Skûtsjekrant 2019 Voorjaarseditie

Page 1

VOORJAAR

De enige échte!

2019

Skûtsjekrant Uitgave van Uitgeverij PENN.nl

RADIO

KLAAS

Jaargang 24

Redactie: Martsje de Jong en Klaas Jansma

Jachthavenstraat 55 8605 BV Sneek tel. 0515-421900

Voltastraat 5 8606 JW Sneek 0515-411211

DRACHTEN GORREDIJK JOURE

www.intersurf.nl

www.doumastaal.nl

www.kromhout.com


Skรปtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

rp

DE FRYS KE MARREN

samen werken en samen vooruit In de gemeente De Fryske Marren houden we er met elkaar de vaart in. Ondernemers hebben in deze mooie gemeente alle ruimte en helpen elkaar waar dat maar kan. Moet de koers verlegd worden? Dan doen we dat samen. Want door krachten te bundelen, komen we verder. Meer weten? www.defryskemarren.nl

www.defryskemarren.nl

2


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Het spel en de regels In 2019 is het vijftig jaar geleden dat de SKS een nieuw reglement opstelde voor de skûtsjewedstrijden. Het oude, nog sterk gebaseerd op ongeschreven regels uit de Friese binnenvaart, was het voorgaande jaar, 1968, ontoereikend gebleken. Mede daardoor eindigde de finalewedstrijd op het Sneekermeer in een fiasco. Lodewijk Meeter bond er Ulbe Zwaga aan zijn schip vast, zijn broer Siete schakelde Rienk Ulbes uit. Beide Zwaga’s verlieten de wedstrijd. De oude Zwaga, nog altijd leider in het vleugelklassement, haalde later in de Stadhuistuin zijn prijs niet eens op. Dit muisje kreeg nog een kwalijk riekend staartje doordat Klaas van der Meulen volkomen terecht de derde plaats in het klassement opeiste. Het vijftig jaar geleden opgestelde reglement was in feite bij de SKS een doorbraak naar het moderne skûtsjesilen. Steeds belangrijker zijn daarbij de voorrangsregels geworden: stuurboord wijkt voor bakboord, loef voor lij, motor voor spier voor zeil. In veel moderne skûtsjewedstrijden worden op de eerste twee punten wedstrijden beslist, want hier richt de tactiek van schippers en adviseurs zich op. Dat is anders dan vroeger, toen op nauw water zelfs de stuurboord-bakboordregel niet werd toegepast en gehandhaafd en het zogenaamde ‘flappen’ (uit de wind zeilen) als een grove vorm van onsportiviteit werd ervaren. Toen gold niet het recht van de ‘tûkste’, maar dat van de snelste in rompvorm en tuigage.

Door Europese regelgeving staan we nu, hoe je het wendt of keert, voor een nieuwe fase in de skûtsjesilerij. Er wordt nu onderscheid gemaakt tussen ‘grote’ en ‘kleine’ schepen. De grote, minstens twintig meter lang, zijn officieel gekeurd met een Certificaat van Onderzoek (CvO) en voorzien van een Automatic Identification System (A.I.S.). Kleine schepen zijn korter dan twintig meter. Dat geldt dan weer niet voor SKS-skûtsjes, waarvan de meeste profiteren van een maas in de wet en handigheid van hun bestuur. Bij de kampioenschappen van SKS en IFKS hoeft dit verschil in status geen probleem te zijn. De SKS gaat er vanuit dat alle deelnemende skûtsjes klein zijn: korter dan twintig meter. Zo lang er niet door lastige verbalisanten wordt gehandhaafd en verzekeraars bij schade blijven uitbetalen, is dit een werkbaar uitgangspunt voor de titelwedstrijden. De IFKS daarentegen moet klein en groot onder één noemer brengen, om te voorkomen dat de wedstrijden door de voorrangsregel ‘klein wijkt voor groot’ worden beïnvloed – of erger. Immers, met een als groot gecertificeerd schip als

Wietse Bandstra heeft met de 20,18m lange ‘Redbad’ een ‘groot schip’. De ‘Zeldenrust’ van Jan Visser is net onder de 20 meter en zou volgens de BRP moeten wijken voor Bandstra.

de ‘­Grytsje Obes’ of ‘’t Swarte Wief’ kun je protesteren als bijvoorbeeld de ‘Sterke Jerke’, die korter dan twintig meter is gemaakt, niet voor je wijkt. Dat is zelfs al het geval bij het inzeilen voor de wedstrijd, en oefenpartijtjes. Over de aansprakelijkheid bij een eventuele aanvaring hebben we het dan nog niet eens. Nog klemmender geldt dit probleem bij niet-officiële titelwedstrijden waarin de regels van het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) gelden. Skûtsjesilen

Langwar, Lemmer Ahoy, de Slach om Heech, de Roekoepôlerace, de Friesehoek Race: de organisatoren van deze evenementen doen er goed aan om zich in de voorbereiding juridisch te laten adviseren en goede afspraken te maken met de verzekeraars. Want een ongeluk zit in een klein hoekje. In het verleden hebben we te vaak meegemaakt hoe groot de naweeën van een aanvaring kunnen zijn. Tijdens leden- en schippersvergaderingen bij beide organisaties is van

deze onduidelijkheid in het voorseizoen weinig gebleken. Althans, er is niet uitgebreid over gesproken. Met des te meer belangstelling zullen we daarom volgen wat er bij de komende wedstrijden statutair wordt geregeld. Want het is 2019, vijftig jaar na 1969 en het eerste jaar waarin een nieuwe regelgeving ten aanzien van kleine en grote schepen geldt.

Klaas Jansma

Vaar op zeker U kunt pas écht zorgeloos van uw schip genieten als u daarvoor een goede verzekering heeft. Door onze

zeer ruime ervaring in het verzekeren van pleziervaar-

tuigen zijn wij specialisten op dit vakgebied. Wilt u een

passende offerte? Bel ons, of bezoek onze website www.kuiperverzekeringen.nl

Kuiper_Skutsjekrant_2018_260x183.indd 1

Postbus 116

8440 AC Heerenveen

Tel. (0513) 61 44 44 Fax (0513 ) 62 37 42

www.kuiperverzekeringen.nl

3

31-01-18 11:09


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

De IFKS is al klaar voor augustus

‘Zo zijn nu eenmaal de regels’

De kampioen voorop en daarachter drie schippers die in 2019 niet terugkeren in de IFKS: Fonger Talsma, Lucas Bouma en Arend Wisse de Boer.

De klasse A-groot van de IFKS loopt gedeeltelijk leeg. De C-klasse dreigt sterker te worden dan ooit. Een onervaren skûtsjebestuurder zou er zenuwachtig van worden. Maar Harm Kuipers, bij de IFKS belast met de technische zaken, blijft koel. ‘Wy ha in protte op ’e rit foar de simmer,’ zegt hij. Fonger Talsma, Lucas Bouma, Arend Wisse de Boer en de in 2018 als veertiende geëindigde Siebo Zysling stoppen er komend seizoen mee. Met de twee andere degradanten uit de klasse A-groot van de IFKS – Daan van der Meer en Sietse Broersma - verdwijnen er minstens zes ervaren schippers van het kampioenspodium. Een aantal snelle schepen zien we komend seizoen terug in de C-klasse: de ‘Grutte Pier’, de ‘Drie Gebroeders’ en de ‘Striidber’ zijn allemaal goed voor een ereplaats. Maar ze moeten van onderop beginnen. Daar vinden we Harmen Pieters Brouwer (‘Drie Gebroeders’), Steven Zysling (‘Stri­ idber’) en Henk Regts (‘Grutte Pier’) terug in een gezelschap met goede én matige zeilers. Harm Kuipers, voorzitter Technische Commissie en waarnemend coördinator Wedstrijdzaken bij de IFKS, wordt daar niet anders van. ‘Dat binne no ien kear de regels,’ zegt hij.

Desnoods zeventien

Mooi op tijd heeft het IFKS-bestuur de verwachte drukte in de C-klasse

4

opgevangen. Als er de komende tijd nog enkele inschrijvingen bij komen, wordt het maximale aantal deelnemers van de A- en B-klasse verhoogd naar zeventien en de kleine a naar 18. Momenteel zijn dat er zestien, mede met het oog op de veiligheid. Maar, zo verwacht Kuipers, de ervaringen hebben wel geleerd dat er op vrijwel alle wateren ruimte genoeg is voor zeventien gedisciplineerde schippers. Zeker nu de ‘umpire’ Jos Spijkerman met zijn vlaggetjes bijdraagt tot een ordelijk verloop van de wedstrijden. De schippersvergadering van de IFKS is inmiddels ingelicht. Alles beter dan selectiewedstrijden, die tot gevolg kunnen hebben dat veelbelovende deelnemers of trouwe IFKS’ers aan de wal moeten blijven omdat ze zich niet hebben geplaatst. ‘Ik denk niet dat we het meteen nodig hebben,’ zegt Kuipers. ‘Maar als het moet, kunnen er dus nog wel een paar bij. Dan promoveren er gewoon enkele schippers extra naar een hoger niveau.’ Devalueert de A-klasse groot dan niet ten gunste van de B- en de

C-klasse? Vooral onderin, bij de C’s, komen immers de besten bij elkaar in één klasse met de aanhangers van de Olympische gedachte. Dat is dan maar zo, concludeert Kuipers nuchter. ‘It oare jier is it wer oars. Want dan binne de bêsten promoveard en de minsten degradeard’. Zeker nu er uit de A-klasse groot minstens zes deelnemers verdwijnen, geldt dat. Komend jaar komt er een hele carrousel op gang, als er vanuit de B-klasse niet drie maar zes promoveren. Dat zijn, zoals het nu staat, naast Arjen de Jong, Walter de Vries en Wytse Heerschop ook Ron Syperda, Gerrit Huisman en Jilles Bandstra. Uit de C-klasse promoveren dan naast Pieter Jilles Tjoelker en Jan Visser nog eens vijf outsiders, namelijk Thomas de Boer, Hartman Witteveen, Jan Overwijk, Koos Lamme en Jeroen Sytsma. Want Terhernster Jehanne Prins, derde in het eindklassement in 2018, is er op de ‘Lege Wâlden’ mee gestopt en Paul de Koe maakt ruimte voor zijn jongere broer Mark, die dus ook in de C-klasse debuteert. Alles onder voorbehoud natuurlijk, want de definitieve lijsten voor de titelstrijd in augustus 2019 worden de komende weken pas klaargemaakt.

Liever cijferen dan plaatsen

Kuipers verkiest met zijn bestuur dit cijfermatige systeem boven het alternatief, plaatsing op basis van bewezen

VOORRANG VOOR GROTE SCHEPEN Hoe moet dat komend seizoen als erkend grotere schepen van twintig meter of meer de kleinere in een wedstrijd treffen? Waar IFKS’ers en SKS’ers samen meedoen, zal dat voorkomen. Van ‘Grytsje Obes’ tot ‘Drie Gebroeders’ en ‘’t Swarte Wief’ zijn diverse skûtsjes officieel als ‘groot schip’ geregistreerd. Volgens de officiële voorrangsregels in het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) moeten de kleintjes van minder dan 20 meter – verreweg het grootste deel van de vloot – voor hen wijken. Deze regel geldt niet voor de officiële kampioenschappen van SKS en IFKS. Maar bij alle andere wedstrijden dus wel. Want ontheffingen van deze voorrangsregels zijn tot nog toe niet gegeven. De organisatoren zullen nog wel even de kat uit de boom kijken, net als verzekeraars. Maar als zich straks, net als eerder wel is gebeurd, grote schadegevallen voordoen, is het maar zeer de vraag wie wat moet betalen.

Tijdens Lemmer Ahoy zeilen SKS en IFKS samen een wedstrijd. Als het wordt gezeild volgens de regels van de BPR betekent dat de als klein aangemerkte SKS-skûtsjes in voorrangssituaties zouden moeten wijken voor de grote IFKS-skûtsjes met CVO. Maar dat is hier niet het geval.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Het IFKS-bestuur houdt vast aan ‘cijferen’. Dat betekent dus dat er niet om plaatsing gezeild gaat worden. Ook geldt ‘resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’. Daarom moet Harmen Brouwer met de ‘Drie Gebroeders’ gewoon in de C-klasse beginnen, net als Henk Regts met de ‘Grutte Pier’.

van Jan Visser. Pieter Jilles Tjoelker treft dan echter ook het ‘Hegemer Skûtsje’ van Sietse Broersma en de ‘Westenwind’ (voorheen ‘Opsjitter’) van Daan van der Meer.

handelen,’ zegt Kuipers. ‘Pas later ga je alles nog eens na, en toen hebben we er ook wel een paar woorden over gewisseld. Maar het was daar op de Tsjûkemar echt een situatie die met een protest opgelost had kunnen worden. Als dat niet gebeurd is, ligt dat aan de betrokken schippers zelf.’ Feit was dat nu een aardige, sportieve deelnemer, Geale Tadema, een titel kon binnenslepen waar volgens sommigen misschien een luchtje aan zat, maar die meer dan verdiend was. Bovendien werd een van zijn trouwe stichtingsbestuurders, Oebele Brouwer, later ook nog burgemeester van Achtkarspelen. Het kon dus niet op.

Het mocht eigenlijk niet

Nieuwe regels

Geale Tadema vlak voor hij van zijn schip gelanceerd werd tijdens de tweede wedstrijd in Echtenerbrug. In de gribus van skûtsjes nam adviseur Douwe Tadema het helmhout over en zeilde door totdat umpire Jos Spijkerman de onfortuinlijke schipper weer aan boord van zijn skûtsje bracht. Dit was fout, beseft ook de IFKS. ‘It Doarp Eastermar’ had moeten keren om zijn verloren schipper op te halen. Er werd intern bij de IFKS nog wel over gesproken, maar niemand protesteerde en dus werd er ook naderhand niet ingegrepen.

kwaliteiten. Want als ergens het adagium geldt dat resultaten uit het verleden geen garanties inhouden voor de toekomst, dan is dat wel bij het IFKS-zeilen. Het lot van ‘De Jonge Jan’, de ‘Grutte Pier’, de ‘Striidber’ en de ‘Drie Gebroeders’ bewijst dat net zozeer als het verrassend optreden van Geale Tadema, Sikke Heerschop en Merijn Olsthoorn. De laatste eindigde vorig jaar als zevende, nadat hij als regerend kampioen begon. En Sikke kon zich drie jaar geleden maar net handhaven, terwijl hij in 2013 kampioen werd en vorig jaar tweede. Heerschop kondigde afgelopen najaar aan dat hij een stapje terug naar de a-klasse klein overweegt – mits zijn vrouw Lisette daarmee akkoord zou gaan. Daar lijkt nu nog geen sprake van. De uit Engeland teruggehaalde Piipster ‘Nooit Volmaakt’ moet nog helemaal gerestaureerd worden. En komend jaar treft Sikke zoon Wytse uit Dubai, die met zijn ‘Woeste Ånne’ na degradatie is gepromoveerd. Van de machtige Oedipusstrijd die dat kan opleveren, hebben we in 2017 al een voorproefje gehad. Dat móet een vervolg krijgen. De verwachte spanning in de C-klasse krijgt een waardige tegenhanger bij de B’s. Daar zien we straks de snelle C-kampioen ‘Sterke Jerke’ weer strijden tegen de ‘Zeldenrust’

Vorig jaar hing het kampioenschap van Geale Tadema met ‘It Doarp Eastermar’ aan een zijden draadje. Bij de boei oostelijk van de A-6 werd hij geraakt door de ‘Drie Gebroeders’, waarna hij overboord sloeg en door de umpire weer naar zijn schip werd gebracht. Dat mocht niet. Harm Kuipers: ‘Nee. Achteraf gezien had hij natuurlijk wel uit het water gehaald moeten worden, vanwege de veiligheid. Maar vervolgens had Jos Spijkerman moeten wachten totdat Eastermar draaide om de schipper op te pikken. En anders had hij er, ook volgens Jos zelf, uit gelegen.’ Er werd toen niet geprotesteerd, omdat de meesten niet hadden gezien wat er gebeurde. En wie het wel zag, Ulbe Zwaga op de ‘Waaksdom’ en misschien (een bemanningslid van) Sikke Heerschop, vond het niet opportuun om te protesteren. Dan was de tegenstander er met de buit vandoor gegaan. Maar had het bestuur niet zelf moeten ingrijpen? Het was toch een fout van de organisatie? ‘Nou ja, je moet in een split second

James Wattstraat 4 8912 AR LEEUWARDEN Tel 058 284 94 10 www.uitgeverijpenn.nl info@uitgeverijpenn.nl

Fotografie Tom Coehoorn Kees Klip Ontwerp/vormgeving Kees Klip

Redactie Martsje de Jong Klaas Jansma

Ook al zou Fonger Talsma in 2020 als schipper terugkeren, dan moet hij toch weer in de C-klasse beginnen. Want zo zijn de regels. Is daar dan geen uitzondering op mogelijk, bijvoorbeeld als je door blessure of burn out een keer niet kunt meedoen? ‘Miskien wol,’ zegt Harm Kuipers. ‘Of leaver yn prinsipe net. Mar it kin wêze dat him in útsûnderlike sitewaasje foardocht. Dan moat dat fan te foaren fansels wol oerlein wurde mei it bestjoer. Dan kin it wêze dat wy in útsûndering meitsje.’ In zo’n geval zou de schipper als ‘gedegradeerd’ beschouwd kunnen worden en slechts één klasse terugvallen.

Fonger Talsma zeilt dit jaar geen IFKS-kampioenschap. Ook al handhaafde hij zich in 2018 in de A-klasse, mocht hij in 2020 weer mee willen doen, dan zal hij opnieuw in de C-klasse moeten beginnen.

beginnen Skûtsjesilen Langwar, Lemmer Ahoy, de Slach om Heech en allerlei andere ontmoetingen. Hopen dat er dan geen al te grote ongelukken gebeuren, want de ervaring heeft geleerd dat ook verzekeraars tegenwoordig de wet scherp kunnen interpreteren. Wat doet het IFKS-bestuur dan? ‘Formeel gaan wij daar niet over. Maar we volgen natuurlijk op de voet wat

Acquisitie Eddie Ferbeek Jan Boonstra Coördinatie Martsje de Jong

Websites www.skutsje.nl www.ifks.frl www.skutsjesilen.nl www.skutsjehistorie.nl www.facebook.com/skipperspraat

er gebeurt. Ik kan wel zeggen dat ik liever niet in het stichtingsbestuur zou zitten als er wat ergs gebeurt waarbij de lengtediscussie een rol speelt. Dat geldt ook al voor de voorrangsregels.’ Harm Kuipers volgt het allemaal vol belangstelling. Als je wat ouder wordt, heb je sommige dingen al een keer meegemaakt. Maar toch gebeurt er altijd weer wat nieuws, onverwachts; dat maakt het juist zo leuk.

Druk Hoekstra Krantendruk Emmeloord ISSN 1874-0073 NB: Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen.

Colofon

De Skûtsjekrant is een uitgave van

De wet schrijft momenteel voor dat schepen van 20 meter en langer tot de grote schepen worden gerekend. Ze moeten over een Certificaat van Onderzoek (CvO) beschikken en met ingeschakeld Automatic Identification System (AIS) varen. De SKS heeft daar wat op gevonden: het dichtmaken van de voorsteven, zodat die losgemaakt zou kunnen worden van de romp. Daar heeft Kuipers zich wel over verbaasd. ‘Wij hebben nooit anders van het ministerie te horen gekregen dan dat we gewoon aan de wet moesten voldoen. Die schrijft een meting voor van het vaste voorste deel tot het vaste achterste deel van de romp. Dus hoe ze dit hebben klaargespeeld …’ Wel geldt er voor de titelstrijd van SKS en IFKS een ontheffing van de AIS-verplichting, zodat voldaan kan worden aan het voorschrift dat er zonder moderne elektronica wordt gezeild. Met een ingeschakeld AIS kun je immers vrij secuur de koers van je tegenstander volgen. Maar er zijn genoeg wedstrijden waar die ontheffing niet geldt, om te

AFWIJKEN VAN DE REGELS

5


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Geen uitzondering voor Langweer

SKS kiest voor strakke lijn DUIDELIJKHEID OVER MASTTOPBESLAG

In 2017 hield Jaap Zwaga het voor gezien bij Stavoren. Hij had ervoor gekozen flink gewicht in te nemen, zodat hij z’n grote tuig mocht behouden. Het pakte slecht uit en Zwaga en zijn bemanning zeilden mee als lijstvulling. Na één route op het IJsselmeer verliet hij dan ook de competitie.

Het Langwarder skûtsje ‘De Twee Gebroeders’ mag de komende kampioenswedstrijden van de SKS niet met een groter zeiloppervlak meedoen. De nieuwe zeilformule geldt voor iedereen, dus ook voor Jaap Zwaga, vindt de overgrote meerderheid binnen de SKS. De Stichting Skûtsje Doniawerstal had voor de Algemene Ledenvergadering van de de SKS op zaterdag 2 maart om ‘dispensatie’ gevraagd van de strakke richtlijnen van de in 2016 doorgevoerde zeilformule. Die Formule 2016 was, na een geweldig seizoen met Langweer met minieme

achterstand op de tweede plaats achter het Jouster skûtsje, ongunstig uitgevallen voor het oude Zwagaskûtsje ‘De Twee Gebroeders’. De Langweerders moesten ofwel een flinke hap tuig inleveren, of zware ballast innemen. Schipper Zwaga koos voor het laatste en nam zowat een flinke auto

aan ballast in, wat superslecht uitviel. Hij kwam aan boord nadat Johannes Hidzerszoon Meeter was vertrokken. Die had er namelijk geen vertrouwen in en nam ontslag als schipper. Hij zou ‘It Doarp Huzum’ nieuw leven inblazen. Zijn opvolger Jaap Lammertszoon Zwaga, wiens vader nog met ‘De Twee Gebroeders’ kampioen was geworden, hield er halverwege de competitie van 2017 in Stavoren mee op. Het skûtsje van Joure lag toen al gediskwalificeerd op zijn rustplaats bij mastmaker Yme van der Meer in Sneek, omdat het mastbeslag door de SKS was afgekeurd. Daarom zou schipper Dirk Jan Reijenga, die tijdens het kampioenschap niet van wijken wist, later aftreden. Hij maakte plaats voor binnenschipper Rinus de Jong. In de titelstrijd van 2018 eindigde het Langwarder skûtsje als veertiende en laatste. Zwaga en zijn ploeg hadden toen maar één wedstrijd goed gezeild, namelijk bij harde wind in Stavoren. Vaak eindigden ze kansloos in de achterhoede.

In 2017 werd het Jouster skûtsje gediskwalificeerd omdat schipper Dirk Jan Reijenga voor de veiligheid van zijn bemanning koos voor een extra hoog masttopbeslag. Anders zou de giek de mensen in de warring, de ‘swurdemannen’ (m/v) vooral, kunnen raken. Op voorstel van het SKS-bestuur is nu vastgelegd hoe het masttopbeslag eruit moet zien. De nieuwe tekst is als volgt: ‘Het masttopbeslag ziet er ongeveer zo uit als in de bijlage van het Originaliteitsreglement. Aan de krans zijn bevestigd het seilsfal, het kattefal en het want. Hierboven zit een hoannepoatbeslach (HPN), met daaraan het nokkefal, het topwant, de staach en het fokkefal. De bovenkant van dit beslag zit max. 1590 mm boven de hommerts. Tussen de krans en het HPN mag een ring worden aangebracht voor het fokkefal en de staach. Hieraan mogen ook de wanten worden bevestigd. In dat geval mag de bovenkant ring op max. 500 mm boven de hommerts zitten. In plaats van een ring onder het HPN mag ook een ring boven het HPN zijn aangebracht voor de staach en het fokkefal, waarvan de bovenkant op maximaal 1590 mm boven de hommerts zit. De afstand tussen het bevestigingsoog voor de staach en dat van het nokkefal is verticaal gemeten maximaal 500 mm. Boven het HPN is een hoannepoatbeslach, of een enkele ring met lip voor de kraanlijn aangebracht. De bovenkant mag max 1800 mm boven de hommerts zijn. De ringen mogen max 60 mm breed zijn met uitzondering van de krans, die mag 100 mm zijn. Een hoannepoatbeslach is max 250 mm hoog. De ringen mogen met max. 4 strippen aan elkaar zijn verbonden, mits deze in een sponning liggen, niet uitsteken en zwart zijn. De bevestigingsogen zijn per ring aangebracht en mogen maximaal 100mm buiten het hout van de top uitsteken. Een strip of lip voor bevestiging van een wand mag maximaal 70mm buiten het hout van de top uitsteken.’

Verschillende rompen

In 2018 zeilde Langweer bij datzelfde Stavoren haar beste wedstrijd. Op een onstuimig IJsselmeer wist Jaap Zwaga een tweede plaats te behalen. Opvallend genoeg met een ander zeil en een kleinere fok, geleend van Grou.

6

In haar verzoek om dispensatie greep de Stichting Skûtsje Doniawerstal terug op een oud argument in de strijd om eerlijke verhoudingen binnen de SKS. Jitze Grondsma, schipper op d’Halve Maen, opperde in 2000, toen er ook een nieuwe zeilformule werd doorgevoerd, al dat er rekening met de weerstand van de romp moest

Joure werd in 2017 gediskwalificeerd vanwege een onreglementair hoog masttopbeslag.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

worden gehouden. De deelnemende skûtsjes zijn immers allemaal anders van vorm. Het ene heeft in het water meer weerstand dan het andere. Dat krijg je alleen goed in beeld door ze allemaal aan een sleepproef te onderwerpen. Zeker bij Langweer zou dit tot een verrassend resultaat kunnen leiden, omdat opdrachtgever Rienk Zwaga een schip met een zeer brede voorkant en een zeer smalle achterkant liet bouwen. Dan kon hij, was zijn gedachte, gemakkelijker door een smalle of nauwe vaart bij Franeker varen. Een sleepproef is in het verleden uitgevoerd bij het opstellen van een Velocity Progress Program (VPP). Dit is voor de echte zeilliefhebbers een geschikt middel in het streven naar gelijkwaardigheid. Maar de uitkomst is voor schippers moeilijk te controleren, en bijna onmogelijk met ballast te beïnvloeden. En stel je eens voor wat een gedoe het is als bijvoorbeeld een mast wordt vervangen door een lichter of zwaarder exemplaar, of er komt nieuw doek. Onder het VPP was voor ‘De Twee Gebroeders’ een zeiloppervlak van 179,9 m2 toegestaan. Daarmee kon het skûtsje met Johannes Meeter als schipper meedoen in de titelstrijd. Nu vroeg de Langweerder Skûtsjestichting met een nog vrij nieuwe ‘set’ van in totaal 175 m2 te mogen zeilen. ‘Wij doen een beroep op uw sportiviteit en openheid,’ pleitte Jelle Grijpstra van Langweer. Volgens hem heeft het bij Wildschut in Gaastmeer gebouwde Langweerder skûtsje qua vorm een natuurlijke achterstand op bijvoorbeeld Leeuwarden. Hij kreeg echter alleen Joure mee. Dat zal ook met de recente geschiedenis te maken hebben, waarin Langweer tijdens het opstellen van de Zeilformule 2016 buiten het SKS-bestuur om contact zocht met de deskundigen die de formule moesten uitwerken. Schipper Gerhard Pietersma van Earnewâld verwoordde de tegenstem van verreweg de meeste aanwezigen. Het SKS-bestuur had vooraf gesteld: ‘De evaluatie heeft niet aangetoond dat de F2016 (Zeilformule 2016, red.) Langweer ‘specifiek’ tekort doet. ‘Het vrij of beperkt afwijken van een op een bepaald moment van kracht zijnde regel of formule zal een negatieve invloed hebben op een eerlijke competitie’, vond het SKS-bestuur.

Zestigduizend euro

De stemming over het verzoek van ‘Langwar’ was als het ware de opmaat naar een uitgebreid procedurevoorstel, dat door de opnieuw als bestuurslid benoemde Ulbe Jeenszoon Zwaga werd voorgelegd. Gerhard Pietersma wilde daaraan vastkoppelen dat de schippers en eigenaren

eerst een anonieme uitkomst zouden accepteren, en dan pas zien wat het voor henzelf betekende. Daar grommelde Pieter Ezn. Meeter tegenin dat je wel wat vertrouwen in elkaar moest hebben. Alsof je mening over een nieuwe formule zou afhangen van een paar meters doek meer of minder! ‘Flauwekul man’, mopperde hij tijdens de vergadering in De Driuwpôlle in Woudsend. Nu heeft Gerhard volgens de SKS-wandelgangen wel degelijk een punt, want er zijn genoeg voorbeelden van eigenarencommissies en schippers die hun oordeel over een formule mee laten afhangen van hun eigen kansen. Zie Joure en Langweer. Maar Pieter had nóg een probleem met de voorgestelde procedure. Volgens hem wordt er te veel geld besteed aan metingen en controles, dat beter aan de eigenaren van de skûtsjes gegeven kan worden. Er stond zestigduizend euro voor op de begroting. Twee van de veertien skûtsjes zijn particulier bezit. Een van die eigenaren is Eildert Sieteszoon Meeter, van het Akkrumer (vroeger Bolswarder) skûtsje waar Pieter schipper op is. Het andere is van de familie Van der Meulen uit Woudsend, die ook elk jaar scherp aan de wind moet zeilen om het schip er met schipper Teake Klaas van der Meulen goed bij te krijgen. Stichtingen kunnen vaak nog wel wat sparen. Particuliere eigenaren zijn bij elke investering van enige omvang tienduizenden euro’s kwijt. En investeren moeten de skûtsjebezitters, zeker na het aanpassen van een zeilformule. Want anders zijn ze bij voorbaat kansloos, of in overtreding. SKS-bestuurslid Hilda Boesjes bracht daar tegenin dat er nu een mogelijkheid was om weer een flinke stap in de richting van een goede zeilformule te doen, die wel weer vijf jaar mee kan. Dat is een diepte-investering. De mooie wedstrijden van de afgelopen jaren hebben bewezen hoe belangrijk eerlijke strijd is. Daar is een goede formule een middel voor. En dus was volgens Hilda, en met haar het SKS-bestuur, een reservering van zestigduizend euro op een totaalomzet van twee ton (volgens de begroting van 2019) wel verantwoord. Daarbij heeft de SKS al een financiële reserve ingebouwd om volgend jaar in september een knallend jubileumfeest te vieren. Dan is het namelijk 75 jaar geleden dat er een Vereeniging van Skûtsjesilerscommissies werd opgericht, de voorloper van de SKS.

Betere routes

De komende jaren zal er ook bij de SKS waarschijnlijk wat minder vaak een geestdodende ‘zandloper’-route worden gevaren, en wat vaker een

VOORTAAN DRIE SCHEEPSLENGTEN In 1901 werd Marten van der Zee uit Garyp tijdens de wedstrijd op woensdag 31 juli bij de lage ton in de Langesleatten bij Earnewâld in het riet gejaagd door Hoite van der Meer, zodat zijn broer Douwe de wedstrijd kon winnen. Dat was onreglementair. Marten kreeg later een proces en een forse boete omdat hij uit wraak met zijn ijzeren beurtschip de houten snik van Hoite frontaal aanvoer, zodat diens voorsteven ernstig beschadigd raakte. Hoite was trouwens een oom van Jetske van Berend Mink, dochter van Jan en Sjut van den Berg. Maar hoe moet het dan? De regel was dat bij de lage boei een vrij achterliggend skûtsje niet meer binnendoor mocht varen als het voorliggende skûtsje twee scheepslengten of minder van de boei verwijderd was. Volgens Pieter Ezn. Meeter is deze twee scheepslengten ‘een ouderwetse maat’, die alleen nog bij de SKS werd toegepast (en bij de IFKS dus niet). Daarom is deze op zijn voorstel vervangen door een drie scheepslengtenregel in Artikel 15.5: ‘Een vrij achter liggend skûtsje mag alleen aan de binnenzijde boord aan boord komen en om ruimte vragen als het vrij voor liggende skûtsje zich op meer dan drie scheepslengten afstand van het merkteken of de hindernis bevindt.’

Door de vorm van de romp, een enorm brede kop in combinatie met een smalle achterkant, heeft het skûtsje van Langweer een natuurlijke achterstand ten opzichte van veel andere skûtsjes. Bij de SKS wordt de rompweerstand niet (meer) meegewogen in de zeilformule.

‘gate’. Bij de IFKS doen ze dat al geregeld. Bij een gate kunnen de schippers in het voordewindse rak kiezen of ze links- of rechtsaf (bakboord of stuurboord) gaan. Daardoor voorkom je dat schepen zich drie- of vierdubbeldik rond de laagste ton wringen. Dat levert in het begin vaak wel veel spektakel op, maar is nadelig voor wie buitenom moet. Later in de wedstrijd worden de ‘eindeloze zandloperbanen’ (volgens Pieter Meeter) ronduit vervelend voor bemanningen en publiek. Bovendien levert het aanzeilen van de laagste ton in de beginfase voor veel deelnemers al de nodige problemen op, zeker als ze (zie kader) drie in plaats van twee scheepslengten moeten aanhouden voordat ze binnendoor mogen schuiven. Want wie kan die afstand precies inschatten op een schip waar beelden van drones niet gebruikt mogen worden. Pieter Meeter wilde de bestaande voorkeur van deelnemende schippers voor de gate laten vastleggen in het reglement. Daarbij werd een blauwe ton (= boei) geïntroduceerd voor als de route tussentijds verlegd zou moeten worden. Vaak moet dat wel om een eerlijk voordewinds rak in de route te houden. Want de aardigheid van een vrije keus is er natuurlijk gauw af als één kant veel gunstiger is dan de andere. Nog even discussieerden de aanwezigen bij de SKS-vergadering over de vraag of dit met vlaggen aangegeven zou moeten worden, of dat de schippers moeten worden aangeroepen. Voorzitter René Nagelhout pleitte voor vertrouwen in de organiserende commissie, die het eigen water doorgaans goed kent. Bij de SKS is er namelijk niet één organisator, zoals bij de IFKS. Elke wedstrijd heeft zijn eigen organiserende commissie. Die weet als het goed is ook of het uitleggen van een ‘gate’ ter plekke vertrouwd is, en hoe je de schippers het beste kunt informeren. Dat behoort bij een gewaardeerde traditie en komt dus niet in het reglement. Maar de eerder vastgelegde voorkeur voor de zandloper (boven de vroeger vaak uitgelegde driehoeksroute) werd wel geschrapt.

weer werd de aankomst met averij (wel of niet veroorzaakt door een ander) geregeld. Vastgelegd bleef dat een skûtsje dat de wedstrijd niet kan uitzeilen door averij ‘als gevolg van een overtreding door een ander, kan voor deze wedstrijd zoveel wedstrijdpunten krijgen als zijn gemiddelde over alle overige wedstrijden.’ Nieuw was de toevoeging dat ‘de betreffende schipper (…) na het ontstaan van averij door een ander, bij het verlaten van de wedstrijd, direct de wedstrijdcommissie (dient) te informeren.’ In het verleden ging het met protesten op of vlak voor de finish nog wel eens mis. Er is dan immers geen tijd meer om de protestvlag in het want te bevestigen, zodat de overtreden-

de schipper er ook niet meer op kan reageren. Om een eind aan deze onduidelijkheid te maken, werd vastgelegd dat in het vervolg de gedupeerde schipper kan protesteren door duidelijk een rode vlag te tonen – die dan dus niet vastgebonden hoeft te worden. Ook werd in deze vergadering een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de never ending story van de rol van de jury bij het skûtsjesilen. Een jurylid kan in de toekomst wel als getuige worden opgeroepen door een protesterende of zich verdedigende schipper. Maar hij kan dan niet meer deelnemen aan de ‘beraadslaging’ over het protest. Dan zou hij immers een dubbelrol hebben – wat de juryleden vroeger ook vaak hadden.

Averij, protest

Het is eigenlijk wel een klein wonder dat er nog steeds, na 75 jaar gereglementeerd skûtsjesilen, steeds weer nieuwe details worden ingevuld. Nu

Akkrum en Woudsend moeten als particuliere skûtsjes scherp aan de wind zeilen om alles bij de tijd te houden. De investeringen die steeds weer nodig zijn om aan een nieuwe formule te voldoen hakken er dan extra in.

7


Skûtsjekrant 2019

NOFLIK LANGWAR

8

W W W. S K U T S J E . N L Langweer staat het hele jaar bol van de activiteiten. Onder meer: 13 en 14 april: Opening Watersportseizoen Fryslân en Skûtsjesilen Langwar. 14 april 10:00 – 17:00 Braderie in de Dorpsstraat en ‘s middags de Skûtsjekuier. De route is rolstoelvriendelijk. 26 april 20:00 Koningsnacht met Pieter Wilkens. Wapen van Langweer 25 mei 17:00 – 19:00 Voetbalwedstrijd Lucky Ajax, Sportcomplex ‘t Tsjillân

12 juni: 20:00 – 23:00 Voorjaarsconcert Interkerkelijk koor, boerderij Ed Nijpels 15 juni 10:00 – 17:00 Amsterdamse Dag, Dorpsstraat 15 juni 20:00 – 23:55 Midzomeravondconcert, Dorpsstraat 10 en 24 juli 20:00 – 22:00 Orgelconcert, Protestantse kerk 19 juli 19:30 – 21:30 Ringrijden met authentieke koetsen 31 juli 19:00 -20:30 Spijkerbroekhangen, Oude Haven Kijk voor meer evenementen: www.visitlangweer.nl


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Drie Bandstra’s dromen van de top

‘It firus makket je gek!’ Ze zijn het er roerend over eens: skûtsjesilen is een vreselijk dure hobby. Dat geld zie je nooit weer terug, maar dat is niet erg, want de strijd, de traditie, de oude schepen, zijn het meer dan waard. Wietse, Jilles en Age Bandstra over dat virus dat je gek maakt. ‘As dat dy te pakken hat, komst der noait wer fanôf.’

Age, Wietse en Jilles op de plaats waar de familie Bandstra zijn wortels heeft, het Reaklif.

Jilles met de ‘Lonneke’ tijdens de finale van de IFKS in 2018. De zesde plaats in het eindklassement bleek onverwacht voldoende voor promotie naar de A-klasse.

Eigenlijk moeten de heren even met z’n drieën op de foto. Kan dat? Natuurlijk, maar dan wel bij het ‘Reaklif’, de plek waar de roots van de Bandstra’s liggen. Hier, op de plek waar de Friezen op 26 september 1345 Graaf Willem IV van Holland en zijn troepen versloegen, woonden hun voorouders, hier groeiden hun vaders Age (van Wietse), Jappie (van Jilles) en Sieb (van Age) op. Vanuit het kleine spultsje op Skarl hadden ze zicht op de gedenksteen, die met de roemruchte woorden ‘Leaver dea as slaef’ het historische gebeuren in herinnering houdt.

promoveerde dus weer naar de grote A. Daar zeilde hij uitstekend, maar kwam een aanvaring met de Raerder Roek en Sikke Heerschop hem duur te staan. ‘Dan komt der yn sa’n protestkeamer dus ynienen polityk by. Dêr learst in soad fan, mar ik mei der net oer. Gelokkich hast dat soarte fan sitewaasjes minder no’t der in umpire by is. Dan wurdt it measte ûnder de wedstryd drekt oplost.’ Intussen heeft Jilles eigenhandig veel aan de ‘Lonneke’ gesleuteld. ‘Se is no hielendal spic en span,’ vertelt hij met gepaste trots. Klaar voor weer een seizoen in de grote A, een grote verrassing na de zesde plaats in het eindklassement van de B-klasse, in 2018.

Jilles

Voor het interview zelf gaan we naar Stavoren, waar Jilles en zijn vrouw een

huis kochten aan de Stadsgracht. Zijn skûtsje ‘Lonneke’ ligt er, maar ook een gedeelte van de chartervloot van vader Jappie. Op de klipper ‘Vriendentrouw’ werd hij geboren, zeilen leerde hij van jongs af in Optimistjes en Valkjes, maar al gauw zeilde hij wedstrijden op de klipper en de Lemsteraak. Jappie kocht de ‘Lonneke’ in 1999 van Ton Brundel. Zoon Jilles (1989) werd op zijn twaalfde bemanningslid. Bij zijn debuut als IFKS-schipper in 2009, met een bemanning die uit louter familie bestond, werd hij meteen kampioen in de C-klasse. Een jaar later eindigde hij bovenin de B-klasse en promoveerde naar de A-groot. Dat viel nog niet mee, Jilles en zijn bemanning wisten zich niet te handhaven. In 2014 werd hij kampioen in de B-klasse en

De ‘Redbad’ stijlvol in beeld tijdens de Slotwedstrijd van de IFKS, 13 oktober 2018.

Wietse

Voor Wietse (1984) lag er geen skûtsje klaar toen hij wilde zeilen. Vader Age had altijd gezegd dat hij, als hij twaalf was, mee mocht als bemanningslid aan boord. Age was met zijn ‘Hoop op Welvaart’ vier keer kampioen geworden van de IFKS, maar toen Wietse elf was, verkocht hij het schip aan Ulbe Zwaga. ‘Doe koe ik einliks oan board, hie heit gjin skûtsje mear. Doe bin ik as opstapper meigongen by Omke Jappie.’ Later werd hij bemanningslid op de SKS-skûtsjes van Drachten en Langweer, bij Ton Brundel, Henk Regts, bij Lolle Schakel op ‘De Yde’ en adviseur bij Henk Keizer, op de ‘Singelier’. Dankzij deze laatste twee oud-schippers werd Wietse zelf schipper. Eerst

in 2011 op ‘De Yde’. Via een derde plaats bij zijn debuut in de C-klasse en een tweede plaats een jaar later in de B-klasse, zeilde ook Wietse zich richting de A-groot. ‘De Yde’ was inmiddels verkocht en zo startte hij op het hoogste niveau met de ‘Singelier’. Hij degradeerde en zeilde daarna nog twee jaar in de B-klasse met dit skût­ sje. Toen ging hij het grote avontuur aan met een eigen schip. Hij redde de oude ‘Joukje’ van Willem Timmer van de oudijzerhandelaar, knapte haar samen met scheepsbouwer Tonko Hofman uit Workum op en zeilt nu met dit schip, de ‘Redbad’, in de B-klasse. Hoge klasseringen zijn er nog nauwelijks, maar degradatiegevaar nooit. Om zich met de groten te meten, moet er nog veel aan het schip gebeuren. ‘De

Kampioen in de a-klein. Dat de ‘Avontuur’ snel is, dat wist Age wel, maar dat het er nu al uit zou komen, was, zeker gezien de zware omstandigheden, een verrassing.

9


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

sjochst neat, dan moatst mei elkoar soargje dat it goed giet, mar dat falt net ta,’ zegt ook Wietse. Het leidde voor hem in de eerste wedstrijd op het IJsselmeer bij Lemmer tot een aanvaring. Het koste hem zijn tuig. Jilles stelde meteen een zeil van de ‘Lonneke’ beschikbaar, zodat Wietse toch de volgende dag mee kon doen in de finale. Omdat ze in dezelfde klasse varen, moest het zeilteken wel even aangepast worden, twee dezelfden mag niet. Achter de ST werden nog een O en een M gefabriceerd. Euvel verholpen.

Ruimtegebrek

In 2015 zeilde Jilles ook in de A-klasse. Ondanks een drietal goede zesde plaatsen, wist hij zich net niet te handhaven, omdat hij tegen een dsq aanliep.

naal op Omrop Fryslân wordt nauwlettend gekeken wat andere schippers doen. ‘It is in machtich psychologysk spultsje,’ zegt Jilles. ‘Ik sjoch hiele wedstriden werom op youtube,’ zegt ook Age. Wietse, zo op het oog de stille van de drie, grinnikt besmuikt als ik hem vraag of hij dat ook doet. ‘As it om silen giet, binne wy alle trije like fel,’ klinkt het diplomatiek. Jilles werd al eens kampioen in de C- en B-klasse, Wietse werd met Ton Brundel kampioen in de A-klasse. Als schipper roken die twee ook al aan het hoogste niveau. Age werd in 2018 kampioen in de a-klein. Het was pas zijn derde jaar als schipper. ‘Dat skipke kin it wol, dat wisten wy fansels, mar moatst sels wol goed sile,’ verwijst hij naar de titels die Sietse Broersma in 2013 en 2014 met de ‘Avontuur’ pakte. De weersomstandigheden waren bepaald niet ideaal. Er stond veel wind en ‘mei hurde wyn ha wy altyd klauwen’. Het succes sterkte hem alleen maar in zijn drive om een topschipper te worden. ‘Ik ha no wol in kear kampioen west, mar ik ha totaal net it idee dat ik it allegear al wit.’ ‘Mei hurde wyn bist net oan it silen, mar oan it oerlibjen,’ aldus Age Bandstra.

‘Redbad’ hat in moaiere kop as ‘De Yde’ en is yn potinsje ek sneller, mar wy ha it spul noch net oan ’e praat.’

Age

Age is op 15 augustus 1987 geboren en dus midden in de IFKS. Hij is genoemd naar omke Age. Vader Sieb is de man achter de Omschrijving Scheepsuitrusting en lid van de Commissie Generaal die alles rondom de schepen en wedstrijden regelde. Samen met Lieuwe Bergstra kreeg hij in 2007 het deksel op de neus toen ze de ‘Nynke’ van Karel Kuiper als skûtsje betitelden en dus wilden goedkeuren voor de IFKS, terwijl het toenmalige bestuur daar anders over dacht. Het grootste conflict uit de geschiedenis van de IFKS eindigde ermee dat de

10

Commissie Generaal werd ontslagen. Het liet diepe sporen na bij de familie Bandstra. Age groeide in die jaren op als vrijwilliger bij de IFKS en hielp onder meer mee om de wedstrijdbanen uit te zetten. Toen in 2007 Sieb Bandstra gewipt werd, was dat ineens voorbij. Een jaar lang overleefde hij het zonder skûtsjesilen, toen werd neef Jilles schipper en solliciteerden Age en zijn broers bij hem als bemanning. ‘Wat koenen wy oars?’ Het werd het begin van een carrière als actieve skûtsjesiler. Het werd hem al snel duidelijk dat hij zelf het roer in handen wilde hebben. In zijn laatste jaar aan boord bij Jilles leidde dat zelfs tot woordenwisselingen, omdat Age zo zijn ideeën had over hoe te zeilen. ‘Yn gedachten stjoerde ik de ‘Lonneke’.’

Sinds 2016 is hij zelf schipper in de a-klein, op de ‘Avontuur’ van Sietse Broersma. In 2018 werd hij kampioen. Bij het begin van de finale in Lemmer hadden hij en Rutger Boonstra beide, met aftrek van de slechtste wedstrijd, negen punten. Er moest dus echt om de titel gezeild worden en dat deze ze. De eerste poging eindigde in een algehele valse start, maar Boonstra zeilde door. ‘Dus wy ek, hy leech, wy heech.’ De tweede start was wel goed. Age won, Boonstra werd tweede. ‘Dat is sa geweldich, datst der sá om sile moatst.’

Grote drive

Jilles, Wietse en Age zijn bloedfanatiek. Wedstrijden worden eindeloos geanalyseerd. Tijdens het skûtsjejour-

Harde wind

De IFKS-week van 2018 verliep rûzich. Er stond vaak een harde wind. Niet favoriet bij de mannen. De ‘Lonneke’ is eigenlijk te smal en te licht om dan optimaal te zeilen. ‘It wie foar ús hast net te dwaan,’ aldus Jilles. De ‘Avontuur’ is als klein skûtsje sowieso pittig te handelen onder die omstandigheden en Wietse had met de ‘Redbad’ ook moeite om goed op koers te blijven. Dat zat hem ook in de zwaarden, die te klein waren voor het robuuste schip. Over bakboord ging nog wel, maar over stuurboord wilde het niet. Het voorseizoen was wel goed, maar toen het er echt om ging, lukte het niet meer. ‘Mei hurde wyn bist net oan it silen, mar oan it oerlibjen,’ constateert Age. ‘Ast sa ferrekte skeef hingest,

Nu de vier klassen van de IFKS ieder op een eigen moment zeilen, zijn de wedstrijden kort geworden. Te kort, als je het de neven Bandstra vraagt. De wedstrijd in de B-klasse wordt beslist bij de eerste bovenwindse ton. ‘Ofrûne jier starten eins alle skippen goed,’ zegt Jilles. ‘Dan leist mei in stik as tsien skippen tagelyk by de boppeste tonne.’ En daar wordt het dan dringen. ‘Kinst wol goed sile, mar ien foutsje is funest yn dy koarte wedstriden. Trije kertier is te koart foar posysjewikselingen.’ Het levert vaak protestsituaties op, al bleef Jilles deze keer vrij van protesten. Voor Wietse was dat anders. In Sloten, waar hij als zesde over de finish kwam, liep hij tegen een dsq aan toen hij tussen twee andere skûtsjes in niet vrij kon blijven. ‘Eins hiene wy trochprotesteare moatten,’ zegt hij. ‘Mar yn disse situaazje fûn ik it protest net terjochte, om’t oars it tredde skip tsjin it finishskip botse soe.’ ‘Se moatte de banen der gewoan oars yn lizze,’ vindt Age. ‘Mear romte meitsje op ’e startline, dan kinst folle frijer dyn eigen rûte sile, dat skeelt in soad gedonder.’ Jilles is daarom blij dat hij op de valreep nog is toegevoegd aan de A-klasse voor 2019. ‘Skûtsjesile is in spultsje fan handeling en trim. Moatst dyn skip oan ’e praat krije. By de A’s hast folle langere wedstriden en dus mear tiid om nei foaren te kommen.’

Investeren

Om goed mee te kunnen in de wedstrijden moeten de skûtsjes in topconditie zijn. Jilles is trots dat zijn ‘Lonneke’ er op en top bij ligt. Voor de ramen ligt ze, hoog op het water. Met minder ballast en minder tuig vaart ze sneller dan met meer ballast en meer tuig, is zijn overtuiging. In de afgelopen jaren heeft hij er veel aan gesleuteld, met de verlenging naar 19,99 meter als opvallendste ingreep. Hij kan en doet alles zelf, dat kost tijd, maar scheelt ook veel geld in de toch flink dure investeringen. ‘Ik bin sa handich net,’ erkent Wietse. Hij heeft aan kompaan Tonko Hofman een tûke klusser. Langzaam brengt Wietse, sinds de aankoop in 2015, verbeteringen aan bij de ‘Redbad’. De nieuwe zwaarden die er dit seizoen op staan, hakken flink in het budget. Er moet eerst weer gespaard worden. Het vlak, dat is erg pokdalig, zegt hij. Daar moet veel aan gebeuren. Dat moest in 2015 ook al, maar daar had de oudste van de drie Bandstra’s toen nog geen mogelijkheden voor. ‘Earst mar ris sile, gefoel krije by it skip,’ zei hij destijds. Nu, vier seizoenen verder, is het vlak nog steeds niet onder handen genomen. ‘Ik ha der domwei no net de sinten foar. Dêr moat ik echt in sponsor foar ha. It flak strale en plamure soe foaral mei licht waar in grutte ferbettering bringe.’ Age grijnst. Hij huurt zijn schip en de eigenaar, Sietse Broersma, zorgt ervoor dat het schip klaar is voor het nieuwe seizoen. Als binnenvaartschipper is hij blij dat hij in de winter de drukte van het klussen niet op zijn nek heeft. En dat geldt voor het gros van zijn bemanning ook. ‘Ik ha gewoan


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

mazzel, dit is in unike sitewaasje. Foar ús as ploech echt ideaal. Sietse is super geskikt.’

Een echte B-klasse

Toch weet Age diep van binnen dat ook hij ooit zijn eigen schip wil. De komende jaren echter nog niet. Hij is nog lang niet uitgeleerd in de a-klein en nu er weer nieuwe, snelle skûtsjes bij komen, wordt die klasse nog interessanter. ‘Skippen as de ‘Friesland’, de ‘Lutgerdina Smeltekop’, de ‘Vriendschap’ sille ek meidwaan wolle om de prizen.’ En dat geldt vast ook voor ‘De Reuzen’, de eerdere ‘Hoop op Welvaart’ waar Rutger Boonstra vorig jaar nog de grote concurrent mee was. Een eigen schip is wel iets bijzonders, zegt Wietse. ‘Wy hawwe de ‘Redbad’ fan neat ôf opboud. Fan âld izer nei wedstrydskip. It hat my in weareld tiid en sinten koste, mar it is sá de muoite wurdich. Doe’t ik hjir foar it earst weifarde, dat ik sylde, dat wie sa’n moai momint.’ ‘En datst doe yn it earste jier fuort in tredde priis paktest, hjir op Starum,’ herinnert Jilles zich. ‘Ja, doe krige ik de priis út hannen fan ús heit. Doe hie ik de triennen yn ’e eagen.’ Wietse werkt als Marketing Manager bij C-Job Naval Architects inHoofddorp. Hij woont met zijn gezin in Bennebroek. De ‘Redbad’ ligt in het seizoen in Heeg, dus rijdt hij vaak heen en weer. Vanaf mei ook iedere donderdagavond. Ze zeilen met de ‘Redbad’ alle wedstrijden. Dat geldt ook voor Jilles met de ‘Lonneke’. Hij is in het dagelijks leven kapitein bij Visser Shipping, vaart met containers door heel Europa en is vaak lang van huis. ‘Mar ik syl alles. Myn hiele libben stel ik yn op it skût­sjesilen en dat ferwachtsje ik fan myn bemanning ek. Dat is ek in reden ­wêrom’t Age en noch in grut part fan myn âlde bemanning nei fiif jier ophâlden binne. Ik freegje in soad en dat wie foar harren net op te bringen.’ Met een nieuwe bemanning was het eerst even wennen, ‘ik woe wer ris te hurd’, maar inmiddels loopt alles weer zoals hij wil en mag hij zich opnieuw gaan meten met de groten.

Wietse liep met de ‘Redbad’ averij op in de eerste wedstrijd bij Lemmer. Met een geleend zeil van Jilles kon hij toch de finaledag meedoen. Het zeilteken werd, om verwarring bij de kijkers te voorkomen, even aangepast

Nooit zonder IFKS

Een leven zonder skûtsjesilen is voor de neven Bandstra ondenkbaar. Ze zitten vol van de traditie van het zeilen met de oude vrachtschepen en zijn trots dat ook binnen de IFKS de familiebanden als rode draden in het geheel zichtbaar worden. Na bijna veertig jaar IFKS zeilt nu op diverse schepen een tweede generatie schippers. ‘Dat wy no profiteare fan wêr ús heiten mei begûn binne, is hiel bysûnder,’ zegt Wietse. ‘Mar de silerij is net mear te fergelykjen mei doe,’ vult Jilles aan. ‘De kwaliteit van de skippen en de skippers is in stik better.’ De saamhorigheid binnen de IFKS willen ze niet missen. Daar is zelfs na het akkefietje met Sieb geen sprake van geweest. ‘Heit folget alles noch, want de IFKS hat syn hert,’ verklaart Age. ‘Hy en Lieuwe Bergstra ha der fansels wol in dreun fan hân, mar moatst net ferjitte dat se mar troch in pear minsken fan doe oan ’e kant set binne, net troch de hiele IFKS. It hat yn alle gefallen foar ús as famylje noait in reden west om net te silen. Sterker noch, as dat destiids net bard wie, hie ik no gjin skipper west.’

De echte B-klasse

Het komende jaar staat de oudste generatie Bandstra’s aan de kant. Jappie is ‘no echt stoppe’, zegt Jilles en ‘Age hâldt der no ek mei op’, aldus Wietse. Een derde generatie is er ook al. Age en Wietse hebben allebei al een zoon en Age verwacht nog voor de zomer een tweede kindje. Jilles hoopt eind augustus voor de eerste keer vader te worden. Net na de IFKS, of er mid-

Het voorseizoen van Wietse en Jilles was prima. Bij Lemmer Ahoy werden ze respectievelijk tweede en derde in de Tweede Klasse.

denin. ‘Dat past der eins krekt by.’ Tegen de tijd dat hun kinderen groot zijn, hopen ze een mooi skûtsje klaar te hebben liggen voor ze. ‘Of as Abe alve is, ferkeapje ik it, dat kin ek,’ grapt Wietse, verwijzend naar zijn vader die de ‘Hoop op Welvaart’ destijds verkocht. Sinds 2003 is het eigendom van de Stichting Skûtsje Súdwesthoek met Auke de Groot en zeilt het in de SKS. ‘Nee hear, ik bin wiis mei myn ‘Redbad’, mar alle kearen as ik de ‘Hoop op Welvaart’ hjir lizzen sjoch, dan tink ik wol: wat hie ik dêrmei berikke kinnen.’ Voorlopig is het nog lang niet aan de kinderen toe. Ze hebben zelf nog zoveel ambities, dat ze er niet aan moeten denken ooit te moeten stoppen. Eerst maar eens goed zeilen in de A-klasse, vinden Wietse en Jilles. ‘Krekt as de foarige generaasje mar ris kampioen wurde.’ ‘Sels in grut skûtsje ha en foarút sile,’ zegt Age dan. ‘Dat is wol it allerheechste dat ik betinke kin, dat wy oait mei alle trije yn ’e grutte A sile.’ ‘Dat wurdt dan de nije B-klasse,’ grinnikt Wietse. ‘De Bandstra-klasse.’ Feest aan boord bij Age. De regerend kampioen van de a-klein is nog lang niet uitgeleerd, zegt hij, en kijkt vol spanning uit naar de IFKS van dit jaar, wanneer er maar liefst 19 skûtsjes aan de startlijn verschijnen in zijn klasse.

11


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Arjen de Jong knokt voor het allerhoogste

‘Ik tink alle dagen oan de grutte A’

Het aanvankelijke doel voor de finalewedstrijd in Lemmer was om Ron Syperda met de ‘Ale’ voor te blijven.

Op weg naar de tweede plaats bij Lemmer. Het was genoeg voor de titel.

In 2016 was Arjen de Jong alleen op papier schipper. Omke Lieuwe stuurde het schip, terwijl Arjen zelf plaatsnam bij de fok. De derde plaats in het eindklassement was voldoende voor promotie naar de B-klasse.

Arjen de Jong (21) is een perfectionist. Een fana- Stik foar stik gean wy der foar. Wy me no al minsken by my mei de fraach of’t wy der al klear foar binne, dit jier.’ meitsje elkoar entûsjast.’ tiekeling. Alles moet kloppen, niks wordt aan het Hij glundert. toeval overgelaten. Een jonge man met een groot Op eigen kracht ‘Grytsje Obes’ heeft genoeg po- Meerjarenplan doel: kampioen worden in de A-groot. En blijven. De tentie, zegt Arjen de Jong. Al in 2004 Arjen maakte een meerjarenplan voor Deze zomer mag hij zich voor het eerst meten met kwam zijn vader Romke met het de ‘GO’, zoals het skûtsje in de volksskûtsje uit in de A-klasse en ook van mond genoemd wordt. Als eerste de ‘grutte mannen’. Dat hij in 2018 kampioen zou worden van de B-klasse had niemand verwacht. Hij zelf ook niet. Zeker niet na die diskwalificatie meteen in de eerste, stormachtige wedstrijd bij Hindeloopen. Slechter kun je een kampioenschap niet beginnen. Toch herpakte de jonge Koudumer zich wonderwel en zeilde iedere dag een beetje beter. Aan het eind van de rit wist hij de ervaren Walter de Vries uit Sloten, die toch drie dagoverwinningen boekte, net achter zich te houden.

‘No begjint it’

‘Foar de lêste wedstryd tocht ik der allinnich oan dat ik Ron Syperda achter my hâlde woe,’ vertelt hij. ‘Op eigen kracht promoveare, net in klasse op­ skowe omdat in oar der mei ophâldt.’ Toen ze zich klaarmaakten voor de start, wilde hij nog meer. ‘Ik tocht: ferrek mar, wy gean gewoan foar de winst.’ Gerrit Huisman, ook zo’n jong talent, won die dag bij Lemmer. Arjen de Jong werd tweede, terwijl Walter de Vries en Wytse Heerschop punten lieten liggen. De titel was binnen.

12

‘Wat geweldich wie dat, ik wist dat wy as team mei dit skip winne koene, mar dat it der no al út komme soe, hie ik net ferwachte. Machtich. No begjint it.’ Na het kampioensfeest gunde ­Arjen, die werkt in de skylounge van het Hilton in Amsterdam, zichzelf een week om ‘uit te brakken’. De spanning moest uit zijn totaal verkrampte lijf. De hele IFKS-week had hij met stijve schouders en nek rondgelopen. Zo erg zelfs, dat hij zich tot twee keer toe liet masseren. Uiterlijk leek hij kalm, van binnen kookte hij. Na die week ging de blik weer vooruit, richting de A-klasse. Sinds dat moment denkt hij er iedere dag aan en maakt hij plannen voor hoe hij zijn doel wil bereiken. Eerst handhaven, dan de weg naar de top inslaan. ‘Alle wedstriden mei­ dwaan, miskien noch faker traine. Ferline jier trainden wy op it lêst trije kear yn ’e wike.’ Daarom heeft hij ook een jonge bemanning. Jongens die net als hij alles ervoor over hebben om maximaal te zeilen. Niet alleen die ene IFKS-week, maar steeds weer. ‘Wy ha sa’n super team, echt, dat is neffens my unyk.

2012 tot en met 2014 zeilde de ‘GO’ op het hoogste niveau. ‘Mar se hat noait bewiisd dat se de A-klasse echt goed oan koe.’ Er was, behalve een verlenging naar 20,62 meter, ook weinig tot niets gedaan om er een snel schip van te maken. Romke gebruikte haar op de Kuilart, net als de ‘Roos van Dekama’, als charterschip. In 2016 nam Arjen het schip over van zijn vader. Hij huurt het. Bewust, al had het wat zijn ouders betreft niet gehoeven. ‘Ik wol it sels dwaan. Ik wol net dat minsken tinke “dêr hast dat jonkje mei de sinten fan heit te silen”.’ Op eigen kracht wil hij de top bereiken, investeren in de kwaliteit van het schip als dat nodig is en, vooral, als het mogelijk is. Daarom bracht hij de ‘Grytsje Obes’ onder in een stichting. Een echt Koudumer skûtsje, zoals ook Dokkum, Blauwhuis, Eastermar en Workum een ‘eigen’ skûtsje in de strijd hebben. Het ligt ook in de haven van het dorp en niet bij de Kuilart, zoals vroeger. Het werkt, hebben De Jong en zijn bemanning inmiddels gemerkt. Het skûtsje begint te leven bij de dorpsgenoten. Zeker na het kampioenschap van vorig jaar. ‘Der kom-

verving hij de potrand, die helemaal verrot was. Een broodnodige investering, al vaart het schip er natuurlijk geen meter harder van. Veel ijzerwerk werd van het skûtsje afgeslepen, waardoor al het nodige gewicht werd geloosd. Een nieuw helmhout kwam er ook en in 2017 verwijderden ze ook de motor met hydraulische aansluiting, goed voor nog eens 1000kg gewichtsverlies. Er kwam een lichtere motor voor in de plaats om er toch nog ploegjes mee te kunnen varen. In de aanloop naar het komende seizoen zijn er grotere zwaarden aangeschaft, overgenomen van Lucas Bouma. Op het moment van schrijven wordt er bij Boersma in Gorredijk gewerkt aan een nieuwe mast, om meer voorstagspanning te realiseren. Misschien zit er nog een lichtweerfokje in, maar op dit moment zijn de centen weer even op. Dat komt dan volgend jaar wel, zo realistisch is de Koudumer schipper wel. Net als die bult onder het vlak. Die moet ook nog even weg. Maar dan, denkt hij, is het echt een verschrikkelijk snel schip. Hoe hij alles plant en regelt, tekent de jonge schipper. Fanatiek, perfectionistisch. Over iedere stap wordt

nagedacht. Het schip moet piekfijn in orde zijn, de bemanning tot in de finesses getraind. Zelf leert hij ook snel, al zit hij feitelijk nog maar twee jaar aan het helmhout. In 2016, zijn eerste jaar dat hij als schipper op papier stond, stuurde omke Lieuwe, die eerder ook schipper was op de ‘Roos van Dekema’. Arjen zelf zat aan de fok. Een goede beslissing, zegt hij, het is een cruciale positie aan boord. Als de fokkenist iets anders denkt dan de schipper, dan stuurt het schip niet goed. Na dat jaar stopte Lieuwe weer, hij kon het niet combineren met zijn werk en gezinsleven. Bovendien wilde Arjen nu toch echt zelf in alles de schipper zijn. ‘Yn dizze twa jier yn de B-klasse ha ik in geweldich soad leard,’ vertelt hij.

Bloedfanatiek

Vooral starten ligt hem goed. Het leverde hem afgelopen jaar de titel op, want de wedstrijden in de B-klasse zijn kort; wie goed start, eindigt ook vooraan. Mits je geen fouten maakt en dus een protest aan je broek krijgt. Wie de snelste is bij de start, kan vrij zeilen en Arjen wil de snelste zijn. Altijd en overal. Bloedfanatiek. Dat was hij als kleine jongen al, toen hij nog als ranjajongen bij zijn vader aan boord was. Niks ranja, de kop uit de roef steken en kijken wat al die schippen deden. ‘Dan friet ik my al hielendal op, as ik tocht dat it oars koe.’ Als peiler en later aan de grootschoot kreeg hij nog meer zicht op het spelletje. Het leven was zeilen,


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

toen al. ’s Avonds op de Kuilart, ging hij met z’n broertje Jouke de Fluezen op met een valkje. Wedstrijdjes zeilen. Ploegjezeilen idem dito: voor Eus.nl, Uit-Zeilen, H2O Events en de Klassieke Rederij gaat Arjen geregeld het water op met gasten van bedrijven. Als er meerdere skûtsjes tegelijk onderweg zijn, maken ze er een wedstrijdje van, waarbij de gasten als bemanning fungeren. Binnen een korte tijd die gasten hun taken aan boord goed laten uitvoeren, een team ervan smeden en dan natuurlijk die onderlinge wedstrijd winnen, Arjen geniet ervan. ‘Ik kin it gewoan ek net oars,’ klinkt het bijna schuldbewust. Hij runt het skûtsje als een bedrijf, beleeft het skûtsjesilen bijna als topsport en als een way of life. ‘Mar wy ha wol in soad wille hear en ik mei ek graach dingen delegeare, it is net sa dat ik as in control freak de boel bestier. Gjin gebrul oan board, gewoan kalm en mei nocht ús dingen dwaan en op ‘e tiid mei elkoar in potsje bier, dat fyn ik wol minstens sa belangryk.’

Positiviteit

Arjen weet dat hij wel eens iets te lang kan balen van een domme fout. Vooral als hij die zelf gemaakt heeft. Dan denkt hij ‘wêrom no, Arjen.’ Voelt zich schuldig ten opzichte van zijn bemanning, die zo hard voor hem werkt. Daar moet hij aan werken, vindt hij zelf. ‘As ik sitten gean te sippen, dan straal ik dat ek ôf op de rest fan it team en dat moat net.’ De kop omhoog en de volgende slag beter doen. Ook in protestsituaties geldt dat. Als er iemand een protest tegen hem heeft, dan wordt dat óf opgelost met een strafrondje, óf in de protestkamer. ‘As ik mis bin, akseptearje ik myn straf en draai in rûntsje. Fyn ik dat ik yn myn rjocht stean, dan syl ik troch. Dan sjogge wy elkoar yn de protestkeamer wol.’ Daar wil hij dan ook de schipper van het betreffende skûtsje zien, geen vertegenwoordiger. En geen gelieg en gedraai. ‘As ien my in straf oannaait, dan hat dy persoan foar my ek echt ôfdien, dat komt net wer goed. Ik lit net oer my hinne walse. Net yn de

wedstryd en ek net yn de protestkeamer.’ Maar liever blijft hij buiten de protestsituaties en met zijn talent voor een snelle start kan dat vaak ook.

De weg omhoog

Deze zomer komt een droom uit: zeilen in de A-groot. Nou ja, een deel van een droom dan, want de ambitie van Arjen de Jong stopt niet bij het bereiken van de A-klasse. Natuurlijk niet, dat past niet bij hem. Hij wil kampioen worden. En blijven. Dat wordt nog een hele opgave, dat weet hij zelf ook, maar voor minder gaat hij niet. En z’n bemanning ook niet. Daarom trainen ze zo hard met elkaar en wordt iedere wedstrijd, hoe klein en onbeduidend ook, geanalyseerd. Met zijn tot het bot gemotiveerde bemanning kan hij alle kanten op, het schip wordt ook steeds beter. Dan ligt de bal bij de schipper zelf. Hij oefent zichzelf in wedstrijdtactiek, door ook steeds weer te kijken naar hoe de cracks het doen. Hij vraagt advies en neemt die goede raad ter harte. Maar durft het ook anders te doen, als hij denkt dat dat beter is. Voordat het startschot klinkt, heeft Arjen de wedstrijd in z’n hoofd al lang gezeild. Zijn ideeën overlegt hij met zijn adviseur Martijn Klerk, die hij blind vertrouwt. Samen trekken ze het strijdplan. Straks in de A-klasse zullen ze flink moeten wennen, verwacht Arjen de Jong. De wedstrijden zijn langer, tactiek speelt een grote rol. Hij sparde afgelopen jaar tijdens trainingen met ‘It Doarp Eastermar’, de latere kampioen. ‘Dy koene wy wol aardich byhâlde,’ klinkt het tevreden. Tijdens Skûtsjesilen Holland en in Loosdrecht zeilde hij tussen toppers als Jeroen de Vos, Sikke Heerschop, Floriaan Zwart en Ton Brundel. Hij stak er veel van op, maar het was natuurlijk maar Spielerei vergeleken met de IFKS-kampioenschappen, waar het er echt om gaat. ‘Wy moatte noch mear ús stjonkende bêst dwaan as oars. Oan it skip leit it net, dat hat potinsje genôch. Ik soe it noait kwyt wolle, sels net foar in Pypster.’

q Kampioen van de B-klasse. Groot feest aan boord en op de wal, zus Ilse de Jong zwaait met de Koudumer vlag.

De ‘Grytsje Obes’ zeilt met een jonge bemanning. Een fantastische ploeg, zegt Arjen de Jong, die er alles voor over heeft om goed te zeilen. Steeds weer.

Scherp zeilen, de kop erbij houden, ook als er eens iets misgegaan is. Na de dsq bij Hindeloopen de volgende dag bij Heeg weer fris beginnen. Het leverde die dag een vijfde plaats op, daarna ging het alleen maar beter.

13


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Zo ongeveer 12 jaar houdt Sanco Processing BV zich bezig met het ontwerpen, fabriceren, automatiseren en installeren van complete sproeidroog- en indampinstallaties, veelal geschikt voor voedingsmiddelen in binnen en buitenland. Als fervent liefhebber staat gedurende de drie weken Skûtsjesilen dan ook de radio stand-by in ons bedrijf en wordt er tussen de projecten door geprobeerd tijd vrij te maken om zoveel mogelijk wedstrijden live bij te wonen. Met uiteraard tijdens de IFKS specifieke aandacht voor de prestaties van het Makkumer Skûtsje met schipper Klaas Kuperus en bemanning. Bovendien fungeert Sanco Processing BV als sponsor van de lokale trots die in 2016 het kampioenschap in de A-Klasse IFKS wist binnen te slepen en afgelopen seizoen, met wat pech, net buiten de prijzen viel. De geschiedenis en de manier van werken van Sanco Processing BV is zo ondertussen wel bekend, de afgelopen jaren hebben we een aantal mooie projecten gedaan. Sproeidroger voor erwten eiwit in België De erwt bestaat uit een deel pulp, een deel vezels en een deel eiwit. De pulp gaat retour als zijnde veevoer, de vezels worden ook gedroogd maar met een ander soort proces, het kleinste deel, het eiwit, wordt behandeld en als een concentraat op onze sproeidroger gedroogd. Om 1000 kg/uur erwten eiwit poeder te maken is nogal eens een erwtje nodig… Sproeidroger voor wei eiwit in Polen Het wei eiwit wordt veelal gebruikt voor de sportdrankjes en voeding supplementen. In onze sproeidroger komt er een puur wei eiwit poeder uit. Als je teveel van dit pure poeder oppeuzelt krijg je een erg dikke nek.

Evaporators & Dryers Waardwei 9 | 8754 EV Makkum Tel: 0515 23 11 77 www.sancoprocessing.nl

14

Grote sproeidroger ombouw in Nederland Het vervangen van oude luchtverhitters voor nieuwe luchtverhitters. Bij sproeidrogen is warmte noodzakelijk om het water in het product te kunnen verwijden (waterverdampen). Het gaat hier om zeer hoge temperaturen om het water te kunnen verdampen zodat de vaste stof (poeder) overblijft. In dit geval indirecte luchtverhitters met een uitlaat temperatuur van 400 °C.

We zijn ook veel bezig met het besparen van energie. Bij onze installaties zijn zonnepanelen geen optie, maar door het terugwinnen van warmte kunnen we veel energie (gas/stoom) besparen. Dit is natuurlijk een hot item wereldwijd en het behoort bij elk project van ons tot de prioriteiten. Een ander dingetje is dat sproeidrogers erg explosief kunnen zijn, veel fijn poeder, een hoge temperatuur en zuurstof. Iedereen kent het trucje van het koffiemelk poeder op een theelepeltje. Dat hebben wij in onze sproeidrogers in het kwadraat. Om mensen en apparatuur te beschermen tegen eventuele explosies zijn wij continue bezig met het beveiligen van onze sproeidrogers, en vooral de mensen die er mee moeten werken, volgens de Europese richtlijnen. Namens Sanco wensen wij iedereen weer een mooi zeilseizoen.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Jan Heida bouwt op gevoel

Chris van den Berg wil vooruit Een gemiddeld veertiende klassering in de jaren 2015-2018. Daarmee joeg Chris van den Berg uit Amsterdam de toppers in de klasse a-klein van de IFKS geen angst aan. Maar komend seizoen wordt alles anders. Van den Berg wil vooruit, zijn bemanning is gemotiveerd Jan Heida van Heida Steelproducts uit Lemmer verlengde afgelopen winter de ‘Hoop op Zegen’ [S 879 N], bracht de roef naar voren en verplaatste de mast naar achteren. Het ziet er, mooi crème gelakt, weer als een plaatje uit. Het klavertje in het grootzeil zal de komende jaren dichter bij de voorhoede zeilen. Misschien zelfs wel beter dan het in 2014 deed, toen Eelke Boersma met hetzelfde schip zesde werd in de klasse a-klein.

Rijke historie

Zoals alle wedstrijdschepen heeft de ‘Hoop op Zegen’ een roemruchte geschiedenis. Gebouwd in 1909 op de werf van Molle van der Werf in Sneek voor Reitze Elzinga uit (de) Hommerts. Na veel omzwervingen via G. Pascal kwam het schip in handen van de onvergetelijke Leeuwarder IFKS-medeoprichter Chris van den Berg. Die liet er eerst Theo Ferwerda op zeilen. Daarna, in 1984, was hij zelf schipper. Maar toen dat niet goed te combineren viel met het besturen van de IFKS-organisatie, kwam schoonzoon ­ Dirk Zeilstra aan het helmhout. Deze man, getrouwd met Ans, overleed op 16 november 2015. Maar in de historie van de IFKS is hij onvergetelijk, omdat hij een zeer speciaal duo vormde met zijn tegenpool Yde Schakel, ook een begaafd ondernemer. Als we via www.skutsjehistorie.nl het hele lijstje schippers en eigenaren doorlopen, stuiten we op de nodige verrassingen. Zo komen we de Grouster Kees Meter tegen, die ooit, net als tegenwoordig Cees Riezebos, met een bemanning van senioren deelnam. Een weergaloos succes werd het toen niet, maar het was wel een mooie episode. En dan is het nu aan Chris junior om met ‘de Hoop’, zoals ze het schip in de familie liefkozend noemen, te excelleren. Hij droeg eerst zijn vaders naam Zeilstra, maar koos na een scheiding voor die van zijn moeder, en van opa. Ze zijn nu trouwens weer bij elkaar, pa en ma. En Dirk Zeilstra, die in 1984 zelf stuurde, heeft nu weer een belangrijke positie op het skûtsje.

Vooruit!

De jonge Chris van den Berg zeilt sinds 2015 met het fraaie scheepje met het mooie zeilteken, een klavertje. Daarvoor was IFKS-bestuurder Eelke Boersma jarenlang schipper, van 1998 tot en met 2014. Er zijn in het verleden wel een paar goede uitslagen mee bereikt, maar de laatste jaren ging het toch vooral om het plezier. Daar moest van eigenaar Chris nu maar eens iets aan veranderen. Van het bemanningsteam bleven de sportmensen over, die samen voor de overwinning willen gaan. En Jan Heida Steelproducts in Lemmer kreeg opdracht om het skûtsje aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dat betekende verlenging van de oorspronkelijk 15,31m tot iets minder dan 17,10 meter, het naar voren verplaatsen van de roef – zodat er meer ruimte op het achterdek is gekomen – en het naar

achteren verhalen van de mast. Die staat nu op het randje van wat bij de IFKS is toegestaan, om optimaal rendement te halen uit de ‘motor’ van zo’n zeilschip, de mast met de zeilen. Chris vindt het een leuke uitdaging, om nu eindelijk eens weer de strijd aan te kunnen binden met de toppers in de kleine a-klasse van de IFKS. Daar is de afgelopen jaren al het nodige veranderd na het vertrek van Piter Jilles Tjoelker met zijn ‘Engelina Smeltekop’ en eerder Jaap Hofstee met ‘’t Swarte Wief’. Age Bandstra kon mede daardoor vorig jaar na een spannende strijd winnen met zijn ‘Avontuur’. Met maar liefst achttien concurrenten kan hij vol aan de bak.

Op het gevoel

Jan Heida uit Lemmer, die met zijn Steelproducts een goed gevulde orderportefeuille heeft, is ineens een gewaardeerd skûtsjeman geworden dankzij de zeer geslaagde verlenging van de ‘Doarp Grou’. Die werd twee jaren achtereen, in 2017 en 2018, kampioen bij de SKS. Nu kreeg hij de eervolle opdracht van Chris van den Berg om dit skûtsje helemaal aan te passen voor de wedstrijdzeilerij. Enige eigenzinnigheid kan de Lemster scheepsbouwer niet ontzegd worden. Dat is geen wonder als je geregeld grote, kapitaalintensieve opdrachten mag uitvoeren. Het is ook geen luxe, want anders dan Heida had verwacht, wordt hij niet strak op de huid gezeten door kritische IFKS-surveyors. Ze wachten rustig af tot hij zijn werk heeft gedaan en kijken dan of alles aan de eisen voldoet. ‘Dêr moast ik earlik sein wol wat oan wenne,’ aldus Heida – die een veel strakker SKS-regime gewend was. Heida doet in de detaillering veel op het gevoel. Dat moet met een druk beklant bedrijf in de nautische sfeer wel. En hij kreeg van Chris van den Berg ook de vrije hand om zijn vakmanschap te laten spreken. Zo is de ‘Hoop op Zegen’ minder geknikt dan wellicht toegestaan zou zijn, omdat het huidige skûtsje al een prachtige lijn heeft. ‘In sintimeter of fjouwer, fiif, mear hoechde net,’ aldus Heida. ‘Soks dochst op it gefoel, op it each.’ Bij de verplaatsing van de mast kwam natuurlijk de duimstok wel van pas, maar uiteindelijk is het ook het oog van de meester dat het laatste streepje bepaalt. En dan moet alles natuurlijk nog naar behoren gestrookt en gelast worden, zodat je een lenig scheepje houdt. Want dat is de ‘Hoop op Zegen’ volgens vroegere schippers altijd geweest – ondanks de roerige geschiedenis van inmiddels 110 jaren.

Positieve trend

De aanpassing van de ‘Hoop op Zegen’ in een streven naar betere prestaties past volgens Heida en Van den Berg in een trend. Aan de ene kant taant de belangstelling voor ‘pretentieloos’ spelevaren, zodat prijzen onder druk staan en jachthavens zelfs te maken krijgen met ‘weesboten’ zonder traceerbare eigenaar.

Het ‘Klavertje’ tijdens de IFKS-wedstrijd bij Sloten in 2017. Nog in oude staat.

In de hal bij Jan Heida in Lemmer. Klaar voor de verlenging.

ROER ONDER WATER Een van de mooiste verhalen uit de recente skûtsjehistorie is met de ‘Hoop op Zegen’ verbonden. Het was in de tijd van Chris ‘Kiki’ van den Berg, die de gebroeders Schweigmann op zijn fraaie schip liet varen. In een droge hoek van het Slotermeer raakte het roer de grond. Omdat het niet goed geborgd zat, pikte het uit de vingerlingen en verdween. Chris, die in de buurt was, charterde onmiddellijk een professionele duiker van wie hij nog geld tegoed had. Die kwam in volle uitrusting met een bootje langs om het verdwenen roer op te sporen. Dat was niet zo moeilijk. Ter plaatse was het volgens de inmiddels overleden Chris sr. amper een meter diep, zodat de duiker met zijn flessen de grond raakte en het roer vlot weer boven water was. Aan de andere kant wordt er aan de bovenkant van de markt weer volop geïnvesteerd, waarbij ook rekening wordt gehouden met steeds belangrijker geworden factoren als weerstand, stroomlijn en duurzaamheid. Want als je die beheerst, vaar je energiezuiniger en schoner, en lever je in wedstrijden

betere prestaties. ‘Dat maakt het mooier,’ zegt Chris. ‘Je doet toch aan de sport mee om te winnen. Of niet dan?’ Een vergelijkbaar gevoel komt Jan Heida geregeld tegen bij klanten die vooral voor kwaliteit gaan – en pas daarna de prijzen in offertes met elkaar vergelijken.

Er is ruim anderhalve meter tussen gekomen. Chris van den Berg wil met de ‘Hoop op Zegen’ niet langer achteraan varen.

15


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

SKÛTSJEBEHANG Een mooie skûtsjefoto als behang! Tover een saaie muur om in een prachtige fotowand. Het fotobehang is geen gewoon behang, maar bestaat uit één deel, is supersterk, scheurt niet en is gemakkelijk af te nemen. Eenvoudig zelf aan te brengen.

MAATWERK MOGELIJK TOT OP DE CENTIMETER!

Voor formaten en prijzen ga je naar: www.thomasvaer.frl ‘afdruk bestellen’

Een foto van je eigen/favoriete ­skûtsje aan de muur?

www.thomasvaer.frl

Volg Thomas Vaer op Facebook: www.facebook.com/thomasvaerfotografie

Want Skûtsjesilen is noordelijk, sportief en populair

Skûtsjekrant ligt bij Poiesz De Skûtsjekrant wordt altijd verspreid via alle ­zeventig Poiesz-winkels. Vele duizenden exemplaren gaan zo de wereld in, naar de klanten.‘Dat past prima bij ons winkelconcept’, zegt Jan H ­ oitema van het hoofdkantoor van Poiesz in Sneek. ‘Skûtsjesilen is een noordelijk evenement. Het is sportief en populair en het blijkt veel mensen aan te spreken. Als Hoofd Marketingcommunicatie geeft hij het concept van de noordelijke winkelketen mede inhoud. Poiesz maakt zich in zijn profilering van de winkels onder meer sterk voor noordelijke streekproducten. Dat past in een populair geworden trend onder bewuste consumenten. Het kost min-

der kilometers om ze aan te voeren, wat goed is voor het milieu. En het is vers, ook een troef waar Poiesz op inzet. De skûtsjes passen daarbij. Sinds jaar en dag is Poiesz er als medesponsor van de SKS bij betrokken. Dit jaar kunnen klanten en relaties met het Lemster skûtsje mee, als prijs, licht Hoitema toe. Bovendien vaart de grote Poieszboot bij de finale van de SKS-competitie op vrijdag 9 augustus bij Sneek op de Snitser Mar, met aan boord wel zo’n honderd klanten die mee hebben gedaan aan de winactie. ‘We laten het niet bij woorden. We doen er ook actief wat aan.’ Voor de Poiesz-klanten is het leuk dat ze nu gratis deze mooie Skût­ sjekrant kunnen krijgen. De meeste exemplaren worden uiteraard verspreid via de 50 Friese Poiesz-winkels. Maar omdat er ook in Groningen en Drenthe behoorlijk wat belangstelling voor het evenement blijkt te bestaan, liggen daar de kranten ook.

Het persoonlijke karakter

Bij Poiesz vinden ze het persoonlijke belangrijk en dat vertaalt zich naar de rol van de medewerkers op de winkelvloer. Daar is de nieuwe winkelformule 2.0 ook op ingericht. Die lijn wordt

16

overal in doorgetrokken. Zo traint de bekende kok Reitse Spanninga de koks van Poiesz om inhoud te geven aan het kookconcept ‘Wat maak je me nu’, dat al een paar jaar loopt. Daarin doen consumenten inspiratie op voor lekker koken met vooral

noordelijke, verse producten. Die lijn wordt zover mogelijk doorgetrokken, al schrikken ze bij Poiesz niet van een lekker stukje Iers vlees. De koks leren van Reitse niet alleen koken, zegt

Hoitema, maar vooral ook hoe je het enthousiasme op mensen kunt overbrengen. ‘Want dat kan R ­ eitse natuurlijk als geen ander.’ Het is de kunst om van het winkelen een feestje te maken. De koks en ander bedienend personeel spelen daar elk hun eigen rol in, aldus Hoitema. Daar hoort de creatieve toets bij die Spanninga als topkok kan bieden, en een informatief programmaboekje. Dit laat zich goed combineren met informatie over producten, bijvoorbeeld over het aantal calorieën. ‘Dat dringen we niet op: mensen moeten zelf beslissen wat ze eten. Maar we informeren ze wel.’ Bij al die informatie komt nu dus een krant, naast alles wat Poiesz zelf via zijn eigen media uitdraagt. Een leuke actie is het, ook voor de redactie van de Skûtsjekrant en Uitgeverij PENN.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Douwe Visser vond Kris Heijnis en won

‘Leer anders te denken’ Hou dan toch op, zei Hetty. Haar man Douwe zat als een gebroken man in de stuurhut van zijn binnenschip. Meermalen kampioen geweest bij de SKS. Maar nu had hij geen grip meer op het team. En het hoefde voor hem ook niet meer. Zo begon het contact tussen schipper Douwe Jzn. Visser uit Sneek en trainer-coach Kris Heijnis uit Akkrum. Of eigenlijk zat daar nog een schakel tussen, Peter de Jong. Die was toen voorzitter van de SKS. Nu werkt hij bij de gemeente Súdwest Fryslân en is hij bestuurslid van de Stichting Foar de Neiteam. Deze Peter de Jong was ook de man die bemanningslid Douwe Visser naar voren schoof toen in 1988 Jan van Akker met gezondheidsklachten kampte en twee keer achtereen voorlaatste in het SKS-klassement was geworden. Maandag 4 maart vertelden Visser en Heijnis in Fries en Nederlands aan een mooie ploeg donateurs van het Lemster skûtsje wat er vervolgens gebeurde. Dat werd met grote aandacht beluisterd. Want Douwe is een broer van de Lemster schipper Albert, en bij de SKS was tot zijn vertrek als schipper vorig jaar niemand succesvoller.

Altijd op jezelf

De schipper op zijn binnenschip vormde – en vormt misschien nog – met zijn familie een eiland op de grote wereld. Ze gaan onderling vrij intensief met elkaar om, maar hebben met de rest weinig te schaften. ‘Wy seagen suver gjin oare minsken. Of it moast de family wêze op in oar skip, dan leine wy soms by elkoar. Mar dat duorre noait sa lang.’ Een eenzaam bestaan van mensen die in vrijheid leefden, dat was en is de charme van het schipperschap. Dat typeerde het ouderwetse skûtsjesilen ook. Er deden allemaal bekenden aan mee, die je niet hoefde te zeggen wat ze moesten doen. Elk had zijn eigen taak, die hij – het waren vrijwel altijd mannen – zo goed mogelijk volbracht. Kritiek werd amper geleverd. Het was ook niet welkom. Want als iemand vond dat er te veel op hem werd gekankerd, stapte hij boos van het schip. Trainen? Dat deed je niet. De meesten hadden er geen tijd voor. Pas vlak voor de eerste wedstrijd van de nieuwe competitie stapte je in Grou aan boord. Dan deed je elf wedstrijden je best, en dat was het dan voor dat jaar. Zo schetste Douwe Visser deze maandagavond in de Beachclub in Lemmer de omstandigheden waarin hij ‘aan boord’ opgroeide en dertig jaar geleden op jeugdige leeftijd als skûtsjeschipper begon. Dat bepaalde feitelijk zijn wereldbeeld, waarmee

hij in de moderne zeilerij onvermijdelijk vastliep. Want er was niet zo veel meer aan. Als je succes boekte, lag dat vooral aan het materiaal. Nieuw tuig, betere mast, minder gewicht. Dat Douwe een paar keer met zijn bemanning kampioen werd, vond hij mooi, vooral de eerste keer. Maar daarna was ook dat niet zo bijzonder meer. De echte uitdaging was er niet. Daarom wilde hij eind jaren negentig stoppen, zei vrouw Hetty ‘hou er dan mee op’ en adviseerde Peter de Jong om toch eerst eens met Kris Heijnis te praten.

Een uur te laat

Om twee uur in de middag hadden Douwe en Kris in Akkrum afgesproken. De schipper kwam pas tegen drieën. Want een TomTom hadden ze toen nog niet in de auto, Kris woont aan een doodlopende weg en Douwe kan op het water beter de weg vinden dan op land. Zo vertelde hij het tenminste. De waarheid zal wel zijn dat hij er tegenop zag en dat hij het ook niet al te serieus nam. Want dan kom je wel op tijd. Toch waren de heren al gauw in gesprek, en interesseerde de één zich voor de verdieping die de ander bood. Want ook Kris had natuurlijk zijn verhaal. Zijn vak is het om voor bedrijven met teams de uitdaging aan te gaan om beter te functioneren. Dat kan tot de onthutsende conclusie leiden dat volgens de mores van een groep ‘je best doen’ niet echt op prijs wordt gesteld. Want dan ben je een uitslover. De schipperswereld die Douwe vertegenwoordigde, kende Kris niet van binnenuit. Maar hij had wel vlot door dat de Sneker schipper ‘met de kloten voor het blok’ zat. Anders gezegd: geen meter vooruit kwam in zijn persoonlijke groei en de omgang met anderen. Ze hebben een jaar lang geregeld met elkaar gepraat over hoe het op een skûtsje als de Sneker Pan anders en beter kon. Wat je met een team kon bereiken als je naar elkaar luisterde. Hoe dan het skûtsjesilen weer een leuk spelletje kon worden. Daarbij leerde Kris dat sommige mensen gewoon hun eigen dingen doen zonder zich van een ander veel aan te trekken. En Douwe ontdekte hoe verschillend al zijn bemanningsleden met de skûtsjesilerij omgingen. Voor de een was het een weg naar

Douwe Visser en Kris Heijnis geven sinds samen presentaties voor ondernemers in de bouw, familiebedrijven en watersportverenigingen.

In 2016 werd Douwe Visser voor de laatste keer kampioen. De titel haalde hij al voor de slotwedstrijd in Sneek binnen.

roem en eer, voor de ander een vlucht uit een saai bestaan en voor een derde sport: de strijd met anderen en met de elementen. Het eerste wat Douwe leerde, was om daar oog en oor voor te krijgen. Minder preken hoe het moest, en meer bekijken hoe het ging. Dan was ‘winnen’ ook niet meer het ultieme doel, maar een bijvangst – vooral afhankelijk van de kwaliteit van de spullen, de handigheid van de zeilers en geluk.

Zeilen is leuker

Een van de dingen die Douwe ontdekte, was dat zeilen veel leuker kan zijn als je serieus met alle aspecten van de sport bezig bent. Want sport is het, als je er alle vrije tijd in steekt, er dingen voor laat staan en oefent. Zo introduceerde Kris een vragenlijst waarop bemanningsleden konden schrijven wat volgens hen een belangrijke succesfactor was. Sommigen schreven het succes toe aan de steun van de ‘achterban’- waar Douwe nooit serieus mee bezig was geweest. En specifiek trainen op bepaalde vaardigheden? Welnee. ‘As wy oefenen, wie it faak in pear rûntsjes farre.’ Pas later werd er bewust getraind op details van het betere skûtsjesilen. Gaandeweg ontdekte Visser ook dat ‘het team’ met al zijn eigenaardigheden belangrijker is dan de individuele schipper. En vanuit het belang dat aan steun van de achterban wordt gehecht, kreeg hij oog voor vaak verzwegen aspecten. Het kan echt voorkomen dat iemand het in zijn maatschappelijk of persoonlijk leven te druk heeft om met het skûtsje te presteren. Accepteer dat maar. Zo leerde Douwe Visser via Kris Heijnis hoe rijk het leven van een skûtsjeschipper kan zijn. En Kris op zijn beurt leerde als ongehonoreerd trainer-coach welke aspecten allemaal een rol kunnen spelen in het halen van een succes. Dat is veel meer dan hard ploeteren op een snel schip. ‘Geweldich yntressant,’ vond Huite Zonderland het verhaal van Douwe en Kris. De Lemster donateurs, wier aantal onder zijn voorzitterschap de duizend inmiddels is gepasseerd, onderstreepten dat met applaus.

MET DE NOORDERZON VERTROKKEN De ervaringen met Douwe Jzn. Visser heeft Kris Heijnis verwerkt in een leuk boek met allemaal schippersuitdrukkingen die van toepassing zijn op de omgang met teams. Het draagt als titel ‘Met de kloten voor het blok’. Dat doet het altijd goed. Aan lagerwal raken. Ruimschoots varen. De wind tegen hebben. Het zijn allemaal gezegdes die we gemakkelijk begrijpen. Moeilijker is het begrip ‘met de noorderzon vertrekken’. Dat legde Kris Heijnis apart even uit. Vroeger onderscheidde men een viertal zongestalten. De oosterzon kwam op en stond voor de vroege ochtend, de zuiderzon stond hoog aan de hemel en gold als het middaguur, de westerzon daalde, als teken van de avond daarna weer en de noorderzon, middernacht, was dan niet meer te zien. ‘Met de noorderzon vertrekken’ is stiekem verdwijnen zonder dat iemand weet waar je gebleven bent. Douwe Visser vertelde de donateurs in Lemmer wat hem als jonge schipper meermalen was overkomen: dat een altijd gewaardeerd bemanningslid ineens verdwenen was en niet meer terugkeerde. Of, dat kwam ook voor, dat iemand die altijd veel voor het skûtsje had gedaan, pardoes door de schipper werd bedankt en niet terug hoefde te komen – omdat hij aan het teamverband weinig toevoegde. Ook zo iemand vertrok, in de beleving van zijn teamgenoten, met de noorderzon. Door de omgang met Kris Heijnis leerde Douwe Visser hoe belangrijk zulke bemanningsleden altijd zijn geweest. En dat ze dus een fatsoenlijk afscheid verdienen, en een vertrek door de voordeur, oftewel met de Oosterzon.

GERICHT EN EFFICIËNT TRAINEN Schipper Albert Jzn. Visser van het Lemster skûtsje is niet ontevreden, zei hij maandag 4 maart tijdens de donateursavond. Wel waren hij en zijn bemanning ernstig gefrustreerd doordat ze in de laatste wedstrijd van 2018 de kans niet grepen om op het podium te klimmen. Want ze hadden nog lang meegedaan voor de titel. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Met een op onderdelen weer vernieuwde bemanning en een mooi ontworpen tuigage gaat Lemmer er komend seizoen wéér voor. Dat is afgelopen winter al begonnen met groot onderhoud aan het skûtsje, wat de onderlinge band heeft versterkt. Het is voortgezet tijdens trainingsrondjes in de Lemster baai. Albert vertelde dat bij dat trainen niet zomaar wordt gevaren. Er is een heel schema gemaakt van details die de bemanning beter wil leren. Dat kan betekenen dat toevallige voorbijgangers het Lemster skûtsje op één avond wel tien keer om dezelfde boei zien varen. Of uitentreuren starten. Dat komt dan niet doordat de schipper lui of gek is geworden, zei Albert Visser, maar om efficiënt het ronden van de boei en het starten beter te leren.

17


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

‘Onze smaak is allereenvoudigst, we zijn altijd tevreden met het beste.' (VRIJ VERTAALD NAAR OSCAR WILDE)

In vier stappen een perfect pak stap 1: We nemen uw maten precies op en u probeert eventueel een aantal van onze ‘paspakken’ of ‘pasjasjes’ om te kijken welke modellen u aanspreken.

stap 3: Om het pak of kolbert helemaal ‘af’ te maken, kunt u op de binnenkant uw naam, de naam van uw bedrijf of bijvoorbeeld uw trouwdatum laten borduren. pakkenafdeling Sneek

stap 2: U kiest stoffen, voering en knopen. Voor ons maatwerk werken we met toonaangevende stoffen. Deze stoffen zijn soepel, kreukherstellend en hebben een stijlvolle uitstraling.

Stap 4: Na drie tot vier weken is het maatwerk klaar. Heeft u eenmaal bij ons een maatpak of maatkolbert laten maken, dan slaan wij alle gegevens op in onze computer, zodat we een volgende keer precies de maten en modellen weten.

pakkenafdeling Leeuwarden

maatpak vanaf € 499,-

www.janeringa.frl SNEEK OOSTERDIJK 20 8601 BT SNEEK T (0515) 41 32 16 LEEUWARDEN GROENTEMARKT 11 8911 JB LEEUWARDEN T (058) 212 18 57 Adv Goliath A4 2014:Adv Goliath A4 2014

WOLKOM in ’t Schippershuis van Terherne ’t Schippershuis verwelkomt u graag in het hart van Terherne. Het aan het water gelegen hotel, biedt u de ideale kans om deze prachtige kant van Friesland te ontdekken. Omgeven door gastvrijheid, ambachtelijke producten en het moderne maar landelijkeinterieur kunt u genieten van de Friese streekproducten waar onze chef-kok Mark van Noord graag mee kookt.

’t Schippershuis bestaat uit 10 hotelkamers, verschillende terrassen aan het water, een loungehoek met haard, ontbijtgedeelte en een sfeervol restaurant. Vanaf 2018 hebben wij nu ook een overdekt terras en verwarmd terras aan het water! Kortom genieten van de heerlijke keuken, Friese wateren en gastvrijheid.

24-01-2014

• Aanwezig

09:36

Pagina 1

ACTIEF IN EUROPA

op diverse beurzen

Neem contact op met 1 van onze makelaars bij u in de buurt of neem contact op met ons hoofdkantoor 0031(0)515-560410.

• Dagelijks nieuw aanbod

Nr.

1

in verkoop en service

• Eigen verkoophavens

• Schepen in

vele maten en prijzen

el hebben Momente dan 1000 we meer s per dag bezoeker

Scan deze QR-code en u gaat direct naar onze site.

’t Schippershuis is de unieke locatie om elkaar te ontmoeten en te blijven slapen ‘t Schippershuis Terherne • Buorren 69, 8493 LD Terherne 0566 745010 • info@tschippershuis.nl • www.tschippershuis.nl 18

Reclame van méér dan 850 schepen op méér dan 20 botensites! Meer weten? Neem contact op met Sjoerd Kampen: 0031(0)6-54723943 of mail naar info@goliath.nu en/of sjoerd@scheepsmakelaardijgoliath.nl U kunt ook contact opnemen met ons hoofkantoor: 0031(0)515-560410 of mailen naar info@scheepsmakelaardijgoliath.nl | www.scheepsmakelaardijgoliath.nl


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Voor de prijzen

Grote beurt Drachtster skûtsje In dienstjaren is het Drachtster skûtsje het oudste van de vloot. Nu is het weer als nieuw, met als voornaamste verbetering herstel van het vlak en de sporen en de aanhechting aan de spanten. De scheg en de ‘loefhâlder’ zitten volgens schipper Jeroen Pietersma nog wel een beetje krom. Maar verder is Drachten klaar om mee te doen voor de prijzen.

we sponsoren Chiel Bolt (transport en jachthaven), Haiko van der Werff (scheepsbouw en jachthaven) en Johan Mast (jachtschilders) is het skûtsje zo opgeknapt dat het komend seizoen wellicht weer voor de prijzen mee kan doen. Jeroen Pietersma en zijn bemanning zijn er klaar voor. Dat waren ze al een paar jaar, na mooie teambuildingssessies, waarbij de hele bemanning op scherp is gezet. ‘Wy ha der doe apart ien by hân dy’t der ferstân fan hat. Dat levere doe fuort resultaat op, in fyfde plak yn it klassemint.’ Maar nu iedereen zijn bijdrage levert in het schilder- en trimwerk, nadat vakmensen van Mast de romp secuur hebben geplamuurd, zijn ze in Drachten tot het uiterste gemotiveerd. Dat ze vorig jaar in de finale een hoofdrol speelden door Sytze Brouwer met Heerenveen te verslaan, hielp daar natuurlijk bij. ‘Dat wie prachtich,’ zegt Jeroen. ‘Dan bist even út ’e skroeven. Mar it moast fansels folle faker sa kinne.’

‘Pear rustplakjes’

TIjdens de SKS van 2016 bezette Jeroen Pietersma een vijfde plaats in het eindklassement.

Najaar 2018 besloten schipper, bemanning en commissie dat het Drachtster skûtsje flink aangepakt moest worden. Geen half werk, was de algemene opinie. Jeroen was er al een paar jaar eerder achter gekomen dat het vlak op meerdere plekken los van de spanten lag. Klinknagels gebarsten of doorgeroest, dat heb je vaker met oude werkschepen die zwaar onder druk staan. Maar op een wedstrijdskûtsje is dat soort afwijkingen

ernstig. Want het schip kan tijdens een wedstrijd zomaar gaan lekken, zoals Hidzer Meeter een keer met het Earnewâldster skûtsje meemaakte. En dat een los en ‘bryk’ schip niet lekker stuurt, kan Siete Eilderts Meeter indertijd van Leeuwarden je wel vertellen. De ongezonde beweging in de romp voelde Jeroen dus, vooral in de meedogenloze zwaarweerwedstrijd van vorig jaar bij Stavoren. Met de warme steun van de trou-

Het was Jeroen tijdens een wedstrijd en in de winter al eerder opgevallen dat er een paar roestplekjes op het vlak verschenen op plekken waar je ze niet wil hebben. Bij nadere inspectie bleek dat er in het binnenste van de romp niet een paar klinknagels los zaten, ‘mar best wol in hiele soad,’ vertelt Jeroen. Toen was wel duidelijk dat de mastfundatie ook vernieuwd moest worden om bestand te zijn tegen de enorme krachten die soms op het grote rondhout worden uitgeoefend. Dat daarbij ook de ophanging van het roer in beeld kwam, is voor de kenners niet meer dan logisch. Natuurlijk staat er nog veel meer op het verlanglijstje. ‘Mar wy binne no ien kear gjin kommisje dy’t samar even 150 tûzen euro op tafel lizze kin.’ Dat de kromme scheg en loefbijter niet recht werden getrokken en de kop exact in lijn kwam met de kont, heeft een andere oorzaak. ‘Oaren ha dat noch wol dien, mar by ús mocht dat net,’ zegt Jeroen. ‘Wol spitich fansels, want it stjoert wat minder en hast suver in rem op it skip.’ Nou ja, onder het schip, in dit geval.

Mooie klasseringen

Drachten doet al mee zo lang als de SKS bestaat – en nog langer. Ooit was de ‘Twee Gebroeders’ van T.T. van der

EEN ROEMRIJKE TRADITIE Schipper Tjalling van der Veen liet in 1912 bij de Roorda’s op de ­Piipster Werf een skûtsje bouwen dat de naam ‘De Twee Gebroeders’ kreeg en geregistreerd werd onder nummer [L 1318 N]. Het was met een lengte van 18,53m flink aan de maat, al kon het wel wat breder dan 3,58m. Aan die breedte verander je niet zo makkelijk wat, want dan zou het hele vlak eruit moeten, plus de sporen en de spanten. Maar de lengte is in de loop der jaren wel meegegroeid met de veranderende eisen. Nadat het accountantsduo Van der Veen en Van der Woude in 1955 het Drachtster skûtsje voor de wedstrijdsport bij de SKS hadden gered, won Aldert Hoekstra er als schipper nog wel eens een prijsje mee. In 1958 werd Drachten zelfs tweede in het klassement met toen negen deelnemers. Dat waren nog eens tijden. Maar na het vertrek van Van der Woude naar Canada stond Akko van der Veen er alleen voor. Hij hechtte zeer aan de originaliteit. Maar als particulier persoon had hij natuurlijk ook niet dezelfde middelen als de eigenarencommissies, die toen overal werden opgericht. Want die kregen wel de sponsoren, die voor een gewone accountant onbereikbaar bleken. Van der Veen speelde met name in 1977, een crisisjaar voor de SKS, een zeer belangrijke rol. Het SKS-bestuur trad toen onder aanvoering van voorzitter Alex Brinksma collectief af na beledigingen en bedreigingen van onder meer Lodewijk en Siete Meeter. Inzet was een door de onlangs overleden Prof. Ir. Jelle Gerritsma uitgewerkte zeilformule, die de schippers naar hun smaak te veel aan banden legde. Van der Veen was wel voorstander van zo’n ‘normalisering’, in een tijd dat de masten tot in de hemel groeiden en er steeds meer wedstrijden vanwege de harde wind afgelast moesten worden. Een paar keer is het Drachtster skûtsje, inmiddels in een stichting ondergebracht, flink opgeknapt. Dan ging het vaak ook wel wat beter. Maar topklasseringen, zoals de derde plaats van Douwe Azn. Visser in 2003, bleven uitzonderingen. Hopelijk gaat het nu beter. Drachten verdient het, Jeroen Pietersma en zijn bemanning niet minder.

De beslissing van het kampioenschap viel in 2018 op de laatste dag. Drachten speelde hierin een bepalende rol, door tussen Grou en Heerenveen de tweede plaats op te eisen tijdens de finaledag. Zuur voor de Heerenveners, voor Jeroen Pietersma en de zijnen een puike prestatie.

19


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

MOTORINSTRUMENTEN GEMAAKT VOOR EN DOOR WATERSPORTERS

Ankreo, de spudpaal voor het optimale gemak bij het afmeren. Eenvoudig voor anker met één druk op de knop.

Afmeren zonder stress! www.ankreo.nl 0653354440

Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? CN Instruments heeft een heldere lijn instrumenten voor aan boord ontworpen en geproduceerd: eenvoudig in te bouwen, simpel in gebruik én zeer voordelig geprijsd. Of het nu gaat om temperatuur, waterdruk of snelheid, voor elk gebruik heeft CN Instruments de juiste meter. Kijk op de site voor het volledige assortiment en vooruit, alle handleidingen met inbouwinstructies staan er ook gelijk voor je klaar.

vind je dealer op

www.MOTORINSTRUMENTEN.NL Verkoop via Combi Noord - www.combinoord.nl - 0566 620 909

Zijsling en Zonen Bagger- en Aannemersbedrijf Zijsling en Zonen B.V

Zijsling Zand en Grind B.V.

Uw partner in:

Handel in:

Baggerwerkzaamheden

Zand

Ploegwerkzaamheden

Grind

Op- en overslag

Grond

Transport over water

Tegels en Klinkers

Bergingswerkzaamheden

Stortsteen

Riperwei 3

Kaeidyk 5

8623 XR Jutrijp

8711 HD Workum

0515-424603

0515-542153

info@zijslingbv.nl www.zijslingbv.nl 20

CN INSTRUMENTS IS EEN ONDERDEEL VAN COMBI NOORD B.V., GROU


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Veen een gevreesde tegenstander van iedereen die een prijs wilde winnen. Later zeilde Aldert Hoekstra uit Earnewâld er als ‘gastschipper’ van de ouder geworden Tjalling Tjibbes van der Veen op. Hij hield ermee op toen een jonge generatie sportschippers zich steeds minder aan de ongeschreven regels van de oude binnenvaart hield. Vooral aan het ‘flappen’, het boven de zeilen varen, had hij blijkens de overlevering een broertje dood. In 1967 stopte Aldert Hoekstra ermee. Hij werd toen tiende in het klassement. Na hem kwamen zijn zonen Hattum en daarna Wiemer en vervolgens ­Aldert Hattums Hoekstra, die met het in 1912 bij de Roorda’s gebouwde skûtsje niet goed konden meekomen. De D zeilde vaak in de achterste gelederen mee, soms een mijl achter de rest aankomend. Er werd maar zelden meer een wedstrijd gewonnen. Meestal bij zwaar weer, als anderen er last van kregen dat er te veel oud ijzer uit was gesloopt. Ook deelname van Frans Huitema als schipper in de jaren 2000 en 2001 was geen succes. Maar dat een goed getuigd, keurig getrimd en kundig gestuurd Drachtster skûtsje toch wel goed kon meekomen, bewees Douwe Alberts Visser in 2003. Hij won dat jaar twee dagprijzen en kwam met een derde plek op het podium. Jammer dat Grou hem ‘wegkocht’. Maar ook Jeroen is met zijn ploeg al vijfde geworden. Dat was in 2016, toen een nieuwe ‘set’ van zeil en fok was aangeschaft. Eerder was Albert J. Visser, neef van de andere Albert, een

jaar vierde met Drachten, voordat hij naar Lemmer vertrok. ‘It moat der wol yn sitte,’ zegt Jeroen. ‘Wy wolle sels wol, oan de ­ motivaasje leit it net. Mar it moat der ek út komme.’ Dan helpt het als je goede sponsoren hebt, de bemanning optimaal functioneert en er weinig meer aan het skûtsje mankeert.

Elk jaar beter

In het najaar van 2018 is afgesproken dat de Drachtsters van nu af aan hun skûtsje elk jaar beter willen maken. De grote dingen zijn nu bij voorrang aangepakt, mede op advies van de vakman Haiko van der Werff. Daarna gaat het om details, die natuurlijk ook niet onbelangrijk zijn. En wie weet ligt er dan straks wel weer een nieuwe investering te wachten, als de bij de SKS gehanteerde zeilformule nog eens kritisch is bekeken en op onderdelen gewijzigd. Binnen het bestuur houden verschillende mensen zich met het programma bezig. Want behalve geld is er ook technische kennis nodig. Jeroen zelf is geen domme jongen, weet iedereen in de skûtsjewereld. Hij heeft bij Douwe J. Visser op Sneek ook een uitstekende leerschool gehad, want hij maakte deel uit van het gouden team dat midden jaren negentig de Sneker Pan naar een reeks kampioenschappen bracht. Nu is de 47-jarige meubelmaker – kleinzoon van Albert van Akker van Leeuwarden, zoon van Benny Pietersma en broer van Gerhard van Earnewâld - zelf aan zet. ‘Se sizze datst soms hielendal op

De romp van de ‘Twee Gebroeders’ is groots aangepakt afgelopen winter en is weer helemaal strak. Alleen de scheg en loefhouder zitten nog scheef, maar dat mocht niet worden veranderd.

’e nij begjinne kinst mei in skûtsje dat sa ûnder hannen nommen is,’ zegt hij. ‘Wy sille it beleve. No, ik bin der klear foar.’ De Drachtster commissie is dat ook, en natuurlijk de gemeente Smallingerland, zeg maar Drachten. Want onder de vorige burgemeesters Bert Middel en Tjeerd van Bekkum werd het glorieuze nautische verleden van Drach-

ten al herontdekt, met de heropening van de Drachtster Feart als culminatiepunt. Een meelevende Drachtster weet nu weer waar de Piipster Werf van de Roorda’s stond en welk prachtig vakwerk er op Buitenstvallaat is geleverd, om van de Langewyk maar niet te spreken. In Drachten leeft het skûtsjesilen weer, natuurlijk ook in de slipstream

van de geweldig toegenomen watersport. Maar wil dat zo blijven, dan moeten er wel prestaties worden geleverd. Dat wist Akko van der Veen al toen hij in 1955 samen met Bouke van der Woude het skûtsje aankocht – als eerste niet-schipper bij de SKS. En Jeroen en zijn commissie weten dat evenzeer.

DRACHTEN WORDT WEER SKÛTSJESTAD De nieuwe ambities van het Drachtster skûtsje passen in een revival van Drachten als skûtsjestad. De ‘Doeke van Martena’ is daartoe als IFKS-skûtsje helemaal opgeknapt. Verder zijn er de ‘Jonge Trijntje’, de ‘Frysia’ en ‘De Liefde’. Honderdtien jaar geleden telde Drachten drie grote scheepswerven en één kleinere: de ­Piipster Werf van de Gebroeders Roorda, de Bûtenstfallaatster van vader Jan Oebeles en de zonen Oebele en Gurbe van der Werff, de Langewykster van Haike Pieters van der Werff en een werf aan de Noorder Dwarsvaart, die met de vorige was verbonden. De afgelopen jaren is er veel aan gedaan om de oude nautische glorie in ere te herstellen. Mee dankzij een paar particulieren (waaronder transportondernemer Schroor en projectonwikkelaar Hendrik Wind) werd de oude Roordalocatie aan de Drachtster Feart verfraaid met een herinneringsmonument. De heropening van de in de jaren zestig van de vorige eeuw gedempte Drachtster Feart zelf was op zich al een grote ingreep. Het aanzicht van het hart van Drachten is er compleet door veranderd. Het Smelnehûs, vroeger het gemeentehuis, is mede daardoor een drukbezochte horecagelegenheid geworden. En het mooie carillon staat nu

op een A-locatie, vlak bij de kruising van de hoofdstraat door het centrum en de vaart van west naar oost.

Nautische rijkdom

In 2013 werd ruim baan gegeven aan de Drachtster skûtsjegeschiedenis tijdens ‘Skûtsjejier Smallingerland. Toen was ook de eerste editie van de Turfrace Smallingerland en trokken behalve Drachtster skûtsjes ook het monumentale beurtscheepje ‘De Rot’ en ‘De Verandering’ van Sint Bekkema uit Boornbergum veel aandacht. Het was het jaar waarin op de Buitenstvallaatster werf van Haiko van der Werff de onttakelde ‘Jonge Trijntje’ op een ingrijpende restauratie lag te wachten en in Museum Dr8888 een expositie aan de skûtsjes werd gewijd. Dat is nu zes jaar geleden. Sindsdien is er van alles gebeurd dat de nautische rijkdom van Drachten en omgeving onderstreept. Vorig jaar droeg Smallingerland als gemeente een muzikaal-nautische happening bij aan Kulturele Haadstêd Leeuwarden/Fryslân. Afgelopen winter lag de ‘Doeke van Martena’ voor De Lawei, waar een expositie aan de skûtsjes werd gewijd. ‘De Liefde’ van cateraar Ebele Wijbenga werd een bekend theaterschip met als kleinste theaterlocatie een in België gekochte biechtstoel.

De ‘Jonge Trijntje’ vaart bij bijzondere gelegenheden als een soort representatieschip voor de gemeente Smallingerland rond. Jeroen van Keulen van Jorna Gedenktekens zeilt geregeld met kleinere groepen op zijn van Tom Schoegje overgenomen jachtskûtsje ‘Frysia’. En natuurlijk zeilt ‘De Verandering’ ook nog, en niet te vergeten ‘De Rot’ in Rottevalle.

Piipsters en Bûtenstfallaatsters

Sinds jaar en dag wordt de Drachtster geschiedenis geroemd om de snelle schepen die hier zijn gebouwd. ‘Piipsters’ en ‘Bûtenfallaatsters’ behoren elk jaar bij de SKS en in alle klassen van de IFKS tot de favorieten. Snelle Piipsters zijn zelfs vrijwel onbetaalbaar geworden, zo zeldzaam geschikt zijn die skûtsjes voor de wedstrijdsport. Tot nog toe bleven de in Drachten of Smallingerland domicilie houdende schepen een beetje achter bij deze successtory. De ‘­Doeke van Martena’ kwam in de kleine a-klasse van de IFKS niet verder dan de middenmoot. ‘De Verandering’ met nu Jelle Bekkema als schipper blijft voorlopig in de C-klasse. En het Drachtster skûtsje? Jarenlang kon dat niet om de prijzen meedoen. Met het aantreden van Douwe Azn. Visser als schipper veranderde dat al. Hij werd nog eens derde, een podiumplaats

dus, voordat hij door Grou werd ‘weggekocht’. Albert Jzn. Visser kon dit succes niet helemaal evenaren, en die is nu schipper op Lemmer. Dus is het nu aan de lenige J­ eroen Pietersma, broer van de Earnewâldster schipper Gerhard en net als velen gevormd op de ‘Sneker Pan’, om een nieuwe fase in te luiden. Vlak voor de winter is bij Drachten een vijfjarenplan aangenomen, waarin na een grote opknapbeurt het Drachtster skûtsje weer goed genoeg moet zijn voor een podiumplek. Jeroen Pietersma heeft er zin in, en zijn bemanning wordt volop bij de vooruitgang betrokken. Afgelopen jaar kreeg de skûtsjewereld al een voorproefje van wat er met aller inzet mogelijk is door de adembenemende finale op de Snitser Mar bij de SKS. Douwe Visser wist toen kampioen te worden door in één magistrale manoeuvre zowel Heerenveen te verslaan als Drachten de ruimte te geven. Als dat nu nog eens mocht gebeuren – en dan in meerdere wedstrijden …

Riemer de Graaf haalde de Doeke van Martena terug naar Drachten, waar het in 1906 op werf ‘De Nijverheid’ gebouwd werd. Geen snel wedstrijdschip, maar besef van een stuk folklore en historie is ook van groot belang voor het behoud van het varend erfgoed, was zijn mening. Deze zomer wordt Hans Brakkee de schipper, die tot vorig jaar aan de grootschoot zat.

21


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Na vrouwen en studenten nu senioren

‘De Tajefte’ moet blijvertje worden Geen schipper meer zijn, hooguit nog adviseur. Dat was de planning van Hindelooper Cees Riezebos, toen hij in januari 2018 zijn ‘Nooit Volmaakt’ overdeed aan zijn bemanning. Dat ging een zomerlang goed. Totdat hij de ‘Jonge Maaike’ zag liggen bij de Kuilart en even een gesprekje aanknoopte met eigenaar Steffen Terpstra. Mis.

het wedstrijdseizoen van 2017 was het echter klaar. ‘Ik hie 25 jier skipper west, bin 70 jier, ik tocht, ik hâld der mei op.’ Hij sprak met ‘de jongens’ en ruim tien jaar na dat eerste voornemen, ging de ‘Nooit Volmaakt’ nu echt over naar zijn bemanning. Ze brachten het schip onder in een stichting in Workum, noemden het ‘De Brijbek’ en maakten hun debuut in de C-klasse. Voor Riezebos bleef een plaats als adviseur aan boord. ‘Doe wie ik skipper ôf. Wat fielde ik my neaken. Ik fielde my ôfskreaun.’

Oud maar fanatiek

In 2017 besloot Cees Riezebos dat het mooi was geweest. Nog een jaar schipper zijn, daarna zou hij de ‘Nooit Volmaakt’ overdoen aan zijn bemanning. Jeroen Sytsma, de huidige schipper, was toen al stuurman.

‘Doe hie ik thús wol efkes wat te fertellen,’ grijnst Riezebos. ‘Jackie wie sa bliid dat ik fan dy drokte mei it wedstrydsilen ôf wie en no dit, dat moast ik al efkes knap ynklaaie.’ Even lekker koken, een goede wijn erbij, Cees Riezebos trok de hele trukendoos open bij het opbiechten van zijn zonde. Zijn vrouw was in eerste instantie niet zo blij, maar Riezebos speelde zijn laatste troef uit, hij betrok haar bij het skûtsje. Vroeg haar de foto’s te maken en de PR te doen. Toen was ze om en inmiddels is ze net zo enthousiast als de rest van het team.

Naakt zonder schip

De Hylper kan er nog smakelijk om lachen. Het is ook een mooi avontuur,

al was het natuurlijk niet de bedoeling. Riezebos, debuteerde in 1992 als schipper bij de IFKS met de ‘Jonge Jacob’ en kocht in 2001 de ‘Nooit Volmaakt’ van Jappie Meeter. In 2006 nam hij zich, na een lichte beroerte, voor het skûtsje aan zijn trouwe bemanning te verkopen. Die kochten samen dat jaar een lichtweerfok voor de ‘Nooit Volmaakt’, juist terwijl de schipper zich had voorgenomen niet meer te investeren. Uitgerekend die zomer waaide het nauwelijks tijdens de ­ IFKS-kampioenschappen en het skûtsje deed het goed op dat nieuwe fokje. Ze werden kampioen van de B-klasse. Geweldig. De A-klasse was weliswaar te hoog gegrepen, maar een mooie ervaring was het zeker. Na

Tot dat zakelijke tochtje met de ‘Vrouwe Jelly’, dat hem langs de Kuilart bracht waar hij de ‘Jonge Maaike’ zag liggen. In een opwelling kocht hij het voormalige wedstrijdskûtsje en ineens kwam ook dat idee om er een seniorenschuit van te maken. Een IFKS-skûtsje voor 70+-ers, zoals er ook een ‘vrouwenskûtsje’ is en ‘studentenskûtsjes’. Geen eenmalig iets, maar structureel. Wat ook blijft bestaan als Riezebos de geest gegeven heeft. Of gewoon niet meer in staat is om nog te zeilen. Hij zocht contact met zijn kameraad Sipke Deelstra (76), die meteen toehapte. ‘Hy sit yn it bestjoer fan de IFKS en dat fynt er prachtich, mar sels sile fynt er noch moaier.’ Voormalig schaatscoach Henk Gemser, die Riezebos nog kent van het CIOS, wilde ook graag meedoen. Net als oud-regenboogzeiler Roel Wester en SKS-veteraan Rintsje de Wal. Stuk voor stuk gedreven zeilers, waar weliswaar het nieuwste af is, maar die weigeren zich af te laten serveren. ‘En wy binne fanatyk, dêr kinst fan op oan. Wy wolle net achteroan sile,’ benadrukt de schipper. Aanmeldingen zijn er genoeg, zoveel zelfs, dat er een reservelijst is aangelegd. En dat is geen overbodige luxe, constateert Riezebos met een grimlach. ‘As der ien fan ús omfalt, moat der fansels wol ferfanging wêze.’

SKÛTSJEARRANGEMENTEN.NL OVERGENOMEN Cees Riezebos heeft zijn bedrijf Skûtsjearrangementen.nl overgedragen aan Uit-Zeilen, het nautische eventbureau van collega-schipper Floriaan Zwart. De drukte die het zakelijke varen met zich meebracht, begon de Hylper op te breken. Nu hij de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt en heeft besloten om toch weer in de IFKS te gaan zeilen, wil Riezebos zich ook volledig op zijn ‘Tajefte’ richten. ‘Ik ha Floriaan frege oft it wat foar him wie en hy hie der wol sin oan.’ Uit-Zeilen verzorgt sinds jaar en dag bedrijfsevents en andere uitjes met skûtsjes door heel Nederland. Met de overname van Skûtsjearrangementen krijgt Zwart ook de beschikking over het loungeskûtsje ‘Vrouwe Jelly’ en ook het nieuwe wedstrijdschip van Cees Riezebos, de ‘Tajefte’ zal met zijn schipper deel uitmaken van de vloot. ‘De earste tsien ploechjes stean al boekt foar dit jier. No’t ik mei allegearre pensionado’s syl, kin ik dy tochtsjes moai mei myn eigen bemanning farre.’

Seniorenblokken

De comeback van Cees Riezebos zorgde voor grote hilariteit onder zijn oude bemanning. De flauwe grappen waren niet van de lucht. Of het schip ook beschikte over extra brede gangboorden, omdat de heren er anders niet langs kunnen met hun rollators. Dat bejaarden met krukken deze mooi konden gebruiken als peilstok. En of ze ook een extra vuilwatertank meenemen, om onderweg stoma’s te legen. De ‘oudjes’ hebben er een hoop plezier om. Maar ze weten ook dat ze niet meer de spierkracht kunnen leveren die die jonge honden wel hebben. Aan de grootschoot moet een sterke knaap hangen, de giek over laten komen is beulswerk, een lierenman staat in een onmogelijke houding te draaien, een zwaard in een wedstrijd ettelij-

ke keren optrekken, het kost gewoon ontzettend veel kracht. Riezebos had graag een klein liertje gehad voor de onderlijkstrekker. Volgens de ‘Omschrijving Scheepsuitrusting’ mag dat niet. Ook niet als je bejaard bent. Dus ging de Willie Wortel van de ploeg, Roel Wester, aan de slag om alle taken met foefjes wat te verlichten. Een extra katrolletje hier, een lang vioolblok daar, de lier werd voor lierenman Rintsje de Wal een stukje hoger gezet. ‘Alles moat licht rinne, der moat sa min mooglik wjerstân wêze.’

Tajefte

De naam van het skûtsje is veranderd in ‘Tajefte’, wat ‘Toegift’ betekent. Het was een idee van Sipke Deelstra, die daar eens goed over had nagedacht. In zijn optiek is iedere dag die de 70+ers met elkaar kunnen zeilen een ca-

De eerste wedstrijd als ‘De Brijbek’ was tijdens Skûtsjesilen Langwar 2018. Riezebos is nog juist zichtbaar tussen het zwaard en het zeil. Ineens was hij schipper af. Na het wedstrijdseizoen voelde hij zich naakt en afgeschreven.

22


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

qp Bij straal- en coatingbedrijf Hooghiemstra werd het bruine skûtsje weer groen, zoals het ook was toen Bastiaan With er nog mee in de IFKS zeilde.

Augustus 2018, de ‘Jonge Maaike’ opgehaald en naar ‘huis’ gebracht.

het begrip ‘Iepen’. Daarvoor moet de schipper nog wel een en ander goed op papier zetten, zodat de ‘Tajefte’ ook in de IFKS blijft zeilen als hij er niet meer is en de huidige generatie schippers oud en gebrekkig is, maar toch wil varen. ‘Om dit foarinoar te krijen, regear ik graach oer myn grêf hinne as dat moat. Ik bin geweldich grutsk op dit skip. It is in juwiel. Dat wy as leeftiidsgenoaten dit mei-inoar dwaan kinne, dêr binne wy tankber foar. Dat klinkt suver wat sentiminteel, hin?’ Meteen na die uitspraak komt de wedstrijdzeiler weer boven, die nog wel een uitsmijter heeft. ‘Wy wol-

le goed meidwaan en ik tink dat der wol ris in deipryske mooglik is, mar dy grutte lummels dy’t no yn de C-klasse komme, ferknalle wat my betreft eins de kompetysje.’

‘Seniorenblokken’ moeten het werk aan boord wat lichter maken.

IM Sk

De mooiste

ra

ar

In de loods van bouwbedrijf De Jong en De Wal in Grou mag Riezebos met zijn bemanning naar hartenlust klussen aan de vele nieuwe onderdelen van zijn aankoop. Het geurt er naar lak. De zwaarden zijn zo goed als klaar, het wachten is op het beslag. Het helmhout en het roer, de giek, vioolblokken, alles wordt nieuw gemaakt voor de ‘Tajefte’, zoals het skûtsje nu heet. Het eikenhout hiervoor komt uit Burgum. Alles moet perfect. Dat kan ook, omdat de ‘Tajefte’ van alle kanten gesteund wordt door bedrijven die het idee van een seniorenschuit met plezier omarmen. Straal- en coatingsbedrijf Hooghiemstra uit Uitwellingerga zorgde ervoor dat het hele schip werd gestraald, geprimerd, geplamuurd en in de antifouling gezet werd. Jan Sipko van der Veen, van verfhandel FOV en zelf een fervent skûtsjesiler, stelde alle materiaal gratis beschikbaar. ‘Geweldich, dat is de mienskip fan it skûtsjesilen, mei elkoar en foar elkoar. Ik set harren logo’s fansels wol yn it ploechjetúch,’ aldus Riezebos. ‘Wy sile aanst mei it moaiste skûtsje fan de hiele float.’

Het zeilteken van ‘De Tajefte’

ng e me nt

M: 06 5337 1710

Voor een unieke beleving zijn maar een paar simpele ingrediënten nodig…

Zon, water, wind en authentieke skûtsjes. Voeg daar kundige bemanningsleden aan toe en je hebt de dag van je leven. Cees en Jackie Riezebos charteren al meer dan dertig jaar op traditionele skûtsjes en mogen zich pioniers noemen op dit gebied. Groepsarrangementen van 10 tot 250 personen geheel verzorgd vanuit diverse locaties.

U vindt ons op

www.skutsjearrangementen.nl

Toekomst

Als er één ding is dat Cees Riezebos na de verkoop van de ‘Nooit Volmaakt’ wel geleerd heeft, dan is het hoezeer hij vergroeid is met de IFKS. De teamgeest van mensen uit alle lagen van de bevolking, van dokters tot stratenmakers, die samen één passie hebben, maakt het een hele bijzondere club, benadrukt hij. Dat is ook waarom hij graag wil dat het ‘seniorenskûtsje’ een vaste waarde wordt binnen de vereniging en zo een extra lading geeft aan

ûtsje

en

deautje. Een extraatje, een toegift dus. ‘Dêr moast ik al efkes oan wenne, om it mar foarsichtich út te drukken,’ geeft Cees Riezebos ruiterlijk toe. ‘Tajefte, mán dat klinkt dochs wol echt âld.’ Maar hoe langer hij de naam en de betekenis in zich om liet gaan, hoe meer hij aan het idee wende en uiteindelijk gaf hij zijn maat gelijk. Natuurlijk, het is immers ook bijzonder wat ze doen. Want al zijn ze in hun hoofd hooguit een jaar of veertig en misschien zelfs dat niet eens, de teller geeft wel degelijk iets anders aan, daar kan zelfs Emiel Ratelband niets aan veranderen. Het zeilteken was nog wel even een probleem: ze wilden ‘gewoon’ 70+ als zeilteken, maar dat kwam niet door de ballotage. Gelukkig zijn de heren creatief en nu prijkt er straks een oude kerel met spit in zijn rug op het zeil van de ‘Tajefte’. Een rollator, dat ging ze toch wat te ver.

Tijdens de IFKS-kampioenschappen van 2007, met Bastiaan With als schipper. Foto Marten Sandburg.

Brêgefinne 1 • 8624 TX Uitwellingerga • 0515 – 559 586 info@hooghiemstrabv.nl • www.hooghiemstrabv.nl

23


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Matez Shipbuilding:

mentaliteit van vroeger met de skills van nu Matez Shipbuilding, het bedrijf van de 31-jarige Niels Bak uit Sneek, is gespecialiseerd in het bouwen van stalen en aluminium jachten, sloepen en woonschepen tot veertig meter. Afgelopen jaar is Matez Shipbuilding verhuisd naar een loods van 1.040 vierkante meter aan de Woudvaartkade te Sneek. ‘Met een team van vijf medewerkers kunnen we nu meerdere casco’s tegelijk bouwen,’ vertelt Bak. De nieuwe werkplaats is van alle gemakken voorzien en staat pal naast het bedrijf Aquanaut. De twee bedrijven werken samen, waardoor Matez Shipbuilding ook over een moderne timmerwerkplaats, spuitcabine en montagehal beschikt waar elke klus kan worden geklaard! Naast de specialisatie in het bouwen van sloepen, jachten en schepen, kunnen botenliefhebbers en –eigenaars ook bij Matez Shipbuilding terecht voor onderhoud en het verbouwen of refitten van bestaande jachten of sloepen. ‘Ook voor de reparatie (op locatie), het verlengen of juist inkorten van een skûtsje bent u bij ons op juiste adres.’ Voor Bak ,die van jongs af aan al mee zeilt met de IFKS, dit jaar is hij te vinden op het skûtsje van de ‘Striidber’, is dit geen onbekend terrein.

Eigen modellen De jonge ondernemer ontwerpt ook eigen modellen. ‘Op dit moment zijn we voor een klant bezig met de Matez Talisman en de Matez Sey Shelles’. De Talisman is een opvallende gezinsboot, deze is geschikt voor binnenwater, rivieren, maar ook voor de Waddenzee. De Sey shelles is een mooie rondspant waaiersteven van 11 meter, een luxueuze weekender. Het bedrijf start dit jaar ook met de bouw van zes aluminium sloepjes, welke volgend jaar worden gebruikt voor de verhuur. Meer weten over Matez Shipbuilding? Ga dan naar www.matez.nl.

Klaar terwijl u slaapt Jachtbemiddeling S ­ neekerhof is een echte kenner als het gaat om goed onderhouden boten. Door onze uitgebreide technische kennis weten wij precies waar wij op moeten letten. Met een boot van Jachtbemiddeling Sneekerhof weet u dan ook zeker dat u kiest uit een goed en betrouwbaar aanbod. Tijdens een korte intake bespreken we uw wensen. Wij komen daarna met een gericht en interessant aanbod, zodat u zelf niet eindeloos hoeft te speuren. Wij laten u daarna met veel plezier zien welk aanbod het beste past bij uw situatie. Neem gerust contact met ons op en laat ons weten waar uw voorkeur naar uit gaat. Mocht u van ver komen dan kunt u via ons een idyllische overnachtings-arrangement in een B&B boeken of het familie Princess Hotel Oostergoo in Grou reserveren. Service staat bij ons hoog in het vaandel! Jachtbemiddeling Sneekerhof

De Finnen 1 • 9001 XW Grou 0566-620058 • 06-20360119 www.jachtbemiddelingsneekerhof.nl 24


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Joop, Albert, Berend en Geartsje

Watersportservice Mink groeit door De voorgevel van het bedrijf aan de Muldyk in Grou ziet er nog bescheiden uit. Een betonnen vloer, een kade, afgemeerde jachten. Maar achter die voorkant strekt zich 1 hectare ‘Watersportservice’ uit.

De oude en de nieuwe generatie, van links naar rechts: Berend, Geartsje, Joop en Albert Mink.

Watersportservice Berend Mink staat op de voorgevel. De oud-schipper van de ‘Doarp Grou’ en ‘d’Halve Maen’ doet op z’n zestigste een stapje terug. Joop en Albert vormen de nieuwe generatie die het bedrijf zullen overnemen. Dochter Akkejant werkt bij Notaris Slagman in Leeuwarden, die een aandeel in het Friese Jacht ‘Mercurius’ heeft. Vier jonge krachten werken bij dit bedrijf, dat gevestigd is tegenover het nog altijd imposante Aquaverium. Berend Joopszoon Mink en zijn even oude vrouw Geartsje Albertsdochter Wester bouwden het in de afgelopen vijftien jaar op, nadat Berends werkgever Aquaverium failliet was gegaan. Berend was er tot 2016 schipper bij, Geartsje schooljuffrouw. Tussen alle drukte door gaat Berend nog geregeld naar ‘zijn’ club Cambuur. Hij en Geartsje varen bovendien hele afstanden op hun jacht ‘de Maurice’. Maar vandaag zit Berend boven een tekening gebogen en poetst Geartsje de glazen. ‘Wat hat it waaid,’ verzucht ze. ‘In ferhaal oer it bedriuw hoecht om my net,’ zegt de 31-jarige Joop. ‘Dêr lêze wy as jonge minsken in pear rigels fan en dan smite wy it oan ’e kant. In ferhaal oer skippers yntressearret ús mear, teminsten as it yn ’e Skûtsjekrante stiet.’

Elk jaar beter

Op een oude luchtfoto is te zien hoe hard de bedrijvigheid hier gegroeid is. Vijftien jaar geleden stond er nog maar één loods, met een bedrijfswoning bovenin. Nog steeds is binnen te zien dat er toen in vierkante meters

werd gedacht: die moest je rendabel benutten als je aan winterstalling wilde verdienen. Geleidelijk is het bedrijf met nieuwe units uitgebreid. Er staan bijna tweehonderd jachten op het droge, variërend van fraaie kruisers en snelle sloepen tot BM’ers en een verdwaalde GWS-schouw. We zien zelfs een camper en een minicaravan voor een Harley Davidson. Maar in één haventje liggen ook twee Eeltsjebaasjachten, namelijk ‘De Lytse Bever’ uit 1822 en de ‘Mercurius’ van 1868. Het eerste Fries jacht was vroeger van de Earnewaldster beurtschipper Adema en is nog even van Peter Tolsma van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten (SSRP) geweest. Die heeft er een mooi boek over geschreven. Grote jachten liggen in schiphuizen. De kapitaalkrachtige eigenaren maken dankbaar gebruik van de service die de Minken en hun medewerkers bieden. Dat gaat, vertelt Joop, van poetsen en in de was zetten tot het vullen van de koelkast – net wat meneer en/ of mevrouw wil. ‘Turn Key’, zegt Berend; alle service dus. En elk jaar wordt het een beetje beter en mooier, zegt Berend. ‘Wy ynvestearje altyd wat, dêr sparje wy foar, sis mar.’ Het kan met die investeringen van alles zijn: een verreiker, bestrating, weer een nieuwe loods erbij, andere (Led)verlichting: stap voor stap. Zo staat er nu een hele hectare aan gebouwen en opslagruimte, en Berend heeft al weer nieuwe tekeningen waarop de leidingen uitgelegd zijn.

Andere tijden

De Watersportservice maakt goede tijden door, vertellen vader Berend en zoon Joop Mink. Dat komt vooral door hun band met trouwe klanten, die het waarderen als ze tijdig worden gewaarschuwd dat er wat aan hun mooie bezit moet gebeuren. ‘Wy hâlde der rekken mei dat de tiden feroarje kinne’, zegt Berend. Dan zou het kunnen zijn dat loodsen, of delen daarvan, worden verhuurd aan derden. Of dat de winterstalling, waar ’s zomers auto’s van klanten geplaatst kunnen worden, voor andere doeleinden kan worden gebruikt. ‘Der kinne fansels ek campers yn stean, of lúkse auto’s.’ Momenteel zijn er wel tekenen dat vooral aan de onderkant van het watersportsegment de handel wordt ondermijnd. Kon je vroeger nog een stevige prijs voor een boot vragen, tegenwoordig staan de bedragen onder druk. Aan de top merk je dat niet zo: enerzijds omdat de watersporters met een jacht van enkele tonnen meestal niet direct geld nodig hebben. En aan de andere kant omdat je niet zo snel iets verkoopt als je er dik op moet verliezen. ‘Far dan noch mar in pear jier troch,’ is een logische redenering. Maar Berend en zijn zonen houden er rekening mee dat het getij verloopt en de bakens verzet moeten worden. ‘Dêr binne wy altyd klear foar,’ zegt Joop. ‘Mar op ’t heden wurdt it allinne mar drokker.’ Zo druk dat een loods die al was afgestoten, wordt teruggehuurd – en voor een deel al weer is bestemd voor opslag van jachten. En binnenkort kan de strater aan de slag, want de grintvloer van een stukje terrein achter de loodsen kan wel een opknapbeurt gebruiken.

MINK: ECHTE SKÛTSJEMENSEN De naam Mink is onverbrekelijk met de skûtsjehistorie verbonden. Oude Berend Mink, die in de jaren 1920 als knecht op de ‘Drie Gebroeders’ van Bauke Johanneszoon van Keimpema in Earnewâld begon, was de eerste schipper op het Earnewâldster skûtsje. Berend was getrouwd met Jetske, dochter van Jan van den Berg en Sjoerdtje van der Meer, oftewel Jan en Sjut. Hun enige zoon Joop werd in 1976 schipper op het Grouster skûtsje. Hij was een paar keer dicht bij de titel, maar won die net niet. De jonge Berend Joopszoon lukte dat in 2000 en 2001 wel, op hetzelfde schip. Daarna stopte hij ermee. Joops andere zonen Jitze en Johannes waren ook als skûtsjeschipper actief. Vooral Jitze leek een natuurtalent, op ‘d’Halve Maen’. Geartsje is een dochter van Albert Wester, kampioenszeiler in de Valk. Hij werd in 1969 als schipper op het Grouster skûtsje benoemd. Maar het SKS-bestuur weigerde hem als deelnemer toe te laten omdat hij niet van schippersafkomst was. Omdat toen de Grouster commissie niet wilde buigen, lag de ‘Doarp Grou’ een jaar voor de wal.

Adviseur

Tot 2016 voeren Joop en Albert (28) bij heit Berend op ‘d’Halve Maen’. Prachtige jaren hebben ze daar beleefd, want Berend pakte ook dit werk serieus aan. Toen echter werd het voor de familie Mink te druk in het bedrijf om een hele zomer met de skûtsjesilerij bezig te zijn. Daarom stapten ze op. Klaas Westerdijk volgde Berend Mink als schipper op. Hun eerste opleiding in de skûtsjesilerij kregen de jonge gebroeders Mink van hun eigen Grouster familie, en in de praktijk op Heerenveen. Nu staat Joop junior voor een nieuwe, fikse uitdaging. Hij zal als voordekker op

de ‘Drie Gebroeders’ fungeren, waar Harmen Brouwer Arend Wisse de Boer opvolgt. Het begin in de C-klasse zal wel niet al te problematisch zijn. Het skûtsje is snel en Harmen en Joop hebben bewezen dat ze kunnen varen. Maar het is natuurlijk de bedoeling om na een paar goede jaren naar de grote A’s te promoveren, waar op het scherp van de snede om de titel wordt gestreden. Joop heeft er zin in, al weet hij dat er ook zomaar een moment kan komen dat Harmen door een SKS-commissie wordt uitgenodigd om een skûtsje te besturen. Dan geldt er weer een andere werkelijkheid.

25


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Rondvaardij Princenhof voor elke gelegenheid hét juiste schip

Voor al uw feesten, partijen en individuele tochten! De Stripe 2, 9264 TW Earnewâld 0511 - 53 93 34, b.g.g. 06 - 16 93 90 04

www.rondvaardij-princenhof.nl

ENERGIEZUINIG, INNOVATIEF EN EFFICIËNT, BIJLSMA WARTENA ZET KOERS NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST.

Bijlsma Wartena BV Midsbuorren 12, 9003 LA Wartena Tel: +31 (0)58 255 55 20 www.bijlsmawartena.nl

26


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

‘Friesland’ ingekort

Johannes de Vries naar de a-klein Na het seizoen 2018 werd het al voorzichtig geopperd, 20 januari werd het officieel: de ‘Friesland’ van Johannes de Vries vaart vanaf nu in de a-klein. Daarvoor werd het 19,35m lange met 2,25m ingekort. Voor Lemmer Ahoy moet het skût­ sje wedstrijdklaar zijn. Het zou natuurlijk allemaal niet. Johannes de Vries zou alleen charteren met het voormalige Meeter-skûtsje, maar vorig jaar gaf hij zich toch op voor de IFKS. In de C-klasse. Hij eindigde als dertiende en hoewel hij vooraf nog gezegd had dat het hem ging om het meedoen, zinde het de Sneeker toch allerminst dat dat niet ‘meedoen om de prijzen’ betekende. De oude dame is breed en zwaar en liep zo snel niet als hij eigenlijk in gedachten had.

Flink zeil

Na het seizoen gooiden zoon Gerrit, schipper van hun tweede skûtsje ‘Gerrit de Vries, en Martin de Vries de knuppel in het hoenderhok. ‘Pa, waarom kort je de ‘Friesland’ niet in voor de a-klein?’ Vader Johannes was niet direct enthousiast. Een grote ingreep, een forse investering ook, want het is niet alleen een kwestie van ‘even een stuk eruit en weer dichtmaken’. Enig rekenwerk leerde dat de ‘Friesland’ bij een lengte van 17,10m en een breedte van 3,66m een zeil van maar liefst 150 m2 mag voeren. Er volgde overleg met de bemanningsleden. Die zagen

het wel zitten en uiteindelijk ging ook De Vries senior overstag en werd het skûtsje naar Piet ten Woude gevaren, waar de operatie werd uitgevoerd.

Gewicht lozen

Het inkorten brengt de nodige extra investeringen met zich mee. De reusachtige zwaarden zijn vervangen door een set passende zwaarden van Sikke Heerschop, die ook weer verder naar voren staan. De luikenkap is een stuk korter en de mast een stuk naar voren geplaatst. De roef is flink kleiner geworden. ‘De betimmering hebben we daarom ook moeten vervangen, maar dat scheelt wel flink in gewicht, want het was echt plaat over plaat,’ vertelt Gerrit de Vries. Voor in het ruim bleken nog zeven oude fokken te liggen. Die had niemand nog ontdekt, maar ze kwamen bij de verbouwing tevoorschijn. ‘Er moet ook een nieuw roer op,’ vindt Gerrit. ‘Dat zien we nog wel,’ zegt zijn vader. ‘Maar pa, het is bankirai, dat ding is loeizwaar.’ ‘Eerst maar eens wegen. Als we ballast in moeten nemen, kunnen we dat roer

Bij Piet ten Woude werd het skûtsje met ruim twee meter ingekort.

net zo goed laten hangen.’ Het zijn vermakelijke discussies tussen vader en zoon, die allebei bezeten zijn van hun sport. Al met al heeft de zware ‘Friesland’ toch weer een flink stuk gewicht geloosd in aanloop naar het nieuwe seizoen. ‘We proberen nog een nieuwe giek, nieuw zeil en fokken te krijgen,’ vertelt Johannes. ‘Omdat de ‘Friesland’ zo breed is, kan ik niet zomaar wat van een ander overnemen. Op 27 april, bij het Keningssilen in Earnewâld, gaan we proefvaren. Voor Lemmer Ahoy moet alles klaar zijn.’

Twee keer in beeld

Vader en zoon De Vries zijn gelukkig dat ze een aantal goedgezinde sponsoren hebben, maar zoeken er ook nog een aantal. Bedrijven die de Snekers en hun skûtsjes een warm hart toedragen. Met twee skûtsjes in verschillende klassen hebben Gerrit en Johannes het niet alleen zelf gemakkelijker, volgschip ‘Helena’ zat vorig jaar met veertig mensen tjokvol, ze bieden hun sponsoren nu ook twee keer zoveel exposure. ‘En dat verdienen ze ook,’ zegt Gerrit, ‘want wij IFKS’ers hebben geen grote commissies achter ons, met veel geld, het zijn onze eigen schepen en dus komt de

De ‘Friesland’ is inmiddels zoveel gewicht kwijt, dat zelfs de strijklatten boven water liggen.

financiering ook voor onszelf op.’ De beide skûtsjes zijn dan ook altijd spic en span. ‘Je bent een visitekaartje van je sponsoren. Dus maken we na elke wedstrijd de boel schoon en zorgen we dat alles tot in de puntjes verzorgd is. Wij zijn blij dat ze ons zo steunen, dan moeten ze ook trots naar onze skûtsjes kunnen kijken.’

06-42969553 / WWW.BOOTALLIN.COM

Andries Brouwer wil naar de top

Akkrumer Reuzen in IFKS Andries Brouwer uit Akkrum is één van de negentien deelnemers in de a-klein deze zomer. Op 1 november maakte hij de overname van de eerdere ‘Hoop op Welvaart’ van Arnold Veenema bekend. De nieuwe naam van het skûtsje is ‘De Reuzen’.

maakt worden om aan het schip en elkaar te wennen. Daarom wil Brouwer nog niet al te hoog inzetten voor dit jaar, maar in 2020 wil hij absoluut meedraaien in de top. ‘Ik ben fel, ik wil meedoen om de prijzen. ’s Avonds kunnen we lol maken, maar overdag moeten we gaan voor het hoogste.’ Aan het skûtsje hoeft het niet te liggen. Met Arnold Veenema eindigde het steevast in de top drie, met Rutger Boonstra was er een titel in 2015 en een tweede plaats in 2016 en 2018.

Oant Moarn

Brouwer is geen onbekende in de IFKS. In de jaren 2008 en 2009 was hij schipper op de ‘Oant Moarn’ van Jacob Huisman. Een daverend succes werd dat niet, het scheepje is niet mans genoeg voor de C-klasse, al hebben er diverse schippers met veel plezier hun eerste ervaringen als wedstrijdzeiler mee opgedaan.

De naam

In de SKS

Even leek het erop dat Brouwer die andere ‘Hoop’, de ‘Hoop en Vertrouwen’ van Sikke Heerschop over zou nemen, maar dat ketste af. Brouwer wil het er niet meer over hebben, er is genoeg over gezegd en gespeculeerd. Dat Rutger Boonstra stopte als schipper van de ‘Hoop op Welvaart’ en het snelle skûtsje toen te koop kwam, was een welkome verrassing. Het is ondergebracht in een stichting.

Tot in 2018 was de 29-jarige Andries Brouwer schotenman op het SKS-skûtsje van Akkrum, de ‘Eildert Sietez’. Schipper Pieter Meeter vindt het prachtig dat zijn trouwe bemanningslid nu de overstap maakt naar een eigen skûtsje en gaat zelfs mee als adviseur. ‘Dit jaar heb ik me afgemeld bij Pieter voor de SKS,’ zegt Brouwer. ‘Ik wil alle wedstrijden zeilen en als voorzitter van de ‘Stichting skûtsje De Reuzen’ komt er veel op me af. Dat is allemaal nieuw voor me en kost dus extra tijd. Maar als alles goed gaat, wil ik volgend jaar wel weer mee op ‘Akkrum’.

­ kkrum haar naam kreeg. De reuzen A gingen met ruzie uit elkaar en groeven ieder op hun eigen manier verder. Het huidige water ‘Kromme Knilles’ zit vol bochten, de ‘Meinesleat’ is kaarsrecht. Het zijn deze beide reuzen die niet alleen in de naam van het skûtsje, maar ook in het zeilteken geëerd worden. Om daarmee het dorp nog eens extra bij het ‘eigen’ kleine skûtsje te betrekken.

Uren maken

Het skûtsje is in de loods van Jan Sipko van der Veen klaargemaakt voor het nieuwe seizoen. Alles is opnieuw gelakt, de mast is wat anders neergezet en Brouwer ‘speelt’ nog wat met de zwaarden om alles optimaal af te stellen. Een bemanning bij elkaar zien te krijgen was gauw klaar. Familie en vrienden staan te popelen om onderdeel uit te maken van team De ­Reuzen. Nu moeten er meters ge-

Het is een wonderlijke naam voor een skûtsje: ‘De Reuzen’. Het slaat niet op de reuzen uit KH18, zoals misschien voor de hand ligt. Nee, het slaat op de mythe over de reuzen Kromme Knilles en Manke Meine, die zo’n veertienhonderd jaar geleden samen de huidige ‘Boarn’ uitgroeven. Toen Knilles achterom keek en een flinke bocht ontwaarde, verzuchtte hij: ‘Ach, krom’, waarmee de nederzetting

27


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Op zoek naar het ei van Columbus

MS Emeli krijgt elektromotor op waterstof Er zijn al jaren alternatieven bekend voor fossiele brandstof, maar er wordt nog naarstig gezocht naar het ei van Columbus. Het probleem zit hem in het rendement, de veiligheid, complexe productieprocessen, betaalbaarheid en dergelijke. De druk op de industrie is hoog en knappe koppen breken zich het hoofd op zoek naar een manier die de behoefte van de consument én de aardbol in ere houdt. Ook in de scheepvaart zijn we afhankelijk van fossiele brandstof en is men er van overtuigd dat de tijd rijp is voor een alternatief voor de sterke, betrouwbare, betaalbare en vervuilende dieselmotoren die er sinds de jaren ’50 en ’60 voor gezorgd hebben dat vervoer over het water één van de betrouwbaarste transportmethoden ter wereld is. Hier zit meteen het knelpunt, de scheepvaart moet vernieuwen, maar het mag niet ten koste gaan van capaciteit, betrouwbaarheid en veiligheid! Hiermee zou het solide imago geschaad kunnen worden en dat heeft zijn weerslag op het marktaandeel in de transportsector. Toch heeft de branche de afgelopen jaren niet stil gezeten!

Experimenten

Er wordt geëxperimenteerd met een LNG (liqufied natural gas) installatie als alternatief voor diesel als brandstof. Deze vele malen schonere brandstof is een vorm van aardgas, die door middel van druk (200bar) en koeling(-162 ˚C) vloeibaar wordt gemaakt. Het LNG is in de jaren zestig, tijdens de oliecrisis, ontwikkeld als alternatieve brandstof in Amerika. De tanks waarin LNG bewaard wordt, liegen er niet om. De kleinste tank heeft de afmeting van een zeecontainer. De TU Eindhoven heeft nieuwe technieken ontwikkeld om de inspuiting van koud gas in een motor te maken en in de zeevaart, waar de schepen vele malen groter zijn dan de binnenvaart, is LNG een steeds vaker gebruikt alternatief voor gasolie.

Alternatieven

Kijkend naar de beperkingen, is LNG niet geschikt als alternatieve brandstof voor kleinere schepen zoals in de binnenvaart en recreatie. Zo zijn er door Marico BV tests gedaan voor een rondvaartschip op LNG maar met een opslagtank ter grootte van een zeecontainer blijft er (te) weinig ruimte over voor passagiers. Ook de tests met LNG in droge lading-schepen tot 110 meter waren geen succes. Echter, dit zijn geen redenen om de zoektocht naar alternatieve brandstoffen stop te zetten. De maatschappij kan niet meer accepteren dat de binnenvaart achterblijft en vast blijft houden aan de diesels uit grootmoeders tijd. Dat is meteen het mooie van deze tijd, de urgentie voor verandering wordt door velen gezien en gevoeld en er worden mogelijkheden gecreëerd voor platforms, denktanks, samenwerking en testprojecten. Interreg Deutschland – Nederland is een dergelijk platform/ instrument dat vanuit de Europese Unie investeert en

28

faciliteert in de innovatie en verduurzaming van scheepvaart in de Noordzee regio. Hier is het Mari Green project een goed voorbeeld van. In dit project zoeken bedrijfsleven en onderwijs elkaar op en zoeken naar een haalbaar alternatief voor de traditionele dieselmotor in de binnenvaart.

Maritieme Academie

Het nautische hart van de binnenvaart bevindt zich in Harlingen. Hier wordt al 200 jaar nautisch onderwijs verzorgd en vandaag de dag zien we dit terug bij de Maritieme Academie Harlingen. Een campus waar VMBO-, MBO- en Volwassenonderwijs wordt gegeven op een moderne, eigentijdse manier. Naast het traditionele schoolgebouw beschikt men over een State of the Art simulatiecentrum voor zee-, binnen en kustvaart en vier opleidingsschepen. Deze onderwijsschepen zijn drijvende voorlopers van de moderne techniek. Zo kan de MS Maxima (duwcombinatie) autonoom varen en is patrouilleschip MS Union uitgerust met de nieuwste besturingstechniek en software programma’s en wordt de MS Emili, een 70 meter lang droge lading schip, als eerste in Nederland voorzien van een hybride motorsysteem waarbij de elektromotor wordt gevoed door een brandstofcel op waterstof. Dit laatste is de uitkomst van een samenwerking binnen het Mari Green project van Interreg Deutschland – Nederland. De school bezat een traditioneel droge lading schip met hierin twee dieselmotoren uit 1963. Ondanks de gevorderde leeftijd werken de motoren nog prima. Ook in andere binnenvaart schepen is het helemaal niet vreemd om dergelijke motoren aan te treffen. Echter toen het tijd werd om één van de twee te vervangen kreeg men de mogelijkheid om zich als testschip aan te sluiten bij het ontwikkelplatform Mari Green. Onderdeel zijn van een test is spannend en er zijn geen harde beloften dat de testen ook slagen. Toch voelde de school zich geroepen om de sprong te wagen. Vanaf 2014 is het platform bezig geweest met bedrijven in Duisland en Nederland zoals Electric Ship Facilities in Heeg, om een veilig en sterk aandrijfsysteem te ontwikkelen die samen met de bestaande dieselmotor in de MS Emili zou zorgen voor schonere verbranding, zonder in te leveren op vermogen en capaciteit. Het doel is om voor de branche voor de binnenvaart een alternatief te bieden voor de oude vertrouwde dieselmotor, die aansluit bij het politieke en maatschappelijke klimaat van deze tijd.

Elektromotor op

LNG is vele malen schoner dan diesel, maar de bijbehorende brandstoftank is gigantisch.

De MS Emeli wordt als eerste in Nederland voorzien van een hybride motorsysteem waarbij de elektromotor wordt gevoed door een brandstofcel op waterstof.

waterstof

Het ambitieuze plan werd een elektromotor, die wordt aangedreven door een brandstofcel op waterstof. Waterstof geeft in de brandstofcel door elektrolyse (chemisch proces) energie aan een accu. Deze accu drijft een elektromotor aan en deze motor weer

de schroef waardoor het schip zich kan voortstuwen. Het restproduct na elektrolyse is water (H2 + O2 = H2O). Dezelfde accu kan de stroom leveren voor om de naastliggende dieselmotor te starten. Als het schip vaart op de elektromotor heeft het een uitstoot van zero emissie. De accu kan ook

geladen worden door walstroom én er is een genset (aggregaat) welke door diesel aangedreven wordt en de accu kan laden. Hiermee proberen de innovators de betrouwbaarheid van het schip te borgen. Naast de uitstoot is ook het geluid van de motor teruggebracht tot een


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Bij Scheepswerf Talsma in Franeker werd het afgelopen jaar onder strikte geheimhouding gewerkt aan het plaatsen en testen van de innovaties op de MS Emeli.

minimum. De scheepvaart zou met deze innovatie ook een enorm verschil kunnen maken in de uitstoot van geluid onder de waterlijn. Er zijn steeds meer studies die aantonen dat het waterleven hinder ondervindt van de geluidseffecten van de scheepsmotoren. Dit is een mooie bijvangst van het Mari Green project.

Op de werf

Afgelopen najaar ging de MS Emili op de helling bij Scheepswerf Talsma in Franeker. Hier werd onder strikte geheimhouding gewerkt aan het plaatsen en testen van de innovaties. Die geheimhouding heeft alles te maken met het mogelijk octrooi wat de ontwikkelaars kunnen aanvragen, mocht het project slagen. Wanneer is het project geslaagd? Niet alleen als het op het schip functioneert. In de scheepvaart gelden strikte veiligheidsregels en alle systemen zijn voorzien van goedkeuring door autoriteiten. Voor dit nieuwe systeem geldt dus ook dat het pas operationeel mag worden verklaard als het voorzien is van alle keurmerken. In deze fase bevindt het team zich nu. Voor de combinatie: genset - accu - elektromotor is

reeds goedkeuring gegeven. Als ook de combinatie: waterstof – brandstofcel - accu - elektromotor wordt goedgekeurd, is het hele project geslaagd! De keuring zal voor de zomer plaatsvinden in Duitsland. Er komen dus nog spannende tijden aan voor het Mari Green-team. Ondertussen vaart het schip op de Nederlandse binnenwateren en wordt er volop getest met de capaciteit van de motor. Het lijkt tot op heden positief. Op 23 mei a.s. zal tijdens de presentatie van Plug & Play project (onderdeel van Mari Green) in Heeg, de MS Emili worden voorzien van de brandstofcel en zal blijken of de waterstofaandrijving werkt en het schip de beoogde snelheid en capaciteit haalt. Een spannende laatste fase in een ambitieus project.

schaal. Daarnaast zijn ook de materialen van de brandstofcel erg prijzig. Vooral de membranen in de brandstofcel voor elektrolyse zijn duur en kwetsbaar. Ook het waterstof zelf is duur. Voor elektrolyse is het noodzakelijk dat het waterstofgas zo schoon mogelijk is (99,99998% puur) Hierdoor is het drie maal duurder dan ‘gewoon’ waterstofgas (99,98% puur).

De elektromotor is maatwerk, uniek in zijn soort en dat maakt het project als geheel (nog) niet commercieel aantrekkelijk. Dat we in de toekomst efficiëntere manieren zullen ontwikkelen om schone waterstof te produceren is te verwachten, ook dat de kosten voor dergelijke systemen gaan dalen. Aan de basis te staan van deze ontwikkelingen geeft je het gevoel dat je

bijdraagt aan een betere wereld. Dat is ook één van de redenen dat de Maritieme Academie in het project is gestapt. De matrozen en schippers van de toekomst krijgen daar de basis voor ontwikkeling tot vakman, dus waarom de aandrijving van de toekomst ook niet?

Ei van Columbus

Is deze combinatie dan het ei van Columbus waar we zo naarstig naar op zoek zijn? Wellicht in de toekomst. Voor nu is het simpelweg een te dure investering. De brandstofcel op waterstof is enorm kostbaar. Dit heeft er natuurlijk alles mee te maken dat het nog niet geproduceerd wordt op grote

Almenumerweg 1 8861 KM Harlingen +31(0)517 412300

&

VMBO MBO www.maritiemeacademieharlingen.nl

De matrozen en schippers van de toekomst krijgen op de Maritieme Academie in Harlingen de basis voor hun ontwikkeling tot vakman. Daarbij hoort ook de aandrijving van de toekomst.

29


Skรปtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Onbezorgd uitbesteden door kennis en kwaliteit! Staalbewerkingen

Staalcoating

Toelevering

Handmatig & Machinaal stralen

Constructie & Machinebouw

Industrieel coatwerk

Gecertificeerd laswerk

Brandwerende systemen

Leuningwerk & Trappen

Duplex systemen

RAAT Liggers

Touch Up & onderhoud

THQ Liggers

Refit EN-1090 gecertificeerd

Vulcanus 7, 8448 CH Heerenveen, Tel: 0513-571441

www.stcheerenveen.nl

Ruim 40 jaar Buiten Gewoon!

in maatwerk houten garages tuinhuisjes, prieeltjes, carports, bergingen en veel meer...!

ngs en Kom la end vrijblijv bekijk

25

DAN MEER ROOMSHOW LLEN! MODE

Tsjerkebourren 32, Twijzel

www.houtbouwhiemstra.com VANAF 16 MAART 2019 OOK OP ZATERDAG OPEN VAN 8.00 TOT 12.30 UUR 30

Of bel vrijblijvend 0511 - 54 29 00


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Topschip blijft voor de wal

Fonger Talsma stopt even Fonger Talsma doet in 2019 niet mee aan de kampioenscompetitie van de IFKS. De 25-jarige schipper op ‘De Jonge Jan’ is even niet zo gemotiveerd. Bovendien heeft hij het druk. Fonger fungeert als vliegende keep in het scheepsbouwbedrijf van vader Jelle Talsma. ‘Werkvoorbereider’ is een veel te beperkte functie-aanduiding voor alles wat hij in Franeker doet. Meestal zit hij op kantoor. Dus je zou denken: dat skûtsjesilen kan er mooi bij. Niet dus. Komend seizoen ligt de A-klasser in Warten voor de wal. Wanneer Fonger wel weer de juiste spirit vindt om aan de kampioensstrijd mee te doen, weet hij niet. Wel weet hij dat een aantal bemanningsleden elders al een plekje hebben gevonden. Anderen zijn er, misschien ook voor een tijdje, mee gestopt.

In de C-klasse

Als Fonger na dit jaar toch weer wil meedoen, zal hij wederom in de C-klasse moeten beginnen. Zo zijn nu eenmaal de regels bij de IFKS. Fonger maakte de promotiesprongen naar de kampioensklasse al eerder, en hij vindt dat helemaal geen probleem. ‘Dan kin ik miskien ek wer ris in wedstryd winne’, lacht hij. Dat laatste gebeurde vorig jaar niet. Toen werd hij met ‘De Jonge Jan’ slechts twaalfde, met hetzelfde puntental (45) als Ulbe Zwaga (tiende)

en Jeroen de Vos (elfde). Daar ging een stormachtige opmars vanuit de C-klasse aan vooraf, met in 2017 een kampioenschap in de B-klasse. Dat Fonger niet meezeilt in de titelstrijd, betekent niet dat hij helemaal afscheid neemt van de zeilerij. Misschien doet hij nog eens mee aan een evenement als de Turfrace van Smallingerland, waarvan de tweede editie door hem werd gewonnen. Of zien we hem bij een andere wedstrijd – zoals Lemmer Ahoy.

‘Goed op passe’

‘De Jonge Jan’ is in 1911 gebouwd op de Piipster Werf in Drachten voor Sytse Jiskes Sytema. Zijn zoon Jan voer een half mensenleven met zuster Jeltje, die getrouwd was met Johannes Dijkstra, later schipper op de ‘Dependentie’. Fongers vader Jelle Talsma, succesvol scheepsbouwer, werd achtereenvolgens kampioen in de C-, de B- en de A-klasse. Hij maakte aan het helmhout plaats voor zijn zoon Fonger, die dus al op zeer jeugdige leeftijd schipper op een prachtig snel skûtsje was. Ooit had het een mythische faam, als bijna onverslaanbaar schip. Maar na 1953, toen Douwe

Tjerkstra en Tjitte Jans Brouwer er het helmhout op hanteerden, werd het hard minder. De hele geschiedenis is beschreven in het boek ‘De Jonge Jan’, over ‘De Poep en de Sytema’s’.

De Poep, tussen haakjes, was de bijnaam van Sytse Jiskes Sytema en zijn zoon Jan, die werd overgedragen aan het schip. Wat daar buiten de paar wedstrijden

die Fonger nog zeilt, mee zal gebeuren? Fonger weet het niet. Wel weet hij dat het schip niet zo maar verhuurd zal worden. ‘It is in prachtich skip en wy sille der goed op passe,’ zegt hij.

31


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Nieuw materiaal over ‘De Jonge Jan’

Jan mishandelde Jeltje Sytema Op vrijdag 22 februari 1935 stond Jan Sytses ­Sytema in Leeuwarden terecht. Zuster Jeltje had hem aangeklaagd omdat hij haar op 15 november 1934 had ‘mishandeld, hebbende hij haar toen aldaar opzettelijk gewelddadig in het gezicht gekrabd.’ Hoe die rechtszaak is afgelopen en tot welke straf Jan is veroordeeld, zou Hilda Talsma uit Warten graag willen weten. Zij, vrouw van Jelle, moeder van Fonger en zelf een succesvol chicklit-schrijfster, kreeg de ‘Dagvaarding van Verdachten’ in handen via het Skûtsjemuseum in Earnewâld. Harm de Vlas, voorzitter, kreeg deze met een aantal andere documenten van een niet nader te noemen vroegere kennis van de Sytema’s. Hilda’s man en zoon zeilden jarenlang op ‘De Jonge Jan’, het skût­ sje waarvoor Hilda samen met Klaas Meeter en Klaas Jansma een boek schreef. Dat verscheen in 2010. Zij en Klaas Meeter beschikten toen al wel over veel gegevens met betrekking

tot ‘De Poep’, zoals schip en schipper vaak werden genoemd. Maar de documenten die later naar het Skûtsjemuseum werden gebracht, had ze nog niet.

Niet gescheiden

Waarom Jan zo boos was dat hij Jeltjes gezicht ‘gewelddadig’ openkrabde, en waarom Jeltje haar eigen broer bij de politie aangaf, is een mysterie. We komen via de nieuw ontdekte documenten iets dichter bij de waarheid. Allereerst blijkt daaruit dat de oude Sytse Jiskes Sytema al op 14 juni 1921 zijn schip voor vierduizend gulden verkocht aan Jan en zijn zuster Antje. Jeltje was toen officieel getrouwd met Johannes Dijkstra, varend

op ‘De Hoop’. Later, vanaf 1925, had dezelfde Johannes de ‘Drie Gebroeders’ gekocht van Germ Beijert, alias ‘Oeral Wat’, die hij ‘Dependentie’ noemde [L 1304 N]. Dit schip is door Haike Pieters van der Werff op de Langewyk gebouwd in opdracht van Teake Beijert. Het is een kleine eeuw later ingekort en gerestaureerd door Theo Ferwerda. Die noemde haar ‘Vrouwe Francina’. Siete en Sietske Meeter-Boonstra hebben er nog op gewoond nadat de Gebroeders Los beslag op hun klipper hadden gelegd. Dijkstra ging in 1964 van de ‘­Dependentie’ af om in te trekken bij Jeltje, die toen aan de Tweede Klanderijdwarsstraat 3 in Leeuwarden aan de Potmarge woonde. Ze hadden toen 52 jaar gescheiden van tafel en bed geleefd. Echt gescheiden waren ze niet, zoals uit hun trouwboekje blijkt. Zelfs kreeg Johannes als ‘mijn man, onze broer en oom’ nog een overlijdensadvertentie mee nadat hij op 20 juli 1973 ‘in de gezegende ouderdom van 88 jaar’ was gestorven. Jan Sytses Sytema werd gedagvaard vanwege het ‘gewelddadig’ openkrabben van het gezicht van zijn zuster Jel.

Sytse Jiskes Sytema samen met zijn zoon bij een kar vol turf.

De koopakte van 14 juni 1921, waarin staat dat Jan en Antje Sytema ‘De Jonge Jan’ voor ƒ4000,- kopen van hun vader Sytse Jiskes Sytema.

32

Dichterbij komen we niet: het persoonsbewijs met vingerafdruk van Jeltje Sytses Sytema.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L Liefdesbrieven

‘De Jonge Jan’ voor de wal bij Lodewijk Meeter, waar het klaargemaakt werd voor de wedstrijden. Er was net een oud potdek afgesloopt, vandaar de grote bende aan boord.

Ans overleden

Antje of Ans, samen met Jan Sytema eigenares van ‘De Jonge Jan’, stierf op 28 januari 1934. Heit Sytse werd volgens de overlevering geestelijk hard minder, mem Gjet verbleef meestal in Oostermeer (tegenwoordig Eastermar), waar ze aan de wal woonden. Jan was dus feitelijk enig eigenaar van het schip, al had Jel natuurlijk wel erfrechten en voer zij met Jan alsof ze man en vrouw waren. Bovendien wonnen ze in die tijd af en toe dikke prijzen met ‘De Jonge Jan’. Dat waren extra inkomsten, waartegen je

in die tijd met lading niet kon varen. Het ging om honderden guldens, op enkele dagen verdiend. Zo wonnen de Sytema’s in 1934 en 1935 in totaal 120 gulden, op De Fluessen negentig gulden, op de Veenhoop in 1935 vijftien gulden. Cees Haarsma was dan vaak de stuurman, Jan ‘Sietema’ formeel de inschrijvende schipper. Zo vlak na het overlijden van Ans zullen Jel en Jan flink ruzie hebben gehad. Bij hen ging het dan vast over geld. Zo is te begrijpen dat Jel een aanklacht wegens mishandeling tegen haar eigen broer indiende.

De nu boven water gekomen documenten bevatten een schat aan ‘menselijke’, emotioneel waardevolle informatie. Zo schreef Johannes Jeltje in 1910 een lieve brief, twee jaar voordat ze op 8 juni 1912 trouwden. Ze lagen toen met het schip bij Vierverlaten, en moesten nog om turf naar ‘Boven Groningen’ (Boppegrins) oftewel de Drentse Monden. Ans had als grote liefde Oene Witteveen. Was dat dezelfde als de man die haar vanuit Winnipeg schreef dat hij zeker terug zou komen met het geld dat hij daar, na een armoedige periode, in de slachterij had verdiend? Deze noemde haar in 1906 ‘waarde vriendin’. Hij merkt op dat het ‘in dit vreemde land (…) niets beter is dan in holland.’ Vol heimwee schreef hij: ‘wel vriendin u heeft mij nog nooit een uir uit mijn gedachten geweest.’ Dat was wel heel sneu voor iemand die zelf moest toegeven dat hij ‘wel wat hart was weggelopen’. Jan Stoker schreef op 24 juni 1912 vanuit Kraij in Duitsland aan ‘Waarde Oom tante neef en nicht’ dat ‘onze Oukje van morgen is overleden.’ Ze was zeven jaar geworden. Van de gelegenheid maakte hij gebruik om te melden ‘dat we voor Zondag een week een meisje hebben kregen.’

Vracht pulp

Antjes handschrift is ook bewaard gebleven, in een brief die ze 20 december 1920, dus kort voordat zij en Jan ‘De Jonge Jan’ van heit en mem kochten, vanuit Groningen naar haar ouders stuurde. ‘Wij zijn vrijdag leeg geworden en nemen weer een vracht pulp mee waarheen weet ik nog niet want wij hebben nog niet aangenomen.’ Ze hadden het Hoendiep bij Martenshoek ‘beschareld’, schreef Ans, hoewel het water er zo ‘leeg’ was dat er bijna geen vrachtschepen voeren.

Brief van Antje aan haar ouders, geschreven op 20 december 1920, een half jaar voordat ze mede-eigenaar werd van ‘De Jonge Jan’.

Uit deze en een andere brief blijkt dat Ans minstens tussen 1913 en 1920 niet bij haar ouders en Jan en Jel heeft gevaren. Voer ze toen met Oene Witteveen? Dat weten we niet. Maar we weten wel dat ze een half jaar later mede-eigenaar was geworden van het ‘ijzeren roefschip De Jonge Jan.’ Dit schip was in de oude tijden bij licht weer vrijwel onverslaanbaar en zeilt sinds de oprichting van de IFKS ook bij deze organisatie mee. Alleen

nu even niet, want Fonger heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan de drukte van een vol wedstrijdprogramma. ‘De Jonge Jan’ is inmiddels wat ingekort om aan aangescherpte nautische eisen te voldoen. Een goede A-klasser was het skûtsje met een pittige bemanning nog steeds. Maar het kost heel wat om vrede te houden en ermee te presteren. Dat was in 1935 al zo, dat is het nog steeds.

Skûtsjemuseum Earnewâld Luister naar de verhalen, kijk ook even bij de smid of ga aan boord van de Aebelina www.aebelina.frl / www.skutsjemuseum.frl

Open van 27 april t/m 29 september 2019 op zaterdag en zondag van 13.00 - 17.00 uur (en Pinkstermaandag 10 juni). Iedere dinsdagmorgen tussen 10 - 12 uur. In juli en augustus dagelijks van 13.00 - 17.00 uur behalve op maandag. Voor groepen (minimaal 10 personen) het gehele jaar geopend, zowel ‘s morgens, ‘s middags als ‘s avonds, alleen op afspraak. Skûtsjemuseum - De Stripe 12 - 9264 TW Earnewâld - 06-16933805

33


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Kom aan boord bij Radio Klaas Spannende strijd Live verslag SKS en IFKS wedstrijden Sensatie en spektakel Van zaterdag 27 juli t/m 17 augustus 2019

Za Ma Di Wo Do Vr Za Ma Wo Do Vr

27 juli 29 juli 30 juli 31 juli 1 augustus 2 augustus 3 augustus 5 augustus 7 augustus 8 augustus 9 augustus

Grou De Veenhoop Earnewâld Terherne Langweer Elahuizen Stavoren Woudsend Lemmer 1 Lemmer 2 Sneek

Za 10 augustus Hindeloopen Zo 11 agustus Stavoren Ma 12 augustus Heeg Di 13 augustus Sloten Wo 14 augustus rustdag of inhaalwedstrijd(en) bij Echtenerbrug Do 15 augustus Echtenerbrug Vr 16 augustus Lemmer Za 17 augustus Lemmer (finale)

ZEILEN MET DE STERNA SKÛTSJESILEN OF EILANDHOPPEN

SANERINGEN BV

Zeilen met de Sterna Meerweg 4 8758 LC Allingawier info@zeilenmetdesterna.nl www.zeilenmetdesterna.nl 06-51512181

sakezittemasaneringen.nl Specialist in asbestverwijdering en saneringen

TROTSE SPONSOR VAN DE SINNEKENING

Mondhygiënepraktijk Westerhoff Verlengde Hereweg 140 9722 AK Groningen tel: 050-5291935 mob: 06-23225036 info@mondhygienepraktijkwesterhoff.nl 34

Met de prachtige ‘Stofberg’ Lemsteraak ‘Sterna’ kunt u heerlijk een dag uitwaaien op het IJsselmeer met vrienden, familie of bedrijfsuitje.

Liever een paar dagen weg? Dat is ook mogelijk, want aan- boord van de ‘Ster na’ is slaapplaats voor zeven personen en een volledig ingerichte kombuis. Ideaal voor een weekendje richting de Waddeneilanden.

Geheel verzorgd zoals u dat graag wilt en heen waar u maar wilt. U kunt de ‘Sterna’ huren met of zonder schipper.

Neem voor prijzen en mogelijkheden contact op met info@zeilenmetdesterna.nl.


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

‘De Drie Haringen’ promoveert naar B-klasse

‘Oude Zeug’ eindelijk in Enkhuizen Ze was kampioen met Eelke Dijkstra in de jaren 2002 en 2003. Toen werd de schipper gediskwalificeerd na mastbreuk. Maar twintig jaar eerder, in 1983 werd ze door de verzekeringsmaatschappij total loss verklaard na stranding op de dijk van de werkhaven ‘Oude Zeug’ boven Medemblik. Toen wilden al Enkhuizers op dit schip zeilen. Nu doen ze het. Registratienummer: S617N Bouwjaar: 1904 Werf: Zwolsman, Makkum Opdrachtgever: Rein Reinsma / Makkum Eigenaar: Jorrit Jouwsma, Marieke Zijlstra, Thomas de Boer Schipper: Thomas de Boer, Enkhuizen Lengte: 19,85 meter Breedte: 4,05 Tonnage: 46,592 Gebruik: Wedstrijd / Charter De ‘Nooit Volmaakt’ alias ‘Verwisseling’ en ‘Oude Zeug’ heet nu ‘De Drie Haringen’. Het skûtsje komt dit jaar uit in de B-klasse van de IFKS, na promotie vanaf een vierde plek in de C-klasse in 2018. Schipper Rein Reinsma liet op 24 oktober 1904 in Sneek een schip meten dat kort tevoren op de werf van Willem Everts Zwolsman in Makkum (later de locatie waar Amels was gevestigd) was gebouwd. Het mat 17,93 bij 4,06m en had een laadvermogen van 46,592 ton. Zwolsman had een bijzondere positie in de Friese scheepsbouwerswereld, doordat de familie op meerdere plaatsen actief was. Dit is beschreven in het boek ‘Troch de Wyn’, de pagina’s 406 en verder in de derde druk. Op de werf was bij de bouw van de ‘Nooit Volmaakt’ net in 1902 de ijzerbouw geïntroduceerd met de aanschaf van pons- en knipmachines en apparatuur voor het klinken van platen. Het schip was holler en breder dan de typische skûtsjes, omdat Zwolsman ook veel bouwde voor wat toen nog buitenwater was, de Zuiderzee. Mede daardoor kon het laadvermogen vrijwel zonder verlengingen gemanipuleerd worden tot 52,806 ton in 1918 en 50,407 ton in 1938.

Weer in functie

Net als veel skûtsjes verdween ‘De Verwisseling’ uit de binnenvaart in de late jaren veertig. Sjoerd Tjepkema kocht haar in 1948 om erop te wonen en met de baggerwerken van het bedrijf Pranger in Edam, later Pranger en Tjepkema, mee te varen. Zo kwam het schip met opbouw in Grouw terecht, waar Tjepkema in 1953 een aannemingsbedrijf in grond-, weg- en waterbouw oprichtte, dat nu geleid wordt door zijn kleinzoon Sjoerd. Het woonschip kreeg toen de naam ‘Ark Rens’, genoemd naar Sjoerds vrouw. Via Tjepkema kwam het schip in 1961 bij de veehouder Jan Cnossen in Goëngahuizen terecht, wiens boerderij in 1951 en later in 1971 in brand vloog. Zijn zoon Johan kwam er met zijn gezin op wonen. Cnossen stond met Jan Kroes, vader van Henk de ijsmeester, bekend als steunpilaar van het christelijk onderwijs in Grouw. Daarna ontfermde Eildert Lodewijkszoon Meeter zich in 1979 over het schip. Omdat hij geld nodig had voor zijn scheepswerf, kon Simon van der Meulen uit Alde Leie het kopen ‘voor oudijzerprijs’, zoals hij zelf zegt. Dat was in 1980. Die knapte de ‘Nooit Volmaakt’ op en schreef zich in voor de pas opgerichte IFKS. Jan Jepma was in 1982 zijn schipper (zesde), hij stuurde zelf in 1983 (vierde). Toen al werd vanuit Enkhuizen belangstelling getoond, maar zo’n mooi skûtsje mocht van de chauvinistische Friezen niet naar Holland toe natuurlijk. Ineens was, na een dramatische episode (zie kader) in 1991 De ‘Ark Rens’ was eigendom van Sjoerd en Rens scheepsbouwer Jelle Tjepkema en lag in 1955 aan de Marswei in Grou. Talsma, schipper op Foto archief Renny Hosper-Tjepkema. de ‘Zeldenrust’ eigenaar, tot schrik van Eelke Dijkstra uit Terhorne, die zich al min of meer eigenaar van dit mooie skûtsje had gewaand. Alleen kon hij toen als vrijgezel in zijn eentje niet een schip kopen. Maar omdat Jelle genoegen nam met een bescheiden provisie, De toenmalige ‘Oude Zeug’ met schipper Koos kon Dijkstra met een ­Lamme, tijdens de Slach om Heech in 2015. paar medevennoten Foto Tom Coehoorn.

de ‘Oude Zeug’ op zijn naam krijgen. Eelke werd in 1992 vijfde en in 1993 derde in de B-klasse, in 1996 vierde in de A-klasse, in 1997 tweede, in 1999 derde, in 2001 weer tweede en toen twee keer kampioen. Hij werd echter gediskwalificeerd in 2004 na mastbreuk in de eerste wedstrijd, waarbij een kabel aan het licht kwam. Die was bij de IFKS vanwege de veiligheid verboden. Bij de SKS, waar Dijkstra hem van Meindert de Groot had overgenomen, was de kabel juist voorgeschreven om dezelfde veiligheidsreden.

Bakker Bakstag

We gaan terug naar 1983. De Enkhuizer watersporter Jan Bakker bracht toen voor het eerst een ‘Hollands skûtsje’ aan de start van de pas anderhalf jaar oude IFKS. Na enkele jaren als succesvol klipperzeiler te zijn uitgedaagd door Staversman Age Bandstra, liet Bakker zich niet kennen en kwam met zijn ‘Hollandse Nieuwe’ (bijnaam ‘De Drie Haringen’, eerder ‘Vrijheid’, tegenwoordig ‘Wâldwiif’ [L1006N]) aan de start van de IFKS. De altijd innovatieve en gedisciplineerde Bakker werd in zijn debuutjaar tweede in de A-klasse groot achter de al even ‘Hollandse’ Nico Hoek met de ‘Lutgerdina Smeltekop’. In zijn derde jaar, 1985, werd Bakker kampioen voor Wil van Lingen en Eildert Sietesz. Meeter. Omdat het schip volgens de wedstrijdleiding te donker was, de aangebrachte bakstagen als niet-origineel werden verboden en Bakker niet zelf stuurde maar zijn team vanaf het middenschip commandeerde, kreeg hij problemen met de wedstrijdleiding. Die vond dat allemaal niet authentiek genoeg. Op de achtergrond speelde ongetwijfeld nog enige rivaliteit mee tussen Friezen en Hollanders. Dat gaf zoveel gezeur dat Bakker er na 1986 (vijfde) mee stopte. Jappie Bandstra, Jan Schoen en Sietse Ronner gingen verder met dit schip, dat pas veel later weer een rol van enige betekenis kon spelen. In Enkhuizen miste men echter het Friese skûtsje deerlijk.

‘De Drie Haringen’

Wat gebeurde er ondertussen met de vroegere ‘Nooit Volmaakt’, later ‘Oude Zeug’? Peter Fokkens kocht haar in 2009 en bleef eigenaar tot in 2018. Als schippers kwamen Arend Wisse de Boer, Ulbe Rienks Zwaga en Koos Lamme aan boord. En toen kwam het weer in Enkhuizer handen. Onderstaande episode is ons geleverd door de huidige eigenaren. ‘Het is 1 maart 2018 als Marieke Zijlstra, Jorrit Jouwsma en Thomas de Boer in een ijzig koud Sloten naar een oud kampioenschip staan te kijken. De ‘Oude Zeug’, in de jaren 2002 en 2003 nog goed voor twee kampioenschappen in de A-klasse groot, ligt er kaal en in matige staat van onderhoud bij. Na een lang gekoesterde droom om Enkhuizen met een schip weer terug te brengen in de IFKS, vaart op 25 maart 2018 de ‘Oude Zeug’ de haven van Enkhuizen binnen. Op 17 april 2018 wordt in Enkhuizen ‘Skûtsjevereniging De Drie Haringen’ opgericht. Nadat het schip hier is aangekomen, volgt er een lange werfbeurt om de vervallen ‘Oude Zeug’ op te knappen. Een nieuw roer, nieuwe tuiglier, nieuwe zeilen, en aantal vernieuwde spanten, de mast waar wat nieuwe stukjes in moesten en nieuwe

‘De Drie Haringen’ is, bijna veertig jaar nadat de Enkhuizers verliefd werden op het schip, eindelijk het stadsskûtsje van Enkhuizen en promoveerde al in het eerste jaar naar de B-klasse. Foto Jelte van der Meer / Skydrone Sloten.

kleuren …. Het schip komt op 7 juni als herboren de loods van de firma Stofberg uit gerold. Op 9 juni is de proefvaart en op 10 juni wordt het schip onder grote belangstelling van enkele honderden inwoners, de oud-bemanningsleden van de Hollandse Nieuwe en onder toeziend oog van Minister Stef Blok en burgemeester Albertine van Vliet-Kuiper, gedoopt tot ‘De Drie Haringen’. Daarmee wordt gerefereerd aan het wapen van Enkhuizen. Deze stad is na 35 jaar weer terug in de IFKS. Daarna volgde een intensieve trai-

ning; twee keer per week was geen uitzondering. Bittere noodzaak aangezien ‘De Drie Haringen’ mee zou doen aan de IFKS van 2018, maar nog geen enkele voorbereidingswedstrijd had gevaren. Op 18 augustus was de eerste wedstrijd van ‘De Drie Haringen’ in de C-klasse van de IFKS op het ruwe water van Hindeloopen. Een vierde plaats was het resultaat, achter enkele toppers. In een prachtig en spannend kampioenschap met een stabiele reeks was dit ook de eindklassering. Daarmee was promotie naar de B-klasse een feit.

DE RAMP VAN OUDE ZEUG Aan de vooravond van de Bolkoppenrace van 1983 gebeurde een ramp. De loods Piet Krekt zou het schip met twee kameraden op het fokje van Lemmer naar Makkum zeilen, waar horlogemaker Lou Kuipers als schipper zou fungeren. Maar laat in de middag stak de oostenwind op, en in plaats van naar Makkum dreven ze af in de richting van de Noord-Hollandse kust. Volgens Van der Meulen sloegen de opvarenden tot drie keer toe een aanbod af om naar Makkum gesleept te worden, in de aanwakkerende wind. Het werd al donker toen ze ten noorden van Medemblik in de buurt van de werkhaven Oude Zeug aankwamen. Daar vergisten ze zich in de kleur van de havenlichten, rood aan bakboord, groen aan stuurboord. Zodoende kwamen ze te laag uit, klapten op de stenen, streken de fok en lieten zich met een bootje van het wrak halen. Dat werd zo ernstig beschadigd dat het door de verzekeraar total loss werd verklaard. Zo kon Simon er nog een paar centen van beuren. Hein Kocken, die minder dan de schrootprijs hoefde te betalen, knapte het schip op door er een compleet nieuw vlak onder aan te brengen. Omdat dit schip ongelooflijk plat kon voordat het omsloeg, liet Kocken er een Friese vlag onder schilderen. Dat mocht echter vanwege de originaliteit niet, want het vlak moest zwart zijn. Kocken was mede-eigenaar tot in 1991 en liet er mede-eigenaar Jan Jepma en daarna Jappie Bandstra op zeilen. Daarna zeilde Bart Kocken er van 1989 tot en met 1991 als schipper op: tweede in de B-klasse, twaalfde en vierde bij de B’s.

In 1983 sloeg het skûtsje, dat toen nog ‘Nooit Volmaakt’ heette op de stenen dam bij werkhaven ‘Oude Zeug’. Het leverde, naast een enorme schade, ook de nieuwe naam van het schip op. Foto archief Aant Elzinga.

35


Terherne W W W . S K U T S J E . N L Terherne Terherne

Skûtsjekrant 2019

Terherne

Terherne

vanuit hartje Friesland vanuit hartje Friesland vanuit hartje Friesland vanuit hartje Friesland vanuit bieden wijhartje u aan... Friesland grootste gevarieerde aanbod motorjachten

grootste gevarieerde aanbod motorjachten in Noord-Nederland bieden wij u aan... bieden wij u aan... aanbod motorjachten grootste gevarieerde aanbod motorjachten in Noord-Nederland verkoophaven & verkoophal op A-locatie in verkoophaven & verkoophal in Noord-Nederland watersporthart Friesland op A-locatie

bieden wij u aan... bieden wij u aan...

oophal op A-locatie verkoophaven & verkoophal in watersporthart Friesland op A-locatie sland in watersporthart Friesland

verhuurvloot bestaande uit ca. 40 motorboten verhuurvloot bestaande uit ca. 40watersporter motorboten voor zowel startende als ervaren de uit ca. 40 motorboten verhuurvloot bestaande uit ca. 40watersporter motorboten voor zowel startende als ervaren als ervaren watersporter voor zowel startende als ervaren watersporter

moderne jachthaven met ca. 50 ligplaatsen moderne jachthaven met ca. 50 ligplaatsen voorzien van alle faciliteiten met ca. 50 ligplaatsen moderne jachthaven met ca.alle 50 voorkomende ligplaatsen voorzien van alle faciliteiten full-service werkplaats voor teiten voorzien van alle faciliteiten full-service werkplaats voor alle voorkomende werkzaamheden

s voor alle voorkomende full-service werkplaats voor alle voorkomende werkzaamheden werkzaamheden Jansen Yachts, Syl 12, 8493 LL Terherne, tel.: +31 566 68 92 64 Jansen Yachts, Syl 12, 8493 LL Terherne, tel.: +31 566 68 92 64 www.jansenyachts.nl 493 LL Terherne, Jansen tel.: +31Yachts, 566 68Syl 92 12, 648493 LL Terherne, tel.: Jansen +31 566 Yachts, 68 92Syl 6412, 8493 LL Terherne, tel.: +31 566 68 92 64 www.jansenyachts.nl

hts.nl

www.jansenyachts.nl

www.jansenyachts.nl

Reekers Watersportbedrijf 25 jaar Aan het begin van het dorp Woudsend is Reekers Watersportbedrijf gevestigd. Reekers Watersport bestaat dit jaar 25 jaar als jachthaven voor vaste ligplaatsen en als overwinterplek voor vele boten buiten het vaarseizoen. Sinds 2014 staan Steven de Boer en Reina Reekers aan het roer van het bedrijf, ze namen het over van de ouders van Reina. Steven werkt volledig in het bedrijf, terwijl Reina daarnaast ook nog in het onderwijs werkzaam is. Samen zorgen ze ervoor dat Reekers Watersportbedrijf van alle gemakken voorzien is. De afgelopen winter is er een nieuwe beschoeiïng gekomen en gewerkt aan een nieuwe uitstraling van het bedrijf. Tijdens het winterseizoen verrichten ze veel onderhoudswerkzaamheden aan boten, zoals schilderen en motoronderhoud. In april worden de meeste boten het water weer ingelaten en raakt de haven weer vol. Tijdens het zomerseizoen is er dan vaak tijd om skûtsjes uit het water te halen voor het laatste onderhoud, zo vlak voor de wedstrijden. Daarvoor staat er een grote portaalkraan, die in deze periode vaak door de skûtsjebemanning gebruikt wordt. Reekers ligt dan ook mooi tussen de wedstrijdwateren Sleattemermar en de Fluezen in. Reina Reekers: ‘We hopen op een mooie zomer in 2019 zodat onze gasten optimaal kunnen genieten van de mooie Friese wateren.’

36


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Test je kwaliteiten

Escaperoom in skûtsjeruim VIND HET KIND RIENK!

Naast de populaire escaperoom is ook het electric off-road, sloepvaren en de lopi-fit erg geliefd. Of het hilarische Treasure Island, waar je in groepen tegen elkaar strijdt om als eerste het schateiland te bereiken. Veel activiteiten laten zich uitstekend combineren.

Een jaar heeft ‘De Twirre’ in Earnewâld een Escaperoom naast allerlei buitenactiviteiten. Deze nieuwe attractie is ingericht in het Twirregebouw vlakbij It Wiid, op een steenworp afstand van het Skûtsjemuseum. De belangstelling is groot, zeggen René en Judith Janssen van ‘De Twirre’. Maar nu stap twee. Het doel van de Escaperoom is om binnen een bepaalde tijd uit een afgesloten ruimte te ontsnappen. Daartoe moeten allerlei puzzels worden opgelost. Trial and error hoort erbij – maar dan wel systematisch. En originaliteit, creativiteit en slimheid. Aan wie er weinig van snapt, geeft Judith ‘hints’. Zij volgt namelijk de teams in de drie ruim-rooms via een cameraverbinding en ziet hoe ze soms vastlopen. Natuurlijk geldt wel: hoe meer hulp, des te lager de score. De Escaperoom is geliefd voor groepsuitjes (van 8 tot 300 personen), waarvoor De Twirre ook een populair adres is. Een skûtsjeverhaal kom je niet zo vaak tegen in deze setting. Er kan echter nog veel meer in de Alde Feanen. Electric Off-road is het meest geboekte uitje, maar elektrisch sloepvaren, swingtriken, survival of lekker weg op een e-scooter kan ook. Nieuw in 2019 is de VR-ruimte, waar je wordt meegezogen in de onderwaterwereld, of een achtbaan. Het leukst is natuurlijk om verschillende activiteiten te combineren.

Teams toetsen

De bestaande Escaperoom is ruimtelijk ontworpen en gebouwd door Sietse Bruinsma, die ook geregeld actief is in het Skûtsjemuseum. Hij kreeg voor het elektrotechnische gedeelte hulp van Louter van der Kolk, die de meest ingenieuze schakelingetjes bedacht. Af en toe bedenken Judith en René nieuwe attracties, die soms eenvoudig, soms ook bijzonder vernuftig zijn. De bandbreedte in oplossend vermogen is vrij groot, hebben Judith en René inmiddels ervaren. Jongeren die veel games spelen, vinden vaak gemakkelijker oplossingen dan ouderen. Digibeten lopen natuurlijk achter bij Willy Wortels van de nieuwe tijd. Maar misschien is het samenwerken van een team in een stressvolle omgeving nog wel belangrijker dan het oplossen van een puzzel. Zeker in bedrijven, waar men steeds meer

In de nieuwe VR-Experience wordt je ondergedompeld in totaal verschillende ervaringen.

te maken krijgt met onzekere verhoudingen. Een Escaperoom biedt unieke mogelijkheden om gevormde teams te toetsen. Als deelnemers als schapen achter hun leider aan lopen, bereiken ze niks. Dat geldt ook voor ‘leiders’ die niet kunnen luisteren.

Uitbreiden

René en Judith Janssen willen komend jaar de markt voor ‘teambuilding in Escaperooms’ verkennen. Wellicht veranderen ze iets aan de inrichting. Het kan nog wat laagdrempeliger. ‘Misschien moeten we ze enveloppen meegeven met oplossingen voor lastige problemen’, zegt René. In ieder geval is een goed geoutilleerde observatieruimte van belang. Daar wordt aan gewerkt. Met camera’s, opnameapparatuur en grotere beeldschermen kan dan ook de feedback met de deelnemers worden besproken. ‘We stappen zeker niet van de vloer op de zolder’, zegt Judith. ‘Er moet ruimte blijven voor familiegroepen en kinderen. Maar bedrijven kunnen we hier zeker faciliteren. En wie weet verlengen we dan ons seizoen dan met het aanboren van een nieuwe markt.’

De Twirre Reidtugel 5c Earnewald 0511-539732

I NFO @DETW I RRE . NL WWW.DET W I RRE . NL

Een Escaperoom is bij uitstek geschikt om gevormde teams te toetsen. Hoe werken ze samen in stressvolle situaties? Een Escaperoom in een skûtsjeruim, zoals bij De Twirre, is daarin uniek. Op de terugreis van Leeuwarden liepen ze vast. Jan van den Berg en zijn vrouw Sjoerdje van den BergVan der Meer voelden dat hun schip geen meter meer vooruitging. ‘Grûniis’, zal Jan, kleumend op de warring, gemompeld hebben. Sjoerdje, in de roef, wist wat dat betekent. Ze vroren vast, terwijl om hen heen het water nauwelijks werd bedekt met een laagje ijs. Jan en Sjoerdje waren rond de eeuwwisseling van 1900 op 1901 in hun woonplaats Eernewoude illustere figuren, beter bekend als Jan en Sjut. In hun bescheiden woning hadden ze een winkeltje. In het weekend had Jan er een scheerzaakje bij. Zijn klanten werden ingezeept, terwijl ze praatten over het weer, de otter die door oude Piebe Wester doodgeslagen was en het hoge water dat het voor Jan Krante onmogelijk maakte om de krant rond te brengen.

Jan was ook rietsnijder, in de koudste maanden van het jaar, als de oude stengels zich verhardden en het nieuwe bladriet nog niet uit de grond was gekomen. Sjut bemoeide zich dan met de mattenvlechterij, waarvoor biezen of kokels werden geoogst. De hervormde dominee Offerhaus zelf had deze huisindustrie geïntroduceerd om de armen van zijn gemeente – en anderen - enige inkomsten te verschaffen.

In het grondijs

Eén keer in de week zeilden of boomden Jan en Sjut met hun skûtsje naar Leeuwarden om er boodschappen te halen voor hun winkeltje. Als het laat werd, en dat werd het vaak, wilde Jan langs de kortste weg, over de Langesleatten, naar huis. Sjut had daar een hekel aan. Want daar, zei men en geloofde zij, huisde de ‘Langsleattemer Man’. Die moest je niet tegenkomen, overdag niet en ’s nachts helemaal niet. Om haar tegemoet te komen, had Jan allemaal raadseltjes bedacht zodat een vreemde nooit in de roef kon komen, zelfs al was hij al aan boord gesprongen. Dat moest Sjut beschermen en vooral hun zoontje Rienk. Die, een baby nog, werd op hun reizen altijd meegenomen. Maar op deze dag liep alles tegen. Ze kwamen te laat terug, zodat het al donkerde toen ze bij Wartena door de brug schoven. Bovendien was het koud, bitter koud. De vorst zou vannacht wel invallen, mijmerde Jan. Alle reden om de kortste weg naar huis te kiezen, bij de Kruiswaters onder Wartena naar links, de Langesleatten op. Toen ze die draai naar bakboord namen, voelden ze de oostenwind, die gewoon zeilen onmogelijk maakte en Jan dwong om met de boom het vaartuig vooruit te duwen. Dat ging zo’n zestig meter, en toen liep het skûtsje vast. IJs was nog amper te zien, zodat Jan dacht dat er onder water misschien een gezonken boomstronk lag, of een andere onzichtbare hindernis. Maar toen hij met de boom op de diepe bodem stampte, voelde hij de hardheid van bevroren modder. Ze waren vastgelopen in verraderlijk grondijs, dat ontstaat doordat

in de modder het water besloten ligt en niet, zoals gebruikelijk, blijft bewegen totdat alles kouder dan vier graden is.

Alarm

In Eernewoude zag oude Hendrik Toering dat het lichtje in de verte niet meer bewoog. Hij, visser en natuurmens, wist wat dit bij deze temperatuur betekende. Het vaartuig dat daar zojuist nog voer, lag nu stil – vastgevroren aan de bodem. Toering zag ook dat er nog amper ijs aan het wateroppervlak gevormd was. De mensen in dat schip zaten als ratten in de val. En dat op de Langesleatten! Als je al niet in de Langsleattemer Man geloofde, dan meed je toch zeker die wereld wel vanwege de nachtdieren die je schrik konden aanjagen, en de zompen waar een mens doorheen kon zakken, zodat hij het van onderkoeling bestierf. Dat was hier vaker gebeurd. Hendrik Toering sloeg alarm. En in no time had hij een legertje flinke helpers verzameld die samen met hem de onfortuinlijke varenslieden uit hun benarde positie zouden redden. Dat het om Jan en Sjut en hun zoontje Rienk ging, wist hij al toen ze vanuit Eernewoude in westelijke richting strompelden, elk met een lange stok in zijn hand en bijgelicht door de stormlamp van Hendrik. Toen ze na een half uur sjouwen bij de plek kwamen waar aan de overkant het iele toplicht op het dek scheen, was er geen levend wezen te bekennen, ook niet toen ze ‘Jahan’ en ‘Sjuhut’ riepen, zo luid ze konden. Er zat niks anders op dan dat de flinkste twee een eind terugliepen tot bij ‘Nije Moed’, waar een b ­ ootje lag. Daarmee konden ze naar de overkant, waar tegen het riet het schip van Jan en Sjut ingevroren lag.

‘Help ús Rienk’

Het zal een uur later geweest zijn dat Hendrik Toering met zijn lamp een gezicht bescheen dat van Sjut was, blauw van de kou en nauwelijks bewegend. Amper hoorbaar fluisterde ze ‘help ús Rienk’, om daarna weer weg te zakken in verstijfde bewusteloosheid. Terwijl twee, drie mannen worstelden om haar uit de zuigende modder los te trekken, schoten anderen van de groep aan boord. Jan zagen ze nergens, de kleine Rienk liet zich niet horen, ook niet toen ze hun beider naam riepen. De deur naar de roef was afgesloten, merkten ze. Alleen het ruim, spaarzaam ingericht om er een nacht in door te kunnen brengen, bleek toegankelijk. Vandaar, begrepen ze, moesten ze Rienk zien te vinden – als hij zich niet in het ruim zelf bevond. Maar, stelde een van hen vast, dan moesten ze opschieten, want kennelijk was in het vlak een klinknagel losgeknapt. Lekwater ruiste naar binnen en zou zeker binnen een uur de hele roef ontoegankelijk maken.

37


Skรปtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

SIEP AMSTERDAM TRANSPORT BV SINDS 1884 GESPECIALISEERD IN VERVOER VAN EN NAAR SCANDINAVIE

06-51606030

WWW.SIEPAMSTERDAMTRANSPORT.NL 38


W W W. S K U T S J E . N L

Skûtsjekrant 2019

NEYFIK® Spray-brandblusser

Met de spray-blusser van NEYFIK® vergroot je kans op succesvol blussen met meer dan 50%. Dan heb je ook nog eens een blustijd die twee maal zo lang is als een standaard 2 kg blusser. Zo kun je ruim 30 seconden blussen. De worpafstand is ruim 3 meter, daarmee voorkom je dat je dicht bij de brandhaard moet komen om te blussen. De NEYFIK® sprayblusser is vorstbestendig tot -15 graden, dus kan in de winterperiode aan boord blijven.

Schuimblusser , Onderhoudsvrij Op veel boten en schepen is een brandblusser verplicht. En zo wordt het vaak ook gezien door de eigenaar. ‘Als er maar een blusser hangt, dan voldoe ik aan mijn plicht.’ Deze uitspraak komen we vaak tegen, helaas. In veel gevallen wordt er gekozen voor de goedkopere poederblusser. Die moet je dus niet hebben, want de schade na gebruik is vreselijk. De hele boot moet eigenlijk gestript om te voorkomen dat er roest optreedt en kortsluiting in de bedrading. De nieuwe Spray-schuim-blussers van NEYFIK® zijn een oplossing. Compact, licht èn onderhoudsvrij. Niet meer elk jaar de hoge kosten van keuren, maar simpelweg kopen en je bent voor 4 jaar helemaal klaar. Uiteraard voldoe je met deze blusser aan het BPR. De Sprayblusser bevat bovendien schuim wat je na gebruik gemakkelijk weer kunt wegnemen met een natte doek.

Meer dan 1 Het is verstandig om op meerdere plaatsen een sprayblusser te monteren. In de stuurhut, keuken, vooronder en in de hutten waar wordt geslapen bijvoorbeeld. Zo hoef je niet eerst meters te lopen of kruipen om een blusser te pakken. Je bespaart tijd en daardoor verklein je de kans op grote schade of letsel.

Vorstvrij en door iedereen te gebruiken Omdat de spray-blusser werkt als een spuitbus, weet eigenlijk iedereen instinctief hoe je moet blussen. Geen ingewikkelde zegels of hendels indrukken; gewoon de dop eraf en spuiten. Door deze eenvoudige werking kun je bij een calamiteit heel snel ingrijpen en de brand is dan direct onder controle. Juist aan boord wil je zo snel mogelijk de gevolgen beperken om veilig aan wal te komen.

Waarom kiezen voor een NEYFIK® sprayblusser? Bijna altijd begint een brand klein. Snel ingrijpen voorkomt erger. Als je direct kunt blussen, kan de brand snel onder controle zijn. De N ­ EYFIK® blussers maken dat mogelijk omdat ze: licht zijn, gebruiksklaar en door iedereen te bedienen.

Een brandblusser is niet het eerste waar je aan denkt als je een dagje lekker op het water bent. Genieten van de wind, het water en de zon, en alles even achter je laten. Toch is de veiligheid aan boord een voorwaarde om met een gerust hart de zeilen te hijsen. Een brandblusser is een belangrijk onderdeel van die veiligheid.

Veilig gevoel Met een NEYFIK® sprayblusser zijn alle voorwaarden aanwezig om een beginnende brand snel te blussen. Bovendien zorgt het spuitsysteem ervoor dat iedereen intuïtief weet wat hij of zij moet doen: dop eraf, knop indrukken en blussen! De blussers zijn dus veel effectiever bij een beginnende brand dan andere blusmiddelen

39


Skûtsjekrant 2019

W W W. S K U T S J E . N L

Tiid foar in oare bank? ! Wolkom

Stap no oer!

Geertsma Assurantiën T (0514) - 60 33 60 Balk

Hiemstra Financiële Diensten T (0518) - 41 80 80 Sint Annaparochie

Groenhout Financiële Dienstverlening T (0517) - 531529 Witmarsum

Attentiv A Boskma B.V. T (0515) - 580402 Bolsward

Hiemstra Financiële Diensten T (0517) - 39 00 22 Franeker

AQRaad Verzekeringen & Makelaardij BV T (0514) - 566262 Lemmer

Kootstra Assurantiën & Advies T (0511) - 54 44 42 Buitenpost

Assurantiekantoor M. Kruis T (0514) - 52 16 20 Hindeloopen

Noorder Staete Assurantiën b.v. T (0511) - 460240 Burgum

Veldsink-Ferwerda adviesgroep T (0513) - 41 31 78 Joure

Foppie van Terwisga / ‘ t Hasker Assurantiekantoor T (0513) - 67 74 00 Oudehaske

Meinema Verzekeren & Bankieren T (0519) - 57 17 45 Dokkum

Stellema T (0511) - 451997 Kollum

Jo bank tichtby.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.