
3 minute read
C-Man
from High Life NL 11-05
by SoftSecrets
Column
Wantrouwen of waanzin?
In kringen van cannabisactivisten wordt steevast geringschattend gereageerd op berichten over het verband tussen cannabisgebruik en psychische problemen. Men verwijst dan naar statistieken die niemand ooit gezien heeft, maar die zouden bewijzen dat er voor en na het inburgeren van cannabis als genotmiddel vrijwel hetzelfde percentage mensen het slachtoffer werd van psychoses en dergelijke ziektebeelden. Anders gezegd: of er nou geblowd wordt of niet, er zijn altijd evenveel psychoten.
Tsa, het zou kunnen. Als iemand die cijfers eens wil aanbieden bij de hoofdredacteur van dit blad, lijkt me dat een goede zaak. Toch blijf ik wantrouwend zolang ik die cijfers niet gezien heb, en een heel geduldige deskundige mij die cijfers heeft uitgelegd – cijfers liegen tenslotte niet, leugenaars daarentegen cijferen des te vaker.
Onvergelijkbaar
Een reden voor mijn wantrouwen is dat de geestelijke gezondheidszorg van pakweg 1955 onvergelijkbaar is met die van 2011, al was het maar omdat tegenwoordig zoveel meer wordt geregistreerd dan vroeger. Waar heb je anders computers voor? Je laat het wel uit je hoofd alles te registreren als je dat met kroontjespennen en henneppapier moet doen. Natuurlijk is ook de kennis over geestesziekten tussen 1955 en 2011 aanzienlijk toegenomen. Of ben ik nu te optimistisch? Moderne zielenknijpers lachen zich vast dood om de diagnoses die in de jaren vijftig werden gesteld. Ook zijn er anno 2011 ongetwijfeld ziektebeelden die vijftig jaar geleden anders werden genoemd, of niet eens bekend waren.
ADHD
Dan is er nog de relatie tussen nanciën en gezondheidszorg. In onze tijd krijg je vaak de indruk dat halve probleempjes wel heel makkelijk tot volwaardige ziektes worden opgeblazen. Aan de integriteit van mijn huisarts twijfel ik niet, maar hogerop in de medische keten geldt heel simpel: ziekte = geld. Een mooi voorbeeld is ADHD, dat pas sinds de jaren negentig in zwang is. Waarom werd ADHD pas toen een hit? Dat kwam omdat er steeds meer PET-scanners aan ziekenhuizen werden verkocht. Dat was een geschenk uit de hemel, want waar doktoren al sinds de jaren zeventig probeerden ADHD als probleem op de medische kaart te zetten, lukte dat pas echt met de PET-scan. Wie wilde er nou geen PET-scan? Betekent die late erkenning dat niemand er voor die tijd last van had?
Irritant, maar onschuldig?
Het enige wat vast staat, is dat er in de jaren vijftig geen enkele moeder op rare ideeën kwam door die onheilspellende vierletterige afkorting van een Engelse groep woorden, die als je ze uitspreekt klinken als de naam van een langeafstandsvernietigingswapen. Was het moderne ADHD in 1955 weliswaar irritant, maar in wezen onschuldig gedrag? Eén ding is zeker: zodra een hoopje symptomen bij elkaar wordt geveegd en tot ziekte gebombardeerd, melden zich plots hordes patiënten aan de ziekenhuispoorten die aan die ziekte lijden. Kijk naar de toename van het aantal cannabisverslaafden. Als er een scanner bij die ziekte komt kijken verdubbelt het aantal. Jellinek, wordt wakker! Als een psychiater weer eens een hele krantenpagina lang mag uitweiden over een gloednieuwe ‘blowpoli’ voor cannabisslachtoffertjes, is de reactie van de cannabisactivist voorspelbaar: ja, maar hij was toch al latent psychotisch; als hij niet geblowd had was-ie het wel van een glas melk geworden. Tsja, zou kunnen. Maar overtuigen doet het mij niet.
Etalagepop met sterallures
Het verband tussen cannabisgebruik en psychische problemen heb ik persoonlijk altijd heel aannemelijk gevonden. Ik weet zeker dat menig blower zichzelf ooit wel eens hartgrondig vervloekt heeft omdat hij die laatste hijs zo nodig zo allejezusdiep naar binnen moest zuigen. Eerst is alles nog gezellig en giechel je je een ongeluk, het volgende moment word je vacuüm getrokken, opgesloten in een absurd universum waar niets meer klopt. De tijd klotst met de stroperigheid van stollend kaarsvet rond het ding dat je net nog lichaam noemde, omgevingsgeluiden smelten samen tot een angstaanjagend vormeloos wezen dat miljarden kilometers door een tuinslang heeft afgelegd om via je oren al je moleculen tot een lillend plasje oersoep te reduceren. Je stem klinkt als het perkamenten gekerm van een etalagepop met sterallures. Mensen zijn angstaanjagende wezens die alles weten wat jou net is ontglipt, en zich handenwrijvend voorbereiden daar op gruwelijke wijze misbruik van te maken. Het gevaar loert overal voor het sappige pas geboren ding dat jij bent, ja jij daar aan die navelstreng! God, wat heb ik opeens zin in een dikke jonko.