SoAP_Juni_2007

Page 10

VAKGROEP

INTERNATIONALISERING

Sociologische internationalisering nog steeds in kinderschoenen Op een zonnige dinsdagmiddag valt er weinig internationaals te ontdekken in en rondom de sociologiegebouwen. Toch probeer ik erachter te komen wat er voor studenten sociologie zoal (on)mogelijk is in het buitenland. Ik tracht dit te achterhalen in het kamertje dat ik normaal niet snel zou binnentreden, namelijk dat van Roel Popping. Hij is voor de vakgroep de coördinator internationalisering. Ik mag dus verwachten dat hij het meest te vertellen heeft over de overzeese intenties van de potentiële sociologen. Met eerstgenoemde lijkt het wel snor te zitten, maar met de intenties is het nog vrij somber gesteld.

Matthias Frankema Al vanaf begin jaren negentig is er vanuit de Europese Unie beleid gemaakt om studenten te stimuleren in het buitenland studie- en levenservaring op te doen. Via fondsen zoals het Erasmus- en Socratesprogramma is het voor studenten mogelijk om aan een universiteit in het buitenland te studeren zonder daar extra collegegeld voor te betalen, waarbij bovendien de behaalde studiepunten worden erkend aan de thuisuniversiteit. Ook in Groningen is zo'n uitwisseling tot stand gekomen, in ieder geval op papier bezien. Er is vanuit de vakgroep sociologie in Groningen contact met de Europese universiteiten van Oldenburg, Duisburg, Konstanz (allen Duitsland), Boedapest (Hongarije), Maynooth (Ierland), Talinn (Estland), Istanbul (Turkije) en het Vlaamse Gent. Popping benadrukt meteen dat laatstgenoemde zeker geen lachertje is en erg serieus moet worden genomen. Op het eerste gezicht lijkt het aanbod vrij ruim maar bij nader inzien vallen al enkele universiteiten af omdat zij slechts onderwijs aanbieden in de eigen taal. Colleges in Istanbul zijn bijvoorbeeld simpelweg in het Turks. Slechts op de universiteiten van Maynooth, Boedapest en Gent zal er door de docenten in verstaanbare talen worden gesproken. Dit taalprobleem speelt ook parten in de toenadering tot universiteiten in gewilde landen zoals Italië en Spanje. Een tweede probleem blijkt te zijn dat het niveau van sociologie in Groningen het onderwijspeil op andere universiteiten ver overstijgt waardoor het studieverblijf in het buitenland nog slechts voor de goedkope biertjes de moeite waard wordt. Tenslotte is door de invoering van de BaMa-structuur binnen het studieprogramma nog minder ruimte ontstaan om in het buitenland te gaan studeren zonder

10

SOAP | JUNI 2007

studievertraging op te lopen. Wat dat nog eens bemoeilijkt is dat het op de genoemde universiteiten (nog) niet mogelijk is om complete minors te volgen, een studieonderdeel dat juist uitermate geschikt lijkt voor studeren in een ander land. Universiteiten in landen waar nu nog geen betrekkingen zijn en met name op andere continenten worden ook meegenomen in de buitenlandplannen van de universiteit, maar dit blijkt toch moeilijker te zijn dan je vooraf zou denken. Het collegegeld aan Amerikaanse universiteiten is bijvoorbeeld veel hoger dan in Nederland, Engelse universiteiten houden hun deuren potdicht voor nieuwsgierige studenten van het Europese vasteland en universiteiten in Azië, Afrika en Zuid-Amerika hebben vaak simpelweg de middelen niet om het onderwijs op een aanvaardbaar niveau te krijgen. Bovendien spelen er vaak ook nog economische en juridische problemen mee die een samenwerking dan wel uitwisseling zeer bemoeilijken. Er is echter reden voor hoop op betere tijden. Het schijnt dat de universiteiten waarmee de vakgroep een uitwisseling heeft afgesproken, werken aan meer Engelstalig onderwijs en het invoeren van standaard studiepakketten in de vorm van bijvoorbeeld minoren. Verder is er een samenwerking ontstaan tussen Groningen en de universiteit van Geneseo, in de staat New York en wordt er hard gewerkt aan nieuwe verbanden met universiteiten in Australië en Nieuw Zeeland. Laatst kwam er een bericht in de studentenmedia dat de faculteit GMW de minste buitenlandgang(st)ers telt van de hele RuG. Een dramatisch feit natuurlijk maar volgens Popping niet geheel volgens waarheid. Volgens hem verschilt sociologie in percentages nauwelijks van de bèta-studies, geneeskunde, rechten en natuurlijk psychologie en pedagogiek. In dit studiejaar zijn er ongeveer vijftien sociologiestudenten in het buitenland gaan studeren via de Erasmusregelingen (binnen Europa), twee via het Marco Polofonds (in de Verenigde Staten) en zijn er drie a vier studenten bezig met hun stage cq. scriptie aan een buitenlandse universiteit. In de regel wordt dit laatste vaak georganiseerd aan een universiteit buiten Europa. Natuurlijk wil de vakgroep deze getallen opkrikken. Volgens Popping bestaat er een werkgroep binnen de faculteit om deze ambitie te bewerkstelligen, die twee jaar heeft stilgelegen maar nu weer probeert de internationalisering toch weer in het zicht van de stu-

denten te krijgen, bijvoorbeeld door een groots opgezette voorlichtingsdag die in september dan wel oktober van het nieuwe studiejaar zal worden gehouden. Verder wordt er overleg gepleegd over nieuwe universiteiten die aan het rijtje met potentiële internationale partners kunnen worden toegevoegd en hoe bestaande contacten kunnen worden geïntensiveerd. Als het aan Popping ligt moet er ook in Groningen nog veel worden gedaan om de studie voor internationale studenten aantrekkelijker te maken. Zo moeten de aangeboden vakken meer en meer in het Engels worden gegeven. Nu is dat vaak wel het geval bij vakken in de onderzoeksroute maar in de beleidsroute is dit meestal niet zo. En hoe kan je van andere universiteiten verwachten dat zij Engelstalig onderwijs aanbieden als je het zelf niet doet? Bovendien zal er in het studieprogramma volgens Popping meer ruimte moeten komen voor internationale studieervaringen. Nu kun je dit eigenlijk slechts doen in het tweede semester van het tweede studiejaar als je geen vertraging op wilt lopen. Het College van Bestuur van de RuG heeft al aangegeven dit te willen veranderen en met ingang van het studiejaar 2008/2009 deze ruimte te willen aanbieden in het eerste semester van het derde jaar. Het idee is namelijk dat studenten op dat moment meer klaar zouden zijn voor een buitenlands avontuur. De ideeën zijn er dus wel, maar zoals wel vaker gaat er veel tijd overheen voordat deze goede intenties ook kunnen worden omgezet in daadwerkelijke kwaliteitsinjecties voor de internationalisering binnen onze vakgroep. In deze is de vakgroep afhankelijk van meerdere stroperige bureaucratieën. In eerste instantie zal er veel inzet en samenwerking moeten zijn binnen de vakgroep, maar ook binnen de faculteit en op een hoger niveau is de steun en de voortrekkersrol van het College van Bestuur van de RuG uiteraard essentieel. In tweede instantie moet er ook medewerking komen vanuit het buitenland. De internationale contacten moeten tot stand komen door middel van wederzijdse goedkeuring en inzet en verder moet dit contact over langere tijd intact blijven door de nodige investeringen van beide kanten. Dit is een lang proces dat vaak blijft steken na de eerste stap of paar stapjes. Hopelijk kan er in de nabije toekomst flink doorgepakt worden door Popping en co, zodat GMW binnen afzienbare tijd niet meer de faculteit is met de minste (of: één van de minste) internationale studenten, maar in ieder geval met meer.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.