Marie Anne Tellegen 1893-1976
Verzetsheldin en Belle-liefhebber Een huisvriendin van de familie Van Tuyll van Serooskerken raakte al jong gegrepen door de in het Slot geboren schrijfster Belle van Zuylen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had ‘mejuffrouw’ Tellegen onder de schuilnaam dr. Max een spilfunctie in het verzet. Na de bevrijding werd Marie Anne Tellegen wel de ‘ongekroonde koningin’ van Nederland genoemd. Ze bleef haar hele leven betrokken bij Slot Zuylen.
Marie Anne was een dochter van Jan Willem Tellegen, directeur Gemeentewerken in Arnhem. Hij liet Park Sonsbeek aanleggen en ontwierp er vele huizen. In 1901 werd haar vader directeur van het Bouw- en Woningtoezicht van Amsterdam. Tijdens de verhuizing naar de hoofdstad logeerde de 8-jarige Marie Anne met haar zus Johanna in Slot Zuylen. De kasteelheer was namelijk Frederik baron van Tuyll van Serooskerken, die kort daarvoor nog adjunct-directeur was van Gemeentewerken in Arnhem – een collega van haar vader dus. Hij had het kasteel geërfd van zijn oudoom en woonde er vanaf 1900 met zijn vrouw en 15-jarige zoon Frederik junior. Marie Anne bleef graag in Slot Zuylen komen en logeerde er regelmatig. Ze schreef later dat het de enige plek was ‘waar ik kinderherinneringen heb’. Zo herinnerde ze zich een rondleiding door het kasteel waarbij de gids had gezegd: ‘Dit is de kamer van Belle’. Het zou het begin zijn van haar fascinatie voor de 18e-eeuwse schrijfster Belle van Zuylen (Isabella van Tuyll van Serooskerken), die in het kasteel geboren en getogen was.
Boven: Marie Anne Tellegen in 1942
Terwijl haar vader in 1915 burgemeester van Amsterdam werd, studeerde Marie Anne rechten in Utrecht. In 1921 trad ze in dienst van de gemeente Utrecht, waar ze al snel chef van de afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden en Statistiek werd. De aristocratische en excentrieke juffrouw Tellegen genoot aanzien. Ze was bevriend met de schrijvers Carry van Bruggen en Frans Coenen. Met hem – of zelfs met beiden – had ze jarenlang een verhouding. Marie Anne bleef ongehuwd vanwege haar carrière. Ze was presidente van de Vereniging van Vrouwen met een Academische Opleiding en voerde actie tegen een wetsvoorstel dat mannen voorrang gaf op de arbeidsmarkt.
Rechts: Door Tellegen ingerichte Bellekamer
Oorlogsjaren Aan het begin van de bezetting tekende Tellegen, zoals vrijwel alle ambtenaren, de Ariërverklaring. Een jaar later vond ze echter dat haar Vereniging van Vrouwen met een Academische Opleiding niet langer medeplichtig mocht zijn aan de uitsluiting van joden en daarom opgeheven moest worden. Toen de NSB’er Cornelis van Ravenswaay in 1942 werd aangesteld als burgemeester van Utrecht liet Tellegen hem weten: ‘Ik behoor niet tot de nieuwe orde en kan daar ook niet voor werken. Ik gevoel er echter niet voor om U open-
26