8 minute read

Nieuwe eigenaar: Jeroen Bots

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Jeroen Bots: eigenaar Discover Publisher sinds 2009

Geen commercie tot elke prijs

Tekst: Jan Sennema

Toen Discover eigenaar Boy Ramsahai in 2009 besloot dat het na negentien jaar mooi was geweest, leek het een onmogelijke opgave iemand te vinden die de gezichtsbepalende Boy kon en wilde vervangen. Al is hij in veel opzichten het tegendeel van zijn illustere voorganger, in Jeroen Bots lijkt de ideale opvolger te zijn gevonden. Op het moment dat Jeroen besloot met Highlife in zee te gaan, genoot hij al zeven jaar met volle teugen van een welverdiend vervroegd pensioen. Dat zijn energie en zakelijk inzicht niet voor uitgeverij Discover verloren zijn gegaan mag een klein wonder heten.

Jeroens werkzame leven begon toen hij na zijn opleiding werd aangenomen bij een Bredase drukkerij. Al had de al jong getrouwde Bots de zekerheid van een vaste baan hard nodig, werken voor een baas was toch niet echt zijn ding. Al snel besloot hij voor zichzelf te beginnen met een zeefdrukkerij. Dat deed hij er gewoon in de avonduren bij, als de dagtaak bij de drukkerij er op zat. In 1979 vond hij een nieuwe baan als bedrijfsleider bij een drukkerij van Wolters-Kluwer, die hij in 1984 overnam. In 2002 kwam de ommekeer. “Ik was al dertig jaar dag en nacht bezig met die twee drukkerijen. Toen ik vijftig werd besloot ik ze van de hand te doen. Ik had genoeg van alle verantwoordelijkheid en stress en wilde van het leven gaan genieten.”

Verveling kan niet de reden zijn geweest dat Jeroen na zeven jaar freewheelen toch weer koos voor het avontuur dat ondernemen heet. “Ik speelde tafeltenniscompetitie, deed vrijwilligerswerk, etste twee keer in de week met een ploegje wielrenners, wandelde met de hond en zorgde voor mijn kinderen. Man, ik verveelde me geen moment. Toen iemand me vroeg of het wat voor mij was om Highlife over te nemen, was mijn eerste reactie dat ik daar echt niet meer aan begon. Met die stress had ik het wel gehad. Maar ja, diezelfde avond liep ik met de hond te wandelen en begon het toch in mijn hoofd te malen. Laat ik eens praten met Boy, dacht ik, een gesprek kost niks. Na dat ene gesprek volgden er meer, en zo’n zeven maanden later is de handtekening gezet.”

Cannakalender

Al op jeugdige leeftijd leerde Bots de cannabiswereld van nabij kennen. “Eind jaren zestig, ik zal een jaar of 17 zijn geweest, was ik een soort hippie. Als het mooi weer was en ik had geen zin om naar school te gaan, dan glipte ik er tussenuit om naar Amsterdam te liften. Lekker rondhangen op de Dam of in het Vondelpark. Na een paar dagen werd ik dan weer teruggehaald door familieleden. Toen heb ik wel geblowd, maar rond mijn 21ste ben ik ermee gestopt. Later heb ik eigenlijk nooit meer de behoefte gehad er weer aan te beginnen.”

Pas eind jaren negentig ging cannabis weer een rol in zijn leven spelen, al was het nu zakelijk en niet als consument. Het begon toen dochter Daisy hem in 1997 om hulp vroeg bij het opzetten van een eigen bedrijf, een uitgeverij. Na een moeizame start, waarin met weinig succes drie verjaardagskalenders werden geproduceerd, keerde het tij toen ze een fotograaf tegen het lijf liepen die voorstelde een kalender te maken met erotische foto’s in combinatie met cannabis. “We besloten met die jongen in zee te gaan, en die kalender werd wel een groot succes. We verkochten ze vooral aan bedrijven, waaronder

Blast, brutaaltje onder de cannabisbladen Positive Publishers heeft inmiddels een tiental titels uitgebracht, waarvan de meeste in zes talen.

Canna, het bedrijf waar zoals velen wel weten mijn zoon Jeroen werkt. Net als veel andere bedrijven gaf Canna de kalender als relatiegeschenk aan klanten. Maar die hadden er dan vaak net daarvoor al een gekregen van iemand anders. Daarom stelde mijn zoon voor de kalender exclusief voor Canna te gaan maken. Ik heb dat drie jaar gedaan, maar mijn zoon en zijn compagnon zijn verschrikkelijke perfectionisten. Dan was dít niet goed, dan moest die foto weer net iets anders... Op een gegeven moment had ik er zoveel werk aan dat het de moeite niet meer loonde, dus toen zijn ze hem in eigen beheer gaan uitgeven.”

Blast

Behalve met de Cannakalender bestormde de familie-uitgeverij de markt ook met de Blast, het brutaaltje onder de cannabisbladen. “Het was de bedoeling om Highlife van de markt te drukken, maar daar zijn we helaas niet in geslaagd, ha-

haha!”, schatert Jeroen. Dochterlief hield zich vooral bezig met de advertentieverkoop, en dat deed ze, met een beetje hulp van haar charmante verschijning, geweldig. Hoewel Blast op een volle markt opereerde, ging het steeds beter. Tot Daisy na twee jaar alle belangstelling voor het project verloor toen het moederschap andere instincten in haar wakker maakte. Er werden nieuwe verkopers aangetrokken, maar tegen Daisy’s charmes bleek niemand opgewassen. Na twee jaar moest de stekker eruit. Ondertussen was Positive Publishers ook kweekboeken gaan uitgeven, die vooral in het buitenland goed lopen. Inmiddels heeft de uitgeverij een tiental titels uitgebracht, waarvan de meeste in zes talen.

Strategie

Toen Jeroen Bots naar Highlife kwam stond de cannabisbranche al ink onder politieke druk. En toen was het nieuwe kabinet nog niet eens tot stand gekomen. Geen ideaal moment om het roer over te nemen. “Vlak voor ik dit voorjaar naar de Spannabis beurs vertrok werd pas bekend wat het nieuwe kabinet van plan is met cannabis. Al op het vliegveld sprak ik verschillende ondernemers die het behoorlijk somber inzagen. Na de beurs bleef ik me afvragen hoe we als branche met die dreiging moeten omgaan. Al kan een blad vanwege de vrijheid van meningsuiting niet worden verboden, voor advertenties is dat misschien een ander verhaal. Ik denk dat het belangrijk is om als branche een strategie te bedenken waarmee we met die dreiging kunnen omgaan. En

al zal er niet voor iedereen een kant en klare oplossing zijn, ik hoop wel dat mensen gaan nadenken hoe ze met hun bedrijf ook in de toekomst kunnen blijven ondernemen.”

Los van de politiek is de branche in zakelijk opzicht natuurlijk ook sterk veranderd sinds Highlife in 1991 begon. “De eerste jaren speelde de factor prestige bij adverteerders sterker mee dan nu, dan telde je pas mee als je advertentie in het blad stond. Nu is alles veel zakelijker en willen adverteerders in de eerste plaats dat een advertentie rendement oplevert.”

“Natuurlijk ben ik niet meer de idealist van vroeger, maar ik blijf wèl iemand van de hippiegeneratie.”

Idealen en commercie

Al vorig jaar besloot Jeroen om Highlife beter bereikbaar te maken door het blad eens per maand te laten uitkomen, en het gratis te maken. Gelukkig is de uitgeverij niet uitsluitend van de Nederlandse markt afhankelijk, en heeft ze met de buitenlandse edities van Soft Secrets sterke troeven in handen. Sinds dit jaar is daar nog een Amerikaanse editie van Soft Secrets bijgekomen.

Al heeft Jeroen geen plannen om ingrijpend aan de succesformule van de bladen te sleutelen, op het commerciële vlak zijn er wel degelijk enkele bakens verzet. “Natuurlijk ben ik niet meer de idealist van vroeger, maar ik blijf wèl iemand van de hippiegeneratie. Volgens mij had de branche veel minder problemen gehad als die zich wat meer in die geest had ontwikkeld. Misschien is er ook wel een beetje misbruik gemaakt van het gedoogbeleid, en is de commercie te ver doorgeslagen. Iets van dat activisme en idealisme zou ik in de branche wel graag terugzien, in plaats van commercie tot elke prijs. Een voorbeeld: kort nadat ik bij Highlife was begonnen ontdekte ik dat er in de bladen advertenties voor producten stonden die te maken hebben met harddrugs. Of cieel zijn het voedingssupplementen, maar het was voor iedereen duidelijk dat het om versnijdingsmiddelen voor harddrugs ging. Ik vind dat een blad over softdrugs niet puur uit commerciële overwegingen advertenties moet accepteren die met harddrugs te maken hebben. Natuurlijk kost je dat als uitgever geld, maar ik kan gewoon niet achter zulke dingen staan, tenslotte heb ik zelf kinderen en kleinkinderen. Ook speelt mee dat je in dit politieke klimaat niet voorzichtig genoeg kunt zijn.”

This article is from: