
7 minute read
Flexibelere boer, krachtiger klimaat?
Door het onmiskenbare verband tussen voedselzekerheid en klimaatverandering groeit de nood aan duurzame landbouw steeds meer. De landbouw staat voor de grote uitdaging om zo efficiënt en kwalitatief mogelijk te produceren, maar wat houdt dat in voor de kern van de sector?
De impact van de klimaatverandering evolueert sneller dan het tempo van de huidige landbouwaanpassingen. “De landbouw draagt bij tot het klimaat. Om die veranderingen te verminderen, is inzetten op mitigatie noodzakelijk”, klinkt het bij landbouweconoom Jeroen Buysse. “Toch is het omgekeerd een van de sectoren die het hardst getroffen wordt door veranderingen in het klimaat, waardoor er eerder adaptatie plaatsvindt, met landbouwoverschotten of -tekorten tot gevolg. Denk aan periodes van droogte zoals afgelopen zomers. Je kunt efficiënte productietechnieken hebben, maar die droogte zorgde ervoor dat productiviteit afnam. Voor eenzelfde hoeveelheid gewassen moesten landbouwers meer inspanningen van veldbewerking en bemesting leveren.”
Advertisement
Er zijn verschillende opties om voedsel duurzamer te bekomen. Een eerste optie is kiezen voor radicaal innovatievere technieken zoals de productie van microbiële eiwitten, in plaats van traditioneel dierlijke productie om verteerbare eiwitten voor voedsel te maken. Buysse: “Manieren vinden om de productiviteit en efficiëntie te verbeteren zodat er minder inputs nodig zijn, is een tweede optie. In de glastuinbouw doen ze dat met WKK-installaties. Daarbij wordt de restwarmte van elektriciteitsproductie gebruikt om de serres te verwarmen, in plaats van schadelijke fossiele brandstoffen. Inzetten op voederefficiëntie hoort hier ook bij. Een derde optie is emissies van broeikasgassen zoals methaan en lachgas reduceren, door verbeteringen binnen het mestopslagsysteem.”
“Een vermindering van de veestapel is eigenlijk de meest logische oplossing”, gaat Buysse verder. “De klimaatimpact van de dierlijke productie is namelijk het grootst. Dat is in de praktijk echter minder eenvoudig. De Belgische consument is vandaag iets bewuster en mindert vleesconsumptie, maar de wereldwijde vraag naar dierlijke eiwitten stijgt. Die bewustwording wijzigt dus niets aan de productiezijde, omdat veestapel voor export naar het buitenland dient. Wat het klimaat vraagt correleert dus niet altijd met wat de economie nodig heeft.” Dat is wat duurzame landbouw extra complex maakt. Het is sterk verweven met zowel het klimaat als het economisch landschap. Net zoals het klimaat fluctueert de economie voortdurend, en daar heeft de landbouwer geen
Een vermindering van de veestapel is de meest logische oplossing. De klimaatimpact van de dierlijke productie is namelijk het grootst. Dat is in de praktijk echter minder eenvoudig.
— JEROEN BUYSSE, LANDBOUWECONOOM

vat op. Kijk maar naar de aardappelproductie, waar maar liefst 750.000 ton aardappelen food waste dreigden te worden door de coronacrisis. “De aardappelen waren allemaal geproduceerd door de landbouwers, maar geraakten plots niet verder verwerkt. Ze bleven achter in frigo’s waar ze vers bewaard werden, omdat alle restaurants dichtgingen en de export verminderde”, vertelt Nathalie Suwier, Country Manager bij Too Good To Go, een app om voedselverspilling tegen te gaan. “De boer had dan wel zijn prijs gekregen voor die aardappelen, verder gebeurde er niets mee. Daarom hebben we SOS Patat opgezet, onder het motto: ‘Red patatjes, eet frietjes!’ De aardappeloverschotten rechtstreeks via de app verkopen, bleek niet haalbaar door de grootschaligheid van het overschot. Uiteindelijk werkten we met meer dan 30 verschillende partners samen om het probleem in de kijker te zetten, waardoor de aardappeloverschotten toch verwerkt konden worden in diepvriesaardappelproducten. Zo ging een deel van de oogst niet verloren. Met het oog op de steeds veranderlijke economie en eerdere voorbeelden van dit type overschotten, zoals de boterberg uit de jaren 70, hopen we in de toekomst meer initiatieven zoals deze in te zetten, om landbouwoverschotten uit de wereld te helpen.”
De kerntaak van de landbouwer lijkt er de komende periode vooral uit te bestaan zich flexibel op te stellen in een landbouwklimaat onder invloed van klimatologische en economische factoren die buiten eigen controle liggen. Daarbij moet een dialoog ontstaan tussen consument en overheid. Daarnaast moet de landbouwer focussen op verbetering van efficiëntie of een innovatieve productiemanier integreren. Er staat de landbouwers een trial-and-errorproces te wachten, waarvan de uitkomst nog valt af te wachten.
Traditioneel is de tuinbouw in Vlaanderen georganiseerd in veilingstructuren. Een enkel bedrijf staat helemaal op zichzelf en brengt zijn producten op eigen kracht naar de markt. ‘Een standaard product kun je jezelf dan niet veroorloven.’
Het Kempense Stoffels Tomaten is zo’n atypische speler, die onafhankelijk werkt van een coöperatie of veiling. Het tuinierbedrijf kweekt niet alleen zijn eigen tomaten, maar zoekt ook zelf een afzetmarkt voor zijn producten. “Op die manier verkorten we de keten, wat de kwaliteit en flexibiliteit zeker ten goede komt,” vertelt zaakvoerder Paul Stoffels. “Je zal onze tomaten aantreffen bij het gros van de retailers, maar we leveren ook rechtstreeks aan restaurants en chefs. De eisen rond kwaliteit, duurzaamheid en smaak liggen dus sowieso erg hoog. We kunnen het onszelf niet veroorloven om een standaard product af te leveren.”
Meer nog dan vroeger gaan klanten op zoek naar een kwalitatief, smaakvol product, merkt Stoffels op. “Heel belangrijk is dat de smaak constant blijft. We proberen onze tomaten dan ook zo te telen dat ze morgen nog precies dezelfde smaak en kwaliteit hebben als vandaag. We gaan ook steeds op zoek naar nieuwe soorten en variëteiten. Daarin streven we altijd naar een complexiteit van smaken. Zoet, zoeter, zoetst is zowat de trend, maar tomaten kunnen net zo goed kruidig zijn of met iets meer aciditeit. Sommige producten
— PAUL STOFFELS
zijn heel gericht op kinderen, andere op chefs.

Als je marktgericht wilt werken, moet je steeds produceren met de eindconsument in gedachten.”
Meer over...
Stoffels Tomaten kweekt, verpakt en verhandelt al meer dan twintig jaar smaaktomaten met hoge kwaliteitswaarde. Als onafhankelijke speler koos het tuinbouwbedrijf – dat in het Kempense Rijkevorsel beschikt over een van de meest moderne productiesites in België – resoluut voor innovatie en duurzaamheid. Het bedrijf wordt nog steeds aangedreven door de familiewaarden van waaruit het werd opgericht. Gezond eten met respect voor de natuur is de missie; duurzaamheid, innovatie en smaak staan voorop.
Innoveren mag dan cruciaal zijn om de concurrentie aan te gaan, als onderneming moet je ook zo dicht mogelijk bij je authenticiteit blijven, vindt Stoffels. “Zelf hebben we een aantal bedrijfswaarden uitgekozen, waar we heel bewust aan werken. Duurzaamheid is een belangrijke, zowel wat personeelsbeleid als productie betreft. Zo proberen we het verschil te maken. Onze serres verwarmen we met een warmtekrachtkoppeling, al onze gewasresten worden gecomposteerd en we evolueren stap voor stap naar plasticvrije verpakkingen.”
Authenticiteit hangt samen met respect en kwaliteit, stelt Stoffels, maar het is niet noodzakelijk gekoppeld aan ‘een klein bedrijfje’. “Mensen hebben nog vaak de misvatting dat een product pas lokaal is als het van een heel kleine lokale boer komt. Maar duurzame productie is bijna onlosmakelijk verbonden met een zekere schaalgrootte. Energie-efficiëntie, optimaal waterbeheer, biologische bestrijding en ergonomische optimalisatie vergen vaak grote investeringen. Veel kleine spelers in de glastuinbouw gaan er stilaan tussenuit. Gelukkig hoeven ‘groei’ en ‘lokaal’ elkaar niet in de weg te staan.”
Microgreens De micromachines van de toekomstige groenten “BOORDEVOL VOEDINGSSTOFFEN IN EEN JONG STADIUM”



Klein, fijn en lekker. Dat zijn microgreens. Veel kans dat je nog nooit hoorde van deze kiem- of microgroenten, maar de kans is reëel dat ze binnenkort op je bord belanden. Microgreens zijn microgroenten die je in het vroege stadium van de kiem of jonge scheuten kan eten. Je oogst ze als ze kiemen en je eet ze in hun geheel. Of je laat ze verder groeien om later de jonge blaadjes te oogsten. “Je herkent ze aan hun frisse, pittige smaak”, klinkt het bij Buzzy Microgreens. “Ze geven een toegevoegde waarde aan salades of soep, maar kunnen ook perfect op een belegd broodje.” de kiemen waarbij je zowel de stengel als het blad in een vroeg stadium kan oogsten. Baby leaves zijn echt de scheuten met de blaadjes. Deze groeien langer en hiervan wordt enkel het blad geoogst.
“Bij de eerste groep denken we vooral aan citroenbasilicum, radijs, tuinkers en bloedzuring. De tweede groep omvat gemengde sla, snijbiet of boerenkool.”
Het grote voordeel van microgreens zit hem in de voedingsstoffen. Omdat de groenten in een jong stadium geconsumeerd worden, zitten ze vol nuttige voedingsstoffen. “De jonge kiemen bevatten namelijk alle voedingsstoffen die de plant nog nodig heeft om te groeien. Bovendien zijn microgreens rijk aan vezels, mineralen, vitamine A en C en bevatten ze weinig calorieën.”
Echt groene vingers moet je niet hebben om aan de slag te kunnen met microgreens. “Iedereen kan het kweken. Je kan het binnen of buiten doen en je hebt er geen grote tuin voor nodig. Bovendien kan je ze een heel jaar door kweken waardoor je niet afhankelijk bent van weersomstandigheden.”