
4 minute read
Onbereikbaarheid
niet om nieuwe cao’s overeen te komen. ‘Alle cao’s bij de overheid zijn verlopen, maar de partijen komen er niet uit.’ Splijtzwammen: de loonsverhoging en de thuiswerkvergoeding. Een belangrijke verandering in het overleg rond de cao is dat de positie van de bonden is veranderd. In het oude ambtenarenrecht was overeenstemming over de collectieve arbeidsovereenkomst wettelijk verplicht, maar het civiel recht kent die verplichting niet. Daarmee is de positie van de bonden verzwakt, al zullen ze dat zelf niet zo erkennen, zegt Jellinghaus. ‘De vraag is nu dus hoe het cao-spel zich zal ontwikkelen. Gaan de werkgevers straks afspraken maken met één bond? Dat kan nu.’
Integriteit Arbeidsrechtzaken die sinds de normalisering voor de rechter komen, gaan veelal over integriteit, ziet Jellinghaus. Het oude stelsel kende strenge integriteitseisen toe aan ambtenaren, in het civiel recht zijn de regels minder streng. De wetgever heeft dat opgelost door in de nieuwe Ambtenarenwet, die sinds de normalisering geldt, specifiek voor overheidspersoneel nieuwe eisen op te nemen. Jellinghaus: ‘De meeste van dit soort zaken gaan over de vraag of er voor ambtenaren hogere standaarden gelden of niet.’ Dat blijkt zo te zijn, zegt de advocaat. Hij wijst op de zaak rond de trouwambtenaar uit Nijmegen. Zij werd vorig jaar op staande voet ontslagen na een conflict over de vraag of bruiloften in coronatijd wel door mochten gaan. De coronaregels stonden bijeenkomsten van dertig gasten toe, zij vond het onverantwoord en trok publiekelijk aan de bel. De gemeente vond dat ze haar kritiek eerst intern had moeten uiten en ontsloeg haar op staande voet omdat ze met haar uitspraken het vertrouwen van de inwoners in het gemeentelijk beleid had geschaad. Dat ontslag hield stand, omdat de lat volgens de rechter voor ambtenaren nog steeds hoger ligt dan voor medewerkers in het bedrijfsleven, zegt Jellinghaus. (RvdD)
Advertisement
NIET BEREIKBAAR BUITEN WERKTIJD
Door technologische ontwikkelingen zijn mensen tegenwoordig altijd maar bereikbaar. Daardoor kunnen medewerkers ook druk voelen om buiten werktijd te reageren op mails. Met een wet wil PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk regelen dat werkgever en werknemer over de bereikbaarheid buiten werktijd praten.
Voor de Raad van State had het niet gehoeven, een wettelijke regeling voor een ‘recht op onbereikbaarheid buiten werktijd’. Met de Arbeidsomstandighedenwet ligt er al een kader met algemene bepalingen over het arbobeleid. En overheidsinterventie in de vorm van wetgeving druist in tegen het gekoesterde principe van zelfregulering. Ga je in de wet precies voorschrijven wat wel en niet mag, dan bestaat het risico op een afvinkcultuur. Betrokkenen volgen dan slechts de wet, en hebben geen prikkel meer om zelf te beoordelen welke arbeidsrisico’s in hun branche of bedrijf aan de orde zijn en hoe die het best kunnen worden voorkomen of beheerst.
Dat was, in een notendop, de kritische reactie van de Raad van State op het voorstel van Tweede Kamerlid Gijs van Dijk (PvdA) om de Arbowet uit te breiden met een artikel dat, ter voorkoming of beperking van werkdruk, een gesprek tussen de werkgever en de werknemers over bereikbaarheid buiten werktijd onderdeel van het beleid moet zijn.
Informatiesamenleving Het wetsvoorstel kan niet worden losgezien van de opkomst van de informatiesamenleving, waardoor de verhouding tussen werkgever en werknemer structureel is veranderd. De nine-to-five-samenleving is een 24/7-samenleving geworden, waarin mensen altijd ‘aan’ staan. Werknemers kunnen hierdoor op verschillende tijden werken om zodoende meer ruimte te hebben om werk en privé met elkaar te combineren. Dat biedt veel voordelen voor zowel de werknemers als de werkgever. Maar, schreef Van Dijk in zijn toelichting, ‘werknemers zijn bijna altijd bereikbaar en voelen de druk om ook in hun vrije tijd te reageren op werkberichten. Dit wetsvoorstel beoogt te regelen dat werkgevers en werknemers, ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting, afspraken maken over het niet bereikbaar zijn buiten werktijd. Hiermee kunnen de risico’s, zoals stress en burn-outklachten, door het altijd bereikbaar zijn worden beperkt.’ Van Dijk trok zijn voorstel na het advies van de Raad van State niet in, maar paste wel de titel aan. Niet langer is sprake van een recht op onbereikbaarheid, maar van een ‘Wet op de bereikbaarheid van werknemers buiten diensttijd’. De oorspronkelijke titel zou, erkent hij nu, de suggestie kunnen wekken dat er sprake is van een grondrecht. ‘Dat is niet het doel.’
Poldermodel Hij bestrijdt dat het verplichten van alleen een gesprek te vrijblijvend zou zijn. ‘Het past in het Nederlandse poldermodel. Het zou gek zijn als wij, voor al die verschillende werkvloeren en culturen, de tijden vanuit Den Haag gaan bepalen. Dat kunnen mensen prima zelf, maar het gesprek daarover moet wel plaatsvinden.’ Van Dijk hoopt dat de Kamer zijn wetsvoorstel in oktober kan behandelen. (LM)

Beeld: Kees Winkelman