Fokus Healthcare

Page 1

Healthcare

December ‘23 Dit dossier wordt gepubliceerd door Smart Media Agency en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Knack.

Veerle Aendekerk ‘Mantelzorgers zijn een onmisbare partner’

Technologie Betere geneeskunde dankzij AI

Wim Distelmans Zorg en beslissingen bij het levenseinde

Interview

Isabel Leroux-Roels “Vaccintwijfel en vaccinmoeheid zijn twee van de grootste bezorgdheden binnen de gezondheidszorg.”

Samen halen we de klimaatdoelstellingen Bezoek het Vlaams Energiebedrijf op veb.be

Lees meer op Fokus-online.be


2

Voorwoord

Veerle Aendekerk

Mantelzorgers helpen geestelijke gezondheidsproblemen dragen Het zorgaanbod is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Langdurige opnames in instellingen en ziekenhuizen worden zoveel mogelijk vermeden. De voorkeur gaat nu uit naar zorg en steun midden in de samenleving. Deze vermaatschappelijking van de zorg is een goede zaak, maar leidt ook tot nieuwe uitdagingen.

G

ezinsleden van mensen met een beperking of een gezondheidsprobleem krijgen vaak ongevraagd en onvoorbereid een zorgtaak boven op hun andere rollen en taken als ouder, werknemer, student… De noden van deze mantelzorgers blijven dikwijls onderbelicht. Dat geldt zeker voor de naasten van mensen met psychische problemen. En dat is vreemd, want minstens een kwart van alle mensen ervaart in de loop van het leven ernstige geestelijke gezondheidsproblemen. Waarom wordt hun omgeving niet beter ondersteund? Psychisch lijden is niet zichtbaar Iemand die psychische problemen ondervindt staat niet altijd open voor hulp. Hij/zij beschouwt zichzelf niet – of bij momenten niet – als iemand met psychische problemen. Een psychische aandoening is ook niet zichtbaar. Mensen met een kwetsbaarheid schamen zich nog te vaak, of ze voelen zich schuldig over de moeilijkheden waarop ze botsen. Een psychische aandoening grijpt in op alle aspecten van het dagelijks leven: werken, boodschappen doen, kinderen opvoeden… Naasten bieden vaak spontaan praktische hulp en emotionele ondersteuning. Ze zijn zich er niet altijd van bewust dat hun zorgrol erg groot is en buiten een evenwichtige ouder-kind-, partner- of broer-zusrelatie valt.

zich de klok rond verantwoordelijk voelen om structuur en veiligheid te brengen in het leven van elke dag. De (huis)dokter, psycholoog of psychiater denkt er doorgaans niet aan om te peilen naar hun behoeften. Hulpverleners verliezen nog te veel uit het oog dat mantelzorgers een onmisbare partner zijn in zorg.

LEES MEER 4

‘Je gaat met je auto toch ook jaarlijks naar de keuring?’

6

‘AI zorgt ervoor dat we een betere geneeskunde kunnen aanbieden’

8

Technologie verlicht de zorg

12

Interview • Isabel Leroux-Roels

16

‘De oudere zélf moet centraal staan’

18

Smartlist • Gezocht: helpende handen en luisterende oren

20

Preventie en ondersteuning zijn cruciaal

22

Nawoord • Wim Distelmans

COLOFON Country manager Christian Nikuna Pemba Creative director Baïdy Ly

Dezelfde rechten voor alle mantelzorgers

Content director Annick Joossen

Discriminaties dienen snel weggewerkt. Ze staan zorg en solidariteit midden in de samenleving in de weg. — VEERLE AENDEKERK ALGEMEEN DIRECTEUR SIMILES

Deze mantelzorgers komen vaak niet toe aan zelfzorg, zeker in situaties waarin ze

Ook het mantelzorgbeleid houdt te weinig rekening met uitdagingen rond geestelijke gezondheid. Psychiatrische patiënten scoren vaak niet hoog genoeg op de schaal van zorgbehoefte om hun mantelzorger recht te geven op ondersteunende maatregelen zoals het mantelzorgverlof of het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden. Dat is zo omdat er eerder gepeild wordt naar fysieke dan naar psychische beperkingen. Dergelijke discriminaties dienen snel weggewerkt. Ze staan zorg en solidariteit midden in de samenleving in de weg.

Tekst Kim Beerts Lieven Desmet Daan Vanslembrouck Coverbeeld Gregory Van Gansen Drukkerij Roularta

Smart Media Agency Leysstraat 27 2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40

Ook al voelt dat soms zo, de naasten van mensen met psychische problemen staan niet alleen. Similes vzw verenigt, ondersteunt en versterkt families van mensen met psychische problemen. Lotgenoten begrijpen elkaar zonder veel woorden. Even je hart luchten of zorgen delen betekent zoveel om verder te kunnen. Meer info op www.similes.be en www.warmebabbel.be

redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be

Veel leesplezier! YIMAN TO PROJECT MANAGER

Mensen zullen altijd groter zijn dan gebouwen We willen bouwdromen realiseren. Is dat een uitdaging? Zeker, en zelfs een hele grote. Maar daar houden we als innovatieve bouwexpert van. We bouwen tenslotte aan de wereld van morgen en daarin zullen mensen altijd groter zijn dan de gebouwen.

Fokus Healthcare.indd 2

28/11/2023 11:23:29


Blijven innoveren voor de patiënten van morgen Hoe kleine stapjes grote impact kunnen hebben

Grote stappen … Al decennialang werken wereldwijd talloze wetenschappers in universiteiten, onderzoeksinstituten en farmaceutische bedrijven aan het vinden en verbeteren van effectieve oplossingen voor aandoeningen, met de onbeantwoorde behoeften van patiënten als leidraad. Bedrijven richten zich, in overleg met artsen, patiënten en andere belanghebbenden, enkel op het ontwikkelen van medicijnen die een toegevoegde waarde betekenen voor patiënten, gezondheidszorgsystemen of voor de maatschappij. Deze aanpak heeft het de afgelopen zestig jaar mogelijk gemaakt wereldwijd een enorm aantal patiënten te genezen en/of hun levenskwaliteit aanzienlijk te verbeteren. Maar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen gaat met vallen en opstaan. Voor iedere 10.000 mogelijk beloftevolle moleculen aan het prille begin van het onderzoeks- en ontwikkelingstraject blijft er uiteindelijk slechts één medicijn over dat de eindstreep haalt en door de overheid wordt goedgekeurd.1 Wetenschappelijke innovaties komen namelijk niet altijd in een rechte lijn tot stand. Een recent succesvol voorbeeld daarvan zijn de COVID-19 mRNAvaccins. De achterliggende wetenschap was immers al begin jaren negentig in ontwikkeling, echter meer gericht op de bestrijding van tumoren.2 Dit langdurige voorwerk heeft wel toegelaten heel snel het vaccinatiepotentieel in te schatten met als resultaat dat wereldwijd en op één jaar alleen al door COVID-19-vaccins minimaal zo’n 14,4 miljoen en mogelijk zelfs zo’n 19,8 miljoen overlijdens voorkomen zijn.

Nog veel te doen

Jaren 2000

• ACE-remmers • Lisdiuretica • Dihydropyridinen • Statinen • Anti-aritmica klasse II • Nicotine vervangende therapieën

550 Aantal doden per 100.000 inwoners

Zoveel effectieve medicijnen beschikbaar, zulke enorme investeringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen, en tegelijkertijd zoveel aandoeningen die we nog onvoldoende of helemaal niet kunnen behandelen. Hoe komt dat en wat kunnen we eraan proberen te doen?

500 450 400 350 300

Tegelijkertijd moeten we constateren dat er nog vele aandoeningen zijn die op een (betere) behandeling of genezing wachten, met name zo’n 6000 en 8000 zeldzame ziekten. Anderzijds zijn er veel aandoeningen waarbij er wel behandelingen zijn, maar die echter niet leiden tot genezing of het volledig herstel van de levenskwaliteit.

Jaren 1990

250

• Trombolytica • Bètablokkers • Centraal werkende antihypertensiva • Glycosiden

200 150 100 50 0 1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

Figuur 1: Daling van het aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten in relatie tot behandelingen die zijn toegevoegd aan de modellijst van essentiële geneesmiddelen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).3 Eenzelfde verhaal valt op te tekenen voor andere ziektegebieden, zoals blijkt uit een vrij recent rapport over België. (zie figuur 2).4

Nieuwe geneesmiddelen dragen bij tot de verbetering van de gezondheid van patiënten Daling in % van DALY*

Globale overleving (5 jaar)

Beroerte

-17%

Diabetes type 1 Hartfalen

-30% -40%

Leukemie

24,50%

Multipel myeloom

9%

Melanoom

8%

Hepatitis C

-60%

Borstkanker6

%

HIV**

-65%

Darmkanker6

%

Prostaatkanker

5%

*DALY = Disability Adjusted Life Years, een maatstaf voor de totale last die een ziekte veroorzaakt

… vaak vele opeenvolgende kleine stappen Voor veel innovaties zien we echter een opeenvolging van kleine relevante verbeteringen. Een mooi voorbeeld daarvan is de gestage maar sterke daling van sterfte aan hart- en vaatziekten tussen 1950 en 2010, mede dankzij een constante wetenschappelijke vooruitgang en stroom van nieuwe medicijnen (zie onderstaande figuur 1).

1

Figuur 2: Enkele voorbeelden van hoe innovatieve medicijnen bijdragen aan de verbetering van de gezondheid van patiënten in België. Een andere internationale studie geeft aan dat innovatieve geneesmiddelen verantwoordelijk zouden zijn voor 73 procent van de stijging van de levensverwachting in de lidstaten van de OESO, waaronder België.5

www.efpia.eu/publications/data-center/the-pharma-industry-in-figures-rd/rd-process/

Press release The Nobel Prize in Physiology or Medicine 2023, www.nobelprize.org/prizes/medicine/2023/ press-release/ 2

NHLBI. NHLBI Fact Book, Fiscal Year 2012. (2012), web.archive.org/web/20170711012213/http:/www. nhlbi.nih.gov/about/documents/factbook/2012/chapter4; Kishore, S. P. et al. Modernizing the World Health Organization List of Essential Medicines for Preventing and Controlling Cardiovascular Diseases. J. Am. Coll. Cardiol. 71, 564–574 (2018) 3

Helaas laat wetenschap zich niet dwingen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de ziekte van Alzheimer. In de periode van 1995 – 2021 bedroegen de private investeringen in onderzoek en ontwikkeling naar een geneesmiddel tegen deze ziekte 42,5 miljard dollar. Maar een afdoende behandeling of zelfs genezing is er nog steeds niet.

Waarom is dat zo moeilijk? Het is een zaak om de medische noden te identificeren. Het vinden van de remedie is een andere zaak, en die hangt in sterke mate af van de stand van de wetenschap, zowel wat betreft informatie over de oorzaak van een aandoening als een mogelijk aangrijpingsmechanisme voor een nieuw geneesmiddel. Wanneer deze kennis er dan uiteindelijk is, gaat het omzetten ervan in een veilig en werkzaam geneesmiddel nog gepaard met een groot risico op falen, met lange ontwikkelingstrajecten (10 tot 15 jaar) en enorme investeringen (gemiddeld zo’n 1,5 miljard euro). En zelfs na goedkeuring van een nieuw medicijn door de overheid is het niet altijd daadwerkelijk beschikbaar. Van alle innovatieve medicijnen die van 2018 tot en met 2021 zijn goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA, was begin januari 2023 in België slechts 51 procent vergoed beschikbaar voor patiënten.6 De toekomst Het zijn veruit de biofarmaceutische bedrijven die de kosten en risico’s dragen. Dankzij tijdelijke bescherming van onderzoek en ontwikkeling, bijvoorbeeld door octrooien, kunnen zij trachten hun investeringen terug te verdienen alsook opnieuw te investeren in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Met vallen en weer opstaan, vaak stapsgewijs en soms met hele grote stappen. Dankzij de ongekend snelle wetenschappelijke en medische vooruitgang, zullen de komende decennia leiden tot nieuwe oplossingen voor veel ziekten. Dan is het van belang dat deze snel hun plaats vinden in het gezondheidssysteem, ten bate van patiënten en burgers.

4 pharma.be/nl/media/nieuws/persbericht-recente-studie-toont-positieve-impact-aan-van-geneesmiddelenop-patienten-en-samenleving 5

www.nber.org/system/files/working_papers/w18235/w18235.pdf

EFPIA Patients W.A.I.T. Indicator 2022 Survey, Published April 2023, www.efpia.eu/media/s4qf1eqo/efpia_ patient_wait_indicator_final_report.pdf 6


Het belang van preventie

Fokus-online.be 4

‘Je gaat met je auto toch ook jaarlijks naar de keuring?’ Door Kim Beerts

B

elgië spendeert maar zo’n 2 procent van zijn totale gezondheidsbudget aan preventie. Dat is minder dan het Europese gemiddelde, en dat toont zich in onze gezondheidscijfers. Wat kan ons land meer – of is het een kwestie van beter – doen? In België ligt het aantal verloren levensjaren – of anders gezegd: de vermijdbare sterfte op jonge leeftijd – hoger dan in andere West-Europese landen. De hoofdreden daarvoor is een gebrek aan preventie, horen we in de sector. “Onze gezondheidszorg richt zich vooral op acute aandoeningen en minder op chronische kwalen zoals hart- en vaatziekten of diabetes. En dat terwijl we op steeds jongere leeftijd te kampen krijgen met zulke ziekten”, legt Dominique Vandijck, professor Gezondheidseconomie aan UGent, de vinger op de zere plek. “Ironisch genoeg leven we dus langer, maar hebben we minder gezonde jaren. Gerichte preventieinspanningen kunnen daarin hét verschil maken, omdat ze chronische aandoeningen kunnen voorkomen of vertragen.”

Liefst 80 procent van de hartaanvallen kan worden voorkomen door een vroegtijdige diagnose en behandeling. — FERDINAND WITT-DÖRRING MEDIPORT CADIX

van Mediport Cadix, een multidisciplinair centrum in Antwerpen dat focust op snelle diagnose en preventie. “Als one-stop-clinic voor cardiologie bundelen we alle tests en toestellen onder één dak, zodat je meteen weet wat er al dan niet schort. Daarnaast zijn er ook een diëtist, kinesist en sportdokter die naar het totaalplaatje kijken.”

Kleine preventie-ingrepen Volgens de professor ontbreekt het echter aan een langetermijnvisie. “Het uitgangspunt zou moeten zijn: zoveel mogelijk gezondheid ‘produceren’. We moeten daarbij ook durven kijken naar het financieringsmodel: nu wordt een arts betaald per handeling, maar wat als hij zoals vroeger in China betaald zou worden om iemand gezond te houden? Als we de overconsumptie van onze aanbodgedreven zorgverlening een halt toeroepen, zullen er automatisch meer middelen vrijkomen voor preventie.”

“Op korte termijn verhogen we zo misschien de druk op het zorgsysteem, omdat we problemen diagnosticeren die anders onder de radar waren gebleven”, beseft WittDörring. “Maar de patiënt wint erbij: hoe vroeger we erbij zijn, hoe hoger de kans op een succesvolle behandeling. Op middellange termijn zullen er dus minder patiënten met ernstige problemen instromen.” Ook professor Vandijck erkent het belang van screening: “Op welke manier en bij wie dan ook, zolang het maar voor iedereen toegankelijk is”, benadrukt hij. “Daar bestaan vandaag ook al middelen voor. Zo voorziet ons globaal medisch dossier een jaarlijkse preventieve screening door de huisarts, waarbij het risico op hart- en vaatziekten, bepaalde kankers, suikerziekte, psychosociale klachten enzovoort wordt onderzocht. Helaas wordt deze screening nog maar in 20 procent van de gevallen uitgevoerd.”

De gezondheidseconoom pleit in de eerste plaats voor kleine preventie-ingrepen die een groot verschil kunnen maken. Daarvoor kijkt hij onder meer naar het onderwijs om beweging en gezonde voeding te promoten, en naar onze overheid: “We hebben nood aan een goed zorgsysteem voor wanneer het misloopt, maar ook aan een dat zoveel mogelijk vermijdt dat het misgaat. Eigenlijk zou volksgezondheid de bevoegdheid van onze eerste minister moeten zijn, want alle domeinen – van ‘armoedebestrijding’, over ‘milieu’ tot ‘mobiliteit’ – dragen ertoe bij.” Screening Met zo’n performant preventief gezondheidsbeleid zouden we aan levensjaren kunnen winnen. “Liefst 80 procent van de hartaanvallen kan worden voorkomen door een vroege diagnose en behandeling. Jammer genoeg gaan we

maar zelden op controle, terwijl we met onze wagen wél jaarlijks naar de keuring gaan. Doen we dat toch? Dan zitten er algauw enkele weken tussen de eerste consultatie en de diagnose, omdat er tests en onderzoeken nodig zijn”, vertelt Ferdinand Witt-Dörring, operationeel directeur

Toch wil Vandijck niet te streng zijn voor onze artsen. “De gezondheidszorg is een complex adaptief systeem: met één maatregel valt niet ineens alles op te lossen. Bovendien is onze gezondheid een gedeelde verantwoordelijkheid. Niet alleen de medische sector en de overheid, maar ook wijzelf moeten het belang van een gezonde levensstijl inzien én ernaar handelen.”


Parallelle import als medicijn voor tekorten Drie op de vier patiënten hebben van hun apotheker al te horen gekregen dat hun medicijn niet beschikbaar is, zo blijkt uit een recente enquête van het Vlaams Patiëntenplatform. De parallelle import van geneesmiddelen is een krachtig middel om die tekorten tegen te gaan. Pieter Boudrez, president van BAPIE, de Belgian Association of Parallel Importers and Exporters, legt uit. BAPIE is de beroepsvereniging van bedrijven die zich bezighouden met de parallelle import, export en distributie van geneesmiddelen in ons land. “Onze leden zoeken medicijnen in andere Europese landen om ze vervolgens in ons land bij de patiënt te brengen”, zegt Pieter. “Dat is perfect legaal, via het prinicipe van vrij verkeer van goederen. We moeten enkel de verpakkingen en bijsluiters aanpassen aan de taal van het land waar de medicijnen worden verkocht. In ons geval dus: Nederlands, Frans en Duits.” Deze aanpak helpt om de almaar groeiende tekorten aan medicijnen te milderen, legt Pieter uit. “Volgens een studie van Technopolis is 90 à 95 procent van die tekorten het gevolg van lokale problemen: problemen met stocks, met de aanvoer van grondstoffen, met de productie,

verkeerd ingeschatte marktprognoses… noem maar op. Soms hoor je dat de parallelle uitvoer de oorzaak is van die tekorten, maar dat klopt totaal niet. Integendeel zelfs: parallelle import kan dit probleem net helpen oplossen en het comfort voor de patiënt verbeteren.” De cijfers spreken boekdelen, zegt de BAPIE-president. “Onze leden importeerden in 2022 650.000 doosjes die oplossingen boden voor de toen bestaande tekorten en onbeschikbaarheden. Dat zijn ongeveer 1500 doosjes van 30 pillen per dag. Anders gesteld werden via de gewone parallelle import honderdduizenden maanden aan gemiste behandelingen voor de Belgische patiënt ingevuld. Anders hadden deze mensen van therapie moeten veranderen of hun behandeling zelfs moeten stopzetten. Dat kunnen we toch niet laten gebeuren?” In de gemeten periode ging het over 167 geneesmiddelen die onbeschikbaar waren. Tweederde daarvan kon binnen de drie maanden geïmporteerd worden uit een ander Europees land. Bijna altijd werden die oplossingen verkocht aan de gangbare Belgische prijs. Pieter: “We zouden nog sneller kunnen werken als de vergunningen sneller zouden worden toegekend via een ‘light

procedure’ voor parallelle import. Het gaat immers om dezelfde producten, van dezelfde fabrikant, die een nieuwe verpakking krijgen voor de Belgische markt. De 33 procent die niet kan worden ingevuld, is te verklaren door een algemeen tekort in Europa of als er een exportverbod geldt in landen waar er zich mogelijkheden stelden. We zien er zelf ook op toe dat we geen geneesmiddelen importeren waarvan er in andere landen een lokaal tekort is, want dan ben je de problemen natuurlijk gewoon aan het verleggen.” Een ander punt dat Pieter aankaart zijn de geheime prijsafspraken tussen de overheid en de farmabedrijven. “Van ongeveer de helft van de middelen die de ongeveer 6 miljard euro van het geneesmiddelenbudget uitmaken, weten we de prijzen niet. Onze leden hebben dus ook geen basis om die middelen hier te verkopen. Hier is dringend meer transparantie nodig.”

Pieter Boudrez

president van BAPIE

The International Business School for (Bio)Pharma & Medtech Immerse yourself in the critical disciplines that lead up to optimal market & patient access. Understand pricing & reimbursement systems and payer decision-making in major European countries. Master the fundamentals of value pricing, health economics, HTA, real-world evidence and value-based healthcare. Join us today to expand your understanding and proficiency in this vital domain!

Health Economics for Non-Health-Economists

Understanding Pharma Market Access & Payers in Europe

26-27 March 2024, Brussels

22 March 2024, Online

How to Price Better Than Your Competitors for Successful Market Access

Value-based Healthcare for Pharma: Why – When – How?

By Prof. Dr. Lieven Annemans

By Dr. Nick Proctor

Essential Insights, Principles & Techniques

By Gary Johnson & Sam Johnson

By Dr. Silvia Rohr & Mark Tolboom

14-15 March 2024, Brussels

26 March 2024, Online

celforpharma.com


Snellere diagnoses dankzij artificial intelligence

Fokus-online.be 6

‘AI zorgt ervoor dat we een betere geneeskunde kunnen aanbieden’ Door Daan Vanslembrouck

I

n 2001 konden we dankzij Steven Spielberg voor het eerst op grote schaal kennismaken met artificiële intelligentie. De film A.I.: Artificial Intelligence bracht een confronterend verhaal waarin robotica en AI het wonnen van het menselijk brein. Ondertussen zijn we ruim twee decennia verder en is de sciencefiction realiteit geworden. Anno 2023 wordt AI door de zorg omarmd als een extra paar ogen, die helpen bij preventie, diagnosticeren en behandeling. “Het is onmogelijk geworden om met het menselijk oog en brein alle data te analyseren”, bevestigt Johan De Mey, professor anatomie en radiologie en verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel. “Op dit ogenblik hebben we minder dan één seconde per CTof MRI-beeld als we radiologen vijf uur per dag geconcentreerd naar beelden laten kijken.”

Professor Johan De Mey geeft mee dat op dit ogenblik de bijdrage van AI alleen maar positief is. “We zijn met te weinig radiologen en artsen. Op dit ogenblik zorgt AI ervoor dat we betere geneeskunde kunnen aanbieden en de besluitvorming als mens optimaal kunnen aansturen op basis van gestructureerde en correcte data. Waarschijnlijk zal AI ooit in staat zijn om een robotoperatie volledig zelfstandig te sturen of om een medicatie- en behandelingsplan voor

de automatisatie van de glucoseregeling bij patiënten in een kunstmatige coma.”

een patiënt op te stellen op basis van data, maar daar zijn we zeker nog niet. Elk individu is anders en bij een behandeling blijft er steeds een heel belangrijk individueel menselijk aspect.” Uitdagingen

diologie voor AI bijna 20 procent van de investeringen in onze apparatuur en dat percentage blijft verder oplopen. AI-toepassingen worden nog niet terugbetaald door het RIZIV, terwijl ze nochtans in ons domein noodzakelijk zijn om kwaliteit te bieden aan onze patiënten.”

De mogelijkheden van AI beperken zich echter niet alleen tot analyse van medische beeldvorming. “De toepassingen zijn legio”, vertelt professor Bart De Moor, voorzitter van de AI Academy. “Het kan onder meer worden ingezet bij een nieuwe diagnose- en monitoringtechniek voor niertransplantaties, meer bepaald om de afstotingsverschijnselen te minimaliseren. Binnen de IOTA-databank wordt dan weer een veelheid aan klinische gegevens per patiënt verzameld rond endometriose en ovarische kankers of het inzetten van AI voor

“Datakwaliteit bij medische data blijft een van de grootste uitdagingen”, besluit De Moor. “Daarmee bedoel ik de verschillende meetmethodes, -protocollen en de aanwezigheid van missing data. Kijk, met data is er altijd een grote verantwoordelijkheid. Wij catalogeren onze software altijd als ‘decision support’, de ingenieur noch het algoritme neemt zelf de beslissing, maar in de tsunami van data geeft het wel support. De medische verantwoordelijkheid moet altijd bij de dokter of specialist blijven liggen.”

AI lijkt de zorg naar een hoger niveau te tillen, maar er zijn nog wat uitdagingen. De kostprijs is momenteel nog zeer hoog. De Mey: “Al die softwarepakketten kosten enorm veel geld en voor elk type beeldvorming zijn er telkens verschillende opties. Op dit ogenblik bedraagt de investering in ons ziekenhuis in de dienst ra-

AI helpt duidelijk op verschillende domeinen. “Enerzijds door de beelden scherper en duidelijker te maken, anderzijds door de beelden kwantitatief te analyseren en door de ‘afwijkingen’ in de beelden aan te duiden. De beelddata worden dus door AI aan ons gepresenteerd in een soort samenvatting, waardoor je meer tijd hebt om in de diepte de afwijkingen te analyseren en er ook tijd vrijkomt om samen met de andere collega’s over de behandeling na te denken.” Betere geneeskunde De Mey staaft met enkele concrete voorbeelden: “Software meet ondere andere het volume van een herseninfarct ten opzichte van het hersenweefsel dat nog kan herstellen. Op basis daarvan kun je beslissen of de klonter die het infarct veroorzaakte best mechanisch verwijderd wordt met katheterisatie. Zo zal AI bijvoorbeeld ook alle mogelijke hersenbloedingen of uitzaaiing van kanker in de long aanduiden op de beelden. Voor de evaluatie van dementie en hersenletsels bij multiple sclerose werken we ook met AI en krijgen we een duidelijk beeld of een patiënt goed reageert op een behandeling. In de beeldvorming van het hart helpt AI ons om te zeggen welk bloedvat ziek is, wat de graad van ziekte is en zelfs hoe je die het best kunt behandelen.”

AR-brillen in de ziekenwagen Het UZ Brussel maakt sinds kort gebruik van een hightech ziekenwagen om kritieke patiënten te vervoeren tussen ziekenhuizen, dat schrijft De Tijd. Het zorgpersoneel in de ziekenwagen staat via augmentedrealitybrillen rechtstreeks in contact met specialisten in de ziekenhuizen. Door de afstand tussen ziekenhuizen virtueel zo klein mogelijk te maken, kunnen kritieke patiënten zo veilig mogelijk worden vervoerd. Het UZ Brussel scoort hiermee naar eigen zeggen een Europese primeur.

AI spoort borstkanker op De ziekenhuizen van GZA gaan onder meer artificiële intelligentie inzetten tijdens mammografieën. Normaal gezien zijn er twee radiologen betrokken, maar het is de bedoeling dat AI de plaats inneemt van een van de twee radiologen. Op die manier wordt de onderzoekstijd gehalveerd, schrijft VRT NWS. Een Zweedse studie toont aan dat een radioloog met de hulp van AI 4 procent meer tumoren kan opsporen.


Patiënten empoweren, innovatie stimuleren Oliver Bisazza en Alexander Olbrechts

In de constant evoluerende wereld van gezondheidszorg is MedTech Europe een standvastige organisatie die innovaties op het gebied van medische technologie verspreidt binnen het continent. Oliver Bisazza, Chief Executive Officer van MedTech Europe, en Alexander Olbrechts, Director Digital Health, werpen een blik op de missie van de organisatie en het recent verschenen manifest ‘Patienten empoweren, innovatie stimuleren’. MedTech Europe is de Europese koepelvereniging voor de medische technologie-industrie, en omvat diagnostiek, medische toestellen en digitale gezondheidsoplossingen. De missie van de organisatie is innovatieve medische technologie toegankelijker maken voor een breder publiek, terwijl ze gezondheidssystemen begeleiden naar een duurzame toekomst. Bepleitend voor beleidsmaatregelen die aansluiten bij de steeds veranderende gezondheidsbehoeften van Europa, hanteert MedTech Europe strategieën die variëren van actieve bijdragen aan wetgeving inzake gezondheid van de EU tot het bevorderen van innovatie, het opbouwen van solide stakeholder relaties, en economisch onderzoek en op data gebaseerde communicatie. Patiënten empoweren, innovatie stimuleren “De Europese verkiezingen van 2024 bieden een kans om een verbeterd gezondheidszorgbeleid voor de komende vijf jaar uit te stippelen”, legt Bisazza uit. Het recent gepubliceerde manifest voor 2024-2029, getiteld “Patiënten empoweren, innovatie stimuleren”, is een testament van de toewijding van de Europese medische technologie industrie om de gezondheidszorg in het continent naar een hoger niveau te tillen. Het manifest omvat vier prioriteiten: patiëntgerichte zorg, digitale toepassingen avanceren, wendbaarheid verbeteren en duurzaamheid bevorderen. “Onze visie is gebouwd rond gezondheidssystemen, waar efficiëntie wordt geprioriteerd, zonder daarbij de patiëntgerichte benadering te verliezen. Het overkoepelende doel is om hoogwaardige zorg te bieden, en ongelimiteerde toegang tot medische zorg. Tegelijkertijd omarmen we een digitaal geavanceerde toekomst, we zetten technologie in om patiëntenzorg te verbeteren, processen te stroomlijnen en naadloze verbindingen tussen zorgprofessionals tot stand te brengen. Verder wordt wendbaarheid een belangrijk aandachts-

punt in een wereld gekenmerkt door onzekerheid. Terwijl we door een onvoorspelbare wereld navigeren, moeten gezondheidssystemen voorbereid zijn om het hoofd te bieden aan onverwachte uitdagingen en deze met kracht een aanpassingsvermogen aan te gaan, om continuïteit in de zorg voor iedereen te garanderen. Tot slot is duurzaamheid een belangrijke pijler, waar we prestatieverbetering benadrukken terwijl we de hoogste standaarden op vlak van gezondheid en veiligheid handhaven”, verduidelijkt Bisazza. “Meer dan aspiraties roept dit manifest op tot actie. Het bevestigt ons engagement voor het welzijn van alle Europeanen en waarborgt de langetermijnlevensvatbaarheid van onze gezondheidssystemen”, besluit hij. Een focus op digitale gezondheid Digitale gezondheid omvatten tools en diensten die gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologieën (ICT), om preventie, diagnose, behandeling, monitoring en levensstijlmanagement van patiënten te verbeteren. “Medische technologieën spelen een cruciale rol in het genereren van essentiële informatie en data, die essentieel zij voor de preventie, diagnose, behandeling, monitoring en management van gezondheid en levensstijl”, zegt Olbrechts. “Deze waardevolle data wordt opgeslagen in elektronische gezondheidsdossiers en persoonlijke toestellen, en kan worden gedeeld tussen patiënten en zorgprofessionals. Bovendien kan deze informatie geaggregeerd en verwerkt worden via geavanceerde data-analyse”. “De medische technologiesector is leidend op het gebied van innovatie in Europa, met het hoogste aantal jaarlijks ingediende octrooiaanvragen. Een aanzienlijk deel van deze innovatie is toegewijd aan digitale gezondheid. Zowel grote als kleine bedrijven zijn gedreven om uitdagingen in de gezondheidszorg aan te pakken”, concludeert hij. Transformatief potentieel Het transformatief potentieel van digitale gezondheid is breed: het bevordert de toegang tot zorg, de kwaliteit van zorg, en algemene efficiëntie in de gezondheidssector. Dit is zeker relevant in tijden van toenemende tekorten aan zorgpersoneel, vergrijzende bevolking en een toenemend aantal chronische aandoeningen. De digitalisering van de gezondheidszorg heeft de kracht om de kwaliteit en toediening van de zorg te revolutioneren.

“De medische technologie-industrie treedt naar voren als een cruciale partner bij het sturen van deze transformatie”, zegt Olbrechts. “MedTech Europe is actief betrokken bij het avanceren van de digitale transformatie in de gezondheidszorg, en streeft ernaar om het volledige potentieel van digitale technologieën te bereiken om gezondheidssystemen te verbeteren. Dit omvat het opstellen van betrouwbare wetgeving om de veiligheid en effectiviteit van gezondheidstoepassingen te waarborgen, en het vinden van een balans tussen databescherming en het benutten van de voordelen van data voor geavanceerd onderzoek en toegankelijkheid. De organisatie stelt zicht een digitale gezondheidsomgeving voor gebouwd op vertrouwen, en is toegewijd om barrières aan te pakken die de adoptie van digitale gezondheid belemmeren”. De toekomst van gezondheidszorg Bisazza sluit af met een hoopvolle noot, en stelt de visie van MedTech Europe voor op vlak van de toekomst van de gezondheidszorg: “We voorspellen een gezondheidslandschap gekenmerkt door diepgaande innovatie en transformatie. Onze visie overstijgt het alledaagse, we streven niet alleen naar verhoogde toegankelijkheid en efficiëntie, maar naar een complete revolutie aangedreven door geavanceerde medische technologieën. Dankzij proactieve gezondheidssystemen, geworteld in gepersonaliseerde, datagedreven zorg, kunnen patiënten zelf hun gezondheidstraject in handen nemen. In onze beoogde toekomst is innovatie niet beperkt tot ziektebestrijding. Het is een kracht dat de druk op het zorgpersoneel verlicht, zorg brengt naar afgelegen regio’s en actief bijdraagt aan duurzaamheid”. De Europese medische technologie-industrie is toegewijd om een gezondheidslandschap vorm te geven, dat niet alleen geavanceerd is maar inherent patiëntgericht en veerkrachtig. Samenwerking met stakeholders en beleidsmakers is essentieel om deze visionaire toekomst te realiseren. De reis naar deze toekomst is al begonnen, met MedTech Europe aan het roer naar een gezonder en progressiever morgen.


Digitale assistent

Fokus-online.be 8

Technologie verlicht de zorg Door Lieven Desmet

D

e opkomst van technologie heeft veelbelovende mogelijkheden gebracht voor de zorgsector. Van geavanceerde diagnostische tools tot patiëntenmonitoring op afstand, technologie biedt innovatieve oplossingen die zowel de druk kunnen verlichten als de zorgkwaliteit kunnen verbeteren.

is sterk te danken aan technologie”, zegt Lode Lauwaert. “Er zijn veel goede redenen te bedenken om technologie en AI in te zetten in de zorg. Tegelijk zijn de risico’s reëel.” AI bestaat uit data, wat een risico inhoudt op vlak van privacy of vooringenomenheid. “Er

is een bekende casus in de VS waarbij aangetoond werd dat AI die gebruikt werd door dermatologen om risicovolle huidvlekken te detecteren enkel werkte bij witte mensen, omdat het systeem voornamelijk getraind was met foto’s van witte mensen.”

Heel wat sectoren kampen met personeelstekorten, en dat is niet anders in onze zorginstellingen. Meer mensen komen er allicht niet snel bij, dus wordt veel heil verwacht van technologie om minstens een deel van de zorgtaken over te nemen. Die technologie is er, de implementatie laat op zich wachten. “Technologie is zelden de beperking”, zegt Dave Allegaert, manager kwaliteit en innovatie in AZ Groeninge. “Als er een beperking is, zit deze vaak op het niveau van de bereidheid om ermee te werken. Als de technologie een antwoord biedt op een reële vraag, dan is er wel een draagvlak.”

Onbekend terrein Innovatieve ontwikkelingen zorgen vaak voor nieuwe stappen op onbekend terrein, die nieuwe vragen oproepen. “We hebben bijvoorbeeld een slimme bril waarmee het medisch urgentieteam bij een patiënt met een beroerte meteen kan converseren met een neuroloog in het ziekenhuis. Dat betekent belangrijke tijdwinst. Alleen ben je op dat ogenblik iemand aan het filmen zonder dat hij zijn toestemming heeft kunnen verlenen”, zegt Dave Allegaert.

Dat directie of management vanuit een efficiëntiestreven technologie inzetten, kan ook zorgen voor spontane weerzin. “Het gevaar van een digitale kloof is aanwezig”, denkt Lode Lauwaert. De professor techniekfilosofie en hoofd van de leerstoel Ethiek en AI (KUL) publiceerde een opgemerkt boek over techniekfilosofie. In Wij, robots focust hij op de morele kant van artificiële intelligentie. “Zelfs als technologie een oplossing biedt kan dat zorgen voor enige frictie bij het personeel. Dat kan met verschillende zaken te maken hebben, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende vertrouwd is met de nieuwe technologische mogelijkheden. Of het zou kunnen dat men – al dan niet terecht – vindt dat technologie niet thuishoort in een zorgcontext.” Risico’s Zeker in de ondersteunende diensten is de introductie van technologie gemeengoed geworden. “Het feit dat we vooruitgang boeken op allerlei fronten

Dat er een kritische houding bestaat tegenover technologie, en AI in het bijzonder, is niet abnormaal, denkt Dave Allegaert. “Het is onze taak om vanuit de zorgsector de industrie te wijzen op eventuele risico’s en gevaren. Technologie is slechts een beperkt deel van het hele verhaal, dat veel complexer is dan soms op het eerste gezicht lijkt. We werken met kwetsbare mensen. Je kunt je geen avonturen veroorloven.”

De ontwikkelingen gaan razendsnel, en meer nog dan een financieel vraagstuk is het dus een ethisch verhaal. “Nieuwe technologie betekent ook nieuw gevaar, zoals hacking. We kunnen ook niet zomaar blind varen op technologie”, merkt Dave Allegaert op. “Het is en blijft een ondersteuning. Zo gebruiken we AI in de radiotherapie. Het AI-systeem kan razendsnel de zone aftekenen waar de bestraling het efficiëntst kan plaatsvinden. Maar we zullen altijd een technoloog een controle laten doen.”

We werken met kwetsbare mensen. Je kunt je geen avonturen veroorloven. — DAVE ALLEGAERT AZ GROENINGE

Dat beaamt Lode Lauwaert: “AI is op veel vlakken slimmer en accurater dan de mens, omdat het gestoeld is op algoritmes en data, waar een enorme berg aan parameters achter schuilt. Het gevaar bestaat dat we de technologie blind volgen, maar net als een mens kan een systeem falen. Menselijke correctie is en blijft noodzakelijk. AI kan taken zeker verlichten, maar dan wel in een rol als assistent.”


Laerdal Medical revolutioneert de zorg voor pasgeborenen met NeoBeat Laerdal Medical is een vooraanstaande leverancier van trainingsoplossingen in de gezondheidszorg met meer dan vijf decennia ervaring. Ze blijven trouw aan hun missie om mensenlevens te helpen redden en de zorg voor patiënten te optimaliseren. Dr. Gwynneth Thomas, Senior Product Manager bij Laerdal, is verantwoordelijk voor het Neonatale en Perinatale productportfolio binnen het Therapie-team. Ze bespreekt hier een baanbrekende innovatie met een aanzienlijke impact op het leven van pasgeborenen. Innovatie De NeoBeat is een geavanceerde hartslagmeter voor pasgeborenen. Dit gebruiksvriendelijke, draadloze en handsfree apparaat meet via droge elektroden een op ECG gebaseerd signaal en geeft enkele seconden na toepassing een nauwkeurige, digitale weergave van de hartslag. Het toestel kan zowel op de romp als op de rug worden geplaatst. NeoBeat werd oorspronkelijk ontwikkeld door Laerdal Global Health, de non-profit zusteronderneming van Laerdal Medical, om de zorg in lage-inkomenslanden te verbeteren. Maar de NeoBeat biedt ook in hoge-inkomenslanden aanzienlijke voordelen op vlak van objectiviteit en kwaliteit van de zorg.

The golden minute De eerste zestig seconden na de geboorte zijn cruciaal om morbiditeit en mortaliteit te voorkomen. Vandaar dat het ‘the golden minute’ wordt genoemd. NeoBeat bereikt al binnen tien seconden na plaatsing een nauwkeurige meting, wat beter is dan alternatieven zoals ECG of pulsoximetrie. Dankzij het draadloze ontwerp biedt NeoBeat een superieur gezichtsveld tijdens interventies, waardoor zorgverleners hun focus op de pasgeborene kunnen behouden. Het toestel is verkrijgbaar in twee maten: NeoBeat (voor pasgeborenen van 1,5-5 kg) en NeoBeat Mini (voor pasgeborenen van 0,8-2 kg). Beide toestellen laden magnetisch op via een oplaadstand en starten automatisch op bij beweging. Digitale integratie Dokter Thomas en haar team hebben een digitale toepassing ontwikkeld die op verschillende locaties wereldwijd geïmplementeerd wordt. Zo kan data in real-time verzameld worden en naar het elektronische patiëntendossier geüpload worden.

gen. Bovendien heeft de NeoBeat ook duurzame en economische voordelen dankzij het herbruikbare en consumptievrije ontwerp. Trouw aan hun missie Laerdals missie draait om het helpen redden van levens. In 2020 bracht Laerdal de NeoBeat uit in enkele Scandinavische landen. Grondige testen en lopende klinische onderzoeken tonen de doeltreffendheid van het toestel aan. NeoBeat verkleint de kloof tussen training en klinische praktijk en herdefinieert de standaarden voor pasgeborenenzorg. Gebruiksvriendelijk ontwerp NeoBeat is een baanbrekende innovatie op het gebied van pasgeborenenzorg. Met aandacht voor het belang van snelle en nauwkeurige interventies, gecombineerd met kostenreductie en verbetering van de workflow voor zorgpersoneel, zal NeoBeat de monitoring van de neonatale hartslag revolutioneren, levens redden en de kwaliteit van zorg wereldwijd verbeteren.

Optimalisatie van de workflow De handsfree bediening en de digitalisering van data, in combinatie met gebruiksgemak, nauwkeurigheid en het positieve effect op werkschema’s, dragen bij aan een vlotte acceptatie in ziekenhuisomgevin-

HOE DE EUROPA ZIEKENHUIZEN E-HEALTHCARE WAARMAKEN De digitalisering trekt als een sneltrein door het zorglandschap. Ook de Brusselse Europa Ziekenhuizen experimenteren volop met digitale apps voor telegezondheidszorg. Innovation Manager Gatien Hocepied, Bram Mombers-Schepers (Hoofd uitvoering van het Kankerplan) en Brice Van Eeckhout, co-CEO van het IT-bedrijf Comunicare Solutions geven tekst en uitleg. Twee jaar geleden installeerden de Europa Ziekenhuizen IBIS, een digitaal patiëntenportaal dat heel wat bijkomende mogelijkheden rond e-health biedt, zegt Brice. “Een eerste use case voor het gebruik van Comunicare was het ondersteunen van patiënten met hartfalen. Via de Comunicare-app kregen ze informatie op maat over hun ziekte en behandeling en konden ze vragen over hun vitale functies invullen. Zo kan het zorgpersoneel, op afstand, het verloop van de aandoening opvolgen. Ook voor de patiënt is dat nuttig. Hij wordt ook thuis ondersteund bij zijn ziekte, de voortekenen van decompensatie worden sneller opgespoord en hij houdt zelf de vinger aan de pols.” “Het wordt ook gemakkelijker om patiënten die meer aandacht nodig hebben, er meteen uit te pikken”, vult

Gatien aan. “Vroeger moesten we met elke patiënt apart communiceren, wat omslachtig en tijdrovend was. Met dit systeem loopt dat veel vlotter.” Omdat de use case zo succesvol was, wordt deze nu uitgebreid naar een volgende groep patiënten: mensen met prostaatkanker. Gatien: “Het doel is om enerzijds hen informatie te geven over het verloop van hun ziekte en behandeling, maar ook om snel en gemakkelijk symptomen te detecteren, zoals temperatuur, misselijkheid, diarree en braken. Zo kunnen we beter rekening houden de toestand van de patiënt en therapeutische beslissingen beter onderbouwen.” De app heeft zelf trouwens ook therapeutisch nut, onderstreept Bram. “Uit alle onderzoeken blijkt dat patiënten minder bijwerkingen hebben als ze een vorm van controle over hun ziekte hebben, we noemen dat “patient empowerment”. Deze app maakt dit waar. Bovendien kunnen we ook efficiënter met de patiënt te communiceren. Hij geeft zelf zaken aan als gewichtsverlies of huiduitslag en er is enkel contact als dat echt nodig is. U weet dat we in de zorg handen te kort komen. Dit is een handig hulpmiddel om daar mee om te gaan.”

Dat het net patiënten met prostaatkanker zijn, voor wie dit systeem wordt uitgerold, hoeft niet te verbazen, zegt Bram. Zij zitten (meestal) nog in een leeftijdscategorie die met digitale apps omgaat en hoeven dus geen leercurve te overbruggen. “Bovendien kunnen ze in de app ook rustig informatie over hun ziekte nalezen. Dat is geen overbodige luxe. Mensen die een kankerdiagnose krijgen, onthouden vaak maar 1/3e van de informatie die ze krijgen. Puur door de paniekreactie.” In een later stadium zullen ook patiënten met andere kankers en chronische aandoeningen toegang krijgen tot de app, vertelt Brice. “Een van de uitdagingen was om alle data te capteren en integreren in het ziekenhuisinformatiesysteem. Het IBIS-portaal speelde daar een belangrijke rol in. Daarmee kunnen we het systeem één keer implementeren en inzetten voor patiënten met meerdere aandoeningen en ook gemakkelijker naasten en mantelzorgers betrekken.”

WWW.COMUNICARE.BE/STARTPAGINA WWW.EUROPAZIEKENHUIZEN.BE


­

­ ­

­

­ ­


Onder welke voorwaarden mogen artsen samenwerken? Groepspraktijken, netwerkpraktijken, wijkgezondheidscentra, multidisciplinaire praktijken … Het verhaal van de alleen werkende arts wordt meer en meer verleden tijd. We zien talloze samenwerkingsvormen ontstaan bij artsen, zij het tussen artsen onderling, dan wel tussen artsen en andere zorgverleners. Deze evolutie heeft heel wat voordelen, zowel voor de arts als voor de patiënt. De arts krijgt de mogelijkheid zich te specialiseren, structureel overleg te plegen, naar een optimale work-life balance te streven, kosten voor medisch materiaal en hulpmiddelen te delen … Voor de patiënt is er een continuïteit van de zorg, en bij multidisciplinaire praktijken een breed spectrum aan zorg, gaande van hulp bij gezondheidsproblemen, over psychologische begeleiding, tot kinesitherapie, inspanningsfysiologie, enzovoort. Bij het aangaan van zo’n samenwerkingsverband is een duidelijk plan nodig. Een plan voor de toekomst, een visie en missie, maar ook een juiste juridische omkadering van de samenwerking. En daar wringt soms het schoentje. De voorwaarden voor samenwerking voor artsen zijn immers wettelijk aan banden gelegd. Het verbod op dichotomie Een eerste basisregel die de wet bepaalt, is het verbod op dichotomie. Dit is het verbod op de verdeling van honoraria onder beoefenaars van eenzelfde tak van de geneeskunde. Artsen en tandartsen vormen eenzelfde tak van de geneeskunde en mogen dus geen erelonen delen. Dit verbod heeft een belangrijk gevolg voor het aangaan van samenwerkingsverbanden: een samenwerking waarbij erelonen gepoold en nadien her-

verdeeld worden, is verboden. Er is echter een belangrijke uitzondering op deze regel. Het verdelen van erelonen is toegelaten als er sprake is van groepsgeneeskunde. Een wettelijke definitie van groepsgeneeskunde ontbreekt, maar uit rechtspraak en rechtsleer kunnen verschillende criteria worden onderscheiden, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke dienstregeling, het gegeven dat een patiënt, bij afwezigheid van een gerichte keuze voor een bepaalde arts, door eender welke arts kan worden behandeld, of onderlinge beschikbaarheid van infrastructuur. Het verbod op winstgevende overeenkomsten Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met het verbod op winstgevende overeenkomsten tussen artsen, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, kinesitherapeuten, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen, en tussen deze zorgberoepers en derden. De wet verbiedt elke overeenkomst van welke aard ook, wanneer deze betrekking heeft op hun beroep en ertoe strekt aan de een of de ander rechtstreeks of onrechtstreeks winst of voordeel te verschaffen. Ookhierisereenuitweg.Indienersprakeisvaneenredelijke vergoeding (die in verhouding staat van een werkelijke en geoorloofde tegenprestatie), dan mogen deze beroepsgroepen wel winstgevende overeenkomsten sluiten. Stelt een arts bijvoorbeeld een kabinet ter beschikking van een kinesitherapeut, en ontvangt hij daarvoor een

redelijke vergoeding, dan is er geen vuiltje aan de lucht. Deze uitzondering geldt zowel tussen artsen onderling, als tussen artsen en andere zorgverleners en derden. Denk aan een onderneming die een volledig uitgeruste kliniek met secretariaat ter beschikking stelt aan zorgverleners. Gevolgen bij niet-naleving van de regels? Een arts die toch samenwerkingen aangaat die vallen onder het verbod, stelt zich bloot aan sancties. Deze kunnen bestaan in een geldboete en/of een tuchtrechtelijk optreden van de Orde met administratiefrechtelijke maatregelen. Ga je een samenwerking aan, let er dan op dat je de juridische grenzen respecteert. Bekijk samen met een specialist welke samenwerkingsvorm voor jou het meest geschikt is. samen slim ondernemen sbb.be/medici

AZ Diest: een nieuw gebouw, een nieuwe wind Op de terreinen van AZ Diest wordt momenteel een grote, gloednieuwe zorgcampus opgetrokken. Vanaf begin 2025 zullen hier heel wat ziekenhuisafdelingen een nieuw onderkomen krijgen. Tegelijk wil het gebouw ook absoluut zijn rol van “community hospital” waarmaken. Lien Cockx, Diensthoofd Kinesitherapie en Ergotherapie, legt uit wat dat betekent.

Het nieuwe gebouw zal onder meer het chirurgisch dagcentrum, de hospitalisatieafdeling geriatrie, revalidatie en moeder en kind huisvesten, maar wordt veel meer dan enkel een plek voor patiënten, zegt Lien. “Het wordt een heel uitnodigend en toegankelijk gebouw, niet alleen voor patiënten en bezoekers, maar ook voor de mensen uit de buurt. Je zal er iets kunnen eten en drinken, er komt een aula en er zal ook een zorgloket in ondergebracht worden. De bezoekers zullen ten volle kunnen genieten van de mooie locatie naast het park waar ook de Demer langs stroomt. Het is ook de bedoeling om patiënten zo snel mogelijk weer te activeren. Zo komt er bijvoorbeeld een patio waar er buitenactiviteiten georganiseerd kunnen worden, een oefenzaal en verschillende lounges, wat van het ziekenhuis een aangename en activerende omgeving maakt. Het wordt dus veel meer dan enkel een zieken-huis.”

Omdat de nieuwbouw onderdak zal bieden aan de revalidatie komt er in de huidige campus meer raadplegingsruimte vrij. De ambulante zorg voor onder andere kinesitherapie kan dan uitgebreid worden, wat een antwoord biedt op de stijgende zorgvraag. Band aanhalen Met de eengemaakte zorgcampus wil AZ Diest ook ten volle zijn rol van ‘community hospital’ opnemen binnen het zorgnetwerk Plexus, onderstreept Lien: een ziekenhuis dat ten dienste staat van zijn omgeving. “We willen bijvoorbeeld heel graag de band aanhalen met lokale huisartsenwachtposten, thuiszorgers en welzijnswerkers, zodat we op een laagdrempelige manier een open huis worden voor alles wat met zorg te maken heeft. Dat is goed voor ons, maar ook voor de inwoners van Diest die in hun eigen regio terechtkunnen voor de zorg die ze nodig hebben.” Zo zal bijvoorbeeld het aantal bedden in de revalidatieafdeling uitgebreid worden. Ouderen die een breuk hebben opgelopen of een heup- of knieprothese hebben gekregen,

zullen hier enkele dagen kunnen revalideren tot ze zich veilig genoeg voelen om terug naar huis te gaan. “Ook revaliderende patiënten van andere disciplines zullen hier op termijn terecht kunnen”, zegt Lien. “Vroeger moesten ze al snel naar omliggende revalidatiecentra. Nu kunnen ze in hun eigen streek blijven. Ook voor familieleden die de patiënt willen bezoeken, is dat natuurlijk een stuk gemakkelijker.” Gezocht: personeel Voor de nieuwe campus is AZ Diest ook al volop op zoek naar extra personeel. “Uiteraard kijken we uit naar zorgpersoneel en artsen, maar ook ingenieurs, technici en mensen die gebouwentechniek in de vingers hebben, zijn zeer welkom”, aldus Lien. “Ik kan alvast zeggen dat er hier een gezellige en warme werksfeer hangt. Iedereen kent iedereen, wat de efficiëntie ten goede komt. En de feestjes? Die zijn top!” besluit Lien.


Interview

Fokus-online.be 12

Isabel Leroux-Roels

‘Verplichte vaccins werken contraproductief’

Door Daan Vanslembrouck Foto’s • Gregory Van Gansen


13 #FokusHealthcare

Interview

W

einig onderwerpen die de afgelopen jaren zo vaak voor verhitte discussies zorgden – binnen de maatschappij, maar ook tussen families, collega’s of vrienden – dan vaccinatie. De coronapandemie deed ons bewust of onbewust anders kijken naar vaccins. Professor Isabel Leroux-Roels, diensthoofd Centrum voor Vaccinologie aan het UZ Gent, verheldert.

Iedereen speelt voor dokter Google, maar nadien ga je toch naar een arts om te weten wat er echt scheelt.

Is de rust na de hevige coronajaren op uw dienst enigszins teruggekeerd? “Eigenlijk niet (lacht). Het lijkt nog drukker dan voor corona. De aandacht voor vaccins lijkt alleen maar toegenomen, met bijvoorbeeld veel vraag naar nieuwe studies van farmaceutische bedrijven. Maar ook de vraag naar podcasts, lezingen en webinars blijft hoog. Ook tijdens de pandemie zijn we natuurlijk op alle vlakken verder blijven werken. Een van mijn persoonlijke werkpunten blijft bijvoorbeeld dat ik ervoor ijver om vaccinologie opnieuw in de opleiding verpleegkunde en geneeskunde te krijgen.” Er is een toenemende aandacht van bedrijven, maar hoe staat de burger na corona tegenover vaccins? “Sommigen zijn wel sceptisch. Mensen horen het liefst niets meer over dat coronavirus. In de pandemie was er een dagelijkse honger naar nieuws. Nu het virus ons niet meer wakker houdt is er snel een overdosis. Corona heeft een polarisering teweeggebracht waardoor we plots met voor- en tegenstanders van vaccins te maken kregen. Ik hoop alleen dat die negatieve perceptie tegen vaccins wegebt. Vaccintwijfel en -moeheid vormen volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wereldwijd een van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid.” Wordt er na corona minder gevaccineerd tegen pakweg griep of mazelen? “Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar in Vlaanderen vindt elke vier jaar een studie plaats over de vaccinatiegraad van onze bevolking. De vorige was positief, maar vond plaats aan het begin van de pandemie. De pandemie zelf had weinig impact op de vaccinatiegraad tegen andere ziektes omdat het CLB en Kind en Gezin in ons land verder bleven werken. In andere landen was dat niet zo, waardoor je een daling zag van de vaccinatiegraad met uitbraken van ziektes zoals mazelen tot gevolg. De mazelen zijn daarvoor een goede indicator, want het is een zeer besmettelijke infectieziekte die snel de kop opsteekt als de vaccinatiegraad onder de 95 procent zakt. Sowieso is elke daling van vaccinatiegraad verontrustend, en dus heel belangrijk om op te volgen.” Het mazelenvaccin is niet verplicht. Betekent dit dat de Belgische bevolking zich trouw laat vaccineren? “Eigenlijk wel. Dat maakt het dan ook niet nodig om zo’n vaccin te verplichten en dat is positief. Vaccins verplichten werkt vaak contraproductief. Mensen moeten een positieve en bewuste keuze kunnen maken. Tijdens de pandemie verplichtte men vaccinatie indirect, bijvoorbeeld door

je enkel op restaurant te laten gaan als je gevaccineerd was. Ik begrijp dat die maatregel toen nodig was, maar het heeft de anti-gevoelens bij sommige mensen jammer genoeg aangewakkerd.” Waar liggen de grootste uitdagingen de komende jaren inzake vaccinologie? “In het behouden van onze excellente vaccinatiegraad. Door rumours kan het vertrouwen in vaccinatie serieus dalen. Het kan ertoe leiden dat mensen, meestal op basis van emotie, beslissen om zich niet meer te laten vaccineren en dat kan zeer ernstige gevolgen hebben. Ondanks een zeer veilig vaccin is Japan in 2013 gestopt met het vaccineren tegen baarmoederhalskanker veroorzaakt door HPV. Na negen jaar is dat weer hervat, maar er is berekend dat door deze pauze 5700 jonge vrouwen zullen overlijden aan de ziekte. Dat was dus perfect te vermijden.”

Rumours als in ‘fake news’ op sociale media? “Precies. Zulke dingen ontstaan plots. Iemand heeft een bijwerking gehad, vertelt zijn verhaal op sociale media en dat wordt grootschalig opgepikt door bepaalde doelgroepen. Het zijn echochambers die de perceptie in een neerwaartse spiraal dompelen. Dat is een gigantische bedreiging. We moeten met onze campagnes ook mikken op verschillende doelgroepen. Vroeger was de bevolking an sich de doelgroep, nu is dat meer versnipperd.” Onze samenleving is divers geworden. Ligt daar een extra uitdaging? “Niet alleen daarin. We merken ook een verschil in leeftijd. Jongeren hebben meer wantrouwen tegenover vaccins dan ouderen. De vaccinatiedoelstellingen die we tegen 2030 willen bereiken worden momenteel in kaart gebracht en daarbij kijken we niet alleen naar doelgroepen, maar ook naar betaalbaarheid en communicatie. Er moet een actieplan komen om moeilijk te bereiken doelgroepen toch te sensibiliseren om zich te laten vaccineren. Wat ik net vertelde over

sociale media, fake news en rumours speelt zich soms echt af binnen een heel specifieke bevolkingsgroep. We moeten dat weten om onze communicatie daarop aan te passen.” Het gevaar van die sociale media is al een paar keer aangehaald… “Op internet is alles te vinden, maar de betrouwbaarheid inschatten blijft van primordiaal belang. Iedereen speelt voor dokter Google, maar nadien ga je toch naar een arts om te weten wat er echt scheelt. Naast het in stand houden van die vaccinatiegraad moeten mensen ook weten waar ze terechtkunnen voor eerlijke informatie. Dat is bij artsen, apotheken, zorgpersoneel of betrouwbare websites van ziekenhuizen of instellingen die waken over kwaliteitsvolle berichtgeving.” Welke misvattingen over vaccinaties wilt u graag de wereld uit helpen? “Er zijn er veel, maar ik ga er twee uitkiezen. Om te beginnen de langetermijneffecten van vaccins. Bijwerkingen verwacht je op het moment dat ze een immuunreactie opwekken. Een vaccin wordt verder door het lichaam vrij snel weer afgebroken. Vanaf zes weken na het toedienen hoef je geen bijwerkingen meer te verwachten. Mensen denken echt soms dat ze door een vaccin tien jaar later kanker kunnen krijgen. Je zult mij nooit horen zeggen dat er geen bijwerkingen kunnen zijn, maar vaccins zijn zeer veilige producten en veel beter onderzocht dan de meeste geneesmiddelen. Omdat ze preventief worden toegediend tolereert men veel minder bijwerkingen dan bij geneesmiddelen. Een tweede misvatting die ik wil aanstippen, is dat mensen soms kiezen tussen een griep- of coronavaccin omdat ze bang zijn dat hun immuniteit anders te zwaar op de proef wordt gesteld. Wel, ik kan je vertellen: ons lichaam kan op dat vlak heel veel aan. Je immuunsysteem heeft een oneindige capaciteit om te reageren op vreemde indringers. Je kunt het niet overbelasten door toediening van één of enkele vaccins. Vaccins zijn ook zeer gezuiverde vormen van een virus of bacterie waardoor het voor ons lichaam echt peanuts is om hierop te reageren.”

3 Vragen aan... Hans Constandt FAQIR foundation

Wat is het belang van data in de gezondheidszorg? “We zitten op een gigantische berg data, maar ontsluiten deze onvoldoende. Als je sneller over de juiste data beschikt, kan je de patiënten sneller aan de juiste onderzoeken, therapieën of geneesmiddelen helpen. Data redt mensenlevens. Bedrijven, zorginstellingen en uiteindelijk de maatschappij besparen tijd en geld. Nu gebeurt dat suboptimaal. Uiteraard is het beschermen van de persoonlijke levenssfeer van patiënten essentieel om het vertrouwen in datasolidariteit te verhogen.” Welke evolutie ziet u daarin? “Met de komst van AI, ML, 5G en computerkracht zit alles in een stroomversnelling maar we mogen niet vergeten dat goede kwaliteit, context en veiligheid van data essentieel is. Algoritmes moeten ook supervisibel, leesbaar en auditeerbaar zijn. AI is een bondgenoot. AI zal geen mensen vervangen, maar mensen die AI gebruiken gaan deze vervangen die ze niet gebruiken. We moeten het juiste doen, op het juiste moment.” Data en mensen helpen is de rode draad in uw loopbaan? “Mijn drijfveren zijn: Hoe kunnen we mensen helpen met slimmer gebruik van data. En hoe kan dat waarde creëren of een duidelijke economische impact. Ook nu met mijn nieuwe startups FAQIR en het reeds operationele MedEx.health. Met FAQIR willen we samen het beste, veilige ecosysteem van persoonlijk datakluizen bouwen met hoogwaardige gezondheidsgegevens voor individuen, professionals en onderzoekers. Dit ecosysteem rollen we volgend jaar uit.”


Bent u een zorgverstrekker en neemt u deel aan een wetenschappelijke opleiding of bijeenkomst? En laat u zich hiervoor sponsoren* door een farmaceutische/medische hulpmiddelen firma? Respecteer de wetgeving en neem deel met een gerust geweten.

Vraag naar het Mdeon Visumnummer* en vermijd zo een strafsanctie en/of geldboete!

*Indien u als zorgverstrekker sponsoring ontvangt rechtstreeks of onrechtstreeks van een farmaceutische of medische hulmpiddelen firma om deel te nemen aan een wetenschappelijke bijeenkomst die plaatsvindt over meerdere opeenvolgende kalenderdagen (of indien u minstens 1 overnachting krijgt aangeboden), dan kan dit enkel indien deze firma u voorafgaandelijk een Mdeon visumnummer bezorgt. Zonder visumnummer riskeert u een strafsanctie en/of een geldboete. Voor meer info kan u terecht op www.mdeon.be of via mail aan secretariaat@mdeon.be.

Het geslaagde huwelijk tussen IT en life-

science: “Er is in deze sector geen terug-

houdendheid naar nieuwe technologie toe” Het in Gent gevestigde Codevid ontwikkelt al tien jaar software-oplossingen op maat voor de lifescience-sector, met – zij het niet exclusief – focus op de domeinen biotech en medtech. “Vandaag kijken we vooral naar de mogelijkheden die machine learning en AI bieden”, aldus de founder en CEO. De ambitie van Codevid? Softwareoplossingen ontwikkelen die de klant toelaat om tot innovatieve diagnostische producten te komen die het leven van patiënten verbeteren en/of de wetenschap vooruithelpen. Die oplossingen gaan van software die meetinstrumenten aanstuurt tot de implementatie van complexe algoritmen die gegevens analyseert en visualiseert en op die manier tot betere én snellere interpretatie leidt. “Hoewel wij ook software maken voor medical devices, zit onze grootste expertise in datacaptatie en de analyse daarvan”, aldus Codevid-founder en -CEO David Van Canegem. “Zo hebben wij in de coronaperiode gewerkt op twee COVID-tests, om op basis van de data uit sensoren te detecteren of iemand ziek was. Vandaag kijken we dan weer vooral naar de mogelijkheden die machine learning en AI bieden: gezien de steeds grotere

datasets waarmee gewerkt wordt, zit daar namelijk enorm veel potentieel in. Zo loopt momenteel, in samenwerking met de KUL en de Militaire School, een project in geavanceerde militaire gezondheid om AI te integreren in beademingstoestellen. Je moet weten dat vandaag een beademingstoestel één iemand kan beademen, wat de capaciteit heel laag maakt en de kost om meerdere mensen te redden net heel hoog. Daarom willen we het mogelijk maken om met één toestel meerdere patiënten te beademen. Alleen zijn de longen van iedere mens uniek en komen er dus enorm veel parameters bij kijken. Wat wij doen, is met behulp van AI de data uit die parameters capteren en analyseren, zodat op basis van de interpretatie daarvan een model gemaakt kan worden dat meerdere patiënten kan aansturen en beademen.” Kijken naar het buitenland “We hebben de ambitie om te groeien als bedrijf. Vandaag hebben we ongeveer 25 medewerkers, maar dat mogen er meer worden. Daarnaast willen we in 2024 ook wat internationaliseren: we richten ons vandaag voornamelijk op Vlaanderen en Nederland, maar we zijn ook actief binnen een

paar Europese trajecten, dus wie weet komen we zo tot nieuwe projecten in het buitenland.” “Ons grote voordeel is dat we in een innovatieve en innoverende sector werken, zonder terughoudendheid naar technologie. De keerzijde is dat we heel vaak met IP geconfronteerd worden: wat doe je bijvoorbeeld met data in de cloud op een server die niet van ons is? Heel lastig, maar anderzijds kan je – gezien de steeds grotere schaal en datasets – niet wegblijven van dat cloud-verhaal. “Daarnaast zijn er ook verschillende standaarden waar onze oplossingen en systemen aan moeten voldoen, waardoor je een heel strikt kader creëert waarbinnen je moet werken. Dus voor de eerste letter code is geschreven wordt, is er al een gans proces geweest om alles correct in te richten. Dat maakt het allemaal heel uitdagend, maar net ook boeiend.”

David Van Canegem Founder & CEO


“Wij willen een cultuur waar duurzaamheid een belangrijke plaats krijgt” Ongeveer elke organisatie is vandaag de dag bezig met duurzaamheid. Voor ziekenhuizen is dat niet anders. Wat betekent duurzaamheid voor het AZ Zeno in Knokke-Heist? Wat komt er allemaal bij kijken? En hoe implementeren ze dit? Algemeen directeur Patrice Buyck legt uit. Voor zijn duurzaamheidssinspanningen liet AZ Zeno zich inspireren door de 17 ESG-doelstellingen van de VN, zegt Patrice. “We hebben die doelstellingen in onze beleidsplannen opgenomen en elk diensthoofd gaat ermee aan de slag. Ze bestrijken een breed spectrum aan werkterreinen, van omgeving en infrastructuur over welzijn en zorg tot hr en afvalbeheer.”

sportambassadeurs over feel good-ambassadeurs tot welzijnsfocusgroepen”, zegt de directeur. “Zo willen we ons gezond houden. Ook in de zorg naar onze patiënten trekken we die lijn uiteraard door. We zetten zo veel mogelijk in op preventieve geneeskunde, in al zijn facetten. Ons gebouw voldoet bijvoorbeeld aan de normen van een ‘healing environment’, waarbij er extra aandacht is voor lawaaibestrijding, privacy en luchtkwaliteit. Vooral de uitgebreide lichttoetreding in het gebouw is hierin cruciaal, zowel in ruimtes voor patiënten als voor medewerkers. Ook voeding is een integraal onderdeel, voor ons is goed eten een vorm van therapie. Wij telen jaarlijks zelf 25 ton aan biogroenten en hebben een voedselbos met meer

“Het model zoals we het vandaag kennen, staat voor een enorme omwenteling” Zo voorziet AZ Zeno vanaf 2024 zelf in ruim 60 procent van zijn energiebehoefte, via onder meer zonnepanelen, warmteboilers en geothermie. “De resterende 40 procent willen op termijn ook invullen, al moeten we nog bepalen hoe we dat precies gaan aanpakken”, legt Patrice uit. “Daarnaast vangen we ook regenwater op om de toiletten door te spoelen en houden we organisch afval apart om er biogas van te maken. Soms zitten er ook kleinere maatregelen tussen. De ventilatie in de operatiekwartieren werkte vroeger op tijdsschema’s, nu zitten daar bewegingsdetectoren. En onze papieren folders vervangen we zo veel mogelijk door QR-codes, waardoor ze digitaal beschikbaar komen. Dat wil niet zeggen dat we er al zijn. In bijvoorbeeld de triage tussen plastic en ander afval kunnen we nog stappen zetten.” Healing environment Niet alleen in de infrastructuur worden inspanningen gedaan. Ook wat betreft welzijn en mensen lopen er programma’s bij AZ Zeno. “Dat gaat van

dan 1000 fruitbomen. Alle voeding – gekocht of geteeld – koken we ook zelf en we proberen daarbij zo weinig mogelijk afval te genereren.” Nog een interessant concept dat AZ Zeno toepast, is de zogenoemde integratieve zorg. “Naast onze klassieke zorg is dat pluszorg die we aan bijvoorbeeld kankerpatiënten aanbieden, volgens de positieve benadering. Deze streeft naar veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de patiënt. Dat gaat dan bijvoorbeeld over bewegingstherapie, samen lezen, yoga, acupunctuur… We bieden dat zowel ambulant aan als in het zorghuis. Uit studies blijkt dat dit de overlevingskans van de patiënt positief beïnvloedt en het past ook in onze visie om de patiënt holistisch te benaderen.” Wat telezorg betreft, zijn er bij AZ Zeno wel enkele proefprojecten om extra muros aan zorg te doen, bijvoorbeeld door patiënten bloedanalyses thuis te laten uitvoeren, maar verder dan dat gaat het nog niet. “Dat heeft vooral met de krappe financiering te maken”, vertelt Patrice. “Onze financiële middelen reiken voorlopig zo ver nog niet. Bovendien zijn

er hier ook nog wel enkele juridische knopen te ontwarren, bijvoorbeeld over de aansprakelijkheid van artsen.” Mensen dragen verandering Bij het implementeren van dit soort maatregelen komt ook wel een stukje change- en peoplemanagement kijken, zegt Patrice. “Ik geloof niet dat we dit allemaal manu militari moeten opleggen aan mensen. Ons uiteindelijke doel is dat duurzaamheid een cultuur wordt die breed wordt gedragen binnen de organisatie, op een natuurlijke, organische manier.” Hoe dan ook zijn de ambities van AZ Zeno niet min en Patrice steekt ze ook niet onder stoelen of banken. “Wij willen inspirerend zijn en hebben absoluut de ambitie om als voorbeeld te fungeren als het ‘duurzaamste ziekenhuis’. Over tien jaar is dit ook geen issue meer. Duurzaamheid wordt dan net zo vanzelfsprekend in een ziekenhuis als hygiëne. Ook wat betreft mensen, dat heeft onder meer te maken met de druk op de arbeidsmarkt. Voor zorgprofielen is die gigantisch. Ik denk ook niet dat ziekenhuizen de komende jaren nog geweldig gaan groeien qua capaciteit. We gaan zorg op een andere manier moeten invullen. Acute zorg zal nog in een hospitaal toegediend worden, maar voor opvolging zullen we veel meer gaan werken met ‘zorghotels’ of zelfs gewoon bij de patiënt thuis. Of via een mengvorm daarvan. Het model zoals we het vandaag kennen, staat voor een enorme omwenteling. Pakweg vaste contracten en de klassieke arbeidsmodellen zullen plaats moeten maken voor andere vormen, zoals de huidige flexi-jobs. En om genoeg artsen en verplegend personeel aan te trekken, zal het ziekenhuis zichzelf aantrekkelijk genoeg moeten maken. Dat is het omgekeerde van hoe het er vroeger aan toe ging.”

Patrice Buyck Algemeen directeur


Expertpanel • Zorgen voor onze zorgmedewerkers

Fokus-online.be 16

Preventie en ondersteuning zijn cruciaal Meer dan ooit moeten we zorgen voor onze zorgmedewerkers. Ook zij kunnen door de toename van onze zorgeisen en het personeelstekort geconfronteerd worden met mentale problemen. In 2022 kreeg Arts in Nood 287 noodoproepen binnen van artsen die worstelden met hun mentale gezondheid. In de eerste 5 maanden van 2023 waren dat er al zo’n 190. Door Daan Vanslembrouck

Prof. Dr. Lode Godderis

Centrum voor Omgeving en Gezondheid (KU Leuven) en IDEWE

Dr. Raymond Vandebeek Bestuurder en mentor Doctors4doctors

Dr. Jeroen van den Brandt Voorzitter Domus Medica

Waarom zien we zo’n stijging in de mentale problemen bij het zorgpersoneel? Is de druk zoveel groter geworden?

“Tijdens de coronaperiode moest het zorgpersoneel werken in vaak moeilijke, snel wijzigende en onzekere omstandigheden. Na elke golf was het vervolgens vooral zaak om snel de uitgestelde zorg opnieuw in te halen. De druk kon dus nooit echt van de ketel. Momenteel kampt de zorg met een toenemend tekort aan personeel. De ervaren werkdruk ligt hoog. Daarnaast vinden veel zorgverleners dat de administratieve belasting te hoog is en ten koste gaat van patiëntentijd. Dat geeft het gevoel niet in staat te zijn de zorg te bieden die patiënten nodig hebben. Ook blijven de zorgnood en -vraag toenemen, samen met de vergrijzing van de bevolking.”

“Er is inderdaad verhoogde druk vast te stellen binnen de zorg en dat weerspiegelt zich op drie fronten. Allereerst is er het grote basisveld van het tijdsgewricht waarin we leven met zijn specifieke, steeds complexere uitdagingen. Daarnaast is er het bijzondere maatschappelijke veld met zijn specifieke eisen en organisatie wat betreft structuur en gezondheidszorg. En ten slotte is er het individuele veld: de ‘maakbare’ mens. We staan voor de steeds grotere uitdaging om onszelf te vormen in overeenstemming met de vele eisen en verwachtingen van onszelf en de maatschappij.”

“Door de pandemie heeft de huisarts zich meer moeten richten op het beschermen van de grotere populatie in plaats van het een-op-eencontact. Het takenpakket werd hierdoor langere tijd enger (testen, telefonische triage, administratie) waardoor ook de relatie arts-patiënt verschraalde. Terwijl de huisarts op een goede wijze deed wat de maatschappij van hem verlangde, bleven waardevolle contacten uit die de ‘goesting’ van de huisarts op peil hielden. Na de pandemie was er een stuwmeer van problemen bij chronische patiënten die niet of onvoldoende waren opgevolgd. De vele psychosociale problemen die vaak moeilijker door te verwijzen waren vragen veel empathisch vermogen van huisartsen.”

Welke oplossingen kunnen een meerwaarde bieden op korte en lange termijn?

“Door een combinatie van beleidsmaatregelen, institutionele initiatieven in ziekenhuizen en investeringen in infrastructuur en technologieën werken we aan een gezondheidszorgsysteem dat zorgprofessionals ondersteunt, hun welzijn bevordert en de kwaliteit van zorg voor patiënten verbetert. Het aanpakken van de uitdagingen voor zorgprofessionals is cruciaal om een veerkrachtig en duurzaam gezondheidszorgsysteem op te bouwen dat klaar is voor de uitdagingen van de toekomst. Op overheidsniveau zijn er maatregelen nodig om interprofessionele samenwerking te bevorderen, interne mobiliteit aan te moedigen, flexibiliteit in het rooster toe te staan en waardering van zorgprofessionals te bevorderen.”

“Een organisatiemodel ontwikkelen dat tegemoetkomt aan de noden van de patiënt en van de zorgverlener. Een inspirerend concept is het model van positieve gezondheid van Machteld Hubert. Het model van de arts als enige eindverantwoordelijke moeten we in vraag stellen. Is dit nog houdbaar? Moet een arts niet meer een ‘bruggenbouwer’ zijn, een gids met specifieke medische en technische kennis? Daarnaast dringt een vereenvoudiging van administratieve patronen zich op, een systeem van meer IT-support en minder attesten en regelgeving. Denk aan elektronische patiëntendossiers die met elkaar worden verbonden, een veilig mailsysteem en het elektronisch ondertekenen van documenten.”

“Samen met de overheden moeten we het takenpakket van de huisarts goed bewaken. Wat is wetenschappelijk onderbouwd? Wat heeft de grootste impact voor burgers? Zeker als er meer taken vanuit de tweede lijn naar de eerste lijn gaan, zullen er meer huisartsen moeten kunnen afstuderen. Daarnaast zijn we in België helaas hekkensluiter qua samenwerking in onze praktijken. Taakdelegatie en dus samenwerking met praktijkassistenten en verpleegkundigen kunnen helpen meer te focussen op de kerntaken. Aangezien Vlaamse huisartsen terecht hun nabijheid tot hun patiënten koesteren, is het belangrijk dat dit gebeurt op het tempo van de huisartsen.”

In welke mate kunnen preventie en ondersteuning dit voorkomen?

“Preventie en ondersteuning van zowel de individuele zorgverlener als de instellingen zijn cruciaal. Er is nood aan een investering in de implementatie van welzijnsprogramma’s op de werkplek, zowel op individueel als op organisatieniveau. Primaire preventie moet proberen een burn-out te voorkomen door het identificeren en aanpakken van risico’s, het opvolgen van de (mentale) gezondheid en het opleiden van managers én werknemers. Secundaire preventie moet de veerkracht van mensen én teams verbeteren en hen leren om te gaan met de uitdagingen. Tertiaire interventies hebben tot doel mensen die een burn-out ervaren te re-integreren door het werk af te stemmen op hun noden en behoeften.”

“De rol van preventie is belangrijk en komt tot stand door het aanbieden van specifieke vormingen zoals verbindende communicatie, trainingen in het eigen functioneren en opleidingen die het zorgpersoneel moeten behoeden voor een burn-out. Deze geven inzicht en verbeteren het eigen functioneren. Ook de peersupport hierbij is een niet te onderschatten pijler om de veerkracht te verhogen. Het is belangrijk dat alle instanties de noodzaak van preventie inzien zodat we in de toekomst problemen kunnen voorkomen voor ze zich echt stellen.”

Healthcare Aflevering 25

Patiënt centricity: van patiënt naar partner in de gezondheidszorg

“Huisartsen zoeken voor zichzelf vaak (te) laat hulp. We zullen in het kader van preventie dus vooral de arbeidsomstandigheden goed moeten houden. In die zin geven patiëntenstops meer belasting bij praktijken en veroorzaken ze soms een domino-effect. Het begeleiden van startende en stoppende huisartsen kan ervoor zorgen dat er een betere spreiding is van huisartsen over Vlaanderen. Het is belangrijk dat we met incentives jonge collega’s proberen te enthousiasmeren om naar landelijke regio’s te gaan. Huisartsenkringen kunnen hierin samen met gemeenten een rol spelen.”


HOE UZ LEUVEN INZET OP WELZIJN:

“Participatief werken is de sleutel tot succes” ‘Zorgen voor mensen’ wordt in de context van een (academisch) ziekenhuis doorgaans patiëntgebonden geïnterpreteerd. Maar een organisatie als UZ Leuven, goed voor 10.000 medewerkers, kan niet draaien zonder focus op zorg voor de eigen mensen. Daar kan innoverende HR een wereld van verschil in maken. Lieselot Steenbeke & Peter Hermans Foto © UZ Leuven, Wim Feyaerts

Personeelsdirecteur Peter Hermans en head of training and development Lieselot Steenbeke kwamen respectievelijk twee jaar en één jaar geleden aan boord van UZ Leuven, met als opdracht een nieuwe wind door het personeelsbeleid te laten waaien. “Toen ik hier begon, merkte ik dat er heel wat leefde op de werkvloer, medewerkers waren niet tevreden maar wat er exact speelde werd niet uitgesproken”, begint Peter. “Maar hoe pak je dat concreet aan in een organisatie met meer dan 10.000 mensen? We zijn begonnen met een engagementsmeting, om aan de hand van de resultaten een actieplan uit te werken.”

Bottom-up in plaats van top-down “We hebben dat gedaan vanuit een heel participatieve benadering, omdat we tot thema’s wilden komen waar iedereen die dat wilde concreet aan kon meewerken. Uiteindelijk hebben we negen thema’s uitgekristalliseerd, die we verder aan het concretiseren zijn. Aan elk thema is een kerngroep gekoppeld die heel actief meewerkt, net als verschillende klankbordgroepen die instaan voor feedback. Puur omdat we af wilden van de top-down benadering, die hier, zoals vaak in megaorganisaties, bestaat en tot ongenoegen leidt. Dat was dan ook ons vertrekpunt: laat de mensen die dagdagelijks in de zorg staan ook met ideeën en initiatieven komen. Geef mensen een stem, verantwoordelijkheid en ownership. Luister, ga daarmee aan de slag en betrek ze bij het beleid.” “De uiteindelijke doelstelling is om het welzijn van iedereen te verbeteren”, vult Lieselot aan. “Er wordt in een academische ziekenhuis als UZ Leuven heel veel verwacht van verpleegkundigen

uzleuven.be

en zorgprofessionals. Meer nog dan in ‘standaard’ ziekenhuizen, omdat hier pathologieën behandeld worden waar andere instellingen niet voor uitgerust zijn. De verwachtingen zijn dus groot, wat inhoudt dat je ook meer moet inzetten op welzijn van die zorgprofessionals. Hier werd vaak aan voorbij gegaan, ook omdat medewerkers moeilijk zelf hun grenzen stellen: ze blijven doorgaan, gedreven door hun ambitie om mensen te helpen. De COVID-periode heeft ons getoond wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Met innovatieve HR-initiatieven trekken we daarom voluit de kaart van het verzekeren van well-being.”

Durven zeggen wat je denkt Zo zijn er vandaag binnen UZ Leuven welzijnscoaches met klinisch-psychologische achtergrond, waar medewerkers bij terecht kunnen, net als zorgcollega’s, peersupport, stafleden en verwijzing naar externe contacten voor meer gespecialiseerde ondersteuning. “Verder is er een arts-coach die zich specifiek richt op de artsen binnen het universitair ziekenhuis. We hebben een uitgebreid traject rond leiderschap voor hoofdverpleegkundigen en andere leidinggevenden in de zorg”, duidt Peter. “Ook zijn we een proces aan het ontwikkelen voor medische diensthoofden, met vragen als: wat is leiderschap? Wat betekent dat in relatie tot mijn medewerkers en hoe ik met hen omga? Hoe kan dat anders? Daarnaast zijn we het concept psychologische veiligheid aan het introduceren: kan ik in een team of groep zeggen wat ik denk zonder schrik te moeten hebben voor mijn relatie met die mensen? “Eigenlijk gaat dat over transparant kunnen en durven zeggen wat je denkt, zonder schrik te

hebben iets fout te zeggen of vragen te stellen. Want in een academische setting denken mensen dat je altijd alles moet kennen en weten, wat natuurlijk onzin is.”

Participatieve besluitvoering “In lijn daarmee zetten we ook in op participatieve besluitvoering”, aldus Lieselot. “Zorg dat iedereen gehoord wordt als er besluiten worden genomen, of dat er minstens een participatief debat heeft plaatsgevonden. Dat bleek namelijk ook een van de werkpunten die uit de engagementsmeeting kwam: breng medewerkers dichter bij het beleid en bij de besluitvorming. Dat kadert binnen het gegeven deep democracy, een methode die we nu aan het introduceren zijn. “Verandering is vaak moeilijk, omdat mensen een haast aangeboren aversie voor change hebben. Maar als je dat op dergelijke democratische manier doet, lukt dat. Beter dan wanneer je de dingen er gewoon doorduwt. En ja, dat is een werk van lange adem – een tanker die je moet keren, want we spreken hier over een huis van 10.000 medewerkers. Maar de problemen worden zo wél uitgesproken en aangepakt.” “Je moet daar trouwens ook niet altijd de grootse maatregelen bij voorstellen”, besluit Peter. “Zo hebben we twee jaar geleden een tweewekelijkse nieuwsbrief voor alle medewerkers gelanceerd, specifiek rond hrbeleid. Deze nieuwe communicatie verhoogde de betrokkenheid en wordt sterk geapprecieerd. Of hoe je met een dergelijk bescheiden initiatief al een verschil kan maken.”


Toekomst van de ouderenzorg

Fokus-online.be 18

‘De oudere zélf moet centraal staan’ Door Kim Beerts

D

e uitdagingen voor de ouderenzorg zijn niet min. Er is nu al een plaats- en personeelstekort in de woonzorgcentra, die bovendien niet in trek zijn bij de vele senioren-van-morgen. De sector droomt dan ook van een flexibeler en diverser woonzorgaanbod. De zestigplusser van vandaag loopt niet warm voor een verhuis naar het woonzorgcentrum. “Dat blijft – alle goede en warme zorgen ten spijt – voor velen aanvoelen als de allerlaatste, te vermijden halte. De ouderen van nu willen oud worden in hun eigen vertrouwde omgeving en overwegen andere scenario’s niet, of pas veel te laat”, ervaart Johan Staes, CEO van Vlozo, de koepel van private onafhankelijke woonzorgcentra. Vergrijzingsgolf Er is de laatste jaren nochtans sterk ingezet op de kwaliteit van die woonzorgcentra, en velen smijten zich met hart en ziel voor de bewoners, benadrukt Joost Heremans, directeur van woonzorgcentrum Sint-Barbara in Herselt dat dit jaar zijn honderdjarig bestaan viert. “Vroeger was het ‘pekeshuis’ er voor de gegoede burger: hij woonde er samen met anderen en zorgde er grotendeels voor zichzelf. Vandaag zijn we er voor de zwaar hulpbehoevende ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. In een toekomst waarin we met z’n allen steeds ouder worden zal deze vorm van gespecialiseerde zorgverlening meer dan nodig blijven”, schetst Joost Heremans. Toch denken ze ook in dit woonzorgcentrum na over een andere ouderenzorg. “Omdat we nog maar aan het begin van de vergrijzingsgolf staan en we de steeds grotere toestroom op een kwaliteitsvolle manier willen blijven opvangen, maar ook omdat we merken dat de wensen en verwachtingen van de ‘jonge’ ouderen veranderen. Ze willen keuzevrijheid, autonomie en flexibiliteit, en niet alleen omringd worden door anderen die oud en hulpbehoevend zijn.”

Bij Vlozo sturen ze daarom aan op een Masterplan Ouderenzorg dat die toenemende vergrijzing erkent en erop inspeelt. “Daarin zal de oudere zélf centraal moeten staan”, aldus Johan Staes. “Het zorgaanbod moet persoonsgerichter en gebaseerd op de behoeften zijn. Dat betekent ook meer inzetten op verschillende woonvormen: ik denk aan woonzorgcentra die nog gespecialiseerder kunnen werken in kleinere leefgroepen of aan assistentiewoningen 2.0 met een uitgebreider zorg- en dienstenpakket dan vandaag. Ook oplossingen als zorgzame woonbuurten of de creatie van zorgcampussen moeten meer worden onderzocht.”

We moeten meer inzetten op verschillende woonvormen: woonzorgcentra, assistentiewoningen, zorgzame woonbuurten, zorgcampussen…

Cohousing

— JOHAN STAES VLOZO

Bij Sint-Barbara in Herselt bekijken ze alvast een cohousingproject voor ouderen die nog niet klaar zijn voor een woonzorgcentrum, maar zich wel eenzaam voelen. “De bewoners kunnen er voor elkaar zorgen of rekenen op de diensten van ons woonzorgcentrum, maar het is en blijft een ‘gewone’ woning, die aanvoelt als hun thuis: ze hebben een extra slaapkamer voor de kleinkinderen, kunnen er een feestje geven, en kunnen er werken of relaxen in de tuin.” Er is echter nog heel wat onderzoek nodig voordat die diverse woonvormen-van-morgen er zijn, zowel op praktisch als op financieel en wetgevend vlak. Voor cohousing van ouderen bestaat er bijvoorbeeld nog geen kader, terwijl de markt van de assistentiewoningen de voorbije jaren haast volledig werd overgelaten aan investeerders. Zorgcampussen met daarop verschillende woon- en

zorgunits vragen dan weer om een aangepast ruimtelijk plan, om van het gebrek aan arbeidskrachten – er zijn er zo’n 50.000 extra nodig tegen 2032 – nog maar te zwijgen. Terwijl het, zo benadrukt de sector, intussen vijf voor twaalf is. “Binnen vijf jaar zien we het aantal ouderen en masse toenemen: vanaf dan komen er jaarlijks 153.000 senioren bij. En door die vergrijzing zal ook het aantal mensen met ouderdomsziekten zoals dementie en parkinson fors toenemen”, waarschuwt Johan Staes. “De sector wil zich daar wel op voorbereiden, maar krijgt nog te weinig gehoor bij de overheid. We zullen dus nog meer van ons moeten laten horen, samen met de vrijgevochten ouderen van nu. Het is op hún wensen dat de ouderenzorg zich in de toekomst zal moeten baseren. Die mogen ze dus – luid en duidelijk – kenbaar maken.”

Wat doet Home Cuisine?

Verse maaltijde n aan huis kan vanaf

LEKKER THUIS

Home Cuisine brengt smaakvolle, gezonde en vers bereide gerechten gekoeld bij u aan huis. U hoeft ze enkel nog een paar minuutjes op te warmen in de microgolfoven en klaar. Maak zelf uw keuze uit onze ruime selectie van gevarieerde en evenwichtige dagschotels en keu zemenu’s. Een menu bestaat telkens uit een soep, een hoofdgerecht en een dessert en wordt gekoeld aan huis geleverd.

€ 7,00

Gemakkelijk U beslist zelf hoe vaak u bestelt, wanneer het wordt geleverd en wanneer u de maaltijden zal eten.

Home cuisine zorgt voor een lekker, verse en gezonde maaltijd aan huis, elke dag!

www.homecuisine.be - info@homecuisine.be

Hoe bestellen? U kunt ons bereiken via mail of gratis nummer 0800 19 020. Wij beantwoorden met plezier uw vragen of plannen samen een eerste levering in waarbij u kunt proeven van onze verse maaltijden.

Bel gratis

0800 19 020


Innovatieve oplossingen voor zowel verpleegkundigen als zorginstellingen Toegewijde verpleegkundigen worden soms met uitdagingen geconfronteerd die hen ontmoedigen om in de sector te blijven. Tegelijkertijd is de behoefte aan gekwalificeerd personeel in de zorgsector altijd een dringende kwestie geweest. SOS Healthcare is ontstaan als een initiatief om hierop in te spelen. “Mijn motivatie om SOS Healthcare op te starten komt voort uit mijn twintig jaar ervaring in de zorgsector”, zegt Silvia Beuls.

waarde ligt in het zorgen voor onze verpleegkundigen. Wij luisteren naar hun behoeften, zorgen voor coaching en opleiding en geven hen de waardering waar ook verpleegkundigen naar verlangen. Bij SOS sta je er niet alleen voor, maar ben je deel van een team dat je achter de schermen ook steunt.” SOS Healthcare is een divisie binnen de recruitment & consultancy specialist Bonanza Group.

Bij SOS Healthcare zijn verpleegkundigen en zorgkundigen in loondienst. “Daarnaast werken we ook samen met verpleegkundigen en zorgkundigen met een freelance statuut”, legt Silvia Beuls uit. “Vervolgens zoeken we voor hen een passende opdracht bij ziekenhuizen, woonzorgcentra, ambulante centra en bedrijven die tijdelijk extra personeel met een bepaald expertise nodig hebben. Onze toegevoegde

“Wat ons onderscheidt, is dat we een oplossing op maat bieden, zowel voor verpleegkundigen en zorgkundigen als voor onze klanten”, zegt Silvia Beuls. “Ze genieten niet alleen van de voordelen van een vast dienstverband, maar het stelt hen in staat om hun passie voor de zorg voort te zetten met de flexibiliteit om op diverse projecten en locaties te werken en hun kennis te delen. Aan de andere kant voorzien we zorginstellingen van

‘Oplossingen op maat’

continuïteit en van gekwalificeerd personeel met bepaalde expertise op momenten van dringende behoefte.” SOS Healthcare biedt verpleegkundigen en zorgkundigen de mogelijkheid om hun professionele ontwikkeling verder uit te breiden, via gerichte opleidingen. Silvia Beuls: “Dit niet alleen ten behoeve van henzelf, maar ook om meer gekwalificeerd en veelzijdig zorgpersoneel aan te bieden aan onze klanten. Door in te zetten op continue educatie hopen we mee bij te dragen aan een versterking van de kwaliteit van de zorg.” ‘Duurzame impact’ Projectstaffing heeft de potentie om een cruciale rol te spelen in de toekomst van de zorgsector. Een sector waar flexibiliteit en efficiëntie steeds belangrijker wordt. “Onze nadruk op opleiding en ontwikkeling zal blijven bijdragen aan de groei van hooggekwalificeerd zorgpersoneel”,

weet Silvia Beuls. “We blijven toegewijd aan het bieden van innovatieve oplossingen die zowel verpleegkundigen en zorgkundigen als zorginstellingen ten goede komen. Ons doel is om een brug te slaan tussen de behoeften van zorgprofessionals en de eisen van de zorgsector, en zo een duurzame impact te creëren.”

Contacteer ons: Hebben jullie een vraag over onze dienstverlening? Hoe wij jullie kunnen helpen om de continuïteit in de zorg voor jullie patiënten te verzekeren? Of maak je graag een afspraak voor een vrijblijvend gesprek? info@soshc.be

Silvia Beuls

Oprichter en managing partner SOS Healthcare

Laat je passie voor zorg schitteren! Zorg Leuven zoekt straffe collega’s: • kinderbegeleider (consulent) • onthaalouder • pedagogisch teamleider kinderopvang Ontdek ons warm aanbod via www.zorgleuven.be/vacatures


Smartlist • Het belang van vrijwilligerswerk

Fokus-online.be 20

Gezocht: helpende handen en luisterende oren Vrijwilligerswerk speelt een cruciale rol in de zorgsector, waarbij toegewijde individuen hun tijd en talenten inzetten om anderen te helpen. Voor zorgorganisaties zijn vrijwilligers een onschatbare aanwinst, waardoor ze betere zorg en ondersteuning kunnen bieden aan hun cliënten. En de zoektocht naar helpende handen of luisterende oren stopt nooit.

Door Lieven Desmet

Wat met het financiële plaatje? In ons land zijn honderdduizenden vrijwilligers actief bij zorginstellingen. Als vrijwilliger verdien je strikt genomen geen loon, maar je kunt wél een onkostenvergoeding ontvangen. Die is onder bepaalde voorwaarden niet-belastbaar. Zo mag je als vrijwilliger geen beroepsrelatie hebben met de vereniging voor de uitgevoerde activiteiten, en de vereniging waarvoor het vrijwilligerswerk gedaan wordt mag niet tot doel hebben om winst te maken. Vrijwilligers in de zorg mogen dit jaar tot een maximumbedrag van 4067,05 euro als onkostenvergoeding ontvangen. Onkostenvergoedingen voor werkelijke kosten – zoals maaltijden, drank of gsm-gebruik – mogen ‘niet abnormaal hoog’ liggen en dus niet gelden als verdoken loon. Er is een kilometervergoeding van 0,4201 euro per kilometer voor de werkelijk bewezen vervoerskosten met de eigen auto, motor- of bromfiets tot maximaal 2000 kilometer per jaar. Voor het gebruik van de fiets geldt een vergoeding van 0,25 euro per kilometer. Als een vrijwilliger een van de grenzen overschrijdt, worden alle inkomsten uit dat vrijwilligerswerk belastbaar. Hij moet dan het volledige bedrag opnemen in zijn belastingaangifte. Als hij voor dat bedrag kan bewijzen dat het gaat om de terugbetaling van eigen kosten die hij aan de vereniging voorgeschoten heeft, zijn de vergoedingen niet belastbaar. Als hij maar voor een gedeelte van het bedrag de bewijzen kan leveren, zal dat deel niet belastbaar zijn. De rest van het bedrag blijft wel belastbaar, ook als het opnieuw onder de grensbedragen blijft.

Kom op tegen Kanker “Voor een organisatie als Kom op tegen Kanker is de inzet van vrijwilligers van onschatbare waarde. Zonder hen kunnen we niet bestaan”, zegt Sarah Ostyn, stafmedewerker vrijwilligers. Kom op tegen Kanker vermijdt, bestrijdt en verzacht kanker en mobiliseert zoveel mogelijk mensen om zich als vrijwilliger mee in te zetten tegen kanker. “We kunnen rekenen op 450 zorgvrijwilligers, 2500 actievoerders als trekkers van de teams, 100 eventvrijwilligers en nog eens 140 vrijwilligers als vertegenwoordiging in onze beleidsorganen en commissies. Een grote groep vrijwilligers zijn de mensen die patiënten en hun naasten bijstaan. Ze zijn actief bij verschillende initiatieven zoals onze Kankerlijn, jongeren- en kinderwerking en in ziekenhuizen. Deze mensen maken tijd en ruimte vrij voor warm, menselijk contact met kankerpatiënten en hun naasten. Ze zijn goede luisteraars en staan altijd klaar voor een goed gesprek wanneer daar behoefte aan is. Zorgvrijwilligers die zich aanbieden hebben tijd en willen iets betekenen voor een ander. Vaak omdat ze zelf te maken hadden met kanker, als ex-patiënt of als naaste. Ze willen iets doen waarmee ze een maatschappelijke meerwaarde creëren, zijn sociaal vaardig en halen veel energie uit sociale contacten.” Vrijwilligers bij Kom op tegen Kanker krijgen een basisopleiding over medische en psychosociale thema’s en gesprekstechnieken om hun vrijwilligerswerk goed te kunnen uitvoeren. “Je houdt er vooral een ontzettend warm en dankbaar gevoel en een flinke portie relativeringsvermogen aan over.”

Rode Kruis De 223 lokale Rode Kruis-afdelingen hebben financieel een aantal moeilijke jaren achter de rug. De nood aan vrijwilligers is dan ook groot. “We tellen op dit moment ongeveer 13.000 vrijwilligers bij Rode Kruis-Vlaanderen”, zegt woordvoerder Joachim Deman. “Vrijwilliger zijn bij Rode Kruis-Vlaanderen is volledig op vrijwillige basis en zal dat ook altijd blijven. Het is immers een van onze core values, er zal dus nooit een financiële vergoeding tegenover staan”, aldus Joachim Deman. Daarnaast zijn er uiteraard wel enkele voordelen aan het opgenomen engagement. “Afhankelijk van wat je precies wilt doen als vrijwilliger worden er tal van opleidingen voorzien. Er is ook een verzekering voorzien tijdens alle activiteiten die je uitvoert voor Rode Kruis-Vlaanderen. Onkosten, zoals verplaatsingen, worden vergoed.” Maar de belangrijkste return als vrijwilliger? “De voldoening die je krijgt van het maatschappelijk relevante werk dat je verricht, uiteraard”, zegt Joachim Deman. Vanwege de grote diversiteit aan activiteiten heeft het Rode Kruis nood aan heel diverse profielen. Van hulp op events, over bloedinzameling tot zorgvrijwilliger. “Jouw talenten en enthousiasme kunnen we absoluut gebruiken. Je vindt vast iets wat je graag doet. Voorkennis of een specifiek diploma is niet nodig, wij geven je een goede opleiding en ondersteuning.”

UZ Leuven Als grootste ziekenhuis telt het UZ Leuven 412 vrijwilligers, die zich dagelijks inzetten, zegt coördinator vrijwilligerswerk Karolien Bartels. “We hebben meer dan 50 verschillende vrijwilligersopdrachten, dus voor iedereen is er wel iets geschikts te vinden. Opleidingsniveau en het al dan niet hebben van ervaring met vrijwilligerswerk zijn van geen belang. Wel verwachten we een minimum engagement van één jaar en dat je voldoende Nederlands begrijpt en spreekt.” Daarnaast is het belangrijk dat je draagkracht voldoende groot is om naar de verhalen van patiënten te kunnen luisteren en die nadien los te kunnen laten. De minimumleeftijd is 18 jaar. “Het UZ Leuven heeft vrijwilligers die een onthalende opdracht vervullen zoals steward, bij de koffieronde in het ambulant centrum of het familieverblijf en vrijwilligers die patiënten aan de inschrijvingskiosken verder helpen”, schetst Karolien Bartels. “Daarnaast is er de groep die met iets concreets tot aan het bed van de patiënt gaat: ijsjes, boeken, kranten/tijdschriften… De derde groep vrijwilligers geeft informatie aan de mynexuzhealthdesk of aan de infodesk rond palliatieve zorgvragen. Tot slot hebben we onze ‘ondersteunende’ vrijwilligers: zij zijn vast verbonden aan een hospitalisatieafdeling en geven extra tijd en aandacht aan de patiënt door een babbeltje te maken, een handmassage te geven…” Voor hun inzet krijgen de vrijwilligers gratis parking, eten aan personeelstarief, een onkostenvergoeding voor het woon-werkverkeer, interne opleidingsmogelijkheden ‘en natuurlijk eeuwige dankbaarheid’.


Optimalisatie van het chirurgisch traject in AZ Herentals: Efficiëntie zonder compromissen in kwaliteit voor patiënt en medewerker Kirsten Verwimp & Anneleen De Wever

Het AZ Herentals zoekt voortdurend naar manieren om de zorg te verbeteren. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op efficiëntie, zonder in te boeten op de beleving van de patiënt. Anneleen De Wever, zorgmanager in AZ Herentals, verduidelijkt: “Een voorbeeld van deze trend is te vinden in de herwerking van het chirurgisch traject in ons ziekenhuis. We zijn erin geslaagd om het chirurgisch proces te stroomlijnen en tegelijkertijd de patiëntervaring te verbeteren. Dit hebben we gedaan door extra focus te leggen op de voorbereiding van onze patiënten, waardoor een rechtstreekse opname op het operatiekwartier mogelijk is.”

Veranderingen in bedbezetting en ligduren

Voorbereiding begint met preoperatieve screening

Aandacht voor de medewerkers

Een cruciale stap in het herwerken van het chirurgisch traject is de invoering van een grondige preoperatieve screening. Anneleen De Wever: “Deze screening zorgt ervoor dat patiënten goed voorbereid zijn op hun operatie, wat niet alleen de efficiëntie vergroot, maar ook de kans op complicaties verkleint. Mogelijke risicofactoren en gezondheidsproblemen van patiënten worden immers al ruim op voorhand zorgvuldig in kaart gebracht.”

Kirsten Verwimp benadrukt: “We trachten elk project gefaseerd aan te pakken om onze medewerkers niet uit het oog te verliezen en hun inbreng in de verschillende fases mee te nemen. Door die projectmatige aanpak werd er in februari 2023 gestart met één aanwervingsbeleid voor de huidige chirurgische afdelingen. Deze medewerkers roteren om zo voldoende vertrouwd te zijn met de verschillende disciplines. Verder werden er opleidingsdagen georganiseerd met de afdelingen samen.”

Naadloze overgang naar voorbereidingsruimten op het operatiekwartier

Met de evolutie naar een kortere verblijfsduur en de verschuiving naar dagchirurgie, is het essentieel om de beschikbare bedden optimaal te blijven benutten. Kirsten Verwimp, verpleegkundig & paramedisch directeur in het AZ Herentals, licht toe: “We willen evolueren naar een disciplineoverschrijdende zorg voor de chirurgische patiënt. Dit zorgt voor flexibiliteit in het beheer van bedden en een betere samenwerking tussen medewerkers van verschillende diensten, mét het behoud van een zorg die aangepast is aan de specifieke behoeften van de patiënt.”

Conclusie Op de dag van de operatie worden patiënten rechtstreeks opgenomen in voorbereidingsruimten op het operatiekwartier en niet langer op een verblijfsafdeling. Dit minimaliseert de wachttijd voor patiënten, voorkomt extra druk op verblijfsafdelingen tijdens de ochtendzorg en zorgt voor een vlotte opstart van het operatieprogramma. Dr. Filiep Bataillie, hoofdarts, besluit: “Het resultaat is een gestroomlijnd chirurgisch traject, waarbij medewerkers en middelen op het juiste moment worden ingezet.”

Nederrij 133, 2200 Herentals www.azherentals.be

Met de herwerking van het chirurgisch traject, waarbij de nadruk ligt op de preoperatieve voorbereiding en een optimale bedbezetting, speelt het AZ Herentals in op de evolutie naar een efficiëntere en patiëntgerichte gezondheidszorg. Door het implementeren van deze strategieën kan AZ Herentals niet alleen de doorstroom verbeteren, maar ook de kwaliteit van zorg handhaven en anticiperen op toekomstige veranderingen in het zorglandschap.

Het AZ Herentals investeert dagelijks in de zoektocht naar talenten in de zorg, van profielen als verpleegkundigen over artsen tot IT-medewerkers. Zo willen we als ziekenhuis samen met deze kandidaten hun 'TalentEnRoute' bewandelen. Wil jij samen met AZ Herentals jouw TalentEnRoute verder uitbouwen? Grijp dan je kans en solliciteer op een van onze uitgelichte vacatures: • • • • • • •

Verpleegkundige inwendige ziekten Verpleegkundige chirurgisch traject Spoedverpleegkundige IT Systeembeheerder Arts-Neuroloog Arts-Hematoloog Arts-Pediater

Waar kan je solliciteren? Via www.azherentals.be/werken-en-leren/ vacatures Niet meteen een passende vacature gevonden? Geen probleem, solliciteer dan op onze spontane vacature.


Nawoord

Fokus-online.be 22

Wim Distelmans

Zorg en beslissingen bij het levenseinde

S

inds 2002 beschikt België over drie wetten die de laatste levensfase en het levenseinde humaniseren: de Wet betreffende de patiëntenrechten, de Wet palliatieve zorg en de euthanasiewet. Hierdoor staat België wereldwijd op een eenzame ethische hoogte. Toch zijn weinigen vertrouwd met deze wetten en ook niet met wat er zich kan afspelen rond het levenseinde. Zo biedt voor velen enkel euthanasie garantie op een waardig levenseinde terwijl de mogelijkheden van palliatieve zorg niet zijn gekend. Bovendien wordt door het bestaan van medische spitstechnologie in België de helft van alle overlijdens voorafgegaan door een beslissing die het tijdstip van sterven mee bepaalt. Het betreft onder andere het staken of niet opstarten van behandelingen, opdrijving van pijnstilling, palliatieve sedatie en euthanasie.

De wet voorziet ook dat patiënten kunnen bepalen wat ze later niet meer willen wanneer ze wilsonbekwaam zijn geworden. Dit heet ‘voorafgaande zorgplanning’. Dit gebeurt door het opstellen van wilsverklaringen die van kracht worden wanneer men niet meer in staat is zelf zijn wil te uiten, zoals door dementie, een hersenbloeding… Zo kan men bij de diagnose van alzheimer, wanneer men nog voldoende wilsbekwaam is, via een ‘voorafgaande negatieve wilsverklaring’ optekenen dat men later geen sondevoeding wil wanneer men zelf niet meer in staat is te eten en te drinken. Er bestaat ook een voorafgaande wilsverklaring euthanasie waardoor men euthanasie kan krijgen wanneer men in een onomkeerbare coma is terechtgekomen, een wilsverklaring voor orgaandonatie, lichaamsschenking aan de wetenschap en ten slotte één om de uitvaart te regelen.

Volgens de Wet patiëntenrechten moet elke beslissing worden besproken met de patiënt. Vaak is dit niet meer mogelijk en/of beslist de arts eenzijdig, wat tot frustraties leidt bij andere zorgverleners en familie. Bij euthanasie is de patiënt echter sowieso op de hoogte: hij moet zélf het initiatief nemen, want zonder zijn uitdrukkelijke verzoek mag de arts geen euthanasie uitvoeren. Euthanasie is bovendien de enige beslissing bij het levenseinde die wettelijk is geregeld. Wanneer de patiënt aan de voorwaarden voldoet, heeft hij het recht het te vragen.

Weinigen kennen deze complexe problematiek en men toont pas belangstelling wanneer men er zelf mee wordt geconfronteerd. Daarom werd twintig jaar geleden – in 2003, enkele maanden nadat de drie wetten van kracht werden – het LevensEinde InformatieForum (LEIF) opgericht. LEIF wil iedereen op objectieve wijze informeren over de wettelijke mogelijkheden in België. Men kan pas goed beslissen wanneer men goed wordt ingelicht. Er bestaan eveneens een telefonische hulplijn, de LEIF-lijn, en het LEIF-plan, dat alle wettelijke

Men kan pas goed beslissen wanneer men goed wordt ingelicht. — WIM DISTELMANS PROFESSOR IN DE PALLIATIEVE GENEESKUNDE (VUB) EN BEZIELER VAN LEIF

#FokusHealthcare

wilsverklaringen bevat. Deze brochure is gratis beschikbaar bij alle apotheken en de LEIF-punten. LEIF richt ook opleidingen in voor artsen en zorgverleners en organiseert op vraag opleidingen op maat. Meer info op www.leif.be, info@leif.be of de LEIFlijn (078 15 11 55)


Proefpersonen helpen patiënten Vooraleer een medicijn op de markt verschijnt, zijn er al oneindig veel studies, tests en onderzoeken op gebeurd. Daarvoor zijn ook mensen nodig, vrijwilligers die willen meewerken om de broodnodige patiëntendata te verzamelen. Ine Vercammen, CEO van het Mechelse bedrijf Meclinas, legt uit hoe dat in z’n werk gaat. Meclinas is een jonge onderneming die farmabedrijven helpt bij de praktische organisatie van onderzoeken naar nieuwe medicijnen. “Wij zorgen dat er voldoende mensen meedoen aan de studie en regelen alle praktische besognes”, zegt Ine. “We hebben daarvoor eigen consultatieruimtes, een labo en een apotheek die allemaal ingericht zijn voor de vereiste normen rond klinische studies. We zetten studies op voor algemene medicijnen, maar ook voor bijvoorbeeld vaccins, voeding, medische apparaten en cosmetica en dermatologische producten. De meeste mensen die zich bij ons aanmelden worden gemotiveerd door de wetenschap dat zij zichzelf of ‘echte’ patiënten kunnen helpen om zorgeloos nieuwe medicijnen te nemen.” Mensen die zich bij Meclinas aanmelden, worden uitgebreid gebriefd over de procedures en protocollen die komen kijken bij de ontwikkeling van een medicijn. “Ze krijgen alle mogelijke uitleg over wat er precies van hen verlangd wordt, hoe lang de studie loopt, hoe vaak ze het medicijn moeten nemen en welke gegevens ze moeten bijhouden. Uiteraard

worden ze op voorhand ook volledig op de hoogte gesteld van mogelijke bijwerkingen. Alleen zo kunnen ze een gefundeerde keuze maken om aan een studie mee te doen of niet.” Ine wijst erop dat alle studies die bij Meclinas uitgevoerd worden zogenoemde fase 2- of fase 3-studies zijn. “De allervroegste fase 1-studies doen wij niet”, zegt Ine. “Als een medicijn al in fase 2 of 3 geraakt, wil dat ook zeggen dat de risico’s al vrij goed ingeschat kunnen worden en meestal beperkt zijn. Alles zal zo veilig mogelijk verlopen, maar het blijft natuurlijk wel onderzoek. Dat gezegd zijnde: natuurlijk is er voortdurende controle en monitoring door de artsen en zodra ook maar één proefpersoon een bepaalde nevenwerking vertoont, zal dit meteen voor de hele groep bekeken worden. Het staat elke proefpersoon uiteraard ook vrij om op elk moment zijn deelname te stoppen.” Hoeveel mensen er voor elk onderzoek nodig zijn, is heel afhankelijk van wat voor soort medicijn er ontwikkeld wordt, zegt Ine. Er valt geen vast getal op te plakken. “We moeten statistisch gezien kunnen aantonen dat het nieuwe middel werkt of beter werkt dan bestaande medicijnen. In de meeste onderzoeken zijn trouwens ook verschillende groepen proefpersonen betrokken, verschillende artsen en ziekenhuizen en dat meestal zelfs in verschillende landen.”

Elias PhotoDesign

Elias PhotoDesign

Wenst u ook mee te doen aan een onderzoek van Meclinas? Op www.meclinas.com vindt u alle informatie en kunt u zich aanmelden.

Ook niet onbelangrijk: de deelnemers worden vergoed voor de tijd die ze in het onderzoek moeten steken en voor hun transportkosten. Ine: “Ook daar valt geen vast bedrag op te plakken. Al is het vanzelfsprekend dat je een hogere vergoeding krijgt voor een hele dag dan wanneer je er op een uurtje vanaf bent.”

Op zoek naar een uitdagende job als leidinggevende of stafmedewerker in de zorgsector? Bij het Wit-Gele Kruis ben je van vele markten thuis. Je houdt van variatie en uitdaging. Gelukkig, want elke dag is een belevenis. Waar jij op rekent? Je skills, zin voor creativiteit en een hecht team. Je kiest voor onze aanpak, maar vult die in met je eigen stijl.

Ontdek de coach in jezelf en kies voor een job bij het Wit-Gele Kruis! Solliciteer op jouwstijl.be.

Sahar, verpleegexpert

256x175_Printadvertentie_campagne2023.indd 1

30/11/2023 16:24:00


Wie of wat is het VEB? De CO2-impact van onze gebouwen drastisch reduceren en hun energie-efficiëntie fors verhogen: dat is het devies van het Vlaams Energiebedrijf (VEB) in het kader van de klimaatdoelstellingen tegen 2050. Het VEB is een verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse overheid met meer dan 90 experten in dienst. Zij zetten zich in om organisaties in de publieke sector actief te begeleiden met de energietransitie van hun gebouwen. Een eerste belangrijke activiteit van het VEB is het leveren van stroom en gas aan de publieke sector, waar ook zorginstellingen onder vallen. Als klant hoef je hier dus zelf geen aanbesteding voor te doen. Zo zet je al een grote stap in de energietransitie want het VEB levert enkel groene stroom. De tweede activiteit is het ondersteunen van zorginstellingen bij het uitvoeren van maatregelen rond energie-efficiëntie. Dat kunnen zowel energiebesparende (bv. isolatie), als energieopwekkende maatregelen (bv. een PV-installatie) zijn. Daarvoor werkt het VEB met raamovereenkomsten. Organisaties schrijven in op die raamovereenkomsten en hoeven daardoor zelf geen aanbesteding te doen. Ze winnen tijd en kunnen zich focussen op hun kerntaken. Een raamovereenkomst van het VEB zorgt voor kwalitatieve leveranciers en een correct aanbestedingsdossier. Zo vermijdt men onder andere juridische aanvechtingen, niet-conforme dossiers en onvoldoende inschrijvers. Waarom is de energietransitie van gebouwen zo belangrijk? Gebouwen zorgen voor 16% van de broeikasgasemissies en zijn daardoor de derde grootste bijdrager hieraan. Gelukkig kennen de meeste sectoren een positieve evolutie. Ze stoten bijvoorbeeld minder broeikasgassen uit ten opzichte van 1990. Alleen transport en de verwarming van tertiaire gebouwen doen slechter. Die sectoren stoten nu meer broeikasgassen uit dan in 1990. Er is dus nog veel werk aan de winkel!

Vijf stappen om de energietransitie aan te pakken Het VEB identificeerde 5 stappen om de energietransitie aan te pakken. Het begint bij de werknemers en directie en hun bewustzijn dat de energietransitie eraan komt en dringende actie vraagt. In tweede instantie dient een zorginstelling een goede strategie voor het vastgoed uit te werken, in lijn met de die van de eigen organisatie. Vervolgens moeten ze weten hoe energie-efficiënt hun gebouwen effectief zijn. In stap vier werk je een plan van aanpak mét tijdlijn uit. De laatste stap is de uitvoering van deze tijdlijn en de regelmatige terugkoppeling van de resultaten naar het gevoerde beleid. Het VEB staat klaar om jouw zorginstelling te adviseren en begeleiden bij elke stap. Alle stappen van de energietransitie met één partner Zorginstellingen staan, zoals de hele publieke sector, voor de grote uitdaging om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn. Tegelijkertijd moet, gedurende het hele proces, dat vaak een grote impact heeft, het comfort en de gezondheid van de bewoners of patiënten centraal staan. Met een onderhoud- en energieprestatiecontract (OEPC) verlicht een Energy Services Company (ESCO) het werk wanneer een groot en complex gebouw wordt gerenoveerd. De ESCO neemt de rol op van studiebureau, uitvoerder én onderhoudsfirma. Zo kan je als zorginstelling kiezen voor een uitgebreide, doordachte en integrale aanpak. Geen trial and error, maar een gestructureerde aanpak met kennis van zaken. Bovendien garandeert een OEPC een vooraf vastgelegde energiebesparing. Zo’n garantie is een grote hulp bij de financiële planning en zo blijft de waarde van het vastgoed op langere termijn gewaarborgd. De zorg voor het onderhoud van het gebouw valt ook helemaal weg. De ESCO zorgt namelijk voor een energiegarantie waarbij het in hun belang is dat alle installaties optimaal blijven functioneren. Zo win jij als zorgorganisatie tijd en kan je je blijven focussen op je kerntaken.

Het Vlaams Energiebedrijf heeft jaren ervaring met het faciliteren van alle noodzakelijke stappen om een dergelijk contract succesvol in de markt te zetten. Het VEB voert de studie én de openbare aanbesteding uit om zo de best geschikte ESCO aan een zorginstelling te koppelen. Maarten Delannoy, projectleider OEPC bij het VEB, legt uit: “We hebben via onze OEPCraamovereenkomst al heel wat gebouwen grondig onder handen kunnen nemen. Daarnaast hebben we afgelopen jaar onze manier van werken grondig tegen het licht gehouden. Het resultaat is een vernieuwde overeenkomst die beter inspeelt op de behoeften van onze klanten en ESCO’s. Bovendien is er momenteel een bedrag van maar liefst 10,7 miljoen euro uit het Vlaamse klimaatfonds via VIPA beschikbaar om gebouwen in de welzijns- en zorgsector te renoveren aan de hand van deze vernieuwde raamovereenkomst.” OEPC is vooral geschikt voor grote entiteiten op dezelfde locatie met een minimum jaarlijks energieverbruik van 100.000 kWh en meer. Idealiter hebben de gebouwen zo min mogelijk renovaties ondergaan, om voldoende besparingsmogelijkheden te waarborgen.

Heb je vragen rond de energietransitie en haar gevolgen? Contacteer dan zeker het VEB.

www.veb.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.