6 minute read

Cliff Cremer: luid en helder

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Cliff Cremer: hoofdredacteur 1996 – 1999 Luid en helder

Tekst: Jan Sennema

Naar verluidt heeft Cliff Cremer zich ooit aangemeld voor de School voor Journalistiek, maar anders dan zijn voorganger en opvolger werd hij uitgeloot. Misschien is dat maar beter ook, want natuurtalent Cliff zou zich op een linksige journalistenopleiding zonder twijfel dood hebben geërgerd. Hij trad in 1996 bij Highlife aan toen het blad door muiterij stuurloos was. Op calamiteiten voorbereid door een abrupt afgebroken carrière als marinier, leek hij de ideale man om orde op zaken te stellen. Cliff stelde niet teleur en wist de operatie in recordtijd te klaren, slechts gewapend met 799 sollicitatiebrieven en een scherpe neus voor de spannende schaduwkanten van de samenleving. In no time stond Highlife weer op de rails. Harder, faster en meaner dan ooit.

Zijn credentials – legerverleden, beroemde ‘vader’, journalist bij respectabele bladen als Panorama en HP/De Tijd – moeten indruk hebben gemaakt op Highlife eigenaar Boy, die feilloos de juiste man uit de honderden sollicitatiebrieven trok. “Drie dagen na het sollicitatiegesprek kreeg ik van Boy te horen dat ik de job had. Met een enorme map sollicitatiebrieven en de opdracht om in tien dagen een blad te maken kwam ik weer naar buiten. Ik had nog nooit een blad gemaakt en wist nauwelijks iets van cannabis.” Maar weinig kernleden van het redactionele team, waaron-

der de latere hoofdredacteur Rob Tuinstra, hadden veel binding met cannabis. Dat is volgens Cliff ook nergens voor nodig. “Je hoeft niet te kweken of te blowen om hoofdredacteur van Highlife te zijn. Een hoofdredacteur moet journalist zijn, punctueel kunnen werken en de markt een beetje aanvoelen. En natuurlijk goeie mensen hebben die voor je schrijven.”

“Ik heb altijd geprobeerd politiek gelul zoveel mogelijk op de achtergrond te houden.”

White Widow

Voor alle zekerheid was Cliff toch maar even bij een ‘vet blowende’ buurman langs geweest om te informeren hoe dat nou zat met dat plantje. Ondanks zijn gebrek aan vakkennis nam hij voor het eerste nummer zelf een interview voor zijn rekening met Ingemar, de schepper van de White Widow. De confrontatie met de doelgroep was wel even schrikken voor de man die zich bij voorkeur luid en helder uitdrukt. Het kostte de grootste moeite iets samenhangends te destilleren uit de wazige levende legende, die ‘natuurlijk knetterstoned was’. Sinds zijn eerste cannabisartikel heeft Ingemars creatie een speciale betekenis gekregen voor de ex-hoofdredacteur. “White Widow loopt als een rode draad door mijn carrière. Alleen al de naam is briljant, je hoort hem één keer en vergeet het vervolgens nooit meer. Ook daardoor is het een soort legende geworden, maar veel mensen weten alleen niet dat het helemaal

geen makkelijke plant is om te kweken. Voor mij is White Widow misschien wel de belangrijkste soort van de Grote Drie van de afgelopen vijftien jaar. Pas nu, veertien jaar later, is hij eindelijk op z’n retour.”

Eigentijdser

Hoewel de variatiemogelijkheden met een vakblad als Highlife beperkt zijn, wist Cremer er toch een nieuwe draai aan te geven. Eigentijdser, harder en spannender. In die formule pasten bloedserieuze artikelen over politiek minder.

“Ik heb altijd geprobeerd politiek gelul zoveel mogelijk op de achtergrond te houden. Met op een miskend toontje over politiek neuzelen kan je elke week wel een blad vullen, maar echt interessant is dat niet.” Maar soms kon zelfs Cremer er niet omheen politiek getinte stukken te plaatsen die hij verafschuwde. Zo’n uitzondering was de bijdrage van Koos Zwart, de zoon van voormalig minister Vorrink, een van de architecten van het gedoogbeleid. Zwart werd door cannabisminnend Nederland als een godfather vereerd, en de medewerking van de breedsprakige coffeeshopadviseur zou het blad prestige geven. Cliff was er niet van onder de indruk. “Die man schreef zo warrig en langdradig en saai en oervervelend, dat ik het eigenlijk niet wilde plaatsen. Alleen met het redigeren van zo’n stuk was ik al drie dagen bezig. Maar helaas, het moest erin van Boy. ”

Humor

Een nieuw element was humor, die juist in een subcultuur waar de lachkick was uitgevonden niet mocht ontbreken. “Cannabisbladen hebben de neiging te doen alsof cannabis een zaak van leven en dood is”, vindt Cliff. Met strips en een rubriek vol absurde fake-nieuwtjes van medialegende Peter Muller kreeg de lach een vaste plek in Highlife. Mullers humor viel niet bij iedereen even goed; het stormpje van protest dat opstak toen Muller Hitler en zijn minnares Eva Braun in zijn rubriek opvoerde, maakte een voortijdig eind aan diens bijdrage.

Tieten

Gesputterd werd er ook toen Cliff vrouwelijk naakt in Highlife introduceerde. Lezers werden opgeroepen hun vriendin, vrouw of desnoods moeder naakt te fotograferen tegen een achtergrond van wietplanten, in ruil voor een zakje cannabiszaden. Ondanks enig tegenstribbelen van vermoedelijk linkse elementen was de rubriek een instant succes. “In Soft Secrets zijn de tietenfoto’s al jaren de meest populaire rubriek, maar ik ben er in Highlife al mee begonnen. In het begin was er wel kritiek omdat lezers daar niet van zouden houden. Maar ik dacht: hoezo, houden kwekers niet van tieten? Toen die linkse labbekakker Rob

Tuinstra hoofdredacteur van Highlife werd heeft hij er snel een eind aan gemaakt.”

Met zijn eigen Underworld serie zorgde de journalist die hoofdredacteur werd hoogstpersoonlijk voor een van de grote klassiekers uit het bestaan van Highlife. De lekker lange, rauwe en onopgesmukte interviews met echte criminelen voegden duidelijk een nieuwe dimensie toe aan het blad, en dat werd door veel lezers gewaardeerd. “Ik denk erover om weer Underworld verhalen voor Highlife te gaan maken. Al zeg ik het zelf, het waren verreweg de interessantste artikelen die er in stonden. Die spanning mis ik nu een beetje in Highlife. Het is wel erg veel muziek en lifestyle geworden.”

Connaisseur

Gaandeweg ontstond bij de hoofdredacteur meer af niteit met cannabis. Als jurylid van menig Highlife Cup ontwikkelde Cremer zich tot een connaisseur met een voorkeur voor ver jnde hazesoorten, waardoor de overige samples hem nauwelijks nog boeiden. “Als je eenmaal de smaak voor haze hebt ontwikkeld ga je niet meer terug naar goedkope soortjes”, verklaart Cliff zijn enige elitaire ondeugd. Ook de edele kunst van het kweken werd enige tijd beoefend, maar een echte passie wilde het niet worden. “Als experiment heb ik ooit een iGrowbox uitgeprobeerd, en jarenlang had ik elke zomer braaf plantjes op mijn balkon. De laatste keer met een van die auto oweringsoorten die nu zo’n hype zijn. Het was gelijk de laatste keer. Bizar snel zijn ze wel, maar het resultaat was supermager, een heel matig rokertje met vooral veel uff – ik heb ze zonder drogen gelijk in de vuilnisbak ge ikkerd.”

Porno

Na vier jaar Highlife wilde Cliff meer tijd besteden aan een andere ‘stiefmoederlijk bedeelde’ bedrijfstak, waarin hij overigens al voor en tijdens zijn periode als hoofdredacteur actief was: de pornoindustrie. Nog steeds exploiteert hij als webmaster verschillende pornosites. De branche kent volgens hem ‘hetzelfde undergroundsfeertje’ dat hem zo aanspreekt in het cannabismilieu, al waren de verdiensten er beduidend beter. Door het zelfgekozen ontslag in 1999 kwam er eindelijk ook tijd voor het schrijven van boeken, waarvan er kort na elkaar onder grote mediabelangstelling twee uitkwamen: Bomberjack en Zwart Ivoor. Alle machismo ten spijt werden beide titels opmerkelijk vaak juist door vrouwelijke lezers gewaardeerd.

Nog meer tieten

In de tussentijd werden de banden met Discover niet verbroken. Als Boy’s persoonlijk adviseur droeg Cremer in 2000 zijn vroegere medewerker Rob Tuinstra voor als opvolger van Bernt Gunderssen, de tussenpaus die slechts 1 jaar hoofdredacteur was. “De reden is simpel: Rob was de enige die altijd de deadline haalde en zijn materiaal redelijk netjes inleverde.” Later zou Cliff van de Engelse Soft Secrets Discovers best draaiende uitgave maken – met meer tieten dan ooit voor mogelijk was gehouden. Onmogelijke uitdagingen gaat Cremer nog steeds niet uit de weg: tegenwoordig is dat de verantwoordelijkheid voor zes (inter)nationale Soft Secrets edities.

De grote vraag die rest is of we de schrijver Cliff Cremer ooit nog gaan terugzien. “Dat wordt me al tien jaar gevraagd. En het antwoord is ja. Het gaat alleen geen avonturenboek meer worden.” Of we mogen weten wat voor soort boek dan wel? Cremer doet er het zwijgen toe. Eén ding wil hij na enig aandringen nog wel kwijt: het zal geen verslag worden van zijn wederwaardigheden in de pornowereld. We gokken op een familiekroniek.

This article is from: