Het Register 2013 nr. 3: Belastingdienst richt vizier op frauderende middenstander

Page 10

RB-dag

n n n n n n

Bezoekers over het thema ondernemerschap op de RB-dag Veel met zzp’ers te maken Danny Noteboom CB

Danny Noteboom laat zijn deelname aan de RB-dag elk jaar afhangen van het onder­ werp. Is het voor hem interes­ sant, dan is hij zeker van de partij. Dit jaar was dat voor hem zeker het geval. “Ik ben namelijk zelf werkzaam als zzp’er en ik heb in mijn prak­ tijk erg veel met zzp’ers te ma­ ken. Met name de presentaties van Arend Jan van Lint en Nicole Gubbels kon ik erg waar­ deren. Om verder op de hoogte te blijven van de fiscale actuali­ teiten én om aan de PE-punten te komen, bezoek ik onder andere het forum, de Landelijke Studiebijeenkomsten en diverse PE-cursussen.”

Er kwam discussie op gang Dimitri Stokman FB “Voor mij persoonlijk is het thema van de RB-dag zeer actueel. Ik ben namelijk een startende zzp’er, nadat ik jarenlang als fiscalist in loon­ dienst heb gewerkt. Het is natuurlijk heel spannend om te starten in deze economisch wat mindere tijd. Het bevalt tot nu toe wel zeer goed. De kunst is om je te onderscheiden van de gevestigde kantoren. De presentaties van de diverse sprekers vond ik dan ook interes­ sant en leuk. De laatste spreker (Nicole Gubbels, red.) had het voor elkaar dat er wat discussie in de zaal tot stand kwam. Over het algemeen had voor mij de mate­ rie nog meer diepgang mogen hebben. Naast de RB-dag bezoek ik vaak de Landelijke Studiebijeen­ komsten en de Kring­bijeen­ komsten in Alkmaar om op de hoogte te blijven van de actuali­ teit.”

10

het Register | juni 2012 | nummer 3

poort bij de Kamer van Koophandel via een persoonlijke inschrijving, en een vrijwaring voor zowel de opdracht­ gever als de zzp’er. Dit in combinatie met een keiharde aanpak van fraude en misbruik. Weekers heeft echter al laten weten niets te voelen voor een volledige vrijwa­ ring, omdat dit de fraudebestrijding zou bemoeilijken. De bewindsman kan het toch al niet goed doen bij Marrink, want met zijn halsstarrig en onterecht vast­ houden aan btw-heffing in de zorgsector bezorgt hij zzp’ers nachtmerries. En mocht de zelfstandigenaftrek worden afgeschaft, dan wel graag compenseren in de MKB-winstvrijstelling, zodanig dat ondernemers met een laag inkomen niet worden benadeeld. Ten slotte kraakt Marrink nog enkele noten over de pro­ blematiek van het verzekeren van het arbeidsonge­ schiktheidsrisico. Veel zzp’ers doen dat niet eens, en budgetpolissen kennen talloze uitsluitingen. Vrijwillig verzekeren via het UWV is een goede mogelijkheid, maar die is alleen weggelegd voor degenen die vanuit loondienst zelfstandig worden.

De ondernemer in de IB De inkomstenbelasting, zo begint Van Lint, kent geen onderscheid tussen een zzp’er en een mkb-ondernemer: men is simpelweg ondernemer. Bij de introductie van de Wet IB 2001 stond daarbij wel de ‘echte’ ondernemer centraal. Het was intussen iets te makkelijk geworden om ondernemer te zijn, en dus werd voor de toegang tot de fiscale faciliteiten het ondernemersbegrip aange­ scherpt. En wie de toets wist te doorstaan, werd op­ nieuw geconfronteerd met strakkere voorwaarden, waaronder het urencriterium. Ook naderhand vonden nog aanscherpingen plaats; denk aan het vervangen van de degressieve zelfstandigenaftrek door een vast bedrag. Vervolgens gaat Van Lint in op enkele begrippen uit de Wet IB 2001 en constateert hij dat rond het ondernemer­ schap in hoofdzaak sprake is van open normen. Er be­ staat geen definitie van wat nu eigenlijk winst is (alle voordelen uit de onderneming), wanneer die winst be­ last is (volgens de ‘regels’ van goed koopmansgebruik) en wat een onderneming is, wordt zelfs in geen enkel wetsartikel beschreven. Wie ondernemer is, is wel gede­ finieerd, en wel in art. 3.4, inclusief gelijkstellingen in art. 3.5 Wet IB 2001. Belangrijk element in deze definitie is de rechtstreekse verbondenheid voor verbintenissen betreffende de onderneming. Hierbij wordt aangesloten bij het civielrechtelijke begrip verbintenis. Maar bijvoor­ beeld bij een gemeenschap van goederen waarbij een van beide partners een onderneming drijft, is de ander niet rechtstreeks verbonden. En iemand die van actief ondernemer commandiet wordt, kan nog steeds aan­ sprakelijk worden gesteld, maar is niet meer verbonden. Volgens Van Lint is in het gelijkstellingsartikel niet gere­ geld wat nu precies een zelfstandig beroep is. In elk ge­ val behoort verbondenheid niet tot de voorwaarden. Een voorbeeld is dat van een clubeigenaar die accommodatie beschikbaar stelde aan een aantal prostituees, waarbij de dames en de eigenaar de opbrengst deelden. Deze dames beoefenden een zelfstandig beroep en daarvoor geldt het


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.