3 minute read

André Beckers

Een mislukte oogst…

Vaak lees ik in strafdossiers dat aangehouden henneptelers bij de politie geen beroep doen op hun zwijgrecht, maar een verklaring afleggen. Met regelmaat lees ik dan dat zij verklaren met de ontmantelde hennepkwekerij geen geld te hebben verdiend. omdat de oogst is mislukt.

De politie legt een dergelijke verklaring meestal naast zich neer. In de rechtszaal hoor je de officier van justitie dan stellen

dat als je hennepkwekers zou geloven een oogst nooit lukt. “Dat verklaren ze alleen om te voorkomen dat ze hun illegale winsten moeten terugbetalen.” De rechter toont zich vaak gevoelig voor dit argument en neemt dan gemakshalve aan dat de oogst wel degelijk is gelukt, omdat het tegendeel niet aannemelijk is gemaakt. Aan de verklaring van de aangehouden teler wordt dan geen geloof gehecht.

In mijn pleidooi hield ik de Politierechter voor dat het politieonderzoek tekort schoot, nu geen onderzoek was ingesteld naar de aanwezigheid van spint in de aangetroffen hennepresten.

Spint

Recent deed het Gerechtshof te Den Bosch een interessante uitspraak in een zaak, die ik hierna zal beschrijven. Een aangehouden hennepkweker vertelde de politie in zijn verhoor dat zijn eerste oogst groten-

deels was mislukt. “Ik kreeg de eerste keer € 2.100 per kilo. Dit vanwege de slechte oogst, want de planten hadden spint. Hierdoor had ik een opbrengst van 1,5 kilo. Dat was veel minder dan verwacht”. De man vertelde dat de resten van zijn vorige oogst nog in zijn woning lagen. De politie had daardoor de gelegenheid dit hennepafval te onderzoeken. Zo hadden zij eenvoudig kunnen vaststellen of er sporen van spint in de hennepresten zichtbaar waren. De politie hield mijn cliënt tijdens zijn verhoor niet voor dat ze hem niet geloofden. Daar kwam hij pas achter toen hij zich bij de Politierechter moest verantwoorden en justitie een geldbedrag van € 16.825 van hem vorderde. Dat geld zou hij hebben verdiend met de teelt van 220 hennepplanten. Hij schrok zich rot.

Foto’s

In mijn pleidooi hield ik de Politierechter voor dat het politieonderzoek tekort schoot, nu geen onderzoek was ingesteld naar de aanwezigheid van spint in de aangetroffen hennepresten. Hierbij wees ik op een door de politie genomen foto van de aangetroffen hennepresten. Mijn stelling was dat er bloemtopjes tussen de resten zichtbaar waren en dat het leek alsof het afval beschimmeld was. Ik zag hierin een aanwijzing dat mijn cliënt naar waarheid had verklaard. De Politierechter stelde met mij vast dat de politie had verzuimd in het proces-verbaal de vraag te beantwoorden of er mogelijk sprake was geweest van spint. Hij bekeek de foto’s en meende daarop geen afwijkingen te zien, zodat het naar zijn mening onvoldoende aannemelijk was geworden dat de oogst veel

minder dan gebruikelijk had opgebracht. Hij legde mijn cliënt een betalingsverplichting van € 15.508,50 op. Daartegen stelde ik hoger beroep in.

Benadeeld

Bij het Gerechtshof klaagde ik over het feit dat de politie de plantenresten had vernietigd zonder daaraan een onderzoek te verrichten naar de aanwezigheid van sporen van spint. Daarmee was mijn cliënt in ernstige mate benadeeld in zijn verdediging. Naar mijn mening had de Politierechter miskend dat dit tot gevolg zou moeten hebben dat zijn verklaring niet kon worden weerlegd door justitie. Deze redenering vond gehoor bij het Hof dat om die reden overwoog (citaat): “Gelet daarop is het Hof van oordeel dat voor de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgegaan dient te worden van de verklaring van veroordeelde inhoudende dat hij 1,5 kilo hennep heeft geoogst en dat hij daarvoor € 3.150 heeft ontvangen. Rekening houdende met de kosten schat het Hof het voordeel op € 950.” Uit deze uitspraak blijkt dat de politie niet te lichtvaardig aan de verklaring van de verdachte voorbij mag gaan.

Mr. Drs. André Beckers Advocaat te Sittard www.beckersbergmans.nl

This article is from: