Tof 3

Page 1

TOF magazine Derde uutgaeve

THE KIK

ken je ook TOF zijn assie GERS bent?

TOFFE WHEELS!

De truckrun achter de schermen

WIE HEIT DE GROAST’N?

BROUWERIJ SOLEAS:

Het eerste flakkeese bier sinds 200 jaar

HELDEN VAN FLAKKEE

KNRM

MEET THE FOKKER

TOF magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar

Oplage: 5.000 stuks


‘t bluuft toch ongeloafluk wat ‘n pracht van ‘n inhoud we weer ha. ‘Krieg traenen in m’n oage!

Colofon TOF magazine #3 Uitgiftedatum: 19 augustus 2016 Copyright © 2016 stichting Trots Op Flakkee Design:

Alex van Kampen

Leonard Boekee René van der Kuil Hannah Spelt Drukwerk:

Drukkerij Damen

Redactie:

Alex van Kampen (eindredactie) Gert van Nieuwaal Moniek Bakelaar Mie-Wah Pang (eindredactie) Lianne Mulder Anne Karsbergen (eindredactie) Jaap Reedijk (eindredactie) Pau Heerschap Kees van Rixoort (eindredactie) Marijn Pannekoek Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van stichting Trots Op Flakkee.


Inhoud TOF magazine #3 4 NOG M Ê Ê R TOF

6 INTERVIEW MET THE KIK 10 DICHTER OP FLAKKEE 12 WIJ DOEN DAT! 14 TOFFE UUTDRUKSELS 18 FLAKKEE HEIT TALENT

20 TOFFE KIEKJES 22 WIE HEIT D’N GROAST’N 24 TOFFE WIELS

26 FLAKKEES BIER 28 WAT DOE JOE NOE 30 DE KLEISTEE

32 HELDEN VAN FLAKKEE 34 MEET THE FOKKER 36 G-O CACHING 38 FLAKKEENAAR IN T BUUTELAND 40 TOFFE MAENSE KIEKE 44 VAN WIE BEN JOE D’R Ê ÊN? 46 DJ XPRESSION

48 ORANJE POP 50 WAH GAE JE TUIJE? 52 MELWEEK 54 WAER IS DAT NOE?

56 VURKJE PRIKKEN


Wij zijn

joe toch aok?


‘t houw nie op!

W

at zijn we weer blij met deze derde uitgave van TOF-magazine. Elke keer verbazen wij ons weer over de bijzonder fraaie, sportieve, natuurlijke, gekke, opvallende en vooral heel gewone dingen die de bewoners en het landschap van Goeree-Overflakkee zo bijzonder maken. Iets waar we zo af en toe even bij stil mogen staan. En ja, daar mag je ook erg trots op zijn. Ook het team is weer uitgebreid met enthousiaste mensen die Goeree-Overflakkee in hun DNA hebben zitten en aan iedereen dit gen willen overdragen. De verhalen houden niet op en dat is nou precies waar we het voor doen. Om jullie als lezer -of je nu een eiland beweuner bent of een overkanter- deze mooie verhalen te kunnen delen. Hoe bijzonder is het om sinds eeuwen weer een eigen eilandelijke bierbrouwerij te hebben. Een zeer gedreven jong talent die letterlijk op z’n sokken Nederlands kampioen wordt en om maar te zwijgen over de helden van de zee en de Truckers die zich inzetten voor de minder valide of de verstandelijk beperkte medemens. Eerlijk is eerlijk, we verzetten met ons toffe team veel werk. Maar het magazine kunnen we alleen maar uitgeven door de financiële hulp van sponsoren, gulle gevers en iedereen die als vriend heeft gedoneerd. Daar kunnen we er ook niet genoeg van hebben :). Natuurlijk vergeten we niet de geïnterviewden, alle mensen die hebben meegewerkt aan deze derde editie en zeker ook alle toffe inwoners van Goeree-Overflakkee voor hun steun, likes en positieve reacties. Nou noe genog gepraet. Gae mar lekker leeze en geniet! Toffe groet, Team TOF ALEX, GERT, MIE-WAH, MONIEK, LIANNE, ANNE, JAAP, PAU, MAUREEN, KEES, EDWIN, DICK, COERD, PIETER, JOOST, JAN, PASCAL, DAGMAR, MATTHEW, ELLEN, ELLA, LEONARD, RENÉ, HANNAH, MARIJN, MARIT, MIRJAM, NIENKE, BERTRAND, MARIJN, LEONARD EN GERMA.

De tweede editie is nog online te lezen op www.trotsopflakkee.nl

5


die kaerel met die bril, da’s Dave

TOF interview met

DAVE VON RAVEN leadzanger van nederbiet band

The Kik en...inweuner van De Plaet.


J

ullie maken onwijs toffe muziek! Kun je de lezers uitleggen wie The Kik is en wat Nederbiet is?

Dave: Dankje! The Kik is een Nederlandse band bestaande uit Ries Doms, Marcel Groenewegen, Dave von Raven, Arjan Spies en Paul Zoontjens. The Kik maakt Nederlandstalige muziek waarbij de voorliefde voor muziek uit de jaren ‘60 niet geschuwd wordt. Nederbiet is de Nederlandse benaming voor Beat, een stroming in de popmuziek die in de jaren ‘60 wereldwijd aan populariteit won, onder aanvoer van The Beatles.

Had je liever in de zestiger jaren bekend willen zijn? Dit vanwege jullie muzieken kledingstijl.

Dave: Nee. We zijn een band als iedere andere band. De voorliefde voor de jaren ‘60 is puur gebaseerd op passie en heeft niets met nostalgie te maken.

Julie spelen veel op festivals. Wat was jullie leukste festival?

Dave: Alles heeft zo z’n charme. Elk festival heeft zijn eigen sfeer en karakter. Lowlands is heel leuk om te doen omdat het groots is en omdat het een mijlpaal is die je bereikt als band. Maar er zijn ook talloze toffe, kleinere en nóg kleinere festivals in Nederland die ook gewoon heel leuk zijn en waar je weer een hele andere sfeer meepakt. Da’s ook juist één van de vele leuke dingen aan dit vak, dat je op aller- lei plekken komt.

“Ik zou niet weten hoe men hier om zou gaan met een volkslied voor Flakkee dat door een overlander geschreven is, maar ik kan u verzekeren dat Flakkee voorkomt in het nieuwe materiaal van The Kik” Wat is het allergekste dat je hebt meegemaakt tijdens een optreden?

Dave: Dat Arjan z’n gitaar in de lucht gooide met het plan deze weer op te vangen. Het instrument kwam op zijn hoofd terecht waardoor hij een wond op zijn hoofd opliep. Het bloed zat overal. Na twee minuten pauze heeft hij het optreden toch afgemaakt, om daarna afgevoerd te worden naar het ziekenhuis in Haarlem. Na een check en wat zwaluw staartjes hebben we diezelfde nacht nog in Utrecht gespeeld.

Als je The Kik mag omschrijven aan de hand van een liedje uit eigen repertoire, welk nummer zou je dan kiezen?

Dave: Lastig. We zijn aan ons derde album bezig op het moment. Daar staat weer compleet andere materiaal op dan op de voorgaande platen.

Jullie laatste CD bevat veel werk van bekend en minder bekend werk van Armand. Wat vond je zo bijzonder aan hem om dit te doen en hoe was deze samenwerking?

tekst: Alex van Kampen

foto’s: The Kik

7


Dave: Eigenlijk is dat niet onze CD. Het is de CD van Armand. Z’n laatste. Als band waren wij het erover eens dat Armand een plaat nodig had die hij verdiende, in de winter van zijn carriere. Veel mensen kennen hem van slechts één nummer (Ben Ik Te Min), maar de man heeft duizenden liedjes geschreven waarvan er veel niet door mensen gehoord zijn. De laatste jaren maakte Armand niet echt platen meer en daarom deden wij een greep in zijn oeuvre en maakten samen met hem deze plaat.

Jullie zijn met nieuwe opnames bezig. Kun je ons iets vertellen daarover? Is er een thema? En wanneer wordt het album verwacht? Werken er gastartiesten mee zoals toen Armand?

Dave: Het thema van de plaat neigt naar het verschil tussen stad en land. Zoals men misschien weet, ben ik als stadse jongen onlangs verhuisd naar Ooltgensplaat, een hele verandering. Op de nieuwe plaat zijn geen échte samenwerkingen te vinden.

Heb je zelf een favoriete band en of zanger?

Dave: Nu wel. Ik woon nog niet zo lang op Flakkee en ik moet zeggen dat ik ook maar heel weinig thuis ben... Maar als ik er ben geniet ik met volle teugen van de rust die op het eiland te vinden is. TOF kende ik nog niet, maar nu wel. Aangenaam.

Dave: Eerst door de Heinenoord-tunnel, dan nog een brug over, patatje halen bij Hetty en dan ben je d’r eigenlijk al, haha.

Wat vind jij nou tof aan Ooltgensplaat en Goeree-Overflakkee?

Dave: De wijdsheid vind ik erg mooi. Het uitge- strekte polderlandschap spreekt me erg aan. Het is maar een half uurtje van Rotterdam en toch is er een compleet andere cultuur. Dat is hier en daar wel eens even wennen, maar het gaat er ook om hoe je er zelf in staat. We blijven overlanders natuurlijk, maar ik kan me goed vinden in de sfeer hier.

En wat vind je niet tof aan Ooltgensplaat en Goeree-Overflakkee? Waar heb je moeite mee? Dave: Niets eigenlijk. Ik dacht dat ik het wel zou gaan missen dat je niet de hele tijd in de reuring zou zitten. Maar ik zit al meer dan genoeg in de reuring. De spaarzame momenten dat ik thuis ben, ben ik ook écht thuis.

Ben je al een beetje bekend op Goeree-Overflakke en wat vind je het mooiste plekje van Flakkee?

je beleeft ‘t in Ooltgens plaat

Als ras Rotterdammer ben je Gers, ja toch, niet dan? Maar kun je ook TOF zijn als je Gers bent?

Dave: The Beatles!

Ken je onze stichting TOF (Trots Op Flakkee)?

Hoe komt Dave terecht op Flakkee? En dan in De Plaet (Ooltgensplaat)?

Dave: Ik hou van Rotterdam en zal me er altijd thuis voelen. Maar op Flakkee voel ik me inmiddels ook thuis. Volgens mij kun je het op verschillen- de plekken goed naar je zin hebben. Alles heeft immers z’n charme. Ik ben gek op de stad, maar ook op het land. Beiden inspireren.

Dave: Op het strandje van Ooltgensplaat kan ik wel een paar uurtjes zitten mijmeren.

Ben je al een beetje bekend met het dialect? Wacht we doen een integratie test: Wat betekent het volgende: wat joe ken kenk oak Dave: Wat jij kan, kan ik ook

Je bluuft ’n overkanter Dave: Je blijft een overlander


Je speult een aerdig deuntje Dave: Je speelt een aardig stukkie muziek. Lang us een snaruker Dave: ?? Haer op dn diek! Dave: Chick gespot Dah gaet dan nogal Dave: Ech wel!

Als je voor TOF een liedje zou mogen / willen / kunnen schrijven hoe zou dan de strekking zijn?

Dave: Ik zou niet weten hoe men hier om zou gaan met een volkslied voor Flakkee dat door een overlander geschreven is, maar ik kan u verzekeren dat Flakkee voorkomt in het nieuwe materiaal van The Kik.

Wat zou jij een leuk onderwerp vinden voor zo’n lied? Dave: Voor mij zou het onderwerp al snel het verschil zijn tussen de grote stad en het leven op het eiland.

Ken je de muziekevenementen op Flakkee?

Dave: Op Oranjepop Dirksland heb ik meerdere keren gespeeld met een andere band in een grijs verleden, dus dat ken ik goed. Het zou zomaar kunnen dat we binnenkort een keer in Ooltgensplaat optreden.

Is er een wens om op te treden op Flakkee en zo ja waar het liefst?

Dave: Dat zou het eigen dorp moeten zijn dan.

WIN BINNENKORT GEV

EN WE

VIA DE TROTS O

P FLAKKEE

FACEBOOK PAGIN A

TWEE TICKETS

WEG VOOR EEN

VAN THE KIK. H

OPTREDEN OUD ONZE

FACEBOOK PAGIN A

IN DE

GATEN!

The kik is te gek!

Word je herkend als de zanger van The Kik op Flakkee?

Dave: Minder dan in de grote stad. Maar er zijn er ook bij die pas omkijken als ik ze niet meer zie. Dat hoor ik dan van m’n vriendin. Maar ik ben alltijd in voor een praatje hoor.

DAT KLINKT ALS EEN GEÏNTEGREERDE EILANDBEWEUNER. TOF!

9


De TOF huisdichter Kees Kuijper weet uit ervaring wat de omloop van Flakkee betekent voor de deelnemers en kan als geen ander dit verwoorden in een prachtig gedicht. Binnenkort zullen we meer werk van hem publiceren want “flakKees niet uut!�


De Omloap van Flakkee Het is augustus en de dijken trillen door zon, door schoenen, stoffig grijs, van lopers, die maar één ding willen: op tijd weer terug zijn voor hun eerbewijs. Wanneer de kopgroep langs het dranghek snelt ben ik erbij, natuurlijk zal ik klappen, maar toch is er bij al dat loopgeweld iets wat ik nooit geheel zal snappen. Het is die klok, die vierentwintig uur zacht, maar meedogenloos blijft tikken, en vaak het zicht ontneemt aan de natuur: de schoonheid van het strand, de slikken. En dus, als alles weer is opgeruimd, pak ik mijn oude schoenen uit de la, en neem een volle week van werkverzuim, waarin ik op de polderwegen ga. Ik wandel neuriënd mijn omloop van Flakkee, pas als ik alles heb gezien kom ik weer binnen, de akkers en hun geur zijn mijn trofee, want op dit eiland zal ik altijd winnen.

foto: Jannie Bos

11


Wij doen dat! Een populaire kledinglijn, een cd met eigen muziek, videoclips, fotoshoots, samenwerken met bekende rappers, een expositie waar jouw kunst te zien is en duizenden volgers op social media. Het klinkt als een succesverhaal van een bekende Nederlandse artiest, maar niets is minder waar. Althans, nu nog dan. Want TOF sprak met broers Bas en Ruben uit Dirksland, en iets zegt ons dat wij nog veel meer van hen gaan horen!

W

e spraken kunstenaar Bas (1996) en muzikant Ruben (1998) Steens op één van hun favoriete plekken in Sommelsdijk: het nieuwe skatepark bij het Vliedpark. Bas en Ruben zijn niet alleen broers, maar volgens eigen zeggen ook beste vrienden. Toch verschillen zij best wel van elkaar: Ruben staat voornamelijk op de voorgrond, terwijl Bas vooral ‘achter de schermen’ actief is. Hij maakt illustraties en schilderijen en heeft zijn eigen kledinglijn onder de naam LOCKS. Ruben (artiestennaam YoungRubbi) is muzikant en maakt hiphopmuziek. De clip van zijn single ‘Wij doen dat’ is inmiddels meer dan 10.000 keer bekeken op YouTube. Totaal iets anders, maar ze werken veel samen. “Hiphop is wat ons verbindt. We snappen elkaars stijl en vullen elkaar aan. Als Ruben een nieuw nummer heeft, maak ik vaak de illustraties en help ik mee aan de videoclip. We versterken elkaar”, aldus Bas. Op zijn beurt draagt Ruben vrijwel altijd kleding van de kledinglijn van zijn broer in zijn videoclips en op foto’s. Op internet is veel over de broers te vinden. Ze zetten social media in om hun ontwerpen, kleding en muziek te delen en te verkopen. Op deze manier hebben ze inmiddels een grote fanbase opgebouwd. Ze vallen op door hun geheel eigen stijl. Volgens henzelf valt het onder de ‘urban-cultuur’.

Die is vooral in Amerika heel groot. Hoe dan ook: de broers onderscheiden zich door iets geheel nieuws te laten zien voor Nederlandse en zeker Flakkeese begrippen. En dat vinden wij TOF! 0187 In vrijwel elk nummer rapt Ruben over Goeree-Overflakkee (ook wel in termen als ‘0187’ of door het noemen van dorpsnamen). Ruben: “We vergeten nooit waar we vandaan komen. We zijn er trots op. We vinden het ook prettig hier: lekker rustig. En dat geeft weer inspiratie tot het schrijven van nummers. Ik rap over dingen die ik meemaak, en die dingen vinden nu eenmaal vaak plaats op Flakkee.” De EP die Ruben in juni heeft uitgebracht is één groot persoonlijk verhaal verdeeld over meerdere nummers. De titel, ‘onsterfelijk voor even’, gaat over een gevoel dat hij soms ervaart. “Toen ik heel erg verliefd was bijvoorbeeld, of tijdens het uitgaan. Je hebt dan het gevoel dat je alles aankan. En dus even onsterfelijk bent. “ Ook Bas is trots op Flakkee. In de nieuwe collectie van zijn kledinglijn ‘Locks’ is zelfs een 0187-shirt te vinden. Bas: “Mensen uit heel Nederland kopen mijn kleding, dus wie weet kom je in een andere stad binnenkort iemand tegen in een 0187-shirt!”

tekst: Anne Karsbergen

foto’s: Jaap Reedijk

Winnen!! Wij mogen een 0187-shirt van LOCKS én een cd van YoungRubbi weggeven. Houd de Facebookpagina van Trots Op Flakkee in de gaten. De winactie vind je daar binnenkort!


TOF? Op een klein eiland waar veel mensen elkaar kennen ben je minder ‘anoniem’ als creatieveling dan in een grote stad. De broers kregen vooral in het begin dan ook best veel nare reacties van mensen. “We onderscheiden ons van anderen en vallen daardoor op. We doen iets dat vrijwel niemand op Flakkee doet. Hier vindt men al snel dat je maar gewoon ‘normaal’ moet doen”, aldus Ruben en Bas. En dat is jammer. Want de broers durfden in het begin niet zo goed te laten zien wat zij maakten. Ze waren bang voor de reacties en bang om uitgelachen te worden. Maar daar staan ze inmiddels boven. Ze dachten voorheen dat het makkelijker is om in een grote stad te wonen omdat je dan minder opvalt. Inmiddels zijn ze van mening, dat wonen op Flakkee juist een voordeel is. Doordat zij vrijwel de enigen zijn die dit doen, vallen ze juist op.

Ruben

aal van Ruben: Bezoek het YouTube kan benaltijd www.youtube.com/ru van Ruben: Luister naar de muziek /youngrubbi https://soundcloud.com

Toekomst Dat de broers geen kantoorbaan ambiëren is duidelijk. Ruben heeft net zijn havo-examen gehaald en hoopt toegelaten te worden tot de Rockacademie in Tilburg. Bas gaat volgend jaar naar de kunstacademie in Breda. Hoe hun toekomst eruitziet? Het mooie is dat zij niks uitsluiten. Bas: “Eigenlijk staan we open voor alles, als het maar nieuw, creatief en uitdagend is. Ik zou bijvoorbeeld best nog wel eens een festival willen organiseren. Of een auto ontwerpen, lijkt me ook tof! En dan wel in mijn eigen stijl natuurlijk.” Uiteindelijk hoopt Bas dat zijn kleding later te vinden is in winkels. Hij zou graag deelnemen aan nog veel meer exposities en bekend worden als kunstenaar/artiest. Ruben is eerst bescheiden. Hij hoopt later muziek te mogen produceren voor grote sterren. Voor anderen werken dus? “Ja. Of stiekem toch zelf heel groot worden…”

Bas

k de onderBekijk de illustraties (oo Bas gemaakt) staande illustratie heeft op: en kledinglijn van Bas ksthepainter www.instagram.com/loc .nl en www.locksthepainter

13


D’r zit geen u in joe

Toffe uutdru Pau Heerschap over de basis van de algemene sc

U

bestaat niet Op een keer was ik bij Blokker. Voor de toonbank stond een klant. Die pakte een schemerlampje uit haar tas en toonde het de verkoopster. “’t Knopje om ’t an te zetten doewt ’t niet, ik zou graeg ’n aoren wille hao”, zei ze. Het meisje, zo te horen ook van het eiland, antwoordde: “Heit u de ankoapbon bie u?, want dat is ’t Garansiebewies.” Dat had de vrouw en ze kreeg een nieuw lampje. Zo op het eerste gehoor een perfect gesprek in het dialect van Flakkee. Toch maakte de verkoopster een fundamentele fout. Ze gaf een hypercorrect antwoord, want de aanspreekvorm ‘U’ bestaat niet in de dialecten op Goeree-Overflakkee. Evenals in het Engels hoort men altijd ‘joe’ te gebruiken, of je nu te maken hebt met een hooggeplaatst of een gewoon persoon.

Elk dialect heeft een eigen grammatica Wat is nu het verschil tussen een taal en een dialect? Allerlei argumenten worden dan aangedragen. Eén ervan is: een taal heeft een grammatica, een dialect niet. Hoewel men zich dat niet realiseert heeft ook elk dialect een grammatica, die vaak ingewikkelder is dan die van het Algemeen Nederlands. Als een kind leert praten wordt het steeds gecorrigeerd, als het iets niet goed zegt. De opvoeder, de moeder of de vader, moet dus over een ingebouwde grammatica, over vaste regels beschikken. Aan de hand van die regels corrigeert men dan. Toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw op verzoek van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek meehielp met het samenstellen van een regioboek over de dialecten op Goeree-Overflakkee was aan mij de taak om als inleiding een grammatica van die dialecten te schrijven. Ik moest dus toen de van nature ‘ingebouwde’


Wafblief?

ksels deel 2 hrijftaal: het dialect

regels opschrijven. En dan vallen ook de verschillen met het Algemeen Nederlands duidelijker op. Afwijkend taalgebruik Laten we eens kijken hoe het met de naamwoorden zit. Het onderscheid tussen het Goerees en het Flakkees wordt als volgt aangegeven: Goeree, (Ouddorp en Goedereede) (G), Overflakkee (O). Bij dubbeltallen wordt eerst de Goereese, dan de Flakkeese variant vermeld. Wederkerig en wederkerend voornaamwoord Het wederkerig voornaamwoord elkaar is steeds mekaore, op Overflakkee ook wel mekan(g)der: ‘Ze hieuwe veel van mekaore.’ (Zij hielden veel van elkaar.) Het wederkerend voornaamwoord zich is op Goeree-Overflakkee in de dialecten onbekend. Steeds wordt gebruikt: m’n eige, d’r eige, enz.: Ze schaemende d’r eige. (Zij schaamde zich.)

Bezittelijk voornaamwoord Typisch gebruik van bezittelijke voornaamwoorden is: Dat is hie z’n boek – Dat is zijn boek. Dat is heur d’r mantel – Dat is haar mantel Dat is heulie d’r schuld – Dat is hun schuld. Zelfstandig naamwoord Na bepaalde voorzetsels die een bepaalde naamval regeren, bleef de naamvalsuitgang -e bewaard: uut de lichte - uit het licht! In Gôôt uut de lichte! (Ga uit het licht!) in en uut de weege - uit de weg an de kante - aan de kant van de jaere - dit jaar van de zeumere - deze zomer

15


Persoonlijke voornaamwoorden Algemeen Nederlands: Ik Mij jij Hij / zij Hij / ons Jullie Zij / Ze / Hen

Dialect: ik, ‘k, met nadruk: ikke mien: Dat is van mien. je, met nadruk: joe, Joe komt toch oak wel? (Jij komt toch ook wel?) hie/ze, met nadruk: heur, Heur komt oak. (Zij komt ook.) we, ook wel m’n, met nadruk wiele, is een samentrekking uit het oude wilieden (wijlieden) Ook wordt gebruikt: uus (G), on(g)s (O) Kom ie oak nog bie uus/on(g)s? (Kom je ook nog bij ons op bezoek?) juule (O), joele (G): is een samentrekking uit het oude u-/joelieden. ze, met nadruk heulie: is een samentrekking uit het oude hunlieden, Geef dat mar an heulie. (Geef dat maar aan hen.)

Hypercorrect In het begin viel de term ‘hypercorrect’. De verkoopster, die dialect sprak, wilde natuurlijk beschaafd overkomen. Daarom corrigeerde zij het woord ‘joe’ door ‘u’. Omdat het dialect dat woord niet kent, ontstond er een fout. We spreken dan van een hypercorrectie. Als een taaluiting overdreven gecorrigeerd wordt, ontstaat dan juist weer een nieuwe fout. Hypercorrecties komen bij dialectsprekers regelmatig voor. In de dialecten van Goeree-Overflakkee komen twee ie-klanken voor, de korte ie in het woord diek (dijk) en de gerekte in het woord riejt. Daarmee gaat het vaak fout. Velen hebben op school geleerd dat een woord met een -ie in het Algemeen Nederlands met een -ij geschreven moet worden, diek wordt dan dijk. Maar deze twee –ie’s hebben elk een verschillende oorsprong. De ie van diek is ooit ontstaan uit de Oud-Germaanse ai en de langere ie van riejt uit de Latijnse -ee. Heel veel kinderen dachten door de uitleg van de juf, dat alle woorden met een -ie dus in het Nederlands moesten veranderen in woorden met een -ij. Dat leverde vaak komische hypercorrecties op. De mooiste die ik ooit tegenkwam was deze: Om half vier vond ik bij het opruimen van de vloer van mijn lokaal, want ik wilde wel een vaste benoeming krijgen, onder zo’n ouderwetse schoolbank een in elkaar gevouwen briefje met de volgende dreigende boodschap: “Wacht maar, half vier krijg je wel op je mijter!” Nog een mooie: Heel lang geleden was ik eens op de herenmodeafdeling van C&A in Rotterdam. Daar waren toen ook twee vrouwen uit Goedereede, die zoekend rondkeken. Een verkoper schoot toe: ‘Kan ik u soms helpen?’ Een van de vrouwen zei: ‘Ja, ik zoek een trui voor mijn man, maar niet een die zo liep wordt.’ Wij gebruiken hier namelijk het woord liep voor iets waar de rek uit is.

illustratie: Nienke van Rossum


Mens en medemens Met deze titel begint een hoofdstuk in het thematische regioboek over de dialecten op Goeree-Overflakkee. Het gaat over hoe kinderen, mannen, vrouwen, familie, vriend en vijand benoemd worden, ook uitingen van lof en afkeuring zijn vermeld. Zo zijn er paragrafen opgenomen over geboorte, verkering, trouwen, huwelijksleven, sterven en dood. Kortom, in dit hoofdstuk komen de intermenselijke verhoudingen aan de orde. Uit de inhoud ervan heb ik een selectie van ‘uutdruksels’ gemaakt voor deze TOF-uitgave. MANNEN, VROUWEN, KINDEREN, VRIJEN EN TROUWEN Dat wuuf van Jan is ’n flienk vrommes. Vroeger hao/hadde de mènsen ’n hêêle kroo kinders. ’n Ankommende joon, ’n ankommende meid ’t Is levend den ouwen. ’n achterankommertje, ’t potteschrappertje ’n Ouwe jonge joon, ’n ouwe jonge meid Heur is altied jong(k) (g)ebleve. Kom ’s lekke bie m’n kroewle. Die heit d’r hôôd vol mit jonge(r)s, ze kan d’r wel ’n mêêt mit vol zaoie. Ze vrieje al lang(e). Onger boon (geboden) weze

een flinke vrouw. een groot aantal kinderen tieners lijkt sprekend op zijn vader een nakomer, met groot leeftijdsverschil vrijgezel van boven de veertig, ouwe vrijster ongetrouwd gebleven Kom me eens lekker knuffelen. een jongensgek hebben al lang verkering in ondertrouw zijn

WAARDERING, ZOWEL NEGATIEF ALS POSITIEF ’t Is altied snaouwe in graouwe in dat huushouwen. Ze heit ’n niejt haog(e) op. ’t Mot wel ’s sturme, dan klaert de locht weer op. Hie kreeg ’n rippelement van z’n vaoder. Hie heit dêêr/daer z’n aerdigheid in. D’r muste stôôt/staet scheef. Doew nie zôô maekelôôs! (O) Hie komt wêêr struune. Heur heit ’t op de schrêêuwende zenen. Heur is èrg bêêstachtig.

geen harmonie in dat gezin waardeert hem niet na ruzie de misverstanden weer oplossen kreeg ’n standje heeft daar plezier in Is slecht gehumeurd doe niet zo dwaas, ook wel: onvoorzichtig rondneuzen is hysterisch houdt veel van dieren

SPREKEN EN LUISTEREN Die heit oak niejt veel/veul spraekwaeter. Hie kon z’eige niejt uutere. Heur kan zokke/zukke uutdruksels doewe. Ze praet ’n aerdig endje buuten de deure. Gekkepraet uutslôô/uutslae(n) Ze zulle d’rover dilleberere. Dêêr/daer is wat an de meule, kan joe ’s niejt uutslôô/slae ‘k Hè/hao hôôre verluuje… Mieter nog an toe

is erg zwijgzaam niet uiten is erg geestig beheerst veel vreemde talen wartaal spreken, ijlen overleggen, beraadslagen Er is wat aan de hand, kun jij niet eens voorzichtig informeren? Ik heb gehoord, dat … uitroep van verbazing/afkeuring

KWALITEITSBEOORDELING Hie is wat mêêr as rechtuut. Da’s ’n gaauwen. Over iemend roope/roepe Da’s ’n droagklôôt ’n Vaoje waobes (vaoj is suf) Da ‘s ’n uutgestrekenen Da ‘s ’n echte niepnaers Die meid is zôô gek as ’n juun

meer dan gewoon, meestal sarcastisch bedoeld die is snel van begrip Iemand prijzen een saaie vent een grote sufferd een ijskouwe een meisje dat uit ijdelheid aanstellerig loopt meer toeschietelijk dan behoorlijk is

17


In de serie “Flakkee heit talent….”, deze keer een portret van Maikel Peeman. Een 17-jarige atleet uit Sommelsdijk, die het sporten vanuit het gezin met de paplepel ingegoten kreeg. Als zoon van de bekende flakkeesche triatleet Erik Peeman, zit het hardlopen je in de genen. Op jonge leeftijd heeft Maikel al aardig wat prijzen op zijn palmares staan, waaronder Nederlands kampioen op de 3000m indoor!

A

peldoorn, eind februari 2016 moest Maikel het Nederlands Kampioenschap lopen in Apeldoorn. Hij ging als één van de favorieten van start. Na een prima start sloeg het noodlot al na enkele meters toe. Doordat de lopers dicht bij elkaar liepen en Maikel iets moest inhouden vanwege een loper voor hem, trapte een meeloper achter hem precies op zijn hiel. Hierdoor werd zijn schoen uitgetrapt, terwijl hij nog 2700 meter te gaan had tot de finish. Een lange weg naar een eventuele overwinning voor een atleet op één sok en één schoen.

“De ondergrond was gelukkig zacht en daardoor kon ik doorlopen”, aldus het Flakkeesche talent. “Was de ondergrond te hard geweest, dan had ik mijn voet kapot gelopen en had ik waarschijnlijk de wedstrijd moeten staken. Die gedachten schoten wel gelijk door mijn hoofd.” Maikel had een lange voorbereiding gehad naar dit kampioenschap toe en het had al na zo’n 300 meter voorbij kunnen zijn. Hij liep door en kwam al na 500 meter op kop en stond deze niet meer af. Hij werd, op een sok en een schoen, Nederlands kampioen. Omloop van Menheerse Op Goeree Overflakkee hebben we ook een hardloopwedstrijd: De Omloop van Menheerse. Vroeger op


Tekst: Edwin van Os Foto’s: Erik van Leeuwen

FLAKKEE HEIT TALENT: MAIKEL PEEMAN

held op sokken hij liep al snel een halve kilometer uit op de concurrentie. Op driekwart van de wedstrijd liepen de achtervolgers op hem in, maar door goede coaching, bleef hij hen toch voor en kwam hij alleen aan de eindstreep van de 6,8km lange wedstrijd als jongste winnaar ooit. Maikel vervolgd: “Ik was niet alleen blij met de overwinning, maar ook omdat het mij al iets is gelukt, want mijn vader zelfs in zijn hoogtijdagen niet voor elkaar kreeg; winnen van deze wedstrijd.” Het volgende doel van Maikel is om het oude record van Peter Wielaard uit de boeken te lopen. Dit record staat al jaren en mag nu dan weleens verbeterd worden.

Koninginnedag georganiseerd door VC Intermezzo, maar nu al sinds een aantal jaar onder de vlag van AV Flakkee. De wedstrijd wordt altijd druk bezocht door atleten die van heinde en verre komen om deze prachtige wedstrijd te lopen. De winnaars komen dan ook zeker niet allemaal van Flakkee, maar afgelopen jaar werd Maikel de jongste winnaar ooit in een tijd van 21’51”. “Ik was erg gebrand om deze wedstrijd te winnen en ik behoorde tot de favorieten. Dit was een behoorlijke druk”, aldus Maikel. Zijn trainer, Leonard van Putten, bood aan om mee te fietsen om te coachen tijdens deze wedstrijd. Dit werkte goed, want

Toekomst In de toekomst wil Maikel langere afstanden gaan lopen. Als je jong bent, kan je beter snelheid opbouwen dan als je ouder bent. Daar werkt hij nu dan ook aan, maar ook al aan de duurlopen. Nu vindt hij het nog heerlijk om zijn hoofd lekker leeg te maken tijdens het lopen en leuke wedstrijden te lopen en te winnen. Wat zijn doel voor de toekomst is? “Ik weet het nog niet, de tijd zal het leren. Ik hoop in ieder geval ooit een snelle marathon te lopen.” Een wijze, bescheiden Flakkeesche jongen, die weet wat hij kan én wat hij wil en waar wij nog veel van gaan horen in de toekomst en niet alleen op Goeree Overflakkee.

19


Ellen van den Doel

Anja van Nimwegen

Kees Heuker

Annette Witvliet

Johan Brouwer

Maaike

Marit Veringmeijer

Iloa Noorlander

William

Brigit Lusink

Merel Tuk


Ella Vermaas

Nienke

Erwin Kik

Wil je jouw kiekje terugzien in de volgende editie van TOF? Plaats ‘m op Facebook (Trots Op Flakkee), Twitter of Instagram met: #trotsopflakkee Ingrit Raven

Boswachter Wendy

Peter Tigchel

Ellen van den Doel

Angeliek van der Heijen

Setra Camper

D.Tanis

Woutrina Hoeve

21


Wie heit d’n groatsten? MONGSTERS UUT ‘T HARINGVLIET

tekst: Matthew Arensman foto’s: diverse inzendingen via Facebook en Instagram

Een mooie zomeravond, ergens in augustus. Het is nog warm als je op je handdoekje zit. Je tuurt gedachteloos over het immense Haringvliet. Zo glad als een spiegel deze avond. Ieder rimpeltje van de wind is waarneembaar. In de rechterhand een koud biertje. Tja, meer hoeft het leven toch niet te zijn?

E

n dan gebeurt het… Zag je dat nu goed? Maar nee, dat kan toch helemaal niet? Zo’n grote plons in dat spiegelgladde water. Dat kan niet kloppen. Hoe kan dat nu? En dan gebeurt het nog een keer en nu zie je het wel haarscherp! Woww, wat een immense vis is dat zeg! Dat moet een karper zijn geweest.

Had je buurman het daar laatst niet over? Die buurman die bij nacht en ontij met een auto vol met bemodderde en naar vis stinkende groene spullen naar de oevers van het Haringvliet vertrekt. Diezelfde buurman die foto’s laat zien van vissen waarvan


Deel je droomvangst op Facebook en Instagram

#dngroatsten

#

Tim Jochems

Gijs Pronk

Als de vis maar gevangen is in een water op of direct grenzend aan Goeree-Overflakkee.

Robbert van der Sluis

je het bestaan hier in de wateren op en rondom Goeree-Overflakkee niet had kunnen vermoeden. Ja, ergens in de tropen daar zitten grote vissen. Maar hier toch niet?

Niels Koese

Voor de gemiddelde FlakkeeĂŤnaar is thuiskomen (van vakantie) het Haringvliet zien. Voor mij in ieder geval wel! Als je via de N59 het eiland oprijdt zie je daar voor het eerst die enorme plas water liggen. Het thuis van een kleine populatie oervissen. Karpers in allerlei formaten, maar met als belangrijkste kenmerk een oeruitstraling. Vissen groot gegroeid op de ruige rivierdelta. Water wat geteisterd wordt door enorme stromingen, stormachtige winden, ruige kanten van basaltkeien en een bodem bezaaid met mosselen.

Arnold Boer

Dat maakt de voldoening bij succes echter des te groter! Ja, die vissen trekken jaar na jaar een klein aantal fanatieke vissers naar de oevers van het Haringvliet. Een plaats waar zij met veel respect de jacht openen op hun droomvis. Met veel respect vanwege de hardheid van het water. Ja, hier een mooie vis vangen is geen makkelijke opgave, vanwege de dunne populatie, het grote wateroppervlak en de ruige omstandigheden.

Matthew Arensman

23


Een barug toffe wiels! DE TRUCKRUN VAN GOEREE-OVERFLAKKEE

Ieder jaar, op de derde zaterdag in juni, speelt zich op Goeree-Overflakkee een heel bijzonder tafereel af. Ronkende motoren, glimmende trucks, keiharde claxons, sirenes, maar vooral: veel lachende gezichten en ontzettend blije mensen. Trots op Flakkee ging met organisator Ad Hameete in gesprek om meer te weten te komen over de achtergrond van dit geweldige initiatief. tekst: Gert van Nieuwaal

foto’s: Digidamco


H

oe is de truckrun Goeree-Overflakkee ontstaan?

In 1988 bestond de Chauffeurs Vereniging Flakkee 25 jaar. Het idee ontstond om een jubileumrit te organiseren. De rit startte op het Havenhoofd van Middelharnis. Dit was de plek waar de chauffeurs in het verleden moesten wachten op de veerboot. Daardoor was het een ontmoetingsplaats voor chauffeurs. Nadat de brugverbinding met Rotterdam in 1963 een feit was, is om het fijne onderlinge contact te behouden de Chauffeurs Vereniging Flakkee opgericht (hierna CVF). Toen we de jubileumrit organiseerden vroegen we ons af hoe we voor koffie voor de chauffeurs konden zorgen. We hadden altijd goede contacten met de mensen van Hernesseroord en vroegen hen om koffie te regelen. Toen vroeg één van de medewerkers van Hernesseroord of de bewoners mee mochten rijden. Het was te kort dag om dit nog voor de jubileumrit te regelen, maar op dat moment is wel het idee geboren!

Op de dag zelf zijn er heel veel mensen actief. Zo hebben we natuurlijk de chauffeurs en het voltallige bestuur van de CVF. Dit jaar reden we met 200 trucks! Daarnaast hebben we 40 tot 50 verkeersregelaar en zeven mensen die voor de stoet rijden en achter de stoet controleren. Een complete klas van de opleiding consumptieve techniek van het Edudelta College zorgt voor de lunchpakketten. Onze sponsoren regelen de koffie, salades en een aandenken voor de bewoners. En ten slotte zijn natuurlijk de begeleiders van de bewoners heel actief. We hebben trouwens nog wel vrijwilligers nodig, met name verkeersregelaars. Zonder vrijwilligers is de Truckrun niet mogelijk! Toffe lezers die zich als vrijwilliger aan willen melden kunnen mij een e-mail te sturen: adhameete@hetnet.nl

Wie heeft het initiatief genomen om de eerste truckrun te organiseren? Naar aanleiding van het idee om met bewoners van Hernesseroord een rit over het eiland te maken, ben ik op onderzoek uitgegaan. Er bleek al een rit te bestaan, maar dan met motoren met zijspan! Daar hebben we op ‘voortgeborduurd’. Uiteraard heb ik eerst binnen het bestuur van de CVF mijn plannen kenbaar gemaakt. Daarna vroeg ik de transportondernemers of ze dat jaar nogmaals een truck beschikbaar wilden stellen. Zo ben ik samen met Joost van den Berg van Hernesseroord plannen gaan maken. We zijn dus in 1988 ‘in het klein’ gestart met 50 trucks. We maakten toen een rondje rond Middelharnis en Dirksland. Wat is eigenlijk jullie doel? Dat is heel eenvoudig samen te vatten: de passagiers de mooiste dag van het jaar bezorgen! En dat lukt ons al 28 jaar. Daar zijn we enorm trots op! Het meest toffe is om de blijdschap te zien die de passagiers uitstralen: daar doen we het voor! Daarnaast, hoe bijzonder is het om te zien dat nieuwe generaties chauffeurs ook hun steentje bij willen dragen aan de truckrun? Geweldig! Hoeveel vrijwilligers zijn er nodig om de truckrun te kunnen organiseren? We beginnen ongeveer een half jaar van tevoren, in eerste instantie met drie personen: Wim Vroegindeweij, André Lodder en ikzelf. Daarnaast zijn natuurlijk ook de mensen van Hernesseroord druk in de weer gedurende die tijd. Dit jaar was het trouwens best spannend, er was heel veel te doen op ons eiland op 18 juni. In goed overleg met de gemeente en de verschillende organisaties hebben we er toch een succes van kunnen maken!

Hoe wordt eigenlijk de route bepaald over ons eiland? Samen met het bestuur van de CVF, de gemeente en de politie stel ik de route samen. Uiteraard houden we contact met andere organisaties die ook de derde zaterdag van juni kiezen voor hun activiteiten. We moeten elkaar niet in de toffe wiels rijden! Daarnaast heb ik een dag vooraf contact met de gemeente of we bijvoorbeeld nog rekening moeten houden met een uitvaart. Dan wordt de route op het laatst nog aangepast. Wat zou je nog mee willen geven aan onze lezers? Hoe trots we kunnen zijn op onze chauffeurs! In de media worden zij best wel eens negatief voor het voetlicht gebracht, maar als je ziet met hoeveel liefde en passie deze chauffeurs dit doen voor deze mensen… dat is hartverwarmend! Veel van deze ridders van de weg zijn een hele week van huis en gaan dan toch op zaterdag met de truckrun de hele dag op stap en bezorgen daarmee hun passagiers een geweldige dag! Ik ben dus ontzettend TOC…. Trots Op Chauffeurs!

25


Solaes, soelaas of troost?

Sinds ruim 200 jaar heeft Goeree-Overflakkee weer een eigen gerstenat. Een bier genaamd Solaes, welke wordt gebrouwen in Sommelsdijk. Jan-Willem Kramer, Joost van Welsenis en Cees de Knegt zijn verzot op speciaalbieren. Zij besluiten na twee jaar hobbymatig thuisbrouwen ons eiland weer te verwennen met een eigen bier! Reden voor TOF om de lastige taak op zich te nemen en het goedje te testen.

As dah mar goed gaet!

# tekst: Alex van Kampen

foto’s: Jaap Reedijk


Waarom een eilandelijk bier? We willen eerst weten wat de motivatie is geweest voor het opstarten van een bierbrouwerij. “Vroeger kende het eiland een brouwerij en twee destilleerderijen. In die tijd werd ook illegaal gebrouwen en verhandeld op de Sommelsdijkse haven onder de schippers.” Vertelt Jan-Willem ons. “Eén van de redenen is dat wij de nostalgie weer graag terugbrengen op ons prachtige eiland en daarnaast zijn wij zelf bierliefhebbers. “De echte trigger om te starten kwam tijdens een bezoek van Joost en mij aan een Amsterdams brouwerij ‘De Prael’. Een prachtige initiatief waarbij de mensen die een afstand hebben met de arbeidsmarkt hun steentje bijdragen aan de productie van bier. Een prachtige wijze om een liefhebberij te vermengen met zorg in de vorm van een Zorgbrouwerij. Buiten dat, lost samen een biertje drinken vaak alle problemen op!”, zegt hij met een brede glimlach. Opstarten Via de ingang aan de Oostdijk, op de locatie van voormalig café Dana, kom je in het proeflokaal. Er is plaats voor 50 mensen verdeeld over twee ruimten. Er is een origineel Flakkeese ambiance gecreëerd waar je je snel thuis voelt. “Je kunt er niet alleen een speciaal biertje proeven. We gaan ook een

Het eerste biertje is een ‘instapper’ genaamd Zesgemeten. Een blond tarwe biertje van 6 procent. Oordeel: een lekker weg te drinken biertje met een bite

combinatie maken met Flakkeese streekproducten.” Zegt Cees met aanstekelijk enthousiasme. “In het begin zullen we iedere zaterdagmiddag tot de avond rond 20:00 uur open zijn. Op afspraak is ook mogelijk. Iedereen is dan welkom.” “Het loopt, vanwege het enthousiasme van ons, de aandacht en interesse vanuit de markt, nogal uit de hand.” , zegt Joost. “Onze wensen worden steeds groter en dan is het de uitdaging om met minimale middelen een leuke identiteit neer te zetten. Dan is het ook wel extra genieten als het lukt.” Beneden gaat de eerste brouwketel (500 l) in werking, waar ook de verkoop plaats gaat vinden. De financiering voor het laatste stukje startkapitaal hopen zij te realiseren via crowdfunding. Dus bij deze een oproep aan alle lezers van TOF; elke druppel geld is welkom. De nieuwe website komt snel en tot die tijd kunnen de mensen Solaes volgen via Facebook. De test! Meer dan genoeg informatie want we staan te springen om te proeven. Wat maakt het bier nou een Flakkees biertje? “Elk recept is uniek en op Flakkee gebrouwen. Daarbij proberen we nieuwe brouwsels uit met toevoegingen van Flakkeese producten zoals bv bloemenhoning” vertelt Jan-Willem met trots. Er wordt een klein geraffineerd scala aan biersoorten gebrouwen. En wij mogen daar een eerste test afnemen van de volgende soorten:

Het tweezee biertje is een ‘middenmoter’ en hiet Achtgemeten. Een triple bier van 8 porsent. Oordeel: een heerlijk bier meh een boddie en een twissst.

En ze leste iz’n quadrupel, enne die hiette...oh jah Twaalfgemeten, lekkr druppeltie van mun van 12 present Oordeel: Buuzegewue! Doe mar ‘n kratjuh!

En we horen u vragen; “waar zijn dan de Tiengemeten?”. Kijk op de kaart van Nederland :) 27


Wah doe joe noe? In de Lakeside Country Club in Engeland is de finale van het wereldkampioenschap darten in volle gang. Dartslegendes Tony O’Shea en Christian Kist nemen het tegen elkaar op in een zinderende wedstrijd. Duizenden toeschouwers zijn getuige in de zaal, miljoenen mensen kijken live op televisie mee. ‘Ooooone hundred and eightyyy’. De scheidrechter, bij het darten mastercaller genoemd, roept de scores enthousiast en professioneel om. Een ervaren Brit zou je zeggen. Echter, niets is minder waar! Het is de (toen nog maar) 23-jarige Flakkeese Marco Meijer!

M

astercaller darts, hoe kommie daer noe bie?

Op mijn 13e ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met darten. Samen met mijn vrienden ‘gooide ik regelmatig een pijltje’ en deed ik ook mee met de toernooien die op Flakkee werden georganiseerd. Maar ik had alleen niet de dart-kwaliteiten om toernooien daadwerkelijk te winnen. Ik kwam er al snel achter dat ik talenten had op een ander vlak. Ik kan snel rekenen en ik kan mij mondeling goed uitdrukken. Ik heb op enig moment onder een wedstrijd letterlijk de microfoon gepakt en ik ben gaan ‘callen’, toen wist het zeker: ik ben een mastercaller! Wat doet een mastercaller precies? Als mastercaller roep ik de darters op om naar het podium te komen, daarnaast ben ik degene die de spelers na de wedstrijd ook weer afkondigt. Ik tel onder de wedstrijd de gegooide punten bij elkaar op en vervolgens noem ik de score. Je moet goed kunnen rekenen, maar darters gooien wel altijd in vaste patronen. Ik kan dus goed voorspellen wat ze gaan gooien en op welke score ze uit gaan komen. Als ze een pijl missen dan weet ik automatisch welke andere getallen ze moeten gooien. Soms vragen spelers tussendoor aan mij wat ze op dat moment nog over hebben. Dan moet

tekst: Anne Karsbergen en Gert van Nieuwaal foto’s: Bas van den Berk


je in een ‘splitsecond’ kunnen rekenen. Dat zijn voor mij de spannende momenten, maar dat houdt het wel leuk! Wanneer was je grote doorbraak als mastercaller? Iemand van de organisatie van een toernooi in Hellevoetsluis had mij op een toernooi in Den Bommel in actie gezien. Ze vroeg of ik een demonstratiewedstrijd wilde callen, tussen Gary Robson en niemand minder dan Gary Anderson, de huidige PDC wereldkampioen! Ik kon die mannen natuurlijk alleen van TV. Ik heb meteen ja gezegd en ik heb de hele avond staan callen. De reacties vanuit de organisatie waren overweldigend: ‘Doe je dit al langer Marco? Hier moet je mee doorgaan!’ Die avond werd ik gevraagd om mee te gaan naar de grotere toernooien in Europa, dat was mijn doorbraak. Daarna ging het hard. In 2011 werd ik voor het eerst gevraagd op de Zuiderduin Masters. Dit het enige televisietoernooi in Nederland. Daarna kwam al snel de vraag waar ik van droomde. ‘Marco, heb je 6 januari aanstaande wat te doen?’ ‘Ja’, reageerde ik, ‘werken bij de Gamma, wat anders?’ ‘Nou, bel je baas maar want je wordt die dag op de Lakeside in Engeland verwacht!’ Ik kon het haast niet geloven! Op mijn 23e mocht ik mastercaller zijn op de Lakeside World Darts Championships 2012. Dit zijn de Wereldkampioenschappen van de British Darts Organisation (BDO), die jaarlijks gespeeld worden in de Lakeside Country Club te Frimley Green, Engeland. Negen dagen later was ik, nota bene bij mijn debuut op Lakeside, de mastercaller in de finale! Daarmee was ik niet alleen de eerste niet-Britse mastercaller op de Lakeside, maar ik werd in dat jaar ook de enige mastercaller die alle finales van de tv-toernooien mocht leiden! Wat gaaf, een Flakkeeeënaar tussen al die bekende darters?!

“Martin Adams, Andy Fordham, Tony O’shea, Ted Hankey: ik ken ze allemaal en drink tegenwoordig vaak een biertje met ze” Aan het begin was dat erg wennen, het zijn mijn idolen. Maar het zijn hele normale en aardige jongens, het voelt als één grote familie. En inmiddels willen mensen in Engeland ook met mij op de foto, of ze willen mijn handtekening. Heel onwerkelijk is dat. Ik heb het geweldig naar mijn zin in de dartwereld, het is een droom die uitgekomen is. Ik mag overal naartoe, mijn reis wordt betaald en ik verdien er een leuk zakcentje mee. Maar ik werk er ook heel hard voor. Soms ben ik het hele weekend aan het callen in het buitenland en kom ik op zondagavond om 21:00 uur thuis. Die dag erop sta ik om 7:00 uur weer op mijn werk. In het dagelijks leven ben ik magazijn chef bij een bouwcentrum, ik los vrachtwagens en controleer alles wat binnenkomt. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de hout- en bouwafdeling. Ik heb het ontzettend naar mijn zin op mijn werk. Zou je op termijn van het mastercallen kunnen leven? Dan zou ik een overstap moeten maken van de BDO naar de Professional Darts Corporation (PDC). Ik vind het nu nog heel gaaf bij de BDO, van een overstap is nog geen sprake. Maar het zou wel een droom zijn die uitkomt als ik van het mastercallen zou kunnen leven. Trouwens, wat er ook gebeurt, ik ga nooit weg van Flakkee hoor! Het eiland zit in mijn bloed. Dit is mijn thuis. Ik voel me op en top Flakkeeënaar en dat blijft!

29


Je komt d’r nôôit in tènde MET KRIJN EN CLARIE TANIS NAAR DE KLEISTEE IN OUDDORP

Er is eigenlijk geen betere plaats te vinden voor een vraaggesprek met het echtpaar Krijn en Clarie Tanis, beiden bevlogen natuurliefhebbers, dan het natuurgebied de Kleistee. We fietsen er dan ook op een woensdagmiddag over het eeuwenoude kerkenpad heen. Beiden weten heel veel van de natuur.


tekst en foto’s: Pau Heerschap

N

auwelijks hebben we de fietsen bij het draaihekje neergezet, of Krijn roept: “Kijk, een Bruin Zandoogje”, een kleine vlinder die neerstrijkt op de vegetatie van een aan de natuur prijsgegeven perceel akkerland.

Het gebied van de Kleistee is heel bijzonder. Je ziet hier eigenlijk alle elementen van het typische Ouddorpse landschap, uitgezonderd het polderland: haaygemeten, schurvelingen, haogten (zandwallen) en mêêtjes (akkers). Haaygemeten (of in dialect haemeten) zijn cultuurgronden, ooit ontstaan door een eerste cultuurbewerking, die aanzienlijk hoger liggen dan het omringende polderland. Na het vertrek van de Romeinen, ongeveer de derde eeuw na Chr., zijn de hoge Westduinen over het eiland gaan verstuiven. Over de zeeklei kwam een zandpakket, dat zich tot de oostelijke rand van de huidige dorpskern van Ouddorp uitstrekt. Op de Kleistee is nog duidelijk een haaygemete te zien. De meeste haaygemeten zijn in eerste instantie geëgaliseerd en in cultuur gebracht. Om percelen te vormen ging men greppels graven met een tussenliggende afstand van één tot twee meter. De ruimte tussen de twee greppels werd opgevuld met de vrijgekomen aarde. De zo ontstane lage wallen van één tot anderhalve meter hoog werden schurvelingen genoemd. Ze dienden als perceelscheiding, keerwal voor het vee en om verstuiving van de akkers tegen te gaan. Ze werden beplant met duindoorns en bramen. Hier en daar was een klimsel gemaakt, een trapconstructie van houten palen, zodat men over de schurveling heen op een ander perceel kon komen. Tegen het einde van de negentiende eeuw begon men percelen tussen de schurvelingen af te graven, om zo dichter bij het grondwater te komen. Dat gebeurde in stroken van tien meter. Eerst werd de vruchtbare bovenlaag (de èrve) opzij gelegd en vervolgens groef men een stuk grond uit, al naargelang de waterstand. De vrijgekomen aarde werd over loopplanken (richters) met kruiwagens over de schurvelingen gedeponeerd en de opzij gelegde vruchtbare grond werd daarna weer over de afgegraven strook grond verspreid. Zo ontstonden zandwallen, in de volksmond bekend als haogten, die twee tot drie meter hoog waren en die wel tot tien meter breed konden zijn. Deze procedure van landbewerking werd uitmijnen genoemd. Een uitgemijnd perceel noemde men in Ouddorp een ‘mienege’.

Al heel lang, bijna veertig jaar, maken Krijn en Clarie deel uit van de Vereniging voor Natuur en Landschapsbescherming voor Goeree-Overflakkee (www.nlgo.nl). Krijn vertelt dat zij beiden al vanaf hun jeugd heel erg geïnteresseerd zijn in alles wat met de natuur te maken heeft. In de jaren zestig van de vorige eeuw zijn veel bunkers uit de Tweede Wereldoorlog gesloopt. Veel vogels verloren daardoor hun toevluchtsoord. Krijn is toen begonnen met het ophangen van nestkastjes. Met een aantal gelijkgestemde personen is toen al gauw de Vereniging voor Natuur en Landschapsbescherming voor Goeree-Overflakkee opgericht. “De voorbesprekingen waren bij ons in huis”, vertelt Clarie. De vereniging telt een aantal werkgroepen. Krijn is coördinator van de Vogelwerkgroep. Er zijn dertig leden, die zich actief bezighouden met het tellen van vogels. Clarie is coördinator van de Plantenwerkgroep. Vanaf het voorjaar tot de zomer houden zes of zeven personen zich actief bezig met onderzoek. De resultaten worden doorgegeven aan FLORON (Floristisch Onderzoek Nederland, www.floron.nl).

Opvallend is de opslag van eiken, dennen, hulst, sporkehout en elzen. “Als je dat zo zijn gang laat gaan, dan wordt het open terrein binnen de kortste keren een bos. Regelmatig beheer is daarom noodzakelijk.” De Vereniging beschikt dan ook over een werkgroep Terreinbeheer, aangevuld met vrijwilligers, de zogenoemde ‘Vliegende brigade’, die vanaf het najaar tot het voorjaar maait en kapt om de percelen zo veel mogelijk ‘open’ te houden. Krijn houdt van open landschap in Ouddorp. We komen aan bij het terrein waarop ooit boerderij de Kleistee stond. Die is aan het eind van de jaren zeventig gesloopt. In de oude boomgaard poseren Krijn en Clarie bij de, naar schatting, honderdjarige moerbeiboom. Het echtpaar Tanis is in dezelfde week dat het interview plaatsvond veertig jaar getrouwd. Via de ‘boomgaard’ verlaten we het terrein en komen in een laan terecht, in Ouddorp lieje genoemd. We gaan daar rechtsaf en komen op een aan de natuur prijsgegeven akker terecht. We horen de Veldkrekel en zien de Echte Gulden Roede, een zeldzame plant. Dan zijn we weer bij het draaihekje. Nu dacht ik altijd veel van de Kleistee te weten, maar deze middag heb ik heel wat bijgeleerd. Krijn en Clarie? Die gaan ‘natuurlijk’ gewoon bevlogen verder, want zoals Clarie tijdens de wandeling opmerkte: “Je komt d’r nôôit in tènde”, het komt nooit af.

31


Tekst: Mie-Wah Pang Fotografie: Dick van de Veer

Helden van Flakkee

Hellup!

TOF overboord!

TOF mag op een donderdagavond mee met de wekelijkse oefenavond van de helden van de Noordzee: het team van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) in Stellendam! Een unieke ervaring. Voordat we aan boord gaan hebben we een interessant gesprek met John Brökling, één van de commissieleden en professioneel vrijwilliger: “De KNRM in Nederland bestaat al 191 jaar. Van oudsher bedoeld om de vissers op zee te redden of bij te staan. In die tijd gevormd door familieleden en thuisblijvers van de vissers, die vanuit de thuishaven uitvoeren bij noodweer.”

De KNRM;

ware helden

van de Noordzee!


T

egenwoordig zijn er landelijk 45 KNRM-stations, met 1300 professioneel opgeleide vrijwilligers en 10 beroepschippers, die vorig jaar landelijk ruim 3500 mensen redden. Op GoereeOverflakkee zijn twee KNRM-stations: in Ouddorp en in Stellendam, beiden met een eigen team helden. In Stellendam zijn 23 vrijwilligers (22 mannen en 1 vrouw) en beroepschipper – en rots in de branding voor zijn team – Erik Rodenhuis gestationeerd. Overheidstaak De KNRM vaart uit bij meldingen en calamiteiten op zee en op binnenwateren. “We voeren een taak uit van de Nederlandse overheid, elk land is verplicht om tot ten minste 40 mijl vanuit de kust bijstand te verlenen. We staan in nauw contact met de kustwacht, die een coördinerende rol als meldkamer uitvoert. Maar we zijn een geheel zelfstandige onafhankelijke en erkende hulporganisatie, zonder overheidssubsidie”, vervolgt John zijn verhaal. “De KNRM komt rond met dank aan de ruim 92.000 donateurs en de professioneel vrijwilligers die zich voor de volle 100 procent inzetten!”

“We kennen elkaar allemaal door en door. En we weten dat we er voor elkaar zijn ...”

Professioneel vrijwilliger wat houdt dat in? “Als professioneel vrijwilliger bij de KNRM ben je 24/7 in de week oproepbaar en beschikbaar. Dit betekent dat een ieder van ons team in de buurt woont en werkt. We werken wel met een schema, maar als we uitvaren, moeten we dat met minimaal 8 bemanningsleden doen. Elke vrijwilliger is multifunctioneel inzetbaar, dat betekent dat je alle taken op de boot moeten kunnen uitvoeren. We zijn ook de ambulancedienst en brandweer op zee”, aldus John. Goed opgeleid, goed materieel Van John horen we dat elke vrijwilliger goed is opgeleid, vandaar de naam professioneel vrijwilliger. Hier hoort een opleiding- en oefenweek in Schotland bij, een driejaarlijkse opleiding in Rotterdam en allerhande andere opleidingen en trainingen. De meeste vrijwilligers kunnen ook duiken en zeilen, bijvoorbeeld. Voor elk teamlid wordt een op maat gemaakt redding/waterdichtpak gemaakt. Want veiligheid voor bemanningsleden is ook een absolute prioriteit! Het team in Stellendam heeft de Antoinette en de Neeltje, twee professionele reddingsboten. En daarnaast nog een kleine rib. “We oefenen elke week op donderdagavond en eens in de vier weken ook op zaterdag. Om onze skills en het teamwork up-to-date te houden. “ Daar gaan we dan! En dan moeten we er echt aan geloven, we gaan in een waterdichtpak aan boord voor de oefening! Wat een tocht, en de zee is nog niet eens zo wild. Laat staan als het echt slecht weer is en je te maken hebt met golven van meer dan 5 of 6 meter hoog. De mannen oefenen met de kleine rib en wat is een oefening zonder het redden van een paar drenkelingen. Dus ook dat mogen we van heel dichtbij ervaren. Vertrouwen Van een van de bemanningsleden aan boord horen we dat het vertrouwen onderling en het vertrouwen in schipper Erik erg groot is. “We kennen elkaar allemaal door en door. En we weten dat we er voor elkaar zijn, dat er altijd een man (of vrouw) achter je staat. Onze schipper is in mijn optiek ook een van de besten van Nederland. Als we naar een groot-

schalige melding toe moeten, dan wordt vaak aan hem gevraagd om de coördinerende rol op zich te nemen. Dat zegt toch echt wat over zijn capaciteiten, en dat geeft vertrouwen om elke keer weer aan boord te stappen!” Mensen willen helpen Nadat we van boord zijn gegaan, spreken we ook Erik Rodenhuis, de schipper, nog even. We vragen hem wat de drive is om voor de KNRM actief te zijn. “Het moet in je bloed zitten om mensen te willen helpen. Dat zie je bij elk lid van ons team. Daarnaast denk ik dat je ook wel avontuurlijk aangelegd moet zijn en dat je er plezier in moeten hebben. Dat laatste is echt belangrijk. Bij de KNRM help je mensen in nood, dat geeft voldoening”, aldus Erik. “We zijn vanuit de KNRM ook actief in het buitenland, ik ben dit voorjaar 6 weken in Griekenland geweest om te helpen bij het opzetten van een reddingsstation. Zeker nodig gezien de vluchtelingen die de Middellandse Zee willen overvaren. Het is mooi dat we op zo’n manier onze kennis en kunde kunnen delen.”

Kijk voor meer informatie over de KNRM op www.knrm.nl 33


Meet the fokker EEN INTERVIEW MET DE TROTSE EIGENAAR VAN KAMPIOENSKOEIEN: JAAP DE VOS tekst: Anne Karsbergen foto’s: Gert van Nieuwaal

B

ekende Flakkeese topsporters en tv-sterren kennen we allemaal. Maar op Goeree-Overflakkee wonen ook nog onbekende(re) sterren waar we trots op mogen zijn. Jaap de Vos uit Ooltgensplaat heeft zelfs een aantal Nederlands kampioenen in zijn ‘achtertuin’ staan! Jaap is namelijk één van de beste koeienfokkers van het land. Zijn koeien hebben al meerdere kampioenstitels behaald: van Nederlands Kampioen tot veelbelovende titels als ‘mister en miss toekomst’. TOF zocht de gepassioneerde Jaap en zijn gezin op en had de eer om de kampioenskoeien van dichtbij te bekijken!


Jaap, waar komt die passie voor het fokken van koeien vandaan? Ik ben opgegroeid op deze boerderij. Toen mijn vader stopte met melken (hij had een gemengd agrarisch bedrijf), vonden we het zonde dat de stal leeg stond en de weilanden niet benut werden. Hobbymatig zijn we koeien gaan ‘afmesten’ om ze te verkopen aan de slager. Al snel zijn we overgegaan naar het fokken van koeien. Hier haalden we meer voldoening uit. We begonnen met één dikbilkalfje. Al vrij snel stapten we over op het ras dat we nu nog steeds hebben: Het Belgisch Witblauw ras. Wat is bijzonder aan dit ras? Ze hebben een buitengewone ontwikkeling van de spieren en hebben een zeer laag vetpercentage. Ze zijn erg zwaar. Een stier van een ander ras weegt ongeveer 800-900 kilo, terwijl een stier van dit ras 1500 kilo kan wegen. Mede hierdoor worden kalfjes altijd via een keizersnede geboren. Ze zijn te zwaar (door de spieropbouw) voor een natuurlijke bevalling. Een keizersnede duurt ongeveer een half uur. De koe krijgt een plaatselijke verdoving en bevalt terwijl ze staat. Ik maak me wel zorgen over een landelijke discussie die momenteel speelt over het routinematig toepassen van een keizersnede. Buitenstaanders vinden dat een keizersnede alleen in uiterste gevallen mag. Maar een zware natuurlijke geboorte is veel minder diervriendelijk dan het toepassen van een keizersnede. Waar wordt een koe op beoordeeld? Er wordt ondermeer gekeken naar de gestalte, de maten, de bespiering, het beenwerk en het algemeen voorkomen. Hoe fok je een kampioenskoe? Ik probeer steeds verbeteringen door te voeren. Wat mist deze koe? En welke eigenschappen moet de stier hebben om ervoor te zorgen dat het kalfje een ‘betere versie’ wordt? Vervolgens ga ik op zoek naar een stier die precies die specifieke eigenschap heeft om ervoor te zorgen (en te hopen) dat het kalf precies datgene van zijn of haar vader overneemt. Soms lukt dat, maar soms ook niet. Fokken = Gokken wordt weleens gezegd, maar dat gaat niet helemaal op. Je bent op zoek naar een perfecte match, en dat is een proces van tientallen jaren met steeds kleine verbeteringen. Elke keer weer opnieuw kijken: wat komt deze koe tekort? En zo gaat dat van generatie op generatie verder. Als er een kalfje geboren wordt, zie ik vaak direct al of het een potentiële kampioen is. En waar haal je dan zo’n stier vandaan? Ik bezoek veel fokkers, ga naar keuringen (vooral in het moederland België) en weet welke stieren ik interessant vind. Vervolgens kijk ik in diverse catalogi waar de eigenschappen van de stieren te vinden zijn. Ik kijk ook hoe nakomelingen van deze stier het doen. Als ik de perfecte

match heb gevonden en de koe ‘tochtig’ is, dan bestel ik rietjes met sperma van de stier. Dit wordt dan bij ons op de boerderij gebracht. Hoe veel tijd stop je hierin? Ik heb een fulltime baan en ben daarnaast zo’n 30 uur per week met de koeien bezig. De stal moet schoongemaakt worden, de dieren moeten te eten krijgen en natuurlijk ook verzorgd worden. Daarnaast ben ik ook bezig met het fokken en besteed ik uren aan het analyseren van eigenschappen van de koeien en eigenschappen van stieren. Ook ga ik natuurlijk naar de keuringen toe. Die vinden plaats door heel het land en in België. Dat is veel werk! Nee, dat is hobby! Ik doe het echt omdat ik het leuk vind. En dan maakt het dus niet uit hoeveel tijd het kost. Maar ook belangrijk om te weten is dat je dit niet alleen kunt. Ik krijg ontzettend veel hulp van mijn vrouw Lenie. En ook mijn zoon Corjan en schoondochter Soraya helpen mee. Met een keizersnede krijg ik altijd hulp van mijn vriend Han Smit, voormalige slager uit Middelharnis. Daarnaast helpen diverse vrienden dikwijls mee en ben ik ontzettend blij met de dierenartsenpraktijk in Oude-Tonge. Zij zijn echt betrokken en dag en nacht beschikbaar. Onmisbaar! Is het een dure hobby? Soms verdien ik er geld mee (door het verkopen van koeien en de verkoop van vleespakketten). Maar het kost ook erg veel geld (het kopen van voer, de rietjes, de dierenarts, het onderhoud). Uiteindelijk speel ik redelijk quitte. Met het behalen van een kampioenstitel verdien ik geen geld. Dat gaat om de eer! Wat is het tofste dat je hebt meegemaakt met de koeien? Kampioen worden is natuurlijk erg tof! Maar ook mooi is dat het ons is gelukt om een kalfje dat zeven weken te vroeg werd geboren - en eigenlijk niet levensvatbaar was toch zelf groot te hebben gebracht. Kacheltje erbij, meerdere keren per dag melk geven. En ze haalde het! Sterker nog: zij heeft uiteindelijk zelf een dochter gekregen, Jitske. En die werd kampioen! *Overigens was de TOF redactie meteen verliefd op Jitske. Ze was verreweg de nieuwsgierigste van het stel* Wat is je droom? Het kan altijd beter, maar daar moet je natuurlijk ook mee oppassen. Want waar is het einde? Diervriendelijkheid moet altijd voorop staan. Ik zou graag nog met een oudere koe kampioen worden (3-11 jaar). Tot nu toe werd ik vooral met jongere dieren kampioen.

koei’ndag

Wil jij ook een kampioenskoe zien? ‘De Vos farm’ is te vinden aan de Oudedijk 3 in Ooltgensplaat. Je bent van harte welkom. Als je op de dijk staat, kijk je zo de wei in. Op de dijk staan regelmatig bewonderaars! Overigens is het uitzicht er sowieso prachtig!

JIJ VERZINT DE NAAM VAN DE NIEUWE KAMPIOEN!

In november wordt naar verwachting een kalfje geboren op ‘De Vos farm’. Wellicht een nieuwe kampioen? TOF lezers mogen de potentiële nieuwe kampioen een naam geven. Binnenkort alle details op onze Facebookpagina! 35


Ik zie, ik zie... noe bin’k ut kwiet! GEOCACHING OP GOEREE-OVERFLAKKEE

H

ier zou het dus ergens moeten liggen’. Wat dan precies zal je je afvragen? Nou de schat! En dan niet zo’n houten kist gevuld met gouden munten. Nee, wij zijn op zoek naar een kokertje met daarin een heel klein logboekje. Samen met geocacher van het eerste uur Dick van ‘De Duintoppers’ bevind ik me in de Kwade Hoek. Het kloppend hart van ‘Duintopperland’ zoals de Kop van Goeree onder de geocachers wordt genoemd.

tekst: Matthew Arensman

foto’s: Pieter Kamp

Het is een broeierige avond in mei en we gaan geocachen in de Kwade Hoek. Modern schatzoeken zou je het kunnen noemen. Ontstaan in 2000 in de VS, bedacht door Dave Ulmer uit Portland, Oregon. Ulmer verstopte de eerste cache (=schat) en plaatste de coördinaten in een online discussiegroep. Daags na deze actie werd de cache met behulp van een gps-apparaat gevonden: geocaching was geboren.


Het Global Positioning Systeem (gps) is het satellietbepalingssysteem dat in 1967 werd ontwikkeld door het Amerikaanse leger. De basis voor het geocachen. Vanaf 1 mei 2000 werd de burgervariant van dit systeem een stuk nauwkeuriger, waardoor met een goed gps-apparaat tot op een nauwkeurigheid van 4 meter gezocht kon worden. Dick en zijn vrouw Ineke kwamen in mei 2007 voor het eerst met geocaching in aanraking. Dick, geboren in Stellendam en in de jaren ’50 met zijn ouders verhuisd naar Lekkerkerk, ontmoet zijn vrouw Ineke tijdens het rijden van puzzelritten en geocaching ligt eigenlijk in het verlengde daarvan. Het is dan ook niet zo vreemd dat geocaching een sport is die zij samen beoefenen. In 2007 had geocaching nog maar een fractie van de populariteit die het nu heeft. Er lagen toen 3 caches op Goeree-Overflakkee, het zijn er nu honderden. De eerste cache die ze vonden lag op De Punt bij Ouddorp. Gelegd door ‘Pieter Walker’ de nickname van een niet nader te noemen persoon uit Stellendam. Geocaching heeft iets mysterieus en daar hoort een nickname bij. Die van Dick & Ineke is ‘De Duintoppers’, omdat het merendeel van de door hun verstopte caches op de Kop van Goeree ligt wordt dit gebied ‘Duintopperland’ genoemd. Door het vinden van de cache op De Punt traden ‘De Duintoppers’ toe tot het gilde van de geocachers. Er werd contact gelegd met ‘Pieter Walker’ en de interesse van ‘De Duintoppers’ voor het vinden van nog meer caches, maar vooral voor het maken van hun eigen, nieuwe caches was gewekt.

“Dus hier moet de cache ergens liggen?” We staan langs een pad in de Kwade Hoek bij een bankje, speciaal gemaakt door Boswachter Jan van Natuurmonumenten als dank voor de goede samenwerking met ‘De Duintoppers’, met een plaatje erop.

Een plaatje dat ‘De Duintoppers’ doet herinneren aan het feit dat zij als eersten in Nederland in 2015 de grens van ‘10.000 favorites’ hebben doorbroken. Dat betekent dat met de honderden door hun gelegde caches - die trouwens vooral op Goeree-Overflakkee liggen omdat het hier zo mooi is en je hier zo mooi kunt wandelen en fietsen - zij meer dan 10.000 keer een waarderings-favorite van een andere geocacher hebben ontvangen. Een mijlpaal in de historie van de geocaching in Nederland! Een bankje dus, langs het pad. De min of meer enige onderbreking in de 4 meter rondom ons coördinaat. Tja, dan moet het kokertje toch ergens in, aan, of onder het bankje zitten. Ik controleer het zitvlak, de bodem, de grond naast het bankje, onder het bankje. Niets te zien... “Toch ligt hij hier”, zegt Dick. Ik voel met mijn hand nog eens goed... “Hebbes! Cool zeg! Hoe verzin je het?”

Dick laat me in Ouddorp het kloppend hart van zijn sport zien. Een schuurtje gevuld met attributen om caches mee te verstoppen. Kokertjes van fotorolletjes, vogelhuisjes, speciale holle paaltjes, noem maar op. De sport van het verstoppen van de cache draait namelijk om twee zaken: het traject naar de cache toe en de originaliteit van de verstopte cache. Een bierdopje met een touwtje waaronder het doosje met logboekje hangt, een waterleidingputje waar een cache in zit verwerkt, een hol paaltje wat je los kunt halen uit de grond. Hoe origineel wil je het hebben? De weg naar de cache toe moet bij voorkeur, ook zo origineel mogelijk zijn. Het doel van geocachen is namelijk ook om mensen plaatsen te laten bezoeken waar ze normaal niet komen. Waren in de beginjaren organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer nog wat terughoudend naar die ‘rare’ geocachers toe. Nu juichen die clubs het alleen maar toe. De sport trekt namelijk alleen maar meer publiek naar hun gebieden. ‘De Duintoppers’ werken intensief samen met de natuurbeherende partijen op ‘Het Eiland’. Op de bewuste avond in mei doen we een multi-cache. Om de coördinaten van de cache te vinden moeten we een aantal meerkeuzevragen oplossen. Uit de oplossing komen een aantal letters, die voor getallen staan. De getallen worden ingevuld in het coördinaat, waardoor we uiteindelijk met een nauwkeurigheid van 4 meter weten waar de cache ligt. Een soortgelijke, en zeer populaire, cache is de ‘Bunkerroute De Punt’. Aan de hand van foto’s moet het juiste coördinaat van ‘de schat’ gevonden worden.

Wat een leuke sport, die mede door alle inspanningen van ‘De Duintoppers’ van Goeree- Overflakkee een toeristische trekpleister voor geocachers maakt. Er liggen hier namelijk zoveel caches en vaak op zulke originele plaatsen verstopt dat vele mensen voor meerdere nachten naar Goeree-Overflakkee komen, want 90% van de caches wordt gevonden door mensen die niet op Goeree-Overflakkee wonen. En wij Flakeeënaars weten van niets… Tijd dat dat verandert!

37


RINUS PANNEKOEK REPATRIEERT PATIËNTEN UIT DE HELE WERELD

De verpleegkundige

TO GO

Het zal je maar gebeuren. Datgene waar je liever niet aan denkt op reis of vakantie. Je wordt ziek of krijgt een ongeluk en belandt in een ziekenhuis in het buitenland. Voor het begeleiden van mensen die niet in staat zijn om op eigen kracht te reizen, vliegen repatriëringsverpleegkundigen zoals Rinus Pannekoek de hele wereld over. Tekst: Richard van der Stoep Foto’s: archief Rinus Pannekoek

A

ls een zorg- of reisverzekeraar besluit een patiënt terug te halen, schakelen zij een alarmcentrale in om de noodzakelijke regelingen te treffen. Voor de medische begeleiding schakelen zij een ander bedrijf in. Eén van die bedrijven is Broeder de Vries - Dutch Medical Services, waar Rinus Pannekoek uit Dirksland werkt. Eerste keer Rinus doet dit al sinds 1989 en is vanaf 1992 werkzaam bij Ambulancedienst Broeder de Vries op Schiphol. Zijn eerste opdracht kwam onverwacht toen een oud-collega hem belde of hij hem voor een reis naar Oostenrijk kon vervangen. Zijn opleiding als verpleegkundige en psychiatrisch verpleegkundige en zijn zojuist in het Van Weel-Bethesdaziekenhuis te Dirksland afgeronde CCU-opleiding (hartbewaking) maakten Rinus tot een goede kandidaat voor de repatriëring van een patiënt met cardiale klachten. Samen met een collega vertrok hij naar Oostenrijk en leerde al snel dat je voor dit werk moet kunnen improviseren. Bij aankomst bleek de briefing niet juist te zijn: het ging om een patiënt met longklachten. Met zwaailichten en


sirene vlogen de twee verpleegkundigen en hun patiënt over de Duitse Autobahn richting Nederland. Met onderweg nog een tussenstop in Venlo omdat er een lek bleek te zitten in de zuurstofleiding waarop de passagier was aangesloten. Fit-to-fly In de afgelopen 27 jaar is Rinus over heel de wereld gevlogen om patiënten naar huis te halen. Gewapend met niets anders dan een koffer medische spullen en zijn vakkennis vertrekt hij gemiddeld twee tot vier keer per maand naar de meest uiteenlopende oorden. “Hoe dichter je bij de evenaar komt, hoe slechter de medische zorg”, aldus Rinus. “Men heeft in andere landen heel andere maatstaven wat betreft hygiëne. Voor Rinus is het een passie om te zorgen dat patiënten de terugreis als prettig ervaren. Zijn uitgangspunt is dat hij iedereen behandelt zoals hij zelf behandeld zou willen worden. “Wanneer je in het buitenland ziek wordt dan is dat een stressvolle situatie. Vaak zit iemand al langere tijd in een vervelende situatie en wil dolgraag naar huis. Mijn eerste prioriteit is dat ze me vertrouwen. Dat ze de hele rompslomp van reizen uit handen durven geven. En dat vertrouwen verdienen, begint al bij de eerste kennismaking. Mijn eerste taak is dan observatie en controle van de licha-

“Hoe dichter je bij de evenaar komt, hoe slechter de medische zorg”

melijke en psychische toestand. Hoewel een plaatselijke arts een fit-to-fly-document moet afgeven, is het mijn taak te bevestigen of de gegevens van de alarmcentrale kloppen. Die gegevens zijn niet altijd volledig of betrouwbaar. Zo moest ik onlangs iemand vanaf Kreta begeleiden die van een balkon was gevallen. Over de oorzaak van het ongeval was niets bekend. Dan kan het dus zijn dat iemand in een dronken bui een vervelende misstap heeft begaan. Maar het zou net zo goed een zelfmoordpoging kunnen zijn. In dit geval bleek het toch een dronken bui te zijn geweest en de terugreis ging voorspoedig.” Gebeurtenissen Rinus kan avonden vullen met de verhalen over zijn reizen. Toch springt er een aantal gebeurtenissen uit. In 1999 nam hij deel aan een repatriëringsvlucht voor slachtoffers van een aardbeving in Turkije, waarbij ruim 17.000 mensen omkwamen. “Iedere passagier in dat vliegtuig had één of meerdere familieleden verloren. De mensen zaten verdwaasd in hun stoelen en zeiden niets. Dat was een aangrijpende vlucht die ik nooit zal vergeten.” Toch blijft Rinus professioneel. Hij herinnert zich nooit namen van de patiënten. “Alleen de gebeurtenissen blijven me bij. Natuurlijk moet ik zulke dingen ook verwerken. Gelukkig heb ik thuis bij mijn vrouw een luisterend oor. Daar praat ik het van me af. Ik blijf er nooit mee rondlopen.” Talenten Voorlopig denkt hij er niet aan om te stoppen. “Zolang er opdrachten komen, blijf ik gaan. Ook al ben ik officieel met pensioen. Vanuit mijn christelijk geloof zie ik ook dat er een taak voor me ligt om mensen te helpen. Daar heb ik de talenten voor gekregen en ben er dankbaar voor.”

RINUS PANNEKO

EK

Rinus is een vrolijk e man die met enthousiasme pr aat over zijn werk . Geboren in 1953 tij dens de watersnoodramp. Op ee n operatietafel in het ziekenhuis omda t zijn ouderlijk hu is tot aan het dak on der water stond. Een passend begin va n een bijzonder lev en. We kunnen met ee n gerust hart op reis in de wetenschap dat mensen als hi j bereid zijn ons in nood te helpen. Ri nu s Pannekoek woon t in Dirksland en heeft in 2014 een boekje uitgegeven met 25 anekdotes die hij in 25 jaar repatri ëring heeft verzameld. Het boekje kost € 4, 25 (incl. verzending ) en is te bestellen vi a boekbinderij@zo nnet.nl

39


TOFFE meanse

kieke foto’s: Dick van der Veer & Gert van Nieuwaal


41



43


tekst: Germa Graveland foto’s: Marit Veringmeijer

Zeit... Van wie ben joe d’r êên? MARKANT CAMPINGECHTPAAR STRUIK VERLEERT GASTVRIJHEID NOOIT Tot vorige zomer liepen ze als bezige bijtjes rond op hun camping Johannahoeve in Herkingen. Voor elke gast een vriendelijk woord of een helpende hand, niets was te veel. De gezondheid is inmiddels minder, maar de hoogbejaarde campingeigenaren

ben ik. We hadden wel een auto, maar daar hadden we een paard voor gespannen. Er zat geen motor in. Er pasten heel veel mensen in zodat we met zijn allen naar de kerk konden in Melissant. Soms lieten we het paard schrikken, dan denderden we zo met zijn allen de scheve dijk op. Vond mijn moeder niet zo geslaagd”, klinkt het bijna ondeugend. Het zijn mooie tijden, al wordt iedereen op de boerderij vanaf jonge leeftijd geacht mee te werken. “Ik was zeven en moest drie kippen slachten. Elf en er werd van me verwacht dat ik vijf biggetjes castreerde. De balletjes voerden we aan de hond.”

“Verhalen worden Dirk Struik (92) en zijn vrouw Johanna steeds groter en Struik-Zitman (90) zijn ook in vermooier bij jou”, moppert ze goedzorgingsflat Vroonlande in Dirksland moedig tegen hun gastvrijheid niet verleerd. haar man.

D

e deur van het appartement op de eerste verdieping staat open. “Hier, een stoel. Ga daar maar zitten. Of daar, bij de tafel. Koffie of iets anders? Een koekje?” Struik zit gelijk in zijn praatstoel. In onvervalst en extreem rap Flakkees komt er een spraakwaterval aan woorden uit, met af en toe een pauze als hij een vraag stelt en een antwoord terugverwacht. “Flakkee zit vol met Struiken. Wij zijn gewoon Struik. Geen Struyk met een y of met ck. Gewoon Struik. Zelfs Vroonlande zit er vol mee. Mijn zus woont hiernaast en één zus een verdieping hoger.” Zijn vrouw – vroeger kleuterjuf - luistert rustig mee en corrigeert af en toe als hij volgens haar iets overdrijft. En dat gebeurt nogal eens. “Verhalen worden steeds groter en mooier bij jou”, moppert ze goedmoedig tegen haar man. “Ik hoor dingen die ook voor mij nieuw zijn.” Het lijkt de oude baas niet te deren. Hij heeft veel te vertellen. Peuterdijk Baby Dirk wordt in 1923 geboren, op oudejaarsdag in Stad aan het Haringvliet. Zoon van Elisa Struik en Maria Jacoba Kik. Nummer acht in een gezin van 17 kinderen. “Twaalf zusjes en vier broertjes. Ik was zeven weken en toen nam de zus van mijn moeder me mee, naar Anna Jacobapolder in Zeeland. Om mijn moeder te ontlasten. Daar ben ik 3,5 jaar gebleven”, vertelt hij. Het grote gezin verhuist naar Herkingen, naar een boerderij op de Peuterdijk. Trots wijst Struik naar een ingelijste zwart-witfoto achter hem, van begin jaren dertig. “Dat kleine ventje in die witte blouse

De oorlog brengt verandering. Tiener Dirk wordt opgeroepen om te gaan werken in Duitsland maar er wordt een list bedacht. “In Leiden mocht ik naar de analistenschool, als assistent van de professor. Ik had de vierde klas nog niet afgerond.” Hij glimlacht als hij terugdenkt aan hoe de Duitsers destijds om de tuin werden geleid. Het is een tijd van schaarste maar de boerenzoon verloochent zijn afkomst niet. Hij had contacten en wist van thuis uit regelmatig aardappelen, koeienvlees of kaas naar het vasteland te halen om te verkopen of te ruilen. Het is een goed handeltje. Op een dag is hij aan het houthakken in de tuin van een chauffeurswoning bij een groot huis als er een mooi meisje langskomt: Johanna, dochter van een destijds grote aannemer. De jonge vrouw van goeden huize zit op de kweekschool maar kan de vrolijke praatjesmaker toch niet weerstaan. De vonk slaat over. Aan het einde van de oorlog wordt de jonge Struik toch opgepakt en vastgezet in doorgangskamp Amersfoort. Hij weet echter weg te lopen en een barre tocht door heel het land volgt. Johanna blijft achter. Tot het einde van de oorlog. De liefde is er nog steeds, maar het is wel liefde op afstand. Pas in 1950 trouwen de twee, na elkaar jarenlang op de fiets opgezocht te hebben. De lange tocht tussen Herkingen en Leiden, deels met de boot, hadden de twee tortelduifjes er graag


voor over. Dirk gaat ‘boeren’, en deelt met zijn broer de ouderlijke boerderij. Het stel bouwt een huis naast de oude boerderij. Pluut Thuisblijfmoeder is geen optie voor de goedopgeleide Johanna, ook al komen er wel kinderen. Ze gaat aan de slag als kleuterjuf, eerst in Herkingen, daarna vele tientallen jaren in Melissant. Veel mensen vertrekken naar Amerika en Canada, vooral na de Watersnoodramp zeggen ze Nederland vaarwel. Ook een paar van zijn broers en zussen. “Er is wel nog veel familie op het eiland, wat wil je met zo veel kinderen, maar er zijn er ook veel heel ver weg gegaan”, aldus Struik. Dirk en Johanna krijgen samen vier kinderen, één meisje en drie zonen. “De oudste heeft altijd in het ziekenhuis gewerkt”, vertelt moeder Struik trots. “Eén zoon heeft een garagebedrijf, de andere zit in de vrachtwagens. En de jongste zit in het licht en geluid.” Voor velen op Goeree-Overflakkee moet er dan ook een lichtje gaan branden: Jeroen Struik van Pluto, tegenwoordig Audio Service Nederland. De naam van het bedrijf was afgeleid van de bijnaam van zijn vader ‘Pluut’. Geen scheldnaam volgens zijn vader, in tegenstelling tot vele andere Flakkeese bijnamen. “Er waren zo veel Struiken, dus er moest wat verzonnen worden om iedereen uit elkaar te houden. Pluut heeft te maken met een struik, je weet wel zo’n groen ding, die ruikt en waar dan pluuthommels op afkomen.” Onze verslaggeefster neemt het verhaal als waarheid aan, al

bieden ook later internetzoekmachines als Google geen duidelijkheid over de ‘pluut’. Het maakt ook niet uit. De kinderen vliegen door de jaren heen uit, moeder Johanna neemt langzaam afscheid als kleuterjuf en het boerenbedrijf wordt naarmate het echtpaar ouder wordt langzaam afgebouwd. Maar dan ontdekt Johanna een nieuwe ‘hobby’: “Mensen bleven nachtjes kamperen op ons land. Flakkee werd ontdekt door de toerist, zeker ook na het ontstaan van het Grevelingenmeer in de jaren zeventig. Er was hier destijds nog helemaal niets”, vertelt ze. Een camping is geboren. Eerst klein, maar het wordt steeds groter. Dirk zorgt voor de diertjes, Johanna voor de camping. Ruim dertig jaar leggen ze hun ziel en zaligheid in ‘Johannahoeve’. De boerderij is nu ingeruild voor een kleiner appartement. Struik mist de ruimte, de natuur, maar geniet ook wel weer van alle gezelligheid. Heel Vroonlande is nu eigenlijk zijn domein. “Kom, laat ik je de recreatieruimte zien.” Hij is trots op alle voorzieningen en de gezelligheid. Struik neemt joviaal afscheid. “Tot ziens. En beterschap, mocht je ziek worden.” “Z’n standaardgrapje”, fluistert Jeroen grinnikend bij het vertrek. “Eén van de vele.”

45


The day after 20ft. O

p 18 juni vond op het Havenhoofd in Middelharnis de eerste editie van ‘20ft. Festival’ plaats. Wat DJ Xpression betreft was dit zeker niet de laatste keer. Ondanks het slechte weer werd er een mooi feestje gebouwd op het Havenhoofd. Het resultaat: lovende woorden en geweldige recensies van de bezoekers. Wij praten nog even na met DJ en mede-organisator Xpression (echte naam Vincent Grobecker). Want wie is dit Flakkeese multitalent eigenlijk? Zo Vincent, dat is even bijkomen zeker? Ja, zeker! We hebben acht maanden keihard gewerkt aan dit festival. En nu is het ineens voorbij… maar wat een super vette eerste editie! Het weer zat enorm tegen, maar wat hebben de aanwezigen er een feestje van gemaakt! Voor de mensen die jou niet kennen: stel jezelf eens voor! Ik ben 28 jaar en ik woon in Stellendam. Ik ben geboren in Dirksland. Ik ben DJ, producer, eigenaar van een kledinglijn, designer en organisator van evenementen. En oh ja, ik voetbal ook nog in het eerste elftal van Stellendam. Ik doe wat ik leuk vind en ga mijn dromen achterna, mijn motto is daarom ook: Livin’ the Dream! Het kernthema is duidelijk creativiteit. Kan je er van leven? Ja, maar ik moet er natuurlijk wel hard voor werken. Ik doe wat ik leuk vind. Mooier kan niet toch? Het kost gigantisch veel tijd, maar het is allemaal zó leuk om te doen. Tijd maakt dan niet uit! Ik ga toch niet voor een baas werken? Ik ben een echte ondernemer. Waar komt de passie voor muziek vandaan? Natuurlijk was ik altijd al wel bezig met het verzamelen van muziek. Maar het is pas echt begonnen in discotheek de Kreek in Ouddorp. Ik had een bijbaantje in de snackcorner en mocht later achter de bar staan. Vanaf die plek kon ik de DJ’s goed in de gaten houden. Dat vond ik onwijs tof! Het leek me leuk om te doen. Als de Kreek dicht was, stond ik in het donker te oefenen. Daar kreeg ik alle ruimte voor. Zo heb ik het DJ vak geleerd en zo ben ik ook verliefd geworden op het DJ’en. Later ging ik zelf tracks maken en remixen. Ik omschrijf mijn stijl als een groovy/funky sound met een commerciële twist. Hoe word je daar goed in? Beginnen en niet opgeven! Heel goed luisteren hoe andere tracks in elkaar zitten. En maar blijven oefenen! Met elke productie maak je progressie. Tegenwoordig zijn er ook veel filmpjes/lessen op YouTube te vinden. Waar draai je zoal? Heel verschillend! Zowel in binnenland als buitenland, in kleine en grote clubs en op festivals. Ik heb drie keer een tour gedaan in Brazilië.


met… Xpression Soms stond ik daar voor 10.000 mensen. En het weekend erna stond ik weer in Le Bateau aan de haven van Middelharnis. Allebei geweldig om te doen! Heerlijk, die afwisseling. Wauw, Brazilië…. Hoe kom je daar terecht? Veel produceren…. En toen werd ik ineens gevraagd om een officiële remix voor een nummer van Enrique Iglesias en Pitbull te maken. De remix kwam uit op Vinyl, internet en werd opgepakt door grote deejays internationaal. Toen ging het hard en werd ik door een agency gevraagd om een tour te maken door Brazilië. Dat was fantastisch. Zeker het hoogtepunt in mijn carrière tot nu toe! Ik heb daar vrienden gemaakt, het publiek ging uit zijn dak en wilde met me op de foto. Ik kom er graag en voel me er inmiddels thuis. Over thuis gesproken… Wat vind je TOF aan Goeree-Overflakkee? Ik ben veel op pad. Het is zo lekker om daarna de dam over te rijden… Het gevoel van thuiskomen! Rust, dichtbij het strand en mensen groeten je op straat. Heerlijk! Misschien dat ik nog wel een paar jaartjes in een stad ga wonen, maar dan komen ik hier zeker terug. Wat zou beter kunnen op het eiland? Meer evenementen organiseren! Met 20ft. hebben we geprobeerd een tof feest te organiseren voor de jeugd (en andere feestbeesten :). De gemeente heeft daar heel fijn aan meegewerkt. Het zou tof zijn als dit soort dingen vaker plaatsvinden. Volgens mij gaat dit al steeds beter. Dit festival is daar niet het enige voorbeeld van. Zo vind ik het ook heel tof dat het NK wielrennen naar het eiland is gehaald! Maar het kan natuurlijk nóg beter. Wat was jouw rol bij 20ft? Ik heb geholpen met de organisatie. Samen met Ravi La Vida draai ik weleens in Le Bateau. Op een gegeven moment hebben we samen met Gökay Gülek een tof feest georganiseerd in de Staver. Dit was helemaal uitverkocht. Dat kan groter, dachten we toen. En dat is gelukt! Je hebt ook nog een kledinglijn… Met twee vrienden ben ik eigenaar van de kledinglijn Untitled. In het begin verkochten we alleen kleding aan vrienden, maar dit wordt steeds groter. Inmiddels is de kleding te koop bij exclusieve shops in grote steden en via onze webshop. Het is makkelijk te combineren met het DJ’en. Ik draag tijdens mijn optredens mijn eigen shirtjes en caps en zo maak ik gelijk reclame. Wat is jouw ultieme droom? Zoals ik al zei: ik leef mijn droom (livin’ the dream). Ik wil lekker mijn ding blijven doen met muziek, kleding, het organiseren van events. Ik heb graag alles in eigen handen: lekker gevarieerd blijven doen wat ik leuk vind. Ik hoop gezond te blijven en zo te kunnen blijven genieten van het leven!

tekst: Anne Karsbergen en Gert van Nieuwaal

foto: Gert van Nieuwaal

47


Lang leve… Oranjepop en haar vrijwilligers!

Koningsdag is een bijzondere feestdag in Nederland. Iedereen trekt oranje kleding aan, de Koning en Koningin gaan het land in en er zijn verschillende activiteiten te beleven in heel het land. Zo ook in Dirksland: Oranjepop, het leukste gratis popfestival van Goeree-Overflakkee. Dankzij alle vrijwilligers en sponsoren is Oranjepop uitgegroeid tot hét evenement van Goeree-Overflakkee op Koningsdag. Een tof initiatief van alle betrokkenen, hoe krijgen ze dat elk jaar weer voor elkaar? De oorsprong Koningsdag (voorheen natuurlijk Koninginnedag) in Dirksland werd altijd op een traditionele manier gevierd. Een gezellige braderie, kleedjesmarkt en een aubade. De Oranjevereniging van Dirksland maakte er altijd een gezellige dag van. Toch miste Anton de Blok (mede-initiatiefnemer) iets op deze bijzondere dag. “Er ontbrak een muzikaal tintje aan het geheel”. Zeventien jaar geleden besloot hij samen met een ander bestuurslid van de Oranjevereniging dit gemis op te vullen. Het idee was om lokale bands een podium te geven. Als podium werd een boerenkar gebruikt die op de Nieuwstraat van Dirksland werd neergezet. De bands hadden op deze manier de mogelijkheid om hun muziek ten gehore te brengen en het publiek kon genieten van lokaal talent. Deze winwin situatie met een ‘live podium’ op Koninginnedag werd meteen een groot succes.

tekst: Dagmar Hendriks

foto’s: Dick van der Veer

Het enthousiasme van de bezoekers maar ook de sponsoren zorgde ervoor dat de organisatie elk jaar een steeds leuker festival kon neerzetten. Zo werd ‘de kar’ steeds mooier en groter en de bands gevarieerder en groeide ook het bezoekersaantal. Door de


steeds professionelere aanpak en organisatie en met de komst van Hoofdsponsor Marflex kwam er ook ruimte om een bekende Nederlandse artiest te boeken. Zo kon het dat opeens Waylon en zijn band met een fantastische show op het podium in de Nieuwstraat stond. En groeide het evenement in een paar jaar uit tot het leukste popfestival op ‘ons eiland’, waar bezoekers van jong tot oud van Goeree-Overflakkee en daarbuiten op afkomen om een leuke Koningsdag te vieren. Dit succes had ook een ander effect, de nieuwe gemeente Goeree-Overflakkee vroeg zich af of de Nieuwstraat nog wel geschikt was om het evenement de komende jaren veilig te kunnen organiseren. De organisatie is toen op zoek gegaan naar andere geschikte locaties in het centrum en in de nabijheid van de jaarlijkse Koningsdagbraderie. Zonder daarbij al te veel in te boeten aan de gezellige kenmerkende sfeer van de afgelopen 14 jaar op het pleintje aan de Nieuwstraat. In overleg met de gemeente zijn diverse opties tegen het licht gehouden en is de parkeerplaats naast Sportcomplex De Gooye voor de komende jaren aangewezen als de nieuwe locatie voor Marflex Oranjepop. Deze prachtige locatie biedt naast veiligheid en betere logistiek ook veel mogelijkheden om het nog leuker en gezelliger te maken dan voorheen en in 2015 zijn er maar liefst +/- 3000 bezoekers geweest.

En heel TOF…… door het Algemeen Dagblad uitgeroepen tot leukste Koningsdag evenement in Regio Rijnmond om naar toe te gaan, Marflex Oranjepop op Goeree-Overflakkee! De organisatie “Het grote succes is geheel te danken aan alle betrokkenen van Oranjepop”, aldus Leon Blokland (programmeur). De organisatie bestaat voor 100% uit vrijwilligers en het huidige bestuur wordt gevormd door zeven kartrekkers. Naast Leon zijn dat Anne-Marie van Dis, Ellen Blokland, Marjolein Erwich, Sander de Gans, Jan Los en Anton de Blok. Onderling zijn taken verdeeld zoals bijvoorbeeld inkoop horeca en materieel, begroting, munten, bars, podium en geluid, social media, programma, pers, hospitality en food, veiligheid en terreinindeling, etc. Ze maken gebruik van ieder zijn eigen kennis en talent. Op en rond Koningsdag bestaat de groep uit ca. 60 enthousiaste vrijwilligers en met elkaar zetten zij zich heel het jaar weer in om deze ene dag goed maar vooral gezellig te laten verlopen. De meeste vrijwilligers zetten zich hiervoor in omdat ze het belangrijk vinden om wat voor hun buurt terug te doen. “Ik krijg altijd kippenvel wanneer ik alle bezoekers zie genieten, want daar doe je het uiteindelijk voor”, geeft Sander de Gans (vrijwilliger) aan. Een andere vrijwilliger achter de bar vertelt: “ik woon hier nog maar kort en door dit evenement te helpen organiseren leer ik weer nieuwe mensen kennen.”

Sponsoren “We kiezen er bewust voor om de toegang tot het festival gratis te houden. Zo houden we het laagdrempelig en zo bieden we iedereen op Goeree Overflakkee een kans om zelf te ervaren hoe fantastisch ‘live muziek’ kan zijn. Om het festival gratis te houden heeft de organisatie de hulp van sponsoren hard nodig”, geeft Anton de Blok aan. “We zijn dan ook erg blij met alle financiële hulp die we krijgen van verschillende betrokken lokale ondernemers. Zonder hen is het gewoonweg niet mogelijk”, zegt Leon Blokland dankbaar. Een van de hoofdsponsors en met zijn bedrijf naamgever van het festival, Paul van Beveren: “Ik woon al lang met mijn gezin in Dirksland en wij zijn altijd zeer trouwe bezoekers van Oranjepop. Er was behoefte vanuit de organisatie om Oranjepop steviger op de kaart te zetten. Marflex wilde daar graag aan meewerken. Mede door de gemotiveerde vrijwilligers was het sponsoren van Oranjepop een goede zet. MarFlex Oranjepop is inmiddels uitgegroeid tot een fenomeen in de regio. Om zoiets te bereiken zijn een aantal ingrediënten van cruciaal belang: vrijwilligers die elke jaar weer veel tijd en energie in de organisatie willen stoppen, sponsoren en een lokale overheid die haar medewerking wil verlenen. Deze “Ik krijg altijd factoren zijn alle kippenvel wanneer drie optimaal aanwezig en leiden ik alle bezoekers tot een prachtig zie genieten, want feest waar veel mensen plezier daar doe je het aan beleven, waar uiteindelijk voor” verbondenheid uit ontstaat en waar je energie van krijgt.”

Veldexcursie De organisatie vergadert in mei voor het eerst. De voorgaande editie wordt geëvalueerd. Door het jaar zijn er zo’n tiental vergaderingen. Leuke bands spotten en op tijd vast leggen is een van de eerste taken van de organisatie. Met de drukke agenda’s van populaire artiesten is het belangrijk deze vroeg te reserveren. Het programma moet geschikt zijn voor een breed publiek, hiermee wordt met de keuze van de bands rekening gehouden. Een lokale band in het programma is een must, maar ook diversiteit is een aandachtspunt. De organisatie gaat zelfs op veldexcursie om toffe bands te spotten op festivals. Op de dag zelf zijn alle vrijwilligers druk bezig om alles in goede banen te leiden. Maar natuurlijk genieten ze ook van de dag zelf en de muziek. Wanneer ze even tijd hebben gaan ze op de hoogwerker staan die naast het terrein staat opgesteld. Hier kunnen mooie foto’s worden gemaakt, maar kan men ook even genieten van het dansende publiek. “Ook achter de schermen is het elk jaar erg gezellig. Bekende artiesten geven aan dat ze die gezelligheid achter de schermen in Dirksland erg bijzonder vinden en waarderen”, zegt Leon Blokland trots. Met de jaarlijkse aandacht van de landelijke pers en RTV Rijnmond, die speciaal hiervoor naar Goeree-Overflakkee komt, draagt dit fantastische jaarlijkse Koningsdag evenement ook haar steentje bij aan de ‘Eilandpromotie’ van Goeree-Overflakkee! Is er nog een droom voor de aankomende edities? “We zijn eigenlijk wel tevreden met de huidige opzet en omvang.” 49


I

Wah gae

n de zomerperiode zien we veel toeristen ons prachtige eilandje bezoeken. De auto of camper volgepakt met surfplanken en fietsendragers en met veel geduld verplaatsen ze zich stap voor stap in de file over de tweebaansweg N215 om zich te settelen op de camping, bij de boer of in een B&B.

Eenmaal onderweg om het eiland te ontdekken is contact met een eilandbewoner onvermijdelijk en de uitwisseling van informatie kan wel eens een beetje ondersteuning nodig hebben. De meeste van ons spreken perfect dialect en zijn zeer genegen om de toerist een handje te helpen in eigen taal. Hieronder een paar uitspraken die je kunt verwachten:

Flakkees: Betekenis: Wah gae je tuije? Wat ga je doen? Wil ie naer ’t hoad? Of ’t stange? Wil je naar het Havenhoofd of het strand? Goe smaere want d’r staet een fel zunnetje! Smeer je goed in wat er staat een fel zonnetje! Da’s een buutegeweune ammekaorefits! Dat is een prachtige tandem! Hei joe geen verommekiekers op je fits? Heb jij geen spiegels op je fiets? T’is glad op d’n pad De weg is glad Gaet ’s an de kante! Ga eens opzij! Je mot veromme Je moet omdraaien Hoe vaer dinkie dah je nog mot? Hoever denk je dat je nog moet Zeit de kuule is diep genog or Graaf maar lekker verder Kiekie uut voor meeuwe flatsen! Let op vogelpoep! D’r staet geen blaffie wind Het is windstil Je waoit uut je laeste verschoning Het waait extreem hard D’r zit zangd in m’n naed Er zit zand in mijn bilspleet Da’s dier hier! Dat is duur! Ken je dat leije? Dah gaet dan nogal! Kun je dat betalen? Dat gaat goed dan! Daer is’t goe te nasse Daar kun je goed eten Wah kommie doewe? Wat kom je hier doen? Ajut mar naer je zin heit Als je het maar naar je zin hebt


je tuije?

tekst en illustratie: Alex van Kampen

51


MELWEEK IN STAD AAN ‘T HARINGVLIET

Met zijn leren kunstwerken en aforismen als ‘De wijzen kwamen niet uit het westen’ was Mel Dale niet bepaald een alledaagse schoenmaker. Mel Dale leeft voort in de herinnering van veel Stadtenaren. Dit jaar nog meer, want er staat van alles op stapel rond de schoenmaker van weleer: een hele Mel-week in september, met tal van activiteiten, waaronder Mel, de musical. In Stad zijn de voorbereidingen in volle gang. Herman Maas en Wim van Ham vertellen erover, onder het genot van een glas ChocoMel. tekst: Kees van Rixoort en foto’s: Joost van den Berg


M

el Dale kwam in 1925 ter wereld in Stad aan ’t Haringvliet. Zijn vader was schoenmaker, en hij werd dat min of meer vanzelfsprekend ook. Dus ging ook hij aan de slag met schoenen, zadels en ander leerwerk. “Hij was een gewone Stadse jongen. Erg sportief. Hij voetbalde en stond bekend om zijn vlammende schot.” Tijdens de oorlog liep hij een schuldgevoel op. Hij zat ondergedoken op een boerderij in de polder en kon zo tewerkstelling in Duitsland ontlopen, maar andere jonge mannen in het dorp werden wel opgepakt. Dat wrong in het hoofd van de jonge Mel. Voortleven Met Piet van Asperen, de huisschilder, maakte Mel Dale vijftig jaar lang dagelijks een wandeling over de dijk. Daarna dronken ze altijd samen koffie. Hoewel ze heel verschillend in het leven stonden en het nooit met elkaar eens waren, waren ze de beste vrienden. Tien jaar na zijn dood organiseerden Maas en Van Ham de negentigste verjaardag van Mel Dale in Het Trefpunt. Er kwamen heel wat mensen op af, meer dan honderd, mensen die een beeldje van de kunstzinnige schoenmaker bezitten. Ze hadden veel verhalen. Zoveel dat er genoeg stof was om een musical te maken. Die is nu in voorbereiding: Mel, de musical. Er zijn veel Stadtenaren bij betrokken – teksten inspreken, kleding maken, techniek, et cetera – en dat is precies de bedoeling van Maas en Van Ham. “We hebben iets samenbindends voor het dorp bedacht. We willen graag dat mensen trots zijn op hun eigen prestaties, hun dorpsgenoten en het dorp.” Serieus en grappig Mel, de musical – met als ondertitel ‘Wie de schoen past trekke hem uit’ – verbeeldt het levensverhaal van Dale. ”Het gaat over zijn leven – zijn geboorte, de oorlog, de politionele acties, de ramp van 1953, de komst van de ‘overlanders’ – en over de geschiedenis van Stad. Het is serieus én grappig. Het artistieke staat niet bovenaan. Het gaat erom zoveel mogelijk Stadtenaren te betrekken. Er gebeurt dit jaar nog veel meer rond de Stadse schoenmaker/kunstenaar.

bevorderen. “Door deelname aan de vele activiteiten kom je met andere dorpsbewoners in contact en door de keuze voor een bekend dorpsfiguur als onderwerp komen er weer veel verhalen over vroeger naar boven en betrekken we de bejaarden er ook bij. We verwachten veel bezoekers in het Trefpunt bij de videovertoningen over het dorp en Mel, en ook bij de tentoonstelling van de beeldjes van Mel.

Veel mensen spelen voor het eerst toneel en ontdekken eigen kwaliteiten die ze nog niet kenden. Vooral in de liedjes zien we veel onverwachte talenten. We hopen dat de mensen iets van trots voelen als ze zien wat we met elkaar kunnen. De meer dan tachtig verschillende Zoals een project voor de twee basisscholen ‘Wie de schoen kostuums die de tijd van 1925 tot 2004 moeten inkleuren, zijn voor een deel al in het dorp. Die gaan beelden maken van pieppast klaar. schuim. Een fotowedstrijd met ‘klerenwijven’ zijn inmiddels al goede ‘schoenen’ als thema. Het Nederlands trekke hem uit’ De bekenden van de marktkooplui op de Kampioenschap Schoenwerpen. Een Rotterdamse markt en verwerken vele concert, op 3 september, door mensen uit meters stof tot ware kunstwerkjes. BinStad in de open lucht, met een maaltijd. Een nenkort beginnen we aan het decor dat PowerPointpresentatie, gemaakt door Jan bestand moet zijn tegen weer en wind en Maliepaard, over het leven en werk van Dale. snel moet kunnen wisselen in de verschillende scenes.” Vanzelfsprekend een tentoonstelling van zijn beelden, in Het Bezig zijn met de cultuur en de geschiedenis van het dorp. Trefpunt. Een Stadswandeling langs ramen en bordjes met Mensen met elkaar verbinden. Daar gaat het allemaal om: teksten van Dale. “De bedoeling is dat je die wandeling met een ander doet en samen praat. Net zoals Mel elke dag deed. “Mel verbindt het dorp.” Het is nu al te zien tijdens de wekelijkse bijeenkomsten waarop Stadtenaren beeldjes Ga praten, ga in elkaars schoenen staan…” maken. Niet van leer, maar van ijzerdraad en papier-maché en voorzien van verf en een laag lak. Aan het eind van Mel, Mel verbindt de musical komen al die beeldjes op de Kaai te staan. Om te De musical en de andere zaken in de Melweek worden verbeelden dat Dale voortleeft. In zijn beelden. vooral gebruikt om de sociale cohesie in het dorp te

53


Waer is dat noe? Jan Both vertelt over de vergane glorie van Sommelsdijk

tekst: Jan Both foto: Alex van Kampen

Er zijn van die plekken op het eiland, die voor de meeste eilandbewoners totaal onbekend zijn. In veel gevallen ligt zo’n plek niet eens aan een afgelegen weggetje ver buiten de bewoonde wereld. Soms ligt het gewoon midden in een dorp maar is het totaal onbekend, zoals het volgend ‘vreemd en aangrijpend plekje’.

G

eheimzinnige, afgesloten ruimte In het laatste kwart van de negentiende eeuw reisde dominee Craandijk door Nederland en publiceerde zijn reisverhalen in een serie boeken. Hij heeft ook Goeree-Overflakkee bezocht. Over een bepaalde locatie schrijft hij onder andere het volgende: “’t is een vreemd en aangrijpend plekje – midden onder de woningen, die er in engen kring omheen zijn geschaard, midden in een levendig en bloeijend dorp, zoo eenzaam en verlaten. Door schoonheid van vorm of door rijkdom van kleur worden wij hier niet geboeid, maar daar is een ernst en een plechtigheid in deze geheimzinnige, afgesloten ruimte, die een’ diepen indruk maakt en den bezoeker onwillekeurig vasthoudt bij dien hoogen, somberen muur en bij dat armelijk overblijfsel van verdwenen heerlijkheid.” Waar heeft Craandijk het over en is er tegenwoordig nog iets van terug te vinden? Welnu, het betreft het voormalig koor van de NH-kerk van Sommelsdijk. Deze kerk is tweemaal door brand verwoest. De laatste keer was dat in 1799. Door geldgebrek kon de kerk niet meer geheel worden herbouwd. Het zogenaamde koor van de kerk bleef liggen als een ruïne. Nog tot ver in de negentiende eeuw werd er puin weggehaald voor onder andere erfverharding. Aan het eind van die eeuw werd dit gedeelte opgehoogd voor de uitbreiding van het kerkhof als begraafplaats. Dichtgemetselde vensters Het meest in het oog springende van deze plek is de aanwezigheid van een deel van de oude koormuur. In de ons


“’t is een vreemd en aangrijpend plekje midden onder de woningen, die er in engen kring omheen zijn geschaard”

omringende landen zie je het nog vaak, een in verval geraakt gebouw. Soms is er niet veel meer van over dan enkele muren. In Nederland wordt zoiets gesloopt of in het meest gunstige geval (ingrijpend) gerestaureerd. Zomaar laten staan is geen optie. In Sommelsdijk staat nog wel een restant van een oude muur. Vroeger was deze helemaal begroeid met klimop, maar nu is het een kale muur. Zo kun je nog goed de dichtgemetselde vensters herkennen en bovenin is te zien waar de balken hebben gezeten. Nu hebben ze de muur niet voor het mooi laten staan, daar was een praktische reden voor. De achterzijde van de huisjes aan het Kerkstraatje – waar nu alweer zestig jaar het streekmuseum in is gevestigd – wordt namelijk gevormd door die oude koormuur. In de zeventiende eeuw zijn deze huisjes dus tegen de kerk aangebouwd. Op de eerste verdieping van het museum zijn de vensters en de steunberen van de koormuur nog duidelijk zichtbaar. De breedte van de pandjes wordt bepaald door de afstand tussen de steunberen. Het geheel vormt een bijzonder ensemble. Vloek der vergankelijkheid Dominee Craandijk heeft het ook over dat armelijk overblijfsel van verdwenen heerlijkheid. De heren Van der Waal en Vervoorn hebben het enkele jaren later over de grafkelder als eene herinnering aan ‘t verleden, bewaart nog de geraamten van de hooggeplaatste Edelen, het aan allen verkondigend, dat ook eere en glorie, pracht en praal onder den vloek der vergankelijkheid liggen. Zij hebben het over de grafkelder van de familie Van Aerssen van Sommelsdijck, eens behorend tot één van de rijkste families van

de Republiek. Na de eerste kerkbrand van 1624 heeft François van Aerssen, die in 1611 de ambachtsheerlijkheid Sommelsdijk kocht en zich vervolgens Van Aerssen van Sommelsdijck ging noemen, in het koor van de kerk een grafkelder laten oprichten. Eigenlijk was het een echte praaltombe. Het bovenstuk was uit witmarmer samengesteld, voorstellende François van Aerssen en zijn echtgenote Petronella in geknielde houding aan een tafel zittend. Dit fraaie beeldhouwwerk, waarschijnlijk vervaardigd door een Fransman, rust op een blauw natuurstenen voetstuk. De ramen van het koor waren voorzien van gebrandschilderd glas en aan de muren hingen de wapenborden van de familie. Na het overlijden van een lid van de familie werd een rouwbord opgehangen. In het midden van het koor hing een groot fluwelen vaandel met hierop afgebeeld een hermelijn, liggend op een groen eilandje, midden in een moeras. Daaromheen de zinspreuk van de familie: ‘Liever te sterven dan te besmetten, Liefde, getrouwheid, Godsvrucht, Gerechtigheid’. Aan de muren hingen eveneens de wapenborden van de andere heerlijkheden waarvan zij eigenaars waren. Het moet alles bij elkaar een indrukwekkend geheel zijn geweest, maar zoals gezegd in 1799 werd de kerk door brand verwoest. Omdat het koor niet meer werd herbouwd, kwam de ingang van de grafkelder in de buitenlucht te staan. Wat nu nog rest is een eenvoudig, klein gebouwtje. De familie Van Aerssen van Sommelsdijck is begin van de negentiende eeuw uitgestorven. Boven de ingang lezen we: Memento Mori (gedenk te sterven). Het is slechts, om met de woorden van Craandijk te blijven, een armelijk overblijfsel van verdwenen heerlijkheid.

55


Vurkje prikken Tekst: Ellen Keuvelaar-van den Bos Foto’s: Ella Vermaas

Het vurkje hebben we in deze editie van het TOF-magazine voor het gemak vervangen door een lepel. Het werd anders namelijk toch een beetje lastig om de boerenyoghurt van Kaasboerderij de Westplaat te proeven! Deze yoghurt is niet alleen heel lekker, maar ook nog eens de beste van Nederland. We hebben het over de yoghurt van de familie Van Schaik uit Sommelsdijk, die als winnaar uit de (melk)bus kwam tijdens Cum Laude 2016*. Dat vonden wij iets om trots op te zijn en reden genoeg om eens een kijkje te nemen bij deze kaasboerderij.

D

ie typische koeiengeur

Op een mooie ochtend in mei gaan de fotograaf en ik op pad. Het is even zoeken in de polder van Sommelsdijk, maar uiteindelijk komen we via een doodlopend weggetje aan op het terrein van familie Van Schaik. Zodra we uit de auto stappen, is het gelijk duidelijk op wat voor soort boerderij we zijn beland. Een typische koeiengeur komt ons tegemoet, in de verte zien we meer dan honderd koeien grazen. Achter een hek langs de oprit worden we verwelkomd door piepjonge kalfjes, die vanmorgen of in de afgelopen weken zijn geboren. Tof! De rustgevende omgeving maakt dat we in de winkel van deze boerderij iedere week wel onze melk, kaas en yoghurt zouden willen halen.

Kletsen over koetjes en kalfjes

Na een warm welkom met een bakje koffie installeren we ons aan de tafel van familie Van Schaik, in een keuken die zo uit een aflevering van ‘Boer zoekt vrouw’ lijkt te komen. We kletsen wat over koetjes en kalfjes en leren bijvoorbeeld dat karnemelk gemaakt wordt door melk 36 uur aan te laten zuren en ‘karnen’. Naast dat er dan karnemelk ontstaat, blijft er ook boter over. Nooit geweten! De familie doet al tientallen jaren waar ze zo goed in is. “We maken al bijna dertig jaar boerenkaas en sinds 2009 produceren we ook een groot assortiment zuivelproducten”, aldus vader

Van Schaik. Dit is een mooie aanleiding om het te hebben over het product waarop de familie zo trots is en waar we eigenlijk voor komen: de boerenyoghurt! Jasper, de 25-jarige zoon van de familie, heeft het maken van de zuivelproducten voor zijn rekening genomen. Hij is dus ook verantwoordelijk voor de prijswinnende yoghurt. Jasper: “Toen ik klaar was met de middelbare landbouwschool in Goes, ben ik gaan pionieren met zuivel. Ik heb een cursus gevolgd in zuivelbereiding en daarnaast ben ik in de leer gegaan bij een zuivelboer die met pensioen ging. Van hem heb ik de fijne kneepjes van het vak geleerd.” Op de vraag hoe het komt dat zijn yoghurt zo goed is, antwoordt hij: “Onze yoghurt is niet alleen de beste omdat we hem goed bereiden, maar ook omdat we onze koeien heel goed verzorgen. We laten onze koeien zo lang mogelijk in de wei lopen en dat proef je aan de melk. Ik maak yoghurt op een ambachtelijke manier, ik voeg er bijvoorbeeld geen kleur-, geur- en smaakstoffen aan toe. Puur natuur dus!”

Een spannend zuurtje

Dat koemelk een veelzijdig product is, blijkt wel uit alle producten die Jasper maakt. Naast melk, volle yoghurt, karnemelk en boter, maakt hij ook halfvolle yoghurt, verschillende soorten vla en


Onze yoghurt is niet alleen de beste omdat we hem goed bereiden, maar ook omdat we onze koeien heel goed verzorgen.

ongeklopte slagroom. We krijgen spontaan trek! Dat komt goed uit, want we krijgen zojuist een schaaltje met de beroemde boerenyoghurt voorgeschoteld. We zijn inmiddels ook wel heel benieuwd geworden hoe lekker de yoghurt echt is. Door de jury van ‘Cum Laude’ werd de yoghurt omschreven als een yoghurt met een elegante, levendige en sprankelende smaak met een spannend zuurtje, een mooie structuur en een prettige geur. Zulke culinaire fijnproevers als deze juryleden zijn wij niet, maar we kunnen zeker beamen dat de yoghurt heerlijk fris is en naar meer smaakt!

Precies goed

Na de proeverij krijgen we een rondleiding in de ruimtes waarin familie van Schaik de kaas maakt en bewaart. Erg leuk en interessant om te zien. Daarna laat Jasper ons zien met welke machines de yoghurt wordt bereid. Hij vertelt dat de temperatuur waarop hij de yoghurt maakt heel belangrijk is: “Als de temperatuur te laag is, wordt de yoghurt dunner. Bij een te hoge temperatuur wordt de yoghurt niet glad. Het moet dus precies goed zijn. In het begin heb ik veel uitgeprobeerd maar op een gegeven moment heb ik er een ritme in gekregen en is de yoghurt zoals ik hem wil!” We nemen ook nog een kijkje in de koeienstal, waar de koeien ons nieuwsgierig bekijken. We aaien nog wat kalfjes, maken foto’s en nemen afscheid van de familie. Maar niet voordat we een lekker stuk kaas, een emmertje volle kwark en natuurlijk een fles met de lekkerste boerenyoghurt uit de boerderijwinkel mee naar huis nemen! *Cum Laude is een landelijke wedstrijd om de lekkerste kaas- en zuivelproducten van de boerderij. Donderdag 10 maart 2016 werden alle winnaars van Cum Laude 2016 in Kamerik bekendgemaakt en gehuldigd. Meer informatie over de wedstrijd vind je op www.boerderijzuivel.nl.

voor ad om cepten l b t ‘ e slae une r gewe yoghurt! e t u u b oere mit b

57


Probeer eens deze recepten met boerenyoghurt! Om je te laten zien dat je de boerenyoghurt van Van Schaik op meerdere manieren kunt eten/ drinken, volgen hier drie recepten. Eentje met zelfgemaakte granola (knapperige havermout uit de oven) en twee smoothie-recepten. Voor het maken van de granola heb je een oven nodig en voor de smoothies een blender.

Granola: knapperige havermout met noten en kaneel

Frisse gele smoothie met sinaasappel en mango

De ingrediënten (voor 4-7 porties): • 100 g havermout • 5 g kokosolie • 30 g honing of agavesiroop • 40 g cashewnoten en amandelen • snufje zout • 1 tl kaneel

De ingrediënten (voor 2 personen): • 350 ml boerenyoghurt • 250 ml sinaasappelsap (ongeveer 3 sinaasappels) • 1 banaan • 3 handjes mangoblokjes (vers of diepvries) • 1/2 avocado

De ingrediënten (voor 2 personen): • 400 ml boerenyoghurt • 2 bananen • 2 flinke handen aardbeien (vers of diepvries) • 1 flinke hand blauwe bessen (vers of diepvries)

Bereiding: Pers de sinaasappels en schenk het sap in een blender. Voeg de boerenyoghurt hieraan toe, samen met de stukjes banaan, avocado en de mango. Als je de smoothie wat zoeter wil, kun je er ook nog wat honing aan toevoegen. Zet de blender aan en wacht tot er een glad mengsel ontstaat. Serveer de smoothies met wat kokosrasp en passievrucht voor een tropische finishing touch!

Bereiding: Schenk de boerenyoghurt in een blender. Voeg de banaan, aardbeien en de blauwe bessen hieraan toe. Houd nog twee aardbeien over om de smoothies extra feestelijk te serveren. Zet de blender aan tot het geheel mooi gemengd is en schenk het in twee glazen met een rietje. Geniet!

Achteraf toevoegen (meng deze ingrediënten alvast met elkaar in een kom terwijl de granola in de oven staat): • 20 g cranberry’s • 15 g rozijnen • 20 g pompoenpitten • 15 g kokossnippers • 15 g kokosrasp Bereiding: Verwarm de oven voor op 160 graden. Meng de havermout, de noten, het kaneel en het snufje zout in een kom. Verwarm de kokosolie en de honing of agavesiroop (bijvoorbeeld in een steelpannetje) en meng dit goed met het havermoutmengsel. Verdeel het mengsel nu over een met bakpapier bedekte bakplaat en zet het voor 10 tot 15 minuten in de oven. Als het een beetje bruin gaat kleuren, kun je het eruit halen. Laat het daarna afkoelen en meng het met de rozijnen, cranberry’s, pompoenpitten en kokossnippers en -rasp. Schenk een schaaltje in met de boerenyoghurt en voeg een paar lepels granola toe. Smullen maar!

Zoete roze smoothie met aardbeien en blauwe bessen

Meer recepten? Wil je meer van dit soort recepten zien? Kijk dan eens op de website www.seashellsnkettlebells.nl. Dit is een blog die Ellen samen met twee vriendinnen vorig jaar heeft opgestart. Met deze blog willen wij alle meiden en vrouwen motiveren om gezonder, sportiever en bewuster te gaan leven. We delen gezonde (maar soms ook minder gezonde) receptjes, handige tips, winacties, sport- en yoga-oefeningen, hotspots en evenementen op en rondom Goeree-Overflakkee.


TOF kiekje: Kevin Plaisier

TOF magazine #3 is mogelijk gemaakt door de onderstaande toffe sponsoren:

Sfa Print b.v.

De Klepperstee

Gemeente Goeree-Overflakkee

De Vos financiële diensten

Van Rossum Makelaardij

Estate Invest

Grenen & Zo

Hans Meijer Advies

Gniaal

J. Wiessenhaan

Talk2Move

Specialitaart

Razzle Dazzle design

NIVU

JK Leesmappen

Plaza ‘t Hoekje

Dynamic Motion

Quartier Latin

Brasserie ‘t Vingerling

Dutch Festival Events

Kroon en De Koning

Adrie en Joke Schipper

Mondhygiëne praktijk

Barbara’s hairfashion

JD Repair

Van Wijk installaties & Constructies

WeDesignIt

T-Toys

Groenendijk coaching

‘t Lesje

Garage Diepenhorst

Kievit Warmte

Wil jij ons initiatief ook sponsoren dan vinden wij dat natuurlijk erg TOF. We willen namelijk graag een vervolg kunnen geven aan dit positieve initiatief. Daar hebben we financiële hulp voor nodig. Ben jij ook Trots op Flakkee? Dan kun je ons sponsoren! We bieden diverse sponsorpakketten aan. Kortom, de mogelijkheden zijn eindeloos... net als de trots op ons mooie eiland! Let wel: sponsor ben je niet voor het leven, maar voor één of twee edities. TOFFER KENNIE € 1.000,00 Je krijgt 250 exemplaren van twee edities van TOF magazine Fotorapportage in uw bedrijf. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in beide magazines. TOFFE PEER € 500,00 Je krijgt 100 exemplaren van twee edities van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook Naamsvermelding op onze website en in beide magazines TOFFE DEAL € 250,00 Je krijgt 100 exemplaren van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in het magazine TOFFE VRIEND € 100,00 Je krijgt 25 exemplaren van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in het magazine Mail naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp ‘sponsor’. Je maakt onze dag onwijs TOF als je ons met een financiële bijdrage wilt helpen. Namens TOF en alle maense van Goeree-Overflakkee alvast buutegeweun bedankt! 59


info@trotsopflakkee.nl www.trotsopflakkee.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.