Fokus Moderne Industrie

Page 1

D I T D O S S I E R W O R D T G E P U B L I C E E R D D O O R S M A R T M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D VA N D E R E D A C T I E VA N G A Z E T VA N A N T W E R P E N

MOGELIJKHEDEN VOOR MORGEN

MAART 2015

Wilson De Pril Naar een moderne maakindustrie

Philippe Muyters Innoveren om te excelleren

Ambitie Antwerpen vernieuwt zijn economie

Duurzaam Groener produceren is dé uitdaging

Haven Een kruispunt van transportmodi

‘Een sterke industrie is goed voor een stabiele werkgelegenheid’

De toekomst is digitaal P

EDDY BRUYNINCKX

Innoveren RE

MIUM

PA R T N E

R


2 Editorial Wilson De Pril

Naar een moderne maakindustrie Het DNA van de moderne industrie zal volgens Wilson De Pril, directeurgeneraal Agoria Vlaanderen, grondig anders zijn dan vandaag. Wendbaar en doorspekt van kennis en innovatie, op alle vlakken.

“H

et is alom bekend dat we een duur land zijn. Toch zijn onze maakbedrijven er in het verleden in geslaagd gelijke tred te houden met de concurrentie, ondanks de kosten. Ze gingen sterk automatiseren of weken deels uit naar het buitenland, dichter bij de klanten. Tegelijkertijd legden ze een groter accent op innovatieve producten die uniek genoeg waren om er een hogere prijs voor te kunnen vragen. Maar de jongste jaren lijkt dat recept niet langer te werken. De kostenhandicap ten opzichte van de concurrentie loopt verder op en de rek op de productiviteitswinsten lijkt eruit. Massaproductie verdwijnt uit Vlaanderen en kleinere series in nichemarkten worden meer en meer ons domein. Met innovatie in producten en diensten alleen – hoe broodnodig ook – lijken we het verschil niet meer te kunnen maken. Uitstekende producten

ontwikkelen, maar ze hier niet maken, is een eindig verhaal. Het is een bekend gegeven dat het verdwijnen van productieactiviteiten op termijn ook zorgt voor het verdwijnen van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Daarom moeten we dringend het geweer van schouder veranderen. Het industrieel apparaat dat in de jaren 60 en 70 het licht zag in Vlaanderen en de basis legde voor onze welvaartsstaat, is toe aan een grondige transformatie. De belangrijkste stap hierbij is dat we onze industriële bedrijven omvormen naar meer flexibele organisaties die vlot en snel kunnen inspelen op veranderende vragen en in staat zijn de meest complexe producten te vervaardigen, ook in zeer kleine series. Uiteraard zonder de kost per eenheid product te verhogen. Dat vereist de inzet van de allernieuwste productietechnologie en de introductie van ICT in alle onderdelen en processen van het bedrijf. Bedrijven zullen het daarbij alleen niet meer redden en moeten inzetten op samenwerking om kennis te delen, snelheid te verhogen en kosten te beperken. Open innovatie met andere bedrijven, kenniscentra, universiteiten

PREMIUM PARTNER:

is de te bewandelen weg. Ook het energie- en materiaalverbruik moet fors lager, waarbij we producten zodanig ontwikkelen dat we ze makkelijk kunnen recycleren. De grootste uitdaging zal echter zijn om in het personeelsbeleid de switch te maken. Moderne industriële bedrijven moeten zo veel mogelijk talent op een flexibele maar ook duurzame manier kunnen inzetten gedurende de volledige loopbaan. Met veel ruimte voor creativiteit, initiatief en verantwoordelijkheid op de werkvloer zelf. Uiteraard blijft technologische kennis daarbij belangrijk, naast de andere competenties zoals vaardigheden en houding. Samen moeten overheid, onderwijs én bedrijfsleven de tekorten aan technologisch talent aanpakken.

De grootste uitdaging zal zijn om in het personeelsbeleid de switch te maken

Veel leesplezier Bob Vanden Broeck Project Manager

COLOFON Project Manager: Bob Vanden Broeck

bob.vandenbroeck@smartmediapublishing.com Productieleider: Ellen D’hondt Hoofdredactie: Jerry Huinder,

redactie@smartmediapublishing.com Tekst: Frederic Petitjean, Johan Van Geyte Coverbeeld: Michel Dauchy Vormgeving: Baïdy Ly Drukkerij: Corelio Smart Media Publishing Belgium BVBA Leysstraat 27, 2000 Antwerpen, Tel +32 3 289 19 40,

Kijken we nog wat verder in de toekomst, dan zien we dat het internet ook in de maakindustrie een ware revolutie zal ontketenen. Doordat componenten, producten en diensten stuk voor stuk geconnecteerd zullen zijn via het net, zal een volledig nieuwe industrie het licht zien. Industrie 4.0. houdt in dat we met een nog veel hogere wendbaarheid producten, overal ter wereld , zullen moeten produceren en transporteren, op maat van de klanten.”

ellen.dhondt@smartmediapublishing.com www.smartmediapublishing.com

DIT IS SMART MEDIA Smart Media is een topspeler op het gebied van content marketing en native advertising. Onze campagnes worden zowel digitaal als in belanghebbende kranten verspreid. Onze basisgedachte is een sterke focus op het onderwerp. Door creatieve media oplossingen helpen we u uw merk versterken en creëren we waarde voor uw doelgroep. Door kwalitatief hoge content zorgen wij ervoor dat uw klanten, onze lezer, actie ondernemen.

Wilson De Pril, Directeur-generaal Agoria Vlaanderen

VITO is een toonaangevende Europese onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling.

LEES MEER OVER... 04 Antwerpen vernieuwt zijn economie

10 Een kruispunt van transportmodi

05 Groener produceren is dé uitdaging

12 De mens achter de industrie

06 De toekomst is digitaal 08 Profiel: Eddy Bruyninckx

13 Het gaat om dienstverlening 14 Innoveren om te excelleren

04

05

14


ADVERTORIAL

De groene toplocatie voor innovatieve bedrijven Antwerpen heeft een enorme troef in handen: Blue Gate Antwerp, het grootste bedrijventerrein in de provincie Antwerpen dat mikt op logistiek, productie en onderzoek en ontwikkeling. Philip Heylen, schepen voor economie, ziet Blue Gate Antwerp als een mooie opportuniteit voor bedrijven.

geregeld door Blue Gate Antwerp, een joint venture van de stad Antwerpen en het Vlaamse Gewest. Wij zorgen ervoor dat de vergunningen in orde komen.”

Wat maakt Blue Gate Antwerp anders dan andere bedrijventerreinen?

“Jazeker, we kijken vooral naar bedrijven die passen in de ‘blue’ van Blue Gate Antwerp. Dat betekent duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. We kijken onder andere naar bedrijven die in de toekomst zelf kunnen instaan voor hun energie, zoals BlueChem, een incubator en accelerator voor duurzame chemie, die we binnenkort oprichten. De Vlaamse KMO Bexco heeft zich al gevestigd op het terrein. Zij produceren touw voor offshore boorplatformen, hoogtechnologisch, maar ook met een ambachtelijke component. Er zijn maar een paar gelijkaardige bedrijven in de wereld, waarvan er nu één

“In de eerste plaats de ligging. Het gaat over een gebied van 64 hectare dicht bij het stadscentrum en ontsloten door grote invalswegen en de Schelde. Je hebt zowel de spin-off vanuit de haven, alsook een kenniscluster met de Universiteit en verschillende hogescholen in de buurt. In de tweede plaats gaat het om een brownfield, die tot industrieterrein wordt ontwikkeld. Alle voorbereidende werken, rompslomp en praktische zaken worden echter

in Antwerpen. Op minder dan een jaar hebben we alle bouwvergunningen snel en efficiënt geregeld.” Blue Gate Antwerp is dus meer dan een luchtkasteel?

Is er plaats voor industrie op zo’n korte afstand van de stad?

“Inderdaad. Blue Gate Antwerp is in volle ontwikkeling. We zijn bezig met gesprekken met drie grote groepen om het terrein te saneren. Daarna beginnen we met de infrastructuur en gebouwontwikkeling. Er wordt op dit moment een kaaimuur van 200 meter gebouwd om watertransport over de Schelde mogelijk te maken. Verder wordt Blue Gate Antwerp ook een leuke plek om te werken. 14,5 hectare is groengebied. Erfgoed zoals oude industrie-infrastructuur en pijpleidingen worden gedeeltelijk gerestaureerd. Er is ook plaats voorzien voor wandel- en fietswegen.”

bluegateantwerp.eu ADVERTORIAL

De fabriek van de toekomst bestaat al De toekomst is al eeuwen voer voor schrijvers, politici en ondernemers. Ook de industrie kijkt verder dan vandaag: volautomatische fabrieken, bestuurd door computers is het droombeeld. “Maar dat droombeeld is nu al realiteit.” The Matrix, Her en zelfs Iron man. Technologie speelt in deze films de hoofdrol en voorspelt haar groeiende rol in onze maatschappij. Ook de industrie kijkt naar nieuwe technologieën om productieprocessen te verbeteren. “De fabriek van de toekomst, die bestaat al”, zegt Eric van Nispen, algemeen directeur Wonderware Benelux. Wonderware biedt als een van de grootste softwareleveranciers wereldwijd software aan die bedrijven nu al helpt om hun productieprocessen efficiënter te beheren. EFFICIENT WERKEN begint eerst en vooral bij kennis van het productieproces. Met het track and trace systeem van Wonderware wordt alles eenvoudig en snel in kaart gebracht, van productiestappen, grondstoffen, recepturen

tot wie op dat moment verantwoordelijk is voor de productie. “Met één druk op de knop kan je meteen achterhalen wat er is misgelopen als het eindproduct niet is hoe het zou moeten zijn”, zegt van Nispen. “Handig voor de producent, want die kan meteen producten uit de rekken halen, die niet aan de kwaliteitseisen voldoen.” KWALITEITSEISEN zijn niet het enige waar op gelet wordt. Energie wordt langzamerhand het belangrijkste ingrediënt van een product. “Vaak weten bedrijven niet precies hoeveel energie ze verbruiken per lijn of per productie. Laat staan per product.” Dezelfde software van Wonderware Benelux kan dat wel. Van Nispen: “Onze software maakt een specifiek en correct beeld van het energieverbruik per batch, lijn en zelfs product. Fabrikanten kunnen zo ook de échte kostprijs van het product bereken.” Het energieverbruik van bedrijven daalt, net zoals de uiteindelijke verkoopprijs. DAT IS ECHTER NIET ALLES volgens van Nispen: “We gaan nog een stap verder en kunnen dankzij neurale netwerken

en signaalpatronen zelfs tot 20 à 30 dagen op voorhand voorspellen wanneer een belangrijke schakel of machine in het proces zal falen.” Met zulke informatie hoeft de hele band niet stilgelegd te worden als er iets misloopt. Onderdelen kunnen tijdig vervangen worden, waardoor de veiligheid verhoogt en de extra kosten voor fabrikant en consument verlagen. NAAST EEN EFFICIËNTER ENERGIEVERBRUIK en lagere productiekosten, zorgt de software van Wonderware er daarnaast voor dat de productie in onze contreien kan blijven en niet hoeft te verhuizen naar lageloonlanden. “Als een fabriek hier 90 procent efficiënt kan werken dankzij onze software, is het niet nuttig om te verhuizen naar een land, waar de efficiëntie maar 40 procent bedraagt.”

Op 1 en 2 april zal Wonderware aanwezig zijn op de maintenance beurs in Antwerpen en kan u zelf kennis maken met hun producten en oplossingen om uw fabriek klaar te stomen voor de toekomst.


4 Toekomst Ambitie

Antwerpen vernieuwt zijn economie Ondernemingen komen, ondernemingen gaan. De eerste groep creëert nieuwe werkgelegenheid, de tweede vernietigt ze. Wie vooruitkijkt, moet dan ook voldoende oog hebben voor nieuwkomers.

En daar kunnen op termijn grote bedrijven uit groeien. Kijk maar naar veel toppers op de internationale aandelenmarkten. Vele van hen bestonden 25 jaar geleden ook niet of begonnen dan pas.”

TEKST JOHAN VAN GEYTE

Volgens Luwel komt het er nu op aan om die initiatieven goed te ondersteunen. Daarom is de Kamer van Koophandel dan ook gestart met Antwerp.SRL, waar innovatieve projecten in contact worden gebracht met kennisinstellingen zoals de Universiteit Antwerpen, zodat er een boost aan de projecten kan worden gegeven. Maar voorlopig wordt de huidige economische sterkte van Antwerpen nog altijd geschraagd door de combinatie van een groot aanbod van zakelijke dienstverlening en een pak industriële en logistieke bedrijvigheid die door de haven wordt aangetrokken.

Antwerpen is de motor van de Vlaamse economie. Iets minder dan de helft (43%) van de toegevoegde waarde in alle bewerkende en verwerkende nijverheid in Vlaanderen wordt gecreëerd in de provincie. Maar kunnen de stad en de regio hun ambitie ook morgen nog waarmaken? En zit er voldoende vernieuwing in het economische weefsel? “Ik ben absoluut positief ”, zegt gedelegeerd bestuurder Luc Luwel van de Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland. “De voorbije jaren is er een pak meer ondernemerschap in de stad en de regio gekomen. Je ziet tal van creatieve zaken ontstaan.

Voor de Antwerpse schepen van Economie, Philip Heylen, sluit de meer traditionele basis

van de economie echter geen vernieuwing uit. “De chemie en de havenlogistiek blijven de stuwmotoren van de Antwerpse economie. Het is dus belangrijk dat we ze nog versterken met oog voor de toekomst.” Zo is de chemie bijvoorbeeld volop in transitie. De sector stapt over op alternatieven voor fossiele grondstoffen, betere processen en duurzame producten. Om de sector daarin te ondersteunen, investeren de stad Antwerpen en de Vlaamse regering in BlueChem, een incubator waar onderzoeks- en ontwikkelingsafdelingen van grote bedrijven en kennisinstellingen samen kunnen komen om kennis te delen. Luwel beaamt dat de chemische en petrochemische cluster inderdaad belangrijk blijven voor Antwerpen. Daarom is het volgens hem ook veelbetekenend dat Exxon en Total recent elk meer dan 1 miljard euro hebben geïnvesteerd in hun Antwerpse vestigingen. “Dat zorgt

ervoor dat de toekomst voor de komende vijftien jaar verzekerd is. Bovendien werken chemiebedrijven in een Verbund, waarbij ze van

De voorbije jaren is er een pak meer ondernemerschap in de stad en de regio gekomen Luc Luwel

mekaar afhangen. De reststoffen van de ene zijn de grondstoffen van de andere. De investeringen gaan dus verder dan het eigen bedrijf.” Naast de chemie wil Antwerpen ook sterk inzetten op de cleantech, de sector die zich onder meer focust op het recycleren van afval en het

gebruik van hernieuwbare energie. Voor deze activiteiten wordt ruimte voorzien op Blue Gate, het nieuwe hoogwaardig, watergebonden en eco-effectief bedrijventerrein dat op de vroegere terreinen van Petroleum Zuid wordt ontwikkeld. Een eerste bedrijf dat getekend heeft om zich er te vestigen, is Bexco, dat zich door specialisering en eigen onderzoek en ontwikkeling heeft opgewerkt tot een van de vijf topspelers in de wereld in touwen voor de offshore-industrie. Een andere speerpuntsector voor Antwerpen is de logistiek. En ook deze sector is in volle verandering, niet in het minst door de opmars van de e-commerce. “Het vlot en efficiënt laten verlopen van de goederenstromen is hiervoor cruciaal. Hetzelfde geldt voor de parallelle stromen van documenten. ICT-toepassingen dragen hier in belangrijke mate toe bij. Het Antwerp Port Community System (APCS) kan hierin een belangrijke rol spelen”, aldus nog Heylen.

ADVERTORIAL

Innovatieve nieuwe luchtsplitsingseenheid in de Antwerpse haven

Lucht is onontbeerlijk. En voor industriële processen zijn vooral de afzonderlijke componenten, stikstof, zuurstof en argon, belangrijk. Praxair is gespecialiseerd in het vervaardigen, de opslag en de verkoop van deze industriële gassen. Vandaag bouwt Praxair een nieuwe luchtsplitsingseenheid in de haven van Antwerpen.

wat technologieën ontwikkeld voor het toepassen van deze drie luchtgassen, waardoor de vraag verder blijft stijgen, ook in Belgie en Nederland.

ZUURSTOF IS onder andere nodig bij verbrandingsprocessen en in waterzuiveringsinstallaties. Door in plaats van lucht, zuivere zuurstof toe te voegen, versnellen deze processen aanzienlijk én wordt er minder energie verbruikt. Maar ook in de medische sector wordt er meer en meer zuurstof gebruikt. Vloeibare stikstof wordt veelvuldig toegepast voor het koelen en invriezen van voedingswaren.

DAAROM IS PRAXAIR bezig met de bouw van een nieuwe luchtsplitsingseenheid bij Lillo, die tegen het einde van dit jaar operationeel zal zijn. In de haven van Antwerpen werkt Praxair nauw samen met de petrochemische bedrijven waarvan er vele aangesloten zijn aan het pijpleidingnetwerk van Praxair. “Die sector neemt op continue basis onze gassen af ”, zegt Johan Desmet, Business Director Onsite van Praxair Benelux. “en gebruiken deze in hun productieprocessen, maar ook om de kwaliteit en de veiligheid ervan te bewaken. Dus is het primordiaal dat we hen een ononderbroken levering kunnen garanderen.

En argon, een edelgas, is dan weer onontbeerlijk tijdens allerlei lasprocessen. Praxair heeft doorheen de jaren heel

Onze nieuwe site zal dan ook met pijpleidingen verbonden worden met onze huidige vestiging in Zwijndrecht.

Dankzij deze investeringen wordt de belangrijke chemische cluster in de Antwerpse Haven nog verder uitgebouwd.” NATUURLIJK NEEMT DE BOUW wel wat plaats in beslag, een goede 2,5 hectare. “In november vorig jaar hebben we daarom met onze werknemers een bos van 5000 bomen op eenzelfde oppervlakte aangeplant in Arendonk.” Enerzijds zoekt Praxair oplossingen om processen van hun klanten efficiënter en energiezuiniger te laten verlopen. “Anderzijds ontwikkelen we ook zulke projecten die zorgen voor een aangename leefomgeving. Dat ligt volledig in lijn met onze slogan: ‘Making our planet more productive’”


Duurzaam Actueel 5

Groener produceren is dé uitdaging Met de steeds schaarser wordende grondstoffen en de steeds strenger wordende milieunormen staat de industrie voor een grote uitdaging. Biogebaseerd produceren kan de oplossing zijn. “Als we een toekomst willen voor onze kinderen en kleinkinderen, moeten we op duurzamere productiemethodes overstappen.”

“De biogebaseerde economie was in 2012 voor de industriële sectoren goed voor 9 procent van de Vlaamse brutomarge en 5,7 procent van de tewerkstelling. Bijna de helft van de totale brutomarge komt van de fijnchemicaliën, biopolymeren en biokunststoffen. Het belang van de biogebaseerde economie groeit, terwijl het belang van de industrie in de totale Vlaamse economie daalt.”

TEKST FREDERIC PETITJEAN

Energiebesparing en aandacht voor het milieu staan de laatste jaren hoog op de agenda van ondernemingen. Niet verwonderlijk: energiebesparing beperkt de CO2-uitstoot én de kosten. Maar er is meer. Om aan de strengere milieunormen te voldoen, deed de industrie heel wat inspanningen. Met filters en ontzwavelingsinstallaties werd de uitstoot van schadelijke stoffen ingeperkt, wat positief is voor de luchtkwaliteit. Via de wetgeving stimuleert de overheid dus het ecologisch ondernemen. “Ze heeft bedrijven bepalingen opgelegd om bijvoorbeeld de emissies te verminderen of de lozingen in het oppervlaktewater te beperken”, zegt woordvoerster Brigitte Borgmans van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. “Via de milieu-vergunning worden per bedrijf voorwaarden opgelegd. Het positief effect op de lucht- en waterkwaliteit is onmiskenbaar.”

De primaire productie van (landbouw-) grondstoffen voor de bio-economie en de verdere verwerking van bijvoorbeeld bioplastics tot afgewerkte producten in meubel- en auto-industrie of bouw zitten dan nog niet eens in deze cijfers. De indirecte impact is dus nog veel groter. Het blijkt ook dat biogebaseerde producten, zoals papier, houtvezelplaten, bio-kunststoffen en biochemicaliën in Vlaanderen nu al een vijfmaal grotere toegevoegde waarde creëren en tien keer meer tewerkstelling dan bio-energie. Dat lijkt dus goed te gaan, al is niet alles peis en vree. De overstap naar

biogebaseerd produceren blijkt voor veel bedrijven nog altijd een moeilijke hindernis te zijn. Om hen daarbij te helpen, kunnen ze beroep doen op Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP), een pilootfabriek voor biogebaseerde processen en producten in Gent, die werd opgezet met Vlaamse, Nederlandse en Europese fondsen. Bij BBEPP kunnen ondernemingen die beloftevolle nieuwe producten of processen ontwikkelen, de productie uittesten op grote schaal. “Wij helpen hen bij het opschalen van laboresearch naar een industrieel proces”, legt woordvoerster Katrien Molders uit. “Zonder de juiste kennis en de benodigde, dure, apparatuur is zoiets heel lastig. Bovendien is het ook erg risicovol om in die apparatuur te investeren, omdat je op voorhand niet weet of het zal werken en of het rendabel zal worden.” Ook al kan de pilootfabriek proefseries afleveren, het is niet de bedoeling om de volledige productie te verzorgen. Wel om

een proof-of-concept te maken om bijvoorbeeld investeerders aan te trekken. De meeste privébedrijven die BBEPP inschakelen, eisen totale confidentialiteit en Molders mag dus niks vertellen over de producten die er gemaakt worden. Of toch? “Het gaat over heel verschillende zaken als bioplastics, biomaterialen

Bedrijven die hun afvalstromen niet valoriseren, gooien letterlijk geld weg Katrien Molders

en biodetergenten. Ik kan wel een voorbeeld geven van een publiek project dat we uitwerkten. Het Schotse Celtic Renewables hebben we geholpen met het winnen van biobutanol uit afval van whiskyproductie. Die brandstof kan zo door voertuigen gebruikt worden.” Stevenen we in de nabije toekomst nu af op een volledig biogebaseerde economie? “Nee, nog lang niet”, geeft Molders toe, “maar beetje bij beetje komt ze wel dichterbij. Ooit zal er een einde komen aan de fossiele brandstoffen. Wanneer weet niemand precies. Maar als we een toekomst willen voor onze kinderen en kleinkinderen, moeten we overstappen op duurzamere productiemethodes.” En die aanpak heeft ook z’n economische verdiensten, meent Molders. “Bedrijven die bijvoorbeeld hun afvalstroom niet valoriseren, gooien letterlijk geld weg. En dat is iets wat ook meer en meer bedrijfsleiders in de gaten krijgen.”

Om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen - en de bijhorende CO2-uitstoot - nog meer te beperken, stimuleert Vlaanderen een biogebaseerde economie. Daarbij worden goederen geproduceerd met van oorsprong hernieuwbare materialen of energie. Borgmans:

Carlsberg komt met houten bierflesje Het Deense Carlsberg gaat zijn bier binnenkort in een volledig biologisch afbreekbaar flesje verpakken. Dat zal niet van glas gemaakt zijn, maar van herbruikbare houtvezels. Binnenin komt een speciale coating om de vloeistof niet te laten weglekken. Het complete flesje, inclusief de kroonkurk, kan gerecycleerd worden of heel snel door de natuur afgebroken. Volgens Carlsberg is er geen enkele invloed op de smaak van het bier. Nog een voordeel: gekoeld bier blijft in het flesje langer fris dan in een aluminium blikje.

BASF stapt uit partnership voor biogebaseerde luiers BASF stapt uit een partnership met Novozymes en Cargill om biogebaseerd acrylzuur te produceren. Volgens het Duitse chemieconcern zijn de doelstellingen voor het vermarkten van het product niet gehaald en zijn de commerciële perspectieven te klein. Acrylzuur dient om superabsorberende polymeren te produceren die onder meer in luiers en hygiëneproducten gebruikt worden. Ook in coatings duikt het op. Novozymes en Cargill werkten al sinds 2008 samen met BASF om acrylzuur uit suikerafval te halen. Tot nu toe werd acrylzuur geproduceerd door de oxidatie van propyleen, een bijproduct van ruwe olie. Novozymes en Cargill zeggen op zoek te zullen gaan naar een nieuwe partner.

ADVERTORIAL

EUROWASTE: KNOWHOW TEN DIENSTE VAN UW AFVALVERWERKING Het is niet eenvoudig om je als onderneming een weg te banen doorheen het kluwen van gewestelijke en Europese afvalwetten. Eurowaste kan bedrijven helpen om snel en

Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië waar wij mee

Partner met knowhow en oog voor kwaliteit

samenwerken. Ook het volledige logistieke proces en alle

Samengevat: of het nu gaat om fysico-chemische en

zonder veel overhead afval op te halen en te verwerken.

bijhorende procedures kunnen wij voor onze rekening nemen, ook als het gaat over gevaarlijke stoffen.

biologische verwerking van afvalwaters en slibs, de verwerking van verpakt chemisch afval, productvalorisatie van afvalstoffen (zoals off-spec producten), recyclage van

Eurowaste is een erkende ophaler van chemisch en

Nuttige toepassingen zoeken

afvaloliën en solventen, in situ afvalbehandeling in functie

industrieel afval en is met ruim een kwarteeuw ervaring één van de belangrijkste spelers in Europa. Het hoofdkwartier, in de buurt van de Gerlachekaai, bevindt zich op een boogscheut

Het doel van Eurowaste is een adequate verwerkingsmethode te zoeken voor elke afvalstof, gebaseerd op de best beschikbare technologie. We zullen er daarbij steeds naar

van eindverwerking,… aan Eurowaste heeft u een partner die over alle nodige knowhow en infrastructuur beschikt om u het leven gemakkelijk te maken en toch aan alle normen en

van het Antwerpse havengebied.

streven om tot een nuttige toepassing te komen, waarbij het afval opnieuw wordt gebruikt, gerecycleerd of verbrand met

regelgeving te voldoen.

Eurowaste neemt voor u de volledige zorg voor het afval over en biedt voor elk afvalprobleem zowel op technisch

energierecuperatie.

Sinds september 2014 beschikt Eurowaste tevens over een ISO 9001-certificaat, wat aantoont dat wij kwaliteit en

als administratief vlak een economisch en ecologisch verantwoorde oplossing. Wij evalueren en analyseren uw

Het afval verbranden, zonder enige terugwinning van energie, of het simpelweg storten, is geen goed alternatief voor het

klanttevredenheid hoog in het vaandel dragen.

specifieke afvalstromen en kunnen deze optimaal laten verwerken in één van de verwerkingscentra in de Benelux,

milieu en brengt ook hogere milieuheffingen met zich mee. Dit zal dus steeds de laatste optie zijn.

Geïnteresseerd in onze diensten? Zoekt u een oplossing voor uw specifiek afvalprobleem? Surf naar www.eurowaste.be

voor meer informatie, neem vrijblijvend contact met ons op. Eurowaste N.V. Verviersstraat 2, 3 A, B-2000 Antwerpen Tel. 03/281.33.63 | info@eurowaste.be


6 Verdieping Innoveren 3 vragen aan

Olivier Gillerot, Country managing director Belux bij Accenture Hoever staat België in de digitalisering? “België scoort onder het gemiddelde. In de zeventien landen die we in het kader van onze studie ‘Digital Density’ hebben onderzocht, komt België op de twaalfde plaats. Wel scoort België goed in bijvoorbeeld de snelle invoer van digitale technologieën in ondernemingen, maar we zijn er nog niet.” Wat zijn de belangrijkste werkpunten? “Een uitbreiding van de internetdekking bij Belgische gezinnen en een betere toegang tot internet in scholen is een eerste stap. Ook moeten we inspelen op e-commerce, want in België gebeuren slechts 4 procent van de transacties online. Werknemers zullen hun ICT-vaardigheden moeten vergroten en door beter gebruik te maken van digitale platformen krijgen we sneller toegang tot kapitaal, dat hard nodig is om deze doelstellingen te realiseren.” Welke impact hebben die op de Belgische economie? “Een verdere digitalisering zou 10 miljard euro kunnen opleveren voor het Belgische bruto nationaal product in 2020. De Belgische overheid en ondernemingen moeten er zich dan wel achter zetten.”

Internet der dingen beroert ondernemers Vooral de farmaceutische industrie, de maakindustrie, de transportsector, de retail en de energiesector zullen profiteren van een doorbraak van het internet der dingen, verwachten de Belgische bedrijfsleiders. Het internet der dingen laat onder meer al toe dat slimme horloges bijvoorbeeld ook de hartslag van de drager meten en de gegevens ervan doorsturen naar een databank of dat consumenten via hun smartphone hun verwarming al aanzetten tegen de tijd dat ze thuiskomen. En die mogelijkheden zullen alleen maar stijgen. De nieuwe technologie zal de ondernemers er hoe dan ook moeten toe aanzetten om hun bedrijfsstrategie te herbekijken.

De toekomst is digitaal Over tien jaar zal de industrie er totaal anders uitzien dan vandaag. Dat is voor een groot deel te wijten aan de digitalisering. TEKST JOHAN VAN GEYTE

De toekomst is digitaal. En heel wat bedrijven spelen hier heel bewust op in. Digitalisering verwijst naar de veranderingen in de maatschappij en het bedrijfsleven als gevolg van de inzet van computers en informaticatechnologie. Die innovaties voltrekken zich zowel in de dienstensector, als in de productieomgeving en de logistiek. Het Mechelse MoTuM bijvoorbeeld legt zich toe op automatische transportsystemen, die producten zelf uit de schappen halen. In tegenstelling tot veel andere systemen worden ze echter niet door een centrale server aangedreven, maar heeft elk toestel een eigen besturing. Die volgt dan wel een algoritme om de voorrangsregeling met andere toestellen te bepalen. “Door zo te werken, vermijden we flessenhalzen”, zegt stichter Pieter Van Caesbroeck. “Zeker nu er steeds meer toestellen worden aangesloten op een systeem en de servers door de grote hoeveelheid data overbelast dreigen te raken. Bovendien verlagen we het operationele risico. Als een systeem uitvalt, ligt bij ons niet alle activiteit plat.” Deze automatische orderpicking wordt ingezet op plaatsen waar de toestellen een voorgeprogrammeerd traject kunnen volgen en waar de verpakkingen gestandaardiseerd zijn. Volgens Van Caesbroeck bedraagt de terugverdientijd van een geautomatiseerd systeem 1 à 1,5 jaar als je in drie ploegen werkt, wat in veel magazijnen het geval is. Werk je maar in 1 ploeg, dan mag je rekenen op 3 à 4 jaar. Bij een langere terugverdientijd wordt niet geïnvesteerd. Bovenop de snelle terugverdientijd komt nog het voordeel dat geautomatiseerde systemen minder slijtage vertonen. Van Caesbroeck: “Een transporttoestel gaat nu makkelijk vijftien jaar mee.” Een andere technologie waarin de digitalisering een belangrijke rol speelt en die stilaan de kinderschoenen is

ontgroeid, is die van het 3D-printen, waarbij materialen laagje per laagje worden opgebouwd door een computergestuurde printer. Deze techniek is vooral handig voor kleine series of voor complexe producten die zeer nauwkeurig moeten zijn. “Maar ook voor grote producties waarvan elk stuk aangepast moet zijn aan de vereisten van de consument”, zegt woordvoerster Vanessa Palsenbarg van Materialise uit Leuven, de pionier van het 3D-printen in België. “Zo hebben we al meer dan 10 miljoen mensen kunnen voorzien van een 3D-geprint hoorapparaat op maat.” Voor grote massavolumes die niet moeten worden geïndividualiseerd, is 3D-printing daarentegen nog te traag en te duur.

We hebben kaarten die door de camera op de smartphone of tablet herkend kunnen worden en daar vervolgens een animatie of een spel kunnen oproepen Tom Kestens

Iets langer op de markt is het digitale 2D-printen. Bij het klassieke drukken moet je eerst een plaat maken, die vervolgens opspannen, de machine in gang zetten en dan wachten tot de drukkwaliteit optimaal is. Bij digitaal printen is die plaat niet nodig en kan je direct vanuit de computer werken. “Dit is vooral goed voor kleine oplages of voor zaken die op het laatste moment nog kunnen wijzigen”, zegt woordvoerder Frank

Jacobs van Xeikon, een producent van digitale printers uit Lier. De groei van het digitale printen zit momenteel minder in het drukken van documenten, maar veeleer in het bedrukken van verpakkingen of van zelfklevende etiketten. “Via digitaal printen kunnen we in één beweging variabele gegevens als het tijdstip van de productie toevoegen. Als je dat via een klassiek proces moet doen,

De terugverdientijd van een geautomatiseerd systeem bedraagt 1 à 1,5 jaar Pieter Van Caesbroeck

moet je eerst de generieke zaken drukken en er met een tweede printer de variabele gegevens op aanbrengen.” Intussen investeert het bedrijf trouwens verder. Jacobs: “We willen onze snelheid kunnen opvoeren. Op dit vlak hebben we immers nog een nadeel tegenover de klassieke drukkers.” De digitalisering is dus volop aan het doorbreken in traditioneel innoverende sectoren. Maar ook in de zeer traditionele sector als de productie van speel- en verzamelkaarten is de digitalisering doorgebroken. Hier zit het digitale aspect in het product zelf. “We hebben kaarten die door de camera op de smartphone of tablet herkend kunnen worden en daar vervolgens een animatie of een spel kunnen oproepen”, zegt Tom Kestens van Cartamundi in Turnhout, een wereldleider in zijn sector. Andere kaarten werken dan weer met NFC of Near Field Communication waarbij het volstaat om de kaart tegen de smartphone of tablet te houden om de gegevens van een chip in de kaart

draadloos over te dragen naar het mobiele toestel. Vandaag gebruikt Cartamundi voor de draadloze NFC-communicatie chips op basis van siliciumtechnologie. Maar die zijn relatief groot en ook vrij duur. Daarom laat de onderneming momenteel goedkopere flexibele en zo goed als onbreekbare ultradunne chips op een plasticlaag ontwikkelen die geïntegreerd kunnen worden in papier. De ingenieurs van het bedrijf werken hiervoor samen met de onderzoeksinstellingen Imec en TNO en zorgen voor een opschaling van de technologie naar grote producties. Naast nieuwe producten en slimmere productieprocessen laat de digitalisering ook toe om anders te gaan werken. In de administratieve en commerciële sector wordt al volop gebruik gemaakt van programma’s en databanken die in the cloud staan. De werkwijze geeft de mogelijkheid om gegevens wereldwijd te raadplegen en te bewerken met verschillende apparaten als een desktop-pc, een laptop, een gsm, een smartphone of een tablet. Steeds meer doen de cloudtoepassingen echter ook hun intrede in de industriële sector. “We moeten daarbij proces per proces bekijken of ze via het internet bestuurd kunnen worden”, zegt Halina Ogrocka van Cheops Technologies uit Edegem. “Is dat het geval, dan kan dat via een cloud-toepassing. Anders is het als er nog fysieke interventies nodig zijn.” De groei kan onder meer nog worden versneld door het ‘internet der dingen’, waarbij producten via het internet met mekaar communiceren via ingebouwde sensoren en software. Wat de toekomst verder zal brengen, weet niemand, maar dat de sterke opkomst van de digitalisering in het bedrijfsleven zorgt voor een pak veranderingen, is een feit. Voor sommigen is dat een bedreiging, maar voor wie hier tijdig op inspeelt, houdt het ook ongeziene kansen in.


ADVERTORIAL

Intelligent omgaan met bedrijfsdata met de Qlikview-oplossing van Pure Solutions De data vliegt ons om de oren. Elke minuut worden er wereldwijd meer dan 1,7 biljard bytes gegenereerd. Om daar als bedrijf op een efficiënte en snelle manier mee om te gaan, is onbegonnen werk. Behalve met de BI-oplossing van Pure Solutions.

belangrijke relaties gezocht tussen de data en er worden statistieken opgesteld. Zo kom je snel tot inzichten die je daarvoor misschien nog niet zag. Je hoeft bovendien niet alles te onthouden. Dankzij inmemory technologie doet Qlikview dat voor jou.

BELANGRIJKE BESLISSINGEN worden tegenwoordig niet meer genomen puur op basis van cijfers, maar op basis van input van de wereld om ons heen. Die data is echter te uitgebreid en onoverzichtelijk om altijd en overal te raadplegen en te gebruiken. Het Kortrijkse Pure Solutions heeft een oplossing gevonden: Qlikview. Met dat Business Discovery platform wordt In één ‘Qlik’ alle bedrijfsdata geanalyseerd.

HET GEBRUIKSGEMAK is dan ook de grote sterkte van Qlikview. In een mum van tijd is het systeem geïnstalleerd, zonder dat er al te veel implementatie aan te pas komt. Rapportage en data-opdrachten worden volledig overgenomen, zodat IT-professionals of business analisten zich kunnen blijven richten op hun taken. Business Intelligence consultants kunnen gemakkelijk datamodellen aanmaken met Qlikview, data omzetten en opslaglagen creëren. De rapportering zelf gebeurt in visuele en interactieve BI dashboards die voor verschillende afdelingen overal snel en gemakkelijk toegankelijk zijn.

HET BUSINESS INTELLIGENCE SYSTEEM combineert data van verschillende bronnen, zoals ERP, CRM, data warehousing SQL databases en meer. Er worden

DAARDOOR HEB JE ALTIJD TOEGANG tot bedrijfsdata die nieuwe inzichten bieden voor innovatie en verbetering van je bedrijf. Qlikview groeit mee met het bedrijf en de data en kan dus perfect dienen in zowel kmo’s als multinationals van de productiebranche tot de zorgsector. Kritieke data en analyses worden door een uitgebreid beveiligingssysteem beschermd en wie toegang krijgt tot welke data beslis je helemaal zelf. Op dit moment zijn er al meer dan 28.000 gebruikers in 100 landen en Pure Solutions heeft de ambitie om nog meer bedrijven op innovatieve wijze intelligenter om te springen met hun data. Zo kunnen er ook op een slimmere en efficiëntere manier strategische, tactische en organisatorische beslissingen genomen worden.

Wil je jouw bedrijf ook in kaart brengen op basis van realistische data? Neem een kijkje op: www.pure-solutions.be of contacteer Pure Solutions via 0486/99.02.41

ADVERTORIAL PureSolutions_ModInd_GvA-Edit.indd 2

18/03/15 13:36

Amival: prioriteit aan kwaliteit Ook in beschutte werkplaatsen staat kwaliteit voorop. Logisch: de klanten zijn er niet minder veeleisend dan bij andere ondernemingen. Daarom streeft en leeft Amival uit Turnhout non-stop de strengste kwaliteitsnormen na. Amival (Arbeid voor MInder-VALiden) startte exact 50 jaar geleden met acht medewerkers, in een klein huisje in het begijnhof van Turnhout. Anno 2015 is het een modern, flexibel en gerespecteerd bedrijf, waar 400 personen met een beperking en een 75-tal begeleiders en stafmedewerkers aan de slag zijn. Amival focust in haar dienstverlening vooral op de farmaceutische en voedingsindustrie uit de regio – van kmo’s tot heuse multinationals. Amival is, met haar kwaliteitsnormen en drive, het beste bewijs dat het oubollige imago van beschutte werkplaatsen geen steek houdt: ook de klanten van deze ondernemingen willen immers hoogstaande producten aangeleverd krijgen, waarvan elk aspect – van verpakking tot etikettering – aan de strengste hygiëne-, kwaliteits- en milieuvoorwaarden voldoet. En aan de vaak heel specifieke klantenvereisten.

Inspanning

Allerhoogste kwaliteit

Om dat te garanderen, modelleert Amival haar kwaliteitsbeleid naar EFQM Excellence, dat uitmuntendheid vooropstelt. Met resultaat: in 2014 haalde de beschutte werkplaats de FSSC 22000, het meest omvattende certificaat voor voedselveiligheid. Dat werd in één systeem geïntegreerd met (de eerder behaalde) ISO 9001 voor kwaliteitsmanagement, die het herverpakken van farmaceutische producten reguleert.

Naast de FSSC 22000 haalde Amival de ISO 13485 voor medical devices binnen. In combinatie met de nieuwe ISO 8 cleanroom betekende dit alweer een stap vooruit in de farmaceutische dienstverlening. Ook op vlak van milieumanagement, veiligheidsbeleid en maatschappelijk verantwoord ondernemen streeft Amival naar uitmuntendheid. Met als uiteindelijke doel de klanten de allerhoogste kwaliteit te garanderen, in de vorm van goed opgeleide mensen die hun taken onberispelijk uitvoeren, een aangepaste infrastructuur, efficiënte dataverwerking en goede procescontrole.

De FSSC 22000 behalen was een zaak van de hele organisatie. De visie van Amival is namelijk dat, voor maximaal effect, kwaliteit door alle medewerkers gedragen moet worden. Geen inspanning bleek daarbij te veel – iedere betrokkene volgde zonder problemen de opleidingen om de verschillende procedures en instructies in de vingers te krijgen.

Amival gaat nu niet op haar lauweren rusten, wel integendeel: het bedrijf gaat vastberaden door op de ingeslagen weg. De volgende projecten zijn de cGMP-richtlijnen (current Good Manufacturing Practices), en een nieuwe farmavestiging met meerdere cleanrooms. Want alleen zo kan de beschutte werkplaats haar 400 medewerkers met een beperking ook in economisch onzekere tijden een volwaardige job blijven bieden – wat Amival als haar maatschappelijke opdracht beschouwt.


8 Profielinterview Eddy Bruyninckx

‘We willen in eerste plaats bewaren wat er is’ Iedereen kent Eddy Bruyninckx als de gedelegeerd bestuurder van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. En wie haven zegt, zegt water, schepen en containers. Maar er is meer. “De haven van Antwerpen heeft drie pijlers: goederenbehandeling, logistiek en industrie.” TEKST JOHAN VAN GEYTE

D

BEELD MICHEL DAUCHY

e haven van Antwerpen is veel meer dan het laden en lossen van containerreuzen. De industriële activiteit die er huist weegt een pak zwaarder in zowel toegevoegde economische waarde als in tewerkstelling. Volgens de Nationale Bank van België zorgt de niet-maritieme cluster in de haven op jaarbasis voor een toegevoegde waarde van 6,588 miljard euro. Dat is dubbel zoveel als de 3,276 die door de maritieme cluster wordt gerealiseerd. In werkgelegenheid is de niet-maritieme cluster goed voor 33.862 arbeidsplaatsen, terwijl de maritieme sector voor boterham en beleg zorgt voor 28.011 mensen. “Bovendien is die tewerkstelling in de industrie vaak veel stabieler dan die in de maritieme sector”, zegt gedelegeerd bestuurder Eddy Bruyninckx van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.

die de goederen daarbij ondergaan. Dat is dus veel ruimer dan alleen het gebeuren in de haven. Onder meer een vlottere werking van de douane kan helpen in de doorstroming. Ten tweede kwam bovendrijven dat we industriële investeringen moesten aanmoedigen. Bedrijven die zich hier vestigen moeten worden bevoorraad en moeten nadien hun goederen bij hun klanten krijgen. Daar kan je dan andere goederenstromen aan koppelen. We hadden onder meer een grote stroom richting Ludwigshafen. Die kan je

Na de crisis van 2008 hebben we onze visie nog versterkt

die behoren tot de beste van Europa. Dat is belangrijk, want er komen er weinig bij. Het komt er op aan om ze modern te houden. Groepen als Exxon en Total hebben dan ook belangrijke investeringen in Antwerpen gedaan. Dat kon alleen omdat de fabrieken goed draaiden. Voorts mikken we op investeringen van de chemiesector. Als we foto’s zouden nemen van de terreinen van BASF met vijf jaar interval, dan valt het echt op wat er over de jaren heen is bijgekomen. Maar er is ook veel co-siting, waarbij op terreinen van andere bedrijven wordt geïnvesteerd een goede manier om de schaarse ruimte goed te benutten.”

Heeft de haven nog ruimte voor nieuwe industriële ontwikkelingen? “We beschikken over de voormalige U bent dus ook verantwoordelijk Opel-gronden. Dat is een terrein voor het grootste industriepark gebruiken om andere stromen in die van zowat 90 hectare waarvoor we van het land? richting aan te koppelen en zo synergie in de eerste plaats mikken op de “De haven heeft drie pijlers: goederen- te realiseren. Op die manier haken maakindustrie, de chemie of de metaal. behandeling, logistiek en industrie. industrie, logistiek en overslag in elkaar.” We proberen nu een investeerder Na de crisis van 2008 hebben we die voor de totale oppervlakte te vinden. visie nog versterkt. Onder het motto Zijn er ook voordelen op het Hoewel investeerders dezer dagen niet Never waste a good crisis hebben we vlak van tewerkstelling? uit de lucht vallen, krijgen we toch toen de private en de openbare sector “Een goederenstroom kan zich signalen dat er belangstelling is. Lukt samengebracht om te kijken hoe we makkelijker verleggen, bijvoorbeeld het niet om de gronden in één pakket elkaar konden ondersteunen. Dat is dan omdat de reders zich anders gaan aan te bieden, dan zal de raad van uitgemond in een staten-generaal.” organiseren. Industrie verplaatst bestuur zich moeten uitspreken over zich daarentegen minder sterk. Die het vervolgtraject. Het zou daarbij best Wat leverde dat op? tewerkstelling is stabieler.” kunnen dat we nog even afwachten “Ten eerste moeten we veel meer denken vooraleer we gaan verkavelen. Een aan de volledige bevoorradingsketting, Welke richting wilt u met de tweede gebied dat we ter beschikking dus het totale traject dat goederen industriële activiteiten uit? hebben, is een gebied van 1.073 ha op afleggen tussen de fabriek en de “We willen in de eerste plaats bewaren linkeroever in de Saeftinghezone, waar consument en de behandelingen wat er is. Denk aan onze raffinaderijen: we heel wat mogelijkheden hebben.”

‘We krijgen signalen dat er belangstelling is voor de voormalige

ADVERTORIAL

Gezond werken met containers?! Adem in. Adem uit. Per dag komt er zo meer dan 10.000 liter lucht onze longen binnen. We halen er kostbare zuurstof uit die via ons bloed ons systeem doet draaien. Helaas vinden ook chemische dampen via ingeademde lucht een weg naar binnen. Dat probeert Atmosafe te verhinderen. Een goede luchtkwaliteit is cruciaal voor een lang en gezond leven. “Na de productie van goederen komen er onvermijdelijk nog chemische dampen vrij die ingeademd worden. Bovendien zorgt de grote verscheidenheid aan goederen voor een even grote verscheidenheid aan chemische stoffen, de ene al schadelijker dan de andere”, zegt Tom Bonneux, samen met Peter Boodts zaakvoerder van Atmosafe. In volgestouwde, gesloten containers die nauwelijks geventileerd zijn, kunnen zich toxische atmosferen vormen. “Verluchten is dan de boodschap. Maar de verluchtingstijd kan in extreme gevallen oplopen tot enkele weken…” Om te vermijden dat containers dagenlang geblokkeerd zijn, is een juiste gasmeting noodzakelijk. Idealiter worden alle componenten van de lucht

geanalyseerd. “Gangbare meetinstrumenten reageren op veel, maar meten niet alle stoffen. Ze onderscheiden giftige gassen niet altijd van minder schadelijke”, meent Bonneux. Een degelijke analyse vereist scheikundige kennis, ervaring en professionele analyseapparatuur. “Helaas is voor deze logistieke sector systematische inschakeling van een labo qua tijd en kost niet haalbaar.” Atmosafe garandeert veiligheid op een snelle, efficiënte en financieel haalbare manier. “Wij brengen de expertise van onze chemici tot op de werkvloer”, zegt Tom Bonneux. “Onze klanten kunnen met een unieke mobiele combinatie van analyseapparatuur zelf luchtstalen nemen en weten na enkele minuten of een container veilig betreden kan worden.” Atmosafe kijkt naar wat effectief in de container zit. “Een afkeuring wordt meteen online geanalyseerd door één van onze gasdeskundigen die zo de apparatuur dagelijks optimaliseert en de meetresultaten evalueert.” De Atmosafemethode is dus veilig, snel en zorgt dat er geen zinloze verluchtingen van containers gebeuren.

Hoe Atmosafe zich verder onderscheidt van hun concurrenten kan je duidelijk zien in een video op hun website: www.atmosafe.be. Als je ook wil bijgestaan worden door een team van scheikundigen en arbeidshygiënisten, contacteer hen zonder aarzelen: 03/844 49 89 of info@atmosafe.be.


9 3 vragen aan

Hoe meer gesofisticeerd het aangevoerd product al is, hoe meer gesofisticeerd de nabehandeling moet zijn Bart Dooms, Venture Creation Manager bij VITO Intussen verschuiven de markten en de productie wel naar het oosten. Gaat dit geen invloed hebben op de industriële activiteit in de haven? “Ik denk dat dit nieuwe opportuniteiten inhoudt. Kijk maar naar wat er met het hout is gebeurd. Eerst kwamen de boomstammen naar hier. Dan werden het planken. En vervolgens behandeld hout. Op de productieplaatsen wordt inderdaad steeds meer toegevoegde waarde gecreëerd. Nadien worden de producten naar hier gebracht. Hoe meer gesofisticeerd het product daarbij al is, hoe meer gesofisticeerd de nabewerking moet zijn. Of denk aan 3D-printing. Daarvan kennen we nog niet alle implicaties, maar het verplicht ons tot een verhoogde aandacht. Het komt erop aan om veerkrachtig en flexibel te zijn. De reallocatie van goederen heeft ook gevolgen voor onze terminals. Kijk maar naar liquide bulk, dat nu een groeisector is. Bedrijven als ADPO, Oiltanking, Noord Natie Terminals, Glencore en Total hebben geïnvesteerd in opslagcapaciteit op kaaien die vroeger voor de behandeling van stukgoed werden gebruikt.”

Opel-gronden’

Zowel de haven als de industrie putten uit hetzelfde arbeidsaanbod. Is dat wel een comfortabele situatie? “Via het job- en opleidingspunt voor de haven zorgen we voor werknemers voor de hele haven. Ons geluk is dat we daarbij het hele gamma kunnen aanbieden: van eenvoudige naar meer complexe arbeid. Het probleem is meestal de tussenlaag, daar hebben we de meeste knelpuntberoepen.”

Belangrijk voor de industriële ontwikkeling is de zekerheid van energiebevoorrading. Wat kan de haven hier bieden? “E.On wilde een kolencentrale realiseren in de haven, maar dat project is uiteindelijk niet doorgegaan. Het had gekoppeld moeten worden aan een project om CO2 op te vangen en ondergronds te bergen. Maar er was geen duidelijke energiepolitiek op Vlaams en federaal niveau. Het is een gemiste kans, die ons ook een pak kolentrafiek heeft gekost. Intussen zetten we wel in op groene energie. Vleemo heeft een concessie gekregen om op de terreinen van het Havenbedrijf windmolens te plaatsen. Er zijn reeds zes turbines actief aan de Zandvlietsluit, één aan de Kruisschans, drie aan de noordkant van het Churchilldok en twee op de Hooge Maey. Vorig jaar werden bovendien een pak nieuwe vergunningen toegekend: voor acht turbines op het haveneiland, vijf turbines aan het zesde havendok, twee aan de zuidkant van het Delwaidedok en nog drie bijkomende aan de noordkant van het Churchilldok.”

Smart facts Als Eddy Bruyninckx geen havenbaas was geworden, dan zou hij…? “Ik weet het niet. In ben altijd van de ene functie in de andere gerold. Het ging bijna automatisch.”

Het recycleren en hergebruiken van grondstoffen wordt steeds belangrijker. Hoe ver staat de Vlaamse industrie op dit vlak? “Het Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer (SuMMA) berekende dat de ondersteuning van een circulaire economie in Vlaanderen tegen 2020 2 à 3 procent van het Vlaams BBP aan besparingen in materiaalkosten kan opleveren.” Vlaamse bedrijven klagen geregeld over de dure energie. Welke snelle maatregelen kunnen bedrijven zelf nemen om de factuur te verlagen? “Meet je energieverbruik en volg het op. Door te weten hoeveel je jaarlijks energieverbruik eigenlijk is en waar de grote energieverslinders zitten, kan je precies daarop bezuinigen en vaak tot 30% besparen. Met gedetailleerde informatie sta je sterker om betere contracten met de energieleveranciers te onderhandelen.” Vlaanderen heeft heel wat wetenschappelijke kennis in huis. Wat kunnen we doen om die te valoriseren? “Om kennis nog meer toepasselijk of toegankelijk te maken voor economisch en/of sociaal gebruik is een brug nodig met entrepreneur-activiteiten die marktkennis en business thinking - dus winst maken - aanreiken om zo succesvolle valorisatietrajecten op te zetten.”

ADVERTORIAL

Contargo breidt containeractiviteiten in Antwerpen uit Met een groeiend aantal terminals in het Europese binnenland wordt containeroperator Contargo steeds meer een ‘verlengstuk’ van de zeehavens. De Antwerpse haven is een belangrijke schakel in het netwerk. Contargo verwacht de komende jaren meer containers tussen Antwerpen en het achterland te vervoeren. ‘Onder meer door de alliantie tussen MSC en Maersk (2M) komen er grotere zeeschepen in Antwerpen lossen’, aldus de directeur van Contargo Waterway Logistics en co-directeur van de Contargo-groep. ‘Deze lading moet worden doorvervoerd; hier komen wij in het spel.’

Multimodaal Wekelijks biedt Contargo negen spoordiensten tussen Antwerpen, Bazel, Duisburg en Frankfurt. De Antwerpse haven kan nog sterk groeien op de spoorverbindingen richting Zuid-Europa, zegt Hulsker. Maar ook bij de binnenvaart ziet hij groeipotentieel. Contargo laat wekelijks 23 binnenschepen vanuit Antwerpen naar diverse

terminals langs de Rijn en de havens van Moerdijk en Rotterdam varen en zet ook schepen in voor het intra-havenvervoer. Met de oprichting van Transbox United werden de binnenvaartdiensten afgelopen najaar uitgebreid. De joint-venture tussen Contargo-dienst Transbox en de Antwerpse containeroperator United Container Transport verzorgt o.a. containervervoer van Antwerpen naar Deurne, Wevelgem, Wielsbeke, Genk en Terneuzen. Als mogelijke uitbreiding noemt Hulsker lijndiensten naar Vlissingen en het Albertkanaal.

Flexibiliteit Het Contargo-netwerk telt 25 inland containerterminals. De jongste aanwinst, Escaut Valenciennes Terminal, is sinds februari een extended gateway van MSC in Antwerpen. De douaneformaliteiten van importcontainers hoeven pas in Valenciennes te worden afgehandeld, waardoor Contargo de zeecontainers na het lossen in Antwerpen direct per binnenschip kan doorvervoeren. Hulsker: ‘Korte doorlooptijden in de zeehavens zijn voor ons extreem belangrijk. Onze vaarschema’s mogen

geen vertraging oplopen. In Antwerpen liggen de containerterminals dicht bij elkaar en schuift men op piekmomenten flexibel met personeel. Daardoor worden onze binnenschepen doorgaans snel afgehandeld.’

Concurrentiepositie Ook scherpe haventarieven, neutraliteit in het intra-havenverkeer en een vlotte passage aan de sluizen zijn randvoorwaarden voor Contargo om competitief te kunnen werken. Hulsker: ‘Wij verwachten dat zeehavens ons hierin faciliteren. We hebben regelmatig overleg met het Antwerpse havenbedrijf, verladers en zeeterminals om te kijken hoe we elkaar kunnen helpen de afhandeling van de containerbinnenvaart te verbeteren en goederenstromen te bundelen. Dit sterkt onze gezamenlijke concurrentiepositie, en daar is het ons om te doen.’

Contargo Waterway Logistics BV Scheepmakerij 110, 3331 MA Zwijndrecht - Nederland +31 78 625 46 00 info.cwl@contargo.net www.contargo.net


10 Overzicht Haven

Het spoor botst nog op nationale grenzen “Antwerpen is de tweede spoorhaven van Europa. Jaarlijks wordt meer dan 24 miljoen ton goederen via het spoor vervoerd. Het zijn vooral de wegtransporteurs en logistieke dienstverleners die hun klanten kunnen overtuigen om het spoor te gebruiken door hen een zorgeloze deur-tot-deur verbinding aan te bieden met de vrachtwagen als voor- en natransport op het treintraject. Het probleem is vaak de interoperabiliteit. Spoorwegmaatschappijen zijn nationaal georganiseerd, waardoor het vaak zeer moeilijk is om een trein door verschillende landen te laten rijden.”

Binnenvaart zorgt voor bundeling “De binnenvaart laat toe om goederen vanuit Antwerpen op 4 tot 18 uur naar andere Belgische bestemmingen te brengen. Naar Nederland kan dat in 6 tot 18 uur, naar Noord-Frankrijk in 24 tot 36 uur. Net zoals voor het spoorvervoer kunnen ook hier de transporteurs en de logistieke dienstverleners instaan voor de deur-tot-deurverbinding met daartussen een binnenvaarttraject. Het succes ervan is sterk afhankelijk van de bundeling van goederenstromen. Hoe meer goederen, hoe goedkoper, frequenter en duurzamer het kan.”

Een kruispunt van transportmodi In de haven van Antwerpen werden vorig jaar 199 miljoen ton aan goederen geladen en gelost. De nadruk lag daarbij op de grote scheepvaart, maar ook andere transportmodi spelen hun rol. Volgens ondernemer en professor Alex Van Breedam zal steeds meer beroep moeten gedaan worden op een intelligente combinatie van transportmodi om de goederen snel en duurzaam naar het Europese achterland te brengen of er te halen. Zeven transportmodi en hun mogelijkheden.

Wegvervoer rijdt tegen zijn plafond aan “Het wegvervoer blijft zorgen voor meer dan de helft van alle aan- en afvoer van goederen naar de haven van Antwerpen. Maar door de congestie op onze wegen zitten we hier stilaan aan het plafond. En tegelijk zitten we met een paradox. In Europa rijdt één op de vier vrachtwagens leeg. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals het onevenwicht tussen de goederen op de heen- en de terugweg en de steeds snellere levertijden die door klanten gevraagd worden.”

Snelweg van de zee “Antwerpen biedt wekelijks vaste shortsea- en feederafvaarten van en naar meer dan 200 bestemmingen in Europa en NoordAfrika. Europa wil immers de grote snelwegen van de zee verder ontwikkelen. Aangezien onze regio de draaischijf is voor de distributie van veel producten naar heel Europa, moeten we beschikken over goede verbindingen met de rest van Europa.”

TEKST JOHAN VAN GEYTE

Waarom geen bovengrondse pijpleiding voor containers? “De haven van Antwerpen is het belangrijkste knooppunt van de West-Europese pijpleidingen. Bijna 90 procent van alle transport van vloeibare producten verloopt via dit milieuvriendelijk transportmiddel. Maar waarom zouden we dit niet opentrekken voor andere goederen. We kunnen overigens beter spreken over ongehinderd, want het hoeft niet altijd ondergronds te zijn. Op die manier zouden we kunnen denken aan een soort onbemand treinsysteem voor containers of paletten, die langsheen de middenbermen van de autosnelweg de grote assen verbindt.”

Schepen zoeken hun grenzen op “In de zeevaart merken we dat de schepen steeds groter worden. En op de tekentafels liggen nog grotere exemplaren. De vraag is dan ook waar dit gaat stoppen. Veel zal afhangen van de havens waar de schepen nog ontvangen kunnen worden. Als de containers te ver van de eindbestemming moeten worden afgezet, zullen de kosten opnieuw oplopen.”

Online handel geeft luchtvervoer zetje “2014 was een sterk groeijaar voor het luchtvrachtvervoer in Brussel. Met een groei van 5,6 procent tot 453.954 ton deed Zaventem het beduidend beter dan de meeste andere luchthavens in Europa. Bovendien ogen de vooruitzichten goed door de doorbraak van de online handel. In Antwerpen wordt daarentegen de nadruk gelegd op passagiersluchtvaart. Plannen om een vrachtluchthaven in Malle te ontwikkelen, werden nooit concreet gemaakt.”

ADVERTORIAL

Centraal Boeking Platform voor intermodaal vervoer. De Vereniging voor Expeditie, Logistiek en Goederenbelangen van Antwerpen (VEA) zet in de 2e helft van 2015 haar Centraal Boekingsplatform voor containers in de markt. De bedoeling van het platform is enerzijds om volumes te bundelen

© GEMEENTELIJK HAVENBEDRIJF ANTWERPEN

en anderzijds om meer transporten via het spoor en de binnenvaart te laten verlopen. Dit moet de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van onze Vlaamse havens bevorderen en de competitiviteit van de Antwerpse expediteursgemeenschap vergroten. BIJNA VEERTIG PROCENT VAN DE CONTAINERS worden vandaag leeg vervoerd tussen inland containerterminals en de Antwerpse haven. De oprichting van een Intermodaal Centraal Boekingsplatform zal ons toelaten om te kijken waar die lege containers in het binnenland zich bevinden, zodat ze gevuld terug naar de haven kunnen komen.

VELE BEDRIJVEN HEBBEN VANDAAG

nog te vaak de reflex om hun containers via de weg te transporteren ondanks de toegenomen

aandacht voor duurzame logistieke oplossingen. Via het platform willen we de logistieke spelers sensibiliseren dat het ook anders kan. Het boekingsplatform zal aan de gebruikers een overzicht bieden van alle intermodale transportmogelijkheden die in de markt beschikbaar zijn. Door bij het platform te boeken, wordt het voor iedereen mogelijk om duurzame logistieke oplossingen aan te bieden aan de klanten.

© GEMEENTELIJK HAVENBEDRIJF ANTWERPEN

© GEMEENTELIJK HAVENBEDRIJF ANTWERPEN

De vennootschap CBP cvba is momenteel in oprichting. Op dit ogenblik voeren we volop gesprekken met kandidaten voor de functies van projectmanager en supply chain coördinator. Geïnteresseerden mogen zich nog altijd aanmelden (vea@vea-ceb.be). Vereisten zijn ervaring in de sector, een grondige kennis van intermodaal vervoer en bij voorkeur een breed netwerk in de havengemeenschap.

HET BETREFT EEN NEUTRAAL PLATFORM dat openstaat voor de leden van onze expediteursgemeenschap, maar ook voor rederijen, terminals,... De gegevens over de goederenstromen die in het systeem zullen worden ingegeven, blijven vertrouwelijk binnen het platform. HET CBP IS EEN GEZAMENLIJK INITIATIEF van VEA, de Vlaamse overheid via W&Z en De Scheepvaart en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Ook Promotie Binnenvaart Vlaanderen ondersteunt het initiatief. Het betreft een unieke ontwikkeling die in geen enkele andere buitenlandse haven op deze manier voorhanden is.


ADVERTORIAL

Distribouw: innovatieve distributie De Vlaamse waterwegbeheerders Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart ontwikkelen een reeks projecten om vervoer via onze waterwegen aantrekkelijker en commercieel rendabel te maken. Daaronder ook Distribouw, specifiek gericht op de bouwsector.

I

n de toekomst zal het verkeer alleen maar erger worden, niet alleen in België, maar ook in Nederland en Noord-Frankrijk. Geschat wordt dat tegen 2020 het aantal kilometers file zal verdubbelen. Voor ondernemers die hun goederen transporteren via snelwegen kost de groeiende verkeersknoop handenvol geld en tijd. “En dat terwijl de infrastructuur voorhanden is voor een intensief gebruik van de binnenvaart”, zegt Karel Vanroye, Belgisch directeur van Buck Consultants International. Vanroye is consultant voor het project Distribouw van Waterwegen & Zeekanaal NV en onderzoekt onder meer de economische en logistieke haalbaarheid ervan. “De binnenvaart is namelijk een volwaardig alternatief voor het vervoer over zowel korte als lange afstanden.” Bijna elke stad in Vlaanderen ligt aan een of meerdere waterwegen en goederenterminals zijn vaak te vinden op 40 tot 50 kilometer van de stad. “Zoals bijvoorbeeld in Antwerpen, een stad die elke dag verschillende stromen van containers verwerkt”, aldus Vanroye. “En dat biedt heel wat mogelijkheden voor het watergebonden transport.”

Netwerk Momenteel wordt er met Distribouw een netwerk uitgebouwd van watergebonden distributie- en consolidatiecentra aan het water, speciaal voor producenten en handelaars in bouwmaterialen. Er zijn een aantal locaties in Vlaanderen voorgesteld waar een watergebonden distributie-en consolidatie uitgebouwd zou kunnen worden. Goederenstromen van verschillende producenten kunnen gebundeld worden en naar deze distributie- en consolidatiecentra verscheept worden. Bouwmaterialen zoals betonblokken, gipsblokken en snelbouwstenen, die beoogd worden, zijn

makkelijk stapelbaar en kunnen op palletten vervoerd worden. “Vroeger zagen we weinig transport van palletgoederen via de binnenvaart, maar binnenvaartbedrijven zijn stilaan andere segmenten gaan bedienen. Daardoor kan container-, palletten- en bulktransport nu ook via de waterwegen gebeuren.” Deze modal shift betekent een enorme ontlasting van ons wegennet. Volgens een haalbaarheidsstudie uitgevoerd in opdracht van Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart, zou een verschuiving van weg naar water van stapelbaar bouwmateriaal mogelijk zijn voor 6 à 7 miljoen ton goederen per jaar. En de mogelijkheid bestaat om ook gepalletteerde consumptiegoederen te verschepen. “Distributie via de waterwegen zal opbrengen”, meent Vanroye. “Kleine volumes die op dit moment worden getransporteerd met vrachtwagens zijn minder interessant, gezien het vervuilende en ongezonde karakter, de hoge kost en de vertraging die vele trucks oplopen door files.” Daarnaast zullen vrachtwagens vanaf februari 2016 meer moeten betalen om op ons wegennet te mogen rijden. “Door de toekomstige kilometerheffing zullen verladers zich blauw betalen aan wegtransport. Veel ondernemers zijn daarom op zoek naar een volwaardig alternatief.”

Europa Volgens Karel Van Roye is binnenvaart de oplossing: “Binnenvaart heeft een grotere capaciteit, is veel goedkoper en veel milieuvriendelijker.” Dat laatste is zeker niet onbelangrijk. Vanuit Vlaanderen, België en Europa bestaat er tegenwoordig een grote push naar ondernemingen om hun CO2-uitstoot te verminderen. “Het milieu is een doorslaggevende factor geworden om alternatieven te zoeken voor vrachtwagens”, beaamt Vanroye. “Ondernemers willen ook zelf hun ecologische voetafdruk verkleinen. Door alternatieven zoals Distribouw lukt dat.” Dat is een van de redenen waarom Distribouw ook financiële steun van bijna 200.000 euro krijgt vanuit het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling. “Samen met Distribouw zijn we nu gesprekken aan het voeren met mogelijke partners die hun stocks willen plaatsen op deze knooppunten”, zegt Vanroye. En daar komt meer bij kijken dan

je denkt: “Hoeveel volumes willen ze opslagen, welke producten kunnen in openlucht opgeslagen worden of moet er een overdekte opslagplaats gebouwd worden?” Samen met de trekkers van het project, Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart, hebben volgende partners de handen in elkaar geslagen: De Haven van Brussel, het Vlaams instituut voor Mobiliteit (VIM), de federaties van producenten (Feproma) en handelaren (Fema) van bouwmaterialen, de Belgische bouwmaterialenproducenten (PMC BMP) en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).

Bouwsector Het project focust zich in eerste instantie op de bouwsector, omdat bijna 1 op 4 vrachtwagens op ons wegennet op een of andere manier gerelateerd is met de bouwsector. Karel Vanroye merkt daarnaast een verschuiving van bouwen naar verbouwen op. “We zien dat renovatie belangrijker wordt. En dat toont zich vooral in stedelijke gebieden, daar waar de spits het zwaarste is. Daardoor kunnen trucks vaak slechts de helft van hun leveringen afhandelen.” Met Distribouw kan hierop een antwoord worden geboden. De stedelijke logistiek van bouwmaterialen kan geoptimaliseerd worden door een efficiënte planning vanop de distributie- en consolidatiecentra Betekent Distribouw het einde van het wegtransport? “Uiteraard niet,” legt Vanroye uit, “ondernemers willen niet afhankelijk zijn van één transportmodus. Verschillende logistieke modi betekenen meer vrijheid, efficiëntie en besparingen.” Logistieke processen kunnen daardoor gemakkelijker en kostenefficiënt beheerd worden. Goederenvervoer via weg én water is dan ook een ideale combinatie. Kortom, de toekomst van logistiek en transport wordt bepaald door het beter benutten van ons waterwegennet, waarbij Distribouw een van de grote projecten is om deze toekomst te kunnen uitstippelen. Daar is Karel Vanroye van overtuigd: “Deze sector verandert enorm snel. Het kan niet anders dan dat er volgende jaren heel wat op ons afkomt qua regelgeving. Bedrijven worden gepusht om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Binnenvaart is daarbij de oplossing.”


12 Expertpanel Werk

De mens achter de industrie Werken in de industriële sector in België betekent voortdurend bezig zijn met transformeren om ervoor te zorgen dat de industrie zijn relevantie behoudt en, ondanks hoge kosten, rendabel blijft. Wat zijn de grootste veranderingen geweest en waar gaat het naar toe? “In een leane productieomgeving snel en efficiënt reageren, dat wordt de uitdaging.” TEKST FREDERIC PETITJEAN

STEVE PILET

HANNIE UGILLE

WANNES RUTS

Production manager bij airconditioningfabrikant Daikin

Manufacturing manager bij weefmachineproducent Picanol

Hoofd Technische Dienst bij meststoffenfabrikant DCM

“Ik startte elf jaar geleden bij Daikin als production improvement-ingenieur. Vlug daarna werd ik production supervisor. Het was voor mij de ideale manier om alle productieprocessen zoals assemblagelijnen, machineparken en logistiek te leren kennen. Sinds zes jaar ben ik production manager. Eerst was ik verantwoordelijk voor de logistieke afdelingen, daarna voor assemblagelijnen en nu voor de monozukuri-sectie.”

“Ik was eerst vier jaar productie-ingenieur, daarna ben ik Quality Engineer geworden. En nu sta ik in Proferro Machining, als Manufacturing manager, waar ik de afwerking overzie van onderdelen, niet alleen van de weefmachines, maar ook van de producten die we maken voor derden. Ik houd me bezig met de dagelijkse coaching van de mensen en zorg ervoor dat we doelen behalen en leg de meetpunten vast om de doelstellingen op te volgen.”

“Ondertussen werk ik al vier jaar bij DCM. Eerst als Project Engineer en sinds januari ben ik het hoofd van de Technische Dienst/Engineering. Ik ben afgestudeerd als industrieel ingenieur chemie. Mijn eerste job was in 2004 bij een groot pharmaceutisch bedrijf (J&J/Janssen Pharma, red.).”

Wat is er veranderd gedurende die jaren op de werkvloer?

“Vroeger produceerden we voor een groeiende markt en waren we als bedrijf afgestemd om daar mee om te gaan. De laatste jaren stagneert ons productievolume. Daarnaast ligt de focus steeds meer op onze productiekost. Dit dwingt onze fabriek in Oostende om bij te sturen, bijvoorbeeld op vlak van kaizen-activiteiten, productgamma,... We focussen nu op high-value added production en innovatieve producten. Zo zijn we ook gestart met de productie van warmtepompen. En dit alles in een omgeving waar steeds meer snelheid rond ontwerpcycli, verbeteren en communiceren wordt vereist.”

“De job is uitdagender geworden, vooral door de complexiteit van de geproduceerde stukken. Soms zitten we echt tegen de grenzen van het mogelijke aan, maar we moeten steeds een oplossing blijven vinden voor onze klanten. Ook de snelheid van werken en de automatisatie is enorm toegenomen. ’s Nachts en in het weekend draaien hier robots, dat heeft ook met kostenbewustzijn te maken. We moeten daarom niet harder, maar wel slimmer en efficiënter werken. Tenslotte valt het op dat operatoren steeds meer bij de verbeteringsprocessen betrokken worden. Zij weten het beste hoe de dagelijkse gang van zaken er aan toe gaat.”

“Er is de laatste jaren heel wat veranderd op de werkvloer. DCM evolueert van klein familiebedrijf naar een grote kmo. Met de bouw van de nieuwe production plant en de uitbreiding van het magazijn, heeft ook heel de klein verpakkingsafdeling een facelift gekregen en zijn er ook twee nieuwe afvullijnen bijgekomen. Sinds ik hier werk zijn er veel nieuwe mensen op het bedrijf begonnen en is de structuur ook wel aangepast. Die evolutie gaat gepaard met de nodige groeipijnen hier en daar, maar er wordt er toch op toegezien dat de oude waarden, waar het bedrijf mee groot is geworden, behouden blijven.”

Wat verwacht je voor de komende 3 à 5 jaar?

“Voor de komende jaren verwacht ik een verderzetting van de huidige trend. De focus voor ons ligt op productiviteitsverbeteringen, reductie van doorlooptijd, high mix - small volume-productie, innovatieve producten... om zo de productiekost te verkleinen. De uitdaging bestaat er in om binnen een leane productieomgeving toch snel en flexibel te kunnen reageren op een veranderende vraag. Het is belangrijk dat iedereen open staat voor verandering en meedenkt, ideeën aanbrengt en dat we samen een resultaat kunnen nastreven, zodat we in de toekomst snel kunnen reageren en geen opportuniteiten missen.”

“De complexiteit van de onderdelen zal de komende jaren nog groter worden. Daarnaast worden ook automatisering, digitalisering en co-engineering met onze klanten steeds belangrijker. We zullen meer en meer samen nagaan hoe we een stuk zo goed en tegelijk zo efficiënt mogelijk kunnen maken. Dat is trouwens iets wat we nu al veel doen voor Picanol zelf, wat voor ons een soort interne klant is. We denken echt met hen mee. Bepaalde details in het ontwerp vragen soms een complexe afwerking of zorgen voor een extra operatie. Door die met de klant te bespreken, komen we vaak tot een simpel en goedkoop alternatief.”

“Mijn nieuwe functie op zich brengt sowieso al de nodige veranderingen en uitdagingen met zich mee (lacht). Maar daarnaast staan er bij DCM nog een heel aantal ontwikkelingsprojecten op til, gaande van verdere ontwikkeling van de site zelf, naar vernieuwingen in de verpakking tot nieuwe productietechnieken. Verder is er ook een visie uitgeschreven rond energie, waarbij zal gekeken worden naar het energieverbruik tijdens het productieproces en op de site. Die gaan we optimaliseren om zo de impact op het milieu zo minimaal mogelijk te houden.”

Hoelang voer je je huidige baan uit en wat doe je precies?

ADVERTORIAL


Circulaire economie Trend 13

De materialenstroom van vandaag is zoals een rivier. Je stopt er bovenstrooms iets in en beneden verdwijnt het Jiska Verhulst

Het gaat om dienstverlening Ons economische koop-gebruikdumpmodel geraakt langzaam aan uit de mode. Grondstoffen en materiaal worden schaars, zeer schaars. Pure verspilling kunnen we ons niet langer permitteren. Welkom bij de circulaire economie, waarbij niets verloren gaat. Of toch een beetje? TEKST RAFAEL PORTO CARRERO

“Klang, boem, bang!” Beeldbuis kapot. Geen probleem. Snel je tv van het tafeltje halen en vervangen. De glazen kast bij het huisvuil dumpen en klaar is kees. Tenminste, zo zag het scenario er in het doorsnee Vlaamse gezin vroeger uit. Vervang huisvuil door gesorteerd afval en we zijn al een stapje verder. Maar nog verre van een tv met lampjes, die spontaan van pure ‘vermoeidheid’ uit elkaar vallen. Lampjes die moe uit elkaar vallen? Dat klinkt raar. Niks van. Dit is nu mogelijk. De Nederlandse elektrogigant Philips bouwt breuklijnen in bij led-lampjes voor tv-toestellen. Deze lampjes vallen na gebruik uit elkaar in de originele componenten. Zo kunnen ze hergebruikt worden om nieuwe leds te maken. Een dergelijke materialenkringloop wordt circulaire economie genoemd. “De materialenstroom van vandaag is zoals een rivier”, weet Jiska Verhulst van Plan-C, het Vlaams Netwerk voor Duurzaam Materialenbeheer. “Je stopt er bovenstrooms iets in en beneden verdwijnt het.” De specialiste pleit ervoor om producten als tijdelijke grondstoffendepots te bekijken. Dit zijn dan niet langer pure verbruiksgoederen. Op het einde van de levenscyclus worden de producten weer uit elkaar gehaald om nieuwe dingen te maken. Ze ziet eenzelfde beweging bij de gebruikers zelf. “Consumenten hechten steeds meer belang aan de oorsprong van producten, de kwaliteit, authenticiteit en ethiek.” Repair Café’s

en herstelbewegingen als iFixit.org zouden deze trend bevestigen. Maar vindt deze gedachtenomslag ook op industriële schaal plaats? En, niet erg onbelangrijk, is er sprake van mogelijke verdienmodellen? EcoNation plaatst intelligente lichtkoepels op het dak van klanten. Door een ingenieus systeem van spiegels en reflectoren is er een constante stroom van zonlicht gegarandeerd. Dat is goed voor 3.650 uur per jaar dat je geen kunstlicht nodig hebt. In essentie wordt het daglicht als dienst verkocht in plaats van een ‘ecolamp’. In de chemische sector zijn er hoge verwachtingen rond het Take Back Chemicals, of TaBaChemproject. Een chemisch product wordt geleased en de eindgebruiker betaalt voor de functionaliteit. “Solvay gebruikt zwavelzuur om chloor te drogen”, verduidelijkt Gert De Bruyn, projectleider bij Royal HaskoningDHV. “Nadien wordt

het zwavelzuur door de leverancier teruggenomen. Solvay betaalt per ton gedroogd chloor.” Vervolgens wordt het zuur terug opgewerkt tot zijn initiële kwaliteit en krijg je een gesloten kringloop. “Dit is een ander bedrijfsmodel omdat we afstappen van de verkoop per volume en onze capaciteit als een dienst aanbieden”, aldus De Bruyn. Zowel de gebruiker als de leverancier worden aangemoedigd om het product zo efficiënt mogelijk in te zetten. In tijden van economische crisis en de toenemende schaarste aan natuurlijke rijkdommen is het misschien niet toevallig dat TaBaChem de steun krijgt van de Vlaamse overheid. Het is een samenwerking van Royal HaskoningDHV, Essencia, A-Worx en hun partners. Volgens de projectleider kon dusver in bepaalde proeftuinen 90 procent van het materiaal blijven en 20 procent op energie en water bespaard worden. Nogal evident, maar afval wordt zo goed als volledig vermeden.

Take Back Chemicals is een ander bedrijfsmodel omdat we afstappen van de verkoop per volume en onze capaciteit als een dienst aanbieden Gert De Bruyn

Vertrouwen is het sleutelwoord voor deze manier van werken. Als je chemische reiniging als een dienst aanbiedt, duiken er meteen vragen op over intellectuele eigendom en confidentiële informatie. Leverancier en gebruiker moeten elkaar kunnen vertrouwen. “TaBaChem vindt voornamelijk ingang aan de rand van de bedrijfsprocessen zoals in schoonmaak, ontroesting van staal en het drogen van stoffen,” weet Bart Vander Velpen, innovation manager bij Royal HaskoningDHV. “Het gaat dus niet om de kernprocessen bij de gebruiker.” De twee partijen moeten goed op elkaar afgestemd zijn qua confidentialiteit en intellectuele eigendom en deze afspraken contractueel vastleggen. Er moeten nog tal van wettelijke barrières overwonnen worden om dergelijke projecten op grotere schaal uit te werken. Nu is TaBaChem een ideaal geval waarbij geen afval ontstaat. Dit is normaal anders. Om tot minder afval te komen, is een dringende verandering in mentaliteit nodig. De Europese Commissie wil dit jaar nog drie richtlijnen herzien om tot een echte urban mine in Europa te komen (zie kader). Het stedelijk afval wordt bij wijze van spreken de bron van nieuwe grondstoffen en materialen. Afval is dus geen eindproduct. Dit begint met het ontwerp van het product. Jammer genoeg vinden de techneuten en ecodesigners van deze wereld elkaar nog te weinig. Het Nederlandse Phoneblocks is een uitzondering. Het werkt aan een modulaire gsm. Elk onderdeel is als een legoblokje dat je op een plaat kunt klikken. Wil je de camera of het scherm vervangen? Geen probleem. Je telefoon gaat langer mee, je mist geen upgrade en de berg afval verkleint. Misschien geen slecht idee als we stilstaan bij de Chinese honger naar natuurlijke ertsen en metalen. Ook in je eigen belang.

Naar een Europawijd ecodesign Als het van de Europese Commissie afhangt, wordt ons afvalbeheer effectiever. Bevoegd Commissaris Janesz Potocnik wil drie bestaande richtlijnen herzien. Het betreft de kaderrichtlijn afvalstoffen, verpakking en het storten van afvalstoffen. De bedoeling is niet zozeer een ‘revolutie’, maar wel een geleidelijke overgang naar een effectiever afvalbeheer. Men wil ecodesign als een startpunt vastleggen. Dit betekent dus dat je vanaf de conceptuele fase van een product al aandacht besteedt aan de recycleerbaarheid. Verder wil Potocnik de aansprakelijkheid van de producenten verhogen. De huidige hiërarchie in afvalbeheer van preventie, hergebruik, recyclage, recuperatie en afvoer wordt zo versterkt. De revisie wordt in mei of juni verwacht.

En een e-boek voor Vlaanderen Plan-C, het Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Materialenbeheer, publiceerde onlangs het e-boek ‘Product versus Dienst’. Het schetst de contouren van een circulaire economie waarbij afval tot grondstof wordt opgewaardeerd. Verder beschrijft het gedetailleerd een deeleconomie, waarin het gebruik het centrale paradigma is, en niet langer het bezit. “Het bevat tevens een aantal interessante infografieken en 10 business cases”, verduidelijkt Jiska Verhulst, woordvoerster van Plan-C. “We willen nieuwe business modellen concreet maken en tools aanreiken voor de non-profit, het middenveld, bestaande bedrijven of nieuwe ondernemers.” En onder het motto practice what you preach, kwam het e-boek tot stand door crowdfunding en -sourcing. Meer info: e-boek.plan-c.eu


14 Chronicle Philippe Muyters

Innoveren om te excelleren

Door elkaar een zetje te geven, geraak je hoger

Grote uitdagingen vragen om grote stappen voorwaarts. En die stappen maak je samen. Met je werknemers, met concurrenten, met andere sectoren, met de onderzoekswereld en de overheid. TEKST PHILIPPE MUYTERS

M

exico 1968. Hoogspringer Dick Fosbury gaat over 2,24 meter en haalt Olympisch goud. Verbazing alom over de manier waarop hij over de lat springt, want in plaats van de bestaande technieken zoals de schaarsprong te perfectioneren, zocht Fosbury naar een compleet nieuwe methode. Zijn gebogen aanloop om vervolgens eerst met hoofd en rug over de lat te gaan, is niet meer weg te denken uit het moderne hoogspringen. Fosbury durfde te innoveren om te excelleren. En dat is wat wij vandaag in onze industrie ook moeten doen. Onze economie staat voor grote uitdagingen: de aanhoudende crisis en hoge loonkosten maken dat de lat bijzonder hoog ligt. Het is dus aan onze ondernemingen om uit te zoeken waar zij kunnen innoveren om door dat tikkeltje ‘anders’ te zijn, hoger te springen. Inzetten op talent is daarbij de eerste stap. Zonder talent was Fosbury niet over de lat geraakt – innovatieve techniek of niet. Ondernemers die

verder kijken dan diploma en de inhoud van een bepaalde vacature, en rekening houden met de talenten van hun medewerkers, zijn al halverwege. Wie er dan ook nog in slaagt om dat talent innovatief in te zetten, is klaar om records te breken. Want innovatie hoeft niet alleen over de nieuwste technologische snufjes te gaan: bedrijven kunnen net zo goed het verschil maken in de omgang met medewerkers of door een klantgerichte dienstverlening. Of misschien zit de oplossing wel in samenwerking met andere bedrijven, sectoren en de onderzoekswereld? Want door elkaar een zetje te geven, geraak je hoger. En als de lat té hoog ligt, kan steun helpen. Zo’n ondersteuning is enkel doelmatig wanneer ze laagdrempelig, transparant en eenvoudig te verkrijgen is. Net daarom moet ook de overheid innoveren. Momenteel bestaan er een dertigtal steunmaatregelen. Men moet daarin snoeien: liever 3 gezonde bomen die vruchten afwerpen, dan een donker woud van 30 bomen die elkaars groei belemmeren. ■

ADVERTORIAL

CNC-automatisatie? RoboJob natuurlijk. Innovatie is de sleutel tot succes. Dat bewijst het jonge bedrijf RoboJob. Door zich te specialiseren in automatisatie van CNC-productieprocessen zijn zij er op korte tijd in geslaagd

rendabel en aantrekkelijk te maken, spitst RoboJob zich toe op de automatisering van het beladen en ontladen van CNCmachines, specifiek voor kleine en middelgrote series.

om zich op te werken tot marktleider in de Benelux.

Dat is positief op vlak van rendement en levercondities, maar ook op werknemerstevredenheid. “Na een opleiding van amper een halve dag kunnen de operatoren meteen aan de slag.” Door te automatiseren kunnen zij zich meer richten op de eigenlijke programmatie en op interne processen.

Kleinere bestellingen, hogere loonkosten en hoogopgeleide CNC-operatoren die moeilijk te vinden zijn. De verspanende sector voelt de gevolgen van de crisis nog steeds. Het Vlaamse RoboJob is echter niet bij de pakken blijven zitten. “Vanuit ons verspanend zusterbedrijf, Aluro CNC (www.aluro-

Zo ontwikkelde RoboJob haar Turn-Assist en Mill-Assist Series, respectievelijk voor de belading van draai- en freesmachines. Deze producten onderscheiden zich door het gebruiksgemak, de flexibiliteit en hun uitgebreide standaardfuncties. “De insteltijd moet kort zijn, de

“Dat maakt hun job aangenamer en aantrekkelijker.”

cnc.be), zijn wij gaan kijken hoe we die problemen kunnen oplossen”, vertelt medeoprichter en –zaakvoerder Helmut De Roovere. “Operatoren houden zich vaak te veel bezig met

programmatie eenvoudig. Zeker als je werkt met kleine en middelgrote series”, meent De Roovere. “Machines draaien zo meer uren en er kan snel worden omgeschakeld van het

innoverend bedrijf met roots in Vlaanderen, maar tegelijk met veel ambitie. Onze standaardproducten worden nu bijna wereldwijd verdeeld door vooraanstaande

fysiek zware arbeid en te weinig met creatieve taken, zoals het instellen van CNC-programma’s.” Om de sector weer

ene product naar het andere.”

machineleveranciers en daarnaast blijven we continu zoeken naar nieuwe oplossingen voor productieprocessen.”

Sinds de start in 2007 is RoboJob uitgegroeid tot marktleider in de Benelux met partners in West-Europa, Australië en Nieuw-Zeeland. “We zijn een jong, dynamisch en


ADVERTORIAL

Uit het goede hout gesneden ‘Voor service, kies Ligna’. Deze specialist in stuw- en schoorhout voor ‘lashing and securing’ van stukgoed, projectladingen en ladingen

Al dat hout stockeert het bedrijf zelf. Tot meer dan 10.000 m3. De klant hoeft

in containers, legt met deze slagzin de lat hoog. “Gedurfd, inderdaad”, zegt zaakvoerder Sven Van Loon. “Maar elke dag maken wij ons motto waar. We leveren het hout aan haven en

15-certificaat meekrijgen. “Steeds vaker eisen landen dat hout hittebehandeld is”, zegt Van Loon. “We beschikken over een eigen oven en stempelmachine om te bewijzen dat het hout wel degelijk behandeld is.” Daarbij is een van de sterktes van Ligna NV dat heattreated

leveren we slechts één of twee pakken hout. Voor ons weinig rendabel, maar voor de klant wel een goede service.”

hout binnen de 24 uur geleverd kan worden. Dat niet alleen. Ook dankzij de grote voorraad en de strategische ligging in

combinatie met de just-in-time manier van werken en de grote stockopslag”, aldus zaakvoerder Sven Van Loon. Bovendien ziet hij hun onderneming nog verder groeien. Door de exponentiële

St-Job-in’t-Goor kan Ligna NV binnen het half uur leveren in Antwerpen en op anderhalf uur in de havens van Rotterdam, Vlissingen, Terneuzen, Gent, Zeebrugge, Brussel, Genk of Luik. Van Loon: “Als een klant om 8 uur ’s morgens een last-minutebestelling plaatst, staat om 11 uur een vracht-

toename van het vervoer van stukgoed in de Antwerpse haven, is Ligna NV ook gericht op groei. “Als ik naar de toekomst kijk, denk ik in termen van groei. We zullen blijven investeren, ook in nieuwe technologieën. Wij zijn sterk in wat we doen en dat maakt ons bedrijf met deze omvang in deze business ook uniek.”

industrie, volledig volgens de eisen en op het ritme van onze klant.” Transporteurs en rederijen die via zeeof binnenvaart werken, vervoeren vaak goederen die veilig en stevig moeten worden vastgezet. Denk maar aan buizen, auto’s of zelfs een gerepareerd jacht dat in het ruim naar het Verre Oosten moet. Om die ladingen te beschermen, wordt het ruim gestuwd met balken en planken. Ligna NV levert dat hout, zowel standaard als op maat. En voor de industrie heeft Ligna NV los hout of palletten in de aanbieding.

wagen vertrekkensklaar.” Kallen en spieën kunnen snel gezaagd worden in hun zagerij en drie vrachtwagens rijden constant op en af. “Als het nodig is,

dus geen opslagkosten te dragen. Bovendien kan het hout het ISPM

Een goede service is het handelsmerk van het jonge team. “Onze kracht is de klantgerichte ingesteldheid in

Sven Van Loon, zaakvoerder Ligna NV

Ligna NV | Eikenlei 170, 2960 Sint-Job-in-’t Goor | 03/663.43.00 www.ligna-hout.be

ADVERTORIAL

Aerts Trucks NV betekent meer voor je onderneming. Wegtransport is niet weg te denken uit het logisitieke proces van bedrijven. En de uitdagingen inzake milieuvriendelijkheid en rendement worden groter. Aerts Trucks NV zoekt daarom mee naar uw hoogst haalbare niveau van Transport Efficiency.

van DAF Trucks en lichte bedrijfsvoertuigen van Fiat Professional biedt Aerts Trucks NV ook professionele herstellingen en onderhoud aan. Maar dat is niet alles. Zij zoeken actief mee naar het maximale rendement per kilometer voor hun klanten.

NAAST DE VERKOOP

onder andere innovaties van DAF. Hun PACCAR MX-motoren en nieuwe technologieën zoals Predictive Cruise Control, Predictive Shifting en de Eco Mode zorgen samen voor brandstofbesparingen van 4 tot 5 procent. Daarnaast introduceert DAF een fluisterstille CF Truck, speciaal voor avondlijke en nachtelijk distributie in de stad. Dankzij de Silentmode haalt de CF Silent maximaal 72dB(A), uitermate geschikt om in gebieden met geluidsbeperkingen te laden en te lossen.

DAARVOOR ZORGEN

NIET ENKEL DE DAF TRUCKS dragen bij tot een schoner leefmilieu, maar ook in het gamma Fiat Professional biedt Aerts Trucks NV lichte bedrijfsvoertuigen aan die rijden op Compressed Natural Gas. In tegenstelling tot diesel en benzine stoot CNG bijna geen CO2 uit, noch fijn stof of andere schadelijke stoffen zoals benzeen, roet of stikstofdioxide. CNG is ecologischer, goedkoper en veroorzaakt minder schade aan de motor dan andere fossiele brandstoffen. DAARNAAST IS AERTS TRUCKS NV steeds op zoek naar gemotiveerd technisch personeel om hun dynamisch team te vervoegen. Als u geboeid bent door nieuwe technologieën en u wilt uw kennis uitbreiden via externe en interne scholingen, kijk zeker naar de openstaande vacatures op www.aertstrucks.be of bezoek onze showroom in Dendermonde, Bornem of Mechelen.


ADVERTORIAL

AVT Europe: Meedenken in automatisatie Beginnen met een wit blad

Van staal tot food

AVT Europe uit Essen is een op en top Belgisch bedrijf dat vijftien jaar geleden werd opgericht en dat gespecialiseerd is in procesautomatisatie, machinebouw, robotica en interne transportsystemen. Of u nu een machine zoekt om goederen binnen de fabriek te vervoeren of om producten te behandelen, AVT heeft steeds een oplossing in huis.

Bij een automatiseringsopdracht vertrekt AVT steeds vanaf een wit blad, zegt Van Looveren. “Het is bijna altijd honderd procent maatwerk. Alle onderdelen of zelfs de complete machine wordt bij ons ontworpen en gebouwd. De taak van AVT bestaat er in om het probleem van de klant op te lossen. Onze ingenieurs begeleiden dan ook heel dat proces van A tot Z: van het 3D-ontwerpen van de machines en het programmeren ervan, over het bouwen van de onderdelen tot en met het testen en installeren bij de eindgebruikers.”

De klanten van AVT Europe kom je in zowat elke industrie tegen, aldus Van Looveren. “Voor het transport van zware lasten werken we vooral in de lucht- en ruimtevaartsector, maar ook bijvoorbeeld in automotive. Voor de automatisering zitten we in heel verschillende sectoren, dat gaat van food over de papier- en kartonindustrie tot en met de staalindustrie. Bekende namen zijn bijvoorbeeld koekjesfabrikant LU, de staalreus Arcelor-Mittal of het petrochemisch bedrijf Total.”

“We bestaan uit twee grote takken”, zegt general manager Maarten Van Looveren. “Enerzijds is er het geautomatiseerd en semi-geautomatiseerd transport van zware lasten. Daarvoor namen we in 2009 het bedrijf aerogo over. We werken in deze sector vooral voor internationale zwaargewichten als bijvoorbeeld Airbus, de ESA en Bombarbier. En ten tweede is er onze tak die zich bezighoudt met pure automatisering en robots. Hiermee bestrijken we vooral de Benelux-markt.”

Het is net dat meedenken met de klant, dat het grote voordeel is dat AVT kan bieden, onderstreept Van Looveren. “Bij elke opdracht is het belangrijkste einddoel dat we de juiste oplossing voor onze klant hebben aangereikt. We hebben bijvoorbeeld wel een eigen gamma van robots, maar het is voor ons niet absoluut noodzakelijk om die ook aan onze klanten te verkopen. Als we denken dat een standaardsysteem van pakweg Kuka een betere oplossing is, zullen we zonder probleem een partnership aangaan met andere leveranciers.”

Bent u op zoek naar een solide partner om uw productie te helpen automatiseren? Of zoekt u een intern transportsysteem dat tot in de puntjes in uw noden voorziet? AVT Europe kan u helpen. Surf voor meer informatie naar www.a-vt.be of bel 03/546.39.00.

Voor het automatiseren van een fabriek of een industriële site moet u beroep kunnen doen op de expertise van een ervaren integrator/leverancier. AVT Europe uit Essen kan die expertise voorleggen.

Technical Fleet Management software

Orditool

Meer dan 1200 bedrijven uit uw sector met kleine en grote vloten werken met Orditool TFM software. Om 3 eenvoudige redenen

Orditool bespaart u geld Orditool bespaart u tijd Orditool laat u werken Vraag vrijblijvend een GRATIS demo bij u ter plaatse: OpenICT - Orditool Excelsiorlaan 18, B-1930 Zaventem www.openict.be

BEL 02 342 01 90 MAIL orditool.demo@openict.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.