3 minute read

België

Stem van de redelijkheid

Door: Karel Michiels

Highlife is in de 20 jaar van haar bestaan geen bekende naam geworden in België. Ooit lag het blad hier en daar nog gewoon in de krantenwinkels, maar door een klacht van het Vlaams Blok (nu Belang) kwam daar begin jaren ’00 abrupt een einde aan. Jammer, want als ik mijn eigen stukken teruglees, kan ik alleen maar vaststellen dat de stem van de redelijkheid (laat staan van de voorstanders van cannabisgebruik) in de Vlaamse media zelden of nooit gehoord wordt.

Vlaams: het is een woord dat ik twintig jaar geleden zelf amper gebruikte, maar de omstandigheden dwingen mij ertoe. Het Vlaams Belang (vroeger Blok, tot de partij veroordeeld werd wegens racisme – in ons land verander je dan gewoon van naam) heeft de geesten een kwart eeuw lang vervuild met misplaatst nationalisme en fervente vreemdelingenhaat. Mensen die zich in al hun rijkdom en welvaart nooit hadden afgevraagd of ze nu Belg dan wel Vlaming waren, voelen zich nu geroepen om hun Vlaamsgezindheid openlijk te belijden. Dat kan nu zelfs in de schoot van een partij die door de rest van het politieke veld nièt buitenspel wordt gezet, de Nieuw-Vlaamse Alliantie van Bart De Wever, bij de laatste verkiezingen goed voor een derde van alle Vlaamse stemmen.

Achterhaalde waarden

Die conservatieve nationalistische re ex uit zich ook in de houding tegenover drugs. Ook op dat vlak heeft het Vlaams Blok de weg gebaand voor een terugkeer van achterhaalde waarden. Met misprijzen kijken de nieuwe Vlamingen neer op het progressieve paarsgroene beleid van 1999-2007. Het was in die periode dat het gebruik en bezit van kleine hoeveelheden soft drugs de ‘laagste prioriteit’ kregen in het politiebeleid, een maatregel die de blowers in dank aanvaardden en die er onmiskenbaar voor gezorgd heeft dat het gebruik nu algemeen verspreid en aanvaard is. Toch bij de progressieve helft van de bevolking, want de andere helft blijft zich roeren als een duivel in een wijwatervat. Niet dat de N-VA de drugwetgeving al op de onderhandelingstafel heeft gegooid. Daar ligt al genoeg rommel op waar Vlamingen, Walen en Brusselaars het niet over eens raken. Maar wat als Vlaanderen straks echt onafhankelijk zou worden, en de N-VA dan per de nitie het land zou leiden? Ik denk niet dat we dan nog lang ongestoord zullen kunnen blowen. Een boek als Het grote weedgenietboek (2003) zou ik allicht niet meer kunnen schrijven, toch niet zonder tegenwerking en boycots, zoals de Highlife destijds geboycot werd op vraag van het Vlaams Blok.

Dankbaar

Ik ben Highlife dus heel dankbaar dat ik gedurende al die jaren toch een ander, progressief geluid heb kunnen laten horen over de leefwereld van de Belgische blower. Ik vraag me wel eens af wat er zou gebeurd zijn als ik dezelfde columns had geschreven voor een grote Vlaamse krant. Ik zou daar allicht nooit dezelfde vrijheid hebben gekregen en de reacties zouden veel heftiger geweest zijn, zeker in het internettijdperk. In dat opzicht was het misschien wel een voordeel dat de Highlife niet zomaar overal verkrijgbaar was. Maar wel leuk om terug te lezen natuurlijk, die stukken uit het verleden. Ik neem je graag even mee back to the nineties.

Eind januari vond in een Antwerps café de oprichtingsvergadering van de BCCB plaats, de Belgische Cannabisconsumentenbond. Het was een druk bijgewoonde vergadering waar na enig aarzelen toch de eerste joints werden gerold. Dat klinkt gewoner dan het is: nooit voorheen konden wij in de openbaarheid, in een doordeweekse kroeg, zomaar blowen. Het was alsof wij nu pas de door de Nederlanders zo gesmaakte vrijheidblijheid ontdekten. (April 1995)

Het blijft tobben in België. Johan Vandelanotte, minister van Binnenlandse Zaken, kondigde na zijn openlijke bekentenis vorig jaar (‘Ik heb ooit geblowd, zag iedereen rond mij overstappen op hard drugs en ben er wijselijk mee gestopt’) een versoepeling aan van de strafwetgeving. ‘Het is onnodig dat individuele gebruikers gerechtelijk vervolgd worden. Sindsdien zijn er toch alweer tientallen mensen opgepakt en veroordeeld. (April 1996)

Mijn krantenboer verkoopt sinds kort king size vloeitjes, wat wij gemeenzaam lange blaadjes noemen. Van Rizla natuurlijk, het Antwerpse bedrijf dat als geen ander de blowersmarkt gepenetreerd heeft. Eerst kwamen de nachtwinkels, waar de vloeitjes aanvankelijk nog verkocht werden onder de toonbank maar later in al hun glorie, mooi geëxposeerd in alle maten en kleuren, uitbundig geadverteerd op deuren, ruiten en voetmatten. (Juni 1998)

Het was geen slecht jaar voor de Vlaamse blower, maar we blijven nog altijd criminelen, outcasts, experimenteerders, rare vogels, bietekwieten. ‘Het’ zal wel een voorbijgaande fase zijn, iets wat hoort bij ‘de jeugd’. Blij dat ik nooit volwassen ben geworden. Maar toch ook een beetje triest omdat ik soms nog behandeld wordt als een kind. (Januari 1999)

This article is from: