Van Schroot naar Vloot - Deel 1 skûtsjes

Page 64

Earnewâldster Skûtsje

In 2016 werd Merijn Olsthoorn door een matige start van het kampioenschap slechts achtste, maar in de tweede helft van de week liet hij met twee overwinningen en een derde plaats zien een kampioenskandidaat voor de toekomst te zijn. Foto: Kees Klip en de opmerkelijke naamgeving: ‘De Tijdgeest’. Het schip was lang: 19,28m, en 3,76m breed. Gerben Bijlsma in Wartena was de bouwer. Onder zijn leiding waren al meerdere snelle schepen van de helling gegleden. In Earnewâld zeilt daarvan nog de ‘Lytse Earnewâldster’ [L 1083 N] van Sjoerd Kleinhuis. Ook de ‘Elisabeth’ [L 1130 N], die Karel Kuiper opknapte van woonark tot wedstrijdskûtsje, is op de Wartenser werf gebouwd. Lang had de Akkerwoudster schipper geen plezier van zijn nieuwe bezit. In 1919 werd de 51-jarige Tjeerd Thomas Engelsma uit Terkaple de nieuwe eigenaar. Hij en Antje Hoekstra hadden twee kinderen, van wie

de oudste, Nieske, dit voorjaar 1919 trouwde. De jongste, Gerrit, verloor zijn vrouw kort na hun huwelijk in 1926. Toen Tjeerd Thomas Engelsma het schip op 5 juni 1919 opnieuw liet meten, was het 7 cm korter, namelijk 19,21m. Dit is te verklaren uit een ingreep die kennelijk nodig was om in de omgeving van Terhorne te kunnen varen. Daar, rond het Sneekermeer en de Goïngarijpster Poelen, waren verschillende kleinere sluisjes. De christelijke Tjeerd Thomas koos voor de bijbelse naam ‘Emanuel’, letterlijk ‘Hij die komt’, een populaire aanduiding van ‘de Verlosser’.

Gerrit nam het schip in 1940 over toen zijn vader 72 was en hij bijna 41. Engelsma senior zou in september 1942 overlijden. Toen Gerrit zelf op 15 februari 1955 op 55-jarige leeftijd stierf, ging het schip naar Amsterdam om als woning te dienen. Door de handelaar Dries Hamstra uit Akkrum kwam het in Vollenhove terecht, waarna skûtsjeliefhebber-scheepsbouwer Lodewijk en zijn geëmigreerde broer Eildert Meeter uit Canada het samen kochten. Daar hadden ze een bedoeling mee. Zoon Hidzer van Lodewijk Meeter was toen schipper op Earnewâld, waar hij met ‘De Jonge Jan’ [L 1265 N] in de achterste regionen verkeerde. Zo ontstond het idee om ‘De Poep’ in te ruilen voor de ‘Emanuel’. Voor Hidzer werd het er niet veel beter op, want hij bleef achterin hangen, totdat hij in 1980 werd bedankt. Als binnenschipper had hij niet genoeg tijd om te oefenen en ideeën over hoe het anders moest, had hij niet meer. Jeen Zwaga volgde hem op en kreeg de steun van familie, onder wie zijn beroemde vader Ulbe. In schip en tuigage werd flink geïnvesteerd, wat leidde tot de successen in de jaren 1982 t/m 1984. Jeen vertrok kort nadat een verlenging met 96 cm (mei 1994) niet de verhoopte successen opleverden. Anderen investeerden toen namelijk ook. Zo werd Pieter Sietzes Brouwer schipper in 1997. De gedreven binnenschipper gaf het helmhout in 2004 over aan de felle sportman Gerhard Pietersma, die bij zijn komst al wist dat hij met dit schip geen kampioen zou worden. Hij zocht naar de verloren gewaande ‘Roerdomp’ [L 2483 N], en kwam bij de Buitenstvallaatster ‘Twee Gebroeders’ uit. De Firma Kuipers uit Lemmer ontfermde zich toen over de ‘Emanuel’. Matthijs Kuipers mocht het eerst een jaar proberen, waarna in 2012 Merijn Olsthoorn kwam. Als nieuwe breedte kwam in de boeken te staan 3,78, wat flink aan de maat is voor een goed schip.

161


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.