Retroligweide in Bonheiden

Page 1

Retroligweide in Bonheiden Back, back into time... Een tijd waarin alles eenvoudiger was, waar weides als deze weid verspreid waren en spellingfouten uit den boze. Een tijd waar er nog tijd was om te liggen, te rusten en te genieten van het landschap.

WELKOM OP DE RETROLIGWEIDE waar je de geschiedenis van Bonheiden kan induiken en er verder niets moet! Behalve dan de antiek charmante foto’s te bewonderen, de teksten te lezen en de nostalgie teder te omhelzen!

REGIONAAL LANDSCHAP

RIVIERENLAND

v z w

Langs Nete, Dijle, Zenne & Rupel

Landschapszorg dankzij de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Onroerend Erfgoed


Het dorp van Bonheiden gezien vanuit de Berentrodedreef

Bonheiden, nederzetting in het Waverwoud Bonheiden, of de “Boendenheyde” (boede = klein houten huisje; heyde = heide), behoorde ooit tot het grote Waverwoud, dat zich uitstrekte ten oosten van Mechelen tussen de Dijle en beide Netes. Tot ver in de Middeleeuwen bleef dit een woest en onontgonnen gebied, met ontoegankelijke moerassen, dichte bossen en heide. Onder druk van de stijgende bevolking startte in de 13e eeuw een massale ontginning. Minder rendabele gronden werden ontbost en omgezet naar landbouwgrond. Zo ontsproten nieuwe dorpen uit de wildernis: Onze-Lieve-Vrouw(-Waver), Sint-Catharina (Sint-Katelijne-Waver), Sint-Niklaas-Waver (Putte), Walem, en Bonheiden. Bonheiden ontstond vermoedelijk rondom een kapel die door Wouter III Berthout gebouwd werd aan de zandweg van Mechelen naar Aarschot, op een kleine afstand van de heerlijke woning, het Kasteel Berentrode. Het dorp ontwikkelde zich als straatdorp over een brede, hoger gelegen stuifzandrug. foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be), Stadsarchief Mechelen (www.beeldbankmechelen.be)

Kasteel Beren trode


De grote stuifzandrug De dorpskern van Bonheiden ligt op een stuifzandrug, die hier ongeveer 10m hoog is. Deze ontstond op het einde van de laatste ijstijd doordat zand met de westenwinden wegwaaide uit de brede en onbegroeide Dijlevallei en plaatselijk ophoopte. Zo ontstond een brede en langgerekte zandige duinengordel, die tot ver stroomopwaarts in de Demervallei doorloopt. Door lokale verstuivingen vormden zich hierin later kleinere duintjes. Men spreekt ook wel van een donk of rivierduin. Het toponiem ‘donk’ vinden we nu nog terug in de natuurgebieden Mispeldonk en Pikhakendonk, en het gehucht Diedonken. In de alluviale vlakte van de Dijle en in de beekdalen was de grond venig en nat, maar op stuifzandrug ontstonden uitgestrekte velden van droge heide. In de gemeente Bonheiden is het Ven vandaag nog het enige relict van het traditioneel heidelandschap op de stuifzandrug, met droge heide, natte heide en een ven. De Kleine Heide werd tot omstreeks 1850 grotendeels gebruikt als militair oefenterrein.

foto: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Plaggenbodems en aspergeteelt Onder het bewind van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia, zouden alle heiden en woeste gronden die werden omgezet naar bos of zaailand, vrijgesteld zijn van alle lasten en cijnzen, gedurende 30 jaar geheel en gedurende nog eens 30 jaar voor de helft. Vanaf het midden van de 18e eeuw werden daarom meerdere landduinen afgegraven en omgezet naar landbouwgrond of bos. De eeuwen voordien waren heidegebieden een essentiĂŤle schakel in een landbouwsysteem met schapenteelt en kleinschalige akkerbouw. In de omgeving van Bonheiden-dorp maakte men de heiden relatief vruchtbaar door plaggen. Een plag is een op de heide afgestoken zode die als ondergrond diende in de uitgediepte potstallen. Vermengd met dierlijke uitwerpselen en verworden tot compost, legde men ze jaarlijks op de akker als bemesting. Zo vormden zich in de loop der tijd plaggenbodems, typisch erfgoed uit het agrarisch verleden van de Kempen. Ze onderscheiden zich landschappelijk van hun omgeving door de dikte van het lagenpakket en het daaruit resulterende soms bolle karakter van het maaiveld. De zandige ondergrond bleek uitermate geschikt voor de aspergeteelt, die startte rond 1850. Asperges konden pas vanaf het tweede jaar worden geoogst en werden geteeld in bedden. Elk jaar verhoogde men de bedden om de uitbreidende wortels te bedekken. Deze teelt is echter in het interbellum, onder meer door een hoge taxatie, quasi volledig verdwenen. foto: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Blijdenberghoeve

Vredesteinhoev e

Mispeldonkhoev e

Zellaerdreef

Langgevelhoeven Bonheiden is bezaaid met langgevelhoeven. Landschappelijk lokaliseren ze de ligging van de oude landbouwgebieden. Het betreft o.a. leenhoven zoals de Dorsthoeve, kasteelhoeven zoals de Vredesteinhoeve, en hoeven van grote landheren zoals de Hottentothoeve. Verder waren er nog pachthoeven, zoals de Klein Krankhoeve en de Nieuwe Krankhoeve, welke allebei in eigendom waren van de Mechelse begijnen; de Blijdenberghoeve, die eigendom was van de Mechelse Victorinen (nonnen); en de Mispeldonkhoeve, die lang in bezit was van de Heilige Geesttafel van de Mechelse Sint-Pieter- en Paulusparochie. Meerdere van deze hoeven, en ook de kastelen werden ontsloten door een dreef. Zo heeft de Nieuwe Krankhoeve een kastanjedreef en loopt er nog een bestaande, deels heraangeplante dreef van esdoorns, beuken en eiken naar het kasteel van Berentrode. Bijna elke boerderij had een boomgaard. Geen laagstammen zoals je nu meestal ziet, maar typische lokale variëteiten van hoogstamfruitbomen. Samen met de schapenteelt, behoorde de imkerij tot de oudste ‘bedrijven’ in de gemeente. Honing en was waren immers de enige gaven die de natuur in de barre heide aan zijn bewoners schonk. Honing betekende eeuwen geleden het enige zoetmiddel voor het weinig afwisselend voedsel van de mens. De was werd aangewend voor het vervaardigen van kaarsen, onmisbaar in de kerk. Te Bonheiden ontstond een bloeiende bijengilde. foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Dennenbossen, picknicks en luxe-villa’s De plakkaten van Maria Theresia stimuleerden ook de omvorming van woeste grond naar bos. Het gevolg was de aanplanting van vele naaldbomen, voornamelijk Grove Den, waardoor de heide meer en meer verdrongen raakte. Het dennenhout werd in eerste instantie gebruikt als brandhout, later voor het stutten van mijnschachten. Voor en na WOI vormden de uitgestrekte bossen in de regio een ware trekpleister. Vele stadsmensen kwamen naar Rijmenam om hun dag door te brengen met picknicken in het bos. Op verschillende plaatsen in het dorp konden zij ligzetels huren. Wonen is momenteel de belangrijkste activiteit op de duin. De inplanting van riante villa’s en vakantiehuizen in uitgesproken bosrijke regio’s noemt men villegiatuur. Het is een naoorlogs verschijnsel dat zich voordeed wanneer de auto de afstand tussen woon- en werkplaats in een meer aanvaardbare tijdspanne wist te overbruggen. foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Rijmenam, nederzetting aan een Dijlemeander Rijmenam had al in de Gallo-Romeinse periode een belang als oversteekplaats doorheen de brede, drassige Dijlevallei. De huidige Korte Dreef en Hollakenbaan vormden een verbinding met het Romeinse heirwegennet en de toen belangrijke nederzetting te Elewijt. De naam Rijmenam zou volgens sommigen ontstaan zijn als ‘Rimenham’. Een rim is een oever, rand, inham of bocht van een rivier. Een ham is een uitspringende landtong in lager gelegen overstromend gebied. Rijmenam bevindt zich op een landtong tussen een meander die later is afgesneden. Daardoor kwam het kasteel van Hollaken, dat oorspronkelijk op de rechteroever lag, op de linkeroever te liggen. De huidige nederzetting ontsproot in de Frankische tijd als een woonkern van veetelers rondom een driehoekig plein, de dries, precies aan de rand van de alluviale vlakte van de Dijle. Het historisch stratenpatroon met kronkelstraatjes en Romeinse heirbaan is goed bewaard gebleven.

foto’s: delcampe.net, gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Over grenzen, grote en kleine palen In de vroegste tijden werd als grens vaak een rivier gekozen. Een rivier is immers duidelijk zichtbaar in het landschap en als grens niet bediscussieerbaar. Maar voor de Dijle ging dit niet op. De rivier meanderde sterk en door natuurlijke doorbraken konden gebieden plots van oever veranderen. De zuidelijke gemeentegrens van Bonheiden wordt vandaag volledig gevormd door waterlopen en is erg grillig. De grens volgt achtereenvolgens delen van de Platte Beek, de Molenbeek, de Dijle, de Leyloop en de Hollakenbeek. Aannemelijk is dat deze gemeentegrens overeenkomt met de loop van de oude Dijle. De westelijke grens met Keerbergen, die over een open heidevlakte liep, was echter veel minder duidelijk. Daardoor ontstonden herhaaldelijk twisten inzake het eigendomsrecht. In 1773 werd de grens tussen beide gemeenten definitief vastgelegd: de grens werd rechtgetrokken tussen de twee Kleine Palen die Keerbergen reeds in 1744 had geplaatst. Midden deze grens plaatste Rijmenam een arduinen Grote Paal. Grenspalen als deze zijn quasi uniek in BelgiĂŤ.

foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Bunkers Ook WOII liet sporen na in de Dijlevallei. Tussen 1930 en 1940 bouwde het Belgisch leger de KW-linie als verdedigingsgordel tussen Koningshooikt en Waver. Ze bestond uit een enkele of dubbele rij gevechtsbunkers en benutte de Dijle als natuurlijk element van verdediging. De linie loopt langs de noordoostzijde van de gemeente Bonheiden. Belangrijke strategische plaatsen achter de linie, zoals gehuchten, dorpen en belangrijke kruispunten, werden beschermd door een lus van gevechtsbunkers (de ‘antitankcentra’). Er zijn drie antitankcentra op het grondgebied Bonheiden: rond de Grote Krankhoeve, rond de kruising van de Peulisbaan en de Oude Booischotseweg, en rond het dorp van Rijmenam. In het kasteelpark Hollaken liggen ook een twaalftal schuttersputten of ‘mitrailleursnesten’. Aan het begin van WOII werden verschillende bruggen over de Dijle opgeblazen door de Belgische Geniesoldaten om de doorgang voor de vijand te verhinderen.

foto: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


De Dijle

ophoging

Dijledijke

Voor de Dijle werd ingedijkt was ze veel breder. Tijdens de zomer was haar waterpeil vrij laag, terwijl ze ’s winters regelmatig uit haar bedding trad. Op de beemden die overstroomden zette de Dijle haar sedimenten af. Deze gronden met vruchtbare leembodems kwamen eerst in gebruik als hooiland, later als weiland voor veeteelt. De Dijle volgde eertijds een grillig tracé met ruime meanders. Deze werden soms door de rivier zelf doorgesneden. Zo bestaat het natuurgebied Cassenbroek uit een grotendeels verveende meander van de oer-Dijle die bijna 2 kilometer lang en tot wel 100 meter breed is. Maar vooral vanaf de 18e eeuw maakte de mens zelf dergelijke coupures ten voordele van de bevaarbaarheid. Tot de aanleg van het kanaal Leuven-Mechelen in 1753 was de Dijle immers een belangrijke transportas. Schepen vervoerden vanuit Mechelen stenen, hout en graan naar Leuven en Aarschot. In omgekeerde richting passeerden dennen voor de steenbakkerijen van Boom en wishout voor de bakkers. In de 18e eeuw werden ook de eerste dijken en bruggen aangelegd (*). Voorheen belette de intensieve scheepvaart tussen Mechelen en Leuven de aanleg van deze bruggen. De overzet werd voordien geregeld via een veerdienst. foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)

(*)Tot de Slag bij Rijmenam was er hier al wel een brug over de Dijle, maar ze werd in die slag verwoest. In 1786 kwam er opnieuw een houten brug.

n


Dorpsmolen B

onheiden

eve

nd tot de Vredesteinho

hore Oude Baan, mogelijk be Moors bakhuis langs de

Bakhuizen en windmolens

De meeste grote boerderijen hadden vroeger een eigen bakhuis of bakoven om brood in te bakken. Men bakte ongeveer eenmaal per week in ovens die 15 tot 25 broden konden bevatten. Bij een inventarisatie door heemkring ’t Hoefyser in 2008, kon men alleen al in Rijmenam 42 bakhuizen en bakovens opsporen, sommige gerestaureerd en weer in gebruik, andere vervallen, en vele zelfs helemaal verdwenen. Om de oven te stoken maakte men gebruik van mutsaarden of takkenbundels. Dit stookhout was afkomstig uit hakhoutkanten die de randen van akkers en weiden afboordden. Om de 4 à 6 jaar werden hiervoor takken geoogst door de bomen terug te zetten tot aan de stambasis. De mutsaarden werden in een houtmijt opgestapeld in de buurt van het bakhuis.

Molen Nijs, de

voormalige ve

rplaatste Holl

akenmolen

Bonheiden telde twee windmolens die het graan van de landbouwers maalden, de Dorpsmolen en de Oude Molen. Rijmenam had de Hollakenmolen. foto’s: www.molenecho’s.org, gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be)


Nog enkele kiekjes uit Bonheiden foto’s: gemeente Bonheiden (www.bonheiden.be), Stadsarchief Mechelen (www.beeldbankmechelen.be)


Regionaal Landschap Rivierenland De reizende tentoonstelling ‘Retroligweide in Bonheiden’ brengt aan de hand van oude foto’s en postkaarten het landschappelijk en riviergebonden erfgoed van Bonheiden weer tot leven. Het is een lokale geschiedenisles die niet alleen charmeert, mijmert en ontroert, maar ook aanspoort om na te denken over het behoud van onze typische streekidentiteit in een steeds verder evoluerend landschap. Regionaal Landschap Rivierenland ijvert voor een mooier en leefbaar buitengebied, met de eigenheid en het karakter van elke streek als gids. We bewijzen hoe een langetermijnvisie, een geïntegreerde gebiedsgerichte werking, de nabijheid van overheden en de betrokkenheid van burgers en andere open-ruimte gebruikers (natuurverenigingen, wildbeheereenheden, landbouwers en toeristische diensten) leiden tot succes. Het resultaat: een waardevol landschap met een duidelijke ecologische, esthetische en economische meerwaarde die de interactie tussen natuur en cultuur harmoniseert en waarvan iedereen de vruchten kan plukken. Regionaal Landschap Rivierenland strekt zich uit over 14 gemeenten langs de benedenlopen van de rivieren Nete, Dijle, Zenne en Rupel. De machtige waterlopen kronkelen er doorheen een lappendeken van landschappen: kleinere beekvalleien, talloze waterplassen, dorpskernen, uitgestrekte tuinbouwakkers, heidegebieden, oude bossen en kleiputten geven samen vorm aan een unieke streek.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.