De Greenkeeper 3 2019

Page 1

Jaargang 30 3 - 2019

Greenkeeper HET VAKBLAD VOOR GREENKEEPING

Gasthoofdredacteur André van der Woude

VAN ORANJE-ROOD NAAR ROOD Golfbaan Sluispolder klimaatproof mede dankzij Toro-materieel FORUM Green Deal is done deal

Straatgras onder controle:effectief meerjarig beleid

Verbod golfbanen beregening met grondwater team

in beeld

WATER OP DE BAAN






• ruim 450 merken op 125.000 m2 beursterrein • groot aanbod exposities én demonstraties van machines en gereedschappen • op centrale locatie, goed bereikbaar en dichtbij parkeren


062

Green Deal is done deal De kogel is door de kerk: ondanks een eerdere publicatie over vijf jaar uitstel komt er per 1 januari 2020 ‘gewoon’ een harde nullijn voor de Green Deal Sport. Uitzonderingen zijn onder strenge voorwaarden nog twee jaar mogelijk. Op een forum van de vakbladen Fieldmanager en Greenkeeper gingen enkele hoofdrolspelers uit de branche over dit onderwerp in discussie.

www.greenkeeper.nl

7


INHOUDELIJK

greenkeeper bladgreenkeeper

024 Over golfbanen met tien leden en elf greenkeepers Niet het land waar je meteen aan denkt voor een Greenkeeper en Fieldmanager of the Year-trip: Oekraïne. Oekraïne heeft ondanks de meer dan 45 miljoen inwoners slechts zes golfbanen en is op het gebied van voetbal niet meer de grootmacht die het ooit is geweest. Reden te meer om ennis te maken.

018 034

042

Droogte op de golfbaan

Hoe gaan we om met oppervlaktewateren?

In het gebied ten zuiden van Eindhoven tot aan de Belgische grens is er een te lage grond­ waterstand. Waterschap De Dommel, dat over het grondwaterpeil gaat, heeft in het voorjaar een onttrekkings­verbod uitgevaardigd voor boeren en sportveldbeheerders. Hoe gingen golfbanen om met dit verbod, en hoe kun je het tekort aan water opvangen?

Golfbanen zijn de mooiste plekken op aarde. Dat is niet vanzelfsprekend; er wordt veel tijd en aandacht aan besteed. Water is een element dat hierin een centrale rol speelt. Alles wat leeft, is ervan afhankelijk. Greenkeepers zijn meesters in beregenen, waterafvoer en water­ aanvoer, maar één wateraspect bezorgt veel greenkeepers hoofd­ brekens: hoe gaan we om met oppervlaktewateren?

058 Een kijkje in de keuken bij Barenbrug Het is al jaren een begrip in de golfwereld: de Barenbrug Golfdag. Vakblad Greenkeeper was aanwezig en maakte een sfeerreportage.

8

3/2019

050 Vragen of opmerkingen? Nino Stuivenberg Vakredacteur E: nino@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-33429078

Alberto Palsgraaf Uitgever E: alberto@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-20436728


Straatgras onder controle door effectief meerjarig beleid In de bossen rond Hoog Soeren, regio Apeldoorn, ligt de Veluwse Golf Club: een 9-holes baan die twintig hectare aan grond beslaat. De Veluwse GC is het werkterrein van hoofdgreenkeeper André van der Woude, die verkozen is tot Greenkeeper of the Year 2019. De prijswinnaar geeft ons voor de rubriek Team in Beeld een kijkje achter de schermen van de golfbaan. Wie zorgen er voor het baanonderhoud, wat doen ze anders dan anderen en op welke problemen stuit het team?

Van oranje-rood naar rood Eén van de oudste golfbanen in het noorden van Noord-Holland nam recentelijke een compleet nieuw machinepark af van Toro. Manager Renate Roeleveld verbindt de grote investering in meer dan tien machines direct aan hun masterplan golfbaanonderhoud.

VERDER 010 013 014 017 032 034 037 040 054 066

Kort nieuws

Nederlandse Grasgids als beste getest in Europa Langzaamwerkende mest­stoffen in de greenkeeping Hoofdredactioneel Kaderrichtlijn Water Droogte en droogteschade Beregening op de golfbaan Grassen waarop we kunnen vertrouwen in een hete zomer NGA nieuws Column: Greenkeepers, ga uit van je eigen kennis!

Trygve S. Aamlid NIBIO Noorwegen

MLSN: een andere kijk op de bemesting van greens Bij NIBIO Landvik [een onderzoeksinstituut in Noorwegen, red.] bemesten we al jaren volgens de richtlijnen van de meststoffen­ handleiding van STERF. De ervaringen zijn goed. De vraag is echter of dit altijd de meest economische en milieuvriendelijke bemesting is. Sommige van onze USGA-greens zijn beplant met 'GreenMix'-compost op de toplaag en deze greens bevatten significant meer fosfor dan greens waar USGA-zand is toegevoegd. Veel van onze fairway-proeven zijn gebouwd op oude plantaardige grond met extreem hoge fosforwaarden. Elders liggen de fairways soms op kleigrond met grote kaliumreserves. Is het in dergelijke gevallen niet beter om het meststoftype op basis van bodemanalyses te kiezen? Misschien wel. In deze uitgave van Greenkeeper kijken we daarom naar MLSN (Minimum level for sustainable nutrition): een concept voor milieuvriendelijke en duurzame bemesting van greens op golfbanen. Bijna duizend golfbanen in Noord-Amerika, Azië en Europa voldoen al aan deze norm en de Golf Environment Organisation (GEO) heeft zelfs voorgesteld om MLSN onderdeel te maken van het OnCourse-platform. Maar wat houdt MLSN-bemesting eigenlijk in, en hoe verhoudt deze meststofstandaard zich tot de precisie­ bemestingsrichtlijnen van STERF?

Lees verder op pagina 28

COLOFON Greenkeeper -een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt zes keer per jaar in een oplage van 1.750 exemplaren verspreid onder (hoofd)greenkeepers, baancommissarissen, managers en bestuurders van golfaccommodaties, toeleveringsbedrijven, overheden en individuele abonnees. REDACTIE & COMMERCIE NWST NeWSTories bv, Fransestraat 41, 6524 HT Nijmegen, T 024-3602454, F 024-3602464, www.vakbladdehovenier.nl HOOFDREDACTEUR Hein van Iersel (hein@nwst.nl) OPERATIONEELMANAGER Peter Jansen (peter@nwst.nl) REDACTEURS Guus van Rijswijk (guus@nwst.nl) Linde Kruese (linde@nwst.nl) Willemijn van Iersel (willemijn@nwst.nl) Nino Stuivenberg (nino@nwst.nl) VORMGEVING StudioBont Nijmegen ADVERTENTIES Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Rik Groenewegen (rik@nwst.nl) Jeroen Koebrugge (jeroen@nwst.nl) SALES SUPPORT Lieke van der Weijde (lieke@nwst.nl) ABONNEMENTEN € 84,- per jaar. De abonnementsperiode loopt tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke weder­ opzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Voor opgave van een nieuw abonnement belt u met (024) 360 24 54. Op alle abonnementen zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze vindt u op www.greenkeeper.nl/pages/11/abonneren ISSN: 2212-4314 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Greenkeeper c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveel­voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, foto-kopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Greenkeeper wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekst­bijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeld­materiaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatieen/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

www.greenkeeper.nl

9


Nieuwe putting green op Ockenburgh Oosthoek Groep heeft vorige maand een putting green aangelegd op golfbaan Ockenburgh in Den Haag. De nieuwe oefengreen ligt pal naast het clubhuis. In september 2018 werd op Ockenburgh een nieuw clubhuis geopend. De golfclub had de wens om bij dat nieuwe clubhuis ook een putting green aan te leggen. Als vaste onderhoudsaannemer op golfbaan Ockenburgh kreeg Oosthoek Groep deze taak toegekend. 'De green is inmiddels ingezaaid met struisgras en ook de beregening is geplaatst. Nu de mat dichtgegroeid is, kan erop gespeeld worden', vertelt Johan Oosthoek. Naast de putting green verzorgde Oosthoek ook de aanleg van een jeu-de-boulesbaan en is er een hardhouten trap aangebracht die het clubhuis en de putting green met elkaar verbindt. 'Nu we dit project afgerond hebben, is het terrein rond het nieuwe clubgebouw helemaal netjes', besluit Oosthoek.

Subsidie voor milieuvriendelijke sportvelden Drie bedrijven krijgen subsidie om hun innovatie voor milieuvriendelijke sportvelden verder uit te werken. Zij gaan nu aan de slag met een haalbaarheidsonderzoek. In april kondigde het ministerie een SBIR-call aan voor milieuvriendelijke sportvelden. Inmiddels zijn de winnaars bekendgemaakt van fase 1 van deze call: het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar de innovatie. De zeven winnaars krijgen hiervoor maximaal 50.000 euro budget per project. De einddatum voor de haalbaarheidsrapporten van deze onderzoeken is 21 oktober 2019. In november volgt dan de opdrachtverstrekking voor fase 2: het onderzoeks- en ontwikkelingstraject. Dit zijn de drie projecten: • Bayer: oplossing voor emelten en engerlingen • Grootgroener: sportveldenbeheer zonder chemie • Ramm: elektrische onkruidbestrij ding op sportvelden

Verbod op beregenen met oppervlaktewater Golfbanen in Midden-Nederland, Oost-Brabant en Limburg mogen tijdelijk niet beregenen met oppervlaktewater. De waterschappen Vallei en Veluwe, Aa en Maas en Limburg hebben namelijk alle drie een onttrekkingsverbod ingesteld. Door de droge zomer van 2018 is de stand van het grond- en oppervlaktewater op diverse

10

3/2019

Topgolf bij US Open op Pebble Beach De toppers uit de golfwereld speelden recent op Pebble Beach (Californië) tijdens het 119e US Open. Barenbrug heeft de eer om deze wereldberoemde links course van graszaden te voorzien. Jaarlijks worden er meer dan 62.000 rondes golf gespeeld op Pebble Beach. Daarbij is de verwachting dat dit jaar 275.000 toeschouwers het US Open zullen bezoeken. Met zoveel mensen is er natuurlijk behoefte aan geavanceerd gras dat zoveel betreding aankan. Het unieke Pebble Beach Blend van Barenbrug is met het oog daarop ontworpen. Het mengsel is gebaseerd op de jarenlange ervaring van Barenbrug in combinatie met de nieuwste kweekontwikkelingen. Micah Gould, productmanager bij Barenbrug, vertelt: 'Met een achtergrond in baanonderhoud begrijp plaatsen in Nederland erg laag. Met het instellen van een onttrekkingsverbod kunnen waterschappen meer water vasthouden om zo de grondwaterstanden weer aan te vullen. Zo willen zij acute schade in beken tegengaan en zorgen voor voldoende watervoorraad in de aanloop naar de zomer. Voor Vallei en Veluwe ging het verbod op het onttrekken van water uit sloten, beken en kanalen in op 5 juni. Waterschap Limburg stelde het verbod in op vrijdag 7 juni; het duurt tot uiterlijk 1 oktober. Het verbod betreft daar beregenen met water uit beken en sloten. Bij Waterschap Aa en Maas geldt een onttrekkingsverbod sinds 7 juni.

ik hoe het onderhoudsteam op Pebble Beach ieder jaar weer de beste omstandigheden weet te creëren voor de enorme hoeveelheid toernooien en gastronden. Het gaat om de combinatie tussen hoge verwachtingen en constante slijtage van het gras. Die uitdaging draagt bij aan ons enthousiasme bij het ontwerpen en testen van mengsels voor zo'n prominente klant.'

Golfbaan Bentwoud verbetert paden Op golfbaan Bentwoud heeft Aha de Man opdracht gekregen om de bestaande paden van de par 3/4-baan op te schonen en een nieuwe toplaag aan te brengen. De nieuwe toplaag bestaat uit kleischelpen en vervangt de huidige splitlaag op de paden. Vorig jaar is ruim 2.200 m1 pad voorzien van een nieuwe toplaag met kleischelpen, tot grote tevredenheid. Mede hierdoor was de keuze voor kleischelpen snel gemaakt. Deze worden met een padensleep en wieldumpers aangebracht en daarna verdicht.


NIEUWS

#TRENDING

NiB ScanPro voor onafhankelijke periodieke golfbaan inspecties inclusief onderhoudsadvies chemievrij beheer

CONFORM HANDBOEK KWALITEIT GOLFBANEN

Meest gelezen op greenkeeper.nl

Efteling Golfpark sluit deuren in 2034 Het Efteling Golfpark biedt vanaf 2034 geen golfactiviteiten meer aan. 'De exploitatie van het Efteling Golfpark past niet meer bij de nieuwe meerjarenvisie van de Efteling', luidt de verklaring.

vraag een Demo-versie aan Casper Paulussen +31 (0)6 579 46 413

Lees hier verder: www.greenkeeper.nl/article/29856/efteling-golfpark-sluit-deuren-in-2034

www.nibscanpro.com nibscanpro@gmail.com

Staatssecretaris beslist: chemie op sportvelden vanaf 2020 wettelijk verboden Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) heeft duidelijkheid gegeven over de Green Deal Sportvelden. Ze blijft erbij dat de nullijn per 1 januari 2020 het uitgangspunt is.

Lees hier verder: www.fieldmanager.nl/article/29946/staatssecretaris-beslist-chemie-op-sportveldenvanaf-2020-wettelijk-verboden

Nicolas de Schutter op het US Open Nicolas de Schutter, hoofdgreenkeeper op Golfclub Drie Eycken in het Belgische Edegem, werkte als vrijwilliger op het US Open 2019. Voor vakblad Greenkeeper deelde hij zijn ervaring in een aantal blogs.

Lees hier verder: www.greenkeeper.nl/article/30129/ L E A D I N G WAT E R S O LU T I O N S

www.smitsveldhoven.nl

blog-us-open-5-terugblik-op-eengeweldige-week

www.greenkeeper.nl

11


adviesbureau voor natuurbeheer en landschapsoptimalisering

GRIP OP GROEN

Maai - laadwagens

Het is weer tijd om in kaart te brengen wat voor planten en dieren op uw golfbaan leven. Om uw beheer optimaal te kunnen uitvoeren, is het belangrijk om te weten wat er allemaal op uw terrein aanwezig is. Wij inventariseren ora en fauna op uw terrein en leggen de koppeling naar de Wet natuurbescherming en het vergroten van de biodiversiteit.

en slangen Veeg-Haspels en verticuteermachines

+ 31 (0)577 40 80 80 info@schouten.ws www.schouten.ws

Meer informatie: www.nladviseurs.nl | info@nladviseurs.nl | 026-7851440

De Enk groen & golf... de Vernieuwers

G O L F O N D E R H O U D | 2.O De toekomst van golfonderhoud Golfbaanonderhoud van de toekomst_

een

drone

die

maait, meet en mest_ snel, stil

en

schoon_

idee

van

de Enk_ ver weg?_ dichterbij dan je denkt_ en als het zover

is_

is

de

Enk

de

eerste om ‘m te produceren en in te zetten_ intussen blijven nen

we

stevig

met op

onze de

be-

grond_

houden we die passie voor groen_ in

lopen

techniek_

we

voorop

blijven

we

gedreven in vakmanschap_ vandaag_ morgen _ altijd.

De vernieuwers van De Enk groen & golf Meer weten over de Vernieuwers? T:

0317-72 70 00 (Gerar d van der Werf)

www.deenkgroenengolf.nl info@deenkgroenengolf.nl


PLANTUM

Nederlandse Grasgids als beste getest in Europa Een natuurlijke, duurzame grasmat is gezond en veilig voor de gebruikers en ideaal voor het milieu! Door voortdurende innovatie bieden kweekbedrijven natuurlijke grasoplossingen die geschikt zijn voor verschillende toepas­ singsgebieden en omstandigheden. Om deze oplossingen te kunnen bieden, worden de rassen in Nederland streng getest op diverse eigenschappen onder lokale omstandig­heden. Een voorbeeld hiervan is de betredings­ tolerantie, die in het bijzonder in Nederland getest wordt met zware machines. Auteur: Jan van den Boom (Barenbrug), namens Plantum

Hoge betredingstolerantie en hoog herstellingsvermogen essentieel In sportland Nederland hebben grasmatten op sport- en recreatievelden het zwaar te verduren. Bij intensief gebruik is een hoge betredingstolerantie van cruciaal belang. Daarnaast speelt het herstellend vermogen van het gras een zeer belangrijke rol, want bij intensieve betreding ligt beschadiging van de grasmat op de loer, met onkruid tot gevolg. Gras dat gemakkelijk herstelt, zorgt snel voor een dichte zode, zodat onkruid geen schijn van kans krijgt. Daarnaast gaat een goed herstelvermogen gepaard met duurzaam sportbaanbeheer. Minder onkruid betekent minder gebruik van bestrijdingsmiddelen en dat is weer goed voor het milieu. Bij de basis blijven Europa kent veel klimatologische verschillen. Daarnaast hebben grassoorten verschillende eigenschappen, waardoor ze meer of juist minder geschikt zijn voor bepaalde toepassings­ gebieden én klimaatzones. Ook kent elk Europees land verschillende soorten ziektes. Omdat goede ziekteresistentie van de rassen van belang is, worden de grasrassen in de

'Wees je bewust van de verschillen in klimaat en de eigenschappen van grasrassen' Grasgids voor de Nederlandse klimatologische omstandigheden zwaar beproefd. Zo kunnen verrassingen in grasmatten voorkomen worden. Kortom: wees je bewust van de verschillen in klimaat en de eigenschappen van grasrassen en blijf bij de basis van de lokale omstandigheden, voor een gezonde, duurzame grasmat.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/29981/nederlandse-grasgids-als-beste-getest-in-europa

www.greenkeeper.nl

13


Werkingsmechanismen Twin

Langzaamwerkende mest­ stoffen in de greenkeeping Efficiënt en milieuvriendelijk omgaan met stikstof Over het gebruik van langzaamwerkende mest­ stoffen in de greenkeeping bestaan nog steeds heel wat misverstanden. Veel greenkeepers verwarren langzaamwerkende meststoffen met gecoate meststoffen. Beide types meststoffen werken echter op een totaal andere basis. Auteur: Paul Mertens (Compo) Mark Timmerman (Prograss)

Gecoate meststoffen bestaan uit snelwerkende meststofkorrels die omsloten zijn door een coating. Alle nutriënten moeten via diffusie door die coating heen naar buiten migreren, om voor de plant opneembaar te zijn. Hoe snel dat proces verloopt, is afhankelijk van de dikte van de coating; hoe dikker, hoe langzamer. Zo vind je producten op de markt met een werkingsduur van drie maanden, zes maanden enzovoort. Langzaamwerkende meststoffen werken op een totaal andere basis. In dit type meststoffen zijn één of meer langzaamwerkende stikstofbronnen geïntegreerd. Wanneer er over traagwerkende stikstofbronnen wordt gesproken, heeft men het over slechts drie verschillende stoffen: isobuty-

14

3/2019

lideendiureum (handelsnaam: IBDU of Isodur), crotonylideendiureum (handelsnaam: CDU of Crotodur) en ureumformaldehyde (UF of MU, diverse handelsnamen). In tegenstelling tot gecoate meststoffen, waarvan de nutriënten over de hele lijn langzaam worden vrijgesteld, zijn bij langzaamwerkende meststoffen alleen de in de formule opgenomen stikstofbronnen langzaamwerkend. De overige nutriënten hebben een normale werkingsduur. Een gemeenschappelijk kenmerk van de drie vermelde traagwerkende stikstofbronnen is dat zij allemaal ureumgroepen bevatten. Door afbraak van de trage stikstofbron via het microbiële bodemleven of door klassieke bodemafbraakprocessen worden de ureumgroepen vrijgesteld. Zij komen dan in de bodemoplossing terecht en worden door diverse micro-organismen (via een enzymatische reactie) omgezet in ammonium. Dat ammonium kan ofwel opgenomen worden door de planten, ofwel uitwisselbaar vastgehecht worden aan het kleihumuscomplex, ofwel verder omgezet worden naar nitraten. Ook die omzettingen verlopen via het microbiële bodemleven. De nitraten hechten zich niet aan het klei-humuscomplex, maar worden meegevoerd met de massastroming van de bodemvloeistof. Hiermee bedoelen we de richting waarin de bodemvloeistof beweegt. Onder droge omstandigheden zullen de (micro)

poriën de massastroming opwaarts voeren en de meegevoerde nitraten gemakkelijk tot bij de wortels brengen. Bij regen zal de massastroming de daarin opgeloste nitraten daarentegen neerwaarts voeren. Bij felle regen zullen deze nitraten diep in de bodem doordringen, buiten het bereik van de wortels; dit is de bekende door- en uitspoeling van nitraten. Wanneer grotere hoeveelheden nitraten worden gegeven dan door planten direct kunnen worden opgenomen, zullen zij aan dergelijke bewegingen van de bodemvloeistof onderworpen zijn en het risico lopen uit te spoelen. Het is daarom van groot belang om geen té grote hoeveelheden ammonium en/of nitraten per gift te bemesten. En precies daar ligt het grote belang van de langzaamwerkende stikstofbronnen. Zij zullen in de bodem een traag afbraakproces kennen, gespreid over meerdere maanden, waarbij na de vrijstelling van de ureumgroepen en de omzetting ervan naar ammonium, de nitraten steeds geleidelijk en in beperkte mate aan de planten worden aangeboden. We vermeldden reeds dat er ‘slechts’ drie langzaamwerkende stikstofbronnen in meststoffen geïncorporeerd worden. Maar in feite kan men de stikstofrijke, organische bronnen hier ook toe rekenen. Omdat de vrijstelling van stikstof vanuit deze organische stoffen echter té onvoorspelbaar is, laten we ze hier buiten beschouwing


4 min. leestijd

ACHTERGROND en beperken we ons tot isobutylideendiureum (IBDU), crotonylideendiureum (CDU) en ureumformaldehyde (UF). Ingewikkelde namen die hersenen en tong weleens doen struikelen! Belangrijk om weten is echter ook dat er tussen deze drie stoffen belangrijke verschillen te noteren vallen. Want alles start met de vraag: wat verstaan we onder de term ‘traagwerkende stikstofbron’? Algemeen gezien en internationaal aanvaard kunnen we stellen dat een traagwerkende stikstofbron haar afbraakproces kent – met een stelselmatige vrijstelling van ureumgroepen – gedurende een periode van twee tot vier maanden. Alles wat sneller gaat, rekent men niet meer tot de traagwerkende vormen; alles wat trager gaat, is uiteraard traagwerkend, maar de afbraak en dus de stikstofvrijstelling wordt té onvoorspelbaar. Om hierin orde te scheppen, deelt men de werkingsduren in fracties in: Fractie 1: is in koud water (< 20 °C) oplosbaar en kent een korte nawerking van enkele weken, vergelijkbaar met snelwerkende meststoffen Fractie 2: is in warm water (> 20 °C - < 100 °C) oplosbaar en kent een afbraakproces van 2-4 maanden Fractie 3: is in heet water (> 100 °C) onoplosbaar en kent een lang afbraakproces (de moeilijkste fracties zelfs vele maanden). Om traagwerkende meststoffen onderling te kunnen vergelijken, werd het begrip ‘activiteitsindex’ in het leven geroepen. De formule van de activiteitsindex (AI) is als volgt: Fractie 2 AI (%) = _____________________ x 100 (fractie 2 + fractie 3) Deze index geeft de graad van trage stikstofvrijstelling weer. Men mag alleen van een traagwerkende meststof spreken als de AI 40 % of meer is. Uiteraard, hoe hoger deze index is, hoe hoger de kwaliteit van het product is. De AI geeft dus niet de werkingsduur weer van de

Isodur molecule afbraak

trage N-bronnen, maar wel het percentage van de N-bronnen dat de gewenste, trage werking heeft! Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) hebben een activiteitsindex van ongeveer 98 %. Dat is de hoogste index op de markt! Vergelijk dat maar eens met bijvoorbeeld ureumformaldehyde (UF), dat een AI heeft tussen 50 en 70 %. De oorzaak van deze verschillen is te vinden in het productieproces. Bij de productie van ureumformaldehyde worden steeds de drie fracties geproduceerd (fractie 1, 2 en 3), waarbij de drie fracties zich elk ongeveer over een derde verdelen. Dat leidt tot een lagere activiteitsindex. Mocht bij een productierun elke fractie uit precies een derde bestaan en we passen de formule toe, dan zou de activiteitsindex dus 33,33/66,66 x 100 = 50 % zijn. Bij de productie van Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) wordt vrijwel uitsluitend fractie 2 gevormd en zijn de fracties 1 en 3 vrijwel afwezig. Vandaar de hoge activiteitsindex van deze stoffen. En dus zijn meststoffen die Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) bevatten betrouwbare en kwalitatief hoogstaande producten. Tussen Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) is echter nogmaals een groot onderscheid. Isodur (IBDU) wordt in de bodem via een klassiek bodemproces (nl. hydrolyse) afgebroken, met vrijstelling van de ureumgroepen. Dat proces is nog wel afhankelijk van de bodemvochtigheid, maar weinig of niet van de bodemtemperatuur (een minimale bodemtemperatuur van 5-7 °C is wél een vereiste). Vandaar dat Isodur (IBDU) ook bij een vroege toepassing reeds een goede werkzaamheid laat zien. Algemeen wordt de werkingsduur van Isodur (IBDU) geschat op drie maanden. Crotodur (CDU) daarentegen kent een microbiële afbraak en vraagt naast voldoende bodemvochtigheid ook een voldoende hoge bodemtemperatuur, namelijk deze waarin bacteriële activiteit mogelijk is. De vereiste minimale bodemtemperatuur is afhankelijk van het micro-organisme, maar algemeen mag gesteld worden dat deze 12 °C of hoger moet zijn, met dan een geschatte werkingsduur van drie à vier

maanden. Samengevat hebben Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) een verschillend afbraaksysteem, met een verschillend afbraaktijdstip en een verschillende werkingsduur, en dat alles met een bijzonder hoge activiteitsindex! Meststoffen die Isodur (IBDU) en Crotodur (CDU) bevatten zijn op het gebied van trage werking dan ook de meest kwaliteitsvolle op de markt. Laten we echter nog eens terugkeren naar de gecoate meststoffen. De momenteel gebruikte harssoorten zijn niet of nauwelijks bio-afbreekbaar. De velletjes van de lege, met hars gecoate korrels kunnen – weliswaar vrijwel onopgemerkt – bijzonder lang in de bodem achterblijven. De restanten van de traagwerkende stikstofvormen daarentegen worden door het bodemleven verder afgebroken, waardoor ze volledig uit het bodemsysteem verdwijnen.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30155/langzaamwerkende-meststoffen-in-de-greenkeeping

Crotodur ureumgroepen

Isodur molecule www.greenkeeper.nl

15


RIJD AL EEN JOHN DEERE COMPACT TRACTOR VOOR â‚Ź 9.999,-

FINANCIERING VANAF

0%

De 24,5pk sterke X940 is een kleine, veelzijdige diesel compact tractor. Nu verkrijgbaar met hefinrichting achter en aftakas voor â‚Ź 9.999,-. Voor meer informatie over deze tractoren of een van onze andere compact tractoren, neem contact op met een van onze dealers. * Getoonde afbeelding kan afwijken van de werkelijke uitvoering. Prijzen zijn exclusief BTW. Actie geldig tot 30 juli 2019.

Maaien op het hoogste niveau

The Mowing Company since 1951 De Roberine F5 klepelmaaier is een alleskunner. De klepelmaaier heeft een robuuste klepel met optimaal design voor een perfect maaibeeld. De Roberine F5 is breed inzetbaar van park tot sportpark, van berm tot waterkant. Daardoor heeft de machine een korte terugverdientijd. Meer weten? Stuur een mail naar sales@roberine.com of bel +31 (0)53 483 83 83. Goolkatenweg 65, Postbus 818, 7500 AV Enschede Tel.: +31 (0)53 483 83 83 | E-mail: sales@roberine.com


HOOFDREDACTIONEEL

Ik ben geen politicoloog en weet niet hoe de Haagse hazen lopen, maar de Golfalliantie heeft de situatie duidelijk totaal fout ingeschat

Green Deal-deksel op de neus Besluitvorming rondom Green Deal laat vooral zien hoe klein en onbetekenend sport- en golfsector zijn De deksel op de neus – dat gebeurde afgelopen vrijdag, toen de staatssecretaris naar buiten kwam met de resultaten van de Green Deal Sport. De Golfalliantie heeft klaarblijkelijk vreselijk voor haar beurt gesproken toen ze zei dat er nog ruimte zou zijn voor een overgangsperiode van vijf jaar. Die periode is teruggebracht naar twee jaar, en dit onder strengere voorwaarden. Wat is er gebeurd? Een paar weken geleden kwam de Golfalliantie (formeel NGF, NGA en NVG, maar de toon wordt vooral bepaald door de NGF) naar buiten met de uitkomsten van het Green Deal-overleg. Bewezen zou zijn dat de sector nog steeds afhankelijk is van chemie; zonder zou onmogelijk zijn. Daarom zou er op 1 januari 2020 een nieuwe overgangsperiode van vijf jaar ingaan, waarin de teugels steeds strakker zouden worden aangetrokken. Het overleg in de Tweede Kamer

De staatssecretaris roept dat ze zich wel kan voorstellen dat de Ajax Arena vol met weegbree niet acceptabel is moest weliswaar nog plaatsvinden, maar dat was een formaliteit. De werkelijkheid bleek anders: vijf jaar overgang werd twee jaar. Wat is hier nu gebeurd? Ik ben geen politicoloog en weet dus niet hoe de Haagse hazen lopen, maar het is wel duidelijk dat ook de Golfalliantie die kennis niet heeft en de situatie totaal fout heeft ingeschat. Dat is bitter en oneerlijk, want het lijkt erop dat de staatssecretaris wel geloof hecht aan

de ‘tegenstanders’, die via organisaties als VHG, Cumela en BSNC vooral in het kamp van de aannemers zijn te vinden. Deze partijen, die nu allemaal roepen dat beheer zonder chemie geen probleem is, heb ik de afgelopen jaren amper gehoord. Dit in tegenstelling tot de NGF en de Golfalliantie, die de Green Deal en chemievrij beheer zo’n beetje tot centraal beleid hebben gemaakt. Dat goede gedrag is niet beloond. Helaas, als het aan mij ligt. De manier waarop sport met chemie omgaat, is volgens mij zo slecht nog niet. En ik denk dat chemievrij beheer hoe dan ook zal leiden tot hogere kosten. De staatssecretaris roept dat ze zich wel kan voorstellen dat de Ajax Arena vol met weegbree niet acceptabel is. Het punt is echter dat dit soort onkruid daar niet te vinden is, maar juist een probleem is op normale sportvelden en fairways, zowel qua beheer als qua beheerskosten. Het is dus terecht dat iemand van de VSG roept dat er meer geld moet komen voor beheer. Ik weet niet of u de moeite heeft genomen om naar de video van de Kamercommissie te kijken waarin dit nieuws naar buiten kwam. Waarschijnlijk niet, want het is zware en vooral saaie kost, waaruit vooral blijkt dat golf en sport niets voorstellen en dat de aandacht als het om gewasbescherming gaat voor 99,9 procent naar de landbouw gaat. Met vriendelijk groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/29966/green-deal-deksel-op-de-neus

www.greenkeeper.nl

17


Harry Balster en hoofdgreenkeeper André van der Woude. Niet op de foto: Jan Brummel

Straatgras onder controle door effectief meerjarig beleid Een kijkje achter de schermen bij de Greenkeeper of the Year 2019 In de bossen rond Hoog Soeren, regio Apel­ doorn, ligt de Veluwse Golf Club: een 9-holes baan die twintig hectare aan grond beslaat. De Veluwse GC is het werkterrein van hoofdgreen­ keeper André van der Woude, die verkozen is tot Greenkeeper of the Year 2019. De prijswin­ naar geeft ons voor de rubriek Team in Beeld een kijkje achter de schermen van de golfbaan. Wie zorgen er voor het baanonderhoud, wat doen ze anders dan anderen en op welke pro­ blemen stuit het team? Auteur: Nino Stuivenberg

18

3/2019

Het is druk op de golfbaan als we begin mei het terrein van de Veluwse Golf Club op rijden: Dames 1 van de club speelt competitie. Hoofdgreenkeeper André van der Woude (44) heeft zijn ochtendwerkzaamheden er net op zitten en maakt tijd voor een rondleiding. Hij werkt sinds 2006 op de Veluwse – in maart vierde hij zijn twaalfenhalfjarig jubileum bij de club –, waarvan de laatste acht jaar als hoofdgreenkeeper. Zijn werk werd afgelopen jaar bekroond met de titel Greenkeeper of the Year 2019, een verkiezing van dit vakblad. Van der Woude kijkt er tevreden op terug: ‘De titel is een mooie erkenning, waarmee de club positief in het nieuws kwam. Maar ik doe het natuurlijk niet alleen; ook mijn collega’s voeren hun werkzaamheden goed uit.’ De kracht achter de hoofdgreenkeeper is zijn

team. Op de Veluwse bestaat het team – inclusief Van der Woude – uit drie greenkeepers; hij werkt samen met Harry Balster en Jan Brummel. Balster is inmiddels ruim vijf jaar in dienst bij de Veluwse, bij Brummel staat de teller op 45 dienstjaren. De kans is dan ook groot dat het team op korte termijn van samenstelling verandert. Brummel is immers de 65 jaar gepasseerd en gaat langzaam afbouwen, waardoor er een plaats vrijkomt voor een nieuwe kracht. ‘We zoeken een leerling die verder wil groeien in het greenkeepersvak’, legt Van der Woude uit. ‘Daarom gaan we opleidingen benaderen en kijken of zij een geschikte kracht voor ons hebben. Daarbij heeft een seizoenskracht de voorkeur, omdat we in de winter geen extra handen nodig hebben.’ Of de hoofdgreenkeeper zijn zin krijgt, is nog even afwachten en hangt mede


team in beeld 10 min. leestijd

De greens en tees hebben we handmatig bijgehouden. Op een gegeven moment zag de hele baan hier geel.’ Van de leden kreeg hij daar gelukkig weinig commentaar op; de spelers hadden er begrip voor. Elk nadeel heeft bovendien een voordeel: door de matige waterverdeling gedijt straatgras een stuk moeilijker.

Het clubhuis van de Veluwse Golf Club

af van de nieuwe baancommissaris. De termijn van Wim Telgen, de baancommissaris met wie Van der Woude goed heeft samengewerkt, is namelijk afgelopen. Alle hens aan dek Het valt op dat de Veluwse golfbaan er in mei goed bij ligt, ondanks de weersomstandigheden van de afgelopen twaalf maanden. Door de droogte van 2018 hebben veel golfbanen een zwaar jaar achter de rug. Bij banen die niet beschikken over een state of the art beregeningsinstallatie is dat misschien nog wel ietsje erger. De Veluwse valt ook in die categorie: er is geen fairwayberegening, en de beregening die er ligt, is al 25 jaar oud. Die situatie lijkt

op korte termijn niet te verbeteren. ‘Een paar jaar geleden hebben we wel wat offertes laten opstellen’, vertelt Van der Woude. ‘Maar als je een goed beregeningssysteem wilt aanleggen, ben je al gauw een ton kwijt. Voor een relatief kleine club als de onze [De Veluwse heeft zo’n 400 leden, red.] is dat heel veel geld.’ En dus was het alle hens aan dek toen de droogte vorig jaar de kop opstak. ‘De verdeling van de sproeiers is hier ook slecht, dus we moeten veel met de hand bewateren’, legt Van der Woude uit. ‘We zijn daar in juli mee begonnen; het was ontzettend arbeidsintensief. Daarom moesten we na een paar weken de handdoek in de ring gooien, als eerste bij de fairways.

Geen signaal In het najaar was er werk aan de winkel om de baan weer hersteld te krijgen. De Veluwse nam meerdere maatregelen: in oktober werd er doorgezaaid, later werd er kunstmest aan de bodem toegevoegd. Een noodgreep, want Van der Woude had tot dan toe al tien jaar geen kunstmest meer hoeven gebruiken. De Veluwse heeft zelf de machines om kunstmest te strooien. Desondanks koos Van der Woude voor iets nieuws: hij besteedde het werk uit aan De Enk, zodat zij hun precisiebemestingsconcept konden toepassen. Hij legt uit: ‘Als je zelf bemesting strooit, komt er altijd een deel in de bunkers of semirough terecht. Dat wil je liever niet. De Enk kan met gps tot op 1,5 meter nauwkeurig bemesten, dus dat wilde ik graag een keer proberen.’ Een succes werd die proef niet: de golfbaan ligt in de bossen op de Veluwe, dus was het gps-signaal te zwak. Het plan kon de prullenbak in. Spijt van de keuze heeft Van der Woude niet. ‘We hebben het in ieder geval geprobeerd; dat vind ik belangrijk. Als je niets probeert, ga je op termijn achteruit.’ Uiteindelijk pakten de maatregelen goed uit. Bij ons bezoek aan de baan vindt Van der Woude

‘Op een gegeven moment zag de hele baan hier geel’

De loods van de greenkeepers

www.greenkeeper.nl

19


Het uitzicht op hole 6, inclusief bunkers van Van der Vaart

dat de baan er goed bij ligt, gezien de middelen waarmee gewerkt wordt. ‘Het was onze redding dat we in juli meteen zijn begonnen met sproeien. Het herstel heeft lang geduurd. Zo zie je maar weer: geen jaar is hetzelfde.’ Helemaal tevreden is hij overigens niet. ‘Maar dat ben ik nooit. Je vindt altijd wel dingen aan de baan die beter kunnen.’ Masterplan Om de baan nog verder te verbeteren, heeft de Veluwse een masterplan laten opstellen door architect Michiel van der Vaart van Jol Golf Design. Het is een verademing voor de greenkeepers. Voor de komst van Van der Vaart was er een baanplancommissie op de club. De leden konden daarin zelf voorstellen doen om de baan aan te passen. Dat bezorgde de greenkeepers nogal eens kopzorgen, want de baan werd er niet altijd beter op. Een typisch voorbeeld is de aanplant van een rij jonge bomen langs hole 6. ‘Het eerste wat Michiel zei toen hij hier kwam: die moeten eruit!’, lacht Van der Woude. De samenwerking met Van der Vaart verloopt aanmerkelijk beter. De architect heeft verbeterpunten aangestipt voor elk van de negen holes. Elk jaar houdt de baan budget vrij voor een onderdeel uit het verbeterplan.

repair. Op hole 7 is aan de afwatering gewerkt en een bunker weggehaald. Bovendien wordt fijnbladig Engels raaigras ingezaaid, omdat dit goed tegen betreding kan. Een nieuwigheid, want Engels raaigras had de Veluwse eerder nooit gebruikt. ‘Op de Veluwe heb je veel heide; roodzwenk past daar goed bij. Toen onze adviseur voorstelde om Engels raaigras te gebruiken, moest ik daar wel even over nadenken. Uiteindelijk hebben we de keuze voor deze andere grassoort toch gemaakt, want het brengt ook voordelen mee. De druk van straatgras is lager en Engels raai heeft minder water nodig.’

Snel reageren De tees op de Veluwse bestaan uit veldbeemd en roodzwenk, de greens uit een combinatie van struisgras en roodzwenk. Alle grassen komen van Barenbrug. Straatgras zie je er nauwelijks, constateren we bij ons bezoek. ‘Het aandeel straatgras hebben we onder de twintig procent weten te krijgen’, vertelt Van der Woude. Dat heeft het team vooral te danken aan preventief beleid. De greenkeepers nemen tal van maatregelen. ‘We geven zo min mogelijk water, gebruiken geen fosfaatmeststoffen en proberen met frequent beluchten onze struisgrassen en roodzwenk te optimaliseren. Verder

Dit jaar wordt hole 7 gerenoveerd, waar een deel tijdelijk verklaard is tot ground under Hole 7 is tijdelijk verklaard tot ground under repair.

20

3/2019


team in beeld

Sproeien in juli bleek achteraf de redding

Misschien wel de belangrijkste machine in de loods, de Toro 3400 Triflex-greenmaaier

gebruiken we wetting agents en passen we suiker toe op de greens.’ Het gebruik van suiker lijkt wat curieus, geeft Van der Woude toe. ‘Maar ik meng het en kan het in dezelfde bewerking toepassen, dus het levert geen extra werk op. Een Engelse adviseur die we hier ooit hadden, zweerde erbij.’ Snel uitdrogen werkt het best tegen straatgras, stelt de hoofdgreenkeeper. ‘Straatgras is een taaie plant, die bestand is tegen betreding en kort maaien. Als het de kop opsteekt, moet je snel reageren.’ In het bloeiseizoen is dat uiteindelijk door te maaien. Van der Woude doet voorafgaand aan het maaien een extra bewerking: borstelen. ‘Straatgras gaat van zichzelf plat liggen, waardoor het lastiger te maaien is. Daarom borstelen we het gras omhoog, zodat we daarna de zaadkopjes eraf kunnen maaien. We maaien ook verticaal, maar korter maaien doen we niet.’ De bewerkingen samen zijn effectief; de Veluwse heeft het straatgras onder controle, vooral op de greens. Maar, voegt Van der Woude toe: ‘Het zal altijd een probleem blijven, ook als je honderd procent goede grassen hebt. Je blijft continu in gevecht met het straatgras.’ Van der Woude streeft naar greens die gemiddeld stimp 8 zijn. ‘Maar het belangrijkste is dat ze constant zijn, met een goede balrol.’ Voor

wedstrijden en toernooien, zoals de clubkampioenschappen en het nationaal militair kampioenschap, zijn de greens vaak wat sneller. De Veluwse heeft ongeveer acht keer per jaar zo’n wedstrijd. ‘Dan maak ik er echt kabinetswerk van’, vertelt de hoofdgreenkeeper. ‘We beginnen dan het weekend van tevoren met de voorbereidingen en spuiten bijvoorbeeld logo’s op de voorgreens. De golfers vinden dat mooi.’

we nog maar met één greenmaaier. De kooien kunnen we eenvoudig wisselen door het snelwisselsysteem; dat werkt super.’ Het nadeel: als de machine het begeeft, heb je geen reserve meer. Het team ondervond dat tijdens de paaswedstrijd in april. ‘Toen hebben we leverancier Bruntink gebeld. De accu bleek kapot te zijn. Met een accu uit een andere machine konden we toen verder werken.’

Extra beleving Goede machines zijn geen garantie voor goed onderhoud, maar ze dragen daar natuurlijk wel aan bij. De greenkeepers op de Veluwse hebben over middelen niet te klagen; het budget voor machines volstaat. De loods kleurt voornamelijk rood; de meeste maaimachines zijn van Toro. Na het gebruik worden de machines altijd schoongemaakt. Hoelang ze schoon blijven, is altijd maar de vraag: in de loods zitten namelijk nesten van boerenzwaluwen en zij laten nog weleens hun sporen na op de machines. Van der Woude zit er niet mee. In de loods is zelfs een inkeping gemaakt om het de vogels wat makkelijker te maken.

Dat de Veluwse over voldoende machines beschikt, betekent overigens niet dat deze zomaar overal worden ingezet. De hoofdgreenkeeper weegt het gebruik altijd af. ‘Dat heb ik geleerd van Eric Seijn, mijn leermeester toen ik nog in opleiding was. Hij zei altijd: alles wat je op het gras doet, geeft stress. Daarom gebruik ik de machines zo min mogelijk.’

De belangrijkste machine in de loods is de Toro 3400 Triflex-greenmaaier, waar het meeste werk mee gedaan wordt. Dit exemplaar werd in 2017 gekocht. ‘Voorheen hadden wij twee greenmaaiers, maar na deze aanschaf werken

Het is typerend voor de denkwijze van Van der Woude, die zich er goed van bewust is dat hij met en in de natuur werkt. De hoofdgreenkeeper, van oorsprong opgeleid in bosbouw en natuurbeheer, is een echte natuurliefhebber. ‘Als je hier in september ’s ochtends vroeg komt, is het doodstil en hoor je alleen de herten in de verte. Daar kan ik van genieten. We hebben zelfs tijden gehad dat de herten op de baan liepen; dan kwamen de golfers verbaasd naar mij toe. Natuurlijk laten die hun sporen na of richten ze schade aan, maar dat is de

www.greenkeeper.nl

21


Geel voor het nieuwe groen Grasvestiging verzekerd

Aquaco B.V. one stop shop in watertechniek

• Ontwerp • Engineering • Realisatie • Service en onderhoud

www.aquaco.nl

We make water work

Patented Technology

RPR: IJzersterk gras in hitte en droogte! Hitte- & droogtetolerantie Engels raaigras (1 = slecht, 10 = uitstekend) 9 7 5 3 1 Nieuwe generatie Engels raaigras

Oude generatie Engels raaigras

Bron: Landlab Research Centre - Italië

EEn uit Ervaring gEborEn idEE! ChEmiEvrij wEgEnondErhoud

Patented Technology

Voor meer informatie kijk op www.care4green.de of stuur een email aan vertrieb@care4green.de

www.barenbrug.nl/watermanager

of bel +49 175 52 333 90

De HK Golfhobel / Planierhobel is bedoeld voor het kosteneffectieve en slagvaardige onderhoud aan en de aanleg van watergebonden wegen, veldwegen, wandel- en fietspaden, wegen op golfbanen, strandpromenades en meer.


team in beeld

afweging die je moet maken. De extra beleving is geweldig. Dat soort dingen maken voor mij het vak.’ Ook dassen weten de baan te vinden en ook zij richten regelmatig schade aan. ‘Dat is frustrerend, maar helaas kunnen we er niets tegen doen.’ Natuur als uitgangspunt Sinds 2018 beschikt de Veluwse over Geocertificering. De weg naar die certificering was voor de golfclub niet lang. ‘We waren al voor negentig procent op de goede weg’, aldus Van der Woude. Het resterende werk zat vooral in het vastleggen van alle vereisten. De golfclub heeft daar een speciale commissie voor opgericht. Van der Woude was wel aanwezig bij de vergaderingen. De golfbaan is trots op de certificering. ‘Toen de gecommitteerde hier langskwam voor de keuring, was hij erg enthousiast. We zitten hier op de Veluwe ook in een van de mooiste gebieden van Nederland. Op geluid scoorden we goed en verder probeerden we al veel inheemse soorten te planten.’ Ook in het onderhoud laten de greenkeepers de natuur zoveel mogelijk het werk doen. Een echte jaarplanning is er niet; het jaar ervoor dient als referentie. ‘Het uitgangspunt bij ons onderhoud is altijd de natuur’, vertelt Van der Woude. ‘Als het hier lang droog is, ga ik bijvoorbeeld niet teveel kunstmatig bijsturen. Ik wacht zo lang mogelijk tot het gaat regenen. In het schema kan dan wel staan dat we wetting agents moeten spuiten, maar als het niet regent, heeft het geen enkele zin. We doen dat alleen als het kan. Voor bemesting geldt hetzelfde. Soms doe je dat eens in de drie weken, een andere keer zitten er zes weken tussen. Je moet constant blijven nadenken, maar dat is ook wat dit vak zo leuk maakt.’ Antistraatgras Over natuurlijk beheer gesproken: in ons gesprek ontkomen we uiteraard niet aan het

‘Op een andere baan verdien ik misschien meer, maar ik wil geen stress’

begrip Green Deal. De Veluwse is klaar voor de Green Deal 2020, denkt de hoofdgreenkeeper. ‘Wij zijn Green Deal-proof. Maar we blijven constant werken om ons niveau vast te houden; er is geen tijd om stil te zitten. In onze strategie ligt de nadruk nog meer op de bestrijding van straatgras. We passen de bemesting en beregening aan en zorgen voor meer licht op de baan.’ Vorig jaar had de golfbaan last van dollarspot en Fusarium. Tegen dollarspot wordt op de Veluwse niet gespoten, tegen Fusarium wel, al betwijfelt Van der Woude achteraf of dat zin had. ‘Die schimmel kwam op in het najaar; dan heb je geen herstel meer. Uiteindelijk hebben we niet eens alles gespoten, maar ook de nietbehandelde delen herstelden zich goed. Dus ik weet niet of het spuiten de doorslag gegeven heeft. Door de bodem en het gras zoveel mogelijk droog te houden, stopt het uiteindelijk vanzelf.’ Het team probeert verder preventief te werk te gaan als dat mogelijk is. ‘Bijvoorbeeld door altijd blad te blazen. Natuurlijk is dat arbeidsintensief, maar zo moet je werken. Wij zijn daarin best extreem. Als er hier sneeuw ligt, halen we dat van de greens af. Ik heb liever schade door het sneeuwschuiven dan door een schimmel, want dat herstelt een stuk sneller.’ Trots Alle werkzaamheden samen leveren een negenholesbaan op die er jaarrond mooi bij ligt. De golfbaan scoort op het online platform LeadingCourses gemiddeld een 7,8 en behoort daarmee tot de top tien van negenholesbanen in Nederland. Van der Woude werd in december bovendien gekozen tot Greenkeeper of the Year 2019. Hij kreeg veel positieve reacties. ‘Die aandacht doet je wel iets; het is leuk voor onze beroepsgroep. Als greenkeepers werken we vaak onregelmatig en in het weekend. Je bent al snel een manusje van alles en dat wordt weleens ondergewaardeerd. We mogen trots zijn op ons vak.’ Van der Woude is inmiddels ruim twaalfenhalf jaar in dienst bij de Veluwse. De hoofdgreenkeeper gaat nog iedere dag met plezier naar zijn werk. Een transfer naar een andere golfbaan zal er voor de Greenkeeper of the Year 2019 niet snel komen. ‘Ik heb geen ambitie om mij bij een grote golfbaan waar te maken. Op een andere baan verdien ik misschien meer, maar ik wil geen stress. Bij de Veluwse zit ik goed!’

Toro Reelmaster 5000

Machinelijst Toro 2GR 3400 Triflex Toro Groundsmaster 3500 Sidewinder Toro Reelmaster 5010-H fairwaymaaier Toro verticuteerunits Toro Hoverpro 400 John Deere 220 handgreenmaaier John Deere 1200A bunkerhark John Deere Gator CX John Deere Gator TE John Deere 3520 Antonio Carraro tractor Massey Ferguson MF1230 Tru Turf Roll’n Spike Dual Heid 48” Sisis/Veemo verticuteerder Sisis Maxislit Sisis Shattermaster Sisis Twin Play Redexim Vertidrain VD7316 Redexim Vertidrain VD7113 Epic Ball Picker Ty-Crop Quickpass 450 Amazone Grasshopper GHD 1500 Hardi Homburg veldspuit Tielburger VK17 Vicon kunstmeststrooier Sigma4 voorlader Lastec 521 Ransomes handmaaier Stihl kettingzagen Stihl bosmaaiers Stihl rugbladblazers KWH bladblazers

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30062/straatgrasonder-controle-door-effectief-meerjarig-beleid

www.greenkeeper.nl

23


Niet het land waar je meteen aan denkt voor een Greenkeeper en Fieldmanager of the Yeartrip: Oekraïne. Oekraïne heeft ondanks de meer dan 45 miljoen inwoners slechts zes golfbanen en is op het gebied van voetbal niet meer de grootmacht die het ooit is geweest. Reden te meer om kennis te maken. Auteur: Hein van Iersel

Over golfbanen met tien leden en elf greenkeepers Greenkeeper en Fieldmanager of the Year Van der Woude en Beltman op avontuur in Oekraïne Het is een goede gewoonte dat de ‘heersende’ Greenkeeper en Fieldmanager of the Year door sponsors ICL en Toro op studiereis worden gestuurd. Dit jaar viel de keus op Oekraïne. Onze gastheer ter plekke was Engo, toevallig importeur van beide merken in dit gigagrote land, vijftien keer zo groot als Nederland. Vraag een Nederland over Oekraïne, en bij de gemiddelde landgenoot – inclusief ondergetekende – zal een eerbiedige stilte vallen. Misschien herinneren mensen zich het grootste nucleaire ongeluk in de wereldgeschiedenis, Tsjernobyl, in 1986, heel misschien de Maidanrevolutie uit 2013 of de nog steeds voortdurende burgeroorlog die heeft geleid tot de ramp met de MH17. Die dramatische gebeurtenissen zijn in Oekraïne misschien niet direct merkbaar, maar blijken na wat vragen net onder de oppervlakte nog steeds een open zenuw te vormen. Op het Maidanplein, waarbij ons hotel is gevestigd, herinneren levensgrote portetten aan de slachtoffers van de Maidan-revolutie van 2013 en gids (Engo adviseur) Michael Zasukha vertelt hoe vrienden van hem vechten aan het front in Oost-Oekraïne, amper 800 kilometer van de hoofdstad. Aan dit front wordt bijna dagelijks strijd geleverd tussen door buurman Rusland

gesteunde rebellen en het Oekraïense regeringsleger. Zelfs op het gebied van golf heeft deze burgeroorlog zijn tol geëist. De mooiste golfbaan van het land zou te vinden zijn in het Donetsk-bekken, maar is op dit moment totaal vernield door bombardementen. Hoofdrolspelers De echte hoofdrolspelers van dit verhaal zijn natuurlijk Greenkeeper of the Year André van der Woude, van de kleine negenholesgolfbaan De Veluwsche Golfclub, en Erwin Beltman, Fieldmanager of the Year, werkzaam bij Feijenoord. Ze werden begeleid door de pro-

Verblijven van de greenkeepers

24

3/2019

duct- en salesmanager Benelux van ICL, Twan van Wijk, en ondergetekende. Het doel van de trip, die nu voor de derde keer heeft plaatsgevonden, is altijd hetzelfde: een combinatie van business and pleasure. Iets opsteken van hoe collega-grasidioten in andere landen het doen en de twee graskoningen nader kennis met elkaar laten maken. Het programma van de driedaagse trip was zoals gebruikelijk weer volgepropt. De afstanden in Oekraïne zijn stevig. Hoewel gids Mikhael bij iedere afstand stug volhoudt dat het ofwel twintig minuten of twintig kilometer ver is, iets

Laagjes spekkoek op Golf Stream


7 min. leestijd

ACHTERGROND wat onder ons al snel de running gag van de trip wordt. Verdeeld over sport en golf is de balans mooi verdeeld. We gaan naar twee voetballocaties: het olympisch stadion, dat als hoofdgebruiker Dynamo Kiev heeft, maar ook gebruikt wordt door het nationale elftal van Oekraïne, en de trainingsfaciliteiten van Shakhtar Donetsk, die even buiten Kiev in de bossen zijn gevestigd. De spelers van Shakhtar Donetsk wonen en trainen in Kiev, maar spelen hun thuiswedstrijden 500 kilometer verder in hometown Donetsk. Een beleefde vraag daarnaar wordt wat ontwijkend beantwoord, maar ook dit heeft waarschijnlijk te maken met de burgeroorlog. Verder behelst het bezoek op het gebied van golf: de 36-holesbaan Golf Stream en het veel kleinere Kozyn Golf.

tiek punt is wel de enorme ziektedruk wanneer de mat onder de sneeuw vandaan komt. Maxsim versnelt dat proces van opdooien door op het moment dat de dooi inzet de veldverwarming volle bak aan te zetten; dat betekent ongeveer 8 tot 10 graden. Juist de combinatie van de relatief warme condities onder het sneeuwdek en de isolatie van het dak zorgt voor ideale omstandigheden voor bijvoorbeeld Fusarium. Daarom wordt meteen nadat de sneeuw verdwenen is preventief een fungicide toegepast. Zo te zien heeft dat dit jaar goed uitgepakt; afgezien van wat waterafstotende plekken vertoont het veld geen ziekteplekken. Wat wel opvalt, is de enorm diepe donkergroene kleur van de baan. Ondergetekende denkt het alleen maar, maar greenkeeper André van der Woude zegt het boven in het stadion grappend hardop: ‘Het lijkt wel een kunstgrasveld.’ Natuurlijk is het geen kunstgrasveld, maar een 100 procent natuurlijk veld. De volgende logische gedachte is dat het veld extreem zwaar bemest wordt. Dat blijkt met 200 kg pure stikstof per jaar mee te vallen. Om het straatgras te pesten en de bloei van deze probleemplant te voorkomen, wordt wel Primo Maxx gebruikt. Dat resulteert in een compacte en keiharde grasplant met een bijna bronsgroene kleur. Daarnaast heeft Maxsim richting dry patch wat uitdagingen en was het goed dat Twan van Wijk van ICL kon aangeven H2Pro TriSmart (wat hij overigens al gebruikt) op de juiste dosering, bij late start 25 liter per Ha en vervolgapplicaties aan 10 liter per Ha toe te passen voor het beste resultaat.

430 hectare. De eigenlijke 36-holesgolfbaan beslaat daarvan ‘slechts’ 180 hectare. Golf Stream is op alle fronten een baan zoals wij die niet kennen. Hoofdgreenkeeper Oksana Gluza leidt ons anderhalf uur rond op ‘haar’ baan, die zij onderhoudt met een team van elf greenkeepers. Van dit elftal wordt verwacht dat zij keihard werken voor een salaris dat voor Nederlandse begrippen rondweg belachelijk is: zes- tot achthonderd euro per maand, en dat onder condities die voor Nederlandse begrippen die zo mogelijk nog ridiculer zijn. Bij de greenkeeperschuur staan een paar stalen bouwketen, waarin een aantal greenkeepers verblijven. Het machinepark is met name rood: stokoude, maar op het oog steeds goed werkende machines. Onze oligarch heeft geld genoeg om een baan in de lucht te houden, maar is ook zuinig genoeg om niet iedere paar jaar een nieuw pakket machines aan te schaffen. Het enige positieve aan deze machines is dat ze – voor zover wij dat kunnen beoordelen – heel goed onderhouden worden op het gebied van slijpen en dergelijke. In een aparte container is een complete slijpuitrusting te vinden. Zowel kooien als ondermessen worden op de eigen baan onderhouden, de fairwaykooien iedere week en de kooien voor de greens iedere drie weken. Geld uitgeven om de totaal versleten stoelen op eigenlijk alle machines te vervangen, is niet aan de orde.

Dynamo Vaste prik bij een trip van de Greenkeeper en Fieldmanager of the Year zijn de vele open armen waarmee je wordt ontvangen. Dat begint al bij onze gids en Engo-vertegenwoordiger Mikhael, die een halve week tijd heeft geïnvesteerd om ons rond te rijden, inclusief vervoer van en naar de luchthaven van Kiev. Op alle banen en clubs die we bezoeken, komt de hoofdgreenkeeper of head groundsman ons persoonlijk welkom heten. Zelfs als dat begroeten met handen en voeten gaat, want een zelfs maar gebrekkige beheersing van het Engels ontbreekt bij de meeste Oekraïners. Maxsim is de head groundsman van Dynamo Kiev en laat ons vol trots zijn hoofdveld zien. Die trots is volgens zijn Feijenoord-collega Beltman terecht, hoewel de omstandigheden en budgetten bij dit stadion, dat 73.000 personen kan herbergen, niet vergelijkbaar zijn met een top-BVO-club in Nederland. Ook klimatologisch gezien is fieldmanagement in Oekraïne een totaal ander verhaal dan in Nederland. Oekraïne heeft een landklimaat, dus head groundsman Maxsim ziet zijn veld gemiddeld anderhalve maand per jaar begraven onder een dik pakket sneeuw. De sterfte door die sneeuw valt volgens mee, volgens hem. Een kri-

Golf Stream Oekraïne is net als Rusland een land van oligarchen. Een heel kleine toplaag heeft onbeschoft veel geld en kan dit gebruiken voor exorbitante hobby’s, zoals de bouw van een golfbaan. De eerste golfbaan die wij bezoeken, is van zo’n oligarch, die zijn centjes heeft verdiend in de wapenhandel en ongeveer tien jaar geleden Stream Golf gebouwd heeft op een terrein van

Ook de vrouwelijke hoofdgreenkeeper Oksana Gluza ontvangt ons met open armen. En al snel is duidelijk hoe lastig het is om een baan van deze omvang te onderhouden in een land als Oekraïne. Er zijn geen collega’s met wie je kunt sparren. Zelfs een industrie die je van advies kan dienen, ontbreekt grotendeels. Ook geld om internationale beurzen te bezoeken en taalbeheersing om via e-mail met collega’s in het buitenland te communiceren, ontbreken. Golf Stream bestaat uit een ‘normale’ 18-holesbaan en een 18-holes-championship course. De

Erwin Beltman, Feyenoord

Twan van Wijk, ICL

André van der Woude, De Veluwse Golfclub www.greenkeeper.nl

25


ACHTERGROND

meeste aandacht gaat uit naar de championship course, hoewel ook de normale baan in uitzonderingsgevallen met de Toro triplex wordt gemaaid. Oksana Gluza is vooral benieuwd wat wij van haar greens vinden. Visueel ziet het er meer dan top uit: een dikke, dichte mat op beide banen. Door tijdsgebrek komt Oksana Gluza er niet aan toe verticaal te maaien of de groomer in te schakelen. Volgens Van der Woude scheelt dat minimaal een of twee punten snelheid op de stimp en zorgt dat er ook voor dat het witstruis beter kan opdrogen en daarmee gevoelig is voor ziekte-uitbraken. Een tweede belangrijk punt is de gelaagdheid van de toplaag. Vooral de toplaag van de gewone baan lijkt wel een spekkoek. Het antwoord hierop is intensief bezanden en beluchten, het laatste bij voorkeur met holle pennen, zodat je de grasmat openzet, lucht en daarmee bodemleven inbrengt en de omzetting op gang brengt die het teveel aan organisch materiaal afbreekt. Evengoed leiden de greens van zowel de normale als de championship course bij onze greenkeeper of the Year verschillende keren tot de verzuchting: ‘Wauw, wat een mooie greens. Visueel kun je hiermee Greenkeeper of the Year worden. Veel Nederlandse banen kunnen hier een voorbeeld aan nemen.’ Water Oksana Gluza wil niet alleen onze visie op haar greens; ook op andere gebieden is ze benieuwd naar onze mening. Ze heeft sinds enkele jaren problemen met het leidingnetwerk van haar beregening. Deze beregening is in 2006 aan-

26

3/2019

gelegd en bestaat uit een hoofdleidingnetwerk met een grotere diameter; dat is 20 centimeter en meer. Sinds enkele jaren heeft ze steeds meer last van lekkage. Wij discussiëren wat over dit probleem en als Oksana Gluza ons een aantal gelaste en weer uitgezaagde probleemkoppelingen laat zien die op de las compleet uitgebroken zijn, is de conclusie heel simpel dat het laswerk niet goed is gedaan. Oksana Gluza is met die conclusie niet echt geholpen. Er blijkt een conflict te sluimeren tussen de aannemer in kwestie en de golfbaaneigenaar en de hoofdgreenkeeper lijkt weinig opties te hebben om een en ander op te lossen. Training De tweede voetbalfaciliteit is het trainingscomplex van Shakhtar Donetsk in de bossen bij Kiev. Ons bezoek is al maanden geleden aangekondigd, maar vanwege een nieuwe trainer bij Shakhtar wordt alleen Fieldmanager of the Year Erwin Beltman toegelaten op de baan. Beltman komt na een klein uurtje terug, niet zwaar onder de indruk. De conditie van de velden is volgens Beltman goed, hoewel, het ene veld net met de Imants Fieldtopmaker is behandeld. De overige faciliteiten zijn volgens Beltman zwaar verouderd. Hij snapt niet dat een toch kapitaalkrachtige club hiermee akkoord gaat. Buffelen De temperatuur is al die hele dag ruim boven de dertig graden en ook al hoeven we zelf niet te werken, zulk weer put je uit. De Oekraïense

greenkeepers lijken daar minder last van te hebben dan de koele kaaskoppen uit Nederland. Dat is tenminste het eerste wat ons opvalt als we het terrein van de tweede golfbaan op rijden. Een team van zeven man is, hevig zwetend en in de volle zon bij meer dan 30 graden, een green aan het bezanden en beluchten. Eerst wordt voorgedroogd zand met de bats zo mooi mogelijk verspreid over de toplaag; daarna worden de greens belucht met een John Deere-walkbehindbeluchter, voorzien van solid tines. Tegelijk wordt met een rubber vloertrekker zand in de tien millimeter dikke gaten geveegd en getrokken. Het resultaat is dat er met veel hard werken en nog meer zweet drie tot vier greens per dag worden aangepakt. Voor Nederland is dit geen te kopiëren methode; het kost eenvoudig te veel arbeid. Van der Woude gelooft daarnaast niet in voorgedroogd zand. ‘Te duur’, is zijn mening. Alle bodemleven is totaal doodgemaakt, en voor de rest geldt natuurlijk dat het drogen van de dressgrond een kwestie van minuten is wanneer je onder goede omstandigheden belucht. Ecologie Kozyn wordt gepresenteerd als een soort ecologische baan. Dat wil zeggen dat de greens zijn gesitueerd in een moeras, waarvan het waterniveau misschien maar 50 centimeter onder de hoogte van de greens ligt. De greens zijn – daar zijn we het unaniem over eens – zo mogelijk nog mooier dan de greens van Golf Stream. Alleen de fairways blijven daar behoorlijk bij achter. Er staat bijna meer klaver, weegbree en overig onkruid dan gras. De niet al te spraakzame hoofdgreenkeeper Mikhailo Babelsky ziet daar het probleem overigens niet van in. Volgens hem hebben golfers daar geen moeite mee. Hoe dan ook, de gebrekkige kwaliteit van de fairways wordt meer dan goedgemaakt door de excellente greens. Ook daar zijn overigens wel opmerkingen over te maken. Het witstruis dat op Kozyn is toegepast, gedraagt zich onder de bijna tropische omstandigheden van de zomers in de Oekraïne uitermate agressief en veroorzaakt bovenmatig veel vilt. Van der Woude: ‘Goed dat ze zo intensief bezanden, maar volgens mij is het nog te weinig.’

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30157/over-golfbanen-met-tien-leden-en-elf-greenkeepers


ADVERTORIAL

Duurzaam golfbaanbeheer: zin of onzin? En wie moet je nu geloven?

Vilt en ongezonde bodem

Van oudsher worden golfbanen bemest met kunstmest. Helaas komt dit de bodemstructuur niet ten goede. Het gebruik van minerale voedingszouten levert gras op met veel lengtegroei, een laag gehalte aan droge stof en weinig zodevorming, geen goede opbouw van de bodemstructuur, maar verslemping en verdringing van bodemleven. Auteur: Ruud Snijders

Wat gebeurt er? Doordat het gras gedwongen onnatuurlijk groeit en erg kort wordt gemaaid (wat een energie- en suikertekort oplevert) én doordat de bodem zich hierdoor helemaal niet lekker voelt, krijgen ziekten en plagen een kans. Het gevolg is dat er meer onderhoudswerk, meer bestrijding en eerdere renovatie nodig is. Er ontstaat een negatieve spiraal: meer schimmels, meer spuiten, meer doorzaaien, nog meer kunstmest, nog slechtere bodem, nog meer schimmels, mos en vilt. Het bestrijden van deze plagen met ‘natuurlijke middelen’, die nu ineens overvloedig worden aangeboden, helpt niet als de oorzaak van de problemen niet wordt herkend en weggeno-

men. Duurzaam beheer: het uitstippelen van een goed beheerplan over meerdere jaren, het juist omgaan met de situatie ter plaatse en het herstel van een evenwichtig bodemecosysteem, levert een sterkere grasmat op. Het resultaat: een beter grasbestand en minder ziekten en plagen, onderhoud, renovaties, bestrijding en bezanden. Uiteindelijk leidt het zelfs tot een kostenbesparing, gekoppeld aan milieuwinst en een betere grasmat met een sterke imagoverbetering voor de sector (duurzaam beheer). Onze werkwijze Allereerst wordt de huidige situatie in kaart gebracht, de grond bemonsterd en wordt er een profiel gestoken. Indien daar aanleiding toe is, worden ook de verdichting en de hoeveelheid vilt gemeten. Aan de hand van deze gegevens kan een plan van aanpak worden opgesteld; immers: meten is weten. Tijdens het seizoen wordt de vinger aan de pols gehouden door regelmatig te monitoren en zo nodig bij te sturen. Het vilt wordt aangepakt, de bodem verbeterd en het gras wordt op de juiste wijze gevoed en verzorgd. Kennis en internationale samenwerking U heeft dus partners nodig met kennis over gras, bodem, ecosystemen en oorzaken van plagen. Innogreen heeft deze kennis ruim voorhanden en werkt nauw samen met Symbio UK, golfbaanspecialisten in duurzaam en natuurlijk beheer van golfbanen en voetbalvelden in

Groot-Brittannië en diverse andere Europese landen. Samen bundelen we onze kennis voor een duurzamer beheer en golfbanen van een betere kwaliteit, met significant minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Diverse golfbanen zijn al begonnen om hun kennis van deze methode op een hoger plan te brengen. De resultaten mogen er zijn. Innogreen heeft al sinds 2008 een duurzame visie op groen, die tot uiting komt in bodemkundig advies, organische meststoffen en biologische oplossingen tegen schadelijke schimmels en insecten. Wilt u het hele jaar een mooie, groene, bespeelbare en gezonde green? Wij gaan ervoor! Vrijblijvend advies … Durft u het aan? Neem dan contact op met Ruud Snijders. E-mail: snijders@innogreen.nl Telefoon: 06-10597243 www.innogreen.nl

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30064/duurzaamgolfbaanbeheer-zin-of-onzin-en-wie-moet-jenu-geloven

www.greenkeeper.nl

27


Bemesting met vloeibare meststof in experimenteel veld bij Landvik. Foto: Trygve S. Aamlid

Trygve S. Aamlid NIBIO Noorwegen

MLSN: een andere kijk op de bemesting van greens Kansen voor Nederlandse banen met nieuw bemestingsconcept Minimum level for sustainable nutrition (MLSN) is een concept voor milieuvriendelijke en duurzame bemesting van greens op golfbanen. Bijna duizend golfbanen in Noord-Amerika, Azië en Europa voldoen al aan deze norm en de Golf Environment Organisation (GEO) heeft zelfs voorgesteld om MLSN onderdeel te maken van het OnCourse-platform. Maar wat houdt MLSN-bemesting eigenlijk in, en hoe verhoudt deze meststofstandaard zich tot de precisie­ bemestingsrichtlijnen van STERF? Auteurs: Trygve S. Aamlid en Bert Sandell, NIBIO Noorwegen Vertaling: Nino Stuivenberg

28

3/2019

Geen verschil voor stikstof Wat betreft stikstof (N) is er geen verschil tussen de MLSN en de precisiebemestingsrichtlijnen. Beide concepten nemen het groeipotentieel en het groeiritme van verschillende grassoorten gedurende het jaar als uitgangspunt. Daarom moeten straatgras en witstruisgras meer worden bemest dan roodzwenkgras en kruipend struisgras. En alle soorten greens moeten in juni meer worden bemest dan vroeger of later in het seizoen, wanneer temperatuur en licht de groei belemmeren. Bij precisiebemesting moet er gedurende het groeiseizoen een constante stikstofconcentratie van 3,0-3,5% in de droge voedingsbodem zitten, en dat voldoet aan de eisen van MLSN. Bodemanalyse voor andere voedingsstoffen Het verschil tussen de twee bemestingsnormen zit in de visie op bodemanalyses. In de landbouw worden bodemanalyses voor pH, fosfor (P), kalium (K) en magnesium (Mg) – en in sommige gevallen andere voedingsstoffen – beschouwd als een belangrijk hulpmiddel

bij het kiezen van het juiste meststoftype voor verschillende bodems en grondsoorten. Toen de precisiebemestingsrichtlijnen tien à twaalf jaar geleden gelanceerd werden, waren er veel greenkeepers die vonden dat je altijd hetzelfde meststoftype moet gebruiken, ongeacht het seizoen en de bodem. Volgens Ericsson et al. (2015) moet de verhouding van de macronutriënten N, P, K, Mg, Ca en S in deze meststof 100:14:65:6:7:9 zijn, wat ruwweg de relatie weergeeft tussen dezelfde stoffen in de wortels van de plant. De ideale meststof bevat ook alle micronutriënten in de juiste concentratie. Bij NIBIO Landvik [een onderzoeksinstituut in Noorwegen, red.] bemesten we al jaren volgens de richtlijnen van de meststoffenhandleiding van STERF. De ervaringen zijn goed. De vraag is echter of dit altijd de meest economische en milieuvriendelijke bemesting is. Sommige van onze USGA-greens zijn beplant met ‘GreenMix’compost op de toplaag en deze greens bevatten significant meer fosfor dan greens waar USGA-zand is toegevoegd. Veel van onze fair-


6 min. leestijd

ACHTERGROND way-proeven zijn gebouwd op oude plantaardige grond met extreem hoge fosforwaarden. Elders liggen de fairways soms op kleigrond met grote kaliumreserves. Is het in dergelijke gevallen niet beter om het meststoftype op basis van bodemanalyses te kiezen? Normen voor landbouwmeststof: sufficiency level of available nutrients (SLAN) Veel Scandinavische meststoffabrikanten bieden bodemanalyses aan op basis van verschillende analysemethoden. Deze methoden zijn vaak niet openbaar en daarom is een neutrale beoordeling moeilijk.

Het verschil tussen de twee bemestings­ normen zit in de visie op bodem­ analyses

De traditionele Amerikaanse normen worden het sufficiency level of available nutrients (SLAN) genoemd. Deze normen zijn gebaseerd op Mehlich (3)-extract (Carrow et al. 2004a, b). Dit is een krachtige extractiemethode die meestal hogere aantallen geeft voor P, K en Mg dan AL-extractie, die wordt gebruikt in Noorwegen en Zweden. Voor gemeenschappelijke grond kunnen Mehlich (3)-P-waarden worden omgezet in P-AL door vergelijking: • P-AL (mg/kg) = 0,68 x Mehlich (3) (mg/kg) - 0,05) (Bechmann et al. 2005) Maar het is onduidelijk hoe geschikt deze vergelijking is voor greens op basis van zand. De Amerikaanse SLAN-normen zijn ontwikkeld op basis van landbouwproeven. De Amerikaanse golfindustrie heeft herhaaldelijk opgeroepen om de normen aan te passen aan groeibodems op basis van zand, maar daar is

uitgebreid onderzoek voor nodig. In plaats van te wachten op dergelijk onderzoek, kozen de onderzoekers achter MLSN voor een andere aanpak: ze ontwikkelden nieuwe normen op basis van reeds geanalyseerde bodemmonsters van golfbanen in de VS en Azië (Woods et al. 2014, 2016). Hoe zijn de MLSN-normen berekend? De originele dataset bevatte meer dan 16.000 bodemmonsters, waarvan 3683 monsters werden geselecteerd op basis van de volgende criteria: 1. Alle monsters moesten afkomstig zijn van greens, fairways en voetbalvelden met good looking turf. Dat wil zeggen: geen zichtbare probleemgebieden in het gras en geen gebieden met tekorten. 2. De pH moest tussen 5,5 en 8,5 liggen, in een relatief ruime marge rond het neutrale punt pH 7,0. Dit is exclusief grond met risico op aluminiumvergiftiging of natriumvergiftiging. 3. Het kationenuitwisselingsvermogen (de CEC) in de bodem moest lager zijn dan 6 cmol (+)/kg grond. De CEC is een maat voor de hoeveelheid voedingsstoffen, vooral kationen (positief geladen ionen), die de grond kan bevatten. Op greens op basis van zand is de CEC zelden boven 6 cmol (+)/kg grond, maar op (oudere) push-upgreens en fairways op natuurlijke bodem zal de CEC vaak hoger zijn. Door dit criterium zijn niet alleen de meest voedzame bodems inbegrepen in het analysemateriaal, maar ook die met het grootste risico op een nutriëntentekort. Het argument hiervoor: als de MLSN-normen voldoende bemesting op dergelijke bodems bieden, zullen ze ook voldoende zijn voor nutriëntrijke grond met een grotere buffercapaciteit.

Figuur 1 laat zien hoe de 3683 bodemmonsters worden verdeeld met betrekking tot het gehalte aan P, K en Mg. Ruim de helft van de monsters bevatte minder dan de SLANgrenswaarden en zou dus extra behoefte aan deze voedingsstoffen hebben, ondanks het feit dat het gras al een uitstekende kwaliteit had. Hier hebben de ontwikkelaars van MLSN een gewaagde beslissing genomen: de gedefinieerde grenswaarde – de kans dat een willekeurig monster uit de dataset onder de limiet zou liggen – was relatief hoog met 10%. De MLSN-normen zijn daarom niet met experimenten ontwikkeld, maar met de verzameling good looking turf. Tabel 1 laat zien dat de MLSNnormen voor P, K en Mg 60 tot 70% lager zijn dan de oude SLAN-normen.

De MLSN-normen zijn niet met experimenten ontwikkeld Tabel 1. De oude Amerikaanse SLAN-limieten en de nieuwe MLSN-grenswaarden (mg/kg bodem) voor fosfor, kalium en magnesium SLAN MLSN P 55 21 K 117 37 Mg 121 47

www.greenkeeper.nl

29


Het beste watermanagement programma! Al 10 jaar het meest toegepaste product op golfbanen.

Verkrijgbaar bij: Greenmix, Rob Hoekstra: Mertens BV, Peter Bartels: Voor meer informatie:

06 45 07 22 46 06 22 77 81 59 06 53 15 77 99

steden

parken

sportvelden

Bunkerzand hoekig ✓ Stabiel in droge perioden ✓ Golfbal en golfer zakken niet in ✓ Minder last van uitgespoelde bunkers ✓ Minder onderhoud ✓ Ideaal voor golfer én greenkeeper

Heicom is producent van bodemverbeterende producten. Het is onze missie om steden, parken en sportvelden écht groen te houden, door de kwaliteit van de bodem te verbeteren en de natuur in haar kracht te zetten. www.heicom.nl


ACHTERGROND bemestingsrichtlijnen. MLSN geeft daarentegen iets lagere percentages aan, namelijk 12,5% voor P, 50% voor K en 5% voor Mg (Woods et al. 2014). In bovenstaand kader zijn b) en c) de lijnen die SPF-meststof en MLSN-meststof scheiden, namelijk een correctie voor het gehalte van de relevante plantenvoedingsstof in de bodem. Ervan uitgaande dat de grondmonsters worden genomen tot een diepte van 15 cm, overeenkomend met de ontwikkeling van de graswortel, en dat de grond een volumegewicht van 1,4 kg/dm3 heeft, kan het gehalte van een bepaalde voedingsstof in gram per m2 grasoppervlak worden berekend als: analysewaarde (mg/kg grond) x 210 kg grond/m2. Bij het analysegetal 50 mg K/kg grond is de reserve bijvoorbeeld: 50 mg/kg bodem x 210 kg bodem/m2 = 10500 mg K/m2 = 10,5 g K/m2.

Figuur 1. Verdeling van 3683 bodemmonsters van golfbanen op basis van het gehalte aan P, K en Mg in bodemmonsters. De verticale rode en blauwe lijnen tonen respectievelijk de grenswaarden voor MLSN en SLAN (Woods et al. 2016). Hoe worden de MLSN-waarden gebruikt om de meststofbehoefte te berekenen? Bij het vaststellen van een grenswaarde voor de plantenvoedingsstof in de bodem, is het doel dat de hoeveelheid van deze stof nooit beneden de veiligheidsmarge valt. De hoeveelheid voedingsstof die in bemesting moet worden aangevoerd, kan worden berekend als:

Onderzoek in Nederland Voor Amerikaanse en andere golfbanen die gewend zijn te bemesten volgens de landbouw-SLAN-normen, is MLSN een belangrijke stap naar zuinigere en milieuvriendelijkere bemesting. Voor Noord-Europese banen die de precisiebemestingsrichtlijnen van STERF al toepassen, is het verschil kleiner. Maar ook hier zijn waarschijnlijk veel banen die zowel geld kunnen besparen als het milieu kunnen ontzien door het gehalte P, K en Mg in de bemesting met kunstmest te verminderen op basis van bodemanalyses. Voor Scandinavische golfbanen die een GEOcertificering willen, is het nog steeds moeilijk om MLSN te implementeren, mits deze

+ -

a) wat wordt opgenomen door het gras en afgevoerd in het gras b) noodzakelijke reserve in de grond als de groei stopt (= MLSN-waarde) c) gehalte van de grond bij het begin van de groei

=

moet in meststoffen worden toegevoegd

Voor regel a) gaat MLSN ervan uit dat grasgroei voornamelijk wordt beheerst door N en dat de weggelaten hoeveelheid van de andere voedingsstoffen dus kan worden berekend als een vast percentage van toegepaste N. Dit werkt op dezelfde manier als in de precisie-

lijnen, SLAN en MLSN, en proberen we ook een verband te vinden tussen bodemanalyses voor P na Mehlich (3) en AL-extractie. Ook in Nederland vindt zo’n onderzoek plaats, namelijk op golfbaan Princenbosch. Bij deze praktijkvalidatie wordt samengewerkt door Koert Donkers (baanmanager), Erik-Jan Beenackers (eigenaar van de golfbaan) en Niels Dokkuma (agronoom NGF).

Bronnen Bechmann, M., T. Krogstad & A.N. Sharpley 2005. A phosphorus index for Norway. Acta Agriculturae Scandinavica 55: 205-213. Carrow, R. N., L. Stowell, W. Gelernter, S. Davis, R.R. Duncan & J. Skorulski 2004. Clarifying soil testing: II. Choosing SLAN extractants for macronutrients. Golf Course Management 72(1): 189-193 Carrow, R. N., L. Stowell, W. Gelernter, S. Davis, R.R. Duncan & J. Skorulski 2004. Clarifying soil testing: III. SLAN sufficiency ranges and recommendations. Golf Course Management 72(1): 194–198. Ericsson, T., K. Blombäck & A. Kvalbein 2015. Precision fertilization – from theory to practice. Handbok. http://www.sterf. org/sv/library/handbooks/fertilisation Woods, M.S., L.J. Stowell & W.D. Gelernter 2014. Just what the grass requires. Using minimum levels for sustainable nutrition. Golf Course Management 82(1): 132-136, 138. Woods, M.S., L.J. Stowell & W.D. Gelernter 2016. Minimum soil nutrient guidelines for turfgrass developed from Mehlich(3) soil test results. Peerj Preprints. https://doi. org/10.7287/peerj.preprints.2144v1

standaarden gebaseerd zijn op Mehlich (3)-extractie, niet op AL-extractie. In het STERF-project SUSPHOS wordt de bemesting met fosfor op greens onderzocht volgens de normen voor de precisiebemestingsricht-

Be social www.greenkeeper.nl/article/ 30086/mlsn-een-andere-kijk-op-de-bemestingvan-greens

www.greenkeeper.nl

31


Kaderrichtlijn Water: de volgende uitdaging voor beheerders Verandert gebruik van meststoffen straks door Europese regelgeving?

In Nederland treedt uiterlijk in 2027 de Kaderrichtlijn Water in werking. De Kaderrichtlijn Water stelt strenge eisen aan de kwaliteit van Europees oppervlakte- en grondwater. Zo mag de hoeveelheid nitraten in oppervlakte- en grondwater niet hoger zijn dan 50 mg per liter. Aangezien nitraatzouten een belangrijk ingrediënt van meststoffen zijn, treft de Kaderrichtlijn ook beheerders van sportvelden en golfbanen. Zij zullen de uitspoeling van meststoffen moeten beperken. In de wandelgangen wordt deze Europese regelgeving al gezien als de volgende uitdaging voor fieldmanagers en greenkeepers na de Green Deal, maar er is nog veel onduidelijkheid. Auteur: Nino Stuivenberg

De Kaderrichtlijn Water wordt – na de Green Deal – de volgende grote uitdaging voor beheerders.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30158/kaderrichtlijn-water-de-volgende-uitdaging-voorbeheerders

32

3/2019


SPECIAL Dit zijn relatief dure oplossingen. De tweede optie is zorgen dat je voor natuurgrasvelden meststoffen gebruikt die niet uitspoelen. Dan kom je algauw uit bij biologische meststoffen, en dan komt ook weer de kennis van de Bart van Kollenburg, Vos Capelle: ‘Om de kans op uitspoeling te verkleinen, moet je gewoon niet teveel strooien’ ‘Water wordt een belangrijk issue voor de sector. Naast kwaliteit is ook kwantiteit belangrijk. Denk maar aan de beregeningsverboden. Diverse mineralen en met name stikstof zijn gevoelig voor uitspoeling. De makkelijkste weg is gewoon minder strooien. Als je exact die voeding geeft die de grasplant nodig heeft, ben je al een heel eind. Een recente BSNC richtlijn leert dat meer dan 150 kg zuivere stikstof p/ha moet worden vermeden. Eurofins heeft haar adviezen al aangepast. Eén van die criteria van duurzaam inkopen is dat de noodzaak van bemesting moet worden aangetoond via een recente bodemanalyse. Dat kan een analyse zijn van bijvoorbeeld Eurofins of KIWA ISA-Sport. Helaas worden in de adviezen van Kiwa ISA hoofdzakelijk uitspoelingsgevoelige, meststoffen als KAS geadviseerd.

Meer dan 150 kilo moet worden vermeden Er zijn meststoffen die veel minder uitspoeling geven; denk hierbij aan gecoate, organominerale of organische meststoffen, maar ook aan meststoffen met traagwerkende stikstofbronnen. Daarnaast zijn toevoegingen aan meststoffen die de opname van elementen verbeteren of wortelvorming stimuleren, een interessante optie uitspoeling te verminderen.'

Jan Vrij, AH Vrij: ‘De Kaderrichtlijn Water heeft wellicht zelfs meer impact dan de Green Deal’ ‘Na de Green Deal Sportvelden voor het verbod op gewasbeschermingsmiddelen wordt de Kaderrichtlijn Water (KRW) de volgende uitdaging. Deze uitdaging misschien wel meer impact dan de Green Deal. Het zou goed zijn om daar ook een Green Deal voor af te sluiten met het ministerie. De KRW geeft aan dat je geen of heel weinig uitspoeling van nitraten mag hebben. Hier zijn volgens mij twee opties voor. Optie één is de bodem afschermen en het water opvangen en hergebruiken; dan krijg je een constructie zoals bij de Arena of het vroegere Cellsysteem.

Twan van Wijk, ICL: ‘Wij zien in de Kaderrichtlijn geen echte uitdaging’ ‘Wij van ICL Specialty Fertilizers denken dat dit geen echte uitdaging is. Bemesting op maat is namelijk de basis van onze business. Het doel is om te bemesten zonder het milieu te belasten. Vandaar de enorme mogelijkheden van onze technologieën voor de toekomst, variërend van omhulde (gecoate) meststoffen via traagwerkende tot zelfs vloeibare meststoffen, waarvan heel wat met biostimulanten, en niet te vergeten onze verschillende wetting agents. Begin jaren negentig vonden we het al heel belangrijk om de

Dan kom je al gauw bij biologische middelen fieldmanagers en greenkeepers om de hoek kijken. Bij kunstgrasvelden worden geen meststoffen gebruikt, maar wel vaak middelen voor het bestrijden van algen. Kortom: de kennis van de fieldmanagers en greenkeepers wordt steeds belangrijker in de toekomst.’

juiste informatie te verstreken, gebaseerd op feiten en niet op gevoelens. Het boekwerk The Clean Benefits of Controlled Release Fertilizers was een (saaie) opsomming van de wereldwijde proeven en ervaringen met onze technologie. Milieu, duurzaamheid en het verminderen van uitspoeling waren nog geen hot issues in die periode, maar wel voor ons. De resultaten van toen zijn nog altijd relevant en worden jaarlijks aangevuld met resultaten van verschillende onafhankelijke proefstations. We mogen gerust stellen dat er veel meer goede dan minder goede voorbeelden te vinden zijn in onze sector. Natuurlijk is het gemakkelijk telkens te wijzen naar het onderhoud van de greens, maar een golfterrein is meer dan alleen de greens. '

Bemesting op maat is namelijk de basis van onze business www.greenkeeper.nl

33


Droogte op de golfbaan Waterschap verbood golfbanen twee maanden lang te beregenen met grondwater In het gebied ten zuiden van Eindhoven tot aan de Belgische grens is er een te lage grondwaterstand. Dit is de nawee van de droogte van vorig jaar. Waterschap De Dommel, dat over het grondwaterpeil gaat, heeft in het voorjaar een onttrekkingsverbod uitgevaardigd voor boeren en sportveldbeheerders. Hoe gingen golfbanen om met dit verbod, en hoe kun je het tekort aan water opvangen? Wij vroegen het aan Smits Veldhoven, gespecialiseerd in totaaloplossingen voor verschillende typen beregening. Auteur: Frank Blaauboer

34

3/2019


4 min. leestijd

SPECIAL ‘Waterschap De Dommel heeft een onttrekkingsverbod van grondwater voor grasland ingevoerd voor het gebied ten zuiden van Eindhoven tot de Belgische grens. Agrarische ondernemers en grondeigenaren mogen hun grasland van 1 april tot 1 juni niet beregenen met grondwater. De grondwaterstand is in het stroomgebied van de Dommel afhankelijk van de hoeveelheid regen. Na de droogte in 2018 is er te weinig regen gevallen om op de hoge zandgronden de grondwaterstand voldoende aan te vullen. Extra waterinlaat uit grote rivieren zoals bij onze buurwaterschappen is nauwelijks mogelijk’, aldus waterschap De Dommel, die dit op 2 april 2019 publiceerde op zijn website. Het is opvallend dat dit verbod was uitgevaardigd in een zeer beperkt gebied. Hoewel het lastig was voor sommige eigenaren van golfbanen, ging het slechts om een beperkte periode. In die twee maanden moest het grondwaterpeil verder stijgen. Besloten vijver Wij spraken met Jan Coppens, senior salesmanager bij Smits BV in Veldhoven, expert in beregeningsinstallaties voor golfbanen. Zijn bedrijf heeft verschillende golfbanen in dit gebied van een beregeningsinstallatie voorzien. ‘Een golfbaan wordt als grasland gezien. Daardoor valt dit soort sportvelden onder hetzelfde regime als grasland van boeren’, vertelt Jan Coppens. ‘In 2014 is dat al zo beslist. Daar hebben we toen tevergeefs tegen geageerd. Een kweker van graszoden voor sportvelden mag die wel beregenen, maar als de zoden eenmaal zijn geleverd en aangelegd, mogen ze niet meer worden beregend. Dat is natuurlijk raar.’ Of er op een golfbaan beregend wordt of niet, is de beslissing van de eigenaar van de golfbaan. Smits heeft daar als leverancier en installateur van de beregeningsinstallatie niets over te zeggen. Toch heeft Coppens wel degelijk een mening. Als de golfbaan een eigen vijver heeft waaruit de beregeningsinstallatie water kan putten, is dat een oplossing. Het gaat dan om een besloten vijver, die in de winter gevuld wordt met hemelwater en niet is aangesloten op sloten of grondwater. Over afgesloten, eigen water heeft het waterschap geen zeggenschap. Vijvers die zijn aangesloten op een sloot van het waterschap, vallen onder het beheer van het waterschap. Het onttrekkingsverbod heeft te maken met de lage grondwaterstand. Dat was nu alleen het geval in het BovenDommelgebied. Aan waterschap De Dommel grenst waterschap Aa en Maas. Daar mag,

binnen de regels, wel beregend worden met grondwater. Coppens: ‘We hebben ook een paar klanten die met het ene been onder het regime van het ene waterschap vallen en met het andere been onder het andere.’ 240 kuub per dag ‘Wij hebben altijd gezegd dat elke golfbaan minstens 10 kubieke meter water per uur mag onttrekken, zoals elke burger dat mag. Maar in het Boven-Bommelgebied heeft het waterschap dat recht ook de burgers tijdelijk ontnomen. Dan heb je een probleem. Normaal gesproken mag je 24 uur per dag 10 kuub per uur onttrekken; dat is 240 kuub per dag. Daar heeft elke golfbaan genoeg aan om zijn greens en tees te beregenen. Dit voorjaar mocht dat dus niet in genoemd gebied.’ Smits Veldhoven legt alleen de installaties aan. Hoe greenkeepers daarna met de installatie omgaan, is aan hen en niet aan de bouwer. Er is voor greenkeepers geen alternatief gedurende de periode van het onttrekkingsverbod, behalve leidingwater inkopen en daarmee beregenen. Meestal komt dat uit dezelfde grondwaterlaag waarvoor nu het onttrekkingsverbod geldt. Merkwaardig, vindt Coppens. Oplossing Een goede beregeningsinstallatie zie je nooit beregenen. Die werkt altijd ’s nachts. Overdag lopen er golfers over de golfbaan en is het

Jan Coppens

Smits B.V.

www.greenkeeper.nl

35


100 kuub uit haalt, mag je niet aanvullen met 100 kuub. Het is aan de eigenaar hoelang die met zijn buffer wil doen.’ Nieuwe golfbanen worden vaak uit zand opgebouwd om hoogteverschillen te krijgen. Meestal worden er waterpartijen ontworpen in de baan, waaruit dat zand gewonnen wordt. Om dat goed te doen, moet een dergelijke vijver afgedicht worden. Daarmee creëer je je eigen waterbuffering. In een bestaande situatie is er niet veel mogelijk, behalve een kunstmatig opvangbassin, maar dat ziet er meestal niet zo mooi uit. Zeker de laatste jaren wordt er goed gekeken of er meer wateropslag mogelijk is in de baan, door vijvers of anders. Ook voor de uitdaging in het spel kan een vijver van pas komen. Maar op sommige banen is een vijver niet mogelijk of past het niet in de natuur. Sommige jaren verregenen Vorig jaar was natuurlijk een uitzonderlijk jaar, maar als je de cijfers ziet, valt de onttrekking door graslandberegening relatief mee. Ter vergelijking: voor de drinkwatervoorziening wordt jaarlijks in totaal 750 miljoen kuub water onttrokken en de industrie is in dit land goed voor 300 miljoen kuub wateronttrekking per jaar. De grasland- en akkerbouwberegening varieert van 40 tot 145 miljoen kuub per jaar, afhankelijk van het weer. Dat is een schatting van het waterschap. Coppens: ‘Iedereen schreeuwt dan moord en brand: kijk die boeren eens beregenen, maar die afname van water staat totaal niet in verhouding tot bijvoorbeeld die door de industrie. De industrie gebruikt minimaal twee keer zoveel water. Om maar te zwijgen over de drinkwatervoorziening, die neerkomt op 44 duizend liter per inwoner per jaar. De boer, de golfbaan en het sportveld vormen samen echter een kwetsbare groep. Die worden aangepakt, maar hun aandeel in de totale waterafname is maar klein. En daarbij gebruiken ze de onttrekking voor sport, ontspanning en – niet onbelangrijk – de voedselvoorziening voor de burger. Maar ja, sommige jaren zijn nat; dan hoor je er niemand over.’ rendement van beregenen veel lager. Dit onttrekkingsverbod gold tot 1 juni. Na die tijd is er alleen het urenverbod, waarbij overdag tussen 11.00 en 17.00 uur niet mag worden beregend. ‘Dat deden we toch al niet. We zien het probleem zichzelf oplossen.’ Als je een vijver graaft, komt het grondwater ook in die vijver te staan. Als je daaruit water onttrekt, is dat net zo goed wateronttrekking zoals die tot 1 juni verboden was door het

36

3/2019

waterschap. Coppens legt uit hoe het zit: ‘Je hebt enerzijds oppervlaktewateronttrekking; dan gaat het om water uit sloten waarover het waterschap het beheer heeft. En je hebt grondwateronttrekking; dat is water uit bronnen, maar ook uit sommige vijvers. Als je een bak in de grond maakt of een silo die zich vult met hemelwater, dan is dat jouw bak water; dat mag. Maar die mag niet gekoppeld zijn aan het oppervlaktewater van het waterschap. Als je er

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30060/ droogte-op-de-golfbaan


SPECIAL

Beregening op de golfbaan Weinig innovatie in beregeningstechniek door lage investeringsbereidheid bij golfverenigingen Een trend in de beregeningstechniek van golfbanen is nog steeds waterbesparing. Er wordt op dit gebied niet veel geïnvesteerd bij golfverenigingen, zo blijkt uit een kleine rondgang langs een aantal bedrijven. De rol van de greenkeeper wordt groter. Hij (of zij natuurlijk) bepaalt hoe de installatie wordt bediend. Ook beslist de greenkeeper, samen met het management, of de fairway mag meekleuren met de seizoenen. Want ook dat bespaart water en – niet onbelangrijk – maaiwerk. Auteur: Frank Blaauboer

Jan Coppens is senior salesmanager bij Smits BV in Veldhoven, expert in beregeningsinstallaties voor golfbanen. Hij weet dat er de laatste jaren niet zo gek veel nieuws te melden is op het gebied van beregeningsinstallaties voor golfbanen: ‘Los van de sensortechnieken die steeds meer worden toegepast, is er niet zoveel nieuws. In de beregeningsinstallaties zelf is niet zo gek veel veranderd. Alleen de efficiëntie is toegenomen in verband met waterbesparing. Maar voor die efficiëntie moet de klant wel willen betalen. Als ik 800 sproeiers in de baan heb, wil ik ze alle 800 apart bestuurd hebben. Dan kan ik 800 keer kiezen of ik hem wel of niet aanzet. En als ik hem aanzet, hoeveel water ik hem dan laat geven. Hoe fijnmaziger je kunt aansturen, hoe beter je met je water kunt omgaan. Daar gaat het om.’ Onkruid mag niet meer worden bestreden met chemicaliën. Wil je je gras vrijhouden van

onkruid, dan moet je het dus goed verzorgen. In een gezonde mat groeit het echte gras het hardst. En gras heeft nu eenmaal water nodig. Besparen de installaties meer water dan vroeger? Coppens: ‘Al onze aanbiedingen zijn gebaseerd op verbeteringen van het systeem, en daarmee op waterbesparing en goed bezig zijn met energie en water. Het is ook afhankelijk van de klant. Er zijn helaas nog veel “aan- en uitzetters”. Zij beregenen omdat het in hun werkomschrijving staat. Dat zijn niet degenen die enthousiast zijn over een nieuw systeem. We willen ook deze mensen natuurlijk graag bewuster maken van het feit dat ze wel degelijk zelf iets te bepalen hebben. Maar gelukkig zijn er ook mensen die er echt mee aan de slag gaan en die elk jaar minder water gebruiken op hun golfbaan. Alleen in een jaar als 2018 pieken ze weer even, net als iedereen.’

www.greenkeeper.nl

37


‘Ik merk dat de investeringsbereidheid de afgelopen vijf jaar laag is’

Beperkte investeringsbereidheid Ook Hans Kamphuis, directeur van Aquaco, specialist in H2O, ziet niet veel nieuws gebeuren bij de golfbanen in Nederland. Hooguit is er een vervangingsmarkt: ‘Er worden weinig nieuwe banen gebouwd. Wel worden er aanpassingen aan banen gedaan om ze aantrekkelijker te maken. Logischerwijs wordt dan ook de beregening aangepast. De investering voor het vervangen van de baan wordt zo lang mogelijk uitgesteld. Dit gegeven staat ook de ontwikkeling van installaties op dit gebied in de weg. Er zijn allerlei ideeën en mogelijkheden, maar het heeft geen zin om daar als beregeningsbedrijf tijd en energie in te steken omdat de markt er eigenlijk niet om vraagt. Ik merk dat de investeringsbereidheid de afgelopen vijf jaar laag is; men investeert alleen als het echt niet anders kan. Ik begrijp het wel, want besturen kijken naar wat elke euro investering opbrengt. Dan blijkt dat het voor hen aantrekkelijker is om die euro’s in het restaurant te steken in plaats van in de beregening van de golfbaan. Door de droogte van het afgelopen jaar zijn er misschien wel een paar golfverenigingen die nu achter hun oor krabben.’ Meekleuren mag Een andere reden waarom er weinig wordt geïnvesteerd, is de trend dat banen niet meer helemaal groen hoeven te zijn. Het meekleuren van de fairways met het seizoen vindt men vaak geen probleem. Ook de spelers vinden dat niet erg. Alleen afgelopen seizoen was het door de droogte zo erg dat het gras niet meer terug kleurde, maar dood ging. Bij de golfverenigingen die dit overkwam, is nu wel belangstelling

38

3/2019

voor fairwayberegening. Het besef is er nu dat precisieberegening noodzakelijk is, dat het zonde is om delen van de baan nat te maken die geen water nodig hebben, want die moeten dan ook weer worden gemaaid. Bij de meeste banen wordt het onderhoud uitbesteed aan groenaannemers. Er wordt dus op de productiviteit gelet. Preciezer beregenen heeft daarom de voorkeur. Als het gaat om de manier waarop er wordt beregend, wordt de stem van de greenkeeper steeds belangrijker. Zeker als er een groenaannemer voor het onderhoud wordt ingezet, komt de discussie op gang. Waar vroeger het idee bestond dat alles groen moest zijn, is er nu de trend – afkomstig uit Amerika – dat de baan met de jaargetijden mag meekleuren.

Hans Kamphuis

Aquaco


4 min. leestijd

SPECIAL Het is dus niet erg als de baan een paar weken geel is; gras gaat niet dood als het geel is. De green en de tee horen uiteraard wel altijd groen te blijven. Gebruik is aan greenkeeper ‘De laatste jaren hebben wij drie banen gerenoveerd’, vertelt Kamphuis. ‘Er worden wat tees anders aangelegd, om het weer aantrekkelijk te maken voor mensen die vaak op die baan spelen. En we hebben een keer een bunker verplaatst. Daar is het bij gebleven.’ De komende vijf jaar zal een aantal banen uiteindelijk een beslissing moeten nemen om toch wat te doen, weet Kamphuis. Er zijn banen bij waarvoor Aquaco vijf jaar geleden een offerte heeft gemaakt en bij wie zij elk jaar informeren hoe het ervoor staat; uiteindelijk zullen die toch een beslissing nemen. ‘Waterbesparing is een thema dat samenvalt met die precisieberegening die ik noemde. Beregen waar het nodig is, niet waar droogte geen kwaad kan. Dat heeft zoals gezegd met waterbesparing te maken, maar ook met minder maaien. Daarnaast is het gebruik van de beregeningsinstallatie ook nog van belang:

er zijn greenkeepers die de installatie goed gebruiken, maar er zijn er ook die hem alleen maar aan- en uitzetten. Onze taak als beregeningsbedrijf is om op basis van de behoefte van de greenkeeper een bepaald aantal millimeters water op het gras aan te brengen, in combinatie met de hoeveelheid tijd die daarvoor beschikbaar is. De installatie draait dan een uur of zes, ook op de fairway. Wil je korter, dan moet je een zwaardere bom nemen of dikkere leidingen. Het aanleggen is ons werk; het gebruik van de installatie is aan de greenkeeper.’

Het wordt steeds belangrijker om water ter plekke te houden

Jan Coppens

Smits B.V.

Ontwikkelingen Een nieuwe ontwikkeling bij Aquaco heeft te maken met de opvang van water bij wateroverlast. Wateroverlast is natuurlijk niet exclusief voor golfbanen. Ook voetbal- en hockeyvelden en de openbare ruimte hebben daarmee te maken. Dat teveel aan water kan worden opgeslagen in buffers, maar ook dieper in de grond worden geïnfiltreerd (op ongeveer 40 meter onder de oppervlakte), en worden opgepompt op het moment dat het weer nodig is. Waar de baan wordt gedraineerd, wordt het water niet afgevoerd naar het oppervlaktewater, maar ter plekke geïnfiltreerd. Het wordt steeds belangrijker om water ter plekke te houden; daar komt ook regelgeving voor. In Zeeland bijvoorbeeld, waar verzilting van water plaatsvindt, kan regenwater worden opgevangen op parkeerterreinen of clubgebouwen. Het kan ter plekke worden geïnfiltreerd; er wordt dan een schoonwaterbron gecreëerd voor als je wilt beregenen. Dat zijn technische noviteiten die nog niet worden toegepast vanwege de beperkte investeringsbereidheid van golfverenigingen, maar het zijn wel belangrijke ontwikkelingen.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30063/ beregening-op-de-golfbaan

www.greenkeeper.nl

39


Rainout shelter voor en na een stressperiode in 2018. Extreme stress leidt tot aantoonbare verschillen.

Grassen waarop we kunnen vertrouwen in een hete zomer De droogte van 2018 heeft er flink in gehakt in de graswereld. Waar geel het nieuwe groen leek te worden, was bruin de trend in de zomer en het najaar van 2018. Roodzwenk stelde velen teleur, Engels raaigras verraste positief. Rietzwenk deed wat het moest doen, struisgras won snel terrein en veldbeemd bleek betrouwbaar. Maar we moeten niet alle soorten en rassen over één kam scheren. Waarom kwam het gras bij de een weer terug en ging het dood bij de ander? Intensief onderzoek naar de grenzen van gras toont eens te meer zijn waarde. Het devies: maak bewuste keuzes.

onder de lering die uit de afgelopen zomer kon worden getrokken. Fijne zwenkgrassen: vaak niet hittetolerant Roodzwenk had het meest van de hitte te lijden – en dat terwijl er altijd wordt geroepen dat roodzwenk zo droogtetolerant is! Droogtetolerant betekent helaas niet automatisch ook hittetolerant. Daar zat juist de crux, afgelopen zomer: de combinatie van droogte én hitte. Roodzwenk is droogtetolerant, maar niet heel hittetolerant. Dat was al bekend uit onderzoek in Zuid-Europa. Men moet niet alle roodzwenken over één kam scheren. Roodzwenk met fijne uitlopers reageert anders op hitte en droogte dan gewone roodzwenk, en ook anders dan roodzwenk met forse uitlopers. Zelfs binnen de subsoorten zijn er significante verschillen. Het ene ras is het andere niet; het ene ras is sterker dan het andere in de zomer.

Auteur: Olaf Bos, Barenbrug

Het was een moeilijk gevecht voor veel grasprofessionals, afgelopen zomer: wat kan gras aan als het gaat om extreme grenzen en waar ligt de limiet? Moet ik beregenen, mag ik beregenen, wil ik beregenen? Er is niet één antwoord op deze vragen. Het is verstandig om één stap daarvoor te beginnen: welke grassoorten en -rassen heb ik nodig om minder te hoeven beregenen? Een bewuste keuze van graszaadmengsels kan veel leed, water en geld besparen. Een bewuste keuze kan het best worden gemaakt op basis van onderzoeksgegevens. Barenbrug doet al jaren veel onderzoek om de extreme limieten van gras op te zoeken, ook met betrekking tot droogte- en hittetolerantie. Aan de hand van de resultaten van verschillende grassoorten hier-

40

3/2019

Een opvallende soort binnen de fijne zwenkgrassen is hardzwenk. Hardzwenk is dé ultralow input-plant: hij kan niet alleen met heel weinig voeding toe, maar ook met heel weinig water. Bovendien tolereert deze plant hitte het best van alle fijne zwenkgrassen. Let echter op: binnen de hardzwenken is de variatie enorm groot. Een groot deel van de hardzwenkrassen kan niet tegen korter maaien en al helemaal niet tegen betreding. Roodzwenk is wat droogtetolerantie betreft de lastigste grassoort: hij vormt vilt en beschermt zichzelf tegen uitdroging door het afscheiden van vetachtige stofjes. In combinatie met uitdrogend vilt wordt de grond hierdoor waterafstotend. Water kan niet infiltreren in de bodem en de plant kan niet herstellen. Bovendien kan

water het nieuwe graszaad niet bereiken, dus zal dit zaad nooit kiemen. Weggegooid geld, dus! Grasmatten sterven af en nieuwe planten hebben geen kans. Dit is een vicieuze cirkel die alleen kan worden doorbroken als de waterafstotendheid wordt tenietgedaan. Met een speciale zaadbehandeling kan stress door waterafstotendheid worden voorkomen. Deze zogeheten Yellow Jacket Water Manager verdeelt zich in de bodem en heft de waterafstotendheid op. Water wordt beschikbaar gemaakt en de jonge kwetsbare planten ervaren minder stress bij droogte en hitte (zie foto en grafiek). Op dit moment is deze behandeling verkrijgbaar voor golf- en sportmengsels. Op termijn zal Yellow Jacket Water Manager ook beschikbaar zijn voor gazonmengsels. Rietzwenk: geen moeite met droogte en hitte Rietzwenk is van alle West-Europese grassen een van de meest droogte- en hittetolerante soorten. Intensief onderzoek in Italië in zogenaamde rainout shelters laat dit overduidelijk zien (zie foto’s). In deze rainout shelters ervaren de planten extreme stress door langdurige droogte en hitte. Slechts enkele planten overleven een dergelijk regime van enkele weken droogte en hitte; een nog kleiner deel herstelt na dergelijke stress. Dit intensieve onderzoek leidde tot de ontwikkeling van een mengsel dat bijna 70 procent minder water nodig heeft dan een standaardgazonmengsel: het mengsel Water Saver. Water Saver is al jaren op de markt, maar de noodzaak om het te gebruiken was buiten Zuid- en OostEuropa nog niet groot. Het bestaat uit speciaal geselecteerde rietzwenken, veldbeemden en Engels-raaigrassen die uitblinken in droogtetolerantie én in herstel na droogte en hitte.


Hitte- & droogtetolerantie Engels raaigras (1 = slecht, 10 = uitstekend)

ACHTERGROND

9 7 5 3 1 Nieuwe generatie Engels raaigras

Oude generatie Engels raaigras

Bron: Landlab Research Centre - Italië Droogtestress Lolium perenne. Bron: Landlab Research Institute, Italië

Veldbeemden: wispelturig Ook binnen de veldbeemden is de variatie in droogte- en hittetolerantie enorm. Als ze het niet redden, komt dat vaak door een funeste onderliggende ziekte. Rassen die hoog scoren op de Nederlandse Grasgidslijsten, kunnen genadeloos door de mand vallen in warme en droge gebieden, zoals in Zuid-Europa. Rassen die in Zuid- en Oost-Europa uitmuntend scoren, hebben niet per definitie een hoge score op de Nederlandse lijsten. Gelukkig zijn er rassen die het in beide zones goed doen. Engels raaigras verrast Er werd altijd gezegd dat Engels raaigras niet geschikt zou zijn voor warme zomers. Daarom was het herstellend vermogen van Engels raaigras na de extreme zomer van 2018 voor velen een eyeopener. Op veel plekken kwam Engels raaigras als eerste terug. Het nadeel van normaal Engels raaigras is de polvormendheid. Het resultaat: een dorre vlakte met her en der een polletje groen gras en een mat die niet lekker dichtgroeit. Ook binnen de Engels raaigrassen is de diversiteit enorm. De oude generatie Engelsraaigrassen scoort vaak beduidend slechter voor droogte- en hittetolerantie dan de nieuwe generatie. Onderzoek in Italië en Frankrijk laat zien dat uitlopervormend Engels raaigras (het zoge-

naamde RPR- gras) beduidend beter is bij droogte en hitte én bij het herstel van droogte- en hitteschade. De uitlopervormendheid van RPR zorgt er tevens voor dat de hiervoor beschreven polvorming verleden tijd is. De plant kan zelf vanuit de moederplant nieuwe uitlopers vormen, die kale plekken kunnen opvullen. De unieke mengsels met RPR herstellen dus niet alleen als snelste bij droogteschade, maar zorgen er ook voor dat er aanzienlijk minder schade optreedt. Voorkomen of genezen? Dankzij intensief onderzoek kunnen goed onderbouwde oplossingen worden gecreëerd om droogteschade zo snel mogelijk te herstellen én om droogteschade zoveel mogelijk voor te blijven.

Proeven van Aquatrols/Barenbrug met Yellow Jacket Water Manager tonen aan dat planten ondanks volledige vestiging (= 10) door hittestress toch weer kunnen wegvallen. De foto is half juli gemaakt na hittestress (UGC De Pan, 2014).

Voor gazons biedt Water Saver de beste preventieve oplossing. Water Saver leent zich minder goed voor doorzaai van een bestaande grasmat. In dat geval biedt Bar Power RPR de beste oplossing, op basis van uitlopervormend Engels raaigras. Bar Power RPR kan in elke grasmat worden doorgezaaid en is zeer aan te bevelen voor nieuwe inzaai.

Preventief gezien kan veel schade worden voorkomen. Kies daarom bewust voor goede oplossingen die onderbouwd zijn door onafhankelijk onderzoek. De auteur, Olaf Bos, is international productmanager Turf bij Barenbrug.

Met een bewuste keuze voor grasmengsels valt veel te winnen. Curatief gezien kan schade op de meest efficiënte wijze worden hersteld.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30156/grassenwaarop-we-kunnen-vertrouwen-in-een-hetezomer Rainout shelter voor en na een stressperiode in 2017. Extreme stress leidt tot aantoonbare verschillen. Bron: Landlab Research Institute, Italië

www.greenkeeper.nl

41


Een vijver met te veel waterplanten

Hoe gaan we om met oppervlaktewateren? Oplossingen voor actief, biologisch waterbeheer

Golfbanen zijn de mooiste plekken op aarde. Dat is niet vanzelfsprekend; er wordt veel tijd en aandacht aan besteed. Water is een element dat hierin een centrale rol speelt. Alles wat leeft, is ervan afhankelijk. Greenkeepers zijn meesters in beregenen, waterafvoer en wateraanvoer, maar ĂŠĂŠn wateraspect bezorgt veel greenkeepers hoofdbrekens: hoe gaan we om met oppervlaktewateren? Auteur: Jiry de Waal

42

3/2019

Sloten, vijvers en andere waterpartijen vervullen niet alleen een rol in de waterhuishouding of als hindernis. Ook op esthetisch gebied spelen ze een belangrijke rol. Elk aspect van het golfspel en de beleving op de baan is van tevoren helemaal uitgedacht, maar dat betekent niet dat er geen plaats is voor oplossingen door actief biologisch waterbeheer. Waterplanten en waterdieren kunnen bij het beheer zorgen voor een enorme lastenverlichting voor greenkeepers. Daarbij is specialistische kennis nodig, die bijna geen enkele greenkeeper goed beheerst. Het goede nieuws is dat dit niet per se hoeft; daar zijn gespecialiseerde bedrijven voor. Als het waterbeheer eenmaal goed is ingeregeld, lost de natuur de problemen zelf op. Bij calamiteiten of als er een belangrijke aanpassing aan het watersysteem nodig is, kan het bedrijf op afroep de nodige ondersteuning bieden. Dit zijn de tien meest voorkomende problemen bij actief biologisch waterbeheer, met daarbij de oplossing:

Jiry de Waal

Adviesbureau De Waal

De auteur van dit artikel, Jiry de Waal, heeft een adviesbureau op het gebied van actief biologisch waterbeheer, genaamd Adviesbureau De Waal. Ook biedt hij tal van benodigdheden op dit gebied aan via vijvermeester.nl. Via jiry@vijvermeester.nl kunt u hem specifieke vragen voorleggen.


4 min. leestijd

SPECIAL 1 Drijflagen wier of flab, ook wel foutief drijfalg genoemd

2 Groen en/of troebel water

3 Afkalvende oevers

4 Muggen en andere vliegende irritaties

5 Trichobilharzia ocellata, beter bekend als zwemmersjeuk

6 Stinkende waterpartijen

Voorkom wieren door instuivende wierkiemen af te vangen met behulp van oeverplanten. Braakliggende grond is een bron van wierkiemen. Reduceer stof door bodembedekkers of beregening. Waterslakken begrazen wierkiemen het liefst voor ze tot ontwikkeling komen, maar ze eten ook ontwikkelde wieren. Waar wenselijk kunnen ook allelopatische waterplanten ingezet worden. Deze bestrijden algen en wieren op een biologische manier door specifieke remstoffen te produceren.

Algen worden gegeten door mosselen; afhankelijk van de waterwaarden kunnen diverse soorten zoetwatermosselen worden ingezet. Indien mogelijk worden korfmosselen ingezet, omdat deze veilig zijn bij het betreden van de waterpartij en zich goed kunnen voortplanten, zodat een eenmalige aanschaf zorgt voor een permanent heldere waterpartij. Mosselen halen ook andere gesuspendeerde bestanddelen uit het water. Als deze niet organisch van aard zijn, zoals kleideeltjes, worden ze vastgelegd in pseudofeces. Deze ‘poepjes’ hebben hetzelfde effect als vlokmiddelen, maar dan 24/7 en biologisch.

Beschoeiing is vaak onwenselijk, maar er is ook veel laagblijvende oevervegetatie die met zijn wortels niet alleen het water zuivert, maar ook de oever consolideert, wat wil zeggen dat de oever wordt vastgelegd. Met slechts weinig advies maakt men er al snel iets moois van.

Muggenlarven zijn het lievelingsmaal van elke kleine vis. Veel vissen worden groter en geven dan juist problemen. Laat u adviseren over de soort kleine vis die voor uw waterpartij de juiste keuze is. Wist u bijvoorbeeld dat er een inheemse soort bestaat die luistert naar de naam ‘vetje’? Leuk diertje, doet geen vlieg kwaad, maar is wel een echte muggenkiller.

Er zal niet worden gezwommen in de waterpartij op de golfbaan, maar het opvissen van de ballen gebeurt meestal handmatig, net als het onderhoud in de waterpartijen. Zijn er poelslakken aanwezig en zitten er eenden in de vijver? Dan is de kans groot dat de parasiet Trichobilharzia ocellata opduikt. Eenden verjagen is sowieso verstandig, niet alleen voor de parasiet, maar ook omdat ze uw waterpartij ernstig kunnen verstoren. U kunt poelslakken afvissen en moerasslakken uitzetten (die zijn niet vatbaar voor de parasiet). De populatie poelslakken verdwijnt misschien niet geheel, maar de kans op zwemmersjeuk wordt nihil.

Eerst ontgassen met coccolietenkrijt en daarna ondergedoken vegetatie (ook wel zuurstofplanten genoemd) plaatsen, om anaerobe afbraakprocessen (die stinken) om te zetten in aerobe afbraakprocessen. Er zijn veel verschillende soorten zuurstofplanten. Laat u adviseren. Eventueel kunnen sterk geurende oeverplanten soelaas bieden, als de waterpartij te diep is voor ondergedoken vegetatie. Een goede keuze is daarbij bijvoorbeeld watermunt; deze geurt sterk en heerlijk, ook als hij niet bloeit. Heeft bovendien een licht ontsmettende werking op water en is een geweldige plant om thee van te zetten.

www.greenkeeper.nl

43


De groene werkpaarden de toekomst is elektrisch

RIMMERT FM-170: DE 100% ELEKTRISCHE ZEROTURN ZITMAAIER - Standaard maaitijd van 1 uur, uitbreidbaar tot 3 uur - 16 PK aan vergelijkbaar vermogen - Stil in gebruik - Zeer wendbaar - Subsidie mogelijkheden

www.frisianmotors.com

H O L L A N D S C H E

GREENKEEPING M A A T S C H A P P I J

HGM, de specialist voor golfaccommodaties. onderhoud | aanleg | renovatie | hydroseeding | beregening | groenprojecten Wij staan voor kwaliteit en een scherpe prijs.

Oudendijk 94 | 4285 WL Woudrichem | + (0) 613967207 | hans@hgmgolf.nl | www.hgmgolf.nl


Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30099/hoe-gaanwe-om-met-oppervlaktewateren

7 Te veel vissen

8 Te veel waterplanten

9 Problematische zuurstofconditie

10 Onaantrekkelijke waterpartijen

SPECIAL Veel vissoorten, zoals de meeste karperachtigen (daar vallen ook goudvissen onder!), zorgen voor een troebel watersysteem. Afvissen kan, maar biedt zelden voldoende reductie op de lange termijn. Daarom is een natuurlijke vijand het beste. In troebel water kiest men meestal voor baars/snoekbaars, in helder water voor baars/snoek en toegankelijkheid voor de reiger. In een klein, ondiep, afgesloten water kan soms één zonnebaars worden ingezet. Meer dan één geeft problemen in verband met voortplanten!

Sommige soorten waterplanten, zoals kroos, zijn bepaald geen aanwinst voor de waterpartij. Wegscheppen is eenvoudig en lijkt een goedkope oplossing, maar als men de uurtjes bij elkaar optelt, is dat jaarlijks een behoorlijke kostenpost. In geval van een afgesloten watersysteem kan men na het wegscheppen nog graskarper inzetten ter bestrijding van het kroos. Dat is geen kieskeurige eter; hij eet ook flab en andere ongewenste vegetatie. Sommige soorten laat hij echter met rust: waterviolier, lidsteng, sterrenkroos en waterranonkel staan doorgaans niet op het menu. Worden ze te groot, zet ze dan niet uit in open water, maar laat ze ophalen door de leverancier. Dit is eigenlijk een verzameling problemen, die meestal rond of na de langste dag van het jaar voorkomen. De biomassa is groot, het water is warm en het zuurstofverbruik is hoog. De nachten worden langer en de zuurstofproductie wordt minder. Vaak ziet men sterfte van dieren, zoals vissen; het water is soms helemaal grijs of zwart en het stinkt. Blauwalgen zijn soms een oorzaak en soms een gevolg van de sterfte; ze hebben vaak wel een aandeel in de problemen. Een gevolg kan zijn: dode watervogels. Als de dode dieren niet snel worden opgeruimd, is er zelfs kans op botulisme. Dit is heel gevaarlijk en kan tot sluiting leiden! (Dit komt gelukkig niet zo vaak voor, maar de afgelopen jaren waren er diverse gevallen.) Voorkomen is prioriteit nummer 1, maar in dit stadium van problematische zuurstofcondities is het zaak om zuurstof toe te voegen tot de oorzaak bestreden kan worden. Schakel direct hulp in, ook al kan er niets uitgericht worden op de baan. Zodra het hoogseizoen voorbij is, kan een structurele oplossing worden uitgevoerd. De oplossingsrichting kan ook heel divers zijn. Meer zuurstofplanten, bijvoorbeeld, kunnen de zaken erger maken, maar het maaien van planten ook. Laat de beoordeling over aan de experts. Wanneer het gewenste biologische evenwicht is bereikt, kan er altijd nog worden nagedacht of het misschien mooier kan. Dan gaat niet zomaar om het vervangen van riet door bloeiende oeverplanten. Dit vergt vakkennis. Welke soorten zijn geschikt voor de omstandigheden en locatie? Is het nodig om een bestaande populatie planten te verwijderen, of kan hetzelfde effect bereikt worden met minder ingrijpen en dus minder verstoring? Hoe zorgt men ervoor dat een aangebrachte soort zich niet laat domineren door aanwezige soorten? Ook deze vragen vergen maatwerk en overleg tussen greenkeepers en adviseurs. Dit is minder eenvoudig dan het lijkt, maar er zijn adviseurs die dagelijks deze vraagstukken oplossen. Laat u vooraf goed informeren. ‘Een plantje erbij’ kan meestal geen kwaad, maar u bereikt er ook niets mee. Groots aanpakken zonder uitgewerkt streefbeeld en plan van aanpak is het recept voor een ongewenst eindresultaat. Vijverfolie en EPDM zijn niet veilig te combineren met riet- en lisdoddesoorten. De wortels maken de waterpartij kapot. Uitzonderingen zijn rietgras (dit is geen rietsoort) en dwerglisdodde (niet verwarren met de gevaarlijke kleine lisdodde). Ook bamboe langs de oever van dit type waterpartijen is gevaarlijk. Dit groeit met zijn wortels van buitenaf juist de vijver in.

www.greenkeeper.nl

45


Waterhuishouding waarbij golfspel centraal staat Hogere eisen door klimaatverandering en extreme neerslag Water is onlosmakelijk verbonden met golfbanen in Nederland. Water geeft de baan een bepaalde sfeer en kan een uitdaging vormen als hindernis. Daarnaast is water van belang voor de groei van gras en beplanting. Maar het kan ook een negatief effect op de golfbaan hebben in de vorm van wateroverlast. Auteur: Smit Groenadvies

Zeker in de huidige tijd van klimaatverandering en extreme neerslag is het noodzakelijk de waterhuishouding op de golfbaan op orde te hebben. Tijdens lange droge perioden moet er voldoende water aanwezig zijn voor bijvoorbeeld beregening. Bij extreme neerslag moet regenwater juist weer snel afgevoerd worden. Smit Groenadvies biedt golfbanen ondersteuning bij diverse duurzame ontwikkelingen waarbij de waterhuishouding van groot belang is. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een golfbaan die een belangrijke bijdrage levert op het gebied van waterbuffering, ecologisch beheer, natuur en natuurontwikkeling, veiligheid en gezondheid, het minimaliseren van chemische middelen en natuurlijk duurzaamheid. Daarnaast moet het water zelfs bij extreme neerslag snel kunnen worden afgevoerd, zodat de baan bespeelbaar blijft. Klimaatverandering Door de klimaatverandering worden er nieuwe eisen gesteld aan het afvoeren en vasthouden

46

3/2019

van regenwater. Extreme regenval zorgt ervoor dat bestaande drainagesystemen vaak niet meer effectief zijn. Tijdens lange droge periodes is het juist nodig water beschikbaar te hebben voor beregening. Daarnaast zijn er gebieden in Nederland waar steeds vaker een verbod is op het onttrekken van oppervlaktewater voor beregening. Deze problematiek zorgt voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van waterberging en -buffering. Op veel banen is het niet mogelijk om nieuw water te graven. Daarom moeten andere oplossingen gezocht worden, bijvoorbeeld ondergrondse opslag of buffering onder verhardingen zoals parkeerterreinen, zodat het water beschikbaar is in droge periodes. Op golfbanen kunnen wij het bestaande drainagesysteem beoordelen, knelpunten in kaart brengen en oplossingen aandragen voor een ‘droge’ baan. Daarnaast kijken we naar de mogelijkheden voor opslag en buffering van water voor drogere periodes.


ADVERTORIAL wordt de huidige kwaliteit in kaart gebracht; op basis daarvan worden adviezen gegeven voor het beheer en onderhoud. Het onderzoek van de watergangen wordt uitgevoerd met de nieuwste technieken, zoals een sonarboot voor het bepalen van de waterdiepte, de aanwezigheid van bagger en de kwaliteit van beschoeiingen en oevers. Water en groen op de golfbaan Bomen en planten zijn een belangrijk antwoord op de effecten van klimaatverandering. Door bomen en planten op de juiste wijze aan te planten, kan men hittestress, langdurige droogte en wateroverlast voorkomen. Vooral bomen leveren een bijdrage aan het (leef )klimaat en de biodiversiteit. Door CO2 op te nemen en fijnstof te filteren, zuiveren ze de lucht. Met hun schaduw, maar vooral door verdamping zorgen bomen voor verkoeling en voorkomen ze overlast tijdens extreme regenval.

Waterbeheer Bij golfbanen met open water is het onderhoud van waterpartijen en watergangen van belang voor de kwaliteit van de baan. Deze dragen niet alleen bij aan de beleving van de golfer, maar zijn ook essentieel voor de afvoer van regenwater en beregening van de golfbaan. Het water op een golfbaan moet goed onderhouden worden, waarbij voldoende doorstroming en waterkwaliteit wordt geborgd. Middels een inventarisatie van de watergangen

Een goede waterhuishouding in combinatie met de juiste boomsoort is van groot belang. Het is essentieel om een goed bomenplan op te stellen in combinatie met een waterhuishoudkundig plan. Een volwassen boom heeft in het groeiseizoen gemiddeld 100-120 liter water per dag nodig. Dit water hoeft niet afgevoerd te worden; met een goede waterhuishouding wordt gezorgd dat het water voor de boom beschikbaar is. Ook zijn er mogelijkheden om water uit waterrijke locaties naar groeiplaatsen van bomen te leiden. Er kan zelfs gekozen worden voor waterbuffering in groeiplaatsen van bomen, bijvoorbeeld bij bomen in verharding, zoals op parkeerterreinen.

Smit Groenadvies Smit Groenadvies is een ingenieursbureau dat veel onderzoeken uitvoert op golfbanen voor verbetering van de waterhuishouding. Hierbij wordt een praktische insteek gehanteerd en bij alle adviezen wordt rekening gehouden met het golfspel. Alle onderzoeken op golfbanen worden in eigen beheer uitgevoerd en elk onderzoek is maatwerk. Op basis van de adviezen kunnen ook uitvoeringsplannen en bestekken worden opgesteld voor de uitvoering. Een selectie uit de werkzaamheden die Smit Groenadvies verricht: • status en kwaliteit van de golfbaan beoordelen; • watergangen inmeten en de aanwezigheid van bagger in watergangen vaststellen, incl. milieukundig onderzoek; • beheer- en onderhoudsplannen opstellen; • natuurwaarden en biodiversiteit inventariseren; • werkwijze aan wetgeving toetsen; • gedragscodes voor bestendig beheer implementeren. Smit Groenadvies adviseert golfbanen over de inrichting van de waterhuishouding, waarbij het golfspel centraal staat. Hierbij wordt gekeken naar de actualiteit op het gebied van klimaatverandering en hoe deze aansluit bij het intensieve gebruik van een golfbaan. Naast de waterhuishouding wordt ook gekeken naar alle aspecten die daar verband mee houden. Voor water zijn er raakvlakken met verhardingen, ondergrondse groeiplaatsen en groen- en bomenplannen. Deze elementen moeten nooit los van elkaar, maar juist gezamenlijk bekeken worden voor het beste resultaat. Voor aanvullende informatie kunt u contact opnemen met: Smit Groenadvies BV Zijperweg 3 1742 NE Schagen Tel.: 0224-751275 info@smitgroenadvies.nl

www.smitgroenadvies.nl

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30148/waterhuishouding-waarbij-golfspel-centraal-staat

www.greenkeeper.nl

47


Vitalnova AminoBoost is een

vloeibare meststof met aminozuren. Speciaal ontworpen voor bladvoeding tijdens de zomerperiode.

• • • • •

Geeft gras een verhoogde weerstand tegen stress

De

range

Zorgt voor grasvitaliteit en kan het hele jaar gebruikt worden Zorgt voor direct herstel van kleur Ontwikkeld voor gebruik op greens, tees, fairways, sportvelden en parken Leverbaar in 10 liter cans én 200 liter drums

www.icl-sf.nl

AminoBoost 8-0-7 + 10% aminozuren

Stressbuster 7-0-0 +2Fe + suikers + wetting agent + amino + sporenelementen

SILK 0-7-12 + 6% Si

Blade 5-6.5-3.5 + koolhydraten + zeewierextract + sporenelementen

SeaMax 4-0-11 + 10% zeewierextract


Wordt deze zomer nog droger dan die van 2018? Er is een grote kans dat het klimaat in de toekomst droger zal worden. Een recent onderzoek laat zien dat in twee van de vier klimaatscenario’s uit 2014 naar voren komt dat Nederland droger wordt. Elke dag wordt gemeten hoeveel regen er is gevallen. In drogere periodes zal er een potentieel neerslagtekort optreden. In een grafiek toont het KNMI dit gemiddelde in vergelijking met 1976, waarbij ook de vijf procent droogste jaren zijn meegenomen. Hoe ontstaan droogteplekken? Gras houdt zichzelf schoon met een waslaagje, dat het blad waterafstotend maakt. Deze waslaag is goed oplosbaar en kan na een bui regen over de bodem spoelen en zich vervolgens hechten aan gronddeeltjes. Afhankelijk van het vochtgehalte van de grond kunnen de vettige, wasachtige humuszuren zich vochtminnend (hydrofiel), maar ook vochtafstotend (hydrofoob) gaan gedragen. Deze humuszuren zijn waardevolle biostimulanten voor het gras. Als de grond uitdroogt, volgt een vrij plotselinge omslag van hydrofiel naar hydrofoob. Dit omslagpunt wordt het kritische vochtgehalte van de grond genoemd; al naargelang de grondsoort ligt dit vochtgehalte tussen de 10 en 13 procent.

Tijdelijk verbod gebruik grondwater voor beregenen grasland Omroep Brabant meldde begin april van dit jaar dat het waterschap De Dommel een onttrekkingsverbod van grondwater heeft ingevoerd voor het gebied ten zuiden van Eindhoven tot de Belgische grens. Het grondwaterpeil is nog steeds te laag na de extreem warme zomer van afgelopen jaar. Ook deze winter heeft het weinig geregend. Agrarische ondernemers en grondeigenaren mochten hun gras van 1 april tot 1 juni niet beregenen met grondwater. Het verbod geldt voor graslanden, sportvelden en golfterreinen, maar niet voor de akkerbouw. Onderzoek. De schaarste aan water heeft een grote impact op golfbanen. Alterra, dat deel uitmaakt van Wageningen University & Research, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de werking van waterverdelers. Prof. dr. Coen Ritsema van Alterra uit Wageningen: ‘Meststoffen komen alleen daar waar water stroomt. Het is dus van groot belang dat water de wortels van het gras kan bereiken, ook in drogere periodes. Een waterverdeler kan hierbij van groot nut zijn. Het product Revolution stak met kop en schouders uit boven de rest van de toegepaste middelen in Nederland.’

Revolution® is het enige gepatenteerde merk waterverdeler in de markt en is het meest toegepaste product ter wereld om watermanagement op golfbanen te verbeteren.

Wat maakt Revolution® zo uniek vergeleken met andere waterverdelers? • Er vestigt zich spontaan meer roodzwenkgras • Meststofgiften kunnen tot een minimum worden beperkt • Zeer snelle herstelgroei na regenval • Indrukwekkende toename van graswortels • De beregeningsbehoefte kan worden teruggebracht tot 30-40% van de normale behoefte

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30061/wordtdeze-zomer-nog-droger-dan-die-van-2018

www.greenkeeper.nl

49


Van oranje-rood naar rood Golfbaan Sluispolder klimaatproof mede dankzij Toro-materieel Eén van de oudste golfbanen in het noorden van Noord-Holland nam recentelijke een compleet nieuw machinepark af van Toro. Manager Renate Roeleveld verbindt de grote investering in meer dan tien machines direct aan hun masterplan golfbaanonderhoud. Auteur: Broer de Boer

50

3/2019

De commerciële polderbaan, waarvan de aanleg startte in 1982, werd deels gebouwd op veengrond met kleidek. Daarom laat de baan zich ondanks de ligging dicht bij zee absoluut niet met een linksbaan vergelijken. De aanleg en de uitbreidingen in 1991 gebeurden met de technieken en inzichten van toen: gewoon op boerenland. Dat betekende dat er recentelijk nadrukkelijk naar de waterhuishouding in en rondom de baan gekeken moest worden. Manager Renate Roeleveld: ‘We zijn een biologische baan, net achter de duinenrij bij Alkmaar/ Bergen. Mede gezien de verwachte ontwikkelingen in het klimaat, met meer en heftiger buien, willen we toekomstbestendig worden. Onze baan was altijd al vrij vochtig, want we zitten ten slotte in een polder. Om die reden hebben we nu alle waterstromen goed in beeld gebracht. Dat is gedaan door onze hoofdgreen-

keeper Ed Voogt en één van onze leden, Wim van Polanen, die voor het Hoogheemraadschap heeft gewerkt. Voor een betere afwatering in de toekomst wordt een aantal duikers in de baan fors vergroot, zoals die richting de A7.’

Renate Roeleveld en Ed Voogt


4 min. leestijd

ACTUEEL betering van de doorlatendheid, en deze herfst staat voor de achttien fairways nog een schudbeluchting op het programma.’ Dat zal door derden worden uitgevoerd. Machinepark ‘Het machinepark van Sluispolder was al oranje-rood’, vertelt Renate met een lach. ‘Maar het verbeteren van het machinepark vormde ook een belangrijk onderdeel van ons masterplan. We hebben samen met Jean Heybroek de status van alle machines op een rijtje gezet. Op basis daarvan hebben we besloten alles in te ruilen, met uitzondering van twee Torohandgreenmaaiers, een transporter en onze ballenraper. Eind mei jongstleden was de

Renate vervolgt: ‘Het opgezette masterplan bevatte dit jaar onder meer het strooien van 50 ton calcium om de waterdoorlaatbaarheid te vergroten doordat er meer ruimte tussen de kleiplaatjes komt. Daarna volgde een gift van 8 ton Humeo. Met dat laatste en met de nieuwe machines die we hebben aangeschaft willen we de vervilting een halt toeroepen. Een Procure-beluchter voor tees en greens ontbreekt dan ook niet in het nieuwe machinepark.’ Hoofdgreenkeeper Ed Voogt vult aan: ‘Er was natuurlijk al gedraineerd op deze Dudok/ Rijks-baan. Maar we zijn verder gegaan. Dit jaar bijvoorbeeld hebben we de fairways bezand met 1.000 kub zand voor verschraling en ver-

‘We willen toekomstbestendig worden’

omwisseling een feit.’ Zoals bekend verondersteld mag worden, gaan investeringen op een commerciële golfbaan er vaak wat anders aan toe dan op een verenigingsgolfbaan: ‘Bij ons geldt niet de boekhoudkundige levensduur of het aantal draaiuren als inruilcriterium, maar meer de economische levensduur. We ruilen dus niet standaard in na bijvoorbeeld 4.500 bedrijfsuren, maar kijken naar de bruikbaarheid en de onderhoudskosten. We proberen er zo lang mee te werken als mogelijk en verantwoord is. Met de keuze die we nu gemaakt hebben, proberen we ook qua onderhoudskosten een slag te maken met de Toro’s. Met de investering in één keer bij dezelfde leverancier kunnen we nu ook eens voor de troepen uit lopen. De verwachte veranderingen in weersomstandigheden zijn immers meer en heftiger buien. Als commerciële golfbaan willen we altijd goed bespeelbaar zijn. Ook moet er tijdens de winter doorgespeeld kunnen worden.’

De commerciële golfbaan heeft anno 2019 dus niet aan poetsen en oplappen van het machinepark gedaan, maar de aanpak bepaald op basis van een nulmeting van de status. Efficiënter werken stond voorop. Ed Voogt motiveert de keuze voor Toro: ‘Vooral het minimale aantal smeernippels op de fairway en greenmaaiers gaf de doorslag. Dat maakt ze gebruiksvriendelijker. Maar onze ervaring met Toro, de grote organisatie die achter de machines staat, de betrouwbaarheid en de vaak hoge restwaarde van Toro-materieel speelden ook een rol bij onze keuze.’ De kooien van de nieuwe Toro 5010 E die Golfbaan Sluispolder op fairways inzet, worden elektrisch aangedreven. Ed: ‘Aan het eind van het seizoen zullen we

zeker kijken hoeveel fossiele brandstof ons dat heeft bespaard. De tees en greens maaien we voortaan met de conventioneel aangedreven 3400 D triflex-maaier.’ Met de Toro Pro Corebeluchter en de raker kan efficiënt en netjes worden geprikt en kan de zandbodem van de bunkers worden onderhouden. Spuitmachine Opvallend voor deze biologische baan is de investering in een Multi Pro 5800-spuitmachine, terwijl er sprake is van een minimale toepassing van pesticiden op deze baan. Dit is het paradepaardje van de baan. Met deze hydraulische spuitmachine met eigen aandrijving, uitgerust met het Excelarate™ Rate Control System, kan Ed Voogt uiterst nauwkeurig en volledig geautomatiseerd spuiten: ‘De keuze voor de 5800 hebben we met het oog op de toekomst gemaakt. Wij werkten op Golfbaan Sluispolder al met vloeibare meststoffen. Daarmee minimaliseren we het gebruik van meststoffen op onze

www.greenkeeper.nl

51


MP SERIE 5-DELIGE KOOIMAAIERS

Laag brandstofgebruik door het lichte gewicht Maaibreedte van 3.50 meter Keuze uit 49pk of 65pk Kubota® Commonrail Turbodiesel Transportbreedte van slechts 1.89m Luxe cabine met airco

Pols Groep | +31 (0)181 45 88 45 | Info@pols.nl | www.pols.nl

Speed-Brush

Zachte borstels draaien tegen de rijrichting in, en werken het zand in één arbeidsgang in de green. Hardere borstels zijn beschikbaar voor tees en fairways.

06-52305241/030-6933227 06-52305241/030-6933227


ACTUEEL baan. Je zit dichter op de behoefte van de grasplant op de greens en fairways en je krijgt een continue groei. In tegenstelling tot traditionele meststoffen, die je op de grond geeft, waarbij je niet weet wat er uitspoelt bij heftige regenbuien, weten we dit met vloeibare meststoffen wel. We spuiten wanneer het mogelijk is en daardoor worden de meststoffen beter opgenomen en benut. Ook al werken we met biologische meststoffen, ons doel is zo min mogelijk risico op uitspoeling.’ Onderhoud Hoe gebeurt het reguliere dagelijkse onderhoud van het nieuwe Toro-machinepark? Hierover zegt Ed Voogd: ‘De gebruiker is hiervoor verantwoordelijk, met als ezelsbruggetje de term “blok”: brandstof, lucht, olie, koeling. Daarbij wordt het beperkte aantal noodzakelijk te smeren nippels natuurlijk niet overgeslagen. Het groot onderhoud gebeurt voortaan contractueel op basis van een vastgesteld aantal draaiuren door dealer Meij de Bie in Hoofddorp. Eerder gingen de machines standaard tijdens het winterseizoen in groot onderhoud, ongeacht het aantal draaiuren. Dan werden ook de maaikooien geslepen. ‘Het backlappen gedurende het maaiseizoen doe ik meestal zelf’, vertelt Ed. ‘En dat doe ik zodra het maaibeeld begint af te nemen. Scherpe messen verminderen ook de kans op infectie van het gras met schimmels.’ De sensor waarmee Toro de gebruiksstatus van de machines kan uitlezen, is op de machines

van Golfbaan Sluispolder – nog – niet aangebracht. ‘Daar is tijdens de presentatie van Jean Heybroek zeker aandacht aan besteed. Het is een tool waarmee de onderhoudsmonteur op basis van het aantal draaiuren geautomatiseerd ook de juiste onderdelen meeneemt’, zegt Ed. Investeren Zoals reeds vermeld, is Golfbaan Sluispolder een commerciële baan. De goedkeuring van de eigenaar om flink te investeren in een totaal nieuw, toekomstbestendig machinepark was eigenlijk vrij gemakkelijk rond. Renate Roeleveld: ‘Maar men moet zich realiseren dat dit niet losstaat van de investeringen in de bodem van de baan voor ontwatering en afwatering. Mede gezien het aantal golfbanen dat er de laatste decennia bij gekomen is in het noorden van Noord Holland, zijn verbeteringen nodig om onze baan ook voor de toekomst aantrekkelijk te houden voor golfers.’ Daarvan was volgens Renate ook de eigenaar zeker overtuigd: ‘De grootste gebruiker is een gezellige vereniging, de Noordhollandse Golfclub, maar er zijn jaarlijks ook duizenden greenfeespelers die hier met regelmaat spelen. Golfbaan Sluispolder kon qua waterhuishouding en viltbeheersing wel een upgrade gebruiken om hem supergoed te maken. De later aangelegde holes hier zijn volgens nieuwere technieken ontworpen. Ze zijn droger en beschikken al over een betere bodemkwaliteit en ondergrond.’

De investering Waarom ligt een investering als deze in een machinepark bij een commerciële baan anders dan bij een reguliere verenigingsgolfbaan? Hierover zegt Renate Roeleveld, sinds het jaar 2000 werkzaam in dit vak: ‘Ik doel hierbij vooral op het financiële plaatje. In tegenstelling tot verenigingsbanen kennen wij geen grote groep vrijwilligers die klussen op of rond de baan voor hun rekening nemen. Wij betalen alle “Sluisies” (Sluispolder-medewerkers, red.), zoals ik ze noem, voor hun werk. Het baanonderhoud doen we zelf met momenteel zes greenkeepers. Daardoor is het financiële plaatje van een golfbaan als de onze anders dan bij een verenigingsbaan. Er zijn banen die het lidmaatschapsgeld meer direct aan het baanonderhoud en het materieel besteden. Hun loonkosten zijn lager en de afschrijving is ook vaak een ander verhaal. Dat maakt dat wij moeten kiezen welk onderdeel van de onderneming of de baan voorrang krijgt. Zo staan er bij Sluispolder ook nog investeringen in de keuken, het meubilair en de kleedkamers op mijn verlanglijstje. Het stopt gelukkig nooit; we zullen altijd blijven investeren om het zo plezierig mogelijk te maken voor al onze gasten.’

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30147/ van-oranje-rood-naar-rood

Golfbaan Sluispolder in Alkmaar is een commerciële golfbaan. De golfbaan heeft 27 holes, een 18-holes-championship course en een 9-holes-par-3-baan. Deze werden aangelegd onder architectuur van Joan Dudok van Heel en Alan Rijks. De baan telt 60 hectare. Het baanonderhoud, uitgevoerd met zes greenkeepers, wordt sinds juni 2019 gedaan door machines uitsluitend afkomstig van The Toro Company, bestaande uit: 2 Toro-handgreenmaaiers (type 1000) 2 Reelmasters 5010 E (fairwaymaaiers) 2 3400 D triflex (green- en teemaaiers) 1 Roughmaaier 4000 (3,3 meter) 1 ProCore 648-beluchter (walkbehind) 1 Sand Pro 5040 (bunkerrake) 1 Multi Pro 5800 (spuitmachine) 1 HDX-transporter 1 MDX-transporter

www.greenkeeper.nl

53


NGA-Nieuws

Woord voorzitter… Dat greenkeeping verandert, is logisch. De maatschappij en de wensen veranderen continu. Waar we vroeger gewoon een golfbaan konden onderhouden naar ons eigen idee, dienen we nu in te spelen op de wensen van de gast. Klanten worden steeds mondiger en hebben veel verschillende wensen. Speel je daar niet op in, dan is het snel gedaan met de weelde. Ook ik ben veranderd als consument, de afgelopen vijf jaar. Ik doe mijn boodschappen met de Picnic-app; ze worden geleverd op de dag en tijd waarop ik het wil. Ook ik ben gewend dat iets geleverd wordt op een tijdstip dat mij uitkomt. Laatst bestelde ik iets online en ik moest maar liefst drie dagen wachten … schande! Maar alle gekheid op een stokje, in ons vak hebben wij hier ook mee te maken. Ik kom vaak op golfbanen en dan is mijn standaardvraag: ‘Hoe is het ermee?’ Vaak is het antwoord: ‘Prima, alleen die golfers lopen in de weg’, of iets in die geest.Vervolgens reageer ik hierop met: ‘Er zijn twee groepen greenkeepers. De eerste groep onderhoudt een golfbaan; de tweede groep onderhoudt een golfbaan voor de golfer.Volgens mij heeft de tweede groep het meeste bestaansrecht.’ We worden als greenkeeper steeds mondiger en communiceren beter met spelers. Dit is van groot belang en het is een ontwikkeling die ik gelukkig bij steeds meer golfbanen zie. Om ons bij deze ontwikkeling te ondersteunen, om te achterhalen wat onze klanten wensen, hebben we steeds meer tools ter beschikking. Bijvoorbeeld Leadingcourses, de grootste golfbaanvergelijker van Europa. Natuurlijk kun je sommige opmerkingen met een korreltje zout nemen, maar zie je een trend, dan weet je dat daar winst te behalen is. Sinds 2016 is het programma Players 1st beschikbaar. Dat is een tool waarmee golfbanen en golfclubs de klanttevredenheid structureel kunnen meten. Alle diensten en producten op de golfbaan of de club worden beoordeeld. Het geeft duidelijkheid over de verbeterpunten van de club of baan. Deze data zijn ook voor greenkeepers in detail beschikbaar. Je kunt zien wat golfers van je greens, bunkers enz. vinden, geselecteerd op leeftijd en handicap. Naast mijn werk bij de NGA heb ik een bijbaan als hoofdgreenkeeper (althans, zo lijkt het soms). Ik kijk naar het dashboard van mijn golfbaan en zie bijvoorbeeld dat spelers met handicap 20 en hoger de rough prima vinden en dat golfers met een lagere handicap die te makkelijk vinden. Hier kan ik vervolgens op inspelen. Krijg ik een event met spelers met een lage handicap, dan kan ik de rough wat langer laten worden – maar niet te vaak, want mijn grootste groep golfers heeft een hogere handicap. Informeer bij je golfbaan of er met dit systeem wordt gewerkt en zorg dat je daar inzicht in krijgt. Geloof me, je krijgt meer inzicht en je werk wordt leuker, omdat je meer vrolijke gezichten in de baan ziet!

Diploma-uitreiking greenkeepers Woensdag 5 juni jl. was de diploma-uitreiking voor greenkeepers bij IPC de Groene Ruimte. Kennis en scholing zijn belangrijk om vakmanschap te borgen. Namens de leden en het bestuur van de NGA van harte proficiat aan alle deelnemers! In het kader van #TROTS hebben we alle geslaagden een gratis NGA-proeflidmaatschap tot het eind van dit jaar aangeboden.

ODE AAN DE GREENKEEPER TROTS

Voor dag en dauw staan ze op om de golfers zoveel mogelijk voor te zijn met hun werkzaamheden. Ze zijn er niet om u te pesten, maar om voor u de baan in de beste speelconditie te brengen!

den, bomen kappen en planten, beluchten, bezanden, beregenen, doorzaaien, bemesten, voedingselementen toevoegen, onkruid verwijderen, bunker en waterpartijen verzorgen, baanrenovatie, de drainage verzorgen, de accommodaties onderhouden, het machinepark verzorgen, communiceren en informeren. Het werk bestaat dus niet alleen uit maaien, maar greenkeepers zijn echt vakmensen met passie!

Er komt veel meer kijken bij de werkzaamheden dan alleen maaien, zoals velen denken: paden aanleggen en onderhou-

Ze hebben alleen te maken met de natuur, die niet altijd optimaal meewerkt: elementen als zon, regen, wind, schaduw,

Een greenkeeper is er toch alleen om gras te maaien en de golfers in de weg te lopen? Echt niet!

dauw, vorst of sneeuw. Het wordt de greenkeepers niet gemakkelijk gemaakt, maar zij doen er alles aan om u de best mogelijke speelkwaliteit te bezorgen. Bron: Manja Schilstra.


Jeroen Drent – met passie inzetten voor de NGA De NGA interviewt haar (nieuwe) leden, met als doel elkaar te leren kennen en te inspireren. Auteur: Monique Madsen Vanaf de eerstvolgende uitgave van dit vakblad ga je aan de slag als vrijwilliger voor de NGA. Wat is jouw motivatie om je in te zetten voor de NGA? Een tijdje terug benaderde Jannes Landkroon mij met de vraag of ik interesse had om me in te zetten voor de NGA, met name om het bestuurslid communicatie te ondersteunen. Kort hierop belde Martin Brummel mij op om de functie toe te lichten. Dat deed mij besluiten om mijn steentje bij te dragen. De greenkeeperswereld is niet zo groot, dus als ik ondersteuning kan bieden, doe ik dat graag.

het contact met de leden, de eigenaar, het bestuur, de greenkeeper en de pro is belangrijk. Korte lijnen werken het best. We gaan met de tijd mee en proberen bij te blijven met de trends en verplichtingen. Zo zijn we al een aantal jaar GEO-gecertificeerd. Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk? Ik ben 37 jaar, getrouwd met Ilse en onze zoon Hidde is zes jaar. Ik ben woonachtig in Vriezenveen. In mijn vrije tijd doe ik aan mountainbiken. Het is heerlijk om na het werk of in het weekend je hoofd lekker leeg te fietsen in de natuur. Ook ben ik fanatiek supporter van FC Twente. Verder beheer ik als vrijwilliger verschillende socialmedia-accounts bij een patiëntenvereniging. Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden? Een dag van een greenkeeper is nooit hetzelfde. Er zijn verschillende factoren die je werkdag kunnen beïnvloeden. Je bent sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Het is daarom erg belangrijk dat je goed kunt improviseren met je planning. Een regenachtige dag kan de planning behoorlijk in de war schoppen. Belangrijk is dat je niet te strak vasthoudt aan de planning, maar goed kunt schakelen tussen de werkzaamheden die je op dat moment beter niet of juist wel kunt doen. Het greenkeepersvak biedt verder veel mooie dingen. Zo is het buitenwerk in de natuur helemaal geweldig, net als het handen uit de mouwen steken, de afwisseling in het werk en de uitdaging om de baan in goede conditie te krijgen en te houden.

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak? Iets meer dan dertien jaar geleden werd ik benaderd door mijn huidige werkgever met de vraag of ik oren had naar werk op een nieuw te openen par-3-baan, genaamd Golfclub Erve Braakman. We kenden elkaar nog van de tijd dat ik daar stage liep in het voormalige zalencentrum in de horeca. Als ‘groentje in het gras’ en zonder enige ervaring heb ik deze kans aangegrepen. Mijn werkgever en ik hadden allebei totaal geen ervaring in golfbaanonderhoud. De eerste keer dat we de greens bezandden, deden we dat met kruiwagens en veegden we het zand met een vloertrekker in. De rough werd gemaaid met een Stiga-zitmaaier met een smal maaidek. De mensen verklaarden ons voor gek. Met veel feedback en hulp van collega-greenkeepers van Vos Ruinerwold Golf is het allemaal toch goed gekomen! Een paar jaar later haalde ik mijn greenkeepersdiploma. De baan is gelegen in Hoge Hexel en is omringd door weilanden. Het is een 18-holesbaan. Twee dagen per week is de baan omgezet naar negen holes lange afstanden, zodat mensen ook een qualifying kaart kunnen lopen. De golfbaan is in dertien jaar erg veranderd: van een kale naar een volwaardige baan, met plantenvakken, bomen en veldbloemen. Het meeste onderhoud doen we tegenwoordig in eigen beheer; alleen de fairways beluchten en bezanden we niet zelf. Dit besteden we uit aan Vos Ruinerwold, die ook de aanleg heeft gedaan. Ook begeleiden zij ons nog met het bemestingsschema en onderhoudsplan. De golfbaan kenmerkt zich door de lage drempel en de Twentsche gemoedelijkheid. Iedereen is welkom;

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots? Tijdens mijn greenkeepersopleiding had ik Erik van Wijhe als stagebegeleider. Erik was destijds ook regelmatig bij ons op de baan te vinden voor ondersteuning en begeleiding.Van Erik heb ik erg veel geleerd, de afgelopen jaren. Tegenwoordig is Jolanda Stegerman, hoofdgreenkeepster bij Hooge Graven, de contactpersoon voor eventuele vragen. De greenkeeperswereld is hecht. Er heerst een ons-kent-onscultuur.Veel greenkeepers kennen elkaar al jaren. Regelmatig tref je elkaar bij wedstrijden of bijeenkomsten van de NGA; dan is het al snel gezellig en wissel je ervaringen uit. Hoe zouden collega’s en vrienden jou omschrijven? Man van weinig woorden, doener, harde werker, pietje-precies. Heb je een lijfspreuk? Verander wat je niet kunt accepteren en accepteer wat je niet kunt veranderen. Pas als je loslaat wat je niet kunt veranderen, kun je vastpakken wat je wel kunt veranderen. Wat moet de lezer bijblijven na het lezen van dit interview? Zorg dat je alles doet met passie en inzet. Ik motiveer mezelf, als mensen zeggen dat het toch niet gaat lukken of moeilijk wordt, zoals destijds de greenkeepersopleiding. Dat geeft mij de drive om het beste uit mezelf te halen.


Beste NGA-leden, De ontwikkelingen rond de Green Deal blijven ons bezig houden. De Golfalliantie heeft de taak op zich genomen om u te informeren over de laatste stand van zaken. Deze inleiding is niet van de Golfalliantie maar van jullie NGA-voorzitter. Ik heb al eerder geschreven hoe trots ik ben over wat de golfmarkt in de Green Deal allemaal al heeft gedaan. We hebben het fantastisch opgepakt, en dat is ook opgemerkt door de overheid.

Op het moment lijkt het dat de publieke opinie bij de overheid zwaarder weegt dan onze aangeleverde feiten. Dat is niet helemaal waar. Zeker de golfbranche wordt als een pro-actieve partij gezien. Regelmatig lees ik artikelen die de waarheid verdraaien en onrust zaaien. Tegenwoordig lijkt polariseren en bekritiseren de manier van aandacht trekken. Ik wil jullie mededelen dat de NGA voor jullie strijdt (zo ook in de Golfalliantie, samen met onze branche

partners). Ik hoop dat jullie weten dat we onze leden op handen dragen en trots zijn op wat jullie dagelijks doen. De NGA blijft voor greenkeepers/ fieldmanagers door greenkeepers/fieldmanagers. Laat je stemming niet sturen door wazige negatieve stukjes maar houd je rug recht en je blik vooruit op een mooie duurzame toekomst die we samen gaan creëren!

Update Green Deal: uitzonderingen op gebruiksverbod gelden tot 2022

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) houdt vast aan een tijdelijke uitzondering onder strikte voorwaarden op het sinds 2017 geldende verbod om pesticiden op sportvelden te gebruiken, zo is afgelopen week duidelijk geworden bij overleg over de Green Deal Sportvelden in de Tweede Kamer. Hoe moet dit politieke besluit geïnterpreteerd worden en wat betekent het voor de golfsector?

Sportbonden, gemeenten, de aannemersbranche in sportvelden en de Golfalliantie (NGF, NGA en NVG) hebben begin dit jaar, in onderling overleg met de ministeries van I&W en VWS, vastgesteld dat pesticidevrij beheer op dit moment nog niet technisch haalbaar is voor álle sportvelden en golfbanen, maar dat dit wel zo spoedig mogelijk gerealiseerd moet worden. Om dit mogelijk te maken, werd met de ministeries afgesproken om onder strikte voorwaarden en met toepassing van Integrated pest management (IPM) de deadline voor nulgebruik van pesticiden te verlengen tot 1 januari 2025.Vijf jaar uitstel, maar geen afstel. In antwoord op Kamervragen houdt staatsecretaris Van Veldhoven in het Algemeen Overleg Gewasbeschermingsmiddelen van 6 juni jongstleden echter vast aan de afspraken die eerder in het kader van de Green Deal Sportvelden zijn gemaakt. In deze Green Deal zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: • Met ingang van het jaar 2020 mogen geen gewasbeschermingsmiddelen meer gebruikt worden op sportvelden, behalve in die situaties waarin dat strikt noodzakelijk is. • In die resterende situaties worden alleen laag-risico-gewasbeschermingsmiddelen ingezet zodra die voor de betreffende toepassing beschikbaar en voldoende effectief zijn. De staatssecretaris wil dat het gebruiksverbod het uitgangspunt blijft, maar het kabinet maakt wel nog een tijdelijke uitzondering, tot 2022, voor specifieke situaties. Staatssecretaris Van Veldhoven spreekt in dit verband van een regeling waarbij ‘nee, tenzij’ het uitgangspunt is. Sportverenigingen moeten in deze periode goed kunnen onderbouwen waarom het nog niet lukt om het sportterrein zonder bestrijdingsmiddelen te onderhouden en wat er gedaan is om dat wel voor elkaar te krijgen. De staatssecretaris zal de overgangsregeling in september toelichten met concrete voorbeelden van ‘nee, tenzij’-situaties. Deze worden binnenkort via de Green Deal-overleggen aangedragen, voor golf door de Golfalliantie. Wat betekent dit en hoe nu verder? Het voorstel van de sportsector is, na een eerder akkoord, onder politieke druk nu toch door de staatssecretaris van tafel geveegd.

Het huidige gebruiksverbod per 2017 blijft van kracht. Hierbij geeft het kabinet de sector met de uitzonderingsregeling tot 2022 wel twee jaar ademruimte om een succesvolle transitie naar nulgebruik te realiseren. De politieke boodschap is duidelijk: het gebruik van pesticiden op sportvelden moet zo snel mogelijk teruggedrongen worden tot nul. Aan de andere kant heeft de overheid geld vrijgemaakt voor innovatiesubsidies en komt er een ‘nee, tenzij’-overgangsperiode van twee jaar, want de staatssecretaris begrijpt dat pesticidevrij beheer nog niet overal mogelijk is. Ze noemt als voorbeeld grasmatten in stadions waaraan hoge eisen worden gesteld. De golfsector pakt de uitdaging van harte aan, zoals vanaf het begin het geval is geweest, en draagt actief bij aan het bereiken van de maatschappelijke doelen op het gebied van klimaat en milieu. Een goede speelkwaliteit is echter ook cruciaal voor de golfsport. De Golfalliantie zal de gesprekken hierover met de overheid vervolgen. Het doel is om in harmonie met de natuurlijke omgeving en onder maatschappelijk verantwoord beheer een goede speelkwaliteit te bereiken, waarbij de focus gericht blijft op nulgebruik. Er volgen dit jaar gesprekken tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Green Deal Sportvelden. De sportbonden mogen zich hierbij gesteund voelen door minister Bruno Bruins (VWS), die op het standpunt staat dat sport betaalbaar moet blijven. De Golfalliantie zal de golfclubs en -banen op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen. Elke golfbaan heeft er belang bij om het GEO-certificaat te behalen én te behouden, want bij certificering via OnCourse Nederland worden clubs en banen begeleid op weg naar duurzaam beheer. Het certificaat is een bewijs hiervan, dat niet alleen getoond kan worden aan golfers, maar ook aan de buitenwereld en de overheid. Daarnaast heeft elke golfbaan er belang bij om de jaarlijkse monitoring in te vullen (cijfers over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen). GEO-certificering en monitoring zijn ook in het belang van de gehele sector, omdat de golfsport daarmee landelijke feiten en cijfers kan presenteren over duurzaam beheer en de reductie van pesticiden, oftewel gewasbeschermingsmiddelen/bestrijdingsmiddelen, zoals fungiciden, herbiciden, insecticiden en groeiregulatoren. Mede namens de Golfalliantie, Niels Dokkuma, NGF Duurzaam Beheer/agronoom Lodewijk Klootwijk, directeur NVG Jannes Landkroon, voorzitter NGA


NGA-Nieuws

Gluren bij de buren! Leergierig, maar krap bij kas? Altijd al eens over de grens willen kijken? Ervaring op een groot toernooi of een buitenlandse opleiding willen opdoen? Pro Turf Care kan je verder helpen in je carrière! Pro Turf Care Pro Turf Care is een studiefonds voor greenkeepers en fieldmanagers. We kunnen je carrière financieel en met contacten in de business ondersteunen, dankzij samenwerking met de Nederlandse Greenkeepers Associatie en steun van Melspring (o.a. Marathon-meststoffen) én Textron (o.a. Jacobsen, Cushman en EZGO). Dus als je interesse hebt om een keer in het buitenland te werken tijdens een mooi toernooi, of je ziet een opleiding die je zou willen volgen om je carrière een boost te geven, laat je dan niet tegenhouden door de kosten.Vraag een financiële ondersteuning aan om je droom na te jagen! Hoe werkt het? Als je lid bent van de NGA, kun je een aanvraag indienen via: ptc@ngagolf.nl. Er zijn verschillende mogelijkheden voor ondersteuning: 1. Grote aanvraag: ondersteuning tot € 1.000,00. Bedoeld voor buitenlandse studies of langdurig verblijf in het buitenland i.v.m. werkervaring, meer

2.

3.

dan twee maanden. Middelgrote aanvraag: ondersteuning tot € 500,00. Bedoeld voor buitenlands verblijf i.v.m. werkervaring gedurende één à twee maanden. Kleine aanvraag: ondersteuning tot € 250,00. Bedoeld voor buitenlands verblijf i.v.m. werk/toernooi-ervaring gedurende één à twee weken.

Daarnaast krijg je de originele PTC-polo, limited edition, als je gaat. Wat staat ertegenover? Uiteraard vragen we je wel om een kleine tegenprestatie en dat is vooral om je enthousiasme te delen met greenkeepend Nederland. Hoe? Stuur je aanvraag maar op! Pro Turf Care is powered by

Agenda / Save the date

NGA-lidmaatschapsvoordeel

Maandag 29 juli: de Peelse Golf 10-12 september: Groen Techniek Holland, Biddinghuizen 12-15 september: KLM Open (GEO- en agronomieworkshops), The International, Amsterdam

Als lid van de NGA ontvang je het blad Greenkeeper. Dit voordeel breiden wij uit. Wil je in de plaats van Greenkeeper het blad Fieldmanager ontvangen? Geef het aan ons door; stuur een mail naar: info@ngagolf.nl

NGA-sponsorlijst De NGA kan niet zonder leden en ook niet zonder sponsors. Gelukkig hebben we bij de NGA vele sponsors uit verschillende branches, zoals: Golfbaantoebehoren en overall leveranciers: Dutch Golf-Supplies, Duchell, Eurofins, Xpert4Growth, Husqvarna,Vos Capelle, Oxland, ProGrass, Range King,Vitagro, Liber Greenkeeping, Fullriver Europe. Golfbaanaanleg en -onderhoud en consultancy: A.H.A. de Man, Buiting Advies, De Enk Groen&Golf, Has Kennis Transfer, I.P.C. Groene Ruimte, J. de Ridder, Jos Scholman, Mobarn, NGF, NLadviseurs, Praktijk Centrum Sport & Golf ,VGR Groep, Vos Ruinerwold Golf, Oosthoek Groep. Graszaden: Barenbrug Holland, DLF.

Meststoffen/gewasbescherming/bezandingsmateriaal: Bayer Environmental Service, Compo Expert, DGP Getros Handelsonderneming, Heicom, ICL Specialty Fertilizers, Koers, Melspring, GreenMix, Aqua-Aid. Beregening: Aquaco, Bas van Oosterhout, Smits Leading Water Solutions, Verhoeve Watertechniek. Machines: Belrobotics, C. v.d. Pols & Zn, DBS Maaitechniek, Gebr. Bonenkamp, GKB Machines, Jean Heybroek, Milati Grass Machines, Kraakman Perfors B.V., Maredo, RDM Parts. Kleding (PBM), gereedschap, mest en graszaad: Vitagro,Vos Capelle.


Traditie: de groepsfoto op de Barenbrug Golfdag.

Een kijkje in de keuken bij Barenbrug Geslaagde nieuwe opzet jaarlijkse golfdag Het is al jaren een begrip in de golfwereld: de Barenbrug Golfdag. De 31ste editie van dit jaarlijkse evenement vond maandag 17 juni plaats. Deze editie van de golfdag was in een nieuw jasje gestoken, met een andere opzet én een nieuwe locatie. ’s Ochtends gaf Barenbrug een rondleiding over de eigen researchlocatie, ’s middags werd er gegolfd op golfclub Heelsum. Auteur: Nino Stuivenberg

Barenbrug-gras gaat de hele wereld over, maar de oorsprong is te herleiden tot één locatie: het Barenbrug Research & Development-center in Wolfheze. Op deze plaats begon dit jaar ook de Barenbrug Golfdag. Een goede keuze, zo bleek al snel, want van de ruim honderd aanwezige greenkeepers, adviseurs, aannemers, architecten en leveranciers – allemaal gebruikers van Barenbrug-gras – waren er veel nog nooit op dit onderzoekscentrum geweest. De rondleiding langs zes onderdelen van de Barenbrug-locatie werd door de gasten dan ook met veel interesse gevolgd. Wat bij veel greenkeepers zal blijven hangen, is hoeveel tijd en onderzoek er nodig is om nieuwe producten te ontwikkelen. Tim van der Weijde, manager van het onderzoekscentrum van Barenbrug, vertelt voorafgaand aan de rondleiding dat het wel twintig jaar kan duren om een nieuw topras te ontwikkelen: dertien jaar om nieuw gras te veredelen, gevolgd door jaren van proeven op het gebied van bijvoorbeeld droogte en betreding na uitgebreide selecties. Continu proces van onderzoek Tijdens de rondleiding gaf Barenbrug op diverse fronten toelichting bij deze onderzoeken. Zo

58

3/2019

De kriebeleg van Redexim.

sprak Van der Weijde zelf in de kassen over proeven die Barenbrug doet op het gebied van ziekteresistentie. Het verschil tussen de grasplanten is daarbij duidelijk zichtbaar: de ene plant verweert zich aanzienlijk beter dan de andere, waardoor uiteindelijk de beste rassen overblijven. Van der Weijde benadrukte daarbij dat deze proeven een continu proces zijn. ‘Want de ziekteverwekker past zich na verloop van tijd aan.’ Hij liet tevens een proef zien op het gebied van stikstofreductie, waarbij planten zo min mogelijk stikstof krijgen en gekeken wordt welke plant het groenst blijft. Dat roept wel de vraag op hoe je de kleur groen kunt meten.


4 min. leestijd

ACTUEEL enkele ervaringen na het droge jaar 2018; elders in dit vakblad bespreekt hij deze resultaten in een apart artikel. Verder demonstreerde Bos nog de effecten van Yellow Jacket, een product om de waterbeschikbaarheid voor grasplanten te optimaliseren en daarmee de kans op succesvolle kieming te vergroten.

Barenbrug heeft hier een compacte ‘fotostudio’ voor, waar onder controlecondities foto’s gemaakt worden. Zo kunnen grasplanten onderling op kleur vergeleken worden. DNA-onderzoek heeft de toekomst Drie onderzoekers uit het lab van Barenbrug gaven een toelichting over endofyten. Zij toonden daarbij diverse schimmels in een potje: sneeuwschimmel, dollarspot. De aanwezige greenkeepers herkenden deze boosdoeners natuurlijk als geen ander. De onderzoekers gaven tevens een inkijkje in een aantal testen met DNA. Barenbrug is al zover dat de moeder van een grasplant teruggevonden kan worden door overeenkomsten in het DNA. Een van de aanwezige adviseurs vroeg daarop of het ook mogelijk is om te selecteren op kenmerken, zoals resistentie en tolerantie. Dat kan nu nog niet, maar zal in de toekomst ongetwijfeld mogelijk worden. Verder vertelde Olaf Bos (internationaal productmanager turf) over de testen die Barenbrug doet op het gebied van droogtetolerantie. Het bedrijf heeft twee jaar geleden zogenoemde rainout-shelters aangeschaft: overkappingen op rails die over gras heen worden geplaatst. Zo’n overkapping kan tot tweehonderd meter verplaatst worden. Op het gras onder de overkapping komt geen regen; zo kan precies onderzocht worden hoe goed verschillende soorten tegen droogte kunnen. Bos vertelde ook over

Samenwerking Barenbrug is natuurlijk naamdrager van de golfdag, maar het evenement wordt georganiseerd in samenwerking met partners Redexim, Melspring, ICL Specialty Fertilizers en Aquaco. Redexim demonstreerde meerdere machines op deze dag, waaronder de kriebeleg uit het eigen assortiment. Deze machine met gebogen pennen kan vóór het maaien ingezet worden in de toplaag. Met een draaiende beweging maakt de machine bijvoorbeeld weegbree los, waar je vervolgens met de maaier overheen gaat. ‘Het zit hem in de eenvoud’, aldus Remi Nouwens van Redexim. Hij liet verder de Blec Blecavator 145 zien, een overtopfrees die tot 15 centimeter diep omploegt en zo een goed zaaibed creëert. Nog eens vier machines werden tentoongesteld door Gebr. Bonekamp: drie doorzaaimachines en een zaaimachine, namelijk de Blec Multiseeder, de Redexim Speedseed, de Redexim Overseeder 1430 en de Turfmaker 210. Het praktische aspect van het vak kwam daarmee ook uitgebreid aan bod. Barenbrug gaf bovendien een kijkje in het eigen machinepark. De vele proefvelden moeten immers ook gemaaid en gemonitord worden. Barenbrug gebruikt onder meer een robotcirkelmaaier van Jacobsen voor het maaiwerk en een Wintersteiger voor het schoonmaakwerk. Ook de drone speelt een belangrijke rol; die wordt ingezet om groene pixels te tellen en droogtestress te meten. Geslaagde middag Aan het eind van de ochtend, en daarmee het plenaire programma, verkasten de gasten naar Golfclub Heelsum. Dit was een verandering ten opzichte van voorgaande jaren, toen er op de Barenbrug Golfdag afwisselend gespeeld werd op Het Rijk van Nijmegen en Het Rijk van Nunspeet. In het openingswoord legde Christiaan Arends uit dat deze keuze gemaakt was op basis van een enquête tijdens de golfdag van vorig jaar. ‘Deze werd massaal ingevuld; de gasten gaven daarbij aan weleens op een andere baan te willen spelen.’ De keuze viel op Golfclub Heelsum, een andere locatie die in de

Olaf Bos (Barenbrug) geeft toelichting over droogte.

buurt ligt. Het bezoek aan deze golfbaan viel bovendien mooi te combineren met het eerdere bezoek aan Barenbrug Research in Wolfheze. ‘s Middags werd er op Golfclub Heelsum dan ook fanatiek gespeeld om de Barenbrug Trophy (voor spelers met handicap 0 tot 19) en de Redexim Trophy (voor spelers met handicap vanaf 19). Na een ronde over de baan werden de prijzen uitgereikt. Wat het weer betreft – een stralende zon en een temperatuur boven de 20 graden – had de golfdag niet op een beter moment kunnen plaatsvinden. Ook de nieuwe opzet werd door de gasten positief ontvangen: na afloop waren er louter blije gezichten te zien. Wat ons betreft dan ook tot volgend jaar!

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30111/een-kijkjein-de-keuken-bij-barenbrug Uitslag golfwedstrijd Barenbrug Trophy: 1 Ferdie Ottens 2 Andre van Lijssel 3 Danny de Busser Neary Barenbrug Trophy Longest Heren

Martin van de Schans Danny de Busser

Redexim Cup 1 Peter Bobeldijk 2 Lars Koene 3 Jamie Bijl Neary Redexim Cup Marc Wilberts Longest Heren Martin Brummel Longest Dames Jamie Bijl Cees de Bree Prijs Dirk van der Weert

www.greenkeeper.nl

59


Alleen droogtestress of ook schade aan de grasmat?

Droogte en droogteschade Voorkomen of blussen? In 2018 werden de golfbanen geconfronteerd met extreme droogte, met als gevolg op diverse banen aanzienlijke schade aan de grasmat, met name op de fairways, maar ook de bunkerranden. Dan rijst de vraag hoe je een dergelijke situatie in de (nabije) toekomst goed of in ieder geval beter het hoofd kunt bieden. Auteur: Casper Paulussen

In de eerste plaats is het lastig in te schatten wanneer de gewone zomerdroogtestress overgaat in meer structurele schade aan de grasmat. Droogte is immers niet per definitie verkeerd; integendeel. Om de juiste grassen te stimuleren, heb je juist relatief droge omstandigheden nodig. Dus zal men zo lang mogelijk wachten met beregenen, om de gewenste droogte(stress) te creëren voor een optimale concurrentiepositie voor de droogteresistente soorten. Maar als regen dan uitblijft, is het ook voor deze grassen uiteindelijk onmogelijk om te overleven. Vervolgens is het een hele operatie om dit relatief grote deel van de golfbaan, de fairway, binnen een redelijke termijn kwalitatief weer op het gewenste niveau te krijgen. Alleen droogtestress of ook schade aan de grasmat? Preventief Uiteraard streeft men er altijd naar elke vorm van schade aan de grasmat te voorkomen. Beregening van fairways zal in grote mate bijdragen aan het voorkomen van schade aan de grasmat bij droogte. Het is zeker niet bedoeld

60

3/2019

om de grasmat groen te houden, merely to keep the grass alive. Maar behalve dat beregening van grote grasoppervlakken kostbaar is (en dus niet overal haalbaar), vormen de toenemende (tijdelijke) restricties op beregenen ook een steeds grotere beperkende factor voor de borging van de kwaliteit van de grasmat. Het lijkt vreemd: een kostbare beregeningsinstallatie, en dan niet mogen beregenen? Daarnaast geeft beregening nooit een uniform beeld en is de watergift nooit optimaal naar de behoefte van de grasmat. Er zal er dus altijd aanvullend handmatig beregend moeten worden. Naast het beregenen moeten ook andere preventieve maatregelen tegen het licht gehouden worden om schade aan de grasmat te helpen voorkomen. Indien bijvoorbeeld de toplagen (lokaal) erg schraal zijn, is het verstandig vooral ook iets te doen aan de samenstelling en eigenschappen van de toplagen, onder meer door organisch materiaal in te werken. Dat betekent dus zoeken naar een meer structurele en duurzame oplossing, uitgaande van twee uitgangssituaties van de toplaag: • schrale toplagen van nature, maar ook door verschraling ontstaan • rijke toplagen, vaak nog te verschralen De eerstgenoemde schrale toplagen zijn doorgaans droogte- en daarmee ook schadegevoelig. In de tweede situatie met rijkere toplagen wordt dikwijls verschraald, zodat de winterbetreding c.q. -belasting verbeterd wordt en baansluiting in de winterperiode zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Te veel verschralen resulteert echter in bovenstaande situatie 1, met een verhoogd risico op (lokale) droogteschade in de drogere zomerperiode. Vaak is er sprake van een combinatie, waarbij de verschraalde hoger

Schrale toplaag (op klei)

Rijke toplaag

gelegen mounts verdrogen en de lager gelegen depressies groen blijven en in nattere perioden toch ook draagkrachtig, bij een uniforme verschraling. Er zal dus een balans, een optimum gevonden moeten worden, waarbij de toplaag in de winter een goede draagkracht heeft, maar ook voldoende en vooral uniform droogtebestendig blijft met betrekking tot de grasmat. Daarom moeten de knelpunten nauwkeurig in kaart gebracht worden: • Welke delen van de baan zijn momenteel te rijk van opbouw en moeten verschraald


5 min. leestijd

SPECIAL •

worden (met zand)? Welke delen van de baan zijn momenteel te schraal en moeten verbeterd worden (met compost), om droogteschade te helpen voorkomen?

Op basis van de in kaart gebrachte knelpunten kan er gericht verschraald of verrijkt worden, c.q. toplaagverbetering plaatsvinden, met als doel het in stand houden van een uniforme grasmat die bij wisselende weers- en terreinomstandigheden aan de gestelde eisen blijft voldoen. Verder kan het risico enigszins beperkt worden door het gebruik van de juiste grasmengsels. Bij een mengsel is het potentieel aan groeimogelijkheden immers veel breder dan bij bijvoorbeeld bij de keuze voor een monocultuur. Een mengsel past zich aan de lokale groeiomstandigheden aan; een monocultuur kan dit uiteraard slechts in beperkte mate. PREVENTIEVE ASPECTEN SAMENGEVAT • Bodem: schraal – rijk = optimaliseren groeiomstandigheden door gericht onderhoud • Beregening aanwezig: ja/nee – (tijdelijke) lokale restricties = afhankelijkheid van beregening • Grassoortenkeuze = optimaliseren grasgroei en herstel (onderhoud, beheer) Curatief Als preventie alleen toch onvoldoende blijkt en er lokaal schade optreedt, moet die hersteld worden. Zoals te zien was in 2018, kan de schade aanzienlijk zijn. Een buitje regen geeft dan vaak maar een beperkt herstel, zeker niet uniform, en vaak vestigen diverse ontsierende onkruiden zich. Dat maakt het totale beeld er zeker niet fraaier op. Maatregelen om beschadigingen te herstellen: • Beregenen om de toplaag te bevochtigen en de eerste herstelgroei mogelijk te maken • De toplaag bewerken (‘hollow-tinen’) om

plantgaten te maken. Doorzaaien in een reeds uitgedroogde graszode heeft doorgaans immers onvoldoende effect; er is meer nodig. De grasmat in- c.q. doorzaaien: graszaad in de gaten vegen, evenals het materiaal dat vrijkomt bij het prikken met holle pennen. (Renovatie)

Aangezien elke situatie anders is, blijft het raadzaam eerst op een wat kleinere schaal een proefopstelling te maken. Dan kan bepaald worden wat de beste aanpak is: welke procedure, welk type machine, welk type pennen etc. Bunkerranden Ook bunkerranden hebben steeds meer te lijden van droogte. De mate waarin wordt onder meer bepaald door het ontwerp, de ligging (expositie), de ondergrond en vervolgens het onderhoud. Het reguliere onderhoud van bunkers is per definitie al kostbaar. Als er dan ook nog jaarlijks droogteschade optreedt, zal er nóg meer tijd nodig zijn voor het toch al kostbare bunkeronderhoud. Nu situaties ontstaan waarbij bijvoorbeeld minder mensen werkzaam zijn op de baan (onder meer door robotisering), worden deze zeer arbeidsintensieve taken wellicht uitgesteld, totdat de problemen zich in de loop van de tijd steeds vaker voordoen. Mogelijke knelpunten: • Door het ontwerp kan het gebeuren dat de rand (face) droogtegevoeliger is en geen water kan vasthouden. • Indien deze face op het zuiden georiënteerd is, wordt dit effect versterkt. • Als de ondergrond uit zand bestaat, maakt dat de situatie ook kritieker. • Krijgen deze bunkeronderdelen onvoldoende aandacht, voeding, vocht etc., dan kan de kwaliteit door een combinatie van bovenstaande zaken bij grote droogte snel achteruitgaan. Het resultaat is dan sterke mosvorming bij de bunkerranden, met vervolgens kwetsbare en

steeds meer afbrokkelende instabiele randen. Het is lastig deze ongewenste situatie op een eenvoudige manier gunstig te beïnvloeden. De ondergrond is immers extreem droog en zal nauwelijks meer water opnemen; vocht en voeding zijn daar allang verdwenen. Een lichte lokale bemesting kan wellicht nog voldoende effect hebben om enig herstel in gang te zetten. Vervolgens kan er lokaal belucht en doorgezaaid worden, om de uniformiteit en dichtheid van de grasmat zeer geleidelijk te helpen herstellen. Ook kan er overwogen worden de randen opnieuw met graszoden te leggen. Dit alles is maatwerk per bunker; deze maatregelen zijn kostbaar en mogelijk slechts tijdelijk van aard, als niet ook de bodemstructuur gelijktijdig wordt verbeterd én uitdroging van de grasmatranden wordt voorkomen. Samengevat De extreme droogte in de zomer van 2018 heeft laten zien, dat de groeiomstandigheden voor de grasmat zeker niet overal zo gunstig zijn dat er geen schade optreedt bij extreme weersomstandigheden, of dat men een spoedig natuurlijk herstel kan verwachten. Voor de gewenste, meer duurzame en structurele oplossingen moet zowel de bodem als de grasmat aandacht krijgen. De grasmat zal perioden van droogte immers goed moeten kunnen doorstaan, maar ook in perioden met langdurige regen moeten grasmat en bodem goed blijven functioneren. Dit vereist maatwerk bij de toplaagverbetering van fairways (of een deel daarvan) en ook van individuele bunkers. Vervolgens moet de beregening worden geoptimaliseerd én moet er handmatig worden beregend, om schade aan de grasmat te voorkomen en een uniforme grasmat in stand te houden. Mocht er ondanks alle preventieve maatregelen toch schade optreden, dan zal deze naar verwachting minder ernstig zijn dan voorheen én ook beter en sneller herstellen. Voorkomen is beter dan genezen … Casper Paulussen is onafhankelijk adviseur golfbanen.

www.nibscanpro.com

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30165/droogteen-droogteschade

www.greenkeeper.nl

61


Green Deal is done deal Fieldmanagers en greenkeepers discussiëren over haalbaarheid Green Deal Sport

De kogel is door de kerk: ondanks een eerdere publicatie over vijf jaar uitstel komt er per 1 januari 2020 ‘gewoon’ een harde nullijn voor de Green Deal Sport. Uitzonderingen zijn onder strenge voorwaarden nog twee jaar mogelijk. Op een forum van de vakbladen Fieldmanager en Greenkeeper gingen enkele hoofdrolspelers uit de branche over dit onderwerp in discussie. Auteurs: Nino Stuivenberg en Hein van Iersel

De manier waarop de laatste maanden over de Green Deal Sport is gecommuniceerd, is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Begin mei kwam de Golfalliantie met een verklaring over het doorrollen van de Green Deal Sport: de sector zou vijf jaar uitstel krijgen. Een maand later werd de alliantie doodleuk teruggefloten door zowel de staatssecretaris als de minister, die vasthielden aan de oorspronkelijke deadline van 1 januari 2020. Daar heeft de maatschappelijke onrust naar aanleiding van een publicatie in De Volkskrant ongetwijfeld aan bijgedragen. Hoe dan ook: uiteindelijk dus géén uitstel voor de sport- en golfsector.

62

3/2019

Die kennis hadden de betrokkenen in dit artikel echter niet toen er begin mei in Zeist gediscussieerd werd over de Green Deal. De oorspronkelijke bedoeling was een algemene discussie over de haalbaarheid van de Green Deal Sport. Door de eenzijdige verklaring van de Golfalliantie werden tijdens de discussie vooral de verschillen in de sector – waarschijnlijk onbedoeld – uitvergroot. De uitersten in deze discussie zijn als volgt samen te vatten. Aan de ene kant staan de sportbonden, die vooral voor een rekkelijke interpretatie van de Green Deal Sport blijken te zijn. Aan de andere kant staan de bracheorganisaties als VHG, BSNC en Cumela, die de (commerciële) belangen van de aannemers vertegenwoordigen. Deze laatste organisaties zijn in het algemeen voor een zo snel en zo compleet mogelijk verbod op het gebruik van gewasbescherming. In de visie van de VHG, BSNC en Cumela is dat de enige manier om innovatie op gang te brengen. Maar zoals een van de aanwezige greenkeepers opmerkte: het is ook een verdienmodel. Er valt meer te verdienen aan beheer zonder chemie dan aan chemisch beheer. Nico Willemsen van Cumela Is het hier logischerwijs niet mee eens: ‘Niet-chemisch beheer heeft wellicht in de eerste periode wat hogere kosten. Maar zou wellicht op termijn bij een goede aanpak tot lagere kosten kunnen leiden. De enige reden dat we dit willen

is het creëren van een gelijk speelveld. Zolang er nog geen generiek verbod geldt en het dus nog niet verboden is om vrij over alle chemische middelen te beschikken, kan een aannemer die nog niet zo ambitieus is de concurrentie aangaan met een ondernemer die wel bereid is te investeren in een duurzame oplossing.’ Pitches Het discussieforum vond op 9 mei plaats bij Woudschoten in Zeist. Aansluitend was er een netwerklunch, beschikbaar gesteld door Melspring. Aan de hand van drie pitches en drie stellingen discussieerden zo’n dertig fieldmanagers, greenkeepers en vertegenwoordigers over het thema Green Deal Sport. De kersverse BSNC-voorzitter Edward van der Geest leidde de discussie in goede banen. Steeds minder uitzonderingen Het openingswoord tijdens het forum was voor Marcel van der Weijden, adviseur bij Rijkswaterstaat namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hij zette de huidige status van de Green Deal uiteen. Het centrale thema in zijn praatje: de nieuwe Green Deal is geen een-op-een doorzetting van de bestaande Green Deal. De teugels zullen steeds strakker worden aangetrokken en gebruikers moeten gaan werken volgens een IPM-methode (IPM staat voor integrated pest management). Daarop


4 min. leestijd

FORUM zal ook worden gecontroleerd. Er wordt op dit moment nog onderhandeld over de precieze uitzonderingen na 1 januari 2020. ‘De staatssecretaris zal de Tweede Kamer nog voor de zomer informeren over de Green Deal’, legde Van der Weijden uit. ‘Dan worden ook de uitzonderingen bekend.’ Van der Weijden benadrukte het uitstelmoment niet expliciet kenbaar te willen maken. Hij kreeg daarin bijval van BSNC-directeur Ben Moonen. ‘De boodschap moet zijn: er is géén uitstel. Vanaf 1 januari 2020 geldt een verbod, tenzij het niet anders kan. We moeten volgens IPM gaan werken, anders verliezen we de urgentie.’ Ook Jeroen van de Ven (Ramm), Jan Vrij (AH Vrij) en Nico Willemsen (Cumela) wezen daarop. Sprekend was de reactie van Henk Slootweg (AH Vrij): ‘De overheid roept op tot duurzaamheid, maar tegelijkertijd selecteren lokale overheden op basis van de laagste prijs en dus voor de inzet van chemie. Echte innovaties komen pas nadat er een hard verbod is ingevoerd. Kijk maar naar onkruidbestrijding op verhardingen.’ Handhaving De NVWA heeft toegezegd te gaan handhaven op chemievrij beheer, aldus Van der Weijden. ‘Dat doen zij risico gestuurd. Bij de handhaving op verhardingen heeft dit gewerkt en deelde de NVWA bij 50 procent van de controles boetes uit.’ Veel fieldmanagers en greenkeepers zeggen nooit controle te hebben gehad, maar die is wel nodig, stelt Nico Willemsen van Cumela Nederland. ‘De NVWA moet een handhavende rol op zich nemen. Helaas is het zo dat mensen pas stoppen met spuiten als het stoplicht op rood staat. De bonden moeten daarom duidelijk communiceren. “Nee, geen chemie, tenzij …” moet de boodschap zijn in plaats van “Ja, mits …”.’ Contrast tussen sport en golf De tweede pitch was van John van Hoesen, oud-voorzitter van de NGA en tegenwoordig hoofdgreenkeeper op The Duke. Zijn boodschap was duidelijk: Van Hoesen is er nog steeds niet van overtuigd dat chemievrij beheer zal lukken. ‘Schieten we niet te ver door?’ vroeg hij het publiek. ‘We willen de competitieve golfer een goed speelveld bieden en dat lukt niet zonder chemie. Ik ben bang dat veel golfbanen niet de mankracht en middelen hebben om chemievrij te werken. Begrijp mij goed: ik ben voor de Green Deal. Ik heb niet voor niets de oorspronkelijke Green Deal ondertekend.’

'We stoppen pas met spuiten als het stoplicht op rood staat' Niet alle aanwezigen begrepen de houding van Van Hoesen, waarna twijfel ontstond over de Green Deal Sport: waarom is er geen aparte Green Deal voor golf en voetbal? Ewoud van de Wetering, directeur van Algavelan, drong daar herhaaldelijk op aan. Meer green deals betekent echter een te hoge administratieve last, stelt Van der Weijden. ‘Er is al een woud aan green deals.’ De discussie maakte het verschil duidelijk tussen de voetbal- en de golfwereld. Golf werkt al jaren hard aan de Green Deal, terwijl in sport de afgelopen jaren eigenlijk niets is gedaan. Volgens Jan Vrij heeft dat te maken met het gebrek aan kennisdeling in de sportsector. Wanneer je als aannemer een kennisvoorsprong hebt, zorg je wel dat je die kennis binnenshuis houdt, omdat je daar bij een volgende aanbesteding last van kunt krijgen. Van Hoesen gelooft niet in het grote verschil tussen golf en sport: ‘Ook in de golfsector is ruim meer dan de helft van de banen in onderhoud bij een aannemer.’ Hoe dan ook, de golfwereld loopt dus voorop als het om duurzaamheid gaat. Des te merkwaardiger is het dat juist de Golfalliantie op uitstel van de Green Deal heeft aangedrongen. Jan van Mondfrans begrijpt dat wel: ‘De NGF heeft uitgelegd hoe je straatgras kunt terugdringen, maar dat kost meer jaren dan gedacht.’ De partijen uit de sportbranche waren hier minder over te spreken. Met name de manier van communiceren door de NGF verdient volgens hen geen schoonheidsprijs. Uitstel of afstel? Blijft de vraag wat het uiteindelijke doel van de Green Deal Sport is: is dat de sector zo snel mogelijk naar een volledige nullijn dirigeren? Nico Willemsen van Cumela is daar duidelijk over: ‘Wij streven niet naar de nullijn, maar

De forumdiscussie op 9 mei werd bijgewoond door de volgende personen: Ewoud van de Wetering, Algavelan John van Hoesen, The Duke William Boogaarts, De Enk Groen & Golf Bertus Carelse, Bas Sportvelden Michel Wimmers, Bayer Ernst Bos, PC Sportvelden Edward van der Geest, BSNC Ben Moonen, BSNC Nick Verberk, Top Sport & Groen Bertjan Emons, Van Wijlen Jaap Verhagen, gemeente Zutphen Gerhard Teunissen, Jean Heybroek Henrie Bekkers, gemeente Den Bosch Gerard Verweijen, Ataro Dick Oosthoek, Groenkeur Joris Slooten, HGM Guido Hamelink, NL Adviseurs Mark Timmerman, Prograss Jan van Mondfrans, Amenity Solutions Nico Willemsen, Cumela Jan Vrij, AH Vrij Hein van Iersel, NWST Marcel van der Weijden, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Bart van Kollenburg, Vos Capelle Jacco Meijerhof, Hofmeijer Jeroen van de Ven, Ramm Nino Stuivenberg, NWST Henk Slootweg, AH Vrij Gerben Zijlstra, Cumela Gerrit van Nieuwenhuizen, Ramm naar een manier van werken waarbij we in zeer uitzonderlijke omstandigheden en onder zeer strikte voorwaarden misschien nog een paar middelen ter beschikking hebben.’ Michel Wimmers van Bayer heeft daar natuurlijk ook een uitgesproken standpunt over. In zijn visie ontstaan alle problemen met gewasbescherming doordat greenkeepers en fieldmanagers middelen onoordeelkundig of niet volgens het etiket gebruiken. Dat is soms extreem. Volgens Wimmers zorgt een druppel van een middel in een vijver al voor een puntbelasting. Communicatie belangrijk De derde en laatste pitch nam Jan Vrij (AH Vrij) voor zijn rekening. Zijn stelling: chemievrij beheer is mogelijk, maar de bodem moet gezond zijn. Om dat te bereiken, moeten fieldmanagers vaker op hun velden zijn. Vrij is tegen uitstel van de Green Deal: ‘Want we hebben ook tijd nodig om ons voor te bereiden op de

www.greenkeeper.nl

63


De duurzame oplossing voor padmaterialen

GRANIET IMPORT B

E

N

E

L

U

X

B

V


FORUM Wat vinden jullie? We legden de drie stellingen van het forum ook voor aan de lezers van Fieldmanager en Greenkeeper. Zij gaven in een online enquête de volgende antwoorden.

Henk Slootweg aan het woord

Hebben we ons de afgelopen jaren voldoende voorbereid op de nullijn die er onherroepelijk aan komt, uiterlijk in 2025? Ja: 51%

Nee: 49%

Is het mogelijk om zonder inzet van chemie te beheren met behoud van kwaliteit en tegen acceptabele kosten? Ja: 51%

Nee: 49%

Hebben we inmiddels voldoende kennis en middelen om zonder chemie te kunnen beheren? Ja: 44%

Nee: 56%

Kaderrichtlijn Water die er in 2027 aan komt. Daarom ben ik voorstander van een zo snel en zwaar mogelijk verbod. Dat is nodig, want in de sportwereld is pas het laatste half jaar wat reuring en alleen in de Taskforce wordt over de Green Deal gesproken; verder nergens.’ Dick Oosthoek vult aan: ‘In dit gesprek is veel tijd besteed aan chemie, terwijl de oplossing in een gezonde bodem en wortelgestel ligt. Ook in het droge 2018 wist een grasmat uit zichzelf te herstellen. Focus op kennis van de bodem is essentieel. Dit vraagt de nodige tijd om te realiseren en langere passende prestatiecontracten. De

aannemers willen hierin investeren, als ze ook de tijd krijgen om de vruchten te plukken.’ Voor clubs is momenteel onduidelijk wat wel en niet mag. Daar moet verandering in komen, volgens Henk Slootweg: ‘De bonden hebben een voorlichtingstaak; zij moeten op de juiste manier communiceren met de leden.’ Clubleden begrijpen namelijk niet altijd waarom een veld niet mooi groen is, merkt Jacco Meijerhof (Hofmeijer). ‘Als we 2018 als referentie nemen: we hebben toen een jaar lang een slecht beeld gehad, maar het gras kwam gewoon terug. Dan is communicatie nodig.’ Laatste woord voor politiek Als afsluiting riep Van der Geest nogmaals de drie pitchers naar voren. De boodschap was helder. Jaap Verhagen, fieldmanager bij de gemeente Zutphen: ‘“Nee, tenzij” moet het uitgangspunt zijn bij de Green Deal; anders gaat het nooit lukken! De bonden moeten daarin het voortouw nemen en erover communiceren met

'Echte innovaties komen pas na een hard verbod' de leden. Bovendien hebben clubs handvatten nodig om chemie te reduceren. IPM, specifiek voor golf en sport, is daarin het uitgangspunt.’ Marcel van der Weijden (ministerie van I&W) sloot de forumdiscussie af met een nuance: ‘De Tweede Kamer kan nog altijd ingrijpen rond de Green Deal. De Green Deal is een convenant, geen wetgeving. Met een motie kan er alsnog een hard verbod op chemie komen. Het laatste woord is aan de politiek.’

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30159/green-dealis-een-done-deal

www.greenkeeper.nl

65


2 min. leestijd

COLUMN

Helaas komt het vaak voor dat greenkeepers hun adviseur blind volgen

Greenkeepers, ga uit van je eigen kennis! Als hoofdgreenkeeper draag je de verantwoordelijkheid over je golfbaan en de staat daarvan. Je bent iedere dag op de baan, kent de verschillende holes als geen ander. Je weet precies hoe het gras erbij ligt en wat de bodem nodig heeft. Dan komt de externe adviseur langs voor zijn jaarlijkse bezoek. ‘We moeten hier echt ingrijpen’, zegt hij. ‘De bodem heeft minstens 100 kg stikstof per hectare nodig.’ Oei. Een flinke verandering, daar had je niet op gerekend. Je weet dat die 70 kg extra veel te veel is, maar de adviseur blijft bij zijn standpunt. Waar kies je voor: volg je het advies op of blijf je bij je eigen gevoel? Helaas komt het in de praktijk vaak voor dat greenkeepers de aanbeveling van zo’n adviseur blind volgen. Jammer, want jij kent de baan het best. Je staat driehonderd dagen per jaar op de baan, een adviseur hooguit drie. Bovendien: een adviseur kan adviseren wat hij wil, maar jij bent als hoofdgreenkeeper verantwoordelijk voor de baan. Daarom is het belangrijk om keuzes te maken: durf verantwoordelijkheid en initiatief te nemen. Bij de greenkeepers op de Veluwse Golfclub probeer ik dat ook te

66

3/2019

stimuleren. Als ik zelf schimmeldruk signaleer, verwacht ik dat de anderen dat ook constateren en het melden. Zo leer je anticiperen op de natuur. Na jarenlange ervaring leer je steeds beter welke maatregelen effect hebben en welke niet. Logisch nadenken is misschien wel het belangrijkste aspect van ons vak. Wat dat betreft, heb ik weleens medelijden met hoofdgreenkeepers die begeleid worden door een aannemer. Die kijkt immers heel anders naar een baan, en de hoofdgreenkeeper heeft dan vaak geen andere keuze dan een advies over te nemen. Helemaal verkeerd, als je het mij vraagt. Een hoofdgreenkeeper heeft veel meer feeling met zijn baan dan een adviseur. Het moet dan enorm frustrerend zijn om geen keuze te hebben. Met een adviseur moet je in discussie kunnen, je moet hem een weerwoord kunnen geven. Met zo’n wisselwerking boek je resultaten. Deze column begint wellicht op een hetze tegen adviseurs te lijken, maar dat is niet de bedoeling. Integendeel zelfs. Zelf maak ik namelijk ook gebruik van een adviseur, bijvoorbeeld als ik meer wil weten over bemesten of

beregening. Een adviseur kan je prima ondersteunen bij onzekerheden, zolang je maar zelf blijft nadenken. Bovendien is het goed om een onafhankelijk iemand te hebben die jouw werk beoordeelt voor de club. Zo weet een baancommissie precies wat de kwaliteit van ons werk is. Gaan we een keer de mist in, dan is dat mijn fout en geef ik dat ook toe. Mijn boodschap is dan ook simpel samen te vatten: blijf zelf nadenken en durf te experimenteren!

André van der Woude is hoofdgreenkeeper op de Veluwse Golfclub. Door een vakjury werd hij in november verkozen tot Greenkeeper of the Year 2019.

Be social Scan of ga naar: www.greenkeeper.nl/article/30059/greenkeepers-ga-uit-van-je-eigen-kennis


De partners van

Greenkeeper

connecting green and infrastructure

AHA de Man uw golfbaan op zijn best

TRIPLE A LIGHTING

NL Gebieds label


Graszaadmengsels voor professionals

Als greenkeeper wil je toch alleen graszaad van topkwaliteit?

voor uw

Green Deal

DLF BV • Postbus 1 - 4420 AA KAPELLE • Tel. 0113-347911 • www.dlf.nl • info@dlf.nl DLF • H. van Veldekesingel 150 - bus 30 • 3500 Hasselt • Tel. +32 (0)11/32.13.65 • www.dlf.be • info@dlf.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.