Jaarverslag 2022 - Stichting Kinderopvang West-Friesland

Jaarverslag 2022

Voorwoord

SCIO Groep volop in beweging

In 2022 heeft de SCIO Groep opnieuw stappen gezet als het gaat om de integratie van kinderopvang en onderwijs. De missie en visie worden steeds meer zichtbaar in het dagelijks werken op de diverse locaties. Noemenswaardig daarin is het feit dat in Hoorn vijf nieuwe scholen zijn aangesloten bij het project Samen van Start, een integrale aanpak voor peuters en kleuters waarbij leerkrachten, pedagogisch medewerkers en een ouderbegeleider intensief samenwerken in het belang van kinderen en hun ouders. De nauwe samenwerking tussen peuter- en kleutergroep is een speerpunt binnen SCIO Groep, maar daar liggen ook nog uitdagingen als het gaat om (nu nog) beperkende wet- en regelgeving. Het thema “gelijke kansen” is een van de vijf verhaallijnen die de leidraad vormen voor het meerjarenplan van de SCIO Groep en de locaties. Tijdens een bijeenkomst in de grote zaal van Park Schouwburg werden deze verhaallijnen aan alle medewerkers gepresenteerd in de vorm van een film. Opnieuw een mooie mijlpaal in het proces van samensmelting tussen opvang en onderwijs en tevens een moment van trots op de prachtige ambities en alles wat daarvan reeds in de film, en dus de praktijk, zichtbaar is. Het tempo waarin de ontwikkelingen rond IKC-vorming gaan, geeft op het gebied van huisvesting de nodige urgentie. Ook de krapte op de arbeidsmarkt is een zeer bepalende factor en de gevolgen daarvan zijn terug te zien op diverse fronten, zoals medewerkerstevredenheid, ziekteverzuim, het gedwongen sluiten van groepen en het bevriezen van uitbreidingsplannen.

De interne organisatie van de SCIO Groep was in 2022 ook volop in beweging. De ondersteunende afdelingen op het Service Bureau zijn zich aan het versterken, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteitsbeleid voor de buitenschoolse opvang en op de afdeling HRM. Het grote managementteam (MT) bestaande uit de bestuurder met de stafmanagers, Talent directeuren en twee clustermanagers was een logisch vervolg op het vertrek van een van beide bestuurders en doet recht aan de brede gezamenlijke betrokkenheid bij het beleid van de SCIO Groep. Dit was wel bedoeld als tijdelijke situatie. De voorbereidingen voor een kleiner, slagvaardiger MT zijn dan ook in gang gezet.

De gewenste betrokkenheid en samenhang tussen opvang en onderwijs is intern ook georganiseerd in de leerteams kwaliteit, HRM, facilitaire zaken en bedrijfsvoering. Deze leerteams hebben in 2022 verschillende onderzoeksvragen opgepakt en uitgewerkt in beleidsvoorstellen. Zo is onder andere vanuit het leerteam bedrijfsvoering gewerkt aan een nieuw allocatiemodel en daarmee is een nieuw formatieproces voor de Talent locaties tot stand gekomen gericht op transparantie, solidariteit en het toekennen van budgetten op basis van onderwijskundige visie en behoeften.

In het voorjaar van 2022 vond het vierjaarlijks bestuurlijk onderzoek door de onderwijsinspectie bij Talent plaats. Het was een positief bezoek waarbij de inspectie aangaf een organisatie volop in ontwikkeling te zien. Het onderzoek leverde behalve drie voldoendes ook een aantal waardevolle aanbevelingen op en was een leerzame ervaring. Zowel binnen het onderwijs als op alle opvanglocaties staat de kwaliteit van het aanbod voorop en iedere feedback die wij mogen ontvangen vanuit de toezichthoudende instanties draagt bij aan die hoge kwaliteit. In die zin is het heel fijn dat ook de professionalisering van medewerkers weer volop van start kon gaan, om de nodige inhaalslag, met name als het gaat om vakinhoudelijke trainingen, zoals voor VVE, te kunnen maken. De invulling van de SCIO Academie krijgt daarmee steeds meer vorm.

Al met al kenmerkt 2022 zich voor de SCIO Groep door mooie ontwikkelingen, zien we een steeds groter besef bij medewerkers en ouders wat de meerwaarde van diepgaande samenwerking tussen opvang en onderwijs voor kinderen is en krijgt de organisatie steeds meer vorm. De strategische doelen die aan het einde van het jaar zijn geformuleerd aan de hand van de vijf verhaallijnen van SCIO Groep bieden een stevig houvast en prachtig perspectief voor de jaren die komen.

Marjan Terpstra College van Bestuur SCIO Groep

Vijf strategische doelen

Gelijke kansen voor ieder kind

95% van de vierjarigen die instromen in het onderwijs van Talent heeft een voorschools aanbod gehad van minimaal 2 dagdelen gedurende een periode van 3 maanden in groepsverband (kdv/peutergroep).

Alle SCIO kinderen van 0-4 jaar krijgen dagelijks een betekenisvol, samenhangend en gevarieerd aanbod gericht op de doorgaande lijn.

Minimaal 2 dagen per week wordt voor alle kinderen van 4-12 jaar een rijke schooldagaangeboden met een breed aanbod.

SCIO Groep heeft per kindcentrum een uitstroom van 100% 1F en 65% 2F/1S (gemiddeld over drie vakgebieden).

Professionele medewerkers

Het kindcentrum als hart van de gemeenschap

SCIO hanteert de IKC Thermometer

Alle Talent locaties scoren minimaal een 4. - Alle SKH/SKiK locaties scoren minimaal een 3.

Alle locaties hebben een maatschappelijke functie in de wijk die verder gaat dan opvang en onderwijs.

SCIO Groep is een gastvrije organisatie en op alle locaties wordt de gastvrijheid actief uitgedragen.

Maximale betrokkenheid

Alle locaties hebben een vorm van kinderparticipatie, waarbij kinderen invloed hebben op het beleid en aanbod van de locatie.

SCIO Groep heeft op alle niveau’s een vorm van geïntegreerde medezeggenschap.

SCIO Groep is naar ouders, medewerkers en stakeholders  transparant over doelen, middelen en resultaten.

SCIO Groep scoort in de tevredenheidsonderzoeken per locatie op de onderdelen communicatie, informatieverstrekking en besluitvorming minimaal een 8.

SCIO Groep heeft een academie gericht op opleiden, verdiepen en verrijken van (nieuwe) medewerkers. Vacatures in het primaire proces worden uit eigen kweekvijver (in- en externe kandidaten) ingevuld:

- 25% van de coördinerende/leidinggevende vacatures.

- 10% van de vacatures leerkrachten/pm-ers/ondersteuning.

Medewerkers van SCIO Groep voelen zich verantwoordelijk voor de resultaten van de organisatie.

Medewerkers zijn ambassadeurs voor de organisatie en bevelen deze aan bij bekenden.

Maatschappelijke organisatie met lef

SCIO Groep, SKH/SKiK en Talent zijn zodanig georganiseerd dat er gewerkt wordt met een aparte strategie per entiteit.

SCIO Groep heeft geen winstoogmerk. Budgetten (binnen de entiteit) worden solidair verdeeld over locaties.

SCIO Groep ontwikkelt en implementeert beleid op maatschappelijk verantwoord ondernemen met niet onderhandelbare kaders.

SCIO Groep kenmerkt zich door een klimaat dat medewerkers uitnodigt tot pionieren en innoveren.

Het bestuur

Profiel

Begin 2022 werd de laatste hand gelegd aan het formuleren van de missie, visie en verhaallijnen.

De basis is gelegd voor het verder uitwerken van de verhaallijnen in strategische doelen. Het managementteam maakte hier gezamenlijk een start mee tijdens een tweedaagse in het voorjaar van 2022. Vervolgens werd de uitwerking en het concretiseren van de doelen enthousiast opgepakt door de strategische werkgroep en nog voor de zomervakantie waren de doelen gereed. Op 7 november organiseerde de strategische werkgroep een spetterende bijeenkomst in schouwburg Het Park voor alle medewerkers van de SCIO Groep waarbij de missie, visie, verhaallijnen en doelen aan bod kwamen met een film, presentaties en een hilarische voorstelling van theatergroep ‘Op sterk water’. De strategische doelen werden eind 2022 door de opvanglocaties van SKH-SKiK gebruikt als kapstok voor het opstellen van de locatiejaardoelen voor 2023. De kindcentra van Talent zullen de strategische doelen verwerken in de nieuwe meerjarenplannen voor de periode 2023-2027.

8

1.2

Organisatie

Contactgegevens

SCIO Groep voor Opvang en Onderwijs - Service BureauVan Dedemstraat 6 B/C, 1624 NN Hoorn

0229-743743

info@sciogroep.nl

www.sciogroep.nl

Bestaande uit: Stichting Talent, Openbaar Basisonderwijs Hoorn

Bestuursnummer: 41772

0229-282040

info@talenthoorn.nl

www.talenthoorn.nl

Stichting Kinderopvang West-Friesland en Beheerstichting Kinderopvang West-Friesland

0229-248770

info@kinderopvangwestfriesland.nl

www.kinderopvangwestfriesland.nl

Bestuur

Marjan Terpstra - College van Bestuur SCIO Groep

Nevenfunctie: lid Raad van Toezicht RSG Enkhuizen

Locaties

Co l lege van Bestuur

Raad van Toezicht

Bestuurssecretariaat

Medezeggenschap(CMR , COR, OR)

Management team

SKiK 10 locaties

SKH 20 locatie s Talent 11 kindcentra

Leidinggevende staf

Ser vice bureau

Directeuren kindcentra

Leidinggevende staf

Afdelingen: HRM, KOO, KIM, FiC, Facilitair

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is de overkoepeling van alle medezeggenschapsraden van de openbare Talentscholen. De GMR bestaat uit ouders/verzorgers en personeelsleden. Elke school heeft een medezeggenschapraad (MR), waaruit een lid van de oudergeleding en een lid van de personeelsgeleding ook GMR-lid zijn. Op de GMR-agenda staan beleidsvoorstellen die door het College van Bestuur en het Managementteam zijn voorbereid. Tevens geeft de GMR (on)gevraagd advies over allerlei andere onderwerpen die betrekking hebben op de gezamenlijke scholen en het beleid van SCIO Groep. Afhankelijk van het ingebrachte beleidsvoorstel hebben de personeelsgeleding en/of de oudergeleding van de GMR adviesbevoegdheid of instemmingsrecht. Dit is geregeld in het reglement dat is gebaseerd op de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS).

De GMR vergaderde vijf keer in 2022. De vergaderingen worden voorbereid met de bestuurder door het GMR-kernteam, bestaande uit een ouder, een personeelslid en de externe voorzitter. Het kernteam heeft in 2022 twee keer overlegd met een delegatie van de Raad van Toezicht.

In 2022 zijn de eerste stappen gezet richting samenwerking en integratie van de drie medezeggenschaporganen van SCIO Groep. Er is een plan van aanpak gemaakt, de informele contacten tussen het GMR-kernteam en de voorzitters van de Ondernemingsraad (OR) en de Centrale Ouderraad (COR) zijn uitgebouwd en voorzitters hebben vergaderingen van de andere gremia bezocht. Doel is om in de zomer van 2023 het plan voor integratie gereed te hebben en in de samenwerking goed op weg te zijn.

De belangrijkste reguliere en bestuurlijk gerichte onderwerpen waarover is gesproken, waren:

• kengetallen personeel (onder andere personeelstekorten, ziekteverzuim, arbo, kwaliteit);

• kengetallen financiën (onder andere kwartaalrapportages, subsidies);

• bestuursformatieplan 2022/2023;

• jaarrekening 2021;

• arbeidsmarkttoelage;

• studiefaciliteitenregeling;

• begroting 2023;

• functiehuis;

• stimulering deelname alle scholen aan GMR-vergaderingen;

• voortgang integratie in SCIO Groep (onder andere verhaallijnen en good practices).

Verder zijn leden van de GMR betrokken geweest bij:

• bezoek van de Onderwijsinspectie in het kader van het vierjaarlijks onderzoek;

• preview koers SCIO Groep.

De ondernemingsraad

De ondernemingsraad (OR) vertegenwoordigt de opvangmedewerkers binnen de SCIO Groep en participeert op basis van haar bevoegdheden volgens de WOR (Wet op ondernemingsraden) in besluitvorming of beslist zelfstandig. De OR heeft tot taak door de goede samenwerking tussen bestuurder en personeel het optimaal functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen te bevorderen en het welzijn en de belangen van de werknemers in dienst van de organisatie te behartigen.

De OR bestond in 2022 uit een voorzitter, vicevoorzitter, een secretaris, een penningmeester en vier leden. De OR heeft zes vergaderingen gehouden en vier overleg-vergaderingen (ov-vergadering). De ov-vergaderingen zijn vergaderingen tussen het kernteam van de OR bestaande uit voorzitter, penningmeester en de secretaris, bestuurder en manager HRM. Tevens was de OR aanwezig bij een strategische bijeenkomst met alle medezeggenschapsorganen en Raad van Toezicht.

De samenstelling van de OR is in 2022 flink gewijzigd. Er zijn vier leden afgetreden. In april zijn er verkiezingen geweest en heeft de OR een kleine campagne opgezet. De enige kandidaat die dit opleverde kon helaas geen zitting nemen in de OR, omdat niet werd voldaan aan de voorwaarde van minimaal een jaar in dienst zijn.

De volgende thema’s zijn inhoudelijk aan de orde geweest bij de OR:

• Samenwerking OR-COR-GMR;

• de klachtencommissie;

• ziekteverzuim;

• personeelstekort.

Onderwerpen die zijn aangedragen vanuit de achterban:

• Het fietsenplan (is in gebruik genomen);

• bedrijfsfitness in meerdere sportscholen (is in onderzoek);

• salaris eerder uitbetalen dan 28e van de maand (is in onderzoek);

• decembersluiting voor medewerkers (is in onderzoek).

Op de volgende onderwerpen is instemming verleend:

• Begroting 2023.

Op de volgende onderwerpen heeft de OR advies gegeven:

• Werkwijze compensatie-uren medewerkers van de peutergroepen.

De centrale ouderraad (COR)

De centrale ouderraad (COR) stelt zich ten doel de gemeenschappelijke belangen van families, te weten ouders/verzorgers die een huishouding voeren waartoe het kind behoort op wie de kinderopvang betrekking heeft, op centraal niveau te behartigen op basis van haar bevoegdheden volgens de Wet Kinderopvang (WKO). De COR bepaalt zelf haar werkwijze en legt deze schriftelijk vast in het huishoudelijk reglement. De COR heeft een verzwaard adviesrecht en fungeert als aanspreekpunt voor de oudercommissies van de locaties. De oudercommissies geven de COR, onder voorbehoud van goed functioneren, mandaat om het adviesrecht over te nemen.

De COR bestond in 2022 uit gemiddeld vier leden. De COR heeft drie maal vergaderd gedurende het jaar. In het jaar 2022 is de voorzitter afgetreden en zijn er vijf leden aangetreden, waarvan er aan het einde van het jaar nog twee over waren.

De belangrijkste reguliere en bestuurlijk gerichte onderwerpen waarover de COR heeft gesproken waren:

· GGD rapportage; begroting en tarieven kinderopvang 2023;

· klanttevredenheidsonderzoek.

Tevens is onder andere het volgende besproken:

· Compensatieregeling Corona; personeelstekort;

· plaatsings-/overstapbeleid.

Met de Raad van Toezicht, de GMR en de OR zijn de strategische agenda en de verhaallijnen besproken.

In september heeft de COR een gesprek gehad met de GMR en de OR om te kijken naar de mogelijkheden voor een gezamenlijke medezeggenschapsraad. Hiervoor zijn de leden van de verschillende raden aanwezig geweest bij de vergaderingen van de andere gremia. In 2023 wordt hier verder vorm aan gegeven.

Samenwerking

Samen van Start

Bestuurders van de SCIO Groep, Stichting Penta, Bibliotheek Hoorn en Stichting Netwerk vormen samen met een vertegenwoordiger van de gemeente Hoorn de stuurgroep voor het project Samen van Start. In het overleg vindt besluitvorming plaats op het gebied van financiële verantwoording en inhoudelijke ontwikkeling.

Stuurgroep IKEC

Bestuurders van de SCIO Groep, Stichting Trigoon, Parlan en Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop hebben samen met een vertegenwoordiger van de gemeente Hoorn regulier overleg over de nieuwbouw van het Integraal Kind en Expertise Centrum (IKEC) in Hoorn en het gezamenlijk besturen van het IKEC.

ROPO

Het regionaal overleg primair onderwijs (ROPO) is een samenwerkingsverband met de Westfriese schoolbesturen. In het kader van de gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid, wordt samenwerking gezocht op diverse thema’s. Te denken valt aan thema’s als de arbeidsmarkt, passend onderwijs of de samenwerking PO VO (Primair Onderwijs, Voorgezet Onderwijs).

KINDwijzer

SCIO Groep maakt deel uit van KINDwijzer. Dit is een landelijk netwerk van toonaangevende maatschappelijke kinderopvangorganisaties die samenwerken in een coöperatieve vereniging. Door het delen en verder ontwikkelen van kennis en werkmethoden wordt vernieuwing nagestreefd.

Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop

Talent maakt deel uit van het samenwerkingsverband (SWV) De Westfriese Knoop. Dit orgaan zorgt ervoor dat iedere leerling in de regio een zo passend mogelijke onderwijsplek krijgt, met waar nodig extra ondersteuning.

Klachten – onderwijs

Bij ernstige klachten kan men zich richten tot de externe vertrouwenspersoon die is ondergebracht bij GGD Hollands Noorden. De externe vertrouwenspersoon is in 2022 bij een casus betrokken geweest. Deze casus ging over het gevoerde schoolbeleid. De externe vertrouwenspersoon werd benaderd door de ouder. Daarna is de klacht in behandeling genomen door de Landelijke Klachten Commissie. Uiteindelijk is de school in het gelijk gesteld.

Klachten – opvang

Stichting Kinderopvang West-Friesland is lid van de Geschillencommissie Kinderopvang. In 2022 zijn bij de geschillencommissie geen klachten binnengekomen. Er is een interne klachtenregeling. Jaarlijks wordt een rapport inclusief trendanalyse van deze interne klachten opgemaakt en ter informatie aan de GGD Hollands Noorden verstrekt.

Gedrag en integriteit

In 2022 is gewerkt aan een nieuwe integriteitscode, klokkenluidersregeling en klachtenregeling voor alle medewerkers van de SCIO groep. Voor opvang en onderwijs wordt vanaf 2023 gewerkt met dezelfde vertrouwenspersoon. Begin 2023 worden deze regelingen door de GMR en OR beoordeeld en vastgesteld. Implementatie en communicatie naar medewerkers vindt plaats in 2023.

Privacy en datalekken

Binnen de SCIO groep zijn, conform de AVG, privacyreglementen opgesteld. Deze zijn voor opvang en onderwijs te vinden op de websites. Het doel voor 2023 is om deze reglementen leesbaarder te maken door te werken met meer beeld en minder tekst.

Datalekken worden intern gemeld. Vervolgens wordt door de verantwoordelijke medewerker beoordeeld of melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nodig is. In 2022 zijn voor opvang 2 datalekken en voor onderwijs 0 datalekken gemeld bij de AP.

Governance

De SCIO Groep werkt volgens de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs en de Governance Code kinderopvang. Daarin zijn basisprincipes vastgelegd rond professionaliteit van bestuurders, toezichthouders en managers in het primair onderwijs.

Verantwoording van het beleid

Kwaliteit Opvang & Onderwijs

De fusie betekende voor de afdeling pedagogiek (opvang) en de beleidsmedewerkers onderwijskwaliteit dat zij nauw zijn gaan samenwerken in een nieuwe afdeling Kwaliteit Opvang en Onderwijs (KOO). Eind december 2021 was de afdeling bezet met twee onderwijsadviseurs, drie beleidsmedewerkers pedagogiek en drie pedagogisch coaches en in de loop van het jaar is er nog een adviseur verlengde schooldag toegevoegd. Met het ontstaan van een integraal team KOO is een belangrijke stap gezet in het bundelen van expertise en krachten. Onderwerpen die op de agenda staan zijn:

• het ontwikkelen van een doorgaande lijn tussen opvang en onderwijs, zoals een vloeiende aansluiting tussen peuter- en kleutergroepen, en de koppeling tussen formeel en informeel leren binnen een IKC;

• de versterking van samenwerking op het gebied van zorg en zorgstructuur;

• de doorgaande lijn en het ontwikkelen van een passend kindvolgsysteem voor peuters en kleuters.

Naast de intensieve samenwerking van opvang en onderwijs blijft er vanuit de pedagogisch beleidsmedewerkers ook altijd aandacht voor de kinderopvanglocaties en de specifieke vragen die hier spelen.

Kinderopvang & kwaliteit

Pedagogische kwaliteit

De SCIO Groep streeft naar een hoge pedagogische kwaliteit. De pedagogische visie is gebaseerd op de wettelijk verplichte vier opvoeddoelen voor kinderopvang. De pedagogische visie is op elke locatie uitgewerkt in een pedagogisch beleidsplan.

Pedagogische kwaliteit borgen en waar nodig verbeteren is een continu proces. We kiezen voor een vorm van permanent leren waarbij beeldcoaching centraal staat. Drie vaste pedagogisch coaches worden ingezet om op alle locaties één keer per jaar een coaching traject uit te voeren met alle pedagogisch medewerkers. De pedagogisch coach is gedurende een coaching traject circa 2 tot 3 weken aanwezig op locatie. Daarnaast kan de pedagogisch coach gevraagd worden om ondersteuning te bieden bij diverse vraagstukken.

2.1

Naast de pedagogisch coach werkt op de grotere locaties een aandachtsfunctionaris pedagogiek, die uren mag inzetten op het monitoren en stimuleren van de pedagogische kwaliteit. Deze medewerker maakt de vertaling van het pedagogisch beleid naar de praktijk en andersom. Deze medewerker is een verbindende schakel tussen de pedagogisch coaches en beleidsmedewerkers pedagogiek. In 2022 is de kenniskring van de aandachtsfunctionarissen pedagogiek van start gegaan. Medewerkers worden ook ondersteund door permanent te scholen. Er is wederom een nieuwe groep gestart met de training ‘Basisontwikkeling van Startblokken’ en twee groepen zijn gecertificeerd. Daarnaast hebben alle gecertificeerde medewerkers de hercertificering afgerond. Voor de pedagogisch medewerkers in de BSO zijn er twee trajecten geweest voor het werken volgens de Vreedzame BSO. Daarnaast zijn er twee groepen geschoold in het werken met baby’s in de training ‘Oog voor baby’s’.

Inzet HBO’er in de voorschoolse educatie Vanaf januari is het verplicht om per peuter met een VVE-indicatie 10 uur extra beleidsontwikkeling en coaching in te zetten. In deze coaching is de kwaliteit van de voorschoolse educatie vergroot door medewerkers individueel en in teamverband te coachen. Eveneens is de kwaliteit van de voorschoolse educatie geëvalueerd en zijn de eerste veranderingen doorgevoerd. Een voorbeeld is de aanpassing van de registratie van het aanbod in het kindvolgsysteem.

Ontwikkelingen

SCIO Groep heeft de afgelopen jaren meegedaan aan het project ‘Pedagogische praktijk in Beeld’ (PiB). PiB is een monitor om de pedagogische kwaliteit binnen de kinderopvang in beeld te brengen en de resultaten te gebruiken voor het doorvoeren van verbeteringen. De monitor is gebaseerd op het meetinstrument dat gebruikt wordt door de GGD, aangevuld met de omgevingsfactoren van de kwaliteitsmonitor Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO). In 2022 zijn er op 6 locaties observaties uitgevoerd. De resultaten laten zien waar de sterke kanten liggen en op welke onderdelen verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Voor 2023 is het doel om de kwaliteitsmonitor in te zetten op alle locaties. De informatie uit de PiB zal gebruikt gaan worden voor het vaststellen van pedagogische doelen en als basis voor het Video Interactie Begeleidingstraject.

Zorgstructuur

SCIO Groep streeft naar een beter sluitend netwerk rondom kinderen en gezinnen waar zorg is over de ontwikkeling en/of de opvoedsituatie. Het aantal kinderen dat gemeld wordt als kind met extra ondersteuningsbehoefte is toegenomen. De eerste schetsen voor een zorgstructuur, gericht op samenwerking met onderwijs en jeugdzorg, zijn in 2021 gemaakt en verder ontwikkeld in 2022. In september is bij het IKEC een peuterplusgroep gestart, waarbij peuters met een extra ondersteuningsvraag, intensiever begeleid kunnen worden. Hier wordt samengewerkt met de professionals van het IKEC. Daarnaast wordt samengewerkt met de jeugdverpleegkundigen van de consultatiebureaus om een warme overdracht naar de voorschoolse voorzieningen te realiseren. Het doel is om in 2023 deze samenwerking te intensiveren en preventief in te zetten op het plaatsen van kinderen op een passende voorziening.

Samen van Start 2022

In 2022 zijn vijf nieuwe scholen “Samen geStart” De teamleden zijn positief gestemd over de samenwerking. Binnen een Samen van Start locatie werken kleuterleerkrachten en pedagogisch medewerkers intensief samen met de ouderbegeleider, de medewerker van de bibliotheek en de buurtmoeder. Samen van Start is echt van iedereen samen. De teamleden verbinden zich steeds meer met elkaar en weten elkaar te vinden in overleg en app-groepen.

Dit bleek eens te meer tijdens de bijeenkomst die is georganiseerd op 1 juni 2022 in de bibliotheek. Alle Samen van Start teams en toekomstig Samen van Start teams waren aanwezig. Er was informatie over de ontwikkeling van het brein van het jonge kind en de teams gingen aan de slag met hun doelen voor het komende jaar.

Thema’s en activiteiten worden op elkaar aangesloten, peuters draaien mee op de kleutergroep (en soms ook andersom). Waar peuters nu over gaan naar de kleuterklassen stromen kinderen zonder drempel door. Kinderen bewegen zich als vanzelfsprekend in de kleuterklas en voelen zich thuis bij de medewerkers.

De ontwikkelingen in 2021 waarbij in de praktijk bleek dat werken aan structurele en duurzame samenwerking complexer is dan gedacht en dat dit een proces is dat veel tijd en aandacht nodig heeft, blijft ook dit jaar werkelijkheid. Steeds wordt gezocht naar nieuwe manieren van samenwerken, waarin professionele nieuwsgierigheid naar elkaars expertise, essentieel is. De ontwikkeling van een professionele cultuur waarin vanuit het belang van het kind in één taal en vanuit één visie gewerkt wordt blijft de focus houden.

Onderwijs & kwaliteit

Onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

In het kwaliteitsbeleid hanteert Talent als leidraad de definitie van kwaliteitszorg van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS): “Kwaliteitszorg is de mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, team, ouders en kinderen. Kwaliteit wordt in deze opvatting dus bepaald door heldere, aanvaardbare doelen en door normerende uitspraken”. Met andere woorden: de onderwijskwaliteit wordt getoetst aan heldere, meetbare doelen, gericht op het overdragen van kennis. Het is de taak van een school om kinderen voldoende kennis bij te brengen, zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen en optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met verschillen tussen kinderen, maar alle kinderen dienen uit te stromen met voldoende kennis en vaardigheden om deel te kunnen nemen aan het vervolgonderwijs dat bij hen past. Daarnaast is een belangrijke kernwaarde de openbare grondslag van Talent. Kinderen krijgen onderwijs in maatschappelijke vorming en democratisch burgerschap en er wordt invulling gegeven aan de openbare identiteit vanuit vrijheid, gelijkwaardigheid en ontmoeting.

Het bestuur houdt zicht op de onderwijskwaliteit door voortgangsgesprekken (vier keer per jaar), informele gesprekken, schoolbezoeken en het analyseren van de beschikbare data. Onderwijskwaliteit borgen en waar nodig verbeteren is een continu proces.

High Performing Schools (HPS) is een blijvende werkwijze in alle scholen. Door de wisselingen in teams blijft het wel noodzakelijk om HPS op de agenda te houden. Door middel van een plan waar scholing onderdeel van is, wordt hier invulling aan gegeven. Sinds 2021 is de rol van IB-er veranderd naar KC-er (Kwaliteitscoördinator). In deze rol bewaken en borgen zij de kwaliteit van het onderwijs in de scholen en hebben focus op en kennis over het leren van de leerlingen en de leerkrachten. In het KC-netwerk staat samenwerking, verder groeien in de rol en van elkaar leren centraal. Daarnaast zijn alle scholen in 2021 gestart met leerteams. Deze leerteams vormen de basis voor het collegiaal leren en evidence informed onderwijs, waarbij de deelnemers onderzoek doen naar onderwijsverbetering en komen tot beleidsadviezen voor de directie.

Het bestuur verantwoordt zich via Vensters en intern door de Raad van Toezicht en GMR regelmatig te informeren over behaalde resultaten en ingezette ontwikkelingen. Daarnaast verantwoorden de scholen zich via de MR, de schoolgids en nieuwsbrieven. Er is gevraagd en ongevraagd contact met de inspectie over behaalde opbrengsten en andere relevante ontwikkelingen in het kader van de onderwijskwaliteit.

Doelen en resultaten

Naast ‘de basis op orde’ heeft Talent zijn eigen ambities op het gebied van onderwijskwaliteit geformuleerd. Deze doelen zijn leidend en worden uitgewerkt in de jaarplannen van de scholen.

Op het gebied van onderwijs en kwaliteit zijn 3 hoofddoelen geformuleerd:

1. scholen verbeteren de resultaten voor taal, rekenen en sociale vaardigheden;

2. leerlingen krijgen openbaar onderwijs gericht op brede ontwikkeling;

3. leerlingen krijgen onderwijs op maat, passend bij hun niveau.

Leerlingen onderwijs op maat bieden, passend bij hun niveau, betekent niet dat voor elke leerling een aparte leerlijn wordt opgesteld of apart aanbod wordt samengesteld. In lijn met de visie van HPS wordt ervan uitgegaan dat ieder kind alles kan leren en dat kennis vooraf aan vaardigheden gaat. Leerlingen krijgen zoveel mogelijk allemaal hetzelfde aangeboden zodat zij een gelijke kennisbasis hebben. Vervolgens kan er verschil zijn in verwerking of mate van ondersteuning. De leerkracht heeft hierin, als professional, de regie.

Het meerjarendoel is dat alle scholen van Talent 100% 1F en 65% 2F/1S scoren. Op dit moment lukt dat nog niet bij alle scholen. Wel wordt er expliciet op gestuurd, bijvoorbeels als onderwerp van de voortgangsgesprekken.

Scholen op de Kaart biedt een overzicht van de behaalde resultaten van de individuele scholen. Samenvattend is het beeld:

· bij de eindtoets van 2022 halen drie scholen niet de norm van de inspectie voor 2F/1S. De overige scholen zijn voldoende. Kijkend naar het gemiddelde over drie jaren haalt één school de inspectienorm niet;

· bijna alle scholen slagen er in 2022 in om 85% of meer van de leerlingen uit te laten stromen op 1F niveau. Bij twee scholen is dit percentage net iets lager;

ruim 78%van de gegeven schooladviezen zijn gelijk aan de adviezen op basis van de referentieniveaus.

Sociale veiligheid

Talent bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze. Dat omvat onder meer het regelmatig monitoren van de ontwikkeling van burgerschapscompetenties, om het onderwijs af te stemmen op de actuele leerbehoefte van kinderen.

Elk IKC stelt jaarlijks een plan op ten aanzien van burgerschap en sociale veiligheid. Doelen op dat terrein zijn onder andere:

1. Onze kinderen weten wat democratie inhoudt. Zij leren de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger (kerndoel 36). Onze kinderen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde normen en waarden. Wij leren kinderen respectvol, verantwoordelijk en betrokken om te gaan met de medemens, de leefomgeving, natuur en milieu (kerndoelen 35, 37, 39 en verhaallijn 2).

2. De kinderen hebben kennis van en respect voor andersdenkenden. Zij leren de hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en leren om respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen (kerndoel 38).

3. We bieden kinderen kennis en vaardigheden om deel te kunnen nemen aan een democratische en pluriforme samenleving. Wij leren kinderen met elkaar te overleggen, naar elkaar te luisteren, verschillende perspectieven en meningen te vergelijken, conflicten te hanteren en samen te werken (kerndoel 3, 6, 7, 8, 34).

4. De kinderen leren de situatie in Nederland te vergelijken met minimaal 2 landen binnen Europa en 2 landen buiten Europa, vanuit het perspectief bestuur, welvaart, cultuur en levensbeschouwing (kerndoel 47).

5. We betrekken kinderen waar mogelijk en zinvol bij ontwikkelingen in de school (verhaallijn 4).

6. We bieden de kinderen kennis aan op het gebied van wereldgeschiedenis en cultureel erfgoed. (kerndoel 53 en 56)

* alle 7 burgerschapsdoelen sluiten aan bij verhaallijn 1

Bovenstaande doelen worden door het IKC jaarlijks in een plan per doel op groepsniveau opgenomen. Aan het einde van het schooljaar wordt dit plan geëvalueerd. Hierbij wordt de evaluatie van de monitoring sociale veiligheid die elk IKC jaarlijks afneemt meegenomen. Binnen de bovenschoolse kwaliteitscyclus komt dit thema in de tweede gespreksronde aan bod met combinaties van scholen. Onderwerpen van gesprek zijn het delen van de evaluatie en de bevindingen van de verschillende IKC’s en daarnaast zal er een dialoog worden gevoerd over een maatschappelijk actueel thema.

In 2022 is het Burgerschapsbeleid (bovenschools) aangepast. Voorheen hadden alle scholen hun eigen aanpak op het gebied van burgerschap en sociale veiligheid. Eind 2022 hebben alle IKC’s een plan gemaakt voor hun locatie en zij evalueren dit aan het einde van het schooljaar 2022-2023.

Passend onderwijs

In het strategisch beleidsplan dat in 2019 is opgesteld staat een aantal doelen die betrekking hebben op een passende ondersteuning voor de leerlingen: scholen bieden leerlingen met een ondersteuningsvraag betere begeleiding;

medewerkers hebben meer kennis over en vaardigheden voor het ondersteunen van leerlingen;

medewerkers kunnen leerlingen met een ondersteuningsvraag sneller signaleren;

· leraren en ouders werken samen aan het begeleiden van leerlingen met een ondersteuningsvraag.

Bij het bereiken van bovenstaande doelen spelen de KC-ers een belangrijke rol. De gelden die het samenwerkingsverband voor de basis beschikbaar stelt, worden volledig doorgezet naar de scholen en die zorgen voor een invulling, die waarborgt dat leerlingen passend onderwijs kunnen ontvangen en leerkrachten hierin ondersteund kunnen worden.

Daarnaast zetten scholen de beschikbare gelden in voor professionalisering en het optimaliseren van de formatie. Hierbij wordt gekeken naar de eigen

organisatie en naar de onderwijsbehoeften van de populatie. Gelden kunnen ingezet worden voor extra onderwijsassistenten of bijvoorbeeld vakleerkrachten.

Op basis van de zelfevaluatie van het Samenwerkingsverband ‘Passend Onderwijs West-Friesland’ scoren de Talent scholen iets bovengemiddeld op de kwaliteit van de basisondersteuning in vergelijking tot de rest van West-Friesland. Er ligt een wens om de evaluatievaardigheden op het gebied van de basisondersteuning en handelingsgericht werken nog te verstevigen. De externe experts vanuit het samenwerkingsverband worden veelvuldig ingezet, mede waardoor de doorverwijzing naar het S(b)o zich iets onder het gemiddelde bevindt (in vergelijking tot de andere scholen in West-Friesland). Wat betreft het doorverwijzen richting het Voortgezet Onderwijs (VO) valt op dat vanuit Talent een relatief hoog aantal leerlingen doorverwezen worden naar pro (praktijkonderwijs) en vmbo-basis. Tijdens de kwaliteitsgesprekken is dit onderwerp van gesprek. Ook de opstroom binnen het VO (28%) vraagt nader onderzoek naar de schooladvisering.

Ontwikkelingen

Ook in 2022 hebben de maatregelen rondom covid invloed gehad op het onderwijs op de scholen. In het begin van het jaar was er wederom een schoolsluiting (tot 8 februari 2022) en ook daarna zijn er regelmatig lessen uitgevallen of is er vanwege quarantaine van leerkrachten of kinderen sprake geweest van afstandsonderwijs.

In 2021 heeft de overheid het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in het leven geroepen en zijn er gelden beschikbaar gesteld voor herstel en ontwikkeling van het onderwijs. De NPO-middelen zijn breed en divers ingezet naar behoefte van de individuele scholen.

Inspectie

Het vierjaarlijks bestuurlijk onderzoek door de onderwijsinspectie bij Talent vond plaats in het voorjaar van 2022. Het was een positief bezoek waarbij de

inspectie aangaf een organisatie volop in ontwikkeling te zien naar samenwerking tussen opvang en onderwijs. De inspecteurs vertelden dat zij zeer gastvrij zijn ontvangen op de locaties en goed hebben kunnen zien welke vernieuwingen al zijn doorgevoerd.

De positieve inhoudelijke gesprekken met leden van de Raad van Toezicht, medezeggenschap, directeuren, leerkrachten en staf hebben niet alleen gezorgd voor een goede beoordeling, maar ook voor een onderlinge verbinding. Natuurlijk zijn er in het rapport ook aanbevelingen, die als leidraad zullen worden gebruikt om de organisatie verder vorm te geven en in de komende jaren samen te werken aan de kwaliteit van het onderwijs.

De herstelopdrachten van de inspectie waren:

• beleid op nieuwkomers (in december 2022 verzonden naar inspectie en goed bevonden);

• beleid op burgerschap (in december 2022 verzonden naar inspectie en dit blijft onderwerp van ons jaarlijkse evaluatie/risicomonitor gesprek met de inspectie.

Op de drie voldoendes kan SCIO Groep als jonge organisatie niet meer dan trots zijn. Vanzelfsprekend blijft SCIO Groep, gericht op het kind, zich verder ontwikkelen.

Buitenschoolse activiteiten

De BSO’s zijn te typeren als een vrijetijdsvoorziening met een verrijkend activiteiten aanbod. Er wordt een breed pakket van (spel)activiteiten aangeboden, waarmee SCIO Groep aansluit bij de behoefte aan spelen en ontwikkelen van kinderen. Er wordt onderscheid gemaakt in vrije-, open-, gestructureerde- en vakantie activiteiten. De pedagogisch medewerkers staan coachend, kijkend, luisterend en begrijpend naast het kind om structuur, veiligheid, vertrouwen en voldoende uitdaging te bieden.

Ze creëren een stimulerend klimaat met mogelijkheden voor het kind om de eigen fantasie te ontwikkelen en initiatief te nemen. De rol van pedagogisch medewerkers in de kindcentra wordt steeds duidelijker. Een groot aantal werkt deels in de BSO en deels in de klas als onderwijsassistent. Deze combinatiefunctie wordt als positief ervaren. Doordat pedagogisch medewerkers zowel bij het onderwijs als bij de BSO werkzaam zijn, is het gemakkelijker om een doorgaand themaprogramma te realiseren.

De activiteitenwerkgroep, verantwoordelijk voor de inhoud van de vakantieactiviteiten bestaat uit een afvaardiging van de BSO locaties en twee activiteitenmakelaars. Het afgelopen jaar kenmerkte zich door veel wisselingen in de werkgroep. De nieuwe leden zorgen voor een positieve dynamiek.

In september 2022 is er een beleidsadviseur naschoolse activiteiten aangenomen, deze heeft een begin gemaakt met het schrijven van nieuw beleid voor de BSO’s. Na twee jaar corona is het tijd om extra aandacht te besteden aan de buitenschoolse activiteiten. De nieuwe werkwijze waarbij er sprake is van meer gestructureerde thema-activiteiten die aangeboden worden in een jaarprogramma krijgt in 2023 zijn uitwerking. Het doel is om kinderen kennis te laten maken met een breed spectrum aan uitdagende, vernieuwende activiteiten waarbij ze zich kunnen ontwikkelen op verschillende terreinen. De eerste contouren van de nieuwe plannen zijn gedeeld met het management team en de activiteitenwerkgroep en zijn positief ontvangen.

Personeel & professionalisering

Ontwikkelingen

De inspanningen van HRM zijn gericht op het samenbrengen van twee organisaties met verschillende cao’s en organisatieregelingen. Dit maakt dat de doelen voor deze afdeling over meerdere jaren gerealiseerd gaan worden. In 2022 is ingezet op:

• Het harmoniseren van de reiskostenregeling en fietsenplan;

• Employee Value Proposition (EVP);

• uitvoeren van de Arbo RI&E voor opvang en onderwijs;

• opstarten van leerteam HR;

• nieuwe werkwijze refferal recruitment;

• eerste opleidingsplan SCIO Academie;

• regeling kinderopvang voor alle medewerkers van SCIO Groep;

• arbeidsmarktoelage voor het onderwijs.

De focus voor 2023 is gedefinieerd op de volgende thema’s:

• Werving & Selectie

Met alle uitdagingen op de arbeidsmarkt moet SCIO Groep zichtbaarder gepositioneerd worden als werkgever met de uitkomsten van de EVP. Hier hoort ook een passend en snel Werving & Selectie proces bij.

• AFAS/Salarisadministratie

De AFAS-omgeving én de salarisadministratie moeten zo dusdanig ingericht worden dat het systeem en de werkwijze voor de organisatie in het voordeel gaat werken. Automatiseren moet plaatsvinden om werkdruk te verlagen bij zowel HRM als de leidinggevenden. De afgelopen jaren zijn hier al goede stappen in gezet, met workflows die geautomatiseerd zijn en deze lijn moet zeker doorgezet worden.

• Arbodienstverlening

De eisen gesteld rondom de nieuwe Arbodienstverlener kunnen door de huidige leverancier niet worden waargemaakt. Daarom wordt er gezocht naar een partij die wel kan voldoen aan de wensen en verwachtingen die SCIO Groep rondom Arbodienstverlening heeft. Deze kaders zijn vastgesteld. Het proces kan nu verder worden uitgewerkt.

• Functieboek

In 2022 heeft SCIO Groep het functieboek tot een finale weten te brengen. Dit betekent dat deze geïmplementeerd kan worden in 2023 binnen de gehele organisatie. Hiermee wordt een mooie slag geslagen in de professionalisering van de organisatie.

Na het neerleggen van deze fundering kan gewerkt worden aan het verder ontwikkelen van strategisch HR beleid. Denk hierbij aan automatisering, vernieuwende uitwerkingen rondom opleiden, werven, employee branding en employee journey en de gesprekkencyclus. Ook zal het harmoniseren van de regelingen verder vormgegeven worden.

Professionalisering van medewerkers

In 2022 zijn er ambitieuze doelen neergelegd met betrekking tot het opleiden en ontwikkelen van medewerkers. SCIO Groep is gestart met een interne kweekvijver en het verder vormgeven van de SCIO Academie.

Aanpak werkdruk - onderwijs

De schooldirecteuren gaan jaarlijks het gesprek aan met het onderwijsteam over de inzet van de werkdrukmiddelen. Vervolgens wordt een bestedingsplan

opgesteld, wat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de MR. De middelen zijn in 2022 onder andere ingezet voor:

• onderwijsassistenten;

• extra groepen (minder leerlingen per groep);

• leraarondersteuners;

• vakleerkrachten.

In 2022 is er € 670.771,- uitgegeven vanuit de werkdrukmiddelen. Al deze middelen zijn besteed aan personele inzet.

Bestedingscategorie

Personeel

Materieel

Professionalisering

Overig

Aanpak werkdruk - opvang

De locaties voor kinderopvang hebben een budget voor taakuren die ingezet kunnen worden voor niet-groepsgebonden werkzaamheden. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers werkzaamheden kunnen inplannen op tijden dat er geen kinderen zijn, bijvoorbeeld voor oudergesprekken, teamvergaderingen en extra werkzaamheden op hun aandachtsgebied. Vanwege het werken met zelforganiserende teams is dit budget ruimer dan de landelijke norm.

Uitkeringen na ontslag

In het verslagjaar zijn er voor onderwijs geen en voor opvang in totaal acht vaststellingsovereenkomsten afgesloten. Hiervan zijn vier te verklaren door het stoppen van de tussenschoolse opvang en één vanwege tweejarig ziekteverzuim. Het streven is om medewerkers te herplaatsen om zo min mogelijk afscheid te nemen.

Huisvesting & facilitaire zaken

Huisvesting

In 2022 zijn er diverse huisvestingsprojecten gestart en is verdere uitvoering gegeven aan lopende projecten. Er zijn geen investeringen in huisvesting gedaan met publieke middelen. Het onderstaand overzicht betreft zowel opvang als onderwijs.

Herziening Integraal Huisvestingsplan (IHP) Gemeente Hoorn

In mei 2020 heeft de gemeenteraad ingestemd met het IHP voor primair onderwijs in Hoorn. Medio 2022 is geconstateerd dat de huisvestingsprojecten een grotere claim legden op de onderwijsreserve dan begroot. Dit werd vooral veroorzaakt door de stijgende bouwkosten. De gemeente heeft besloten om de lopende projecten - waaronder Montessori Kindcentrum en uitbreiding 2e etage Socrates - voort te zetten, met als voorwaarde dat de totale kosten binnen de huidige beschikbare middelen vallen. Daarnaast is besloten om over te gaan tot herziening van het huidige IHP. De

Besteed bedrag (kalenderjaar) Eventuele toelichting

belangrijkste redenen hiervoor zijn de bouwkostenontwikkeling en het beter laten aansluiten van planning en financiële methodiek bij de actuele marktontwikkeling. Als gevolg hiervan stagneren nieuwbouw- en renovatie trajecten van scholen die reeds in gang gezet zouden moeten zijn (Bussel, KlimOp).

Revitalisering de Tweemaster

Deze locatie is in de zomer 2022 opgeknapt; de vloeren zijn vernieuwd, er is binnen geschilderd en meubilair vervangen. Daarnaast zijn de keuken en de aula verbouwd die nu ook ruimte bieden aan een extra BSO-groep.

Uitbreiding het Fluitschip met twee lokalen voor peuters

Begin 2022 is een start gemaakt met de plannen voor uitbreiding van deze school met twee lokalen voor peuters. Het definitief - en technisch ontwerp is gereed en de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend.

Nieuwbouw Montessori Kindcentrum

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat deze nieuwbouw onderdeel zou uitmaken van een integraal project vanuit de gemeente Hoorn waar ook de bouw van Kindcentrum Maria, woningbouw en parkeren in meegenomen werd. In 2022 is besloten om onderwijs los te koppelen waardoor er een separate projectorganisatie voor het Montessori Kindcentrum zal komen. De voorbereidingen hiervoor zijn in gang gezet. Komend jaar wordt verder gewerkt aan de definitie- en ontwerpfase. De oplevering staat gepland voor het eerste kwartaal van 2025.

Uitbreiding 2e etage Socrates

Tijdens de bouw van De Kreek waarin deze school gevestigd is, is al rekening gehouden met de voorbereidingen voor een 2e etage. Er heeft een eerste verkenning plaatsgevonden, het project zal in 2023 verder uitgewerkt worden. Het streven is om dit project in het derde kwartaal van 2024 op te leveren.

Sluiting Montessorischool en vervangende locatie Kinderopvang Zonnelicht

In 2022 is het besluit genomen om de Montessorischool aan de Gording in de zomer van 2023 te sluiten. Op 13 december 2022 is de gemeenteraad hiermee akkoord gegaan. Doordat in deze locatie tevens kinderopvang is gevestigd, is sinds 2021 gezocht naar een alternatieve locatie hiervoor. Begin 2023 is een voorlopige koopovereenkomst getekend voor een nieuwe locatie.

Nieuwbouw IKEC met kinderopvang

In deze school voor speciaal onderwijs van Stichting Trigoon zal zowel kinderopvang (twee groepen) als BSO van Stichting Kinderopvang West-Friesland gehuisvest worden. Het definitief – en technisch ontwerp zijn afgerond en de Europese aanbesteding is gestart. Daarnaast loopt de aanvraag voor de omgevingsvergunning. Bezwaarprocedures zouden de start van de bouw - die in 2023 gepland staat - mogelijk kunnen vertragen.

Facilitaire zaken

Meerjaren onderhoudsplan (MJOP)

Voor alle Talent scholen in eigen beheer en de eigen kinderopvang locaties is opdracht verstrekt aan een externe partij om een meerjaren onderhoudsplanning (MJOP) conform de NEN 2767-1 en NEN2767-2 norm op te stellen.

Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in de technische kwaliteit en de te verwachten onderhoudskosten voor de komende jaren waardoor uiteindelijk beter gestuurd kan worden op de investeringen.

Uitvoering SCIOS 8-9-10 inspectie

De inspectie aan de elektrische installaties (SCIOS 8) en de elektrische arbeidsmiddelen (SCIOS 9) is uitgevoerd bij de eigen school- en kinderopvang locaties. Naast deze inspectie gebaseerd op de NEN 3140 norm heeft tevens de SCIOS scope 10 inspectie plaatsgevonden. Deze is tot stand gekomen op verzoek van het Verbond van Verzekeraars, ter verbetering van de brandveiligheid. De acties voortkomend uit de rapportages worden in de eerste helft van 2023 uitgevoerd.

Aanbesteding printers

In verband met de afloop van het servicecontract voor de printers op de schoollocaties, heeft een onderhandse aanbesteding plaatsgevonden. Het nieuwe contract zal ingaan op 1 april 2023.

Aanbesteding schoonmaak

In de tweede helft van 2022 zijn de voorbereidingen gestart van de Europese aanbesteding van de schoonmaak welke in 2023 zal plaatsvinden.

Energielasten

Voor onderwijs zijn de energielasten in 2022 laag gebleven ten opzichte van de stijgingen in de markt. Deze zijn zelfs gedaald van € 186.000 in 2021 naar € 153.000 in 2022. In 2023 zullen de kosten voor energie stijgen doordat het energiecontract moet worden hernieuwd. Bij opvang zijn de kosten voor energie, gas en water gestegen van circa € 97.000 naar € 156.000 in 2022.

Duurzaamheid

Bij grondige renovatie of nieuwbouw wordt een duurzaamheidsslag gemaakt, waarbij gestreefd wordt naar minimaal BENG en waar mogelijk ENG. De daken van de scholen zijn – waar mogelijk – voorzien van zonnepanelen. In het verslagjaar 2022 zijn op dit terrein geen nieuwe ontwikkelingen te melden.

Financieel beleid

De uitgangspunten voor het financieel beleid bij de SCIO Groep zijn als volgt:

• de middelen zoveel mogelijk inzetten voor de primaire taak: het realiseren van de beste opvang en het beste onderwijs. Daar waar efficiënter werken en besparingen mogelijk zijn, zullen deze kansen worden aangegrepen zodat het primaire proces over zoveel mogelijk middelen beschikt.

• de continuïteit waarborgen door het vormen van adequate reserves en voorzieningen en het realiseren van een sluitende exploitatie.

• de beschikbare middelen herverdelen op een manier die getuigt van onderlinge solidariteit en die maakt dat individuele locaties en kindcentra niet onnodig worden getroffen door niet-verwijtbare tegenvallers.

• een zinvolle mate van financiële autonomie handhaven voor individuele locaties en kindcentra, hen ruimte bieden om in te gaan op de behoeften van de gemeenschap van ouders en kinderen en stimuleren van ondernemerschap.

• alle betrokkenen hebben zicht op de financiële situatie en krijgen de mogelijkheid om een actieve rol te spelen bij begrotings- en budgetteringsactiviteiten.

Deze uitgangspunten zijn door het leerteam bedrijfsvoering in 2022 gebruikt bij de start om te komen tot een nieuw allocatiemodel binnen de SCIO Groep.

Opstellen begroting

De onderwijsbegroting 2022-2024 is in september 2021 vastgesteld door de directeur-bestuurder, ter instemming aangeboden aan het managementteam (MT) en ter advisering aan de GMR. De Raad van Toezicht heeft het besluit met betrekking tot de begroting in oktober 2021 bekrachtigd. De opvangbegroting 2022 is in september 2021 ter advisering aangeboden aan de ouderraad en de ondernemingsraad en vervolgens vastgesteld door het MT en bekrachtigd door de Raad van Toezicht.

In november 2022 zijn de strategische doelen 2023-2027 vastgesteld. De strategische doelen vormen het uitgangspunt voor de begroting 2024, zodat deze begroting ‘beleidsrijk’ wordt opgesteld. Een nieuwe werkwijze rond risicomanagement wordt daarbij geïmplementeerd, zodat meer zekerheid bestaat dat de strategische doelen worden gerealiseerd.

Allocatiemodel

Door de fusie tussen onderwijs en opvang, maar ook door de vereenvoudiging van de onderwijsbekostiging per 1 januari 2023 stelde het leerteam bedrijfsvoering zichzelf tot doel om in 2022 een aanzet te maken tot een nieuw allocatiemodel binnen de SCIO Groep. Er is gestart met het ontwikkelen en uitproberen van een nieuwe werkwijze om te komen tot een formatiebegroting onderwijs voor het schooljaar 2023-2024. Het model dat daarvoor is gebruikt was al eerder succesvol bij een ander bestuur geïmplementeerd. Het proces begon in januari met een workshop basiskennis onderwijsfinanciën voor het gehele managementteam. Daarin kwamen de veranderingen in de onderwijsbekostiging uitgebreid aan de orde. In mei zijn er voor directeuren, controllers en HR-adviseurs ‘vingeroefeningen’ georganiseerd om kennis te maken met de beoogde nieuwe werkwijze rond de formatiebegroting. In november zijn er drie dagdelen georganiseerd om de directeuren in kleine groepjes verder te informeren.

Vervolgens was er in december een formatiedag, waarbij de directeuren in de ochtend hun formatieplannen aan elkaar presenteerden en zij elkaar in de middag konden bevragen of tips konden geven. Nieuw bij de allocatie van de middelen is het werken met een centraal knelpuntenbudget vanuit de basisbekostiging waar scholen een beroep op kunnen doen. Daarnaast is er gewerkt aan meer transparantie bij het alloceren van de middelen.

Het doel in 2023 is om voor de Talent voor Opvang en Onderwijs locaties te komen tot een integrale IKC formatiebegroting voor het schooljaar 2024-2025. Daarnaast zal worden gewerkt aan het verder integreren van de begrotingssystematiek van opvang en onderwijs.

Achterstandenbeleid

De achterstandsmiddelen zijn in 2022 rechtstreeks toegevoegd aan het formatiebudget. Dit betrof de volgende scholen: Fluitschip, KlimOp, Montessori, Universum, Wereldwijzer en Zonnewijzer.

Dienstverleningsovereenkomst

Belangrijk bij de allocatie van middelen is het maken van basisafspraken tussen locaties en Service Bureau over de dienstverlening en deze vastleggen in een dienstverleningsovereenkomst. Het leerteam bedrijfsvoering heeft in 2022 gewerkt aan een eerste versie, gekoppeld aan de vastgestelde jaarbegroting 2023. In deze eerste versie zijn de diensten van het Service Bureau op hoofdlijnen beschreven. Veel processen op het Service Bureau zijn nog niet geïntegreerd en de overeenkomst moet dan ook worden gezien als een ontwikkeldocument dat jaarlijks als bijlage bij de jaarbegroting wordt geleverd inclusief een bijgewerkt organigram.

Ontwikkelingen en risico’s Het bestuur en de Raad van Toezicht hebben continu aandacht voor risico’s die mogelijk effect hebben op de continuïteit van de organisatie. Voor zover bekend is er in 2022 op geen enkele manier fraude gepleegd. Het bestuur heeft niets vernomen van enig incident of wat dan ook. De interne processen worden voortdurend herzien en indien nodig aangepast om fraude maximaal te voorkomen. De belangrijkste risico’s en beheersingsmaatregelen zijn momenteel:

HRM

• Hoog ziekteverzuim; Vooral binnen Stichting Kinderopvang West-Friesland is er een hoog ziekteverzuim, waar ook nog geen daling lijkt in te zetten. Talent zit onder het landelijk gemiddelde.

- Beheersingsmaatregel: begin 2022 is de overstap gemaakt naar een andere arbodienst en is het verzuimbeleid aangescherpt. Inmiddels is eind 2022 duidelijk dat de overstap naar de andere arbodienst in ieder geval in de opvang niet het gewenste resultaat heeft gehad, hetgeen in 2023 vraagt om verdere stappen.

• Krapte in de arbeidsmarkt; De arbeidsmarkt is nog nooit zo krap geweest als nu. Veel minder mensen bewegen zich actief richting een nieuwe baan. Werkzoekenden zijn passief en moeten actief benaderd worden. Want tegelijkertijd is de arbeidsmobiliteit erg hoog.

- Beheersingsmaatregel: in 2022 is gewerkt aan een campagne voor arbeidsmarktcommunicatie op basis van het EVP model (Employee Value Proposition). Deze gaat in januari 2023 van start en zal als basis worden gebruikt voor andere te ontwikkelen campagnes voor de werving van personeel.

Huisvesting en Facilitair

• Vertraging in uitvoering Integraal Huisvestingsplan (IHP) dat in gezamenlijkheid met de gemeente voor de onderwijsgebouwen is opgesteld en als gevolg daarvan oplopende kosten voor (groot) onderhoud. Ook is er een verhoogd risico op desinvesteringen ten tijde van de vervanging van de betreffende gebouwen.

- Als beheersingsmaatregel is er eind 2022 een herzien MJOP uitgevoerd. Dit geeft weliswaar inzicht in de onderhoudskosten voor de komende jaren, maar lost het probleem niet op. Het MJOP levert informatie op om in gesprek te gaan met de gemeente.

• Onvoldoende capaciteit binnen SCIO Groep en gemeente voor begeleiding

van nieuw- en verbouwprojecten. Mede door de vertraging in uitvoering van het IHP, moet de komende jaren een inhaalslag gemaakt worden. Hier voor is zowel binnen de gemeente Hoorn als binnen de SCIO Groep onvoldoende capaciteit beschikbaar.

- Een mogelijke beheersingsmaatregel is het inhuren van externe capaciteit, maar het is noodzakelijk om ook binnen de eigen organisatie voldoende capaciteit te hebben om dergelijke projecten goed te kunnen begeleiden.

• Onvoldoende capaciteit aannemers. Tijdens projecten in 2021 en 2022 is gebleken dat de betrouwbaarheid van aannemers afneemt. Afspraken worden niet nagekomen en werkzaamheden niet altijd volledig uitgevoerd. Hierdoor lopen projecten uit de planning en worden extra kosten gemaakt. Daarnaast zitten aannemers vaak voor langere tijd vol in hun planning, vooral in de zomervakanties. Hierdoor lopen projecten snel een jaar of zelfs meer vertraging op.

- Een oplossing is om zoveel mogelijk te werken met vaste aannemers waarmee een goede relatie wordt opgebouwd. Verder zijn slechts beperkt beheersingsmaatregel mogelijk, zoals (ver)bouwprojecten langer tevoren plannen.

• Inflatie en (bouw) kosten. De bouwkosten zijn explosief gestegen. Dit is te zien in gestegen huurkosten en indexeringen in contracten. Waar het voorheen mogelijk was om voor langere tijd een vaste prijsafspraak te maken met een afgetopt indexeringspercentage, is dat nu nauwelijks nog mogelijk. Offertes zijn soms niet langer dan een week geldig. Dit maakt het lastig om een goede inschatting te maken van de te verwachten kosten bij langdurige projecten.

- Een mogelijke beheersingsmaatregel is het opnemen van een ruime post ‘onvoorzien’ in de business case.

• Verhoogde energielasten in combinatie met slechte ventilatie. In 2022 was hiervan nog geen sprake, maar flinke verhogingen zijn te verwachten in 2023.

- Beheersingsmaatregel: sturen op efficiënt ventilatiegedrag en de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

ICT

• Risico op een cyberaanval.

- Beheersingsmaatregel: er wordt gewerkt aan beleid op het gebied van cyber security waaronder het opnemen van een cybersecuritytraining in de SCIO Academie voor in eerste instantie alle medewerkers en daarna de medewerkers die nieuw in dienst komen.

Bedrijfsvoering

• Risico’s op het gebied van privacy in de samenwerking tussen onderwijs en opvang.

- Beheersingsmaatregel: in 2022 is de externe privacy officer gestart met een DPIA (Data Protection Impact Assessment) op de processen van het project Samen van Start. De aanbevelingen en acties uit dit onderzoek dienen in 2023 als voorbeeld voor overige locaties waar intensief wordt samengewerkt tussen onderwijs en opvang.

• Risico van inzetten publieke middelen (onderwijs) voor private doelen (opvang).

- Beheersingsmaatregel: in 2022 is een dienstverleningsovereenkomst opgesteld met daarin heldere afspraken in de verdeling van de kosten

tussen onderwijs en opvang. In de komende jaren wordt deze nog verder aangescherpt. Jaarlijks wordt de Raad van Toezicht geïnformeerd over de gemaakte kosten en de verdeling daarvan tussen onderwijs en opvang.

• Interne verslaglegging niet op orde.

- Beheersingsmaatregel: het integreren van processen, systemen en het professionaliseren van de afdelingen op het Service Bureau. Daarnaast het verbeteren van de managementrapportages.

Kwaliteit

• De continuïteit in kwaliteit van het onderwijs.

- Beheersingsmaatregel: het verstevigen van het HPS binnen alle scholen door middels van audits, scholing en zelfevaluatie.

• De continuïteit van kwaliteit binnen de opvang.

- Beheersingsmaatregel: een plan van aanpak waarin wordt beschreven welke structurele en duurzame maatregelen genomen worden om kwalitatief goede opvang te waarborgen.

Investerings- en treasurybeleid

Het investerings- en treasurybeleid bij zowel opvang als onderwijs is in 2022 ongewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. Het streven is om in 2023 te komen tot een geharmoniseerd beleid voor de SCIO Groep.

Nationaal Programma Onderwijs (NPO)

Voor schooljaar 2022-2023 hebben de Talent scholen opnieuw een plan ingediend voor de besteding van de NPO-middelen. De plannen zijn tevoren ter goedkeuring aan de MR voorgelegd. Net als het jaar daarvoor is de inzet van deze middelen gebonden aan de daarvoor opgestelde kaders. In veel gevallen wordt het geld besteed aan de inzet van extra personeel, zowel leerkrachten als onderwijsassistenten ten behoeve van meer handen in de klas. Ook is op diverse scholen geld bestemd voor professionalisering van medewerkers en zijn trajecten als Rots en Water training voor kinderen ingekocht. De middelen bieden scholen tevens extra ruimte voor de aanschaf van leermiddelen, boeken en spelmateriaal.

Bovenschools zijn in 2022 geen NPO-middelen verantwoord. 10,1 % van de middelen is ingezet voor de inhuur van personeel niet in loondienst (PNIL).

Allocatie van middelen onderwijs

De middelen worden conform de uitgangspunten uit het financieel beleid verdeeld over:

1. Exploitatie scholen

2. Exploitatie bovenschools niveau/gezamenlijke kosten

3. Exploitatie Service Bureau

De inzet en verdeling van de middelen in 2022 is toegelicht in de kaderbrief met daarin de wijze waarop de begroting tot stand komt en de toelichting/ notitie bij de begroting die ingaat op de allocatie van de te besteden middelen. In september 2022 hebben de GMR en de Raad van Toezicht hiermee ingestemd.

2.5 Continuïteitsparagraaf

De volgende onderdelen uit de continuïteitsparagraaf zijn opgenomen in de verantwoording op het financieel beleid:

• prognose medewerkers en kinderen in hoofdstuk 3.1;

• (meerjaren)begroting in hoofdstuk 3.2;

• de rapportage van het toezichthoudend orgaan is opgenomen in het verslag intern toezicht.

Daarnaast zijn de belangrijkste risico’s en beheersingsmaatregelen beschreven in hoofdstuk 2.4. Elk van de risico’s valt onder een van de stafmanagers, die samen met het strategisch leerteam verantwoordelijk is voor het uitvoeren en bewaken van de voortgang van de genoemde beheersingsmaatregelen. Jaarlijks wordt over de risico’s en stand van zaken van beheersingsmaatregelen verantwoording afgelegd aan de Raad van Toezicht.

Verantwoording van de financiën

In dit hoofdstuk wordt de financiële staat van SCIO Groep verantwoord.

Stichting SCIO Groep voor Opvang en Onderwijs is de holdingstichting voor:

• Stichting Talent Openbaar Basisonderwijs Hoorn

• Stichting Kinderopvang West-Friesland

• Beheerstichting Kinderopvang West-Friesland

SCIO voert geen administratie. Overkoepelende kosten voor Talent en Stichting Kinderopvang West-Friesland worden voornamelijk in de administratie van Stichting Kinderopvang West-Friesland geboekt en vervolgens op basis van de afgesproken verdeelsleutels doorbelast naar Talent, maar andersom gebeurt ook. Voor 2022 is voor het eerst een geconsolideerde jaarrekening opgesteld.

De beheerstichting is een stichting die twee panden in Koggenland beheert en verhuurt aan Stichting Kinderopvang West-Friesland. De beheerstichting heeft geen personeel in dienst. De administratie voor de beheerstichting wordt gevoerd door Stichting Kinderopvang WestFriesland. De financiën worden in dit hoofdstuk voor de geconsolideerde cijfers van de SCIO Groep gepresenteerd en voor de onderwijs en opvang activiteiten afzonderlijk toegelicht.

De eerste paragraaf gaat in op ontwikkelingen in aantal kinderen en FTE in het onderwijs en opvang, waar mogelijk in meerjarig perspectief. De tweede paragraaf geeft een analyse van de staat van baten en lasten en de balans van de SCIO Groep en in de laatste paragraaf komt de financiële positie aan bod.

Ontwikkelingen in meerjarig perspectief

Een belangrijke factor voor de ontwikkeling van het aantal kinderen in het onderwijs in de komende jaren is voornamelijk de ontwikkeling van de nieuwbouw in Hoorn. De sluiting van de Montessorischool locatie Kersenboogerd per augustus 2023 heeft invloed op het aantal kinderen in het onderwijs.

* Vanwege de gewijzigde bekostigginssytematiek zijn de aantallen vanaf 2022 per peildatum, 1 februari weergegeven.

Het personeel voor het Service Bureau wordt sinds 2021 ingezet voor zowel opvang als onderwijs Voor 2022 is afgesproken dat voor onderwijs de kosten gerelateerd aan het aantal FTE dat vanuit het voormalige bestuursbureau van Talent werd ingezet in totaal niet zou stijgen. Vanaf 2023 zal gewerkt worden met een nieuw allocatiemodel voor opvang en onderwijs, waarbij er voor het bestuur en management wordt gewerkt met doorbelaste kosten Service Bureau. De ontwikkeling van het aantal FTE wordt de komende jaren verder vooral beïnvloed door de krappe arbeidsmarkt. Eerder in dit jaarverslag is in de pargraaf ontwikkelingen en risico’s reeds beschreven op welke wijze we hierop willen inspelen.

* IKC directeuren zijn opgenomen in ondersteunend personeel.

Overige overheidsbijdragen en subsidies

Staat van baten en lasten (meerjarig) - onderwijs

Lasten

Personeelslasten

Afschrijvingen

Huisvestingslasten

Overige lasten

Totaal lasten

Saldo

Baten

De baten laten in 2023 en 2024 een dalende trend zien in verband met de dalende leerlingaantallen en het aflopen van de NPO bekostiging vanaf 2023. Vanaf 2025 stijgen de baten naar verwachting weer.

Personeelskosten

De peroneelskosten zijn hoger dan begroot vanwege de uitbetaling van de arbeidsmarkttoelage, de CAO stijging en extra inzet van personeel vanuit de NPO-middelen.

Resultaat

De belangrijkste verklaring voor het hoge resultaat in 2022 (1.334K) ten opzichte van begroting is het feit dat de NPO-middelen niet in de begroting waren opgenomen en in 2022 niet volledig zijn uitgegeven. In 2023 wordt een plan gemaakt voor de inzet van de resterende middelen die uiterlijk in 2025 moeten zijn uitgegeven. Daarnaast was de indexatie van de rijksbijdrage, met terugwerkende kracht ontvangen in september over het schooljaar 2021/2022, hoger dan verwacht.

Balans (meerjarig) - onderwijs

*De NPO middelen zijn in 2023 rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt en niet via de staat van baten en lasten.

De toename van de materiele vaste activa en de gelijktijdige afname van de liquide middelen en het eigen vermogen vanaf 2022 kunnen we verklaren door het feit dat er extra geïnvesteerd zal worden in het onderhoud van een aantal schoolgebouwen. Dit is nodig omdat renovatie- en nieuwbouwprojecten later plaatsvinden dan verwacht. Begin 2023 wordt een nieuw MJOP opgesteld. In de loop van 2023 zal worden bekeken hoeveel budget in de toekomst extra moet worden vrijgemaakt. De afname in vlottende activa vanaf 2022 wordt met name veroorzaakt door het vervallen van de vordering op OCW (zie ook toelichting financiële positie).

Het resultaat (439K) is in 2022 hoger dan begroot (-100K). De belangrijkste reden hiervoor is het feit dat er meer omzet is gerealiseerd met nagenoeg dezelfde personeelskosten.

Staat van baten en lasten

Staat van baten en lasten - opvang

De rekening courant verhouding met Stichting Talent is in 2022 periodiek verrekend waardoor de vordering ultimo 2022 lager is dan in 2021. Het debiteurensaldo is in 2022 afgenomen onder andere door automatisering en aanscherping van het aanmaningsproces. Het resultaat in het verslagjaar is volledig toegevoegd aan het eigen vermogen.

3.3

Financiële positie

Kengetallen

De financiële positie van de SCIO groep is gezond, met kengetallen die boven de ondergrens liggen.

Toelichting op de financiële positie - opvang

De financiële positie van Stichting Kinderopvang West-Friesland is gezond en in 2022 verder verbeterd ten opzichte van 2021.

Kengetal 2022 2021 Benchmark*

* Sectorrapport kinderopvang 2021

Toelichting op de financiële positie - onderwijs

De financiële positie van Talent is gezond, met kengetallen die boven de ondergrens liggen. Eind 2022 is er sprake van een bovenmatig eigen vermogen van € 3.871K. Dit lijkt een groot bedrag, maar moet genuanceerd worden beoordeeld.

• Doordat Talent in 2018 vanaf een 0-situatie zonder bestaande investeringen en zonder voorziening is gaan activeren, is er de komende 20 jaar een verschil tussen de afschrijvingslasten en de dotatie aan een voorziening groot onderhoud. Dit verschil wordt per jaar steeds kleiner maar begin 2022 is berekend dat dit verschil cumulatief oploopt tot een bedrag van € 2.375K bij een jaarlijks onderhoudsniveau van € 250K. Begin 2023 wordt een nieuw MJOP opgeleverd. Ook werkt de gemeente Hoorn aan een nieuw huisvestingsplan. Deze informatie zal in 2023 gebruikt worden om een betere inschatting te maken van de benodigde investeringen in groot onderhoud in de komende jaren, zodat er voor dit doel gewerkt kan worden met een realistische beklemming van het eigen vermogen.

• Een groot deel van het eigen vermogen, € 2.545K zit in bestemmingsreserves en zal in de komende jaren worden uitgegeven.

Deze beide punten in overweging nemend is er geen sprake van een bovenmatig eigen vermogen.

In de RJ-uiting 2023-2 van 7 februari gaf de RJ duidelijkheid over de wijze waarop schoolorganisaties de kosten van groot onderhoud moeten verwerken in de jaarcijfers. Deze richtlijnen gaan in per 1 januari 2024. In 2023 zal worden besloten of Talent een stelselwijziging zal doorvoeren. Dit zal een dempend effect hebben op de financiële positie van Talent, maar gezien het feit dat Talent een gezonde financiële positie heeft, verwachten we niet dat dit consequenties zal hebben voor de toekomstige bestedingen op de scholen.

Verslag intern toezicht

Samenstelling

Per 1 januari 2022 is de samenstelling van de Raad van Toezicht:

Niko Fijma

Erik Holtslag

Cees Roem

René Groot

Saskia MakkerVelthuis

Remuneratieen kwaliteitscommissie

Audit- en personele commissie

Auditcommissie

Personele commissie

Kwaliteitscommissie

*Ten behoeve van het rooster van aftreden heeft de raad in februari besloten de zittingstermijnen te hanteren vanaf de startdatum van de SCIO Groep. Alle data van toetreding zijn hiermee vastgesteld op 1-1-2021. Hierbij heeft de raad gekozen voor een roulerend aftreden. De raad vindt het belangrijk dat de historische kennis van beide organisaties behouden blijft en gefaseerd wordt overgedragen.

SCIO GROEP JAARVERSLAG 2022

Mutaties

Op 1 september 2022 is Erik Holtslag afgetreden als raadslid in verband met een nieuwe functie in de regio, hiermee komt de raad op het gewenste ledenaantal van vijf personen.

Commissies

De Raad van Toezicht werkt met een aantal commissies, te weten: de auditcommissie, remuneratiecommissie, de personele commissie en de commissie kwaliteit. De personele commissie en de commissie kwaliteit komen tweejaarlijks bijeen. De remuneratiecommissie komt twee maandelijks bijeen en de audit commissie één week voorafgaand aan iedere vergadering. De auditcommissie bestond in 2022 uit Cees Roem en Erik Holtslag. Met het vertrek van Erik Holtslag in september 2022 heeft Claudia Doesburg deze rol tijdelijk overgenomen. De overige commissies zijn in samenstelling niet gewijzigd. In 2023 worden de commissiesamenstellingen opnieuw vastgesteld.

Vergoeding toezichthouders

De vergoeding van de Raad van Toezicht leden is gekoppeld aan de VTOI-regeling waarbij rekening wordt gehouden met het gemiddelde tijdsbeslag. In deze situatie wordt op basis van een inschatting een meerjarige bepaling van de tijdsbesteding gemaakt. Deze tijdsbesteding en het uurtarief van het bestuur bepalen de hoogte van de honorering, binnen de grenzen van de WNT.

Overzicht nevenfuncties Raad van Toezicht leden op 1 januari 2022:

Claudia Doesburg Lid raad van toezicht Centrum voor Dienstverlening Rotterdam, bezoldigd Bestuurslid VNK (vereniging netwerk kindcentra), onbezoldigd

Niko Fijma

Cees Roem

René Groot

Lid gemeenteraad VVD Bergen NH, bezoldigd Lid ledenraad Rabobank Alkmaar, bezoldigd Voorzitter Nationaal Park Zuid-Kennemerland, bezoldigd

Voorzitter Handbalvereniging KSV, onbezoldigd Lid van de raad van advies Nedscaper B.V., bezoldigd

Lid Adviesraad Stadsfonds Hilversum, onbezoldigd Bestuurslid Stichting Onderwijs Steunfonds, onbezoldigd Bestuurslid Stichting de Katholieke School, onbezoldigd

De Raad van Toezicht bewaakt nauwkeurig of de nevenfuncties van de leden niet conflicteren met het lidmaatschap van de raad. Van ongewenste belangverstrengeling is in 2022 niets gebleken.

Saskia MakkerVelthuis

Naam Neven functies

Taken bevoegdheden en verantwoordelijkheden

De Raad van Toezicht is de werkgever van het bestuur, ziet toe op de uitvoering van de taken en bevoegdheden van het bestuur en is indien gewenst het klankbord voor en de adviseur van de bestuurder. Taken zijn:

• benoemen, schorsen, ontslaan en vaststellen van de beloning van de leden van het bestuur;

• beoordelen en vaststellen van het strategisch beleid, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag;

• toezien op het naleven van de wettelijke verplichtingen;

• toezien op de rechtmatige verwerving en besteding van de middelen;

• evalueren van het door het bestuur voorgenomen en uitgevoerde beleid;

• toezien op het naleven van de Governance codes;

• aanwijzen van een externe accountant die verslag uitbrengt aan de Raad van Toezicht.

Structurele en incidentele contactmomenten

De Raad van Toezicht is bijeengekomen voor vijf reguliere vergaderingen. Daarnaast heeft de raad deelgenomen aan twee bijeenkomsten in het kader van het strategisch beleid, waarvan één gezamenlijk met alle medezeggenschapsorganen van de SCIO Groep. De raad is naar een bijeenkomst geweest met de Raad van Toezicht van Stichting Trigoon in het verlengde van de samenwerking binnen het IKEC. De informatieve bijeenkomst stond daarnaast in het teken van kennismaking. Ook heeft de raad een ingelaste vergadering gehad in het kader van huisvesting, waarbij de verhuizing van het Zonnelicht centraal stond.

Governance

De Raad van Toezicht heeft in 2022 besloten zowel de Governancecode kinderopvang als de Code goed bestuur primair onderwijs aan te houden. Hierbij in acht genomen dat bij verschil de zwaarstwegende code wordt aangehouden.

Relatie stakeholders

De Raad van Toezicht heeft tweemaal een digitaal afstemmingsoverleg overleg gehad met de medezeggenschap van de SCIO Groep. Tijdens dit overleg waren de OR, de COR en de GMR vertegenwoordigd. Door de aanvullende bijeenkomst rondom het strategisch beleid is de raad daarnaast meermaals in contact geweest met leden van het managementteam. In oktober heeft de raad locatiebezoeken gedaan waarin zij opvang- en onderwijslocaties heeft bezocht.

Planning en control cyclus

Tijdens de vergadering van mei zijn de jaarstukken van Stichting Talent en Stichting Kinderopvang West-Friesland goedgekeurd. De jaarrekening is gecontroleerd door Flynth accountants. In diezelfde vergadering is ook het bestuursformatieplan vastgesteld.

De begroting en de meerjarenbegroting zijn vastgesteld in de vergadering september 2022.

In de vergadering van november heeft de raad het (meerjaren)strategisch beleid vastgesteld.

Doelmatige besteding van de rijksmiddelen

De Raad van Toezicht houdt toezicht op een doelmatige besteding van middelen door het gesprek aan te gaan over het strategisch beleid, de jaarplannen, de begroting en de uiteindelijke exploitatie. De kwaliteit van de kerntaak wordt uitgebreid besproken in de commissie kwaliteit en één keer per jaar staat het thema kwaliteit uitgebreid op de agenda. In 2022 heeft de raad het inspectiebezoek en de rapportages uitgebreid besproken met de bestuurder.

Zelfevaluatie

In het jaar 2022 heeft de raad geen zelfevaluatie gedaan. Voor 2023 staat er een uitgebreide zelfevaluatie op de agenda.

Tenslotte

2022 was een enerverend jaar voor de Raad van Toezicht waarbij zij de mogelijkheid heeft gehad om meer (fysiek) van de organisatie te zien. De Raad van Toezicht dankt alle medewerkers van de stichting voor hun inzet. Daarnaast dank voor de prettige samenwerking met alle geledingen zoals bestuur, medezeggenschap en het Service Bureau.

Jaarrekening 2022 Stichting Kinderopvang

West-Friesland

Hieronder volgt de jaarrekening 2022 van Stichting Kinderopvang West-Friesland.

Activiteiten

De activiteiten van Stichting Kinderopvang West-Friesland bestaan voornamelijk uit professionele kinderopvang in kinderdagverblijven en centra voor buitenschoolse opvang. Stichting Kinderopvang West- Friesland stelt zich ten doel door middel van wijkgerichte aanpak een constant aanbod voor kinderopvang te garanderen voor de gemeente Hoorn, gemeente Koggenland en haar omgeving.

Vestigingsadres, rechtsvorm en inschrijfnummer handelsregister Stichting Kinderopvang West-Friesland (statutaire zetel Hoorn, geregistreerd onder KvK-nummer 41236397) is gevestigd op de Van Dedemstraat 6B, 1624 NN in Hoorn.

Verslagleggingsperiode

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2022 dat loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

Balans per 31 december 2022 (na resultaatbestemming) 1

Staat van baten en lasten 2022 2

* Inclusief detacheringsopbrengsten

Kasstroomoverzicht 3

Algemene Grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Het bestuur heeft een inschatting gemaakt van de mogelijke risico’s. Op basis van deze inschatting is er geen sprake van grote materiële onzekerheid inzake de continuïteit.

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, RJ630. Op grond van de daarvoor geldende groottecriteria is de stichting aan te merken als een middelgrote rechtspersoon.

De jaarrekening is opgemaakt op basis van historische kostprijs. De waardering van activa en passiva geschiedt, voor zover niet anders is vermeld, tegen nominale waarde.

Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.

Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa. Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.

Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de staat van baten en lasten opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie.

Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.

Rapporteringsvaluta

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s. Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum.

Pensioenverplichtingen aan werknemers

De pensioentoezeggingen aan werknemers betreffen een middelloonregeling. De pensioenverplichtingen zijn ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds. De over het boekjaar verschuldigde premie wordt ten laste van het resultaat gebracht. Verder wordt beoordeeld of er naast de premie andere verplichtingen uit de uitvoering- of verzekeringsovereenkomsten of uit toezeggingen aan werknemers bestaan. In dat geval wordt een voorziening opgenomen. Als de looptijd van deze verplichtingen zich over meerdere jaren uitstrekt wordt de voorziening gewaardeerd op contante waarde, berekend met een rentevoet op basis van het gemiddelde rendement van hoogwaardige ondernemingsobligaties. Vorderingen (niet zijnde premieafrekeningen) uit hoofde van de uitvoering- of verzekeringsovereenkomst, zoals winstdelingen en restituties op basis van een besluit van het pensioenfonds, worden uitsluitend in de balans opgenomen als de ontvangst hiervan onherroepelijk vaststaat. De dekkingsgraad van het pensioenfonds is per balansdatum 109,2%. Bij een beleidsdekkingsgraad van rond de 125% mag het pensioenfonds de pensioenen volledig laten meestijgen met de prijzen.

Bijzondere posten

Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit de normale, niet-incidentele bedrijfsactiviteiten, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post.

Bijzondere waardeverminderingen

Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat.

Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies.

In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill wordt niet teruggenomen in een volgende periode.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines en installaties, andere vaste bedrijfsmiddelen en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de eventuele restwaarde van de individuele activa. Op bedrijfsterreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting.

De onderneming past de componentenbenadering toe voor materiële vaste activa indien belangrijke afzonderlijke bestanddelen van een materieel vast actief van elkaar te onderscheiden zijn. Rekening houdend met verschillen in gebruiksduur of verwacht gebruikspatroon, worden deze bestanddelen afzonderlijk afgeschreven.

Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd als zij de gebruiksduur van het object verlengen en/of leiden tot toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot het object.

De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:

Actief

Gebouwen en -terreinen

Inventaris

Vervoersmiddelen

Vooruitbetaald op materiële vaste activa en overig

Financiële vaste activa

Vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij de kostprijs afwijkt van de nominale waarde. In dat geval wordt de vordering gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Afwijkingen tussen de kostprijs en de nominale waarde kunnen onder meer ontstaan door (dis)agio of transactiekosten. Indien nodig wordt rekening gehouden met bijzondere

waardeverminderingen, waaronder voorzieningen voor oninbaarheid. Latente belastingvorderingen worden slechts gewaardeerd voor zover er naar verwachting voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn om ze te realiseren.

Voorraden

Voorraden grond- en hulpstoffen en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto- opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De waardering van de voorraad grond- en hulpstoffen komt tot stand op basis van first-in-first-out.

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten (indien materieel). Na eerste verwerking vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de vorderingen, onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen.

Liquide middelen

De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde of, als beperkingen in de vrije beschikbaarheid daartoe aanleiding geven, op een lagere waarde.

Voorzieningen

Algemeen

Een voorziening wordt gevormd voor in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarvoor het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling een uitstroom van middelen nodig is waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden geschat. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen. Tenzij anders vermeld worden voorzieningen gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overige voorzieningen

Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.

Jubileum

De voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen wordt opgebouwd gedurende het dienstverband van werknemers tot de datum waarop de uitkering volgens de arbeidsvoorwaarden zal plaatsvinden. Bij de berekening wordt de blijfkans van werknemers in aanmerking genomen. De voorziening wordt opgenomen tegen de contante waarde. De gehanteerde rekenrente is 2%.

Langdurig zieken

Voor de op balansdatum bestaande verplichtingen tot doorbetaling van de lonen en salarissen inclusief ontslagvergoedingen (inclusief werkgeverslasten)

van het per balansdatum naar verwachting voor langere tijd arbeidsongeschikte personeel, dat niet meer terugkeert in het arbeidsproces, is een voorziening gevormd ter grootte van het naar verwachting in de toekomst verschuldigde bedrag. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.

Langlopende schulden

Schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij de waarde bij het ontstaan van de schuld afwijkt van de nominale waarde. In dat geval wordt de schuld gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Afwijkingen tussen de kostprijs en de nominale waarde kunnen onder meer ontstaan door (dis)agio of transactiekosten. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

Kortlopende schulden

Schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij de waarde bij het ontstaan van de schuld afwijkt van de nominale waarde. In dat geval wordt de schuld gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Afwijkingen tussen de kostprijs en de nominale waarde kunnen onder meer ontstaan door (dis)agio of transactiekosten.

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil van de op het verslagjaar betrekking hebbende baten en lasten met inachtneming van de hiervoor genoemde waarderingsgrondslagen. Lasten die hun oorsprong vinden in het verslagjaar worden in aanmerking genomen zodra deze voorzienbaar zijn.

Baten

Opbrengsten van diensten worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht, gebaseerd op de tot balansdatum in het kader van de dienstverlening gemaakte kosten in verhouding tot de geschatte kosten van de totaal te verrichten dienstverlening, met dien verstande dat als de opbrengst en de kosten van de dienstverlening (inclusief nog te maken kosten om de dienstverlening te voltooien) of de mate waarin de diensten zijn verricht niet op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald, de opbrengst wordt verantwoord tot ten hoogste het bedrag van de gemaakte kosten. De kostprijs van deze diensten wordt aan dezelfde periode toegerekend. Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden opgenomen in de netto-omzet tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van tegemoetkomingen en kortingen.

Personeelsbeloningen

Lonen en salarissen

De lonen en salarissen bestaan uit de personeelsbeloningen minus de detacheringen. De organisatie wijkt hierin af vanwege een verbetering van het inzicht.

Algemeen

De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting. Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de

vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Afschrijvingen

De afschrijvingen op de immateriële vaste activa zijn berekend door middel van vaste percentages van de verkrijgingsprijs respectievelijk de kosten van ontwikkeling. De afschrijvingen op de materiële vaste activa zijn berekend door middel van vaste percentages van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, op basis van de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

Financiële lasten

Rentebaten en rentelasten

De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende renteopbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen.

Belastingen

Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behalve voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt, of op overnames.

De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.

Indien de boekwaardes van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving afwijken van hun fiscale boekwaardes, is sprake van tijdelijke verschillen.

Voor belastbare tijdelijke verschillen wordt een voorziening latente belastingverplichtingen getroffen.

Voor verrekenbare tijdelijke verschillen, beschikbare voorwaartse verliescompensatie en nog niet gebruikte fiscale verrekeningsmogelijkheden wordt een latente belastingvordering opgenomen, maar uitsluitend voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor verrekening respectievelijk compensatie. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.

De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de stichting op balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van zijn activa, voorzieningen, schulden en overlopende passiva. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Toelichting op de balans per 31 december 2022 5

In coronatijd is soepeler met het debiteurenbeheer omgegaan. Aangescherpt beheer draagt bij aan een lager debiteurensaldo. De rekening courant verhouding met Stichting Talent is in 2022 periodiek verrekend waardoor de vordering ultimo 2022 lager is dan 2021. De overige overlopende activa liggen hoger dan 2021. Ultimo 2021 zijn minder facturen 2022 ingeboekt in verband met de overgang naar een nieuw boekhoudprogramma. Het saldo crediteuren is hierdoor ook hoger.

Totaal

De voorziening langdurig zieken is toegenomen doordat de voorziening nu gebaseerd is op doorbetaling gedurende maximaal 2 jaar in plaats van alleen de kosten voor het komende jaar.

De overige voorzieningen betreft de reservering te betalen WGA premies. Ultimo 2021 is dit onder overlopende passiva geboekt.

Jubileum

Stand per 1 januari

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Stand per 31 december

Kortlopend deel < 1 jaar: €8.193

Langdurig zieken

Stand per 1 januari

Dotatie

Stand per 31 december

Kortlopend deel <1 jaar: €332.903

De resterende verplichting looptijd> 5 jaar van de langlopende leningen bedraagt € 911.447. De looptijd tussen 1 en 5 jaar bedraagt € 291.984.

Gestelde zakelijke zekerheden

Zie niet uit de balans blijkende verplichtingen.

Stand per 1 januari 2022

Aflossing

Stand per 31 december 2022

Aflossingsverplichting komend boekjaar

Langlopend deel per 31 december 2022

De leningen zijn opgenomen met als doel de financiering van de aankoop van de locatie DoReMi aan de Boedijnhof 154 te Hoorn en de herfinanciering van de uitstaande leningen van de ING Bank. Het betreft 2 leningen (A en B). Lening A met een hoofdsom van € 730.000 heeft een looptijd van 10 jaar en wordt in maandelijkse termijnen van € 6.083 afgelost. Het rentepercentage bedraagt 2,1% en is 10 jaar rentevast. Lening B met een hoofdsom van € 735.000 heeft een looptijd van 10 jaar en wordt in één keer aan het eind van de looptijd afgelost. Het rentepercentage bedraagt 2,3% en is 10 jaar rentevast.

Aflossingsverplichtingen langlopende schulden

Hypothecaire leningen

Crediteuren

Crediteuren

Schuld op groepsmaatschappijen

Beheerstichting Kinderopvang West-Friesland

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Vennootschapsbelasting

De crediteuren liggen hoger dan in 2021. Dit komt doordat ultimo 2021 / begin 2022 is overgegaan naar een nieuw boekhoudprogramma. De facturen die in 2021 zijn ontvangen met betrekking tot 2022 zijn toen niet in 2021 ingeboekt. De te betalen kosten liggen hierdoor lager.

De vennootschapsbelasting ultimo 2021 bestond uit nog te betalen bedragen 2020 en 2021. Voor 2022 komt de te betalen vennootschapsbelasting iets onder de voorlopige aanslag uit.

In de loonheffing 2021 zat een terug te vorderen bedrag in verband met dat ultimo 2021 de loonheffing dubbel is betaald. Dit is begin 2022 terugontvangen. Daarnaast is de loonheffing ultimo 2022 hoger door hogere lonen en de eenmalige extra eindejaarsuitkering.

Het Pensioenfonds is per 2022 overgestapt op een andere manier van facturatie.

Overige schulden en overlopende passiva

In de vakantiegeldverplichtingen 2021 is € 144K opgenomen aan reservering WGA. In 2022 zit dit in de te betalen kosten (40K). Het bedrag is lager doordat in 2022 een afkoopsom aan de verzekering is betaald voor de meeste medewerkers waarvoor gereserveerd was. De vooruitgefactureerde bedragen zijn hoger door groei in maandelijkse facturatiebedragen. De te betalen kosten liggen lager doordat ultimo 2021 een paar grote facturen waren gereserveerd voor meer incidentele uitgaven.

Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Voorwaardelijke verplichtingen

Fiscale eenheid omzetbelasting

De stichting is onderdeel van een fiscale eenheid omzetbelasting met Stichting Talent, Openbaar Basisonderwijs Hoorn en Beheer Stichting Kinderopvang West-Friesland. De stichting is hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid.

Aansprakelijkheidsstellingen

De Rabobank heeft aan de onderneming een maximale kredietfaciliteit in rekening-courant verstrekt van € 250.000. Ten aanzien van de verstrekte hypothecaire leningen door de Rabobank en de kredietfaciliteit in rekening-courant zijn de volgende zekerheden verstrekt:

-Een eerste hypotheek groot € 2.500.000 op de bedrijfspanden aan de Berkhouterweg 17 te Hoorn, de Factorij 59G te Zwaag, de Van Beijerenstraat 37 te Hoorn en de Boedijnhof 154 te Hoorn.

-Eerste pandrecht bedrijfsinventaris.

-Eerste pandrecht boekvorderingen.

Bankgarantie

Stichting Kinderopvang West-Friesland heeft een bankgarantie afgegeven onder nummer K698551 ter waarde van € 10.386, onder nummer NLNTFSBGI0027882 ter waarde van € 8.893,74 en onder nummer NLNTFSBGI0029566 ter waarde van € 11.103,39.

Voorlopige koopovereenkomst

Er is een voorlopig koopcontract ondertekend voor de koop van een oude boerderij. De ontbindende voorwaarden verlopen 3 mei. Wanneer de koop doorgaat zal hiervoor ruim € 500K uit eigen middelen worden besteed en een aanvullende hypotheek van € 2,5 mln worden aangegaan.

Meerjarige financiële verplichtingen

Huur

De totale huurverplichting op basis van de lopende huurcontracten tot einde looptijd bedraagt € 4.217.976.

Resterende huurverplichting <1 jaar € 1. 184.251

Huurverplichting >1 jaar < 5 jaar € 2.518.709

Resterende huurverplichting > 5 jaar € 515.016

Ieder jaar vindt er huurindexatie plaats.

Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 6

Het resultaat is toegenomen ten opzichte van 2020. De belangrijkste reden hiervoor is het feit dat de personeelskosten niet evenredig zijn toegenomen met het stijgen van de omzet. Deels komt dit doordat er groei mogelijk was binnen de bestaande formatie, dus er konden extra kinderen geplaatst worden in bestaande groepen zonder extra personeel in te zetten. Daarnaast zijn door covid minder kosten gemaakt voor onder andere taakuren en opleidingen.

In de bruto lonen zitten ook loonkosten die op het Servicebureau gemaakt worden voor de werkzaamheden ten behoeve van Stichting Talent. Deze kosten worden verrekend via de detacheringsopbrengsten. In 2021 waren een groot deel van het jaar nog Servicebureaumedewerkers in dienst bij Stichting Talent.

Bezoldiging van (voormalige) bestuurders en commissarissen

Op grond van artikel 2:383 lid 1 BW wordt geen melding gemaakt van de bezoldiging van bestuurders en commissarissen aangezien de opgave is te herleiden tot één enkele natuurlijk persoon.

Personeelsleden

Bij de stichting waren in 2022 gemiddeld 395 personeelsleden werkzaam, 254 op basis van een volledig dienstverband (2021: 220).

Staat van baten en lasten

Staat van baten en lasten Huisvestingskosten

Verkoopkosten

Reclame- en advertentielasten

Representatielasten

Incassokosten dubieuze debiteuren

Mutatie voorziening dubieuze debiteuren

Staat van baten en lasten

De administratieve lasten zijn toegenomen omdat medio 2021 de salarisadministratie is uitbesteed aan een externe partij.

7

Overige toelichting

Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum.

Bestemming van de winst 2022

De directie stelt voor om de winst over 2022 ad € 364.642 toe te voegen aan de overige reserves. Vooruitlopend op de vaststelling door de algemene vergadering is dit voorstel reeds in de jaarrekening verwerkt.

De volgende leden van de Raad van Toezicht verklaren akkoord te zijn met de jaarrekening 2022:

C. Doesburg

C. Roem

R. Groot

S. Makker-Velthuis

N. Fijma

Ondertekening bestuur

Hoorn, 25 mei 2023

Stichting Talent voor Openbaar Basissonderwijs

Mevrouw M.J.L. Terpstra - de Hoop

Bestuurder

Ondertekening toezichthouders

C. Doesburg

N. Fijma

C. Roem

R. Groot S. Makker-Velthuis

Fiscale positie 1

1.1 Berekening belastbaar bedrag 2022

Het belastbaar bedrag voor de vennootschapsbelasting over 2022 is als volgt berekend:

Berekening vennootschapsbelasting De hierover verschuldigde vennootschapsbelasting bedraagt:

Overige gegevens