14 minute read

Maral Noshad Sharifi – Citroeninkt

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“De manier waarop er over vluchtelingen wordt gesproken is de afgelopen twintig jaar verhard. Het is normaler om een vluchteling als last te zien, dan als persoon die zoals ieder ander bijdraagt aan de samenleving. De VVD heeft er laatst nog een kabinet om laten vallen. Als ik scherpe meningen hoor over vluchtelingen komen die vaak uit de mond van iemand die weinig weet heeft van hoe zo’n leven eruitziet. Waarom mensen weggaan, welke problemen ze onderweg tegenkomen, en welke obstakels ze na aankomst moeten overwinnen. Door het leven van Talar op te tekenen wilde ik lezers een inkijkje geven in een wereld die ze niet kennen, maar toch veel over praten. Het was belangrijk voor mij om het verhaal vanuit een kinderperspectief te vertellen. Er zijn meer boeken geschreven door Nederlanders met een vluchtelingenachtergrond, maar zelden vertellen die het verhaal van een kind, een meisje.”

Heb je iets met feminisme (en wat)?

“In de 12 jaar dat ik journalist ben is het voor mij altijd belangrijk geweest om de zichtbaarheid van vrouwen in verhalen te vergroten. Vooral als het over macht gaat. Ik zoek langer naar vrouwelijke experts, ook over thema’s waarin vooral mannen aan het woord komen. Ik ga hard opzoek naar vrouwelijke hoofdpersonages, die soms wat meer overtuigd moeten worden voordat ze ‘ja’ zeggen. Ook ben ik altijd aan het onderzoeken wat de gevolgen van politiek beleid zijn op vrouwen. Zo heb ik het afgelopen jaar in de VS veel geschreven over de gevolgen van de antiabortusbeweging. Aan de Griekse kust heb ik honderden vrouwen en meisjes uit Afghanistan gesproken over hun tocht naar Europa.”

Welk boek heeft jou gevormd?

“Boeken hebben mij gevormd en gered. Ik denk dat ik me als kind nog veel eenzamer en onbegrepener had gevoeld als ik niet zoveel boeken las. Als kind verslond ik de boeken van Carry Slee en Thea Beckman. In de Nederlandse opvoeding worden kinderen best lang beschermd voor de grote boze buitenwereld. Als ik bij andere mensen over de vloer kwam als kind leek het net alsof mijn gezin de enige was met problemen. Wat ik fijn vond is dat zij durfden te schrijven over de realiteit van het leven, over verslaving, scheidende ouders, en depressie. Door verhalen leerde ik dat mijn problemen universeel zijn.

Als volwassene heeft Wees Onzichtbaar van Murat Isik mij gevormd. Ik vond het zo bijzonder om over zijn jeugd in de Bijlmer te lezen. Misschien is mijn verhaal dan ook wel relevant, dacht ik. Nog een ander boek dat mij hiertoe inspireerde was het boek van Sisonke Msimang, Always

Another Home. Zij is kind van politieke activisten die ZuidAfrika moeten verlaten uit angst op vervolging.”

Wat lees jij deze zomer?

“Ik ga op vakantie en neem mee…het boek Poverty, by America van de Amerikaanse socioloog Mathew Desmond. Ook hoop ik twee dikke pillen waar ik in begonnen ben ook uit te lezen deze zomer: Confidence Man, het boek van journalist Maggie Haberman, en Het achtste leven, van Nino Haratischwili.”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Er zou meer geschreven kunnen worden over de Nederlandse vluchtelingengeschiedenis, met name de rol die individuen in de samenleving hebben gespeeld. Hoe huidige en voormalige vluchtelingen en hun kinderen onze samenleving vormen, op het vlak van cultuur, politiek en mode – de grote verhalen én de kleine verhalen. Vluchtelingen zouden meer onderdeel moeten worden van Nederlands cultureel erfgoed. We zouden dat onderdeel best wat meer mogen vieren, zeker in dit politieke klimaat.”

Hassnae Bouazza – Een koffer vol citroenen

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“Het plotse overlijden van mijn moeder met wie ik een diep innige band had. Ik wilde een monument voor haar bouwen met woorden, en tegelijk een groter verhaal vertellen over ongeziene vrouwen, liefde, verlies, anders zijn en de tastbare troost van eten.”

Heb je iets met feminisme (en wat)?

“Zeker, ik ben een hartstochtelijke feminist die gelooft in de gelijkheid en gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Vrouwen serieus nemen, betekent voor mij dat je hun keuzes accepteert wanneer die niet de jouwe zijn. Dat ontbreekt nogal in het debat.”

Welk boek heeft jou gevormd?

“Gevormd is een groot woord, maar Madame Bovary van Flaubert heeft destijds een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Er zit zoveel in: de onstilbare honger naar grootse dromen en begeerte, de opwinding en het gevaar van liefde, het harde oordeel van de gemeenschap. Liefde is mooi, maar kan ook hartverscheurend en destructief zijn.”

Esmee Schenck de Jong - Omdat mijn lichaam het wil

Esmee overleed dit jaar. Daarom beantwoordt Emma Louise Mendez Correa, haar beste vriendin en redacteur, de vragen namens haar.

Wat inspireerde Esmee om dit boek te schrijven?

“Ik was bij het allereerste gesprek dat Esmee met haar (eerste) redacteur had, en het initiële boekidee was iets heel anders dan Omdat mijn lichaam het wil. Het zou een boek worden over familie. Over hoe de verschillende generaties van haar familie allemaal op hun eigen manier hebben laten zien hoe oorlogstrauma’s doordruppelen in levens en hoe levens hierdoor kunnen worden gestuurd en bestuurd; intergenerationeel trauma, zo dat heet. Het was een enerverend gesprek, maar de echte explosie van sprankel ontstond pas toen gevraagd werd naar haar andere boekenplannen. Esmee glimlachte stoutblij zoals ze dat zo kon en legde stralend het idee voor, voor Omdat mijn lichaam het wil. Waar we eerst nogal serieus waren, ontstond nu iets magisch. Ik herinner me een sterk gevoel van samenzijn en verbondenheid terwijl we spraken over hoe fascinerend (fysieke) intimiteit kan zijn. Dit gevoel, dit sterke gevoel van samenzijn, van interactie, van oprecht delen is wat Esmee heeft geïnspireerd om haar eerste, en helaas enige, boek te schrijven. Voor haar was seks ultiem verbonden zijn met een (of meerdere) ander(en), en om die reden een van de mooiste dingen die er is.”

Had Esmee iets met feminisme?

“De behoefte om dit boek te schrijven had een feministisch hart. Het boek is met name bedoeld als aanmoediging voor lezers om verder te kijken dan de traditionele (monogame) relatie (als je denkt dat je daar gelukkiger van kan worden).

Het boek laat zien dat het zo eng niet is om je over te geven aan de terra incognita van al wat seksualiteit kan zijn. Ik moedigde deze boodschap zeer aan en voor mij is later gebleken dat een aanmoediging als deze nog steeds noodzakelijk is.”

Welk boek heeft haar gevormd?

“In de nasleep van het overlijden van Esmee heb ik meer dan eens de vraag gekregen of haar dood te maken had met het onderwerp van haar boek. Een botte en pijnlijke vraag die ver van de waarheid stond, zo ver als maar kan. Dit benadrukte voor mij dat nog steeds de expliciet vrije seksualiteit van een vrouw gezien wordt als iets pathologisch: er moet iets mis mee zijn, als een vrouw hier zo open over is. En dat is doodvermoeiend.

Het boek van Esmee heeft hopelijk voor veel van haar lezers die vrije seksualiteit los weten te koppelen van het enge, en laten zien dat de zenuwen die je in je lichaam voelt gieren wanneer je op weg bent naar een seksfeest niet heel veel anders hoeven zijn dan wanneer je op weg bent naar een tinderdate. In het verlengde hiervan denk ik dat een boek dat specifiek gaat om het ontkrachten van de beschuldigende gedachte dat onorthodoxe seks per se gek is belangrijk zou kunnen zijn. Een boek dat laat zien dat vrije seks losstaat van gekte, en dat een vrouw die hiervoor kiest niet de weg kwijt is, integendeel -misschien heeft ze hem juist gevonden.”

Wat las Esmee graag?

Wat lees jij deze zomer?

“One Thousand and One Nights van Hanan al-Shaykh.”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Dat vind ik een moeilijke. Ik hou van het kleine dat voor iets groters staat. Of het kleine dat schuilgaat in het grote en onverwacht een hele wereld ontsluiert.

En ik hou van eigenwijze schrijvers. De vrijheid in literatuur hoort onbegrensd te zijn. Verhalen prikkelen de verbeelding, dwingen empathie af en ontregelen – dat hebben we hard nodig.”

“Een van de te beantwoorden vragen voor dit stuk was wat Esmee deze zomer leest. Zij leest zelf niks meer. Gelukkig lazen wel veel mensen haar. Hopelijk blijft dit aantal groeien en leeft de stem van haar boek voort in de zomers en hoofden van velen.

Ik kan ook niet zeggen wat ze nog van plan was te lezen deze zomer, want dat weet ik simpelweg niet. Wat ik wel weet, is dat de dierenverhalen van Toon Tellegen nooit ver waren van haar nachtkasje. En misschien had ze een van deze boekjes wel een keer meegenomen op een zomeravond, en hadden wij, net als de mier en de krekel, aan de oever van een rivier, gesproken ‘over voelsprieten, avonturen, verjaardagen, honing en de zon’.”

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“Als achttienjarige wilde ik al een boek schrijven over vriendschap tussen meisjes, en dat werden twee jeugdromans die in de jaren zeventig verschenen, mar een roman voor volwassenen moest wachten. Het opgroeien tussen culturen bleek een urgenter onderwerp te zijn, en zo was er steeds een thema dat zich toch net iets meer aan me opdrong. Ik denk dat ik eerst mijn boek INDO, over het ontstaan van de ‘Indische Nederlander’ moest schrijven voordat ik een roman over vriendschap voor volwassenen durfde aanpakken, want ik wilde het situeren in een soort dorp als waar ik ben opgegroeid, toen verschijnselen als racisme, discriminatie, getraumatiseerde ouders, grote afstand tussen oorspronkelijke bevolking en nieuwkomers en een strikte scheiding tussen religies door de dominante bevolking nog als normaal werden ervaren. “

Heb je iets met feminisme (en wat)?

“Ik denk dat mijn strenge sterke moeder eigenlijk al een feministe was, want zij zei altijd :’‘Denk niet ‘ik trouw wel’ maar zorg dat je een papiertje hebt en voor jezelf kunt zorgen, je moet nooit a ankelijk worden van een man want je weet nooit zeker of de liefde zal blijven.’ En ik vond het als lagere schoolkind onrechtvaardig dat meisjes andere plichten hadden dan jongens, en minder vrijheden. Op de middelbare school identificeerde ik me met Angela Davis en liet ik mijn stem horen als ik zaken onrechtvaardig vond, al leverde dat vaak straf op. Vrouwen zijn prachtige wezens en hebben eigenschappen en levenservaringen die mannen niet (kunnen) hebben maar worden nog altijd te vaak als inferieur beschouwd aan mannen, en voor een deel komt dat omdat wij vrouwen nog te weinig loyaal en solidair naar elkaar toe zijn. We laten die mannen te veel hun gang gaan, en erger nog, soms steunen we die mannen ook nog eens in dat mannetjesgedrag. Eigenlijk zijn we in de meerderheid, maar we maken er geen of nog te weinig gebruik van. “

Welk boek heeft jou gevormd?

“Dat zijn verscheidene boeken, op literair gebied weer andere dan op het gebied van mijn persoonlijke ontwikkeling, en wat het laatste betreft naast vele studieboeken die ik door mijn studie Psychologie verplicht of uit vrije wil ging lezen, ook de eerste boeken die ik las over apartheid, maar evengoed de boeken van Sartre en Simone du Beauvoir, en ik vond het als 19-jarige ergerlijk dat De Beauvoir zich zo a ankelijk, in mijn ogen a-feministisch opstelde ten opzichte van Sartre. Langs lijnen van geleidelijkheid van Couperus leerde mij over het belang van vrijheid op het gebied van erotiek, maar ik las elke dag minstens een boek, ook Engelstalig veel, dus ik denk dat erg veel literatuur mij heeft beïnvloed.”

Wat lees jij deze zomer?

“Er ligt een stapel naast mijn bed en ik zal niet alle titels noemen. Door de rouw lees ik helaas traag. Met intens plezier zit ik nu midden in De diepst verborgen herinnering van de mens van Mohammed MBougar Sarr. Ik herlees daarna de boeken van Joan Didion, en ik ben ook bezig in Logicomix, an epic search for truth (vier auteurs). De volgende titel wordt De wilde vaart van Tessa Leuwsha, en er liggen nog een aantal vrouwelijke auteurs klaar.”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Door mijzelf het boek waar ik wel al een beetje aan begonnen ben, mijn persoonlijke liefdesverhaal en het kost me veel moeite om dat op de juiste manier te vertellen

Daarnaast moet er door vrouwen veel over vrouwen geschreven worden, want het zijn vooral de vrouwen die lezen, en lezen over elkaar zorgt voor verbinding ongeacht onze culturele of sociale achtergrond. Verbinding zorgt voor empathie en dat zorgt weer voor loyaliteit en solidariteit.”

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“Mijn grote liefde verliet me en ik was er kapot van. Na een jaar verdrietig zijn, snapte ik niet van mezelf waarom ik me er niet overheen kon zetten. Tot nu toe was het Koreaanse spreekwoord ‘Zeven keer vallen, acht keer opstaan’ op mijn lijf geschreven, omdat ik altijd maar doorging. Totdat ik me realiseerde dat die verlatingspijn natuurlijk voortkwam uit het feit dat mijn Koreaanse vader me als klein kind naar een kindertehuis had gebracht. Ik wilde weten of er onvoorwaardelijk van me is gehouden als kind. En de enige persoon die dat weet, is mijn Koreaanse moeder. ‘Ik doe nog één aller allerlaatste poging om haar te vinden’ zei ik tegen mezelf. En het boek was een stok achter de deur om deze belofte aan mezelf écht na te komen.”

Heb je iets met feminisme en wat?

“Ik vind het ongelofelijk dat er anno 2023 nog steeds een loonkloof tussen man en vrouw bestaat. Ik las in het boek van econoom Sophie van Gool (Waarom vrouwen minder verdienen) dat vrouwen in een werkend leven gemiddeld € 300.000 mis lopen. Een schokkend cijfer. En dat er in Nederland nog steeds meer directeuren met de naam Peter zijn dan vrouwelijke directeuren. Dus we hebben nog een lange weg te gaan en we moeten nog steeds de barricaden op. Daarnaast ben ik alert op stereotyperingen in mijn eigen vakgebied, de media. Vrouwen die zich duidelijk uitspreken worden nog altijd getypeerd als ‘kattig’ en ‘hysterisch’ of worden simpelweg als ‘heks’ weggezet. Ik denk echt dat het helpt als we duidelijk naast diegene gaan staan als we zoiets zien gebeuren. Net als wanneer je bijvoorbeeld in de metro ziet dat een vrouw wordt lastiggevallen, ga ernaast zitten. En bij online haat zou het mooi zijn als we elkaar op dezelfde manier steunen.”

Welk boek heeft jou gevormd?

“Het Dagboek van Anne Frank. Mijn oma gaf het me toen ik 13 was, dezelfde leeftijd als Anne, toen zij in het dagboek begon te schrijven. Hoewel we in twee totaal verschillende werelden leefden, herkende ik haar gedachten, haar gevoelens, haar dromen. Jaren later, toen ik het voor de zoveelste keer herlas, realiseerde ik me pas hoe ze door te schrijven haar eigen vrijheid afdwong. Dat haar dagboek laat zien hoe schrijven je een stem geeft, een boodschap die de hele wereld kan bereiken én veranderen. Nu ik erover nadenk, zou eigenlijk iedere dertienjarige het dagboek van Anne Frank én een leeg dagboek moeten ontvangen.”

Wat lees jij deze zomer?

“Ik ben in New York, dus ik lees Fran Lebowitz, koningin van de ironie, ik vind haar ongelofelijk scherp en grappig. En ik lees All about love van Bell Hooks, ze schrijft zo treffend dat je in de liefde nooit terug kunt gaan, alleen maar vooruit. Dat realiseerde ik me ook toen ik mijn boek Mama Lee schreef. Dat ik niets kan veranderen aan de manier waarop er van me gehouden is als kind en dat ik mijn grote liefde niet meer kan terugkrijgen, maar dat ik wél zelf in de hand heb hoe ik nu lie eb.”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Mijn hoofd zit altijd vol plannen, maar die ga ik deze zomer eens uitwerken en testen op uitvoerbaarheid - vind ik een heerlijke bezigheid - en daarna ga ik ze vol liefde de wereld in slingeren!”

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“Wat mij in de eerste plaats inspireerde was het thema van moederschap, vooral als het gaat om de complexe band tussen moeders en dochters. Juist omdat dit zo’n gelaagd thema is, kwamen hieruit verschillende vragen die ik graag voor mezelf wilde beantwoorden.

“Hoe pijn doorzingt bijvoorbeeld. Hoe we gevormd worden door de mensen die ons zijn voorgegaan. De vraag of we ons er ooit los van zouden kunnen maken. Hieruit ontstonden weer subthema’s: migratie, kolonialisme, vrouw zijn, een leven in eigen handen dragen, familiebanden, de wetenschap en de geleefde ervaring, ongeletterdheid… ik wilde met een verhaal heel erg veel vertellen en tegelijk onder ogen komen dat ik onmogelijk alles verteld kreeg.

“Daarnaast was er ook de vormelijke uitdaging die Half Leven van in het begin was. Ik wist dat ik wilde eindigen met het begin, tegelijk moest dat einde de meest belangrijke gebeurtenis zijn in het verhaal. Dat inspireerde me heel erg omdat ik niet wist of ik het wel zou kunnen en tegelijk aan mezelf wilde bewijzen dat ik daartoe in staat was.”

Heb je iets met feminisme (en wat)?

“Ik ben een feminist, maar vooral ben ik anti-patriarchaal. Dat zijn voor mij synoniemen, maar dat laatste is een heel praktische term die mij recht tegenover een systeem plaats waarvan ik geen deel wil zijn. Dat systeem is zo alomtegenwoordig en raakt elk van ons op een negatieve manier. Door de lange tentakels van dat systeem te benoemen en te wijzen op de toxiciteit ervan, worden we ons ook bewust van de mogelijke alternatieven.”

Welk boek heeft jou gevormd?

“Er is geen enkel boek dat ik echt op één kan zetten omdat alle goede boeken voor mij dezelfde plek delen. Elk boek doet iets anders met je en blijft je om een andere reden bij. Het boek dat Half Leven gevormd heeft, is Het jaar van de olifant van Leila Abouzeid. Mijn personage Lalla Touria is voor een deel geïnspireerd op de biografie van de schrijver van dit boek, maar ook op het personage dat deze schrijver op voerde in Het jaar van de olifant. Een Marokkaanse vrouw die van haar man scheidt omdat hij wil dat ze de Franse gebruiken overneemt. Dat weigert ze: de opgelegde emancipatie. Doe alsof je vrij bent, want dit is hoe vrijheid er voor de buitenwereld uitziet. Het is een prachtig verhaal.”

Wat lees jij deze zomer?

“Deze zomer lees ik De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson omdat het een (tot nu toe) luchtig boek is dat vlot leest. Ik word er erg blij van. Dat vind ik de laatste tijd erg belangrijk, dat ik dingen lees die me gelukkig maken. Ik heb later (hoop ik) nog genoeg tijd om te lezen over dood en verlies.”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Er moeten geen boeken geschreven worden, want hiermee zetten we schrijvers vast in een bepaald narratief. Door Half Leven te schrijven heb ik mij geschikt aan dat narratief en me er tegelijk van bevrijd want het voelde op momenten zeer verstikkend. Het idee dat ik een bepaald boek voor een bepaalde gemeenschap moest schrijven, blokkeerde me. Toen ik dat losliet ontstond Half Leven. Misschien zijn dat de boeken die geschreven moeten worden: de boeken die ontstaan wanneer de schrijver enkel voor zichzelf schrijft. Dit zijn vaak de meest authentieke verhalen omdat ze ontstaan vanuit een creatieve authenticiteit.”

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven?

“Na het overlijden van mijn moeder heb ik zowel in fictie als non-fictie een eerlijke vertelling over rouw, (intergenerationeel) trauma, de complexe band tussen moeder en dochter, jezelf na verlies (opnieuw) uitvinden erg gemist, dus besloot ik mijn eigen proces in fictieve vorm te documenteren.”

Heb je iets met feminisme (en wat)?

“De afgelopen jaren is er zo veel meer bewustwording over alle mogelijke vormen van ongelijkheid, dat je mijns inziens onmogelijk niet feministisch kunt zijn, maar dat zegt wellicht over mijn eigen standpunt en de bubbel waarin ik verkeer. Zowel in mijn werk als persoonlijke leven speelt feminisme een grote rol. Ik vind het streven naar en strijden voor gelijkheid voor ieder mens ongeacht komaf, lichaamstype, mentale en fysieke capabiliteit, geaardheid, sociaal-religieuze achtergrond het allerbelangrijkste op aard.”

Welk boek heeft jou gevormd?

“Ik kan onmogelijk één boek noemen, welke literatuur me wanneer raakt is zo context en levensfase a ankelijk.

Ik herlees Joan Didion, Maya Angelou en Deborah Levy regelmatig, schrijvers en boeken die me aan het denken en voelen zetten. En ik ben groot fan van Daan Borrel, hoe onderzoekend, eerlijk en poëtisch zij herkenbare en universele thema’s aanhaalt in haar werk vind ik inspirerend.”

Wat lees jij deze zomer?

“Ik spendeer mijn zomer in New York om te werken aan mijn nieuwe roman en heb alle boekhandels hier leeggekocht haha. Ik lees graag gedichten en Postcolonial Lovepoem van Natalie Diaz is mijn huidige favoriet. Met prachstrofes als: ‘I am doing my best to not become a museum / of myself. I am doing my best to breathe in and out. // I am begging: Let me be lonely but not invisible.’”

Welk boek moet er volgens jou nog geschreven worden en waarom?

“Er moeten nog véél meer boeken geschreven worden over thema’s die tot dusver niet of enkel op een eenzijdig, oppervlakkig of problematische wijze belicht worden. Zoals abortus. Dit thema speelt in mijn nieuwe roman een grote rol - ik wil hier over schrijven op een politiek én emotioneel gelaagde manier.”

This article is from: