7 minute read

Mister Thoms: Gek en geniaal

Next Article
Grabbelton

Grabbelton

Ik hou vooral van verlaten panden. Die hebben iets mysterieus en vertellen zelf al een verhaal.

In zijn muurschildering Hair Cut wordt een wilde struik het kapsel van iemand, die het tijd vindt voor een knipbeurt. Van de ronde ingang van een voetgangerstunnel maakt hij een opengesperde mond. Ergens anders stroomt uit een pijp in de muur water, precies op de plek van de getuite mond van een besnord heerschap. In deze bizarre creaties gaat de Italiaan net even een graadje verder. “Ik laat me daarbij inspireren door opvallende elementen van een gebouw of muur,” vertelt hij. “Die roepen bij mij vanzelf bepaalde beelden op en zo kom ik tot een idee voor een schildering.” Hij heeft zijn studio en woonruimte in een opgeknapte boerderij, in een stadje ongeveer 45 kilometer ten zuidoosten van Rome.

Vreemde vormen

Eerst maakt hij uitgebreid foto’s van de muur, van bepaalde details en de omgeving. Thuis gaat hij dan brainstormen over de soort schildering. Die schetst hij rechtstreeks op de muurfoto, meestal met behulp van een tekentablet. Zo krijgt hij meteen een idee hoe het er in werkelijkheid uit gaat zien. Thoms: “In het begin schilderde ik op allerlei soorten plekken. Ik hou vooral van verlaten panden. Die hebben iets mysterieus en vertellen zelf al een verhaal. Na een tijdje begon ik na te denken over de vreemde vormen van sommige gebouwen. Dat was voor mij een soort eye opener. Ik creëerde gaandeweg een nieuwe stijl.”

De schildering My Little Kijo is hiervan ook een mooi voorbeeld. Zijn geliefde hond, met wie hij vaak op schilderspad gaat, en die daarom bij sommige foto’s in het beeld opduikt, heeft hij geëerd met een eigen muurschildering. Deze maakte hij in een verlaten fabriekshal op een deel van een gebouw met twee rechtopstaande zuilen. Die benut hij in het beeld als hondenoren.

Circus

weet hij ook voldoende op te vallen, maar dan door de grootte. Hij zijn vaak flinke stukken lege muur, die hij onder handen neemt. Om ook in de hoogte precies te kunnen werken, gebruikt hij een lange ladder en bij grotere muren steigers of een hoogwerker. Zijn schildersgereedschap bestaat uit rollers, kwasten, uitschuifbare verlengstokken en een paar lege potten om kleuren in te mengen. Thoms: “Ik gebruik meestal acrylverf. Dat is vrij duurzaam en de kleuren vind ik fel genoeg. Daarnaast gebruik ik spuitbussen in verschillende tinten die erbij passen.”

In zijn schilderingen heeft hij een lichte voorkeur voor randfiguren, zoals zwervers, bedelaars of straatmuzikanten en personages uit het circus zoals clowns. Vaak probeert hij die op een ironische manier iets te laten vertellen. Thoms: “Ik probeer mensen een beetje wakker te schudden. Hier in Italië word je vergiftigd door televisie en advertenties van de bedrij-

Soms zijn mensen blind en willen ze gewoon de realiteit niet zien.

Olympische Winterspelen

Vorig jaar kreeg hij de opdracht om mee te werken aan de afsluitingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Rusland. Hij was assistent-ontwerper van enorme theaterdecorstukken, zoals een rondzwevend ballonschip en een ondersteboven hangend eiland met huisjes. Thoms: “Ik had al de nodige ervaring in scenografie, ofwel het maken van decorstukken voor film en theater. Het was voor mij een geweldige ervaring om in een team van superprofessionals mee te werken aan dit grote evenement.” Mogelijk wil hij in de toekomst meer in deze richting gaan doen.

ven van Berlusconi. Daardoor zien we veel dingen niet, die er in ons land gebeuren. Ik hoop met mijn muurschilderingen mensen aan het denken te zetten of misschien even te laten glimlachen.”

Maffia

In de Siciliaanse hoofdstad Palermo maakte hij samen met de Italiaanse street art-kunstenaar Zed1 vorig jaar een enorme muurschildering. Hierop is een octopus te zien, die met zijn tentakels de mensen in zijn greep houdt. Thoms: “De maffia is niet iets uit een film, maar bestaat in het echt. Soms zijn mensen blind en willen ze gewoon de realiteit niet zien.”

Cocco Bill

In zijn jeugd kreeg hij inspiratie van bekende Italiaanse (strip)tekenaars zoals Andrea Pazienza en Benitto Jacovitti, bekend van absurde comics als Cocco Bill. Hij begon ooit met graffiti, maar was daar op een gegeven moment op uitgekeken. Eerst was hij van plan om videospelletjes te gaan ontwerpen, totdat hij geboeid raakte door street art. Na een studie aan de kunstacademie in Rome, richting schilderen, heeft hij zijn tekentalent in vele kanten ontwikkeld. Zo maakte hij een reclamebillboard, binnenmuurschilderingen en storyboards voor videoclips en commercials. “Ik ben van nature nieuwsgierig en hou ervan om met nieuwe media en technieken te experimenteren,” vertelt hij. Behalve op muren schildert hij op canvas en hout. Van sommige schilderingen maakt hij gelimiteerde prints. Ook hierbij deelt hij soms een tikje uit. Zo drijft hij de spot met de klakkeloze Like-cultuur van Facebook en de selfie-rage.

Straat

Hij heeft tot nu toe een paar keer met zijn werk geëxposeerd, maar ziet de straat toch als zijn echte galerie. “Street art is een manier om van onderaf, en niet van bovenaf, boodschappen aan mensen over te brengen. Het is een kunstvorm, waarbij je de vrijheid hebt om precies dat te maken, wat je in je hoofd hebt. Een stroming ook, die het verst af staat van de commerciële kunstwereld.”

www.thoms.it

“Tussenstap naar legalisering”

D66 heeft eind februari een initiatiefwetsvoorstel ingediend waarmee zowel de voor- als achterdeur van de coffeeshop gereguleerd wordt. De teelt van cannabis en het aanvoeren daarvan blijft strafbaar, maar telers kunnen onder strikte voorwaarden een ontheffing krijgen.

Uitverkoren telers mogen dan gereguleerde cannabis telen en leveren aan coffeeshops. D66-Kamerlid Magda Berndsen, het brein achter het wetsvoorstel: “Zolang er een grijs gebied bestaat, blijft de aanpak van illegale teelt en handel een probleem. Daarom zeg ik, maak het

zwart-wit. Alle in Nederlandse coffeeshops verkochte wiet is dan gereguleerd geteelde wiet, al het andere is illegaal. Er kan geen twijfel meer bestaan. Dat is duidelijk voor de politie, voor de rechter en voor de consument.” Berndsen geeft toe dat dit een tussenstap naar legalisering is: "Legaliseren is ons uiteindelijke doel. Maar dat zou dit wetsvoorstel alleen maar frustreren. We zien dit als een tussenstap."

500 miljoen euro

Het reguleren van de voor- en achterdeur levert volgens D66 minimaal 500 miljoen euro op. Zo wordt er 200 miljoen euro bespaard op politie en justitie, en levert het heffen van accijnzen 300 miljoen euro op.

Berndsen: “We hebben nu een beleid dat niet werkt en onnodig veel capaciteit van politie en justitie kost. Minister Opstelten zou dit bijvoorbeeld in moeten zetten voor de aanpak van de zware georganiseerde criminaliteit.” Berndsen over de internationale verdragen, waarmee tegenstanders als Opstelten vaak mee aankomen: “Die zouden verdere regulering van softdrugs in de weg staan. Maar niks is minder waar. Er is wel degelijk ruimte om softdrugs verder te reguleren. Lokale bestuurders hebben het kabinet en het parlement opgeroepen om een landelijk stelsel van gecertificeerde en gereguleerde hennepteelt in te voeren. Het kabinet luistert niet naar de burgemeesters en doet niets om de lokale problemen op te lossen. Wij geven gehoor aan de wens van de gemeenten en creëren beweging in de huidige politieke impasse.”

Door: Rob Tuinstra

toe gedoogde thuisteelt van een zeer beperkt aantal planten voor persoonlijke consumptie wordt in het wetsontwerp niet gereguleerd. Deze teelt wordt bovendien vanaf 1 maart op bizarre wijze gecriminaliseerd doordat het OM in het kader van de growshopwet de aanpak van de in deze winkels verkochte spullen - in strijd met het uitgangspunt van de wet - niet wil beperken om de grootschalige commerciële teelt te

bestrijden, maar om de growshops zelf de nek om te draaien. Daardoor komt de bonafide thuisteler, met een paar planten op het balkon, in de achtertuin of in een kweektentje, nog verder in de kou te staan.’

Legaliseren is ons uiteindelijke doel. Maar dat zou dit wetsvoorstel alleen maar frustreren.

Toezicht

Het beperken van de gezondheidsrisico’s is een van de belangrijkste aspecten waarom D66 wil reguleren. Berndsen: “Door te reguleren weten we zeker dat er geen gevaarlijke bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Door toezicht op het productieproces te houden, kun je waarborgen bieden voor de bescherming van de volksgezondheid van bijna een half miljoen consumenten.” D66 wil ook de maximale handelsvoorraad van coffeeshops wijzigen. Dat is nu 500 gram, maar de partij vindt dat gemeenten zelf mogen bepalen hoeveel wordt toegestaan.

Kleine thuisteler

Het VOC juicht het initiatief toe, maar heeft terecht enkele grote bezwaren. Zo ontbreken maatregelen voor de Cannabis Social Clubs en de kleine thuisteler: ‘De tot nu

This article is from: