus. Zij betalen 1853 euro meer collegegeld per jaar dan een reguliere student. Persbericht ASVA Studentenunie

Studentencomplex aan de C. MacGillavrylaan


- mededeling -


De universaliteit van abnormaal gedrag ‘Insanity - a perfectly rational adjustment to an insane world.’ R.D. Laing (Schotse psychiater)

Ooit wel eens een normaal mens ontmoet? Nee, waarschijnlijk niet. Toch moet de psychologie uitgaan van bepaalde criteria om een onderscheid te kunnen maken tussen normaal en abnormaal gedrag. Je kunt je echter afvragen of deze criteria wereldwijd toepasbaar zijn. Wat voor invloed heeft cultuur eigenlijk op psychopathologie? Bestaat er zoiets als universele abnormaliteit?

17

maart 2009

abnormaal gedrag, er crossculturele overeenkomsten en Abnormaal? zelfs universaliteiten bestaan in de onderliggende psychoWanneer is gedrag abnormaal? Om deze vraag te kunnen logische mechanismen en de subjectieve ervaringen van beantwoorden moet eerst worden vastgesteld wat norveel psychologische stoornissen. maal is. Dit is een behoorlijk lastige opgave. Normaal is Het is aannemelijk dat in beide standpunten een kern van immers een buigbaar begrip. De betekenis ervan neemt in waarheid zit. Het is immers nooit het een of het ander elke situatie of omgeving een andere vorm aan. Mensen in de wereld van de wetenschap. Uit een vroeg onderzoek denken gewoonlijk vanuit de vanzelfsprekendheid van hun van Benedict & Jacks (1954) blijkt dat de ‘major psychoeigen bestaan. Neem bijvoorbeeld een eerste kennismases’ in alle samenlevingen voorkomen. Later onderzoek king tussen iemand uit Nederland en iemand uit China. De komt met deze bevinding overeen. Sommige gedraginNederlander zal een sociale en open indruk willen maken, gen, vooral degene die geassocieerd worden met psychose wij hechten immers veel waarde aan een eerste indruk. De (denk aan hallucinaties en waanideeën) worden over de Chinees daarentegen zal zich naar zijn gewoonte afstanhele wereld herkend als abnormaal. Hierbij moet worden delijk opstellen en niet veel zeggen om iemand zo beter te benadrukt dat veel onderzoekers wel soortgelijke entiteikunnen observeren, hij wil er namelijk zeker van zijn dat ten van psychopathologie accepteren maar de symptomen zijn nieuwe kennis te vertrouwen is. Hierdoor zullen de twee als variabel zien. Berne (1959) verwoordde dit als volgt: elkaar bij de eerste kennismaking al vreemd vinden. Dit is ‘Klinisch gezien kunnen verschillen behandeld worden als slechts een kleine illustratie van een cultuurverschil in de louter dialecten of accenten van een gemeenschappelijke ervaring van wat als abnormaal wordt beschouwd. Dit vertaal; de Italiaanse schizofreen spreekt schizofreen met een schil ligt nog binnen de normale, geaccepteerde gedragspaItaliaans accent; de Thaise tronen. Maar hoe beïnvloedt manische spreekt manisch wat abnormaal wordt gevonmet een Thais accent.’ Het den in een bepaalde cultuur - De Nigeriaanse cultuur staat veel toleranter concept van de ziekte is dus de perceptie van een psychitegenover het horen van stemmen hetzelfde, maar de symptosche stoornis? men komen op een andere manier tot uiting. Cultuur en pyschopathologie Psychologen en andere sociaal wetenschappers buigen Schizofrenie zich al tientallen jaren over deze vraag. In de literatuur zijn Een van de ziektes waarbij dat het geval is, is schizofrenie. hierover twee verschillende standpunten geformuleerd. De Deze stoornis kan worden gezien als een universele psychieerste is het zogenoemde cultureel relativisme, dat ervan sche stoornis. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, uitgaat dat cultuur en psychopathologie onlosmakelijk met 1973, 1979, 1981) heeft meegewerkt aan een grootschalig elkaar verbonden zijn en dat abnormaal gedrag alleen kan onderzoek, de International Pilot Study of Schizophrenia worden begrepen binnen het culturele kader waarin het (IPSS), om de prevalentie en loop van de ziekte in meerdere voorkomt. De tegenovergestelde opvatting suggereert dat landen met elkaar te vergelijken. De landen die meededen hoewel cultuur een grote rol speelt bij de manifestaties van >>>

Spiegeloog

Tekst: Hannah Mathkor


Spiegeloog

18

waren Columbia, toenmalig Tsjecho-Slowakije, Denemarken, Engeland, India, Nigeria, de toenmalige Sovjet-Unie, Taiwan en de Verenigde Staten. Uit dit onderzoek kwam een aantal symptomen van schizofrenie naar voren die aanwezig waren in alle culturen, namelijk: gebrek aan inzicht, auditieve en verbale hallucinaties en referentie-ideeën, oftewel ervan uitgaan dat men zelf het centrale aandachtspunt is. Ook een aantal cross-culturele verschillen kwam aan het licht. De meest onverwachte bevinding was dat het ziekteverloop gemakkelijker bleek voor patiënten in ontwikkelingslanden dan voor patiënten in hooggeïndustrialiseerde landen. Schizofrenen in Colombia, India en Nigeria vertoonden een sneller herstel dan patiënten in Engeland, de toenmalige Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Deze verschillen werden toegeschreven aan de aanwezigheid van uitgebreidere sociale netwerken en de neiging om weer snel te gaan werken in ontwikkelingslanden. Er werden ook verschillen opgemerkt in de symptoomuitdrukking. Patiënten in de Verenigde Staten toonden minder gebrek aan inzicht en minder auditieve hallucinaties dan Deense of Nigeriaanse patiënten. Deze uitkomsten zijn wellicht gerelateerd aan cultuurverschillen in waarden die worden geassocieerd met inzicht en zelfbewustzijn. Hier wordt in de Verenigde Staten veel waarde aan gehecht, maar in de andere landen minder. Afgezien van de manier van tot uiting komen van symptomen verschillen culturen ook in de mate van acceptatie van bepaalde symptomen. De Nigeriaanse cultuur bijvoorbeeld staat veel toleranter tegenover de aanwezigheid van en daarmee dus het horen van stemmen.

maart 2009

Depressie Hoewel er bij depressie, net als bij schizofrenie, universele symptomen kan worden genoemd, zoals anhedonie en verlies van eetlust of slaap, is er met betrekking tot depressie veel meer discussie gaande over de vraag of het concept van de ziekte wel crosscultureel valide is. Meerdere auteurs opperen dat de Westerse psychiatrie menselijk lijden probeert te medicaliseren door depressie als een ziekte te

beschouwen. Good, Good, en Moradi (1985) bijvoorbeeld zien een depressieve gemoedstoestand als een normaal religieus gevoel onder Iraniërs. Als aanvulling hierop geeft Obeyesekere (1985) aan dat sommige symptomen van depressie, zoals hopeloosheid en het gevoel nergens meer plezier uit te halen niet als abnormaal zou worden gezien onder boeddhisten. Volgens deze auteurs zou depressie zodoende niet moeten worden bestudeerd in een andere cultuur zonder rekening te houden met de culturele context en de betekenis van de ervaring van verdriet. Een paar andere punten die aanleiding vormen tot debat zijn de lage incidentie van depressie, het gebrek aan schuldgevoelens en de lage zelfmoordgetallen in niet-Westerse culturen. Desondanks is men het er in het algemeen over eens dat depressie ook daar wel degelijk voorkomt. Wel wordt de ziekte anders ervaren in verschillende werelddelen en neemt het daardoor vaak een andere vorm aan. In niet-Westerse landen zoals China komt depressie veel vaker op een somatische (lichamelijke) manier tot uitdrukking, terwijl de ziekte in het Westen wordt gezien als een duidelijk psychische stoornis met een biologische grondslag. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat er in China door de heersende collectivistische cultuur een groter taboe rust op het uiten van psychische klachten in het bijzijn van anderen. Somatisatie biedt in dat geval een geoorloofde manier om hulp te vragen. Ook zijn er talen waarin men geen onderscheid maakt tussen sommige emoties. Dit kan ook een reden zijn voor somatisatie. Cultuurspecifieke syndromen Cultuurspecifieke syndromen zijn vormen van abnormaal gedrag die alleen in bepaalde sociaal culturele omgevingen geobserveerd worden. De specifieke patronen van symptomen van deze stoornissen passen niet in de diagnostische criteria van psychologische stoornissen in de Westerse classificatiesystemen. Rapportage van deze syndromen vormt daardoor wellicht de sterkste ondersteuning voor cultureel relativisme in het begrijpen en omgaan met abnormaliteit. Het meest bekende voorbeeld van een cultuurspecifiek syndroom is amok. Deze abnormale gedraging komt voor in meerdere landen in Azië, waaronder Maleisië, de Filippijnen en Thailand, en wordt gekenmerkt door plotselinge woede en moorddadige agressie. Het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door stress, slaaponthouding en alcoholmisbruik en het komt vooral bij mannen voor. De uitdrukking 'amok maken', oftewel als een bezetene tekeer gaan, is hiervan afgeleid. Een andere cultuurgebonden stoornis is Witiko, ook wel bekend als Windigo, een syndroom dat is geobserveerd bij Alonquin India-

Oosterse 'cupping treatment' voor de behandeling van mentale klachten (bron: boston.com)


dem)

Literatuur: - Al-Issa, I. (1995) Handbook of culture and mental illness: An international perspective - Matsumoto, D. (2000) Culture and Psychology. People around the world - Van Oudenhoven, J.P. (2002) Cross-culturele psychologie. De zoektocht naar verschillen en overeenkomsten tussen culturen.

leesvoer voor psychologen

Tekst: Joost Molenaar

Overlevingsgids voor hooggevoeligen, Kyra Mesich (2000) Reageer jij ook wel eens gevoeliger dan anderen om je heen? Voor alle mensen die zeer gevoelig zijn voor de vele prikkels uit hun omgeving, schreef Mesich een Overlevingsgids. Het bevat allerlei handige tips, adviezen, meditatie-oefeningen en visualisaties. Mesich is zelf psychotherapeute en merkte dat ze zich de gevoelens van haar patiënten enorm aantrok, waardoor ze erg in de war raakte. Achteraf verklaart ze dit door sluimerende empathische paranormale begaafdheid. Het aardige van dit boek is dat de af en toe zweverige onderwerpen toch op een heel klinische manier worden besproken en daarom geeft dit boek, wanneer je door die zweverigheid in de tekst heen leest, toch een aardige inkijk in de gevoelswereld van een klinisch psychologe. Kampen: Ten Have, van € 14,90 voor € 4,99, 136 p. Neuroten!, Steven Pont (2004) Waarom je soms gek wordt van je collega’s (en zij van jou), zo luidt de ondertitel van dit boek. Steven Pont is trainer en veelgevraagd tv-psycholoog. Waarom zijn collega’s soms halsstarrig en contraproductief in jouw ogen? En waarom halen ze het bloed onder je nagels van vandaan? Volgens Pont is dit gedrag dat bescherming tegen angst biedt, maar overdreven is en niet-adequaat (typisch psycho-woord - red). Dit boekje biedt kennis en begrip van ogenschijnlijk oncollegiaal gedrag, zodat je hier beter mee kunt omgaan. En misschien herken je wel een neurotisch trekje bij jezelf. Houten: MOM/Unieboek, van € 14,90 voor € 4,99, 189 p. De betovering van Harry Potter, Benoît Virole (2001) Harry Potter bestond ruim tien jaar geleden alleen nog in het hoofd van Joanne Rowling, nu kent bijna iedereen hem, van jong tot oud. Wat is het geheim van het succes van de Harry Potter-boeken? Kinderpsycholoog Virole haalt verrassende details uit Rowlings verhalen, en illustreert die met reacties van kinderen. Hij vergelijkt de stijl met de hyperactieve wereld van videospelletjes en trekt parallellen met de leefwijze van moderne kinderen. Wat dat geheim dan is? Dat kun je zelf lezen voor slechts € 3,50. Leesvoer voor kinderpsychologen! Kampen: KOK, van € 14,90 voor € 3,50, 136 p. Bovenstaande boeken verkrijgbaar bij de Slegte, Amsterdam.

Spiegeloog

Uit het autowrak gezaagd, Jaap van Heerden (2007) Zo nu en dan, met regelmatige tussenpozen, duikt er weer een bundel verzamelde mini-essays van Jaap van Heerden op tussen de schatten van de modern antiquariaten. Elk daarvan is het lezen meer dan waard. Van Heerden was tot een paar jaar geleden nog docent Psychologie aan de UvA en is nu hoogleraar in Maastricht. Zijn kwikzilverachtige betogen over ogenschijnlijk alledaagse gebeurtenissen en zijn hoogst originele kijk op zaken geven haast achteloos blijk van een grote geestelijke diepgang. Voor zo’n schrijver of docent zou je bijna in Maastricht gaan studeren. Amsterdam: Prometheus, € 5,99, 158 p.

19

Universele abnormaliteit en de DSM als maatstaf Uit bovenstaande kan worden opgemaakt dat er zeker een soort universele abnormaliteit bestaat; schizofrenie en depressie worden beide als abnormaal gezien, zij het op een wat andere manier misschien. Toch is er nog veel onbekend en kan er een groot aantal vraagtekens worden gezet, vooral bij de diagnosticering van psychische stoornissen wereldwijd. Psychologiestudenten wordt geleerd dat de DSM-IV zo’n beetje de bijbel is van de abnormale psychologie. Mag je er dan vanuit gaan dat alles wat daar niet in vermeld staat niet abnormaal is of nog erger: niet voorkomt? De DSM is gebaseerd op Westerse waarden en is voornamelijk ontwikkeld op ervaringen met blanke patiënten. Hierdoor is de categorisering in veel opzichten gekleurd. Een belangrijk gevolg hiervan is dat voor veel abnormaal gedrag, zoals de hierboven genoemde cultuurspecifieke syndromen, binnen de DSM geen plaats is. De Jong (1996) stelt als oplossing voor om als correctie op de DSM-IV een databank aan te leggen van casussen die moeilijk of niet te classificeren zijn en eventueel een speciale categorie te ontwerpen voor ‘atypische’ of cultuurspecifieke gedragingen. Een dergelijke aanvulling zou psychologen wereldwijd kunnen stimuleren om hun cultuurbril af te zetten en de wereld met frisse blik tegemoet te treden. <<<

ramsj!

maart 2009

nen in Canada. De aanleiding hiervoor is het geloof dat de desbetreffende persoon bezeten is door de witiko geest, een mensetend monster. Dit geloof kan resulteren in kannibalistisch gedrag, gepaard gaand met zelfmoordpogingen om de kannibalistische neigingen uit de weg te gaan. Afgezien van deze agressieve syndromen kennen andere culturen ook bepaalde fobieën waar wij in het Westen niet bekend mee zijn. Zo bestaat onder Eskimo’s de kajakangst, een psychische stoornis bestaande uit paniekaanvallen en angsten veroorzaakt door een langdurig gebrek aan zintuiglijke prikkels tijdens de eenzame jacht in een kajak. Tot slot nog koro, een angst bij jonge volwassenen dat de penis begint te krimpen. Koro werd als eerste geobserveerd in China en later werd een soortgelijke vorm geconstateerd in veel delen van India. Deze andere vorm wordt gekenmerkt door angsten over de grootte en vorm van de penis, de kwaliteit en kwantiteit van het sperma en impotentie. Bij vrouwen werd krimpen van de borsten gerapporteerd. De symptomen worden meestal toegekend aan masturbatie.


De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

De vraag van Andries van der Leij (Psychonomie)

Het antwoord van Jaap Murre (Psychonomie)

Beste Jaap,

Spiegeloog Spiegeloog maart 2009 juni 2008

20 20

In de neurowetenschappen is er een trend waarneembaar richting modulaire systemen. Het je voorstellen van visuele informatie, maar ook van bijvoorbeeld smaak of geur wordt in dezelfde gebieden verwerkt als de perceptie ervan. Binnen het ‘mirrorgebied’ blijken gebieden multimodaal: deze worden zowel actief bij het waarnemen van een actie, als bij het horen van een beschrijving of een geluid van de actie. Dit soort observaties wordt door onderzoekers samengevat als bewijs voor een compleet modulair cognitief systeem (bijvoorbeeld geformuleerd als grounded cognition door Barsalou). Toch zijn bepaalde vormen van informatie zo abstract (bijvoorbeeld in taal termen als ‘geluk’) dat het moeilijk voor te stellen is dat we helemaal afkunnen zonder amodale systemen. Hoe wordt deze trend richting modulariteit opgevat binnen het computationele veld? Andries

Beste Andries, Het idee van modulariteit is niet nieuw maar wordt vanuit de cognitieve wetenschappen al sinds de jaren zeventig gepropageerd, onder andere door Jerry Fodor met zijn Modularity of Mind. De mind zou bestaan uit cognitieve modules die relatief autonoom functioneren en onderling beperkt communiceren. Voor ingenieurs is modulariteit een van de basisprincipes die het mogelijk maken om ook het ontwerp van zeer ingewikkelde systemen beheersbaar en schaalbaar te houden. Als we een modern apparaat als computer openmaken, vinden we daarbinnen verschillende modules: printplaten, met daarop ook weer modules in de vorm van losse chips. Waarom is dit een handige ontwerpstrategie? Modules zijn ‘encapsulated’: binnen een module kan enorm complexe functionaliteit schuilen waar je van buitenaf beter niet aan kunt komen. Communicatie met andere modules is dan ook beperkt tot heel bepaalde elementen. Modulaire systemen zijn hierdoor makkelijk op te schalen en te repareren. In een PC zet je makkelijk wat geheugenchips erbij of je vervangt er eentje (als je verstand hebt van PCs natuurlijk). Omdat deze strategie zo succesvol is bij het ontwerp van ingewikkelde systemen, is het een aantrekkelijk gedachte dat de hersenen dit principe ook wel zullen gebruiken. Daarvoor zijn ook veel andere argumenten aan te voeren. Op globale schaal zien we al verschillende anatomsiche structuren als linker en rechter hersenhelft, cerebellum, etc. Deze ‘systemen’ zijn maar beperkt verbonden met de rest van de hersenen, een soort anatomische modules dus. Op kleinere schaal vinden we regelmatige structuren die steeds herhaald worden: de microscopische ‘minikolummen’ of microcircuits in de cortex bijvoorbeeld. De cortex van een dier als de mens of de walvis is dan waarschijnlijk zo groot geworden doordat het DNA zich zo geëvolueerd heeft dat er steeds meer


Jaap Murre (Psychonomie) geeft de Rondvraag door aan Jelte Wicherts (Methodenleer)

Jaap

2121

maart juni 20092008

kolommetjes bij zijn gezet, ongeveer als chips in een PC. Van evolutie wordt dan ook vaak gezegd dat het modulair werkt: bouwstenen van ons lichaam ontwikkelen zich relatief onafhankelijk tot nieuwe functionele modules. Cognitief psychologen en neurobiologen vonden elkaar in de jaren tachtig en negentig waar het modules betrof als bijvoorbeeld gezichtsherkenning. Er bestaan namelijk mensen die heel specifiek geen gezichten kunnen herkennen maar wel gebouwen, koffiepotten en grassprietjes. Ook werden er gebieden gevonden als de fusiform face area (FFA). Dit gebied licht op in de fMRI scanner als een proefpersoon naar gezichten kijkt. Blijkbaar hebben we dus te maken met een gezichtenmodule en kan deze ook nog eens op de cortex gelocaliseerd worden. Dit verhaal kwam na de eeuwwisseling een beetje op de helling toen Jim Haxby en zijn groep op Princeton ontdekten dat het ‘gezichtengebied’ FFA ook huizen, katten en scharen kan herkennen en dus niet alleen maar gezichten verwerkt. Verder worden gezichten ook herkend door andere delen van de cortex, buiten de FFA. Zijn data suggeren dat functies als gezichtsherkenning niet zozeer als grote modules op de cortex liggen maar meer in een patroon van vlekjes van enige millimeters groet. Ieder vlekje specialiseert zich in een brede categorie als gezichten, maar tegelijkertijd misschien ook katten en vogels en nog andere stimuli. Dit levert een meer gedistribueerde representatie op dan strikte modulariteit voorspelt. Wel vind je in de FFA relatief veel vlekjes die (ook) gezichten verwerken. Kortom, modulariteit is een goede ontwerpstrategie die in de hersenen op allerlei manier terug te vinden is. Maar het is niet het enige ontwerpprincipe. Veel functies zijn verspreid en door elkaar gehusseld terug te vinden en komen dus niet strikt modulair voor.

Het blijkt dat jonge mensen tegenwoordig dramatisch veel hogere IQ scores halen dan jonge mensen zeg 50 jaar geleden. Zijn er inmiddels harde gegevens die verklaren waardoor dit komt? En treedt dit effect op voor alle subtests of is het sterker voor visuele of juist verbale tests? Als je namelijk aanneemt dat de moderne informatiemaatschappij de cognitieve ontwikkeling stimuleert, zou je verwachten dat deze voortuitgang met name op de visuele dimensie te vinden is. Vroeger was men immers ook (of juist) al sterk verbaal in de weer met dikke boeken en radio, maar zonder TV, PC, etc.

Spiegeloog Spiegeloog

Beste Jelte,


Grenzenloos

Spiegeloog

Een Brit leerde mij het veelomvattende woord jobsworth. Je ziet ze zo nu en dan; zelfingenomen, weinig flexibel, koste wat kost de regels nalevend en uitzonderingen als bedreiging ziend... “I won't do it because it's more than me job's worth”. Kan het zijn dat je de jobsworth a la Gareth van the Office meer tegenkomt in de Angelsaksische delen des werelds? Zo kwam ik vorige week na een fietstocht door de regen doorweekt aan op de campus en vertelde de juffrouw in sportschool (waar ik lid ben) dat ik snel een douche wilde nemen. Helaas wilde ze me werkelijk waar “an additional 60p charge” rekenen (het accent moet je er eigenlijk bij horen) omdat ik niet de combi-

22

maart 2009 En dan is het eindelijk zo ver! De laatste week voor vertrek was echt heel druk met tentamens, een presentatie en de laatste voorbereidingen. Op 3 februari stond ik op Schiphol, met mijn backpack. Via Hong Kong vloog ik naar Melbourne. In Melbourne werd ik opgehaald (dat had ik geregeld via de University of Melbourne) en naar mijn hostel gebracht. Het was heel gek om alleen in een stad aan de andere kant van de wereld te zijn. Ik ben nu 2 dagen in Melbourne en al aardig gewend. Gisteren heb ik de University of Melbourne bezocht. Er is een International Centre voor internationale studenten. Ik kreeg een kaart van Melbourne. De mensen die daar werken zijn echt heel aardig en je kunt altijd naar ze toegaan met vragen. De universiteit is supermooi! Er

natie gym+douche maakte (gratis), maar slechts voor de laatste optie ging. Dan de nachtportier die naar de kapotte boiler kwam kijken en duidelijk niet wist wat ie ermee aan moest. Na hem grappend te wijzen op mijn net op de kop getikte reader's digest repair manual uit de jaren '70, wees hij me er streng op dat ik toch echt NIETS maar dan ook NIETS aan mocht raken in huis. Het hoge aantal brandalarmen, een bibliotheek vol waarschuwingstickers en -echt waar- health&safety policies voor het toiletprullenbakje, zijn meer voorbeelden van hetgeen dat ik zou omschrijven als een gebrek aan vertrouwen in vindingrijkheid van je medemens.. Even tot 10 tellen en het is gelukkig keer op keer dolkomisch. Binnen de universiteit hier geldt gek genoeg het tegenovergestelde en heerst een totale vrijheidsmentaliteit. Een onderzoeksproject is vrij voor eigen inzicht en alle onderdelen van idee tot opzet tot uitvoering worden door de student zelf gedaan. Waar begin je dan? Wat verdooft meer: een overkill of een gebrek aan regels? En wat is efficiënter voor de ontwikkeling van creativiteit? Mijn Indiase studiegenootje, gewend aan “learning by heart”, heeft het idee door gebrek aan leidraad niets zinnigs op te steken, maar stiekem word ik geïnteresseerder dan ooit.

Corinde Wiers is zesdejaars psychobiologie en psychologie en doet haar master psychonomie in Brighton (GB). zijn veel gebouwen, allemaal verschillend en allemaal mooi. Ik had voor vertrek nog geen kamer in Melbourne, maar via de website van de universiteit kun je heel makkelijk naar kamers zoeken. Gisteren ben ik meteen bij een kamer gaan kijken en deze kamer huur ik nu. (Ik heb echt geluk dat ik binnen een dag een kamer heb, want hier is het soms ook lastig om een kamer te vinden). Ik woon samen met een jongen uit India en een meisje uit China die ook aan de University of Melbourne studeren. De kamer is op loopafstand van de universiteit en het centrum. Vandaag ben ik met de tram het centrum ingegaan. Melbourne is een prachtige stad. De stad doet een beetje Europees aan en je voelt je er snel thuis. Er rijden veel trams dus je kunt makkelijk van de ene naar de andere kant van de stad. De komende week ben ik nog vrij en daarom wilde ik graag naar een andere stad. Ik ga een week naar Cairns, een stad meer in het Noorden van Australie. Het is leuk om ook veel van het land te zien in de tijd dat je hier studeert. Volgende week zal de Melbourne Welcome beginnen, een introductieweek voor internationale studenten. In die week krijg je informatie over studeren in Melbourne en zijn er veel activiteiten georganiseerd. Het is nog niet bekend wat dit jaar het programma is, maar in vorige jaren gingen studenten bijvoorbeeld een dag surfen. Ik kijk er erg naar uit! Ik ben benieuwd hoe het is om hier te studeren.

Joëtta Zoetelief studeert een semester aan de University of Melbourne (Australië).

Psychologie studeren in het buitenland? Neem contact op met het International Office, kamer A 2.14 A, inloopspreekuur: woensdag van 15.00 - 17.00 uur, e-mail: internationaloffice-psychology@uva.nl, telefoon: 020-525 6773.


Filmrecensie Tekst: Lydia Sprenger

Slumdog Millionaire

Slumdog Millionaire is te zien in Cinecenter, Filmtheater Rialto, Pathé Arena, Pathé de Munt, Pathé Tuschinski en The Movies.

23 maart 2009

schoenen van toeristen (die deze nietsvermoedend uitdoen om de Taj Mahal te betreden) te verkopen op de markt. Maar Jamal is Latika nooit vergeten en wil naar haar op zoek. Salim, die zich ondertussen steeds meer ontpopt als een gangsterbaasje, gaat met tegenzin mee. Als ze haar uiteindelijk vinden komt het tot een confrontatie tussen de broers. Weer scheiden de wegen van Jamal en Latika (in volwassen versie gespeeld door Freida Pinto), maar deze keer is het Jamal die alleen overblijft wanneer Salim zijn broertje wegjaagt. Maar liefst acht Oscars won deze film, waaronder die voor Beste Regie (Danny Boyle) en die voor Beste Film. Na het zien van de film rijst de vraag of dit wel helemaal terecht is. De film zit weliswaar goed in elkaar, maar de keerzijde hiervan is dat het verhaal een beetje voorspelbaar is. Zo zijn er meer dingen die de film wel goed, maar niet geweldig maken. Het is een vermakelijke film, maar geen emotioneel meeslepende film. Het is een maatschappijkritische film, maar slaagt er niet om echte woede of verontwaardiging op te roepen. De acteurs - die overigens geen van allen genomineerd waren voor een Oscar - leveren gedegen werk af, maar zijn niet in staat om de nodige gelaagdheid in hun rol aan te brengen. Hun karakters blijven nogal eendimensionaal. Kortom: deze film bewijst maar weer dat The Academy nogal eens de plank mis slaat bij het kiezen van de Beste Film. Maar dat hoeft geen reden te zijn om deze film aan je voorbij te laten gaan. Ondanks alle kritiekpunten is deze film zeker de moeite waard. Alleen al voor de aandoenlijke kindacteurs die daadwerkelijk uit de sloppenwijken van Mumbai komen en deze uitvoering van het rags to riches verhaal daarmee een extra dimensie geven.

Spiegeloog

Stel je voor: je bent een opgegroeid als een arm weeskind en staat nu op het punt miljonair te worden in het tv programma Lotto Weekend Millionaires. Maar voor het zover is: hoe ben je eigenlijk terecht gekomen in die hot seat tegenover Robert ten Brink? Hoor je daar wel? Ben je echt zo slim? Heb je misschien vals gespeeld? Of is het je lot? Dit is waar Slumdog Millionaire over gaat. Alleen speelt deze versie van dit klassieke rags to riches verhaal zich niet af in een Westerse samenleving, maar in India. Hier zijn arme weeskinderen ook echt arm en tref je niet de immer vriendelijke Robert ten Brink voor je in de quizshow Who wants to be a millionaire?, maar een ijdele presentator die vooral zichzelf centraal wil stellen. Hij laat Jamal Malik, de hoofdpersoon in dit verhaal (in volwassen versie gespeeld door Dev Patel), arresteren als deze op het punt staat de laatste vraag voor 20 miljoen roepie (ongeveer 310.000 euro) te beantwoorden. Een arme wees uit de sloppenwijken (slums) van Bombay (nu Mumbai) die het zover schopt, dat moet wel een fraudeur zijn. Dit gegeven schetst het decor voor een raamvertelling waarin we afwisselend zien hoe Jamal steeds een ronde verder komt in de quiz en hoe hij de benodigde kennis om de vragen te beantwoorden van jongs af aan heeft opgedaan. In zijn vroege leven in de sloppenwijk trekt hij altijd op met zijn oudere broer Salim, die al jong de kunst verstaat om uit elke situatie klinkende munt te slaan. Deze vaardigheid komt hen goed van pas wanneer hun moeder bij een aanval op hun sloppenwijk wordt vermoordt en de broers als wezen verder moeten. Het weesmeisje Latika klampt zich bij hen aan en wordt goede vriendjes met Jamal. De drie kinderen worden opgenomen in een weeshuis. Wanneer hun leven daar niet veilig blijkt, slaan de broers op de vlucht, Latika achterlatend. In de volgende fase van hun leven overleven de broers door voedsel en speelgoed te stelen en te verkopen op de trein, rondleidingen te geven door de Taj Mahal en de gestolen

regie: Danny Boyle


Mededelingen voor nummer 326 kunnen tot 31 maart 2009 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 326 komt halverwege april 2009 uit.

VSPA activiteiten Ook deze maand heeft de VSPA weer allerlei leuke en interessante bezigheden voor haar leden en andere geïnteresseerden. Kijk voor meer informatie over de activiteiten op www. vspa.nl .

Spiegeloog

Donderdag 12 maart Borrel in Krater - Leer onder het genot van een drankje je mede studenten kennen! 17.00 uur. Psychologiefeest: White Night in Escape deluxe, dresscode: wit. Week van te voren voorverkoop in hal A. 22.00 - 04.00 uur.

maart 2009

Dinsdag 17 maart Excursie defensie: Interessant voor A&O studenten, de focus zal liggen op selectie. Jamsessie in Maloe Melo: muziek maken met je medestudenten. 21.00 - 03.00 uur

24

Dinsdag 31 maart Lezing - Het onderwerp is nog niet bekend. Wil je meedenken over onderwerpen, kom dan bij de lezingencommissie van de VSPA, mail naar lezingen@ vspa.nl Woensdag 1 april Excursie defensie: Interessant voor klinische studenten, de focus zal liggen op het gz gedeelte van defensie. Donderdag 2 april Borrel in Krater. 17.00 uur.

Donderdag 19 maart Borrel in Krater. 17.00 uur.

Donderdag 9 april Borrel in Krater. 17.00 uur.

Donderdag 26 maart Borrel in Krater. 17.00 uur.

Donderdag 16 april Borrel in Krater. 17.00 uur.

CREA CREA, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam Inlichtingen: 020 5251420. Website: www.crea.uva.nl Maandag 16 maart 20.00 uur. De impact van Darwin Spreker: dr. Chris Buskes (Filosofie, Radboud Uni-

versiteit, Nijmegen). Chris Buskes schreef een bekroond boek over de invloed van de evolutie-

theorie op de verschillende we t e n s ch a p s g e b i e d e n : ‘Evolutionair denken, de invloed van Darwin op ons wereldbeeld’ (2007). Hij zal eerst ingaan op de evolutietheorie zelf, en daarna kijken naar de controverse die Darwin nog steeds oproept: wat staat mensen zo tegen in de evolutietheorie? De reikwijdte van het darwinistische denkraam is in de laatste decennia enorm gegroeid. Dit zal worden toegelicht aan de hand van het voorbeeld van de moraal. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis voor studenten en UvAmedewerkers /€ 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. Dinsdag 17 maart 20.00 uur. i.s.m. Machiavelli DocuRama 3 Documentaire: ‘Iraq for Sale’ (2006) Inleiding en nabespreking: Dr. Charlotte Hille (UD politicologie aan de UvA, voormalig beleidsadviseur mensenrechten en internationaal recht voor de staatssecretaris voor Emancipatie). De documentaire ‘Iraq for Sale’ (Robert Greenwald, 2006, 75 min.) laat zien hoe private ondernemingen in Irak de Amerikaanse regering te veel laten betalen voor slecht werk. Deze bedrijven - Blackwater, Halliburton/ KBR, CACI and Titan brengen de levens van soldaten en burgers in gevaar.

Wat is de relatie tussen hen en de mensen die het voor het zeggen hebben? Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers / € 5,alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. Donderdag 19 maart 20.00 uur. i.s.m. Turkije Instituut 'Turkey in the Global Economy: Rising Tiger or IMF Failure?' Speaker: Erinc Yeldan (Professor at Bilkent University, Ankara). Erinc Yeldan is also an Executive at the Independent Social Sciences Alliance. He is a prolific columnist and has spoken at many international events, like the World Social Forum. During the last few years, Turkey has been described by some commentators as an ‘Anatolian Tiger’. However, Erinc Yeldan predicts a course for Turkey similar to that of Argentina, another country that seemed to be prospering under IMF rules until the ‘bubble burst’ in the nineties. Plaats: CREA Theater. English spoken. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers /€ 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. - Mooie vrouwen en lelijke wijven in de cultuur van de Italiaanse Renaissance. Spreker:Dr Harald Hendrix (hoogleraar Italiaanse letterkunde, Universiteit van


Maandag 6 april 20.00 uur. Real World Economics (5): The Commercialization of the Universities Speakers: dr Andrea Morrison (Universiteit van

Donderdag 12 maart 20.00 uur. Nederland als een wereldmacht in de natuurkunde in de decennia rond 1900. In samenwerking met de Faculteit der Geesteswetenschappen. De leerstoel geschiedenis van de Natuurkunde is ingesteld door de Stichting Pieter Zeeman-Fonds, die tot doel heeft het stimuleren van de beoefening van de geschiedenis van de natuurkunde, vooral in Nederland in de 19e en 20e eeuw. Het onderzoek van prof. dr. Anne J. Kox heeft twee zwaartepunten: in de eerste plaats het werk en het leven van de Nederlandse natuurkundige en Nobelprijswinnaar Hendrik Antoon Lorentz (1853-1928), van wie hij een brieveneditie uitgeeft en wiens biografie hij schrijft. Daarnaast houdt hij

Maandag 20 april 20.00 uur. Wat leren we van het collectief gedrag van dieren voor menselijke organisaties? Spreker: dr Jaap van Ginneken (schrijver van diverse studies over collectief gedrag; net verschenen: De kracht van de zwerm, 2009) Plaats: CREA Theater, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. Website: www.crea.uva.nl

zich bezig met het werk van Albert Einstein. Al meer dan twintig jaar is hij betrokken bij het Einstein Papers Project (California Institute of Technology, Pasadena, VS), dat de uitgave verzorgd van de Collected Papers van Einstein (er zijn inmiddels tien delen verschenen). De twee genoemde zwaartepunten staan overigens niet los van elkaar: Einstein en Lorentz onderhielden een warme vriendschapsrelatie en Einstein was een regelmatig bezoeker van de Leidse Universiteit, waar hij een bijzondere leerstoel bekleedde. Toegang is gratis. U dient zich wel van tevoren aan te melden via www.spui25.nl. U ontvangt géén bevestiging. Als de maximumcapaciteit van de zaal bereikt is, is aanmelden niet meer mogelijk.

Vrijdag 20 maart 20.00 uur. Nachtwerk, vertellingen in de boekennacht. In samenwerking met de boekennacht op het Spui. Op de laatste vrijdag van de boekenweek zullen rond het thema ‘de Nacht' verschillende programma's plaatsvinden buiten op het plein en op diverse locaties rond het Spui. De boekenmarkt blijft de hele nacht open en u kunt zich laten verrassen door een veelheid aan optredens van literaire grootheden. Het programma in SPUI25: Frank van Vree: De Kristallnacht, 20.05-20.20 uur Frank van Vree, historicus en hoogleraar Journalistiek en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, spreekt over de door de nazi's georganiseerde pogrom gericht tegen de joden, in de nacht van 9 op 10 november 1938. Joke J. Hermsen: De nacht van Paul Celan en Ingeborg Bachman, 20.25-20.40 uur Joke J. Hermsen, schrijver en filosoof, spreekt over een nacht uit het leven van deze beroemde Duitstalige schrijvers, wier briefwisseling onlangs verscheen. Henk van Nierop: De Bartholomeüsnacht, 20.4521.00 uur Henk van Nierop, hoogleraar Nieuwe Geschiedenis en wetenschappelijk directeur van het Amsterdams Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw, vertelt over de nacht van 24 augustus 1572, waarin duizenden protestanten werden vermoord. Richard van Leeuwen: De Duizend-en-één-nacht, 21.15-21.30 uur Arabist, vertaler en historicus Richard van Leeuwen over De Vertellingen van duizend-en-één-nacht, die hij zelf ook vertaalde. Piet de Rooij: De nacht van

Schmelzer, 21.35-21.50 uur Piet de Rooij, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, spreekt over de nacht van 13 op 14 oktober 1966, waarin fractievoorzitter van de KVP, Norbert Schmelzer, een motie indiende die het kabinet-Cals ten val bracht. Maite van Dijk: Van Gogh en de kleuren van de nacht, 21.55-22.10 uur Maite van Dijk, conservator van het Van Gogh Museum, spreekt over Van Goghs grote liefde voor de nacht. De gelijknamige tentoonstelling is tot en met 7 juni 2009 te zien in het Van Gogh Museum. Toegang tot de lezingen in SPUI25 is gratis. Een deel van de plaatsen in de zaal kan gereserveerd worden en een deel is open voor wie op de avond zelf binnenloopt. Wilt u zeker zijn van een plek dan kunt u zich aanmelden via www. spui25.nl. Wees er snel bij. Maandag 23 maart 17.00 uur. De stelling van... Lisa Kuitert - Een reeks gepresenteerd door universiteitshoogleraren van de UvA. In samenwerking met bureau Communicatie. Prof. dr. Lisa Kuitert is hoogleraar Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Haar specialisme is literaire uitgeverijen. Daarover publiceert zij onder meer in Vrij Nederland. Aan de UvA is zij onder andere coördinator van de master Redacteur/editor, die studenten opleidt voor het boekenvak. In 2008 publiceerde Kuitert bij uitgeverij Augustus een boek over dit onderwerp met de titel Over redactie. De stelling van Lisa Kuitert wordt binnenkort bekend gemaakt. Toegang is gratis. Aanmelden via www. spui25.nl.

Spiegeloog

Donderdag 2 april 20.00 uur. i.s.m. Xi Sneak preview ‘Imagine’ (voorheen Amsterdam Fantastic Film Festival), Inleiding van festivaldirecteur Paul van Tongeren. Plaats: CREA Theater, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. Website: www.crea.uva.nl

Utrecht) and others. Plaats: CREA Theater, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. Website: www.crea.uva.nl

25 maart 2009

Utrecht). Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis / € 5,Inlichtingen: 525 1420.


de Wandelgang Of je er nu trots op bent, of dat je je ervoor schaamt: We hebben allemaal wel een eigenschap die misschien niet helemaal normaal is. Maar 'normaal' is maar net wat je er zelf van maakt, dus liet Spiegeloog studenten zichzelf beoordelen en vroeg in de Wandelgang: Wat is er niet normaal aan jou? Tekst & Foto's: Ditke Schwartz

Spiegeloog

Maarten Ik ben sinds twee maanden een boek aan het schrijven. Ik studeer al twee jaar, maar vind andere dingen belangrijker vertoon een beetje studieontwijkend gedrag. Mijn boek gaat over het studentenleven. Ik ben nog niet ver, want ik heb nog maar veertien pagina’s. Een vriend heeft me geïnspireerd. Hij heeft geen diploma’s, maar hij is dj en heeft een goed inkomen. Ik wil straks ook geen baan van negen tot vijf, dus toen dacht ik aan schrijven. Ik schrijf meestal ’s nachts, tot een uur of vier.

26 maart 2009

Julian: Ik móet gewoon altijd kijken naar vrouwen. Dat is denk ik wel echt abnormaal aan mij. Het maakt niet uit wie of waar het is. Of ik de vrouw nou aantrekkelijk vind of niet. Als ik aan het leren ben, zit ik altijd om me heen te kijken. Als er een deur opengaat of ik hoor hakken op de vloer, dan word ik automatisch getriggerd om even op te kijken. Ook als ik me echt wil focussen op het leren, dan kijk ik toch elke keer weer uit nieuwsgierigheid.

Kirsten: Als ik mezelf met andere studenten vergelijk, is het niet normaal dat ik nooit uitga. Ik vind er echt geen donder aan! Als ik een keer uitga, dan denk ik de volgende dag: het was het niet waard. Het is me allemaal veel te druk. Ik drink ook geen alcohol. Ik zeg altijd: ‘Alcohol heb ik niet nodig, ik doe al gek genoeg zonder’. Op een feestje vroeg iemand een keer of ik dronken was. Niet dus. Met allemaal dronken mensen om me heen ga ik vanzelf ook hyper doen. Nienke: Het lijkt wel of al mijn vrienden in een quarterlifecrisis zitten. Zij werken en hebben allerlei existentiële vragen. Ik niet. Daarmee vergeleken ben ik niet normaal. Ik ben niet zo filosofisch ingesteld, het interesseert me gewoon niet. Ik denk dat ik me niet zo druk maak om dingen. Op sommigen komt het over als desinteresse, maar ik noem het relativeringsvermogen.


Merel: Ach, wat is normaal? Er schieten echt een heleboel dingen door mijn hoofd, maar ik vind dat allemaal niet zo abnormaal. Ik heb bijvoorbeeld dat ik altijd te laat kom voor alles, zelfs al wil ik echt op tijd zijn. Dat is iets waar ik me aan erger. Maar ja, dat hebben andere mensen denk ik ook wel. Moeilijke vraag!

Thijs: Ik kijk geen tv, dat is volgens mij niet de norm. Mijn leeftijdgenoten doen dat vaak toch wel. Ik keek wel tv maar het zappen ging me tegenstaan, dus ik ben er ongeveer een jaar geleden mee opgehouden. Wel kijk ik films en series via internet. Ook heb ik wel een televisie, maar die gebruik ik alleen voor dvd’s. In mijn directe omgeving is het trouwens niet abnormaal dat ik geen tv kijk; mijn vrienden kijken ook niet veel of ze snappen wel waarom ik het niet meer doe.

Spiegeloog

Fleur: Wat ik wel een beetje raar vind aan mezelf is dat als ik iets heb, in materialistische zin, dan wil ik absoluut niet dat iemand anders het ook heeft. Ik was bijvoorbeeld van plan om voor de wintersport een soort bontmuts te kopen. Toen hoorde ik van mijn vriend dat zijn zusje al zoiets had gekocht. Nu ga ik die muts niet meer kopen, terwijl ik hem graag wilde hebben. Ik moet er wel om lachen, maar ik kan er echt niet mee leven als anderen hetzelfde hebben als ik!

Harriët: Ik kan niet op gympen of op schoenen zonder hakken lopen. Vanaf mijn zestiende draag ik bijna altijd hoge hakken. Daar ben ik mee begonnen omdat ik groter wilde zijn. Ik heb echte Barbie-voetjes: zelfs op blote voeten loop ik nog op mijn tenen. Heel af en toe draag ik platte schoenen. Vandaag heb ik bijvoorbeeld deze bontlaarzen zonder hakken aan voor de warmte, maar ik heb nu al pijn aan mijn knie- en kuitspieren. Het zijn trouwens wel Uggs, geen gymschoenen! Het moet wel een beetje chic blijven.

Elsa: Wat mij anders maakt dan de doorsnee psychologiestudent is dat ik op mijn twintigste mijn eerste kind kreeg en al dertien jaar getrouwd ben. O ja, en dat ik nu met mijn tweede studie bezig ben. Ik ben dus een stuk ouder dan de gemiddelde student, en volg niet de gebruikelijke route. Eerst kinderen en daarna carrière in plaats van andersom.

27

maart 2009

Rozjan: Dat ik klein ben! Ik ben 1,55. Binnen mijn bevolkingsgroep – ik kom uit Koerdistan – is dat normaal, maar hier in Nederland voel ik me klein. Zelf denk ik er niet zo veel over na, maar ik word heel vaak ‘kleintje’ genoemd. Ik vind het niet erg dat ik klein ben, het is gewoon een opvallend aspect aan mij. Mijn lengte past bij me, het is wie ik ben. Ik vind het leuk. Met uitgaan doe ik wel expres hakken aan om mensen makkelijker in de ogen te kunnen kijken.


bacchus Doodnormaal De Griekse filosoof Epicures zei op een goede dag, lang geleden: ‘Zolang ik leef is de dood er niet en als de dood er is, ben ik er niet’. Je druk maken om doodgaan of erger nog; er bang voor zijn heeft dus geen enkel nut: je bent immers nooit levend en dood op het zelfde moment. Doodgaan is een van de normaalste zaken van de wereld. De dood heeft geen lieve kinderen, oftewel, het gebeurt gewoon een keer. Bij iedereen. Overigens kun je wel op een heel abnormale manier doodgaan, blijkt na een kleine speurtocht op het internet. Zo overleed Aeschylus, een Griekse auteur uit 456 v. Chr. nadat een gier een schildpad op zijn hoofd liet vallen. Meer recent en minder grappig: François Faber, soldaat aan het front in de Eerste Wereldoorlog, ontving in 1915 een telegram waarin werd gemeld dat hij een dochter had gekregen. Hij juichte van blijdschap, werd opgemerkt door een Duitse sluipschutter en werd neergeschoten. Ook treurig: in 2005 overleed de Koreaanse Lee Seung Seop na 50 uur aan een stuk het computerspel Starcraft te hebben gespeeld. En vreemd: De Amerikaanse Jennifer Strange overleed aan waterintoxicatie na deelname aan een wedstrijd om zoveel mogelijk water te drinken zonder te plassen. De hoofdprijs was een Nintendo Wii, helaas werd ze tweede. Ja, soms kan zelfs de dood vermakelijk zijn. Toch zijn veel mensen bang voor de dood. Van jong tot oud, in de bloei of herfst van hun leven, deze angst is er altijd. Ikzelf heb daar gelukkig geen last van. Alhoewel, nu ik er al een tijdje over zit te piekeren word ik toch wel een beetje bang. Duistere scenario’s doemen voor mijn ogen op. Stel je verslikt je in een nootje. Zo’n gewone doodsaaie pinda. Daar lig je dan op de grond te hijgen en te piepen. Alleen. Je voelt dat je doodgaat. Niemand weet het, niemand hoort je. En dat ze je dan na een week pas vinden. Hoe zie je er dan uit? Misschien al een beetje verrot… Of je zit een beetje

te suffen op je fiets, zoals je zo vaak doet, en dan word je ineens overreden door de tram. Hoe zie je er dan uit? Dat je dan met het afscheid nemen in een dichte kist ligt, omdat het anders te gruwelijk is voor de nabestaanden. Wat zullen mijn ouders denken? En mijn vrienden? Zijn ze lang verdrietig of ben ik al snel vergeten? Piekeren maakt alles erger, vooral als je ’s nachts in het donker in bed ligt. Dan maak je de grootste plannen om alles in je leven anders aan te pakken, neem je je bizarre dingen voor als ‘vanaf morgen elke dag rabarber eten’ of ‘elke dag een uur mediteren is vanaf nu absolute noodzaak’ en ‘het is van levensbelang morgen niet m’n agenda te vergeten’. Urenlang lig je te tobben over of je morgen nou wel of niet met de fiets naar de universiteit zal gaan. En als het regent, wat dan?! De volgende ochtend als je weer wakker wordt van het zonlicht dat door je gordijnen naar binnen schijnt, blijken al je nachtelijke spoken - die zo groots en overweldigend leken - gereduceerd te zijn tot vage hersenspinsels waar je alleen nog maar hoofdschuddend om kunt grinniken. Idem dito voor piekeren over de dood. Op het moment dat je dat doet hoor je de zeis van magere Hein al boven je hoofd zwiepen en doet zijn zachte reutelende lach de rillingen over je rug lopen. Je kunt niet ontsnappen aan het akelige gevoel ontzettend sterfelijk te zijn. Maar later gaat je telefoon weer, je moet boodschappen doen of aan het werk. En als je op de fiets zit, wel of niet in de regen, dan is die angst van daarnet nog maar een schimmige gedachte. Waar maakte ik me nou zo druk om, vraag je je af. Terwijl je dromerig glimlachend je schouders ophaalt en gedachteloos verder fietst hoor je niet eens meer die tram, die al klingelend op je afraast. Bo van Houwelingen (met dank aan Willem Simons)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.