The Future of Business Technology Magazine

Page 1

THE FUTURE OF BUSINESS TECHNOLOGY

Verschijningsdatum: mei 2018 Speciale uitgave van Dutch IT-channel in samenwerking met Executive-People

Interviews met vooraanstaande IT visionairs en leaders over The Future of Business Technology



■ ■ Voorwoord

Toekomst van Business Technology Dutch IT-channel bestaat inmiddels alweer vijf jaar. Dat is de reden om het lustrumproject ‘The Future of Business Technology’ (FoBT) te organiseren, waar we samen met experts en visonairs de ICT-trends van de toekomst bespreken. We kijken daarbij in samenwerking met betrokken partijen niet alleen in een glazen bol, maar naar de innovaties van nu. Dit helpt organisaties om toekomstbestendig te zijn en relevant te blijven in een markt die razendsnel verandert. In dit speciale Future of Business Technology Magazine zijn de interviews die eerder online zijn gepubliceerd gebundeld. Deelnemers en sprekers van het congres geven hun visie op de toekomst van IT. Voor het afsluitende congres van 17 mei ‘The Future of Business Technology’ heeft het team van Dutch IT-channel een mooi programma samengesteld. Sprekers: trendwatcher Ruud Veltenaar, Gartner Research Director Erik van Ommeren, voormalig Waternet CDO Mario Kortman (nu werkzaam bij Deloitte) en Dr. Kate Devlin, Human Computer Interaction (HCI) en Artificial Intelligence (AI) specialist en als docent verbonden aan het Department of Computing bij Goldsmiths, University of London. De maaltijd op deze dag is onder signatuur van topkok Pierre Wind, die bekend staat om zijn verrassende, innoverende en futuristische kookkunsten. Dutch IT-channel is in 2012 opgericht op verzoek van de IT-industrie. Het platform is sterk gegroeid door nauwe samenwerking met diverse partijen. Anno 2018 is Dutch IT-channel het platform waar IT-leveranciers, distributeurs, IT-dienstverleners en IT-beslissers gelegenheid krijgen om samen te komen en ideeën uit te wisselen, zoals bij The Future of Business Technology. Namens het hele team van Dutch IT-channel wil ik alle betrokkenen, partners en organisaties van harte danken voor de goede samenwerking. Met dit lustrum project geven wij ‘food for thought’ om in de toekomst optimaal te profiteren van business technology. PS: De artikelen zijn ook online te lezen op dutchitchannel.nl/fobt. Alvast veel leesplezier! Witold Kepinski Hoofdredacteur Dutch IT-channel

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 ]


■ ■ I nhoud

Voorwoord Toekomst van Business Technlogy Witold Kepinski Hoofdredacteur Dutch IT-channel

Intro

3 9

De wereld verbeteren én veel geld verdienen Ruud Veltenaar, trendwatcher

10 Blijf bij de tijd: innoveer continu Erik van Ommeren, Research Director bij Gartner

12 Succesvol zijn in IT kan niet met alleen maar mannen Cocky Booij, directeur van VHTO

14

Klaar voor veranderende wereld met agile werken

16

Mario Kortman, Manager Agile & Digitale Transformaties bij Deloitte Consulting

Security by design moet de basis van elk product en dienst worden Martijn van Lom, Kaspersky Lab Benelux

[ 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

18


Medewerkers hebben andere vaardigheden nodig

20

Rob Cools, account executive financial management bij Workday

IT heeft in de huidige vorm geen bestaansrecht meer William Janssen, oprichter van Jamme

22

IT-er van de toekomst komt zonder schroevendraaier

24

Vincent Verbiesen, algemeen directeur en mede-oprichter van Protinus IT

Pragmatisch omgaan met technologie leidt tot innovatie Eugene Tuijnman, CEO van SLTN Inter Access

26

Hyperconverged is de toekomst Aad Dekkers, marketing manager EMEA bij Scale Computing

28 Als je datamanagement niet regelt, wordt het een bottleneck Rens Koopman, country manager Benelux bij Commvault

30

Data komt centraal te staan in elk verdienmodel Theo van Teylingen, Regional Director Benelux en Nordics bij Pure Storage

32 Ook in de toekomst blijft de menselijke factor belangrijk Jeremy van Doorn, directeur pre-sales, EMEA Network & Security Division bij VMware

T h e

F u t u r e

o f

36 B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 ]


We moeten ons meer bewust worden van waar we mee bezig zijn!

38

Ronald Ooms, Vice President North East EMEA bij Veeam Software

Het enterprise van 2020 ontstaat volgens Mendix niet zonder uitdagingen Johan den Haan, CTO Mendix

40

Databeheer van apparatuur tot in de cloud Carel Bak, senior director Noord-Europa bij Cohesity

42 Op weg naar de enterprise cloud Patrick van de Werken, Senior Regional Director Northern Europe bij Nutanix en Sunil Dutt, verantwoordelijk voor het kanaal en de allianties.

44

We zullen onverwachte transformaties gaan zien

46

Stefan MĂĽnsby, VP Innovation bij van Basefarm

Scheiding tussen IT en BT is tijdelijk Pascal Huijbers, CTO Fujitsu

48 OpenStack is volgens CloudVPS het cloudplatform van de toekomst

50

Chris de Jongh, CEO CloudVPS

De digitale transformatie schreeuwt om openheid Peter Jansen, Country Manager Tech Data Nederland

[ 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

52


Hoe verder ná de digitale transformatie?

54

Jurgen Duijster, directeur Transfer Solutions en Jacob Beeuwkes, technology & innovation manager bij Transfer Solutions

De tijd dat de baas op een zeepkist klom en zei: ‘mannen, we moeten veranderen’, is voorbij… Michiel Steltman, managing director bij DINL

56

Geen future of business technology zonder degelijke cybersecurity professionals

58

Michael Heering, marketing director EMEA bij SANS Institute

Software rond headsets wordt volgens Jabra nog belangrijker Martijn Voogt, Channel Marketing Manger van Jabra

60

Rob van der Veer (SIG) pleit voor ‘digitale bescheidenheid’

62

Rob van der Veer, principal consultant van SIG

Eigenlijk wordt elk bedrijf een IT-bedrijf Harold Bax, Director Business Development, Copaco

64 CIO moet hands-on worden in de nieuwe wereld

66

Danny Frietman, moderator bij The Future of Business Technology

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 7 ]


Trammmhuys Restaurant Trammmhuys is sinds kort geopend aan voormalig spoorlijn 10! Een knus restaurant, waar bewust gekozen is voor kleinschaligheid. Met maximaal 28 zitplaatsen is het gezellig vertoeven in het restaurant, waar een oude Haagse tram dienstdoet als keuken! Geopend Elke zaterdag en zondag is het restaurant geopend (overige dagen beschikbaar voor afhuur) en zorgt de brigade voor spektakel aan tafel, door middel van “cuisine á la table”: veel gerechten worden aan tafel afgemaakt! Concept De gehele brigade, met Pierre Wind als Executive Chef, heet u graag van harte welkom in dit bijzondere restaurant… Er is namelijk geen (á la carte) menukaart en er zijn geen vaste prijzen. U, als gast, bepaald de prijs en wij zorgen (uiteraard in overleg met u) voor de culinaire invulling!

Trammmhuys Voorburg (onderdeel van rijdend Tramrestaurant Hoftrammm) Laan van Middenburg 1 2275 CA Voorburg www.trammmhuys.nl info@trammmhuys.nl 070-4067422

[ 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


■ ■ I ntro

The Future of Business Technology Dutch IT-channel belicht business technologie van de toekomst. Dutch IT-channel bestaat vijf jaar en dat vieren wij in 2018! Het vijfjarig bestaan van deze channel community wordt gevierd met een lustrum project waarbij we vooruitkijken in de toekomst van de I(C)T met ‘The Future of Business Technology’ als overkoepelend thema. Dutch IT-channel deelt met zijn lustrum activiteiten onder de noemer ‘The Future of Business Technology’ het innoverende karakter en de visie van organisaties met IT-beslissers en de IT-branche! ‘The Future of Business Technology’ interviews en achtergrondartikelen zijn geschreven door een ervaren team van IT-journalisten onder leiding van Witold Kepinski, hoofdredacteur van Dutch IT-channel en online gepubliceerd en vervolgens gebundeld in deze printuitgave. Het geheel wordt afgesloten met het ‘The Future of Business Technology Event’ op 17 mei 2018 met een programma met inspirerende sprekers en visionairs.

■ ■ C olofon Future of Business Technology is een uitgave van Dutch IT-channel B.V. Kantoor en correspondentieadres: Willem Dreeslaan 432, Zoetermeer

Operations Manager Monique Vreeswijk m.vreeswijk@dutchitchannel.nl telefoon: 06 - 281 17 617

Verschijningsfrequentie 1 keer per jaar

Sales Marc Jongbloed m.jongbloed@dutchitchannel.nl telefoon: 06 - 437 53 759

Website: www.dutchitchannel.nl Twitter: @dutchitchannel Facebook: www.facebook.com/dutchitchannel Directeur uitgever Rob de Kleijnen rdekleijnen@dutchitchannel.nl telefoon 06-402 36 803 Redactie Witold Kepinski (hoofdredacteur) redactie@dutchitchannel.nl Twitter: @witoldkepinski Linkedln: linkedin.com/in/witoldkepinski Telefoon 06- 410 03 906 Redactie: Marco van der Hoeven, Teus Molenaar, Diederik Toet, Jeroen Bordewijk, Dick Schievels, Anne van den Berg, Martijn Kregting en Johan van Leeuwen

Drukwerk Ten Brink, Meppel Deze uitgave is met de grootste zorg samengesteld. Desondanks kunnen er (druk)fouten of onvolledigheden in voorkomen. Hiervoor aanvaardt de uitgever geen enkele aansprakelijkheid. Overname van artikelen na goedkeuring van Dutch IT Channel B. V.

Partner Manager Yvonne Bansagi y.bansagi@dutchitchannel.nl telefoon: 06 - 235 30 399 Eindredactie Nick van Duyn n.vanduyn@dutchitchannel.nl telefoon: 06 - 235 89 258 Fotografie Wim van IJzendoorn Vormgeving en fotobewerkingen John Buys, Villa DTP

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 9 ]


Ruud Veltenaar is enthousiast en waakzaam voor de toekomst

De wereld verbeteren én veel geld verdienen

Ruud Veltenaar

Vraag trendwatcher Ruud Veltenaar over de technologische ontwikkelingen die hij ziet en hij is nauwelijks meer te stoppen. Tijdens een interview in zijn woonkamer vertelt hij met een mix van enthousiasme en waakzaamheid hoe hij naar de toekomst kijkt. Je krijgt van hem geen verzameling van buzzwoorden, maar een brede visie die vooral over ons maatschappelijk welzijn gaat.

Auteurs: Johan van Leeuwen en Witold Kepinski

V

eltenaar ziet dat er een grote transitie gaande is. “Ik spreek meestal over twee mantra’s. Het mantra van de wereld waar we vandaan komen is: ‘Business using people and technology to make more money’. Zo denken veel technologiebedrijven, inclusief heel Silicon Valley, nog steeds. Het mantra dat nu ontstaat is: ‘People using business and technology as a force for good’. Dat moet je niet verwarren met altruïsme en idealisme, je kunt er nog steeds veel geld mee verdienen, kijk naar Elon Musk. Maar de focus ligt veel meer op het creëren van waarde in plaats van op het verplaatsen of vernietigen van waarde. Het gaat om het inzetten van materiële en immateriële middelen om de wereld een beetje beter te maken.” “De ene sector is daarin een stuk verder dan de andere”, is Veltenaar realistisch. “Een groot deel van de bedrijven is in zijn gedrag nog puur gefocust op overleven en niet op het ecologisch, financieel of sociaal van waarde zijn voor zoveel mogelijk mensen. De focus ligt vaak op het eerste kwartaal en niet op de volgende generatie. Er zijn te veel managers en te weinig echte leiders.” ■ ■ E en zooitj e Die transitie is volgens Veltenaar meer dan noodzakelijk. “Want het is een zooitje. Maar… crisis is goed. Ik was blij met

[ 1 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

de verkiezing van Trump en met de Brexit, omdat dat bijdraagt aan nog meer crisis en dat is nodig om voor een échte kentering te zorgen. Als we op individueel niveau iets heftigs meemaken dat groter is dan wie we zijn, blijkt dat we ineens ons gedrag kunnen veranderen. Dat geldt ook voor de mensheid.” Veltenaar spreekt over drie crises waarvoor een oplossing moet komen. “De eerste is ecologisch. De aarde warmt snel op en dat krijgen we niet onder controle, ook niet met behulp van technologie. De tweede crisis is sociaaleconomisch: het gat tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’ groeit snel. En de derde crisis ligt op spiritueel niveau. Heel veel mensen leven en werken naar de verwachting van anderen. Ze worden elke week afgerekend op KPI’s. De jongere generatie kan daar niet mee omgaan. Een derde deel van de mensen met een burn-out is jonger dan dertig. Ze missen de geestelijke bevrediging.” ■ ■ D emoc r ati s ering De IT-sector, of breder: technologie in het algemeen, moet volgens Veltenaar een belangrijke rol spelen bij het oplossen van die drie crises. “Technologie leidt tot sociale innovaties en dat leidt weer tot democratisering van producten en diensten. Het zal nog één of twee generaties duren, maar uiteindelijk worden wij door technologie geen passieve consumenten, maar proactieve co-creators. Daarmee worden we als samenleving


een derde macht, naast de overheid en de vrije markt. Je merkt dat al bij jonge mensen. Die nemen het heft in eigen hand en regelen dingen buiten de overheid en het bedrijfsleven om.” Niet alleen grote multinationals, maar iedereen kan het verschil maken, is zijn visie. En dat kan hand in hand gaan met een gezond verdienmodel. “Achter de gedachte van ‘using business for good’ zit een model dat heel breed toepasbaar is. Ik zal een voorbeeld geven. Op het MIT (het Massachusetts Institute of Technology, waar Veltenaar aan verbonden is, red.) hebben zij de doestelling dat al onze kennis, denk aan onderzoeken en colleges, in 2020 gratis beschikbaar is voor 8 miljard mensen. Maar dat moet wel gefinancierd worden. Zij hebben besloten dat iedereen die financieel, sociaal of ecologisch waarde vernietigt MIT niet kan financieren. Shell wilde wel, maar mag dus niet. Anderen, ook overheidsinstellingen, financieren wel.” “Maar die financiering is geen gift, ze krijgen er iets voor terug”, vervolgt hij zijn verhaal. “Ze krijgen toegang tot laatstejaars en voorlaatstejaars studenten om te vragen of ze stage willen lopen. Studenten zijn natuurlijk niets verplicht, maar toch is het een waardevolle voorsprong voor die organisaties. Bedrijven kiezen er bewust voor om MIT te financieren, omdat MIT niet alleen een missie heeft, maar ook op een missie is. Door te financieren dragen ze bij aan de democratisering van kennis en onderwijs. En daar krijgen ze later loyale medewerkers, die trots zijn op het bedrijf waarvoor ze werken, voor terug. En ook loyale klanten.” ■ ■ L am pj es Maar is die visie ook toepasbaar door kleinere bedrijven? Veltenaar vindt van wel. Hij komt met nog een voorbeeld: de Nederlandse startup WakaWaka. “Ze ontdekten dat er in de wereld anderhalf miljard mensen zijn die geen licht hebben of die het met een gevaarlijke kaars of een giftig kerosinelampje moeten doen. Ze hebben het WakaWaka-lampje ontwikkeld, een LED-lamp met een klein zonnepaneeltje die zichzelf

Wie een formule weet te vinden om technologie in te zetten voor een groter maatschappelijk nut kan er veel geld mee verdienen

oplaadt. Van de winst op de verkoop van een lamp worden er gratis lampen weggegeven in bijvoorbeeld Afrika, Aleppo of Azië. Zo hebben ze er inmiddels ruim een miljoen verkocht of weggegeven. Daar verdienen ze een mooie boterham mee, maar ze hebben ook een aanzienlijk deel van de wereld toegang gegeven tot licht.” “Dat is het nieuwe ondernemen, wat je bij Elon Musk heel mooi ziet. Wat Bill Gates doet, eerst veel geld verdienen en dan een deel weggeven, daar heb ik ook veel respect voor, maar het is wel een andere manier van denken. Iets goeds doen kan nu geïntegreerd worden in de business. Dat is de waar we in deze eeuw naartoe gaan.” ■ ■ IQ Het model van WakaWaka houdt volgens Veltenaar ook verband met ontwikkelingen rond Artificial Intelligence. “De verwachting is dat je in 2024 een chip kunt kopen om in een device te

stoppen, die je honderd IQ-punten oplevert. Dan heb je dus de intelligentie van een mens op het gebied van patronen herkennen en informatie met elkaar in verband brengen. Richting 2050 kan die chip wellicht in je nek geplaatst worden om te integreren met je hersenen. Daardoor democratiseert IQ en verdwijnt intelligentie als een middel om beter te zijn dan anderen, met als gevolg dat we van concurreren naar co-creëren gaan. Dat is natuurlijk goed. Maar daarmee behoud je wel het probleem dat de ‘have nots’ in grote delen van de wereld die chip niet kunnen betalen en het gat met de ‘haves’ alleen maar groter wordt. Het WakaWaka-model is daarvoor de oplossing. Dat zal alleen niet gebeuren vanuit Silicon Valley, maar er moeten anderen opstaan. A.I. moet een ontwikkeling worden met een maximale maatschappelijke impact. Als ik jonge studenten spreek heb ik het gevoel dat dat ook gaat gebeuren.” ■ ■ E th iek “Ik geloof, vanwege die democratisering van intelligentie, dat A.I. een enorme kans voor de mensheid is”, vervolgt hij. “We moeten ons daardoor gaan onderscheiden met sociale en emotionele intelligentie en door menselijke eigenschappen zoals creativiteit en empathie. Maar we moeten er wel zorgvuldig mee omgaan en zorgen dat het niet tegen ons gebruikt kan worden. Stephen Hawking waarschuwt ons niet voor niets. Hij zegt dat kunstmatige intelligentie niet per se goedaardig hoeft te zijn. Er zitten inderdaad allerlei ethische kanten aan. Ik vind dat er daarom een World Ethic Council moet komen. Niet alleen voor de toekomst van A.I., maar ook als je kijkt naar bijvoorbeeld zelfrijdende voertuigen. Stel je het scenario voor dat een auto doorheeft dat een aanrijding op een kruising onvermijdelijk is. Hij kan kiezen om een jong meisje aan te rijden dat nog een jaar te leven heeft omdat ze ernstig ziek is, of een oudere professor die nog elke week college geeft. De auto heeft al die informatie en maakt de keuze. Moeten wij die keuzes aan Tesla, Volkswagen of Mercedes overlaten? Ik vind van niet. En zelfs niet aan de overheid.” Uiteindelijk draait het allemaal om data, weet Veltenaar. “Nu heb je het Internet of Things, met bijvoorbeeld ook auto’s die vol zitten met sensoren. In het volgende decennium heb ik zelf waarschijnlijk sensoren óp mijn lijf om mijn gezondheid in de gaten te houden, en ín mijn lijf om te voorkomen dat ik ziek wordt. De data die daaruit komen kunnen ingezet worden voor de ontwikkeling van A.I., maar zijn ook voor andere partijen interessant. Als burger zijn we dan de grootste producent van data en dat geeft ons een machtspositie. Geven we die data weg aan bedrijven als Google en Amazon? Ik denk dat de kritische samenleving van de toekomst dat niet gaat doen.” ■ ■ L eu ker “IT komt in het hart van de samenleving en dus ook van elk bedrijf”, sluit Veltenaar af. “Het wordt de basis voor ons welzijn en onze welvaart. Wie een formule weet te vinden om technologie in te zetten voor een groter maatschappelijk nut kan er veel geld mee verdienen, de wereld mee verbeteren en er loyale medewerkers en klanten mee creëren. Leuker kan het voor de IT niet worden. Maar het zal dan geen speeltje van de CIO meer zijn.”

Ruud Veltenaar is filosoof en trendwatcher. Als spreker over technologie is hij veelgevraagd (250 lezingen per jaar) en gewaardeerd (9,1 als gemiddelde beoordeling). Is bijzonder hoogleraar, gastdocent of spreker op o.a. London Business School, IBO Business School, MIT, Nyenrode, INSEAD, UvA, VU, TUe, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht en IMD. Op 17 mei spreekt hij bij het event ‘The Future of Business Technology’ van Dutch IT-channel.

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 1 1 ]


Blijf bij de tijd: innoveer continu De ontwikkeling van technologie is slechts ĂŠĂŠn aspect van innovatie. Zeker zo belangrijk is dat organisaties in staat zijn om die technologie effectief in te zetten. Dat is een continu proces, omdat ook technologie steeds verandert. Erik van Ommeren, Research Director bij Gartner pleit er dan ook voor om organisaties in te richten op voortdurende innovatie. Dat vraagt om de juiste bedrijfscultuur.

Auteur: Marco van der Hoeven

Erik van Ommeren

[ 1 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


“O

nmiskenbaar zijn er trends als Blockchain, Artificial Intelligence en Internet of Things”, zegt Erik van Ommeren, Research Director bij Gartner. “Die ontwikkelingen worden nu geabsorbeerd door bedrijven. “Ik zie dat bedrijven nu vooral aan het onderzoeken zijn hoe ze blijvend kunnen innoveren. Dat is dus niet opgehangen aan één thema of één idee. Maar het gaat om de vraag welke innovaties je wilt omarmen, en hoe je dat kunt blijven doen.” “Bedrijven willen bijblijven. Het heeft weinig zin om nu één technologie te kiezen en na invoering te denken dat je klaar bent. Het gaat er juist om dat je voortdurend in staat bent om te vernieuwen. Daarvoor is het nodig visie te hebben op hoe de markt eruit gaat zien, en welke start ups bijvoorbeeld een bedreiging kunnen gaan vormen. Welke ontwikkelingen zien we in de samenleving en hoe gaan we daarop inspelen.”

■ ■ R i s icoprofiel Dat vraagt om een proces dat veel reactiever en interactiever op de omgeving inspeelt. “Zo blijf je bij de tijd. Dat betekent helemaal niet dat je iedere keer moet kiezen voor state of the art, maar wel dat je bewust kiest. Zorg dat je de vraag ‘hoe innoveren wij’ goed kunt beantwoorden: hier halen we kennis vandaan, zo evalueren we dat, priorteren we dat, dit is het risicoprofiel. En als er dan een nieuwe technologie komt gaat die mee in het proces.” Op dat gebied ziet hij veel ontwikkelingen. “De context van een organisatie bepaalt de balans in die trends. In de ene sector is klantintimiteit en service cruciaal, en bij andere sectoren is het weer efficiëntie en kwaliteit. Innovatie is voor een deel openstaan voor het onverwachte, maar je krijgt wel betere innovatie als je weet waar je naar op zoek bent.” ■ ■ S am en leving Technologie bepaalt voor een groot deel de samenleving, en de manier waarop mensen verwachten dat je handelt. “Dat bepaalt weer voor een groot deel de context. Technologie is ook de inhoud van de verandering. En het is de manier waarop we georganiseerd zijn, het is het mechanisme van de verandering. Verandering in technologie verandert al die zaken. Als Blockchain aanslaat verandert dat de context, en daarmee de verwachtingen van banken, notarissen en overheid. En er komen oplossingen die gebruikmaken van die technologie.” Het komt dus vaak neer op de vraag hoe belangrijk innovatie gevonden wordt in een bedrijf. “Ik spreek veel CIO’s die zeggen dat innovatie belangrijk voor hen is, maar wanneer je doorvraagt blijkt de mate van innovatie toch beperkt te zijn. Het begint met de vraag waarom je iets doet. En als je naar technologie kijkt liggen de uitdagingen er nog steeds, op het gebied van security, compliance en privacy bijvoorbeeld. Daarbovenop draait een business, en daarbij moet er ook innovatie komen.” ■ ■ S tart u ps Het gaat dus uiteindelijk altijd om prioriteiten. “En die worden weer bepaald door de markt. Als je in een markt zit waar veel nieuwe spelers opkomen kun je je tijd niet verdoen aan kleinigheden, maar moet je er alles aan doen om die bedrijven voor te blijven.”

“Daarin kunnen start ups als voorbeeld fungeren. Daar zijn veel methoden voor, zoals design thinking en agile. Al die methoden bij elkaar zorgen ervoor dat je een klantgerichte, responsieve organisatie blijft. Als je dat inricht wordt het makkelijker om te innoveren. Het is niet een kwestie van de IT alleen, het gaat om de hele organisatie.” ■ ■ H ypecyc le “De toekomst van technologie kun je redelijk goed voorspellen. Als je de hypecycles van Gartner erbij pakt kun je het tijdpad van ontwikkelingen als bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s goed uittekenen. Maar wat je niet kunt voorspellen is menselijk gedrag. Want wat gebeurt er als je die nieuwe technologie aan echte mensen geeft? Voor de ontwikkeling van technologie kun je een strategie bepalen, voor de menselijke kant moet je experimenteren en ontdekken.” “Dat kun je niet voorspellen. Misschien is iets een enorm succes, misschien wil niemand het gebruiken. Dat weet je nooit. Dan is het een andere benadering van innovatie. Vroeger gingen we op basis van een idee gelijk dingen maken. Nu gaan we er eerst mee experimenteren, met gebruikers, financiën, bruikbaarheid. En als dat allemaal klopt kunnen we gaan schalen.” ■ ■ L eidersc hap Wie is ervoor verantwoordelijk? “Iemand moet het doen. Een CIO met de juiste visie kan die verantwoordelijkheid nemen. Maar als de CIO het niet doet zal iemand anders het oppakken. Ik geloof in leiderschap vanuit elke positie, degene die de beste visie heeft krijgt het voor elkaar. Daar zijn drie elementen voor nodig: wat is onze toegevoegde waarde als bedrijf, waar gaan we naartoe; tweede is de visie op hoe we innoveren; de derde is welke cultuur een bedrijf heeft. Dat laatste is toch de com­ plicerende of juist de faciliterende factor. Want als de cultuur die innovatie niet toestaat kun je nog zoveel willen, maar dan gebeurt er niets.” De cultuur moet de digitale ambities van een bedrijf ondersteunen. “Dat is iets wat organisatiebreed belangrijk is, waarbij iedereen begrijpt hoe alles met elkaar te maken heeft. Wanneer bijvoorbeeld snelheid van innovatie belangrijk is moet in de cultuur van het bedrijf wel het nemen van risico’s geaccepteerd worden. Je kunt niet innovatief zijn wanneer je risico’s wilt vermijden en hiërarchisch denkt.” ■ ■ B ijstu ren Nederland is volgens Van Ommeren goed bezig met innoveren. Maar de bereidheid om te investeren in niet bewezen technologie is vergeleken met andere landen laag, blijkt uit de jaarlijkse CIO Survey. “In Amerika bijvoorbeeld zijn bedrijven eerder bereid om in het kader van innovatie gebruik te maken van niet-bewezen technologie.” “Wat met innovatie belangrijk is, is dat organisaties in staat zijn om bij te sturen op het moment dat ze signalen krijgen dat er iets moet veranderen. Het is zaak om niet dogmatisch door te gaan als je al zou kunnen weten dat je op de verkeerde weg zit. En dat is weer iets wat je van een start up kunt leren. Die luisteren voortdurend naar de markt om te kijken of iets werkt. Dan kun je bijsturen en op de goede weg blijven. Leer van klanten en de markt.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 1 3 ]


Succesvol zijn in IT kan niet met alleen maar mannen’ Hoewel er volop kansen liggen op interessante banen in de IT-sector, blijft het aantal meisjes dat voor een IT-studie kiest laag. Cocky Booij, directeur van VHTO, Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek vindt dat zonde. “In de praktijk zien we juist dat divers samengestelde teams – dus bestaande uit mannen én vrouwen – de meest innovatieve resultaten behalen.” VHTO zet zich in om de participatie van meisjes en vrouwen in beta, techniek en ICT te verhogen.

[ 1 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Marco van der Hoeven


for Girls. Vijftig meisjes in de basisschoolleeftijd gaan in kleine teams aan de slag met een maatschappelijk vraagstuk. Dit vraagstuk moeten ze oplossen door gebruik te maken van digitale technologie. Er is volgens Booij nog een belangrijke manier om meisjes meer betrokken te maken bij de IT en dat is meer aandacht voor digitale vaardigheden en computational thinking op de basisschool. “Ik ben heel blij dat het opnemen van digitale vaardigheden in het standaard curriculum van het primair onderwijs in het nieuwe regeerakkoord is opgenomen. De PO-raad staat hier ook achter.” Speciale vakleerkrachten aantrekken om kinderen te leren programmeren en computational thinking te leren vindt Booij juist niet wenselijk. “Dan wordt het een wegstreepbaar vak. Wij pleiten er juist voor dat deze vaardig­ heden verweven worden in de vakken die kinderen al krijgen op school. Op Pabo’s zouden studenten hier al in getraind moeten worden.” ■ ■ E ye open er Op dit moment heeft VHTO al een project lopen waarbij Pabo-studenten een dag meelopen met een vrouwelijke IT-er bij bijvoorbeeld Microsoft of Salesforce. “Dat helpt de Pabostudenten, die over het algemeen niet veel beeld hebben bij IT, zich meer betrokken te voelen bij het onderwerp. Ze ervaren het vaak echt als een eye opener.”

Cocky Booij

I

n haar werk als directeur van VHTO ziet Booij dat er maar weinig meisjes en jonge vrouwen zijn die een studie in de IT ambiëren. VHTO kiest er dan ook voor om een deel van de activiteiten te richten op jonge meisjes in het primair onderwijs. “We zien dat veel meisjes een stereotiep beeld hebben van IT, of zelfs helemaal geen beeld hebben van de sector.” Door video’s van rolmodellen (ditdoeik.nl) onder de aandacht te brengen probeert Booij met haar team daar verandering in te brengen en juist meisjes enthousiast te maken voor IT. “In de echte wereld komen meisjes nauwelijks rolmodellen tegen. Ze kennen geen vrouwen die in de IT werken. Daarom leeft het voor hen ook minder. Als we de video’s laten zien zijn de meisjes vaak onder de indruk. Ze denken: “wow, dat kun je dus gewoon zelf leren maken.” ■ ■ C om putational th in king op de bas i s sc hool Naast de video’s organiseert VHTO bijvoorbeeld ook speeddates, waarin jonge meisjes in korte sessies kennismaken met professionals (vrouwen) die verschillende functies in de IT bekleden en vrouwelijke IT-studenten. “Zo gaat het onderwerp meer leven en krijgen ze een veel concreter beeld van de mogelijkheden.” Een andere manier om ook meisjes meer enthousiast te maken is het organiseren van Smart City Challenges

Booij ziet wel dat veel van de huidige leerkrachten, waarvan een heel groot deel vrouw is, hier huiverig voor zijn. Met budget van Google.org wil VHTO hier verandering in brengen. Via het project DigiLeerKracht kunnen leerkrachten van 2000 Nederlandse basisscholen gratis een tweedaagse scholing volgen waarin ze leren hoe ze programmeeronderwijs handen en voeten kunnen geven op hun school. “Programmeren is een kwestie van oefenen, dat willen we leerkrachten laten ervaren. Hoe ze programmeren in kunnen zetten tijdens de lessen en kinderen kunnen laten oefenen. We willen met dit project niet de IT-er van de basisschool aanspreken maar juist de leer­k rachten die zich hier nog niet zeker over voelen.” ■ ■ Voorop lopen Dat digitale vaardigheden op de basisschool langzaam maar zeker hoger op de agenda komen te staan op basisscholen staat vast. Toch denkt Booij dat het nog wel even duurt voor iedere school er actief mee aan de slag gaat. “Het zou prachtig zijn als digitale vaardigheden in 2020 bij iedere school op het programma staan. Er zijn scholen die nu al voorop lopen wat dat betreft, maar ook scholen die er nog niet aan toe zijn en later aan zullen sluiten.” Dat het belangrijk is om meisjes te interesseren voor IT, staat vast voor de Booij. “Voor de kwaliteit en verkoopbaarheid van een eindproduct is het belangrijk dat mannen en vrouwen met elkaar het product maken. Zo krijg je de diverse behoeften in beeld. Er zijn diverse samengestelde teams nodig. Het is toch niet denkbaar dat zo’n grote groep creatieve geesten niet participeert in deze sector?” Een toekomst voor IT zonder vrouwen en meisjes lijkt haar dan ook niet wenselijk. “Vrouwen zijn onmisbaar in de IT.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 1 5 ]


Mario Kortman

Klaar voor veranderende wereld met agile werken Juist een overheidsbedrijf zou het voortouw moeten nemen bij innovatie. Dat is de visie van Mario Kortman. Hij was tot voor kort Chief Digital Officer bij Waternet, en is nu Manager Agile & Digitale Transformaties bij Deloitte Consulting. Overheidsbedrijf Waternet houdt zich bezig met drinkwatervoorziening, dijken, riolering en waterbeheer. Kortman vertelt hoe Waternet toekomstbestendig is geworden door in te zetten op agile werken.

I

T is een breed begrip bij Waternet. “We hebben online dienstverlening voor onze klanten, maar daarnaast gebruiken we natuurlijk allerlei kantoorsoftware, tools voor Business Intelligence én hebben we veel te maken met procestechnologie, onze vitale infrastructuur”, vertelt Kortman. IT is dus op verschillende manieren heel belangrijk voor Waternet. “Nu de wereld snel verandert, zie je dat IT-bedrijven in het anders organiseren het voortouw nemen. Daarna volgen de grote banken.” Overheidsinstellingen blijven vaak achter,

[ 1 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteurs: Marco van der Hoeven & Witold Kepinski

merkt Kortman. “En dat is nu juist niet de bedoeling. Publieke instellingen worden betaald van ons salaris, dus mogen we er ook goede diensten en service van verwachten.” Om bij te blijven in de veranderende wereld van nu en goede diensten te kunnen blijven leveren moeten organisaties volgens Kortman anders gaan werken. “Omgaan met de veranderende wereld is veel belangrijker voor de organisatie dan welke code geklopt wordt. Daarom zijn we een paar jaar geleden begonnen met een proef om agile te gaan werken.” Tijdens deze trial


We hebben steeds meer Business-IT teams ingericht in de nieuwe manier van werken

werkten tien mensen in agile teams. Met succes. “Nu werken zo’n vierhonderd medewerkers op de agile manier, dat is een kwart van de organisatie.” ■ ■ F eedbac k , feedbac k en feedbac k Om agile werken succesvol te maken, is het volgens Kortman heel belangrijk om veel aandacht te schenken aan feedback. “Het beeld dat van overheden bestaat - en wat voor een deel ook waar is - is dat mensen er vaak heel lang werken en heel veel weten van een bepaald onderwerp. Denk bijvoorbeeld aan mensen die twintig tot dertig jaar werken aan watertechnologie.” “Die medewerkers weten vaak wat minder over de veranderende wereld daarbuiten en zijn niet meer zo gewend om daarop te reageren, dus hebben misschien wel een achterstand op dat punt. Daarom is een goede feedbackloop belangrijk. Steeds weer evalueren en kijken wat er de volgende keer beter kan. Door die continue feedback, in een vaste agile cadans en zo dicht mogelijk op het proces, leren mensen heel snel.” ■ ■ V er an kering in de organ i satie De overgang naar agile werken bij Waternet verliep in drie fasen. “In de beginfase zijn we met een kleine groep mensen agile gaan werken. Die fase hebben we zo zwart-wit mogelijk ingericht, écht agile werken met de business aan het roer en volgens devops principes. In deze fase hebben we geleerd te begrijpen hoe een agile team verschilt van het waterval model.” In de tweede fase heeft Kortman de agile werkende groep langzaam uitgebreid. “We hebben er een familie van gemaakt. We hebben steeds meer Business-IT teams ingericht in de nieuwe manier van werken. Dat er dingen kunnen omvallen en projecten kunnen mislukken, dat hoort erbij. Je moet niet bang zijn om fouten te maken.” ■ ■ Z elfstu ren de te am s Na de tweede fase, die ongeveer een jaar in beslag nam, was het tijd om volledig over te stappen op agile werken. “Een half jaar geleden hebben we de overstap gemaakt. Alle applicaties en alle projecten zijn opgenomen in agile teams en we hebben alle zeilen bijgezet om dat werkend te krijgen.” “Nu het allemaal loopt blijkt het model van kleine, zelfsturende teams die veel vrijheid hebben op ‘hoe’ en heel weinig vrijheid op ‘wat’ en ‘welke richting’, heel goed te werken. Ook in een organisatie zoals Waternet, waar de gemiddelde leeftijd 49 is en de mensen niet geboren zijn met een agile diploma.” Helemaal vanzelf verliep het proces naar agile werken natuurlijk niet. De tweede fase was volgens Kortman de lastigste. “Je zit elkaar in termen van besturingsmodel steeds in de weg. Het is makkelijk om te vinden dat vanuit drie agile teams de hele

organisatie om moet. Het is ook heel makkelijk om vanuit IT te denken: dat kan allemaal niet want ik heb zeshonderd appli­ caties. Je kunt het zo moeilijk maken als je zelf wilt. Uiteindelijk moet je het gewoon doen, in kleine stapjes en door continue te blijven communiceren met elkaar.” ■ ■ D ig itali s ering Volgens Kortman heeft het geen zin om te wachten tot de veranderende omgeving overheidsorganisaties oplegt om meer digitaal te gaan werken. “Onze strategie is heel makkelijk. Je kunt twee dingen vaststellen. Ten eerste: de wereld digitaliseert. En ten tweede: Waternet dus ook. Overal om je heen zie je dat de samenleving fundamenteel verandert. Dat geldt ook voor een asset management bedrijf als Waternet. We hebben 800 dijken en 8000 kilometer drinkwaterleiding, dat is allemaal heel fysiek, maar sensortechnologie en data is aan het bepalen hoe we daarmee omgaan.” “Die dingen zelf zullen echt niet gaan veranderen. Maar, de manier waarop je ermee omgaat, bijvoorbeeld door kunstmatige intelligentie te gebruiken om te voorspellen waar onderhoud moet gebeuren, dat verandert wel. Dit soort ontwikkelingen zetten ons hele operating model op zijn kop. Het is beter om na te denken hoe je daar als organisatie het beste mee om kan gaan en voorop te lopen in plaats van af te wachten.” ■ ■ A g ile en i n novatie Bij Waternet zijn de teams georganiseerd langs drie waardegebieden: klant, medewerkers en assets. “Al die clusters van teams hebben vaste innovatieruimte die ze kunnen besteden aan dat wat er de komende twee tot drie jaar op ons af komt. Er komen nu heel veel innovaties vanuit onze medewerkers. Ze bedenken zelf op welke assets het handig is om een sensor te schroeven, en een deel van onze technische medewerkers hoef je alleen een laptop te geven en ze worden bijna vanzelf een data scientist. Als je mensen weer ruimte geeft gebeuren hele bijzondere dingen.” Kortman is tevreden over de overstap naar agile werken, ook met een blik op de toekomst. “Ik denk dat de organisatie het zo serieus neemt als het zou moeten. We hebben ambitieuze doelen gesteld en werken daar naartoe.” Voor organisaties die zelf ook de overstap naar agile werken willen maken, heeft Kortman nog wel een paar tips. “Ten eerste, begin klein en goed. Ga testen, creëer businessbetrokkenheid, en trek lessen uit de ervaringen die je opdoet. Zorg ervoor dat de pilot niet verwatert. Als je de pilot goed uitgevoerd hebt, ga dan pas opschalen. Van een grote overheidsorganisatie verwacht je dit misschien niet, maar het is ons toch gelukt.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 1 7 ]


Security by design moet de basis van elk product en dienst worden

Martijn van Lom

Nieuwe technologie – IoT, blockchain, AI, VR/AR - biedt ongekend veel nieuwe kansen en mogelijkheden. Voor bedrijven, de financiële wereld, consumenten, burgers en patiënten. Nieuwe uitdagingen zijn er ook, stelt Martijn van Lom, van Kaspersky Labs Benelux. Zeker op het gebied van security en privacy. “De IT van morgen heeft de beveiliging van Auteurs: Martijn Kregting & Witold Kepinski

morgen nodig.”

N

ieuwe technologie is eigenlijk een raar begrip. Blockchain, kunstmatige intelligentie en machine learning, virtual en augmented reality, 3D-printing zijn namelijk niet nieuw. “Jaren geleden kwam ik al met internet verbonden witgoed zoals afwasmachines en koelkasten tegen,” stelt Martijn van Lom. “M2M bestaat al veel langer. Het grote verschil met een paar jaar geleden is de enorme versnelling die

[ 1 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

je nu ziet in toepassingen en gebruik.” Die enorme proliferatie van nieuwe technologie en allerlei combinaties ervan gaat ook veel sneller dan bij voorgaande generaties - zoals de kleuren-tv, de pc, of smartphones. “Zelfs de smartphone had een jaar of vijf nodig om van hype naar mainstream te gaan. Maar waar een connected wasmachine


drie jaar geleden nog een hype was, lijkt het er nu bijna op dat je geen apparaat meer kunt kopen zonder dat het de mogelijkheid heeft om aan een smart home, smart building of smart city-netwerk verbonden te worden.” ■ ■ B evei lig ing g roeit n iet m ee Die enorme en steeds snellere proliferatie baart van Lom ook zorgen. Want de benodigde mate van beveiliging groeit niet mee. “Vroeger was security een zaak van specialisten. Bij IT-dienstverleners, bij leveranciers van security-hardware en -software. Maar een speelgoedfabrikant die een pop levert die updates krijgt via internet, is geen specialist. Dat bewustzijn zit er veel minder in dan bij security-specialisten.” Dus de kans is groot dat men niet over security nadenkt bij het ontwerp, noch bij het plaatsen van zo goedkoop mogelijk ingekochte WiFi-componenten. Dat geldt niet alleen voor de speelgoedfabrikant, maar ook voor de leverancier van een koffiezetapparaat of droger die je op afstand aan kunt zetten. Los van het nut om alles met internet te verbinden, zit in de gebrekkige beveiliging een enorm risico. De hackbaarheid en daarmee het misbruik groeit namelijk exponentieel. Zeker als een gebruiker verwacht dat de producent wel over die beveiliging heeft nagedacht. ■ ■ Te wein ig holi sti sc h beeld Ook gebruikers – zoals bedrijven bij smart buildings en fabrieken, zorginstellingen, overheden bij smart cities – zijn nog weinig holistisch bezig. Veiligheid wordt vaak niet vanaf het begin meegenomen. Technologie wordt nog veel door de producenten ervan gepusht, zodat smart infrastructuren gefragmenteerd en zonder overkoepelend ontwerp tot stand komen waar security en privacy vanaf het begin ingebakken zit. “Uiteindelijk moeten er hier standaarden voor komen. Certificering die een basisgarantie biedt voor het niveau van beveiliging. Wet- en regelgeving zoals waar nu de Nederlandse politiek en organisaties zoals de Cyber Security Raad het nu over hebben op IoT-gebied. Maar zover is het nu nog niet. Bovendien is dit een onderwerp dat niet alleen op Nederlands niveau geregeld moet worden, maar internationaal. Anders kun je apparatuur uit andere landen importeren met een gebrekkige wetgeving of certificeringsverplichting en ben je terug bij af.” Privacy, security by design Uiteindelijk is het nodig dat elke leverancier van apparatuur of systemen die verbonden kunnen worden met internet – vrijwel alles, zo lijkt de trend – al in de eerste fase nadenkt over maximale bescherming en minimale privacy-inbreuk, meent van Lom. Privacy en security by design dus. Dan is het geen enkel probleem dat gebruiksgemak voorop staat. “Zo voorkom je dat je met goede bedoelingen het tegenovergestelde bereikt. Zoals het uitrusten van bedreigde dieren in Zuid-Afrika met een chip om hen te volgen. Dat systeem werd gehackt door stropers die vervolgens wisten waar ze op de dieren konden jagen. Of kijk naar cryptomunten: die moesten veiliger zijn dan gewoon geld, maar zijn omarmd als voorkeursvaluta door cybercriminelen.” ■ ■ G edac hteloos verbin den Van Lom waarschuwt er ook voor om gedachteloos alles met internet te verbinden. “Natuurlijk zitten er vaak voordelen aan. Zo werkte de digitale aansturing van mijn Tesla een keer niet. Ik kon starten en rijden, maar verder niets. Nog voordat ik op het werk aankwam, nam iemand van Tesla contact met mij op. Ze wisten van het probleem en konden dat met een update verhelpen.”

Geweldig dat dit proactief gebeurt, stelt van Lom. Maar ook wat bedreigend. Want los van het feit dat zijn auto niet meer te bedienen is zonder digitale aansturing: “Hadden ze bewust met bellen gewacht totdat ik van de snelweg af was en zo ja, hoe wisten ze dat? Dit geldt voor veel technologieconcerns, die gegevens van gebruikers verzamelen en bijvoorbeeld doorverkopen voor gepersonaliseerde reclame. Maar dezelfde tools kunnen gebruikt worden door cybercriminelen of door inlichtingendiensten.” Het is het bekende Big Brother-idee, recent benadrukt door het nieuws dat onderzoekers van Kaspersky Lab nieuwe Android malware hebben gevonden die in staat is gebruikers van Android smartphones digitaal en fysiek af te luisteren. De malware heet ‘Skygofree’ en kan berichtenverkeer via verschillende messengers afluisteren. Ook kan het de microfoon van de smartphone ongemerkt activeren om gebruikers van het toestel fysiek af te luisteren en ongemerkt foto’s maken met de front­ camera van smartphones, zodra het toestel ontgrendeld wordt. ■ ■ Te l a at ? Is het al te laat om deze ontwikkeling tegen te gaan? Van Lom ziet hier twee aspecten. Aan de ene kant verwacht hij dat er al over vijf jaar kinderen geboren worden voor wie het huidige concept privacy eigenlijk niet meer geldt. Omdat de ontwikkelcycli voor technologie steeds korter worden, is het steeds lastiger om snel groeiende problemen zoals ransomware aan te pakken. Anderzijds ziet hij het bewustzijn groeien bij bedrijven, overheden en burgers dat men zelf actief moet worden om data en privacy te beschermen. De komst van regels zoals privacy-verordening GDPR is een goed begin. Toch is dat bewustzijn nog te beperkt. Zo was het logisch geweest wanneer de CSO van de NS vooraf de vraag gesteld had wat de privacy-gevolgen waren van het plaatsen van camera­ systemen in billboards. Dat dit niet is gebeurt, tekent dat het bewustzijn over de bedreigingen voor privacy en security in bestuurskamers wellicht groeiende, maar nog altijd te beperkt is. Bij spionerende billboards is de impact nog beperkt. Maar wat als pakketdrones massaal worden gehackt en voor een aanslag worden gebruikt? Als mensen in een ziekenhuis overlijden omdat via een achterdeurtje in een connected medisch device het ICT-systeem gegijzeld is door ransomware? ■ ■ Z o sterk als z wakste sc hakel “Alles is zo sterk als de zwakste schakel. Het internationale bancaire SWIFT-systeem zet blockchain technologie in om communicatie en transacties beter te beschermen. De meeste staatsbanken hebben zelf ook afdoende bescherming opgebouwd. Maar één zwakke broeder in Bangladesh was in 2016 toch voldoende om een digitale bankroof uit te voeren waarbij vele miljoenen buitgemaakt werden. ” “We worden steeds meer overgeleverd aan technologie, die steeds complexer wordt en waarbij steeds meer partijen in een lange keten betrokken zijn. Dat zie je alleen al in de – nood­ zakelijke - bundeling van eerst afzonderlijke security-producten in Advanced Threat Protection. Als security-aanbieders werken we al lang samen, omdat geen enkele aanbieder alle bedreigingen in zijn eentje kan vinden en aanpakken.” Dat, besluit van Lom, moet in een connected samenleving het uitgangspunt worden voor de hele keten, van leverancier tot eindgebruiker en elke partij er tussenin. Samenwerking, transparantie, een holistische aanpak – security en privacy by design – en goede regulering. “Alleen zo zorgen we dat we de grip op technologie en veiligheid niet volledig verliezen.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 1 9 ]


Medewerkers hebben andere vaardigheden nodig

Rob Cools

[ 2 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


Snel grote hoeveelheden data interpreteren en vervolgens exact de juiste handeling uitvoeren. Dat kan de computer nu in veel gevallen sneller en beter dan de mens. Het is een ontwikkeling die grote invloed heeft op HR en finance en die ook de komende jaren voor grote veranderingen zal blijven zorgen. Rob Cools, account executive financial management bij Workday, geeft ons een blik op de toekomst van HR en finance. Hoe ziet de nieuwe rolverdeling tussen medewerker en technologie eruit?

V

oor Cools staat het vast dat technologie steeds meer werk voor ons gaat doen. Hij ziet ook dat dit voor financieel medewerkers en HR-medewerkers niet altijd makkelijk is. “Juist op de afdelingen HR en finance zitten veel mensen die niet staan te springen om meer technologie die het werk doet. Ze hebben jarenlang op een bepaalde manier gewerkt en willen dat graag zo blijven doen. ‘Ik weet hoe het moet, ik kan het zelf en ik doe het op mijn manier’, zijn veel gehoorde uitspraken.” Toch ziet hij dat ook op deze afdelingen steeds meer taken door technologie worden overgenomen. “Het is voor de mensen een heel proces, maar uiteindelijk moet de gedachte worden: ‘laat dat stuk ijzer mij maar vertellen hoe het moet’.” Organisaties kunnen ook niet anders dan meegaan met de nieuwe ontwikkelingen. “Bij Artificial Intelligence, Machine Learning en big data gaat het om zulke grote hoeveelheden gegevens, waaronder ook ongestructureerde gegevens, dat we daar zelf geen garen meer van kunnen spinnen.” ■ ■ S li m m er Op meerdere gebieden is de computer slimmer dan wij. “We leggen het af tegen de technologie op snelheid van handelen en op snelheid van interpretatie.” Het gaat volgens Cools dan ook belangrijk worden dat de medewerker gaat handelen naar aanleiding van wat de computer aangeeft. Dat handelen op basis van inzicht vanuit data, zie je volgens Cools nu al terug in de technologie die Workday levert aan klanten. “Steeds vaker wordt er gebruikgemaakt van Artificial Intelligence of Machine Learning. Een simpel voorbeeld is de manier waarop een systeem omgaat met een handgeschreven onkostenfactuur. De computer ‘leest’ een handgeschreven datum uit. Dat betekent dat de computer slim genoeg moet zijn om verschillende handschriften te herkennen. Je ziet ook steeds vaker dat facturen op basis van eerder gebruikersgedrag alvast automatisch worden ingeboekt, zodat de medewerker alleen nog maar hoeft te controleren. Hieraan zie je dat interpretatie steeds belangrijker wordt.” ■ ■ Van reg i streren na ar actie on dern em en Met een goede interpretatie kunnen organisaties veel winst behalen, ziet Cools. “Zo zien organisaties vaak de grootste klant als meest winstgevende klant, maar dat hoeft helemaal niet waar te zijn. Het financiële systeem, waarop medewerkers deze inzichten baseren, geeft namelijk helemaal geen inzicht in winstgevendheid, omdat allerlei factoren daarin niet meegenomen worden. Het systeem geeft geen antwoord op vragen zoals: hoe vaak belt deze klant naar de helpdesk? Hoeveel kosten moeten gemaakt worden om de klant te onderhouden? Slimme systemen waarin data verwerkt, gekoppeld en geïnterpreteerd wordt, kunnen voor veel betere inzichten zorgen dan wij met het blote oog kunnen.” In de transitie naar digitaal werken zullen HR en finance functies een andere invulling krijgen, verwacht Cools. “We zien op

Auteur: Marco van der Hoeven

dit moment al een verschuiving plaatsvinden van registreren en rapporteren naar actie ondernemen op basis van feiten. Op het moment dat je daar de goede systemen voor hebt, kun je als organisatie die omslag maken.” ■ ■ V ersc h u ivi ng “Ik denk dat we een verschuiving zullen zien in het soort medewerkers waar organisaties naar op zoek gaan. Data-entry banen bijvoorbeeld zullen verdwijnen en functies waarbij sterke analytische vaardigheden nodig zijn, zullen er volop zijn. Organisaties moeten hier veel aandacht aan besteden, want vaak heb je echt een ander slag medewerkers nodig dan die je al hebt binnen de organisatie.” Cools merkt dat finance vaak verandert door een grote druk op de afdeling vanuit de business. “Je ziet nog wel dat er binnen finance grote voorzichtigheid heerst, maar dat er tegelijkertijd veel druk op financiële afdelingen staat vanuit de business. De business vraagt om steeds meer informatie, terwijl de financiële wereld nog steeds grotendeels op Microsoft Excelsheets draait. Nu de business om meer informatie vraagt lopen ze aan tegen de grenzen van Excel. Als dat gebeurt, komen organisaties bij ons met vragen.” Toch denkt Cools dat er ook in de toekomst typische finance functies en HR functies blijven bestaan. “Er blijven mensen nodig die weten hoe je de juiste informatie uit het systeem haalt en aanlevert bij de business. Dit zullen wel heel andere functies zijn dan we traditioneel zien op deze afdelingen. Van de mensen die deze rol gaan vervullen zal wel veel meer gevraagd worden en dan vooral op analytisch gebied.” ■ ■ S uccesvol b lijven De trein zal steeds harder gaan, verwacht Cools. Om bij te blijven moeten bedrijven dan ook zorgen dat ze flexibel zijn. “Er zijn twee redenen waarom flexibiliteit belangrijk is. Ten eerste is het belangrijk om snel in te kunnen spelen op nieuwe technologie en ontwikkelingen in de markt. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de Fortune 500 uit het jaar 2000 en de Fortune 500 van dit jaar, dan zie je dat de helft van de succesvolste bedrijven uit 2000 niet eens meer bestaat. Ik verwacht dat we niet tot 2036 hoeven te wachten om weer een schifting van vijftig procent te zien.” De tweede reden waarom bedrijven flexibel moeten zijn, is om aantrekkelijk te zijn voor jonge, hoogopgeleide werknemers. “Wij staan er niet bij stil, maar Twitter wordt alweer gezien als ouderwets. We hebben echt jonge mensen nodig die opgegroeid zijn in de digitale wereld. Zij kunnen zich veel makkelijker aanpassen aan alle veranderingen. Ook is een inflexibel bedrijf helemaal niet aantrekkelijk voor jonge medewerkers. Die willen geen auto van de zaak, ze willen dat ze niet in de spits of in de file hoeven te staan. Bedrijven moeten stilstaan bij de wensen van jonge medewerkers om ook in de toekomst succesvol te kunnen blijven.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 2 1 ]


IT heeft in de huidige geen bestaansrecht IT-projecten duren traditioneel lang, zijn erg kostbaar en leveren slechts een gedeelte van de gewenste functionaliteit op. Dat horen we al jaren. Het is in deze tijd, van razendsnelle ontwikkelingen in technologie en zoveel innovatieve startups, niet meer houdbaar. In de toekomst zullen processen daarom heel anders ingericht moeten. Daarin speelt niet alleen de technologie een belangrijke rol, juist bij de snelle ontwikkeling van applicaties welke moeten inspelen op de wensen van gebruikers en klanten is het cruciaal om de menselijke component centraal te stellen. Auteur: Marco van der Hoeven

[ 2 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

W

illiam Janssen, oprichter van Jamme, is stellig: “Het is zaak de taal van je klant te spreken. Alleen dan kun je een echte partner zijn voor hen en samen optrekken om succesvol te worden. Op die manier kun je projecten op de juiste manier inrichten, zodat bedrijven zich kunnen differentiëren met producten en diensten die aansluiten op de wensen van de eindklant. En dit alles in een fractie van de tijd en kosten.”

De sleutel is effectieve applicatie-ontwikkeling. “Wanneer we kijken naar het landschap zien we dat alles richting cloud technologie gaat, daar is geen twijfel over mogelijk. Tegelijkertijd zien we dat het essentieel is dat bedrijven de juiste producten en diensten ontwikkelen op basis van de wensen van hun klanten. Je moet de klant zijn probleem snappen en zijn pijn voelen. Daar zal cloud technologie ook een rol in spelen, de tech­no­ logische redenen voor monolithische omgevingen bestaan dan niet meer. Kleine flexibele applicaties ontwikkelen die makkelijker te valideren zijn in productie, is de sleutel tot succes”


“Dan krijg je een organisatie, zoals bij Google, met een afdeling die verantwoordelijk is voor de best practices op het gebied van applicatieve infrastructuur. De volgende meest logische stap is cross functionele teams, samengesteld vanuit business, development en operations, die een beroep kunnen doen op deze afdeling, wanneer er sprake is van specifieke requirements.” Het normale dagelijkse beheer ligt dan dus bij die cross­ functionele teams zelf, mensen die gezamenlijk de applicatie ontwerpen en maken onderhouden en beheren hem ook zelf. “Je praat dan allemaal over de functionaliteiten en uiteindelijk over een continue product. Een internetbankieren website is geen project met om de zoveel tijd een update, maar is één van de belangrijkste producten die een bank aanbiedt en moet dus ook als zodanig worden behandeld.”

e vorm meer

■ ■ H oe ziet de toekom st eru it ? De teams van de toekomst zijn dus ingericht naar functionele kennis en niet meer door een technologisch kunstje. “Hoe het infrastructureel draait is niet iets waar zij zich mee bezig hoeven houden. Er is met cloud technologie geen afhankelijkheid meer van één bepaald systeem of leverancier. Dat zorgt uiteindelijk voor veel meer schaalbaarheid en flexibiliteit. Je hoeft bijvoorbeeld niet meer licenties te kopen voor een platform, waarbij je maar één keer per jaar een piek hebt. Zoals bijvoorbeeld bij verzekeraars.”

William Janssen

■ ■ E fficiënter ont wikkelen “Nu ontwikkelen bedrijven vaak zelf functionaliteiten waar andere bedrijven of waarschijnlijk andere mensen binnen het bedrijf ook mee bezig zijn. Waarom zou je die niet standaard gewoon uit de (private)cloud halen en delen? We zullen een verandering zien in architectuur en hoe we bouwen. Het is niet alleen een vraag van buy or build maar een vraag van buy, build and offer. Waarom zouden we de dienst dan ook niet aan anderen bieden?” “Ik verwacht dat het aantal regels code met een factor vier omlaag zal gaan. Dat kan niet anders, er zijn zoveel onnodige doublures. Oude traditionele libraries kunnen bijvoorbeeld centraal via een service mesh beschikbaar worden gesteld als een microservice, in plaats van dat deze in elke applicatie worden meegeleverd.” ■ ■ I edereen wordt ook beh eerder Technisch gezien koppelen we de functionele blokken niet meer in de applicatie, maar in de infrastructuur. Een service mesh, een belangrijk stuk business logica zit dus niet meer hardcoded in de applicatie. “We gaan dus op andere en verschillende niveaus over applicaties en infrastructuur praten. De flexibiliteit en logica om bijvoorbeeld te bepalen dat een belangrijke klant voorrang of een nieuwere versie krijgt configureren we nu on the fly in de infrastructuur.“

Janssen vervolgt met “In een organisatie hebben we wel een afdeling met ontwikkelaars, maar niet een aparte afdeling business development. Alsof een ontwikkelaar niets van de materie hoeft te weten die hij gaat implementeren” Drie andere belangrijke trends die een belangrijke rol spelen in de manier waarop IT in de toekomst verandert: Artificial Intelligence (AI), Blockchain (ledger) en Quantum Computing, waarbij die laatste trend echt voor de grote veranderingen gaat zorgen. Maar zover zijn we nog niet. “Op dit moment speelt AI vooral op het gebied van Big Data, met slimmere en self learning algoritmes. Dat heeft grote impact, maar er kan nog zo veel meer. Maar waar het gaat om creativiteit blijft de mens ver voor. Eigenlijk is het nog veel te vroeg om nu al over artificial intelligence te spreken, zoals we dat normaal gebruiken.” ■ ■ L igt ec ht alles open en b loot ? “Quantum Computing zal de echte disruptor worden, die bijvoorbeeld ook de huidige Blockchain(ledger) onveilig zal maken door de enorme rekenkracht. De huidige encryptiealgoritmen zijn dan niet meer veilig. Ze worden nu enkel als veilig gezien, omdat ze met de huidige rekenkracht niet in een acceptabele tijdsduur te kraken zijn.” “Encryptiemethoden zullen opnieuw moeten worden geïm­ plementeerd, vergelijk het met de Y2K bug waarbij ook veel vervangen moest worden. Maar als je met Quantum Computing 1.000.000 keer sneller kunt verwerken wordt bijvoorbeeld een brute force aanval van drie jaar nu een kwestie van een paar uur, zelfs met grote sleutels. Dat verandert het landschap radicaal.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 2 3 ]


De IT-markt staat aan het begin van grote veranderingen. Vincent Verbiesen, algemeen directeur en mede-oprichter van Protinus IT, verwacht meer toegevoegde waarde uit software. Een ware aardverschuiving naar cloud, een andere rol voor resellers en distributeurs én een enorme toenemende vraag naar storage. In dit artikel werpt hij een blik op de toekomst. Auteur: Marco van der Hoeven

D

at er in de IT een nieuw tijdperk aangebroken was merkte Verbiesen maar al te goed toen hij 10 jaar na de IT-bubbel midden in de crisis startte met Protinus IT. “We zijn begonnen in een tijd waarin het economisch behoorlijk slecht ging in Nederland. De IT-sector begon zich te realiseren dat de rek er definitief uit was: de traditionele IT moest plaats maken voor een nieuw en eigentijdser model.” In de afgelopen zeven jaar – tussen de crisis en nu – heeft Verbiesen verschillende ingrijpende veranderingen zien plaatsvinden. De belangrijkste verandering die hij gezien heeft is dat het moeilijker is geworden om onderscheidend te zijn. “Dit geldt zowel voor resellers, distributeurs maar ook voor fabrikanten.” ■ ■ O n dersc h eiden d Dat het moeilijk is om onderscheidend te zijn ten opzichte van de concurrentie heeft volgens de mede-oprichter van Protinus IT verschillende oorzaken. “Het lijkt wel of alle partijen aan het wachten zijn, waar de nieuwste technologische ontwikkelingen naartoe gaan. De ontwikkeling van bepaalde traditionele technologieën lijken voor het eerst wat te stagneren. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de huidige discussies en voor­ spellingen over de Wet van Moore.” Daarnaast ziet hij dat de markt aan het verschuiven is van hardware en front-end oplossingen naar software. “Hardware is commodity geworden, front-end is prosumer geworden. “Front-end oplossingen komen eigenlijk nog maar bij een paar Chinese fabrieken vandaan. De markt is ontzettend aan het uitdunnen, er zijn minder fabrikanten en ze maken steeds meer IT van goede kwaliteit.” Als voorbeeld noemt hij laptops. “Een slechte laptop bestaat niet meer. Als je een A-merk kiest heb je altijd een goede machine.” Om ook in de toekomst een interessant aanbod te hebben voor klanten moeten bedrijven daarom volgens Verbiesen inzetten op software en het liefst in de cloud. “Daar zit hun toegevoegde waarde en onderscheidend vermogen tegenwoordig.” ■ ■ Toekom st Ook voorziet Verbiesen verschillende ontwikkelingen die de komende jaren invloed zullen hebben op de vraag vanuit de markt naar IT-oplossingen. “Ik verwacht dat er nog een paar hele grote veranderingen aankomen in IT. Denk bijvoorbeeld aan de naderende generatie kwantum computers en de

[ 2 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

IT-er van de zonder schr opkomst van artificial intelligence. Ik denk dat we in de toekomst op zo’n andere manier omgaan met storage, dat we niet meer denken aan storage in fysieke zin. Cloud gaat uiteindelijk toch heel normaal worden, ook voor grote organisaties. IT als commodity is al normaal geworden. De markt is zich daar klaar voor aan het maken.” “Wat wij zien bij veel grote bedrijven is dat ze nog niet klaar zijn voor een volledige overstap naar de cloud, maar wel graag los willen komen van hun huidige legacy om zodoende beter klaar te zijn voor de toekomst.” merkt Verbiesen. “Een aantal kiezen als tussenstap voor een Private-Cloud.” De reden dat de rijksoverheid en de corporate bedrijven nog niet geheel cloud-ready zijn, heeft volgens Verbiesen te maken met de enorme omvang van de te nemen stappen hiertoe, alsmede ook de hiermee gepaard gaande regelgeving en securityvraagstukken. ■ ■ Voorbereid i ng Om klaar te zijn voor de nieuwste technologische ontwikkelingen is het belangrijk dat bedrijven niet achteroverleunen. “Hoewel niemand precies de toekomst kan voorspellen, is het wel belangrijk om je nu al klaar te maken en ervoor te zorgen


toekomst komt oevendraaier Vincent Verbiesen

dat je als organisatie hierop in kunt spelen. Hier zijn keuzes tot op strategisch niveau voor noodzakelijk. Deze keuzes zullen niet alleen op technologisch vlak gemaakt moeten worden, maar er zal ook een échte verandering moeten komen op het gebied van IT-contracting en leveranciersmanagement. Om met die verandering om te gaan, kunnen organisaties verschillende dingen doen. “Organisaties kunnen er voor zorgen dat ze alvast los komen van de legacy en zich klaar maken voor cloud. Maar we moeten er tevens voor zorgen dat organisaties in staat worden gesteld om op elk gewenst moment te kunnen inspelen op of investeren in nieuwe out-of-the-box oplossingen. Neem bijvoorbeeld storage. Niemand heeft de storage groei van de afgelopen jaren goed kunnen voorspellen, maar we kunnen er vanuit gaan dat de vraag naar storage ook de komende jaren exponentieel gaat groeien.” In sommige gevallen zullen we ook hier zelfs moeten openstaan voor tussenoplossingen. ■ ■ D e n ieuwe IT- er Om slim om te gaan met de nieuwste technologieën en ontwikkelingen in de markt is er volgens Verbiesen meer nodig dan een IT-er met programmeervaardigheden of een handige

systeembeheerder met schroevendraaier. “Het is absoluut niet meer de systeembeheerder van vroeger. Het is iemand die alleen cloud-based denkt. Die denkt in federaties, die kijkt wat er te koop is in de wereld en zijn proces daar naartoe durft te brengen. Mensen die dat kunnen, dat zijn de nieuwe IT-ers.” “Ik denk dat er een nieuwe generatie IT-ers opgestaan is die op een andere manier naar systemen en technologie kijkt”, stelt Verbiesen. “Kijk maar hoe onze kinderen met sociale media omgaan. Zij zijn er aan gewend dat sociale media een normaal onderdeel van hun leven uitmaakt. Ik denk dat de nieuwe generatie veel losser in de IT zal staan.” De nieuwe IT-er gaat de markt gebruiken vanuit een specifieke toegevoegde waarde, verwacht Verbiesen. “En dat is ook de Protinus gedachte. Als je de jongeren nu naar een oplossing laat zoeken op internet, zoeken ze een applicatie, app of een API. Techniek is tot nu toe veel te veel verkocht op hoe mooi de oplossing is. De nieuwe technologie zal meer en meer op toegevoegde waarde gericht zijn. Organisaties die zich dat realiseren en hierop kunnen inspelen, zullen voorop lopen en zorgen dat ze niet op achterstand komen te staan.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 2 5 ]


Pragmatisch omgaan met technologie leidt tot innovatie Hogere snelheid en toenemende betaalbaarheid van technologie zorgen ervoor dat de beschikbaarheid ervan nu al in rap tempo toeneemt. De opkomst van 5G zal voor een extra versnelling zorgen, verwacht Eugene Tuijnman, CEO van SLTN Inter Access. Maar wat betekent die technologische versnelling voor bedrijven? Hoe verandert dit de IT-branche? Is de Nederlandse overheid in staat om te gaan met deze vernieuwingen?

E

en belangrijke trend is volgens Eugene Tuijnman dat assets in toenemende mate connected worden. Daarvan uit ontstaan volgens de CEO van SLTN Inter Acces allerlei nieuwe businessactiviteiten, onder de algemene noemer ‘digitale transformatie’. “Tegelijkertijd spelen allerlei thema’s die met de digitale transformatie te maken hebben, zoals analytics, Artificial Intelligence (AI), Virtual en Augmented Reality (VR en AR) en IoT.” Zij zorgen voor een forse versnelling van de digitale transformatie. De tweede versnelling kunnen we volgens Tuijnman verwachten wanneer 5G straks voor iedereen beschikbaar is. “Dat leidt tot een enorme toename van bandbreedte. Onder invloed van 5G zal het steeds eenvoudiger worden verschillende nieuwe technologieën zoals AI en AR te combineren. Daardoor zullen de beschikbaarheid, het gebruik en de integratie van dergelijke technologieën enorm snel toenemen. Volgens IDC zal in 2020 al 40 procent van onze dagelijkse transacties of communicatie via een vorm van AI gaan lopen.”

■ ■ V ers n elling in de pr ak tij k De eerste versnelling van de digitale transformatie is nu al voelbaar. De adoptie van de ene technologie leidt onvermijdelijk tot de adoptie van de volgende technologie. “De cloud is bijvoorbeeld gemeengoed geworden. Maar om goed gebruik te kunnen maken van de cloud heb je altijd een sterke verbinding nodig. En door de betaalbaarheid en beschikbaarheid van sensoren heb je altijd veel makkelijker toegang tot gegevens die je eerst niet had.” Ook deze nieuwe extra data wordt opgeslagen in de cloud. “Om bruikbare informatie te halen uit de data vanuit bijvoorbeeld die sensoren heb je weer big data en analytics nodig. De snelheid van AI, zowel cognitive als predictive, zorgt er vervolgens voor dat je het overzicht krijgt. Ten slotte moet het geheel goed beveiligd worden. Een extra versneller is de beschikbaarheid van sneller geheugen en snellere processoren.” ■ ■ V ertr ag en de factoren Om te profiteren van nieuwe technologie hebben organisaties nog wel wat hindernissen te overwinnen. Tuijnman: “Ten eerste moeten mensen openstaan voor nieuwe technologie. Het tweede obstakel is wet- en regelgeving vanuit de overheid. De derde vertragende factor is de organisatie, die moet transformeren naar de nieuwe werkelijkheid.”

[ 2 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Marco van der Hoeven

Tuijnman ziet dat start-ups veel sneller aan de slag gaan met nieuwe technologie, omdat zij geen last hebben van de eerste en derde vertragende factor. “Een start-up kan direct aan de slag met mensen die met nieuwe technologie willen en kunnen werken, en daarnaast hebben ze geen legacy systemen waarin al geïnvesteerd is. Vanaf scratch opbouwen kan echt een voordeel zijn.”


Toch ziet hij het niet somber in voor organisaties die wel met legacy te maken hebben. “Kijk bijvoorbeeld naar de bankindustrie. De transformatie was ingrijpend, er zijn duizenden mensen ontslagen omdat er zoveel geautomatiseerd werd. Toch zie je dat die mensen elders weer een baan hebben gevonden, en wij nu gewoon met onze smartphone kunnen betalen. De transformatie is dus gelukt.” Risico’s ziet Tuijnman vooral voor organisaties die niets doen. Hij voorziet drie scenario’s: “De komende tijd zullen we veel start-ups zien die volop gebruikmaken van nieuwe technologie, daarna volgen gevestigde bedrijven die transformeren, en ten slotte de bedrijven die ophouden te bestaan. Als je op de oude manier blijft werken zul je op een bepaald moment geen bestaansrecht meer hebben.” ■ ■ A n dere producten , an dere k an s en Ook de IT-markt zelf heeft te maken met veranderingen door de digitale transformatie. “Klanten stellen andere vragen dan voorheen. Tegelijkertijd is de snelheid waarmee nieuwe producten op de markt komen en weer verdwijnen groter dan ooit. Diepgaande kennis is daardoor veel moeilijker te vinden.” Daarnaast worden producten steeds meer via lease-modellen verkocht. “Datacenter- infrastructuren verkoop je niet meer standaard als product, maar als dienst via de cloud. Dit betekent niet dat er niks verkocht wordt, het loopt alleen via een ander model. Klanten willen ontzorgd worden. Vergelijk het met een leaseauto, mensen willen gewoon een prijs per kilometer.”

■ ■ A c hter de feiten a an Een van de uitdagingen is dat de gemiddelde overheidsbeslisser geen kennis heeft over de digitale transformatie. “Daarom kunnen zij niet bedenken wat er allemaal kan en hoe we daar het beste mee om kunnen gaan. Het kennisniveau is heel laag.” Dat er veel generalisten zitten en weinig specialisten, speelt volgens Tuijnman ook mee. “En dat ze van zoveel verschillende zaken ‘iets’ moeten weten, helpt ook niet.” Per politieke partij wordt er vaak iemand naar voren geschoven die IT en innovatie in de portefeuille krijgt. Daar zit ook een deel van het probleem, volgens Tuijnman. “Innovatie is natuurlijk heel breed: van drones tot AI, privacy, security en het stimuleren van innovatie. Het is heel lastig voor iemand om over al deze onderwerpen voldoende kennis te hebben. Dit baart zorgen voor de wet- en regelgeving: hoe ga je met jurisprudentie om van technologie die pas net bestaat? Je ziet dan ook dat de adoptie van innovatie in zowel het politieke landschap als de wet- en regelgeving achter de feiten aanloopt.” Tuijnman is positief over de Nederlandse kennis en innovatieve kracht. “Nederland is als start-up land heel aantrekkelijk, bijvoorbeeld door onze infrastructuur en fiscaal klimaat. Onze educatie is van hoog niveau. Echte disruptie komt vaak niet uit Nederland, maar vaak bieden we wel de basis. Door pragmatischer om te gaan met technologie en meer dingen uit te proberen kunnen we nóg meer bereiken in de toekomst.”

Eugene Tuijnman

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 2 7 ]


Hyperconverged is de toekomst Hyperconverged Integrated Systems (HCIS) veroveren de wereld. Zij bieden de voordelen van de ‘gesloten’ systemen (snelheid, betrouwbaarheid, e.d.) én de ‘open’ wereld (relatief lage kosten). “Hyperconverged heeft de toekomst”, meent Aad Dekkers, marketing manager EMEA bij Scale Computing. Auteur: Teus Molenaar

Aad Dekkers

D

dat laatste stapje maakt HCIS weer goed: de opslag van gegevens komt weer dichtbij de CPU. En verbetert daarmee de prestaties enorm.

Waar hebben we het dan over? Dekkers: “Een hyperconverged integrated system is een platform dat computerkracht en opslag in zich verenigt, gebaseerd op software defined storage, software defined compute, standaard hardware en een eenduidige beheerinterface. Ook de netwerktaken worden binnen het systeem afgehandeld. De belangrijkste component is de software die dit alles mogelijk maakt en de onderliggende infrastructuur gemeengoed maakt.”

■ ■ V i rtuali satie Een versnelling naar hyperconverged systemen, zo vertelt Dekkers, ontstond met virtualisatie. “Daarmee maakt het niet meer uit wat de onderliggende hardware is. Je kunt kiezen voor standaard componenten. Uiteindelijk wordt virtualisatie een commodity”, meent hij. Hij ziet de toegenomen belangstelling voor HCI vooral ontstaan door de toegenomen noodzaak voor snellere verwerking van gegevens, gekoppeld aan een eenvoudiger beheer. “Het is geprobeerd met converged systemen (ook wel referentie­ architectuur genoemd) waarbij de onderlinge componenten door de verschillende leveranciers nauw op elkaar worden afgestemd. Alles past in één rack en wordt voorgeconfigureerd afgeleverd. Dit voordeel is tegelijk een nadeel: je kunt niet een andere router of andere storage-oplossing toepassen. Veel gebruikers zijn bang voor een vendor lock-in bij converged systemen.” Een HCIS kent dat nadeel niet, omdat alles via de software wordt aangestuurd en afgehandeld.

ekkers weet zich gesteund door analistenbureau Gartner die HCIS rond 2021 ziet uitgroeien tot mainstream. Andrew Butler, vice president en distinguished analist bij Gartner gaf half 2016 in het rapport ‘Prepare for the Next Phase of Hyperconvergence’ hoog op over dergelijke systemen. Begin 2017 herhaalt Gartner deze verwachting in het rapport ‘Forecast Analysis Integrated Systems’ (rapportnummer G00325718).

Eigenlijk zijn we met HCIS weer terug bij het begin: de grote mainframes uit de jaren vijftig/zestig en de kleinere, maar nog steeds forse mini’s uit de jaren zestig/zeventig. ‘Gesloten’ systemen met krachtige prestaties en veilige bewerkingsmogelijkheden van data. Maar erg duur. Het antwoord kwam met client/server systemen. Die vervolgens weer allerlei tekort­ komingen hadden, zoals complex beheer en beveiliging, maar de afgelopen decennia heeft de IT-industrie niet stil gezeten. Een nadeel was dat bij deze gedistribueerde systemen compute en storage uit elkaar werden gehaald via een SAN of NAS. Maar

[ 2 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

■ ■ G eh eug en Ook storage heeft de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt. Solid State Disks (flash) nemen minder ruimte in, gebruiken minder stroom en werken sneller dan de vertrouwde harde schijven. “Maar de echte winst krijg je als je de storage zo dicht


Je kunt workloads simpelweg heen en weer slepen; tussen systemen in eigen beheer, maar ook naar de cloud en weer terug.

mogelijk bij de CPU plaatst; dan heb je geen latency. Dat doen we met hyperconverged. Eigenlijk wordt storage gewoon geheugen. Althans voor die bewerkingen die razendsnel dienen te worden uitgevoerd. Voor opslag van gegevens die minder ‘dringend’ zijn, kun je andere vormen van opslag gebruiken. De truc is dan dat je software hebt die dit op een intelligente manier afhandelt. Bij HCIS draait het allemaal om de software.” ■ ■ G renzen vervag en Vanaf de allereerste mainframe tot de systemen die nu op de markt zijn, is het eigenlijk alleen maar ingewikkelder geworden. “En heb je een legertje IT’ers nodig om alles aan de praat te houden; mensen die schaars worden op de markt”, verklaart Dekkers. “Daarbij komt dat de grenzen vervagen. Je kunt alle dataverwerking in een eigen datacenter afhandelen, je kunt het bij een cloud provider onderbrengen of een mengsel van die twee. Vaak zie je dat het hoofdkantoor grote, centrale systemen heeft – eventueel aangevuld met cloud -, terwijl de bijkantoren lokaal gegevens verwerken. In zo’n situatie is op een bijkantoor een hyperconverged oplossing ideaal, omdat het nauwelijks onderhoud behoeft en eenvoudig is te beheren, zelfs vanuit de centrale vestiging. Je kunt workloads simpelweg heen en weer slepen; tussen systemen in eigen beheer, maar ook naar de cloud en weer terug.” Hij ziet dat de hyperconverged oplossingen vooral bij het midden- en kleinbedrijf worden toegepast. “Denk aan advocaten­ kantoren, maar ook mediabedrijven die grote bestanden snel

moeten verwerken, of winkels die ook steeds meer digitaliseren.” “Ik verwacht dat de komende vier jaar alles hyperconverged wordt; het wordt de nieuwe standaard. En alles met appliances vanwege het gebruiksgemak, de snelle en veilige verwerking van data en de mogelijkheid eenvoudig op te schalen”, stelt Dekkers. Ook andere grenzen vervagen. Dekkers doelt dan op edge computing: kleine apparaatjes binnen het Internet of Things die via sensoren tal van data verzamelen en ter plekke al de eerste berekeningen doen. Maar ook bijvoorbeeld kassasystemen binnen winkelketens of onderdelen van medische faculteiten. ■ ■ M ic ro - datacenter Bij edge computing gaat het om het lokaal afhandelen van data. Hoe goed die systemen dat ook kunnen, er is altijd ‘een lijntje’ met de centrale verwerking. De data van kassasystemen bijvoorbeeld voeden een ERP-systeem. Bovendien moet ook de beschikbaarheid van ‘edge-apparatuur’ optimaal zijn. Uitval van een harde schijf mag niet leiden tot dataverlies. Je zou dit kunnen oplossen met cloud computing, maar dan is de internet­ verbinding een hekelpunt. Ook in dit geval biedt een hyperconverged oplossing, in de vorm van een micro-datacenter, uitkomst. Eenvoud, schaalbaarheid en hoge beschikbaarheid zijn hier de sleutelwoorden. Een hyperconverged oplossing met zijn eigen opslagsysteem zorgt voor een betrouwbare infrastructuur.

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 2 9 ]


Als je datamanagement niet regelt, wordt het een bottleneck Hoe houd je de ongebreidelde groei van data in de hand? Hoe zorg je voor compliance, security en privacy als je steeds meer databronnen gebruikt? En hoe haal je het meeste uit je tools zonder eraan vast te zitten? GeĂŻntegreerd datamanagement heeft de toekomst, vertelt Rens Koopman, country manager Benelux bij Commvault.

Auteur: Diederik Toet

Rens Koopman

[ 3 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


O

rganisaties besteden de komende tijd veel aandacht aan flexibilisering van hun IT, kostenbeheersing en dataintegriteit, zegt hij. Het zijn onderwerpen waarover al lang wordt gesproken en die volgens Koopman langzaamaan volwassen oplossingen krijgen. “Ik verwacht een verscherping van de focus op deze thema’s en tegelijkertijd meer voorbeelden van excellente executie.” Uitgesproken strategieën voor cloud computing en datamanagement staan daarbij centraal.

■ ■ C lou d of n iet ? Vooral omwille van flexibiliteit en kostenbeheersing verplaatsen veel organisaties hun data naar de cloud. Andere partijen zien daar juist bewust van af. Dat hoeft niets met privacy te maken hebben, zegt Koopman. “Sommige workloads draai je nu eenmaal liever lokaal dan vanuit de cloud. Wij geloven daarom in hybride cloudoplossingen. Het belangrijkste is dat organisaties bewust nadenken over hun cloudstrategie. Zelfs als ze ver­ volgens beslissen om niets naar de cloud te verplaatsen. Dat zien we regelmatig.” “Wat ze ook beslissen: een cloudstrategie is onderdeel van de IT-strategie en moet daarom in het verlengde van de businessdoelen liggen. Die doelen veranderen door de voortdurende digitale transformatie. Organisaties willen allemaal snel kunnen schakelen en inspelen op nieuwe wensen vanuit de markt. Hoe meer ze hun IT op orde hebben, hoe beter de concurrentie­ positie.” ■ ■ C ontrole over data Bovendien wil elke business controle houden over de data die via hun systemen worden gegenereerd en verwerkt. Ze beseffen dat data een cruciale en onvervangbare pijler van de bedrijfsvoering zijn, net als de mensen en het bedrijfsimago, legt Koopman uit. Organisaties hebben inzicht in data nodig, bijvoorbeeld om te voldoen aan de GDPR voor verwerkers van persoonsgegevens en de MiFID II voor financiële dienst­ verleners. Met het inzicht kunnen ze zich ook beter onder­ scheiden in de markt. Als je weet hoe je meer waarde uit data haalt, herken je eerder kansen en risico’s en ben je de klant sneller en beter van dienst. Het correct managen van gegevens is een voorwaarde voor succesvolle bedrijfsvoering. Een hele uitdaging, als de data verdeeld staan over talloze bronnen, gestructureerd en ongestructureerd zijn en in steeds grotere volumes beschikbaar komen. Volgens Koopman is een geïntegreerde aanpak van datamanagement het enige antwoord op deze uitdaging. ■ ■ G eï nteg reerd data manag em ent Met slimme tools voor geïntegreerd datamanagement kun je gegevens vanuit diverse bronnen in real-time combineren voor data-analyses op basis van allerlei parameters, aldus Koopman. Maar het voordeel reikt volgens hem verder. Je ontkoppelt de data van de bron, waardoor organisaties flexibeler worden en eenvoudiger kunnen migreren naar en switchen tussen cloud­ aanbieders. Het geeft ze een betere exitstrategie en zorgt voor meer controle over hun data. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dergelijke slimme tools een steeds grotere rol spelen binnen de IT stack, aldus Koopman. “Datamanagement is de ERP van je datacenter. Zonder fatsoenlijk databeheer loopt aan de achterkant geen enkel proces meer. Data heeft een primaire plek in de bedrijfsprocessen. Dit wordt de komende tijd nog belangrijker. De wijze waarop je de gegevens beheert, bepaalt hoe flexibel de IT-infrastructuur is.”

■ ■ B ot tlen ec k De country manager vergelijkt geïntegreerd datamanagement met een menselijke nek. “Het is de flexibele schakel tussen een romp van databronnen en een hoofd van bedrijfsapplicaties. Zonder nek kun je alleen maar rechtuit kijken. Je kunt dan niet inspelen op veranderingen in de omgeving of in de data­ bronnen van de romp.” “Als je dit nu niet goed en flexibel regelt, wordt het echt een bottleneck. Ik zie dit heel zwart-wit. Er zit niet veel tussen. Heb je het niet goed geregeld, dan kun je databronnen en applicaties bijvoorbeeld niet porteren. Dan kost het later veel moeite en dus geld om het te repareren. Hoe langer je wacht, hoe meer drempels je hebt opgeworpen.” ■ ■ S oft ware - defi n ed Naast data-ontkoppeling zoeken organisaties mogelijkheden om hun IT-omgeving te versimpelen, weet Koopman. “Ze wensen een minder complexe data-architectuur met behoud van de huidige functionaliteit. Daarvoor bestaan tegenwoordig goede software-defined oplossingen. Slim ingezet kan dit een TCO-besparing van 20 tot 50 procent opleveren. Een voorwaarde is dat zo’n oplossing een rijke functionaliteit heeft, zoals indexering, archivering en native integratie met cloud­ platformen als Microsoft Azure en Amazon Web Services en met service management frameworks zoals ServiceNow.”

De wijze waarop je de gegevens beheert, bepaalt hoe flexibel de IT-infrastructuur is.

”Organisaties kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een flexibele ‘scale-out’ data-architectuur”, vervolgt de country manager. “Software, infrastructuur en back-upsystemen worden dan vervangen door een hyper-converged oplossing op servers die je eenvoudig uitbreidt. Wijzelf bieden deze architectuur ook vanuit een appliance tegen een vaste prijs per maand. Daar kan een gemiddeld mkb-bedrijf prima mee uit de voeten.” ■ ■ K an s en voor h et k ana al Voor het partnerkanaal biedt de toekomst volop nieuwe kansen, verwacht Koopman. “Elke klantorganisatie denkt momenteel na over flexibilisering, versimpeling, kosten­ reductie en beter inzicht in toenemende datavolumes. Die boot wil je als partner niet missen. Je kunt er allerlei nieuwe diensten omheen bouwen. Je moet in elk geval zorgen dat je meegaat in de trends.” “Als je je dienstenportfolio niet aanpast, kom je er niet”, besluit de country manager. “Draait jouw business model nog steeds om de levering van spullen, dan ben je erg afhankelijk van schaalgrootte of van excellence. Heb je dat onvoldoende, dan zul je op een andere wijze toegevoegde waarde moeten bieden. Bijvoorbeeld door managed services aan te bieden of adviesdiensten op het gebied van hybride cloudomgevingen.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 1 ]


Data komt centraal te staan in elk verdienmodel De afgelopen decennia hebben we zo’n acht tot tien Zetabyte aan data gegenereerd. Het is nu al niet eenvoudig om data slim te gebruiken om er waarde uit te halen, maar de komende paar jaar zal de hoeveelheid data groeien tot zo’n vijftig Zetabyte. Het grootste deel daarvan zal ongestructureerd zijn. Theo van Teylingen, Regional Director Benelux en Nordics bij Pure Storage, stelt dat bedrijven die ook in de toekomst relevant willen blijven, nu al serieus aan de slag moeten gaan met deze verandering.

Auteur: Marco van der Hoeven

V

an Teylingen ziet dat de structuur van data drastisch aan het veranderen is. “Tot nu toe hebben we digitalisatie ingezet om menselijke processen te verbeteren, te automatiseren en te schalen. Hierbij is gebruik gemaakt van menselijke algoritmen, die vertaald zijn naar computer algoritmen. Dat is het beeld zoals we dat kennen van de afgelopen vijftig jaar.” De vijftig Zetabyte die we binnen enkele jaren tot onze beschikking hebben, zal een andere aanpak vergen. “De data zal minder gestructureerd zijn, en zal voor het grootste deel door machines gegenereerd worden. Om beter en sneller inzichten te verkrijgen uit deze data zal deze niet meer batch gerelateerd, maar steeds vaker continue en real time verwerkt moeten worden.”

■ ■ Wa arde Volgens Van Teylingen is de vraag voor bedrijven nu: hoe haal je waarde uit data, wanneer de structuur en hoeveelheid drastisch veranderen? “Hoewel niemand daar nog precies een antwoord op heeft, weten we wel dat het belangrijk is om nu alvast na te denken over deze vraag. Zeker nu data centraal komt te staan in praktisch iedere organisatie en ieder verdienmodel. Deze ontwikkeling zal het hele IT-landschap veranderen.” Tegelijkertijd ziet Van Teylingen dat er druk ontstaat op organisaties door de digitale transformatie. “Organisatie moeten kritischer zijn in hun keuze voor bepaalde investeringen. We moeten innovatiever zijn en beter nadenken of we de huidige IT euro’s wijs besteden.” ■ ■ O mga an m et ver an der ing en Hoewel bedrijven dus niet alles kunnen voorzien, moeten ze nu wel al in actie komen als het aan Van Teylingen ligt. Daar geeft hij verschillende redenen voor. “Ten eerste is het heel belangrijk

[ 3 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

om een visie te ontwikkelen op dit onderwerp. Wat willen wij nu eigenlijk? Hoe stimuleren we het proces waarin we data opslaan, verwerken en analyseren? Wat is de te verwachten business outcome? En vervolgens kijken hoe we nieuwe technologieën, als real time analytics, AI, machine learning en deep learning kunnen gebruiken om daarmee maximale waarde en slagkracht te creëren? Belangrijk is dat organisaties hier ruimte voor maken.” Als tweede punt ziet Van Teylingen dat er een belemmering in de ontwikkeling van bedrijven ontstaat, doordat legacy modellen in bestaande IT-omgevingen echte innovatie in de weg staan. “Het is daarom goed om ook daar bij stil te staan. Hoe ga je als organisatie de nieuwe manier van datamodellering


bedienen? Het is een spanningsveld. Er zit veel geld in het overeind houden van silo’s en kolommen die goed passen bij het traditionele data- en IT-model, maar niet bij het stromende, real time data model waar we naartoe willen. We moeten daarom zoeken naar oplossingen die ons in staat stellen om flexibel en dynamisch een brug te slaan tussen deze twee werelden.”

“Het zal zeker in een multicloud omgeving worden opgebouwd. Het zal componenten bevatten uit de publieke clouds, managed clouds bij service providers en private clouds in de eigen datacenters. Daarnaast zal alles wat er buiten de datacenters om aan data gecollecteerd en verwerkt wordt (edge computing) naadloos in een infrastructuur passen die zo commodity is als Google bijvoorbeeld. Deep learning gaat daarbij zeker helpen.”

■ ■ M og elij kh eden Ten slotte ziet Van Teylingen dat veel organisaties naar de cloud willen, maar niet altijd om de goede redenen. “Ik zie in de praktijk dat deze wens meer gedreven wordt door de be­perkingen van het eigen datacenter, dan door de mogelijkheden die cloud op zich biedt. Cloud moet zeker een belangrijk onderdeel van de strategie zijn, maar is zeker niet voor iedere workload de oplossing. Om ook in de toekomst goed om te kunnen gaan met data is het belangrijk om te onderzoeken hoe we het model, de eenvoud en de flexibiliteit van cloud in een on premise omgeving kunnen ervaren.”

■ ■ C om pliance Voor bedrijven betekent deze verandering dat zij zich met name bezig kunnen houden met het creëren van waarde uit de data en het voldoen aan compliance. Ze zullen data meer zien als asset management. Vervolgens is de vraag: hoe zet je die waarde om in verdienmodellen?

■ ■ V er an deri ng IT- omg eving Hoe de IT-omgeving van de toekomst er precies uit gaat zien blijft natuurlijk koffiedikkijken, maar Van Teylingen verwacht in ieder geval dat het over tien jaar gedaan is met het ‘hands-on’ rondlopen en systemen in de lucht houden. “Gelukkig zal dat tegen die tijd niet meer nodig zijn. Systemen moeten betrouwbaar, beschikbaar en schaalbaar zijn, en datamigraties zouden ook niet meer nodig hoeven zijn. We gaan toe naar naadloos geïntegreerde data centrische architecturen, waarbij het niet langer nodig is om na te denken over de betrouwbaarheid, performantie, locatie en beschikbaarheid.”

Op dit moment heeft – volgens onderzoek van Pure onder 9000 bedrijven wereldwijd – al zevenenveertig procent van wat we verdienen te maken met data. Voor bedrijven die succesvol willen blijven opereren in hun markt en in de toekomst is het volgens Van Teylingen dan ook belangrijk dat ze zich realiseren dat ze een techbedrijf zijn. “Ieder bedrijf is een techbedrijf. Het is niet ‘iets wat je er even bij doet’. In de praktijk zie ik dat dit besef nog niet bij alle organisaties is doorgedrongen. Maar, om succesvol te blijven, moet data een centrale plek krijgen in de organisatie.”

Theo van Teylingen

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 3 ]


The Future of Business Technology is mede mogelijk gemaakt door:

[ 3 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


68764146353

26871696976

54173641147

56416464684

46434164146

68764146353

26871696976

54173641147

54643436436

49146163546

54641683643

61146233616

64164161434

32654687466

54643436436

49146163546

54641683643

61146233616

64164161434

32654687466

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 5 ]


Ook in de toekomst blijft de menselijke factor belangrijk Organisaties moeten razendsnel nieuwe technologieën adopteren om op flexibele wijze de concurrent te snel af te zijn. Tegelijkertijd is het – met de GDPR op komst – belangrijker dan ooit om de juiste aandacht aan security te besteden. Jeremy van Doorn, directeur pre-sales, EMEA Network & Security Division bij VMware vertelt over dit spanningsveld en de ontwikkelingen die we kunnen verwachten nu bedrijven steeds meer door technologie gedreven worden.

Auteurs: Witold Kepinksi & Marco van der Hoeven

E

igenlijk is er volgens Van Doorn geen bedrijf meer dat zonder technologie kan blijven functioneren. “Zelfs de schilder van je huis heeft technologie nodig. Hij moet een planning maken voor het personeel en reclame maken via sociale media. Alle bedrijven worden afhankelijker van technologie, en dat geldt voor grotere bedrijven nog eens extra.” Hij ziet de invloed van technologie dan ook rap toenemen. Om de concurrentiepositie te behouden en te verbeteren zie je dat organisaties zelf van alles gaan bouwen. Van websites tot applicaties met eigen backend. Zelf bouwen gaat snel en er is meer mogelijk dan bij een standaardoplossing, maar er ontstaan microservers en uiteindelijk heb je als organisatie wel een zeer complexe omgeving om te beheren.”

■ ■ S li m m e tec h nolog ie Ook via Internet of Things (IoT) komt er steeds meer informatie beschikbaar, waar je als bedrijf je voordeel mee kunt doen als je gebruik maakt van slimme technologie. “Allerlei apparaten komen online en steeds meer voorwerpen zijn aangesloten op sensoren. Kijk naar een vliegveld waar bijvoorbeeld alle trappen slim gemaakt worden, waarmee het onderhoud, de doorstroming en de storingen geregeld worden. Die slimme apparaten produceren allemaal data.” Van Doorn ziet dat veel van de systemen, die bedrijven zelf ontwikkelen, vooral vanuit een functionele gedachte ontworpen zijn, en niet per sé door mensen die expert zijn op het gebied van beveiliging. Daarnaast neemt de hoeveelheid data

[ 3 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

in bedrijven onder invloed van IoT rap toe. En daar ziet van Doorn een spanningsveld ontstaan. “Organisaties moeten snel en flexibel handelen, maar tegelijkertijd veel meer aandacht besteden aan security en daar de tijd voor nemen.” ■ ■ W etg eving Nu de nieuwe Europese privacywetgeving GDPR bijna van kracht wordt, neemt het belang van beveiliging alleen maar toe. Niet alle bedrijven zijn zich daar voldoende van bewust, merkt van Doorn: “Verreweg het meest onderschatte gedeelte is de beveiliging. Met een firewall en een VPN ben je er niet. Het technische deel van de beveiliging is nog het makkelijkst, maar de mensen moet je blijven onderrichten.” Dat technische gedeelte van de beveiliging zou volgens Van Doorn in ieder geval moeten bestaan uit een stevige basisbeveiliging. “Denk bijvoorbeeld aan microsegmentation, twee-factor-authenticatie en ervoor zorgen dat medewerkers nooit meer toegangs- en bewerkingsrechten hebben dan strikt noodzakelijk.” ■ ■ M edewerkers s pi l i n s ecu rit y Nu bedrijven zich voorbereiden op de GDPR ziet Van Doorn bij klanten dat één beveiligingsthema steeds terugkomt: de mense­l ijke factor. “De impact van businesstechnologie op bedrijven is groot, maar de grote verandering moet uiteindelijk toch bij de mensen vandaan komen. Hoe gaan we om met USB-sticks? Moeten we daar een pincode op zetten? Gaan we de inhoud versleutelen? Mag je ze meenemen het pand uit?”


Jeremy van Doorn

“In Nederland is het gros van de bedrijven nog niet klaar voor de GDPR. Met name op het gebied van bewustwording – people and process – is er nog veel werk aan de winkel.” Organisaties zitten met zoveel vragen op het gebied van bewustwording, dat Van Doorn zelfs verwacht dat er de komende tijd service­ providers zullen ontstaan die de beveiliging van organisaties gaan overnemen.

eigenlijk al aandacht schenken hieraan. Aan de ene kant betekent dit dat security architecten meer samen moeten werken, maar aan de andere kant moet de Security Officer ook een veto kunnen uitspreken wanneer hij denkt dat gevoelige gegevens van de organisatie niet veilig zijn.”

■ ■ R i s ico ’s Als het misgaat met de beveiliging, dan gaat het al snel goed mis. Naast een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens en imagoschade, kan de organisatie ook gewoon veel geld kwijtraken. “Stel je voor dat je als organisatie geïnvesteerd hebt in cryptocurrency. Als een hacker jouw private key steelt, terwijl je een paar ton hebt geïnvesteerd in bitcoins, kun je zo je geld kwijtraken.”

Naast procedures en training van medewerkers in data­ veiligheid, ziet Van Doorn dat bedrijven ook nieuwe manieren inzetten om medewerkers bewust te maken van securityrisico’s. “We zien de laatste tijd veel social engineering tests. Je hebt in Nederland een aantal bedrijven die dit kunnen verzorgen. Ze sturen mensen langs en stellen zich voor als collega. Ze gaan kijken waar ze naar binnen kunnen en sturen bijvoorbeeld valse e-mails om het menselijke aspect van de beveiliging te checken. De resultaten worden gebruikt als educatie.”

Ook kunnen zich situaties voordoen waarbij de gezondheid van mensen op het spel komt te staan. “Neem bijvoorbeeld de farma­ceutische industrie, die automatisch pillen maakt. Kijk wat een hacker teweeg kan brengen wanneer er ingebroken wordt en de samenstelling van de medicijnen ineens is aan­ gepast. Iedereen gaat voor flexibiliteit, maar security is absoluut een aandachtspunt.”

Volgens Van Doorn kunnen we de komende tijd verwachten dat snelheid en flexibiliteit alleen maar belangrijker wordt voor bedrijven. Hij benadrukt dat het cruciaal is om die snelheid en flexibiliteit gelijk op te laten gaan met security. “Steek veel tijd in de bewustwording van medewerkers. Je kunt nog zoveel technologie hebben, uiteindelijk blijft de menselijke factor bepalend of een bedrijf goed beveiligd is of niet.”

■ ■ B evei lig ing prior iteit “Vaak zie je dat er pas na het ontwikkelen en het testen aan de security wordt gedacht. In de ontwikkeltestacceptatie moet je

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 7 ]


Ik kan nu vanaf afstand mijn kachel aanzetten, ik kan mijn licht aandoen en mijn alarm inschakelen, allemaal via IoT-technologie.

Ronald Ooms

[ 3 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


We moeten ons meer bewust worden van waar we mee bezig zijn! We spreken hem daags na de reeks DDoS-aanvallen op Nederlandse banken die ons land eind januari even flink in rep en roer bracht. Onderwerp van gesprek is ‘The Future of Business Technology’. En die ziet er in de ogen van Ronald Ooms, Vice President North East EMEA bij Veeam Software, niet al te rooskleurig uit. Tenzij…

I

ncidenten zoals DDoS-aanvallen zullen in de toekomst alleen maar vaker voorkomen, voorziet Ooms. “De misdaad verschuift en digitaliseert. Het wordt voor criminelen steeds interessanter om hun werkterrein te verleggen naar de IT-wereld. We zullen daarom meer en meer last krijgen van cybercrime. Dat wordt in de toekomst een steeds belangrijker onderwerp.” ■ ■ I oT Een ontluikende technologie die die ontwikkeling nog eens extra in de hand werkt, is IoT, het Internet of Things. “Ik kan nu vanaf afstand mijn kachel aanzetten, ik kan mijn licht aandoen en mijn alarm inschakelen, allemaal via IoT-technologie. Maar daarmee wordt mijn kwetsbaarheid als persoon ook groter. Dat gaat in de toekomst steeds meer een issue worden. Iedereen vindt het in eerste instantie leuk, zo’n koelkast die zelf een boodschappenlijstje kan maken, of een app waarmee je je deur open kunt doen. Maar besef wel dat een hacker straks misschien ook in die koelkast kan rondkijken of je deur kan ontsluiten. Dat zijn dingen waar we steeds meer mee te maken krijgen en waarover nog onvoldoende wordt nagedacht.” Bovendien worden door die IoT-ontwikkelingen steeds meer data gegenereerd. En ook dat zal alleen maar toenemen. Want alles wat je instelt wordt ergens in de cloud opgeslagen. Ooms geeft de slimme Philips Hue-verlichting, die hij in huis heeft, als voorbeeld. Die technologie maakt van Philips opeens een software company, die straks over data van misschien wel miljoenen gebruikers beschikt. Dat zadelt het bedrijf op met een enorme verantwoordelijkheid, zegt hij. “Want in die data vind je bijvoorbeeld terug wanneer bij mij het licht aan- en uitgaat. Mogen ze dat weten? Hoelang mogen ze dat opslaan? En daarnaast: als ze het opslaan, wat gebeurt er als ze die data kwijtraken? Ik zie op dat soort gebieden een enorme shift plaatsvinden die bedrijven voor grote problemen stelt. Kijk naar de GDPR-regelgeving in Europa waaraan bedrijven nu moeten voldoen en de problemen die dat alleen al met zich meebrengt.” ■ ■ B ewust wordi ng Het gebrek aan besef van wat men precies in huis haalt met IoT- of andere nieuwe technologie speelt niet alleen in de consumentenwereld, waarschuwt Ooms. Ter illustratie van die stelling haalt hij een recent incident aan waaruit blijkt dat zelfs bij een instelling als het Amerikaanse leger de awareness betreffende het potentiële veiligheidsrisico van nieuwe technologische applicaties nog duchtig te wensen overlaat. Het ging in dit geval om de hardlooparmband Fitbit, een activiteitstracker die met behulp van GPS constant weet waar de drager zich bevindt. Middels een heatmap ontdekte een student dat ergens op een afgelegen plek in Syrië een hoop met Fitbit uitgeruste personen rondliepen. Het bleek om joggende

Auteur: Dick Schievels

militairen van een geheime Amerikaanse basis te gaan, die en masse verzuimd hadden hun GPS uit te zetten. Een pijnlijk incident, temeer omdat het Pentagon de armband zelf aan de militairen had uitgedeeld. Ooms hierover: “Stel je eens voor: je stuurt je soldaten naar een geheime, veilige plek en ze rennen rondjes met een apparaat van 70 euro dat precies laat zien waar ze zich ophouden. Je hele basis is zichtbaar. Dit toont aan dat zelfs bij een op veiligheid gespitste instelling als het Amerikaanse leger niet goed over de gevaren van nieuwe technologie wordt nagedacht.” Ooms kan nog een hele reeks andere voorbeelden noemen die laten zien dat we ons in het algemeen veel te weinig bewust zijn van wat we doen als we nieuwe technologie gebruiken. “Zowel de consument als de overheid en het bedrijfsleven moeten zich meer bewust worden waar ze mee bezig zijn. Ze moeten veel beter nadenken over de keuzes die ze maken en wat daarvan de consequenties zijn. Vroeger hoorde je vaak: ik heb een dubbel SAN, dus ik ben veilig. Nee, dat klopt niet, zeiden wij. Nu tien jaar verder roepen veel mensen: mijn data staan in de cloud, dus die zijn veilig! Maar hoe veilig is dat precies, en voor hoelang? En is dat voldoende voor jouw bedrijf? Ben je bewust van wat je nodig hebt, en ben je bewust van wat je krijgt? En ben je, in een hybride cloudsituatie bij gebruik van verschillende SaaS-applicaties, ook bewust van het feit dat de som der delen misschien anders is dan je zo op het oog veronderstelt? Mijn ervaring is: die awareness ís er over het algemeen niet, of in ieder geval veel te weinig!” ■ ■ H amvr a ag De hamvraag luidt natuurlijk hoe je dit gebrek aan bewustzijn vanuit de IT-industrie het beste adresseert. Als leverancier van backup-, dataprotectie- en availability-oplossingen is het als Veeam de taak om te blijven doen wat we altijd gedaan hebben, zegt Ooms. “We hebben altijd al gewaarschuwd voor de risico’s die men loopt, maar wij worden nog steeds te vaak vergeten. Data is bij veel bedrijven nog altijd een sluitpost. Van: oh ja, backup dat moet ook nog een keer gebeuren. Maar data is geen sluitpost meer, data is je core productiemiddel geworden. Zonder data kun je niks!” Willen we in de toekomst grip houden op de technologie, dan gaat het dus vooral om bewustwording en het vasthouden aan bewezen procedures, vat Ooms kernachtig samen. “Zo propageren wij al sinds jaar en dag onze befaamde 3-2-1-regel, die luidt: zorg voor drie versies van je data, op minimaal twee verschillende media – cloud, tape of noem maar op – waarvan één zich, ver weg, op een andere locatie bevindt. Het is weliswaar een oude regel, maar hij is nog steeds van toepassing voor iedereen. Ook thuis!”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 3 9 ]


Het enterprise van 2020 niet zonder uitdagingen Johan den Haan is bijna vanaf het eerste uur bij Mendix betrokken. Hij begon er als softwareontwikkelaar en groeide door tot CTO. In die rol houdt hij zich bezig met productstrategie en het aansturen van de ontwikkelaars. Hij heeft een duidelijke kijk op de toekomst van technologie. “Ik geloof niet in bimodal IT. Het wordt eerder trimodal.”

E

r zijn niet zo heel veel Nederlandse IT-bedrijven die wereldwijd zo succesvol zijn als Mendix. Het bedrijf groeit razendsnel. Ook is er waardering. Zowel in de Forrester Wave voor low-code applicatieontwikkeling als in het Gartner Magic Quadrant van high-productivity application PaaS wordt het bedrijf bij de leiders geplaatst. ■ ■ 2020 Mendix is opgericht omdat het zag dat softwareprojecten bij enterprises heel vaak mislukten, onder meer door slechte communicatie tussen business en IT. Op het gebied van lowcode applicatieontwikkeling vanuit een cloudplatform waren Den Haan en zijn collega’s vanaf de oprichting in 2005 pionier. Ze keken graag vooruit en doen dat nog steeds. Den Haan heeft bijvoorbeeld een duidelijk beeld van het enterprise van 2020. “Dat bedrijf moet, om succesvol te zijn, agile zijn. Maar daar zitten wel uitdagingen aan. Want we kunnen wel roepen dat elk bedrijf een softwarebedrijf wordt en dat het snel op veranderingen moet kunnen reageren, maar de realiteit is vaak niet zo.”

■ ■ S am enwerken “Daarnaast, minstens zo belangrijk, is dat zo’n bedrijf discoverable wordt. Daarmee bedoel ik dat samenwerking en innoveren samen centraal moeten komen te staan. In 2014 werd tijdens de Manufacturing Technology Show een door het publiek ontworpen elektrische auto 3D-geprint. Local Motors, het bedrijf daarachter, heeft nu Olli opgeleverd, een zelf­ rijdende bus. De boodschap is dat innovatie over de grenzen van de organisatie gaat. Mensen moeten samenwerken. Om te beginnen binnen het bedrijf. Bij elk bedrijf met duizend of meer medewerkers is er een team dat iets moois maakt waar ze aan de andere kant van het bedrijf geen weet van hebben terwijl ze er wel iets aan zouden kunnen hebben. Dus is er een platform nodig om samen te werken en voort te borduren op iets dat anderen gebouwd hebben.” ■ ■ S li m Het enterprise van 2020 moet bovendien slim zijn. Dat definieert Den Haan als een combinatie van context-bewust, intelligent en proactief. “Bedrijven moeten hun context kennen, bijvoorbeeld met connected products of andere IoT-toepassingen. Die data moet worden omgezet in informatie. En dat gebeurt dan pro-actief, zodat software andersom gaan acteren. Zodat bijvoorbeeld een dokter die naar patiënt loopt automatisch op zijn iPad het dossier te zien krijgt.” ■ ■ S- cu rve Den Haan gelooft ook in de kracht van ‘machine learning’. “Ik geloof niet in een kopie van menselijke intelligentie, wel in mensen die slimme machines kunnen aansturen. Dat zie je al ontstaan. Technologische ontwikkelingen komen altijd in

[ 4 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteurs: Johan van Leeuwen en Witold Kepinski

S-curves. Eerst gaat het nog niet zo hard, maar daarna komt er een enorm snelle groei. Vervolgens is er volwassenheid, maar ontstaan er wel steeds nieuwe toepassingen. Op dat moment ontstaan er alweer nieuwe curves. Dat was bijvoorbeeld met internet zo. En daarna met mobiel internet waarin je nu de volwassen fase hebt en toepassingen ziet zoals Uber. Die had je vooraf niet kunnen voorspellen. Zo gaat het met machine learning ook. Daar zitten we nu in het steile stuk van de S-curve. Zelfrijdende auto’s zijn een toepassing op het machine learning platform. We kunnen de impact daarvan nog niet volledig overzien, maar het gaat verder dan geen chauffeur meer nodig hebben. Met de gevolgen van een andere s-curve, Blockchain, is dat hetzelfde verhaal.” “Het is altijd lastig om de snelheid van dit soort ontwikkelingen in te schatten”, vervolgt hij. “Dat komt omdat we lineair denken, terwijl het exponentieel verloopt. Daardoor heb je in het begin de neiging om de snelheid ervan te overschatten, maar in een later stadium gaat het juist veel sneller dan je ooit had kunnen denken.” ■ ■ Tri modal IT Om succesvol te zijn moeten bedrijven volgens Den Haan verder denken dan de term ‘bimodal IT’ van Gartner die veel navolging krijgt. “Het probleem dat ik met bimodal IT zie is dat je twee kampen krijgt. De snelle, hippe, innovatieve jongens en meiden op zitzakken aan de ene kant en de stoffige mensen die met legacy-systemen bezig zijn aan de andere kant. Op die manier kijken ze ook naar elkaar. De eerste groep vindt de tweede groep ouderwets, de tweede groep vindt de eerste groep weliswaar snel, maar voorspelt allerlei problemen als het om compliancy, schaalbaarheid of veiligheid gaat. Geoffrey Moore spreekt over drie horizons als het om innovatie gaat. Met een zone tussen R&D en de business. En Simon Wardley, waar ik groot fan van ben, heeft een model waarin hij spreekt over pioneers, settlers en town planners. De eerste groep bestaat uit creatievelingen die bij wijze van spreken met legosteentjes een mooi bouwwerk maken en daarna door gaan naar de volgende uitdaging. De tweede groep kijkt naar welke van die bouw­ werken geschikt zijn als commercieel product voor de verkoop. En de derde groep is de legofabriek. Die worden er blij van als alles daarna soepel verloopt. Dus dat een softwareplatform stabiel draait en goed te onderhouden, veilig en schaalbaar is. Alle drie de groepen zijn van cruciaal belang. Ik geloof dus veel meer in triomodal IT, met een groep tussen mode 1 en mode 2 die als brug fungeert en de vertaalslag maakt.” ■ ■ Talent gap Door de groei van het belang van technologie bij bedrijven ontstaat volgens Den Haan een zogeheten talent gap. “Wij hebben zelf ook moeite om developers te vinden, maar het lukt


ontstaat volgens Mendix ons om die over de hele wereld te halen. Om te maken wat wij maken hebben we ook echt hardcore ontwikkelaars nodig. Maar als elk bedrijf eigen applicaties gaat ontwikkelen en dat type mensen zoekt, dan ontstaat er enorm probleem. We moeten dus op een andere manier nadenken over hoe we aan onze toepassingen komen. Domeinexperts, die weten waar het bedrijf naar toe wil, moeten die visie direct in software kunnen uitdrukken.

Business developers, die met een platform zoals dat van ons applicaties kunnen ontwikkelen, zijn in aantal honderd keer groter dan professionele developers. Die paradigma­­­­ver­schuiving is nodig. De markt is daarin ook echt aan het veranderen. Als Gartner al zegt dat ieder bedrijf eigenlijk zo’n platform moet hebben, dan wordt ons proces van evangelisatie ook veel makkelijker.”

Johan den Haan

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 4 1 ]


Een belangrijk pluspunt van hyperconverged secondary storage (HCSS) is de operational efficiency en kostendaling die het met zich meebrengt.

Carel Bak

[ 4 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


Hyperconverged verstoort traditionele opslag Secondary data

Databeheer van apparatuur tot in de cloud Hyperconverged infrastructuren hebben niet alleen een sterke invloed op het operationeel beheer in complexe omgevingen, ook de traditionele aanpak voor opslag van Secondary Storage/Data verandert sterk. “Als je de ijsberg bekijkt zie je 20%, de overige 80% zit onder het ijs. Dit geldt ook voor je data: 20% is primair en 80% van je data is secundair”, benadrukt Carel Bak, senior director Noord-Europa bij Cohesity.

H

et opslaan voor back-up, archivering, analytics en test/ ontwikkelomgevingen staat bekend als ‘secondary storage’. In een organisatie is gewoonlijk twintig procent van de data actief (heet); de rest is opgeslagen tot eventueel gebruik (koude data). Het gaat dus om de bulk van gegevens. Gartner verwacht dat in 2021 (dus al over drie jaar) meer dan tachtig procent van de data in organisaties zal worden opgeslagen in scale-out opslagsystemen, in tegenstelling tot de scale-up systemen van tegenwoordig. Het verschil is dat bij een scale-up systeem bij uitbreiding alleen een opslagsysteem wordt toegevoegd; geen computerkracht, noch bandbreedte. Bij scale-out (bijvoorbeeld naar een cloud provider) groeit de drie-eenheid (rekenen, verbinding en opslag) evenredig. We spreken dan van nodes als het gaat om opslagpunten. Gartner verwacht eveneens dat in 2021 de helft van alle organisaties zijn bestaande systemen voor back-up gaat opwaarderen of vervangen.

■ ■ S ilo ’s De bestaande scale-out systemen voor secondary storage, zo onderwijst Bak, zijn veelal aparte nodes; op zichzelf staande systemen, silo’s dus. Dat brengt veel en complex beheer met zich mee. “Maar niet alleen dat”, zegt Bak, “Het betekent bijvoorbeeld ook dat je de duplicatie voor elke silo apart toepast. Beter is het om alle koude data in één platform te beheren. Dan kun je dedup in één keer toepassen voor alle gegevens, waar ze ook staan opgeslagen. En kun je de beveiliging van alle gegevens ook veel beter regelen, omdat het geheel overzichtelijk is”, vat hij het principe van hyperconverged secondary storage samen. Overigens gaat het niet alleen over servers - al dan niet on premise of in de cloud – ook ‘de edge’ (de computers waarmee gebruikers werken) past binnen het eenduidige platform. Hij voeg eraan toe dat deze aanpak nog vrij nieuw is. Bak pakt de hype cycle voor opslagtechnologieën uit 2016 erbij. Dan zien we dat geïntegreerde systemen (ander woord voor hyperconverged) op het toppunt zitten van de overspannen verwachtingen. ■ ■ E én lever ancier Een belangrijk pluspunt van hyperconverged secondary storage (HCSS) is de kostendaling die het met zich meebrengt. Niet alleen heb je minder servers nodig voor opslag (door betere dedup en compressie bijvoorbeeld), maar vooral het beheer is geen zorgenkindje meer. Kostenverlaging ook door het betalen-naar-gebruik model.

Auteurs: Teus Molenaar en Witold Kepinski

Het betekent tevens dat geen grootschalige upgrades nodig zijn; je kunt nodes toevoegen naar wens; en weer laten vallen als ze niet meer nodig zijn, hetgeen vaak gebeurt in test/ ontwikkelomgevingen. “De Total Cost of Ownership bij geïntegreerde back-up ligt tachtig procent lager dan bij traditionele systemen”, weet Bak. Voor opslag van secondary data heb je nogal wat nodig: back-up software, back-up storage, back-up servers, licenties voor besturingssystemen en voor databases. Traditioneel heb je voor elk van deze onderdelen te maken met een aparte leverancier. Als er dan iets misgaat of dreigt mis te gaan, is het lastig te achterhalen welke leverancier met de juiste oplossing moet komen (als ze al niet naar elkaar wijzen). Bij HCSS zijn alle onderdelen geïntegreerd en heeft de klant te maken met één leverancier. ■ ■ B ac k- u p IDC heeft de totale markt voor HCSS geraamd op ongeveer 60 miljard dollar. Dan is alles bij elkaar geteld: back-up, files/ objecten, test/ontwikkelomgeving en analytics. “Wij komen vaak binnen vanwege de back-up voordelen”, zegt Bak. “Standaard zitten die andere toepassingen ook in de oplossing, maar er is nog wel wat onbekendheid met HCSS bij organisaties. Hier ligt een mooie taak voor onze partners”, zegt hij. Zodra een organisatie overweegt zijn back-up systemen te vervangen, is het volgens Bak verstandig de voordelen van geïntegreerde systemen in ogenschouw te nemen. “Het gaat om software. En het draait op HP, Unified Communication Solution (UCS-platform) van Cisco, en natuurlijk onze eigen appliances.” Hij ziet dat de grote ondernemingen en aanbieders van clouddiensten voorop lopen bij het toepassen van HCCS. Ook wel logisch, omdat zij over grote hoeveelheden data beschikken. “Gezondheidszorg, banken en verzekeringen, en de maakindustrie tonen veel belangstelling. Ook de overheid toont interesse”, zegt Bak. ■ ■ Z ic ht op data Een ontwikkeling die toepassing van HCSS kan versnellen, schat Bak in, is de Algemene Verordening Gegevensbescherming die in mei van dit jaar van kracht is. “Je moet dan zicht op jouw data hebben; weten waar wat zit en eventueel alles snel voorhanden kunnen hebben. Dat kan met de mogelijk tot massaal herstel van data met de HCSS-oplossing in plaats van per silo/node gegevens terughalen.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 4 3 ]


Patrick van de Werken (L) Sunil Dutt

Enterprise Cloud maakt workloadbeheer eenvoudig en kostenefficiĂŤnt

Nieuwe infrastructuur is applicatiecentrisch Een infrastructuur die automatisch een applicatie herkent, diens gebruiker en het belang van de ermee gepaard gaande data. Ook, of juist wellicht, in een gemengde omgeving van on premise en verschillende cloudaanbieders. En dat op een veilige en economisch verantwoorde manier. Zie hier de infrastructuur van de (nabije) toekomst.

[ 4 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Auteur: Teus Molenaar

Te c h n o l o g y

# 1


Sunil Dutt, verantwoordelijk voor het kanaal en de allianties bij Nutanix Benelux, windt er geen doekjes omheen: “Een hyperconverged infrastructuur is slechts een fase naar een intelligente, softwaregestuurde hardware-omgeving die rekening houdt met applicaties en gebruikers. Een overigens noodzakelijke tussenhalte naar wat wij noemen de Enterprise Cloud.” Maar voordat we bij het eindpunt zijn, eerst een korte blik op het ontstaan van de hyperconverged infrastructuur. Die hangt samen met de ontwikkelingen op hardwaregebied: dalende prijzen van flash geheugen en stabiele, langdurige opslag op deze geheugens. En de hardware is ‘gewoon’ geworden. Opslagapparatuur lijkt tegenwoordig gewoon op een server; sterker nog: het is een server. Niet het speciaal gefabriceerde ‘ijzer’ met programmeerbare, toegesneden chips. Gewoon een server die ook voor andere toepassingen inzetbaar is. Daarmee is een belangrijke drempel overwonnen in het beheersbaar maken van een datacenter. Storage hoeft geen apart eilandje meer te zijn. Dan komen we op een belangrijke ontwikkeling op softwaregebied: virtualisatie. De sturingssoftware kan beschikken over een heel cordon aan servers en het maakt niet uit waarvoor de hardware wordt gebruikt. VMware zingt nog steeds het hoogste lied in deze partij, maar hypervisors als KVM (open source) en Hyper-V doen al aardig mee. ■ ■ D ic htbij reken een h eid Om snel data weg te schrijven en weer op te halen, is het belangrijk de gegevens zo dicht mogelijk bij de centrale rekenheid (de CPU) en het werkgeheugen (RAM) te plaatsen, zegt Patrick van de Werken, senior regional director Northen Europe bij Nutanix. “Dan hebben we het over een hype­r­converged infrastructuur waarbij het rekenwerk en de opslag zijn samengevoegd in één eenheid. Daarmee vervalt het kostbare en tijdverslindende NAS als een aparte silo. Maar data staat tegenwoordig niet meer op één server, het is verspreid over servers in de eigen serverruimte, in de publieke en private cloud. In toenemende mate zelfs bij meerdere cloudaanbieders. Dan heb je besturingssoftware nodig die ervoor zorgt dat alle data op de juist en meest efficiënte plek terecht komt. Hyperconverged draait eigenlijk alleen maar om dit besturingsprogramma.”

ruimte te maken voor innovatie, voor nadenken over strategische inzet van IT. Het Enterprise OS is de verkeersregelaar. “Maar dan wil je dat iets dergelijks ontstaat als je online een hotelkamer wilt reserveren. De dienst zoekt voor jou, afgaand op jouw behoeften, de beste en meest voordelige oplossing. Dat is onderdeel van het Enterprise OS; zeg maar van de Enterprise Cloud. Het wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel een bepaalde manier van wegschrijven van data kost en of die aan de eisen als snelle beschikbaarheid voldoen.” ■ ■ A pplicatiecentri sc h De nieuwe business IT, aldus Dutt, is applicatiecentrisch. Dat betekent uiteraard dat de infrastructuur overweg kan met software containers. Maar het reikt veel verder. De infra­ structuur houdt in de gaten welke gebruikers gemachtigd zijn om welke applicaties toe te passen; of die nu on premise, in de publieke of private cloud draaien. Dit zit allemaal al in de Enterprise Cloud, aldus Dutt. Maar ze bouwen verder. Want er moet ook een mechaniek komen dat automatisch ervoor zorgt dat je heel eenvoudig een bepaalde workload in een mum van tijd weet te verplaatsen naar de meest gewenste plek. “Dit heeft ook te maken met de richtlijnen die de public cloud aanbieders hebben. Op dringend verzoek van klanten zie je dat ze het eenvoudiger en vooral goedkoper maken om workloads naar behoeven te verplaatsen. Wij spelen daarop in.” Dutt noemt dat de laatste stap, maar Nutanix zou Nutanix niet zijn als er niet nog een volgende stap komt.

De huidige IT-afdeling is zelden bezig met het bijdragen aan een betere bedrijfsvoering.

■ ■ P roductiviteit opsc h roeven Tijdens het Next on Tour evenement van Nutanix onlangs heeft Dutt klanten gevraagd waar zij wakker van liggen. Gebrek aan innovatie, internet of things, cloud en kunstmatige intelligentie zijn kort samengevat de hoofdbrekers. “Het wordt allemaal complexer terwijl ze geen IT-bedrijf zijn. Ze willen gewoon automatisering die helpt de productiviteit op te schroeven en nieuwe markten aan te boren. Maar de huidige IT-afdeling is zelden bezig met het bijdragen aan een betere bedrijfsvoering”, zegt Dutt. Een hyperconverged infrastructuur is volgens hem de eerste stap om de Total Cost of Ownership terug te schroeven en

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 4 5 ]


Stefan MĂĽnsby

We zullen onverwachte transformaties gaan zien Het toenemende belang van data zal voor bedrijven tot onverwachte uitkomsten leiden. Dit kan leiden tot een ingrijpende verandering in hun strategische koers. Hierdoor zal ook de rol van de CIO veranderen. Tegelijk zal de manier waarop software ingezet wordt dankzij de cloud voor nog meer disruptie zorgen, voorzichtig aangewakkerd door artificial intelligence. We spreken hierover met Stefan MĂĽnsby, VP Innovation bij van Basefarm.

[ 4 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Marco van der Hoeven


56416464684

■ ■ D i s ru ptie “Er was genoeg ruimte om het eten dat ze serveren, zoals de bekende gehaktballetjes, internationaal te vervoeren. Dat is uitgegroeid tot een omvangrijk voedselexportbusiness. We zullen in de toekomst nog meer onverwachte scenario’s zien. Grote bedrijven zullen disruptie ondervinden van bijvoorbeeld Google, Apple en Amazon. In korte tijd kunnen bedrijven opkomen die al snel marktleider zullen worden in hun branche. Productiecapaciteit is geen probleem, je kunt goederen altijd snel en goed in China laten maken.” Een andere trend die samenhangt met de digitale trans­formatie is een ingrijpende verandering van rollen in bedrijven. “Wat ooit een voorspelling was van Gartner is nu werkelijkheid geworden. We zien bij onze eigen klanten dat er een transfor-

46434164146

De klassieke benadering is een fysieke winkel met één merk die zijn activiteiten uitbreidt. “Dat zien we steeds meer gebeuren. Een goed voorbeeld is Ikea. Weinig mensen weten dat het in omvang de tweede voedselexporteur van Zweden is. Dat is een onverwacht neveneffect van hun core business, namelijk het verkopen van meubelen in platte verpakkingen. Daardoor hebben ze zowel locaties als extra ruimte in auto’s.”

68764146353

■ ■ B ijzon dere ont wikkeling en “Kijk naar de manier waarop Elon Musk zaken doet. Zijn doel is het creëren van de ultieme batterij om het gebruik van brandstoffen terug te dringen. Maar om dat te doen moet je een auto bouwen die op elektriciteit rijdt, en daarop verder bouwen. In andere branches kan dat bijzondere effecten hebben. Zo zou een krantenuitgever op basis van de data die hij heeft tot de conclusie kunnen komen dat hij beter kaas kan gaan verkopen. Dat zou dan puur op basis van data de meest logische uitkomst kunnen zijn. Dat kun je niet van tevoren voorspellen. Daar zou die perfecte datasent toe kunnen leiden, hoe vreemd dat ook klinkt.”

26871696976

54173641147

54643436436

49146163546

54641683643

61146233616

64164161434

32654687466

“D

e afgelopen maanden heb ik met veel klanten gesproken”, zegt Stefan Månsby, VP Innovation bij Basefarm. “Wat een belangrijke rol zal gaan spelen in de toekomst is de trend data driven. In de ideale situatie betekent dit dat alle zakelijke beslissingen puur gebaseerd zijn op data. Intuïtie en ervaring zullen een steeds kleinere rol spelen. Daarmee komen we bij een punt waarbij we doen wat de data ons zegt te doen.” De bedrijfstak die hierin voorop loopt is de financiële wereld. “Beslissingen in Fintech zijn volledig gebaseerd op data. Die vorm van besluitvorming in de zakelijke wereld zullen we in toenemende mate gaan zien, ook in andere branches.” Dit betekent concreet dat we in de toekomst ingrijpende culturele veranderingen zullen zien. Het dwingt bedrijven open te staan voor veranderingen, waarbij ze geheel nieuwe richtingen in kunnen slaan.

matie plaatsvindt in de rol van de CIO. Tot nu toe was de hoofdtaak om software aan te schaffen en in te voeren. Vervolgens huurt hij mensen in om die software bruikbaar te maken. In praktijk was echter een belangrijke taak om een infrastructuur te bouwen die de tekortkomingen van de software kon opvangen.” ■ ■ C lou d Het was daarmee aan de CIO om de software resilient te maken, afhankelijk van de specifieke eisen van de CIO en zijn bedrijf. “De cloud verandert dat volledig. Nu kan de CIO complete componenten uit de cloud gebruiken om software te bouwen. Dat hoeft niet meer volledig bottom up. Zo kan tachtig procent van het platform afkomstig zijn uit de cloud. De andere twintig procent is dan wel maatwerk. Artificial intelligence zorgt ervoor dat de prestaties van de software wordt gemonitord, zodat bij problemen direct automatisch aanpassingen worden gedaan. Dat is een typische use case voor deep learning, omdat monitoren voorheen een handmatige taak was.” Voor deep learning moet eerst quality time worden besteed aan deep teaching. “Want aan het begin is de software volledig dom. Je moet het neurale netwerk van alles leren, bijvoorbeeld het visuele verschil tussen een koffiekopje en een laptop. Daar is een enorme hoeveelheid data voor nodig, zoals afbeeldingen vanuit allerlei hoeken en in allerlei omstandigheden. Ook voor monitoring op de infrastructuur zijn enorme datasets nodig.” ■ ■ AI oversc hat Daarom wordt het effect van AI nogal eens overschat. “Je weet nooit precies waarom AI een bepaalde beslissing neemt, je ziet de uitkomst. Gezien vanuit de business is dat zowel positief als negatief. Wat eruit komt kan volledig logisch zijn, maar AI kan niet uitleggen waarom het logisch is. Dergelijke Blackbox AI kan dus een probleem zijn, en tot ethische vragen leiden.” “Er wordt wel gewerkt aan zogenoemde Whitebox AI, waar dat veel meer wordt getoond, maar die variant is enorm traag vergeleken met de Blackbox-variant. En ook met AI heb je het effect dat je met menselijke collega’s hebt, namelijk dat je er in de loop der tijd beter mee kunt werken. Je leert elkaar als het ware kennen. Dus ook AI zal in de toekomst onderdeel worden van het team.” “Voor bedrijven die willen profiteren van big data betekent dit dat ze agile moeten gaan werken. Veel bedrijven denken wel dat ze agile werken, maar in praktijk is dat nog niet zo. Dat moet in de hele organisatie, te beginnen bij het topmanagement, ingebakken zijn. Want werken met Big Data en AI is iteratief. Cruciaal daarin is dat bedrijven open staan voor die onverwachte uitkomsten, en accepteren dat je vooraf niet weet wat er gebeurt.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 4 7 ]


Pascal Huijbers:

Scheiding tussen IT en BT is tijdelijk

Auteur: Johan van Leeuwen

Pascal Huijbers ziet vaak een vliegtuig van binnen. Als CTO van Fujitsu is hij verantwoordelijk voor large accounts in de EMEIAregio. Hij spreekt met grote klanten, maar wordt ook in veel landen gevraagd om in presentaties en interviews zijn visie te geven op ontwikkelingen. Omdat hij afkomstig is van de klantzijde – hij was voorheen Group CTO bij Delta Loyd en had daarvoor bij verschillende grote instanties een rol aan het hoofd van het architectuurteam – weet hij als geen ander wat er daar speelt.

H

uijbers spreekt over de Smart Machine Age. “Het is een vervolgstap op het inzetten van machines. Computerkracht en intelligentie, zoals AI (Artificial Intelligence, red.), gaan daarin een steeds belangrijkere rol spelen. We komen daardoor in een nieuw tijdsbeeld.” De klant verandert daardoor ook, net als de relatie tussen leverancier en klant. “De klant wordt zelfstandiger en staat daardoor meer centraal. Bedrijven formeren zich niet meer naar hun eigen producten, maar naar de reis van hun klant. De uitvoering daarvan gebeurt steeds meer ‘smart’ in plaats van met mensen. Met robots, slimme software en AI.”

■ ■ N ieuwe verhou ding en Huijbers zag het begrip Business Technology (BT) de afgelopen jaren populair worden. “Van oudsher hebben we IT-technologie, denk aan de back-office applicaties. Maar het contact met klanten moet sneller, efficiënter en via meerdere kanalen, ook mobiel. Daardoor is Business Technology erbij gekomen. Je ziet nu vaak dat niet de IT maar BT de controle heeft en ook de funding bepaalt.” De verhoudingen zijn verschoven. “Dat mag de IT zich aan­­ rekenen. Ze hebben zitten slapen. De voorzieningen buiten de deur zijn blijkbaar beter dan erbinnen: sneller, goedkoper en met betere functionaliteiten. De vraag is hoe lang dat zo blijft. Nu zie ik regelmatig organisaties waarbij CTO’s of CDO’s over het budget gaan en boven de CIO staan. Die laatste is meer een beheerder. Dat is best een rare situatie. Over drie jaar vragen die

[ 4 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

bedrijven zich waarschijnlijk af waarom ze al die verschillende functies hebben. De rollen gaan weer in elkaar schuiven. De scheiding tussen IT en BT is maar tijdelijk.” ■ ■ G olfbeweg ing De twee werelden moeten dus samenwerken, maar dat zorgt nu nog regelmatig voor frictie. “Er is een spanningsveld tussen de oude wereld, IT, en de nieuwe wereld, BT. Je ziet door de jaren heen eigenlijk continu een golfbeweging tussen centralisatie en decentralisatie van IT. Door mainframes werd het centraal, door client servers decentraal, en zo is het op en neer gegaan. De cloud is in dat verhaal eigenlijk vooral een manier voor de business om iets nieuws op te bouwen zonder dat je de IT nodig hebt.” Met de golfbeweging in het achterhoofd verwacht Huijbers rond cloud weer een tendens richting centralisatie. “Infrastructuur is een commodity geworden. Het gevolg is dat je meer functionaliteit uit het platform zelf gaat krijgen. Het concept voor de komende jaren, als je het mij vraagt, wordt hybrid IT in combinatie met een open digital business platform. De diensten komen daarbij dus uit een centraal platform. Nieuwe functionaliteiten, denk aan AI of chatbots, bestaan uit componenten, uit legoblokjes, die je uit je systeem haalt.” Fujitsu speelt daar op in met haar eigen cloudplatform, K5. “Functionaliteiten zoals AI ontsluiten wij als API in dat platform. Wat we daarnaast doen, en dat is ook de reden dat we over


Pascal Huijbers

‘open’ spreken, is zoveel mogelijk andere platformen ondersteunen. Inclusief virtuele machines en containertechnologie. Dat doen we ook bij functionaliteiten van start-ups. We selecteren start-ups op de geschiktheid voor onze klanten en maken hun oplossing dan beschikbaar in ons platform.” ■ ■ C o - c re atie Co-creatie is daarbij een woord dat Fujitsu vaak gebruikt. “We zitten in een tijdperk waarin technologie vaak niet meer kant en klaar is. Om AI weer als voorbeeld te nemen: dat bestaat, zoals gezegd, uit legoblokjes. Denk aan taal, of het herkennen van objecten of personen. In traditionele IT gebruikte je een technologie pas als alle legoblokjes beschikbaar waren. Maar als je goed kijkt naar hoe start-ups werken, dan zie je dat ze dat doen op een manier die we ‘minimal viable products’ noemen. Ze stellen aan de hand van de behoefte van de klant en de beschikbare componenten een prototype samen. Dan gaan ze daarmee naar de klant om het te toetsen. De investeringen worden zo laag mogelijk gehouden en het product ontwikkelt zich gaandeweg steeds verder door. Zo doen wij dat ook. En dat doen we niet alleen, maar samen met klanten. Denk daarbij aan een samenwerking met de gemeente en Rijkswaterstaat als het gaat om een smart-city-concept. Je combineert dan bijvoorbeeld camerabeelden van de gemeente met onze AI-technologie. Alles op een Lean-werkwijze, met snelle, korte cycli.” Bij MKB-bedrijven worden keuzes op een andere manier gemaakt dan bij enterprises. Maar deze tijd biedt juist voor hen

ook veel interessante kansen, vindt Huijbers. “In de public cloud komen de componenten nu beschikbaar. Als MKB-bedrijf kun je in Azure gaan stoeien met Cognitive Services van Microsoft. En via Amazon Web Services kan het op een vergelijkbare manier. Dan wordt innovatie qua prijs haalbaar voor het MKB. Je hoeft geen miljoenentraject in te gaan om iets met bijvoorbeeld gepersonaliseerde e-commerce te doen. Ik denk niet dat die bedrijven zich altijd realiseren welke mogelijkheden er liggen. Maar, met de hulp van partners, zie je wel dat ook daar de eerste succesverhalen ontstaan.” ■ ■ B eg i n pu nt Huijbers geeft bedrijven, ook IT-partners, één dringend advies: denk niet dat het zo’n vaart niet zal lopen. “Bij alles wat je kunt ‘disrupten’ zal dat ook gaan gebeuren. We staan pas aan het beginpunt.” Hij weet waar hij het over heeft. Hij was, lang voor Funda, met de NVM in overleg over een online-huizensite. Ook stond hij aan de wieg van de eerste cloudbroker van Nederland, CloudPlaats. “Kijk naar alle ontwikkelingen van de laatste tientallen jaren, of het nu om internet, cloud of digitale interactie gaat. Het zijn allemaal trends die eraan zaten te komen en die uiteindelijk gebeurd zijn. Je kunt het gewoon voorspellen. Als je maar goed kijkt. Je hoeft er geen visionair voor te zijn.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 4 9 ]


OpenStack is volgens CloudVPS het cloudplatform van de toekomst

Auteurs: Witold Kepinski en Johan van Leeuwen

Cloud- en infrastructuur solutions provider CloudVPS koos vier jaar geleden voor OpenStack. Daar heeft het nu allerminst spijt van. CEO Chris de Jongh gelooft er heilig in dat OpenStack het cloudplatform van de toekomst is.

Chris de Jongh

[ 5 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


W

ie niet groot is moet slim zijn. Chris de Jongh weet dat CloudVPS tegenover de bekende public-cloud-reuzen maar een relatief bescheiden speler is. Maar wel een bedrijf met unieke eigenschappen die voor klanten interessant kunnen zijn. Mede door OpenStack. “We hebben vier jaar geleden heel bewust voor OpenStack gekozen. Dat was toen een gewaagde beslissing omdat OpenStack nog moest groeien qua bekendheid, maar het heeft heel goed uitgepakt. Het platform is onder andere populair bij grote ondernemingen die hun eigen cloud resources willen gaan managen. Dat was altijd een uitdaging bij die doelgroep, maar het platform is daar bij uitstek geschikt voor. Daarnaast is het ook qua kosten interessant. We zien dat klanten 20 tot 25 procent goedkoper uit zijn dan bij de grote public-cloud-aanbieders. Dat is het voordeel van open source, plus het gegeven dat we als klein bedrijf geen enorme infrastructuur hoeven te onderhouden.” ■ ■ Pay per us e Vier jaar geleden begon CloudVPS met het aanbieden van OpenStack, al was het in een andere vorm dan dat het nu doet. Die stap lag volgens De Jongh toen niet voor de hand. “Het implementeren ervan is technisch gezien een lastig verhaal. En daarna is het nog niet klaar om het als dienst te verkopen. Met onze technische kennis op het gebied van networking, data­ centers en availability, maar ook met het bouwen van portals en billing, is het ons gelukt om OpenStack in de markt te kunnen zetten als een dienst met een pay-as-per-use model. Dat is niet eenvoudig geweest en daarom zijn we op Nederlandse bodem daarin nog de enige.” ■ ■ Tweede var iant Inmiddels zitten er duizenden klanten van CloudVPS op het OpenStack platform. Sinds kort biedt CloudVPS het ook in een tweede variant aan. Naast de eigen open source dienst zit ook het OpenStack cloudplatform van Mirantis in het aanbod. “Een deel van de klanten is overgestapt en we halen er ook nieuwe klanten door binnen. Het verschilt per klant wat het beste past.” ■ ■ S oft ware D efin ed D atacenter Chris de Jongh gelooft sterk in OpenStack. “Je moet het zien als een keuken waar je als klant zelf de keuze maakt uit de aanwezige ingrediënten om zo de perfecte maaltijd te bereiden. OpenStack is die keuken, je kiest je gewenste resources, maakt een netwerk aan en je bouwt zo je eigen infrastructuur project. OpenStack is ingericht als Software Defined Datacenter. Zo kun je direct starten met de configuratie van jouw infrastructuur. Daardoor hoeft een beheerder zich niet langer bezig te houden met fysieke componenten zoals koeling, servers en routers. Dat regelt OpenStack.” “Wij maken voor storage gebruik van de technologie Ceph. Daarmee slaan we data drie keer op. De keuze voor het drie keer opslaan van data is een hele bewuste. Deze methode is veel schaalbaarder dan hard- of softwarematige RAID”, vervolgt De Jongh. “Performance is natuurlijk door heel het platform een belangrijke factor. We hebben een core-netwerk per datacenter van 160 gigabit. En alle clusters hebben redundante uplinks van 10 gigabit. Je hebt altijd voldoende bandbreedte. Een belangrijk verschil met veel van onze concurrenten is dat wij softwarematig de afgenomen performance borgen. Zo krijgt elke klant de performance die hij afneemt, zonder dat een andere klant, een zogeheten noisy neighbour, deze performance kan beïnvloeden.” ■ ■ D ev O ps De combinatie van Docker en Kubernetes is populair bij klanten, ziet De Jongh. “Het past bij de populariteit van DevOps. Met Docker en Kubernetes kun je een volledige ontwikkelstraat kostenefficiënt opbouwen. Dus van ontwikkelen, testen en acceptatie tot het in productie nemen. Als je het op die manier inricht wordt het eenvoudiger om nieuwe releases in productie te nemen. OpenStack is uitermate

geschikt voor die tools. Het is er eigenlijk voor gemaakt. Zelf hebben wij vanuit Proserve een Managed Container dienst (CaaS) gebouwd op OpenStack. Wij beheren het platform en de hele deployment-straat. De klant kan zich hierbij richten op softwareontwikkeling en wij doen de rest. Het mooie voor de klant is dat ze daarbij de resources per uur kunnen afnemen. Als je een zware testcyclus in gaat en eventjes veel resources nodig hebt, wordt dat maar kortstondig doorgerekend. Op- en afschalen is dus heel makkelijk. We zien achter de schermen heel mooi dat daar veel gebruik van gemaakt wordt. In het gebruik van resources zie je dan enorme pieken en dalen. Er is een duidelijke behoefte aan die schaalbaarheid.” ■ ■ V r a agstu kken Bij de meeste bedrijven ziet De Jongh multi-cloudomgevingen en hybride omgevingen. “Eén van de uitdagingen die er dan om de hoek komt kijken is het aanleggen van een veilig netwerk tussen die clouds, zodat ze ook applicaties aan elkaar en aan databases kunnen koppelen. Connectiviteit en prestaties zijn daarbij, naast veiligheid, cruciaal. Die vraagstukken krijgen we vaak en we zijn in staat om klanten daarvoor een maatwerk­ oplossing aan te bieden, gebaseerd op de standaard bouwblokken van onze dienstverlening.” De Jongh noemt het woord security. Uiteraard ziet ook hij een groeiende bewustwording rond security, zeker ook door de GDPR. “Met al onze klanten hebben we verwerkings­ overkomsten vastgesteld die voor de GDPR van belang zijn. In combinatie met het CERT-team dat we hier intern hebben, systemen voor securitymonitoring en de benodigde ISO- en NEN-certificeringen zijn we heel interessant voor branches die hoge eisen aan veiligheid stellen. We hebben niet voor niets veel gemeentes en banken als klant.” ■ ■ Toekom st Kijkend naar de toekomst verwacht De Jongh een verder groeiende vraag naar OpenStack. “Er staat bij ons nog veel op de roadmap met nieuwe functionaliteiten die as-a-service op het platform worden aangeboden. Grote bedrijven zijn de aanjagers voor dat soort nieuwe functionaliteiten.” Hij verwacht niet dat veel klanten voor een eigen OpenStackomgeving kiezen. “Er zijn meerdere bedrijven die dat hebben gedaan en die er nu voor kiezen om alles naar ons te migreren. Omdat ze daarmee enorm besparen op beheer en monitoring.”

Met al onze klanten hebben we verwerkingsoverkomsten vastgesteld die voor de GDPR van belang zijn. In combinatie met het CERT-team dat we hier intern hebben, systemen voor securitymonitoring en de benodigde ISO- en NEN-certificeringen zijn we heel interessant voor branches die hoge eisen aan veiligheid stellen.

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 1 ]


Peter Jansen, Country Manager Tech Data Nederland

De digitale transformatie schreeuwt om openheid Een markt is in beweging: dat vat kort samen in welk vaarwater het reseller-kanaal zich momenteel bevindt. Dat heeft vooral te maken met de digitale transformatie waar veel bedrijven en organisaties hun hoofd over breken. Een opportunity voor het kanaal, dat hierdoor ook zĂŠlf aan verandering onderhevig is? Zeer zeker, vindt Peter Jansen, Country Manager Tech Data Nederland.

[ 5 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

Auteur: Witold Kepinski

# 1


Volgens Jansen is het essentieel dat in een hyperdynamische omgeving kennis voor iedereen eenvoudig en snel toegankelijk is en knowhow en expertise breed wordt gedeeld. Daarin ligt tevens de toegevoegde waarde voor resellers. “De toegevoegde waarde hiervan ligt vooral in het wegnemen van een stukje complexiteit en invulling geven aan de digitale transformatie.” Als distributeur is het ook opnieuw zoeken naar zijn positie in een veranderende technologische realiteit. “Zijn we vendorgedreven of reseller-gedreven? Wij zijn beiden. Het één hoeft niet ten koste te gaan van de andere. Dat is continu de balans tussen enerzijds de toegevoegde waarde – de distributeur als verlengstuk van vendor-proposities – en anderzijds de vraag hoe in de behoeften van de reseller, die vaak niet zit te wachten op één propositie kan worden voorzien. ■ ■ C oncu rreren over ken n i s - as “We moeten leren om meer te concurreren over de kennis-as dan overwegend over de prijs-as. Daarom moeten we duidelijk het gesprek met elkaar aangaan, bijvoorbeeld tijdens workshops en kennissessies, en duidelijk maken dat we het hebben over opportunities en niet over bedreigingen.” Daarnaast is (flexibele) financiële ondersteuning een belangrijke pijler tijdens een digitale transformatie. Een nieuwe technologische realiteit vraagt ook om dienstverlening die up-to-date is. “Het trainen en opleiden van personeel vraagt om een investering zodat zij weten hoe aan zo’n operatie vorm en inhoud kan worden gegeven. Daarbij kunnen wij optreden als consulting partner, maar niet richting de eindgebruiker. We hebben niet de intentie om op de stoel van de reseller te gaan zitten.”

Peter Jansen

■ ■ I nvesteren i n g roeig ebieden Cloud, analytics, IoT, security en services. Het is een greep uit de begrippen die invulling geven aan de digitale transformatie en daarmee steevast worden gerekend tot de groeigebieden voor de komende jaren. “Je ziet het bijvoorbeeld al op conferenties. Veel spelers zitten nog wel in dezelfde hoek, maar iedereen is bezig met innovatie.”

Inspelen op nieuwe kansen betekent gezien de huidige ontwikkelingen dat in eerste instantie moet worden gestreefd naar openheid. Zonder die voorwaarde wordt het lastig om mee te kunnen komen in het speelveld dat steeds meer wordt gedicteerd door ‘NextGen technologies’, waar cloud, IoT, data analytics en services deel van uitmaken.

Bijna elke vendor heeft wel een oplossing op basis van nieuwe technologie, ziet Jansen. Dat biedt veel kansen, maar de weg daar naartoe is voor veel resellers vaak een lastige. “Als reseller kun je bijvoorbeeld niet meer stellen: dát is mijn klant. Met andere woorden, je kunt niet bij voorbaat stellen dat je klant niet wegloopt.”

■ ■ O pen h eid i s ke y “We hebben te maken met duidelijke transitie van traditioneel naar een periode waarin resellers, maar ook distributeurs, zich moeten realiseren dat je partnerships moet sluiten, óók met concullega’s om de behoefte van de klant optimaal te kunnen invullen. Die klant wordt veeleisender en vraagt niet alleen om meer flexibiliteit, maar ook om meer transparantie en openheid. Geef je daar geen gehoor aan dan loop je het risico dat je het aflegt tegen een vendor die dit wel kan bieden.” “Je ziet nu al dat veel nieuwe marktpartijen opstaan, vervolgt Jansen. “Het traditionele speelveld is nog wel een levensader, maar marges staan onder druk. Bovendien is iedereen bezig met innovatie op het gebied van opkomende technologieën en nieuwe verdienmodellen. Tegelijkertijd springt iedereen tegelijk op die grote bulk innovatie waardoor het nog belangrijker wordt om je te onderscheiden. Het is een spel van continu zoeken naar de juiste match tussen vraag en aanbod.”

“Het bieden van een actueel aanbod van end-to-end solutions past daarin. Als distributeur moet je elke dag weten wat speelt bij resellers en waar de behoefte precies ligt. De markt is volop in beweging. Neem bijvoorbeeld de overname van Ring door

■ ■ R ol van CTO a an n em en Binnen die snel veranderende, complexe omgeving is enige vorm van sturing noodzakelijk, zegt Jansen. “Door als distributeur de rol van CTO aan te nemen probeer je een constructieve rol binnen het nieuwe ecosysteem te kunnen spelen. De markt vraagt steeds meer om specifieke dienstverlening en het is zodoende een manier om je mee te onderscheiden. Dat moet ook wel om met de juiste partners een volwaardige gesprekspartner te kunnen blijven.”

Door als distributeur de rol van CTO aan te nemen probeer je een constructieve rol binnen het nieuwe ecosysteem te kunnen spelen.

Amazon, iets wat weer een heel nieuwe dynamiek toevoegt en nieuwe marktpartijen aantrekt. Elk gesprek dat wij momenteel voeren gaat over: waar staan we nu en waar staan we over twee jaar?”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 3 ]


Jurgen Duijster

Hoe verder ná de digitale transformatie? Cloud, nieuwe servicemodellen, talloze nieuwe technologieën en wetgeving vanuit de overheid. Organisaties hebben het druk met de digitale transformatie en dat zal de komende jaren nog wel zo blijven. Maar hoe gaat het verder met organisaties na de digitale transformatie? Jurgen Duijster, directeur Transfer Solutions en Jacob Beeuwkes, technology & innovation manager bij Transfer Solutions, geven hun visie.

V

oor hij een toekomstverwachting wil uitspreken over de business ná de digitale transformatie, is het volgens Jurgen Duijster belangrijk eerst stil te staan bij de vraag: wanneer is de digitale transformatie voltooid? Hij legt uit: “Er zijn twee elementen die meespelen in de snelheid waarin de digitale transformatie zich voltrekt. Het eerste zijn de mogelijkheden die technologie ons biedt. En dat is meteen het favoriete onderwerp van de meeste mensen. We filosoferen maar al te graag over de waanzinnige dingen die we met nieuwe technologie kunnen doen.” “Maar naast alle nieuwe technologische mogelijkheden, hebben we in de dagelijkse praktijk te maken met legacy”, zegt Duijster. “Hiermee bedoel ik enerzijds de architectuur waarin geïnvesteerd is en lopende contractuele afspraken, en anderzijds de organisatiecultuur. Dat is namelijk ook legacy. Daarnaast is er allerlei wetgeving vanuit de overheid die gericht is op de ‘oude wereld’, dat kunnen we ook onder legacy rekenen.”

[ 5 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Marco van der Hoeven

■ ■ V er an deren Waar de technologische ontwikkelingen de digitale transformatie aanzwengelen, komen de remmende factoren voort uit de legacy, stelt Duijster. “Mensen zijn gewend om op een bepaalde manier te werken en dat kun je niet snel veranderen, dat kost in grote organisaties de meeste tijd verwacht ik. Ook de systemen waarin geïnvesteerd is kun je niet van de ene op de andere dag wegdoen.” “De tijd die het kost om de IT in te richten op een manier die passend is bij het nieuwe digitale tijdperk, duurt voor grotere organisaties in totaal ongeveer vijf jaar.” Het veranderen van de bedrijfscultuur heeft (nog) meer voeten in de aarde. “Dat kan in totaal vanaf het prille begin wel tot zo’n tien jaar duren. Pas als dit hele proces afgelopen is, is de digitale transformatie voltooid.”


■ ■ C u ltu u r Om mensen mee te krijgen in een cultuurverandering van de organisatie, is het volgens Jacob Beeuwkes belangrijk dat medewerkers het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van de verandering. “De gebruikers werken uiteindelijk met de systemen. Door ze te betrekken in het hele proces, worden ze zelf ambassadeur van de nieuwe manier van werken en maken ze de andere medewerkers ook enthousiast. Dat is wat je wilt bereiken.”

■ ■ C lou d Ook ziet hij een grote rol weggelegd voor mensen die de techniek en de mensen bij elkaar brengen: engagement managers. “Zij begeleiden het proces waarin aan de ene kant nadruk ligt op creativiteit en innovatie, en waarin je anderzijds ook focus behoudt.” De IT-markt zal radicaal veranderen na de digitale transformatie, verwacht Duijster. “Bedrijven zullen de meeste applicaties afnemen vanuit de cloud. Er zal veel standaard beschikbaar zijn.”

Volgens Duijster kun je het enthousiast maken van medewerkers vergelijken met verkoop. “Via een folder of website je verhaal verkopen is het minst effectief. Als je mondeling een verhaal vertelt wordt je verkoopverhaal al effectiever. De meest effectieve manier om iets te verkopen, is mensen een ervaring te bieden. Voor gebruikers binnen een organisatie geldt hetzelfde. Als je een cultuuromslag wilt realiseren moeten mensen ervaren wat er allemaal kan, hoe het werkt en wat de voordelen zijn.”

Toch denkt hij dat maatwerk altijd nodig zal blijven, maar dan wel vanuit een ander model dan nu. “Wij denken dat het belangrijk is in de toekomst om als IT-bedrijf ook maatwerk als SaaS-model aan te bieden. De nieuwe generatie medewerkers gaat niet meer akkoord met een traditioneel maatwerkmodel, waarbij de investeringen voor de organisatie hoog zijn en de risico’s ook. Bedrijven willen flexibel blijven, geen hoge opstartkosten hebben en maandelijks kunnen op- en afschalen. Onze sector zal totaal moeten veranderen om dit te kunnen bieden.”

■ ■ S tart- u ps Voor start-ups gelden dit soort ‘cultuur-uitdagingen’ niet. Duijster: “Start-ups zijn in het voordeel, omdat zij niet te maken hebben met de remmende factoren. Ze zijn ‘cloudborn’ en kunnen nieuwe ontwikkelingen sneller omarmen.” Beeuwkes heeft wel een idee hoe grote organisaties de ‘start-up cultuur’ ook in hun eigen organisatie kunnen krijgen. “Bedrijven zouden nieuw geworven talenten eerst moeten inzetten om via kleine start-up projecten, naast de bestaande organisatie, te leren en te experimenteren op kleine schaal, zonder de legacy van het bedrijf.”

■ ■ S uccesvol b lijven Om ook in de toekomst succesvol te blijven, is het volgens Beeuwkes en Duijster belangrijk dat organisaties beide elementen (technologie en legacy) goed weten te managen. Beeuwkes: “Het zullen de bedrijven zijn die een succesvolle keuze hebben gemaakt uit de talloze beschikbare technologische gereedschappen en die mensen in de organisatie mee hebben gekregen in de verandering.”

Duijster verwacht dat de impact van de digitale transformatie groot zal zijn. “Organisatiegrenzen gaan vervagen, net zoals geografische grenzen. De mogelijkheden zijn bijna niet te overzien. Er zullen steeds meer ecosystemen ontstaan waarin bedrijven samenwerken of bijvoorbeeld data delen.” Voor directies van organisaties ziet hij een grote rol weggelegd om slim om te gaan met deze nieuwe situatie. “Het zal belangrijk worden om focus aan te brengen, zonder jezelf te beperken.”

Volgens Duijster moeten organisaties er ook voor waken niet op hun lauweren te gaan rusten wanneer ze nu succesvol zijn. “Als je succesvol bent, heb je niet de neiging om ter discussie te stellen wat je doet. Terwijl het belangrijk is om dat wel te doen, nu ons zoveel veranderingen te wachten staan. Juist als je succesvol bent is het tijd om te innoveren en kun je het je veroorloven om met vallen en opstaan te leren.”

Jacob Beeuwkes

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 5 ]


De tijd dat de baas op een ‘mannen, we moeten veran Dingen afbreken om nieuwe dingen terug te krijgen, dàt is innovatie. Hoe ziet de verhouding tussen innovatie en automatisering eruit? Hoe kunnen bestaande bedrijven innoveren en zich niet de loef af laten steken door start-ups zonder legacy? Wat voor leiders hebben we daarvoor nodig? Michiel Steltman, managing director bij DINL, biedt een blik op de toekomst.

D

igitalisering als trend kunnen we volgens Steltman verdelen in twee stromingen. De eerste is klassieke automatisering. “Automatisering is een thema dat speelt bij bestaande bedrijven, die op zoek gaan naar op vragen zoals: hoe halen we concurrentievoordeel uit technologie? Hoe besparen we kosten met technologie? Hoe kunnen we technologie inzetten bij het ontwikkelen van nieuwe diensten? Dat past ook bij de theorie van managementgoeroe Michael Porter.” Porter onderscheidt drie verschillende strategieën. “Ten eerste kan een organisatie kijken hoe het zich kan onderscheiden met technologie. Dan kan een organisatie op zoek gaan naar specialisatie, door bijvoorbeeld focus op een verticale markt. Ten derde kan een bedrijf de strategie kiezen om cost leader te worden.” ■ ■ I n novatie Innovatie is fundamenteel anders – en vaak minder prettig voor bestaande bedrijven - dan automatisering, ziet Steltman. “Innovatie betekent dat er activiteiten verdwijnen en er andere voor terugkomen. Het liefste willen bestaande bedrijven deze nieuwe activiteiten binnen hun eigen bedrijf lanceren, maar vaker zie je dat er nieuwe bedrijven bijkomen en dat bestaande bedrijven inkrimpen of zelfs verdwijnen. Nieuwe bedrijven met innovatieve diensten, zoals Airbnb, Uber of AliBaba , zijn er ‘plotseling’ en halen marktaandeel weg bij gevestigde bedrijven, omdat ze een ander, soms disruptief businessmodel hebben.” Steltman ziet dat tweede type digitalisering, innovatie, dan ook als “creative destruction”. “Die term is gepopulariseerd door de econoom Joseph Schumpeter. Je breekt dingen af om nieuwe dingen terug te krijgen. Om als bestaand bedrijf te kunnen voorspellen waar nieuwe winst te behalen valt, moet je ook accepteren dat bestaande activiteiten gaan verdwijnen. Macro-economisch moet je accepteren dat sommige bedrijven verdwijnen, en dat is prima zolang er maar nieuwe voor terugkomen En je moet kunnen voorspellen waarmee de nieuwkomers hun bedrijfsmodellen mee kunnen ontwikkelen.” Alhoewel, er na de Facebook kwestie ook zorgen zijn over data, is data volgens Steltman nog steeds de beste kans op winst. “Data is het nieuwe goud, en dat blijft nog wel even zo.” Als organisaties data willen inzetten om daar competitieve voordelen mee te creëren, is het belangrijk dat ze zich niet beperken tot het loslaten van programma’s op de data. “Zelf-lerende analytische tools, met termen als Artificial Intelligence en Machine Learning, worden onmisbaar. Het vermogen om met data trends te zien, voorspellingen te doen, processen en systemen echt te verbeteren biedt veel kansen. Daarnaast groeit het internet nog steeds, waardoor er steeds meer data beschikbaar komt vanuit allerlei apparaten die op het internet zijn aangesloten.”

[ 5 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Alle trends die op dit moment zichtbaar zijn versterken elkaar, merkt Steltman op. “Gartner zag dit jaren geleden al. Nu ziet iedereen het. Meer apparaten genereren meer data. En door dat te combineren met AI en Machine Learning kun je nieuwe toepassingen verzinnen.” ■ ■ I n novatiepar adig ma Steltman ziet ook dat de manier waarop geïnnoveerd moet worden veranderd is. Kon je vroeger innoveren door sneller of goedkoper te produceren, nu leidt dat alleen tot automatisering. Innoveren gaat nu vooral om behendigheid. “Bedrijven die nieuwe diensten ontwikkelen, hebben vanaf de eerste dag een hele andere manier van werken dan bedrijven die slechts automatiseren. Bedrijven die automatiseren gebruiken technologie om hun bestaande business te optimaliseren. Maar nieuwe digitale bedrijven stellen techniek niet ten dienste aan hun business. De techniek is hun business.” “Is AirBnB een verhuurder met een IT-systeem? Nee, de kern van hun dienst is dat platform. De opzet is dan ook van het begin af aan anders geweest.” Bedrijven die technologie-diensten ontwikkelen, moeten deze continu blijven verbeteren, zegt Steltman. “Zulke bedrijven brengen elke dag nieuwe features live. Ze zijn doorlopend op zoek naar verbeteringen en naar oplossingen voor knelpunten.” ■ ■ A n dere stu ring Bedrijven die zich richten op knelpunten wegnemen en continu bezig zijn hun dienst te verbeteren, moeten ook op een andere manier gestuurd worden. “Sturing moet lean zijn, gebaseerd op de Theory of Constraints. Deze managementmethodiek, die Eliyahu M. Goldratt beschreef in zijn boek “The Goal”, stamt overigens al uit de jaren tachtig.” Steltman verwacht dat de twee benaderingen (automatiseren en sturen door continu knelpunten wegnemen) de komende jaren langzaam maar zeker in elkaar zullen opgaan. “Bestaande bedrijven moeten op die nieuwe manier met digitale technologie gaan werken, omdat ze anders niet overleven op de lange termijn.” Om dat te kunnen, moet de cultuur van bestaande bedrijven drastisch veranderen. Hoewel het niet ieder bedrijf zal lukken, ziet Steltman ook voorbeelden van organisaties waar het wel goed uitgepakt heeft. “Microsoft heeft de overgang van trans­ actioneel- naar dienstenbedrijf succesvol weten te voltooien. Dat is echt een huzarenstukje.” Steltman merkt ook op dat de manier van veranderen ook anders is dan voorheen. “Het is belangrijk dat bedrijven zich dat realiseren. De tijd dat er iemand op een zeepkist klom en zei: ‘’mannen, we moeten veranderen’’, is voorbij. Mensen moeten zich aangesproken voelen.”


zeepkist klom en zei: nderen’, is voorbij… ■ ■ S uccesvol ver an deren Steltman heeft wel een idee hoe bedrijven succesvol kunnen veranderen. “Er zijn methoden die goed passen bij digitale innovatie. Tipping point leadership is daar een voorbeeld van. Het is een methode waarin je kijkt naar disproportional influencers. Je maakt kleine bewegingen die grote effecten hebben. Ik weet niet of ze dat bewust hebben gedaan, maar Microsoft heeft gebruik gemaakt van deze methode. Office Web Apps (nu Office Online) begon als een aparte afdeling, BPOS heette dat product in het begin, iedereen dacht: dat wordt niets. Door voortdurend cognitieve knelpunten, resource knel­punten en politieke knelpunten op te lossen gaat op een gegeven moment het hele bedrijf om. De juiste kleine bewegingen hebben uiteindelijk een enorm effect.” Bedrijven die erkennen dat tipping point leadership de weg vooruit is hebben meer kans om te transformeren volgens

Auteur: Marco van der Hoeven

Steltman. “Niet afdwingen, maar faciliteren.” De methode is bedacht door W. Chan Kim en Renee Mauborgne van Insead. In hun bekende marketingboek “Blue ocean Strategies” beschrijven ze de case van William Bratton, politiecommissaris van New York. “Hij kreeg het voor elkaar om New York – in de jaren zeventig van de vorige eeuw de onveiligste stad van de Verenigde Staten – binnen een paar jaar tot één van de veiligste te maken.” Hij nam de juiste, kleine maatregelen om zijn doel te bereiken. “Hij stuurde bijvoorbeeld het middle management een half jaar met de metro naar het werk, zodat ze zelf de onveiligheid in de metro konden ervaren. Zulke maatregelen werken wel.” Steltman adviseert bestaande bedrijven om “The Goal” te lezen en de case van de New Yorkse politie ter inspiratie te gebruiken. “Om succesvol te veranderen moet je denken in tipping points, in constraints en het wegnemen van knelpunten. Dat past bij de mindset van de nieuwe digitale wereld. Kies een manier van besturen die daarbij past.”

Michiel Steltman

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 7 ]


Geen future of business technology zonder degelijke cybersecurity professionals

Steeds meer IT-bedrijven hebben moeite om geschikte medewerkers te vinden, zeker als ze op zoek zijn naar cybersecurity professionals. Hoewel dit een bekend probleem is, wordt er door zowel bedrijven als overheidsinstellingen nog te weinig gewerkt aan oplossingen voor het tekort, ziet Michael Heering, marketing director EMEA bij SANS Institute. Hij stelt dat het tijd is om onconventionele maatregelen te nemen. Auteur: Marco van der Hoeven

Michael Heering

[ 5 8 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


56416464684

46434164146

68764146353

26871696976

Op deze manier helpt de overheid zowel werklozen als bedrijven, die staan te trappelen om nieuwe medewerkers. “De

54173641147

■ ■ O verh eid & C yber A cademy Ook voor de overheid is het interessant om te kijken welke mensen omgeschoold kunnen worden tot cybersecurity­ professional. In het Verenigd Koninkrijk gebeurt dit bijvoorbeeld al. “De Britse overheid heeft vorig jaar in samenwerking met SANS het Cyber Academy programma opgezet waarbij non-IT professionals of werklozen getest werden om te kijken of ze geschikt zijn voor een carrière als cybersecurity­professional. De overheid zorgt voor een intensieve cursus en betrekt verschillende bedrijven uit de sector bij het proces, om vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Dat levert inspirerende carrièreswitches: denk bijvoorbeeld aan een voormalig werkloze parkeerwachter die nu IT-securityprofessional is geworden en voor een Fortune 500 bedrijf werkt.”

54643436436

■ ■ B in n en de organ i satie Zo kan het zijn dat er binnen de organisatie best mensen werkzaam zijn met talent voor IT, maar dat die nog niet herkend zijn. Door middel van aptitude-testen en interne training­ sprogramma’s kun je volgens Heering vaststellen wie er over dat verborgen talent beschikt. “Via de HR-afdeling kunnen er diverse programma’s worden opgezet, waarbij je op zoek gaat naar mensen die geschikt zijn. Denk daarbij aan testen die bijvoorbeeld meten hoe goed iemand kan puzzelen of programmeren, probleemoplossend kan denken en verbanden kan leggen.” De medewerkers die door die selectie komen, kunnen eventueel een intensieve cursus van tien weken volgen op de SANS Cyber Academy waar ze onder andere de basis leren van IT-security. Heering: “Je vindt je toekomstig IT-security manager misschien op een volkomen onverwachte plek. Wellicht is er een administratief medewerker, waarvan blijkt dat die zeer analytisch kan denken of die goed blijkt te kunnen programmeren.”

49146163546

Op dit moment ziet Heering dat de meeste cybersecurity professionals een hbo- of universitaire opleiding hebben gevolgd. Hij verwacht dat de mensen die op dit moment zo’n studie volgen, na hun afstuderen niet in staat zijn alle vacatures in te vullen. Daarom stelt hij voor om op zoek te gaan naar mensen die geschikt zijn voor een IT-functie, op plaatsen waar je ze niet snel zult verwachten. “Bedrijven moeten hun creativiteit aanspreken om de juiste mensen te gaan vinden.”

54641683643

“We leven tegenwoordig in een maatschappij die zich zodanig snel ontwikkelt en op zo’n manier met techniek omgaat, dat de security nog wel eens wordt vergeten”, vertelt Heering. “En bedrijven die wel graag goede securityprofessionals aan willen nemen, lopen er steeds vaker tegenaan dat er simpelweg niet voldoende mensen beschikbaar zijn.”

61146233616

64164161434

32654687466

H

et tekort aan cyberprofessionals zal fors oplopen als we niets doen, verwacht Heering. Al in 2015 publiceerde het UWV een arbeidsmarktbeschrijving waarin duidelijk werd dat er een tekort aan securityspecialisten is. Het CBS meldde in 2016 al dat een groeiend aantal IT-bedrijven moeite heeft met het vinden van geschikte medewerkers. Heering stelt dan ook dat overheden en bedrijven nu in actie moeten komen, om problemen in de toekomst te voorkomen.

cursisten beschikken na afloop van de cursus ook over twee internationaal erkende certificeringen en negen van de tien krijgt bij het ‘afstuderen’ al een of meerdere banen aangeboden.” ■ ■ C yber S tart – c ybers ecu rit y op sc hool Het is nú lastig om goede mensen te vinden in de IT, maar het zal in de toekomst alleen maar lastiger worden, verwacht Heering. Daarom is het volgens hem belangrijk om al vroeg te beginnen kinderen wegwijs te maken in de wereld van IT en vooral ook cybersecurity. De Britse overheid heeft bijvoorbeeld besloten om een grote groep jongeren op school de mogelijkheid te bieden aan het Cyber Discovery-programma mee te doen. Cyber Discovery bestaat uit allerlei uitdagingen, tools en games die kinderen helpen om vertrouwd te raken met IT en programmeren. Het programma is zo opgezet, dat het leuk is om te doen voor de kinderen naast hun dagelijkse lessen. Als ze goed zijn in de spelletjes en uitdagingen kunnen ze steeds verder komen, zodat er duidelijk wordt wie er echt talent heeft op het gebied van cybersecurity. “Als iemand met talent al jong wordt uitgedaagd, is de kans groter dat hij of zij hier later mee verder gaat”, verwacht Heering. Meer dan 23.000 kinderen hebben inmiddels het spel gespeeld in Engeland en naar verwachting verdubbelt dat aantal het komende jaar. CyberStart is het spel dat eigenlijk achter het Cyber Discovery programma zit en dit spel wordt inmiddels ook uitgerold en toegepast in andere landen wereldwijd. Zo hebben er de afgelopen 4 jaar ruim 50.000 studenten kennisgemaakt met cybersecurity via het spel. Ook hebben er recent al meer dan 10.000 meisjes in de Verenigde Staten meegedaan aan eenzelfde initiatief van SANS Institute en de Amerikaanse overheid. “Niet alleen het gebrek aan cybersecurity professionals is een probleem dat onze aandacht krijgt, ook het gebrek aan diversiteit in de sector willen we aanpakken. Daarom zijn we ontzettend trots op het GirlsGoCyberStart programma in de VS. We hopen daarmee een eerste mooie stap te zetten en meer meisjes enthousiast te krijgen voor het cybersecurity vak.” ■ ■ Toekom st Het gat tussen de vraag naar en aanbod van IT security professionals is onmiskenbaar en groeit met de technologische ontwikkelingen mee. “Het is daarom niet alleen slim, maar ook noodzaak dat overheden en bedrijven onbenut talent aan­boren. Bijvoorbeeld bij re-integraties, reorganisaties en werkeloosheid.” Ook in het onderwijs van de nieuwe generatie is aandacht aan cybersecurity vaardigheden essentieel, stelt Heering. “De overheid moet meer investeren in onderwijs en zich richten op nieuwe soorten lesmateriaal en -methodes, die kinderen de tools geven om zich te ontwikkelen en voor te bereiden op een digitale toekomst.” Hoewel er zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de overheid initiatieven ontstaan, kan er volgens Heering nog veel meer worden gedaan om in de toekomst te voldoen aan de vraag naar cybersecurity professionals. “Als er nu niet meer stappen worden ondernomen door branche en overheid, dan blijven we achter de feiten aanlopen.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 5 9 ]


Martijn Voogt

Software rond headsets wordt volgens Jabra nog belangrijker De zakelijke headset heeft zich als product de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Volgens Martijn Voogt van Jabra staat er, kijkend naar de toekomst, nog veel meer te gebeuren. Vooral als het om de software gaat.

[ 6 0 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Johan van Leeuwen


“D

e headset is allang niet meer een puur hardwareproduct. Software zorgt ervoor dat headsets waarde kunnen toevoegen bij organisaties”, begint Martijn Voogt zijn uitleg. De Channel Marketing Manger van Jabra onderscheidt drie categorieën van software. “Allereerst is er de software in de headset zelf, de embedded software. Denk aan technologieën als Active Noise Cancellation en Digital Signal Processing. Op dat gebied zijn de afgelopen jaren veel stappen gezet. Daarnaast is er de zogeheten integratiesoftware die zorgt voor de koppeling met UC-platformen. En de derde categorie is de intelligente software die ervoor zorgt dat de headset een hulpmiddel wordt dat individuen verder helpt.”

■ ■ W el zij n In die derde categorie is op dit moment veel ontwikkeling gaande. Voogt geeft een voorbeeld. “In callcenters zie je dat gesprekken complexer worden, doordat de customer journey verandert. Klanten zoeken basisinformatie op internet en nemen alleen contact op met een callcenter als ze meer ingewikkelde vragen hebben. De rol van de medewerker van het callcenter wordt daardoor anders. Dat is niet meer een kwestie van zoveel mogelijk bellen in acht uur tijd. De medewerker moet waarde genereren voor de organisatie. Er is nu software die spraak analyseert en die tijdens het gesprek al meet of een klant tevreden is. De callcentermedewerker kan daar zijn manier van praten weer op aanpassen of door­s­chakelen naar een collega met meer specifieke kennis. Andersom kan ook worden gemeten of de medewerker goed in zijn vel zit. Ook die informatie is voor een organisatie waardevol, je kunt er ziekteverzuim mee verminderen. Dat is een voorbeeld van een concrete toepassing waarbij je de headset voor je laat werken. Het staat nog in de kinderschoenen, maar daarin gaat nog veel gebeuren.” ■ ■ K en n i swerkers Andere softwarematige ontwikkelingen zijn meer gericht op kenniswerkers, legt Voogt uit. “Er komen technologieën beschikbaar die hen helpen bij het uitvoeren van complexe taken. Voice control en voice search, bijvoorbeeld. Hoe geweldig is het als je je headset kunt gebruiken om op je pc of smartphone een zoekopdracht in Google te doen zonder dat je iets hoeft in te typen of aan hoeft te klikken? Er zijn ook veel ontwikkelingen in technologie waarmee ‘on the fly’ vertalingen kunnen worden gedaan. Ook daar zit veel toekomst in.” ■ ■ S am enwerken Ook Unified Communications is volgens Voogt nog lang niet uitontwikkeld. “In die markt zie je nieuwe partijen ontstaan die UC echt benaderen vanuit collaboration. Het gaat daarbij niet alleen om het bundelen van alle communicatie in een organisatie in één stuk technologie, maar veel meer om intern en extern samenwerken. Dus inclusief de koppeling met document sharing, onder andere. Wij zijn daardoor in gesprek met nieuwe bedrijven over het koppelen van onze headsets aan hun technologie of het bieden van een extra functionaliteit.” UC groeit in het MKB aan populariteit, merkt Voogt. “Steeds meer bedrijven willen mensen niet meer verplichten om altijd naar kantoor te komen. Ze moeten ook thuis en onderweg via hetzelfde platform kunnen werken. Voor ons is dat een interessante ontwikkeling. In de enterprisemarkt is de headset meer ingeburgerd en zie je in sommige situaties dat headsets, die een paar jaar geleden zijn aangeschaft, bijvoorbeeld in combinatie met Microsoft Lync, vervangen gaan worden door nieuwe headsets. Dat wordt ook deels ingegeven door productontwikkelingen, bijvoorbeeld vanuit design.” ■ ■ A s s et manag em ent Het managen van headsets door de IT-manager is de laatste jaren eenvoudiger geworden en die trend zal zich doorzetten, verwacht Voogt. “De optie tot asset management bij headsets is

niet meer nieuw, maar je wilt ook de koppeling kunnen maken met de bestaande systemen voor asset management binnen je organisatie. Er zijn nu tools om bijvoorbeeld firmware-updates centraal in één keer uit te voeren, zodat de IT-manager zich daar niet druk over hoeft te maken.” ■ ■ U iterlij k Als het gaat om uiterlijk zijn er ook ontwikkelingen gaande. Voogt haalt de Jabra Evolve 75e van zijn hoofd en legt hem op tafel. “Dit is voor honderd procent een zakelijke headset, maar vanuit design zou je denken dat dit een consumentenmodel is. De generatie die nu de arbeidsmarkt opkomt heeft wensen. Bring your own device geldt ook voor audio-devices. Ze vinden consumentenheadset prettig in gebruik en mooi qua uiterlijk, maar die producten missen functionaliteiten die zakelijk wel nodig zijn. Daarom zien we zoveel potentie in dit product, met oordopjes, een nekband en gecertficeerd voor Skype for Business en andere UC platformen. Zelf vind ik dat ook een fijne draagstijl.”

De headset wordt steeds meer een hulpmiddel dat individuen verder helpt

“Ook de headset met draadloze oordopjes, wat wij ‘true wireless’ noemen, is een form factor die in de toekomst potentie heeft in de zakelijke markt. Nu zie je dat ze aan populariteit winnen bij sporters. We hebben op de CES een nieuwe franchise aangekondigd die in eerste instantie bedoeld is voor het luisteren van muziek, maar die ook voor spraak gebruikt kan worden.” ■ ■ I n d ivi du eel Geluidstechnisch zijn headsets de afgelopen jaren in een hoog tempo nog beter geworden. “Natuurlijk zijn we altijd bezig met verder optimaliseren, maar dan gaat het wel over kleine nuances.” Belangrijker is volgens Voogt de trend dat de individuele wens steeds meer ruimte krijgt. “Voorkeuren zijn heel persoonlijk. Zowel de form factor, zoals we net bespraken, als het type headset. Er zijn werknemers die in een open kantoortuin graag werken met een enkeloors headset, maar anderen geven de voorkeur aan dubbeloors. Elk type oor is anders en de manier waarop mensen graag werken ook. Bij de aanschaf van een headset geldt niet altijd one size fits all. Gelukkig wordt dat steeds meer ingezien. Soms wordt de keuze gemaakt per afdeling en in andere gevallen kunnen mede­ werkers individueel kiezen uit een paar types. Dat bevordert het gebruik van de headset door de medewerker, maar het komt ook de adoptie van het gebruikte communicatieplatform ten goede. De juiste tools en middelen, zoals de headset, maken of breken het succes van een communicatieplatform. Bovendien voelt een medewerker zich meer betrokken in het beslissingsproces. En uiteindelijk wordt de IT-manager afgerekend op die adoptie. De headset moet niet alleen een IT-aangelegenheid zijn, het moet ook een feestje zijn voor de eindgebruiker.

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 6 1 ]


Verzamel geen gegevens die je niet kunt beschermen

Rob van der Veer (SIG) pleit voor digitale bescheidenheid

Software bouwen is technische schuld creĂŤren; software heeft constant onderhoud nodig

Rob van der Veer

[ 6 2 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


Datalekken en de privacyrel rond Facebook laten zien hoe riskant het is als bedrijven eigen software ontwikkelen die persoonsgegevens verzamelen. “Zelf software bouwen is technische schuld creëren”, waarschuwt Rob van der Veer, principal consultant van SIG. “Door aangescherpte privacywetgeving is data niet meer noodzakelijk ‘het nieuwe goud’, maar steeds vaker ‘radioactief goud’. Ga er vanuit dat je ooit gehackt wordt en beperk nu alvast de schade.”

Als je persoonsgegevens niet goed kunt beschermen, verzamel ze dan niet. En bouw geen software die je op termijn niet kunt onderhouden en niet kunt vrijhouden van kwetsbaarheden. Met deze adviezen wil Van der Veer, die werkzaam is bij IT-adviesbureau SIG (Software Improvement Group), organisaties de komende jaren veilig en toekomstbestendig maken. “Security-incidenten en datalekken zullen steeds vaker voorkomen”, voorspelt hij. “Voor bedrijven en andere organisaties is dat een gegeven en het betekent twee dingen. Ten eerste: wees bescheiden met je digitale ambities. Bouw minder eigen software en beperk het bewaren van gegevens, zodat je minder op het spel zet. Ten tweede: als je software ontwikkelt, besteed dan veel aandacht aan het goed inbouwen van security en ook privacy. Kijk beter en eerder ‘onder de motorkap’; onderzoek de broncode van je software op kwetsbaarheden en privacyfouten vaker en in een vroeger stadium van een ontwikkelproces. ■ ■ D ig itale besc h eiden h eid Terughoudend zijn met het zelf ontwikkelen van softwaretools die persoonsgegevens van klanten verzamelen, is wat Van der Veer ‘digitale bescheidenheid’ noemt. “Het besef neemt toe dat zulke software een bedrijf ook kwetsbaar maakt. Zelf ontwikkelde softwaretoepassingen passen niet altijd bij de risico’s die ze opleveren. Data werd lang gezien als ‘het nieuwe goud’. Bedrijven wilden het onderste uit de kan en volop van persoons­ gegevens profiteren. Maar nieuwe privacywetgeving, als de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), maakt duidelijk dat dit goud als ‘radioactief’ moet worden gezien. Heeft een bedrijf een datalek en liggen als gevolg de gegevens van klanten op straat, dan is dat bedrijf voortaan volledig zelf verantwoordelijk. Organisaties worden daardoor beperkt in wat ze kunnen doen met data, ten gunste van de rechten van het individu. Als het mis gaat, voelen de bedrijven naast de reputatieschade extra pijn in de vorm van boetes.” Van der Veer ziet al de trend dat bedrijven bijvoorbeeld geen eigen app meer bouwen, maar terugvallen op ‘slechts’ een mobiele versie van de bedrijfswebsite. “Ik vind dat een verstandige afweging. Software bouwen is technische schuld creëren; software heeft constant onderhoud nodig. De houding van ‘wie dan leeft, die dan zorgt’ verdwijnt langzaam. Steeds meer organisaties zien de toekomstige problemen die ze zich op de hals kunnen halen door te enthousiast software te ontwikkelen.” Kijk liever naar vertrouwde bestaande software en best practices in de markt, is Van der Veer’s advies. “Bedrijven kunnen software hergebruiken die hun ‘peers’ hebben ontwikkeld. Een vervoersbedrijf in Tokyo heeft bijvoorbeeld een systeem dat een Nederlands vervoersbedrijf prima kan overnemen. Bouw voort op bestaande technologieën en doe dat met veel aandacht voor de selectie en updates van wat je hergebruikt. Maar vooral: bezint eer ge begint. Zelf software ontwikkelen is een business case met een lange staart.” ■ ■ O n der de motork ap Het tweede advies van SIG is dat organisaties die toch zelf software ontwikkelen, meer aandacht moeten hebben voor het inbouwen van security en privacy daarin. “Het gaat om de

Auteur: Witold Kepinski

kwaliteit van een softwareproduct onder de motorkap”, legt Van der Veer uit. “Alleen in de broncode van software kun je zien of security en ook privacy goed is ingebouwd.” Veel legacy stamt uit een tijd waarin bedrijven te weinig aandacht hadden voor security. “Laat staan voor privacy”, benadrukt Van der Veer. “SIG is een zeer snel groeiend bedrijf en dat is niet zomaar. Wij zien en snappen dat organisaties zich willen verbeteren en security écht willen inbouwen. Ook met terugwerkende kracht. Als je de keuze hebt moet je security vanaf het begin inbakken en niet achteraf toevoegen. Penetratietests achteraf komen meestal te laat of zijn oppervlakkig. Of bedrijven vallen terug op tools die hun systemen geautomatiseerd moeten scannen, maar die vinden vaak maar de helft van de problemen.” Om de broncode van zowel nieuwe als bestaande software op orde te hebben, kiezen de meeste organisaties volgens Van der Veer voor wat hij noemt een ‘babysitmodel’. “Een security­expert van buiten moet als een duizendpoot de eigen ontwikkelaars begeleiden. Het liefst willen ze zo’n professional in elk softwareteam. Probleem: ontwikkelaars worden niet uitgedaagd het zelf te gaan regelen en in heel Nederland zijn er maar een paar babysitters die alle gewenste kennis en kunde hebben. En daar komen wij in beeld. SIG biedt een soort A-Team dat we overal kunnen inzetten. We hebben inmiddels 115 medewerkers die samen meer dan tweehonderd programmee­­r­talen ondersteunen. Die kunnen we situationeel, en dus heel efficiënt en betaalbaar inzetten als vliegende coaches.” ■ ■ G ehac k t ? Tot slot: ieder bedrijf kan er maar beter vanuit gaan dat het vroeg of laat gehackt wordt. “Maar een organisatie kan zelf de schade en de gevolgen bepalen”, stelt Van der Veer ons deels gerust. “Zorg dat aanvallers niet ver komen, je een aanval snel opmerkt en er niet veel te halen valt. Zorg voor broncode­ kwaliteit en denk goed na welke gegevens je verzamelt. Het probleem daarbij is overigens niet alleen een gebrek aan expertise. De standaarden van wat veilige software is, zijn verre van eenduidig. Er is fragmentatie, maar ook daar kan SIG helpen. Wij hebben op basis van ISO 25010 een kapstok gemaakt waar we verschillende standaarden aan op hangen. Zo’n harmonisatie maakt de toepassing van de juiste standaard situationeel toepasbaar.” Toch ziet Rob van der Veer wel degelijk mooie oplossingen die het mogelijk maken om waarde te halen uit persoonsgegevens zonder de privacy in gevaar te brengen. “Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van pseudoniemen, waarbij je de gegevens van een individu koppelt aan een code of sleutel die niet te herleiden is tot het individu zelf. Of je wilt het aantal unieke bezoekers op je website weten, maar telt en bewaart daarvoor alleen de hashes van hun IP-adressen. Vergeet niet: de toenemende aandacht voor privacy biedt ook kansen. Bedrijven die goed omgaan met security en privacy, halen een steeds groter concurrentievoordeel op het gebied van vertrouwen.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 6 3 ]


Eigenlijk wordt elk bedrijf een IT-bedrijf

Copaco werpt vaak en graag een blik richting de toekomst. Dat deed het in november, bij het event ‘The next era’, maar dat doet het ook op elke dag van het jaar. Maar de distributeur doet meer dan alleen vooruit kijken, het is ook concreet met innovatie bezig. Met Harold Bax, Director Business Development, voorop.

“W

e hebben in november aan onze partners laten zien wat nieuwe technologieën kunnen betekenen voor de business en voor de mensheid in het algemeen”, begint Bax zijn verhaal. “En we hebben uitgelegd hoe we hen daarbij kunnen ondersteunen.”

■ ■ I n de vi ng ers Om partners te kunnen helpen op hun pad richting de toekomst moet Copaco in ieder geval zelf de innovatie begrijpen, weet Bax. “In onze value teams – ‘enterprise solutions’, ‘professional services’ en ‘cloud solutions’ – zitten mensen die met diverse interne projecten bezig zijn om die technologie helemaal in de vingers te krijgen en vooral te leren toepassen.” ■ ■ V ertaling De grote uitdaging is volgens Bax om eindklanten te laten inzien wat nieuwe technologie voor hen aan toegevoegde waarde kan bieden. “Daarvoor moet je je comfortabel voelen om het gesprek aan te gaan en moet je de vertaling richting de dagelijkse activiteit van de klant kunnen maken. Eindklanten worden natuurlijk niet, zoals wij als IT’ers, elke dag geconfronteerd met die innovaties. Zij horen of lezen ergens iets, maar leggen dan meestal niet de link richting hun eigen bedrijf. Het is natuurlijk

[ 6 4 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

Auteur: Johan van Leeuwen

ook geen kwestie van ‘Doe mij maar drie Blockchains’. Voor partners bij wie dat past, ligt er een mooie rol weggelegd om bij eindklanten de vertaling te maken van technologie naar concrete voordelen.” ■ ■ C o - c re atie Een grote verandering voor Copaco is dat het door de ontwikkelingen meer aan co-creatie, samen met partners, doet. “Hoe kun je samen iets creëren? De technologie gaat zo snel dat het voor veel partners niet bij te houden is. Wij, met onze schaalgrootte, hebben de middelen om een investering in kennis te doen en die kennis weer te delen met partners. Dat is ook een logische ontwikkeling. In de bouwwereld zie je niet anders, daar worden grote of complexe opdrachten vaak uitgevoerd onder hoofdaannemerschap van een bedrijf dat bepaalde werkzaamheden weer uitbesteedt aan gespecialiseerde onderaannemers. Bax geeft een voorbeeld: “Wij zijn enige tijd geleden in contact gekomen met een bedrijf dat de waterkwaliteit bewaakt. Dat doet het heel traditioneel met een watermonster dat naar een laboratorium wordt gebracht. Met IoT-technologie kan dat efficiënter en beter en er kan bovendien een relatie worden


Harold Bax

gelegd met gegevens over weersomstandigheden. De directeur realiseerde zich heel goed dat het anders kon, maar wist niet hoe en waar te beginnen. Samen met een partner hebben we een oriënterend gesprek gehad en nu ligt er een mooie opdracht. Die rol zie ik voor onszelf, samen met onze partners, weggelegd. Als een centrale bron van kennis.” ■ ■ S tan da ardi satie De wensen van klanten veranderen ook. Standaardisatie is geen vies woord. Sommige bedrijven willen maatwerk, maar voor velen is dat niet per se nodig, merkt Bax. “Een belangrijke ontwikkeling die cloud met zich meebrengt, is dat je in plaats van een aparte oplossing voor elke individuele klant ook voor een gestandaardiseerde oplossing, zoals Office 365, kunt kiezen. Dat zorgt ervoor dat bedrijven tegen veel lagere kosten hetzelfde kunnen doen. Geen investeringen vooraf, betalen per maand en makkelijk op- en af te schalen. Dat zijn heel belangrijke voordelen voor klanten.” ■ ■ M u izenval Een zichtbaar voorbeeld van hoe Copaco met innovatie omgaat is de case Xignal Solution van Dimo Systems, de winnaar van de innovatie-award tijdens het Copaco event in november. Het gaat om een slimme muizen- en rattenval. Dankzij een chip en een LoRa-netwerk kun je via een app altijd zien of er activiteit is rond de val. Copaco trekt nu samen met Dimo Systems op om de oplossing in de markt te zetten. “Een prachtig voorbeeld waaraan je kunt zien hoeveel toepassingen er mogelijk zijn met Internet of Things wanneer je er creatief over nadenkt”, aldus Bax. “Op het gebied van IoT zijn we daarnaast ook erg actief met smart homes. Nu zijn we aan het kijken naar toepassingen om waarde te halen uit de data die uit al die devices komt.”

■ ■ K an s en Het voorbeeld van de muizenval laat ook zien dat Copaco met andersoortige bedrijven samenwerkt dan vroeger. “Bedrijven die geen fysieke producten afnemen hoorden in het verleden niet tot onze primaire doelgroep, maar nu wel. Daarnaast zijn er bedrijven die geen IT-reseller zijn, maar die een IT component gebruiken voor een oplossing of product die ze zelf maken. Ook dat is een interessante en nieuwe doelgroep voor ons. Productiebedrijven, die bijvoorbeeld IoT-technologie willen toepassen. Of aannemers en installatiebedrijven die smart home-oplossingen toepassen in nieuwbouwwoningen. Dit biedt allerlei nieuwe kansen voor ons. Uiteindelijk wordt ieder bedrijf in zekere zin een IT-bedrijf omdat technologie vrijwel overal centraal komt te staan.” ■ ■ D rie doelstelli ng en “Voor de komende periode hebben we drie doelstellingen als het gaat om onze relatie met onze partners”, vat Bax zijn verhaal samen. “Ten eerste kennisoverdracht: het helpen van partners om kennis in te winnen over de producten en technologieën die we leveren. Ons tweede doel is om hen te helpen om oplossingen naar de markt te brengen en eindklanten te bereiken, inclusief co-marketing en leadgeneratie. En het derde punt is co-creatie: resellers helpen met het werkend opleveren van oplossingen. Die drie punten vallen samen in het nieuwe Cloud Value programma dat we nu aan het opzetten zijn.” Partners die interesse hebben in deelname aan het Cloud Value programma kunnen hiervoor contact op nemen met het Copaco 2tCloud team.

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 6 5 ]


Danny Frietman

[ 6 6 ]

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1


CIO moet hands-on worden in de nieuwe wereld Danny Frietman, moderator bij The Future of Business Technology, was de afgelopen tijd betrokken bij zowel South by Southwest (SXSW) in Austin als het Mobile World Congress (MWC) in Barcelona. Artificial Intelligence, 5G en BlockChain kwamen op beide congressen als een rode draad terug. Wat kunnen bedrijven de komende tijd verwachten van deze disruptieve trends?

“A

I was op het Mobile World Congress in Barcelona vrij dominant aanwezig in allerlei software. Wat ik mooi vond aan South by South West, was dat de oplossingen meer in de toepassingensfeer zaten. Zo heeft AI hele interessante mogelijkheden voor de muziekwereld, voor de medische wereld en de technologische wereld.”

■ ■ AI ver an dert ma atsc happij Hoewel Frietman enthousiast is over de baanbrekende mogelijkheden van AI, maakt hij zich ook zorgen. “Als maatschappij moeten we ons wel zorgen gaan maken over de controleerbaarheid van AI-toepassingen, die steeds kleiner wordt. Ik merkte ook op de congressen dat dit onder de oppervlakte speelt.” Frietman verwacht ook dat Facebook de komende tijd een AI-bedrijf gaat worden. Of dat succesvol gaat verlopen, weet hij niet zeker. “Ik denk dat we later terugkijken op deze periode als een keerpunt en dat een ander AI-bedrijf de positie van Facebook gaat overnemen.” We moeten ons volgens Frietman in ieder geval voorbereiden op een wereld waarin AI, robots en computers ons denken bepalen. “Tegenhouden heeft geen zin meer, die fase zijn we voorbij. Ik ben er ook niet bang voor, maar ik denk wel dat mijn kinderen en kleinkinderen in een totaal andere wereld gaan opgroeien als wij.” ■ ■ S pelreg els Het is belangrijk dat er spelregels opgesteld worden over de inzet van AI. “De overheid is nu niet toegerust op AI. Ik zie wel dat er steeds vaker gesproken wordt over de rol van AI. Op 27 juli zal de organisatie KOOP, het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties, bijvoorbeeld een ‘AI-wetboek’ presenteren. Dit zal in ieder geval weer heel wat nieuwe kennis en gespreksstof opleveren.” Een andere manier waarop de overheid te maken gaat krijgen met AI, is het vaststellen van de digitale identiteit. “Onze Digitale identiteit moet gekoppeld zijn aan iets wat we altijd bij ons hebben. Nu denken we dat dat onze telefoon is, maar dat zal misschien een chip zijn of nog iets anders. Om dat veilig te regelen is het belangrijk dat de overheid gebruik maakt van AI.” Een ander gevolg van AI en andere technologische ontwikkelingen is dat ons onderwijs anders ingericht moet worden, stelt Frietman. “De vraag is of onze scholen al voorbereid zijn op deze nieuwe wereld. Ik weet zeker van niet. Hier moet de overheid echt meer aandacht aan besteden, ook om onze concurrentiepositie op de lange termijn te kunnen behouden.” ■ ■ B loc k C hai n en 5G Een andere technologie waar veel aandacht voor was op MWC en SXSW is BlockChain. “Deze technologie heeft een aantal elementen in zich, waardoor je veel efficiënter gebruik kunt maken van het verdelen van informatie. BlockChain is eigenlijk een cluster van informatiebrokjes in de wereld, in een keten dat

Auteur: Marco van der Hoeven

steeds unieke code uitwisselt (die maar bij een paar mensen bekend is). Daardoor is de keten veilig.” Frietman heeft grote verwachtingen van BlockCain. “Als je kijkt wat BlockChain feitelijk kan, heeft het de potentie om het internet opnieuw te definiëren. Zeker wanneer de combinatie met 5G wordt gemaakt. ■ ■ K ant teken i ng Op het MWC en SXSW zag Frietman een mooi voorbeeld van BlockChain in de context van IoT. “Ik zag een voorbeeld waarbij miljoenen connected devices gevangen zijn in een hyve en gekoppeld zijn aan goederen. Op die manier kunnen wij, terwijl we hier aan tafel zitten, traceren hoe en waar onze koffie verbouwd is. De transparantie in de keten die dit soort oplossingen biedt, kan leiden tot een vermindering van corruptie.” Een ander interessant voorbeeld is BlockChain voor de muziek­ wereld van de Amsterdamse startup Guts. “Zij hebben een BlockChain applicatie gebouwd die kan voorkomen dat een concertkaartje uiteindelijk wordt doorverkocht voor woekerprijzen. Verkoop je het kaartje door via derden, dan kan Guts bijvoorbeeld stellen dat je maar dertig procent extra mag vragen voor je ticket, dan de originele prijs. Dit beschermt koper en verkoper. Op SXSW heeft Guts een startup competitie gewonnen met dit concept.” Frietman vindt het wel belangrijk om een kanttekening te plaatsen bij het enthousiasme over BlockChain. “Op dit moment wordt BlockChain door sommige bedrijven gezien als een heilige graal voor efficiency en de GDPR. Maar zover zijn we nog lang niet. De technologie is de kraamperiode net uit en moet zich nog bewijzen. Er zijn op dit moment nog maar een handvol werkende Block Chain-applicaties.” Frietman verwacht dat de toepassing van BlockChain over een tijd in een versnelling zal komen, wanneer 5G beschikbaar wordt. “5G als onderliggende technologie gaat een versnelling bieden om grote hoeveelheden informatie te delen. Dat gaat ook BlockChain in een versnelling brengen. Ik verwacht een significante versnelling in de IT ten opzichte van waar we nu staan.” ■ ■ K l a ar voor de toekom st Met alle nieuwe technologie die nu beschikbaar is, kunnen bedrijven niet meer, zoals vroeger, jaren de tijd nemen om een businesscase te formuleren. “Dat gaat vanaf nu heel anders. Organisaties zullen veel meer moeten werken met proofs of concept en dingen moeten uitproberen. Ik zie ook bij de overheid dat er steeds meer geprobeerd wordt en dat ze leren van tests. Vallen en opstaan is nu eenmaal nodig om tot innovatie te komen.” Voor de CIO ziet Frietman dan ook een belangrijke rol weggelegd in dit proces. “We hebben CIO’s nodig met een hands-on mentaliteit. Dat wordt het belangrijkste onderscheidende vermogen naar de toekomst toe.”

T h e

F u t u r e

o f

B u s i n e s s

Te c h n o l o g y

# 1

[ 6 7 ]



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.