Inside_Arla_04_NL

Page 1

Inside Arla HET TIJDSCHRIFT VOOR ARLA-MELKVEEHOUDERS

Pronsfeld: Uitbreiding van de site maakt internationale groei mogelijk PAGINA 2

Arla LactoFREE® speelt met succes in op consumententrends PAGINA 12

Een verschil maken in de coöperatieve democratie PAGINA 20

Big5: Eiwit optimaal benutten PAGINA 8

JUNI / 2022


8

18

Big5: Minder eiwit – dezelfde opbrengst

“Onze doelen samen met onze melkveehouders bereiken”

Peter Kragsig Kristensen verlaagt zijn voederkosten en CO2-voetafdruk zonder zijn opbrengsten te verminderen.

Een nieuwe opzet van de divisie Agriculture moet zorgen voor optimale ondersteuning van onze melkveehouders en helpen kennis nog beter te delen.

20 Josien Niessen is er klaar voor om een verschil te maken Passie voor zuivel en de coöperatieve gedachte motiveren Josien Niessen. Zij is één van de 40 nieuwe leden van Arla’s Board of Representatives.

2 Pronsfeld: Uitbreiden om aan wereldwijde vraag te voldoen We brengen een bezoek aan Pronsfeld waar een nieuwe poedertoren een belangrijke rol speelt in het behalen van de doelstellingen van de strategie Future26.


Editorial

Beste Arla-melkveehouder,

Nu we de tweede helft van 2022 ingaan, zullen we – zowel op de bedrijven als binnen onze onderneming – verder geconfronteerd worden met de gevolgen van de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, de inflatie, een volatiele energiemarkt en wereldwijde problemen met de toeleveringsketen. Maar zelfs in het licht van deze uitzonderlijke omstandigheden is het belangrijk dat wij onszelf blijven herinneren aan de drijfveren en kansen voor onze sector op lange termijn. Ten eerste zal de vraag naar zuivel met de voedingsstoffen die zuivelproducten bieden verder toenemen om de groeiende wereldbevolking van voeding te kunnen voorzien. Met onze strategie Future26 hebben we ons ten doel gesteld deze kansen te benutten naarmate we onze zakelijke activiteiten verder ontwikkelen en investeren in ons bedrijf. Eén voorbeeld is de uitbreiding van de zuivelfabriek in Pronsfeld, die in dit nummer van Inside Arla aan bod komt. Deze uitbreiding zal ons in staat stellen om onze internationale activiteiten verder te laten groeien zodat we onze zuivelproducten meer mensen ter beschikking kunnen stellen. Het overkoepelende doel bestaat daarin de hoogst mogelijke meerwaarde te genereren voor u als eigenaren van de onderneming. Wat ook niet zal veranderen, is de noodzaak om vooruitgang te boeken op het gebied van duurzaamheid – wat betreft onze bedrijfsvoering en het werk op de melkveehouderijen. Ongeacht de huidige uitdagingen groeit de markt voor duurzame producten nog altijd en blijft de vraag naar meer actie en transparantie groot. Dankzij ons harde werk in het verleden bevinden we ons vandaag in een sterke positie, maar we moeten hard werken om voorop te blijven lopen. Zoals u weet, wordt er gewerkt aan een duurzaamheidsvergoeding om het nemen van de volgende stappen te bevorderen en deze stappen te helpen financieren. We kijken ernaar uit om de komende maanden meer daarover met u te delen. Daarnaast er zijn nog veel meer stappen die we zetten op duurzaamheidsvlak, waarvan enkele worden behandeld in deze editie van Inside Arla, waaronder de eerste proeven met een voederadditief op de bedrijven en het werken aan de Big5, de factoren om de klimaatimpact te verbeteren. Ik wens u veel leesplezier en een heel fijne zomer.

PEDER TUBORGH CEO

12 Onze iconische merken: Arla® Door in te spelen op een groeiende consumententrend heeft het submerk Arla LactoFREE® de omzet in de afgelopen vijf jaar verdubbeld.


Investeren in de toekomst van zuivel

Pronsfeld:

Torenhoge ambities voor internationale groei Met een omvangrijke uitbreiding van de zuivelfabriek in Pronsfeld, waaronder de bouw van een nieuwe poedertoren, is de locatie klaar om te voldoen aan een groeiende internationale vraag. Laten we Arla’s grootste productielocatie eens beter gaan bekijken.


Investeren in de toekomst van zuivel

De zuivelfabriek van Pronsfeld, gelegen in het uiterste westen van Duitsland, nabij de grens met België, beslaat nu een oppervlakte van 55 hectaren.


Investeren in de toekomst van zuivel

Dankzij de extra capaciteit kunnen wij de hoogwaardige melk van onze melkveehouders in de regio volledig benutten en voldoen aan de wereldwijd groeiende vraag naar voedzame zuivelproducten, waardoor er meer waarde wordt gecreëerd voor onze leden

De locatie was al groot en is nu alleen nog maar groter geworden. Gedurende het omvangrijke, driejarig bouwproject is Arla’s grootste productielocatie in het Duitse Pronsfeld verder uitgebreid om te kunnen voldoen aan een groeiende internationale vraag naar hoogwaardige zuivelproducten.

Dankzij de lange houdbaarheid is melkpoeder bij uitstek geschikt voor de internationale markten van Arla waar het een belangrijk onderdeel van het lokale dieet uitmaakt, vooral in snelgroeiende stedelijke gebieden. Op internationale markten als het MiddenOosten, West-Afrika en Zuidoost-Azië overtreft de vraag naar betaalbare, voedzame zuivelproducten de lokale productie en het lokale aanbod.

Gelegen tussen de beboste heuvels in West-Duitsland, dicht bij de grens met België, ligt de enorme productie­locatie in Pronsfeld. Het terrein beslaat nu een oppervlakte van 55 hectaren, oftewel 77 voetbalvelden. Daarmee is het niet alleen Arla’s grootste productielocatie ter wereld, maar ook een van de grootste melkfabrieken in Europa.

De productielocatie Pronsfeld is ook gespecialiseerd in andere lang houdbare zuivelproducten, waaronder consumptiemelk, room, zuivelhoudende zuiveldranken, zure room, boter en spreads. Pronsfeld levert ook producten voor business-to-business aan de voedingsindustrie, bijvoorbeeld voor de verwerking van melkpoeder tot chocolade of gebak.

Het middelpunt van de uitbreiding is de bouw van een nieuwe droogtoren voor melkpoeder, de tweede van de locatie, met een hoogte van 51 meter. Deze toren kan 685 miljoen kg melk per jaar verwerken. Genoeg om 90.000 ton melkpoeder te produceren.

Focus op duurzaamheid

De uitbreiding van de fabriek in Pronsfeld omvat een aantal duurzaamheids- en energie-efficiëntiemaatregelen. Dit omvat een nieuwe opstelling voor elektriciteitsen warmteopwekking (warmte-krachtkoppeling, WKK). Gecombineerd met een nieuwe proceskoeling komt dit neer op een besparing van ongeveer 1 800 megawatt­ uur wat betreft het stroomverbruik en van 1.200 ton CO2 per jaar voor de hele zuivelfabriek in vergelijking met een traditionele koeloplossing.

Internationale groei ondersteunen

De uitbreiding van deze locatie ondersteunt de verwachte jaarlijkse volumegroei van merkproducten van 5-7% van Arla’s internationale activiteiten. Dat maakt de fabriek belangrijk voor het behalen van de doelstellingen in het kader van Arla’s strategie Future26, legt Executive Vice President David Boulanger, verantwoordelijk voor de divisie Supply Chain bij Arla, uit:

“Dit is een belangrijke stap in onze ontwikkeling om onze CO2-voetafdruk te verkleinen, aangezien het een efficiëntere productie met minder emissies mogelijk maakt. Daarbij bouwen voort op onze sterke punten hier in Duitsland en maken gebruik van de nieuwste technologieën. Dit zet een standaard voor de toekomstige generatie aan productielocaties en ondersteunt onze nieuwe strategie, waarbij we een koploper willen zijn in waardecreatie en duurzaamheid”, aldus David Boulanger.

“Investeren in Pronsfeld is een belangrijk onderdeel voor het opbouwen van de toekomst van Arla op de lange termijn. Dankzij de extra capaciteit kunnen wij de hoogwaardige melk van onze melkveehouders in de regio volledig benutten en voldoen aan de wereldwijd groeiende vraag naar voedzame zuivelproducten, waardoor er uiteindelijk meer waarde wordt gecreëerd voor onze leden”, aldus David Boulanger.

4


PRONSFELD IN CIJFERS Ongeveer

1,000

MEDEWERKERS

Producten worden geëxporteerd naar ongeveer

70 LANDEN wereldwijd

De melk is afkomstig van Arla-melkveehouders in het gebied van Rijnland-Palts, Noordrijn-Westfalen, Luxemburg en België (Wallonië en Vlaanderen).

Ongeveer

1,5

verwerkt in 2021

MILJARD KG MELK

HOE WORDT MELKPOEDER GEMAAKT? RAUWE MELK

MELKPOEDER

De rauwe melk wordt verwarmd en gecentrifugeerd om ongewenste bacteriën te doden. Indien gewenst worden extra voedingsstoffen toegevoegd.

De melk wordt via met stoom van buitenaf verwarmde buizen naar beneden geleid en gereduceerd tot een stroopachtige substantie.

De melk wordt via spuitmonden in een drukkamer met een hoge temperatuur gespoten om vloeistof om te zetten in poeder.


Investing in the future of dairy

De nieuwe poedertoren van Pronsfeld (grijs, rechts) beschikt over de capaciteit om 685 miljoen kilogram melk per jaar te verwerken.

UITBREIDING VAN PRONSFELD CAPACITEIT VAN DE NIEUWE DROOGTOREN:

685

MILJOEN KG MELK PER JAAR

(ca. 90.000 ton melkpoeder)

HOOGTE TOREN:

51 METER

12

BOUWTERREINEN

op het gehele terrein in de loop van het project; inclusief de uitbreiding van de ruimte voor de melkafname en de melktanks en werkzaamheden aan de energievoorziening en de afvalwaterzuiveringsinstallatie.


Investeren in de toekomst van zuivel

Internationale vraag naar producten uit Pronsfeld Producten van Arla’s fabriek in Pronsfeld bereiken consumenten in de meeste delen van de wereld: de producten worden vanaf deze locatie naar ongeveer 70 landen geëxporteerd, onder meer naar Nigeria en Bangladesh, Arla’s twee grootste markten voor melkpoeder. Beide markten zullen blijven groeien, legt Simon Stevens, Executive Vice President en verantwoordelijk voor Arla’s divisie International, uit:

“Nigeria is momenteel al onze grootste melkpoedermarkt met een verkoop van 116 miljoen euro in 2021, en ons marktaandeel blijft groeien dankzij ons zeer sterke merk Arla Dano®”, zegt hij en legt uit dat een succesvolle marketingcampagne de interesse in het merk verder heeft vergroot. “In combinatie met de groeiende consumentenvraag in Nigeria naar betaalbare zuivelvoeding en een bevolking van 205 miljoen mensen die naar verwachting tegen 2050 zal zijn verdubbeld, ligt daar een enorm groeipotentieel.”

in de landbouw te ondersteunen. De Nigeriaanse zuivelsector kan aan slechts 10% van de vraag naar zuivelproducten voldoen; een kloof die naar verwachting alleen maar groter zal worden naarmate de bevolking blijft groeien.

ten in het land met maar liefst 25%, een groei die dit jaar nog veder zal toenemen, aldus Simon Stevens.

“We beschikken over een geweldig team dat net dat stapje extra zet om ervoor te zorgen dat Arla het

Met een bevolking van 165 miljoen mensen en het op één na snelst groeiende BBP per hoofd van de bevolking in Azië is er veel potentieel voor de producten uit Pronsfeld

Bangladesh gaat groeien

Over het algemeen steeg de omzet van Arla in het land met 45% tussen 2020 tot 2021.

Een andere belangrijke markt voor de producten die in Pronsfeld worden geproduceerd, is Bangladesh. Hier onderstreepte het merk Arla Dano® eerder dit jaar zijn sterke positie door voor het zevende jaar op rij de prijs voor “Most loved dairy brand” te winnen.

Later dit jaar voltooit Arla de oprichting van een melkveehouderij in Nigeria om de lokale transformatie

De afgelopen jaren was een jaarlijkse groei van ongeveer 10% de norm, maar in 2021 stegen Arla’s activitei-

7

marktaandeel blijft winnen. Met een bevolking van 165 miljoen mensen en het op één na snelst groeiende BBP per hoofd van de bevolking in Azië is hier veel potentieel voor de producten uit Pronsfeld”, vertelt Simon Stevens. Om aan de vraag naar zuivel in het land te voldoen, bouwt Arla ook een UHT-melkfabriek in Bangladesh die in 2023 zal worden geopend. Deze zal ook melkpoeder van Pronsfeld afnemen.


Big5

Arla-melkveehouder Peter Kragsig Kristensen was verrast toen hij het effect zag van de aanpassing van het eiwitgehalte in zijn voer: de aanpassing leidde tot verbeterde rentabiliteit en een lagere klimaatimpact. Een lager eiwitgehalte, maar toch dezelfde opbrengst. Kort samengevat was dit het resultaat van een pilotproject waaraan de Deense melkveehouder Peter Kragsig Kristensen heeft deelgenomen. Het aanpassen van het eiwitgehalte maakt deel uit van Arla’s activiteiten in het kader van de Big5: de belangrijkste factoren voor het verbeteren van de klimaatimpact op de melkveehouderijen. De basis vormen de gegevens van de Klimaatcheck. Met de juiste hoeveelheid eiwit wordt de melkproductie geoptimaliseerd en de stikstofuitstoot verminderd. De klimaatimpact van het bedrijf wordt ook verkleind door minder krachtvoer in te kopen, omdat dit vaak een relatief hoge klimaatvoetafdruk heeft. Dit werd bevestigd op het biologische bedrijf van Peter Kragsig Kristensen, dat 230 melkkoeien telt:

“Ik moet toegeven dat ik verwachtte dat mijn opbrengst zou dalen – ook omdat ik eerder het gevoel had dat mijn eiwitgehalte relatief laag was. Ik was dan ook positief verrast om met minder eiwit dezelfde opbrengst te kunnen realiseren, zeker in een tijd waarin de voerprijzen zo hoog zijn”, zegt hij.

In het kader van de pilot werd in samenwerking met een expert van het Deense Agrarische kennisinstituut SEGES een nieuw voederplan ontwikkeld. Dit omvatte het verminderen van het gehalte aan ruw eiwit in het voer met 4%, van 170 naar 164 gram per kilogram droge stof. En omdat de opbrengst stabiel bleef, betekende dit een besparing van 3% voer per kilogram melk.

“Het financiële aspect was voor mij een belangrijke reden om me aan te melden voor dit project. Ik wil een hoge opbrengst bereiken, maar niet

voer bestaat onder meer uit lupinen en veldbonen. Na de proefrun is hij zich blijven concentreren op het verminderen van het gebruik van aangekochte eiwitten. In juni ontving Peter Kragsig Kristensen collega-melkveehouders op zijn bedrijf. Tijdens het bezoek deelden Peter en de voerexpert hun ervaringen met de andere melkveehouders en legden zij uit wat ze van de proef hadden geleerd. Dergelijke bedrijfsbijeenkomsten zullen later dit jaar ook in alle andere Arla-regio’s worden gehouden.

Ik was positief verrast om met minder eiwit dezelfde opbrengst te kunnen realiseren, zeker in een tijd waarin de voerprijzen zo hoog zijn

tegen elke prijs. Daarom ben ik continu aan het kijken hoe ik minder kan inkopen bij voederleveranciers. Het geeft veel voldoening om meer zelfvoorzienend te worden, en natuurlijk is het erg positief om te zien hoe het klimaat er ook baat bij heeft”, zegt Peter. Zijn zelfgeproduceerde

8

“Het is een goede opzet. Zelf heb ik er baat bij met collega’s te praten en hun advies te krijgen over hoe we bedrijfsvoering kunnen optimaliseren, dus ik heb het als positief ervaren om te delen wat we hier hebben geleerd. Ook dat is een kenmerk van een coöperatie.”


lager eiwitgehalte leidt tot minder kosten en een lagere klimaatimpact


BEDRIJFSBIJEENKOMSTEN OM BEST PRACTICES VOOR KLIMAATVERBETERINGEN TE DELEN Tijdens de bijeenkomsten die vanaf de herfst zullen worden georganiseerd op de bedrijven van Arlamelkveehouders, kan elk coöperatielid inspiratie opdoen over hoe hij de vijf factoren voor het verbeteren van de klimaatimpact, de “Big5”, in de praktijk het beste kan toepassen om zijn CO2-voetafdruk te verkleinen en de efficiëntie te verbeteren. De bijeenkomsten omvatten een inleiding tot de Big5-klimaatfactoren met een bijzondere focus op het optimale eiwitgehalte in een rantsoen. Daarnaast bieden de bijeenkomsten de melkveehouders ook de gelegenheid om hun eigen ervaringen en uitdagingen te delen met collega-melkveehouders, voerexperts en andere adviseurs. Zodra de data voor de bijeenkomsten zijn vastgesteld, kunt u op Arla Farmers meer informatie vinden en u aanmelden.


WAT ZIJN DE BIG5-KLIMAATFACTOREN? De Big5 zijn op basis van de gegevens van de Klimaatcheck geïdentificeerd als de meest impactvolle factoren om de klimaatimpact van de bedrijven te verbeteren. De vijf klimaatfactoren zijn: VOEDEREFFICIËNTIE: Meer melk per eenheid voer OPTIMAAL EIWITGEHALTE: Het eiwitoverschot in het rantsoen verminderen ROBUUSTHEID VAN DE KUDDE: Gezonde koeien GEBRUIK VAN MESTSTOFFEN: Het stikstofoverschot van de voerproductie verminderen LANDGEBRUIK: Betere gewasopbrengsten


Onze iconische merken

12


Onze iconische merken

Arla LactoFREE® verdubbelt omzet

Het merk Arla® speelt in op nieuwe consumententrends en -behoeften in alle categorieën Het grootste strategische merk van Arla Foods is het merk Arla®, met tal van submerken in verschillende markten. Eén van de submerken die een trend en een behoefte bij consumenten zichtbaar heeft gemaakt, is Arla LactoFREE®. Het submerk heeft in vijf jaar tijd de omzet weten te verdubbelen.

13


Onze iconische merken

Arla® is het grootste merk van Arla Foods met een omzet van 3,36 miljard in 2021. Het is ook het meest diverse merk, met producten zoals als kaas van Arla Buko®, zuigelingenvoeding van Arla Baby & Me® en sportvoeding van Arla® Protein.

Arla LactoFREE® heeft DE omzet in vijf jaar verdubbeld

Er zijn verschillende specifieke submerken die cruciaal zijn geweest voor de groei van het merk Arla®. Een daarvan is Arla LactoFREE®, een breed assortiment zuivelproducten zonder lactose. Het eerste product, dat in 2014 onder dit merk werd gelanceerd, was een lactosevrije halfvolle melk.

De vele submerken en producten zorgen ervoor dat het merk Arla geschikt is voor verschillende mensen en situaties, met behoud van een sterke, gemeenschappelijke identiteit, zegt Katie Reed, Vice President van het globale merk Arla®.

In de afgelopen vijf jaar is het submerk erin geslaagd om een nieuwe trend in lactosevrije voeding te creëren en in te spelen op een lifestyletrend voor welzijn. Het assortiment van Arla LactoFREE® richt zich op zowel consumenten met een lactose-intolerante die geen lactose kunnen afbreken – een soort suiker die van nature aanwezig is in melk – als op consumenten die vinden dat Arla LactoFREE® welzijnsvoordelen biedt.

“De reikwijdte van het merk Arla® is een enorme kracht, omdat de verscheidenheid aan submerken aan zoveel verschillende consumentenbehoeften voldoet. Ongeacht of ze een gezonde snack willen of melk voor hun ontbijt”, zegt zij.

Dankzij deze ontwikkeling heeft het submerk de omzet in vijf jaar tijd verdubbeld. En in 2021 groeide de omzet van Arla LactoFREE® met 10,9 % en bereikte het een omzet van 145 miljoen euro, waarmee het de grootste groei doormaakte van alle Arla®-submerken.

Duurzaamheid en gezondheid zijn belangrijke groeifactoren

Alleen al in 2021 groeide het merk Arla® met 4,4 %, dankzij het feit dat meer mensen thuis kookten tijdens de pandemie. Om het merk blijvend te laten groeien, wordt duurzaamheid steeds belangrijker, zegt Katie Reed, want de duurzaamheidsinitiatieven van Arla Foods, zoals de Klimaatchecks op de bedrijven van de leden en duurzame verpakkingen, zullen ook in de toekomst zorgen voor een aanzienlijk concurrentievoordeel.

‘Vrij van’-producten zijn hip

De sterke groei van Arla LactoFREE® weerspiegelt een meer algemene trend, zegt Katie Reed. Tegenwoordig zijn het lang niet alleen de consumenten met een lactoseintolerante die Arla LactoFREE®-producten kopen. Feit is dat meer dan de helft van de Arla Lacto­FREE®consumenten geen lactose-intolerantie heeft.

“De bezorgdheid onder consumenten over duurzaamheid neemt toe. Het is dus van cruciaal belang voor hun perceptie van het merk Arla® en onze producten dat we hun concrete acties laten zien die we ondernemen op de melkveehouderijen en in onze hele bedrijfsvoering. Als coöperatie die Klimaatchecks uitvoert, kunnen we vooruitgang laten zien en duidelijk maken welk traject we afleggen”, zegt Katie Reed.

“Lactosevrije producten zijn onderdeel geworden van een bredere gezondheidstrend waarbij het populair is voor consumenten om producten te kiezen die ‘vrijvan-iets’ zijn, zelfs als ze dat om gezondheidsredenen niet strikt nodig hebben. We zijn erin geslaagd die trend op te pikken, en ik verwacht dat die zich vanaf nu alleen maar voortzet”, aldus Katie Reed.

“We willen dat de consumenten erop kunnen vertrouwen dat onze producten worden geproduceerd door melkveehouders die geven om gezondheid, smaak en duurzaamheid, zodat ze geen twee keer hoeven na te denken of ze wel of niet voor deze producten in de supermarkt kiezen.”

Daarom veranderde Arla® in 2018 de communicatiestrategie voor Arla LactoFREE® van een oplossing voor de consument met een lactose-intolerantie naar een life­ stylemerk voor mensen die zich goed willen voelen.

“De nieuwe communicatie verhoogde de omzet en gaf onze groeicurve een flinke impuls”, zegt Katie Reed.

Voor Katie Reed speelt de focus op gezondheid als zodanig ook een belangrijke rol voor de groei van het merk Arla®.

“Het voorbeeld van Arla LactoFREE® is een succesvolle demonstratie van de manier waarop het merk Arla® inspeelt op trends en deze uitdraagt naar een bredere groep consumenten. Deze aanpak belooft veel goeds. Het helpt daarbij dat onze zuivelproducten hun relevantie behouden, ongeacht de nieuwe trends die zich op voedingsgebied voordoen.”

“De algemene trend onder consumenten is dat ze een gezonde levensstijl willen aanhouden. Dit stelt hogere eisen aan de voedingsmiddelen die ze eten en aan ons als producenten. Met het merk Arla® willen we mensen helpen gezond te eten – door onze producten en inspiratie voor een gezonde en duurzame levensstijl”, legt Katie uit. 14


Onze iconische merken

ARLA® EN DE SUBMERKEN Tot de submerken behoren bijvoorbeeld

Het merk Arla® omvat producten zoals melk, yoghurt, room, poeder, boter en kaas

Qua omzet is het merk Arla® het grootste strategische merk van Arla Foods

In 2021 bereikte het merk Arla® een omzet van

3,36

MILJARD EURO

Het merk Arla® is marktleider op het gebied van zuivelproducten in Denemarken en Zweden

De omzet van Arla® groeide in 2021 met

Het merk is aanwezig in Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zuidoost-Azië, West-Afrika en vele andere landen

4,4% ARLA LACTOFREE® Bestaat uit

60 PRODUCTEN verdeeld over 14 productsoorten

2x

In de periode 2017 tot 2022 is de omzet verdubbeld

Omzet in 2021 van

145

MILJOEN EURO

In 2021 groeide de omzet met

10,9%

Om aan de groeiende vraag van consumenten naar Arla LactoFREE® te voldoen, heeft Arla geïnvesteerd in een uitbreiding van de zuivelfabriek in het Britse Settle, waar het merendeel van de productie wordt ondergebracht. In de toekomst zal de zuivelfabriek in Yorkshire de meeste Arla LactoFREE®producten voor de Britse markt produceren, waardoor tegelijkertijd ook de transportkosten zullen dalen.


Kort nieuws

Kort nieuws PILOTPROJECT: METHAANREDUCEREND VOEDERADDITIEF WORDT BIJ 10.000 KOEIEN GETEST Melkveehouders in Duitsland, Zweden en Denemarken zullen als eersten van Arla het gebruik van voederadditief Bovaer® op hun bedrijf testen. Onderzoeken en proeven op bedrijven hebben aangetoond dat het additief de methaanuitstoot met ongeveer 30% kan verminderen, zonder vermindering van het dierenwelzijn. In totaal maken 10.000 koeien deel uit van de eerste ronde van het pilotproject. Deelnemende melkveehouders mengen Bovaer® door het voer voor hun melkkoeien. Vervolgens verzamelt Arla melkmonsters voor analyse en vergelijkt deze met melk van melkkoeien die het voederadditief niet hebben gekregen. Als de eerste resultaten naar verwachting zijn, zal het pilotproject verdubbelen naar 20.000 koeien in 2023.

AANTAL BIOGAS-AANGEDREVEN VRACHTWAGENS VAN ARLA GROEIT Binnenkort voegen we in Denemarken tien nieuwe Arla-vrachtwagens toe aan ons groeiend wagenpark van voertuigen op biogas. Zo leggen we nog meer nadruk op het potentieel van de fossielvrije energiebron biogas. Het doel is dat tegen 2023 80 vrachtwagens van Arla op biogas zullen rijden op de Europese markten. Dit is een van de verschillende oplossingen die worden getest om Arla’s volledige logistieke opzet over te zetten naar 100% fossielvrije brandstof. Tevens is het een onderdeel van de inspanningen om Arla’s nieuwe klimaatdoelstelling te behalen: de ambitie is om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen door Arla’s productie, logistiek en energieverbruik met 63% te verminderen. De vrachtwagens die momenteel al in gebruik zijn in Denemarken, hebben aangetoond dat de mest van één koe - zo’n 20 m3 per jaar voldoende biogas produceert om een vrachtwagen 875 kilometer te laten rijden.


DUURZAAMHEIDSVERGOEDING IN DE MAAK Om Arla-melkveehouders te belonen voor hun geïmplementeerde duurzaamheidsmaatregelen, hen aan te sporen tot toekomstige actie en mogelijke bijkomende kosten ervan helpen dekken, wordt een nieuw model voor een duurzaamheidsvergoeding ingevoerd. De Board of Directors (BoD) en de directie zijn in de eindfase van de ontwikkeling van dit nieuwe model.

TRAININGSSESSIES VOOR NETWERK REGENERATIEVE LANDBOUW

Tijdens de bijeenkomst van de Board of Representatives (BoR) in mei legde CEO Peder Tuborgh uit dat het doel is om een eerlijk en flexibel model te ontwikkelen, dat zowel eerdere als toekomstige acties beloont en een tal van opties bevat waaruit melkveehouders kunnen kiezen.

Arla’s netwerk van pilotbedrijven voor regeneratieve landbouw komt op de bedrijven bijeen voor trainingsessies. Het gaat met name om de verschillende metingen die de melkveehouders in het kader van het project doorvoeren. Deze metingen omvatten het percentage kale grond, de diversiteit van het grasland en de infiltratiesnelheden van de bodem.

Dit model, dat nog in ontwikkeling is, zal worden gebaseerd op een puntsysteem waarbij geselecteerde prestaties en activiteiten worden beloond met punten. De verzamelde punten worden vervolgens gebruikt om een geldbedrag te berekenen dat bij de melkprijs wordt opgeteld. Het model wordt wetenschappelijk onderbouwd om de meest effectieve, haalbare en kostenefficiënte verbeteringen voor de bedrijven van onze leden te ondersteunen. Dit zal ertoe bijdragen Arla’s klimaatdoelstelling van 30% minder emissies tegen 2030 te behalen. De maatregelen die het meest positieve effect hebben wat betreft duurzaamheid zullen de meeste punten opleveren – en dus ook de grootste financiële vergoeding.

Voor de training ontmoeten de melkveehouders hun lokale regeneratieve landbouwadviseur, zoals recentelijk in het VK (foto). De adviseurs werken continu samen met elk deelnemend bedrijf om veranderingen in de werkwijzen te implementeren. Het doel is om verbeteringen van de ecosysteemprocessen te ondersteunen die de basis vormen voor een winstgevend en regeneratief landbouwsysteem. Naast de praktische maatregelen ter plaatse hebben alle deelnemende bedrijven een mix van bodemmonsters ingediend. Deze monsters zullen getest worden met de nieuwste methodes voor bodemonderzoek van life-science bedrijf Eurofins. De metingen hebben onder meer betrekking op de hoeveelheid levende organismen in de bodem. Annette Vibeke Vestergaard van SEGES, lokaal adviseur voor regeneratieve landbouw in Denemarken, licht toe: “De eerste resultaten van de bodemmonsters zijn erg interessant. Vooral als er gekeken wordt naar de metingen met betrekking tot bacteriën en fungi. Ik ben erg enthousiast om aan de hand van deze gegevens samen met de proefbedrijven te werken aan het verbeteren van de bodemgezondheid.” Een update over de resultaten en proeven op de bedrijven van het eerste jaar van dit project zal rond het najaar worden gedeeld met alle Arla-melkveehouders.

17


Zuivelverhalen

Tot de belangrijkste doelstellingen van de divisie Agriculture behoren een betere ondersteuning van de melkveehouders tijdens hun duurzaamheidstraject, meer kennisuitwisseling tussen de leden onderling en een nauwere band met de adviseurs. “We willen onze doelen samen met onze melkveehouders bereiken. Daarvoor moeten we inspelen op hun behoeften en nauw samen te werken bij de uitvoering van onze strategie Future26”, aldus Graham Wilkinson, Vice President van de divisie Agriculture bij Arla. Eerder dit jaar is de divisie geherstructureerd en uitgebreid. “Het geweldige werk van onze leden op hun bedrijven is nog nooit zo belangrijk geweest voor het succes van Arla. Hun landbouwmethoden en de toegevoegde waarde ervan is essentieel voor ons om onze doelen te kunnen behalen en om uiteindelijk zoveel mogelijk rendement te genereren. Daarom moeten we een structuur ontwikkelen om hun inspanningen zo goed mogelijk te ondersteunen”, aldus Graham Wilkinson. Op basis van de combinatie van input uit de ledenenquête en discussies met verkozen vertegenwoordigers is de divisie Agriculture nu gericht op drie pijlers opgezet: democratie & bedrijfsbeheer, duurzaamheid en commercialisering. In het kader van de herstructurering werden supportfuncties in de verschillende landen op elkaar afgestemd en meer middelen toegekend aan de teams in de markten. Daarnaast wordt de bestaande expertise met betrekking tot landbouw en duurzaamheid binnen de divisie gebundeld. “Wij zijn een aantrekkelijke werkgever en hebben enkele van de beste professionals van de zuivelsector weten aan te trekken. Zij werken graag samen met onze coöperatieleden aan de belangrijkste onderwerpen binnen Arla. Ik geloof dat de veranderingen ons zullen helpen om onze leden nog beter te ondersteunen en met hen samen te werken.”

programma ontwikkeld waarin melkveehouders hun ervaringen delen met het optimale eiwitgehalte, één van de vijf centrale factoren voor de verbetering van de klimaatimpact, en hun input over de geplande duurzaamheidsvergoeding, die momenteel wordt uitgewerkt. Graham Wilkinson noemt ook de voordelen van de recent opgerichte werkgroep Duurzaamheid (Sustain­ ability Working Group) die bestaat uit melkveehouders uit verschillende regio’s. “De werkgroep helpt onze volgende stappen op het gebied van duurzaamheid te bepalen en te zetten: wat we moeten doen en hoe we dit moeten doen om onze melkveehouders de beste oplossingen te bieden.” SAMENWERKING MET ADVISEURS

De samenwerkende aanpak wordt ook gehanteerd met betrekking tot het werk met adviseurs. Het doel is om te samenwerking te intensiveren. “Adviseurs spelen voor veel van onze leden een belangrijke rol en het is duidelijk dat we dichter bij die branche moeten staan, met name als het gaat om het onderwerp duurzaamheid. We moeten op één lijn zitten om het onze melkveehouders gemakkelijk te maken te besluiten welke stappen bij hen passen. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat de adviseurs onze programma’s en ambities begrijpen. Op die manier kunnen we ons samen met onze melkveehouders inspannen om onze doelen te bereiken.” Trots op de vooruitgang

Blijven verbeteren betekent ook ruimte bieden om best practices uit te wisselen tussen melkveehouders, vertelt Graham Wilkinson:

De divisie Agriculture speelt ook een belangrijke rol in het koppelen van de zuivelproductie met de samenleving – bijvoorbeeld door middel van evenementen op de melkveehouderijen en nieuwe melkconcepten voor consumenten en het verder ontwikkelen van programma’s als Arlagården® en de Klimaatcheck. De eisen van politici en de verwachtingen van klanten zullen immers blijven stijgen.

“Arla-melkveehouders behoren tot de beste melkproducenten ter wereld en hun ervaring is enorm waardevol voor de coöperatie. Het is dan ook een prioriteit in het kader van ons werk dat melkveehouders hun kennis binnen Arla breder kunnen delen.”

“We moeten de beleidsmakers laten zien hoe we ons blijven verbeteren en consumenten laten zien waarom wij een merk zijn dat ze kunnen vertrouwen – hoe onze melkveehouders dag in dag uit op verantwoorde wijze te werk gaan”, vertelt Graham Wilkinson.

Eén voorbeeld hiervan is het organiseren van bijeenkomsten op de bedrijven in alle regio’s in de tweede helft van dit jaar. Momenteel wordt een uitgebreid

“Er is zoveel belangstelling voor hoe de moderne melkveehouderij werkt. Dat moeten we niet als een risico zien, maar als een kans om te laten zien wat wij doen. We hebben veel om trots op te zijn.”

Leren van de besten


De best mogelijke ondersteuning bieden:

“onze doelen samen met onze melkveehouders bereiken” 19


NIEUW BIJ DE BOR

AAN EEN NIEUWE ROL BEGINNEN Er zijn twee programma’ s opgezet om de 40 nieuwe leden van de BoR een goede start te geven in hun nieuwe rol.

Arla Kick In voor nieuwe BoR-leden In april werden de nieuwe BoR-leden uitgenodigd om deel te nemen aan “Arla Kick In”. Het tweedaagse evenement in Aarhus is bedoeld om de strategie en de bedrijfsprestaties van Arla onder de loep te nemen, netwerken met andere leden op te bouwen en informatie te verstrekken over de democratie van Arla en de rol en verantwoordelijkheden van de BoR. Mentorprogramma Tijdens de BoR-vergadering in mei werd elke nieuw verkozen vertegenwoordiger gekoppeld aan een mentor, een lid met veel ervaring uit een ander land. Dit maakt deel uit van een tweejarig mentorprogramma met als doel de nieuw verkozen leden meer inzicht te geven in de rol en de werkwijzen binnen de BoR en op andere coöperatieve vlakken. Het is de bedoeling dat zowel de mentor als de leerling voordeel hebben van een breder netwerk, betere Engelse taalvaardigheden ontwikkelen en kennis opdoen over een andere markt en cultuur. Tijdens het tweejarige mentorprogramma komen de mentee en de mentor drie keer bijeen voor een training en bezoekt de mentee ook het bedrijf van de mentor. Meer informatie over de BoR-leden vindt u op Arla Farmers. Ga naar: Meer > Democratie > Overzicht van de vertegenwoordigers

DE BOARD OF REPRESENTATIVES (BOR) •  Verkiezingen voor de BoR van Arla worden om de twee jaar gehouden (vanwege corona uitgesteld van 2021 naar 2022) •  De BoR bestaat uit 175 leden plus 12 personeels­ vertegenwoordigers •

40 nieuwe leden zijn dit jaar verkozen

De BoR kiest de Board of Directors (BoD) van Arla, die bestaat uit 14 melkveehouders, drie personeelsvertegenwoordigers en twee externe adviseurs die vanaf dit jaar als volwaardige leden van de BoD zullen fungeren.

De deelnemers van Arla Kick In, het evenement voor nieuwe BoR-leden

Tegelijkertijd werden de verkiezingen voor District Councils gehouden. Er werden 118 nieuwe leden verkozen op een totaal van 496 leden.


NIEUW BIJ DE BOR

“Ik werk bij Arla vanwege het democratische leiderschap” Als nieuw lid van de Board of Representatives (BoR) hoopt Josien Niessen uit België haar invloed uit te kunnen oefenen. Ze wil de toekomst van de landbouw helpen veiligstellen met beslissingen gebaseerd op de dagelijkse realiteit van de melkveehouders. Ze gelooft dat de groene transitie zal leiden tot meer groei voor Arla. Of het uitwisselen van ideeën over de uitdagingen van de groene transitie.

30 maart was een zeer goede dag voor Josien Niessen. De 47-jarige melkveehoudster uit België werd verkozen in de BoR en werd één van de 40 nieuwe leden die toetreden tot het hoogste besluitvormende orgaan van Arla.

“Deel uitmaken van de BoR maakt voor mij echt het verschil. Het is geweldig om andere melkveehouders te ontmoeten en over onze dagelijkse problemen te praten, waarbij we ook een blik op het grote geheel richten. Ik voel me verantwoordelijk om bij te dragen aan de langetermijnbeslissingen die ons leven als melkveehouders makkelijker maken en tegelijkertijd de groene transitie ondersteunen”, zegt Josien Niessen.

“Eén van de redenen waarom ik bij Arla werk, is dat het een bedrijf is met een democratische leiderschapsstijl die stevig geworteld is in de coöperatieve beweging. Het lijkt me daarom vanzelfsprekend om te proberen meer verantwoordelijkheid op me te nemen. Het is een grote eer om verkozen te worden, daar ben ik heel blij om en trots op”, zegt Josien Niessen.

De sterke punten van de landbouw

Voor Josien Niessen blijft de vermindering van de CO2-uitstoot de grootste uitdaging voor de landbouw in de komende jaren. Ze ziet het als één van haar taken om de negatieve berichtgeving over het vak te weerleggen door het verhaal te vertellen van de klimaatefficiënte manier van werken van de Arla-melkveehouders, die continu blijven verbeteren.

Josien is van oorsprong Nederlandse, maar runt sinds 1999 samen met haar man een bedrijf van 115 hectare in België. Ze hebben 175 melkkoeien, 130 kalveren en 250 geiten, die zij ook melken.

“Als ik ‘s avonds met onze honden over het bedrijfsterrein ga wandelen en over het land kijk, vult mijn hart zich met trots en vreugde. Ik ben dus eigenlijk een heel gelukkige melkveehouder, omdat we ons best doen om iets absoluut essentieels te produceren, namelijk voedsel, terwijl we samenwerken met de natuur”, aldus Josien Niessen.

“Ik vind het kwalijk dat mensen zonder echte kennis in de media commentaar leveren op onze sector. Een van mijn aandachtspunten is dan ook om te helpen verhalen te vertellen over wat er echt aan de hand is in de landbouw, door mijn visie te delen, zodat mensen begrijpen hoeveel werk we in de groene transitie steken”, zegt Josien Niessen.

Een kind van de coöperatieve gedachte

Als kind al ging Josien Niessen met haar vader mee naar de bijeenkomsten van de plaatselijke zuivelcoöperatie, waardoor zowel het leven op het zuivelbedrijf als het idee van democratische participatie diep in haar geworteld zijn.

“We hebben de afgelopen 10 jaar enorme veranderingen gezien. En de komende 10 jaar zal er nog veel meer veranderen, niet alleen in de maatschappij in het algemeen, maar ook in de landbouw in het bijzonder. Maar onze grootste uitdaging is tegelijk ook onze grootste kans. We hebben al veel bereikt en behoren tot de koplopers op het gebied van de CO2-uitstoot. We moeten doorgaan, want juist daarin zit de groei. We staan klaar en zijn bereid om verandering te omarmen, en we moeten gebruik maken van alle speciale mogelijkheden om te handelen die onze opzet als coöperatie ons biedt.”

Daarom is het voor haar vanzelfsprekend om mee te doen, haar standpunten uit te dragen en invloed uit te oefenen. Haar doel: ervoor zorgen dat de belangen van de kleinere bedrijven in België worden behartigd. Een gesprek initiëren over hoe de bureautijd kan worden verkort om de gewonnen tijd door te brengen in de stallen. Hoe Arla haar melkveehouders kan behouden, ook al betalen andere bedrijven hen misschien meer. 21


Inside Arla is het tijdschrift voor Arla-melkveehouders. Het tijdschrift verschijnt in zes talen en wordt gedrukt op FSC-gecertificeerd papier. De publicatie is ook online beschikbaar. Uitgever: Arla Foods amba, Sønderhøj 14, 8260 Viby, DK. Druk: Stibo Complete. Wilt u geen gedrukte versie ontvangen? Laat het ons dan weten via insidearla@arlafoods.com.

NOR DI

N SWA ECO

Offset purchased from: Gold Standard www.climatecalc.eu

CC-000001/DK

Printed matter 5041 0004

BEL

This printed matter is carbon compensated according to ClimateCalc.

C

LA

TM


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.