Laren&Oranje extra editie 80 jaar vrijheid

Page 1


“Opdat wij nooit vergeten.”

Alles onder één dak.

Supermarkt DA Drogist Post NL-punt

maandag t/m vrijdag 08:00 – 19:00 zaterdag 08:00 – 18:00 zondag 10:00 – 17:00

Laren!Magazine_NR31_Advertentie_Beuzel kopie.indd 1

Overweeg je een robotmaaier? Bij Almat begrijpen we dat elke tuin uniek is. Daarom bieden we een uitgebreid assortiment grasrobots voor elke behoefte. Of je nu een kleine tuin of een groot gazon hebt, onze robotmaaiers onderhouden je gazon moeiteloos. Voor meer informatie, neem contact op met onze Groentechniek afdeling! UW PARTNER VOOR

T. 0573 - 44 80 88 • groentechniek@almatlaren.nl ALMATLAREN.NL

Op de cover: North Nova Scotia Highlanders in Dortherhoek onderweg naar Bathmen op 8 april 1945. Fotograaf: Lieutenant Donald Grant. PA145732, Bron: Library and Archives Canada

“Opdat wij nooit vergeten.”

We mogen nu al 80 jaar vrijheid ervaren. Vrijheid mogen we nooit vanzelfsprekend vinden. Het is het recht om te gaan en staan waar we willen en te zeggen wat we willen. 75 jaar geleden werd in Laren het oorlogsmonument onthuld door Bertus Koeslag en Jan Lensink, jongens nog destijds, die familieleden verloren tijdens de oorlog. Dit monument herinnert aan de 15 burgerslachtoffers uit Laren die het leven lieten tijdens de oorlog.

In deze speciale editie willen we dieper ingaan op hun verhalen en de gebeurtenissen die hen hebben getroffen. We geven de slachtoffers een gezicht, zodat hun offers niet vergeten worden. Dat doen we aan de hand van een aantal gebeurtenissen en thema’s. Ook besteden we aandacht aan de in Laren gesneuvelde Canadese militairen.

We danken allen die hebben bijgedragen aan deze uitgave, in het bijzonder Jan Braakman, Jan Eggink en Mattijs Janssen, die geholpen hebben bij het schrijven van de artikelen, en Tonny Roeterdink van het Historisch Genootschap voor het speurwerk. En we bedanken het Vfonds voor een forse subsidie die de activiteiten rondom 80 jaar vrijheid mogelijk maakt, welke verder in deze uitgave worden toegelicht.

Tenslotte willen we u wijzen op een indrukwekkend project van het Informatiecentrum Canadese Begraafplaats in Holten: “Elk graf een gezicht”. Van 4 t/m 23 mei staat bij elk graf een bordje met een afbeelding en QR-code, leidend naar informatie over de betreffende soldaat.

Laten we samen de herinneringen levend houden, zodat we de vrijheid die we vandaag ervaren, niet vanzelfsprekend blijven vinden.

Voorzitter Laren & Oranje

STURRIS BV LAREN (GLD)

AFVALBRENGPUNT

Voor zowel zakelijk als particuliere klanten.

LEVERING VAN DIVERSE MATERIALEN

Bijv. vulzand, houtsnippers, compost en diverse soorten split, grond en bestratingsmaterialen. STRAATWERK RIOLERING SLOOPWERK

Gecertificeerd in het saneren van asbest.

• Agrarische activiteiten uitvoerbaar met een schranklader

• 3D inmeten, tekenen, uitzetten en egaliseren

• Aanbrengen halfverhardingen

• Leverancier Achterhoeks Padvast

Oude Deventerweg 6

7245 PX Laren Tel +31573 401571

info@benniebrummelman.nl www.benniebrummelman.nl

Vanaf 1 april 2025 hebben wij alle particuliere aanvragen met vertrouwen overgedragen aan Stok ICT.

Blauwhand 1

7245 BV Laren GLD

Tel. 0573 40 13 03

Voor meer informatie neem contact met ons op.

Meer informatie: diecomputer.nl

Huenderstraat 3, Laren Tel. 088-1205211 sales@diecomputer.nl

Inhoud

10 Arbeidseinsatz: dwangarbeid in Duitsland

20 Larense Broek kreeg tot crash vliegtuigen weinig mee van oorlog

31 De twee oorlogsboeken van Jan Braakman

33 Christiaan Harkink metaaldetector en oorlogsmuseum

34 De gesneuvelde Canadezen en begraafplaats Holten

38 Dagboek van Jan Müller

43 De Indiëgangers en het monument

45 Vrienden van Laren Live

46 Fietstocht Holten - Laren 80 jaar vrijheid 22 historische locaties langs de route

49 4 mei plechtigheid

50 5 mei viering Golden Oldies

51 Bezoek Canadees regiment

6

Het oorlogsmonument WOII

De slag om de Grebbeberg 8

Het verzet in Laren

12

16 De V1 en burgerslachtoffers

De bevrijding van Laren

22

De slag om de Wippert

28

In deze speciale uitgave van Laren Magazine staat 80 jaar bevrijding centraal. We delen aangrijpende verhalen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, belicht door belangrijke gebeurtenissen uit die periode. Laren & Oranje, opgericht op 23 september 1936, zet zich al decennia in voor de Larense gemeenschap. Elk jaar organiseren zij diverse evenementen, zoals de feestelijke activiteiten op Koningsdag en de Palmpasenoptocht. Word lid voor slechts € 7,50 per jaar! Scan de QR-code op de laatste pagina van dit magazine.

De wederopbouw van Laren

30

Colofon Laren-Bevrijdings-Magazine is een eenmalige uitgave van Laren & Oranje in samenwerking met Laren Magazine en verschijnt in een oplage van 4.100 exemplaren huis-aan-huis in Laren Gld, Kring van Dorth, Almen en Harfsen. Fotografie: Gelderland bevrijd van Christ Peters, Britt Haarman, Ovii Teksten: Alfred van Lenthe, Jan Braakman, Jan Eggink en Mattijs Janssen. Opmaak: Ovii

Contact Laren Magazine • Deventerweg 67-F, Laren Gld T. 06 16 46 55 33 • info@larenmagazine.nl • larenmagazine.nl

Vfonds speelt een cruciale rol in het bevorderen van kennis over oorlog, conflict en de waarde van de democratische rechtsstaat. Vfonds steunt meer dan 200 projecten die mensen vaardigheden aanleren om actief bij te dragen aan een vreedzame samenleving. In het kader van de viering van 80 jaar vrijheid heeft Vfonds een waardevolle financiële bijdrage geleverd aan dit magazine.

Het oorlogsmonument WOII

Op 4 mei 1950 werd in Laren, naast de Hervormde kerk, het oorlogsmonument onthuld ter nagedachtenis aan vijftien slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen door oorlogsgeweld. Het monument werd onthuld door Jan Lensink en Bertus Koeslag, nabestaanden van de slachtoffers.

Het herdenkt de slachtoffers met de inscriptie "1940-1945 aan hen die vielen" en eindigt met een bijbeltekst: "en het licht schijnt in de duisternis. Joh. 1:5".

Het monument werd ontworpen door Peter Starreveld en bestaat uit een bakstenen zuil met natuurstenen banden en een witte gedenksteen, bekroond met een bronzen schaal waaruit vlammen oprijzen.

In de loop der jaren werd het monument helaas tweemaal vernield. In december 2011

werd het monument beschadigd door onbekenden, wat leidde tot verontwaardiging in de gemeenschap. Een anonieme particulier stelde duizend euro beschikbaar om de dader te traceren. In november 2015 werd het Oorlogsmonument opnieuw vernield, waarbij onderdelen werden gestolen. Bertus Koeslag, die beide ouders in de oorlog verloor, uitte zijn teleurstelling destijds via een artikel in de krant met de woorden: ‘Die rotzakken hebben ons monument vernield’. Dit veroorzaakte een hernieuwde

schok binnen de Larense gemeenschap.

Na deze vernielingen was er enige onduidelijkheid over de financiering van de herstelkosten, maar uiteindelijk kwamen de Vereniging Laren & Oranje en de gemeente Lochem overeen om op 20 april 2016 een nieuwe schaal en vlam te plaatsen. In de jaren '70 werd de herdenking om de vijf jaar gehouden, maar sinds 1995 wordt deze elk jaar georganiseerd, met steeds meer deelnemers.

In deze speciale uitgave van Laren Magazine over 80 jaar bevrijding worden de verhalen van de slachtoffers verteld aan de hand van gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Het monument blijft een belangrijk symbool voor de herinnering en herdenking van de slachtoffers van de oorlog.

Hendrik Wesseldijk

13-01-1912, Laren 13-05-1940, Rheden

Hendrik Wesseldijk maakte onderdeel uit van het 11e regiment infanterietroepen van het Nederlandse leger. Hendrik sneuvelde op 13 mei. Hij was het eerste Larense slachtoffer van de oorlog en liet zijn vrouw Hanna en 3-jarige zoon Arend achter. Na de overgave gingen enkele buurjongens van Wesseldijk, Appie Meuleman, Gerrit Goorman, Albert Kappert en Willem Ruiterkamp, op zoek naar zijn graf. Ze fietsten naar de Grebbeberg en vonden de verwoestingen van de strijd: afgebrande huizen, autowrakken en prikkeldraadversperringen. Op de berg ontdekten ze een provisorisch kerkhof voor de gesneuvelde soldaten, met Nederlandse en Duitse graven. Ze vonden het graf van Wesseldijk, gemarkeerd door een eenvoudig houten kruis met zijn naam erop. Drie maanden na de slag ontving de burgemeester van Laren een envelop van het Nederlandse Rode Kruis, waarin persoonlijke bezittingen van Wesseldijk zaten: een zakmes, een portemonnee met drieënhalve cent, een portefeuille met foto's en briefkaarten, en een vulpen. Deze spullen werden door de burgemeester aan Hendriks vader overhandigd.

De slag om Grebbebergde

De slag om de Grebbeberg was een belangrijk moment in de Nederlandse verdediging tegen de Duitse invasie in mei 1940. Op 10 mei viel Duitsland Nederland binnen, met luchtaanvallen en infanterie. In Laren zagen de inwoners Duitse luchtlandingstroepen en verkenningstroepen die ongestoord hun weg vervolgden, aangezien de Nederlandse tegenstand minimaal was.

Het Nederlandse leger was slecht voorbereid en had verouderde wapens, waardoor de Duitse verovering vlot verliep.

Echter, de Grebbeberg was een strategisch verdedigingspunt in de Grebbelinie, die Nederland moest beschermen tegen de Duitse opmars. De linie werd versterkt door het onder water zetten van land, maar de Grebbeberg was het zwakste punt. De Duitse aanval op de Grebbeberg begon op 11 mei met hevige artilleriebeschietingen, waarbij 23.000 Duitse soldaten

tegenover 2.500 Nederlandse militairen stonden. Onder de Nederlandse soldaten bevonden zich ook enkele Larenaren. Ondanks hevige strijd wisten de Nederlanders de Duitse opmars slechts tijdelijk te stoppen. Op 13 mei viel een deel van de Grebbeberg in Duitse handen, en de nacht van 13 op 14 mei werd gebruikt voor een Nederlandse terugtrekking.

De overgave van Nederland volgde snel na het bombardement op Rotterdam op 14 mei. Tijdens

Tekst: Alfred van Lenthe

OORLOGSFEITEN

Duitsers bang in Verwolde

Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het sanatorium De Lighallen in Den Haag plaatsmaken voor de vijfduizend kilometer lange Atlantikwall, de verdedigingslinie van Nazi-Duitsland. Barones Line van der Borch van VerwoldeVoûte bood aan om de patiënten naar Huize Verwolde in Laren te verhuizen. Naar verluidt bevonden zich onder de mensen met TBC ook diverse Joodse mensen. Of die Joodse mensen ook werkelijk TBC hadden, is heden ten dage niet bekend. Wel dat de Duitsers met een wijde boog om Huize Verwolde trokken om maar niet besmet te raken.

Kadaverdiscipline

deze strijd vielen 424 Nederlandse militairen, waaronder de 28-jarige Hendrik Wesseldijk, een boerenzoon die woonde aan de Lendenweg in Laren.

De slag om de Grebbeberg was een tragisch keerpunt in de verdediging van Nederland en markeert de moed en het verlies van de Nederlandse militairen in de vroege dagen van de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het slachten van varkens zonder vergunning verboden, wat leidde tot illegale praktijken. In november 1944 ontdekte een controleur dat Evert Hekkelman een varken op papier had staan dat niet te vinden was. Hekkelman beweerde dat het dier overleden was, maar de controleur wilde het zien. Dit leidde tot problemen, omdat Hekkelman het varken illegaal had laten slachten en het vlees bij buurman Schutte had verstopt. Om zichzelf te redden, vroeg hij Schutte om hulp. Samen met buren ontdekten ze dat een ander varken bij G.H. Leussink was gestorven en begraven. Met toestemming groeven ze het stinkende kadaver op, verpakten het in stukken en vervoerden het per fiets naar Hekkelman, terwijl ze voorzichtig waren om niet gezien te worden. De volgende ochtend groef Hekkelman het kadaver opnieuw op, waardoor hij een zware straf voorkwam.

Arend en Jet Wesseldijk bij het graf van hun (schoon)vader op het Militair Ereveld Grebbeberg bij Rhenen (foto: Arjan Wesseldijk)

Jan Martinus van den Brink 15-09-1924, Laren 04-12-1944, Neuengamme

Jan Martinus werd geboren aan de Holterweg, waar nu de opslagruimte van supermarkt Plus staat. Hij was student toen hij in augustus 1944 werd gearresteerd vanwege ‘Arbeitsverweigerung’, mogelijk door zijn weigering een loyaliteitsverklaring aan de Duitsers te ondertekenen. Na zijn arrestatie in Vorden werd hij eerst vastgehouden in Kamp Amersfoort en vervolgens overgebracht naar Neuengamme, waar hij onder erbarmelijke omstandigheden moest werken aan de ‘Friesenwall’. Hij overleed in 1944 door uitputting en werd begraven in een massagraf. Na de oorlog werd hij herbegraven op het Nederlands Ereveld Loenen.

Bertus Kuiper

16-07-1919, Laren 30-05-1943, Wuppertal

Bakker Bertus Kuiper, wonend aan de Lindenbergsdijk (B40) was 23 jaar en werd ook tewerkgesteld in Duitsland in Wuppertal. Bij een geallieerd bombardement in de nacht van 29 op 30 mei 1943 kwam hij, samen met zijn baas en diens vrouw om het leven.

Op 4 oktober 2023 werd op de stoep voor de Plus Beuzel & Beuzel een Stolperstein gelegd ter nagedachtenis aan Jan Martinus van den Brink.

ARBEIDSEINSATZ:

Dwangarbeid in Duitsland

De Arbeidseinsatz was een systeem van dwangarbeid opgelegd door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij miljoenen mannen uit door Duitsland bezette landen, waaronder Nederland, gedwongen werden te werken in de oorlogsindustrie.

Dit gebeurde van 1938 tot 1945 en leidde tot de inzet van ongeveer 7,7 miljoen buitenlandse arbeiders. Aanvankelijk was de arbeid vrijwillig, maar vanaf 1943 werd het in Nederland verplicht voor mannen tussen 18 en 35 jaar.

De economische situatie in Nederland voor de oorlog droeg bij aan deze situatie. Door de grote werkloosheid na de economische crisis van 1929 en de bezetting in 1940 werden veel werklozen gedwongen om arbeid te verrichten, anders zouden ze hun uitkering verliezen. Aanvankelijk werden werklozen ingezet voor arbeid in Nederland, maar met de verergerende situatie in de oorlog werden steeds meer mannen naar Duitsland gestuurd om daar te werken.

Veel Nederlanders weigerden deze oproep en probeerden te ontsnappen door onder te duiken of zich met valse documenten te onttrekken. Anderen slaagden erin om vrijstellingen te verkrijgen via keuringsartsen of ambtenaren. Ook vanuit het verzet was er een sterke oproep om niet naar Duitsland te gaan. Via illegale pamfletten werd opgeroepen om onder te duiken.

Vanwege het lage aantal vrijwillige aanmeldingen (slechts 54.000 van de 170.000 verwachte arbeiders) organiseerden de Duitsers razzia’s om mannen op te pakken en naar Duitsland te sturen. De verplichte arbeid werd uitgebreid naar mannen van 17 tot 40 jaar, en zelfs 16-jarigen tot 60-jarigen werden op het eind gedwongen te werken. Dit leidde tot een massale verplaatsing van mannen, waarbij zo’n 500.000 Nederlanders onder

dwang in Duitsland werkten. De omstandigheden voor deze arbeiders waren vaak verschrikkelijk. Veel mannen stierven door bombardementen op fabrieken, honger of slechte werkomstandigheden. Daarnaast veroorzaakte de Arbeidseinsatz veel ontwrichting in gezinnen, aangezien veel mannen ofwel onderdoken of naar Duitsland werden gedeporteerd.

De gevolgen van de Arbeidseinsatz waren verstrekkend. Niet alleen kwamen duizenden Nederlanders om het leven, maar velen keerden uitgeput terug en werden soms zelfs beschuldigd van collaboratie. Ook diverse Larenaren verrichtten arbeid in Duitsland.

Tekst: Alfred van Lenthe

Het verzet in Laren

Verzetswerk in Laren eiste een hoge tol

Staand van links naar rechts: A. Schouten, E. Westendorp, H. Altena, A. Koeslag jr., B.J. Altena, H.A. Schouten sr, J. Koeslag, A. Koeslag sr., W. Koeslag, H.J. Teenstra, zittend: B. Schouten, H. Schierholz, H. Broekhof, J. Dinius, P. Straatsma en O. Spijkerman

Foto: Alex Roosdorp

Tekst:

In het begin van de bezetting leek het allemaal nog wel mee te vallen. Albert Koeslag, die later zou uitgroeien tot een van de prominente verzetsmensen in Laren, zag dat “Duitsland ons met een zoet lijntje aan zich toe wou eigenen”. Dat schreef hij in een terugblik nadat Laren in april 1945 was bevrijd en hijzelf uit de gevangenis in Assen was vrijgelaten en met een geleende fiets was teruggekeerd in Laren.

Verzet tegen de Duitse bezetting

Koeslag liet zich geen zand in de ogen strooien door de Duitse bezetter. Hij verzette zich tegen het onrecht en zocht medestanders, aanvankelijk gericht op het onderbrengen van jongemannen die weigerden voor de Duitsers te werken.

Koeslag: “Dit was voor ons het eerste verzet tegen Duitsland. Vele onderduikers werden door ons geholpen om een goede plaats voor hen op te zoeken.” Om de hulp aan onderduikers te organiseren, werd in 1942 bij Schorfhaar een vergadering belegd waar een aantal gelijkgestemden plannen maakten om de hulp aan onderduikers gestructureerd aan te pakken, zoals dat in omliggende gemeenten ook al heimelijk gebeurde. Bij de oprichting waren onder andere de broers Hendrik Jan, Albert en Johan Koeslag, Tinus Wissink, schoolhoofd Adriaan Plomp en Hendrik Schouten uit Verwolde betrokken. Appie Koeslag, zoon van Albert, werd contactpersoon van de groep. Hij hield contact met de verzetsleiders in Zutphen en omgeving.

Organisatie van hulp aan onderduikers

Voor onderduikers was niet alleen een plek nodig waar ze konden verblijven. Vanwege de schaarste waren levensmiddelen op de bon. Wie wat wilde kopen, moest bonkaarten hebben. Maar wie ondergedoken was, kreeg geen bonkaarten. En dus moest er illegaal geregeld worden dat er toch bonkaarten kwamen. Helpers van onderduikers gaven ’s zondags in de kerk via

de collectezak geheime boodschappen door, die ’s avonds bij Hendrik Jan Koeslag werden bezorgd. Koeslag had contact met gemeenteambtenaar Bernard Rouwenhorst, die in de gemeentelijke administratie gefingeerde persoonskaarten invoerde, op basis waarvan bonkaarten voor onderduikers konden worden uitgegeven. Rouwenhorst kreeg op het gemeentehuis hulp van Dineke Schippers en Okje Swanink, die tientallen bonkaarten op illegale wijze uit de gemeentelijke kluis lieten verdwijnen naar onderduikers. Dat ging goed tot er een onderduiker in Vorden werd opgepakt, die onder druk verklaarde dat hij zijn illegale zegels had gekregen in Laren. Schippers werd gearresteerd, maar liet in gevangenschap niet meer los dan dat zij uit medelijden de onderduiker had geholpen. Swanink en Rouwenhorst ontkwamen aan arrestatie.

Illegale bonkaarten voor onderduikers

Hoewel er vele adressen in Laren waren waar onderduikers werden ondergebracht, werd het toch steeds moeilijker goede schuilplekken te vinden. Daarom werden onderduikers ook ondergebracht in provisorische verblijfplaatsen zoals hutten, holen of kippenhokken. Zeker toen vanaf 1943 tientallen gestrande geallieerde vliegers aan onderdak moesten worden geholpen, was er nijpend gebrek aan goede schuilplaatsen. Dat weerhield leden van het verzet er niet van om zich met hart en ziel in te zetten voor de goede zaak.

Foto rechtsboven: Het verzet speelde na de oorlog na hoe leden van de landwacht (NSB-politie) werden gearresteerd. Foto: Alex Roosdorp. Foto rechterpagina: Vals persoonsbewijs en werkelijk persoonsbewijs van Appie Koeslag. Appie Koeslag had als verzetsnaam 'Willem van Laren’. Foto: Tim Dickert. Foto linksonder: Uitreiking medaille ‘Medal of Freedom with Bronze Palm’ aan Appie Koeslag jr. 21 november 1946 in het Indisch Instituut in Amsterdam, ook Albert Koeslag kreeg deze medaille. Het was uniek dat een vader en zoon zo’n hoge onderscheiding kregen. Foto onder: Het briefje waarmee Hendrik Jan Koeslag is verraden. Het briefje is eigendom van het Nationaal Archief, Den Haag.

De impact van het verzet

Verzetsman Jan Kolkman (Buisweerd) zei na de oorlog: ”Vanaf september 1944 heeft het verzet mij geheel opgeëist. Het verzet heeft mij veel geld, veel tijd en al onze goederen gekost.”

Kolkmans boerderij brandde in november 1944 tot de grond toe af, nadat de Sicherheitsdienst bij een inval onderduikers en verzetsmensen had gearresteerd. Als represaille werd de boerderij in brand gestoken. Kolkman zelf kwam met zijn mede-arrestanten in het gevang. Zijn ervaringen in de gevangenis en martelplek van de Sicherheitsdienst hadden diepe sporen op hem nagelaten.

Georganiseerd militante verzet

Het georganiseerde militante verzet begon in Laren met de komst van Jan Berghuis uit

Deventer in februari 1944. Berghuis werd

-Bevrijdings-

aangesteld als leider van de knokploeg in Laren. Hij verbleef op de boerderij van Albert Koeslag.

Alberts zoon Appie had zich ondertussen bijna 24 uur per dag toegelegd op het transport van gestrande geallieerde vliegers. “Appie deed haast niets anders meer dan voor piloten zorgen en was steeds op reis. Dan naar Hengelo, dan naar Amersfoort, Nijmegen, Roermond en meer plaatsen,” schreef Albert (sr) in zijn memoires. “Dit was een gevaarlijk werk, want de doodstraf was gesteld op het hulpverlenen aan Engelsche piloten,” aldus Albert Koeslag.

Verharding van de Duitse onderdrukking

Zeker vanaf de invasie in Normandië (juni 1944) en de geallieerde opmars tot bij de brug over de Rijn in Arnhem (september 1944) verhardden de Duitse bezetter en zijn Nederlandse handlangers in hun optreden tegen verzetsgroepen. In Laren werden verschillende arrestaties verricht.

Arrestaties binnen de Koeslag familie

In de nacht van 31 juli op 1 augustus 1944 kregen vier broers uit de familie Koeslag bezoek van Lochemse landwachters (een soort politieafdeling van de Nationaal Socialistische Beweging, die met de Duitsers heulde). Albert Koeslag en zijn aanstaande schoonzoon Jan Lamberts werden opgepakt, nadat een radio in huis was aangetroffen. Radio’s waren een illegaal bezit in die tijd. Bij Hendrik Jan Koeslag (Schorfhaar) vonden de landwachters kleren van een onderduiker en illegale papieren. Ook Hendrik Jan werd gearresteerd. Albert Koeslag werd na een week weer vrijgelaten. Jan Lamberts kwam in Kamp Amersfoort terecht, vanwaar hij ook weer werd vrijgelaten. Voor Hendrik Jan Koeslag was de arrestatie noodlottig: hij bleef gevangen en bezweek uiteindelijk in het concentratiekamp Neuengamme in december 1944 aan de ontberingen waaraan hij werd blootgesteld. Albert Koeslag zou later – op 2 november – opnieuw gearresteerd worden, evenals een aantal onderduikers. Albert Koeslag bleef gevangen tot hij op 12 april 1945 in Assen werd bevrijd door Canadese bevrijdingstroepen.

Hendrik Jan Koeslag

07-04-1894 Laren

05-12-1944 Neuengamme

“Bij E.J. Koeslag B50 te Laren en zijn broers hebben ze onderduikers en radio’s.” Dit leidde tot de arrestatie van Hendrik Jan Koeslag op 31 juli 1944. Het anonieme briefje was verzonden door een boer uit Lochem. Na de inval door de landwacht werd Koeslag naar Arnhem gebracht, later naar Vught en uiteindelijk naar het concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 5 december 1944 overleed.

Mr. Willem Henrik

Emile van der Borch van Verwolde

17-05-1910 Gorssel 20-07-1943 Leusden

Emile van der Borch was vanaf 1940 actief in het verzet en richtte de inlichtingengroep Oost op, die informatie over de Duitse bezetting verzamelde en naar Londen stuurde. Hij werd in juni 1942 in Amsterdam gearresteerd vanwege zijn betrokkenheid bij de spionagegroep Van Hattem. Op zijn 33ste verjaardag werd hij veroordeeld en een maand later gefusilleerd op de Leusderheide.

Duitse V1’s werden pas geplaatst toen geallieerden Normandië bestormden

De Duitse V1's die in de Tweede Wereldoorlog voor zoveel doden en materiële vernielingen zorgden, werden pas aan het eind van de oorlog geplaatst. De V1-lanceerplaatsen waren aanvankelijk opgesteld aan de Franse Kanaalkust en waren voornamelijk gericht op Londen.

Toen de Duitsers in de gaten kregen dat de geallieerden onder andere bij Normandië in Frankrijk aan land kwamen en zij dit offensief niet konden tegenhouden, werden de lanceerplaatsen gedemonteerd en naar Nederland verplaatst. Van hieruit werden ze gericht op Antwerpen, dat als aanvoerhaven voor de geallieerden fungeerde.

Zo werden er volgens Henk Meuleman uit Laren onder andere banen geplaatst in Harfsen, Joppe, de Larense buurtschap Oolde, en in Ampsen (die echter nooit gebruikt werd).

Henk Meuleman en zijn V1-modellen

Henk, die helemaal gefascineerd is door de V1, heeft dit oorlogswapen, net als de minder bekende V2, exact nagemaakt op een schaal van 1 op 20. Op uitnodiging van verenigingen en instanties toont hij zijn vervaardigde product, aan de hand van een boeiend verhaal, waarbij hij alle facetten van de V1 behandelt. De V1's die vanaf de startbaan in Oolde werden gelanceerd, kwamen in bouwpakketten met 120 stuks tegelijk in treinwagons in Deventer aan. Met vrachtwagens werden ze dan onder andere naar Oolde vervoerd.

Spergebied rond de V1-baan

Het gehele terrein rond de V1-baan in Oolde werd spergebied. Dat betekende dat meerdere families aan de Ooldselaan en Sekmaatsteeg hun boerderijen moesten verlaten. Bij het gebied rond Oolde stonden wel borden met ‘Warnung’, maar de bewoners wisten echt niet waar ze voor gewaarschuwd werden.

Op 16 december ’s morgens om vijf uur werd het mysterieuze mirakel ontrafeld. Een hevig geronk deed de ramen en deuren trillen, gevolgd door een gloeiend monster dat boven de boomtoppen van Oolde zichtbaar werd. Net als de andere V1's werd dit projectiel tussen het koetshuis en de moestuin van baron Rengers in Oolde gelanceerd, richting Antwerpen.

Werking en veiligheidssituatie

Volgens Meuleman werden de V1's meestal allemaal tegelijk vanuit Nederland afgeschoten, zodat de geallieerden minder kans hadden om ze te onderscheppen. Binnen het spergebied van Oolde werkten constant zestig Duitsers aan de V1, en buiten die Duitsers mocht zich niemand binnen dat gebied bevinden. Volgens Henk Meuleman was de

Tekst: Jan Eggink

Corri Eggink

02-12-1928, Laren 20-02-1945, Laren

Op 20 februari 1945 stort een V1, die uit noordoostelijke richting komt aanvliegen, neer op het

huis van de familie Eggink (De Bakkerij). Hun zoon Corri (16 jaar) komt daarbij om het leven. Foto beschikbaar gesteld door Henk Holstege.

familie Keppels de enige familie aan de Ooldselaan die zich wel aan de rand van het spergebied mocht ophouden. Keppels moest namelijk met paard en wagen eten voor de Duitsers halen vanaf de gaarkeuken in Laren. Vanaf zijn huis werden paard en wagen met het eten door de Duitsers opgehaald. Toen op een gegeven moment het paard zich vastliep onder de V1-baan, werd Keppels opgetrommeld om het paard te verlossen. Toen hij echter het paard net los had gekregen, kwam er in een legerwagen een hoge Duitse commandant aan. Iedereen was in paniek en Keppels moest in allerijl vertrekken. Hij werd gesommeerd zich in het koetshuis te verstoppen, maar dat leek hem veel te link. Via het koetshuis rende hij daarom door de natte rogge naar huis, waar hij hijgend en helemaal nat in veiligheid was.

Dikkie Lensink

04-09-1937, Laren

21-02-1945, Laren

Een dag later, op 21 februari 1945, is Dikkie Lensink (waar nu een autobedrijf is gevestigd) aan het spelen in de buurt waar de V1 is neergestort. Hij komt in aanraking met een stuk van een niet-ontplofte V1 en verliest daarbij zijn leven op 7-jarige leeftijd. Dikkie staat links op de foto.

V1's vanuit Putten

Later werden er vanaf Putten ook nog V1's, die een lengte van zeven meter hadden en een topsnelheid van 644 kilometer konden bereiken, afgevuurd richting Londen. Tot 5 mei werden er vanuit Putten nog projectielen gelanceerd. De startbaan in Oolde werd op 31 maart 1945 door de Duitsers opgeblazen.

Eerste lancering en gevolgen

Op 16 december 1944 werd de eerste V1 vanaf Oolde afgeschoten. De lanceringen duurden zo’n drie weken tot en met 3 januari 1945. Op die dag ontplofte een V1 op de baan, waardoor de installatie niet meer gebruikt kon worden. Als gevolg van de V1 vielen er in Laren vier burgerslachtoffers. Zij werden slachtoffer van V1's die in Laren neerkwamen, maar elders waren gelanceerd.

Hendrik Jan Loman

07-05-1890, Laren

21-02-1945, Laren

Doordat een stuk van de V1 ontplofte in de hand van Dikkie Lensink en de daardoor ontstane drukgolf werd Hendrik Jan Loman van het transformatiehuisje geblazen, waar hij op dat moment een telefoondraad aan het repareren was.

Gerritje Harmsen-Stegink

30-04-1872, Kring van Dorth 07-03-1945, Laren

Het vierde slachtoffer door toedoen van een V1 is Gerritje HarmsenStegink. Op 4 maart 1945 schuift een V1 door de keuken van de familie Harmsen aan de Koebushorst in Verwolde. Gerritje wordt daarbij geraakt en bezwijkt drie dagen later aan haar verwondingen, op 73-jarige leeftijd. Foto beschikbaar gesteld door de familie Elkink.

WETENSWAARDIGHEDEN OVER DE V1

Bommen

De stationering van een V1-baan werd door de Duitsers altijd zeer zorgvuldig gedaan. Takken van bomen werden met speciale kettingen naar beneden gehaald om een V1 maar niet zichtbaar te maken. Zo had de ondergrondse van Laren aan Engeland doorgegeven waar de V1-baan zich in Oolde bevond. Echter de Engelse piloot, die de bommen af moest werpen, kon de baan vanwege de dichte mist niet exact lokaliseren en liet de bommen achter de boerderij van Meuleman (Deventerweg) vallen. Gevolg diepe trechters in het weiland en een niet geraakte V1-baan.

Razzia

Dat in het gebied rond een V1-baan alleen Duitse soldaten aanwezig mochten zijn en niemand anders, had ook soms zijn voordelen. Want wanneer er bijvoorbeeld een razzia was, waarbij de mannen werden opgepakt om te gaan werken in Duitsland, kon men zich verstoppen in het bos van Oolde. Henk Meuleman’s vader Appie wist

precies welke route hij moest begaan om aan de aandacht van de Duitsers te ontkomen en een deportatie te voorkomen.

Duitse kleermaker

Door de uiterste geheimhouding rond het reilen en zeilen van de Ooldse V1-baan, wisten de bewoners in Oolde ook totaal niet wat er aan de hand was, rond het koetshuis. Totdat natuurlijk de eerste V1 gelanceerd werd. Echter een paar boeren uit de omgeving, kregen al gauw in de gaten dat één van de Duitse dienstplichtigen niet zo geheimzinnig was en ook zijn werk maar moest doen. Het ging om een ongeveer zestigjarige Duitse kleermaker, die het spergebied moest bewaken. Langzamerhand raakten de ‘noabers’ kundig met deze man. Naast dat ze veel te weten kwamen over het geheime wapen de V1, kregen de boeren het ook voor elkaar dat bordjes van het spergebied verzet konden worden, om op een veilige manier knollen uit de grond te halen.

Benzine

Van de V1’s die in de buurt van Laren terecht kwamen, werd als het maar enigszins kon de benzine afgetapt (er zat ca. 500 liter in een tank). Veel van deze benzine ging naar de ondergrondse. Ook werd soms een ruilhandel begonnen, want in die dagen waren spek, worst en boter een traktatie en anderzijds was de brandstof weer schaars. De levensmiddelen werden dan bij gezinnen met onderduikers gebracht, die het hard nodig hadden. Ook familie van evacuees werd van levensmiddelen voorzien. Zo kon het gebeuren dat vlees zelfs helemaal vanuit Laren naar Arnhem gesmokkeld werd.

Ladder

Toen er op een gegeven moment geen V1’s meer gelanceerd werden in Oolde, leek het de boeren Meuleman en Holstege een goed idee om een ladder die de Duitsers hadden buitgemaakt bij één van de boerderijen weer tot hun eigendom te maken. De Duitsers hadden al genoeg weggehaald, dus togen de beide lieden naar de V1-baan en pakten de ladder op de nek. Echter, net toen het tweetal weg wilde lopen met het kleinood, kwam er een Duitse militair die hen beval om de ladder direct weer neer te leggen. Het werd nog een hachelijk avontuur want beide mannen moesten met de handen achter het hoofd en het geweer in de aanslag helemaal naar Witkamp in Laren lopen. Beiden brachten het er gelukkig goed af.

Met dank aan Henk Meuleman voor de wetenswaardigheden.

OORLOGSFEIT

Aardappels schillen voor de Duitsers

Burgers kregen in de oorlog te maken met diverse vorderingen door de Duitsers. Dat kon er toe leiden dat je je paard of fiets kwijt was. Het kon ook dat je voor klussen werd opgeroepen, zoals hier het bevel om je te melden om aardappels te schillen voor de Duitse weermacht voor een gulden per uur.

Henk Meuleman met twee modellen van de V1 bij een originele persluchtbal uit de V1.

Larense Broek kreeg tot crash vliegtuigen weinig mee van oorlog

Tekst: Jan Eggink

De bewoners van het Larense Broek kregen tijdens de Tweede Wereldoorlog natuurlijk wel de gebeurtenissen mee van gruwelheden die er plaatsvonden, maar verder kon het dagelijks leven redelijkerwijs doorgang vinden.

Totdat op 1 april 1945 (op 1e Paasdag) twee vliegtuigen (zogenaamde jagers) neerstortten aan de Holterweg en de Toldijk in deze buurtschap.

De toen 6-jarige Herman Groot Wesseldijk maakte het van dichtbij mee. “Mijn opa riep op een gegeven moment: ‘doar knalt twee auto’s op mekare’. ‘Nee opa, dat is een vliegtuig’, liet Martien van der Horst opa toen weten. Martien was een jongen uit Amsterdam, die bij ons voor het ‘eten’ was”, weet Herman Groot Wesseldijk zich nog als de dag van gisteren te herinneren. Na de crash van de jager, die op slechts veertig meter van hun woning aan de Toldijk tot stilstand kwam, ziet Herman dat de piloot de cockpit losdoet en naar een bos van de ‘Borrel’ (Familie Klein Velderman) vlucht. ‘Mans van de Borrel’, sommeert de vlieger zich maar te verstoppen in de hooiberg of het bos.

De Duitsers en de vlieger

Na de crash loopt Herman met zijn familie naar opoe Holterman aan de Broekdijk. Dan ziet hij dat de Duitsers, die fietsend naar de onheilsplek zijn gekomen, de uit Australië afkomstige vlieger gevangen nemen en dat hij met de handen achter het hoofd wordt afgevoerd. Wanneer de rust enigszins is weergekeerd, vertrekt de familie Groot Wesseldijk weer naar hun woonhuis, waar opa in de keuken zit met een hevig bloedend hoofd. Op het moment dat de familie vertrok, zit opa op het ‘huuske’. Hij kon volgens Herman niet zo goed tegen spanning en was daarom naar de wc gegaan. De Duitsers dachten dat zich bij Groot Wesseldijk nog een piloot bevond en sloegen daarom opa met de kolf van een geweer tegen het hoofd om een bekentenis af te dwingen. Er werd zelfs door het plafond geschoten.

De buren en de jager

Wanneer de Duitsers uit het zicht zijn verdwenen, komen de buren polshoogte nemen bij de jager. Herman weet nog dat het jachtvliegtuig vier 20 mm

mitrailleurs bezat. De buren haalden de munitie eruit en begroeven die in een sloot, zodat de munitie geen ongelukken meer kon veroorzaken. Dan blijkt ook dat de piloot erg veel geluk heeft gehad, want onder de stoel zitten gaten van de inslagen van het afweergeschut van de Duitsers. Ook zijn de stangen geraakt, die de staart van het vliegtuig moeten bedienen en zodoende was de machine onbestuurbaar geworden.

De lamp en de kano

Groot Wesseldijk sloopte de lamp die onder de buik van de jager zat. Hij bevestigde de lamp op een batterij, zodat hij licht in zijn kamer had. Het zou nog tot 1958 duren voordat de familie op het elektriciteitsnet werd aangesloten. Verder werd de buitenkant van de motor gesloopt. Compleet met bekleding en stangen van het vliegtuig hadden de kinderen Groot Wesseldijk en de buurkinderen zo een kano met roeispanen gefabriceerd, waarmee ze bij nat weer over het gras konden ‘varen’.

Schuilkelder

Dat het leven rustig verliep in het Larense Broek, blijkt wel uit het feit dat de familie Groot Wesseldijk aan de Toldijk, de gemaakte schuilkelder achter de houtloods, maar één keer heeft gebruikt. Dat was net voor de bevrijding, toen de Canadezen met grof materiaal richting de Wippert schoten op de daar zich nog verschansende Duitse soldaten. Eerst schuilden de Groot Wesseldijks en een paar onderduikers tussen de koeien in de koeienstal. Daarna ging één van de onderduikers polshoogte nemen in de schuilkelder of zich daar nog Duitsers ophielden. Toen dat niet het geval was, ging de familie, terwijl er nog een granaat ontplofte tussen de appelbomen, naar de schuilkelder waar ze een dag verbleven.

5 APRIL 1945

Vrijheid tegen een hoge prijs

De vrijheid werd duur betaald in Laren. De strijd om Laren kostte tientallen mensenlevens; vooral Canadese en Duitse soldaten, maar ook Larense burgers. De materiële schade was nauwelijks te overzien.

5 april 1945, om 12 minuten over een ’s middags stonden de voorste troepen van het Canadese regiment Black Watch voor de Hervormde Kerk in Laren op de kruising van de Lochemse en de Zutphenseweg. “We staan in het centrum van het dorp”, meldden de soldaten over de radio. Een half uur later waren de Canadezen in alle hoeken van het dorp aanwezig tussen de rokende puinhopen.

De verwoesting van het dorp Van de domineeswoning naast de kerk restte slechts een hoop puin. Het dak van de kerk was niet meer dan een geraamte. De verwoesting was immens. Het dorp had zwaar geleden onder de laatste fase van de bezetting. De bevrijding, waar zo lang op was gewacht, was daar. Maar niet zonder grote offers. Gesneuvelde Duitse soldaten lagen in schuttersputjes of soms nog langs de weg. De

Tekst: Jan Braakman

Vanaf die plek had commandant Eric Motzfeldt een goed overzicht over het slagveld tussen de Lindenbergsdijk, de Zutphenseweg en het dorp.

Heftige strijd en verlies

Het tactisch hoofdkwartier van de Black Watch kwam onder zwaar mortiervuur te liggen, waarbij commandant Motzfeldt gewond raakte en scherpschutter Dale Sharpe dodelijk gewond raakte. Sharpe was een van de meer dan 20 gesneuvelde Canadezen bij Laren. Ondanks die tegenslag wisten de Black Watch wel door te drukken via de Zutphenseweg naar Laren. De Maisonneuves namen de linkerflank voor hun rekening en kwamen Laren via de Deventerweg binnen. En de Calgary Highlanders ruimden rond het middaguur de laatste Duitse mitrailleursnesten bij de Exel-tol op, voordat zij tegen half twee vanaf de Lochemse weg het dorp binnen kwamen.

De geur van vrijheid

De vrijheid rook naar kruitdampen, brandlucht, benzinegeur en stof. Motoren, tanks, auto’s,

Foto linksboven: De familie Kolkman bij de puinhopen van hun boerderij Buisweerd, vlak na de oorlog. Foto rechts: Majoor Witzig, foto van Wikipedia. Foto linksonder: Bakkerij Rietman (hoek Deventerweg - Lindenbergsdijk) ging geheel in vlammen op nadat Canadezen Duitse posities onder vuur namen, foto: Historisch Genootschap Lochem Laren Barchem

pantserwagens en jeeps reden af en aan. Waar het kon sierde het rood-wit-blauw de gevels. Maar veel panden waren zwaar beschadigd. 57 woningen waren vernield, 71 huizen zwaar beschadigd en 260 huizen hadden lichte beschadigingen.

“Het dorp is één ruïne”, schreef de Lochemer W. Olijslag na een rondgang. “Bijna de helft van de huizen is afgebrand, en wat er nog staat, is vaak erg beschadigd. De kerk is van haar toren en dak beroofd; de pastorie is de lucht in gevlogen. Drie tramwagens staan er totaal aan splinters. De Duitsers hebben zich van huis tot huis verdedigd.

Langdurige herstelproblemen

Zelfs drie jaar na de oorlog was een groot deel van de schade nog niet hersteld. In 1948 maakte de gemeente een inventarisatie. Nog meer dan 40 woningen stonden op de nominatie om te worden opgebouwd of hersteld. Sommige families moesten zich jaren behelpen met een noodwoning. Het was vrede, maar de prijs was hoog.

ROND DE BEVRIJDING WAREN OOK VIJF

BURGERSLACHTOFFERS TE BETREUREN.

Willy ten Broeke

13 december 1933, Utrecht 31 maart 1945, Laren

Willy ten Broeke was 11 jaar oud en kwam uit Utrecht. Hij was bij zijn oom aan de Rossweg, omdat het in Utrecht moeilijk was om aan eten te komen. Op 31 maart 1944 werden er door Engelse jagers beschietingen uitgevoerd op Duitse voertuigen in Exel. Willy en zijn broertje zaten op het kippenhok te kijken.

Willy werd geraakt door een granaatscherf en werd gewond afgevoerd naar Nijmegen, waar hij aan zijn verwondingen overleed. Ook zijn broer werd geraakt aan arm en schouder, maar herstelde en overleed op 85-jarige leeftijd. De boerderij van Ten Broeke aan de Rossweg werd door de Duitsers in brand gestoken. De foto is beschikbaar gesteld door de familie Ten Broeke aan de Rossweg.

Johan Meijer

11 december 1930, Laren 3 april 1945, Laren

De 14-jarige Johan Meijer uit Exel werd op 3 april getroffen door een granaatscherf tijdens heftige beschietingen in Ampsen. Zijn 2 jaar jongere zusje overleefde de tragedie, maar moest een maand in het ziekenhuis in Nijmegen worden verpleegd voor haar verwondingen.

De foto is beschikbaar gesteld door Jannie Fokkink - Meijer uit Exel.

Hendrikus Gerardus Kuiper

16 april 1927, Zutphen

5 april 1944, Laren

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was de familie Kuiper uit Zutphen (vader, moeder, getrouwde schoondochter met baby en zoon Heinni van 18 jaar) ondergebracht in huize Wansink aan de Zutphenseweg (nu huisnummer 14). Tijdens het oprukken van de Canadezen op donderdag 5 april 1945, werd er hevig gevochten en moest de boerderij, waar naast dertig mensen in de schuilkelder op dat moment ook Duitsers ingekwartierd waren, het behoorlijk ontgelden.

Op een gegeven moment werd de boerderij in brand gestoken en moesten de bewoners naar buiten waar Heinni Kuiper dodelijk werd getroffen door een granaatscherf. Verder raakten nog twee familieleden van Wansink zwaar gewond.

Noot: Heinni Kuiper was een kleinzoon van Hendrik Frederik Eggink en Gesina Cornelia Veldkamp (De Bakkerieje). Dit echtpaar had ook al kleinzoon Corri Eggink verloren. De foto is beschikbaar gesteld door Wim Kuiper.

Gerrit Willem Vreeman

19 augustus 1906, Vorden 3 april 1945, Laren

Gerrit was 38 jaar en geboren in Vorden. Hij was boer. Hij woonde niet in Laren. Hij had verkering met Janna Zomer uit Laren. Die woonde op Klein Harkel. Dat was het huis aan het spoor wat nu Zutphenseweg 50 is, bij het Larense station. Dat was het daglonershuis van boerderij “Het Harkel”. In dat huis woonde de toenmalige dagloner, de heer Zomer. De familie Zomer had twee dochters, waaronder Janna. Op 3 april werd Gerrit Willem achter het huis in het weiland door de bevrijders neergeschoten. Hij had schotwonden in rug en buik. De boerderij brandde bij de bevrijding tot de grond toe af. Het is helaas niet gelukt een foto van Gerrit Willem te achterhalen. De foto is beschikbaar gesteld door Hannie Boersma-Vreeman.

Dina Koeslag – Meijlink

28 december 1896, Almen 5 april 1945, Laren

Op 5 april 1945, toen de Canadese bevrijders naderden, zochten Dina Koeslag-Meijlink en haar kinderen schuilplaats in de kelder van boerderij Klein Veltkamp. Toen de Canadezen verschenen, dachten de bewoners dat ze bevrijd waren en verlieten de kelder. Op dat moment begonnen de gevechten weer en in de chaos vluchtte iedereen. Dina werd dodelijk getroffen door het kruisvuur tussen de Duitsers en Canadezen. Haar kinderen ontdekten later dat zij omgekomen was.

Pas in de zomer hoorden zij dat hun vader, Hendrik Jan Koeslag, was overleden in een Duits kamp. De foto is beschikbaar gesteld door Jan Braakman, gemaakt door Zeylemaker in september 1943.

“Opdat wij nooit vergeten.”

Tekst: Jan Braakman

DE SLAG BIJ DE WIPPERT

Oversteek Schipbeek vergde zware offers

Op 6 april 1945 zag Hans Romp vanuit zijn schuilplaats een legervoertuig uit de richting van Laren aankomen rijden. Romp was onderduiker bij boer Pannekoek, vlakbij de Schipbeek, waar de toenmalige gemeente Laren grensde aan Holten en Markelo. De Sandermansstuw in de Schipbeek was enkele honderden meters van de boerderij verwijderd.

Het groene rupsvoertuig, waarvan hij later pas begreep dat het een brencarrier was, was duidelijk niet Duits. Dat moest de voorbode van de bevrijders zijn, dacht hij. Duitse troepen hadden zich achter de Schipbeek ingegraven, langs de walkant vlakbij de stuw. Romp hoorde plotseling een Duits machinegeweer dat begon te schieten. Ze vuurden op de brencarrier, die rechtsomkeert maakte en terugreed in de richting van waar hij was gekomen.

Achteraf bleken dat de inleidende beschietingen voor de oversteek over de Schipbeek, die in de komende 24 uur zou plaatsvinden. Romp kon vanaf zijn plek niet zien dat Canadese troepen zich op dat moment hadden geconcentreerd langs de weg van Laren naar Holten ter hoogte van de Pinkenbrug, om zich voor te bereiden op de oversteek over de brug bij De Wippert.

Tegen half zes in de middag hoorde Romp dat de artilleriebeschietingen vanuit Laren richting de Schipbeek in volle hevigheid begonnen. Eerst waren er de doffe knallen. “Enige seconden later kwamen luid gierend een aantal granaten overvliegen. Dit kanonvuur zou nog uren

duren en er zouden nog honderden granaten volgen. Het vuur werd geregeld verlegd. Dan weer vlogen de granaten over en voorlangs de boerderij om dan over de Schipbeek in het land te ontploffen.” Romp zag dat gebouwen op Holtens grondgebied in brand vlogen.

Anderhalve kilometer westelijker, bij de Wippertbrug, was er opeens een harde knal. Een evacué uit Zaandam op een boerderij in Larense Broek noteerde: “Ineens, zomaar ineens, een vreselijke klap. Ruiten breken, de telders vallen van de schoorsteen af, de hond begint te blaffen. Dan weer stil. Door ’t raam zien we een grote rookkolom in de buurt van De Wippert. De brug over de Schipbeek hebben ze laten springen.”

De Duitsers hadden de brug opgeblazen. De brug was niet meer begaanbaar voor Canadese voertuigen. Bovendien lag de omgeving van de brug vol met mijnen, wat later sergeant Donald Mayford Fife van het Canadian Provost Corps fataal zou worden.

Aan de noordkant van de Schipbeek lagen ongeveer 350 Duitse soldaten van het

pionierbataljon van de 6e Fallschirmjäger Divisie in hun schuttersputjes te wachten. De aanvalsboten waarmee het South Saskatchewan Regiment de rivier over moest steken, waren te laat, waardoor de Canadese aanval een half uur werd uitgesteld.

Om half vier ’s ochtends op zaterdag 7 april trokken de Charlie- en Delta-compagnie van het South Saskatchewan Regiment als eersten de Schipbeek in vijf boten over. Het was een succesvolle aanval, waarbij de Canadezen één Duitse officier en 78 Duitse onderofficieren en soldaten krijgsgevangen namen. Rond drie uur in de middag namen de Saskatchewans posities in om de volgende dag de aanval op Dijkerhoek in te zetten. Tijdens het innemen van die posities verleende de arts van het regiment, captain Stephenson, hulp bij de geboorte van een kind. Mevrouw Brinks-Stegeman werd buiten de linies gebracht, maar helaas kwam het kind niet levend ter wereld.

Foto links: Hans Romp, foto: Walther Romp, Foto rechts: Oversteek van een brencarrier over de Schipbeek op 7 april 1945. Fotograaf Lieut. Daniel Guravich/ Library and Archives Canada Foto onder: Verwoeste boerderijen en gebouwen bij de Wippert vanuit de lucht duidelijk herkenbaar doordat daken volledig zijn weggeslagen. Foto: Laurier Military History Archive

De Duitsers beantwoordden de Canadese opmars met artillerievuur. De verwoesting rondom de Wippert was enorm. Vijf boerderijen (waaronder Slagter, Kornegoor, Cornelis, Winkeldermaat) en café De Wippert werden bijna geheel verwoest. Burgerslachtoffers vielen er niet, maar de tol aan Duitse en Canadese zijde was groot. Zo’n dertig Duitsers sneuvelden rond de Schipbeek of bij Holten. Vlakbij de verwoeste brug werd een tijdelijke begraafplaats ingericht waar elf Canadezen werden begraven. Andere gesneuvelde Canadezen kregen een tijdelijk graf in Laren (langs de spoorlijn in Groot Dochteren) of in Lochem (Algemene Begraafplaats).

Hans Romp sloot zich na zijn bevrijding aan bij het Canadese leger, waar hij werd ingezet als tolk bij een verkenningseenheid. In het boek Holten in Oorlogstijd van de schrijvers Martin Hols en Herman Steunenberg is de oversteek van de Schipbeek uitvoerig beschreven.

Na de Tweede Wereldoorlog was Europa zwaar verwoest, met aanzienlijke schade aan huizen, fabrieken en infrastructuur.

Nederland moest tussen 1945 en 1965 herstellen van enorme verliezen. De jaren na de oorlog waren gekenmerkt door een grote woningnood en armoede. Gemeenschappen stonden voor de uitdaging om zich te herstellen van de verwoestingen, terwijl ze tegelijkertijd te maken hadden met een stilstaande economie.

De herstelwederopbouw: en gevaar in

een verwoest Nederland.

De wederopbouw was daarom een periode van hard werken, waarin Nederland zich met veel moeite weer op de rails kreeg. Cruciale steun kwam van de Marshallhulp, een economisch herstelplan van de VS, dat was bedoeld om Europese economieën te ondersteunen en het communisme in Oost-Europa tegen te gaan. Dit plan bevorderde ook de internationale handel en hielp Nederland om weer op te bouwen.

Gelderland, als frontgebied, had aanzienlijke verliezen en schade geleden. In de eerste jaren na de oorlog was er gebrek aan vrijwel alles, en ook in plaatsen zoals Laren en De Wippert moest er intensief worden herbouwd. Veel boerderijen in het buitengebied waren in vlammen opgegaan, en

de verwoesting in het centrum van Laren was dagelijks zichtbaar.

Tijdens de wederopbouw waren er echter ook aanzienlijke gevaren. Landmijnen lagen nog steeds verspreid over het land, vooral rond het kanaal en de Schipbeek. Tijdens de bevrijding hadden de Canadezen deze mijnen voorzichtig aan de kant gelegd, gemarkeerd met een wit lint. Midden mei, meer dan een maand na de bevrijding, lagen de explosieven er nog steeds.

Larenaren verzochten de Binnenlandse Strijdkrachten om de mijnen onschadelijk te maken. Twee mannen probeerden dit met lussen, maar hun conclusie dat de mijnen al onschadelijk waren gemaakt, bleek fataal. Toen ze

Stereotype Hollandse boer schopt huilend nazizwijn langs grenspaal met Nederlandse driekleur. 8 mei 1945 verwijst naar de capitulatie van alle Duitse troepen.

enkele mijnen oppakten, ontploften deze alsnog en kwamen beide mannen op gruwelijke wijze om het leven. Dit tragische voorval benadrukte niet alleen de gevaren die de wederopbouw met zich meebracht, maar ook de enorme fysieke en emotionele nasleep van de oorlog die de samenleving nog steeds te verwerken had.

Hendrik Jan Hietbrink

30-03-1907 Warnsveld 19-07-1945 Laren

In juli 1945 kwam Hendrik Jan Hietbrink om het leven. Hendrik Jan was een 38-jarige boer in Groot Dochteren en was bezig met zijn tractor rogge te maaien in de buurt van het kanaal. Hij reed toen op een landmijn en overleed op 19 juli dat jaar aan zijn verwondingen.

Tekst: Alfred van Lenthe

Je zou denken dat 80 jaar na de bevrijding alles wel verteld is over de Tweede Wereldoorlog. Dat is niet zo, vindt Jan Braakman, agrarisch journalist en schrijver van verschillende boeken over de oorlog. Zijn laatste boek, Zus | Verloren tussen verraad en verzet, is in maart verschenen.

Het boek gaat over een jonge vrouw uit Zutphen die zich in 1944 aansloot bij het verzet in Laren. Luttele maanden nadat zij bij de verzetsgroep was gekomen, werd het Larense verzet overvallen door de Duitse Sicherheitspolizei met grootscheepse razzia’s op verschillende plekken. Twee verzetsboerderijen, Kolkman aan de Buisweerdweg op de grens met Markelo en Holten, en Koeslag aan de Lindenbergsdijk, werden omsingeld. Onderduikers en bewoners werden opgepakt en afgevoerd. Het vermoeden rees al snel dat de jonge vrouw met de verzetsnaam ‘Zus’ de zaak verraden zou hebben.

Braakman sprak meer dan tien jaar geleden met de vrouw om wie het gaat. “Zij vertelde veel, maar speelde niet op alle punten open

Tekst: Alfred van Lenthe

kaart.” Nadat zij was overleden, kreeg Braakman toegang tot haar dossiers in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), dat bij het Nationaal Archief in Den Haag is opgeslagen. “Ik had al summier over haar geschreven in Klein Nederland, mijn eerste boek over Laren in de oorlog,” vertelt Braakman. “Het verhaal bleef knagen omdat ik vermoedde dat er nog meer te vertellen viel. Dat bleek zo te zijn toen ik de archieven inkeek. Het resultaat van mijn onderzoek heeft geleid tot mijn boek Zus.”

Braakman gebruikt niet de echte naam van de vrouw. “Toen ik mijn boek Klein Nederland schreef, leefde ze nog. Ik had met haar afgesproken dat ik wel over haar mocht schrijven, maar alleen onder haar verzetsnaam ‘Zus’. Die belofte kom ik ook na nu ze is overleden, ook al weet ik dat veel mensen dat anders gedaan zouden hebben.”

SCHRIJVER JAN BRAAKMAN:

"Je mag kinderen het oorlogsverleden van hun ouders niet aanrekenen."

“Dat mensen, zelfs na 80 jaar, de kinderen van vermeende verraders zo bejegenen, vind ik stuitend. Je mag de kinderen niet veroordelen om het oorlogsverleden van hun ouders.”

Zus | Verloren tussen verraad en verzet - € 22,99

Klein Nederland | De Oorlog in een Gelders dorp - € 20,60

Verkrijgbaar bij de reguliere boekhandel of janbraakman.nl. Zus is ook verkrijgbaar bij PLUS Beuzel.

“Wat we ook maken, we maken het puur & oorspronkelijk!”

AUTHENTIEK & AMBACHTELIJK

OPENINGSTIJDEN

Maandag - vrijdag: Zaterdag: Zondag: 08:00 - 17:30 uur 07:30 - 16:30 uur gesloten

Huenderstraat 2 7245 BJ Laren Gld. tel. 0573 40 13 39 info@wereldbakkerwijnand.nl

We zijn trots op de opmaak van deze bijzondere special van Laren Magazine, ter gelegenheid van 80 jaar bevrijding. Dank aan Laren & Oranje voor de fijne samenwerking!

Deventerweg

“Een afspraak waar iets moois uit groeit”

Holterweg 56 7245 SC Laren (Gld.) Tel. 0573 - 401387

Tekst: Mattijs Janssen

Op zoek naar de verhalen achter WOII-voorwerpen

Christiaan Harkink is in het dagelijks leven ambulant hulpverlener bij een organisatie in Zutphen. Zijn grote passie is het verzamelen van voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog. Zijn privécollectie, die inmiddels een klein museum is geworden, bevat diverse historische items, zoals helmen, munitiekisten en gasmaskers. Christiaans interesse in de oorlog ontstond rond zijn twintigste door verhalen uit zijn familiegeschiedenis, waaronder die van boerderij ‘Koeslag’ in Laren, die als tijdelijk hoofdkwartier van de Canadezen fungeerde. De verhalen over verzetshelden Hendrik Jan en Albert Koeslag waren een belangrijke motivatie voor zijn verdere onderzoek.

Vondsten en onderzoek

Zijn eerste vondst, een tankhuls, zette hem aan tot het gebruik van een metaaldetector. Hij vindt het spannend om met de detector op zoek te gaan, en de kick van het vinden van een object is voor hem een belangrijke drijfveer. Christiaan gebruikt oude en recente luchtfoto’s om locaties te vergelijken en mogelijke vindplaatsen te traceren, wat in 90% van de gevallen succesvol blijkt. Het zoeken zelf doet hij vaak samen met zijn vriend Hans Vruggink uit Almen, die dezelfde interesse in de Tweede Wereldoorlog deelt. Ze vinden regelmatig

stellingen van de Canadezen, munitiekisten en hulzen.

Educatie en samenwerking

Christiaans museum bevat naast zijn eigen vondsten ook items die door anderen zijn geschonken.

herleiden naar een Nieuw-Zeelandse piloot, R.J. Cammock. Dit leidde tot contact met de familie van de piloot, die dankzij Christiaan de plek van de neerstorting en het graf kon bezoeken. In 2023 werkten ze samen met Berry Swarthoff van

Mensen doneren vaak voorwerpen die anders verloren zouden gaan, en in het museum krijgen ze een plek en een verhaal. Het museum is niet alleen een verzameling, maar ook een bron van educatie. Christiaan bezoekt scholen om kinderen te informeren over de oorlog, waarbij hij zijn voorwerpen gebruikt om zijn verhalen te ondersteunen.

Daarnaast was hij betrokken bij het onderzoek naar vliegtuigwrakken bij de aanleg van een spoortunnel in Almen, waar hij het binnenwerk van een horloge vond en dit kon

het Liberation Museum en Marjan Zomer aan de onthulling van het monument voor de Black Watch (Royal Highland Regiment) in Laren.

Toekomstige verkenningen

Christiaan is ervan overtuigd dat er nog veel onontdekte geschiedenis in de regio ligt en blijft actief op zoek naar nieuwe verhalen en voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog. "Mocht iemand nog informatie hebben over gebeurtenissen of locaties uit de oorlog, dan hoor ik het graag. Tel. 0615566279".

Edgar Ross bij een monument in Brussel.
De foto is gemaakt door zijn oom en vriend Gérard in 1944. Foto: collectie Yves Ross.

Tekst: Jan Braakman

CANADEZEN SNEUVELEN BIJ LAREN:

We komen eruit als winnaars, maar tegen welke prijs?

“Er zijn uren in het leven die zo wreed zijn dat geen fysiek lijden ze kan evenaren; momenten waarop de pijn zo diep is dat ze een groef in ons hart graaft, die alleen in de dood kan worden geheeld.”

Die woorden schreef Gérard Ross aan zijn broer John, een maand nadat hij in Laren had gevochten.

Gérard kon nauwelijks de woorden vinden om uitdrukking te geven aan het verdriet dat hij had en dat hij moest delen met zijn broer.

Gérard was erbij geweest toen zijn vriend en neef Edgar Ross was gesneuveld, ergens bij Laren. Ross was een van de meer dan 20 Canadese soldaten die bij de bevrijding van Laren omkwamen. De meesten van hen liggen op de Canadese militaire begraafplaats in Holten, de plek waar bijna 1400 Canadese, Britse, Australische en Belgische soldaten begraven liggen.

Het was de Canadese majoor-generaal Guy Simonds die de plek op de Sallandse Heuvelrug uitkoos. De heuvels tussen Nijverdal en Holten deden hem denken aan het landschap in de provincie Ontario in Canada. Dat leek hem een mooie plek voor de laatste rustplaats voor zijn soldaten. De Canadese legerleiding wilde niet dat de soldaten die in Duitsland gesneuveld waren, op vijandelijke bodem een definitieve rustplaats zouden krijgen. Alle in Duitsland gesneuvelde landmachtsoldaten zijn - een enkele uitzondering daargelaten -

begraven op Nederlands grondgebied. De meesten in Groesbeek en Holten.

De in Laren gesneuvelde soldaten lagen aanvankelijk in tijdelijke veldgraven. Bij boerderij Dellezicht aan de Zutphenseweg in Laren was een tijdelijke begraafplaats voor een aantal jongens van het Royal Highland Regiment of Canada, beter bekend als de Black Watch. Soldaten van het Franstalige Régiment de Maisonneuve kregen een tijdelijke rustplaats waar de Azinkdijk uitkomt op de Scheggertdijk in Almen. Daar lag ook Edgar Ross.

Edgar Ross was met een sobere plechtigheid begraven. Zijn oom Gérard Ross was er niet bij geweest. Hij ging de volgende dag met de padre (legerkapelaan) naar het tijdelijke graf. Gérard knielde bij het graf en bad.

Toen moest hij de brief nog schrijven aan zijn broer en schoonzus, om hun te vertellen dat hun zoon was omgekomen.

“Ik zal nooit dat lieve gezicht vergeten dat bleef glimlachen in de dood; niets zal die herinnering ooit uit mijn leven wissen”, schreef Gérard.

“Edgar sneuvelde tijdens een heel zwaar gevecht om vier uur in de ochtend van de vijfde april. De aanval begon om zes uur ‘s avonds en eindigde net toen Edgar door twee kogels werd geraakt, één in de keel en de ander in het hart.”

Edgar Ross had een voorgevoel gehad dat het deze keer misschien niet goed zou aflopen. Gérard schreef daarover: “In de avond voor de aanval, had hij een voorgevoel dat hij de strijd niet zou afmaken. Een paar minuten voordat hij sneuvelde, lagen we onder het vuur van vijandige machinegeweren. Toen er even rust was, ging ik naar buiten om hem in de sloot te zien; hij was nerveus en een beetje ontmoedigd. Ik smeekte hem de greppel te verlaten om naar het huis terug te keren waar ik was; hij weigerde.”

Edgar Ross vond dat hij zijn plicht deed, duizenden kilometers van huis, voor een vreemd land met vreemde mensen, tegen een vijand die hij niet kende. Terwijl Edgar Ross in het veld sneuvelde had scherpschutter Dale Sharpe even rust. Hij was niet op het slagveld, maar kon even op adem komen in het tactisch hoofdkwartier van het Royal Highland Regiment of Canada dat was gevestigd op de boerderij van Albert en Hanna Koeslag aan de Lindenbergsdijk.

Sharpe had een grote reputatie opgebouwd als scherpschutter. Hij werkte onder anderen met Russell Sandy Sanderson. Sanderson vertelde erover: “Onze taak was als sluipschutter de vijand neer te schieten. We hadden een geweer met een

Luchtfoto van de Canadese begraafplaats in Holten, foto: Jeffrey Pardoen.

telescoopvizier – we konden ons doel kiezen op een enorme afstand. Je lag daar, met je scout naast je die de verrekijker had. Het was een vak. Geen verdriet, geen zorgen. Ik geloof dat ik er goed in was. We hielden niet bij hoeveel mensen we doodden. Het was een mooie baan en ik genoot ervan. We konden de vijand raken op 1100 meter en ik heb er veel te pakken genomen. Die arme moffen hadden geen idee wat hen trof. Dale Sharpe lette op me, hij hield me in leven.” Sanderson was erbij toen Sharpe dodelijk gewond raakte.

De boerderij van Koeslag werd getroffen door hevig Duits artillerievuur. In het tijdelijk hoofdkwartier bevond zich op dat moment de leiding van het regiment, onder wie regimentscommandant Major Eric Motzfeldt. Hij raakte zo gewond, dat hij moest worden vervangen.

Sharpe werd door verschillende granaatscherven geraakt, vertelde Sanderson. Het was op 5 april 1945, rond acht uur ‘s morgens. Sanderson was aangedaan. “To me Dale was one step below God.” Sharpe werd gewond afgevoerd naar het veldhospitaal in ’s Heerenberg. Daar bezweek hij aan zijn verwondingen. Hij werd later begraven in Groesbeek. Een paar weken na de dood van Dale Sharpe, Edgar Ross en duizenden andere Canadese soldaten was de oorlog voorbij. Gérard Ross schreef aan zijn broer: “We komen eruit als winnaars, maar tegen welke prijs? Mijn God, laten we hopen dat er nooit meer oorlog zal zijn, zo onmenselijk en wreed, vooral met moderne wapens tegenwoordig.”

De meeste in Laren gesneuvelde Canadese soldaten liggen begraven op het ereveld in Holten.

Amede Letourneau 25 jaar

Edgar Ross 19 jaar

Gerard Russel Eddy Pilon 22 jaar

Jean Baptist Turcotte 19 jaar

Michael Peter Brown 31 jaar

Allan Donald Morrisson 22 jaar

Fernard Baril 20 jaar

George Dale Sharpe 27 jaar

Jean Paul Belanger 22 jaar

Ralph Piercey 17 jaar

Armand Gionet 19 jaar

Frederick Parkinson 36 jaar

Gyergy Halasz 39 jaar

James George Todd 36 jaar

Reginald Wilson 25 jaar

Charles Henry Oswald Lloyd 22 jaar

Frederick Taylor Forbes 31 jaar

Gordon Hume Hand 19 jaar

Leslie Williams 33 jaar

Roger Dufort 19 jaar

Chesley Edwin Nightingale 30 jaar

Gerald Paul MacKenzie 28 jaar

Howard Hector Muirhead 20 jaar

Marcel Martin 30 jaar

Bertrand 28 jaar

Wellie

JAN MÜLLER SCHREEF DAGBOEK OVER HELSE TOCHT NAAR DE VRIJHEID

Larenaar volbracht eind ’45 tocht van Berlijn naar Laren in 19 bizarre dagen

Het is maandag 23 april 1945. De toen 20-jarige Larenaar Jan Müller in Berlijn krijgt te horen dat hij samen met nog tien andere Nederlanders weldra weer vrij man is. Echter, voordat ze hun familieleden weer in vrijheid zullen ontmoeten, moeten ze negentien dagen kou, honger en nattigheid trotseren om weer voet op hun geboortegrond te kunnen zetten.

Jan begint zijn dagboek met de melding dat Berlijn al drie dagen bestookt wordt door de Russen en dat zij daarom in vrijheid worden gesteld. Die melding komt op 23 april ’s morgens om half elf. Echter, vervoer komt er niet en tegen zes uur ’s avonds besluit het elftal om te voet, na eerst nog één bord knollensoep met 375 gram brood en margarine te hebben gekregen, naar Wustermark te lopen. Rond middernacht, na een tocht van 15 à 16 kilometer, komen ze hier doodmoe aan. Daar kunnen ze dan nog net de trein pakken naar Rathenow, waar ze rond vier uur aankomen.

Dinsdagmorgen 24 april proberen de heren bij de N.S.V. (Nationalsozialistische Volkswohlfahrt) wat eten te bemachtigen, echter zonder resultaat. De N.S.V. bestond toen uit zogenaamde Volksduitsers, vaak Nederlandse mannen die met Duitse vrouwen waren getrouwd. Ze besluiten om de tocht, die

volgens de zonstand gelopen werd, maar weer te voet te vervolgen. Om 17 uur bereiken ze het plaatsje Hokenauen, waar ze 25 kilo aardappelen krijgen. Met schil en al worden die gekookt en zonder zout opgegeten. Volgens Jan best een lekkernij. Om 19 uur vallen de mannen, ondanks de kou en regen, op strobalen in slaap.

De volgende ochtend worden ze totaal verkleumd wakker door een pantseralarm. Ze horen duidelijk de Russen schieten en besluiten direct hun tocht te vervolgen. Wanneer ze bij de rivier de Havel komen, zien ze vluchtende Duitsers die daar een wagen met drie paarden achterlaten. Ondanks de dreiging achter hen, besluiten ze toch even te kijken of de Duitsers daar nog meer achter hebben gelaten. Resultaat: zo’n tweehonderd sigaretten, sigaren, aardappelen en wat sokken. Deze waren zeer welkom, want sommige lieden hadden niets meer aan de voeten.

Tekst: Jan Eggink

Vervolgens gaat de tocht naar de vrijheid verder via het plaatsje Malitz, waar een boerenfamilie hen hartelijk ontvangt en de heren iets geeft wat ze lang niet meer hebben gehad, namelijk een warme maaltijd.

Op donderdag 26 april gaat de groep, na een goede nachtrust in de schuur van de gastvrije boer, richting het kleine plaatsje Klietz, gelegen aan de Elbe. Dit plaatsje is dan helemaal kapotgeschoten. Aan de overkant van de Elbe halen Amerikaanse soldaten krijgsgevangenen van allerlei nationaliteiten op, en alhoewel daar de Amerikaanse vlag wappert, kan de groep er vanwege de rivier niet naartoe.

Op vrijdag 27 april wordt weer getracht om de Elbe over te steken, echter zonder succes. Die ochtend heeft de groep weer enorme honger.

Er worden gedroogde snijbonen en wat tarwe gevonden. Deze ingrediënten worden gekookt in een emmer en dat houdt de heren weer even op de been. Er wordt besloten dat drie jongens van de groep bij boeren in de buurt voedsel gaan stelen. Resultaat: een zak aardappelen en vijf vette eenden, die, zoals Müller het omschrijft, ‘de kop worden omgedraaid.’ Drie eenden worden geslacht en samen met de eieren die nog in de eenden zitten en de geschilde aardappelen wordt alles gekookt. Een geweldige maaltijd voor de groep, maar hun magen zijn hier niet meer op ingesteld. Het resultaat is dan ook dat bijna iedereen van de groep ’s nachts over de nek gaat en enorme buikpijn heeft.

Na een beroerde nacht is het zaterdagmorgen 28 april ook nog eens verschrikkelijk nat en koud. Nadat de groep nog wat aardappelen achterover heeft gedrukt, zien ze een auto aankomen met daarin Duitse soldaten. Die geven zich over aan de Amerikanen, omdat ze dan veel beter af zijn dan wanneer ze in handen van de Russen vallen.

Larenaar Müller werd ook tewerkgesteld in Duitsland.

Eén van de Larense mensen die te werk werd gesteld tijdens de Tweede Wereldoorlog was Jan Müller. Jan werd op 17 mei 1924 geboren in Laren en was nog geen 20 toen hij op transport ging naar de Siemens fabrieken in Berlijn. Daar verbleef hij in ’t Inalager, waar hij met vijftien andere mannen een kamer moest delen. De omstandigheden waren daar zo vreselijk, dat de mannen zichzelf soms verwondingen aanbrachten, om maar even niet te hoeven werken. Saillant detail is wel dat volgens Hermien, de dochter van Jan, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw Jan van Siemens nog een bonusuitkering kreeg over de jaren dat hij daar gewerkt had. In genoemde jaren is Jan samen met zijn schoonzoon Dick ten Have vier dagen terug geweest om de plekken waar Jan gewerkt had te bezoeken. Hij herkende dertig jaar na dato bijna alles nog van de gebouwen waar hij toen te werk werd gesteld. Jan trouwde op 26 augustus 1949 met Jenny Bolink en overleed op 10 april 2004. Tijdens zijn huwelijk las een Amsterdamse kameraad uit de oorlogsjaren een gedicht voor met de gebeurtenissen uit die tijd. Jan hield een dagboek bij: in 19 dagen van Berlijn naar Laren.

De monden van de heren vallen open als ze bij de auto aankomen. Want niet alleen gestolen tapijten lagen daarin, maar ook een veelheid aan vlees, kaas, aardappelen, zout, uien, koffie, bussenvlees, chocoladepoeder, ondergoed en schoenen was de buit. Omdat de groep nog steeds niet over de Elbe kon komen, werd van de nood een deugd gemaakt en werd er twee dagen lang genoten van de buitgemaakte goederen, waarvan onder meer hachee en erwtensoep werd gemaakt.

Op maandagavond 30 april wordt besloten de volgende dag een vlot te bouwen, maar dan vindt één van de jongens een boot. Slechts één persoon lukt het de overkant te bereiken, maar dan kan de boot niet terug.

Op woensdagmorgen 2 mei besluit de groep, omdat ze de Elbe niet over kunnen, dan maar de tocht van

"Ondanks de kou en regen, vallen de mannen op strobalen in slaap."

tweehonderd kilometer langs de Elbe richting Hamburg te lopen. Dan ziet Jan Müller in de verte dat er mensen in een kano de Elbe overvaren. Maar wanneer hij dichterbij komt, ziet hij dat het Duitse soldaten zijn, die eenmaal aan de overkant door de Amerikanen met veel gelach weer worden teruggezet. Wel vindt hij een oude boot. Met de buitgemaakte hemden worden de naden van de boot dichtgemaakt. De eerste vier, waarvan er drie constant aan het waterscheppen zijn, komen goed over. Maar dan steekt er een sterke stroming op en kunnen de andere mannen net van de verdrinkingsdood gered worden.

Ze worden door de Amerikanen hartelijk ontvangen en vervolgens met auto’s naar Stendal gebracht, waar de groep ondergebracht wordt in een kazerne. Van een Amerikaanse commandant kregen ze de volgende morgen schoenen en laarzen uitgereikt en in een heuse slaapkamer kon er worden overnacht. Tevens konden de mannen eten halen dat voor hen bereid werd en hoefden ze zelfs hun kamer niet schoon te maken. Dergelijke ‘luxe’ had de groep in tijden niet meegemaakt en hoe hilarisch: hun kamers

werden schoon gemaakt door Duitse krijgsgevangenen.

Van vrijdag 4 op zaterdag 5 mei krijgen de heren te horen dat ze ’s morgens om half zeven klaar moeten staan. Een trein brengt hen, nadat ze nog een ‘snoeppakket’ (sigaretten, chocolade en pepermunt) hebben gekregen, naar later bleek het plaatsje Gardelen. Vandaar gaat het in vrachtwagens naar Wolfsburg. Daar werden ze ontluisd en werd er 500 gram brood per man uitgedeeld. Dag en nacht zat Müller met nog 34 andere mensen in een goederenwagon die tergend langzaam via Hannover richting Münster reed. Geen eten en geen slaap.

Echter in Münster werd op maandag 7 mei weer bonensoep en beschuit uitgereikt. Doodvermoeid na drie dagen en nachten reizen, komt de groep aan in Mönchengladbach. Dan eindelijk komt de groep over de grens bij Kerkrade Nederland binnen en kan het Wilhelmus weer worden gezongen. De groep wordt luid juichend door de bevolking ontvangen en van alle kanten wordt hen brood en sigaretten aangereikt. Maar het reizen gaat daarna onverminderd

JAN MÜLLER'S DAGBOEK

OVER DE HELSE TOCHT

NAAR DE VRIJHEID

door. Want van Kerkrade gaat het via Heerlen, Maastricht, België naar Eindhoven, waar ze in de vroege ochtend van woensdag 9 mei aankomen.

Het einddoel is tenslotte Tilburg. Daar worden de heren goed verzorgd en van top tot teen onderzocht en ontluisd. Het eten is geweldig: in melk gekookte pap, boterhammen met worst en jam en op donderdag 10 mei wordt na een heel lange periode weer een biertje gedronken.

Dan eindelijk, op vrijdagmorgen 11 mei, komt het bericht dat de mensen met vrachtwagens naar huis gebracht zullen worden. Jan en zijn medeplaatsgenoot Egbert kunnen hun geluk niet op. In Zutphen stapt het tweetal uit. Daar haalt Egbert bij een kennis een fiets en fietsen ze na drie jaar van afzien in Duitsland weer naar hun geboorteplaats. Thuis bij Müller is er al groot feest, want A. Kuiper, die het tweetal reeds in Zutphen heeft ontmoet, heeft de familie al ingelicht. Die nacht valt Jan Müller doodvermoeid om half één in slaap.

De foto's zijn beschikbaar gesteld door Hermien ten Have.

Het Schoneveld 43 7245 EA Laren Gld

• Gecertificeerd mobiel puinbreken.

• Inzamelen en transport van sloop-en bouwafval

• Verhuren en plaatsen van

• Containers van 5 tot 30 kuub

• Sloop van gebouwen en woningen

• Levering van verschillende granulaten

• Grondverzet

Tekst: Jan Eggink

Indiëmonument werd in 2003 onthuld in Laren

Oud-Indiëganger Steven Braakman was de initiatiefnemer van het Indiëmonument dat in 2003, naast de Larense Hervormde kerk, werd onthuld.

Braakman had de eer om samen met pastor Jan Leijenhorst dit gedenkteken op 25 april 2003 te onthullen.

Braakman had reeds diverse keren aan Leijenhorst gevraagd of hij niet wat kon betekenen als pastor van de Larense kerk, om een blijvende herinnering te plaatsen in Laren voor de mensen die vanaf september 1946 naar Indië werden verscheept om daar het Nederlands gezag weer te herstellen. Ruim 200.000 Nederlanders, waarvan er ongeveer dertig uit Laren kwamen, werden naar Indië overgebracht voor politionele acties.

Om aan het verzoek van Braakman te voldoen, benaderde Jan Leijenhorst de belangenvereniging Wakker Laorne. Vanuit die organisatie (groep Leefbaarheid) nam met name Janet Martin-Welmer het initiatief om mensen die naar Indië waren uitgezonden te benaderen. Dit viel niet mee, omdat er geen lijst van mensen was die toentertijd waren uitgezonden. Sommige mensen waren al overleden (onder wie de vader van Janet, Hendrik Jan Welmer) toen de zoektocht werd gestart. Uiteindelijk werden 25 oudIndiëstrijders getraceerd. Niet iedereen had in eerste instantie behoefte om aanwezig te zijn tijdens een voorgesprek voor het te plaatsen monument.

Maar na persoonlijke benaderingen door Janet Martin was bijna iedereen aanwezig in het voormalige

Cultureel Centrum Westerenk in Laren. Dit werd een hartverwarmende bijeenkomst, waar menig herinnering werd uitgewisseld. Samen met hun familie en andere genodigden (totaal ongeveer vijftig mensen) werd op 25 april 2003 het monument, dat alsnog voor erkenning en waardering voor de veteranen zorgde, onthuld. Hierbij memoreerde de toenmalige voorzitter van Wakker Laorne, Jan Eggink, de voorgeschiedenis van het tot stand gekomen gedenkteken.

Materiaal monument

Het Indiëmonument in Laren bestaat uit een rood bakstenen muurtje, waarin horizontale bakstenen zijn geplaatst. Op het muurtje is een plaquette bevestigd, met daarop een afbeelding van een helm, zwaard en palmtak: het embleem van de oud-Indiëstrijders. De tekst die erbij staat luidt: ‘Ter herinnering aan de oudLarense Indiëgangers en aan hen die vielen, 25 april 2003.’ Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei legt een delegatie vanuit Laren & Oranje jaarlijks bloemen bij het monument.

In Indië zijn twee Larense mannen om het leven gekomen, te weten: Derk Jan Alderink en Henk Schutte. Totaal kwamen er ongeveer 6000 Nederlandse militairen om in Indië.

Schilders- en glaszettersbedrijf van der Wal

Schilderwerk // Advies

Wand- en plafondafwerking

Spuiten // Glas

Holterweg 44 B

7245 SC Laren gld

T. 0573 - 401370

info@schildersbedrijfvanderwal.nl www.schildersbedrijfvanderwal.nl

Met mekare, veur ’n mooi en passend afscheid.

René Meutstege & Hariët Bloem - Meutstege

renemeutstegeuitvaartzorg.nl

Tel. 06 43 21 53 85 (24/7 bereikbaar)

Laren!Magazine_Adv_VanderWal_NR32.indd 1 01-02-2024 08:02

Lindenbergsdijk 5a

7245 PD Laren (gld)

tel: 0573-401670

meutstegebouw@planet.nl

“VOOR AL UW BOUW WERKZAAMHEDEN”

Verbouw, nieuwbouw, tekenwerk, bouwaanvraag en/of begeleiding van de gehele bouw: wij staan graag voor u klaar.

ReneMeutstegeUitvaartzorg_Adv_1:4.indd 1 06-03-2025 07:50

Tekst: Mattijs Janssen

Vrienden van Laren Live 2025

Wat oorspronkelijk bedoeld was als een viering van 75 jaar vrijheid in Laren, werd in 2020 noodgedwongen uitgesteld.

De organisatie sprak destijds de legendarische woorden: “We will meet again.”

Muziek en entertainment

Op zondag 6 april a.s. zal het podium van Witkamp bruisen van optredens door diverse Larense formaties. Bezoekers kunnen vanaf de middag tot in de avond genieten van een gevarieerd muzikaal programma. Bands als Livin’ Room, Versatile, Kilkenny Cats, Sing It, New Vintage, en Weekendkrachten delen het podium met Muziekvereniging Apollo, DJ Jeroen, en Ewald Schut.

Naast hun eigen repertoire brengen de artiesten ook unieke samenwerkingen met andere Larense formaties, wat zorgt voor verrassende optredens. Deze middag zal worden gepresenteerd door Ingri Imenkamp en Mark van Esterik.

Thema van 80 jaar vrijheid

Hoewel het evenement oorspronkelijk gepland was ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid, staat nu het thema van 80 jaar vrijheid centraal. Gedurende de avond worden unieke beelden van de bevrijding en historische momenten vertoond. Het evenement dient als eerbetoon aan hen die destijds hebben gestreden voor onze vrijheid: opdat wij niet vergeten.

Het feest start a.s. 6 april om 15.00 uur, met de zaal geopend vanaf 14.30 uur, en eindigt rond 20.00 uur. Helaas zijn er geen kaarten meer verkrijgbaar.

FIETSTOCHT HOLTEN - LAREN

In het teken van 80 jaar vrijheid

Ter gelegenheid van 80 jaar vrijheid hebben het

Informatiecentrum Canadese Begraafplaats Holten en Laren & Oranje een bijzondere fietsroute en expositie opgezet. Vanaf april kunnen fietsers een historische tocht maken langs belangrijke locaties uit de Tweede Wereldoorlog.

Er zijn twee fietsroutes beschikbaar:

40 Kilometer: Holten - Laren, 60 Kilometer: Holten - Laren - Almen. Daarnaast is er een aparte lus van 20 kilometer naar Almen.

Tijdens de tocht komen fietsers langs 22 informatiepunten waar belangrijke historische gebeurtenissen worden belicht. Via de izi.TRAVEL-app ontvangen deelnemers uitgebreide achtergrondinformatie bij elk knooppunt.

Startlocatie en expositie

De route start bij het Informatiecentrum Canadese Begraafplaats Holten, waar een tijdelijke expositie over de bevrijding van Holten en Laren te zien is. Een kopie van deze expositie wordt ook tentoongesteld in het Kulturhus in Laren. Bezoekers kunnen hier posters en voorwerpen bekijken uit de collectie van Christiaan Harkink, die sinds 2011 met zijn metaaldetector op zoek is naar objecten uit de Tweede Wereldoorlog. De voorwerpen van Christiaan Harkink zijn alleen in Holten te bekijken. Rest zowel in Holten als Laren.

De tocht kan ook gefietst worden met Koningsdag, in plaats van de gebruikelijke puzzeltocht.

Vooraf is er, indien gewenst, instructie van Laren & Oranje over het gebruik van de app.

De Fietsroute Bevrijding Holten - Laren biedt een unieke kans om op een actieve manier stil te staan bij de geschiedenis. Dankzij de izi.TRAVEL-app krijgen fietsers toegang tot verhalen, foto’s en achtergrondinformatie die de historische locaties tot leven brengen.

Praktische informatie:

Startpunt: Informatiecentrum Canadese Begraafplaats Holten Routes: 40 km en 60 km (met optie voor een extra lus van 20 km)

App: izi.TRAVEL voor route- en achtergrondinformatie

Expositie: Informatiecentrum Holten en tijdelijk in Kulturhus Laren

Beleef deze bijzondere fietstocht en herdenk samen 80 jaar vrijheid.

Tekst: Mattijs Janssen

FIETSTOCHT HOLTEN - LAREN

80 jaar vrijheid

22 HISTORISCHE LOCATIES LANGS DE ROUTE

1. De Canadese Begraafplaats Holten heeft meer dan 1.300 gesneuvelde soldaten.

2. Holtens monument met namen van oorlogsslachtoffers.

3. Sergeant Rheal Lalonde kreeg een hoge onderscheiding voor zijn actie.

4. Troepen van het South Saskatchewan Regiment staken de Schipbeek over op 6 april 1945.

5. Fusiliers Mont Royal bereidde zich bij de Roudaalderbrug voor op een misleidingsaanval.

6. Majoor Witzig gaf op 4 april een bevel dat de weerstand versterkte.

7. NSB’ers werden na de bevrijding in Rambler gevangen gezet.

8. Namen van oorlogsslachtoffers staan op het monument naast de kerk.

9. Canadese bevrijders lagen tijdelijk begraven bij Dellezicht.

10. Hendrik Jan Koeslag hielp onderduikers; zijn Stolperstein ligt bij zijn boerderij.

11. Boerderij Koeslag werd vernietigd tijdens de bevrijding.

12. Een neergeschoten Lancasterbemanning ligt in Gorssel begraven.

13. Vijf Stolpersteine markeren huizen van gedeporteerde Joodse gezinnen.

14. Piloot Cammock vernietigde een Duitse munitietrein en stierf.

15. Veertig Canadese soldaten werden tijdelijk begraven.

16. Canadese troepen stuitten op vernielde bruggen over het Twentekanaal.

17. Het monument eert het Royal Highland Regiment en het Regiment de Maisonneuve.

18. Er waren V1-lanceerinstallaties rond Laren.

19. Kasteel Verwolde bood onderdak aan onderduikers.

20. Canadese troepen streden voor een bruggenhoofd.

21. Maurice Collins overleed na verwondingen.

22. Zes militairen en een burger om bij een explosie van een V2.

Holten
Laren
Lochem
Exel

Op 4 mei vindt in Laren traditiegetrouw de dodenherdenking plaats, georganiseerd door Laren & Oranje, met dit jaar het thema ‘80 jaar vrijheid’. De herdenking bij het monument naast de kerk is bijzonder, omdat deze eens in de vijf jaar in samenwerking met de Kerk Laren wordt georganiseerd. Onder de naam Zingen voor Vrijheid wordt er een speciale dienst gehouden ter gelegenheid van de dodenherdenking.

Voorafgaand aan de officiële ceremonie zal er een herdenkingsdienst plaatsvinden, geleid door dominee Bettie Woord. Na deze dienst worden er bij het monument twee kransen gelegd door kinderen van de Branink, samen met vertegenwoordigers van Laren & Oranje en de gemeente Lochem. Deze ceremonie herdenkt niet alleen de gevallen slachtoffers, maar viert ook 80 jaar vrijheid.

Na de plechtigheid zorgt La Poko voor een muzikale afsluiting in de kerk. Voor deze gelegenheid wordt een projectkoor opgericht, bestaande uit inwoners van Laren en omgeving, die samen met La Poko enkele liederen zullen zingen die symbool staan voor 80 jaar vrijheid.

Het initiatief komt voort uit de samenwerking tussen Laren & Oranje en de kerk, die al jarenlang de dodenherdenking

Tekst: Mattijs Janssen

Zingen voor vrijheid

organiseert. La Poko, een damespopkoor dat bekendstaat om haar muzikaliteit en gezelligheid, werd benaderd om mee te werken. De betrokkenheid van leden van Laren & Oranje, zoals Jolande Slot, Marjan Sligman en Marleen Oltvoort, en La Poko, vertegenwoordigd door Ineke Jansen, Ellis Langenkamp en Jolanda Mombarg, heeft geleid tot de oprichting van een werkgroep met als doel een koor te vormen dat alle lagen van de Larense bevolking vertegenwoordigt.

Jolande benadrukt: “We willen een brug slaan tussen jong en oud en ons ervan bewust zijn dat we in vrijheid leven. Je hoeft echt geen zangtalent te zijn, als je maar plezier hebt in zingen.” La Poko reageerde enthousiast op het idee. “Jolande is naast bestuurslid van Laren & Oranje ook lid van ons koor,” vertelt Ellis. “Zo kwam het balletje al snel aan het rollen. Onze dirigente heeft ervaring met grote koren, dus dat komt wel goed.”

De arrangementen van de liederen worden aangepast zodat ook mannenstemmen kunnen deelnemen. “Wie weet vinden mensen het zo leuk dat ze zich blijvend willen aansluiten bij ons koor,” voegt Ellis toe. Deze samenwerking belooft een bijzondere herdenking te worden, waarin gemeenschap en muziek centraal staan.

Tekst: Mattijs Janssen

GOLDEN OLDIES: Bevrijdingsfeest voor ouderen in Laren

Waar op 6 april de vrijheid wordt gevierd met Vrienden van Laren Live, organiseert Laren & Oranje op 5 mei een speciaal moment voor ouderen: The Golden Oldies. Dit bevrijdingsfeest vindt plaats in het Kulturhus in Laren en staat volledig in het teken van 80 jaar bevrijding.

Het programma begint om 11.00 uur en duurt tot 13.00 uur. De zaal is geopend vanaf 10.30 uur. Tijdens de bijeenkomst wordt middels een lezing stilgestaan bij de bevrijding van Nederland en specifiek Laren, 80 jaar geleden. De toegang is gratis voor alle ouderen uit Laren. Kaarten kunnen vooraf worden afgehaald bij het Kulturhus in Laren.

Muzikale invulling en lezing

Gedurende de middag zijn twee consumpties inbegrepen, evenals een bittergarnituur. Om 12.15 uur wordt er soep met een broodje geserveerd.

Duo Buddy en Dianne zorgen voor de muzikale omlijsting van de bijeenkomst, waarbij tussendoor Christiaan Harkink achterliggende verhalen vertelt over gevonden oorlogsvoorwerpen.

Buddy en Dianne zijn bekende gezichten in de regio. Hij komt uit Lochem en zij woont in Borculo, maar is geboren en getogen in Laren. Samen verzorgen zij vele optredens in de omgeving.

Ze hebben eigen Nederlandstalige nummers" met een aantal nummers in het Loarns dialect. met een begeleidend verhaal, wat goed past bij de bevrijding en ook een lied over "Loarne".

Het duo was meteen erg enthousiast en vindt het

een mooi idee hoe Laren & Oranje de ouderen van Laren op deze manier in het zonnetje willen zetten.

Met The Golden Oldies wil Laren & Oranje een sfeervolle en betekenisvolle bijeenkomst organiseren voor de ouderen van het dorp, waarin herinneringen, muziek en samenzijn centraal staan.

Noteer in de agenda: 5 mei 2025 - 11.00 uur Locatie: Kulturhus Laren

Fotografie: René van Buitenen

Tekst: Alfred van Lenthe

Les Fusiliers Mont-Royal (FMR) is één van de Canadese regimenten die Oost-Nederland hebben bevrijd. Er komen van 2 t/m 7 mei 15 Canadese militairen naar Nederland op uitnodiging van de Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid Markelo. Erik Nijenhuis uit Markelo is voorzitter van deze stichting en heeft de Vereniging Laren & Oranje gevraagd een dag te organiseren voor deze delegatie op dinsdag 6 mei.

Les Fusiliers Mont-Royal ontstond op 18 juni 1869 in Montreal, Quebec als The Mount Royal Rifles. Quebec maakt onderdeel uit van Franstalig Canada. Het regiment bestaat uit 160 mannen en vrouwen, officieren en onderofficieren, wier belangrijkste specialisatie infanterie is. De missie van de FMR is het opleiden van reservisten om een infanteriepeloton in stand te houden dat klaar is om deel te nemen aan binnenlandse operaties. Daarnaast moet de eenheid vrijwillige leden kunnen leveren als individuele versterking bij expeditie (internationale

operaties). De FMR voert haar mandaat uit door het aanbieden van goed begeleide, passende trainingen tijdens snelle, gevarieerde oefeningen die voldoen aan de normen van de infanteriegevechtstaak.

De FMR is niet alleen in de Tweede Wereldoorlog actief geweest. Ook in Egypte in 1983, Cyprus in 1990, Kroatië en Bosnië-Herzegovina van 1993 tot 1995, de Golanhoogvlakte in 1998 en Haïti in 2004 droegen ze bij aan stabilisatie in de regio. Ook dienden bijna 40 leden in Afghanistan. De start van het programma is om 10.00 uur bij de familie Koeslag aan de Lindenbergsdijk.

Bezoek Les

Fusiliers

Mont-Royal op 6 mei

Daar zal een presentatie gegeven worden over de bevrijding van Laren. Vervolgens worden de Canadezen met echte legervoertuigen rond gereden langs historische plaatsen vanaf Almen naar Holten.

In de middag zal er door de FMR-delegatie een monument onthuld worden namens de Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid Markelo aan de Roudaalterweg ter hoogte van de Schipbeek in Markelo. De dag zal afgesloten worden bij de Canadese begraafplaats in Holten.

Dit magazine is onder andere mogelijk gemaakt dankzij de inzet van de vrijwilligers van Laren & Oranje. Naast dit magazine organiseert Laren & Oranje ook evenementen zoals de Koningsdagactiviteiten, de Palmpasenoptocht en verschillende jaarlijkse uitjes. Wil je ons steunen? Word lid voor slechts € 7,50 per jaar!

Home Instead Deventer, Lochem en Zutphen is Dovida geworden! Met meer dan 10 jaar ervaring blijven we dezelfde zorg bieden die je kent en vertrouwt.

Waarom Dovida? Geïnspireerd door de woorden Domus (thuis) en

is veranderd in...

Vida (leven), staan wij voor “Mijn leven, mijn manier.” Jouw wensen staan altijd centraal. Wat blijft hetzelfde? Kwaliteit: Persoonsgerichte zorg zoals altijd. Team: Dezelfde caregivers en supportteam. Service: Geen veranderingen in diensten of overeenkomsten.

Contact Dovida DLZ

Deventerweg 4b, Laren GLD Tel. 0573 45 95 47 info.dlz@dovida.nl dovida.nl/dlz

Dovida – voor zorg die bij jou past!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.