Verdichting in de steden is onontkoombaar

Page 1

Ons ruimtege

ek is exponentieel toegenomen

'Verdichting in de steden is onontkoombaar' Architect en praktijkhoogleraar aan de TU Delft Rudy Uytenhaak deed drie jaar lang onderzoek naar de mogelijkheden tot verdichting in de steden. De urgentie om te verdichten is groot. Over dertig jaar zal de gemiddelde woning

150

vierkante meter bedragen en door nog geen twee personen worden bewoond. "Oplossingen voor het ruimtegebruik staan in Nederland zeer laag op de agenda. Het kent een sneeuwbaleffect, er komt steeds een beetje bij maar het uiteindelijke resultaat is een gigantische ruimtebehoefte."

door Anne Luljten

Rudy Uytenhaak is een architect die relatief veel in woningbouw heeft gedaan en in de loop der jaren een opvallend en vernieuwend oeuvre heeft opgebouwd, veelal in stedelijke omgevingen. Nu luidt hij de noodklok over de richting die het opgaat met zowel stad als platteland. Onze ruimtebehoefte neemt exponentieel toe. Juist in het verdichten van steden liggen kansen om een aantrekkelijk woon- en leefklimaat te scheppen, is de stellige overtuiging van Uytenhaak. Hij onderzocht verschillende modellen voor verdichting. Hij wil geen 'moraalridder' zijn, maar zijn boek Steden vol ruimte, kwaliteiten van dichtbuildingbusiness februari 2009

Rudy Uytenhaak

heid is een pleidooi voor hoe het ĂĄnders kan. Een pleidooi voor bruisende, aantrekkelijke steden vol mogelijkheden voor haar bewoners en gebruikers. Uytenhaak: "De stad bestaat uit een publiek domein en vele privaatdomeinen. De kunst is om die twee

52

zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. Naarmate de doordringing van die twee domeinen beter is, is de stad interessanter. Dichtheid hoeft helemaal geen probleem te zijn, als er voor mensen in de privĂŠsfeer maar wat tegenover staat."


Uitverkoop

De aantrekkingskracht van steden is de afgelopen vijftig jaar aan slijtage onderhevig geweest, constateert Uytenhaak. Tegelijkertijd slibt het landschap dicht, spreken we van verrornrneling. Met zijn boek, resultaat van intensief onderzoek aan de TU Delft, waar hij praktijkhoogleraar was tot 2006, wil hij een bewustwording op gang brengen. Niet alleen bij ontwerpers en planners, maar veel breder, bij het grote publiek, beleidsmakers en politici. Hij is op zoek naar dat wat de ijsbeer deed voor de milieuproblematiek. De ijsbeer van Gore bracht de abstractie van het klimaatprobleem - CO, zie je immers niet - in één klap op het net-

wordt onderschat. In 2040 zal een woning van 150 m 2 voor 2 personen de norm zijn. Dat is 75 m 2 per persoon in plaats van de 40 m 2 van nu. Lifestyle

Dan zijn er verschillende oplossingen mogelijk. "Sommige politici zeggen: 'Geef mensen die ruimte, er is maar elf procent van Nederland bebouwd.' Architecten zeggen: 'We kunnen de woningen kleiner maken, met slimme ontwerpoplossingen.' Bestuurders zeggen: 'We gaan hoog bouwen', maar we weten dat maar weinig mensen dat willen. Tegenwoordig lijkt het vooralom lifestyle te gaan. Mensen willen zeker

oppervlakte die mensen nodig hebben om te wonen en de verschillende 'schillen' daaromheen, zoals de ruimte die nodig is voor ontsluiting van de woning, parkeren, buitenruimte, openbare ruimte, en dergelijke. Het gaat erom de samenhang tussen de verschillende lagen beter onder controle te krijgen. Bewuste keuzes maken, in plaats van het zomaar te laten gebeuren zoals nu het geval is. Dan kun je grotere woningen bieden met beheersing van het om zich heen slaande sneeuwbaleffect. Via verschillende rekenmodellen hebben Uytenhaak en zijn onderzoekers en studenten verschillende vormen van dichtheid berekend. "Het is een vraagstuk van ruimtedistributie, een puzzel die gelukkig op verschillende manieren kan worden gelegd." Diversiteit

Architecten zeggen: 'We kunnen de woningen kleiner maken, met slimme ontwerpoplossingen'

vlies bij het grote publiek. "Het ruimtegebruik staat in Nederland zeer laag op de agenda. Het leeft gewoon niet, niet bij het publiek en niet in de politiek. Maar kijk eens naar de schrale kwaliteit van de openbare ruimte in veel steden. Auto's domineren het publieke domein. Dat trekt een enorme wissel op de kwaliteit en hoe wij de ruimte beleven. Het gevoel voor de openbare ruimte leeft veel te weinig." Het gevolg is een uitverkoop van het publieke domein. "Tijdens evenementen zoals de Uitmarkt beleven we de openbare ruimte nog als iets belangrijks." Dit heeft ook gevolgen voor het ruimtelijk beleid, er worden geen duidelijke keuzes meer gemaakt. En dat terwijl de urgentie groot is. Het ruimtegebruik neemt toe, Uytenhaak rekent het even voor. "In 1900 hadden we per Nederlander een eigen zakdoekje Nederland van 7500 vierkante meter. In 2000 was dat zakdoekje nog maar 2200 vierkante meter groot. De bevolking is toegenomen, én het ruimtegebruik per persoon is exponentieel toegenomen. In een eeuw met een factor 12: drie keer zoveel mensen hebben twee keer zoveel woningen nodig die ook nog eens twee keer zo groot zijn. Daar komt vervolgens de toegenomen ruimte om de woning nog eens overheen. Het is een sneeuwbaleffect, er komt steeds een beetje bij en het uiteindelijke resultaat is een gigantische ruimtebehoefte." Een trend die alleen maar door zal zetten. De behoefte aan een groter woonoppervlak buildingbusiness februari 2009

een bepaalde identiteit als het gaat om hun woon- en leefomgeving, een décor voor de waardes die mensen belangrijk vinden, ieder met eigen accent. Als dat lukt, kun je met z'n allen op een kluitje zitten, zonder dat het vóélt alsof je met z'n allen op een kluitje zit. Het voelt dan als een enorm perspectief aan gewilde mogelijkheden, een voedingsbodem voor dat waar jij honger in

Dichtheid is dus niet per se hoogbouw, dat zou te simpel zijn. "De verticale stad van Le Corbusier is nooit spannend geworden." Via reken- en ontwerpmodellen kan de ontwerper tot allerlei vormen van stapelen en clusteren komen. In zijn boek beschrijft Uytenhaak de verschillende woonmilieus die dat op kan leveren. Zoals de stedelijke laagbouw in hoge dichtheid van BorneoSporenburg, waarbij woningvolumes volgens een lamellenstructuur zijn vervlochten. "De samenhang tussen de verschillende schillen rondom de woning bepaalt het karakter van de stad. De stratenstad wordt bepaald door straten en pleinen, de tuinstad door de tuin en parkstad door haar parken. Variëren in deze typen levert een verscheidenheid aan woonmilieus op." Een voorbeeld van een moderne tuinstad wordt gerealiseerd in Amsterdam-Noord, waar door compressie een hoge dichtheid aan woningen wordt gehaald in de vorm van

Bestuurders zeggen: 'We gaan hoog bouwen', maar we weten dat maar weinig mensen dat willen

hebt. Dat is het geheim van heterogene steden, ze hebben van oudsher een grote dichtheid, die een veelheid aan gebeurtenissen en activiteiten nabijbrengen en daar komt weer nieuwe energie uit." Uytenhaak zelf zoekt de oplossing in een verdere en slimme verdichting van de steden. "Verdichting is onontkoombaar met deze groeicijfers in ruimtebehoefte." Hij onderzocht de verhouding tussen de netto

stadsvilla's (één tot acht woningen onder één kap) terwijl het karakter van tuinstad domineert in de beleving. Het levert een tuinstad op van 75 woningen per hectare (vergelijk Vinex: gemiddeld veertig woningen per hectare). Het kost veel rekenwerk, maar het levert nieuwe vormen van verdichting op, die én een spannend stadsleven bieden én een prettige privésfeer in en rond de wo- »


ning. Uytenhaak: "Het draait om die diversiteit. Mijn stelling is dat door gemakzucht nu zoveel ruimte wegslibt. Terwijl in de historische steden iedere vierkante meter wel zeven keer werd omgedraaid! Dat moeten wij ook weer doen, we moeten meer controle krijgen over ons ruirntegebruik. We weten gewoon niet meer met z'n allen hoe het moet. Kijk naar de Nota Randstad 2040. Moeten we dan met z'n allen in hoogbouw gaan wonen aan een soort Central Park?" Paradox van volte en ruimte

Het geheim van de steden zit 'm in de paradox dat ondanks de volte er toch een gevoel van ruimte is voor haar bewoners en gebruikers. Die ruimte is niet altijd fysiek, zegt Uytenhaak. "De ruimte gaat ook over kansen geven. Kansen voor ontmoetingen,

Ook in de woningbouw moet je die diversiteit realiseren." Palet vergroten

Dat is het uitgangspunt waarmee Uytenhaak en zijn onderzoekers 'de techniek in zijn gedoken'. "Hoe regelen we dat dan?" Ze ontdekten negen wetten van dichtheid. Zoals de wet dat door stapelen de dichtheid niet lineair toeneemt: in eerste instantie gaat het snel, maar als je doorgaat vermindert de meeropbrengst. Uytenhaak: "Dat zie je bevestigd in de bestaande steden, die benutten heel uitgekiend dat eerste stapelen." Bij verdichten is het vooral zaak verdichting zowel in de breedte als in de hoog· te te zoeken, alleen de hoogte in of alleen de breedte in werkt niet optimaal. De rekenmodellen zijn belangrijk vindt Uyten-

'De ruimte gaat ook over kansen geven. Kansen voor ontmoetingen, voor activiteiten. De stad biedt een diversiteit aan mogelijkheden' voor activiteiten. De stad biedt een diversiteit aan mogelijkheden. Als je dat voelt, als je voelt hoe de stad is verknoopt met je leven, dan wil je in die stad wonen. Kijk maar naar veel jonge mensen. Die willen in de stad wonen omdat het ze biedt waar ze behoefte aan hebben. En dan nemen ze maar die bakfiets om hun kinderen weg te brengen, ze zijn daartoe bereid omdat er zoveel tegenover staat." De privésfeer moet wel in evenwicht zijn met de publieke sfeer. Als er tegenover de drukte 'buiten' een woning van 30 m' staat zonder balkon, dan haken mensen af en vertrekken ze naar elders en dat is jammer voor stad én land. "Het evenwicht in het privéareaal en de publieke ruimte zit nu vaak scheef. De mogelijkheden zijn onvoldoende onderzocht. Mijn adagium is dat dichtheid een fantastisch fenomeen is als het leidt tot een bruisende stad. Maar als de dichtheid als bedreigend wordt ervaren, als je je voelt afgekneld in het privédomein, dan slaat de balans door naar de andere kant. Je moet mensen óók privacy bieden, laten ademen. De dichtheid voelt niet beknellend als er diversiteit is, daar ben ik heilig van overtuigd. Dichtheid moet niet zijn als kippen in een legbatterij. Nogmaals, diversiteit is het sleutelwoord. Net zoals in het omgaan met mensen die an· ders zijn en leven dan jij, dan groei je zelf in je eigen identiteit. Daarom verkeren we graag met andere mensen. Maar dan moet je je eigen identiteit wel kunnen voelen, dan moet je je daarin niet afgekneld voelen.

haak, omdat je er mee afspraken kunt maken over wat voor soort gebieden je waar wilt bereiken. Zo creëer je diversiteit. "De kennis is nodig, je kunt gaan toetsen. De rekenmodellen leiden tot verschillende bebouwingspatronen. Zo kun je het palet vergroten. We vallen nu programmatisch zo

blematisch. De vraag is hoe we die weer met elkaar kunnen knopen en hoe tonen we de urgentie aan een breed publiek. Daar zit 'm weer dat knappe van Al Gore met z'n ijsbeer." Attractief

We moeten een genereuze stad maken, filosofeert Uytenhaak. "Een stad die attractief is, is voor de mensen die er wonen beter, én voor het landschap, én voor het klimaat. Nou ja, eigenlijk is die voor alles op aarde beter. Waarom dóén we dat dan niet?" Met zijn boek hoopt Uytenhaak oplossingen aan te reiken aan zowel ontwerpers als beslissers en opiniemakers. Ontwerpers kunnen de modellen concreet toepassen op ontwerpopgaven. Op de cover van het boek staat een afbeelding van een maquette van gestapelde en gedraaide 'doosjes'. Een kritische noot aan het slot van een bevlogen pleidooi: is dat nou niet weer een bevestiging van het beeld dat bij 'het publiek' leeft dat architecten vooral dol zijn op blokkendoosjes bouwen? De gestapelde blokkendoosjes refereren niet bepaald aan het beeld van de warme, genereuze en bruisende stad dat Uytenhaak schetst als ideaal. Rudy Uytenhaak: "In eerste instantie zijn wij bezig geweest met het maken van volumemodellen. Met als doel om de ruimtelijke kwaliteit dichter op de huid te komen. We willen die kwaliteit specifieker en concreter maken. Als je dicht op elkaar bouwt heb je bijvoorbeeld minder lichtinval in de benedenwoningen. Hoe los je dat op? Dat kun je berekenen. Door de toepassing van lichthoven, hoe lang moeten die dan zijn?

'Een stad die attractief is, is voor de mensen die er wonen beter, én voor het landschap, én voor het klimaat. Nou ja, eigenlijk is die voor alles op aarde beter. Waarom dóén we dat dan niet?'

vaak terug op wat we altijd al doen." Hij vindt het een cultureel probleem waar we in Nederland mee te maken hebben. Het verschil tussen enerzijds de expertise die in handen is van vakmensen en anderzijds de beleidsmakers en beslissers die de kennis niet hebben, waardoor de besluitvorming niet is aangetakt op de inhoud. Dat geldt niet alleen voor de RO, ook in onderwijs en zorg laat zich dit probleem zien. "De doorbloeding van besluitvormingsprocessen door de inhoud is in Nederland pro-

Door de eerste laag hoger te maken, hoe hoog dan? Het gaat er dus juist om het wooncomfort, de aantrekkelijkheid zo precies mogelijk te kunnen benaderen. Het beeld op de cover is dan misschien gewaagd, ja. Maar er schuilt ook een gevaar in het kiezen van specifiek project voor de cover, dat doet de diversiteit die ik voorsta geen recht. Ik vind de abstractie van de vormgeving, van binnen en buiten, daarom wel mooi. Maar het is misschien nog niet helemaal het ijsbeertje van Gore." ~~


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.