7 minute read

Joop Mestrom: hardcore met een hart

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Joop Mestrom: hoofdredacteur 1991 – 1996

Hardcore met een hart

Tekst: Jan Sennema

Toen Boy Ramsahai en Joop Mestrom elkaar eind 1991 voor het eerst ontmoetten leek dat een klassieke match made in heaven. Beide Brabanders waren op dat moment nog geen 26, beiden barstten van de ambitie, en het mooiste was dat de een precies de kwaliteiten had die de ander zocht. Mestrom kwam vers van de Tilburgse School voor Journalistiek, en dat zijn kansen op werk vrijwel nihil waren had de school er goed ingehamerd. Het maakte zijn motivatie alleen maar intenser: Mestrom stond op scherp. Hij woonde boven dezelfde Tilburgse coffeeshop waar hij ook part-time werkte.

Boy was al even gretig en stond te trappelen om de wereld te veroveren; zijn bijna bovennatuurlijke gaven als verkoper waren hun garantie voor succes. Mestrom luisterde naar snoeiharde metal, Boy hoorde liever het geronk van supersnelle bolides. Voor een fanatiek blower was Mestrom opmerkelijk gedisciplineerd, een zeldzame maar ideale combinatie voor een hoofdredacteur van een cannabisblad. Boy vond blowers eigenlijk maar mafkezen, toch genoot hij er intens van met ze te hangen. Achttien jaar na die eerste ontmoeting wandelt Highlife down memory lane met Highlifes eerste hoofdredacteur.

Retecommercieel

De Scholen voor Journalistiek van de jaren tachtig en negentig zouden tegenwoordig ongetwijfeld ‘linkse bolwerken’ worden genoemd. Mestroms sociale bevlogenheid was ook voor zijn opleiding ongetwijfeld al aanwezig, maar met de linkse afkeer van commercie had hij helemaal niets. Nog steeds niet trouwens. “Ik ben retecommercieel omdat ik heel goed snap dat hoe groter het commerciële succes is, hoe dikker het blad is dat ik kan maken, en hoe groter de mogelijkheden.”

Wat dat betreft had hij aan Boy een goeie. Terwijl de commerciële boy wonder stad en land afreisde om adverteerders met zijn zilveren tong te beheksen, zocht Mestrom zijn redactie bij elkaar: een veelbelovende mix van voormalige schoolgenoten, Bekende Blowende Nederlanders en grote namen uit de kweekwereld. Coffeeshops waren in die tijd de voornaamste adverteerders, en het was boven een coffeeshop dat de eerste Highlife in dikke wolken cannabisrook moet zijn verwekt. Het blad stond met het eerste nummer gelijk als een huis, een hele prestatie voor een hoofdredacteur zonder enige ervaring. De verschijning van de eerste Nederlandse cannabisglossy leek illustratief voor de cannabusiness in het algemeen, waar steeds meer hobbyprojecten transformeerden in serieuze bedrijven. Mestrom heeft ook om een andere reden goede

herinneringen aan dat eerste nummer. “Ik vind het nog steeds helemaal te gek dat ik al voor de aller-, allereerste Highlife een groot interview met Metallica had. Net voor ze doorbraken en de allergrootste rockband van de afgelopen twintig jaar werden.”

“De angst die nu al heerst onder cannabis ondernemers is precies wat de overheid wil, maar als we geen tegengeluid laten horen worden we gedecimeerd.”

Onbegrensde cannabismogelijkheden

Al was de professionalisering op gang gekomen, midden jaren negentig stond het cannabiswereldje nog met één been in z’n idealistische hippieverleden. Sinsemillakweken was pas enkele jaren gemeengoed, en het leek of niemand door had welk potentieel er in het nieuwe kweekconcept schuilging. Het imago van cannabis was nog ongeschonden, en in die sfeer van algehele opwinding werd Nederland midden jaren negentig het land van de onbegrensde cannabismogelijkheden.

Ook Mestrom bewaart goede herinneringen aan die jaren. “In die tijd kon je alles wat je nodig had om te kweken letterlijk van A tot Z in een growshop krijgen. Ik kweekte toen zelf nog en vond het fantastisch als ik op mijn ets door de stad reed met al m’n kweekspulletjes in een doos onder de snelbinders.”

Het waren gouden jaren, ook voor Highlife. Alles mocht, alles kon. De jongens realiseerden dingen waarover ze een jaar eerder niet eens hadden durven dromen. Binnen een jaar werd het eerste Highlife Festival georganiseerd, dat uiteindelijk zou evolueren tot de Highlife Beurzen.

Absoluut hoogtepunt is voor Mestrom de editie van 1995. “Dat was op 5 november, in een uitverkocht Ahoy met 12.500 betalende bezoekers. We hadden fantastische bands, Cypress Hill, Osdorp Posse en Herman Brood, notabene op Broods verjaardag. Henk Westbroek deed de presentatie. Wat ik van tevoren niet wist was dat Henk en de Osdorp Posse een enorme beef hadden omdat de Posse nooit op de radio werd gedraaid, maar die clash was tegelijk ook heel komisch.”

Tijdens hetzelfde festival liet Mestrom de artiesten in Highlife huisstijl kennismaken met de Hollandse gastvrijheid. “Vlak voor het optreden van Cypress Hill kwam ik met een enorme zak met de allerbeste wiet van de Highlife Cup hun kleedkamer binnen. De

jongens rookten in mum van tijd alles samen met hun posse op, puur hè. Die gasten kunnen ècht blowen! Ik zat ‘m enorm te knijpen dat de band door mijn schuld zo fucked up was dat het optreden volkomen de mist in zou gaan. Maar ongeloo ijk genoeg speelden ze supergoed!”

Wietzaden

Boy had een jne neus voor moderne marketing en was bovendien niet bang aangelegd. Waarom zou de Viva wel een doosje make-up met het blad mogen meegeven, en Highlife geen zakje met tien wietzaden van de rma Roots uit Rotterdam? Met de zaadstunt zocht Highlife bewust de grens op en schreef daarmee media-geschiedenis. De vrolijke huisvlijt waarmee de actie werd voorbereid is een mooie illustratie van de teamspirit die Highlife in die tijd vleugels gaf. “We hebben een heel weekend op het kantoor in Schijndel die zakjes met echt henneptouw aan de covers van de Highlife zitten knopen. Later hebben we het ook met pakjes vloei gedaan, maar de voorgedraaide joint die we daarna wilden ging dan weer net te ver.”

Ook met de wietcup werden de grenzen verkend, waarbij de posterijen zelfs als drugskoeriers werden ingeschakeld. “Het had iets volslagen krankzinnigs als de postbode voor de deur stond met een grote doos die heel erg niet naar wiet stonk. Wat je wel rook was de anijs die Boy er op kantoor rijkelijk overheen had gesproeid. Je moest dan als jurylid binnen vijf weken 110 samples roken. Ondertussen ging het werk gewoon door, dus ik was vanaf negen uur ‘s morgens tot ‘s avonds laat apestoned, want ik wilde voor de eerlijkheid wel alles twee keer roken. ”

Ambassadeur

Door alle ophef die Highlife met z’n brutale acties ontketende, groeide het blad uit tot een tastbare vertegenwoordiger van een tot dan toe schimmig subcultuurtje. Highlife werd voor de media een aanspreekpunt dat de anonieme massa blowers vertegenwoordigde. En dat aanspreekpunt had de stem van Joop Mestrom, die in Ria Bremers televisieshow aan bezorgde huisvrouwen uitlegde dat hasj niet gekweekt wordt en dat het injecteren van wiet uiterst zelden voorkomt. Eigenlijk niet eens als persvoorlichter van Highlife, maar eerder als een soort onbezoldigd ambassadeur van alle cannabisvrienden. “Ik kon – en kan – me vreselijk opwinden over de leugens, de stupiditeit en de hypocrisie van tegenstanders. Maar ik erger me even hard aan de lamlendigheid van blowers en de cannabisbranche. De angst die nu al heerst onder cannabisondernemers is precies wat de overheid wil, maar als we geen tegengeluid laten horen worden we gedecimeerd. Het restantje wordt het afvoerputje ingeschoven, en dan is het afgelopen. Volgens mij speelt ook mee dat veel mensen in de cannabisbranche diep in hun hart eigenlijk helemaal geen legalisering willen. Die zijn dik tevreden met de winstmarges en het zwarte deel en vinden de status quo allang best. Maar zelfs díé is nu in gevaar. We zouden eens als experiment alle coffeeshops en growshops moeten dichtgooien, en blowen voor iedereen verbieden. Moet je kijken wat een teringzooi het wordt met harddrugs en nog veel meer criminaliteit. Ik vrees dat je dan pas een krachtig tegengeluid gaat horen.”

Cirkel is rond

In 1996 escaleerde een con ict met Boy zodanig dat Mestrom op staande voet werd ontslagen. Naar Mestroms eigen zeggen omdat hij, notabene de enige met een contract, het voor zijn freelancers had opgenomen. Een triest, zo niet beschamend einde voor een samenwerking die met zoveel schwung en creatief vuurwerk geschiedenis had geschreven. Veertien jaar later zegt Mestrom er de man niet naar te zijn om in wrok om te kijken; het leven heeft hem allang weer nieuwe uitdagingen gebracht. Op z’n minst opmerkelijk dat juist als het meest rechtse kabinet ooit dertig jaar gedoogbeleid in één klap van tafel wil vegen, Mestrom de cirkel rond maakt door terug te keren naar zijn roots. “Heel bizar dat ik als eerste hoofdredacteur van Highlife nu hetzelfde werk bij Essensie doe. Toen ik dit jaar de High Times Cannabis Cup bezocht, had ik het gevoel alsof ik helemaal niet was weggeweest. Sommige mensen hadden volgens mij zelfs helemaal niet door dat ik veertien jaar was weggeweest!”

This article is from: