SPONSOR AAN HET WOORD: ADFICOUNT ZO VADER, ZO ZOONS? IN GESPREK MET ROHDA-GEZIN VAN HOOGSTRATEN DOOR CATO DISSELHORST
Woensdagmiddag, het regent en ik kom aan bij het pand van Adficount. Een strak gebouw, met een open entree. Eerst de handen desinfecteren (!) om vervolgens naar de vergaderruimte te gaan waar zoons Julian (23) en Floris (19) al keurig klaar zitten. Vader René gaat op de hoek zitten en de jongens zitten zij-aan-zij recht tegenover mij. Het eindigde in een leuk gesprek over hoe de mannen eigenlijk weinig van elkaar verschillen… Twee van de vier kinderen van René haken aan. Zij zijn, net als René, betrokken bij onze club. Julian als speler in het eerste van Rohda Raalte, in een aanvallende positie. Zijn eerste seizoen gaat helaas gepaard met weinig speelminuten door de Corona-maatregelen. Het was eindelijk hét moment om te shinen in het eerste. Hij haalt zijn plezier uit het ‘nóg beter’ worden. En dat moet ook, want de familie gaat zoveel mogelijk kijken bij de wedstrijden van Julian om hem te supporten. Ik vraag met een grijns of het een verplicht ‘familie-uitje’ is. Dat wordt direct met een glimlach ontkracht door zoon Floris, die naast zijn broer zit. Floris speelt in Rohda Raalte 10. “We doen het erg goed op de socials, zoals Instagram”, knipoogt hij. Hij benadrukt direct dat hij niet, zoals zijn broer, een tussenjaar/overstap naar SV Raalte heeft gedaan gedurende zijn Rohda- carrière.
Die opmerking stelt de broers direct op scherp en de eerste competitieve trekjes in dit gesprek worden duidelijk aan de vergadertafel van vader René. Die kijkt lachend toe. Bij mijn vraag of ze alle drie competitief ingesteld zijn wordt er direct door Julian en René naar Floris gewezen, de jongste van het stel. “Dat is heel duidelijk. Floris wil per se winnen en kan onwijs slecht tegen zijn verlies”, vult broer Julian aan. René geeft antwoord “Nou Julian, ik denk dat wij ons minder heftig uiten en de emoties niet hoog op laten lopen zoals Floris dat doet”. Julian is eerlijk naar zichzelf: “Het valt nu wel mee, vroeger was ik erger. Maar gelukkig heeft Hans Nijboer mij dit afgeleerd in mijn jeugdopleiding”. René lacht en bevestigt Julian: “Ik denk dat wij allemaal wel iets fanatieks in ons hebben en dat is prachtig om te zien”.
DE BULT • 25