Foliolum december 2018

Page 1

G.F.S.V. ‘‘Pharmaciae Sacrum’’

FOLIOLUM

DISCLOSURE Jaargang 32 | Uitgave 2 | December 2018



IN DIT NUMMER

Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum�

14

Redactioneel

Voorwoorden Gentherapie

Facultair

PhD Alumnus Student in het buitenland

22 16 20 31

29

Pharmaciae Sacrum

6 8 10

Tips voor eerstejaars 12 Feiten & Fabels 13 Fotopagina 14 P.S.-activiteiten 16 Voorstellen nieuwe commissies 18 Eten met... 20 Menno Broekman: 22 e assessor II van het 137 bestuur Gerrit Poelarends: 24 de persoon achter de docent Flip de Strip 26 Puzzel 28 Colofon 29

8

2 4

18

10 16


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Redactioneel

VOORWOORDEN

32E REDACTIE

137E BESTUUR

Lieve lezers,

Geachte lezer, beste P.S.-er,

De dagen worden kouder en korter; een teken dat december weer voor de deur staat. De maand van gezelligheid en feestelijkheden, waaronder natuurlijk de verjaardag van de vereniging!

Het is alweer tijd voor het tweede Foliolum van de Redactiecommissie “ACTIE Redactie”. Traditiegetrouw is het tweede nummer gewijd aan het thema van het Wetenschappelijk Symposium van de Dies Natalis die in februari plaatsvindt. Het thema is afgelopen AlDi-feest bekend gemaakt, voordat de Almanakcommissie hun almanak onthuld heeft. Het was weer een mooi feestje, waar veel leden op af zijn gekomen om deze twee onthullingen mee te maken en natuurlijk een almanak in ontvangst te nemen.

Nu de eerste tentamens van het nieuwe studiejaar erop zitten, is een feestje meer dan welkom. Wat zou ik toch graag willen dat ik alles kon onthouden wat ik in de afgelopen jaren geleerd heb. Het zou heerlijk zijn als ik na één keer luisteren in college de stof tot me kon nemen en nooit meer zou vergeten. Dit zou zoveel tijd en (tentamen)stress schelen. Als hier een middeltje voor ontdekt wordt, dan sta ik voorin de rij. Helaas is zo’n middel nog niet uitgevonden, maar gelukkig worden er wel andere innovatieve ontdekkingen gedaan. In 2016 won prof. dr. Ben Feringa de Nobelprijs voor de Scheikunde voor zijn ontwikkeling van moleculaire machines. Hij ontdekte roterende moleculen die door licht worden aangedreven. Eén van de mogelijke toepassingen die voor ons als (toekomstige) farmaceuten erg interessant is, is dat deze moleculen geneesmiddelen heel gericht in het lichaam kunnen afleveren. Ik wil de Diescommissie hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan (het thema van) dit nummer en iedereen alvast een prettige kerstvakantie toewensen. Liefs, namens de redactiecommissie 2018-2019 ‘‘ACTIE Redactie’’, Lotte van ’t Hoff h.t. praeses

De Diescommissie heeft dit jaar voor het thema ‘Diesclosure’ gekozen. Het zal gaan over hele vernieuwende, recente en baanbrekende ontwikkelingen en op het symposium zullen sprekers elk een verschillend onderwerp belichten. Prof. dr. Dogterom zal bijvoorbeeld komen vertellen over haar onderzoek naar het cytoskelet, waarbij het doel is om uiteindelijk synthetische cellen te kunnen maken. Een andere spreker op het symposium is prof. dr. van Dam, die zal spreken over tumorimaging. In het UMCG werken ze namelijk met een speciale manier van tumorimaging. Aan de hand van gelabelde antilichamen kan een tumor zichtbaar worden gemaakt tijdens een operatie, waardoor voor chirurgen zichtbaar is welk gedeelte van het weefsel weggesneden moet worden. Naast deze twee heel interessante onderwerpen zullen nog vier andere sprekers komen die ook over boeiende onderwerpen zullen vertellen. Tenslotte zou ik graag iedereen een goede kerstvakantie toe willen wensen en de Redactiecommissie heel erg willen bedanken voor hun inzet voor dit tweede Foliolum. Dan rest mij alleen nog om jullie veel leesplezier te wensen. Met vriendelijke groet, namens het 137e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

2

Laura ten Broek h.t. praeses


VOORWOORD

Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Redactioneel

137E DIESCOMMISSIE Door: Robin Emaus

Geachte lezer, Onze mooie vereniging telt dit jaar in december maar liefst 137 jaar. Wij, als 137e Diescommissie, hebben dit jaar de eer gehad om de festiviteiten in de verjaardagsweek in februari te organiseren. Het thema dat wij dit jaar hebben gekozen voor onze week, hebben wij niet alleen voor onszelf gekozen. Rondom dit thema heeft namelijk ook de Redactiecommissie een nummer uitgebracht. Hopelijk kijkt u er net zo naar uit om dit te lezen als dat ik doe op het moment dat ik dit schrijf. Hopelijk geldt dit ook voor alle Dies-activiteiten waarover wij ons een jaar hebben bekommerd. Deze activiteiten hebben wij u na lang geheimhouden eindelijk mede mogen delen tijdens het jaarlijkse Almanak-Dies feest op de twaalfde van de twaalfde: de verjaardag van onze vereniging. Te beginnen met het Wetenschappelijk Symposium op woensdag 6 februari. De naam van onze commissie luidt ‘Diesclosure’, gebaseerd op het Engelse woord disclosure, wat openbaring betekent. Hiermee hebben wij gekozen voor een breed thema, waarbij een zestal sprekers tijdens het symposium allen zullen vertellen over een eigen onderwerp. Deze onderwerpen zullen allemaal gaan over een vernieuwende, baanbrekende ontwikkeling binnen de farmaceutische en/of medische wereld. Herman Woerdenbag zal het symposium leiden als dagvoorzitter. De sprekers zullen uiteenlopende onderwerpen behandelen. Zo zal er gesproken worden over de ontwikkeling van door licht ge(de)activeerde farmaca (dr. Wiktor Szymanski), werken met stamcellen en toegepaste technieken hiervan (prof. dr. Robert Passier), onderzoek naar het cytoskelet en het bouwen van een synthetische cel (prof. dr. Marileen Dogterom), een revolutionaire ontdekking op het gebied van DNA-modificatie (prof. dr. John van der Oost), een bijzondere manier van tumor imaging (prof. dr. Go van Dam) en ten slotte over ontwikkeling op gebied van microdialyse en nieuwe technieken (dr. Maarten Nijsten). Het symposium zal

plaatsvinden in Pathé Groningen en er zal worden genoten van een lunch tussendoor en een borrel om af te sluiten. Al met al belooft het een interessante en leerzame dag te worden. Op de avond van 6 februari, na het symposium, zal de receptie plaatsvinden. Deze activiteit biedt genodigden de mogelijkheid om het bestuur te feliciteren met de verjaardag van de vereniging onder het genot van een drankje. Daarna zijn alle leden en vrienden uitgenodigd om de eerste dag goed af te sluiten bij het openingsfeest in Villa Volonté. Als iedereen de volgende dag alweer een beetje bijgekomen is, is er de volgende avond (donderdag 7 februari) de mogelijkheid om weer verder te gaan waar we de vorige avond gebleven waren. Deze avond zal namelijk een cocktailworkshop worden gegeven bij Donovan’s in de Peperstraat. Als de laatste dag, zaterdag 9 februari, dan is aangebroken, zullen we beginnen met een wat meer sportieve activiteit. We zullen namelijk gaan Paintballen bij Paintball City Groningen en tevens genieten van een welverdiende, verzorgde lunch. Het is maar goed dat de verf afwasbaar is, want dezelfde dag zullen ook het galadiner en -bal plaatsvinden. Bij het restaurant WEEVA zullen we genieten van een heerlijk driegangendiner, waarna we ons richting de Drafbaan Groningen zullen verplaatsen om tot laat in de nacht de Dies goed af te sluiten. Ik spreek namens mijn gehele commissie als ik zeg dat wij in ieder geval al ontzettend lang uitkijken naar de Dies Natalis. We hopen dat u en alle andere leden net zo enthousiast zullen zijn en we hopen dan ook zo veel mogelijk mensen terug te zien in februari. Voelt u zich vooral welkom. Namens de 137e Diescommissie der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Robin Emaus h.t. praeses

3


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Redactioneel

GENEN ALS GENEESMIDDEL PROF. DR. HIDDE J. HAISMA

Prof. dr. Hidde J. Haisma is sinds oktober 2000 hoogleraar Therapeutische Genmodulatie bij de afdeling Farmacie van de Faculty of Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen. Haisma’s onderzoek richt zich op de ontwikkeling van geneesmiddelen voor de therapeutische beïnvloeding van genexpressie in menselijke cellen.

Na bijna dertig jaar van beloftes is gentherapie een essentieel onderdeel geworden van het therapeutische arsenaal voor verschillende erfelijke en verworven ziekten. Gentherapieën voor erfelijke immuunstoornissen, hemofilie, oog- en zenuwaandoeningen en lymfoïd kankers zijn recentelijk goedgekeurd in de Verenigde Staten en Europa, of zullen in de nabije toekomst goedkeuring ontvangen.

kunnen worden toegediend. Daarna wordt het virus met het gen in een patiënt geïnjecteerd, bijvoorbeeld in een spier. Het virus dringt door tot in de kern van een cel en geeft het gen af. De cel produceert nu het eiwit dat door het gen wordt gecodeerd en wordt afgegeven aan de bloedbaan. Zo kan bijvoorbeeld een patiënt met hemofilie worden genezen door te behandelen met een virus waarin het gezonde gen van de defecte stollingsfactor is ingebracht.

Oorspronkelijk werd gentherapie uitsluitend als een behandeling voor erfelijke aandoeningen gezien, maar momenteel wordt gentherapie ook toegepast op verworven ziekten zoals kanker. Recente klinische studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat infusies van genetisch gemanipuleerde immuun cellen een langdurig therapeutisch effect hebben in een subset van patiënten.

“VERSCHILLENDE GENTHERAPIEËN EN GENETISCH GEMODIFICEERDE CELLEN ZIJN INMIDDELS TOEGELATEN ALS GENEESMIDDELEN.” In de afgelopen tien jaar is gentherapie volwassen geworden. Verbeteringen in de efficiëntie van gen overdracht gecombineerd met veranderingen in de vectoren om de toxiciteit te verminderen hebben geresulteerd in substantiële klinische vooruitgang. Verschillende gentherapieën- en genetisch-gemodificeerde cellen zijn inmiddels toegelaten als geneesmiddelen en enkele tientallen therapieën hebben een zogenaamde “doorbraak” geneesmiddel status, wat hun klinische ontwikkeling versnelt.

4

Figuur 1. Het principe van gentherapie. Een vector, bijvoorbeeld een virus, met het therapeutische gen komt in de cel en levert het gen af aan de celkern. De cel produceert het eiwit waar het gen voor codeert. Dit eiwit kan dan worden afgegeven aan de bloedbaan.

De eenvoudigste vorm van een gentherapie geneesmiddel is een zogenaamd oligonucleotide, een kort stukje genetisch materiaal. Deze oligonucleotiden kunnen worden gebruikt om genen aan- of uit te zetten of te corrigeren.

In 1991 was Ashanti de Silva de eerste patiënt die gentherapie kreeg toegediend om haar ziekte, een immuundeficiëntie, te behandelen. In haar geval werd de ziekte veroorzaakt door een defect ADA (Adenosine deaminase) gen waardoor er geen witte bloedcellen, afweercellen, worden gevormd. Zij werd behandeld met een retrovirus met het ADA gen dat in haar “HET PRINCIPE VAN GENTHERAPIE IS beenmerg stamcellen werd ingebracht. Dit virus is in staat om RELATIEF EENVOUDIG.” een gen in de chromosomen in te bouwen, hierdoor blijft het altijd aanwezig, ook als cellen zich delen. De behandeling was Hoe werkt gentherapie? effectief maar niet genezend, ze had nog wel injecties met het Het principe van gentherapie is relatief eenvoudig. Een gen ADA eiwit nodig. Inmiddels is deze vorm van therapie ook wordt in een virus geplaatst. De virussen zijn aangepast toegepast bij andere vormen van immuundeficiëntie en blijkt zodat ze geen ziekte kunnen veroorzaken en dus veilig heel effectief.


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Redactioneel

Op een vergelijkbare manier is recent een studie gestart voor de behandeling van sikkelcelanemie. Dit is een erfelijke vorm van bloedarmoede. Bij deze aandoening bevatten de rode bloedlichaampjes een afwijkend type hemoglobine. Door het afwijkend hemoglobine bij sikkelcelanemie raken de rode bloedlichaampjes misvormd. Ze krijgen de vorm van een sikkel of halve maan. Sikkelcelanemie kan uitmonden in extreme pijn, infectie, bloedarmoede, zwellingen, orgaanschade en een vroege dood. Enkele patiënten werden behandeld met een retrovirus met het gen voor normaal hemoglobine. Bij één patiënt had er meer dan vijftien maanden na de behandeling geen aan sikkelcelziekte gerelateerde klinische gebeurtenis of opname meer voorgedaan. Alle medicatie werd gestaakt, inclusief de pijnmedicatie. De patiënt meldde volledige deelname aan het gewone leven.

“HET AAV VIRUS WORDT NU VOORAL INGEZET VOOR DE BEHANDELING VAN HEMOFILIE.” Een andere veel gebruikte gentherapie vector is het Adeno-geassocieerde virus, AAV. Dit virus kan ook efficiënt genen overdragen aan cellen, maar de genen worden niet ingebouwd in de chromosomen. Hiermee wordt voorkomen dat het DNA van de patiënt wordt veranderd, wat tot mutaties kan leiden. Glybera is het eerste geregistreerde geneesmiddel dat is gebaseerd op een AAV. Het is ontwikkeld door Uniqure in Amsterdam voor de behandeling van LPL (lipoproteine lipase) deficiëntie. Patiënten met deze ziekte kunnen geen vet opnemen uit de bloedbaan en hebben, ondanks een laag vet dieet, diverse klachten waaronder alvleesklierontsteking. In een wereldwijde studie bleek dat het merendeel van de patiënten baat had bij de behandeling en dat er een sterke afname van de ontstekingen was. In 2012 werd Glybera als geneesmiddel toegelaten op de Europese markt, maar door het zeer kleine aantal patiënten in 2017 al weer van de markt gehaald. Het AAV virus wordt nu vooral ingezet voor de behandeling van hemofilie. Een bijzondere toepassing van gentherapie is het gebruik van genetisch gemodificeerde cellen. Hiervoor worden afweercellen (T-cellen) van de patiënt gebruikt. In deze cellen wordt een gen ingebracht dat codeert voor een receptor die kankercellen kan herkennen. Hierdoor kunnen deze zogenaamde CAR-T-cellen kankercellen herkennen en doden. Deze therapie wordt vooral ingezet bij de behandeling van leukemie en lymfoom. De de behandeling is werkzaam in ca 80% van de uitbehandelde patiënten.

“MET BEHULP VAN ENZYMEN WORDT HET DNA VAN DE PATIËNT AANGEPAST MET ALS DOEL OM EEN DEFECT GEN UIT TE SCHAKELEN OF TE REPAREREN.”

Genome editing De nieuwste vorm van gentherapie is het zogenaamde genoom editing: de aanpassing van het DNA in de chromosomen zelf. Met behulp van enzymen wordt het DNA van de patiënt aangepast met als doel om een defect gen uit te schakelen of te repareren. De bekendste vorm van genoom editing is CRISPR-CAS9. CRISPR (Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats) is een kort stukje RNA, oligonucleotide, dat zorgt voor de herkenning van het defecte gen. CAS9 is een enzym dat op zijn beurt het herkende DNA van het gen kan knippen. Hierdoor kan een specifiek gen worden uitgeschakeld. Deze techniek wordt momenteel in kankerpatiënten getest. In afweercellen wordt een gen uitgeschakeld dat normaliter zorgt voor onderdrukking van de immuunrespons. Door dit gen uit te schakelen kunnen immuuncellen kankercellen herkennen en doden. Ook voor andere ziekten wordt deze techniek onderzocht. Zo start er binnenkort een klinische studie in patiënten met thalassemie , een vorm van bloedarmoede, waarbij in beenmergcellen CRISPR wordt gebruikt om het beta-globine-gen uit te schakelen, waardoor de beenmergcellen foetaal hemoglobine produceren. De CRISPR-getransformeerde beenmergcellen worden dan terug gegeven aan de patiënt, waar foetaal hemoglobine zuurstof gaat transporteren om het defecte beta-globine te vervangen.

“DE WETENSCHAPPELIJKE VOORUITGANG EN KLINISCHE SUCCESSEN VAN DE AFGELOPEN JAREN RECHTVAARDIGT EEN AANHOUDEND OPTIMISME EN TOENEMENDE INSPANNINGEN OM DEZE THERAPIEËN DEEL TE LATEN UITMAKEN VAN ONZE STANDAARD BEHANDELINGEN.” Tenslotte Tientallen jaren van wetenschappelijke en klinische vooruitgang hebben gentherapie volwassen gemaakt zodat deze kan worden ingezet bij de behandeling van patiënten met kanker en een verscheidenheid aan erfelijke ziekten. Uitdagingen blijven zoals de preventie van genotoxiciteit bij de inbouw van vectoren in de chromosomen, het verbeteren van de efficiëntie en het voorkomen van een immuunrespons. Er moet een maatschappelijke consensus bereikt worden over de ethiek van het manipuleren van het genoom in het licht van de snelle wetenschappelijke vooruitgang. Ten slotte, verzekeraars, clinici en bedrijven zullen moeten samenwerken om deze dure, maar potentieel curatieve therapieën betaalbaar te houden. De wetenschappelijke vooruitgang en klinische successen van de afgelopen jaren rechtvaardigt een aanhoudend optimisme en toenemende inspanningen om deze therapieën deel te laten uitmaken van onze standaard behandelingen.

5


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

ORGAN-ON-A-CHIP

EEN ACCURATE TOEKOMST VOOR HET PREKLINISCHE ONDERZOEK EWALD JAN DOORNEBAL

Mijn naam is Ewald, ik ben 25 jaar en promoveer aan het Institute of Hepatology (FLR) bij King’s College London. Ik ben ervan overtuigd dat mijn promotieonderzoek het mooiste onderzoeksproject is van de wereld en ik zal proberen te vertellen waarom ik zo enthousiast ben en hoe ik hier van de een op de andere dag terecht ben gekomen.

De huidige preklinische modellen zijn niet goed genoeg! Tijdens de bachelor van Farmacie werd het mij al snel duidelijk dat ik geen apotheker wilde worden. Wel sprak het onderzoek mij aan en ik besloot mij op te geven voor de master Medical and Pharmaceutical Drug Innovation om zo goed voorbereid een promotieonderzoek te kunnen starten. Tijdens de verschillende stages in deze master heb ik zowel met cellijnen kunnen werken op de afdeling Experimentele Chirurgie van het UMCG als met muizen in de Mayo Clinic in Rochester MN, USA. Ik realiseerde me dat beide modellen veel limitaties hebben en dat ze niet in staat zijn om de volledige pathologie van een menselijke ziekte te kunnen modelleren. 80% van de geneesmiddelen valt af tijdens de klinische studies door toxiciteit, gebrek aan effectiviteit etc. Dat betekent dat na het gebruik van alle modellen die we tot onze beschikking hebben om geneesmiddelen te testen we een voorspellende waarde hebben van slechts 20%. Dit wilde ik veranderen door bij te dragen aan de ontwikkeling van betere en accuratere preklinische modellen. Een van de manieren waarop men dit kan doen is door (menselijke) cellen in een fysiologisch relevante omgeving te plaatsten door bijvoorbeeld de cel-cel interacties, mechanische stimulatie en bloeddoorstroming na te bootsen in een ‘Organ-on-a-Chip’. Bijvoorbeeld de peristaltiek in de darm of het aerobe interface en de mechanische deformatie van het long epitheel.

“80 PROCENT VAN DE GENEESMIDDELEN VALT AF TIJDENS DE KLINISCHE STUDIES.” 6

Bij veel ziekten is echter niet 1 celtype/orgaan de boosdoener. De ziektes met de hoogste incidentie en mortaliteit zijn vaak complex en verschillende cel-cel of orgaan-orgaan interacties spelen een rol. Dit is ook zo bij kanker en in een notendop zit het zo: Ons immuunsysteem is normaal gesproken in staat kankercellen te herkennen en uit te schakelen, alleen in sommige situaties kunnen tumorcellen de ‘’checkpoint receptoren’’ op de T-cellen activeren. Dit zijn receptoren die een ‘’uit’’-signaal geven aan de T-cellen waardoor, de cytotoxische werking op de kankercellen wordt vermeden. Door dit checkpoint signaal te blokkeren kan je theoretisch het doden van de kankercellen door de T-cellen weer herstellen. Er zijn dan ook veel bedrijven en onderzoeksgroepen bezig met het ontwikkelen van nieuwe checkpoint inhibitors alleen is het erg moeilijk om deze goed te kunnen bestuderen door de limitaties van de huidige modellen.

“IK WIL VOOR VERBETERING ZORGEN DOOR BIJ TE DRAGEN AAN DE ONTWIKKELING VAN BETERE EN ACCURATERE PREKLINISCHE MODELLEN.” Eén minilever per patiënt In mijn project werk ik met klinische samples van leverkankerpatiënten, waarbij ik zowel gezond als tumorweefsel krijg en bloedsamples voor de isolatie van immuuncellen van dezelfde patiënt. Dit laatste is belangrijk, omdat immuuncellen van een ander niet-verwant persoon vrijwel altijd een ander HLA-type hebben wat bij orgaantransplantaties voor bijvoorbeeld afstoting zorgt (een


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

immuunreactie tegen het ‘’onbekende’’ weefsel). Door het gezonde en het kankerweefsel samen met de immuuncellen te kweken met behulp van Organ-on-a-Chip technologie kan ik een Personalised Medicine mini-lever maken in het laboratorium. Dit model kan dan vervolgens gebruikt worden om patiënt specifiek de interacties tussen het immuunsysteem en de kankercellen te bestuderen of de effectiviteit van nieuwe checkpoint inhibitors en andere immunotherapieën te voorspellen. Wellicht dat het in de toekomst mogelijk is dit met biopsies te doen, waardoor voor iedere patiënt van tevoren kan worden bepaald welke therapie efficiënt zal zijn!

“IK KAN EEN PERSONALISED MEDICINE MINI-LEVER MAKEN.” De onderzoeksgroep in London Dit onderzoek vind ik een van de belangrijkste medische domeinen in de wetenschap en ik ben blij het uit te kunnen voeren in het virale immunologie lab van het Institute of Hepatology. In het gloednieuwe instituut zijn prachtige laboratoria aanwezig en is onder directie van Professor Roger Williams genoeg expertise in leveronderzoek aanwezig. De virale immunologie groep van Dr. Shilpa Chokshi geeft ondersteuning op het gebied van de immunologie en ik leer ontzettend veel! Daarnaast woon ik nu in London wat ontzettend gaaf is. Het is een stad waar je je nooit hoeft te vervelen. Van de huurprijzen word je wel verdrietig, maar de ervaring die ik op doe is het zeker waard.

“DIT ONDERZOEK VIND IK EEN VAN DE BELANGRIJKSTE DOMEINEN IN DE MEDISCHE WETENSCHAP.” Hoezo kerstvakantie in december? Het was in eerste instantie niet mijn bedoeling weer buiten Nederland te gaan studeren (we zeuren wel maar het is echt best wel een fijn land!), maar soms moet je kansen aangrijpen

die op je pad komen. Zo heeft professor Ton Lisman, bij wie ik een half jaar project heb gelopen, voor mij het contact gelegd met mijn huidige werkplek. Ik was al maanden louter op zoek naar PhD-plekken die met Organ-on-a-Chip technologie werken. Dit had tot mijn frustratie maar gematigd succes en ik overwoog om misschien minder koppig te zijn en de verschillende open offers te accepteren. Ik was er helaas niet van op de hoogte dat ze in Londen bezig waren met Organ-on-a-Chip, maar professor Lisman was dit wel. Hij stuurde mijn CV door en ik kreeg op 21 december een mailtje met een uitnodiging om op sollicitatiegesprek te komen in januari. Helaas had ik net die dag een andere PhD-plek geaccepteerd en ik wist oprecht niet wat ik moest doen. Zal ik op safe spelen en in Groningen een project beginnen wat ik ook gaaf vind of ga ik all-in en blaas ik de boel af voor een potentieel project wat volledig bij mijn motivatie aansluit? Er zat maar één ding op: ik moest meer informatie inwinnen.

“SOMS MOET JE KANSEN AANGRIJPEN DIE OP JE PAD KOMEN.” Na een slapeloze nacht besloot ik die ochtend een vlucht te boeken naar Londen voor nog diezelfde avond. Halsoverkop belde ik het instituut op met een simpel bericht: Ik kom eraan. Helaas had ik in mijn adrenaline gedreven moment even geen rekening gehouden met het feit dat 23 december nog weleens een dag zou kunnen zijn rond de kerst… Gelukkig kon er geregeld worden dat er iemand van de onderzoeksgroep aanwezig was om mij in ieder geval binnen te laten. Aangekomen bij het instituut zag ik hoe modern de laboratoria waren en waar ze allemaal mee bezig waren. Ik was meteen verkocht en besloot nog even in de zee van onzekerheid te zwemmen tot aan januari. Tijdens het sollicitatiegesprek werd ik direct aangenomen en die overwinning zal ik nooit van mijn leven vergeten. Als je niet van stress houdt dan zijn dit soort praktijken niet aan te raden, maar een beetje spanning maakt de overwinning wel honderd keer zo zoet!

7


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

ALUMNUS ANNE VAN SCHIP

Anne van Schip is sinds september 2018 projectapotheker in ’t LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer. In haar studietijd was ze onder andere de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging. Anne vertelt ons wat ze doet als projectapotheker, hoe ze is gekomen waar ze nu is en wat haar plannen voor de toekomst zijn.

Eerste baan na het afstuderen Ongeveer een maand geleden ben ik afgestudeerd en ik werk nu in een kleine ziekenhuisapotheek in Zoetermeer. Ik heb gesolliciteerd bij Apotheek Haagse Ziekenhuizen. Dat is een overkoepelende organisatie voor alle ziekenhuizen in de regio Den Haag, met onder andere een laboratorium en een bereidingsunit. Daarbij zorgt Apotheek Haagse Ziekenhuizen dat al die ziekenhuizen farmaceutisch personeel hebben. Daar heb ik een sollicitatiegesprek gehad. Tijdens het gesprek ging het vooral over wat ik zou willen, om voor mij een eerste werkplek te vinden die bij mij zou passen. Uit dit gesprek kwam naar boven dat ik goed bij de ziekenhuisapotheek in ’t LangeLand Ziekenhuis zou passen. Hier ben ik nu projectapotheker.

ziekenhuizen en dan kom je dus niet terecht in zo’n klein ziekenhuis als waar ik nu werk. Dit ziekenhuis is wat minder groot en daarom zit ik vaak met drie apothekers en tien assistenten in één ruimte. Dat maakt het werk heel knus en wordt er genoeg gelachen en gegrapt. Hierdoor heeft het werk hier meer de sfeer van een openbare apotheek dan van een ziekenhuisapotheek, zoals ik gewend was uit mijn stages.

“IK VIND DE AFWISSELING IN MIJN WERK ECHT HEEL LEUK.”

Nu ik aan het werk ben, denk ik dat in de opleiding te weinig aandacht wordt besteed aan gesprekken met patiënten en hoe je bijvoorbeeld een gesprek met een arts voert. In de praktijk moet je soms confrontaties aangaan met mensen of bijvoorbeeld assistenten aanspreken op hun functioneren. Dit leer je niet echt in de opleiding. Gelukkig heb ik dit onder andere tijdens mijn bestuursjaar bij de K.N.P.S.V. kunnen leren. Ik kan mij wel voorstellen dat als je dit soort dingen niet leert naast je opleiding moeilijke en confronterende gesprekken later lastig kunnen worden. Wat ik in het begin in dit werk ook echt moest bijspijkeren, waren de doseringen van geneesmiddelen. Dit leer je ook niet echt in de opleiding en deze zijn in de praktijk best wel variabel, bijvoorbeeld door de ervaring van de arts met bepaalde doseringen. Hier krijg je gelukkig in de praktijk snel handigheid in.

Het ziekenhuis in Zoetermeer heeft geen poliklinische apotheek en daarom is er veel samenwerking met de eerstelijn zorg. Ik vind de afwisseling in het werk dat ik hier heb echt heel leuk. Ik hou mij onder andere bezig met het oplossen van logistieke problemen, vragen van artsen en assistenten, medicatie van patiënten en grotere projecten. Ook heb ik één keer per week management overleg met alle apothekers. Mijn bezigheden zijn heel divers en ik doe elke dag van alle onderdelen wat. Dat vind ik juist heel leuk.

“OMDAT DIT ZIEKENHUIS ZO KLEIN IS, ZIT IK VAAK MET DRIE APOTHEKERS EN TIEN ASSISTENTEN IN ÉÉN RUIMTE EN WORDT ER GENOEG GELACHEN EN GEGRAPT.”

8

Verwachtingen tijdens studietijd Het werk wat ik nu doe is in sommige opzichten anders dan ik ervan had verwacht tijdens mijn studie. De stages die je aan de Rijksuniversiteit Groningen doet, zijn vooral in grote

“IN DE PRAKTIJK MOET JE SOMS CONFRONTATIES AANGAAN MET MENSEN OF BIJVOORBEELD ASSISTENTEN AANSPREKEN OP HUN FUNCTIONEREN. DIT LEER JE NIET ECHT IN DE OPLEIDING.”

“IK BEN NU ALS PROJECTAPOTHEKER ERVARING AAN HET OPDOEN.”


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

Toekomstplannen Momenteel werk ik dus als projectapotheker en ben ik niet in opleiding tot ziekenhuisapotheker. Binnen de organisatie Haagse Ziekenhuizen zou ik opgeleid kunnen worden tot ziekenhuisapotheker. In een poliklinische apotheek of openbare apotheek kun je juist opgeleid worden tot openbaar apotheker, waarna je beherend apotheker kan worden. Ik ben nu als projectapotheker ervaring aan het opdoen.

“MET FARMACIE KUN JE ECHT VAN ALLES.” Ik ben nu aan het oriënteren naar de opleiding voor ziekenhuisfarmacie. Als je openbare apotheker wilt worden, kun je vaak via je stage of vanuit de RUG terecht bij een opleiding, maar bij een ziekenhuisapotheek eisen ze vaak meer ervaring. Omdat die plaatsen niet zo vaak vrijkomen, doe ik tot die tijd ervaring op als projectapotheker. Het zou natuurlijk kunnen dat het heel lang duurt om de opleiding tot ziekenhuisapotheker in te komen of dat ik tegen die tijd zin heb in wat anders. Met farmacie kun je namelijk echt van alles. Ik sluit een baan in de industrie over een aantal jaar ook nog niet uit.

Tips voor de huidige student Aan studenten van nu wil ik graag de tip meegeven dat wanneer je op zoek gaat naar een werkplek het belangrijk is om goed na te denken wat voor werk je zelf graag wilt. Wil je werken in een grote organisatie of juist een wat kleinere? Wil je met veel verschillende mensen werken of juist met een select groepje? Wil je elke dag met nieuwe, verschillende mensen werken of juist elke dag dezelfde personen? Ik denk dat het minder uitmaakt of dit nou in een openbare apotheek, een ziekenhuisapotheek, de industrie of nog weer wat anders is. Als je vervolgens gaat solliciteren, zeg dan wat jij wilt. Als je alleen maar vertelt wat ze willen horen, kom je misschien op een plek terecht die je helemaal niet zo leuk vindt.

‘‘WANNEER JE EEN SOCIAAL LEVEN NAAST JE WERK HOUDT, IS WERKEN NIET HET ENIGE WAT JE BEZIGHOUDT.’’ Ook denk ik dat je sociale leven naast je studie heel belangrijk is. Dat merk ik ook nu in mijn werk. Het is belangrijk om naast je studie en werk bijvoorbeeld in het weekend je vrienden op te zoeken en door de weeks naar de film te gaan of iets dergelijks. Dat maakt het, voor mij in ieder geval, gemakkelijker om alles vol te houden.

“ALS JE GAAT SOLLICITEREN, ZEG DAN WAT JIJ WILT. ALS JE ALLEEN MAAR VERTELT WAT ZE WILLEN HOREN, KOM JE MISSCHIEN OP EEN PLEK TERECHT DIE JE NIET ZO LEUK VINDT.”

9


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

STUDENT IN HET BUITENLAND CHLOÉ SMIT

Chloé Smit is in haar vijfde jaar van de studie voor haar masteronderzoek naar Australië geweest. Hier heeft ze vanaf februari tot november 2017 gewerkt aan een project van de vakgroep Farmaceutische Patiëntenzorg.

Voorbereiding in Nederland Rond het begin van mijn master (vierde studiejaar) wist ik dat ik mijn masteronderzoek graag in het buitenland wilde doen. Ook had ik al snel bedacht dat ik graag naar Australië wilde. Ik was er al eerder voor vakantie geweest en het leek mij heel leuk om het dagelijkse leven in Australië te ervaren. Nadat ik verschillende onderzoeksgroepen had benaderd, heb ik gekozen voor een project in Sydney via de vakgroep Farmaceutische Patiëntenzorg. Het was een database onderzoek naar Antipsychotica in verzorgingstehuizen. Het feit dat de data al beschikbaar waren, gaf mij vrijheid in mijn tijdsplanning. Toen de keuze voor het project vast stond, begon het logistieke proces. Dit omvatte het regelen van een visum (met onder andere een verklaring omtrent gedrag, bewijs van financiële middelen, zorgverzekering, etc.), de aanvraag van beurzen en hard werken voor genoeg zakgeld. Daarnaast wilde ik graag gaan hockeyen in Sydney, dus zocht ik contact met de hockeyclub van de universiteit waar ik m’n onderzoek ging doen. Er waren ongeveer 30 verschillende hockeyclubs in Sydney zelf en aangezien ik geen idee had wat het verschil was tussen de clubs, leek mij een club die op dezelfde universiteit zat praktisch. Voor de rest had ik besloten om een kamer, een Australisch telefoonnummer en bankrekening daar te regelen.

10

in een gedeelde kamer te gaan, werd ik door de prijzen en een Nederlandse vriendin overtuigd om toch (tijdelijk) in een gedeelde kamer te gaan. Ik vond binnen drie dagen een kamer in het centrum (Central Business District (CBD), Ultimo) van Sydney. Ik deelde de kamer met drie (!) andere meiden, eentje uit Wenen, uit Frankrijk en uit Spanje. Het was een gezellige Europese boel in huis. Het voordeel was dat ik direct leuke vriendinnen had, dichtbij het centrum woonde (lopend te bereiken), we een zwembad en gym hadden en dit alles voor een (relatief) goedkope prijs (200 dollar per week). De eerste week was wel even wennen (al viel de jetlag mee), doordat mijn huisgenoten druk bezig waren met studie/ werk en ik dus redelijk op mezelf aangewezen was.

“WE HADDEN EEN ZWEMBAD EN EEN GYM.” Hockey Dit duurde echter niet lang, aangezien het hockeyseizoen in de tweede week na mijn aankomst begon. Het begon met selectietrainingen, waarbij ik uiteindelijk werd uitgenodigd om mee te gaan op selectieweekend in Taree, een dorp ongeveer vier uur rijden vanaf Sydney. Het was een pittig trainingsweekend, niet alleen zwaar voor mijn spieren maar ook voor mijn brein. Ik moest als enige Dutchie erg wennen aan het Australische accent en hun “slang”*. Ondanks dat was het een erg gezellig weekend!

“IK MOEST ALS ENIGE DUTCHIE ERG WENNEN

Aankomst Sydney AAN HET AUSTRALISCHE ACCENT EN HUN Op 22 februari 2017 ben ik vertrokken naar Sydney om ‘SLANG’.” daar, na een vlucht van ongeveer 24 uur, op 24 februari lokale tijd te landen. Ik had twee weken vrij voor ik aan het Ik werd uiteindelijk in het tweede team van Macquarie Hockey onderzoek begon. Ik startte in een hostel en zocht vanuit geplaatst. Het was een competitief maar leuk team dat veel sociale daar via Flatmates (de Aussie versie van Kamernet) naar activiteiten organiseerde. Anders dan in Nederland bij hockey, een kamer. Ondanks dat ik in Nederland had besloten om niet


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Facultair

hadden de clubs daar geen vaste hockeyvelden en clubhuis. Hierdoor deden we na de wedstrijd vaak een drankje in de pub van een hotel en vonden de activiteiten van de club in de stad plaats. Ik deed met veel plezier aan alles mee: van kroegentochten, minigolf, uit eten met het team, university games (uni-games) tot presentation night (preso). Van de laatste twee kon ik mij absoluut geen voorstelling maken voordat ik eraan mee deed. Uni-games zijn letterlijk zoals de naam het zegt: wedstrijden tussen universiteiten. Van alle sporten van een universiteit wordt via selectie een team opgesteld dat meedoet aan een groot sporttoernooi tegen andere universiteiten. Het toernooi duurt een week lang en was in mijn geval in New Castle (New South Wales). Naast sporten vond er ook elke avond een feest plaats in de stad. Preso night was een soort gala om het hockeyseizoen af te sluiten met de hele club. Anders dan bij een hockeygala in Nederland werden er hier ook “awards” uitgedeeld voor o.a. de eerste en tweede beste speler van de teams, de vrouw/ man die het meeste voor de club heeft gedaan/betrokken was en nog velen meer. Daarnaast gingen wij met verschillende meidenteams naar het gala in een grote party-bus. Een hele leuke manier om het seizoen op een super positieve manier af te sluiten.

die toevallig tegelijkertijd met mij aan het instituut begonnen waren. Daarnaast was er een Nederlandse studente die een stage deed in het Macquarie Ziekenhuis naast het instituut. Met z’n vieren spraken we elke dag af voor koffie. Het klikte erg goed tussen ons en we hebben nog steeds contact!

“DE UNIVERSITEIT LAG VOOR NEDERLANDSE BEGRIPPEN VER UIT HET CENTRUM; ONGEVEER EEN UUR REIZEN MET DE TREIN/BUS.” Reizen Samen met m’n Europese huisgenoten, de twee Australische vriendinnen aan het instituut en de Nederlandse studente, ben ik op veel verschillende weekendjes weg gegaan naar onder andere Byron Bay, Sydney National Park, Wollongong, Tasmanië en Nieuw-Caledonië. Daarnaast ben ik in mijn zomervakantie met mijn vriend met een campervan gaan reizen van Sydney naar Cairns. Dit waren echt onvoorstelbaar mooie en “once in a lifetime” ervaringen.

“DIT WAREN ECHT ONVOORSTELBAAR MOOIE EN ‘ONCE IN A LIFETIME’ ERVARINGEN.”

“IK DEED AAN ALLES MEE: VAN UNI-GAMES TOT PRESO.”

Terugkeer in Nederland Na negen maanden wonen in in mijn ogen het mooiste land van de wereld (fantastische natuur, vriendelijke mensen, goed georganiseerd en veilig land), was terugkomen in Nederland moeilijker dan ik had verwacht. Het duurde naar mijn idee ongeveer vijf maanden om weer terug in de Nederlandse cultuur en gewoontes te passen, maar het was het zeker waard! Daarnaast zou ik iedereen aanraden om zijn/haar masterproject in het buitenland

Surfen

Nadat het hockeyseizoen afgelopen was (februari – oktober), ben ik verhuisd naar een plek aan het strand, Manly. En besloot ik daar om surflessen te nemen en uiteindelijk ook een surfboard te kopen. Dit kon natuurlijk niet ontbreken aan mijn Aussie-ervaring! Onderzoek Naast alle leuke sport- en sociale activiteiten, bestonden mijn dagen in Australië uit mijn onderzoek aan het Australian Institute of Health Innovation (AIHI), dat onderdeel was van Macquarie University. De universiteit lag voor Nederlandse begrippen ver uit het centrum; het was ongeveer een uur reizen met de trein/bus. Als ik moest hockeyen begon ik dan ook later zodat ik in één keer door kon naar de training (op en neer reizen naar huis was niet te doen). De begeleidster van m’n onderzoek was een apotheker die in Groningen na haar studie een PhD had gedaan. Ik was onderdeel van het CHSSR (Centre for Health Systems and Safety Research) team, dat bestond uit vriendelijke en behulpzame mensen. Er waren naast mijn begeleidster nog twee andere apothekers en ik vond het leuk om hun verhalen over het werk als apotheker in Australië te horen. In het team zaten ook twee meiden van mijn leeftijd,

te doen!

“TERUGKOMEN IN NEDERLAND WAS MOEILIJKER DAN IK HAD VERWACHT.” *Slang voorbeelden (niet helemaal zeker dat het de juiste spelling is, maar dit is hoe je het uitspreekt) Thongs – flipflops oftewel slippers Taking a sickie – Werk bellen dat je ziek bent, terwijl je dit niet echt bent Avo – Avocado Arvo – Afternoon oftewel middag Tassie – Tasmanië (eiland bij Australië) Brekky – Ontbijt Can’t be facked – Can’t be bothered

11


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

1

2

UB EN CMB

SAMENVATTINGEN EN OEFENTENTAMENS

In de Universiteitsbibliotheek (UB) kun je in alle rust nog even strijden voor het komende tentamen. Ook de Centrale Medische Bibliotheek, de CMB (in het UMCG), is een fijne plek om te studeren. Als je bij de introductiedag op 31 augustus bent geweest, zou je je nog moeten herinneren hoe hier te komen. Als je hier niet was of net zo’n postduif bent als ik, is je sterk aangeraden hier niet zelfstandig heen proberen te wandelen.

Het is handig om al vroeg in je studie het bestaan van Studeersnel te ontdekken. Hier staan vaak handige samenvattingen van vakken op, net als de P.S.-site (drive). Ook (oude) oefententamens die op Studeersnel staan zijn heel nuttig om door te nemen. Zo weet je een beetje welke kant de vraagstelling op kan gaan in het echte tentamen.

TIPS VOOR EERSTEJAARS 3

4

5

BOEKEN BESTELLEN BIJ STUDYSTORE

KLACHTEN

P.S.-BORRELS

Heb je klachten over een vak? Zeker nu de bachelor sinds dit jaar in het Engels is, is het belangrijk dat klachten worden gemeld. Dit kan bij de jaarvertegenwoordigers van jouw jaar.

Elke eerste dinsdag van de maand vindt er vanaf 17:00 uur de maandelijkse P.S.-borrel plaats in cafĂŠ de Toeter. Het is erg gezellig om hier heen te gaan en bij te kletsen met je studiegenoten.

Bij Studystore kun je via P.S. je studieboeken met korting bestellen. Heel handig, aangezien het geld je zeker in je studententijd niet op de rug groeit.

6 EJC-FEESTEN Kort, maar krachtig: is gewoon mooi!

12

7 BSA: 45 ECTS Om een positief studieadvies te krijgen en door te mogen naar het tweede jaar, zijn 45 (van de 60) ECTS nodig. Het is best verleidelijk om na het halen van deze 45 punten het vliegtuig (of de bus) naar Salou, Sunny Beach of Lloret te pakken. Hou op dit moment toch nog even vol. Veel vakken in je eerste jaar zijn ingangseisen voor vakken in het tweede jaar, waardoor je dus al snel best wel veel studievertraging oploopt.


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

1

2

PERSONALIZED MEDICINE

ADAPTIVE LICENSING

Steeds vaker worden persoonlijke eigenschappen van patiënten gebruikt om behandelingen voor hen te optimaliseren. Biomarkers, genetische informatie en nieuwe inzichten in aandoeningen maken het steeds makkelijker een therapie voor elke individuele patiënt aan te passen.

De traditionele manier van ontwikkeling en registratie van geneesmiddelen duurt gemiddeld 15 jaar. Om nieuwe behandelingen sneller beschikbaar te maken, wordt gebruik gemaakt van Adaptive Licensing. Dit maakt de onderzoekstijd 5 tot 6 jaar korter.

FEITEN & FABELS

NIEUWE ONTWIKKELINGEN OP GENEESMIDDELENGEBIED

3 REAL WORLD DATA Meer en meer wordt data uit de dagelijkse praktijk gebruikt om de effecten van geneesmiddelen te beoordelen. In traditioneel geneesmiddelonderzoek worden vooral de effecten van een behandeling in gezonde, volwassen mannen onderzocht. Door gebruik van real world data kunnen óók de effecten in andere subgroepen van patiënten worden onderzocht.

4

5

MEER POST-MARKETING SURVEILLANCE

GENEESMIDDELEN WORDEN COMPLEXER

Nadat geneesmiddelen zijn toegelaten op de markt worden vaker extra veiligheidsmaatregelen genomen. Deze post-marketing surveillance geeft registratieautoriteiten een beter beeld van de voor- en nadelen van de behandeling.

Een toenemend percentage van de nieuw ontwikkelde geneesmiddelen is een stuk complexer dan de traditionele small molecule drugs. Biologicals, nanomedicines, gentherapieën en vele andere nieuwe behandelmogelijkheden zijn steeds beter in staat patiënten te helpen.

13


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

14


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

15


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

ACTIVITEITEN

EERSTEJAARS KOOKWORKSHOP PHARMALEAD LUNCHLEZING Door: Marije Tjeerdsma

Door: Wies van Bakel

Dinsdagavond 25 september verzamelden wij ons voor een avondje gezellig koken. Op deze avond was namelijk de eerstejaars kookworkshop! Om 17:25 uur moesten we ons verzamelen bij UMCG noord met onze fietsen. Toen iedereen ter plekke was, fietsten we die kant op. Na een heerlijk ritje en een keer een rondje verkeerd gefietst te hebben, kwamen we dan aan bij Café Lent. We werden gastvriendelijk ontvangen door het personeel en met een lekker broodje erbij konden we wachten totdat de workshop van start ging.

Op woensdag 3 oktober vond de eerste lunchlezing van Pharmalead van dit jaar plaats. Voorafgaand aan de lezing kregen we een heerlijke (gratis!) lunch aangeboden, die bestond uit soep, belegde broodjes en genoeg koffie om de zware ochtend na een (te) gezellige P.S.-borrel te overleven.

Eerst kregen we te horen wat we gingen koken: tapas! Na eventjes wachten mochten we onszelf in groepjes van 4-5 personen indelen, waarna we de keuken in werden gejaagd. Eerst even een schort voor en de handjes wassen en we konden aan het werk. Elk groepje mocht een verschillend gerecht bereiden. Bijvoorbeeld: kleine kippenpoten, champignons in aioli, gehaktballetjes etc. Er moest van alles gesneden worden en handige tips werden uitgedeeld. De keuken begon heerlijk te ruiken naarmate het later op de avond werd. Wanneer een groepje klaar was met een gerecht maken, mocht deze heerlijk op de bank even plaats nemen en genieten van een drankje. Later werd je weer geroepen om naar de keuken te gaan om een volgend gerecht klaar te maken.

16

Uiteindelijk werden er ongeveer twaalf gerechten gemaakt, waaronder een lekker toetje. Deze werden opgediend en wij mochten daar van gaan genieten. Ook werden er nog inktvisringen en aardappeltortilla’s opgediend. De bordjes waren zomaar leeg en we hebben er enorm veel van genoten. Ook het toetje, genaamd crème Catalana, was ontzettend lekker! Helaas kwam de avond tot een einde en moest er afscheid worden genomen. Maar wat was het een leuke avond. Ikzelf heb ontzettend genoten, het was onwijs gezellig en zeker voor herhaling vatbaar!

Pharmalead is het grootste team apothekersprofessionals van Nederland, niet alleen voor apothekers, maar ook voor farmaciestudenten en apothekersassistenten. De lezing ging voornamelijk over waarom financiën binnen de (openbare) apotheek zo belangrijk zijn. Er werd gevraagd wat wij hiervan hadden verwacht, onder andere het begrip voor cijfers, het maken van managementkeuzes en bovenal het begrip meten is weten kwamen aan bod. Daarnaast werd er besproken waarom wij willen werken. Onderwerpen als uitdaging, plezier, interesse en een inkomen kwamen hierbij naar voren. Daarnaast werd er gesproken over hoe er achter de schermen de apotheek draaiende wordt gehouden met behulp van de beschikbare financiële middelen en hoe we hier om mee moeten gaan. Een apotheek sturen op alleen cijfers is dan ook niet altijd verstandig werd verteld. Ook werd er gesproken over de balans die gemaakt moet worden bij de apotheek. Wat valt er precies onder de activa, dat wat je hebt, en de passiva, de verplichtingen die de apotheek aangaat en het eigen vermogen. Dit alles werd uitgelegd door voorbeelden uit het studentenleven te halen. Het was een zeer interessante lezing, waarbij de aspecten waar we niet direct aan denken bij een openbare apotheek uitgelicht werden.


ACTIVITEITEN

Foliolum | Jaargang 32 | Oktober 2018 | Pharmaciae Sacrum

SPITS EXCURSIE Door: Martijn Hagedoorn

Op 16 oktober was het dan zo ver: we reisden met veertig farmaceuten af richting Oosterwolde (“Het centrum van Noord-Nederland”) om een bezoek te brengen aan SPITS B.V.. SPITS B.V. is een bedrijf gespecialiseerd in patiëntspecifieke distributie van automatisch verpakte medicatie, kortom, het leveren van baxterrollen aan apotheken. Nadat we allemaal een keycord gekregen hadden, was het tijd voor ontvangst met koffie, thee en fruit. Terwijl iedereen rustig zijn/ haar hapje en drankje aan het nuttigen was, begon een van de twee eigenaren aan zijn presentatie. Al snel werd duidelijk dat het een man was die vol passie en energie zijn visie met ons wilde delen. Hij begon zijn presentatie met zijn basis, de opleiding Farmacie. Dit blijkt een basis te zijn waarin veel doorgroeimogelijkheden liggen. Naast een presentatie over het bedrijf SPITS, was het doel ook om ons iets te leren over het opzetten en onderhouden van een onderneming. Gedurende de presentatie werd duidelijk dat wanneer je tegen een probleem aanloopt, je zelf ook voor een oplossing kan zorgen. Zo is de eigenaar van SPITS begonnen met één baxtermachine achterin in zijn apotheek, nadat hij eerst een tijd op zaterdagen weekdozen handmatig vulde met medicijnen. De overstap naar een baxtermachine bleek, naast dat het veel efficiënter was, ook veel minder fouten op te leveren. Dit is natuurlijk erg belangrijk in de farmaceutische wereld! Andere apotheken uit de regio bleken het succes van de baxtermachine ook in te zien, waardoor gaandeweg steeds meer apotheken capaciteit inhuurden voor die baxtermachine. Uit dit succes is het bedrijf SPITS B.V. ontstaan, welke de afgelopen jaren erg hard is gegroeid. Inmiddels levert SPITS baxterrollen aan apotheken door het hele land. Ik denk dat we aan het eind van de presentatie een goed beeld hebben gekregen van hoe de medicatierollen gemaakt worden, maar vooral ook wat

de toegevoegde waarde van deze rollen is voor de maatschappij. Tevens hebben we kennis opgedaan over een onderneming, wat voor menig farmaciestudent later nog wel van toepassing kan zijn, denk ik. Om ons echt een goed beeld te geven van hoe de medicatierollen gemaakt worden, kregen we een rondleiding door het gebouw van SPITS. We werden in drie groepen rondgeleid, waar elke stap in het proces verder werd toegelicht. Van binnenkomst en verwerking van voorraad tot het netjes verpakken van de geneesmiddelrollen; wat automatisch kon, gebeurde ook automatisch. Zo heeft SPITS een robot die geneesmiddelen opruimt op soort, de houdbaarheidsdatum hiervan onthoudt en op aanvraag van een medewerker deze geneesmiddelen weer kan leveren. Als afsluiting van deze excursie werd ons een diner aangeboden. Onder het genot van wat drinken, konden we genieten van twee lekker belegde broodjes en een mosterdsoep. Het was een leuke excursie, waarin ook veel andere mogelijkheden met een studie Farmacie belicht werden. Om af te sluiten met een citaat: “Wil je je kennis verbreden, denk dan ook eens buiten de wereld van de Farmacie. Verdiep je in de alfawetenschappen!”

17


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

VOORSTELLEN

JAK

Lieve farma’s,

Dag liever, beste lezers

Wij zijn de JaarAfsluitingsKamp commissie, genaamd: JAK out the box. Graag willen we ons aan jullie voorstellen.

Laten we ons stukje maar eens beginnen met een bekend liedje:

Lemke, onze praeses, weet goed wat ze wil met haar vlotte babbel. Ondanks haar drukke leventje weet ze de touwtjes goed in handen te houden. Sharon is onze ab-actis en een grapje kan er bij haar zeker wel in, deze hoeft dan ook niet eens goed te zijn. Je kunt dus altijd lachen met haar, maar ook staat ze voor je klaar. Akkad is onze quaestor en zorgt dat het geld met bakken binnenstroomt om vervolgens de goudgele rakkers te kunnen bekostigen. Daarnaast kan hij voor de mensen, die wat meer duiten in de zak hebben, het welbekende Akkad Fissa drankje klaarmaken. Anna, ook wel bekend als onze assessor I, staat met een glimlach klaar om jullie te ontvangen op het kamp. Ze houdt van een drankje op z’n tijd en meestal is dat om de minuut. Joeri, onze opperbrabo aka assessor II, weet het begrip Brabantse gezelligheid hoog te houden en dat is te zien aan de vele adtjes die hij trekt. Ook zal hij zeker zorgen dat Snollebollekes door de speakers zal galmen. Wij zorgen ervoor dat jullie een legendarisch weekend hebben voor jullie welverdiende zomervakantie begint. Kom samen met andere jaarlagen gezellig een drankje drinken en socializen! Dus kom langs, want dit jaar wordt het machtig mooi! Liefs, Jak out the box

18

LOS

‘‘In het bos zijn de wilde dieren, in het bos, in het bos. In het bos zijn de wilde dieren en ze lopen LOS’’ Dit was het liedje. Zoals jullie al snappen zijn wij LOSlopend Wild. We beginnen met onze P (pack-leader) Annabel, de Eekhoorn. Deze eekhoorn voelt zich wel aangetrokken tot noten. Grapje toch. Om het over iets anders dan noten te hebben, is er ook nog Myrthe, de Bambi. Bambi staat altijd wankel op de benen, hier heeft Myrthe geen last van. Heb jij die deern van haar al gezien?! Maar als ze toch een keertje valt, is daar altijd nog Melle, de Ekster. Deze ekster vangt alles op, zelfs glimmende dure dingen. De glimmende dingen verzamelt hij om de rest van de Wilde Dieren te onderhouden als quaestor. Als laatst zijn er nog onze sportieve dieren, de roeidieren. Emma (de Otter) en Willem (de Bever) vormen het assessoraat. Zij waren een wedstrijdje aan het houden in de beek en tot Willems grote vreugde zag hij een flesje bier staan en bleef achter. Hierdoor is Emma als eerste geëindigd en werd zij appie l. Willem bleef nog steeds blij met zijn pils en werd officieel benoemd tot appie ll. Al deze dieren samen zullen er aankomend jaar voor zorgen dat het een Liefdadig, Ontspannen, Sportief en beestachtig wild jaar wordt. Ahoeee Ahoeee, LOSlopend Wild.


VOORSTELLEN MMC

Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

SSS

Lieve Farmaceuten,

Moi allemaal!

Marlyn, onze praeses afkomstig uit het mooie Twente, is de moeder van de groep. Zij probeert ervoor te zorgen het zooitje ongeregeld in het gareel te houden: onder andere door iedereen op tijd naar bed te brengen als het weer eens uit de hand is gelopen in ‘t Vaatje.

Ruud Stapel zal dit jaar aan de top van de commissie staan: onze oud-bestuursman is de praeses. Hij weet precies hoe hij het overzicht moet bewaren, waardoor alle taken goed worden vervuld en bijgehouden. Waar anderen de tv aanzetten, maakt Ruud zich nuttig voor de commissie wanneer hij even geen zin heeft om te studeren.

Jip, onze ab-actis, ziet het wel voor zich om naast haar studie ook buschauffeur te worden. Misschien zien we haar later wel op tv als ‘de rijdende farmaceut’. Hiervoor is ze al gedreven aan het oefenen door bij Jan thuis Mario Kart te spelen, maar voorlopig raden wij aan nog niet bij haar in de bus te stappen… Jan, onze quaestor, is ook wel te herkennen aan zijn sportbroekjes van de hockeytrainingen die hij door de week heen geeft. Verder geeft hij Jip les in het spelen van Mario Kart. Manon, onze assessor I, is bekend met alle soorten bieren. Zij heeft namelijk bij een brouwerij in Overijssel gewerkt. Na een avond in ‘t Vaatje is zij áltijd de volgende morgen fris en fruitig aanwezig bij de colleges. Daarnaast kan zij geen knakworst meer zien na het kamp. Daan, onze assessor II, is op dit moment aan het trainen voor een marathon, dus alcohol is nu nog uitgesloten. Wanneer hij hiermee klaar is, zal uiteraard de training voor het trekken van de traditionele adtjes beginnen. Kimberly, onze assessor III en een echte Groninger, maakt onze commissie compleet. Wie weet gaat ze, als we een beetje geluk hebben, ons de maandagavonden nog wel vergezellen met haar mooie gitaarspel. Liefs, de MMC

De ab-actis van de commissie is Lilian Stapel. Nu hoor ik je denken, zouden Lilian en Ruud familie zijn? Na vele onderzoeken in archieven en familiestamboeken bleek dit helaas niet het geval. Lilian moet zich nog bewijzen binnen een serieuze commissie, zij heeft slechts de EJC gedaan. Wel houdt zij van een feestje. De rol van quaestor wordt dit jaar vervuld door Carel Botterman, een taak die hem op het lijf is geschreven. Carel zegt het de komende tijd wat rustiger aan te willen doen met de feestjes. Wij geloven dat dit een positief effect zal hebben op de komende activiteiten! Janna van der Hoek en Niek Berends zijn onze lieve eerstejaars. Niek komt uit Barger-Compascuum, een gehucht te Emmen. Van hieruit reist hij iedere dag op en neer met de bus. Gelukkig heeft hij 7 slaapplekken in Groningen, waardoor hij iedere maandag present is in ’t Vaatje. Ook Janna komt uit ’n dorp, waar haar vader boer is. Janna heeft het aangedurfd om het Fryske plattelân te verruilen voor het prachtige Groningen, waar wij al veel hebben mogen genieten van haar kookkunsten! Wij zitten bomvol ideeën en hopen iedereen op onze activiteiten te zien! Sur Sum Scutra

19


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

ETEN MET DE DIES Op 24 september stond de mix met de Diescommissie gepland. Het was al zo’n twee maanden geleden dat we voor het laatst een mix hadden gehad en we hadden er allemaal heel veel zin in. We werden hartelijk ontvangen en de Dies had zelfs een welkomstcadeau klaargezet. Charlotte was daar echter wat minder blij mee en probeerde dit geschenk nogmaals te verstoppen, opdat iedereen zou vergeten dat zij hem nog moest nuttigen. Dit plan heeft helaas gefaald.

“IK DACHT DAT JE AARDIG WAS.”- CHARLOTTE TEGEN BAS Na een tijdje kwamen ook Tijn en Lotte aan. Tijdens het boodschappen doen, bleek de slijterij al gesloten te zijn. We waren nu compleet en het was tijd om te gaan eten. Voor de verandering aten we geen pizza bij deze mix, maar wraps met groente. De Diescommissie liet haar beste kookkunsten zien, want de wraps smaakten verrukkelijk. Het huis van Nienke was gezegend met een vaatwasser, dus we konden sneller overgaan naar het tweede deel van de avond. Charlotte nam dan toch echt het welkomstcadeau tot zich en daarna kon het spel van start gaan.

“WAAROM DRINK JE?” - SANDER “IK HEB GEWOON DORST.” - BJORN We hadden de kaartjes in een perfecte cirkel om Flip heen gelegd en iedereen had een drankje voor zich: het spel kon beginnen. Het duurde niet lang voordat Daan de meest eervolle taak toegewezen kreeg: hij mocht een week lang voor Flip zorgen. In eerste instantie was hij niet heel enthousiast, maar gelukkig heeft hij zijn taak serieus genomen. Flip was in goede handen bij hem en ze hebben het heel gezellig gehad. De andere leden van de Diescommissie waren stiekem wel een

20

beetje jaloers dat Daan en niet zijzelf voor Flip mochten zorgen. Er werd besloten dat Nienke en Daan co-ouderschap over Flip zouden hebben.

“IETS MET GEITJES: BEN IK HET?” - ROBIN We gingen verder met het spel. Ook deze keer kwamen we de gekste dingen te weten over mensen: Mirte blijkt niks van blikjes te snappen en Daan wist eerst niet wat een ex was, maar blijkt er toch zeker 4 te hebben (inclusief zichzelf). Robin heeft een voorliefde voor geitjes. Een wel heel bijzonder lichaamsdeel van Nienke speelde een prominente rol deze avond en Bas en Charlotte waren verbonden door aan elkaar geknoopte schoenveters. Ze hadden een diepe connectie en toen Charlotte naar de wc moest, ging Bas ook mee (bleef wel buiten de deur natuurlijk). Ook Tijn en Marijke moesten hun schoenveters aan elkaar knopen, maar toen de groepsfoto gemaakt werd, was het toch maar beter dat ze vals gespeeld hadden en niet naast elkaar op de foto staan.

“WAT IS EEN EX?” - DAAN Het was inmiddels al een uur of elf en het werd langzamerhand tijd om ons naar ’t Vaatje te begeven. Sander betrad wel op heel memorabele manier ’t Vaatje: hij werd naar binnen gedragen door Bas. Charlotte en Emma gingen iets eerder weg dan de anderen, maar kwamen door een nachtelijke omweg later aan in ’t Vaatje dan de rest. In ’t Vaatje was de sfeer als vanouds. Voor sommigen betekende dit totale escalatie, anderen rolden redelijk op tijd weer terug naar huis. Kortom: het was erg gezellig. Lieve Diescommissie: bedankt voor deze fantastische mix!


Foliolum | Jaargang 32 | Oktober 2018 | Pharmaciae Sacrum

ETEN MET DE ALMANAK Maandag 15 oktober was het dan zover: de langverwachte mix met de Almanakcommissie! Door ons altijd perfecte timemanagement waren we maar liefst 10 minuten te vroeg aanwezig. De Almanakcommissie was helaas nog met scShijnbaar heel belangrijke zaken bezig, dus ondertussen knuffelden we met de buurtkat. Net toen de ogenschijnlijk knuffelbare buurtkat de aandacht ineens zat was en begon te bijten, mochten we naar binnen. Met knikkende knieën openden we de deur en bestegen we enigszins angstig Martijns beruchte trap. Al onze angsten bleken achteraf nergens voor nodig te zijn geweest. Ze hadden het gewoon zo druk gehad dat er geen welkomstverrassing op de trap stond. Zelfs niet op de wc.

“OH DAAR IS EEN KAT, IK GA HEM KNUFFELEN.” – MARIJKE Met knorrende maagjes wachtten we op de pizza’s, die na een minuutje of twintig arriveerden. Het duurde niet lang voor Ulrike een boekje opendeed over haar wel heel bijzondere dromen (voor alle details: vraag Ulrike). Daarna werd het tophitje ‘Gasolina’ van Josje (voormalig K3-lid) grondig geanalyseerd. Conclusie: het is een verschrikkelijk nummer.

“IK ZOU ER ECHT MOEILIJKER BIJ KIJKEN, DAN GAAT HET MAKKELIJKER.” – MARTIJN Toen was het tijd om aan het spel te beginnen. Nina pakte bijna meteen het Flipkaartje en was erg blij met haar rol als gastouder. Danique was stiekem best wel een beetje jaloers. Helaas had Daan, Flips laatste gastouder, Flip niet gewassen, dus Flips maagdelijk witte velletje straalde daarom niet als voorheen. Ook Flips buikje rook wat raar. Misschien heeft dit wat te maken met Flips contact met Mozart, de hond van Daan?

“FLIP IS ZWANGER VAN MOZART.” - DANIQUE

“DACHT DAT WE VRIENDEN WAREN. STUUR JE NOG EENS IETS OVER HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL.” – ULRIKE TEGEN NICK Het eerste karaokekaartje werd getrokken en Martijn en Lotte mochten samen een bekend Kinderen voor Kinderen liedje zingen. Waar Lotte het na een tijdje af liet weten, nam Martijn z’n taak erg serieus en zong braafjes alles van begin tot eind mee. Er volgden goede gesprekken op niveau, waarbij we erachter kwamen dat de kleuren van het haar van K3 de kleuren van de Belgische vlag vormen. Emma kwam in de bus, oneindige rondjes Driemannen volgden. Vervolgens haalde Martijn z’n vijf jaar oude fles dropshot maar eens tevoorschijn. Het werd ons snel duidelijk waarom die fles na zo’n lange tijd nog steeds niet leeg was.

“IK KEN DEZE TEKST VAN A TOT B.” CHARLOTTE “IK HEB MIJN HELE LEVEN BIJ BJORN LATEN LIGGEN.” – MARIJKE De dropshotjes en biertjes kickten in en het geluidsniveau nam toe. Tijdens het zingen van ‘Mamma Mia’ (Nina’s mama heet trouwens ook Mia) kon Ulrike ons gebrul niet meer aan en smeekte of de muziek alsjeblieft wat langzamer mocht. Ook wij zagen na nog een paar dropshotjes in dat het misschien een goed idee was om ons naar de Negende te begeven. Dit hebben we toen ook maar gedaan.

“MAG DE MUZIEK WAT LANGZAMER?”- ULRIKE “WISTEN JULLIE DAT MIJN MAMA MIA HEET?’ – NINA Martijn droeg Tijn op zijn rug de Negende in en er volgde een leuke nacht. Lieve Almanakcommissie: het was een super gezellige mix en onze complimenten voor de super mooie en gloednieuwe almanak!

21


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

MENNO BROEKMAN

ASSESSOR II VAN HET 137E BESTUUR DER G.F.S.V. “PHARMACIAE SACRUM” Dierendag 2018: we treffen Menno aan in een hondenpak zittend op het hok met wat koffie. We vonden het hoog tijd om hem te interviewen over zijn bestuursjaar. Zonder enige ervaring met het doen van een commissie binnen P.S. besloot Menno na zijn eerste studiejaar een bestuursjaar te gaan doen. Een commissie zag hij niet zo zitten, omdat hij het eerste half jaar nog thuis bleef wonen. Veel ervaring als actief lid had hij dus nog niet. “Ik vond het wel heel leuk om naar activiteiten te gaan en daar heb ik al een aantal mensen leren kennen, voordat ik voor het bestuur werd gevraagd.” Hij heeft er ook nog over nagedacht om later in zijn studie een bestuursjaar te doen. “Het had me ook leuk geleken om ooit quaestor van het bestuur te zijn.”

“DE KANS DAT ALS JE NU NEE ZEGT, JE LATER WEER BESTUUR ZOU MOGEN DOEN, IS NIET HEEL GROOT: HET WAS NU OF NOOIT.” Gevraagd voor bestuur Omdat Menno bij de hulpcommissie van de Dies zat, kende hij Laura ten Broek al (praeses van de 136e Diescommissie). Zij heeft hem met een slechte smoes (iets met evaluatie over de HC van de Dies) naar haar huis gelokt. Nadat hij nietsvermoedend aanbelde en Laura hem met een sneaky glimlachje binnenliet, kwam hij in een kamer vol met kaarsjes die samen 137 vormden. “Ik dacht: huh, wat gebeurt hier nou weer?” Hij was zo gefixeerd op de kaarsjes dat hij niet eens doorhad dat er nog drie andere mensen in de kamer stonden. Na een aantal seconden kwam ineens het besef:

“WACHT, 137: VOLGENS MIJ IS P.S. BIJNA ZO OUD.” Kandidaatsbestuur periode Vervolgens werd hij gevraagd om de assessor II van het nieuwe bestuur te worden en na drie dagen goed nadenken besloot hij ja te zeggen. In de periode die volgde, werd het acteertalent van Menno op de proef gesteld, want hij mocht natuurlijk aan niemand vertellen dat hij in het bestuur zou komen. “Het geheimhouden vond ik eigenlijk wel heel erg leuk. Op een gegeven moment waren veel mensen van mening dat ze wisten wie de nieuwe assessor II zou worden. Zelfs op de bekendmakingsborrel hoorde ik nog vele complottheorieën over wie er gevraagd zou zijn voor de assessor II-functie. In geen van deze verhalen kwam ikzelf naar voren.’’ De verbazing was bij iedereen dus erg groot toen Menno in plaats van ‘bier halen’ naar voren liep en op de stoel ging staan als de nieuwe assessor II. “Een paar ouderejaars hadden al iets door, maar het merendeel van de mensen had geen idee wie het zou worden.”

22


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

De eerste weken als assessor II De eerste weken in het bestuur waren lastig voor Menno. Hij was nog erg zoekende naar wat hij precies moest doen. Hij wist het natuurlijk wel in theorie, maar de praktijk bleek anders te zijn. Zo kostte het enige tijd om het wachtwoord van zijn computer te achterhalen. Wel moest hij al gelijk bezig met het maken van de boekenlijst voor periode 1A. Gelukkig waren niet alle taken helemaal nieuw voor hem:

“IN DE OCHTEND KOFFIE ZETTEN DEED IK THUIS OOK AL WEL. DAT SCHEELDE DUS GELUKKIG AL.” “Het is anders, maar niet per se zwaarder of minder zwaar. Ik had verwacht dat de hoeveelheid werk dat je moet doen meer evenredig verdeeld zou zijn.” Ondanks de drukte van zijn nieuwe leven als bestuurslid wilde Menno nog wel de laatste studiepunten van het jaar binnen sprokkelen. Met een mooie “studententien” op het vak Pathologie is dit hem nog gelukt ook.

“IK BEN ZELFS ÉÉN KEER NAAR COLLEGE GEWEEST EN DAT WAS PRECIES GENOEG.”

Bestuursgenoten Het leukste aan de eerste periode van zijn bestuursjaar vindt Menno dat je veel nieuwe contacten legt, zowel met leden als met mensen die helemaal niet zoveel met P.S. te maken hebben. Ook vindt hij het heel gezellig met zijn bestuursgenoten, die hij steeds beter leert kennen. Laura ten Broek is een beetje de moeder van het bestuur, ondanks dat ze soms ook een klein duiveltje kan zijn: “Ze houdt er van om met spullen te gooien.” Laura Schot blijkt wel heel erg van een feestje te houden en met Lisa voelt hij een speciale assessoraatband: “We zijn soms bijna één.” Over bestuur doen met Remco kan hij heel kort zijn: “Is gewoon mooi. Het is net alsof ik er een grote broer bij heb. Je merkt dat we heel hecht aan het worden zijn met z’n vijven.” Ook is het contact met de assessoren II van de andere steden heel goed. “Zeker met Wouter uit Utrecht. We worden vaak Jut en Jul, of Peppi en Kokki genoemd.” Na een klein college van Menno over verschillende soorten bier en welk biertje hij het lekkerste vond bij de borrel, laat hij tot slot weten vooral erg veel zin te hebben in de Dies:

“DIT WORDT DE TWEEDE KEER DAT IK DE DIES GA MEEMAKEN, MAAR NU MET EEN COMPLEET ANDERE ROL. IK KIJK ERNAAR UIT.”

23


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

GERRIT POELARENDS DE PERSOON ACHTER DE HOOGLERAAR

Gerrit Poelarends is hoogleraar Farmaceutische Biotechnologie met een expertise in biokatalyse, enzymcascades en eiwit engineering. Naast docent is hij ook leider van een onderzoeksgroep. Wat heeft u vroeger gestudeerd en waarom? ‘Ik heb vwo gedaan in Hardenberg met een bèta- vakkenpakket. Ik was altijd al geïnteresseerd in hoe dingen werken in de natuur. Biologie was mijn favoriete vak en ik was er ook altijd erg goed in. Ik had al heel vroeg het idee dat ik dierenarts wilde worden. Dierenarts was voor mij hét vak.’

“IK HAD AL HEEL VROEG HET IDEE DAT IK DIERENARTS WILDE WORDEN. DIERENARTS WAS VOOR MIJ HÉT VAK.” ‘Ik ben opgegroeid op een boerderij en ik vond het interessant om met landbouwhuisdieren te gaan werken en dan met name paarden. Maar er waren minder dierenartsen nodig voor landbouwhuisdieren. Toen heb ik besloten het niet te gaan doen. Ik heb daarna ook even bij Econometrie gekeken hier in Groningen, maar bij de open dag kwam ik erachter dat dat niet mijn ding is. En dus ben ik Biologie gaan doen. Ik werd direct gegrepen door de open dag, met name door de biotechnologie kant. Het was voor mij een voordeel dat ik twee enthousiaste docenten had op die vakken.’ Heeft u van die docenten iets overgenomen in de manier waarop u nu lesgeeft? ‘Ik probeer een stukje enthousiasme in mijn colleges te leggen, waaruit mijn passie voor het werk blijkt. Dat heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat studenten zien dat je echt daadwerkelijk geïnteresseerd bent in wat je doceert en niet dat je iets als droge stof oplepelt. Het nadeel daarvan is dat je soms in je enthousiasme dusdanig snel gaat praten en je verzandt in details of anekdotes die niet altijd relevant zijn. Dat was zeker in de beginfase zo. Studenten zeiden dan: “Leuke docent, maar hij praat wat snel.”’ Wat voor een student was u vroeger? ‘Ik was erg leergierig, serieus. Ik kon er ook niet goed tegen als iemand anders een hoger cijfer had. Ik moest altijd zorgen dat ik het hoogste cijfer had, zeker op biologie, want dat was het vak waar ik in uitblonk. Ik was ook iemand die gedisciplineerd was: dus ik kwam thuis en daarna ging ik gelijk zitten leren totdat ik het gevoel had dat ik het beheerste en pas dan was het tijd voor iets anders. Toen ik naar de universiteit ging, was dat precies hetzelfde. Na de colleges of practica ging ik eerst eten en daarna gelijk studeren, dus ik was altijd bij met de stof en ik liep nooit achter. Sterker nog, vaak las ik al vooruit om in het college relevante vragen te kunnen stellen. Ik was dus wel een beetje dat nare studentje die denkt dat hij alles beter weet en dat graag wil laten zien.’

24


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

“IK WAS DUS WEL EEN BEETJE DAT NARE STUDENTJE DIE DENKT DAT HIJ ALLES BETER WEET EN DAT GRAAG WIL LATEN ZIEN.”

“SOMS KENNEN ZE MIJN NAAM NIET MEER, MAAR ZE WETEN DAT IK DE MAN BEN DIE MET DAT KLEINE ENZYM WERKT.”

Was u actief bij een vereniging? ‘Nee, ik zou bijna zeggen: bewust niet vanwege tijdgebrek. Ik kwam thuis en ik ging gelijk studeren en ik zat ’s avonds veel in de sportschool. Vroeger was ik echt fanatiek in de krachtsport: vijf of zes keer in de week. Ik heb ook in de horeca gewerkt: in ‘de Blauwe Engel’, hier in Groningen. Het studentenleven paste bijna niet meer, laat staan het leven bij een vereniging. In de eerste jaren van mijn studie ben ik niet veel uitgegaan in Groningen, dat heb ik later meer gedaan.’

Hoe ziet uw leven naast uw werk eruit? ‘Ik heb een gezin, vrouw en drie kinderen: een tweeling van 13 en nog een dochter van 16. Ze zijn alle drie op dezelfde dag jarig. Zaterdag is het veel voetbal, ze zitten allemaal op voetbal. Zaterdagmiddag werk ik veel in de tuin. Ik houd echt van tuinieren. Ik doe nog steeds twee keer in de week aan krachttraining. Verder is het toch wel druk met werk. Het gezinsleven schiet er soms wel eens bij in, maar de weekenden zijn voor het gezin.’

Wat is uw favoriete muziek? ‘Toen ik wat jonger was, was ik wel een groot fan van U2. Ik heb niet bewust een favoriet nummer van U2, maar ik houd wel van dat soort type muziek. Ik was wat meer van de romantische rock. Ik vind dat leuker dan hardrock. Tegenwoordig mag ik ook graag Nederlandstalige muziek luisteren. Er zijn verschillende nummers die ik goed vind, om iets te noemen: Anouk vind ik geweldig.’ Wat vond u het leukste aan het studeren? ‘Ik vond het boeiend door college, maar practica vond ik misschien wel het leukste: werkelijk iets doen met je handen. Het experiment is nog leuker dan de theorie. Dat is nog steeds zo met de onderzoeksgroep, dat je gaat kijken met een groep mensen hoe de puzzel in elkaar steekt. Je kunt wel uit het boek gaan lezen en theorieën opdoen, maar zelf iets doen is natuurlijk veel leuker.’ Wat is uw favoriete enzym? ‘4-OT. Dat is de afkorting van 4-oxalocrotonate tautomerase. Het is een favoriet enzym, omdat het zo ontzettend klein is. Het is slechts 62 aminozuren groot. Omdat hij zo klein is, is het makkelijk om er mee te werken. Het is de enige enzymgroep dat een proline gebruikt in katalyse. Door dat enzym zijn we behoorlijk bekend geworden. Als je een lezing geeft, kennen ze soms mijn naam niet meer, maar ze weten dat ik de man ben die met dat kleine enzym werkt.’

Wat deed u vroeger zoal? ‘Ik ging naar heel veel dingen kijken. Eigenlijk alles wat in mijn woonplaats gebeurde en op niveau was, ging ik wel bekijken. Af en toe ging ik langs bij de lokale sportwedstrijden, omdat ik wist dat er een aantal bekenden in speelden. Alles wat met prestatie te maken heeft, is interessant. Alles wat vrijwillig is, vind ik niet zo. Er moet druk op zitten en gepresteerd worden, dat vind ik leuk.’ Denkt u dat het prestatiegerichte uit uzelf komt? ‘Ik heb altijd wel intrinsieke motivatie om altijd de hoogste cijfers te halen of om altijd de beste te zijn in de klas. Ik ben ooit begonnen met tennis. Ik heb ook wel een goed niveau gehaald, maar ik was nooit de beste van de plaatselijke club. Dus toen ging ik wat anders proberen. Op een gegeven moment had ik wel door dat ik het onderzoek heel leuk vond en ik was er wel goed in. Een passie heeft wel voor een deel er mee te maken dat je er goed in moet zijn. Je moet iets doen wat je leuk vindt, als je het niet leuk vindt, ben je er ook niet goed in.’ Heeft u nog advies aan de studenten van nu? ‘Voor de eerstejaars zou ik zeggen: veel contact hebben met ouderejaars. Het is belangrijk dat je weet wat er gaat komen en wat je kunt verwachten. Geniet van je studietijd, je moet het ook leuk vinden. Ik denk dat iedereen op zijn eigen manier zijn studietijd ingaat. Het is lastig om iets in het algemeen te zeggen.’

25


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

FLIP DE STRIP Voorafgaand aan elk Foliolum gemaakt door ACTIE Redactie zijn er P.S.-ers die de eer en belangrijke taak hadden om voor Flip de Beer te mogen zorgen. In dit nummer zijn dat Daan Boelen, assessor I van de Diescommissie & Nina Nooteboom, assessor II van de Almanakcommissie. Via Snapchat hebben zij ons, vaak met een co-ouder, een kijkje gegeven in het turbulente leven van Flip tussen de farma’s.

LOGEREN BIJ DAAN

26


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

LOGEERT FLIP DE VOLGENDE KEER BIJ JOU?

LOGEREN BIJ NINA

27


Foliolum | Jaargang 32 | December 2018 | Pharmaciae Sacrum

PUZZEL

28


ACTIVITEITENAGENDA Januari P.S.-borrel GRIP op onderzoek Bachelordiner EJC-feest Ouderejaarssymposium Algemene Ledenvergadering

COLOFON Redactie Lotte van ‘t Hoff Charlotte Mittendorff Bjorn van der Weide Tijn Jorritsma Emma van Kampen Marijke van der Wagt

Februari STOF-vergadering P.S.-borrel Dies Symposium Dies Receptie Dies Openingsfeest Dies Culturele Avond Dies Buitendag Dies Galadiner Dies Gala Commissiecarrousel LOS-sportavond Mannenactiviteit Maart Carrièredag P.S.-borrel

8 januari 2019 10 januari 2019 11 januari 2019 15 januari 2019 16 januari 2019 29 januari 2019

5 februari 2019 6 februari 2019

7 februari 2019 9 februari 2019

11 februari 2019 26 februari 2019 27 februari 2019

1 maart 2019 5 maart 2019

Ab-actiaat Charlotte Mittendorff Soephuisstraatje 5A 9712 BZ Groningen Tel: 06-48369535 redactie@psgroningen.nl Drukkerij PerfectBook Oplage 1150 stuks Met dank aan: Het 137e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, 137e Diescommissie ‘‘DIESclosure’’, Prof. dr. H.J. Haisma, Ewald Doornebal, Anne van Schip, Chloé Smit, Prof. dr. G.J. Poelarends, Marije Tjeerdsma, Wies van Bakel, Martijn Hagedoorn, 33e Almanakcommissie, Daan Boellen, Nina Nooteboom & Mei Dong Zomer. Copyright 2018 Redacticommissie Foliolum “ACTIE Redactie” der G.F.S.V. ‘‘Pharmaciae Sacrum’’. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. Gebruikt bronnenmateriaal is op te vragen bij de Redactiecommissie.

29



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.