Fokus Healthcare

Page 1

Stefaan

Ann Van Gysel

“Tijdens
pandemie sloegen we de handen in elkaar, maar nu zijn we terug naar af.”
Sabrina Suetens wil bruggen bouwen in de zorg Lees het interview met de nieuwe managing director van beMedTech op de achterkant.
Healthcare
Cloet
zijn het nieuwe goud
in de zorg
onze gegevens te grabbel gegooid?
de
Margot
Data
Privacy
Worden
Soenen
comeback van nanogeneeskunde
‘24 Dit dossier wordt gepubliceerd door Smart Media Agency en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Knack. Interview Lees meer op Fokus-online.be
De
Maart

Margot Cloet

Datagedreven beleid is de toekomst

Ziekenhuizen, artsen en andere zorgactoren beschikken over heel wat interessante data, zoals patiëntengegevens, pathologieën, medicatiegebruik, behandelingen… En hoe meer data, hoe beter het inzicht om het beleid uit te bouwen en de zorg voor de patiënt te verbeteren. Niet alleen artsen en ziekenhuizen kijken er reikhalzend naar uit, maar ook overheden, de medische industrie, universiteiten en farmabedrijven.

In deze gedigitaliseerde wereld zou het delen van gegevens vanzelfsprekend moeten zijn. Toch is het in de praktijk niet altijd zo gemakkelijk als het op het eerste gezicht lijkt. Er is de technologie voor dataverzameling, maar er zijn ook andere vragen, bijvoorbeeld over privacy, het wetgevend kader, ethische implicaties…. We onderscheiden twee manieren om data te laten ‘renderen’. Ten eerste het primair gebruik voor de patiënt. Het gaat dan om zorgverleners die data met elkaar delen, en zo bijvoorbeeld sneller op de hoogte zijn van vroegere behandelingen in het kader van multidisciplinair overleg, bijvoorbeeld. Daarnaast is er het zogenaamde secundair gebruik: het verzamelen van klinische data op grote schaal waarop wetenschap en beleid zich kunnen baseren. Uit die gegevens is een schat van informatie te halen.

We hebben in de zorg al een hele weg afgelegd qua digitalisering, maar de verschillende subsectoren - denk aan eerste lijn, woonzorgcentra, ziekenhuizen - doen dat elk op hun eigen tempo. Elke subsector heeft eigen systemen voor hun specifieke processen. Dat is goed, maar het gevolg is wel dat die systemen niet makkelijk met elkaar ‘praten’. Gegevens worden anders gecodeerd, er zijn verschillende communi-

De patiënt verzamelt en beheert ook steeds meer data over zichzelf, denk maar aan het sporthorloge.
— MARGOT CLOET GEDELEGEERD BESTUURDER ZORGNET-ICURO

catiekanalen of er zijn onvoldoende communicatiestandaarden. Daardoor is er nog veel werk aan de winkel om de verschillende systemen op elkaar af te stemmen zodat er nog meer data tussen zorgverleners kunnen worden gedeeld. Maar elders is het niet altijd beter, we hebben hier zeker geen achterstand ten opzichte van de buurlanden.

We zijn in Vlaanderen op vlak van digitalisering al zo ver gevorderd dat er ook al heel wat maatschappelijke kansen zijn voor het secundaire gebruik van gezondheidsdata. Hierbij is het belangrijk dat alle stakeholders samenwerken. We kunnen enorm veel info halen uit het zorgtraject dat de patiënt doorloopt. Welke weg volgt een patiënt met een bepaalde pathologie: van de huisarts naar de kinesitherapeut, terug naar de huisarts, op onderzoek in het ziekenhuis, naar de apotheker… We kunnen die stappen allemaal in kaart brengen. Zo kunnen we op termijn het mogelijke effect van behandelingen of medicatie beter inschatten dan vanuit één zorgorganisatie. Vorig jaar werd binnen de FOD Volksgezondheid de Health Data Agency boven de doopvont gehouden om het secundaire gebruik van gezondheidszorgdata te faciliteren. We hopen dat we van daaruit tot goede afspraken en werkwijzen komen.

En tot slot niet onbelangrijk: de patiënt verzamelt en beheert ook steeds meer data over zichzelf, denk maar aan de gezondheidsgegevens die u met uw sporthorloge verzamelt. Zorgnet-Icuro zet mee zijn schouders onder het project We Are, dat het mogelijk wil maken om die data op een veilige en betrouwbare manier te kunnen delen en als hefboom te gebruiken voor het algemeen belang.

Droge lucht maakt ziek!

Te droge lucht (<40%) in zorgomgevingen zorgt ervoor dat virussen en bacteriën langer schadelijk zijn, patiënten vatbaarder zijn en langzamer herstellen.

Ontdek de energiezuinige Condair DL systemen voor een optimaal binnenklimaat in zorgomgevingen!

LEES MEER

4 Het (onvervulde) potentieel van AI in de gezondheidszorg

8 Studenten bouwen bruggen tussen zorg en technologie

10 Interview • Ann Van Gysel

12 “Bewustzijn alleen is niet genoeg om gezondheidsdata te beschermen”

14 Expertpanel • Een krappe arbeidsmarkt laat niemand achter

16 Smartlist • Van geprinte ledematen tot robotkatten

18 Nawoord • Stefaan Soenen

COLOFON

Country manager

Christian Nikuna Pemba

Creative director

Baïdy Ly

Content director

Janne Vandevelde

Lay-out

Daphné Van Orshaegen

Tekst

Tom Cassauwers

Ellen Van Hoegaerden

Coverbeeld

Sandra Mermans

Drukkerij

Roularta

Smart Media Agency

Leysstraat 27 2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be

Veel leesplezier!

LARA SA FERREIRA

PROJECT MANAGER

2 Voorwoord
www.condair.be | +32 (0) 16 98 02 29

De Gezondmakers: pioniers in de gezondheidszorg

Wie ervaring heeft in de zorg weet dat het takenpakket veel verder reikt dan het ‘verzorgen’ zelf. Tijdens een shift duiken er heel wat onvoorziene dingen op: een vaas zoeken voor een ruiker bloemen, gauw de lakens verversen omdat er koffie werd gemorst, een patiënt naar de revalidatiezaal brengen, enzovoort. Om die eindeloze takenlijst te verlichten, introduceerde Kempens maatwerkbedrijf De Sprong uit Meerhout de Gezondmakers.

Al 25 jaar lang slaat De Sprong vzw een brug tussen kansengroepen en de arbeidsmarkt. Zij noemen hun talentvolle medewerkers terecht ‘de Makers van morgen’. Hieronder vallen de ‘Groenmakers’ (groendienst), de ‘Milieumakers’ (circulair economie) en de ‘Techniekmakers’ (las- en fietsatelier). Met de ‘Gezondmakers’ richten ze zich specifiek op de zorgsector. Mensen die weinig tot geen kansen in het reguliere arbeidscircuit krijgen, helpen mee om de druk op de zorgsector te verlichten. Hun helpende handen zijn een grote steun op drukke momenten. Want het zorgpersoneel kan op die manier meer aandacht besteden aan hun zorgtaken én het contact met de patiënt of bewoner.

Aanpak op maat

Klop je als zorginstelling aan bij De Sprong, dan kan je rekenen op een zorgvuldige begeleiding en een aanpak op maat. Directeur Bart Quirijnen legt uit: “We kijken altijd eerst naar de zorgbehoeften. Tijdens een grondige analyse worden alle specifieke noden in kaart gebracht. Welke taken worden door de medewerkers als belastend ervaren? Zijn er dingen die hen afleiden van hun hoofdtaken? Elke zorginstelling is uniek en vergt een ander plan van aanpak. Pas daarna worden alle inzichten omgezet naar de praktijk.”

En wie aan de slag gaat bij de Gezondmakers, kan er zeker van zijn dat hij of zij er nooit alleen voorstaat. “Onze maatwerkcoaches helpen iedere medewerker met het ontplooien van de eigen talenten, volledig op zijn of haar eigen tempo. Iedere Gezondmaker krijgt een volledige opleiding en persoonlijke opvolging op de werkvloer. We hopen er natuurlijk op dat de medewerker de job van zijn leven vindt. Wie weet zit er wel een vaste tewerkstelling in!”, zegt Bart enthousiast.

Helpen waar nodig

“De zorgtaken waarvoor een zorgdiploma vereist is, blijven uiteraard voorbehouden aan de deskundige zorgmedewerkers”, gaat Bart verder. “Maar het zijn de ogenschijnlijk kleinere taken die, allemaal opgeteld, flink wat tijd en moeite kosten. Denk maar aan de koffieronde, lakens verversen, maaltijden afruimen, voorraden aanvullen, bewoners met de rolstoel vervoeren. Maar ook kleine technische interventies, zoals het onderhoud van de rolstoelen, het afvalbeheer en andere klusjes. De Gezondmakers steken graag een handje toe om die last te verlichten, zodat het personeel zich daar niet meer mee hoeft bezig te houden.”

“Ook het sociale contact is voor beide partijen erg waardevol”, gaat Bart verder. “Een gezelschapsspel spelen, een wandeling maken of samen de krant lezen, zulke dingen maken een immens verschil voor de bewoners van een woonzorgcentrum. De Gezondmakers bieden gezelschap, een luisterend oor en betrokkenheid. Maar zelf hebben zij daar ook deugd van: de interactie met de patiënten of bewoners geeft (zelf)vertrouwen. Ze voelen dat hun werk geapprecieerd wordt.”

Pilootproject ziekenhuis

De werking van de Gezondmakers ging van start bij enkele woonzorgcentra, met de bedoeling om op termijn ook uit te breiden naar ziekenhuizen. Op 1 september 2023 was het zover: de eerste Gezondmakers gingen aan de slag bij Ziekenhuis Geel. Meteen ook een primeur voor België. Het pilootproject bleek al snel een schot in de roos: zowel het ziekenhuis als de kersverse medewerkers waren uitermate tevreden. En, misschien nog belangrijker: ook de patiënten reageerden erg enthousiast.

Kortom, De Sprong bewijst dat de sociale economie een antwoord kan bieden op de heersende problematiek in de zorgsector. De druk op de schouders van het zorgpersoneel verlichten én tegelijk meewerken aan een inclusieve maatschappij door kansen te creëren voor degenen die buiten het reguliere arbeidscircuit vallen: als dat geen win-win is! Heb jij als zorginstelling ook interesse om samen te werken met de Gezondmakers? Of wil je graag een extra woordje uitleg over het verloop van zo’n samenwerking? De Sprong heeft intussen al flink wat expertise opgebouwd, en deelt die graag. Neem gerust contact op!

www.makersvanmorgen.be

Het (onvervulde) potentieel van AI in de gezondheidszorg

Wie zijn dagen spendeert in het huidige zorglandschap waar mens en technologie de handen in elkaar leren slaan, zal niet gauw zeggen dat AI-technologie al een big splash maakte. Dat er veel in de startblokken blijft hangen, kan u dan weer wel stellen.

“De zorgsector absorbeert de voordelen van deze innovaties veel te langzaam”, vat Dr. Dipak Kalra, voorzitter van i~HD (European Institute for Innovation through Health Data) en hoogleraar health data, aan. “Dat is jammer, want AI biedt zoveel mogelijkheden. Onder meer voor de zorgmedewerkers zelf, met meer gerichte behandelingen, betere voorspellingen, vlottere data-analyse… Maar ook voor de patiënt, en dan vooral de chronische zieken, en voor het zorgsysteem als organisatie. AI kan bijvoorbeeld afspraken, bedbezetting, workflow… verbeteren.”

Van onderzoek naar de praktijk

We hoeven daarvoor niet enkel in toekomstige tijd te spreken. Heel veel AI-oplossingen voor de zorg worden reeds ontwikkeld. Maar dan wel binnen een onderzoekssetting, zegt Alexander van Someren van CAIRElab, waar ze zich onder meer bezighouden met het implementeren en evalueren van AI-technologie in ziekenhuizen. “Het in de praktijk brengen, gebeurt jammer genoeg nog te weinig.” Al zijn er volgens hem toch al enkele mooie succesverhalen in ziekenhuizen wereldwijd. “Radiotherapie is een goed voorbeeld. Daarbij krijgt een kwaadaardige tumor zoveel mogelijk straling en het weefsel daaromheen zo min mogelijk. Een heel ingewikkelde taak, waar AI een grote klinische rol speelt. Ook binnen radiologie – MRI’s, CAT-scans… – zijn er best wat voorbeelden. Zo gebruikt het LUMC AI-technologie om de scantijd van MRI’s te verkorten.”

Dit zijn voorbeelden binnen het primaire zorgproces, maar ook in de secundaire laag dipte

AI zijn teen al in het water. “Er is technologie die patiënteninstroom en -uitstroom voorspelt, of helpt bij de administratie. Zorgmedewerkers zouden gemiddeld 40 procent van hun werktijd kwijtspelen aan administratieve taken, dus dat lost een groot probleem op. Maar rond die zorgprocessen liggen dus nog heel veel kansen.”

AI Act

Wie kansen zegt, zegt ook uitdagingen. “Datakwaliteit, uniformiteit, user experience, integratie met software, compliance”, somt Van Someren er enkele op. “Ook ethische uitdagingen proberen we met Europa het hoofd te bieden, met de allereerste AI Act”, vult Kalra aan. “Hiermee kijken we naar de risico’s, afhankelijk daarvan worden beslissingen genomen die AI-gebruikers moeten beschermen. Maar dat vraagt dus veel van de ontwikkelaar om goede ethische praktijken toe te passen.”

Transparantie is hierbij heel belangrijk: wat willen we bereiken met AI en voor welke klinische beslissingen? Weten patiënten dat er AI werd gebruikt? Is er voldoende kwalitatieve data? Dan is er ook nog databescherming en het correct trainen van de AI. Kalra: “AI is als een slimmerik zonder hersenen, of gezond verstand. Het is alleszins geen vervanging, maar een hulpmiddel.”

Over een AI-tool beschikken is dus niet genoeg, men moet er ook verantwoord mee omspringen.

“Om van wetenschappelijke bevindingen naar

veranderingen in de zorg te komen, volgen ziekenhuizen een bepaalde gang van zaken”, aldus van Someren. “Voor AI-ontwikkelingen is er nog geen standaardroute. Ondertussen hebben we een beter idee van hoe ons door het zorglandschap te manoeuvreren en een AI-project aan te pakken. Zo hebben wij een stappenplan bedacht die een zorginstelling of ontwikkelaar kan doorlopen om automatisch aan de medical advice regulation te voldoen.”

Steeds in evolutie

Dat AI een hele uitdaging is om te beoordelen, zegt ook Kalra. “Ieder land beschikt over Health Technology Assessment-organen, die beslissen of een innovatie veilig is voor de gezondheidszorg. Zij worstelen met AI omdat die niet statisch is – de technologie evolueert voortdurend. Maar we zijn verheugd om via een nieuw Europees project, ASSESS-DHT, betere methoden te kunnen ontwikkelen om onder andere AI-innovaties te beoordelen.” En dan moet het vertrouwen nog volgen. Dat vraagt meer transparantie en opleiding. “En een robuustere kwaliteitsborging, om ervoor te zorgen dat de methoden om AI te beoordelen gelijke tred houden met ICT-innovaties. AI moet geen gevaar worden dat slechts sporadisch en onder controle mag losgelaten worden.”

“Tijd om verandering te omarmen en de zorg anders aan te pakken. Zo houden we het ook betaalbaar”, sluit van Someren af.

Axes Health: waar de patiënt centraal staat

Om het risico op klinische en budgetaire onzekerheden te minimaliseren willen autoriteiten overtuigend bewijs zien om innovatieve geneesmiddelen terug te betalen. Farmaceutische bedrijven willen dat de overheid innovatie naar waarde schat.

Axes Health werd opgericht om deze uitdaging te overwinnen. “Door gebruik te maken van een gepersonaliseerde en collaboratieve aanpak, kunnen we inzichten vergaren in het therapeutisch domein, en in de behoeften en bezorgdheden van alle stakeholders. Hierbij moet de patiënt steeds centraal staan”, vertelt Katrien Van Geyt, founder en directeur van Axes Health.

Nationaal sepsisplan

Wereldwijd overlijden zo’n 11 miljoen mensen aan sepsis, of bloedvergiftiging. In België bestaan geen concrete cijfers, maar een op de vijf zou dit niet overleven. Een Pano-reportage van november vorig jaar zette deze sluipmoordenaar prominenter op de radar, en dit jaar ligt er dan eindelijk een nationaal sepsisplan op tafel. Er zouden 25 Belgische ziekenhuizen deelnemen aan het researchplan.

Sepsis is een levensbedreigende bloedstroominfectie, veroorzaakt door bacteriën, die ook premature kindjes treft. Ongeveer een op de tien prematuurtjes sterft hieraan. Daarom ontwikkelde de start-up Innocens, samen met IBM, een AI-monitoringsysteem dat de vroeggeborene continu in de gaten houdt. De uiteindelijke data worden verworven door sensoren, medische toestellen en observaties van zorgverleners. Dit zou uiteindelijk voor snellere waarschuwingen zorgen, met een tijdwinst van wel twaalf uur.

Hoe doet Axes Health dat?

“We geloven in de kracht van vroegtijdig overleg tussen alle betrokken partijen: farmaceutische bedrijven, zorgmedewerkers, overheidinstanties en patiëntenorganisaties. We adviseren farmaceutische bedrijven om een actieve rol op te nemen als partner in de gezondheidszorg in plaats van uitsluitend als leverancier van een geneesmiddel”, aldus Van Geyt. “We hebben bij Axes Health een uitgebreide expertise om innovatieve geneesmiddelen tot bij de patiënt te brengen. We ondersteunen onze klanten bij het opzetten van medische noodprogramma’s, mogelijkheden om klinische onzekerheden te adresseren en het bekomen van terugbetaling van hun innovatie in de Benelux.”

Fokus-online.be 4 Artificiële intelligentie
Katrien Van Geyt Founder en directeur van Axes Health

Sepsis moet men snel spotten, één extra parameter kan levens redden

112 patiënten per dag in België, wereldwijd tellen we er 26 miljoen. Daarvan overleeft een op de vijf het niet. De cijfers liegen er niet om: sepsis is een dodelijke aandoening. Snel reageren en een vroege detectie zijn van levensbelang.

Sepsis is een heel extreme reactie van het lichaam op een infectie. Hierdoor kunnen weefsels beschadigd raken en orgaanfuncties uitschakelen, met de dood tot gevolg. Iedereen kan sepsis krijgen, al lijkt deze sluipmoordenaar bij het grote publiek nog relatief onbekend.

Een Pano-reportage in november van vorig jaar bracht daar enige verandering in, maar nog te vaak kijkt men over de symptomen heen of wordt sepsis niet tijdig herkend. “Nochtans is er snel bij zijn van groot belang, want sepsis kan zich heel snel ontwikkelen”, zegt Stéphanie Fournier, productmanager cellular analysis bij Analis, dat wereldwijd in de Benelux onder andere diagnostisch analyseapparatuur op de markt brengt. “In theorie moet men binnen het uur de behandeling opstarten wanneer een patiënt met sepsis of in septische shock zich aanmeldt op de spoeddienst. Zo kan men de schade zoveel mogelijk beperken.”

Nationaal sepsisplan

Op dit moment hebben ziekenhuizen hun eigen sepsisrichtlijnen. Daar komt binnenkort verandering in, want de overheid werkt momenteel aan een nationaal sepsisplan, met sterke aanmoediging en adviezen van medische experten. “Hierdoor zal iedereen zich aan dezelfde minimale richtlijnen moeten houden, op het vlak van vroege diagnostiek, behandeling en opvolging”, aldus Fournier.

Je heel ziek voelen, een snelle ademhaling en hartslag, koorts, sufheid, verwardheid, een gevlekte huid… De symptomen van sepsis kunnen nogal vaag en wispelturig zijn, wat een diagnose niet voor de hand liggend maakt. “Het verstopt zich vaak achter een ogenschijnlijk ‘onschuldige’ aandoening, zoals een urineweginfectie, longontsteking of geïnfecteerd wondje. Daarom is meer awareness zo belangrijk”, zegt Fournier. “En vroegtijdige detectie. Dat ondersteunen we met de DxH900-analyzer voor vroege sepsisdetectie. Deze analyzer telt witte en rode bloedcellen en de bloedplaatjes.

Daarbij is er ook een parameter: Early Sepsis Indicator.”

Early responders

Voor de meeste patiënten wordt een bloedanalyse celtelling standaard aangevraagd, omdat het een heel snelle responstijd heeft. Ofwel: de resultaten in de laboratoria zijn snel binnen. De parameter maakt meteen deel uit van de bloedtest en zorgt voor een vroege opsporing van het risico én van de ernst van sepsis. Hoe hoger de parameter, hoe ernstiger dus. “Onze witte bloedcellen bestaan uit verschillende soorten, waaronder de monocyten. Dat zijn early responders”, legt Fournier uit. “Zij presenteren zich vrij snel als ‘positief’ of ‘abnormaal’. Dat is dus een vroege reactie in het lichaam, nog voor de sepsis zich ontwikkeld heeft.” Om een ziekte absoluut niet te missen, hebben we een test nodig met een hoge negatieve voorspellende waarde, zoals deze. “Is het negatief, dan heeft de patiënt géén sepsis. Bij een positieve test, kan er iets aan de hand zijn. Dat is misschien sepsis, of iets anders.”

Enkele ziekenhuislaboratoria hebben deze analyzer alvast in huis, en Fournier hoopt dat de innovatieve parameter mee opgenomen wordt in de toekomstige ziekenhuisbrede sepsisrichtlijnen, en dat ook artsen en andere zorginstellingen ermee aan de slag kunnen gaan.

Meer over.

Analis werkt al 90 jaar in de wereld van de laboratoria. Daar biedt ze een breed portfolio aan van apparatuur en meubilair dat toepassingen ondersteunt in alles van ziekenhuizen tot farmalabo’s. Met 150 mensen zijn ze vooral actief in de Benelux. Analis werkt wereldwijd met verschillende leveranciers, binnen de diagnostiek is Beckman Coulter de grootste. Zo voorziet ze de healthcaresector o.a. van sneltesten, centrifuges, microbiologische veiligheidskasten… www.analis.com/sepsis

STÉPHANIE FOURNIER

PRODUCTMANAGER

CELLULAR ANALYSIS

5 #FokusHealthcare Brand Report • Analis
Fokus-online.be Ontdek meer op #FokusHealthcare
Optimalisatie van het chirurgisch traject in AZ Herentals: Efficiëntie zonder compromissen in kwaliteit voor patiënt en medewerker

Het AZ Herentals zoekt voortdurend naar manieren om de zorg te verbeteren. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op efficiëntie, zonder in te boeten op de beleving van de patiënt. Anneleen De Wever, zorgmanager in AZ Herentals, verduidelijkt: “Een voorbeeld van deze trend is te vinden in de herwerking van het chirurgisch traject in ons ziekenhuis. We zijn erin geslaagd om het chirurgisch proces te stroomlijnen en tegelijkertijd de patiëntervaring te verbeteren. Dit hebben we gedaan door extra focus te leggen op de voorbereiding van onze patiënten, waardoor een rechtstreekse opname op het operatiekwartier mogelijk is.”

Voorbereiding begint met preoperatieve screening

Een cruciale stap in het herwerken van het chirurgisch traject is de invoering van een grondige preoperatieve screening. Anneleen De Wever: “Deze screening zorgt ervoor dat patiënten goed voorbereid zijn op hun operatie, wat niet alleen de efficiëntie vergroot, maar ook de kans op complicaties verkleint. Mogelijke risicofactoren en gezondheidsproblemen van patiënten worden immers al ruim op voorhand zorgvuldig in kaart gebracht.”

Naadloze overgang naar voorbereidingsruimten op het operatiekwartier

Op de dag van de operatie worden patiënten rechtstreeks opgenomen in voorbereidingsruimten op het operatiekwartier en niet langer op een verblijfsafdeling. Dit minimaliseert de wachttijd voor patiënten, voorkomt extra druk op verblijfsafdelingen tijdens de ochtendzorg en zorgt voor een vlotte opstart van het operatieprogramma. Dr. Filiep Bataillie, hoofdarts, besluit: “Het resultaat is een gestroomlijnd chirurgisch traject, waarbij medewerkers en middelen op het juiste moment worden ingezet.”

Nederrij 133, 2200 Herentals www.azherentals.be

Veranderingen in bedbezetting en ligduren

Met de evolutie naar een kortere verblijfsduur en de verschuiving naar dagchirurgie, is het essentieel om de beschikbare bedden optimaal te blijven benutten. Kirsten Verwimp, verpleegkundig & paramedisch directeur in het AZ Herentals, licht toe: “We willen evolueren naar een disciplineoverschrijdende zorg voor de chirurgische patiënt. Dit zorgt voor flexibiliteit in het beheer van bedden en een betere samenwerking tussen medewerkers van verschillende diensten, mét het behoud van een zorg die aangepast is aan de specifieke behoeften van de patiënt.”

Aandacht voor de medewerkers

Kirsten Verwimp benadrukt: “We trachten elk project gefaseerd aan te pakken om onze medewerkers niet uit het oog te verliezen en hun inbreng in de verschillende fases mee te nemen. Door die projectmatige aanpak werd er in februari 2023 gestart met één aanwervingsbeleid voor de huidige chirurgische afdelingen. Deze medewerkers roteren om zo voldoende vertrouwd te zijn met de verschillende disciplines. Verder werden er opleidingsdagen georganiseerd met de afdelingen samen.”

Conclusie

Met de herwerking van het chirurgisch traject, waarbij de nadruk ligt op de preoperatieve voorbereiding en een optimale bedbezetting, speelt het AZ Herentals in op de evolutie naar een efficiëntere en patiëntgerichte gezondheidszorg. Door het implementeren van deze strategieën kan AZ Herentals niet alleen de doorstroom verbeteren, maar ook de kwaliteit van zorg handhaven en anticiperen op toekomstige veranderingen in het zorglandschap.

Het AZ Herentals investeert dagelijks in de zoektocht naar talenten in de zorg, van profielen als verpleegkundigen over artsen tot IT-medewerkers. Zo willen we als ziekenhuis samen met deze kandidaten hun 'TalentEnRoute' bewandelen.

Wil jij samen met AZ Herentals jouw TalentEnRoute verder uitbouwen?

Grijp dan je kans en solliciteer op een van onze uitgelichte vacatures:

• Verpleegkundige inwendige ziekten

• Verpleegkundige chirurgisch traject

• Spoedverpleegkundige

• IT Systeembeheerder

• Arts-Neuroloog

• Arts-Hematoloog

• Arts-Pediater

Waar kan je solliciteren?

Via www.azherentals.be/werken-en-leren/ vacatures

Niet meteen een passende vacature gevonden? Geen probleem, solliciteer dan op onze spontane vacature.

Kirsten Verwimp & Anneleen De Wever

Gedaan met lekkende implantaten: medische bedrijven zoeken hulp na strengere EU-regels

In de nasleep van een groot schandaal met Franse borstimplantaten kwam er vier jaar geleden strengere Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen. Fabrikanten die in Europa willen leveren, moeten sindsdien bewijzen dat hun producten veilig en effectief zijn. Maar dat kunnen ze niet alleen.

Jarenlang kregen vrouwen wereldwijd borstimplantaten van het Franse bedrijf Poly Implant Prothèse (PIP). Die zorgden voor ernstige bijwerkingen omdat de siliconen gel in de protheses niet geschikt was voor het menselijk lichaam. Het bedrijf had goedkopere industriële gel gekozen om geld te besparen, met een hoger risico op scheurtjes in de implantaten tot gevolg. Hierdoor kampten veel vrouwen met allerhande ontstekingen, hoofdpijn, vermoeidheid en pijnlijke gewrichten. Van de 300.000 patiënten die zich lieten opereren, zou liefst een kwart gezondheidsklachten hebben ontwikkeld, soms met levenslange implicaties.

“Dat heeft tot heel veel verontwaardiging geleid bij de bevolking”, zegt Luc Van Hove, arts en zaakvoerder van consultingbedrijf Maraca International. “Zeker toen er ook problemen opdoken met andere implantaten, namelijk heupprothesen.

Vreemd was dat niet, want de Europese regelgeving was een lachtertje tot dan.”

Lange procedureslag

Toen het schandaal in 2010 aan het licht kwam, dienden duizenden slachtoffers klacht in. Ze kregen gelijk: PIP-directeur Jean-Claude Mas, inmiddels overleden, werd veroordeeld tot 4 jaar cel en 75.000 euro boete. Het Duitse keuringsbedrijf Tüv Rheinland werd aansprakelijk gesteld voor gebrekkige controle, de eerste slachtoffers werden vorig jaar na een lange procedureslag vergoed.

Om nieuwe mistoestanden te voorkomen, kwam Europa vier jaar geleden met een uitgebreide nieuwe wetgeving voor medische hulpmiddelen zoals pleisters, kunstheupen en pacemakers die de Europese Directive verving. Ook voor in-vitro diagnostica zoals bloed- en zwangerschapstesten werden veel strengere regels opgesteld. Er kwam een overgangsperiode tot mei 2024, maar die is ondertussen twee keer verlengd tot 20272028 als gevolg van te weinig notified bodies

op de Europese markt afzetten zonder zich veel van regels aan te trekken. Cowboys profiteerden daarvan en leverden implantaten van slechte kwaliteit, met desastreuze gevolgen voor patiënten. Die tijd is voorbij.”

Grote stap vooruit

De wetgeving is een grote stap vooruit. Niet alleen stelt ze hogere eisen op het vlak van klinische bewijzen, financiële aansprakelijkheid en keuringsvoorwaarden. Ze geeft patiënten en zorgverleners ook meer duidelijkheid. Zo werd een databank opgericht met veiligheidsinformatie over medische hulpmiddelen op de Europese markt. Bovendien kan er door de strengere regels bij incidenten sneller worden ingegrepen.

Toch blijven er uitdagingen. “Door hun grote omvang zijn de nieuwe regels nog niet voldoende gekend”, zegt Van Hove. “Zowel start-ups als grote farmabedrijven missen knowhow om hun producten in lijn met de nieuwe regels te ontwikkelen. Ze hebben hulp nodig bij de ontwikkeling van technische dossiers en evaluatierapporten. Als ze bij ons aankloppen, is dat ook hun grootste vraag: begeleiding bij het opstellen van een strategisch plan rond regelgeving.”

Meer over.

MARACA International is een consultingbedrijf dat zich toelegt op regelgevende, medische en klinische diensten voor het op de markt brengen van medische hulpmiddelen, in-vitro diagnostiek, medische apps, companion diagnostics, combinatieproducten en innovatieve nanotechnologie. Denk aan training in regelgeving over auditering, risicomanagement tot het ontwikkelen van klinische validiteits- en evaluatierapporten. Het bedrijf heeft klanten over heel de wereld. CEO Luc Van Hove werkte jarenlang in de Verenigde Staten in het domein van medische hulpmiddelen, onder meer als medisch directeur bij Abbott Laboratories.

7 #FokusHealthcare
LUC VAN HOVE ARTS EN ZAAKVOERDER
Brand Report • MARACA International More FTI: The Summit 20-21 March Wintercircus Ghent A two-day conference that takes innovators on a journey through the awesome world of health and bio tech. The Talks 19-21 March Wintercircus Ghent Three evenings of inspiring lectures for the curious. Yes, you. We invite innovators, scientists, entrepreneurs and thought leaders to talk about sleep, sports, food. DATE & LOCATION 19 - 21 March 2024 Flanders Expo, Gent FTI Gent at inspire health &care TITLE → Hosted by FTI Gent x MEDVIA → Digital in health care → Artificial Intelligence by Lieven Scheire → Data & ethics debate with Kirsten Colpaert, Sigrid Sterckx & Bjorn De Vidts → Authentic Intelligence by Elke Geraerts CONTENT PATTERN Discover all speakers & the full program on www.fti.gent inspire-healthcare.be

Studenten bouwen bruggen tussen zorg en technologie

Door Ellen Van Hoegaerden

Het zorg- en welzijnslandschap door en door kennen en de nieuwste technologieën en inzichten kunnen toepassen en implementeren: zo stomen opleidingen hun studenten klaar voor de zorg- en welzijnssector van de toekomst. Wat zijn daarbij de belangrijkste lessen?

Organisaties actief in zorg en welzijn moeten constant inspelen op nieuwe noden, met tal van impactvolle innovaties die er ook nog eens bij komen kijken. Het duurzaam inbedden van die innovaties in de dagelijkse praktijk vraagt om een specifieke set aan vaardigheden. Onder andere Hogeschool VIVES bestudeert dit in de opleiding Zorgtechnologie. Aan UHasselt is er dan weer het THINK³ simulation & innovation lab, waar studenten, vanuit een transdisciplinaire aanpak, samenwerken.

“Wat heeft men als brugfiguur nodig om de razendsnelle innovaties te kunnen implementeren in de praktijk?”, poneert prof. dr. Jochen Bergs, academisch verantwoordelijke van het lab. Het antwoord? “Wetenschappelijk onderbouwde methodes en een constructieve samenwerking met experten zoals data scientists en healthcare engineering professionals, maar ook met klinische professionals die aan het patiëntenbed staan.”

Het is cruciaal om processen en procedures op elkaar af te stemmen en zorgvuldig samen te werken om kwaliteitsvolle zorg te kunnen verlenen.

— ALEXANDRA CLOOSTERMANS LAB MANAGER VAN THINK3

Design thinking

In het THINK³ lab traint men drie denkprocessen: kritisch denken als grondslag voor evidencebased beslissingen; strategisch denken met als doel meerwaarde voor het individu of de groep te realiseren; en design-denken als ontwerpmethodologie voor een oplossingsgerichte aanpak. Dat design thinking-model hanteren ze ook bij VIVES. “Dat is niet denken vanuit de technologie, maar vanuit het perspectief van de gebruiker, om zo tot een innovatieve oplossing te komen”, aldus opleidingshoofd Sofie Vanmaercke. Bijvoorbeeld, hoe kan technologie helpen bij het zorg- en wachtproces in de wachtzaal van de pediatrie? “Het is belangrijk om een gepaste technologische oplossing te zoeken, die uit te testen, na te gaan hoe die in het patiëntendossier geïntegreerd kan worden en de zorgprofessional en eindgebruikers van de nodige informatie te voorzien om ermee te werken.”

Talrijke actoren uit diverse organisaties zoals ziekenhuizen, woonzorgcentra en eerstelijnsnetwerken werken samen met het THINK³lab via het Health Campus Zorginnovatiefonds. “Zo leren wij studenten bepaalde principes rond bijvoorbeeld systeeminnovatie aan”, zegt professor Bergs. “Relevante inzichten op basis van actuele problemen komen dan snel aan het licht. Het werkveld leert zo ook de nieuwste denkmethoden.” Onder andere via translational simulation, een simulatievorm die studenten en professionals inzicht geeft in de werking van systemen of de verbetering van processen. “Dat gebeurt niet alleen met simulatiepoppen, maar bijvoorbeeld ook via LEGO serious play, om systemen en processen te visualiseren.” Dankzij deze methodes wordt de groepsdynamica heel mooi zichtbaar, vult lab manager Alexandra Cloostermans aan. “De collectieve creativiteit, het groepsdenken en het leren kijken vanuit verschillende perspectieven staan centraal.”

Ze geeft een concreet voorbeeld: “We simuleerden een samenwerking tussen hulpverleners in het kader van remote monitoring. Het gaat dan niet zozeer over het aanleren van klinische skills, maar over hoe de

De mens is nu eenmaal complex, zo ook de vele ziektebeelden. Het is een kwestie van de juiste technologie op de juiste manier bij de juiste persoon in te zetten.

— SOFIE VANMAERCKE VIVES

samenwerking verloopt. Niet vanzelfsprekend, want iedereen heeft zijn eigen denkkader en achtergrond. Toch is het cruciaal om processen en procedures op elkaar af te stemmen en zorgvuldig samen te werken om kwaliteitsvolle zorg te kunnen verlenen.”

De juiste vragen stellen

Ook bij VIVES draait het om het aanreiken van de juiste tools om die brugfunctie tussen de zorg en technologie uit te voeren. “Zo moeten studenten óók weten hoe ze gestructureerd marktonderzoek uitvoeren, hoe ze technologie moeten uittesten en een wetenschappelijk verantwoorde keuze maken”, zegt Vanmaercke. “Het is oké om vragen te stellen én om door te vragen en stil te staan bij ethische dilemma’s. Er zijn veel innovaties bijgekomen, en we moeten er in de opleidingen kritisch mee leren omgaan. De studenten kunnen aan de hand van een (technisch) plan van eisen structuur brengen in de zoektocht naar de juiste technologie. De mens is nu eenmaal complex, zo ook de vele ziektebeelden. Het is een kwestie van de juiste technologie op de juiste manier bij de juiste persoon in te zetten.”

Fokus-online.be 8 Futureproof zorg

De succesformule van RZ Tienen

De zorgsector kreunt onder de krappe arbeidsmarkt en de groeiende zorgnoden. Maar in RZ Tienen gaat het goed: het afgelopen jaar noteerde de organisatie een mooie groei van activiteiten en ook het zorgaanbod blijft uitbreiden. Wat is de succesformule? Vier sleutelfiguren geven hun visie.

Een ijzersterke missie

Dr. Hans Struyven Uittredend algemeen directeur

“Sinds 2009 stellen we alles in het werk om onze VIP-missie, die staat voor vriendelijkheid, inlevingsvermogen en professionaliteit met zin voor initiatief en duurzaamheid, in de hele organisatie door te laten sijpelen. Als je die waarden samenvoegt, kom je tot een missie die het welzijn en de gezondheid van patiënten, medewerkers en bevolking van onze regio centraal zet. Een community hospital dus. In co-creatie met medewerkers, patiënten en hun naasten, bestuursleden en andere eerstelijnspartners werd de missie vertaald in een charter en in de hele organisatie verspreid. Elke medewerker kan het ondertekenen en zo zijn engagement tonen. Momenteel wordt het charter vertaald op dienstniveau zodat het nog concreter wordt en nog meer de kwaliteit bevordert.”

Een innovatief en duurzaam nieuwbouwproject

“Onze VIP-missie vertaalt zich ook naadloos in de bouwplannen: de nieuwbouwcampus moet de missie en visie zo goed mogelijk ondersteunen. Zo zetten we bijvoorbeeld in

op het welzijn van de patiënt door elk bed aan een raam met buitenzicht te plaatsen én per patiënt een persoonlijke sanitaire cel te voorzien, zelfs in een tweepersoonskamer. Ook zullen we werken met innovatieve zorgvloeren waarbij alle disciplines die nauw samenwerken in elkaars nabijheid zijn. Dat biedt veel voordelen op vlak van efficiëntie en kwaliteit.

En dan is er nog de buitenomgeving, die onze duurzame campus als een groene oase zal omringen en ook opengesteld zal worden voor de buurt. Ook onze patiënten hebben daar baat bij. Onderzoek wijst uit dat een uitzicht op groen zoals bomen en planten de genezing versnelt.”

Een onderbouwd kwaliteitsbeleid

Eva Marie Castro

Diensthoofd kwaliteit en procesoptimalisatie

“De vooruitstrevende bouwplannen zijn geïnspireerd op ons sterk uitgebouwde kwaliteitsbeleid, dat ook helemaal vervlochten is met de missie en visie. Zo werd er mee nagedacht over de invulling van de nieuwbouw door een patiëntenpanel, een heterogene groep van vijftien patiënten die een belangrijke rol speelt in onze werking.

Ons kwaliteitsbeleid is gebaseerd op zes dimensies: veiligheid, effectiviteit, efficiëntie, tijdigheid, billijkheid en patiëntgerichtheid. Niet alleen patiënten worden erbij betrokken, ook medewerkers. Vroeger omvatte een kwaliteitsbeleid vooral top-downregels die door de overheid en externe organisaties werden opgelegd. Nu zijn onze medewerkers mee eigenaar. Ze dragen het streven naar kwaliteit allemaal in hun DNA, van onze verpleegkundigen, artsen, technici tot de poetsploeg. Dat zorgt ervoor dat essentiële kwaliteitsaspecten vertaald worden in onze werking.

We gebruiken het Flanders Quality Model (FlaQuM) als leidraad, dat is een kwaliteitsmodel voor zorgorganisaties dat werd ontwikkeld door het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid aan de KU Leuven, in samenwerking met 25 Vlaamse zorgorganisaties. Dit model stelt de patiënten, de naasten en de medewerkers centraal. Er is niet alleen aandacht voor goede zorg, maar ook voor transparantie, leiderschap en veerkracht. Dat zijn waarden die 100 procent overeenstemmen met onze missie.”

Een duidelijke toekomstvisie

Gert Peeters

Nieuwe algemeen directeur

“Van kinderrevalidatie over eerstelijnsen geestelijke gezondheidszorg tot een huisartsenwachtpost naast de spoeddienst. Onze nieuwbouwcampus wordt er eentje waar geïntegreerde zorg centraal staat. En dat is nodig: ons ziekenhuis moet buiten zijn muren treden. We moeten onze patiënten blijven monitoren, ook als ze naar huis gaan. Daarnaast moeten we als ziekenhuis een rol opnemen in de preventie van gezondheidsproblemen. Een mooi voorbeeld van zorg waarbij preventie én integratie cruciaal zijn, is de vroegdetectie van kwetsbare zwangerschappen. Door kwetsbare vrouwen tijdens hun zwangerschap extra bij te staan, kunnen veel problemen voorkomen worden en willen we hun kinderen ook een eerlijke start geven.

Als nieuwe directeur zal ik de vooruitstrevende missie die dr. Struyven gestart heeft, met veel enthousiasme verderzetten. Ons ziekenhuis is klaar voor de uitdagingen in de sector. Samen zullen we de missie realiseren zodat we zorg in de regio volgens de kwaliteitseisen blijven aanbieden. Als ziekenhuis blijven we onze rol opnemen. Niet alleen in de gezondheidszorg, maar ook in de zorg voor gezondheid.”

Vriendelijk Inlevend Professioneel met zin voor Initiatief & Duurzaamheid

Ann Van Gysel

“Moeilijke regels verjagen
Europese innovatoren naar de VS”

Dipak Kalra President i~HD

Gezondheidszorg staat voor grote veranderingen, en Ann Van Gysel observeert ze vanop de eerste rij. Na een carrière als biologe en wetenschapscommunicator werkt ze nu als CEO van MEDVIA, de Vlaamse speerpuntcluster voor medische technologie. Daar geeft ze beloftevolle technologieën een extra duwtje in de rug. Waarom hebben we een organisatie als MEDVIA nodig?

“Er beweegt enorm veel in de gezondheidszorg. Nieuwe technologieën komen op, en tegelijk verandert regelgeving snel. Technologie zou alles moeten versimpelen. Maar, zoals bij elke golf van innovatie, zien we dat de introductie ervan vaak moeilijk blijkt. Vlaanderen is bijzonder rijk aan ideeën in de gezondheidszorg, iets waar we trots op moeten zijn. Maar er is een duwtje in de rug nodig om die naar boven te laten komen en op de markt te brengen. Dat doen wij bij MEDVIA.”

Over wat voor nieuwe technologieën heeft u het dan?

“De digitalisering van de gezondheidszorg is één van de rode draden door mijn werk. Denk maar aan smartwatches. Bijna iedereen heeft er tegenwoordig één om zijn pols, en meet daarmee heel wat gezondheidsdata. Maar dat wordt in België nog niet meegenomen in het klinische verhaal. Het potentieel daarvan is enorm.

Dat heeft een link met preventie. We moeten allemaal zo gezond mogelijk proberen te leven. Gezondheidszorg gaat niet enkel meer over behandelingen en medicijnen. Het gaat ook over onze levensstijl: hoeveel we bewegen, wat we eten, slaapgewoontes en stress. We gaan naar een bredere interpretatie van gezondheid en zorg. Gevalideerde, digitale opvolging daarvan, bijvoorbeeld via smartwatches, kan erg belangrijk zijn in de toekomst.

Digitalisering dringt ook door in de ziekenhuizen. Vandaag zien we al dat we voor de opvolging van bepaalde ziektes niet langer naar het ziekenhuis hoeven

Jens Declerck Data Quality Manager i~HD

De onzichtbare kracht van datakwaliteit

In de digitale aderen van de hedendaagse gezondheidszorg stroomt een constante vloed aan gegevens. Maar hoe goed is de kwaliteit van deze data die beslissingen beïnvloeden op verschillende niveaus, klinisch, beleidsmatig en financieel? Of wat met de onvermijdelijke komst van Artificiële Intelligentie; kunnen we de uitkomst van deze toepassingen vertrouwen als we geen zicht hebben op de datakwaliteit waarmee het getraind werd?

Een verontrustende ontdekking

Ondanks de schijnbare eenvoud, is het verkrijgen van hoogwaardige data een complexe uitdaging. Dit wordt onderstreept door een onderzoek uit 2020, waarbij 22.889 patiënten hun patiënten dossier doornamen. Het resultaat? Meer dan één op de vijf (21.1%) stuitte op fouten, en bijna de helft (42.3%) bestempelde deze als ernstig.1

Kwaliteit als dynamische complexiteit Datakwaliteit gaat over vertrouwen: vertrouwen van data die we vastleggen en hergebruiken. Deze vereiste kwaliteit is niet statisch; het evolueert met elk project, over tijd en met elk nieuw inzicht. Gebruikers en hergebruikers van deze medische data moeten daarom een helder beeld hebben van de datakwaliteit van het verzamelproces, manier van data opslag tot hergebruik. i~HD’s kruistocht voor betere data

De missie van i~HD is om een brug te bouwen tussen alle stakehoders binnen de gezondheidszorg, met als doel het samenwerken aan betere datakwaliteit en vertrouwen creëren in het hergebruik van gezondheidsdata. Met een rijke geschiedenis in EC R&D projecten zet i~HD zich in om verworven wetenschappelijke resultaten om te zetten in concrete acties die direct toepasbaar zijn in bijvoorbeeld

ziekenhuizen of in educatieve content waarbij awareness naar het belang van datakwaliteit wordt aangetoond. Een voorbeeld van een EC project is QUANTUM dat streeft om een labelmechanisme te ontwikkelen en implementeren dat de kwaliteit en bruikbaarheid van medische gegevens controleert in kader van hergebruik.

Een brug slaan tussen theorie en praktijk

Het ultieme doel is om de kloof te dichten tussen onderzoek en de dagelijkse praktijk. Dit is essentieel om hoogwaardige data te verkrijgen en het vertrouwen in het hergebruik van gezondheidsdata te versterken.

Fokus-online.be 10 Interview • Ann Van Geysel, CEO MEDVIA
Door Tom Cassauwers Foto’s • Sandra Mermans
[1] Bell SK, Delbanco T, Elmore JG, et al. Frequency and Types of Patient-Reported Errors in Electronic Health Record Ambulatory Care Notes. JAMA Netw Open. 2020;3(6):e205867. Published 2020 Jun 1. doi:10.1001/jamanetworkopen.2020.5867 Gezondheidszorg in het AI-tijdperk: kunnen we onze data vertrouwen?

te gaan. Via een monitor of sensor kan onze gezondheid in het oog worden gehouden vanop afstand. Dat betekent dat we sneller naar huis kunnen. Dat is meestal comfortabeler voor de patiënt, en vermindert ook de druk op de ziekenhuizen.

Die digitalisering verandert het ecosysteem. Dat patiënten minder tijd in het ziekenhuis doorbrengen heeft een impact op de werking ervan. Tegelijk moeten er ook meer mobiele zorgverstrekkers komen.”

Hoe beïnvloeden regels zo’n nieuwe technologie?

“Nieuwe technologieën moeten terecht aan een zware regelgeving voldoen voor ze op de markt komen. Het moet natuurlijk veilig zijn. Dat wordt Europees geregeld. Er is een nieuwe Europese wet die momenteel geïmplementeerd wordt, de Medical Device Regulation. Die wet veroorzaakt heel wat belemmeringen doorheen Europa voor medische innovatoren. Zeker kleine bedrijven worstelen ermee.

Daarnaast is er natuurlijk de terugbetaling. In elk land binnen Europa is dat anders geregeld, wat de internationalisering van bedrijven hindert. Momenteel bestaat er bijvoorbeeld technologie om slaapapneu te meten. Vandaag moet de patiënt hiervoor één tot drie dagen slapen in een kliniek. Maar dat kan binnenkort ook met een sensor thuis, die data naar de kliniek stuurt. Hoe en of dit terugbetaald zal worden door het RIZIV, dat in België de terugbetalingen regelt, is nog niet duidelijk. De technologie loopt dus voor op de administratie. Gelukkig slaan we meer en meer de handen in elkaar om dit uit te klaren.

De stroeve regelgeving veroorzaakt ondertussen wel een drama in Europa. Op ons recent congres waar 200 bedrijven nieuwe technologieën in de gezondheidszorg voorstelden gaf 85% van hen aan dat ze eerst op de markt gaan in de Verenigde Staten, omdat de regelgeving daar duidelijker is. Dat is heel wat Europese innovatie die eerst naar Amerikaanse patiënten vloeit. Die tendens is eigenlijk ongelooflijk, want de Verenigde Staten staan bekend om hun

strenge goedkeuringsprocedures voor medische producten. Het is echter een heldere procedure, waarna het product een eengemaakte markt kan betreden. Dat wij het in Europa zo slecht doen zou iedereen moeten wakker schudden. Via een Europese samenwerking probeert MEDVIA haar steentje bij te dragen door opleidingen te voorzien voor onze bedrijven.”

Zorgde COVID-19 niet voor meer openheid voor medische innovatie?

“Wanneer er een crisis toeslaat, dan is er inderdaad erg veel mogelijk. Dat zagen we tijdens de pandemie. Iedereen sloeg toen de handen in elkaar. Achteraf zijn we echter terug naar af gegaan. Dat is erg spijtig. Het is een enorme gemiste kans.”

Hoe boosten we de medische start-ups in Vlaanderen?

“Vlaanderen is erg sterk in innovatie. De farmaceutische sector en biotech zetten al zeer mooie resultaten neer in ons land, daar zijn we wereldtop. Medische en digitale technologie kan echter nog groeien. Vlaanderen is daar niet de sterkste speler in Europa, alhoewel we ook mooie zaken ontwikkelen. De technologie daar zit nog overwegend op het niveau van de universiteiten, kenniscentra, start-ups en slechts enkele grote bedrijven. Daar hebben we de doorstart naar mature, grote bedrijven nog niet gemaakt. Het is daar wel 5 voor 12. In het buitenland vloeit er meer geld naar medische en digitale gezondheidszorg. Spanje, Italië en de Scandinavische landen lopen bijvoorbeeld voor. Zij vertrekken vanuit de noden van patiënten en gezondheidsinstellingen, en koppelen die actief aan de technologie. Zulke samenwerkingen zijn belangrijk en zetten we ook op met MEDVIA.”

Is Vlaanderen te conservatief op het gebied van medische innovatie?

“Dit ecosysteem is inderdaad soms te conservatief. Neem MoveUP, een app die na een knieoperatie de revalidatie van een patiënt meet en opvolgt. Sommige kinesisten zien dat als een

bedreiging. Ze denken dat dit hun job zal overnemen, en veroordelen het.

Maar misschien kan zo’n app wel handig zijn en geïntegreerd worden in het werk van de kinesisten? Altijd die eeuwige angst dat de computer ons werk zal afpakken... In de praktijk zien we vooral dat er steeds meer werk wordt gecreëerd.”

Hoe ziet u de toekomst van medische innovatie in Vlaanderen?

“Ik denk dat de toekomst positief is. Buitenlandse bedrijven werken graag met Vlaamse technologie-ontwikkelaars. Daar moeten we op inzetten. Als we de juiste zaken samenbrengen, dan is er geen enkele reden waarom Vlaanderen niet verder zou kunnen uitgroeien tot een sterke tech-hub in gezondheid. Maar daarvoor moeten we een andere mentaliteit kweken. Onze ondernemers moeten groter denken. De markt voor gezondheid stopt niet aan de kerktoren, en is vandaag globaal. Iedereen heeft nood aan betere gezondheidszorg.”

Smart Fact.

Welk boek bent u aan het lezen?

“‘De Onbekende Zee’ van Jan Mees en Colin Janssen ligt nu op mijn nachtkastje. Mees is de directeur van het Vlaams Instituut voor de Zee en Janssen hoogleraar aan de UGent. In het boek tonen ze hoe belangrijk de oceaan is voor ons. Ik ben bioloog van opleiding, dus ik kijk graag naar de relatie tussen technologie en natuur. Welke impact heeft onze technologie dus op de natuur?

Maar wat kunnen we ook leren van hoe dieren zich organiseren? We weten nog heel weinig over de diepzee, en dit boek stelt dat heel mooi voor. Ik hoop alvast dat we verantwoordelijk zullen omgaan met de zee, want er is nu ook interesse in mijnbouw op de zeebodem.”

3 Vragen aan...

Wat zijn klinische proeven?

“Klinisch onderzoek, en dus de ontwikkeling van een geneesmiddel, gebeurt in drie fasen. De eerste fase is voor het eerst testen op mensen. Dat doen wij niet, wij doen fasen twee en drie. Wij weten dat het geneesmiddel veilig is op korte termijn en dat we de juiste dosis hebben. Wij testen of het geneesmiddel echt en beter werkt dan iets dat al op de markt is. En natuurlijk dat het op lange termijn ook veilig is.”

Wat zijn de voordelen en risico’s voor mij als deelnemer?

“Als u met een ziektebeeld zit waar de medische wereld nu nog geen antwoord op heeft, kan u misschien eindelijk geholpen worden. Er zijn ook potentiële nevenwerkingen die u kan ervaren. Die worden op voorhand altijd goed uitgelegd, en elke deelnemer wordt nauwgezet opgevolgd.”

Wat doen jullie voor farmaceutische bedrijven?

“Farmaceutische bedrijven, CRO’s (Contract Research Organization) en biotechbedrijven kunnen met ons samenwerken om nieuwe geneesmiddelen te testen. Wij voeren een deel van deze tests uit en behandelen de patiënten in onze faciliteiten.”

11 #FokusHealthcare Ann Van Geysel, CEO MEDVIA • Interview
“Bewustzijn alleen is niet genoeg om gezondheidsdata te beschermen”

De gezondheidszorg bezit gigantische hoeveelheden erg gevoelige data van haar patiënten. Die gegevens beschermen tegen hackers en privacyschendingen blijkt vandaag echter niet altijd even makkelijk.

De laatste jaren kwam de gezondheidszorg in het vizier te liggen van hackers.

Begin 2023 moest het Brusselse SintPietersziekenhuis haar spoedafdeling nog sluiten door een cyberaanval. De gezondheidszorg heeft het moeilijk om haar cyberveiligheid te garanderen. “Niet ieder ziekenhuis is even goed beveiligd”, stelt Kurt Callewaert, cybersecurity-expert bij Howest. “De budgetten verschillen vaak

Meer en meer data worden verzameld, en als die uitlekken of in de verkeerde handen terechtkomen, dan kan dat problemen opleveren.
— GRIET VERHENNEMAN PROFESSOR PRIVACY LAW AAN UGENT

tussen instellingen. Belangrijk is dat België ook een uitzondering invoerde op de zogenaamde NIS-regelgeving vanuit Europa. Daarin werden, in tegenstelling tot de meeste andere Europese landen, onze ziekenhuizen niet als een kritieke sector bestempeld. Dat zorgde ervoor dat ze tot nu toe geen strengere cybersecurityvoorwaarden moesten naleven.”

Vooral de uitzondering voor Belgische ziekenhuizen op de NIS regelgeving is een doorn in het oog voor Callewaert. De Europese Unie komt nu echter met een tweede generatie van de NIS, waar Belgische ziekenhuizen wel gedwongen zouden worden om strengere veiligheidsnormen na te leven. “Het was een verkeerde beslissing om ziekenhuizen niet op te nemen in de NIS-1”, stelt Callewaert. “Nu moet iedereen echter aan de slag. Vergeleken met enkele jaren geleden is het bewustzijn en de kennis over cybersecurity alvast veel groter geworden.”

De mogelijkheden om onze gezondheidszorg beter te beschermen zijn er alvast. “Er zijn genoeg tools en consultants om de sector cyberveilig te maken”, stelt Callewaert. “Maar als we dit tot een goed einde willen brengen, dan moet cybersecurity breder gedragen worden. Dit is niet enkel de verantwoordelijkheid van de IT-directeur, de hele directie moet hierover nadenken.”

Privacyschending

Daarnaast moeten onze gezondheidsdata ook beschermd worden tegen privacyschendingen. Toch is datadeling tussen verschillende actoren erg belangrijk

Dit gaat niet enkel meer over de IT-directeur, de hele directie moet hierover nadenken.

— KURT CALLEWAERT HOWEST

om een goede zorg te garanderen. “De best mogelijke zorg gebeurt onder andere door een kwaliteitsvolle gegevensverzameling”, stelt professor Griet Verhenneman van de UGent. “Denk maar aan medicatie. Een huisarts kan bijvoorbeeld een geneesmiddel voorschrijven dat negatief interageert met een ander medicijn dat de patiënt neemt. Dan is het erg belangrijk om een geïntegreerd medisch dossier te bezitten.”

Goede bedoelingen kunnen echter voor problemen zorgen. Dat zagen we bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk met de UK Biobank, een verzameling van gezondheidsdata die gebruikt kan worden voor wetenschappelijk onderzoek. Ook commerciële organisaties konden er een vraag indienen voor data. Uteindelijk bleek dat zelfs verzekeringsorganisaties toegang kregen tot de gegevens, terwijl de organisatie eerder beloofde dat dit nooit zou gebeuren. Dat zorgde voor een schandaal, alhoewel de UK Biobank stelt dat de gegevens nooit misbruikt zijn. Zo heeft niemand een duurdere verzekering moeten betalen door het uitlekken van de data.

Digitaal beroepsgeheim

De introductie van digitale technologie heeft privacy in de gezondheidszorg belangrijker gemaakt. “Gezondheidsgegevens zijn altijd al extra beschermd geweest”, stelt Verhenneman. “Dat is al zo van voor de introductie van digitale technologie. Daarom is er ook het medisch beroepsgeheim. Maar door de digitalisering is privacy nog veel belangrijker geworden. Meer en meer data worden verzameld, en als die uitlekken of in de verkeerde handen terechtkomen, dan kan dat problemen opleveren.”

Privacy en cybersecurity zijn zo een prioriteit geworden voor de gezondheidszorg. Dat bewustzijn moet zich nu vertalen naar actie. “Het is nu voor iedereen duidelijk dat dit belangrijk is”, besluit Callewaert. “Het bewustzijn is er in de gezondheidszorg. Nu moet er geïnvesteerd worden. Bewustzijn alleen is niet genoeg.”

Fokus-online.be 12 Privacy als patiënt
Door Tom Cassauwers

Liquid biopsy,

een innovatie voor de patiënt

Iedereen wordt op een bepaald moment patiënt. Voor dat moment streeft Sysmex ernaar bij te dragen aan de beste weg naar een optimale levenskwaliteit. Het Japanse Sysmex levert analytische systemen aan onder andere ziekenhuizen en laboratoria. Het bedrijf streeft voortdurend naar innovatie en legt daarbij de nadruk op het verhogen van de sensitiviteit van hun testen, met als ultiem doel het optimaliseren van de klinische besluitvorming ten behoeve van de patiëntenzorg.

Wanneer kanker wordt vastgesteld, ondergaat men heel wat testen voor een adequaat beeld van de gezondheid. Binnen de oncologie is er een extra uitdaging. Wanneer weefsel genetisch wordt getest, gebeurt dat doorgaans voorafgaand door een biopsie.

“Aangezien biopten invasief zijn en mogelijk ongewenst, is dit niet altijd evident”, legt Koen Van Asch van Sysmex uit. “Het is nodig specifiek DNA te analyseren voor een optimale zorg. Daarom investeert Sysmex in een niet-invasieve techniek, liquid biopsy, waarbij het genetisch materiaal niet uit het weefsel maar uit een lichaamsvloeistof wordt geëxtraheerd.”

Tijdens en na de behandeling

Tumorcellen scheiden – naast andere moleculen – heel kleine hoeveelheden genetisch materiaal uit en die komen terecht in het bloed. “Zo kunnen we genetisch materiaal analyseren vanuit het bloed, in plaats van uit stukjes weefsels met alle risico’s van dien in tegenstelling tot een standaard bloedprik”, gaat Van Asch verder. “Het patiëntencomfort verbetert. Een bijkomend voordeel is dat men korter op de bal kan spelen door patiënten meermaals genetisch te gaan monitoren om te zien of een therapie al dan niet werkt zoals verwacht. En even belangrijk is dat wanneer patiënten behandeld zijn, men kan blijven opvolgen en zien wanneer er helaas sprake is van herval. Studies vermelden dat liquid biopsy een goede mogelijkheid biedt om herval vroeger te ontdekken.”

Op zoek naar de naald in de hooiberg

Evident is dat niet, want een tumor scheidt maar heel weinig genetisch materiaal af in ons bloed, dat bovendien vol zit met ander materiaal. “Je bent echt op zoek naar de naald in de hooiberg.”, duidt Van Asch.

“Je hebt met andere woorden testen met een heel hoge sensitiviteit nodig. Wij slagen daar nu in door next generation sequencing en liquid biopsy te combineren. Sysmex heeft hiervoor de technologie PlasmaSeqSensei ontwikkeld. ‘Plasma’ verwijst naar het bloed, ‘Seq’ naar sequencing (het in kaart brengen van DNA) en ‘Sensei’ naar het Japanse woord ‘meester’. We willen deze technologie namelijk optimaal beheersen en toepassen.”

Samengevat is het doel van de Plasma-SeqSensei technologie op basis van bloed door een hoge sensitiviteit het leven van de patiënt te verbeteren. “Dit past perfect binnen de Sysmex-filosofie ‘Together for a better healthcare journey’ die ze al meer dan vijftig jaar hanteert”, besluit Van Asch. “Producten ontwikkelen die echte problemen oplossen en het leven van mensen merkbaar beter maken.”

Hosting City Hoofdpartners Locatie
Maastricht Forum 100 6229 GV Maastricht
MECC
10.000+ Bezoekers 250+ Internationale sprekers 30,000 m2 Conferentieruimte
2024
FUTURE OF HEALTHCARE STARTS HERE” ONTDEK DE TOEKOMST VAN DE ZORG Sluit aan bij 250+ internationale sprekers die kennis, ervaringen, successen en inzichten delen!
vandaag
(Gratis
MIS HET NIET!
mei 2024 In Maastricht, Nederland IWC24_advertentie_255x180mm.indd 1 28-02-2024 16:36
ICT&health World Conference
“THE
Scan de QR-code en meld je
nog aan!
toegang voor zorgprofessionals - mis het niet want OP=OP)
14/16

Een krappe arbeidsmarkt laat niemand achter

De arbeidsmarkt in de gezondheidszorg en de farmaceutische sector staat vandaag voor heel wat uitdagingen. Arbeidstekorten en technologische evoluties moeten opgevangen worden, en zorg gegarandeerd. Drie experts leggen uit hoe ze daarmee omgaan.

Katleen Janssen Senior HR business partner Sanofi

Welke tendensen ziet u op de arbeidsmarkt?

“De farmaceutische sector groeit al jaren erg hard, en Sanofi is daar geen uitzondering op. Het aantrekken van talent werd over de laatste jaren iets moeilijker. Maar we mogen van geluk spreken. We zien dat we als sector en als bedrijf interessant blijven. We vinden nog steeds de mensen met het juiste leerpotentieel en de juiste attitude. Zo zijn er bij de start van dit jaar al 40 nieuwe collega’s aangeworven, de meeste tijdens een jobdag. Zij kiezen voor ons door het hightech werk dat ze hier kunnen doen, dat ook een maatschappelijke impact heeft. Daarnaast bieden we mooie voordelen aan, veel leerpotentieel en ook groeimogelijkheden. Hogere posities vullen we praktisch altijd in met eigen mensen. Er zijn dus kansen om door te groeien.”

Valerie Vinck Departementshoofd personeel en organisatie UZ Gent

“De vraag is vandaag groter dan het aanbod. Wij stellen als ziekenhuis allerhande profielen te werk, van schoonmakers en techniekers tot verpleegkundigen en IT’ers. Over die hele lijn zien we vandaag tekorten. Vijf jaar geleden was dat anders. Er waren toen al functies die we moeilijker invulden, denk maar aan het structurele tekort aan verpleegkundigen. Maar vandaag is het ook een uitdaging om administratief personeel te vinden. Dan moeten we als werkgever zichtbaar blijven. We hebben onze werknemers bevraagd over wat het UZ Gent een aantrekkelijke werkgever maakt. En dat communiceren we ook naar mogelijke kandidaten.”

Welke nieuwe trends en evoluties komen er op werknemers af?

“Ons werk verandert enorm snel tegenwoordig. Dat betekent dat we vooral mensen zoeken die daarmee om kunnen. Openstaan om bij te leren is vaak belangrijker dan de specifieke kennis die iemand heeft. Digitalisering neemt daarbovenop in belang toe. Daar zijn we al decennialang mee bezig, maar vandaag dringt het echt overal door. Voor de meeste functies in ons bedrijf verwachten we een goede digitale kennis. Zelfs onze laboranten moeten tegenwoordig intens met digitale tools werken.”

“Iedereen heeft met verandering te maken. In onze apotheek bijvoorbeeld starten we met robotisering. Handelingen die voordien door mensen gebeurden, gaan nu automatisch. Dat bedreigt die jobs niet, maar de invulling ervan wordt wel anders. Dat verwacht een zekere flexibiliteit. Maar tegelijk biedt dit kansen om meer inhoudelijk te werken. Ook zien we een evolutie in wat belangrijk is voor nieuwe werknemers. Jongere generaties gaan anders om met werk. Ze werken meer om te leven. Het globale pakket is belangrijker. Ze zijn ook niet meer gebonden aan één werkgever. Met die transitie moeten we ook leren omgaan.”

Wat met de werknemers die maar moeilijk meekunnen?

“We investeren voor iedereen sterk in opleidingen. Onze processen zijn zo specifiek dat we voor heel wat functies per definitie een zes maanden durende opleiding voorzien. We hebben geen directe instroom van de schoolbanken. Een hoog leerpotentieel is dus een cruciale competentie wanneer we iemand aannemen. Toch zien we soms mensen voor wie veranderingen moeilijk zijn. Doordat we groeien komen er echter nieuwe functies vrij voor mensen die moeilijker meekunnen. Daar kunnen we meestal wel een plek vinden. Zo laten we niemand achter.”

“Voor sommige werknemers wordt het soms te veel. In de gezondheidszorg veranderen zaken op alle fronten. Het gaat niet enkel over technologie. Regelgeving, kwaliteitsnormen en privacynormen veranderen evenzeer. Soms kan dat overweldigend zijn. Daar moeten wij onze werknemers in begeleiden. Iedereen moet meekunnen in nieuwe transities. Soms lukt dat niet in de eigen job. Dan herscholen we onze medewerkers en zoeken we naar een alternatief. Wij hebben het voordeel dat we een grote werkgever zijn. Dat geeft ons de ruimte om mensen te herplaatsen.”

Geert Steurs Chief economist Pharma.be

“De tewerkstelling in de farmaceutische sector neemt snel toe. In de laatste vijf jaar was er een stijging in de tewerkstelling van 20%. Studies projecteren een groei van ongeveer 1.500 jobs per jaar. Als men dat vergelijkt met de instroom van nieuwe afgestudeerden, dan levert dat een kloof op. Er studeren elk jaar namelijk ongeveer 1.000 personen af in richtingen die de farmacie aantrekt. We zitten dus met een serieus tekort. Daarbovenop komt nog eens de uitstroom die we zien uit de sector, omdat bijvoorbeeld mensen op pensioen gaan. Het echte probleem is dus nog groter dan de cijfers suggereren.”

“De profielen die de farmacie zoekt zijn aan het evolueren. Digitale profielen en datawetenschappers worden steeds populairder. We digitaliseren productieprocessen, maar ook in het onderzoeksgedeelte spelen data een grote rol. Ook artificiële intelligentie duikt steeds vaker op. Daarbovenop komt de nadruk meer te liggen op gepersonaliseerde geneeskunde, cel- en gentherapie. Die vragen meer interdisciplinaire competenties. Denk maar aan combinaties tussen biologie en digitale technologie. We moeten de hele keten beter begrijpen en minder in silo’s denken.”

“We moeten de instroom van lokaal talent versterken, door bijvoorbeeld STEM-richtingen aantrekkelijker te maken. Ook moeten we internationaal talent aantrekken. Tegelijk willen we dat de mensen die in de sector werken daar blijven. Arbeidstekorten worden enkel maar erger als mensen te vroeg uitstromen, bijvoorbeeld omdat ze het gevoel hebben dat ze niet meer meekunnen. Daarom zijn bijscholingsinitiatieven zo belangrijk. De opleidingscentra ViTalent en Aptaskil zetten daar bijvoorbeeld op in. Mensen die al in de sector zitten, moeten we daar zo lang mogelijk houden.”

Fokus-online.be 14 Expertpanel • Knelpuntberoepen in de zorg
Untitled-3 1 29/02/2024 14:41

Camfil: schonere lucht voor een betere gezondheid

In een wereld waar schone lucht steeds meer wordt erkend als een essentieel mensenrecht, neemt Camfil, een Zweedse groep met een indrukwekkende geschiedenis van 60 jaar en een speciale focus van Camfil BeLux die in december 2024 zijn 50-jarig jubileum viert, een voortrekkersrol op zich. Met activiteiten in 52 landen en een toegewijd team van zesduizend mensen, zet Camfil de standaard in duurzame, premium luchtfiltratieproducten en -diensten, voortgedreven door innovatie die onze gezondheid en het milieu ten goede komt.

Binnen deze lange traditie van excellentie, speelt innovatie een centrale rol in hoe we ons aanpassen aan de veranderende behoeften van de gezondheidszorg en farmaceutische industrie. De nadruk ligt niet alleen op het leveren van state-of-the-art producten maar ook op het ontwikkelen van innovatieve systemen die een revolutie teweegbrengen in hoe luchtkwaliteit wordt beheerd binnen kritieke omgevingen, zoals ziekenhuizen en laboratoria. Deze systemen, verrijkt met technologische nieuwigheden, bieden niet alleen een antwoord op de complexe eisen van deze tijd maar zorgen ook voor een aanzienlijke vermindering van energieverbruik, waardoor ze bijdragen aan een duurzamere toekomst.

Onder leiding van een managementteam dat innovatie hoog in het vaandel draagt, streeft Camfil BeLux ernaar om uiterst kwalitatieve producten en diensten te leveren aan de farmaceutische sector en ziekenhuizen. Dit doen we door onze expertise en technologische vooruitgang in te zetten om de uitdagingen van vandaag aan te gaan. Ons recent doorontwikkelde plenum systeem illustreert deze toewijding: het vermindert het risico op postoperatieve infecties en verlaagt bovendien de het energieverbruik dankzij vele optimalisaties, dit zonder dat het medisch of technisch personeel zich dient tussen te komen.

Duurzaamheid is een kernonderdeel van onze identiteit, gedreven door de wens om een positieve impact te hebben op zowel mens als milieu. Dit wordt weerspiegeld in onze aanpak van productontwikkeling en klantenservice, waarbij we altijd zoeken naar manieren om onze ecologische voetafdruk te verkleinen terwijl we de hoogste kwaliteit van luchtzuivering bieden.

Onze benadering is niet alleen technologisch geavanceerd maar ook mensgericht. We erkennen het belang van de menselijke factor in de gezondheidszorg en streven ernaar onze klanten volledig te ontzorgen. Dit doen we door niet alleen innovatieve oplossingen aan te bieden maar ook door een proactieve onderhoudsplanning en ondersteuning gedurende het hele traject, van concept tot uitvoering.

Camfil en Camfil BeLux staan aan de vooravond van nieuwe mogelijkheden in de gezondheidszorginnovatie. Met een blik op de toekomst en een toewijding aan onze slogan ‘Clean Air Solutions’, blijven we oplossingsgericht werken, waarbij we geen uitdaging uit de weg gaan. Van conceptie tot engineering, onze inzet voor innovatie en duurzaamheid blijft de drijvende kracht achter onze missie om de wereld te voorzien van schone lucht.

HC_CAMFIL_1-1-Edit.indd 4 01/03/2024 17:00

Van geprinte ledematen tot robotkatten

De zorgsector zit bomvol innovatieve technologieën die zorgmedewerkers en patiënten kunnen ondersteunen. Vele hebben al een plekje in de zorg, bij andere druipt het potentieel ervan af. De toekomst van de zorg ziet er alleszins veelbelovend uit.

Gezonder in 3D

De toekomst van de zorg zal meer op maat gemaakt zijn dan ooit, daar is iedereen het over eens. 3D-printen is een sterke katalysator in het verder personaliseren van patiëntenzorg en behoort al lang niet meer tot de nichemarkt van innovatieve technologieën. Zorginstellingen maken onder andere steeds vaker gebruik van 3D-beelden om een chirurgische ingreep voor te bereiden – van kaakchirurgie tot virtuele hartoperaties die kunnen voorspellen hoe een patiënt zal reageren op bijvoorbeeld het plaatsen van een nieuwe hartklep. Dit zorgt met andere woorden voor een vlottere preoperatieve planning, een betere intra-operatieve visualisatie en het maakt eventuele aanpassingen aan de medische apparatuur inzichtelijker.

Dan is er ook nog 3D-printen, dat veel furore maakt in de zorgsector. Dat is niet ongewoon als u weet dat het onder meer het printen van protheses mogelijk maakt, die daardoor betaalbaarder worden, maar ook (titanium) implantaten die patiënten substantieel kunnen helpen. Een pols, knie, bekkenbodem… Alles werkt weer naar behoren dankzij 3D-printing. Ook het printen van organen en menselijk/levend weefsel (bio-inkt) krijgt veel aandacht, als toekomstige oplossing voor het tekort aan donororganen.

Ten slotte heeft ook 3D-geprint voedsel een plek in de zorgsector. Niet omdat de meeste maaltijden in het ziekenhuis niet smaken, wel om voeding te creëren die aangepast is aan de fysiologische behoeften van de patiënt, zodat die sneller aansterkt.

Zorg- en support bots

Robots in de zorg zijn niet bepaald een nieuw fenomeen. Zo zijn er ziekenhuizen die al tien jaar lang robots in de operatiezaal uitnodigen en zodoende chirurgische ingrepen uitvoeren met een minder invasieve impact. Het doel van de verdere robotisering van de zorg is dus niet zozeer om zorgprofessionals te vervangen, maar eerder te ondersteunen. Denk ook aan repetitieve, ‘gemakkelijke’ taken zoals bloedafname of het wassen van een patiënt. Daarnaast kunnen zorgbots een sociale rol invullen – zo zijn er robots die helpen bij huishoudelijke taken of sociale robots waarmee je kan praten, of die jou in beweging zetten door gymnastiekof revalidatieoefeningen met jou te doen. Er zijn zelfs robotkatten, leuke compagnons om te aaien en tegen te praten. Robots hebben dus zeker een plek in de zorg- en welzijnssector, van ziekenhuis tot woonzorgcentrum.

Maar ze blijven niet enkel in de operatiezalen of zorginstellingen. Ook apothekers kunnen gebruikmaken van zo’n innovatieve collega. Een apotheekrobot kan met een mechanische arm automatisch medicatie doorgeven aan de apotheekmedewerker. Het lokaliseert het gezochte geneesmiddel en levert het vervolgens af, waardoor de apotheker minder tijd verliest en zich minder moet verplaatsen. Bovendien neemt een apotheekrobot minder ruimte in beslag, wat ook handig kan zijn.

Mentale digitale ondersteuning

Nieuwe technologieën kunnen een positieve invloed hebben op ons lijf, maar wat met ons mentaal welzijn? Ook daar kunnen ze een rol spelen, al is de menselijke psyche heel complex. De digitale revolutie in de geestelijke gezondheidszorg loopt momenteel nog wat achter, maar dat wil niet zeggen dat er helemaal niets gebeurt. Er bestaan digitale tools, zoals websites als noknok.be en verschillende apps, met informatie en testen en oefeningen ter bevordering van het mentaal welzijn.

Een praktischere mentale ondersteuning bestaat in de vorm van AR/VR. Zo wordt virtual reality bijvoorbeeld al ingezet voor mensen die angsten of fobieën willen overwinnen en voor dit soort exposure therapy kunnen kiezen. Ook mensen met dementie kunnen dankzij AR in een virtuele ruimte vertoeven die vertrouwd aanvoelt, of zorgverleners kunnen met AR/VR zelf ontdekken hoe het voelt om bijvoorbeeld met dementie te moeten leven.

Op kindermaat bestaan er dan weer technologieën die helpen om emoties beter te begrijpen. Zo is er technologisch en interactief speelgoed of knuffels die voor emotionele ondersteuning zorgen en kinderen helpen te kalmeren. Of digitale tools die verandering in emoties bijhouden aan de hand van kleuren, wat overigens gedeeld en opgevolgd kan worden door de huisarts of therapeut.

Ziekenhuis aan huis

Met oog op het nijpende personeelstekort, het hoge kostenplaatje en de vele chronisch zieken die een uitdaging vormen voor de hele maatschappij, zijn onze zorginstellingen erop gericht om mensen zo veel mogelijk thuis te verzorgen. Een sterk staaltje innovatieve technologieën maakt deze zogenaamde telemonitoring mogelijk. Sinds een aantal jaar spreekt men zelfs van virtuele afdelingen of virtual wards: hier krijgen mensen in hun eigen huis de nodige zorg, in plaats van in het ziekenhuis.

Bloeddrukmeting, bloedafname, medicatie laten voorschrijven, een infuus toedienen… In uw eigen virtuele ziekenhuis krijgt u dezelfde zorg als in het ziekenhuis, met doorgaans ook hetzelfde personeel. Dit is natuurlijk wel enkel mogelijk met de hulp van een heleboel apps, sensoren en wearables – de grote gamechangers voor de komende jaren in de zorgsector, zeggen experten, van wie sommige aan bod komen in deze Fokus Healthcare. Op die manier kan een patiënt van thuis uit zijn eigen waarden meten en doorgeven, en heeft het personeel veel sneller in de gaten wanneer er iets niet klopt of kunnen ze beter voorspellen wanneer er een eventuele verslechtering van de gezondheidstoestand zal optreden. Al die data worden voorlopig door de zorgverlener geïnterpreteerd, maar een volgende stap zou zijn om dit door slimme software te laten doen.

Fokus-online.be 16
Smartlist • Nieuwe uitvindingen

Nieuw innovatief borstimplantaat zorgt voor revolutie in esthetische chirurgie

Of een patiënt nu nieuwe borsten wil na borstkanker of een geslachtsoperatie, of omdat die niet tevreden is met de huidige cup, het is heel belangrijk dat borstprotheses innovatief en van de beste kwaliteit zijn. Want het ene borstimplantaat is het andere niet.

Het verhaal van het nieuwe type borstimplantaten begon tussen 2002 en 2004, toen professoren Barr en Bayat aan de universiteit van Manchester hebben onderzocht hoe ons lichaam reageert op een ‘vreemd lichaam’. Ze hebben tand-, heup-, maar ook borstprotheses na implantatie onder een nanoscoop bestudeerd. Hieruit leerden ze welke cellen als eerste reageren na implantatie. Het bleken de fibroblasten te zijn die het kapsel maken om het implantaat, waardoor de nieuwe borst hard kan aanvoelen.

Deze fibroblasten hebben een grootte van 20-25 nanometer, terwijl de geteste borstimplantaten een textuur hebben van 300-500 nanometer. De conclusie was dat deze texturen op termijn niet ideaal waren.

“Het lichaam reageert hevig op de textuur met grote poriën, met als gevolg dat het die feller gaat inkapselen”, vertelt Pol Brusseleers, CEO van Motiva Benelux. “Dat is een soort veiligheidsmechanisme, zodat dat vreemde voorwerp van de rest van het lichaam gescheiden blijft. Daardoor kan de borst hard aanvoelen.”

Met deze kennis heeft Motiva een textuur ontwikkeld die kleiner is dan de fibroblasten, een nano textuur die ze de ‘Silk surface’ noemen. Hierdoor ontwikkelt het lichaam een veel dunner kapsel, dat niet hard aanvoelt. “Door het oppervlak met ongeveer 30.000 pieken per vierkante centimeter en een diameter tussen 6-13 micron kunnen de fibroblasten zich op die pieken nestelen en ontspannen. Ook het risico op ontstekingen is veel kleiner”, weet Brusseleers. Intussen is deze prothese al dertien jaar op de Europese markt. Uit een studie in ‘Nature’ van vorig jaar blijkt ook dat het lichaam goed reageert op dit ‘vreemde lichaam’, veel beter dan de overige geteste implantaten.

Ook de a-magnetische huidexpanders, waardoor patiënten wel een MRI mogen ondergaan, in tegenstelling met de huidige expanders, hebben sinds vorig jaar een FDA behaald. De implantaten gaan dit in de loop van dit jaar krijgen in de Verenigde Staten.

Onbreekbare gel

Ook de gel van het nieuwe implantaat bestaat uit een innovatieve samenstelling. “De gel bij bestaande modellen is oftewel te lopend, oftewel te stijf”, aldus Brusseleers. “Om tot de nieuwe gel te komen, was anderhalf jaar onderzoek door Nusil Cooperation in Amerika nodig. Met als resultaat: een gel die elastisch is en een hoge viscositeit vertoont, dus heel sterk en veilig is. Omdat de gel zo stevig en elastisch is, kan de ingreep ook gebeuren via een kleinere incisie, 2-3 cm in plaats van 4-5 cm. Dan blijft er een kleiner litteken achter aan de borst.”

Het nieuwe type borstimplantaten heeft een lichtblauwe kleur. Daar is volgens Brusseleers een eenvoudige verklaring voor: “Na een paar lagen siliconen moet er een barrier laag – een andere siliconensamenstelling - geplaatst worden, zodat het borstimplantaat verstevigd wordt en bestand is tegen zweten of breken op termijn. Bij klassieke protheses heeft de barrier dezelfde kleur als de siliconen, maar zo kan de kwaliteit van de barrier niet gecontroleerd en dus gegarandeerd worden. Daarom hebben de innovatieve implantaten een barrier die blauw is. Als de kleur volledig blauw is, wil dat zeggen dat de barrier perfect 360° rond is. Zo weet iedereen in de keten, van fabrikant tot chirurg, dat het implantaat van goede kwaliteit is en volledig beschermd is. Ook na 15 jaar blijft het borstimplantaat zijn werk doen.”

Van anatomische naar ergonomische protheses

In België zijn de meeste universitaire ziekenhuizen overgeschakeld van anatomische naar ergonomische protheses. “De ergonomische creëren een natuurlijke look and feel”, weet Brusseleers. “Je ziet en voelt niet het verschil met een natuurlijke borst en krijgt geen blijvend opstaande borsten als je neerligt.” Het gaat dus niet alleen over een geslaagde operatie, de vrouw in kwestie moet zich ook comfortabel voelen bij haar nieuwe borsten.

Woman’s Choice-programma

Bij de allernieuwste implantaat, het JOY implantaat, Ergonomic 2, is het omhulsel gemaakt van ‘super siliconen’, als enig implantaat in de markt. Hier worden er bij plaatsing extra garanties gegeven. Ook al is de operatie perfect verlopen en heeft het lichaam zich goed aangepast aan de siliconen, toch voelen sommige vrouwen zich immers niet goed in hun vel. Daarom kunnen patiënten nu kiezen voor het Woman’s Choice-programma. “Als de vrouw in kwestie in de eerste twee jaar na de operatie niet kan wennen aan de nieuwe borsten, dan krijgt ze een premie van 1.200 dollar om de implantaten weer te laten verwijderen. Dat is een eenvoudige ingreep.” Ook bij ruptuur of eventuele kapselvorming is er een garantie van 2.500 dollar voorzien voor de heringreep tijdens de eerste vijf jaar na een primaire ingreep.

Bij een borstvergroting zijn vandaag de dag dus veel meer mogelijkheden, met veel technologische innovaties, maar ook met meer aandacht voor het welzijn van de vrouw. De komst van de implantaten heeft de markt grondig door elkaar geschud. “U kan het eigenlijk nog het beste vergelijken met de komst van Tesla. De markt van klassieke motoren was helemaal verzadigd, maar de elektrische Tesla’s zijn de verbrandingsmotoren volledig aan het wegduwen”, besluit Brusseleers. “Zo zijn deze nano getextureerde implantaten de markt van de macro getextureerde implantaten grotendeels aan het overnemen.”

HC_MOTIVA_1-1-Edit.indd 1 01/03/2024 15:52

Nanogeneeskunde: hype of blijver?

Nanogeneeskunde is misschien niet zo bekend, maar het domein bestaat in feite al sinds eind jaren 80, toen de eerste ‘nanomedicijnen’ werden ingezet. Daarna ontstond een hype, waarbij vooral klassieke antikankermiddelen, de zogeheten chemotherapeutica, in een nanopartikel werden verpakt en toegediend.

D e grote verwachtingen werden echter niet ingelost, omdat er geen grote doorbraken kwamen in de behandeling van kanker. De redenen voor de mindere resultaten waren echter volledig normaal. Nanomedicijnen gebruikten nog steeds dezelfde therapeutica als destijds, en waren dus ook vatbaar voor klassieke problemen zoals resistentie tegen de therapie. De nanopartikels dienden vooral als een soort van taxi, waarbij ze de klinisch relevante medicijnen beter tot in het doelwit konden brengen en er dus minder neveneffecten zouden zijn vanwege die producten.

Een tweede probleem was het feit dat het niet duidelijk was hoe nanopartikels zich gedragen in het lichaam en of er mogelijk schadelijke gevolgen zouden zijn. Dit zorgde voor veel verwarring voor bedrijven die een medicijn op de markt wilden brengen. Goedkeuring voor klinisch gebruik sleepte vaak vele jaren aan, en veel bedrijven vonden het niet de moeite om geld en moeite te investeren. Dit gold vooral in bepaalde delen van Europa, waar ook België lang achter stond. Het grote geloof kwam echter vanuit Azië en de Verenigde Staten, waar grote nanogeneeskundecentra werden opgericht waar artsen, ingenieurs en fysici samenwerkten.

De laatste jaren is onze kennis over nanopartikels sterk veranderd, waardoor de medicijnen beter ontwikkeld en gebruikt kunnen worden. Zo bestaan er medicijnen die langzaam oplossen in het lichaam en zo de actieve moleculen vrijgeven. Er zijn ook nanomedicijnen waarbij het nanopartikel zelf het therapeutische molecuul is, door metaalionen vrij te zetten die ervoor kunnen zorgen dat klassieke immunotherapie beter werkt. Verder bestaan er nanomedicijnen die gevoelig zijn voor specifieke eiwitten, bijvoorbeeld kankerunieke eiwitten, en die daardoor enkel in de kanker hun drugs vrijgeven. Sommige medicijnen zijn ten slotte gevoelig voor externe stimuli, zoals licht of warmte. Hierdoor kan de arts zelf beslissen wanneer en waar de nanomedicijnen geactiveerd worden.

De COVID-19-vaccins van Pfizer® en Moderna®, beide nanomedicijnen, hebben nanogeneeskunde opnieuw op de kaart gezet, vooral dankzij gentherapie. AImodellen identificeren de beste genen ter behandeling, waarna de nanopartikels die afleveren. Dit belooft een van de belangrijkste ontwikkelingen te zijn. Waar de nanopartikels altijd artificiële structuren waren die ons lichaam als vreemd aanzag, is er nu veel aandacht voor biomimetica. Hierbij worden nanopartikels gemaakt uit celmembranen en gedragen ze zich als een kopie van natuurlijke cellen, met binnenin hun therapeutische molecule. Zo ziet het lichaam van de patiënt de partikels niet meer als vreemd aan, en kunnen er verschillende membranen gebruikt worden om het gedrag van verschillende cellen na te bootsen. De arts weet zo beter waar de nanomedicijnen precies terechtkomen. Deze nieuwe trends zijn veelbelovend en zullen er hopelijk voor zorgen dat nanogeneeskunde niet langer een hype blijft, maar een volwaardige tak van de geneeskunde.

De COVID-19vaccins hebben nanogeneeskunde opnieuw op de kaart gezet.

— STEFAAN SOENEN

HOOFD NANOHEALTH EN OPTISCHE

BEELDVORMING AAN DE KU LEUVEN

Fokus-online.be 18
Nawoord

Fagron

vergemakkelijkt het leven van de apotheker

Stap eender welke Belgische apotheek binnen en de kans is behoorlijk groot dat er producten van Fagron in hun bereidingen gebruikt worden. Maar wie is Fagron eigenlijk? Dat gingen we hen zelf vragen.

De roots van Fagron (“Farmaceutische Grondstoffen”) gaan bijna 35 jaar terug, het Belgisch-Nederlandse bedrijf werd in 1990 opgericht in Rotterdam. In al die tijd groeide Fagron uit tot een naam als een klok in de medische wereld. Vandaag zijn ze actief in bijna 35 landen in de EMEA-regio en Noord- en ZuidAmerika. “Wij leveren grondstoffen, verbruiksgoederen en apparatuur waarmee apothekers magistrale bereidingen kunnen maken”, legt Peter De Sutter, algemeen directeur van Fagron België/Frankrijk uit. “Dat gaat van poeders, zalven en zuren over potjes en flacons tot en met de mortieren en de stampers. Om een idee te geven: In ons magazijn in Nazareth liggen meer dan 6.000 referenties. We hebben alles in huis om het leven van de apotheker zo gemakkelijk mogelijk te maken. Onze missie luidt: together we create the future of personalizing medicine. En daar werken we elke dag aan.”

Fagron heeft ook over the counter-producten in zijn gamma, zoals bijvoorbeeld luizenshampoo, maar het is een puur B2B-bedrijf, onderstreept Peter. “Wij leveren niet rechtstreeks aan consumenten, enkel aan apotheken, ziekenhuizen en medische professionals. België is trouwens een vrij specifieke markt. Onze 4.700 apothekers kunnen allemaal zelf bereidingen maken en doen dat ook. Zij moeten dus allemaal grondstoffen en apparatuur hebben. In bijvoorbeeld Nederland is dat veel minder het geval en worden bereidingen veel meer uitbesteed. Daar zijn een tiental spelers actief die de volledige markt bedienen. Ik vermoed trouwens ook dat we die consolidaties ook hier in België meer en meer zullen zien. Voor ons maakt dat niet zo veel uit: wij passen ons aan de markt aan.”

In zijn sector is Fagron de leverancier met het ruimste aanbod, zegt Business Leader Michel Forier. “We bieden een zeer brede waaier producten aan, waaronder ook minder courante ingrediënten, zaken die een apotheek misschien maar één of twee keer per jaar moet bestellen. Ook daarvoor geldt: vandaag besteld, is morgen geleverd. We hechten daarnaast

ook veel belang aan innovatie. Onze Syrspend® SF is bijvoorbeeld een suspensiebasis van acht ingrediënten die we kant en klaar aanbieden. De apotheek hoeft enkel nog één ingrediënt toe te voegen en zijn bereiding is klaar. Daardoor daalt de bereidingstijd van pakweg een half uur naar minder dan vijf minuten. We zijn recent ook gestart met een dienst “vliegende apothekers”, apotheker-vervangers die bestaande apothekers tijdelijk kunnen bijstaan of aflossen. Dit past prima in de filosofie om apothekers te ontzorgen.”

Dat er een grote vraag is aan vervangers toont aan dat er handen te kort zijn in de apothekerswereld. Maar ook bij Fagron zelf staan nog heel wat vacatures open. “Het is een vrij specifieke omgeving met vrij specifieke profielen en er heerst zeker een war on talent”, zegt Michel. “Daarom zijn we altijd op zoek naar talent, check zeker onze website voor meer informatie.”

Zelf geen aanbesteding hoeven doen

Het Vlaams Energiebedrijf heeft als doel om de publieke sector naar de klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 te begeleiden, en zo de energie-efficiëntie van de sector drastisch te verbeteren.

Als je als directeur van een zorginstelling je gebouw energieefficiënter wil maken door bv. het dak te isoleren, dan moet je daarvoor de wet overheidsopdrachten volgen en een complexe aanbesteding uitrollen.

Door het VEB in te schakelen hoeft dit niet meer. Wij hebben de aanbesteding al gedaan waardoor je als zorginstelling hier eenvoudig op kan inschrijven – en dit voor o.a. het isoleren van platte en hellende daken, de isolatie van een volledige gebouwschil, spouwmuurisolatie, HVAC-installaties, PV-installaties, … Het VEB zorgt voor de verdere afhandeling van het hele traject: van studie (indien nodig) en uitvoering, tot de hele opvolging.

Raamovereenkomst met kwalitatieve studiebureaus en aannemers

Bij het VEB gaan we niet over één nacht ijs. We selecteren via een zeer uitgebreide procedure enkel kwalitatieve studiebureaus en aannemers die de werken binnen de raamovereenkomst zullen faciliteren en uitvoeren.

Als bouwheer hoef je daardoor niet zelf de verschillende stappen te doorlopen die gepaard gaan met officiële overheidsopdrachten. Zo wordt de doorlooptijd voor zo’n project een heel stuk korter, bespaar je tijd en heb je geen technische kennis nodig.

Heb je plannen om je gebouw aan te pakken op vlak van energie-efficiëntie? Contacteer het VEB om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Meer informatie: veb.be

Die technische kennis zit immers bij de experten van het VEB: gaande van planningstools, en kennis over vastgoedstrategie, tot analyse-instrumenten om de energie-efficiëntie van een gebouw te meten.

HC_FAGRON_1-2-Edit.indd 3 01/03/2024 10:40

Sabrina Suetens (beMedTech)

wil bruggen bouwen tussen beleid, zorgverlener en patiënt

“Medtech kan de druk op de zorg verlichten”

Door de vergrijzing en een tekort aan personeel staat de zorg in ons land onder spanning. Medische technologie kan die druk helpen verlichten. Een geïntegreerde aanpak voor een duurzame gezondheidszorg: dat is de missie van Sabrina Suetens, de nieuwe managing director van beMedTech.

Suetens is niet helemaal nieuw: ze zetelde al in het bestuursorgaan van BeMedtech, de Belgische federatie van de industrie van medische technologie. Die vertegenwoordigt tweehonderd bedrijven, zowel producenten als verdelers van medische technologieën zoals wondverbanden en scalpels tot implantaten en genmutatietests. “Ik geloof in de kracht van samenwerking”, zegt ze. “Vanuit die gedachte was ik al een betrokken lid. Ik ken de organisatie vrij goed, maar heb ook nog veel te ontdekken.”

Uw ervaring in de medische sector is groot.

“Klopt. Ik heb meer dan dertig jaar op mijn teller staan. Ik ben gestart in de innoverende geneesmiddelenindustrie, heb daarna bedrijven geleid met services rond gezondheidsdata en ten slotte ben ik een overtuigd ambassadrice geworden van medische technologie. Dat parcours vormt een mooie basis om alle partijen te stimuleren om intenser samen te werken.”

Wat is de rol van beMedTech precies?

“We vertegenwoordigen producenten en verdelers van medische technologieën die patiënten en zorgverleners helpen. Op het moment van preventie, maar ook bij de diagnose, de behandeling, de monitoring en de verzorging. Wij zijn hun stem tegenover de beleidsmakers. Naast investeren in medische technologieën leiden onze leden ook gezondheidsprofessionals op om die goed te gebruiken.”

Welke accenten wilt u in de organisatie leggen?

“Er zijn twee no-brainers. beMedTech moet bruggen bouwen tussen beleidsmakers,

zorgverleners, patiënten en andere sectoren om samen te werken aan een toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg. Daarnaast moeten we het bewustzijn vergroten over de meerwaarde van medtech. Kijk maar naar het bevolkingsonderzoek voor darmkanker: van de stoelgangtest thuis tot de coloscopie in het ziekenhuis, het steunt allemaal op medische technologie.”

“We moeten als federatie uit onze comfortzone durven te stappen om onze impact te vergroten. De voorbije maanden heeft het team een memorandum uitgewerkt voor politici. Daar ga ik mee aan de slag.”

Wat zijn de uitdagingen in de sector?

“Onze gezondheidszorg kwalitatief en betaalbaar houden vraagt investeringen, maar onze overheid heeft geen geld op overschot. Daarom is het cruciaal dat we uit de beschikbare middelen een maximaal resultaat halen. We zitten met een grote spreidstand. Enerzijds neemt de zorgvraag toe door de vergrijzing van de bevolking. Anderzijds groeit het zorgaanbod veel minder snel, door zorgverleners die met pensioen gaan of een andere job zoeken.”

“Medische technologie kan zorgverleners helpen om met dezelfde capaciteit meer zorg te bieden. Maar dat alleen is niet genoeg. We moeten er ook voor zorgen dat mensen minder zorg nodig hebben. Dan komen we uit bij preventie. Daar kan ons land nog grote stappen in zetten.”

Hoe kan de overheid jullie steunen?

“Ik draai de vraag liever om: hoe kan de medtechindustrie de zorgsector en de overheid nog beter ondersteunen? Door nog meer samenwerking. We vragen de overheid om samen met ons en andere stakeholders oplossingen te vinden om de gezondheidszorg zo patiëntgericht, duurzaam en toegankelijk mogelijk te organiseren. Dat is tweerichtingsverkeer. Op het vlak van publiekprivate samenwerking zie ik nog een heel groot groeipotentieel.”

Kan technologie een rol spelen in het oplossen van het personeelstekort?

“Het personeelstekort zomaar oplossen zal medtech niet doen, maar we kunnen zorgverleners wel helpen om met dezelfde inspanning een grotere impact te realiseren. En om taken uit hun handen te nemen waardoor ze meer kunnen focussen op het contact met de patiënt.”

“Zo kan artificiële intelligentie helpen om medische beelden sneller en beter te analyseren. Er zijn al verschillende studies die de voordelen van AI bij medische beeldvorming aantonen, bijvoorbeeld voor borstkanker. Ook op het vlak van opvolging is het potentieel van medtech enorm. Denk maar aan telemonitoringtools waarmee zorgteams patiënten thuis kunnen opvolgen.”

“Duidelijk is wel dat technologie zorgverleners nooit zomaar kan en mag vervangen. We moeten zorgverleners daarom ondersteunen om nieuwe technologieën zo goed mogelijk te leren gebruiken.”

Wat zijn de belangrijkste doelen die u wilt bereiken?

“Ten eerste wil ik dat waardevolle medische technologieën sneller bij patiënten en zorgverleners geraken. Door constructief met het beleid in dialoog te gaan, willen we daar verandering in brengen als federatie. Ten tweede wil ik samen met het beleid en het zorgveld zorgen dat die technologieën ook effectief gebruikt worden in de praktijk. Dat is cruciaal om de werkdruk te verlichten, de precisie op te voeren en betere resultaten te bekomen. Ten derde pleit ik samen met heel wat andere stakeholders voor nog beter geïntegreerde zorg. Het aantal chronische patiënten groeit. Die kunnen we alleen efficiënt en doeltreffend verzorgen in een geïntegreerd ecosysteem, mét medtech als één van de schakels. Als we dat kunnen bereiken, zal ik heel gelukkig zijn.”

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.