Rsgmagazine27

Page 1

TR

S LU UM NU MM

RSG

ER

MAGAZINE

27 Redactie - Hans Smorenburg - Beeldredactie - Ton Krabman

staan e b g i r Voorwoord a j 10 10-jarig bestaan Historie Fred Timmermans RSG r a a n t h c Lustrum Fietsto rmans Historie e m m i T d e Fr Interview De Levant is ndemleren a T ‘onze school’ FEEST Terugkijken rum t s u L Tandemleren komst e o t Orakel n Leerlinge Fietstocht langs ‘t water 1

November 2013 - NR 27 - Uitgave van RSG Slingerbos | Levant - E(mail) RSGmagazine@rsgsl.nl


RSG Magazine Voorwoord Een lustrumnummer, is er al weer iets te vieren dan? Jazeker, want op 1 augustus 2013 bestond de RSG Slingerbos|Levant al weer 10 jaar. Dat heuglijke feit hebben we gezamenlijk gevierd met een spetterend feest in Nunspeet. In dit nummer het verslag van dat feest, inclusief veel foto’s. Onze bestuurder, Inge Vaatstra, hield daar een inspirerend verhaal. Ook dat verhaal is hier te lezen. Fred Timmermans, algemeen directeur ten tijde van de fusie, vertelt nog eens uitgebreid hoe dat fusieproces in zijn werk ging. De kant van de Levant wordt belicht in een interview met Ernst Louwman en Louise Conradie. Zij maken met z’n tweetjes deel uit van een zestal dat vanaf dag één op De Levant werkzaam is geweest. Ook onze bestuurder is onderdeel van dat zestal. Tenslotte komen ook nog 3 leerlingen aan het woord over hun overstap van de Levant naar het Slingerbos. Ook voor degenen met historische belangstelling is er wat te lezen in dit nummer: een korte geschiedenis van de Rijks-HBS tot onze huidige school is onderdeel van dit nummer. Van meer recente datum zijn de foto’s van het vorige lustrumfeest, dat we met de hele school in Den Haag hebben gevierd. Internationaliseringscoördinator Irene Groen vertelt iets over een zeer succesvol samenwerkingsproject van beide locaties, het zogenaamde tandemleren. Biologiedocent Ronald Langstraat fietst elke dag op en neer tussen Harderwijk en Zeewolde. Zijn belevenissen en foto’s deelt hij met ons. Rink Oord dagdroomt over de iets verdere toekomst van de RSG: hoe ziet de school er over 15 jaar uit? Veel leesplezier!

B E S T E βurghers

In deze speciale uitgave een terugblik op 10 jaar RSG SLINGERBOS | LEVANT

Hans Smorenburg

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

2


10 JUBILEUM 10

Toespraak in het kader van 10 jaar

Een korte terugblik

RSG Slingerbos l Levant

Het vieren van een lustrum is een mooie aanleiding om terug te blikken maar ik wil deze gelegenheid ook aangrijpen om vooruit te kijken. De terugblik is vooral verhelderend voor de grote groep nieuwe collega’s die de afgelopen jaren op De RSG zijn komen werken en de geschiedenis nog niet kennen.

In 2001 startte de eerste toenadering van RSG Slingerbos, een gerenommeerde scholengemeenschap voor mavo/havo/vwo en tto richting De Levant, een onderbouwlocatie voor havo en vwo en een volwaardige mavo, in Zeewolde. De RSG werd toen nog geleid door rector Rob Murris. Geen eenvoudig proces. In Harderwijk zat niemand te wachten op een school in Zeewolde en in Zeewolde wilde de pioniersschool erg graag zelfstandig blijven ondanks het feit dat het laatste geen haalbare kaart was omdat alleen een mavo op het plan van scholen stond en de onderbouw voor havo en vwo ook werd aangeboden. In Harderwijk werd het steeds lastiger om een goede brede bovenbouw te organiseren omdat het aanbieden van 4 profielen met de mogelijkheid tot diverse keuzevakken een groter aantal leerlingen vroeg dan dat we op dat moment hadden. De locatie Slingerbos huisvestte op dat moment 1192 leerlingen en in Zeewolde waren dat er zo’n 440. RSG MAGAZINE - 27 | 2013

3


RSG SLINGERBOS

Een etentje met het eerste team van de Levant Eind 2001 nam Fred Timmermans het stokje over van Rob Murris, de onderhandelingen over samenwerking gingen verder en leidden in 2003 tot een volwaardige fusie. RSG Slingerbos l Levant was een feit. In ieder geval op papier. Maar dan de praktijk……… In de jaren daarna is er hard gewerkt aan de eenwording van de school. Met daarbij oog voor de verschillende posities van de locaties en de verschillende culturen op de scholen. Immers de ene locatie staat op het ‘oude’ land en de andere op het ‘nieuwe’ land. Een wereld van verschil….. Inmiddels durf ik te zeggen dat we door de jaren heen op een goede manier van elkaar geleerd hebben en dat de fusie ons, naast de extra inzet van iedereen, ook veel gebracht heeft. Waar blijkt dat allemaal uit? Er wordt in alle lagen van de school met elkaar samengewerkt: onderwijsondersteuners, docenten, secties, directie, management en niet te vergeten de leerlingen!!! We hebben gezamenlijk een enorme groei qua instroom van leerlingen doorgemaakt: In Harderwijk zijn inmiddels 1700 leerlingen en in Zeewolde 665. Er zijn een kleine 700 leerlingen bijgekomen in 10 jaar tijd. De afgelopen

5 jaar is er een groei gerealiseerd van 46%. Het aanbieden van de profileringen Tweetalig onderwijs, Technasium, en sport hebben daar aan bijgedragen maar ook het gezamenlijk uitdragen van de missie van De RSG: Binden, Boeien, Groeien. De kwaliteitsmetingen laten op beide locaties nog steeds een stijgende lijn zien. Locatie Levant hoorde afgelopen jaar bij de kleine groep Excellente scholen in Nederland. Daarnaast laten ook de andere afdelingen goede resultaten zien. Het recent afgenomen tevredenheidsonderzoek onder leerlingen en ouders stemt ons gerust. We scoren een 7,4; ook daar weinig verschil tussen beide locaties! Bij deze zeg ik jullie alvast toe dat komend schooljaar ook de docenten weer meegenomen zullen worden in het tevredenheidsonderzoek. Vrijwel alle leerlingen in leerjaar 3 van De Levant stromen door naar de bovenbouw in Harderwijk ( dit was niet vanzelfsprekend) waardoor de bovenbouw met al zijn mogelijkheden betaalbaar blijft. Financieel zijn we een gezonde school en met de inzet van de juiste middelen zijn we

momenteel in staat om locatie Slingerbos volledig te renoveren en qua onderwijs vierkante meters uit te breiden. Wat hard nodig is omdat we krap zitten in het gebouw maar ook omdat het onderwijs dat we willen vorm geven anno 2013 een andere inrichting van het gebouw vraagt. Meer flexibiliteit in ruimte en tijd is nodig en gewenst! Er is binnen de structuur waar we in werken veel ruimte voor initiatieven zoals: de digitale ontwikkeling (alle brugklassers werken inmiddels met een Ipad), het ontwikkelen van het vak science, het doen van onderzoek naar de motivatie van leerlingen, het investeren in opleidingen en Mastertrajecten en het ontwikkelen van LOB . Afgelopen zomer is er een mooi project in het VWO afgerond: ‘Leren met Talent!’ Ton Krabman heeft daar een mooie documentaire over gemaakt. Een geweldig resultaat! Jullie gaan die film komend jaar ongetwijfeld zien. Een van de risico’s is dat we aan ons eigen succes ten onder gaan. Groei vraagt een extra inzet van iedereen in de school. Er is en wordt hard gewerkt en we leggen met elkaar de lat hoog.

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

4


RSG LEVANT

Elkaar uitdagen en stimuleren en daarmee de leerlingen is eerder gemeengoed dan uitzondering. Daarbij oog houdend voor elkaar is uitermate belangrijk.

tie en planning, kwaliteit, PR, administratie en telefoon) ter ondersteuning ingericht die ervoor moeten zorgen dat het onderwijs op een goede manier vorm kan krijgen.

10 jaar RSG Slingerbos l Levant : een vooruitblik.

Waar zitten de grootste risico’s op de langere termijn? Scholen komen meer en meer onder druk te staan: Om te beginnen door de zogenaamde regulatieve druk die ontstaat als gevolg van wet- en regelgeving. Voor het gehele onderwijs is de onbetrouwbaarheid van onze overheid lastig om rekening mee te houden. Iedere 4 jaar moeten we afwachten welke interventies de minister of staatssecretaris nodig acht voor het onderwijs. Financieel is het al een paar jaar spannend, al lijkt het erop dat in het huidige onderwijsakkoord meer financiële ruimte zit voor de scholen. Dan is er ook nog de normatieve druk, deze ontstaat als gevolg van maatschappelijke opvattingen over wat goed onderwijs is. Er worden veel verwachtingen op het onderwijs geprojecteerd en deze zijn vaak niet eenduidig. Tot slot de druk die ontstaat door externe maatschappelijke trends als individualisering, internationalisering, informalisering, informatisering, intensivering en niet te vergeten de juridisering!

De komende twee jaar zal met name in Harderwijk in het teken staan van de verbouwing. Ook Zeewolde zal dat merken. De roosters worden strakker ingezet, de werk- en lestijden worden meer nog dan voorheen over de hele dag uitgespreid en we moeten dealen met meer onzekerheden op korte termijn: lokaal, middelen, uren etc…. Maar ook met onzekerheden op langere termijn. ‘Hoe geef ik straks in het nieuwe of vernieuwde gebouw mijn onderwijs vorm’? Overigens volstrekt legitiem. Ik hoop en heb ook het vertrouwen dat we met elkaar op een professionele manier steeds naar oplossingen blijven zoeken. Gezien het enorme vertrouwen dat ouders en leerlingen in de RSG hebben zijn we verplicht ons met name te focussen op de interne kwaliteit van ons onderwijs. Het accent moet daarbij liggen op het primaire proces waarbij de docent wat mij betreft de sleutel is als het gaat om leren en leeropbrengsten in de klas. Daaromheen hebben we een aantal diensten (conciërges, financiën, personeel en organisatie, formaRSG MAGAZINE - 26 | 2013

Binnen scholen moet steeds opnieuw gezocht worden naar nieuwe omgangscodes tussen leerlingen en docenten. Innovaties en veranderingen zijn nodig om het onderwijs aan te laten sluiten bij ontwikkelingen in de samenleving. Dit vraagt leiderschap (van iedereen) maar ook lef! Wij, het onderwijsveld, moeten onze deskundigheid organiseren en tonen. Wij hebben te maken met een grote, tikkeltje onnatuurlijke groei. De verwachting is dat de scholen om ons heen zich zullen herstellen en daarmee zal er met name in de gemeente Harderwijk een beter evenwicht ontstaan. Het is goed om in kaart te brengen waar de risico’s zitten om vervolgens vanuit onze eigen kracht de uitdagingen aan te gaan. Onze eigen koers varen en ons daarbij richten op de kwaliteit van ons onderwijs is het allerbelangrijkst. Tot slot wil ik graag iedereen uitnodigen om het gesprek over onderwijs met mij aan te blijven gaan. Het houdt mij scherp en ik ga de dialoog graag aan. Samen staan we voor mooi onderwijs op De RSG. De deur staat open!

Inge Vaatstra bestuurder

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

5


2007

BI

NDEN

GR

BO

N E I E

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

6

OEIEN


GESCHIEDENIS Historie Aan het ontstaan van RSG Slingerbos gaat een lange geschiedenis vooraf. De eerste poging om openbaar onderwijs in Harderwijk te realiseren dateert al van 1883. Die poging was echter vergeefs. Vanaf 1902 worden nieuwe pogingen ondernomen die in 1919 in het nadeel van het openbaar onderwijs worden beslist. Het duurt uiteindelijk tot 1960 voordat er weer een initiatief wordt ontplooid om te komen tot openbaar onderwijs. Die poging leidt in 1966, volkomen onverwacht na jarenlange afwijzingen, tot de opening van een dependance van de Rijks HBS te Amersfoort op 23 augustus 1966. Het eerste team bestaat uit de (latere) rector en maar liefst acht docenten. In het najaar van 1968 betrekt de school een noodvoorziening aan de Eisenhowerlaan. De HBS gaat als gevolg van de Mammoetwet op in een HAVO en Atheneum, en in 1970 komt er een MAVO–afdeling bij door fusie met de Linnaeus MAVO. In de zeventiger jaren blijft de school gestaag doorgroeien en komen er telkens (nood)lokalen bij, maar de behoefte aan een permanente huisvesting blijft. In 1977 komen we, o.a. door de steun van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, eindelijk op de urgentielijst te staan, en zelfs dan duurt het nog tot 1986 voordat de nieuwbouw in gebruik kan worden genomen. Op dat moment heeft de school al meer dan 1000 leerlingen.

De eerste rector, Schuur, gaat met pensioen op het moment dat de nieuwbouw in gebruik wordt genomen. Rob Murris is zijn opvolger. Het gebouw is op dat moment eigenlijk al te klein: het is berekend op 925 leerlingen terwijl we er ruim 1100 hebben. Aan de andere kant van het sportveld staat bovendien nog een houten dependance. In de loop der jaren wordt het gebouw verschillende malen uitgebreid: in eerste instantie worden “de vleugels” verlengd, dat zijn de huidige lokalen 49 t/m 52 en 149 t/m 152. Daarna wordt er aan de voorzijde een technieklokaal aangebouwd (inmiddels al weer opgegaan in het Technasium), wordt er een extra kantine gebouwd (nog steeds bekend onder de naam: nieuwe kantine) en uiteindelijk worden beide vleugels aan elkaar verbonden (de beide gangen aan de sportveldkant). Tot slot kan ook de dependance op het sportveld dan verdwijnen. Inmiddels is de school dan overgedragen van het Rijk aan de gemeente, waarmee de gemeenteraad het bevoegd gezag vormt, en in tweede instantie aan een bestuurscommissie die de bestuurlijke verantwoordelijk daarmee overneemt van de gemeente. Het is dan 1995 en de school is daarmee een stichting geworden. De R in RSG staat nu niet meer voor Rijks maar voor Regionale. In 1997 start RSG ’t Slingerbos als eerste school op de Veluwe met een tweetalige afdeling. In 2003 wordt de school door het Europees plat-

form officieel gecertificeerd als TTO-school. In het begin van dit millennium beginnen tevens de gesprekken met De Levant, die als zelfstandige school onder de vleugels van het Oostvaarderscollege in Zeewolde opereert. Aanvankelijk voelt “het oude land” niet veel voor een fusie met de school uit Zeewolde, maar politiek blijft uiteindelijk maar één optie over: RSG ’t Slingerbos en de Levant gaan samen op in de fusieschool RSG Slingerbos|Levant. Fred Timmermans heeft dan inmiddels het stokje overgenomen van Rob Murris, aanvankelijk als algemeen directeur en later als professioneel bestuurder. Op dit moment bestaat die school al weer meer dan 10 jaar. In die tijd is het tweetalig onderwijs ook tot in Zeewolde uitgebreid, zijn we met sportklassen gestart, hebben we een prachtig geoutilleerd Technasium en is het leerlingenaantal gegroeid tot bijna 2400, veel meer dan waarop tijdens de fusie werd gerekend. In het voorjaar van 2013 werd Fred Timmermans als bestuurder opgevolgd door Inge Vaatstra. De twee fusiescholen zijn echt tot één nieuwe gezamenlijke school uitgegroeid. Qua prestaties is de school in de regio leidend geworden. Het gebouw in Harderwijk wordt voor de zoveelste keer verbouwd, nu behoorlijk ingrijpend. De school wordt daarmee aangepast aan de eisen die deze tijd stelt, en wordt daarmee nog aantrekkelijker. Hans Smorenburg

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

7


FRED ‘Ik ben een enorme geluksvogel geweest’ Fred Timmermans is bij uitstek de belichaming van het hele fusieproces. In iets meer dan een jaar tijd, net na zijn aantreden, rondde hij de fusie af. Dit gesprek gaat over die fusie, maar omdat Fred inmiddels is vertrokken en een andere baan heeft aanvaard, heeft het gesprek toch ook wel een persoonlijk tintje, waarbij Fred terugkijkt op zijn periode bij de RSG (ruim 10 jaar), aanvankelijk als algemeen directeur, en later als bestuurder. Wat voor situatie trof je aan bij je start in Harderwijk? Toen ik begon bij RSG ’t Slingerbos lag er een voornemen tot fusie. Er lag een rapport van een adviesbureau. Het Oostvaarderscollege (OVC) wilde van de Levant af, want van de politiek mocht De Levant niet een formele neven-

vestiging van het OVC worden. In Harderwijk was er in de periode daaraan voorafgaand door de scholen uit Harderwijk verzet aangetekend tegen het vestigen van een nieuwe school in Zeewolde. Toch bleef er na de uitspraak van de minister maar één logische mogelijkheid over: De Levant, die openbaar was, moest samengaan met het Slingerbos, immers de enige openbare school in de regio. Door het verzet vanuit Harderwijk, waarbij mijn voorganger het voortouw had genomen, was de fusie dus van meet af aan een proces dat contre coeur plaatsvond. Overigens van beide zijden. Er was een aantal stuurgroepen opgericht om het hele proces in goede banen te leiden. Het adviesbureau had zichzelf benoemd als voorzitter. Eén van de eerste dingen die ik heb gedaan is dat bureau naar huis sturen. Er was een werkgroep financiën, maar er waren helemaal geen financiën, daar ging de gemeente over. Er was een werkgroep personeel, maar ik heb meteen gezegd dat ik iedereen een onbeperkte werkgelegenheidsgarantie zou bieden. Op dat moment gingen we er namelijk vanuit dat het moeilijk zou blijken in de nabije toekomst voldoende personeel te vinden. Het enige dat naar mijn mening wel zin had was de werkgroep onderwijs: onderwijskundig moesten die twee scholen natuurlijk wel in elkaar worden geschoven. Hoe verliepen die gesprekken tussen de twee scholen? Niemand durfde te zeggen dat het eigenlijk niet om een fusie ging, maar om een overname. Als Albert Heijn de kruidenier om de

hoek overneemt, dan spreek je toch ook niet over een fusie? Ik heb gezegd: laten we erkennen dat we niet gelijk zijn, maar wel gelijkwaardig. In het eerste gesprek waar ikzelf bij was, trof ik de rector van het Oostvaarderscollege aan. Toen werd mij ook pas duidelijk dat ik geen zaken diende te doen met de directeur van De Levant, maar met hem. Meteen na die bijeenkomst ben ik doorgereden naar het gemeentehuis. Ik heb daar toen met de wethouder afgesproken dat ik, en niet meer de rector van het OVC, het mandaat namens de gemeente Zeewolde kreeg om te onderhandelen met het Slingerbos over de fusie. Ik vond namelijk dat je pas met een nieuwe partner kunt samengaan als je eerst je vorige verloving hebt verbroken. Toen ontstond in feite de vreemde situatie dat ik met mezelf onderhandelde: op persoonlijke titel had ik het mandaat van de gemeente Zeewolde, maar ik was tegelijkertijd ook rector van het Slingerbos. Ik heb, bij wijze van spreken, heel wat uren met mezelf in de auto zitten overleggen. Van de gemeente Zeewolde hebben we een bruidsschat meegekregen, dat is heel gebruikelijk in zo’n situatie. Daarnaast hebben we het gebouw van de gemeente Zeewolde overgenomen. Met de bonden heb ik overleg gevoerd over de werkgelegenheid: ik heb aangeboden om iedereen per 1 augustus een onbeperkte werkgelegenheidsgarantie te bieden, maar dat wel met de mogelijkheid om alle werknemers op beide locaties in te zetten. De bonden gingen daar direct mee akkoord. Al met al was de hele fusieoperatie in technische zin geen ingewikkeld proces.

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

88


TIMMERMANS Wat was voor beide partijen nu feitelijk het belang van de fusie? Ik zag het belang van De Levant als vooruitgeschoven post in de polder voor het Slingerbos meteen. Op het moment voor de fusie had het Slingerbos zo’n 1200 leerlingen, waarvan toen al een flink aantal uit Zeewolde kwam. Als De Levant met een andere school was samengegaan, dan waren we een deel van die 1200 leerlingen ook kwijtgeraakt. Door de fusie met de Levant en door de latere groei zijn we in staat geweest om met name in de bovenbouw een breed aanbod neer te leggen. De Levant had ook wel degelijk een belang: omdat de school aanvankelijk alleen als zelfstandige mavo mocht beginnen, zaten ze in hun maag met de havo/vwo leerlingen. Ik heb aangegeven dat we zouden streven naar een volwaardige onderbouw in Zeewolde. Tijdens een gemeenteraadsvergadering in Zeewolde eiste men de garantie op een derde klas: toen heb ik gedreigd op te stappen, met pers op de tribune. Maar men riep toen meteen:” nee, komt u terug komt u terug.” In het begin waren er eigenlijk twee problemen: de Levant draaide op dat moment niet zo lekker, in het jaar voor de fusie waren er maar 100 aanmeldingen. En in de tweede plaats moest het weglekken van leerlingen na het tweede leerjaar worden gestopt. Die leerlingen, die voor havo of vwo hadden gekozen, moesten immers naar Harderwijk voor het vervolgtraject. Hoe verliep de samenwerking in de eerste fase? Het echte probleem begon eigenlijk pas na de fusie: hoe schuif je twee scholen die zich in een heel verschillende stadium bevinden, in elkaar? In Zeewolde was er sprake van een pioniersfase, en in Harderwijk bevond de school zich zoals je dat noemt in fase 3 of 4, een doorontwikkelde organisatiefase waar naast veel ervaring ook her en der behoudzucht was te bespeuren. In Zeewolde had men, niet helemaal terecht, wel erg veel last van het Calimero-gevoel, terwijl in Harderwijk de eerstegraders niet a priori vertrouwen hadden in hun collega’s die in Zeewolde de onderbouw bemanden. Ik heb weleens gezegd: als je de bevlogenheid van de docenten uit Zeewolde kon combineren met de kwaliteit van hun

collega’s uit Harderwijk, dan heb je een topschool. Overigens hebben wij ook fouten gemaakt: in het begin dachten we dat we bijeenkomsten met het hele personeel moesten beleggen om de integratie een handje te helpen. Inmiddels weten we dat het zo allemaal niet werkt, je kunt dat niet van boven afdwingen. Mensen moeten elkaar op sectieniveau gaan ontmoeten, en daar moet het gesprek worden gevoerd. En uiteindelijk komt het dan wel goed. Om na de fusie een nieuwe start te kunnen maken, werd er al snel een nieuwe directeur in de persoon van Olaf Budde werd benoemd. Om verzekerd te zijn van de steun van de hele locatie, hebben we die procedure uiterst zorgvuldig doorlopen. Hoe kijk je terug op het hele proces van de fusie? Ik ben er trots op dat er in Zeewolde een mooie school staat, en dat het aanbod onlangs ook nog is uitgebreid met beroepsonderswijs (De Oriënt). Overigens heb ik voor alles wat we hebben gedaan voor de gemeente Zeewolde nooit één enkel bedankje ontvangen. Bij mijn afscheid hebben ze zelfs compleet verstek laten gaan. Ik ben er ook trots op dat de RSG, met het hele verhaal over de doorcentralisatie erbij, een zo sterke speler in de regio is geworden. Een regio, die toch lang heeft moeten wennen aan Openbaar Onderwijs. Een bestuurder van het CCNV zei eens, tijdens een felle discussie over huisvesting, in de gemeenteraad van Harderwijk: ”het kan toch niet zo zijn dat het christelijk onderwijs uit Harderwijk verdwijnt!”. Hoewel ik groot voorstander ben van pluriformiteit en dus ook vind dat zoiets niet kan, heb ik wel uitgelegd dat de feitelijke situatie is dat wettelijk gezien alleen het openbaar onderwijs niet kan verdwijnen. De relatie met de gemeente Harderwijk is sinds het hele dossier over doordecentralisatie uitstekend.

bij de RSG Slingerbos|Levant? Kijk, je zit natuurlijk op zo’n plek omdat je van nature dominant bent. Desondanks moet je zelf het tegenwicht organiseren, om daar vervolgens de strijd mee aan te gaan. Wel om ‘m te winnen, vanzelfsprekend. Ik ben een enorme geluksvogel geweest: de dingen die in mijn leven voorbij zijn gekomen, pasten steeds goed bij de fase waarin ik verkeerde. Hoe vaak ik het ook heb gedaan en hoe leuk ik het ook vond: ik moet er toch nu niet meer aan denken om allerlei leerlingenreisjes te gaan organiseren. Daarom heb ik ook grote bewondering voor mensen van mijn leeftijd die nog steeds bevlogen voor de klas staan. Op één van mijn vorige scholen was een uitstekende docent Nederlands. In die tijd dachten we nog dat je zo iemand in de schoolleiding moest halen. Toen we hem dat voorstelden, keek hij ons aan of we hem een oneerbaar voorstel deden. Als bestuurder moet je nooit ergens te lang blijven zitten: je moet in staat zijn om je eigen tegenspraak te organiseren. Die hele fusie, en de school die er uiteindelijk door is ontstaan, is natuurlijk mijn kindje. Op het laatst werd het voor mensen moeilijk om tegenspraak te geven. Ik kende de mensen uiteraard ook heel goed, zat er dicht op. In mijn nieuwe baan is de afstand veel groter, daardoor kan ik een dossier veel zakelijker benaderen. Hans Smorenburg

Hoe kijk je terug op je periode RSG MAGAZINE - 27 | 2013

9


LUSTRUM

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

10


ACTIVITEITEN

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

11


De Levant De Le va nt is ‘o nz e sc ho ol ’

In het kader van het 10-jarig bestaan van RSG

fusie. Hoe kijken zij terug op die afgelopen 14

Slingerbos | Levant sprak ik met twee mensen

jaar?

van het eerste uur van de RSG | Levant, (hoofd)

Hoe is het allemaal zo begonnen? E: Vanuit de bewoners was er vanaf het begin de wens om een zelfstandige VO-school in de gemeente te krijgen, de gemeente Zeewolde ondersteunde die wens van harte. Toch lukte het niet om van de minister toestemming te krijgen een school te stichten. Uiteindelijk is dat via een maas in de wet toch gelukt: er mocht een zelfstandige mavo komen. De gemeente heeft toen de hulp van het Oostvaarderscollege (OVC) ingeroepen omdat ze zelf niet voldoende expertise bezat. Wij werden toen een nevenvestiging van het OVC. Overigens werd er toen vanuit Harderwijk door de toenmalige rector van het Slingerbos, namens de scholen uit Harderwijk, al tegengas gegeven. L: Ik werkte als secretaresse van de financieel directeur van het OVC en hoorde zo van de plannen in Zeewolde. Ik heb toen zelf aangegeven daar graag heen te willen. Ik wilde wel weg van de grote school die het OVC toen

conciërge Ernst Louwman en administratief medewerkster Louise Conradie. Samen met Anne-Marie Amsing, Tanja Hofland, Marielle Büller en Inge Vaatstra waren zij vanaf de eerste dag betrokken bij de Levant. Vanaf 1 augustus 1999 bij De Levant (toen nog onderdeel van het Oostvaarderscollege), en vanaf 1 augustus 2003 bij de fusieschool RSG Slingerbos|Levant. Samen hebben zij de spannende beginfase meegemaakt, en later de

was. Op dezelfde manier was ik ooit ook bij het OVC begonnen. Ik werkte in het Gooi, toen daar door een fusie van een aantal scholen het OVC werd gesticht en verhuisde naar het OVC. Ook daar heb ik dus de begintijd meegemaakt. E: Ik was met mijn jongste dochter op een open dag van het OVC in Almere en raakte in gesprek met de financieel directeur. In dat gesprek riep hij me op gewoon te solliciteren als ik graag conciërge van de Levant wilde worden. Dat heb ik gedaan en na een gesprek van 5 minuten stond ik weer buiten en had ik de baan. Op dat moment was ik rij-instructeur in mijn eigen rijschool en wilde ik weleens wat anders. Hoe verliep de start van de nieuwe school in 1999? L: Het was erg spannend om gezamenlijk aan zo’n nieuwe klus te beginnen. We hadden in het eerste jaar meteen 192 leerlingen. Er was een team van jonge enthousiaste docenten die gezamenlijk de schouders eronder wilde zetten. Voordat de school begon hadden we met dat hele team en de directeur, Angela Zandvliet, een gezamenlijke bijeenkomst op het gemeentehuis van Zeewolde. Van het OVC hadden we alles: van de informatieboekjes RSG MAGAZINE - 27 | 2013

12


is ‘onze school’ tot het schoolwerkplan, bovendien regelden zij de financiën. Hier deed ik de leerlingenadministratie en de secretariële werkzaamheden voor Angela. Er heerste een echte pioniersmentaliteit: ik herinner me nog dat Ernst en Jan Kundersma (concierge van het OVC) en ik op de dag voor de start van de lessen alle tafels en stoelen, die toen pas werden geleverd, naar binnen hebben gebracht en op hun plaats in de lokalen hebben gezet. E: we zaten in de begintijd in een noodgebouw, of zoals dat heet “semi-permanente” huisvesting. Het was nog even heel spannend voordat we zouden beginnen: de palen die al klaar lagen voor het gebouw werden weer weggehaald. Uiteindelijk is het goed gekomen maar we zijn dat eerste jaar wel twee weken later gestart. Omdat met name de ouders deze school zo graag hadden gewild, hadden we ook veel krediet bij de ouders. Zij begrepen dat we vanaf nul moesten beginnen. Soms was de betrokkenheid van ouders ook te groot en was het moeilijk hen duidelijk te maken dat niet zij degenen waren die de school leidden. Eén keer heb ik zelfs een ouder letterlijk buiten de deur moeten zetten. L: De aanleverende basscholen waren in de begintijd niet enthousiast. Zij hadden inmiddels een goede relatie opgebouwd met de scholen op het “oude land” en moesten nu noodgedwongen met ons gaan samenwerken. Zij stelden zich afstandelijk op. De leerlingen die bij ons binnenkwamen waren van allerlei niveaus: van LWOO tot VWO. Hebben jullie met z’n zessen, als gezamenlijke pioniers, nog een speciale onderlinge band? L: Ja, als ik die mensen zie, heb ik nog steeds het gevoel dat het “onze school” is. E: De Levant is nog steeds heel erg “onze school”, en daar moet iedereen met zijn vingers afblijven! Wij zijn de mensen die al die tijd hier al waren. In diezelfde tijd zijn er heel veel wisselingen in de schoolleiding geweest. Wij zorgen er wel voor dat de school gewoon doordraait, wie er toevallig op dat moment nu directeur is, maakt niet zoveel uit. Hoe hebben jullie de fusie beleefd? Vond je het moeilijk? Wat waren de tegenstellingen tussen de scholen? L: Persoonlijk vond ik het wel moeilijk. De zekerheid van het OVC, waar alles goed was geregeld, viel weg. Ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Ook de ouders zaten niet te wachten op een fusie met het Slingerbos. Ik herinner me

nog een ouderavond, die door Paulien Bulthuis (toenmalige sectordirecteur onderbouw, HS) werd voorgezeten, met hele kritische ouders. Geen gemakkelijke avond. E: Met het OOP ging het meteen goed. In de secties is er echter hevige strijd gevoerd over de afstemming op onderwijskundig niveau. Voor de mensen van de Levant was het lastig dat de fusie niet een gelijkwaardige was. Alleen al getalsmatig was het Slingerbos zwaar in de meerderheid. Bovendien hadden wij geen bovenbouw. De bewonerscultuur in Harderwijk en Zeewolde verschilt daarnaast ook nog sterk van elkaar. De ouders uit Zeewolde zijn veeleisend en nemen het snel voor hun eigen kinderen op. Hoe is het uiteindelijk resultaat van de fusie volgens jullie geworden? E: We zijn in de afgelopen 10 jaar enorm naar elkaar toegegroeid. Het Slingerbos heeft ook dingen van ons overgenomen. De enige strijd die we nu nog voeren gaat om de examenresultaten. Elk jaar willen wij het beter doen dan de mavo in Harderwijk! Het is grappig dat in de begintijd soms docenten hier werden geparachuteerd: ze wilden hier niet naar toe maar ze moesten. Na een aantal maanden wilden ze dan niet meer terug, zo goed hadden ze het hier naar hun zin. L: We zijn wel echt één school geworden, hoewel ik zelf nog wel vaak spreek over “jullie” als ik het over het Slingerbos heb. Het feit dat je in twee verschillende gebouwen zit, die bovendien een flink stuk van elkaar staan, geeft door die afstand toch dat gevoel. En alle belangrijke beslissingen worden natuurlijk daar genomen. We zijn een goede school geworden: de resultaten zijn goed, de zorg en de begeleiding is goed. Met name dat laatste is iets waar De Levant in uitblinkt. Toch zit daar ook een schaduwzijde aan: soms zijn we wellicht iets te betuttelend, en houden we onze leerlingen wat te veel de hand boven het hoofd. Is er eigenlijk een speciale rol voor een OOP-er weggelegd? Wat is er veranderd in jullie werk? L: Ik vind zelf een conciërge echt onmisbaar. Je moet als OOP-er overal verstand van hebben en op iedere vraag een antwoord paraat hebben. Mijn werk is wel veranderd door de jaren heen: de directie doet door

de toegenomen digitalisering veel meer zelf dan vroeger. De leerlingenadministratie is door de groei natuurlijk wel omvangrijker geworden. E: Dat ben ik wel met Louise eens. Er is vanzelfsprekend ook veel meer werk bijgekomen door de groei. Er zijn veel meer docenten en leerlingen dan vroeger. Ik vind het belangrijk dat iedereen alles kan komen vragen, wat mij betreft bestaan er geen domme vragen. Dat zei ik als rij-instructeur ook tegen mijn leerlingen. Als je van mij wilt weten waarom dat stoplicht groen is, dan krijg je van mij een antwoord. Verder moet je niet vergeten dat de maatschappij verandert, en dus verandert de school mee. L: Wat dat betreft verlang ik weleens naar wat meer stabiliteit, bijv. een jaar geen grote, nieuwe veranderingen, maar ons alleen toeleggen op het verbeteren van de dingen die we doen? Hoe zien jullie de toekomst van de school? Hoe staan we er bij ons volgende lustrum voor? L: Dat lustrum maken we allebei niet meer mee als personeelslid, ik moet nog ruim 3 jaar en Ernst nog 4 jaar. Ik hoop dat de RSG dan nog steeds een van de betere scholen is en dat alle vernieuwingen waar we nu mee bezig zijn, uitgegroeid zijn tot een succes. E: Ik hoop dat de crisis niet te lang duurt en dat Zeewolde als dorp weer kan gaan groeien. De groei staat nu stil, en als de basisscholen terug gaan lopen dan verliezen wij ook leerlingen. Ik hoop echter dat we nog door kunnen groeien naar zo’n 1000 leerlingen, nog een vleugel kunnen bijbouwen, en dat we wellicht hier ook een bovenbouw havo kunnen realiseren. Maar ik denk dat wij dat niet meer mee gaan maken. Bij het volgende lustrum hoop ik als oud-personeelslid nog wel aanwezig te zijn, ik schuifel dan met mijn rollator zo naar binnen… Hans Smorenburg

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

13


Lu s tr u m f eest Lustrumfeest Dit jaar is de fusie tussen RSG Slingerbos Harderwijk en Levant Zeewolde alweer 10 jaar geleden. Dit lustrum hebben wij met zijn allen gevierd op donderdag 12 september 2013. Van alle personeelsleden van beide vestigingen hebben er ruim 200 gehoor gegeven aan de uitnodiging om een gezellige middag/avond mee te maken bij party boerderij ‘t Hoge in Nunspeet. Daar werd iedereen om half vijf verwacht, waarna Inge Vaatstra , als voorzitter van de Raad van Bestuur, het openingswoord (zie ook elders in dit nummer) sprak. Daarna kon iedereen geheel vrijblijvend genieten van allerlei activiteiten. Zo kon er gereden worden op Segways, in de schuur waren boeren western games en in de boerderij kon men laser schieten. Ook konden we genieten van het grillbuffet in de feesttent, allerlei lekkere hapjes in de boerderij en van rookspecialiteiten op het rookplein. Het mooie van deze avond was de ongedwongen sfeer; alles mocht, niets hoefde.

SEGWAYS

Met name de waren in trek bij de collega’s. Ook in de boeren western schuur hing een gezellige sfeer. Het weer was die avond echt top. We konden de hele avond buiten zitten en onder het genot van een hapje en een drankje lekker bijkletsen met elkaar. De avond werd afgesloten met de prijsuitreiking van de boeren-westerngames.

S E M

Het was al met al een erg geslaagde avond. Iedereen was enthousiast. Op naar de volgende 10 jaar! Klaas Otten

A G N

E R E

BO

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

14


te r u gk i j ken

We kijken straks heel positief op onze schoolperiode terug Ook de zijde van de leerlingen moet uiteraard belicht worden. Daarom spreek ik met 3 leerlingen uit 6VWO, die hun carrière startten op de Levant. Zij zaten bovendien in de eerste lichting tweetalige leerlingen die vanaf klas 1 op de Levant Engelstalig zijn geschoold. Het zijn Gerdy Beelen, Manouk Steijn en Vivian Fafié. Ze zijn zo positief over de school, dat het lastig is om ze een negatieve uitspraak te ontlokken. Toch ben ik vooral benieuwd naar de ervaringen van leerlingen die een aantal jaren na de fusie de school zijn binnengekomen. Hebben zij eigenlijk nog iets gemerkt van de fusie? Omdat de drie meiden elkaar voortdurend aanvullen en door elkaar heen praten, is het lastig om aan te geven wie wat zegt. Ik heb daarom gekozen voor een doorlopende monoloog, waar alle drie aan hebben bijgedragen. Wij hebben gekozen voor De Levant omdat het lekker dichtbij was, kleinschalig. We zijn nog wel naar andere scholen toe geweest, maar eigenlijk stond al vast dat het De Levant zou worden. De Levant stond goed bekend in het dorp. Het is er niet zo groot, iedereen kent elkaar en er hangt een goede sfeer. Het gebouw is bovendien mooi. Iedereen gaat met elkaar om, je had er nooit ruzie of zo. Op het Slingerbos komen we nu in 6VWO nog steeds mensen tegen die we nog nooit hebben gezien. We hadden wel een beetje last van het feit dat we de eerste lichting tweetalig uit Zeewolde waren. Toen we in Harderwijk in de 4e klas kwamen merkten we dat we minder wisten

dan de andere leerlingen. Dat was vooral bij Engels het geval, ons niveau was daar lager. Over het algemeen waren de docenten van goede kwaliteit, alleen kwamen sommige docenten die uit Harderwijk moesten komen, zoals meneer Wiffen en mevrouw van Harten, soms te laat in de les, maar dat had iets met de roosters te maken of zo. De overstap naar het Slingerbos verliep prima. We waren zo vaak gewaarschuwd voor die overstap dat het alleen maar mee kon vallen. Waar je het meest aan moet wennen is de reistijd, dat is toch wel ongeveer een uur, en aan het feit dat het een stuk drukker is in Harderwijk. De aula is gewoon te klein, daar pas je gewoon niet in met z’n allen. Het was wel heel raar om sommige vakken nu opeens in het Nederlands te krijgen, vooral bij aardrijkskunde en geschiedenis was dat het geval. Een ander verschil met de Levant is dat er in Harderwijk meer groepjesvorming is. In Zeewolde gaat gewoon iedereen met elkaar om, de sfeer is daar heel goed. We waren er aan het eind van de derde klas ook wel aan toe om naar Harderwijk te gaan, we verheugden ons erop. In de onderbouw werd soms teveel van ons verwacht. Vooral bij geschiedenis was er een probleem omdat het (Engelstalige) boek zo ontzettend ingewikkeld was. We begrepen niet eens wat er in stond. Sommige docenten, bijvoorbeeld meneer van Voorthuizen, verwachtten heel van ons en spraken ons ook op een (te) hoog niveau aan. Daardoor ontstaan bij sommige vakken hiaten in de

basiskennis. In het algemeen wordt er op de hele school heel goed lesgegeven, al zijn er natuurlijk altijd leraren die je beter en slechter liggen, en zijn er ook leraren die minder goed kunnen lesgeven. Je wordt hier wel erg goed voorbereid op het examen. Er zijn ook heel veel leuke leraren, waar de band altijd heel goed mee was. Het Slingerbos is toch wel onze school geworden, zelfs na drie jaar Levant. De overstap van de 5e naar de 6e klas is ook wel pittig: er wordt veel van je verwacht en alles is gericht op het examen, maar dat is ook eigenlijk wel goed. Het profielwerkstuk geeft veel extra druk, dat moet je er gewoon bij doen. Ook bij Engels is de druk hoog: omdat we tweetalig zijn wordt er gezegd dat wel tot anderhalf punt hoger kunnen scoren op het CE dan de gewone 6V-ers. Dat is natuurlijk geruststellend bedoeld, maar ons geeft het extra druk. Stel je voor dat wij dat niet waar kunnen maken! En als je hoort wat je allemaal voor het IB moet doen word je helemaal doodsbang. Gerdy besluit: Ik vind het al heel wat we het hebben gered met onze buitenlandse stage! Hans Smorenburg

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

15


Ta n dem leren Eén van de voorbeelden van de inmiddels volstrekt vanzelfsprekende samenwerking tussen beide locaties wordt gevormd door het pro-

tussen de docenten Frans van de Levant en van ’t Slingerbos. Na overleg wordt bepaald wanneer welke brieven geschreven worden. De Levant-leerlingen en de Slingerbosleerlingen schrijven naar twee verschillende klassen in Hannut. Ook ontmoeten alle leerlingen elkaar.

ject ‘Tandemleren’. In onderstaand artikel legt Irene Keizer, coördinator internationalisering, uit wat er in dat project gebeurt. Al enige jaren heeft onze school, zowel in Zeewolde als in Harderwijk, goed contact met een school in Franstalig België, in het stadje Hannut. Daar zijn Franstalige leerlingen met het keuzevak Nederlands, en onze leerlingen leren Frans. Het idee is dat de Belgische en de Nederlandse leerlingen communiceren in elkaars taal, en dat ze elkaar een beetje helpen bij het gebruik ervan. Het blijft niet bij schrijven alleen, de klassen ontmoeten elkaar ook twee keer: een keer in hier en een keer in Hannut. Bij dit project wordt intensief samengewerkt

Het project De Belgische leerlingen presenteren zich in leuke posters, die worden opgestuurd naar de klassen 2Hw en L2Hw. Met die gegevens koppelen we elke Nederlandse leerling zo goed mogelijk aan een Belgische leerling. Vervolgens schrijven ze in de Franse les ouderwetse brieven in het Frans. Vaak worden die mooi geïllustreerd. In een grote envelop worden ze naar België gestuurd en na verloop van tijd bezorgt de post het antwoord. De Belgen schrijven in het Nederlands, voor hen de vreemde taal. Waarom ouderwetse brieven? Omdat het handig is in de klas en omdat het spannend en leuk is om een envelop te ontvangen met brieven voor elke leerling. Met Kerstmis sturen we uiteraard kerstkaarten. In de tussentijd hebben veel leerlingen ook contact op Facebook en via email.

Ontmoeting Zeewolde/Harderwijk/Hannut Hoogtepunten zijn het bezoek van de Belgen aan ons, en zes weken later, dat van ons aan Hannut. Het Belgische bezoek begint in Zeewolde. Klas 2Hw is daar dan al heen gefietst en maakt kennis met de partnerklas L2Hw. Alle leerlingen worden gemixt. Bij de communicatieve opdrachten met de Belgen, leren ze elkaar al een beetje kennen. Na een lekkere lunch gaat de hele groep met de fiets vanuit Zeewolde naar Harderwijk, inclusief overtocht met het Horsterveer. Er is aantal gemixte groepsopdrachten in het centrum van Harderwijk en het laatste deel dan de dag is op ’t Slingerbos. In de bus naar België, zes weken later, ontmoeten de 2H-wereldklasleerlingen uit Zeewolde en Harderwijk elkaar voor de tweede keer. Dan hebben ze het bijzonder naar hun zin met z’n allen! Samenwerkingsopdrachten verlopen in het algemeen heel gemoedelijk. Deze contacten komen goed van pas als de leerlingen uit Zeewolde later in de bovenbouw in Harderwijk op school komen. Irene Keijzer

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

16


o rakel Als je mij vraagt te o(ord)rakelen… 15 Jaar geleden stond internet nog in de kinderschoenen, nu is iedereen mobiel online. Docenten voeren de absentie nu nog handmatig in, maar wanneer is er op de Magister-app een mogelijkheid waarbij leerlingen zich met behulp de betaalchip in het mobieltje aanwezig melden in de les? Het is op dit moment al zo dat alle leerlingen binnenkomen met grote verschillen waar het hun achtergrond betreft. Een leerling die twee sporten beoefent, komt anders de sportles in dan de leerling die thuis de bank niet af komt. Een leerling met 8 jaar pianoles gaat anders naar het examenvak muziek dan de leerling die nog nooit een instrument van dichtbij gezien heeft. Toch bieden we ons onderwijs hoofdzakelijk klassikaal aan. De alternatieven daarvoor worden onderzocht en toegepast in allerlei maatwerktrajecten in de hele school. Is dit het begin van een grote cultuuromslag? Zeg maar het internet van 15 jaar geleden? Als we inderdaad te maken hebben met de eerste voorzichtige stappen in een veranderend onderwijs, dan is dit wellicht hoe het er over vijftien jaar aan toegaat. De leerlingen komen nog wel naar school.

Onder de 16 op de fiets of met het openbaar vervoer, boven de 16 zie je elektrische brommers. Benzinebrommers zijn onbetaalbaar geworden door alle heffingen die er zijn op de aanschaf en het gebruik. De leerlingen worden door sensors bij de voordeur geregistreerd als ze de school inkomen. De betaalchip in hun telefoontoestel fungeert ook als identificatie op hun Magister-app. Als ze niet in de les verschijnen, ontvangen ze dan ook direct een push-bericht van dit systeem. Er zijn nog gewoon docenten in de school. De visie waarbij het “leren” in de relatie met de docent plaatsvindt, is niet losgelaten. Een punt waarop de school zich onderscheidt in de regio. Alle leerlingen volgen een verplicht algemeen deel aangevuld met maatwerkuren waarover de leerling zich moet verantwoorden bij een persoonlijk begeleider. De lessen die geleerd zijn in het LMT-traject op het VWO, bij het vak O&O in het Technasium, door de collega’s opgepikt bij didactisch coachen en met het werken met alle LOB-activiteiten hebben de school in een stroomversnelling gebracht. Het laatste experiment in de school is waarschijnlijk het invoeren van twee bionic-vrije middagen. De school is voortvarend te werk gegaan met het invoeren van bionische techniek en zoekt naar het verankeren van alle initiatieven in de toepassing van oog-gestuurde

technieken. Leerlingen waarmerken hun toetsen met een irisscan. In hun full-HD uitvouwbare scherm zit een camera die vaststelt wie zij zijn. Ook kan het scherm de leerling attenderen op een gebrekkige concentratie tijdens de les. De uitrolbare tablet die ze gebruiken geeft lichtsignalen af als ze zich buiten de ELO begeven op het internet of als ze aan de hand van oogbewegingen dreigen af te dwalen. Toch heeft de school gemeend leerlingen twee middagen in de week ongehinderd te laten ontdekken hoe ze zelf verantwoordelijk kunnen omgaan met alle media. Even geen bemoeienis van een systeem wat je corrigeert. We zijn waarschijnlijk de eerste school die hier op terug komt. Over 15 jaar is er opnieuw ruimte voor creativiteit. We hebben weer ontdekt dat je fouten moet mogen maken om werkelijk te leren. Kort samengevat, we zien lerende mensen in een lerende organisatie, waarbij alle mogelijkheden die op dat moment beschikbaar zijn ingezet kunnen worden. En: de school is ook een plek waar je zelf leert verantwoordelijkheid te dragen voor de dingen die je doet. Rink Oord - LC-docent met als aandachtsgebieden LOB en zorg

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

17


Fietstocht langs ‘t water

Fietstocht Zeewolde Harderwijk

Vanaf het moment dat ik in Harderwijk bij het Slingerbos ging solliciteren, wist ik het. Als ik

kant waar de zon opkomt. Schitterend als in het ochtendrood de contouren van de grote kerk zichtbaar zijn. Zo fiets ik het hele jaar door naar Harderwijk en weer terug. Het is een mooi stuk om te fietsen. Eerst langs het water van het Wolderwijd en vervolgens langs het natuurgebied van Harderbroek.

er aan de slag zou kunnen, dan kan ik fietsend naar mijn werk! Ik woon al jaren in Zeewolde en mijn hobby is ….. fietsen. ’s Morgens is het lekker wakker worden met de wind die suist om mijn oren. In de verte aan de overkant van het Wolderwijd is Harderwijk al te zien. Het is voor mij de

Onderweg zie ik veel leerlingen fietsen. Leuk om ze op school weer tegen te komen. We hebben het over de harde wind die we ’s middags tegen kunnen hebben of de regen die gaat vallen. Tijdens de drie jaren dat ik nu fiets ben ik trouwens twee keer te laat op school gekomen. Eén keer sneed een stuk glas midden op de dijk bij Harderbroek mijn voorband stuk. Deze was

niet te repareren en het is dan een behoorlijk stuk lopen naar de bushalte bij Harderhaven. Op een andere dag viel het mij op dat leerlingen gingen lopen toen ze de Biezenburcht naderden. Nietsvermoedend haalde ik hen in. Prompt was daar een politiecontrole. Bleken de politieagenten speciaal op de fietsverlichting te controleren. Onze leerlingen waren allang op de hoogte en zij wisten er wel raad mee. Als jouw fietsverlichting niet werkt ga je 50 meter voor de controle lopen en 100 meter na de controle ga je op de fiets weer verder. De agenten blijven toch op hun post. Voor mij was het anders: geen werkend achterlicht en een bekeuring à €40,-.

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

18


natuurfoto’s

Het mooiste is de dijk als er een vers pak sneeuw ligt. De omgeving klinkt dan zo anders. Het geluid van auto’s klinkt gedempt en ik mag nieuwe sporen trekken in de sneeuw. Ik, als bioloog, vind het geweldig om onderweg een diversiteit aan vogels te zien. In het voorjaar strijken de ganzen neer in Harderbroek. Veel ganzen trekken in het voorjaar naar het noorden, maar een deel blijft achter in Nederland. Er is hier voldoende voedsel en bij Harderbroek hebben ze geen natuurlijke vijanden. De grauwe ganzen broeden dan ook volop in het gras en ze grazen langs de dijk. Wanneer de jongen met de ouders meelopen, mag je als fietser niet te dicht bij ze in de buurt komen. Op een agressieve manier beschermen ze hun kroost. Dat moet ook wel want er zijn veel reigers die een kuikentje als lekker hapje zien. Ook mooi zijn de lepelaars en de grote en kleine zilverreigers die er af en toe te zien zijn. De grote zilverreiger kwam voorheen niet tot broeden in Nederland, maar nu broedt hij steeds noordelijker. In het

Wolderwijd landen in de winter grote groepen eenden. Blijkbaar bieden het Harderbroek en Wolderwijd erg veel voedsel. Vroeger waren de voor Flevoland zo bekende kiekendieven actief in Harderbroek. Tegenwoordig is het de buizerd die er zijn jachtterrein heeft gevonden. Tot afgelopen zomer zag ik ’s middags altijd een buizerd langs het fietspad in het gras zitten. Erg gaaf, zo dichtbij. Langs de hele dijk is de torenvalk biddend in de lucht te zien. En de laatste tijd zijn er ook boomvalken, deze bidden vrijwel niet. Je ziet ze zelfs bij het aquaduct. In de stukjes bos bij Harderbroek komen ook reeën en vossen voor. Ze laten zich overdag zelden zien. In het voorjaar zijn er in het gras de meest mooie kleuren te zien. De witte pinksterbloemen, gele lisdodde, rode klaver, roze wikke, rode klaprozen. Erg mooi.

Aan het einde van afgelopen winter en het begin van onze lente stond er dagenlang een scherpe oostenwind die de rietkraag in een ijspaleis veranderde. Dat was eind maart, het wilde maar geen voorjaar worden. Geen kleuren in het gras maar een glanzende kristallen rietkraag. Menig automobilist stopte om een foto te nemen van het riet dat bevroren was met opgewaaide water uit het Wolderwijd. Na een werkdag is de verbinding Harderwijk – Zeewolde een aangename ontspanning. Een ritje op de fiets van school naar huis bedraagt voor mij 13,81 km, gemeten met de gps. Mijn rijtijd, afhankelijk van de windrichting, bedraagt 35 à 40 minuten. Ik zou het ritje niet willen missen. Mochten er mensen zijn die het ritje ook willen maken dan kan ik het iedereen aanraden. Voor een mooi rondje kan je ook met het pontje terug. Ronald Langstraat - docent biologie, ANW, O&O en NLT

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

19


RSG MAGAZINE volgend NUMMER

Volgend RSG Magazine 28

Flevo Academie - trots op het nieuwe werk.

FLEVO ACADEMIE

ti - adverten

e -

FLEVO ACADEMIE CURSUSAANBOD: in

2013 en 2014 NOG MEER CURSUSSEN

www.rsgflevoacademie.nl

Raadpleeg de site van de school voor de allerlaatste gegevens van agenda en belangrijke data:

AGENDA:

www.rsgslingerboslevant.nl VORMGEVING - Ton Krabman - DRUK - DEKKER DRUKWERKEN LEEUWARDEN

RSG MAGAZINE - 27 | 2013

20


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.