Fokus Moderne Industrie

Page 1

DIT

DOSSIER

WORDT

GEPUBLICEERD

DOOR

SMART

MODERNE INDUSTRIE MACHINES, MENSEN, MILIEU

MEDIA

SEPTEMBER 2015

EN

VA LT

NIET

ONDER

DE

Jeroen Deleu Futureproof ondernemen

VERANTWOORDELIJKHEID

VA N

Patrick Van den Bossche Slim afvalbeleid versterkt economie

DE

REDACTIE

VA N

KNACK

Bouwen Groter en sterker

Robots

Nemen onze jobs over

Transport

Goederenvervoer anno 2030

Toekomst

De chemie werkt er aan

WIM VAN GERVEN

PR

EMIUM

PA R T N E R

‘We zijn elke dag met innovatie bezig, we kunnen het ons niet veroorloven dat niet te doen.’ Lees meer online op fokusmoderneindustrie.be

Info: 0471 66 07 08


2 Editorial Jeroen Deleu Veel leesplezier Bob Vandenbroeck, Project Manager

Futureproof ondernemen Bedrijven met een gezonde langetermijnstrategie denken vandaag al na over de manier waarop ze morgen ondernemen. Want stilstaan is geen optie.

D

e uitdagingen voor bedrijven zijn talrijk. Zij moeten nu al de producten en systemen ontwikkelen waarvan hun klanten vaak nog niet weten dat ze die morgen nodig hebben. En die producten of diensten moeten ook nog gemaakt of gerealiseerd worden en later op de markt gebracht en verkocht worden. Die evoluties worden vandaag vooral gedreven door de toenemende digitalisering. Het Internet of things heeft een verregaande invloed op alle facetten van de bedrijfsvoering, van management tot product(ie). Machines zijn niet langer alleenstaande producten, maar evolueren naar systemen die met elkaar communiceren. Ook het productieapparaat wordt zelf slimmer en zelf-lerend van al die big data. Dat moet wel: doordat systemen steeds meer functionaliteiten krijgen, worden ze alsmaar ingewikkelder om optimaal te bedienen.

Daarnaast is ook de nood aan meer duurzaamheid een onvermijdelijke trend. Willen we de levensduur van onze oplossingen maximaliseren, dan moeten we onderdelen tijdig vervangen en een recyclageprogramma opzetten voor versleten wisselstukken. Want ook daar is een transformatie nodig. Geen products of the future zonder een factory of the future. Als we industrie in België een duurzame toekomst willen geven, dan moeten onze bedrijven zich omvormen tot wendbare en hoogtechnologische organisaties. Met een verbonden, slim en duurzaam productieapparaat, zoals hierboven beschreven, maar ook met efficiënte processen op vlak van verkoop, productie, onderhoud, enzovoort. Dat betekent dat succesvolle bedrijven serieus investeren in hun medewerkers: de mate waarin zij die processen zelfstandig, betrokken en oordeelkundig aan- en bijsturen, is immers cruciaal voor de toekomstige ontwikkeling van een bedrijf. Ten slotte is het bedrijf van de toekomst ook niet langer een solospeler, maar maakt het deel uit van een netwerk van organisaties. Dat creëert immers

PREMIUM PARTNER:

ruimte voor flexibele samenwerking en laat toe om risico’s te spreiden. Zulke innovatieve trends zijn over enkele jaren ongetwijfeld de standaard. Willen de bedrijven van vandaag ook morgen nog succesvol zijn, dan springen ze best meteen op de innovatietrein. Ze hoeven zeker niet elke keer het warm water uitvinden. Vaak komt het erop aan om te kijken welke interessante technologieën in andere sectoren gebruikt worden en er vervolgens zelf een innovatieve toepassing mee te creëren. Om bedrijven te helpen inzicht te verwerven en de grote trends te begrijpen, stellen Sirris en Agoria (respectievelijk het onderzoekcentrum en de sectorfederatie voor de technologische industrie, red.) een praktisch kader voor waarbinnen bedrijven nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen: het Masterplan Innovation. Dit Masterplan ondersteunt bedrijfsleiders bij de vragen die hen ‘s nachts wakker houden: met welke producten, fabricagetechnieken en bedrijfsstrategieën kunnen we inspelen op de huidige en toekomstige evoluties? ■

Het bedrijf van de toekomst is geen solospeler, maar maakt deel uit van een netwerk van organisaties

COLOFON

 FOKUSMODERNEINDUSTRIE.BE Project Manager: Bob Vanden Broeck bob.vandenbroeck@smartmediaagency.be Productieleider: Ellen D’hondt Hoofdredactie: Elke Ramsdonck, redactie@smartmediaagency.be Tekst: Frederic Petitjean, Hermien Vanoost Rafael Porto Carrero Coverbeeld: ©ArcelorMittal Gent Vormgeving: Baïdy Ly Drukkerij: Roularta Smart Media Publishing Belgium BVBA Leysstraat 27, 2000 Antwerpen, Tel +32 3 289 19 40, meerinfo@smartmediaagency.be www.smartmediapublishing.com

DIT IS SMART MEDIA

Jeroen Deleu Director Strategy & Corporate Development at Sirris

Smart Media is een topspeler op het gebied van content marketing en native advertising. Onze campagnes worden zowel digitaal als in belanghebbende kranten verspreid. Onze basisgedachte is een sterke focus op het onderwerp. Door creatieve media-oplossingen helpen we u uw merk versterken en creëren we waarde voor uw doelgroep. Door kwalitatief hoge content zorgen wij ervoor dat uw klanten, onze lezers, actie ondernemen.

VITO is een toonaangevende Europese onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling.

LEES MEER OVER 04 Robots nemen je job over 05 Werken aan een mooiere wereld 06 Veilig werken betekent kwaliteit 07 Groter en sterker

08 Profielinterview: Wim Van Gerven 10 Geld sparen en het milieu bewaren 12 Goederenvervoer anno 2030

04

14 Slim afvalbeleid

06

10

ADVERTORIAL

Productiedata: de belangrijkste grondstof voor een moderne industrie Elk bedrijf genereert grote hoeveelheden data bij zijn productie. Yazzoom gebruikt deze data om bedrijfsprocessen te helpen verbeteren. Twee cases maken dit duidelijk. Yazzoom is een Belgisch software- en ingenieursbedrijf met focus op procesverbetering door dataverwerking. Op een pragmatische manier helpt het zijn klanten zich klaar te stomen voor Industrie 4.0. Er zijn drie grote pijlers: analytics, ‘slimme’ machines en het verbeteren van productieprocessen. Bij analytics worden de oorzaken van productieproblemen opgespoord in de productiedata en worden productieanomalieën voorspeld én vermeden. Bij ‘slimme’ machines gaat het over het automatiseren van meet-, inspectie- of sorteertaken door sensoren en op maat ontwikkelde software. Bij verbeteren van productieprocessen worden processen geoptimaliseerd door het monitoren, analyseren en verbeteren van de regeltechniek en door de ontwikkeling van softwaresensoren. Die kunnen via een wiskundig model moeilijk te meten producteigenschappen afleiden uit beschikbare procesdata.

Eén concrete case die Yazzoom uitwerkte, gaat over het inzetten van computer visie in een uiensnijmachine. Bij het machinaal verwerken van een ui, is het cruciaal dat die ui in de juiste richting ligt. Bij conventionele machines lukt dat in slechts 90% van de gevallen, 10% van de uien moet dus manueel verwerkt worden. Door real time-analyse van de data van het computer visie-systeem, bereikt de machine nu bijna 100% juist gesorteerde uien. Yazzoom verwerkt ook historische data. Een grote papierfabrikant had een probleem bij de stoomproductie. Papier krijgt een bepaald vochtgehalte door het te drogen met stoom. Door plotse stoomdrukschommelingen verbruikte dat proces echter onnodig veel energie. Met Yazzoom’s software en kennis van geavanceerde procescontrole werd dit verholpen. Het eindresultaat van al die inspanningen: lagere kosten, een hogere productiviteit en hogere kwaliteit. De projecten van Yazzoom hebben haast altijd een terugverdientijd onder de twee jaar.

Wenst u te weten hoe Yazzoom úw bedrijfsproces kan optimaliseren? Bel dan 053/397.710 of surf naar en.apc.yazzoom.com


ADVERTORIAL

EEN SLIJTVASTE COATING, EEN LANGERE LEVENSDUUR AMW of Antwerpse Motoren Werke is een mechanische werkplaats voor het bewerken van metalen onderdelen (frezen, slijpen, boren, kotteren,…). Het bedrijf is gespecialiseerd in het aanbrengen van RAM® hardcoatings, een procedé dat AMW als enige ter wereld in licentie kreeg van de ontwikkelaar, het Amerikaanse Alloy Carbide Company in Houston.

De klanten van AMW bevinden zich voornamelijk in de chemische en petrochemische industrie en de scheepvaart. “Maar ook grote en kleinere namen uit de papier- en farmaceutische sector hebben al de weg gevonden naar ons bedrijf”, aldus Belis. “Alles wat beweegt of draait, alle rotating equipment, kunnen wij van een RAM-coating voorzien.”

De RAM-coating is een slijtagebestendige laag van wolfraamcarbide die de levensduur van machineonderdelen sterk kan verlengen. “Het is een van de beste coatings in het HVOF-segment en is onovertroffen qua porositeit, homogeniteit en hechting”, zegt zaakvoerder Luc Belis. “Na het aanbrengen is deze enkel nog te bewerken met diamant.”

Naast deze HVOF-techniek, past AMW ook het gekende vlamspuiten toe om eenvoudige herstellingen met een 13% Cr-coating uit te voeren. “Hoewel dit uitstekende reparaties toelaat, wordt hierdoor geen structurele verbetering bereikt wat betreft slijtageweerstand of levensduur”, legt Belis uit.

De techniek kan zowel preventief worden toegepast op nieuwe onderdelen, als voor de herstelling van ingelopen onderdelen. Typisch zijn dat asbussen voor lagers en dichtingen, pistons, liners, zuigerstangen, roerwerken, druk- en geleidingsrollen, spindels van stoomventielen en zo verder. “Een onderdeel dat met dit procedé hersteld is, is zelfs beter en sterker dan het originele onderdeel”, maakt Belis zich sterk.

AMW beschikt over een uitgebreid machinepark om draai-, frees-, slijp- en polijstwerken uit te voeren en is ook een partner voor het snel machineren van allerlei machineonderdelen en wisselstukken. Wenst u te weten hoe AMW de sterkte en levensduur van uw installaties kan verbeteren? Bel dan 03/543.92.61 of surf naar www.amw.be.

www.amw.be ADVERTORIAL

REALISEER AANZIENLIJKE TIJD- EN KOSTENBESPARINGEN MET RFID ONZE STERKTE – UW VOORDEEL : COMPLETE OPLOSSING IN VOEDINGSINDUSTRIE Voor de voedingsindustrie bestaan strenge normen inzake hygiëne. De componenten van een RFID-systeem moeten bijgevolg waterdicht zijn en bestand tegen hogedrukreiniging, detergenten,… BL ident is het enige industriële systeem dat zowel tags als antennes volgens beschermingsgraad IP69K aanbiedt.

Wilt u de kwaliteitscontrole van uw productieproces versnellen ? Wilt u met een geautomatiseerd proces uw machinepark preventief onderhouden ? Wilt u meer transparantie in uw logistiek proces ? Dan is het zinvol om een RFID-oplossing te overwegen. RFID (Radio-Frequency Identification) is een technologie waarmee voorwerpen draadloos en automatisch worden geïdentificeerd d.m.v. datadragers of tags die door antennes worden gelezen. VOORDELEN VAN RFID RFID in productieomgeving : traceability + uitsluiten van fouten + tijdswinst = besparing Doordat steeds meer producten op maat van de klant worden gemaakt biedt RFID in productieprocessen volledige transparantie waardoor fouten uitgesloten worden en tijdswinst wordt gerealiseerd. RFID in machines : traceability = voorkomen van plagiaat door minderwaardige wisselstukken RFID wordt ook gebruikt in onderdelen (bv. filters, cartridges, …) van machines. Door het integreren van een tag in een wisselstuk heeft men de zekerheid dat enkel originele onderdelen kunnen worden vervangen, waardoor het uitgesloten is om deze te kopiëren. RFID in logistiek : traceability + uitsluiten van fouten + tijdswinst = besparing In logistieke processen zorgt RFID er voor dat de correcte goederen worden geladen, waardoor foute zendingen worden uitgesloten. RFID verhoogt tevens de efficiëntie van het logistieke en administratieve proces, doordat paletten worden geïdentificeerd, efficiënt gestapeld, … RFID-TECHNOLOGIE In RFID-systemen wordt een onderscheid gemaakt tussen o.a. High Frequency (HF) en Ultra High Frequency (UHF) technologie. Onze HF-technologie werkt met een frequentie van 13,56 MHz en is nagenoeg ongevoelig voor elektro-

magnetische storingen. UHF-technologie (865…868 MHz) in België wordt dan weer klassiek gebruikt voor toepassingen met een grotere reikwijdte en identificatie van bulkgoederen, zoals in de logistiek. BL IDENT : DE FLEXIBELE RFID-OPLOSSING VAN MULTIPROX MULTIPROX biedt een volledige RFID-oplossing met zowel HF-, als UHF-technologie. Het zgn. BL ident systeem bestaat uit datadragers, antennes en interfacemodules voor integratie in uw computersysteem. Deze integratie nemen wij voor onze rekening ! ONZE STERKTE – UW VOORDEEL : HOGE REIKWIJDTE IN HF Voor HF-toepassingen beschikken wij over antennes met een verhoogde reikwijdte. Daarbij varieert de schrijf-/leesafstand van 8 mm tot 1 m. Dit is zowat de dubbele afstand van wat binnen de HF-technologie tot op heden de norm is ! Dit biedt een grote flexibiliteit bij het ontwerp van uw installatie.

Onze RFID-oplossingen worden momenteel in zeer uiteenlopende applicaties ingezet. • automobielindustrie : controle assemblage onderdelen • openbaar vervoer : lokalisatie bus in stelplaats • voedingsindustrie : controle correcte recipiënten met voedingswaren • vleesindustrie : controle verschillende vleessoorten • farmaceutische industrie : controle correcte connecties toevoerleidingen in explosiegevaarlijke installaties • metaalindustrie : controle toevoer producten bij temperaturen tot 220°C • tabaksindustrie : controle flow diverse tabakssoorten • glasindustrie : diefstalpreventie door controle in- en uitgaande vrachtwagens • transportsector : controle in- en uitgaande containers • agrarische sector : controle strobalen • bouwindustrie : controle uitdroging betonelementen en samen horen betonelementen • positiebepaling AGV’s

Check www.multiprox.be/nl/rfid of leg uw applicaties of vragen rechtstreeks voor aan onze specialisten via rfid@multiprox.be Multiprox N.V. – Lion d’Orweg 12 – B-9300 Aalst – T 053 766 566

www.multiprox.be


4 Trends Automatisering

Robots nemen je job over (en dat is goed nieuws) Al sinds de oudheid denken mensen na over mogelijkheden om taken te automatiseren. Dat heeft ertoe geleid dat vandaag allerhande machines ons werk uit handen nemen. Of we daar blij mee moeten zijn? Jazeker! TEKST HERMIEN VANOOST

Decennialang al kondigen media de komst van de robots aan. Decennialang al gaat dat gepaard met de vraag of we moeten vrezen voor onze jobs. Het antwoord is ‘ja’. Tienduizenden banen staan vandaag op de tocht. Het goede nieuws is dat er minstens evenveel nieuwe komen. Massaal op de barricades springen, is nergens voor nodig. Integendeel zelfs, de geschiedenis leert dat verzet meer kwaad dan goed doet. Dat illustreert Erik Buyst, professor economische geschiedenis aan de KU Leuven, met een voorbeeld uit de middeleeuwen. In de textielindustrie was het toen de gewoonte om wollen stoffen te reinigen en te vervilten in kuipen gevuld met urine en andere natuurlijke chemicaliën. Om het proces te bespoedigen, moesten arbeiders uren in het vieze goedje trappelen. De komst van de volmolen luidde het einde van dat

tijdperk in. Een watermolen voorzien van hamers maakte het voetenwerk overbodig. Buyst: “Toch duurde het lang voor de molen in onze contreien opgang maakte. Precies omdat vollers en andere ambachtslieden voor hun job en inkomen vreesden.” Op langere termijn bleek die weerstand nefast voor de textielnijverheid. Terwijl de volmolen in Engeland furore maakte, bleef het aantal bij ons beperkt. Resultaat: Engeland dreef zijn productie de hoogte in, wij verloren terrein. Eenzelfde scenario in het begin van de negentiende eeuw, toen de stoommachine van James Watt machinaal spinnen mogelijk maakte: de Engelsen schakelden massaal over, Vlamingen bleven koppig zweren bij het ambachtelijke spinnenwiel. Tienduizenden vrouwen haalden er immers hun broodwinning uit. Buyst: “De concurrentieslag draaide

uit op een drama voor de huidige provincies West- en Oost-Vlaanderen. Er verdwenen niet alleen jobs, we misten ook de kans om de productie op te trekken en de kostprijs naar beneden te krijgen.” Textiel was aan de andere

Veronderstel dat een job voor het leven niet meer bestaat

De handspinners specialiseerden zich toen in het vervaardigen van kleren, beddengoed, tafellinnen, enzovoort. Ook de lopende band van Henry Ford in de eerste helft van vorige eeuw, lieten we eerst links liggen. De Amerikanen gingen vanaf de jaren twintig voor de bijl, maar de aankoop van een auto of stofzuiger bleef in Europa een dure aangelegenheid. De vraag bleef uit, de economische groei evenzeer. Dat veranderde in de jaren vijftig, toen wasmachines en televisietoestellen ook in Europa van de band rolden en goedkoper werden.

Erik Buyst

kant van de plas veel goedkoper, de vraag nam toe. Dat opende de weg naar nieuwe jobs, vaak in subsectoren waar automatisatie (nog) niet mogelijk was.

Erik Buyst hoopt alvast dat we met de robotica wel aan de spits zullen staan. Voor ingenieurs heeft hij maar één boodschap: “Omarm de robots. Zorg ervoor dat ze technologisch top zijn én dat ze bij reële behoeften van de markt

aansluiten.” Hij denkt onder meer aan machines die simpele huishoudelijke taken overnemen, zoals bedden opmaken. Niet alleen ons eigen leven zou vergemakkelijken, ook voor de hotelsector zou het een revolutie ontketenen. Dat automatisatie ten koste gaat van jobs, mag volgens de professor nooit een reden zijn om ze te stuiten. “Veronderstel dat een job voor het leven niet meer bestaat. Blijf dus in jezelf investeren. Wapen je met de vaardigheden die nodig zijn om je om te scholen.” Buyst verwacht dat de robots onze werktijd verder zullen terugdringen. Wie weet, komt de voorspelling van de toonaangevende econoom John Maynard Keynes uit. In 1930 schatte hij dat we tegen 2030 nog maar drie uren per dag zouden werken, dankzij de machines. Geef toe, daar kan niemand tegen zijn.

ADVERTORIAL

ATELIER DUMON: VAN ONTWERP TOT MONTAGE, EEN ONE STOP SHOP VOOR ROLBAANTRANSPORT In een productieomgeving zijn constant onderdelen, producten en goederen onderweg van punt A naar punt B. Die stromen automatiseren en bedrijfszeker maken, is het werkterrein Atelier Dumon uit Brugge. Atelier Dumon is een West-Vlaamse KMO gespecialiseerd in het ontwerpen, fabriceren en integreren van totaalprojecten van interne transportsystemen voor pallettransport. “Onze corebusiness is de realisatie van interne transportsystemen in een industriële omgeving”, zegt algemeen directeur Eric Dumon. “Onze installaties en machines moeten voor de klant een economische besparing en een technologische meerwaarde opleveren. De afdeling machinebouw levert uitsluitend maatwerk af volgens de behoeft van de klant.” Dumon werkt voor heel uiteenlopende industrieën en bedrijven, maar de firma is sterk gespecia-

liseerd in de sector van de diepvriesproducten. “Het gaat hier vooral over installaties die werken bij negatieve temperaturen, vrieskou dus”, zegt Steven Dumon. “Een goede productkennis in zo’n koude omgeving is essentieel. Alle gebruikte materialen dienen afgestemd te worden voor de

volautomatisch pallettransport

omgeving waarin ze gebruikt worden. Continuïteit is voor die bedrijven immers cruciaal.” Atelier Dumon telt op vandaag vijfendertig medewerkers die samen een jaaromzet van acht miljoen euro realiseren. “We zijn een one-stop-shop: van studiebureau over bouw tot installatie en service achteraf, we doen alles zelf,” vertelt Thomas Dumon, “en dat laat ons toe om een kwalitatief product af te leveren en een goede service te garanderen naar onze klanten toe. Bij voorkeur proberen we zo vroeg mogelijk bij een project te worden betrokken, liefst al van bij de architect.” Een andere activiteit van Atelier Dumon, naast het rolbaantransport, is de constructie, montage en onderhoud van elektrohydraulische liften met een hefvermogen van 600 kilogram tot 20 ton. Het accent ligt vooral op zware uitvoeringen, zoals autoliften en liften voor een industriële omgeving.


Chemie Toekomst 5

Werken aan een mooiere wereld Chemie zorgt ervoor dat we huizen beter isoleren, dat groenten vitaminerijker zijn en dat auto’s minder gevaarlijke stoffen uitstoten. De sector mag dan een niet zo proper imago hebben, duurzaamheid staat hoog op de agenda. TEKST HERMIEN VANOOST

Neem een regenjas. Aan de buitenkant een laagje waterafstotende polyamide, aan de binnenkant een ademende beschermlaag van plastic. Resultaat: je haren blijven droog en je gaat toch niet overvloedig zweten. Ziedaar hoe de chemie ons dagelijks leven vergemakkelijkt. Maar er is meer. Scheikundigen buigen zich niet alleen over kleine problemen, ook complexe maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, voedselvoorziening of milieuvervuiling dienen ze van antwoord. Verwacht niet dat de oplossingen uit een en hetzelfde brein komen. Elk vanuit hun invalshoek en expertise leggen onderzoekers en bedrijven een stukje van de puzzel. Koepelorganisatie essenscia berekende dat de Belgische chemiebedrijven in 2014 samen drie miljard euro in onderzoek en ontwikkeling investeerden, wat dubbel zoveel is als tien jaar geleden. Dat de sector werk maakt van duurzame oplossingen, blijkt onder meer uit de talrijke inzendingen die essenscia in het kader van zijn Innovation Award telkens ontvangt. In de editie van vorig jaar dongen 25 projecten mee naar de prijs. Het was Agfa Graphics, onderdeel van beeldverwerkingsbedrijf Agfa Gevaert, die met de eer ging lopen. Het bedrijf ontwikkelde een inkt- en druktechnologie om veilig voedselverpakkingen te bedrukken. Terwijl klassieke industriële inkjetinkt niet volhardt en dus door de verpakking heen trekt, blijft de zogenaamde ‘lagemigratie-inkt’ netjes op het oppervlak. Dat maakt ze uiterst geschikt om botervlootjes of plastic flessen te bedrukken.

Ook met voedselveiligheid bezig, maar op een heel andere manier, is Proviron. Het product, waarmee het bedrijf een nominatie voor de Innovation Award in de wacht sleepte, heet Provifeed Optigut. Het additief op basis van vetzuren beschermt pluimvee tegen allerlei ziektes en verhelpt darmproblemen. Tot nu toe gaven boeren om die reden vaak preventief antibiotica aan de dieren. Dat dat dankzij Proviron vermeden kan worden, kan je gerust revolutionair noemen. Het betekent immers dat mensen niet onnodig antibiotica opnemen, ook al is het indirect en in uiterst kleine hoeveelheden. In tijden waarin regelmatig berichten opduiken over resistente bacteriën, kunnen we dat alleen maar toejuichen. En er is nog meer goed nieuws voor de landbouw. Bedrijven en wetenschappers ontwikkelen niet alleen meer

sproeistoffen die biodegradeerbaar zijn, ze werken ook aan stoffen die schadelijke insecten van de gewassen weghouden. De insecten die het bloeiproces wel bespoedigen, blijven buiten schot. Het voorbeeld illustreert perfect de rol die de chemie vandaag en in de toekomst moet spelen: processen optimaliseren en grenzen durven verleggen. Op vlak van energiegebruik slagen onderzoekers daarin met verve. Zo wordt isolatie alsmaar performanter en brandstoffen alsmaar efficiënter. Dat vertelt Raf Dewil, professor aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken van de KU Leuven en actief rond duurzame procestechnologie. “Fossiele brandstoffen, zoals aardolie, ruimen meer en meer plaats voor duurzame alternatieven uit biomassa, zeg maar planten en

afvalstoffen. Dat heeft als voordeel dat je zo goed als CO2-neutraal kunt werken. Planten nemen immers CO2 op. Met andere woorden: wat je aan de ene kant verbrandt, recupereer je aan de andere kant. Het directe gevolg is: minder milieuvervuiling.” Dewil merkt nog op dat de chemische industrie in Vlaanderen zelf ook al veel inspanningen heeft geleverd om het eigen energieverbruik in te perken. Dat neemt weliswaar niet weg dat de CO2-uitstoot van de sector hoog blijft. “Maar als je berekent welke energiewinsten de chemie op andere domeinen realiseert, dan is het niet fair de sector daarop af te rekenen. Zeker is dat je zonder de chemie in veel andere domeinen veel meer uitstoot zou hebben.” Dat het imago van grote vervuiler niet meer strookt met de realiteit, beaamt ook Wim Michiels, gedelegeerd bestuurder van Proviron. “Dat beeld dateert nog uit de beginperiode van de chemie, toen bedrijven hun afval massaal in de grond, de lucht en de rivieren dumpten. Die tijd ligt gelukkig achter ons. Bedrijven doen er vandaag alles aan om maatschappelijk relevante producten te ontwikkelen.” De mogelijkheden op dat vlak zijn alvast legio en de uitdagingen niet min. Tegen 2050 groeit de wereldbevolking aan tot negen miljard. Als de welvaart een even hoge vlucht neemt, dan hebben we nood aan nog veel meer duurzame oplossingen inzake gezondheid en welzijn, mobiliteit, energie, huisvesting en landbouw. Er wacht de chemie dus ongetwijfeld een mooie toekomst.

De wereld rond op zonne-energie Als we het over revolutionaire ontwikkelingen hebben op het vlak van mobiliteit, kunnen we dezer dagen moeilijk om de Solar Impulse 2 heen, het vliegtuig dat louter en alleen op zonne-energie een reis rond de wereld maakt. Maar liefst tachtig bedrijven zijn bij het project betrokken. De Belgische chemiegroep Solvay neemt sinds het prille begin twaalf jaar geleden deel. Vijftien Solvay-producten zitten verwerkt in de 6.000 componenten van het tuig, waaronder hoogwaardige kunststoffen, vezels, folies, smeermiddelen en coatings.

Nieuwbouw bijnaenergieneutraal vanaf 2021 Rond energiezuinigheid hebben we ook in de bouw zeker nog niet het laatste gezien. Europa wil dat tegen 2021 alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal zijn. Voor chemiebedrijven die in de bouw actief zijn, klinkt die doelstelling als muziek in de oren. Dat hun R&D-afdelingen op volle toeren draaien, bewijst de constante stroom aan innovatieve producten die ze op de markt brengen. Zo introduceerde Recticel dit jaar op Batibouw verbeterde isolatie voor platte daken en pakte Soudal uit met zijn ‘oersterke’ montagelijm T-REX, bedoeld om huizen perfect luchtdicht te maken.


6 Actueel Ongevallen

Een daling van het aantal arbeidsongevallen is topprioriteit Geert De Prez

Veilig werken betekent kwaliteit In België gebeurt er elke derde dag een dodelijk arbeidsongeval. “Totaal onnodig”, vinden Jo De Jonghe en Geert De Prez van Agoria. “Veilig werken garandeert meestal kwaliteit en productiviteit.” TEKST RAFAEL PORTO CARRERO

30 oktober 2010. De 22-jarige Robin V.D. raakt dodelijk geplet tussen de arm en het chassis van een bobcat. De jongeman werkte op interim-basis bij moutverwerker Boortmalt in de Antwerpse haven. Het gerechtelijk onderzoek wijst uit dat het ongeval te wijten is aan een gebrek aan veiligheidsmaatregelen, zo stelt de Gazet van Antwerpen (GvA). De veiligheidsriem van het toestel was doorgesneden om iedereen het in- en uitstappen te vergemakkelijken. Robin had bovendien geen juiste opleiding gekregen en de sleutel zat altijd op de machine. De ploegbaas en zijn overste kregen beiden drie maanden cel. “De statistieken zeggen helaas genoeg”, waarschuwt veiligheidsexpert Jo De Jonghe van Agoria, de sectorfederatie van de technologische industrie. “In België gebeurt er elke derde dag een dodelijk arbeidsongeval. Ongevallen tijdens het woonwerkverkeer zijn daar ook bij gerekend. Bovendien hadden we volgens cijfers van 2012 te maken met zo’n 14.000 arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid. Als je dat weet, blijft preventie een belangrijk gegeven.” De expert merkt wel op dat deze cijfers betrekking hebben op een eerste diagnose. Na jaren kan blijken dat bijvoorbeeld ‘slechts’ de helft effectief voor altijd arbeidsongeschikt blijft. Maar toch, aandacht voor veiligheid is nodig. Volgens het Fonds voor Arbeidsongevallen

nemen simpele dingen als vallen of uitglijden alleen al 10,2 procent van de arbeidsongevallen in de privésector voor hun rekening. De grootste post is evenwel het verlies van gedeeltelijke of volledige controle over een machine, vervoer- of transportmiddel, zoals bij Robin V.D. Maar liefst 21,8 procent van de arbeidsongevallen worden zo veroorzaakt. In de gehele privésector gebeurden er 157.131 arbeidsongevallen. Een daling van 7,7 procent ten opzichte van 2011.

“Binnen de sectoren van Agoria zoals transport, subcontracting,

De preventieadviseur is de coach voor veiligheid en welzijn Jo De Jonghe

mechatronica en ICT merken we die dalende trend niet”, zegt

collega-expert Geert De Prez van Agoria, “Integendeel zelfs. Zowel het aantal arbeidsongevallen als de ernst van de arbeidsongevallen liggen voor deze sectoren hoger dan in 2011.” Een belangrijk gevolg, los van het menselijke en materiële leed, is de stijging van het aantal verloren kalenderdagen. Wel wijst De Prez erop dat de Agoria-sectoren het beter doen dan het nationale gemiddelde, maar het toont wel aan dat veiligheid nooit definitief verworven is. “Een daling van het aantal arbeidsongevallen is hierdoor wel topprioriteit binnen

de welzijnsondersteuning die we aangesloten bedrijven bieden." Jo De Jonghe vult aan: “Veiligheid en welzijn vormen een taak voor iedereen en de preventieadviseur is daarbij de coach. Alle actoren, maar ook de hiërarchische lijn en de werknemers moeten betrokken zijn bij het gevoerde welzijnsbeleid. Als je alleen kijkt naar de preventieadviseur, die het allemaal wel zal regelen, ben je gedoemd tot falen.” De specialist wijst er bovendien op dat het begrip ‘veiligheid’ intussen geëvolueerd is naar het bredere criterium ‘welzijn op werk’. De mentale en fysieke gezondheid van de werknemer is dus een integraal onderdeel van het veiligheidsbeleid. Maar naast het risico tijdens het uitvoeren van het werk zelf, sluimert er ook altijd brandgevaar. Elk jaar gaan er verschillende bedrijven op in rook. Brand is niet toevallig een basisrisico. Van de opslag van brandbare producten tot de aanwezigheid van ontstekingsbronnen. Elk bedrijf, ongeacht de sector, deelt dit risico. Volgens een Amerikaanse schatting gaat 40 procent van alle getroffen bedrijven failliet. Het zijn weliswaar geen exacte cijfers, maar volgens het ANPI vzw, de nationale vereniging voor brand- en diefstalbestrijding, een kenniscentrum in de schoot van de Belgische verzekeraars, komen ze toch in de buurt. Reden genoeg om voortdurend waakzaam te blijven.


Bouwen Focus 7

Groter en sterker Vroeger een kleine bakstenen arbeiderswoning met de hand gebouwd, nu een villa met allerlei kranen en duurzame materialen; de manier waarop gebouwen tegenwoordig worden opgetrokken heeft nog weinig uitstaans met de manier waarop pakweg twintig jaar geleden gebeurde. “De eisen van de bouwheren zijn altijd maar strenger geworden.” TEKST FRÉDERIC PETITJEAN

Waar vroeger zes maanden werd gebouwd aan één woning, is het tegenwoordig bijna mogelijk om in die tijdspanne een hele wijk neer te poten. Hoe sterk de bouwtijd precies is gedaald is moeilijk te zeggen, maar dat het stukken sneller gaat, staat buiten kijf: “Het is lastig te vergelijken”, zegt Dries Van Haut van Sigma, de federatie van vertegenwoordigers van bouwmateriaal. “Omdat ook de eisen van de bouwheren altijd maar strenger zijn geworden, maar graafbakken zijn groter geworden, de gewichten die kranen kunnen torsen zijn groter geworden en zowat alle machines doen hun werk nu veel sneller dan vroeger.” Dat alles begint al bij de voorbereiding. Waar terreinanalyses vroeger door landmeters met de hand werden gedaan, gebeurt dat nu steeds vaker met drones. Die kunnen een heel het terrein in een keer opmeten. “Prefabbeton heeft daarnaast ook een enorme evolutie ondergaan”, volgens Van Haut. “Vroeger ging het over heel simpele vormen die op voorhand werden gegoten. Nu worden er uiterst complexe structuren gemaakt die als een meccano in mekaar schuiven. Dat verkort de bouwtijd natuurlijk flink.” De vraag naar steeds snellere uitvoeringstijden neemt toe. Commercieel directeur Rudi Ver Eecke van Verhelst Machines heeft dat al lang opgemerkt. “Voor ongeveer alle bouwheren en aannemers is snelle oplevering tegenwoordig heel belangrijk”, zegt hij. “De kleine bouwkranen van vier tot zes

ton maken plaats voor de grote vlotte kranen van acht, twaalf en zestien ton geworden.” Hoe sneller de kranen hun lading omhoog halen, hoe populairder. En de betonmixer hoeft niet meer te wachten op de kraan, want het is nu meestal andersom.

Kranen van zes à acht ton, dat vind je bijna niet meer, dat zijn exemplaren van twaalf à zestien ton geworden Rudi Vereecke

Achter die snelheidsdrang zit uiteraard een logische, economische redenering. Ver Eecke: “Hoe sneller een gebouw klaar is, hoe beter voor de aannemer. Ultramoderne, snelle machines zijn zelden het goedkoopst, maar die meerkost verdien je op korte termijn terug door wat je uitspaart aan uurlonen en stilstanden.” Tegelijk met de gestegen performantie, werd het onderhoud een stuk ingewikkelder. “De mecanicien met een overall vol olie is een relikwie van het verleden”, zegt Van Haut. “Het eerste wat die nu doet, is zijn laptop openen.”

Machines zijn krachtiger en slimmer, zoveel is duidelijk. Maar net zoals in veel andere sectoren, is ook in de bouw het milieubewustzijn er met reuzensprongen op vooruit gegaan. Zo zijn de eerste hybride graafmachines gesignaleerd. Telkens als de arm van de bak naar beneden gaat, wordt die energie gerecupereerd, ongeveer net zoals een hybride wagen remenergie kan recupereren. Die energie wordt dan gebruikt om de machine te laten zwenken. “Het brandstofverbruik, was vroeger totaal geen issue bij kopers, maar is tegenwoordig een groot aandachtspunt”, aldus Van Haut. “De fabrikanten van de machines moeten nu aan zware emissienormen voldoen. Daardoor is ook de uitstoot van fijn stof en stikstofoxiden sterk gedaald.” Alternatieve brandstoffen, zoals gas en waterstof, verschijnen stilaan ook op het toneel. “Dat staat nog in de kinderschoenen, maar het staat er ongetwijfeld aan te komen.” Die trend zet zich verder op allerlei terreinen. Ver Eecke ziet al regelmatig bouwwerven waar zonnepanelen liggen om stroom te voorzien. “Er zijn ook al nieuwe types stroomgroepen die draaien op bio- of aardgas in plaats van diesel”, zegt hij. “Nog een voorbeeld is de trend van de battery packs. Een stroomgroep verbruikt altijd energie, ook op de momenten dat de kraan geen stroom vraagt. Wel, zo’n battery pack is in staat om die ‘verloren’ energie op te slaan om later te gebruiken. Je kan die dan

bijvoorbeeld inzetten voor de verlichting van de werf ’s nachts, of voor camerabewaking.” En hoewel de machines misschien groter en sterker zijn geworden, mogen

Prefabelementen hadden vroeger heel simpele vormen, nu zijn dat zeer complexe structuren die als een meccano in mekaar schuiven

Print eens een villa Het Chinese bouwbedrijf Winsun is begonnen met het 3D-printen van gebouwen. In maart vorig jaar ‘printte’ het bedrijf tien villa’s op één dag en eerder dit jaar een flatgebouw van vijf verdiepingen. De 3D-printer die daarvoor werd ontwikkeld, was 6,6 meter hoog, tien meter breed en veertig meter lang. Hij gebruikt een mengeling van bouwmaterialen en industrieel afval, samen met cement en een speciale verharder en bespaart 30 tot 60 procent op bouwafval en bouwt 50 tot 70 procent sneller dan de traditionele technieken. Een villa van Winsun kostte nauwelijks 140.000 euro om te bouwen. Het bedrijf bereidt nu het eerste 3D-geprinte kantoorgebouw voor, inclusief betonnen meubels. In Dubai, waar anders.

Dries Van Haut

ze niet als oncomfortabel worden bestempeld. Twintig jaar geleden werd nauwelijks over ergonomie en comfort gesproken, maar die tijden zijn voorbij. Van Haut: “Zo’n machinist zit de hele dag in zijn machine, dat moet met enig comfort gepaard gaan. Vaak krijgt de bestuurder van de machine ook inspraak in wat er wordt aangekocht. Dus zien we nu mp3-spelers opduiken, ruimte voor de koelbox, geveerde stoelen… Voor de baas is dat trouwens ook goed, want wie comfortabel kan werken, zal beter werken en productiever zijn.”

Bouwsector krijgt weer ademruimte Na enkele zware crisisjaren begint de bouwsector weer op te leven. Dit jaar zullen vier op de tien bouwondernemingen meer omzet maken dan vorig jaar. Bij een kwart van hen is het orderboekje zelfs al tot het einde van dit jaar gevuld. Dat blijkt uit een enquête van de werkgeversorganisatie VOKA. Toch zeggen zeven op de tien van de ondervraagde bedrijven wel eens opdracht aan een buitenlandse concurrent te verliezen. Die komen vooral uit Nederland en de Oostbloklanden. Nog een ander probleem waarmee ze geconfronteerd worden, is de schaarste aan goed personeel. Zeker voor project- en werfleiders staan er nog heel veel vacatures open.

Architecturaal België Naast de blog ‘Ugly Belgian Houses’, waarin architecturale miskleumen worden voorgesteld, is er ook veel moois te ontdekken. De Confederatie Bouw reikt elk jaar de Belgian Building Awards uit op Batibouw, voor mooie en duurzame bouwwerken. Dit jaar heeft het nieuwe congresgebouw in Bergen de prijs weggekaapt in de categorie ‘Innovation’. Het ontwerp, van Daniël Liebeskind, is zowel modern, als duurzaam. De gevel is een soort lint rond het gebouw en eindigt in een piek. De draagstructuur bestaat uit gekromde en hellende muren, die op voorhand gemaakt zijn. Een mooi staaltje techniek.


8 Profielinterview Wim Van Gerven

'Zonder industrie is er geen sprake van onze moderne wereld' Het Belgische industriële landschap is de laatste jaren flink veranderd. Wat zal de toekomst brengen en wat worden de uitdagingen om industriële bedrijven hier te houden? “Wij kunnen het ons niet veroorloven om niet te innoveren”, zegt Wim Van Gerven, topman van ArcelorMittal. TEKST FREDERIC PETITJEAN

BEELD ©ARCELORMITTAL GENT

Al ruim vijfentwintig jaar lang is Van Gerven aan de slag bij ArcelorMittal. Als CEO Business Division North overziet hij momenteel verschillende Noord-Europese fabrieken van de staalreus. Zowat 18.000 medewerkers heeft hij onder zich staan, een kleine 5.000 daarvan in de site in Gent.

“Onder meer zo, ja. Maar ook door hogere kwaliteit, een goede investeringspolitiek, de juiste onderhoudsconcepten,… Het ‘probleem’ hier is dat alle andere bedrijven, met inbegrip van onze concurrenten, daar natuurlijk ook mee bezig zijn en van onze ervaringen leren

Wat zijn volgens u de sterktes van de Belgische industrie? “De sterktes zijn vrij duidelijk, denk ik: ons goed opgeleid personeel, onze grote talenkennis en dat onze mensen dynamisch zijn en graag initiatief nemen. En het is misschien niet onze eigen verdienste, maar dat we zo centraal liggen, is zeker een voordeel.”

Ongeveer 10% van het personeel heeft een ingenieursdiploma

En de zwaktes? “De hoge loonlasten natuurlijk. De recente regeringsmaatregelen doen het beste verhopen, maar dan nog is er veel aan te doen. Het feit dat we geen natuurlijke rijkdommen hebben. Onze enorme energiekosten, vergeleken met het buitenland. En zeker ook de administratieve lasten én de files die alleen maar toenemen.”

om de efficiëntiekloof te dichten. We zijn dus verplicht om elke dag aan die voorsprong te blijven werken.”

Op de loonlasten hamert u dan ook? “Natuurlijk, qua loonlast is Gent veruit de duurste site van de complete ArcelorMittal-groep wereldwijd. Let wel, dat is qua brutoloon, netto houdt een Belg niet meer over dan een Duitser of een Fransman.” Kunnen we dat blijven compenseren door meer efficiëntie?

Is innoveren een oplossing? “Ik denk het wel. In Gent heeft ongeveer 10 procent van het personeel een ingenieursdiploma. Een derde daarvan houdt zich enkel bezig met automatisering, innovatie en IT. Veel mensen hebben een verkeerd beeld van een staalbedrijf: manueel werk gebeurt hier haast niet meer. We beschikken over de meest moderne technologieën in alle afdelingen. We zijn bijvoorbeeld een pionier op het vlak van grootschalige kraanautomatisering.” Hoe kan die automatisatie helpen? “Door processen te verbeteren. De toleranties qua formaten die we hier

hanteren kunnen we veel beter onder controle houden met machines dan manueel. Dat verschuift het profiel van ons personeel naar hooggeschoolde technici. Automatisering maakt het werk ook veiliger en verhoogt natuurlijk de productiviteit. We zijn elke dag met die innovatie bezig, we kunnen het ons niet veroorloven om dat niet te doen. Om een idee te geven: 60 procent van de producten die vandaag in Gent gemaakt worden, bestonden zeven jaar geleden niet. Een voorbeeld daarvan is Fortiform®, een nieuw gamma ultrahogesterktestalen voor de automobielindustrie, dat auto’s lichter, zuiniger en milieuvriendelijker maakt.” Maar de concurrentie wordt ook almaar groter, door de globalisering. “Onze concurrenten zitten nu evengoed in China, India en ZuidKorea als in Duitsland of Frankrijk. Het jammere is dat die concurrentie niet altijd fair is. Sommige landen subsidiëren hun industrie zo sterk dat er geen gelijk speelveld of level playing field meer is. Ook de subsidies van grondstoffen of het beperken van de uitvoer ervan maakt het ons moeilijk. Die dumpingstrategie vind ik eigenlijk nog bedreigender dan onze loonkost.” Wat valt daar aan te doen? “Ik denk dat je dit alleen politiek, op Europees niveau kunt aankaarten. Maar ja, slechts de helft van de achtentwintig landen in de EU hebben een staalindustrie, het is dus niet voor elk land een even dringend probleem.”

Het klimaat zou er allerminst bij gebaat zijn als we hier vertrekken, want de 'sch

ADVERTORIAL

WEG biedt totaaloplossingen met hoog-efficiënte aandrijvingen Stel, u heeft een verpakkingsmachine nodig, dan moet u deze installatie van een aandrijving voorzien. Maar je wil de installatie niet nodeloos laten draaien en energie verspillen. Daarom zijn er oplossingen met motorreductoren en frequentieregelaars. “Motoren zijn er in allerlei standaardmaten”, legt Omer Vanheer van WEG-Benelux uit. “Klanten vragen specifieke aanpassingen om hun machines te optimaliseren. Daarom is het belangrijk om van bij de conceptfase samen rond de tekentafel te zitten en een optimaal energieefficiënt design uit te werken.” WEG is een wereldwijde aanbieder van totaaloplossingen rond aandrijftechnologie en energiebesparingen. Het Braziliaanse bedrijf

“Wij zorgen voor energie-efficiëntie en bedrijfszekerheid in één.” levert laag-, midden- en hoogspanningsmotoren met vermogens tot ver boven 20MW. Daarnaast beschikken ze over een uitgebreid gamma aan snelheidsregelaars, motorreductoren en schakelmateriaal. Het bedrijf is sinds 1992 in België actief en levert ondertussen niet enkel componenten, maar evolueert naar een total solution provider.

“Bedrijfszekerheid, energiebesparing en snelle beschikbaarheid zijn cruciaal voor een industriële gebruiker van elektromechanische aandrijfsystemen ”, weet Omer Vanheer. Als u bovendien uw volledig aandrijfprobleem kan neerleggen bij één partner die daarbij ook een marktconforme prijs kan voorstellen, ontstaat er een lange termijn samenwerking.” Producten van WEG voldoen aan praktisch iedere standaard certificering waar ook ter wereld. Dat opent perspectieven naar internationale projecten. WEG is dan ook actief in alle denkbare marksegmenten zoals petrochemie, waterzuivering, voeding, staalindustrie, cement en koeling. De multinational investeert in uiterst efficiënte producten en wil zo zijn steentje bijdragen tot een verdere terugdringing van de CO2uitstoot.

WEG – EFFICIENT SOLUTIONS SUPPLIER WEG BENELUX | Rue de l’Industrie 30 D | 1400 Nivelles  +32 67 888420  info-be@weg.net www.weg.net/be


Ontdek meer op fokusmoderneindustrie.be 9

Het is niet onze eigen verdienste, maar dat we zo centraal liggen is zeker een voordeel

3 vragen aan...

Walter Eevers Director Valorisation & Strategic Partnerships bij VITO

Om het over een andere boeg te gooien: hoe moet de industrie omgaan met het klimaat? “Wij zijn zeker voorstander van strenge milieunormen, ik heb zelf ook kinderen, ik wil ook dat zij in een propere, veilige wereld opgroeien. Strenge normen zouden ons zelfs een competitief voordeel kunnen opleveren, ware het niet dat ook hier weer dat level playing field ontbreekt. In veel landen buiten Europa is milieu veel minder een issue. Het klimaat zou er allerminst bij gebaat zijn dat wij hier vertrekken, want de ‘schoonste’ bedrijven staan in Europa.” Onze industrie is hierin dus een voorbeeld voor de rest? “Zeker, maar we mogen in onze neiging om de beste te zijn niet blind zijn voor de consequenties en de realiteit. Staal wordt gemaakt met hoogovens, uitgaande van ijzererts, er is geen andere economische manier. Het pure chemische procédé van onze productie is verantwoordelijk voor 75 procent van onze CO2-uitstoot. Het brandstofverbruik en de thermische verliezen zijn dat maar voor een kwart. Dus daaronder gaan we nooit geraken.”

hoonste' bedrijven staan in Europa.

Maar u probeert dat wel? “Natuurlijk! Op vijfentwintig jaar tijd hebben we hier ons energieverbruik per ton geproduceerd staal met 30 procent laten zakken. Qua energie zitten we maar een paar procent boven ‘de perfecte fabriek’. Daarmee behoren we al jarenlang tot de wereldtop

op het vlak van energie-efficiëntie. Innovatieve alternatieven zijn er ook: we ambiëren om in Gent een installatie te bouwen om een gedeelte van ons hoogovengas in biobrandstof om te zetten in samenwerking met de firma Lanzatech, geraamd op 87 miljoen euro. Als de installatie er komt, zorgen we voor een wereldwijde primeur en een bescheiden, maar wel belangrijke stap in de CO2-reductie.” Bent u optimistisch over de toekomst hier? “Als sommige van deze problemen opgelost geraken… zeker. Zonder industrie heb je geen moderne wereld. Voor infrastructuur, bouwwerken is staal onmisbaar. Windmolens: kan je alleen maar met staal maken. Dat auto’s lichter én tegelijk veiliger worden, ligt aan nieuwe eigenschappen van ons staal. Bovendien is staal oneindig te recycleren, vandaag wordt 95 procent gerecycleerd en dat kan met geen enkel ander materiaal. We moeten alleen politiek en maatschappelijk een dergelijke industrie willen en er de voorwaarden voor scheppen.”

Smart Facts Als Wim Van Gerven niet in de staalindustrie was terechtgekomen, dan was hij… “Ik ben van jongs af aan al gepassioneerd door techniek, dus ik vermoed dat ik altijd in een sector aan de slag zou gegaan zijn waar met hele grote en gesofisticeerde machines wordt gewerkt (lacht).”

Wat zijn de grote uitdagingen voor de industriële sector? "We moeten ons versterkt differentiëren en innovaties dienen sneller tot industriële toepassingen te komen. Daartoe dienen de industriële sector, de overheid en de onderzoekscentra samen de beste omkadering uit te werken om te kunnen blijven inzetten op gerichte kennisopbouw en onderzoek; er dienen stimuli gegeven te worden tot implementatie van nieuwe technologieën." Hoe kan technologie helpen? "Baanbrekende, duurzame technologische ontwikkelingen zullen onze competitiviteit sterk doen toenemen en onze internationale slagkracht vergroten. Kennis, creativiteit en aanpassings-vermogen zijn troeven die we hiertoe kunnen aanreiken. Er zijn reeds vele voorbeelden waar onze technologie wordt ingezet en waar we ons nu al differentiëren maar het potentieel is vele malen groter." Hoe ziet de toekomst er uit? "Als we blijven inzetten op toegepast onderzoek en dit doen in samenwerking met de industrie binnen een versterkte omkadering zie ik een mooie toekomst. Ook bij VITO zetten wij ons in om ideeën en prototypes versneld op de markt te brengen, ook internationaal. Zo spelen wij als strategisch onderzoekscentrum onze rol in het maatschappelijk bestel om een sterke industrie op de kaart te houden."

ADVERTORIAL

Expeditiebedrijf Levaco van alle markten thuis Familiebedrijf Levaco uit Deurne excelleert al meer dan 45 jaar in internationale, hoofdzakelijk overzeese transporten. Zelfs als een product niet in een container past of als de eindbestemming Iran of de Balkan is, weet de expediteur perfect te handelen. Als kleinere speler richt Levaco zich niet op de grote volumes. Het expeditiebedrijf wil met kwaliteitsvolle service het verschil maken, en dan vooral op de KMO-markt. Ceo Luc Huysmans: “Kleine, vaak familiale ondernemingen hebben zelden de kennis in huis om export en import efficiënt te regelen. De rol van traffic manager is voor die ondernemingen eerder een noodzakelijk kwaad. We kunnen niet alleen veel werk uit handen nemen, dankzij onze ervaring en ons wereldwijde netwerk zijn we goed geplaatst om gericht advies te geven. Omdat we een AEO-gecertifieerd bedrijf zijn, kunnen wij ook bij douaneproblemen hulp bieden.”

www.levaco.be

Bovendien heeft Levaco de nodige expertise in huis om moeilijkere markten te bedienen. Zelfs in oorlogsgebieden als Irak en Afghanistan hebben ze partners die de regels ter plaatse kennen en weten hoe te reageren op soms uiterst precaire omstandigheden. Eerste hulp bij verhuizing En nog een niche waar Levaco in thuis is: verhuizingen. Particulieren die beslissen om andere oorden op te zoeken, vinden bij Levaco een stressloze en goedkope manier om hun hebben en houden ter plekke te krijgen. Luc Huysmans: “We tonen hen hoe ze hun spullen best verpakken en helpen bij het uiteindelijke transport. Op hun nieuwe bestemming neemt onze lokale partner contact met hen op om alles af te leveren.”


10 Verdieping Energie

Geld sparen en het milieu bewaren De stijgende energieprijzen bezorgen heel wat Belgische ondernemers kopzorgen. Geen wonder dus dat energie sparen hoog op hun agenda staat. “Door zonnepanelen is onze stroomfactuur met de helft gedaald.” TEKST FREDERIC PETITJEAN

In heel wat Belgische directiekamers, zeker in de zware industrie, waar de grootverbruikers zitten, zijn de stijgende stroom- en gasprijzen de laatste jaren een big issue. Veel fabrieken hebben alle trucjes al uit de kast gehaald om zoveel mogelijk energie te besparen. Tenzij de prijzen van elektriciteit en gas dalen, vallen daar dus geen grote winsten meer te halen. Zuinig zijn met energie is daarnaast ook goed voor het milieu en is een topic dat tegenwoordig ook gevoelige snaren weet te raken. Ook de overheid raakt er gestaag maar zeker van overtuigd dat tegelijk geld besparen én het milieu ontlasten een goede zaak is. Spoorwegbeheerder Infrabel bijvoorbeeld bouwt samen met Electrabel, de gemeente Sint-Truiden en intercommunale IBE zeven nieuwe windmolens langs de E40 in Gingelom. “Het is de eerste fase van wat uiteindelijk een van de grootste windmolenparken van België moet

worden”, zegt Electrabel-woordvoerster Geetha Keyaert. “Uiteindelijk moeten er tegen 2017-2018 vijfentwintig molens verrijzen. Er is ook een vergunning aangevraagd om er daarna nog eens acht bij te bouwen.”

mee wordt 15.500 ton CO2 vermeden.” De bouw van deze nieuwe molens maakt deel uit van een plan van Electrabel om tegen 2020 haar windmolenpark in ons land te verdubbelen. “Weinig mensen weten het, maar wij zijn

Het windmolenpark dat nu opgetrokken wordt, goed voor een investering van ongeveer 24 miljoen euro, dient om de hogesnelheidslijn Leuven-Luik en de klassieke spoorlijnen Leuven-Luik en Landen-Hasselt van stroom te voorzien. “Dankzij de zeven molens zullen al elke dag een 170-tal treinen op groene stroom kunnen rijden”, zegt Keyaert. De zeven molens zijn goed voor een jaarlijkse productie van 34 miljoen kWh aan stroom. Ongeveer twee derde daarvan gaat naar het spoor, een derde wordt op het elektriciteitsnetwerk gezet. “De productie komt overeen met het gemiddelde verbruik van net geen tienduizend huishoudens”, legt Keyaert uit. “Hier-

Dankzij de 7 molens zullen al elke dag een 170-tal treinen op groene stroom kunnen rijden Geetha Keyaert

nu al de grootste producent groene stroom in België”, aldus Keyaert. “Op dit moment maken we 200 megawatt groene stroom per jaar aan, over vijf

jaar moet dat 400 megawatt zijn." Evenals voor kmo's loont het de moeite om je stroomfactuur onder controle te houden. Frank Vanhalst is, samen met zijn zus Sophie, zaakvoerder van Vanhalst 2 Give&Enjoy, een groothandel in interieuraccessoires en geboortegeschenkjes in Wevelgem-Moorsele. Enkele jaren geleden, bij de uitbreiding van zijn magazijn, besloot hij om het dak ervan vol zonnepanelen te leggen. “We zijn in ons bedrijf best wel bezig met duurzaam ondernemen en zuinig zijn met energie”, vertelt hij. “We hebben bijvoorbeeld een halve hectare populieren (korteomloophout, red.) aangeplant op ons bedrijfsterrein. Na vijf jaar wordt het hout gerooid om er energie mee op te wekken in een biomassacentrale. "We hebben ook het Charter Duurzaam Ondernemen van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen ondertekend, dat

onder meer voorziet in een actieplan rond energiebesparing. In het kader daarvan is het idee gekomen om de zonnepanelen te installeren.” Bij de bouw van het magazijn in 2007 was de aanleg van zonnecellen niet mogelijk, omdat de draagkracht van het gebouw daar toen niet voor voorzien was. Bij de uitbreiding in 2010 was dat wel een specifieke eis in het lastenboek. “We hebben ongeveer een 200 vierkante meter aan panelen gezet, goed voor zowat 10 Kilowattpiek vermogen”, zegt Vanhalst. “Afhankelijk van de hoeveelheid zonneschijn, besparen we daarmee ongeveer 42 à 48 procent aan stroom. Alle elektriciteit verbruiken we ook zelf, waardoor onze stroomfactuur dus met ongeveer de helft gedaald is: van 5.000 naar ongeveer 2.250 euro per jaar.” De installatie betaalt zichzelf op ongeveer vijf jaar terug. Vanhalst: "Vanaf dit jaar is ze dus zelfbedruipend."

het juiste klimaat voor uw productieproces Voor industriële bedrijven is efficiency en een continue kwaliteit veelal van levensbelang. Zo zorgt complete klimaatbeheersing voor ideale klimatologische omstandigheden bij industriële processen. Daarom biedt Carrier voor elk industrieel of agrarisch proces de juiste klimaatoplossing. Carrier airconditioningsystemen zijn stuk voor stuk energiezuinig, compleet op afstand regelbaar en leveren een hoog rendement. Als uitvinders van de moderne airconditioning zijn we altijd een stap verder in technologie, om u altijd de optimale oplossing te bieden. www.carrier.be/klimaatoplossingen


ADVERTORIAL

Elexys breekt energiemarkt open voor KMO’s Sinds het ontstaan vijf jaar geleden, is Elexys inmiddels uitgegroeid tot een stabiele speler op de Belgische energiemarkt. Met flexibele tarieven wil het bedrijf een alternatief bieden voor de kmo’s en de kleine industriële ondernemingen. Momenteel verkent de toeleverancier van elektriciteit en gas volop de mogelijkheden van demand response, want ook op dat terrein wil het pionieren. Vast of variabel. Vijf jaar geleden waren kmo’s en kleine industriële spelers verplicht om een van die formules te kiezen op de energiemarkt. De interessantere combiformules waren voorbehouden voor de echte grote bedrijven, de zware verbruikers zeg maar. Dat de markt intussen is opengebroken, is voor een groot stuk te danken aan Elexys. Eric Olivier, bestuurder: “Van bij onze start in 2010 hebben we onze klanten flexibele tariefformules aangeboden, wat voordeliger is dan vaste prijzen. Kiezen ze voor variabele tarieven, dan kunnen ze bovendien via hedging opties toch enige zekerheid inbouwen. Het risico is dus minder groot.

Die flexibiliteit was nieuw voor dit klantensegment. Intussen hebben vele andere toeleveranciers die keuzemogelijkheden overgenomen.” Nog een verschil tegenover de klassieke toeleveranciers: Elexys probeert in alles wat het doet zo transparant mogelijk te zijn naar de klant. Eric Olivier: “Wij zitten naast de klant, niet tegenover hem. Samen met hem strijden we tegen de markt. Door de voor- en de nadelen goed uit te leggen, willen we hem wijzer maken zodat hij de markt goed begrijpt en de opportuniteiten kan waarderen. We willen geen contract pushen. Dat is niet onze stijl.” Die transparantie uit zich ook in het geavanceerde online portaal waar klanten in enkele muisklikken facturen, verbruiksgegevens en algemene info over marktprijzen kunnen opvragen. Pieken in hun verbruikspatroon kunnen ze dan weer eenvoudig opvolgen via een alertsysteem. Elexys trekt volop de kaart van innovatie. Demand response is volgens Eric Olivier de sleutelformule

van de toekomst. “Niet alleen in de winter, het hele jaar door dreigt er in ons land een stroomtekort. Op die momenten schieten de prijzen voor elektriciteit de hoogte in, tot enkele honderden euro’s per megawattuur. Dat biedt interessante mogelijkheden voor bedrijven die het zich kunnen veroorloven hun installaties gedurende enkele uren stil te leggen. De elektriciteit die ze in die uren besparen kunnen ze aan een hoge prijs op de markt verkopen.” Grootverbruikers kunnen al langer van dit aanbod profiteren. Elexys wil nu ook de kleinere bedrijven op de kar krijgen. “Denk bijvoorbeeld aan de tomatenkweker die in zijn serre voor 4 à 5 megawatt aan led-verlichting geïnstalleerd heeft. Hij simuleert daarmee het zomerdaglicht waardoor hij in de winter kan blijven produceren. Voor hem is het zeer eenvoudig om het licht gedurende enkele uren uit te schakelen. Het is die flexibiliteit die wij op de markt willen aanbieden. De testcases ogen alvast veelbelovend.”

www.elexys.be


12 Expertpanel Transport

Goederenvervoer anno 2030 Meer mensen, meer goederen, meer transport. Dat de files er niet korter op worden, is nu al elke dag pijnlijk duidelijk. We hebben er dus alle voordeel bij uit te zoeken welke mogelijkheden binnenvaart en spoort te bieden hebben. Overheden, bedrijven en universiteiten breken er alvast het hoofd over. Hoe kijken zij naar intermodaal transport? TEKST HERMIEN VANOOST

CATHY MACHARIS

DAVID HOFMANS

BART VANNIEUWENHUYSE

JAN GODERIS EN

hoogleraar Logistiek en Mobiliteit aan de Vrije Universiteit Brussel

hoofd internationaal transport Colruyt Group

research director TRI-VIZOR, gespecialiseerd in het bundelen en orkestreren van logistieke stromen

zaakvoerders van Shipit, specialist in multimodaal transport

JAN D’HAEYER,

Welke invloed heeft intermodaal transport op de samenleving?

“De vrachtwagen is niet altijd het snelste of goedkoopste. Wie containers op binnenvaartschepen of treinen overlaadt, verkleint mee het fileprobleem en de CO2-uitstoot. De economie wordt ook gestimuleerd. Tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen zijn er nauwelijks prijsverschillen. Welke haven een rederij kiest, hangt af van de bereikbaarheid van het hinterland, daar zijn binnenvaart en spooropties cruciaal."

“De laatste jaren zijn we bij Colruyt Group voor bepaalde trajecten in binnen- en buitenland overgestapt op binnenvaart, shortsea shipping en spoor. Een vermindering per jaar van 3,2 miljoen kilometer vrachtvervoer op Europese wegen en van 7.500 ton CO2-uitstoot. En door goederenen personenvervoer te scheiden, beperk je het risico op dodelijke ongevallen.”

“We hebben sterke troeven, zoals onze havens. Intermodaal transport versterkt die positie en creëert extra tewerkstellingskansen. Om de modal shift te kunnen maken, is het vooral belangrijk om vrachten te bundelen en minder (lege) vrachtwagens te laten rondrijden. Bovendien kom je vanzelf op andere vervoersmiddelen. Binnenvaart en spoor zijn dan efficiëntere en duurzamere alternatieven."

“Onderzoek leert dat de kosten voor de maatschappij veel hoger liggen bij wegtransport dan bij spoor- of watervervoer. Die studies houden rekening met verkeerscongestie, luchtpollutie en ongevallen. Tegenover elke euro die een verlader aan de vrachtwagentransporteur uitgeeft, betaalt de samenleving eveneens bijna een euro. Bij het spoor en de binnenvaart is dat een fractie daarvan.”

Waar liggen de grootste uitdagingen?

“De Europese Commissie wil tegen 2030 minstens 30 procent van het goederentransport boven de 300km via trein of schip laten verlopen. Momenteel is dat 4 procent, spoor zit op 11 procent. Er is groei, maar te weinig om vrachtwagens van de weg te halen. De infrastructuur moet beter. Bedrijven denken nog te weinig aan alternatieven. Investeren in transportconsulenten kan helpen. Idealiter komt er een platform dat informatie over vraag en aanbod samenbrengt en de capaciteit beter laat benutten."

“Er is nood aan een neutrale speler die intermodale samenwerkingsverbanden tussen bedrijven helpt opzetten. Ook naar infrastructuur is er nog veel werk aan de winkel. Bepaalde regio’s zijn niet eenvoudig bereikbaar. Cruciaal hierin is de nabijheid van terminals. En om schepen en treinen niet leeg te laten terugkeren, moet er voldoende volume zijn. Daarvoor moet je vrachten van leveranciers en zelfs van concullega’s bundelen. Ook de vloot van reders zal moeten vernieuwen én vergroenen.”

“Om grote volumes bijeen te brengen, moet je met verschillende, soms zelfs concurrerende bedrijven praten. Met TRI-VIZOR zijn we er in geslaagd om de vrachten van een Belgische en Amerikaanse farmaceutische multinational samen op het spoor naar Oost-Europa te zetten. Idealiter heb je voor iedere goederenstroom verschillende vervoersmogelijkheden. Al naargelang je behoefte kan je het meest geschikte middel kiezen. Dan spreken we eerder van co- of sychromodaal transport.”

“Vandaag is het moeilijk om personeel te vinden dat gecertifieerd is om met een binnenschip te varen. De opleidingen zijn lang en duur. Ook bij de afhandeling van schepen is er ruimte voor verbetering. In de haven van Antwerpen bijvoorbeeld kunnen de wachttijden sterk oplopen, waardoor de kost aanzienlijk stijgt. Bij het spoor is het vooral wachten op de verdere liberalisering.”

Hoe kan de overheid bedrijven aanmoedigen om op spoor en water over te stappen?

“Een multimodaal Vlaams vervoersbeleid is een beleidspunt van minister Weyts. We moeten investeren in infrastructuur en transparante info. De kilometerheffing voor vrachtwagens zal ook gunstig zijn. Op Europees niveau moeten maatregelen komen. Bijvoorbeeld een webportaal dat over alle grenzen heen de diensten van de vervoersmodi in kaart brengt, in real time. Dat is dan synchromodaal vervoer."

“Dat minister van Mobiliteit Ben Weyts recent één miljoen euro vrij maakte voor transport van palletten via binnenvaart, kan ik alleen toejuichen. Van de overheid verwacht ik een faciliterende rol: potentiële verladers en logistieke dienstverleners met elkaar in contact brengen en studies naar nieuwe concepten voeren. Zelf hebben we veel positieve ervaringen met de transportconsulenten van de overheid.”

“Personen- en goederenmobiliteit moeten in een geïntegreerd beleid samengaan. Misschien hebben we zelfs een taskforce mobiliteit nodig. Logistieke investeerders beginnen het fileprobleem als een structurele bedreiging voor Vlaanderen te zien. Het is ook tijd dat Europa werk maakt van een co-modaal transportbeleid. Dat elke lidstaat zijn eigen kilometerheffing invoert, maakt het systeem complex en duur.”

“De overheid speelt een cruciale rol inzake regelgeving. We zien wel inspanningen gebeuren, denk aan de invoering van het rekeningrijden voor vrachtwagens. Het zou ook een grote stap vooruit zijn als de opleidingen voor schippers versoepelen. Verder zijn we tevreden over de overheid. De waterwegbeheerders promoten de binnenvaart actief. En wie daar wil innoveren, kan rekenen op steunmaatregelen.”

Verhoog uw bedrijfswaarde op maat! Voor het automatiseren van een industrieel proces gaat u niet over een nacht ijs. Control & Protection heeft de ervaring en kennis in huis om u hier bij te begeleiden. Control & Protection uit Wilrijk is al veertig jaar lang leverancier van hard- en software voor de industrie. Het bedrijf focust op drie pijlers: elektrische test- en meetoplossingen, oplossingen voor passieve brandbeveiliging en automatisering. “In dit laatste segment zijn het vooral de oplossingen van General Electric die door ons naar voren worden geschoven”, zegt division manager Automation Solutions Wim Tindemans. “De scope daarvan gaat erg breed: van PLC’s over visualisatie-oplossingen tot het industrial internet of things en big data. We doen dat ook voor zeer diverse sectoren: de voedings- en pharmaindustrie, de metaalindustrie en machinebouw, de infrawereld en ga zo maar door.”

Het eindresultaat is voor veel klanten evenwel gelijklopend: een hogere productiviteit, meer en betere data die verzameld wordt, een hogere klantentevredenheid, een lager energieverbruik en minder administratie. “We zijn meer dan een pure distributeur, maar ontwikkelen ook eigen oplossingen”, onderstreept Tindemans. “Zo voorzagen we verschillende schepen van Jan De Nul Group van een interface die scheepsdata naar een server op kantoor stuurt. Alle data wordt geanalyseerd met G.E.-software om tot efficiëntiestijgingen te komen. Deze aanpak is een schoolvoorbeeld van de filosofie van Control & Protection: customer centric, in nauwe samenwerking met de klant. “Zo verzorgen we ook zelf de support van onze producten en voorzien we in trainings- en opleidingsmogelijkheden voor gebruikers en integratoren”, besluit Tindemans.

Voor meer informatie over wat Control & Protection voor uw bedrijf kan betekenen: bel 03/829.03.35 of surf naar www.control-protection.be


ADVERTORIAL

Trimodaal naar het achterland

Barge Transport

De containeroverslag in de haven van Antwerpen is in het eerste half jaar van 2015 opnieuw gestegen. Contargo Trimodal Network zorgt ervoor dat de containers snel, betrouwbaar en flexibel naar het Europese achterland worden vervoerd.

Rail Transport

Contargo is een van de grote logistieke containernetwerken in Europa. Deze neutrale dienstverlener organiseert multimodaal containervervoer per binnenschip, trein en vrachtwagen tussen de westelijke zeehavens en de Duitse Noordzeehavens en het Europese achterland. „Antwerpen vormt een belangrijk knooppunt binnen ons netwerk“, zegt Marcel Hulsker, co-manager van Contargo GmbH & Co. KG. „Dat weerspiegelt zich in het aantal verbindingen dat wij aanbieden en dat nog steeds groeit.“

Vrachtwagen, trein en binnenschip

Efficiënte terminals

Het Contargo-netwerk combineert de specifieke voordelen van de verschillende vervoersmiddelen. De vrachtwagen, die flexibel en snel is, wordt ingezet voor vervoer over korte afstanden. Zo heeft Contargo een directe vrachtwagenverbinding tussen Antwerpen en Hamburg. Het spoor verbindt de terminals van Contargo met de havens van Hamburg, Bremerhaven, Rotterdam en Antwerpen en het overige Europese lijnennet. Op de dienstregeling staan onder meer lijndiensten van en naar Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Binnenvaart is betrouwbaar, goedkoop en milieuvriendelijk. Per binnenschip onderhoudt Contargo vaste lijnen met bijna iedere terminal in de ARA-havens. Op die manier worden de voordelen van de Rijn volop benut, waarbij talrijke Contargoterminals in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland kunnen worden bereikt.

Via de Schelde komt men per binnenschip snel vanuit Antwerpen naar Noord-Frankrijk. Contargo North France exploiteert in Bruay-sur-l‘Escaut de Escaut Valenciennes terminal. Deze maakt deel uit van het terminalnetwerk „Extended Gateway“ van rederij MSC Antwerpen. Hierdoor kunnen in Antwerpen geloste MSC-containers zonder tussenkomst van de douane direct per binnenschip naar de Escaut Valenciennes terminal worden vervoerd. De douaneaangifte van de containers gebeurt pas in Valenciennes.

Voor containervervoer in de Benelux biedt Contargo onder de naam „Transbox“ een snelle en gerenommeerde binnenvaartservice aan. Zo heeft het bedrijf een dagelijkse scheepsverbinding tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam.

Op zijn 25 terminals in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Tsjechië exploiteert Contargo containerdepots respectievelijk stations voor de tussentijdse opslag van containers. Daarnaast biedt het bedrijf veelzijdige extra diensten aan op het gebied van containers. Enkele voorbeelden zijn de plaatselijke aflevering per vrachtwagen, onderhoud en reparatie, maar ook stuffing en stripping. „Onze vaste routes en dienstregelingen, gecombineerd met de hoge frequentie, vormen de basis voor snelle, efficiënte en betrouwbare containertransporten“, aldus Marcel Hulsker.

Road Seafreight Transport Airfreight

Europe & Maghreb

our trucks and your goods are tracked and traced Eco Pro-Active driving

„Door verschillende vervoersmiddelen in te zetten, kunnen wij flexibel reageren op wijzigingen binnen de randvoorwaarden. Zo komen de containers op tijd aan, met een minimaal verbruik van grondstoffen tegen een optimale prijs.“

International freight forwarding by air and sea to all destinations and from all origins : Import / Export / Handling / Transit shipments Specialized in containerized cargo

Integrated Logistic Services Thousands of m² of fully owned warehouses and offices all over Europe and Northern Africa

Contargo Network Service Scheepmakerij 110 | 3331 MA Zwijndrecht Nederlands | Phone +31 -78 6254-600 Transbox United Boterhamvaartweg 2 Unit 1B | 2030 Antwerpen België | Phone +32 - 3 6521004

Logistics Flexibility We invest, build and organize with you, taking care of your products Making your logistic network more efficient Warehouse Management System

260.000m² of warehouses

JOST GROUP Am Hock 1 • 9991 Weiswampach • Luxembourg • T+352.27 00 27 27 240 • F+352.27 00 27 27 259 • info@jostgroup.com • www.jostgroup.com


14 Chronicle Patrick Van den Bossche

Er zijn in Europa nog te veel lidstaten die ondermaats presteren op het vlak van recyclage

Slim afvalbeleid versterkt economie Wereldwijd stijgt de vraag naar grondstoffen. Deze wedren legt een grote druk op de beschikbaarheid van bepaalde kritieke metalen, zoals zeldzame aardmetalen. Terwijl we via een slim afvalbeleid ook hier deze grondstoffen kunnen aanboren. TEKST PATRICK VAN DEN BOSSCHE, HEAD CENTER OF EXPERTISE ENVIRONMENT, AGORIA

D

oemberichten over hoe we binnenkort geen olie of aardgas zullen hebben, zijn niet weg te slaan. We kunnen de vraag naar grondstoffen bijna niet meer bijhouden. Uitdagingen om op een andere manier grondstoffen te verkrijgen, dienen zich steeds meer aan. Een goed uitgewerkt beleid voor een circulaire economie, door recyclage én het efficiënter omgaan met grondstoffen, is het antwoord. Vlaanderen staat aan de Europese top voor de inzameling en recyclage van afvalstoffen. We hebben bovendien een sterk ontwikkelde, performante metaalrecyclage-industrie. Ook op vlak van grondstoffenefficiëntie scoort onze industrie sterk. Uit een recente enquête van Agoria blijkt dat maar liefst twee op de drie bedrijven in de technologische industrie projecten hierrond hebben. Maar er zijn nog uitdagingen. Zo ontbreekt er nog altijd een gelijk speelveld

op Europees vlak. De geharmoniseerde implementatie van de afvalwetgeving en een globaal gebrek aan handhaving blijven een struikelblok. Het Europese beleid is vaak niet coherent met o.a. de REACH- en ROHS-wetgeving die obstakels creëert voor recyclage. En er zijn in Europa nog te veel lidstaten die ondermaats presteren voor recyclage. De Vlaamse recyclagesector mist daardoor opportuniteiten. We moeten focussen op kwaliteitsvolle recyclage. Een verplicht certificatiesysteem voor recyclagebedrijven kan een oplossing zijn. Recupel is voorloper door het verwijzen in zijn lastenboeken naar bestaande standaarden. Afvalstromen die naar een gecertificeerd bedrijf vervoerd worden, worden op een kwaliteitsvolle manier verwerkt en hoeven minder controle door de overheid, waardoor meer middelen vrijkomen. Niet alleen de recyclage moet beter, ook het gebruik van duurzamere producten. Intelligente groene overheidsopdrachten kunnen de evolutie naar de circulaire economie stimuleren. Helaas is het belangrijkste criterium in de gunning vaak de prijs, waardoor nieuwe businessmodellen vanuit de circulaire economie uit de boot vallen. Ook ecodesign over de waardeketen stimuleren is een must. Daarom pleit Agoria voor een gebalanceerd, holistisch beleid rond ecodesign. Onze bedrijven zijn alvast vragende partij. ■

ADVERTORIAL

Zuinig met water en energie, dankzij het juiste toestel Niet alleen particulieren, ook industriële spelers zijn vandaag bewuster met waterverbruik bezig. Het besef dat ze door de juiste toestellen te kiezen aanzienlijke sommen kunnen besparen, is meer dan ooit aanwezig. Dat voelt ook waterbehandelingsspecialist Eurowater, dat in België al veertig jaar energie-efficiënte oplossingen aanbiedt. Van eenvoudige filters tot complexe installaties, Eurowater heeft alle expertise en producten in huis om vragen rond waterbehandeling te beantwoorden. “Zowel voor standaardoplossingen als voor projecten op maat kunnen bedrijven bij ons terecht”, vertelt general manager Tom Vanlerberghe. “We beginnen steeds met een grondige analyse van de noden.

Al naargelang de toepassing, de hoeveelheid en het type water doen we vervolgens een voorstel.” De experts van Eurowater stellen ook alles in het werk om verspilling tegen te gaan en afvalwater maximaal te hergebruiken. En ze denken mee na over energie-efficiëntie. Tom Vanlerberghe: “Extra meetapparatuur kan ervoor zorgen dat bedrijven minder water en energie verspillen. Spoeling of filtering gebeurt dan bijvoorbeeld pas wanneer het echt nodig is en niet automatisch om pakweg de twee weken. De installatie is iets duurder in aankoop, maar de investering verdient zich via de water- en energiefactuur gauw terug.”

Hoewel Eurowater in België slechts zestien medewerkers telt, kan het toch projecten van grotere omvang aan. Het kan hiervoor steunen op de knowhow van het Deense moederbedrijf. En goed om weten, voor klanten is Eurowater 24u/24u beschikbaar. Bij problemen komt een medewerker ter plaatse langs, dag of nacht. “Al mag ik daar meteen aan toevoegen, dat dat niet dikwijls nodig is. Al onze producten voldoen aan de CE-normen, hebben een zeer lange levensduur en een minimale behoefte aan onderhoud.”


INNOVATIEF WATERHERGEBRUIK BIJ BROU WERIJEN BO STEEL S EN HU YGHE

www.pantarein.be

ONZE WATERZUIVERINGSINSTALLATIE WORDT EEN WINSTPOST Brouwerij Bosteels, producent van bekende bieren zoals ‘Kwak’ en ‘Tripel Karmeliet’ en Huyghe, de brouwerij achter het bekende ‘Delirium Tremens’, gaan als eerste brouwerijen in Vlaanderen gezuiverd afvalwater gebruiken in hun productieproces. Samen met waterzuiveringsspecialist Pantarein, studentencoöperatie CORE en kennisinstelling VITO demonstreren de brouwerijen een concept om afvalwater om te zetten in drinkwater, en daarbij ook nog energie te besparen. “Ons gerecycleerd water zal maar de helft kosten van stadswater, waardoor de investering zich op nauwelijks vijf jaar terugbetaalt.”

Zoals voor heel wat bedrijven uit de voedingsindustrie is water voor Brouwerij Bosteels een van de belangrijkste grondstoffen. Zowel om economische als om ecologische redenen is een vooruitstrevend waterbeheer voor het bedrijf een logische keuze. In 2012 investeerde de brouwe­ rij al in een geavanceerde waterzuiveringsinstallatie. Hans van Remoortere, Production Manager van Bosteels: “Onze brouwerij ligt pal in de dorpskern van Buggenhout. Door het plaatsgebrek hebben we in het verleden ons afvalwater altijd in de riolering geloosd. Maar in 2010 verplichtte de overheid ons om een wachtbekken van 150 m³ te plaatsen. Dat veranderde de context van ons waterbeheer ingrijpend.”

EIGEN WATERZUIVERINGSSTATION “Wanneer het te veel regende, moesten we in staat zijn om ons afvalwater gedurende 24 uur op te vangen. Maar die oplossing bleek vrij duur uit te vallen. Het wachtbekken moest in speciaal beton worden opgetrokken om cor­ rosievorming te vermijden, er waren maatregelen nodig om de geurhinder te beperken ... Berekeningen wezen uit dat investeren in een eigen waterzuiveringsstation op termijn interessanter zou zijn, ook omdat we dan aanzienlijk min­ der heffingen zouden moeten betalen.” Het enige probleem: om rendabel te zijn, moest de waterzuiveringsinstallatie een voldoende hoge capa­ citeit hebben. Geen evidentie op een site waar er al geen ruimte over is. “Vandaar dat Pantarein, het waterzuive­ ringsbedrijf waarmee we in zee gingen, membraanfiltratie voorstelde. Installaties die met die technologie worden uitgerust – ook wel membraanbioreactoren genoemd – zijn uitermate compact. Daardoor moest de biologische waterzuivering maar 450 m³ groot zijn en kon ze aan de rand van onze site worden ingeplant. Membraanfiltratie is bovendien een heel effectieve techniek, die erg zuiver water oplevert, waardoor de lozingstaksen worden gemi­ nimaliseerd”, aldus Hans van Remoortere.

DE VOLGENDE STAP: DRINKWATERKWALITEIT Toch was dit voor de brouwerij maar de eerste stap in een bewust traject rond duurzaam watermanagement, zegt Iwan De Meyer, Brewmaster en QC­manager van Bosteels: “Na de implementatie van onze waterzuivering zijn we met Pantarein beginnen brainstormen over mogelijkheden om nog een stap verder te gaan. Zo kwamen we op het idee om het effluent van de waterzuivering op te waarderen tot water met drinkwaterkwaliteit. De open oproep van het Vlaams Kenniscentrum voor Water (Vlakwa) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) (zie kader, n.v.d.r.) bood ons de mogelijkheid om de haalbaarheid van het project te onderzoeken aan de hand van piloottests. Hoe het herge­ bruikproces integreren in de brouwerij? Wat is de kwaliteit van het behandelde water? Hoe stabiel is het proces? Hoe­ veel rendement kan de installatie halen en wat zijn de opera­ tionele kosten? Om die vragen te kunnen beantwoorden, is een demonstratieproject bijzonder nuttig. De financiële en praktische steun van Vlakwa en VITO was precies wat we nodig hadden om de kogel door de kerk te krijgen.” Via nanofiltratie zal het biologische effluent verder worden opgezuiverd, totdat het dezelfde kwaliteit heeft als drink­ water. Piet De Langhe, zaakvoerder van Pantarein: “We

gaan het gezuiverde afvalwater verder behandelen met een bijkomende membraanfiltratie die nog fijner is. Daardoor worden grotere organische verbindingen, die niet biologisch afbreekbaar zijn (bijvoorbeeld humuszuren), en het grootste deel van de anorganische zouten uit het water gefilterd. Het resultaat is water dat beantwoordt aan alle normen van drinkwater. Het gezuiverde water wordt verzameld in een buffertank en opnieuw in de productie ingezet.”

INNOVATIEVE WATEROPLOSSINGEN, OOK VOOR KMO’S

OP VIJF JAAR TERUGVERDIEND

Veerle Depuydt, consultant bij Vlakwa: “In Vlaanderen zijn er heel wat kleine en middelgrote brouwerijen waarvoor het minder evident is om innovaties door te voeren die grote investeringen vereisen. Die drempel willen we wegnemen. Vaak denken kmo’s dat innova­ tieve oplossingen enkel voor de grote jongens zijn weg­ gelegd. Met het demonstratieproject ‘DUWAHE²’zal worden aangetoond dat een efficiënte waterzuivering en het omzetten van het bio­effluent naar water van drinkwaterkwaliteit ook in kleinere en middelgrote brouwerijen kostenefficiënt is. De brouwerijen Bosteels en Huyghe zullen als referentie dienen binnen de sec­ tor en zo innovatie in andere kmo’s stimuleren.”

Filip De Volder, Purchasing Manager bij Brouwerij Huyghe: “Het water kan voor alle toepassingen in de brouwerij ingezet worden. Voor het brouwproces zelf, dat maar een beperkt deel van ons totale waterverbruik vertegenwoor­ digt, blijven we grondwater gebruiken. Dat is belangrijk voor de kwaliteit en de smaak van het bier. De praktijk heeft al uitgewezen dat het concept effectief werkt. Maar omdat we er zeker van willen zijn dat er geen contaminatiegevaar is voor het bier, zal VITO meerdere tests uitvoeren.” Het kostenplaatje voor de brouwerij ziet er alvast aantrek­ kelijk uit, zegt Piet De Langhe: “Uit de piloottests blijkt dat ongeveer twee derde van het afvalwater effectief in drink­ water kan worden omgezet. Doordat nog amper één derde van het biologische effluent zal geloosd worden, zal de brouwerij haar verbruik van stadswater én de gemeentelijke heffing flink zien dalen. De operationele kost om dit water te maken – energie, chemicaliën en onderhoud van de mem­ branen – ligt ongeveer 50 % lager dan wat je voor stadswater moet betalen. Wanneer we alles samentellen, komen we op een terugverdientijd van wellicht maximaal vijf jaar.”

WATER- EN ENERGIEBESPARING HAND IN HAND Als het over industriële kringlopen gaat, worden water en energie steeds vaker in één adem genoemd. Bij het nemen van beslissingen over het waterbeheer is ook voor brouwerij Bosteels energie altijd een belangrijk aandachtspunt ge­ weest, benadrukt Iwan De Meyer: “We kozen voor een energiezuinige waterzuiveringsinstallatie. Het systeem functioneert alleen als er ook werkelijk water te zuiveren valt. Is dat niet het geval, dan worden de buizen opgevuld met proper water en gaat het systeem in stand­by. Voor een brouwerij als de onze is dat enorm belangrijk, aangezien we alleen tijdens de week en overdag produceren. Dankzij de mogelijkheid om in stand­by te gaan, besparen we 50% energie vergeleken met een klassieke waterzuivering.” Ook op het vlak van energiemanagement plant Bosteels een volgende stap: warmterecuperatie. De studenten­ coöperatie CORE, eveneens partner in het consortium, levert hiervoor de nodige expertise. Hans van Remoortere: “Het afvalwater dat we produceren is nog vrij warm. Tijdens de biologische zuivering kan de temperatuur van het wa­ ter verder oplopen, zeker door de compacte bouw van de zuiveringsinstallatie. Maar tegelijk is de warmtevraag in een brouwerij vrij hoog. Ook hier willen we een win­winsituatie creëren. Daarom gaan we in het kader van dit project na in welke mate we de restwarmte van de biologische zuivering kunnen recupereren. Door een slim hergebruik van water en warmte willen we ervoor zorgen dat onze waterzui­ vering evolueert van een kostenpost naar een bron van inkomsten.”

WWW.PANTAREIN.BE

Dankzij de open oproep ‘Concepten voor een efficiënt waterbeheer’ van het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa) kregen zeven consortia van Vlaamse kmo’s subsidies om innovatieve waterprojecten te demonstreren in een marktcontext.

Uniek aan het concept van de open oproep is dat vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Vlaamse kmo’s krijgen de kans om hun knowhow op de markt te brengen, terwijl kandidaat-gebruikers interessante nieuwe watertechnologieën kunnen uitproberen. Meer info: www.vlakwa.be

WATERHERGEBRUIK BIEDT OPLOSSING VOOR DUUR STADSWATER Om bier te brouwen is veel water nodig. Zeven liter water om één liter bier te produceren is niet ongewoon in brouwerijen die historisch zijn gegroeid. “Waterhergebruik biedt in deze sector enorm veel voordelen”, zegt Veerle Depuydt van Vlakwa. De overheid voert vandaag al een streng vergunnin­ genbeleid rond het oppompen van grondwater, en dat beleid zal de komende jaren alleen maar strikter worden. De uitputting van de diepe grondwaterlagen wordt in Vlaanderen immers een steeds acuter probleem. Veerle Depuydt: “Voor bedrijven die veel water verbruiken, is overschakelen op stadswater een (te) dure optie. Veel brouwerijen leveren al inspanningen om hun specifieke waterverbruik – dat is de hoeveelheid water die ze nodig hebben om een liter bier te produceren ­ te verminderen. Daarnaast is waterhergebruik een verstandige keuze. Wanneer bedrijven ook nog eens afvalwater lozen op de riolering, zijn ook de heffingen een stimulans om water te hergebruiken. Hoe zuiverder het water en hoe lager het debiet dat geloosd wordt, des te minder heffingen je als bedrijf betaalt.”


ADVERTORIAL

KROHNE pioniert in meettechnologie Van de farmaceutische industrie tot de voedingssector, van de chemie tot de metaalverwerkende nijverheid. Familiebedrijf KROHNE spreekt in zo goed als elke sector klanten aan. Haar gamma aan betrouwbare meetoplossingen is dan ook bijzonder ruim. “Elke dag sleutelen onze ingenieurs aan nieuwe, nog betere toestellen. Innovatie is onze drijfveer.” Dat vertelt Stefaan Van Durme, salesmanager voor België en Luxemburg. Met vijftien productievestigingen, tientallen dochterondernemingen en ruim 3.280 werknemers wereldwijd is KROHNE marktleider inzake industriële procesinstrumentatie. In België heeft de van oorsprong Duitse speler al dertig jaar een verkoops- en serviceafdeling actief. Salesmanager Stefaan Van Durme: “Of het nu gaat om toestellen voor debiet-, druk- of temperatuurmetingen, KROHNE ontwikkelt en produceert alles van a tot z in eigen beheer. Dat maakt dat we klanten prima service kunnen verlenen. Gestandaardiseerd of op maat, ze kunnen met al hun wensen en vragen bij ons terecht. Reken maar dat we de perfecte oplossing vinden. Omdat we alles zelf maken, kunnen we een stap verder gaan dan de andere spelers op de markt.”

Voorloper Dat KROHNE zwaar op innovatie inzet, bewijst het hoge aantal medewerkers dat op de R&D-afdelingen van de verschillende productievestigingen aan de slag is. In totaal zijn maar liefst 280 bollebozen met onderzoek en ontwikkeling bezig. Elk toestel heeft zijn eigen experts. En regelmatig brengt KROHNE nieuwe instrumenten op de markt waarmee nog fijnere metingen of andere toepassingen mogelijk zijn. Stefaan Van Durme: “Onze ingenieurs ontwerpen momenteel bijvoorbeeld een gamma sensoren gebaseerd op nanotechnologie. Nu werken we voor de elektronica van onze toestellen nog met printplaten, maar in de toekomst zullen die elektronica amper een millimeter groot zijn. Dat brengt heel wat voordelen en mogelijkheden met zich mee.” De ambitie van KROHNE reikt alleszins ver. Stefaan Van Durme: “We willen een nieuw industrieel tijdperk inluiden. We anticiperen op de veranderende noden in de markt en passen onze processen met de meest moderne tools en innoverende technologieën aan.”

KROHNE Belgium NV - Noordkustlaan 16 - 1702 Groot-Bijgaarden

be.krohne.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.