Stad + Groen 1 2020

Page 1

Jaargang 8 1 - 2020

Stad + Groen

HET VAKBLAD VOOR OPENBAAR GROEN EN HET VERGROENEN VAN DE BUITENRUIMTE

KRITISCH OVER STROPERIGHEID VAN HET SYSTEEM Wim van Ginkel, CEO de Koninklijke Ginkel Groep Natuurinclusief in Singapore

Hedera – klimmers en bodembedekkers

Duizendknoop-DNA verraadt aanwezigheid


FURNS produceert al sinds 2016 een grote reeks gespecialiseerde producten voor de buiten ruimte.

T +31 (0)413 395 262

Info@furns.com

www.furns.com

Liessentstraat 4


R

LANDSCAPING OUR FUTURE

Vernieuwde website en brochures Ieder project verdient een volledige inrichting. Budgetten staan onder druk en FURNS helpt haar klanten graag om het maximale uit het minimale budget te halen zonder concessies te doen aan kwaliteit. Hiervoor bieden wij een groot standaard programma met meubilair en inrichtingselementen. Naast het standaard assortiment bieden wij projectmatig maatwerk oplossingen welke allen in eigen beheer geproduceerd en ontwikkeld worden. Bekijk nu onze nieuwe website, de ‘‘Furniture brochure en de ‘‘Landcaping’’ brochure op www.furns.com.

5405 AG Uden

Nederland


OUT-FRONT T-FRONT PERFORMANCE RFORMANCE

GROUNDSMASTER® 3200/3300 SERIE 3200/3300 SERIE

w terrein tot fraaie

happen en perfect

n: het uitgebreide

uctaanbod van heeft voor elke

precies de juiste

oplossing. 4

1/2020

De nieuwe Groundsmaster 3200/3300 Serie Van ruw terrein tot fraaie geveerde stoel en stuurkolom, De nieuwe Groundsmaster Serieeen ongeëvenaarde productiviteit. Met een de vi landschappen en perfect 3200/3300levert vanpk) deofmotor en de optionele cabine levert eenhet ongeëvenaarde Met een krachtige 27,5 kW (37,4 18,4 kW (24,7 pk) maaien: uitgebreide productiviteit. hele seizoen ervaart u de gehele da krachtige 27,5 kW (37,4 pk) of 18,4 kW (24,7 Stagepk) V Yanmar® motor, CrossTrax® productaanbod van Routinematig onderhoud is Stage V Yanmar® motor, CrossTrax® vierwielaandrijving encomfort. de legendarische Toro® heeft voor elke dankzij ontwerp van vierwielaandrijving en de legendarischeGroundsmaster maaideks diehet eeninnovatieve uitzonderlijke klus precies de juiste Productiviteit, comfort en betrouwba Groundsmaster maaideks die een uitzonderlijke snijkwaliteit leveren. Door de volledig verstelbare oplossing. gloednieuwe Groundsmaster 3200/ snijkwaliteit leveren. Door de volledig verstelbare


VAN LEGENDARISCHE DUURZAAMHEID VAN LEGENDARISCHE DUURZAAMHEID

TOT VEELZIJDIGHEID TOT VEELZIJDIGHEID ©2019 The Toro Company. All rights reserved. ©2019 The Toro Company. All rights reserved.

geveerde stoel en stuurkolom, de vingertopbediening Ontdek de volledige lijn Toro-producten voor ingertopbediening de cabine volledige lijnhet Toro-productentuinprofessionals voor van de motor en deOntdek optionele voor op toro.com/StartToFinish en e voor het hele seizoen ervaarttuinprofessionals u de gehele dag op optimaal toro.com/StartToFinish en neem contact op met uw plaatselijke Toro-verdeler ag optimaal comfort. Routinematig onderhoud is ook eenvoudig neem contact op met uw plaatselijke Toro-verdeler voor meer informatie. s ookdankzij eenvoudig het innovatieve ontwerp van het kanteldek. voor meer informatie. n hetProductiviteit, kanteldek. comfort en betrouwbaarheid. Dat is de aarheid. Dat is deGroundsmaster 3200/3300. gloednieuwe Bel dealer Jean Heybroek op /3300.

+31 (0)30 63 94 611 of kijk op jeanheybroek.com


GREENTOCOLOUR hét openbaar groen vasteplanten concept

A L L E E N G R E E N TOCO L O U R ® B I E DT : • 15 jaar en 3500+ projecten passie en ervaring • 100% gecontroleerd, uit eigen duurzame kwekerij (Groenkeur) • Alles met 1,4 liter potkluit, specifiek voor openbaar groen geteeld • Eigen ontwerpers, opgeleid voor vasteplanten in het openbaar groen • Altijd controle bodemvoorbereiding door eigen substraat-specialist Voorkom teleurstelling. Kies met GreentoColour® voor gegarandeerd resultaat. Geleverd door Griffioen Wassenaar BV en haar partners.

GreentoColour ® is een geregistreerd handelsmerk voor het originele vasteplantenconcept dat uitsluitend door Griffioen Wassenaar BV en haar gecertificeerde partners (greentocolour.com/contact/partners) aangeboden mag worden.


016

Goes worstelt met vergroening stadskern Waar veel gemeenten het winkelaanbod in hun stadskern zien verschralen, kan het Zeeuwse Goes zich nog steeds verheugen in een breed scala aan winkels dat veel publiek trekt. Ook de wekelijkse markt brengt leven in het centrum van de oude Zeeuwse havenstad. Maar al dat economisch verkeer rijdt wel de vergroeningswensen van menig stadsbewoner en -bestuurder in de wielen. En de bodem helpt ook al niet mee. De rijke historie van de stad heeft een dikke laag puin achtergelaten onder de voeten van de Goesenaren.

www.stad-en-groen.nl

7


INHOUDELIJK

stadgroen stadengroen

054 Poreuze tegel in strijd tegen extreem weer Klimaatverandering heeft steeds extremer weer tot gevolg. Lange periodes van droogte worden afgewisseld met korte, maar hevige stortbuien. In 2019 riep vakblad Stad + Groen daarom de Gouden Gieter in het leven: een wedstrijd voor het bundelen van de beste creatieve en praktische oplossingen tegen alledaagse problemen die door dat extreme weer ontstaan. Het jaar is nog maar nét begonnen en de eerste deelnemer aan de Gouden Gieter 2020 is al binnen.

026

032

044

‘Blijf van onze bomen af!’

Natuurinclusief in Singapore

Bewoners van de Boschveldweg in Den Bosch zijn boos. Heel erg boos. In september werd besloten dat een reeks grote platanen in de straat gekapt wordt. Niet drie of vier, maar liefst 34 moeten eraan geloven. De beeldbepalende giganten moeten wijken voor de trillingswand die ProRail er wil plaatsen in verband met de verwachte toename van het treinverkeer.

In Nederland maakt natuurinclusief ontwerpen opgang en gaan steeds meer gemeentes aan de slag met beleid en puntentellingsystemen. In de praktijk blijkt het echter nog steeds moeilijk om een beoordeling te koppelen aan het nut dat de ingrepen hebben.

078 Eindgebruikers zien biodiversiteit met eigen ogen toenemen ‘Ecologisch landschapsbeheer verrijkt de natuur, maar is ook een hoofdmaatregel tegen ziekten en plagen’, aldus regiodirecteur Hank Wijnbergen van Dolmans Landscaping Services.

8

1/2020

058 Vragen of opmerkingen? Karlijn Klei Vakredacteur E: karlijn@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-33174636

Alberto Palsgraaf Uitgever E: alberto@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-20436728


Deze bloembollen voor natte groeiplaatsen voorkomen hittestress De afgelopen zomer werden we opnieuw geconfronteerd met extreem weer. Voor het eerst in de geschiedenis bereikte het kwik waarden boven de 40 graden Celsius. Het zal niet bij incidenten blijven: deskundigen voorspellen langere, warme zomers met lange droge periodes, gevolgd door extreme piekbuien, waarin we in korte tijd veel neerslag zullen moeten verwerken. Klimaatverandering heeft veel gevolgen, onder andere voor het sortiment beplantingen dat kan worden toegepast. In dit deel ga ik in op bloembollen voor natte en vochtige groeiplaatsen.

Wim van Ginkel, de Koninklijke Ginkel Groep

Kritisch Van Ginkel: ‘Ik ben positief over de langetermijnrichting die we als sector, maar zeker ook als maatschappij, zijn ingeslagen, maar ook kritisch over het systeem waarin we zitten. Ik was deze week nog bij een openbare inschrijving. Dat is treurig; daar zit je dan met elf collega-groenvoorzieners te azen op de laagste prijs. Daar word ik dan wel even wanhopig van. En ja, ik weet wel dat ik niet mee hoef te doen, maar altijd weigeren is ook lastig. Hier ging het bijvoorbeeld om een bestek in mijn eigen gemeente.’ Onbelangrijk als opdrachtgever is de overheid natuurlijk niet. Van Ginkel heeft vorig jaar een apart bedrijf opgericht waar met name mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van Ginkel verklaart dat nieuwe bedrijf enerzijds vanuit een zakelijke, maar anderzijds ook vanuit een persoonlijke ambitie. ‘Ik kan me herinneren dat vaders met hun zoon bij mijn opa aan de deur kwamen met de mededeling: “Mijn zoon kan niet zo goed leren, maar wel heel hard werken.”’

Heeft Japanse duizendknoop eindelijk zijn Nemesis gevonden? In de land- en tuinbouw wordt biologische grondontsmetting met Herbie-korrels al enige tijd met succes toegepast in de strijd tegen grondgebonden ziekten, plagen en onkruiden. We spreken dan over het resetten van de bodem. In juli van dit jaar rondt natuuraannemer Ranox een proef af waarin dezelfde methode wordt ingezet in de strijd tegen Aziatische duizendknopen.

VERDER 010 016 034 040 049 050 056 064 070 074 086 093 094

Kort nieuws Goes worstelt met vergroening stadskern Hedera – struiken, klimmers en bodembedekkers Studiemiddag Omgevingswet en Spelen biedt speelruimte voor de toekomst Verheij presenteert nieuw concept GeoGreen Koppelen, beheren, kalibreren: de nieuwste stappen van data-driven Connected Green Duizendknoop-DNA verraadt aanwezigheid ‘Nooit meer in dieseldampen werken’ Steeds meer woonwijken geteisterd door invasieve mediterrane draaigatjes Husqvarna is getting in shape Adezz-directeur Van Hooff: ‘Wij zijn een geoliede machine’ Anja Kanters Donker Groen krijgt Greenfluencer 2019-award uitgereikt Hoofdredactioneel

Lees verder op pagina 22

COLOFON Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal. REDACTIE & COMMERCIE NWST NeWSTories bv, Fransestraat 41, 6524 HT Nijmegen, T 024-3602454, F 024-3602464, info@nwst.nl, www.stad-en-groen.nl HOOFDREDACTEUR Hein van Iersel (hein@nwst.nl) OPERATIONEELMANAGER Peter Jansen (peter@nwst.nl) REDACTEURS Willemijn van Iersel (willemijn@nwst.nl) Linde Kruese (linde@nwst.nl) Nino Stuijvenberg (nino@nwst.nl) Karlijn Klei (karlijn@nwst.nl) Sjoerd Rispens (sjoerd@nwst.nl) VORMGEVING StudioBont Nijmegen ADVERTENTIES Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Rik Groenewegen (rik@nwst.nl) SALES SUPPORT Lieke van der Weijde (lieke@nwst.nl) ABONNEMENTEN Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector €104,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnements-periode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Stad+Groen c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveel­voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, foto-kopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Stad+Groen wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekst­bijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeld­materiaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatieen/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

www.stad-en-groen.nl

9


#TRENDING

Meest gelezen op stad-en-groen.nl

Na een halfuur werken heb je al het gevoel dat de Grenadier doet wat jij wilt Frank Bijlsma is mede-eigenaar van de Friese onderneming Jelle Bijlsma BV. Hij is enthousiast en tevreden over de maaiarmen van Herder Grenadiers die ze op hun tractoren hebben gemonteerd. Er staan binnenkort liefst twaalf tractoren met die bekende gele maaiarmen in de loods.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/31861/na-een-halfuur-werken-heb-jeal-het-gevoel-dat-de-grenadier-doet-wat-jij-wilt

Met deze accukettingzaag hebben hoveniers geen benzine-aangedreven zaag meer nodig Een vast onderdeel in de bus van iedere groenvoorziener of hovenier: een motorkettingzaag van 40 tot 50 cc. Met dit soort machines is bijna iedere groenklus te klaren, behalve misschien een extreem zware velling.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/32260/met-deze-accukettingzaaghebben-hoveniers-geen-benzine-aangedreven-zaag-meer-nodig

De beste planttijd voor vaste planten Er bestaan veel misverstanden over de geschiktste planttijd voor vaste planten. Benieuwd hoe het zit? Bert Griffioen van vasteplantenkwekerij Griffioen blogt erover.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/27653/de-beste-planttijd-voor-vasteplanten

10

1/2020

Aspen en NL Greenlabel gaan partnerschap aan Met tweehonderd organisaties werkt NL Greenlabel aan het meetbaar vergroenen en verduurzamen van de leefomgeving in Nederland. Brandstofleverancier Aspen, bekend van zijn schone alkylaatbenzine, maakt sinds januari 2020 ook deel uit van dit brede netwerk. Op 15 januari werd tijdens de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg de partnerovereenkomst getekend. Lodewijk Hoekstra, medeoprichter van NL Greenlabel, is verheugd over dit partnerschap: 'Met Aspen voegen we een partner aan ons netwerk toe die actief werkt aan een duurzame toekomst. Er zijn positieve ontwikkelingen op het gebied van accugereedschap binnen de groene sector en dat juichen we van harte toe. Veel hoveniers en groenvoorzieners werken echter nog met machines op basis van tweetaktmotoren. Het is een utopie om te denken dat deze machines niet meer worden ingezet. Aspen heeft onlangs een dieselbrandstof uit herwinbare grondstoffen op de markt gebracht en dat tekent zijn innovatiekracht en vooruitstrevende houding. Daarom past Aspen bij NL Greenlabel.' Aspen neemt graag het initiatief om de duurzaamheid van de alkylaatbenzinesector te vergroten. Daarom investeert het bedrijf in nieuwe technologieĂŤn die het mogelijk maken om duurzame brandstoffen voor machines te produceren. Het gaat hierbij om synthetisch geproduceerde brandstoffen op basis van herwinbare grondstoffen. Binnen niet al te lange tijd zal naast de diesel ook de alkylaatbenzine fossielvrij zijn.


NIEUWS BVOR kritisch op bokashi-hype met nieuwe factsheet Branchevereniging Organische Reststoffen BVOR heeft een nieuwe factsheet uitgebracht rondom Bokashi. De vereniging wil hierin het enthousiasme temperen rondom de Bokashi hype. Zo plaatsen ze diverse kanttekeningen bij de bodemverbeterende eigenschappen van de stof en spreken ze van een echte hype waarbij gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de stof ontbreekt. Compost vs Bokashi Om compost en bokashi goed te kunnen vergelijken moet men naar de hele keten kijken. Van productie tot toepassing en de lange termijn effecten. Zo werpen voorstanders van bokashi vaak op dat bij de productie van bokashi geen CO2-vrijkomt en dat bokashi meer vers organisch materiaal bevat. Twee beweringen die volgens het BVOR maar deels waar zijn. Zo wordt inderdaad tijdens het maken van bokashi minder broeikasgassen uitgestoten, maar als je kijkt naar de gehele keten is bokashi niet klimaatvriendelijker dan compost. Op de site van BVOR is de hele factsheet te vinden.

Ook Ede krijgt groene bushokjes L E A D I N G WAT E R S O LU T I O N S

www.smitsveldhoven.nl

DAG in DAG uit ZORGEN WIJ VOOR EEN BETERE LEEFOMGEVING

De hype van de met groen bedekte bushokjes houdt aan. Na onder meer Utrecht en Amsterdam gaat ook de gemeente Ede de daken van een handvol abri's van groen voorzien. De huidige exploitant van de bushokjes stopt ermee. De gemeente Ede neemt de abri's over en grijpt hiermee de kans om een kleine vergroeningsslag te maken. Het grootste deel van de abri's valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Ede, een aantal is in beheer bij de Nederlandse Spoorwegen en de abri's langs de provinciale wegen zijn in beheer bij de provincie Gelderland. Zeven van de honderd bestaande bushokjes in de gemeente zullen van een groen dak worden voorzien. Naast het aanbrengen van het groen is ook de overname een duurzame stap, volgens de gemeente. Wethouder Lex Hoefsloot: 'Oude bushokjes worden hierdoor niet verwijderd en getransporteerd naar het buitenland.' Vanaf wanneer de Edenaren precies van de duurzame abri's kunnen genieten, is nog niet duidelijk.

Nieuwe 'bomenbank' siert Europaplein De Enk Groen & Golf zorgde onlangs voor de spreekwoordelijke kers op de taart van het Europaplein in Volendam. Het plein werd eerder al goed onder handen genomen, maar een mooie plek om te zitten ontbrak nog. De Enk loste dat probleem op door eind 2019 een stel bijzonder banken te plaatsen. De gemeente Edam-Volendam gaf opdracht voor het maken van een rustpunt op het centrale plein. Begin november startte De Enk met de uitvoering van het project en begin december werd het opgeleverd. De bomenbank bestaat uit natuurstenen blokken van Portugees graniet en een hardhouten zitrand. Voor het realiseren van de bank werkte De Enk samen met Rots Maatwerk en Bureau B+B urbanism and landscape architecture. In het midden van de bomenbank is ruimte voor groen; in overleg met de gemeente plantte De Enk daar vaste planten en drie Nyssa-bomen. Naast de bijzondere bomenbank werden op het plein een paar kleinere bankjes geplaatst, zonder bomen, maar van dezelfde natuurlijke materialen.

DAGnl.nl 06 11 56 13 37 INFO@GRAS-ADVIES.NL DAGNL.NL CIVIELE TECHNIEK STEDENBOUW LANDMETEN ARCHEOLOGIE

BODEMONDERZOEK SANERING

OMGEVINGSMANAGEMENT DUURZAAMHEID

ASBEST

FLORA EN FAUNA SPORT EN SPEL

www.stad-en-groen.nl

11


Handel in zand, grind en grond Transport | Grondverzet Verhuur van graafmachine, auto met laadkraan en containers

Levering volgens BRL 9335-4 van: Teelaarde, bomengrond en bomenzand. Diverse soorten siersplit en lava. Specialiteit: Achterhoeks Padvast Hét Halfverhardings materiaal voor de Hoveniers. Middelbuurtseweg 47A • 3903 LB Veenendaal • T 0318 57 12 68 info@hardeman-zand.nl • www.hardeman-zand.nl

Gaan je medewerkers nog steeds op pad met geprinte planningen en handmatig in te vullen urenbriefjes? Je hoeft niet te kiezen tussen binnen of buiten. Met Vision-Mobile zit het project zit in je broekzak en heb je altijd en overal inzicht in de actuele projectinformatie.

Tel. +31 (0)172 23 54 44 www.groenvision.com

Het project in je broekzak

Ook voor Easy-Vision


NIEUWS Stad + Groen zoekt de leukste Green Hacks Groenvoorzieners zijn inventief. Praktische problemen die opduiken bij het beheren, aanleggen en onderhouden van het openbaar groen worden getackeld met op maat gemaakte oplossingen en logisch nadenken. Vakblad Stad + Groen is op zoek naar dit soort green hacks, want overal waar we komen, zien we wel kleine innovaties waar andere groenvoorzieners, -beheerders en -aannemers iets van kunnen leren. Simpele, praktische oplossingen die met een flinke dosis boerenverstand en huisvlijt zijn gefabriceerd. Dit jaar beginnen we daarom met de rubriek Green Hacks. In elke uitgave van Stad + Groen komt voortaan zo'n green hack aan bod. Wij gaan alle ideeën beoordelen en op papier te zetten. Het liefst zo uitgebreid mogelijk, zodat andere groenvoorzieners het idee ook kunnen toepassen. Dat is immers het doel van deze rubriek: praktische kennis delen met vakgenoten. Heb jij een klein, maar vernuftig idee dat je met anderen in de wereld van het openbaar groen wilt delen? Stuur dan een e-mail naar karlijn@nwst.nl en wie weet sta jij binnenkort met jouw green hack in vakblad Stad + Groen.

Nieuwe vestiging VDBH West in Stolwijk Op vrijdag 7 februari werd aan de Nijverheidsweg in Stolwijk de nieuwe vestiging van VDBH West geopend. Met een ouderwetse Freund 1954-heggenschaar verrichtte wethouder Jan Vente de openingshandeling. In iets meer dan een jaar tijd is de nieuwbouw uit de grond gestampt. Directeur Wilco Boender schrijft op LinkedIn: ‘We zijn trots en dankbaar voor wat er in dertien maanden tijd met elkaar is opgebouwd. We zijn klaar voor het nieuwe seizoen in de buitenruimte. Dank voor alle wensen, uw komst en de cadeaus.’

Krinkels pakt Nederlandse bossen aan De afgelopen vijf jaar werden door Krinkels BV steeds meer boswerken aangenomen. Dat boswerk bestaat voornamelijk uit het openhouden van bosvlaktes en het terugbrengen van de zogenaamde natuurwaarden, onder meer door ongewenste soorten zoals de Amerikaanse vogelkers te verwijderen, zieke bomen te kappen en bosverjonging toe te passen. Bij de meeste projecten worden de overgebleven stobben van de Amerikaanse vogelkers behandeld met verdund glyfosaat. Hierdoor sterft het wortelstelsel af. Door een toegevoegde kleurstof is duidelijk welke stobben zijn behandeld. Bij het verwijderen van de houtopslag tot circa een meter hoog wordt gebruikgemaakt van een bosmaaier, bij hogere houtopslag van een brushcutter aan een kraan. De brushcutter zaagt het hout om, waarna het vrijkomende hout wordt verwerkt in de versnipperaar. De houtchips die hierbij worden geproduceerd, gaan naar de dichtstbijzijnde biomassacentrale, die ze gebruikt als grondstof voor energieopwekking. Als er stamhout vrijkomt, wordt dit vervoerd naar de houtverwerker. In de gemeente Ede worden voornamelijk prunus en ongewenste houtopslag bestreden. Dit wordt niet alleen in de bossen gedaan, maar ook op de heidevelden rondom Ede. Speciaal voor deze werkzaamheden heeft Krinkels een op maat gemaakte houtversnipperaar en een drone met warmtezoekende camera aangeschaft. De drone maakt voorafgaand aan de werkzaamheden een scan van het gebied, waarop de locaties te zien zijn van de aanwezige fauna, zoals broedende vogels en schuilplaatsen van herten. Tijdens de uitvoering wordt rekening gehouden met deze locaties. Bij Fort den Haak in de provincie Zeeland worden gedeelten bos gekapt, zodat er meer ruimte ontstaat voor andere natuur. Het vrijgekomen hout wordt gebruikt voor houtverkoop en biomassa. In het

noorden van het land voert Krinkels boswerken uit voor onder andere Defensie in Drenthe en Staatsbosbeheer in Groningen. Voor Defensie worden voornamelijk prunus en ongewenste houtopslag verwijderd; voor Staatsbosbeheer houdt Krinkels zich bezig met bosrandbeheer en essentaksterfte. Naast bosrandbeheer wordt in veel van de grote bosopstanden incidenteel verjongingskap toegepast. Door een goed georganiseerde herplant op de vrijgekomen kapvlaktes wil Staatbosbeheer gestructureerde bosranden krijgen. Deze plantwerkzaamheden worden vanuit meerdere vestigingen van Krinkels gezamenlijk opgepakt.

www.stad-en-groen.nl

13


RootBlock

®

HDPE 1 en 2 mm Wortelweringswand

Hoogste kwaliteit weringswand van HDPE

¡ Bescherming van kabels, leidingen, riolering en fundering ¡ Economisch en duurzaam ¡ 100% recyclebaar

¡ Ondoordringbaar voor boom- en bamboewortels ¡ Waterdicht ¡ Flexibel Ook in Bio Based leverbaar

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu

Vier wortels, één Eijk. aanleg en onderhoud buitenruimte

aanleg en onderhoud buitenruimte

bevordert duurzame inzet

advies inrichting en beheer buitenruimte

deeijkgroep.nl


NIEUWS Has en Vebego vervullen samen maatschappelijke rol in de groensector Has Hogeschool en Vebego hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De twee gaan zich buigen over vraagstukken met betrekking tot de maatschappelijke doelen in de groensector. De Has heeft dit bekendgemaakt. Wat betreft de leefomgeving zijn er verschillende ontwikkelingen gaande, onder meer het koppelen van de fysieke ruimte aan maatschappelijke opgaven en de vergaande participatie van gebruikers, bedrijven en andere betrokken organisaties. Eén van de onderzoekslijnen waar Has Hogeschool zich op focust, is de vertaling van maatschappelijk rendement naar concrete inrichting en beheervoorstellen. Nieuwe kennis binnen deze onderzoekslijn heeft de HAS tot nu toe vooral met partnergemeenten vergaard. Door met partijen als Vebego samen te werken, wil de hogeschool hier verandering in brengen. Dienstverlener Vebego adviseert, ontwerpt, realiseert en beheert de openbare ruimte voor regionale (semi) overheden, zorginstellingen, wooncoöperaties, bedrijven en particulieren. Het bedrijf heeft betekenisvol ondernemen hoog in het vaandel staan en committeert zich daarbij, net als Has Hogeschool, actief aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Has en Vebego gaan de komende jaren structureel samenwerken via (afstudeer)projecten, stages, inspiratiedagen en de minor 'ruimteproef'. Vooral de opleidingen management van de leefomgeving, geo media & design en toegepaste biologie zijn bij de samenwerking betrokken. Deze maand gaat de eerste afstudeeropdracht van start. Drie studenten gaan aan de slag met het ontwikkelen van een dashboard waarmee de bijdrage aan de ontwikkeling van gezonde en gelukkige inwoners gekwantificeerd wordt.

Greenmax bestrijdt EPR met Turfquick Oak Biologische plaagbeheersing met behulp van natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups is een veelbelovende methode. In dat kader komt Greenmax met de Turfquick Oak, een ecologisch verantwoorde maatregel die goed is voor de biodiversiteit. De werking is gebaseerd op natuurlijk evenwicht. Door bij eikenbomen een aantrekkelijke leefomgeving te creëren voor onder meer sluipwespen, gaasvlieglarven en roofwantsen, zorg je dat de populatie eikenprocessierupsen door deze natuurlijke vijanden wordt beheerst. Om dit te bewerkstelligen, wordt het zaadmengsel Turfquick Oak gebruikt. Turfquick Oak biedt naast de zadensamenstelling ook andere duurzame toevoegingen. Alle zaden zijn vooraf in biologisch afbreekbare zaaimatten geweven. Het gaat onder meer om grassen en scherm- en vlinderbloemige­­ plantensoorten, die een verkeersveilige en biodiverse leefomgeving bieden aan deze natuurlijke vijanden. Het bijzondere is dat de zaden in een speciaal doek zitten. Doordat de zaden in deze zaaideken zijn geweven, blijft die op de gewenste plaats liggen en in de juiste mengverhouding. De Turfquick Oak-zaaideken is in de gewenste maat of vorm te knippen. Vervolgens kan de zaaideken op de klaargemaakte grond worden neergelegd, gesproeid en laat men hem groeien. De Turfquick is geschikt voor bermen, stedelijke gebieden en zelfs op hellingen tot 45 graden, zonder dat de zaden zich verplaatsen.

Wim van Breda officiële importeur en dealer van Greentec Wim van Breda is per 1 februari 2020 de officiële Nederlandse importeur en dealer van het Deense merk Greentec, fabrikant van machines voor groen- en beplantingsonderhoud. Greentec is in 1979 opgericht en heeft jarenlang een groot scala aan aanbouwwerktuigen ontwikkeld, onder andere samen met de Britse fabrikant Spearhead. Met het toevoegen van Greentec aan het leveringsprogramma breidt Wim van Breda zich uit als specialist in weg-, berm- en slootonderhoud. De afgelopen jaren heeft Greentec de focus gelegd op het ontwikkelen van een eigen nieuwe maaiarm, genaamd de Greentec Scorpion. De Scorpion staat bekend om zijn verschillende werkbreedtes, een frontmontage-uitvoering en unieke auto height control (AHC). Greentec heeft een grote selectie aanbouwwerktuigen voor maaiarmen. Zo zijn voor de Scorpion 6S al 32 verschillende werktuigen leverbaar. Verder biedt Greentec onder andere klepelmaaiers, heggenscharen, slagmaaiers, cirkelzagen en greppelfrezen. Zowel compacte werktuigen voor smalspoortractoren als krachtpatsers voor grote kranen, voor- en wielladers maken deel uit van het assortiment van deze Deense fabrikant.

www.stad-en-groen.nl

15


André van der Reest en Loes Meeuwisse geven samen handen en voeten aan het Goese groenbeleid.

Goes worstelt met vergroening stadskern ‘Moeilijke bodem’ en economisch verkeer staan vergroening in de weg Waar veel gemeenten het winkelaanbod in hun stadskern zien verschralen, kan het Zeeuwse Goes zich nog steeds verheugen in een breed scala aan winkels dat veel publiek trekt. Ook de wekelijkse markt brengt leven in het centrum van de oude Zeeuwse havenstad. Maar al dat economisch verkeer rijdt wel de vergroeningswensen van menig stadsbewoner en -bestuurder in de wielen. En de bodem helpt ook al niet mee. De rijke historie van de stad heeft een dikke laag puin achtergelaten onder de voeten van de Goesenaren. Auteur: Paul van der Sneppen

16

1/2020

Voor dit nummer ging Stad en Groen op pad met maar liefst twee wethouders, André van der Reest (SGP/CU) en Loes Meeuwisse (VVD). Van der Reest legt uit waarom collega Loes ook op de fiets stapt. Zelf gaat hij over landschap en natuur. Onder die noemer schaart het college de biodiversiteitsambities van de gemeente. Meeuwisse gaat over het groenonderhoud. Ze is onder meer verantwoordelijk voor openbare werken. ‘Door van landschap en natuur een aparte portefeuille te maken, willen we als college het belang van de thema´s biodiversiteit en vergroening aangeven. Maar omdat Loes groenonderhoud in haar portefeuille heeft, trekken wij steeds samen op, zo ook voor dit interview’, legt Van der Reest uit. Winkelpubliek ‘Onze stad trekt winkelpubliek uit de hele regio’, vertelt Meeuwisse. ‘Goes heeft dan ook wat te bieden. Onze middenstand doet het goed. Dat hebben we onder meer te danken aan een breed assortiment modezaken in het hogere segment. Dat maakt het aanbod gevarieerd en onze winkels aantrekkelijker dan in veel andere steden.’ Waar menig Nederlandse binnenstad veel eigen

karakter heeft opgeofferd aan de uniforme winkelpuien van grote winkelketens, is in Goes veel van de karakteristieke oude binnenstad behouden gebleven. Het college van B en W koestert de binnenstad dan ook en dat vertaalt zich ook in het groenbeleid. Wat Meeuwisse betreft, moet het oude stadscentrum er steeds op zijn best bij liggen. ‘Het groen wordt hier op A- of plus-beeldniveau onderhouden. Dat doen we voor het aanzicht. Het moet er aantrekkelijk uitzien, vinden we.’ Steun ‘Maar het mag allemaal wel wat groener’, vindt collega Van der Reest. Die wil graag meer groen in de stad brengen. Hij vindt daarvoor steun bij collega Meeuwisse en onder raadsleden. ‘Goes heeft een behoorlijk groen gemeentebestuur. Zowel het college als de raad ijvert voor verdere vergroening. Bij de laatste behandeling van de begroting heeft de raad een eigen motie ingebracht waarin wordt gepleit voor een stevig aandeel groen in de bebouwde kom.’ Maar die ambitie blijkt in de binnenstad nog niet zo eenvoudig te realiseren. Het oude centrum is compact en wordt intensief gebruikt door bezoekers, bewoners en de lokale mid-


10 min. leestijd

OP DE FIETS Loes Meeuwisse is bij het ter perse gaan van dit artikel geen wethouder van de gemeente Goes meer. Met ingang van 18 december is Meeuwisse aangetreden als burgemeester van buurgemeente NoordBeveland. Het wethouderschap van Meeuwisse wordt overgenomen door VVDpartijgenoot Cees Pille. Pille neemt daarmee ook het volledige takenpakket van zijn voorganger over. Daarin zitten onder meer financiën, binnenstad en openbare werken. De nieuwe wethouder ziet in het nieuw te maken masterplan voor de binnenstad van Goes één van zijn grote uitdagingen voor de komende jaren, zo laat hij weten.

‘Gras op het marktplein is een slecht idee’ denstand. Er zit bovendien veel puin in de grond. Vanuit de biodiversiteitsambities van het college wil Van der Reest graag meer natuur in de stad brengen. ‘Het liefst zien we de konijnen bij de restaurants in de tuin lopen’, zegt Van der Reest schertsend. Maar die ambitie is in de Goese binnenstad écht te hoog gegrepen, weet de wethouder ook.

Vanaf het stadskantoor gaat de tocht richting Appelstraat, waar begin vorig jaar op initiatief van de bewoners een stuk openbaar groen werd ingericht om ruimte te geven aan meer biodiversiteit. Van der Reest omarmde het initiatief meteen, maar liet daarbij de kans niet liggen om burgers zelf er actief bij te betrekken. ‘We zeiden: Prima. Jullie willen iets doen aan biodiversiteit, dan werken jullie daar ook zelf aan mee.’ Fleurig Het plantsoen ligt er wat armetierig bij, niet erg fotogeniek. Maar in het groeiseizoen biedt het een fleurige aanblik van bloemen en kruidenmengsels, bezweren de wethouders. Ook is de afwateringsproblematiek in de straat aangepakt door de aanleg van een wadi. De actieve participatie van omwonenden is goed van de grond gekomen, vertelt Van der Reest. Er is door bewoners een club opgericht die het onderhoud aanstuurt en er wordt een nieuwsbrief gemaakt. Maar belangrijker nog: er staan op gezette tijden buurtbewoners in het plantsoen om onkruid te wieden. Communicatie De rol van de gemeente in dit burgerinitiatief was heel beperkt, en dat vinden de wethouders misschien nog wel de grootste winst. ‘Zelfs de communicatie over het initiatief nemen buurtbewoners voor hun rekening’, vertelt Van der Reest. ‘De initiatiefnemers zijn in het najaar de buurt in getrokken om buurtgenoten uit te leg-

gen waarom het er nu, buiten het groeiseizoen, allemaal wat rommelig uitziet. Om het verhaal over biodiversiteit kracht bij te zetten, hebben ze een imker uitgenodigd die buurtbewoners precies heeft uitgelegd wat bijen nodig hebben en hoe dit project daarin voorziet.’ Biodiversiteit heeft in Goes nog niet zo heel lang de aandacht, vertelt Van der Reest. ‘Er was natuurlijk in het hele land al jarenlang een glyfosaatdiscussie gaande. Maar het grote kantelpunt was de massale bijensterfte die enkele jaren geleden onder de aandacht van de media kwam. Die gebeurtenis heeft in Goes de bakens verzet en voor een heel nieuwe kijk op ons groenbeleid gezorgd.’ Het leidde er ook toe dat de gemeente in de buidel tastte; in het collegeprogramma heeft de gemeente Goes een ton gereserveerd voor natuur en landschap. Stripboeken Het volgende afstappunt op de fietsroute is bij het Goese equivalent van de ‘Anne Frankboom’. Onderweg wijst Van der Reest nog even op de weelderige lindeboom die het Admiraalsplein siert. ‘Zie je hoe deze boom helemaal van onder op de stam uitschiet? Dat is eigenlijk bijzonder voor een stadsboom. Dat is het resultaat dat je krijgt wanneer je een boom de ruimte geeft en zoveel mogelijk met rust laat. Veel bomen worden van onder af gesnoeid. Daardoor ontstaat het beeld van een boom zoals je die in stripboeken tegenkomt: een kale stam waaraan op een paar meter hoogte pas de eerste takken ontspruiten. Niet hier. Deze boom heeft

De monumentale rode beuk bij de muziekschool is nipt gered van de bijl.

Stationsgebied De rondgang door Goes begint bij het stadskantoor. Het moderne gebouw bevindt zich in een versteend stationsgebied tussen de oude binnenstad en het spoorwegstation. ‘Hier kunnen we nog flink uitpakken met onze biodiversiteitsambitie. Het is een behoorlijk versteend gebied en er zijn ampele mogelijkheden om daar iets aan te doen’, vertelt Van der Reest. ‘Er zijn al plannen in de maak’, voegt collega Meeuwisse daaraan toe. De wethouders vinden het belangrijk dat belanghebbenden betrokken worden bij de plannen. ‘We hebben onder meer de mensen die op het stadskantoor werken om suggesties gevraagd voor de vergroening van dit gebied.’

www.stad-en-groen.nl

17


Bewoners en ondernemers op de Vlasmarkt voegen hun

Bovengronds groen in de binnenstad

eigen groen toe aan gemeentegroen.

de ruimte, een mooie ruime groeiplaats op de rotonde. We laten hem zoveel mogelijk met rust en dan zie je heel natuurlijke groei.’ Minder goed gaat het met een andere Goese stadsboom, de honderd jaar oude rode beuk bij de muziekschool aan de Westwal. In 2002 kwam de monumentale boom in aanmerking voor kap. De beuk is aangetast door tonderzwam en vormde een veiligheidsrisico door takval. De kapvergunning was al ondertekend toen de Nationale Bomenstichting bezwaar maakte, gesteund door inwoners van Goes. Het publieke protest tegen de kap en de uiteindelijke reddingsactie doen Van der Reest spreken van ‘de Goese Anne Frankboom’. Veiligheid De gemeente heeft uiteindelijk de Bomenwacht Nederland ingeschakeld om te onderzoeken of kap echt noodzakelijk was. Het boomadviesbureau oordeelde dat het niet gevaarlijk is om de zieke boom te laten staan, mits er veiligheidsmaatregelen worden genomen. Nu staat de rode beuk er wat verlaten bij achter een hek. GOES IN CIJFERS Het aantal inwoners van de gemeente Goes bedroeg in 2019 37.653. Het inwoneraantal groeit jaarlijks redelijk gestaag met twaalf procent. De gemeente Goes heeft de zorg voor ruim 380 hectare openbaar groen (waarvan 114 hectare water) en bijna 22.000 solitaire bomen. Voor de post openbaar groen en openluchtrecreatie is in de begroting van 2020 € 3.702.000 begroot. Per inwoner telt Goes 2,5 bomen. Het aantal bomen per inwoner ligt daarmee ongeveer 2,3 bomen onder het landelijk gemiddelde. De stad heeft een eigen dienst openbare werken. Samen met de reinigingsdienst werken daar circa 90 mensen. Voor het werk aan openbaar groen zijn ongeveer 20 fte’s beschikbaar.

18

1/2020

‘Dat hek is de belangrijkste veiligheidsmaatregel. We willen natuurlijk koste wat kost voorkomen dat mensen gewond raken door vallende takken.’ Het gevolg is wel dat niemand meer onder de boom kan zitten, in de schaduw. Er kan niet meer gespeeld worden of zelfs maar een fiets geparkeerd worden. Dat rondom de beuk vrijwel niets wil groeien, helpt de aanblik ook al niet. ‘Het is een beetje verloren ruimte. Dat is jammer. Het zou nog leuk zijn als er iets bijzonders onder de boom wilde groeien. Als je een stuk grond met rust laat, levert dat nog weleens een stukje mooie inheemse stadsnatuur op. Maar hier, in de schaduw van de boom, wil bijna niets groeien. We maaien nauwelijks rondom de boom en als we maaien, voeren we alles af. Zo proberen we door verschraling nog wat bijzondere gewassen een kans te geven, maar tot op heden vergeefs. De Zeeuwse kleibodem is daarvoor te voedselrijk. Veel meer dan gras groeit hier niet. Maar we zijn wel blij dat we deze prachtige, monumentale boom voor de stad hebben kunnen behouden. Dat is winst.’ Bomen Het behoud van bomen is volgens Meeuwisse nu ook veel meer verankerd in het groenbeleid dan voorheen. ‘Het bomenbeleid is simpel: bomen blijven staan. We zwichten niet meer voor druk van bewoners die bomen bijvoorbeeld willen inruilen voor parkeerplaatsen.’ Op sommige locaties in de gemeente, vooral in en om de oude binnenstad, moet daarom gezocht worden naar wat meer onconventionele oplossingen voor het verminderen van de parkeerdruk. ‘We moeten daar met bewoners in conclaaf over oplossingen die uitkomst bieden, bijvoorbeeld deelauto’s.’ De reden voor het aangescherpte bomenbeleid is gelegen in het feit dat Goes in het verleden veel bomen heeft verloren aan herinrich-

ting, met name bij de vervanging van riolen. Daarnaast eisten boomziekten hun tol. Ook kiest Goes vaker voor kwaliteit dan voor kwantiteit, legt Meeuwisse uit. ‘Bij herinrichting kiezen we er nogal eens voor om voor vijf armetierige boompjes liever drie terug te plaatsen, die dan elk in een mooie, ruime groeiplaats komen te staan. Maar per saldo zijn er de laatste twee decennia veel bomen uit ons straatbeeld verdwenen. We zijn daarom nu heel zuinig op wat we nog hebben.’

‘Mobiel groen biedt meer flexibiliteit’ Particulier Toch reikt het aangescherpte bomenbeleid nog niet tot in de achtertuin van inwoners, zoals dat in menige andere gemeente wel het geval is. Goesenaren kunnen op eigen grond zonder kapvergunning nog steeds naar eigen goeddunken bomen verwijderen. Alleen monumentale bomen vallen onder de bescherming van het Goese kapbeleid. ‘Daar staat tegenover dat de lijst met monumentale bomen op particuliere grond in onze gemeente wel behoorlijk lang is.’ Vanaf de muziekschool voert de fietstocht de binnenstad in. In de Zusterstraat wordt afgestapt. Dit hele winkelgebied was enkele jaren terug nog helemaal versteend. Vier jaar geleden is er ruimte gemaakt voor bomen. Hanging baskets met bloemen zorgen voor kleur in het straatbeeld en moeten bijdragen aan de biodiversiteit. De hele binnenstad is geplaveid met klinkers. Op de vraag of dat ook is gedaan met het oog op waterretentie, moet Van der Reest bekennen dat alle voegen tussen de klinkers


OP DE FIETS zijn dichtgesmeerd met voegvulling. Onkruid krijgt in de Goese binnenstad geen enkele kans. ‘We onderhouden het groen in de binnenstad echt op het allerhoogste niveau’, benadrukt Meeuwisse nog eens. Verschillende belangen In het stadscentrum merken we hoe de biodiversiteitsambitie van de gemeente schuurt met andere belangen, zoals die van middenstand en toerisme. Meeuwisse neemt daarbij een duidelijk standpunt in. Op de Grote Markt aangekomen, vertelt ze hoe in de Goese gemeenschap stemmen opgaan om tot in het hart van de oude binnenstad rigoureus te vergroenen. ‘Er zijn mensen die ervoor pleiten hier op de markt gras in te zaaien. Ik zie daar niets in’, zegt ze stellig. ‘Dit zijn de meest intensief gebruikte meters binnenstad. We moeten hier rekening houden met vrachtverkeer, marktkramen en de toegankelijkheid voor mindervaliden. Je kunt hier niet gaan experimenteren met gras of halfopen verhardingen.’ Van de Grote Markt voert de tocht door de Rijffelstraat naar de Vlasmarkt. De wethouders willen een gevelgroenproject onder de aandacht brengen. Maar ook op de Vlasmarkt wordt de bodem potdicht gehouden. Alle gevelgroen staat in bakken. ‘Dat heeft er ook mee te maken dat de bodem hier in de binnenstad zo moeilijk is. Door het puin in de bodem krijg je hier geen schop de grond in.’ Als alternatief is het hele winkelgebied voorzien van mobiele groenbakken, waardoor het geheel aantrekkelijk en groen oogt. ‘Opmerkelijk is dat

Bovengronds groen in de binnenstad

Park De Mirakel, waar ecologisch beheer en intensieve recreatie samengaan

ondernemers het initiatief van de gemeente volgen’, vertelt Van der Reest. ‘Als je goed kijkt, zie je dat lang niet al het mobiele groen van de gemeente is. Winkeliers en bewoners hebben er hun eigen bakken aan toegevoegd. Het voordeel van mobiel groen is dat ondernemers het flexibel kunnen inzetten. Er kan mee geschoven worden, bijvoorbeeld als er ruimte nodig is voor een terras.’ Monumentaal Even verderop stappen de wethouders af op de Brouwersgang, om te laten zien hoe Goes zijn

monumentale bomen koestert. Aan de steeg grenst een appartementencomplex met een bijzondere, speelse vorm. Dat is het resultaat van de eis van de gemeente om op dit terrein alle monumentale bomen te behouden. De architect heeft zijn appartementsgebouwen speels over het bouwterrein gedrapeerd, om de groeiplaatsen heen. Om de boomwortels de ruimte te geven, is op het terrein nauwelijks verharding te vinden. Er is een dikke laag grind aangebracht, zonder fundering. Helemaal veilig zijn de bomen echter

Bouwen met behoud van monumentale bomen

www.stad-en-groen.nl

19


BX 52S EU

self feeding wood chippers pto driven Capaciteit : 127 mm PK : 18-50 PK/CV Aandrijving : 540-1000 tpm afm. aan Rotor : 127 x 254 mm afm. Rotor : 630 mm - 56.7 kg messen : 4 tegenmessen : 1 hoogte uitvoer : 1520 mm aanpik : Cat. 1 cardan : met breekhout

Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Bedrijven die in het bezit zijn van een Groenkeur-certificaat tonen hiermee aan dat zij kwaliteit serieus nemen en dat zij voldoen aan de eisen die opdrachtgevers en andere belang­ hebbenden aan hen stellen. Een bedrijf met Groenkeur heeft zijn zaken intern goed op orde. Het stelt de opdrachtgever centraal en werkt voort­ durend aan het verbeteren van de kwaliteit. Opdrachtgevers weten zich hierdoor verzekerd van vakwerk dat tot uitdruk­ king komt in de aantoonbare kwaliteit van de uitvoering van het project én het eindproduct.

‘Met Groenkeur in een bestek voldoen opdrachtgevers aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’

Stichting Groenkeur Postbus 1010

info@groenkeur.nl

3990 CA Houten

www.groenkeur.nl

030 – 659 5663

@groenkeur


OP DE FIETS te doen’, legt Meeuwisse uit. ‘Er wordt hier veel gemaaid, maar aan de andere kant is het wel ecologisch ingericht, waardoor het park minder onderhoud vraagt en bovendien meer bijdraagt aan biodiversiteit.’ In de Hollandsche Hoeve treffen we een heemtuin aan die wordt beheerd door vrijwilligers. Het is een succesvolle bijdrage aan de lokale biodiversiteit, zo lijkt het. ‘Kenners zeggen hier veel mooie en soms zeldzame inheemse soorten aan te treffen’, vertelt Van der Reest over de tuin. Natuurkwaliteit ‘Vanaf dit gebied buiten de stad zouden we graag de groene zones doortrekken tot in de binnenstad’, legt de wethouder uit. Zo komt het gesprek weer terug op de binnenstad. Die ziet er weliswaar aantrekkelijk uit, maar echte, duurzame natuurkwaliteit is er vooralsnog schaars. Van der Reest ziet zich voor de lastige taak gesteld om daar verandering in te brengen. Hij krijgt ampel gelegenheid om in het buitengebied mooie dingen te doen voor de biodiversiteit, maar Meeuwisse zwaait de scepter over de binnenstad, zo lijkt het, en daar prevaleert functionaliteit toch boven natuurkwaliteit. De beide wethouders worstelen om de biodiversiteitsambitie van het stadsbestuur ook in de binnenstad handen en voeten te geven. ‘Als we langs de fietsroute van hier naar de binnenstad beter gebruikmaken van de ruimte die we daar hebben, begeleiden we het groen al iets meer de stad in’, valt Meeuwisse haar collega bij. ‘We moeten, denk ik, vooral goed gebruikmaken van wat er al is.’

Hollandsche Hoeve: natuur aan de stadsrand

Westsingel: traditioneel stadsgroen

nog niet. ‘Er is veel behoefte aan extra parkeerplaatsen’, legt Van der Reest uit. ‘De boomwortels staan uitbreiding van de parkeerruimte in de weg. Daar moeten nu oplossingen voor gevonden worden zonder de monumentale bomen aan te tasten.’ Natuurgebied We vervolgen onze weg richting de Hollandsche Hoeve en park De Mirakel. Het park is volgens Meeuwisse een geliefde plek onder de inwoners

van Goes. ‘Er zijn altijd wel mensen te vinden.’ Het park is tot stand gekomen in samenspraak met Goesenaren uit de omliggende wijken en de kinderen van naburige scholen. Er is plaats voor spel, recreatie en cultuur. Voor kinderen is er een waterspeeltuin met een touwbrug. Een natuurlijk amfitheater biedt ruimte aan culturele voorstellingen. Het park is een plaats waar de gemeente intensieve recreatie en ecologisch beheer wil laten samenkomen. ‘Beheerstechnisch is dat goed

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32394/goesworstelt-met-vergroening-stadskern

www.stad-en-groen.nl

21


INTERVIEW

6 min. leestijd

Optimistisch over richting die we opgaan, kritisch over stroperigheid van het systeem Door dak en gevelgroen zal ontwerpen in de openbare ruimte fundamenteel veranderen Al meer dan dertig jaar zit Wim van Ginkel op zijn post als CEO van de enige koninklijke groenvoorziener van Nederland: de Koninklijke Ginkel Groep. Enige senioriteit en een doordachte visie mogen we dus wel van hem verwachten. Van Ginkel noemt zichtzelf een rasoptimist, maar begint het gesprek enigszins vooral kritisch met een aantal harde opmerkingen: ‘Deze regering heeft totaal geen visie’, en: ‘De groene sector loopt het risico op een braindrain.’ Auteur: Hein van Iersel

Veenendaal de Koninklijke Ginkel Groep

22

1/2020

Voor die spijkerharde constateringen speelt hij leentjebuur bij een aantal onvermoede autoriteiten uit de markt. Wat betreft zijn eerste opmerking haalt hij zijn inspiratie bij rijksbouwmeester Floris Alkemade, die de overheid verwijt geen duidelijke visie te hebben op de vraag hoe we Nederland gaan vormgeven in tijden van klimaatcrisis. Collega-CEO Ton Hillen van Heijmans maakt in Cobouw feitelijk hetzelfde verwijt, maar verbindt daar andere conclusies aan. Hillen is bang dat er door de huidige stikstof- en pfas-crisis een nieuwe crisis in de bouw ontstaat en dat er daardoor opnieuw, net als bij de vorige crisis, een uitstroom van vakpersoneel zal plaatsvinden. Voor de woningbouw lijkt dit al bijna realiteit. De overheid lijkt

haar eigen ambities op het gebied van nieuwe woningen de komende tijd bij lange na niet te gaan halen, ondanks het voornemen om de achterstand later in te halen. Net als Hillen van Heijmans gelooft Van Ginkel dat hierdoor, net als in 2008, vakmensen de sector verlaten. Dit gevaar is ook reëel voor de groene sector. Daarnaast is de Koninklijke Ginkel Groep, meer dan de gemiddelde groenvoorziener, nauw verbonden met de ontwikkelingen in de bouw. De groep is vooral gespecialiseerd in groen aan, op en direct rondom gebouwen; dak- en gevelgroen – een specialisme dat de Ginkel Groep ‘het levende gebouw’ noemt. Het is dus terecht dat Van Ginkel bezorgd is over ontwikkelingen in de bouw: als er niet gebouwd wordt, heeft de groep ook minder werk. Van Ginkel is dus kritisch, maar tegelijk ondernemer genoeg om over deze obstakels heen te denken en te kijken. Dus ja, hij is kritisch over de overheid en mopperig over de traagheid van het systeem, maar gelukkig is hij voor zijn opdrachten maar beperkt afhankelijk van deze opdrachtgever, volgens eigen zeggen voor minder dan 30 procent. Van Ginkel: ‘Ik ben positief over de langetermijnrichting die we als sector, maar zeker ook als maatschappij, zijn ingeslagen, maar ook kritisch over het systeem waarin we zitten. Ik was deze week nog bij een openbare inschrijving. Dat is treurig; daar zit je dan met elf collegagroenvoorzieners te azen op de laagste prijs. Daar word ik dan wel even wanhopig van. En ja, ik weet wel dat ik niet mee hoef te doen, maar altijd weigeren is ook lastig. Hier ging het bijvoorbeeld om een bestek in mijn eigen gemeente.’


‘Als daar maar tien procent van klopt, hebben we de komende eeuw voldoende werk’

www.stad-en-groen.nl

23


De skyline van een stad wordt dan een green line Rosa Novum Helemaal onbelangrijk als opdrachtgever is de overheid natuurlijk niet. Van Ginkel heeft vorig jaar een apart bedrijf opgericht waar met name mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van Ginkel verklaart dat nieuwe bedrijf enerzijds vanuit een zakelijke, maar anderzijds ook vanuit een persoonlijke ambitie. ‘Ik kan me herinneren dat vaders met hun zoon bij mijn opa aan de deur kwamen met de mededeling: “Mijn zoon kan niet zo goed leren, maar wel heel hard werken.”’ Bij dit nieuwe bedrijf met de naam Rosa Novum werken op dit moment 36 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een tweede afdeling in oprichting, vanuit de vestiging van de Ginkel Groep in Leiderdorp. Met dit nieuwe bedrijf heeft Van Ginkel een PSO30+-certificaat. Nederland 2120 Van Ginkel houdt van grote bewegingen. Een voorbeeld is het rapport dat Wageningen Universiteit pas geleden heeft uitgebracht over hoe Nederland er over honderd jaar, in 2120, uit zou kunnen zien. Van Ginkel: ’Als daar maar

24

1/2020

tien procent van klopt, hebben we de komende eeuw met zijn allen voldoende werk.’ De zaken die in dit rapport staan, ziet Van Ginkel als de onderstroom die uiteindelijk de richting aangeeft waarin de maatschappij en dus ook de sector evolueert. Een tweede treffend bewijs van die onderstroom ziet Van Ginkel in de vergaande klimaatplannen van Eurocommissaris Frans Timmermans. Zowel het rapport van Wageningen als de plannen van Timmermans gaan uit van een vergaande vergroening van Nederland. Van Ginkel noemt zich om die reden ook een optimist. Hij lijkt ervan uit te gaan dat het goede gaat winnen, ook al kost dat wat overtuigingskracht op de lagere niveaus. Van Ginkel: ‘De grote steden zijn goed bezig, maar de kleinere gemeentes hebben het duidelijk moeilijk om een heldere visie op vergroening in praktijk te brengen.’ Tegenover die vergezichten en ambitieuze plannen staan natuurlijk ook bedreigingen. Het onderhoud van openbaar groen wordt in de visie van Van Ginkel bijvoorbeeld bedreigd doordat Den Haag steeds meer taken over-

draagt aan lokale overheden. Soms gaat dat goed, maar vaak leidt dat ook tot financiële debacles, zoals met de jeugdzorg. Om het financiële plaatje dan weer kloppend te maken, is het verleidelijk om te bezuinigen op openbaar groen. Ander beheer De Ginkel Groep is zoals gezegd in belangrijke mate gespecialiseerd in ‘het levende gebouw’. Een term waarvan Van Ginkel heel eerlijk toegeeft dat hij die geleend heeft van de VHG. Die ontwikkeling naar groen op en aan gebouwen kan volgens Van Ginkel het beheer van openbaar groen fundamenteel veranderen. ‘In mijn studietijd leerde ik ontwerpen binnen de harde wanden van glas en beton.’ Als de ontwikkeling van groene gebouwen doorgaat – en Van Ginkel is ervan overtuigd dat dit staat te gebeuren – veranderen die harde wanden van glas en beton in groene wanden, die dus een belangrijk deel van de groene openbare ruimte gaan invullen. De skyline van een stad wordt dus ook een green line. Dat geldt volgens Van Ginkel in eerste instantie voor hoogstedelijke gebieden, maar ook bij nieuw te bouwen wijken zie je steeds vaker dat er groene functies aan woningen worden gekoppeld. De mooiste recente voorbeelden van Van Ginkel op het gebied van ‘levende gebouwen’ zijn het RIVM-gebouw, het Wonderwoods-


INTERVIEW gebouw van de beroemde Italiaanse architect Stefano Boeri en het New Amsterdam Court House, dat in samenwerking met Heijmans wordt gebouwd. Al deze gebouwen hebben met elkaar gemeen dat groen een belangrijk onderdeel is, zowel aan de buitenkant, maar ook in de vorm van binnengroen. Ook die laatste productgroep is sterk groeiend bij de Ginkel Groep. Doordat er geen harde grens meer zal bestaan tussen gebouwen en de omliggende stedelijke omgeving, zullen er volgens Van Ginkel nieuwe vormen van eigenaarschap ontstaan. Dat gebeurt al als de eigenaar van een groen gebouw feitelijk verantwoordelijk wordt voor het openbaar groen. Van Ginkel verwacht dat dit ook op andere manieren zal gebeuren, bijvoorbeeld door middel van burgerparticipatie. De overheid zal het beheer en dus ook het eigenaarschap van openbaar groen in grote mate gaan delen met burgers. Actuele voorbeelden daarvan zijn gemeenschappelijke moestuinen en voedselbossen. Van Ginkel: ‘Openbaar groen is iets wat wij verzonnen hebben na de oorlog. Misschien heeft dat concept zijn langste tijd wel gehad en is het nu tijd voor andere concepten, die meer om de burger draaien.’ Dakwaterschap Groen is en blijft belangrijk, maar in de visie van Van Ginkel zal water steeds belangrijker worden in de stad, en daarmee voor groenvoorzieners

en hoveniers. Ook hier is een duidelijke link met het belangrijkste specialisme van de Koninklijke Ginkel Groep, het levende gebouw. Gebouwen zullen worden ingezet om water langer vast te houden, bijvoorbeeld via groene daken, maar ook door middel van kelders. Dat water kan ingezet worden voor het groen op en rond het gebouw, maar ook als grijswater binnen het gebouw, bijvoorbeeld om toiletten door te spoelen. Van Ginkel presenteert in dit verband een voor mij nieuwe term: #dakwaterschap. Net als bij een gewoon waterschap moeten de eigenaars en beheerders van daken met elkaar samenwerken in het dakwaterschap, om het water dat op hun daken valt gezamenlijk beter te beheren. Het tweede belangrijke thema van de toekomst is natuurlijk circulariteit. Dat kan om heel eenvoudige zaken gaan, zoals blad dat van de bomen valt en niet wordt afgevoerd, maar in borders wordt verwerkt. Circulariteit zal extra belangrijk worden als het begrip materialenpaspoort meer en meer zullen worden vereist. Het lijkt Van Ginkel weleens te duizelen, zoveel nieuwe thema worden er steeds weer ontwikkeld: klimaatinclusief ontwerpen, bijvoorbeeld, biodiversiteit of duurzaam vergroenen. Calimero Hoewel de groene sector maatschappelijk steeds relevanter wordt, lijkt juist de sector zelf dat nog niet door te hebben. ‘Wij lijden aan een Calimero-complex: wij zijn klein en zij zijn

groot. Maar de maatschappij heeft ons al wel ontdekt. Dat leidt tot verrassende sollicitaties. Wij als groene sector zijn door jonge mensen ontdekt als een interessante werkgever. Dat komt vooral door de wat meer maatschappelijk geladen thema’s zoals biodiversiteit. Maar niet iedereen in de sector kan iets met die thema’s doen: als je het veld van FC Utrecht moet onderhouden, gaat het nu eenmaal niet om biodiversiteit.’ Van Ginkel wil daarmee niet zegge dat dit dan mindere vakmensen zouden zijn. Integendeel: ‘Ook dit zijn op en top vakmensen, die met passie en betrokkenheid hun vak uitoefenen.’ Het oude denken In het interview lijkt het keer op keer terug te komen: het oude denken versus het nieuwe denken en nieuwe modellen. Het ultieme voorbeeld van oud denken noemt Van Ginkel de manier waarop wij inkoop hebben georganiseerd, met een eenzijdige nadruk op de laagste prijs. Van Ginkel: ‘Het gaat er toch om wat je presteert, niet om de prijs die je opgeeft.’ Daarom is Van Ginkel veel meer een voorstander van projecten waarbij je naast de aanleg ook het onderhoud voor een lange periode aanneemt. Het project van de Amsterdamse rechtbank heeft Van Ginkel bijvoorbeeld aangenomen voor een periode van dertig jaar. Daardoor kun je je als bedrijf ook echt aan een project committeren, en aan de ecosysteemdiensten die je met zo’n project moet leveren. Toekomst Ondanks de kritische en de soms wat mopperige toon lijkt Van Ginkel toch de rasoptimist te zijn die hij zegt te zijn. De Koninklijke Ginkel Groep gaat in zijn visie een mooie toekomst tegemoet. De verhouding tussen de grote groenvoorzieners is ook veel beter geworden. Dat komt vooral doordat ze steeds minder op elkaar lijken. Iedereen heeft zijn eigen accenten gezet en specialismes ontwikkeld; daardoor zitten de bedrijven veel minder in elkaars vaarwater. Van Ginkel: ‘Dat was dertig jaar geleden wel anders.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32393/optimistisch-over-richting-die-we-opgaan-kritischover-stroperigheid-van-het-systeem

www.stad-en-groen.nl

25


Fritillaria meleagris liggend ©JoopHuner

Bloembollen voor natte en vochtige groeiplaatsen Wadi’s en rain gardens kunnen ware stadsoases worden en helpen tegen hittestress De afgelopen zomer werden we opnieuw geconfronteerd met extreem weer. Voor het eerst in de geschiedenis bereikte het kwik waarden boven de 40 graden Celsius. Het zal niet bij incidenten blijven: deskundigen voorspellen langere, warme zomers met lange droge periodes, gevolgd door extreme piekbuien, waarin we in korte tijd veel neerslag zullen moeten verwerken. Klimaatverandering heeft veel gevolgen, onder andere voor het sortiment beplantingen dat kan worden toegepast. In dit deel ga ik in op bloembollen voor natte en vochtige groeiplaatsen.

Auteur: Carien van Boxtel, tuin- en landschapsontwerper en ontwerper/beplantingsdeskundige bij JUBHolland

26

1/2020

Natte groeiplaatsen in stedelijk gebied: waar denken we dan aan? Nederland is een waterrijk land door de lage ligging met het gematigde zeeklimaat. Ons buitengebied bestaat voor een groot deel uit water, waaronder meren, plassen, sloten, rivieren, beken, natte veenweidegebieden, uiterwaarden, grachten en vaarten. In het stedelijk gebied zijn er ook veel natte groeiplaatsen, zoals oevers van vijvers, grachten, sloten en kanalen. Een nieuwe vorm van speciaal ontworpen natte locaties zijn zogenaamde wadi’s. Een wadi werkt eigenlijk net als een uiterwaard of een rivierbedding; het is een speciaal ontworpen plek die af en toe volledig blank komt te staan en waarin het water vervolgens vertraagd wordt afgevoerd naar het grond- en oppervlaktewater. Een wadi ontziet zo het rioleringssysteem. De wadi is meestal berekend op een maximale waterdiepte van enkele tientallen centimeters en staat soms een korte periode onder water, meestal niet meer dan een etmaal. Buiten deze inundatieperioden staat de wadi vaak langdurig droog. Een rain garden, infiltratievak of vloeiveldje is een verdiept aangelegd plantvak met een vlakke bodem, beplant met een variatie aan planten en struiken. Het is bedoeld om tijdelijk water op te vangen na een hevige regenbui en dit langzaam te laten wegzakken. De beplanting

dient om het water vast te houden, beter in de bodem te laten infiltreren en te laten verdampen. Net als een wadi staat een rain garden het grootste deel van de tijd droog. Naast de opvang van regenwater, drainage en waterberging zorgt een wadi bovendien voor natuurlijke zuivering van het afstromende regenwater in de bovenste toplaag. Dit afstromende water kan immers vervuild zijn met bijvoorbeeld zware metalen, strooizout, nutriënten en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (paks). Oevers van grachten, kanalen en sloten Oeverplanten zijn in principe planten die langs het water groeien. Vaak zijn dit vochtminnende planten, zoals de groep helofyten (moerasplanten die in de waterbodem wortelen, maar met de stengel en bladeren boven het water uitsteken, zoals riet en lisdodde). Beplanting Al deze plekken winnen enorm aan waarde wanneer ze worden beplant. En dan niet met eentonig en bewerkelijk gemaaid gazon, maar structuurrijke en hoger groeiende kruiden en vaste planten, heesters, maar ook bloembollen. Dat is goed voor de biodiversiteit, biedt schuilplekken voor fauna, is bovendien veel mooier en past beter in het landschap. Het kunnen ware ‘stadsoases’ worden. Ook zal opgaande


6 min. leestijd

ACTUEEL beplanting door verdamping bijdragen aan het terugdringen van de hittestress. En: hoe hoger de beplanting, hoe minder betreding door mens, hond en kat. Dat vergemakkelijkt het beheer van deze plekken. Ten slotte leidt de goede doorworteling van de bodem voor een verbetering van het infiltrerend vermogen en dragen zogenaamde helofyten-planten, maar ook wilgensoorten, bij aan het reinigend vermogen van de wadi. Verschillende soorten ‘nat’ en ‘vochtig’ Voor het kiezen van de juiste beplanting en vooral bloembollen is het belangrijk om te weten hoe nat de bodem is: altijd waterverzadigd met het grondwater op maaiveldniveau (moeras), of af en toe nat (wadi, tijdelijke overstromingszone of rain garden)? Is er sprake van een hoge, lage of wisselende grondwaterstand? Zand of klei? Zon of schaduw? Allemaal zaken die meespelen bij het kiezen van de juiste soorten. De meeste bloembollen die in cultuur zijn, komen uit streken met een landklimaat,

waarbij het in de zomer heet is en in de winter zeer koud. Om de hitte te weerstaan, is de ondergrondse stengel geëvolueerd tot een bol of knol. De plant trekt zich daar geheel in terug tijdens de zomer, om vervolgens, na het aanmaken van een interne bloemknop, weer tevoorschijn te komen. Een permanent natte bodem zonder zuurstof is doorgaans geen goede groeiplaats voor bloembollen, zelfs niet voor bollen die af en toe best nat kunnen staan. Maar voor goed gedraineerde plaatsen met een dynamische waterstand (dus goed aangelegde wadi’s, rain gardens en locaties iets hoger op een oever) valt er nog aardig wat te kiezen. Denk bijvoorbeeld aan bollen die afkomstig zijn uit nattere (zee)klimaten, zoals dat van ons. En die keuze is ruimer dan je zou verwachten. Vooral in het stroomgebied van rivieren in Nederland en België (de groep ‘stroomdalplanten’) en in de vochtige Amerikaanse prairies komen een paar interessante bol- en knolgewassen voor.

Camassia (indianenbloem of prairielelie) Camassia is een prachtige, goed verkrijgbare en geliefde prairieplant. De plant heeft witte, waterblauwe tot heel donkerblauwe aarvormige bloemstelen, waarlangs de stervormige bloemen mooi gerangschikt staan en sierlijk blauwgroen lancetvormig blad. Camassia komt uit de bergen en prairies van het westelijk deel van Noord-Amerika. Indianen aten de bol, die qua smaak iets wegheeft van een zoete aardappel. De wat forsere Camassia leichtlinii kan prima in wat vochtiger borders staan, maar ook in gras of langs waterpartijen. Bijen en hommels vliegen er graag op en de forse plant biedt veel structuur- en sierwaarde. Camassia leichtlinii ‘ Sacajaweja’ wordt 70-90 cm lang, heeft crèmekleurige bloemen en prachtig bont blad dat al vroeg sierwaarde heeft. Camassia leichtlinii ‘caerulea’ is een prachtige helderblauwe variant die al rond half april kan bloeien, zeker na een paar jaar vast staan. Deze cultivar wordt ook 70-90 cm hoog. Camassia cusickii blijft lager, zo’n 50 cm, en bloeit iets later dan

Camassia leichtlinii caerulea met hommel

Het gewone sneeuwklokje (Galanthus nivalis)

©CarienvanBoxtel

luidt het stinzenplantenseizoen in (c) Joop Huner

www.stad-en-groen.nl

27


Berken Leucojum koningsvaren ©Joop Huner

Camassia leichtlinii ‘Caerulea’ in een heel lichte waterig blauwe tint. Het is een prachtplant die veel blad maakt. Camassia quamash is een verfijnde kobaltblauwe prairielelie van zo’n 40 cm hoog, die prima op nattere weilanden of aan vijvers kan groeien. In de vochtige meadows van de beroemde tuin 'Great Dixter' in het Verenigd Koninkrijk bloeien ze ieder jaar prachtig. Fritillaria meleagris (kievitsbloem) Dit heel verfijnde bolgewasje van ca. 20 cm hoog werd al in 1573 geïntroduceerd als cultuurgewas en is een van de meest bijzondere bloemen die we überhaupt kennen: de auberginekleurige variant heeft een ragfijn dambordmotiefje dat op de bloemblaadjes geschilderd lijkt. De kievitsbloem gedijt op natte plekken waar de waterstand fluctueert. Het is een inheemse plant die in ons land op nog maar een paar plekken in het wild voorkomt. In het verleden werden ze veel geplukt en ook het verlagen van de waterstanden heeft ze schaars gemaakt. Galanthus nivalis (gewoon sneeuwklokje) Het gewoon sneeuwklokje is een inheemse plant in Zuid- en Midden-Europa en in cultuur sinds 1576. Inmiddels is het sneeuwklokje ingeburgerd als goed verwilderende stinzenplant. Het gewoon sneeuwklokje doet het prima op een voedselrijke, kalkrijke vochtige standplaats,

28

1/2020

zowel op klei- als zandgrond. Op stinzenplantenlocaties wordt het ook vaak waargenomen aan oevers van grachten en waterpartijen. Sneeuwklokjes kunnen flink uitzaaien. De vermeerdering kan een handje worden geholpen door na de bloei flinke pollen op te nemen, te splitsen en opnieuw te planten. Leucojum aestivum (zomerklokje) Het zomerklokje, dat in het voorjaar bloeit, is inheems in Nederland en België. Het forse gewas lijkt op een reuzensneeuwklok met zes bloemblaadjes die geel-groene stippels dragen. Aan de bloemstengel zitten gewoonlijk drie tot vijf bloemen van 2 cm lang. De hoogte kan variëren van 30 cm tot 70 cm en de bloeitijd ligt tussen april en juni. De soort staat op de Nederlandse en Belgische Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en matig afgenomen. Het zomerklokje komt van nature voor in moeras-

sige weilanden, natte bossen en langs rivieren tussen het riet. Het kan dus prima af en toe met zijn bolletje onder water staan. Leucojum aestivum ‘Gravetye Giant’ is een goed verkrijgbare cultivar, die in 1924 door de Engelse tuinier William Robinson geselecteerd werd en genoemd is naar zijn landgoed in Sussex. Het is een sterke cultivar van de soort met een uitbundige bloei (tot acht bloemen per scherm). Narcissus pseudonarcissus ssp. pseudonarcissus en lobularis (wilde narcis) Een aantal soorten narcissen is geschikt voor een vochtige en voedselrijke standplaats, vooral tijdens het groeiseizoen. Dat geldt bij uitstek voor de prachtige ingetogen inheemse of wildsoorten. Plant ze op vochtige plekken, maar zorg voor een zonnige of halfbeschaduwde standplaats en voldoende drainage. Narcissus pseudonarcissus is een vroeg bloeiende wilde

Het zomerklokje komt van nature voor in moerassige weilanden, natte bossen en langs rivieren tussen het riet


ACTUEEL

Het is een schitterende, ongewone bloembol, die het verdient om meer te worden aangeplant narcis van 15 tot 20 cm hoog; in maart ontluiken de bloemen. De wilde narcis is inheems (maar zeldzaam), met zachtgele bloemblaadjes en een goudgeel trompetje. Narcissus pseudonarcissus ssp. lobularis is qua uiterlijk bijna identiek, maar is een zogenaamde geografische vorm van de wilde narcis uit België en NoordFrankrijk, die af en toe nog in de handel verkrijgbaar is. Beide soorten zaaien zich flink uit, wat natuurlijk een bijkomend voordeel is: more is more! Nectaroscordum siculum (Bulgaarse ui of Siciliaanse honingknoflook) Nectaroscordum is een klein geslacht van drie tot vier soorten uit Centraal-Azië uit vochtige

loofbossen en weides. De geslachtsnaam Nectaroscordum is samengesteld uit het Latijnse nectar en scordium, dat is afgeleid van het Griekse skorodon (knoflook), omdat de plant naar knoflook ruikt. De Engelsen noemen de plant daarom honey garlic. Een andere naam is ‘Siciliaanse honingknoflook’, een verwijzing naar de geur van de gekneusde bollen en het massale bezoek van hommels en bijen vanwege de nectar die letterlijk van de bloem af druipt. Nectoroscordum kan wel 80 cm hoog worden met een tros hangende, klokvormige bloemen, die groenwit zijn met een karmijnrode, kastanjebruine tot paarse streep. Na de bloei verschijnen rechtopstaande decoratieve zaaddozen. Het blauwgrijze loof is driehoekig

van doorsnede en sterk draaiend over de lengte van de opgaande bladeren. Het is een schitterende, ongewoon bolgewas, dat veel meer zou meten worden aangeplant. Nectoroscordum verdraagt zon en lichte schaduw op een voedselrijke, lemige tot kleiige standplaats. Met bemesting kan deze plant vast blijven staan. Kortom: er valt genoeg te kiezen! Dit voorjaar zijn alle beschreven soorten door JubHolland op twee verschillende plaatsen aangeplant in Appeltern: in de ‘beplante wadituin’, naar een ontwerp van Koos Verkade, en langs het pittoreske 'knotenlaantje'. Gaat dat zien!

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32399/dezebloembollen-voor-natte-groeiplaatsen-voorkomen-hittestress

Sneeuwklokjes hebben zich vrijelijk uitgezaaid in Huis te Manpad © Joop Huner

www.stad-en-groen.nl

29


De Enk groen & golf... de Vernieuwers

O P E N B A A R G R O E N | 2.O De stad slim en gezond

Supertrees_ zijn het bomen? lampen?_ geluidsinstallaties? dat allemaal en meer_ nieuwe ontwik keling_ groeninnovatie_ maak de stad gezonder_ slimmer_ toekomst muziek?_ in Singapore al werkelijk heid_ inspiratie voor meer leefbaarheid_ zien we overal_ we kijken ver en verder_ vernieuwen_ de Enk is er klaar voor_ wij staan in de startblokken_ zetten stappen_ maken toepasbaar_ zorgeloos groen_ een leefbaardere stad_ de Enk zegt ja. Samen maken we de stad slimmer, gezonder en leefbaarder.

De vernieuwers van De Enk groen & golf Meer weten over de Vernieuwers? T: 0317-72 70 00 (Gerard van der Werf) www.deenkgroenengolf.nl info@deenkgroenengolf.nl

DE ENK-adv-148x102-multiplus.indd 1

06-06-18 10:52

Lijngoot

Oprit

Verbetert het stadsklimaat & houdt het grondwaterniveau op peil.

www.buffertegel.nl | info@buffertegel.nl | 06-13128349

Terras


ABONNEMENT STAD + GROEN Jaa rga ng

Lees je met interesse de berichten op www.stad-en-groen.nl? Misschien is een abonnement op het vakblad wel iets voor jou!

9 7 7 - 201

n e o r G + Stad

HE T VA KB

LA D VO OR

OP EN BA AR

HE T VE RG GR OE N EN

RO EN EN

ITE NR VA N DE BU

UI M TE

Abonneme nt

€104,-

N MOOIE E E T H C A GROEP’ ‘IK VERW VOOR DONKER uurlijk én fig ST TOEKOMnters geeft medewerkers Ka CEO Anja igenaarschap e k ij letterl pakt Doesburg choven onderges n kindje aa CO NN ECT

EEN ING GR

eerden Genomin 9 ieter 201 G en d Gou

sant Diner pen )stof k ti (s biedt ken tot naden

PRO FES

Print is bij ons nog lang niet passé. En dat merk je als abonnee! Je ontvangt namelijk acht keer per jaar een dikke Stad + Groen op

SIO NA LS

jouw mat – of die van je bedrijf. Bomvol artikelen over alles wat met openbaar groen te maken heeft, van ontwerp, aanleg en onderhoud tot techniek, materiaalkeuze en sortiment én met veel persoonlijke verhalen.

Klinkt goed? Ga naar www.stad-en-groen.nl

Jaargang 15 5 - 2019

Fieldmanager

HET VAKBLAD VOOR

SPORTVE LDBEHEE R

Jaargang 10 5 - 2019

Jaargang 7 7 - 2019

Stad + Groen

HET VAKBLAD VOOR

HET VERGROENE N VAN OPENBAAR GROEN EN

Boomzorg

Boom in Business

DE BUITENRUIM TE

VOOR HET ANDERE VAKBLAD

Jaargang 30 5 - 2019

Jaargang 11 5 - 2019

DE BOOMKW EKERIJ

HET VAKBLAD VOOR

TENNIS special

RUIMTE BOOMBEHEER IN DE OPENBARE serie loopmaaiers BOOMVERZOR GING EN e Greensmaster® 1000

boom dag

HET De gloednieuw met uitschuifbare duwboom. dezelfde speelkenmerken, uw greens elke dag precies ALLER Geef alongeacht wie ze maait!

Greenkeeper HET VAKBLAD VOOR

GREENKE EPING

innovatie

24-10-2019

olivia.eggen

“SNELLER EN KRACHTIGER”

werking beweegt Door de unieke systemische naar beneden én van Batavia zich van boven het de plant en beschermt beneden naar boven in tegen zuigende insecten. de plant op elk niveau

Non-infill: sportveld van de toekomst?

bij FC Köln

Zomer en winter doorspelen op vriendelijke ondergrond

Chemievrij beheer is vooral een planningsprobleem TENNISSPECIAL

Doesburg pakt ondergeschoven kindje aan

PROFESSIONALS CONNECTING GREEN

tjes van

ER

vrouwtje leren staan Agnes Vermeeren: ‘Je in een mannenwereld’

Genomineerden Diner pensant Gieter 2019 Gouden f biedt (stik)sto E BESCHERMING ELSYSTEMISCH DUBB nadenken tot

INSECTEN TEGEN ZUIGENDE

EN? van complimen winst! ‘POEN DOOR GRO BELANGRIJKSTE Een regen uw clubleden, en een grotere KWESTIE VAN DOEN’ Innovatiedag

#husqvarna550xpmarkII

NEVER NO FOR AN ANSW

medew CEO Anja Kanters geeft p letterlijk eigenaarscha

professional, Zweden

Fieldmanagers op bezoek Rhenac-machines

Batavia in het kort: te raken insecten • Effectief tegen moeilijk onbehandelde • Beschermt ook jonge bladeren én het wortelgestel r • Zeer lange werkingsduu

MOOIE ‘IK VERWACHT EEN KER GROEP’ TOEKOMST VOOR DON erkers figuurlijk én

OLIVIA EGGEN, boomzorg

R SPORTVELDNIEUWE KANSEN VOO T BEHEER MET UV-C-LICH voor demo

ngsmiddelen veilig. Gebruik gewasbeschermi e. het etiket en de productinformati

Lees vóór gebruik eerst

op Boom u belangrijk vindt. om elke gebruiker vinden belangrijk wat ten zijn ontworpen Maarten WittensWijvertelt 1000 serie duwmaaiers in projec Greensmaster wordt De gloednieuwe in de sector die zorgt dat kkelijk legende is geboren. nieuweaantre duwboom is een primeur ieel brengen. De uitschuifbare hoe groen financEen is een consistente, harmonie met elkaar te veaus past. Het resultaat en machine in perfecte

Oprolbare HET DIEop gps tot MetACITEIT Franse én Limburgse ZAAGCAP MAAKT ter ping geeft VERSCHIL de centime Generatie overkap van de Nieuwe mechanische kersenbomen lucht Met de kracht en snelheid je klus sneller voor elkaar kettingzagen komturig Husqvarnanauwke met de naaste concurrent, schoffel dan ooit. Want in vergelijking zaagcapaciteit. CONNECTING GREEN

Boomkronen in de stad

0x297.indd 1

ainsaw550XPMarkII_21

Herstel allure Coolsingel

Alle rechten voorbehouden.

BOOM INNOVATIE DAG PROFESSIONALS CONNECTING GREEN

550 XP® Mark II,

05-02-19 09:14

CMDHUS-191_Adv_Ch

Paniekvoetbal bij het kappen van essen ©2019 The Toro Company.

biedt de 550 XP® Mark II meer* in minder tijd. GROEN PLUS Zodat je meer gedaan krijgt, GROOT HUSQVARNA 550 XP® Mark II eneration PROFESSIONALS Instagram #newchainsawg Volg het hele verhaal op Husqvarna omgeving, met een out-of-box in 2018, in een gecontroleerde *Tests uitgevoerd door Husqvarna Stihl MS 261 C-M. Voor meer informatie: kijk op husqvarna.com/NL in vergelijking met een out-of-box

en/of vaardigheidsni endelijk als geen van verschillende lichaamslengte de maaier onderhoudsvri de machine gebruikers modulaire ontwerp maakt op elke green. En… het en ten goede. ongeëvenaarde maaikwaliteit komt de totale exploitatiekost wat tijd en geld – en dat andere. U bespaart heel

MEER INFORMATIE OP

TORO.COM/GR1000SERIES

GREENKEEPER OF THE dit zijn de genomineerd Japanse betrouwbaarheid, ook voor de grasmaaier

YEAR 2020

en

Team in beeld: International Golf Maastricht

Automatische maaiers worden volwassen GREENKEEPER OF THE

YEAR


‘Blijf van onze bomen af!’ Gezonde bomen kappen lijkt anno 2020 écht niet meer te kunnen Bewoners van de Boschveldweg in Den Bosch zijn boos. Heel erg boos. In september werd besloten dat een reeks grote platanen in de straat gekapt wordt. Niet drie of vier, maar liefst 34 moeten eraan geloven. De beeldbepalende giganten moeten wijken voor de trillingswand die ProRail er wil plaatsen in verband met de verwachte toename van het treinverkeer. De bewoners eisen dat er naar een alternatief gezocht wordt, maar dat lijkt lastig. Auteur: Karlijn Klei

32

1/2020

We hebben allemaal weleens ‘last’ van de bomen in onze buurt. In de herfst als je de gevallen blaadjes van je pad staat te vegen, in de lente als de vogels in het bladerdak je auto onderpoepen, of in de zomer, als je door de boom nét niet lekker in de zon kunt zitten. Toch ervaren de meeste mensen bomen in de straat als bijzonder aangenaam en zien ze, als puntje bij paaltje komt, de sfeervolle groene kanjers liever niet gaan. Dat is voor de bewoners van de Boschveldweg net zo. ‘De rits gezonde, beeldbepalende platanen in de straat kappen, terwijl er een alternatief is, is echt van de zotte’, luidt het oordeel van onder meer Ana Menezes van actiegroep Red de Platanen. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer De bomen worden gepakt wegens het zogenaamde Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Dat houdt in dat er op de drukste lijnen in en rond Den Bosch over de bestaande sporen veel meer zware treinen gaan rijden. Tot wel zes stoptreinen, zes intercity’s en twee goederentreinen per uur per richting. Om overlast van de treinen voor omwonenden te beperken, moet er een trillingswerende wand komen. Volgens ProRail, verantwoordelijk voor het PHS, kan dat in de Boschveldweg eigenlijk maar op één plaats: waar momenteel de 34 platanen staan. ‘Het is

voor de aanleg van de trillingswand noodzakelijk bomen te kappen over een lengte van ongeveer 250 meter, globaal tussen de Sint Lucasstraat en de stationstunnel’, bevestigt een woordvoerder van ProRail in september in het Brabants Dagblad. De rij van meer dan 20 meter hoge platanen bepaalt het beeld van de straat en is volgens de structuurkaart van de gemeente een ‘waardevolle boomstructuur’. Verder blijkt uit een rapport van Arcadis dat de bomen geen ziektes en (dus) een goede toekomstverwachting hebben. Is er dan geen alternatief? Jawel; ProRail zou de trillingswand dichter bij het spoor kunnen plaatsen. Maar dan moeten er een aantal gebouwen gesloopt en kabels en leidingen verlegd worden. En daar hangt een prijskaartje aan: meerkosten van bijna twee miljoen euro. Dat vindt ProRail teveel, en dus is ervoor gekozen de bomen niet direct langs het spoor, maar aan de Boschveldweg aan te leggen, ten koste van de waardevolle groenstrook. Hoewel gebruikelijk, is herplant elders in de relatief smalle straat vanwege de omvang van de platanen (zo’n drie meter) niet mogelijk. In actie De omwonenden hoorden in september voor het eerst over het plan om de bomen te kappen. ‘We moésten iets doen’, zegt Ana Menezes


3 min. leestijd

ACTUEEL INSPIREREN EN MOBILISEREN Actiegroep Red de Platanen zamelt onder meer handtekeningen in en wil mensen een boom laten adopteren met een gedicht, foto of tekening. Zo wil de groep mensen inspireren om zich hard te maken voor het behoud van bomen, niet alleen in Den Bosch, maar overal. ‘We moeten geluid maken, alert blijven en bewustzijn creëren over onnodige bomenkap’, benadrukt Menezes. ‘Help ons daarbij. Nu is het hier, de volgende keer bij jou in de buurt!’

‘We moésten iets doen’, zegt Ana Menezes van de actiegroep Red de Platanen van de actiegroep Red de Platanen. Samen met buurtbewoners besloot ze in actie te komen. ‘Zowel wij als de gemeente zijn het eigenlijk al niet eens met het PHS’, vertelt Menezes. ‘De treinen tegenhouden lukt helaas niet meer, maar

de bomen en de tuintjes en struiken daaronder kunnen we samen misschien nog redden. Als de bomen gekapt worden, gaat de hele wijk erop achteruit’, legt Menezes uit. Niet alleen het straatbeeld wordt minder, vult ze aan; het verwijderen van het groen heeft ook direct effect op het welzijn van de bewoners. ‘Bomen verkoelen, vangen hemelwater en CO₂ op, vangen fijnstof af enzovoort! De woonwijk ’t Zand, waar de Boschveldweg deel van uitmaakt, is een van de warmste wijken in Den Bosch. Laten staan die bomen, dus!’ Niet alleen vanuit dat oogpunt is het plan om de bomen te kappen niet logisch, vindt Menezes. ‘De straat is net heringericht, waarbij ook maatregelen zijn genomen om de bomen juist te bewaren. Dat kostte in totaal een miljoen euro. Bovendien is de werking van de trillingswand helemaal niet gegarandeerd. Of die echt werkt zoals ProRail verwacht, is pas na pakweg een jaar duidelijk.’ Geluk bij een ongeluk Ook de gemeente wil de bomen behouden, maar laat weten vrij machteloos tegenover het Rijk te staan: ‘De gemeente kan een kapvergunning weigeren. [...] De gemeente kan daarbij overruled worden door een hoger overheidsorgaan, waarbij de grond zelf onteigend kan worden zodat de trillingswand alsnog geplaatst kan worden.’

Spannende tijden, dus, voor de bewoners van de Boschveldweg en omstreken. Een datum voor de kap heeft ProRail nog niet vrijgegeven. Momenteel liggen de werkzaamheden rond het PHS overigens stil wegens de pfas- en stikstofproblematiek. Een geluk bij een ongeluk, noemt Menezes het. Op het moment van schrijven staat er een landelijk debat over spoorvervoer in de planning. Vóór die tijd worden de bomen in ieder geval niet gekapt. Maar of het de Bosschenaren lukt de kap helemaal tegen te houden, is nog maar de vraag. NOOT VAN DE REDACTIE Vlak voordat dit blad naar de drukker ging, werd tijdens een bijeenkomst bekend dat ProRail bereid is om naar een oplossing te kijken. Wethouder duurzame mobiliteit, talentenontwikkeling en welzijn Ufuk Kâhya zal met de betrokken partijen (Red de Platanen, Goederentreinen Nee, Bewonersvereniging Leefbare Binnenstad én ProRail) werken aan een beter plan, waarbij de platanen kunnen blijven staan.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32365/blijf-vanonze-bomen-af

www.stad-en-groen.nl

33


Hedera – struiken, klimmers en bodembedekkers Vrijwel iedereen kent klimop of Hedera. De makkelijke Nederlandse naam is hier mede debet aan, maar vooral ook het feit dat Hedera een algemene plant is in de natuur en in cultuur. De vormenrijkdom van Hedera is groot, niet alleen door het bijzonder grote aantal cultivars, maar ook in de verschijningsvorm, waarbij één plant zowel struik, klimmer als kruiper kan zijn. Auteur: Ronald Houtman

34

1/2020

Alle Hedera zijn heesters die in principe twee verschijningsvormen hebben: juveniel en adult. In het juveniele stadium, de jeugdfase, groeit de plant kruipend/klimmend en zal hij niet bloeien. In het adult stadium, de volwassen fase, groeit de plant struikachtig en zal hij bloeien. De bloemen staan in bolvormige schermen. Ze zijn groenig tot groengeel en leveren veel nectar en pollen. Omdat de planten bloeien in oktober en november (en eventueel december), is het een zeer belangrijk gewas voor bijen: zo kunnen ze vlak voor de winter nog voedsel opnemen om sterker de winter in te gaan. Na bestuiving ontwikkelen de zwarte besachtige vruchten zich in het voorjaar. In de jeugdfase bloeit Hedera dus niet en doet hij zijn Nederlandse naam, klimop, eer aan. Met soms lange ranken groeit de plant over de grond of klimt in bomen, tegen muren etc. De stengels hechten zich met behulp van schijnwortels (‘luchtwortels’) aan de ondergrond. Deze ‘wortels’ dienen alleen ter verankering, de

plant neemt hier geen voedingsstoffen mee op. Hedera is dus geen parasiet of halfparasiet! Per definitie is het dus niet slecht voor een boom als er Hedera in klimt. Wel kan het als ontsierend worden ervaren en kunnen oude, verzwakte bomen wel degelijk schade oplopen door het gewicht van de Hedera die erin is geklommen. Hedera is vrijwel bodemvaag, maar op zware kleigronden kunnen de planten wat meer tijd nodig hebben om aan te slaan. Ze gedijen zowel in de volle zon als in de schaduw. Op schaduwrijke vochtige plaatsen is het risico op bladvlekkenziekte wat groter. Ten slotte zijn ze voldoende winterhard en hebben niet veel last van ziekten en plagen. Bladvorm Een ander verschil tussen de jeugdfase en volwassen fase is de bladvorm. Planten in de jeugdfase hebben de typische drie- tot vijflobbige bladeren. Wanneer de planten de volwas-


9 min. leestijd

SORTIMENT gere middenlob. Ze zijn donkergroen met een opvallende lichtgrijze nervatuur.

Hedera hibernica 'Irish Arborescent'

sen fase bereiken, worden de bladeren ruitvormig tot ovaal. De bladeren zijn steeds wintergroen en leerachtig. Als een klimmende Hedera (jeugdfase) boven aan bijvoorbeeld een schutting ineens struikvormig wordt en gaat bloeien, zijn beide stadia dus in één plant aanwezig. Genetisch zijn dit juveniele deel en adulte deel dus identiek. Toch doet zich het vreemde fenomeen voor dat de variant in de jeugdfase een andere cultivarnaam heeft dan de variant in de volwassen fase. Zo is H. helix ‘Ice Cream’ de volwassen vorm van ‘Cavendishii’ en H. hibernica ‘Arbori Compact’ de volwassen vorm van ‘Deltoidea’. In veel gevallen is de struikvormige cultivar echter ontstaan uit ‘gewone’ H. helix of H. hibernica en is er dus geen link tussen deze volwassen vorm en een eventuele cultivar in de jeugdfase. Overigens vormen struikvormige Hedera regelmatig rankende twijgen die nog in de jeugdfase zijn. Dit kan soms wat slordig tonen. Soorten Zoals bij zoveel geslachten is er onder taxonomen ook bij Hedera geen overeenstemming over het aantal natuurlijke soorten. Sommige soorten zijn zó nauw aan elkaar verwant dat ze soms als één worden beschouwd, terwijl anderen deze splitsen in twee of meerdere soorten. Algemeen wordt nu aangenomen dat er twaalf wilde soorten zijn. Voor ons zijn er echter slechts drie van belang: H. colchica, H. helix en H. hibernica. Twee andere soorten

zijn van minder belang, vooral omdat van beide slechts één cultivar min of meer bekend is: H. algeriensis en H. caucasigena. Van H. algeriensis wordt ‘Gloire de Marengo’ af en toe toegepast. Het is een plant die oppervlakkig lijkt op H. colchica, maar minder winterhard is en daarom vooral als kuipplant wordt gebruikt in serres, atria etc. Eveneens weinig gebruikt is ‘Tanja’, een uitstekende cultivar van H. caucasigena. Het is een sterke klimmer die geschikt is voor schuttingen en schermen. De bladeren zijn drielobbig met een duidelijk lan-

Struiken Er zijn dus twee verschijningsvormen. De struikvormige Hedera vormen een afgebakende groep van voornamelijk planten in de volwassen fase. Er zijn enkele cultivars die struikvormig groeien in de jeugdfase. De bekendste hiervan is ‘Erecta’. Dit is een compact struikje, waarvan de twijgen vrij steil omhoog groeien en de blaadjes typisch in twee rijen staan. Vanwege de wat langzame groei is het vooral een struikje voor toepassing in particuliere tuinen. De meeste andere struikvormige Hedera worden vooral in groepen en plantvakken toegepast. De planten zijn over het algemeen gezond, worden niet al te hoog en zijn goed ter bevordering van de biodiversiteit door het groenblijvende karakter (schuilplaats voor kleine dieren) en de late bloei (insecten). De bekendste struikvorm is natuurlijk Hedera helix Arborescent Group. Een beetje een vreemde naam voor de plant die vrijwel iedereen kent als ‘Arborescens’. Feit is dat er in de praktijk verschillende volwassen planten onder deze naam worden gekweekt en verhandeld. Helaas zijn deze niet altijd even goed als het gaat om gezondheid, compactheid en bladkleuren. Om deze reden wordt de ‘gewone’ volwassen vorm tegenwoordig als Arborescent Group aangeduid. Dat neemt natuurlijk niet weg dat als er een goede kloon voorhanden is, deze prima kan worden toegepast.

Hedera helix 'Angularis Aurea'

www.stad-en-groen.nl

35


Hedera colchica 'Sulphur Heart'

H. helix ‘Simone’ is waarschijnlijk moeilijker verkrijgbaar, maar het is een bijzonder fraaie en sterke struik. Op het eerste gezicht lijkt het een ‘gewone’ volwassen vorm met iets smaller blad, maar als de plant gaat bloeien, vallen de compacte bloemhoofdjes op die in groten getale verschijnen. Andere aantrekkelijke struikvormige cultivars van H. helix zijn ‘Arbori Purple’ (bladeren bij lage temperaturen, dus ’s winters, opvallend purper), ‘Zorgvliet’ (vrij lage plant met opvallend smal blad en rijke bloei en besdracht) en ‘Ice Cream’ (compacte groei en bontbladig met zilverwit gerand blad). Uiteraard zijn er ook van andere soorten struikvormige cultivars. In H. hibernica is er ‘Arbori Compact, die duidelijk compacter groeit dan de volwassen vormen van H. helix. Hij is vanwege het formaat wellicht iets minder geschikt voor grootschalige toepassing, maar uitermate geschikt voor tuinen of zelfs in pot. De bladeren zijn wat meer afgerond, wat de plant vrij makkelijk te herkennen maakt. H. hibernica ‘Irish Arborescent’ wordt vaak als H. helix ‘Arborescens’ of H. hibernica ‘Arborescens gekweekt. Het is de meest gekweekte volwassen vorm van H. hibernica, die opvalt door de ietwat grijsgroene jonge scheuten en grote opstaande bloeiwijzen. Opvallend genoeg hebben de meeste volwassen vormen van H. colchica-cultivars geen aparte cultivarnaam. De enige uitzondering is

36

1/2020

‘Fall Favourite’. Het wordt wat afgezaagd, maar ook deze cultivar is beter bekend onder de oude naam ‘Arborescens’. Maar omdat een cultivarnaam maar één keer in een geslacht mag worden gebruikt en H. helix ‘Arborescens’ ouder is, bleek dit niet geldig. Het is dus de ‘normale’ struikvormige H. colchica, met het grote ruitvormige blad en de rijke bloei. De andere groenbladige cultivar is H. colchica ‘Dentata’. Deze heeft iets groter blad dan ‘Autumn Beauty’. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, heeft de volwassen vorm van ‘Dentata’ (getand) gaafrandig blad. De getande bladeren zien we alleen bij de jeugdvorm. Naast deze twee groenbladige cultivars van H. colchica zijn er ook twee goudbonte: ‘Dentata Variegata’ met goudgeel gerand blad en ‘Sulphur Heart’, waarvan juist het midden van het blad goudgeel is en de bladrand donkergroen. Klimmers en bodembedekkers Behalve de splitsing in jeugdvormen en volwassen vormen kan Hedera qua toepassing in drie, elkaar deels overlappende groepen worden verdeeld. Naast de struiken zijn er dan klimmers en bodembedekkers. Uiteraard is hier een overlap; als de klimmers niets hebben om in te klimmen, zijn het kruipers. Dit is echter niet zo zwart-wit. Er zijn diverse cultivars die minder sterk de neiging hebben om te klimmen. Dit zijn de planten die het geschiktst zijn om (groot-

schalig) als bodembedekker te worden toegepast. Anderzijds zijn er ook typische klimmers die minder goed vertakken, waardoor ze de bodem niet goed bedekken, indien als zodanig toegepast. De klimmers en bodembedekkers hebben altijd het jeugdstadium. Ze zullen dus niet bloeien en leveren wat dat betreft dus geen bijdrage aan de bevordering van biodiversiteit. Logischerwijs moeten bodembedekkers dus vlot dichtgroeien en de bodem zodanig bedekken dat onkruiden niet of nauwelijks kunnen ontkiemen. Dat is dan ook de enige toepassing van deze groep. Vooral voor middelgrote tot zeer grote plantvakken is Hedera een prima bodembedekker. Ze kunnen een plantvak volledig bedekken, waardoor onkruiden niet of nauwelijks kans krijgen zich te ontwikkelen. De klimmers worden tegenwoordig vooral gebruikt om kant-en-klare schermen van te kweken, om tegen schuttingen en hekken te planten of om geluidsschermen mee te laten begroeien. Een bijkomend voordeel van klimop is dat de plant matig veel fijnstof uit de lucht kan opvangen, zo’n 6 gram/m2. Bodembedekkende klimop Het aantal soorten en cultivars dat wordt gebruikt als bodembedekker is relatief klein. Het bekendst zijn H. helix ‘Woerner’ en H. hibernica. De Ierse klimop is een plant met groot, donker grijsgroen blad met lichter grijsgroene nerven. Het is een krachtige groeier die lange takken


SORTIMENT kan vormen. H. hibernica laat zich gewoon afmaaien en groeit daarna zonder schade weer door. ‘Woerner’ lijkt op H. hibernica, maar heeft iets kleiner blad, dat donkerder groen is. De nerven zijn lichter groen. Ook ‘Woerner’ is een krachtige groeier die lange takken vormt. ‘Modern Times’ groeit eveneens tamelijk krach-

tig en met lange takken. Deze vertakken aanvankelijk minder goed, waardoor het wat langer duurt voordat de bodem goed bedekt is. De bladeren zijn donkergroen met lichter groene nerven. De reden waarom ‘Modern Times’ toch wordt aanbevolen, is omdat deze cultivar erg gezond is.

Hedera helix 'Maple Queen’

Hedera helix 'Cavendishii'

Hedera hibernica

‘Baltica’, ‘Plattensee’ en ‘Thorndale’ zijn drie cultivars die zeer geschikt zijn om als bodembedekker te worden toegepast. De oude cultivar ‘Baltica’ (1907) is een krachtig groeiende cultivar die prima vertakt. De bladeren zijn donkergroen met opvallend lichte nerven, in de winter soms bijna wit. Hij blijft lager en vertakt beter dan H. hibernica, waar ‘Baltica’ vrij sterk op lijkt. ‘Plattensee’ is een Duitse cultivar die opvalt doordat het blad iets lichter, maar frisgroen is. Hij vertakt prima en is vanwege de iets minder krachtige groei geschikt voor toepassing in middelgrote vakken. ‘Thorndale’, ten slotte, lijkt eveneens op H. hibernica, maar verschilt hiervan doordat de bladrand iets gegolfd is en de bladeren ’s winters iets bruin verkleuren, waardoor de lichte nerven mooi opvallen. Voor wat het waard is: de winterhardheid van ‘Thorndale’ is beter dan die van H. hibernica, die in strenge winters beschadigd kan raken.

Alle Hedera zijn heesters die in principe twee verschijningsvormen hebben: juveniel en adult Een heel leuke cultivar om eens toe te passen is ‘Ivalace’. De blaadjes van deze plant zijn fris middengroen met een iets gekroesde bladrand. Als plant groeit en vertakt ‘Ivalace’ prima. De groei is echter niet heel krachtig, waardoor de plant bij uitstek geschikt is voor kleinere plantvakken. Buiten de af en toe toegepaste en al eerder genoemde bontbladige H. colchica-cultivars worden er feitelijk geen bontbladige cultivars als bodembedekker gebruikt.

Hedera helix Arborescent Group

Klimmende klimop De groep klimmers is enorm. Buiten de volwassen vormen zijn alle cultivars klimmers. En er zijn er meer dan tweeduizend! Die worden niet allemaal (meer) gekweekt en van de gekweekte zijn er veel die sterk op andere lijken, te zwak groeien of ziektegevoelig zijn. Een aantal planten groeit vrij langzaam en is daardoor minder geschikt voor grootschalige toepassing. Deze zien we vaker als bloemisterijproduct in

www.stad-en-groen.nl

37


, T T E I E I N N T N A A K ESTA B

r ove rste n nke ze ee eden e d , on ffenh et h D S/ e e IER , di 35 AW e on d A l MA ere erÂŽ 5 stevig w OT B r w e p O o E-R er t utom elfs o i L a E N tma r de A r die z SIO o S b E e o F ie te r nu is tmaa reikt. /PRO s r L e A ee En bo de erd. ro) ro ltaat b SSION j i d w E en veran lide (P airesu PROF d r cee heeft tra so ig ma TUIN/ u d tro icant en ex racht N-ENn i p O 5 e if en /GAZ 99 sign aier; 1 e n L I n tma 70% /N aie ma robo n tot A.COM e D N 4W elling QVAR h S en W.HU WW


SORTIMENT

Buiten de volwassen vormen zijn alle cultivars klimmers gemengde bakjes, als potplant of gewoon als sierplant in particuliere tuinen. Behalve het aantal is ook het aantal verschijningsvormen enorm. Om toch enig overzicht te behouden, is hier een (arbitraire) indeling op basis van bladkleur. Tenzij anders vermeld, zijn het allemaal cultivars van H. helix. Vanzelfsprekend zijn er veel groenbladige cultivars. De oude ‘Pedata’, met dof, zeer donkergroen blad met grijze nervatuur, wordt nog veel gekweekt. De bladeren kleuren bruinpurper bij lagere temperaturen. Veel kleiner van blad is ‘Spetchley’. De bladeren zijn vaak maar een centimeter of vier groot. Ze hebben afgeronde lobben en de middenlob is duidelijk langer dan de vier lobben links en rechts ervan. Het is een prachtige cultivar voor kleinschalige toepassingen. Ook bij ‘Sagittifolia’ is de middelste lob veel langer dan de andere vier. Het blad is mooi donkergroen tot bruingroen. Bij ‘Green Ripple’ is het blad breder dan het lang is, waardoor het soms bijna waaiervormig is. De vijf lobben zijn opvallend smal gepunt, wat weer een geheel andere uitstraling oplevert. Dat er ook cultivars zijn waarvan de bladeren bijna geen lobben hebben, bewijst H. hibernica ‘Deltoidea’. Het blad, dat mooi glanzend donkergroen is, is vrijwel hartvormig. Opvallend zijn de wat dikkere twijgen en bladstelen. Aan het andere eind van de variatie vinden we cultivars Hedera helix 'Woerner'

met zeer smalle lobben. Dit is het geval bij ‘Königer’s Auslese’, waarvan de lobben zo smal zijn dat het blad er bijna stervormig uitziet. Een andere variatie is dat de bladrand gegolfd of (sterk) gekruld en gekroesd is. Dit is het geval bij ‘Maple Queen’. Bij de donkergroene bladeren is de bladrand tussen de lobben omhoog gekruld. In de cultivar ‘Boskoop’ is de gehele bladrand sterk gegolfd. De bladeren zijn glanzend donkergroen. Eén van de extreemste bladvormen is te zien bij ‘Parsley Crested’. De randen van de frisgroene bladeren van deze cultivar zijn zeer sterk gekroesd. De naam ‘Parsley Crested’ betekent ‘gekroesd als peterselie’ en is dan ook prima gekozen. Witbont Eén van de bekendste witbonte cultivars is ‘Cavendishii’. De bladeren zijn donkergroen met onregelmatige crèmewitte randen. Eveneens zeer bekend en ook met witgerande bladeren is ‘Glacier’. Maar ook in het hart van het blad is ‘Glacier’ bontbladig. De bladeren zijn donkergroen, grijsgroen en lichtgroen gemarmerd. Het is een prima cultivar die veel wordt gekweekt. Een witbonte cultivar waarvan het blad alleen grijs, grijsgroen en wit gemarmerd is, zonder dat de randen dat zijn, is ‘Kolibri’. Met ‘Clotted Cream’ is ook in deze groep een cultivar te vinden waarvan de bladranden sterk gekroesd

zijn. De bladeren zijn groen met crèmekleurige randen. Als de temperatuur daalt, kleuren de buitenste randjes roodachtig. Geelbont Ook hier een oude bekende: ‘Goldheart’. Het is een relatief kleinbladige cultivar met donkergroen blad waarvan het centrum intens goudgeel is. Helaas is deze cultivar erg onstabiel en worden er gemakkelijk volledig groenbladige takken gevormd. Veel stabieler is ‘Goldchild’. De bladeren zijn duidelijk groter dan bij ‘Goldheart’ en het goudgele deel bevind zich niet in het centrum van het blad, maar aan de randen. In sommige bladeren is niet alleen een brede rand geel gekleurd, maar ook een deel van het blad. Het geeft de plant een vrij ‘gele’ uitstraling. Dat is ook het geval bij ‘Golden Ingot’. Het centrum van de bladeren is grijs en groen gemarmerd, terwijl de randen crèmegeel tot geel zijn. In veel bladeren zijn de randen niet ononderbroken geel gerand, maar is het patroon vlekkerig. Het maakt ‘Golden Ingot’ tot een zeer uitgesproken en sierlijke cultivar. De oude cultivar ‘Tricolor’ heeft dof donkergroen blad met smalle crèmegele randen. Als de temperatuur daalt, kleurt het blad purper en worden de randen meer crèmekleurig. Een mooie en opvallende cultivar is ‘Angularis Aurea’. De bladeren van deze plant zijn niet geel gerand en hebben ook geen geel centrum, maar ze lijken wel gepaintbrushed. De glanzend donkergroene bladeren hebben een onregelmatige gele marmering. Tot slot nog een cultivar waarvan de bladeren geheel geel zijn: ‘Buttercup’. Dit is alleen het geval in de jonge scheuten; het volwassen blad is geelgroen tot lichtgroen. Het gele blad is gevoelig voor zonnebrand, maar indien toegepast in de halfschaduw is dit een schitterende cultivar. Toegegeven, de bontbladige klimop vormt waarschijnlijk niet het populairste sortiment voor hoveniers en grootgroenaanleggers. Maar het kan wel degelijk een toevoeging zijn in een ontwerp, al is het maar om accenten te leggen op bepaalde delen van het ontwerp. En anders zijn er nog honderden groenbladige cultivars om uit te kiezen.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32402/hedera--struiken-klimmers-en-bodembedekkers

www.stad-en-groen.nl

39


Studiemiddag Omgevingswet en Spelen biedt speelruimte voor de toekomst Op dinsdag 11 februari 2020 vond in Deventer de eerste studiemiddag Omgevingswet en Spelen plaats. Deze werd georganiseerd door OBB Speelruimte Specialisten, in samenwerking met Juul Osinga (Aveco de Bondt, oprichter Netwerk Jong Leefomgeving) en Jantje Beton. De deelnemers leerden dat spelen een zeer belangrijk onderwerp is en een integraal onderdeel van de instrumenten van de Omgevingswet. Ze weten nu dat speelruimte moet worden geclaimd in de gemeente; daar kunnen ze sinds de studiemiddag mee aan het werk!

Auteur: Thijs Banninga (OBB Speelruimtespecialisten)

40

1/2020

Actualiteit De Omgevingswet is een bijzonder actueel thema. Tijdens de studiemiddag was nog steeds niet helemaal zeker of de Omgevingswet op 1 januari 2021 in werking treedt. Later op de avond heeft de Eerste Kamer echter ingestemd met de Invoeringswet Omgevingswet, waardoor de Omgevingswet op 1 januari aanstaande daadwerkelijk in werking moet treden. Hierbij geldt overigens nog wel de voorwaarde dat de wetgeving en het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) afdoende zijn geïmplementeerd bij alle overheden. Aanleiding studiemiddag De studiemiddag werd afgetrapt door Elske Oost van OBB, waarbij zij uitleg gaf over de vraag waarom deze studiemiddag werd gehouden. De Omgevingswet lijkt op het eerste gezicht namelijk mooie verbeteringen te bieden ten opzichte van de huidige wetgeving voor het ruimtelijk domein. De vier verbeteringen worden weergegeven in figuur 1. De Omgevingswet moet ervoor zorgen dat het omgevingsrecht (weer) overzichtelijk en begrijpelijk wordt – minder regels en meer kansen, doordat er meer ruimte komt voor maatwerk. Ondanks al deze verbeteringen bleef de vraag overeind welke effecten dit zou hebben op

onder andere kinderen en speelruimte(beleid). Een zoektocht op een website zoals www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl geeft geen enkel relevant resultaat met betrekking tot kinderen. Ook in reeds bestaande omgevingsvisies blijken kinderen en speelruimte over het algemeen niet of nauwelijks aan de orde te komen. Dat is vreemd, omdat zo’n 20 procent van de bevolking kind is. Het lijkt erop dat we een groot deel van de bevolking onbewust negeren. Om te voorkomen dat we de kinderen met het badwater van het omgevingsrecht weggooien, werd de studiemiddag Omgevingswet en Spelen georganiseerd. Workshops Tijdens deze studiemiddag werden presentaties gehouden door Juul Osinga en Marianne Pothof (gemeente Winterswijk). Daarnaast werd er in de workshops dieper ingegaan op verschillende instrumenten van de Omgevingswet. Na de opening gaf Juul Osinga de aanwezigen door middel van een presentatie op een heldere manier inzicht in de werking van de Omgevingswet. Met de Omgevingswet ontstaan er vier (nieuwe) instrumenten. In de workshops kon men aan de slag gaan met drie van deze instrumenten, namelijk:


5 min. leestijd

ACHTERGROND teerd dat thema’s zoals ontmoeten, gezondheid en bewegen tegenwoordig steeds belangrijker worden. Om zulke thema’s een goede plaats te geven in een omgevingsplan, is het van belang dat ze ook in de omgevingsvisie naar voren komen.

In reeds bestaande omgevingsvisies blijken kinderen en speelruimte over het algemeen niet of nauwelijks aan de orde te komen • • •

omgevingsvisie omgevingsprogramma omgevingsplan

Deze drie instrumenten zijn nauw verbonden met elkaar. De aanwezigen verdeelden zich in drie groepen, om afzonderlijk van elkaar over deze drie instrumenten te discussiëren. Bij de workshops werd eerst een korte definitie van het instrument geformuleerd, waarna werd ingegaan op onderwerpen die in algemene zin bij het instrument horen. Nadat de deelnemers de inhoud van het instrument hadden bepaald, kon er worden nagedacht over de vraag wat erin naar voren kan en moet komen over kinderen en spelen. Daarnaast werd er gesproken over de samenhang tussen de instrumenten in het kader van kinderen en spelen. Conclusies De conclusies van de workshops werden aan het einde van de studiemiddag gepresenteerd aan alle aanwezigen. Op deze manier kreeg iedereen inzicht in de werking van de drie instrumenten. Daarnaast konden door middel van een gezamenlijke terugkoppeling onderlinge combinaties worden gezocht om kinderen en spelen niet te vergeten in de instrumenten van de Omgevingswet.

Omgevingsvisie De omgevingsvisie is op dit moment waarschijnlijk het bekendste instrument. Verschillende gemeenten hebben al een omgevingsvisie opgesteld of zijn ermee bezig. Hierdoor is er al vrij uitgebreide kennis over dit onderwerp. In een omgevingsvisie worden de ambities van de gemeente voor de leefomgeving voor de lange termijn beschreven.

Omgevingsprogramma In tegenstelling tot de omgevingsvisie en het omgevingsplan, worden de niet verplichte delen van het omgevingsprogramma niet door een gemeenteraad vastgesteld, maar door een college van B en W. daardoor is het programma vaak slechts zelfbindend. Het is dan bijvoorbeeld niet mogelijk om beroep aan te tekenen tegen het omgevingsprogramma. In de omgevingsvisie worden verschillende doelen en ambities gesteld die te maken hebben met de fysieke leefomgeving. In het omgevingsprogramma kan een aanpak worden vastgesteld om deze doelen en ambities te halen. Voor het omgevingsprogramma is het dus heel belangrijk om ambities over kinderen en spelen in de omgevingsvisie op te nemen. Als deze in de omgevingsvisie worden omschreven, kan daar in het omgevingsprogramma en het omgevingsplan verdere uitwerking aan worden gegeven. Integraal Bij de gezamenlijke terugkoppeling kwam een aantal onderwerpen naar voren die bij iedere workshop ter sprake waren gekomen. Bij ieder instrument blijkt dat het een uitdaging

Wat betreft de plaats van kinderen in een omgevingsvisie, blijkt dat het zeer belangrijk is om in te gaan op de sociale aspecten, zoals gezondheid en sociale cohesie. De vraag of kinderparticipatie relevant is bij het opstellen van de omgevingsvisie, bleek lastig te beantwoorden. Aan de ene kant kan rekening houden met kinderparticipatie leiden tot verfrissende inzichten. Daarnaast zijn kinderen onze toekomst en maken zij ook gebruik van de openbare ruimte. Daar staat tegenover dat de onderwerpen in de omgevingsvisie te vaag kunnen zijn voor kinderen. Verder werd aangegeven dat volwassenen, zoals ouders, de belangen van kinderen kunnen behartigen. Omgevingsplan De ambities die in de omgevingsvisie worden gesteld, worden in het omgevingsplan vertaald naar een concrete uitwerking. Ook voor het omgevingsplan werd geconsta-

Thijs Banninga

OBB Speelruimtespecialisten

www.stad-en-groen.nl

41


RollRib® Modular Building System

NIEUW

RootBarrier® Arbretio®

NIEUW

RootBarrier® Watertapes

NIEUW

• Uniek bouwsysteem op rol • Totaalpakket om preventief wortelopdruk en -ingroei te voorkomen • Maakt het mogelijk een grote variëteit aan hoogtes te creëren en uitsparingen t.b.v. het doorvoeren van leidingen/buizen te maken • D.m.v. een uitsparing wordt de ondergrondse infrastructuur zo min mogelijk verstoord en beschadigd • Snel en eenvoudig te plaatsen = tijdswinst = kostenbesparend

WORTELGELEIDING

• 100% biologisch afbreekbaar houten boomplantwig van Douglashout • Snel en makkelijk aan te brengen, tijd- en kostenbesparend • Goede verankering in substraten en normale bodemomstandigheden • Stimuleert de beworteling waardoor de boom vlot zelf voldoende verankerd • De Arbretio® hoeft niet verwijderd te worden

ONDERGRONDSE KLUITVERANKERING

• 100% biologisch afbreekbaar tape op basis van jute • Zorgt voor optimale en langdurige bevochtiging van de bodem • Houdt langer water vast dan de grond zelf • Waterbuffer, ca. 40 liter per m² • Duurzaam

BEWATERING KING RootBarrier

T +31 (0) 320 215 805

sales@rootbarrier.nl

kingrootbarrier.com

Kwaliteit ontstaat zelden door toeval

www.smitsrinsma.nl

De ingenieurs van de buitenruimte


ACHTERGROND Figuur 1 Vier verbeteringen

is om de juiste balans te vinden tussen wat je vastlegt en wat je los wilt laten. Deze afweging moet per onderwerp worden gemaakt. De Omgevingswet biedt veel vrijheid, maar gemeenten zijn vrij om daar een eigen invulling aan te geven. Daarnaast kwam uit de workshops naar voren dat het belangrijk is om een (uitgebreid) sociaal onderdeel op te nemen in de omgevingsvisie. Er moet een helder verband wordt gelegd tussen het fysieke en het sociale domein. Kinderen en spelen kunnen daarin een verbindende factor zijn. Gemeente Winterswijk Namens de gemeente Winterswijk hield Marianne Pothof een presentatie waarin ze vertelde hoe de gemeente Winterswijk een omgevingsvisie voor het buitengebied heeft gemaakt. In 2015 begon de gemeente Winterswijk aan het traject naar een omgevingsvisie voor het buitengebied. Eind 2019 was het proces afgerond en werd de omgevingsvisie door de gemeenteraad vastgesteld. Er ging een uitgebreid participatietraject vooraf aan het vaststellen van de omgevingsvisie. Door middel van klankbordgroepen, bewonersavonden, dialoogavonden en een buurtschappenvisie zijn de wensen en verlan-

gens van bewoners zo goed mogelijk meegenomen. De visie gaat uit van uitnodigingsplanologie. Daarnaast is er bij de visie een inventarisatie gemaakt van de kwaliteiten die het gebied kent. Hierbij werd aangegeven dat het in een deel van het buitengebied van Winterswijk ’s nachts Êcht donker is. Door dit als kwaliteit te benoemen in de omgevingsvisie, geef je een voorzichtige sturing mee. Initiatieven worden in de omgevingsvisie dan ook getoetst aan de hand van de kwaliteiten van het gebied. De vraag die bij deze toets wordt gesteld, is: neemt de omgevingskwaliteit per saldo toe? Reflectie Het traject naar de omgevingsvisie heeft uiteindelijk ongeveer vier jaar geduurd, te lang, volgens Pothof. Het is belangrijk dat een gemeente op een gegeven moment keuzes maakt en niet te lang blijft hangen in het participatieproces. Toch mag de gemeente de participatie niet onderschatten, evenmin als het maken van een integrale afweging. In de omgevingsvisie komt speelruimte op veel plaatsen op verschillende manieren terug. En nu? OBB kijkt terug op een geslaagde studiemiddag. Er is veel informatie vergaard waarmee

OBB verder aan de slag gaat. De conclusie was dat het bijzonder belangrijk is om als gemeente ambities over speelruimte en kinderen op te nemen in de omgevingsvisie. In het omgevingsprogramma en het omgevingsplan kan en moet hier verdere invulling aan worden gegeven. De Omgevingswet heeft veel potentie en kan veel betekenen voor kinderen en spelen. Deze potentie moeten we dan wel benutten. Sinds begin februari 2020 ben ik als afstudeerstudent bij OBB met dit onderwerp aan de slag. Ik ga me richten op het bedenken van een goede manier om de mogelijkheden die de Omgevingswet biedt, zo te gebruiken dat kinderen en spelen niet worden vergeten. Uiteraard sta ik open voor suggesties, vragen en dergelijke. Sterker nog: daar zie ik naar uit! omgevingswet@obb-ingenieurs.nl T: 0570- 616005 of 06-11817548 Website: www.obb-ingenieurs.nl

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32373/studiemiddag-omgevingswet-en-spelen-biedt-speelruimte-voor-de-toekomst

www.stad-en-groen.nl

43


Natuurinclusief in Singapore =Gardens by the Bay is een enorme toeristische trekpleister, de ultieme symbiose tussen mens en natuur.

In Nederland maakt natuurinclusief ontwerpen opgang en gaan steeds meer gemeentes aan de slag met beleid en puntentellingsystemen. In de praktijk blijkt het echter nog steeds moeilijk om een beoordeling te koppelen aan het nut dat de ingrepen hebben. Auteur: Nina Ravestein Foto’s: N. Smeding

44

1/2020

We zien vaak dat iemand een boom intekent en dan zegt dat het een natuurinclusief project is, maar het gaat natuurlijk veel verder. Het is juist niet alleen maar bomen intekenen of maar één soort boom gebruiken: het gaat om het gehele ecosysteem en het afwegen van de veranderingen die je teweegbrengt door de ingrepen die je doet. Dit kan alleen als je biodiversiteit en ecologie vanaf het begin van het project meeneemt als volwaardige ontwerplagen, wat ook letterlijk de betekenis is van ‘natuurinclusief ontwerpen’. Toch vinden veel beleidmakers het moeilijk om projecten te toetsen en beoordelen aan de hand van het totale ecosysteem. Het tijdperk waarin we achteraf pas groen toevoegden aan een plattegrond is nu definitief voorbij, maar er valt nog veel te leren. Deze keer een kijkje over de grenzen: hoe men in Singapore natuurinclusief ontwerpt. De stad in een tuin Afgelopen winter was ik een midweekje in Singapore. Hoewel dit het kleinste land in

Zuidoost-Azië is, staat het op de derde plaats op de lijst met dichtstbevolkte landen ter wereld. Singapore had in 2017 een bevolkingsdichtheid van 8.224,8/km², maar wordt tegelijkertijd gezien als de stad met de meeste biodiversiteit op aarde! Door bij ontwerpen voor de stad rekening te houden met planten en dieren, is het ze gelukt een thuis te geven aan meer dan 390 soorten vogels en 2.100 inheemse planten, midden in het stedelijk gebied. Dit is precies waar het bij natuurinclusief ontwerpen om gaat; tijd dus om een kijkje over de grens te nemen. Als je nagaat dat Singapore pas in 1965 onafhankelijk werd, is het bijzonder dat het in vijftig jaar is uitgegroeid van een ongezonde stad met sloppenwijken en veel armoede tot een schone, innovatieve stad waar meer dan 90 procent van de bewoners eigenaar zijn van hun woning. Als het gaat om stedenbouw, is de mindset in Singapore veel meer een symbiose tussen stad en land. In hun ogen voegen de Singaporezen


5 min. leestijd

ACHTERGROND zijn drinkwatertoevoer nog steeds afhankelijk is van Maleisië. Nieuwe fietsroutes hebben er zelfs voor gezorgd dat er een fietscultuur is ontkiemd, wat ook weer bijdraagt aan de gezondheid, maar ook uitstoot tegengaat. Het lijkt de ideale stad, waar altijd goede faciliteiten in de buurt zijn en sociale controle is, terwijl je toch dicht bij het groen woont. Ook lekker inclusief dat iedereen daar toegang tot heeft!

geen groen toe, maar bouwen ze hun stad in een tuin (the city is a garden). De economische groei van Singapore lieten ze hand in hand gaan met het vergroenen van de stad. Volgens het Center for Livable Cities bestond de stad in 1980 al voor 36 procent uit groen; tegenwoordig beslaat het groene oppervlak 47 procent (en dan hebben we het nog niet eens over het verticale groen). En dat terwijl de bevolking tegelijkertijd meegroeide van zo’n 2,6 miljoen naar 5,3 miljoen inwoners. De redenering is: hoe meer inwoners, hoe meer groen er nodig is. Dus is het streven om in 2030 per 1.000 inwoners 0,8 ha groene ruimte te creëren, terwijl er tegelijkertijd minder ruimte overblijft door ontwikkeling. Hoe kan dat? Singapore is een prachtig voorbeeld van verdichting waarbij innovatief ontwerp de illusie van ruimte kan creëren door een sterk, samenhangend groen en blauw netwerk. Er wordt niet gedacht in kleine, losse punten, maar het landschap vormt één systeem met de bebouwing erin gesitueerd. Meer dan driehonderd parken en vier grote natuurgebieden worden met elkaar verbonden, waardoor er een enorm netwerk ontstaat voor sport, recreatie en biodiversiteit, wat tegelijkertijd helpt bij mitigatie en hittestress tegengaat. Waterberging en -zuivering zijn ook zeer belangrijke thema’s, aangezien Singapore voor

Amsterdam In Nederland is de gemeente Amsterdam koploper als het gaat om het verankeren van natuurinclusief ontwerpen in beleid. In tegenstelling tot steden als Rotterdam zijn ze in Amsterdam niet bang om concrete natuurdoelen vast te leggen en op te leggen aan ontwikkelingen. Toch blijft de hoeveelheid groen per Amsterdammer afnemen. Volgens de organisatie ‘De Gezonde Stad’ was er in 2014 nog maar 1,2 m2 groen per inwoner in de stad. Dit komt doordat de stad verdicht (met een inwonerstoename van 19 procent) en de hoeveelheid groen daar niet op wordt afgestemd. Tegelijkertijd is Amsterdam een van de groenste steden van Europa en wordt ook hier in het beleid de link gelegd met garden cities: ‘stadsparken zijn de gemeenschappelijke tuinen van de stad’. Verder is Amsterdam niet bang om in de Hoofdgroenstructuur (HGS) de minimaal benodigde hoeveelheid groen aan te geven die Amsterdam wil behouden en beschermen. Toch is 1,2 m2 per inwoner met een dichtheid van 5130/km² in 2017 niets vergeleken met de

groenverhoudingen die men in Singapore weet te behalen. Misschien moeten we ons dan zorgen maken om de overige Europese steden. Functioneren Leefbaarheid is een belangrijke drive achter het zo groen mogelijk maken en houden van de stad. Het grote verschil met onze manier van ontwikkelen is dat de overheid in Singapore primair focust op het welzijn van de mensen in plaats van op economische ontwikkeling. Parken en recreatieve voorzieningen krijgen voorrang, punt. Daar valt een hoop voor te zeggen, aangezien gezonde, gelukkige mensen beter functioneren en dus ook meer bijdragen aan de economie. Dat is ook niet zo gek, want toen ik om zes uur ‘s ochtends aankwam, was het al 30 graden – een tropenrooster aanhou-

Als het gaat om stedenbouw, is de mindset in Singapore veel meer een symbiose tussen stad en land

Zelfs een driebaansweg is uitgerust met gelaagd groen.

www.stad-en-groen.nl

45


EEN NIEUWE REVOLUTIE

Vergeet lekke banden en ongelijke bandenspanning. Met de nieuwe MICHELIN X TURF TWEEL radiaalbanden zonder lucht rijdt u soepel over obstakels en scherpe voorwerpen. De banden gaan tot wel 3 keer langer mee dan normale banden met lucht, dit bespaart u kosten en tijd aan reparaties of het wisselen van banden. Nu beschikbaar op de Z997R en de Z994R z-track maaiers. Neem vandaag nog contact op met uw dealer voor een offerte op maat.

*Beschikbaar op de Z994R en Z997R-maaiers uitgerust met een 54”, 60” of 72” maaidek. Niet aanbevolen voor gebruik in combinatie met een materiaalopvangsysteem. 46

1/2020


Ruimte voor monumentale bomen in het

ACHTERGROND

centrum draagt bij aan de leefbaarheid van de stad.

Marina Bay District hebben deze platina-status, waardoor deze wijk nu deel uitmaakt van het visitekaartje van de stad. Groen bouwen wordt zo vanzelfsprekend gevonden dat het bijna vanzelf gaat en blijft toenemen – geen groen, geen opdracht. Het ultieme doel is dat in 2030 80 procent van alle gebouwen een green mark heeft. Ons beleid moet ook veranderen; natuurinclusiviteit moet niet worden gezien als iets waarmee punten behaald kunnen worden, maar als een harde eis. Plannen moeten door ecologen ondersteund worden, zodat het niet langer paradepaardjes zijn met loze termen en ontwerpers niet kunnen roepen dat het planten van een Gleditsia de vleermuis gaat redden. De manier waarop de puntentelling toetst op het gehele systeem en niet op losse ingrepen, is daar een cruciaal onderdeel van. Ik wacht vol ongeduld tot de ambitie uit Singapore overwaait. In de tussentijd ontwerpen wij door aan een natuurinclusief Nederland en hopen we door bewustwording te creëren mensen te inspireren en onze eigen wedloop te krijgen. Meer lezen? Ga naar https://www.bca.gov.sg/ greenmark/green_mark_buildings.html

Groen bouwen wordt zo vanzelfsprekend gevonden dat het bijna vanzelf gaat en blijft toenemen den heeft dan niet meer zo veel zin. Uiteindelijk verdien je er dus aan als stad, maar je draait de volgorde van belangrijkheid om. Investeren in groen in de stad levert op den duur ook meer onderzoek, technologieontwikkeling, banen en economische kansen op. Zo is Gardens by the Bay een enorme toeristische trekpleister. Groene lessen Ik denk dat één van de belangrijkste lessen die wij hieruit kunnen leren te maken heeft met wetgeving. Wetgeving en beleid zorgen ervoor dat groen geen incident blijft, maar standaard wordt. Singapore is het enige land waar regels voor groen bouwen in de wetgeving zijn opgenomen; bij elke vorm van nieuwbouw is het verplicht om het groen dat verloren gaat niet alleen te compenseren, maar ook terug te brengen. Sinds 2008 is het bij nieuwe ontwikkelin-

gen verplicht om beplanting toe te voegen aan gebouwen. Denk hierbij aan groene daken en hangend en klimmend groen. Op deze manier vormt bebouwing geen onderbreking van een habitat, maar maakt het er actief deel van uit door te voorzien in de belangrijkste elementen voor natuurinclusiviteit: voedsel, verblijf, verplaatsing, veiligheid en voortplanting (de vijf v’s). Met het green mark scheme van de Building and Construction Authority werd in 2005 een puntentellingsysteem geïntroduceerd om gebouwen te evalueren op basis van hun totale impact en invloed op het milieu. Er zijn meer dan 1.180 green mark buildings, en er ontstaat zo een wedloop wie het groenst kan bouwen, waarbij alle architecten de felbegeerde platinastatus willen behalen. Alle gebouwen in het

Nina Ravestein

P.A.D. landscape

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32372/natuurinclusief-in-singapore

www.stad-en-groen.nl

47


3-DELIGE KLEPELMAAIER Met meer dan 180 jaar ervaring in het ontwerpen, produceren en leveren van maaimachines bent u met Ransomes verzekerd van een superieure maaikwaliteit! • Maaibreedte tot 3,20 m • 65 pk • Maaihoogte 30 - 70 mm • Cabine met airco leverbaar • Müthing klepeldekken

Importeur voor Nederland:

Pols Groep

www.ransomesjacobsen.com

1926651-Van Berkel Advertentie_190X135mm_GROEN.indd 1

Zuidland

+31 (0) 181 458845

www.pols.nl

03-04-19 13:30


Verheij presenteert nieuw concept GeoGreen GeoGreen van groenaannemer Verheij Integrale groenzorg geeft opdrachtgevers meer grip op hun groen Tijdens de vakbeurs Facilitair en Bouwbeheer 2020 stond de stand van Verheij Integrale groenzorg volledig in het teken van het nieuwe concept GeoGreen. Dit online platform brengt het groenonderhoud in een digitale omgeving in beeld. GeoGreen verhoogt de efficiëntie, bespaart kosten en vergroot het in- en overzicht, zowel voor de opdrachtgever als voor de opdrachtnemer, en biedt daarmee meer grip op groene buitenruimten.

Allesomvattend ‘De basis voor het digitaal werken via GIS is bij Verheij al ruim zeven jaar geleden gelegd en in de loop van de jaren sterk ontwikkeld’, vertelt operationeel directeur Wim in ’t Veld. ‘Deze innovatieve werkwijze is nu gebundeld in een allesomvattend concept. Aan de hand van de thema’s lokaliseer, inventariseer, controleer en communiceer, biedt GeoGreen door middel van inzicht meer grip op het groenonderhoud van terreinen.’ GeoGreen wordt voor de klant op maat gemaakt en dat maakt het concept uniek, volgens In ’t Veld. ‘Zo zetten wij bestaande software op een persoonlijke manier in om maximaal toegevoegde waarde te leveren.’ Kijk voor meer informatie en een demo van GeoGreen op www.geogreen.nl

Auteur: Karlijn Klei

GeoGreen is een online tool, ontwikkeld door Verheij Integrale groenzorg, die real-time op telefoon, tablet of computer inzicht geeft in projecten en actuele beheerdata van terrein-

onderhoud. Dat doet de tool, die gebaseerd is op GIS (geografisch informatiesysteem), aan de hand van interactieve kaarten, dashboards en rapportages.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32370/verheijpresenteert-nieuw-concept-geogreen

www.stad-en-groen.nl

49


Koppelen, beheren, kalibreren: de nieuwste stappen van data-driven Connected Green Groenbeheerplatform Connected Green in paar jaar tijd uitgegroeid tot serieus bedrijf Begin 2017 stond René Voogt met zijn groenbeheer-app Connected Green voor het eerst op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg. Tussen de ‘groten’ van de groensector presenteerde hij een prototype en werden de eerste pilotprojecten opgetekend. Een jaar later werd het vochtmonitoringssysteem met draadloze sensoren onthuld. Tijdens de beurs van 2020 zocht vakblad Stad + Groen de stand van Connected Green opnieuw op. We spraken Voogt, nu voor de vierde keer op de ruim opgezette beurs, over de nieuwste ontwikkelingen. ‘De gesprekken zijn nu heel anders dan in voorgaande jaren.’ Auteur: Karlijn Klei

50

1/2020

De leus die Connected Green kenmerkt, is in die jaren overigens niet veranderd: ‘Het gaat niet alleen om de sensor … maar om wat je met de gegevens doet.’ ‘Je moet Connected Green zien als een platform om informatie van sensoren voor (openbaar) groen te interpreteren en te delen’, zo begint Voogt ons gesprek op de beursvloer. Voor het systeem wordt gebruikgemaakt van vakkennis op het gebied van bomen, planten en grondsoorten. De slimme monitoring die met het platform mogelijk is, helpt om duurzamer te werken en te besparen, zowel op water als op projectbezoeken en uitval. Dat drukt de kosten én biedt verlichting met betrekking tot het enorme personeelstekort in de sector. Water, licht en warmte ‘We hebben nu twee soorten sensoren’, vertelt Voogt. ‘Onze meest verkochte is een watergeefsensor die het bodemvocht meet.’ Die sensoren gaan niet voor niets als de spreekwoordelijke warme broodjes over de toonbank: ‘Pakweg 90 procent van de uitval van planten is namelijk te wijten aan ofwel te veel ofwel te weinig water.’ Omdat het hiervoor essentieel is te meten op de diepte van de wortels en omdat boomwor-

tels dieper de grond in gaan dan bijvoorbeeld wortels van vaste planten, is deze sensor in verschillende lengten beschikbaar. De andere sensor meet temperatuur en licht. ‘Een stel daarvan is verwerkt in de Klimaatkubus op het Osdorpplein in Amsterdam’, vertelt Voogt. De kubus is een ‘groen-blauwe plek’ waar onder meer de effecten van groen op stadse hittestress worden onderzocht. De sensoren van Connected Green, zowel in de groene kubus als in een stuk ‘grijs’ een eindje verderop, brengen het temperatuurverloop op beide plekken in beeld, en dus het verschil tussen groen en grijs. Een veelgestelde vraag, merkt Voogt naar aanleiding van dit verhaal op, is hoe dergelijke sensoren onzichtbaar ingebouwd kunnen worden in de openbare ruimte, zoals drukke winkelstraten. Kan een voorbijganger ze niet zomaar uit de grond plukken? Volgens Voogt niet: ‘Sensoren zoals deze zijn makkelijk weg te werken, bijvoorbeeld onder drainagedoppen of eindkappen. Die zitten vaak toch al rond stadse beplanting. Ingebouwd tussen de stenen zitten de sensoren daar veilig.’


8 min. leestijd

ACTUEEL DE GOUDEN GIETER VOOR DE BESTE OPLOSSING TEGEN KLIMAATPROBLEMEN Dat Connected Green goed bezig is, bleek ook vorig jaar toen René Voogt op de Vakbeurs Klimaat met onze Gouden Gieter voor het Beste Product naar huis ging. Deze wedstrijd werd in 2019 in het leven geroepen om de beste praktische oplossingen te vinden tegen de gevolgen van klimaatverandering. De leden van de vakjury, onder wie Egbert Roozen, directeur van de VHG, Ben van Ooijen, directeur en eigenaar van de Tuinen van Appeltern en tv-tuinman Lodewijk Hoekstra, oprichter van NL Greenlabel, waren onder de indruk van de manier waarop de slimme, moderne technieken van Connected Green toch eenvoudig toegepast kunnen worden door groenvoorzieners en opdrachtgevers. Egbert Roozen: ‘Slimme technologie doet zijn intrede in de hoveniersbranche. Robotmaaiers worden steeds meer toegepast en inmiddels komen er steeds meer technieken met app en domotica op de markt. Connected Green biedt ook zo’n mooie slimme oplossing. Sensoren in de tuin bewaken de watergift; daardoor zijn er minder projectbezoeken en minder inboet nodig. Wat mij betreft, gaan we groen en slimme techniek in de toekomst nog meer met elkaar verbinden.’ Ben van Ooijen: ‘Het is een reeds bestaand systeem dat zijn gelijk inmiddels heeft bewezen. Inzicht in de waterbehoefte en verbetering van de groeiplaats om de watergift te bevorderen, zijn zaken die direct tot besparingen leiden, op water, maar ook op tijd. Tuinbezitters, maar ook veel onderhoudsmensen en parkbeheerders hebben geen idee wat hun beplanting nu eigenlijk nodig heeft.’ Lodewijk Hoekstra: ‘Wat me heel erg aanspreekt, is de manier waarop Connected Green met moderne technieken eenvoudig inzicht geeft in de gesteldheid van de bodem. Dit resulteert in een adequater beheer, waardoor onder meer water en energie worden bespaard en de professional beter kan inspelen op zaken als klimaatverandering.’ Klimaatverandering heeft steeds extremer weer tot gevolg. Lange periodes van droogte worden afgewisseld door korte, maar hevige regenbuien. Ook in 2020 zijn we daarom weer op zoek naar praktische manieren om met die gevolgen om te gaan. Heb jij een goed product of idee? Meld je dan aan door te mailen naar linde@nwst.nl. Wie weet word jij in november 2020 tijdens de Vakbeurs Klimaat op het podium geroepen om een van de twee felbegeerde Gouden Gieters in ontvangst te nemen.

Ben van Ooijen

Egbert Roozen

Stoplichtsysteem Maar het gaat dus niet per se om die sensoren, benadrukt Voogt, terwijl hij op het scherm achter zich de Connected Green-webapp opent: dáár gaat het om. Het dashboard lijkt op het eerste gezicht simpel. Eén ding springt eruit: de vuurrode achtergrond. ‘De achtergrondkleur is als een soort stoplicht gekoppeld aan het slechtst lopende project’, legt Voogt uit. ‘Groen

Lodewijk Hoekstra

staat voor goed, geel voor droog of nat, rood voor te droog of te nat. Zo heb je meteen een visueel overzicht van de stand van zaken.’ Het dashboard geeft dus al een interpretatie van de metingen. Voogt: ‘De sensoren zijn natuurlijk belangrijk en moeten goed functioneren, maar dit is uiteindelijk waar het om draait.’ Op het startscherm is een takenlijst te zien van alle projecten die er bij een gemeente, groenonder-

houder of particulier lopen. ‘Wanneer er bij een van die projecten iets aan de hand is, genereert het systeem een alarm of taak. Staat er een plant te snakken naar water (lees: staat er een plant te droog), dan kleurt de taak rood.’ Het stoplicht springt pas weer op groen als de sensor meet dat de plant voldoende water gehad heeft. Zo kun je dus geen plant meer vergeten. Hoe bepaal je of iets te nat of te droog is? ‘Dat is de black magic van Connected Green’, grapt Voogt. ‘De app maakt hiervoor onder meer gebruik van inzichten uit de teelt.’ Connected Green heeft toegang tot de digitale gegevens in de databases van boomkwekerij Van den Berk en Griffioen Vaste Planten. ‘De specifieke behoeften van de 2400 meest gebruikte vaste planten en bomen, zoals water- en lichtbehoefte, vorstgevoeligheid enzovoort, staan dus allemaal in het systeem’, vertelt Voogt. ‘Op basis van de combinatie van de plant en de grondsoort waarin de sensor wordt geplaatst, wordt bepaald wat “goed” (groen) en wat “slecht” (rood is).’ Meer grondsoorten betekent beter meten De keuze uit grondsoorten is een van de nieuwste functies van Connected Green. Onlangs is er namelijk een rits nieuwe, in de aanleg veelgebruikte soorten aan het systeem toegevoegd. Voogt: ‘De grond is erg belangrijk voor de nauwkeurigheid van de metingen. Elke grondsoort is namelijk anders. Zo is de ene veel poreuzer dan de andere, dus wordt bijvoorbeeld water ook op een heel andere manier vastgehouden. Zand heeft heel wijde poriën en kan daardoor vochtigheid al vanaf een meting van twee procent aan een plant te geven. Daarom staat het “stoplicht” bij een watergehalte tussen de vier en acht procent op groen.’ Kijk je naar klei, dat veel kleinere poriën heeft dan zand, dan is het verhaal weer heel anders. Boven de tien procent wordt zand overigens weer té nat, en ook dat wil je vermijden. Teveel water gaat namelijk ten koste van het zuurstofgehalte in de grond. En als wortels geen adem kunnen halen, sterven ze af. ‘Vooral in de winter zien we dat planten en bomen vaak langdurig te nat staan’, voegt Voogt toe. ‘Daarom is het belangrijk het hele jaar door te meten.’ Wat het perfecte vochtgehalte voor elke grondsoort is, is bepaald aan de hand van analysen die Connected Green in samenwerking met Eurofins Agro en sensorleverancier Sensoterra deed. Voogt: ‘We hebben van iedere grondsoort een monster van een aantal kilo’s genomen. Met een speciaal procedé hebben we vervol

www.stad-en-groen.nl

51


De machine met een schone toekomst

ALLTREC 4810T

Hoge capaciteit tot 30 kWh

Lange actieradius

  

Weinig onderhoudskosten

100% elektrisch

Geen CO2 uitstoot

 

Energieweg 9-11 5145 NW Waalwijk www.weedcontrol.nl

Eenvoudige bediening

Fluisterstil

Prettige leefomgeving

Schonere wereld

WeedControl Specialist in gifvrij onkruidbeheer

WIM VAN BREDA BV NU GREENTEC IMPORTEUR 12 nieuwe maaiarmen en 37 verschillende werktuigen Uiterst allround inzetbaar!

+31 (0)345 585050 www.wimvanbreda.nl

mechanisatie in weg-, berm- en slootonderhoud

Oudenhof 14 4191NW Geldermalsen


ConnectedGreen op de Groene Sector

Project ‘Spoorzone’ in de gemeente Tilburg.

Vakbeurs in Hardenberg

ConnectedGreen-sensoren monitoren de bomen en planten.

gens per grondsoort bepaald hoe de gemeten sensorwaarden zich verhouden tot het aanwezige bodemvocht in de verschillende monsters. Zo weten we van droge tot natte grond wat het waterpercentage is en wat de sensor daarbij aangeeft.’ IJking essentieel ‘Alleen al het “ijken” van de tien grondsoorten die we nu hebben, heeft al zestig weken meetwerk gekost’, legt Voogt uit. Dat is het overigens wel waard, benadrukt hij. ‘Als je dat als sensorleverancier namelijk niet doet, zeggen je metingen niks.’ Dat is echt geen stoerdoenerij, belooft Voogt. ‘We zien bij veel leveranciers dat hun sensor geen ijking heeft of slechts twee of drie grondsoorten ondersteunt. Maar er is natuurlijk veel meer dan alleen zandgrond en klei.’ Tien geijkte grondsoorten is een flink aantal. Toch kan de grond waarin de sensor komt te staan net even anders zijn dan dat tiental. In dat geval kun je als gebruiker het percentage eenvoudig handmatig aanpassen. ‘Stel, de sensor staat op 8 procent bij bomengrond en geeft aan dat de grond droog is. Maar als je de grond voelt, merk je dat dat niet het geval is. Dan kun je dat in het systeem handmatig bijstellen.’ Die optie is essentieel, benadrukt Voogt. ‘Niet alle bomengrond is immers hetzelfde. En duizend verschillende grondsoorten in het systeem zetten, is natuurlijk ook geen optie. Je kunt dus op basis van waarneming zelf met de hand bijstellen.’ Gebruikers Ook is er een nieuwe module voor gebruikersbeheer beschikbaar, waarmee klanten zelf kunnen bepalen met wie ze de sensorgegevens delen. ‘Er zijn verschillende types gebruikers’, vertelt Voogt. ‘Sommigen kunnen bij de instellingen, anderen kunnen de projecten alleen bekijken. Dat is essentieel bij samenwerkingen. Stel, een gemeente heeft een aantal sensoren geplaatst. De groenvoorziener mag meekijken,

maar mag niet aan de knoppen gaan draaien. Omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde.’ Het systeem is naar ieders wens aan te passen. ‘Iemand die dicht bij een project zit of verantwoordelijk is voor het watergeven, moet natuurlijk alle meldingen binnenkrijgen. Aan de andere kant heeft een projectleider voldoende aan de rode (kritieke) meldingen.’ Voor kritieke situaties kan hij bijvoorbeeld instellen dat hij direct een e-mail krijgt met informatie over hoe, wat en waar. Hierbij komt ook de compatibiliteit van Connected Green naar voren: open je die e-mail, dan opent automatisch de Connected Green-webapp. Koppelen Ook de koppelmodule is nieuw, vertelt Voogt. ‘We zien dat gemeenten die al een reeks systemen hebben opgezet, veel waarde hechten aan het koppelen van die systemen. Vaak heb je in steden een smart city-achtige assetmanagement-omgeving, waarin meerdere elementen worden bijgehouden. Als je die kunt koppelen, kan de gemeente de informatie van de sensoren aan haar boombeheerpakket hangen. Dan weet men bij de gemeente vanuit het al aanwezige groenbestand bijvoorbeeld welke bomen er droog staan.’ ‘Als een gemeente een aantal sensoren heeft geplaatst en een groenvoorziener heeft dat in die gemeente ook gedaan, dan kunnen beide partijen met Connected Green alle gegevens inzien met dezelfde inlog.’ Dat kan echter alleen als de sensorleveranciers meewerken, vult Voogt aan. ‘Als de sensorleveranciers de gegevens niet willen koppelen, hou je voor elke sensor een aparte login, wat voor de klant natuurlijk niet prettig werkt.’ Sensoronafhankelijk Dat is onhandig en onnodig, vindt Voogt. ‘Dat is een van de redenen dat we sensoronafhankelijk willen zijn. Als er partijen zijn met

andere sensoren, voegen we die graag toe aan het systeem. Dat is echt een verbreding.’ In de praktijk zijn sommige sensorleverancier nog wat terughoudend. Jammer, want hoe meer sensoren Connected Green voor zijn team heeft spelen, hoe meer de focus kan liggen op wat je met de gegevens doet. ‘Je sensor is eigenlijk een hygiënefactor. Hij moet goed zijn. Hij moet bijvoorbeeld in weer en wind buiten kunnen staan, het liefst ook begraven kunnen worden en niet corroderen. De sensoruiteinden moeten na twee jaar nog net zo goed zijn; anders gaat ook de kwaliteit van de metingen achteruit.’ Ook moet het niet nodig zijn om de accu’s elk half jaar te vervangen, zeker niet op afgelegen locaties. Dat kost allemaal extra mankracht, werk en tijd, en dat wil Connected Green met het platform juist voorkomen. Het is best moeilijk om dit soort hardware goed te maken, geeft Voogt toe. En heel soms valt er weleens een sensor uit: ‘Die wordt natuurlijk direct vervangen, maar het blijft vervelend.’ Aan die kinderziektes ontkom je niet, volgens Voogt. ‘Een nieuwe techniek is nooit meteen helemaal foutloos.’ De meest verkochte sensoren van Connected Green worden overigens wel elk jaar beter. ‘De klant ziet dat niet, maar jaarlijks worden er nieuwe elementen aan de sensoren toegevoegd. Zo komt er dit voorjaar een update voor zowel de antenne als de batterij en de besturing (de firmware).’ Die aanpassingen zijn gedaan op basis van de resultaten van de voorgangers, die al meer dan twee jaar in het veld staan te meten. ‘De updates zijn gebaseerd op ervaringen’, besluit Voogt. ‘Daarmee worden deze sensoren nog beter, en dus ook de metingen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32374/koppelenbeheren-kalibreren-de-nieuwste-stappen-vandata-driven-connected-green www.stad-en-groen.nl

53


Jacob Noord met de Buffertegel

Klimaatverandering heeft steeds extremer weer tot gevolg. Lange periodes van droogte worden afgewisseld met korte, maar hevige stortbuien. In 2019 riep vakblad Stad + Groen daarom de Gouden Gieter in het leven: een wedstrijd voor het bundelen van de beste creatieve en praktische oplossingen tegen alledaagse problemen die door dat extreme weer ontstaan. Het jaar is nog maar nét begonnen en de eerste deelnemer aan de Gouden Gieter 2020 is al binnen.

Poreuze tegel in strijd tegen extreem weer

Met zijn waterbergingssysteem Buffertegel hoopt Jacob Noord van Noord-Producties letterlijk zijn steentje bij te dragen. Auteru: Karlijn Klei

Het waterbergingssysteem Buffertegel vangt hemel­water op en geeft het beetje bij beetje af aan de bodem Ten grondslag aan het systeem ligt de infiltratietegel: een poreuze klinker die Noord in eerste instantie ontwikkelde voor gebruik in de veehouderij. De tegel bleek echter op een ander gebied veel handiger te zijn: voor het opvangen van hemelwater. Daarom sloeg Noord anderhalf jaar geleden met zijn Buffertegel die andere weg in. Een half jaar geleden vonden de eerste tests plaats. ‘We staan aan het begin van de markt’, zegt Noord. Poreuze tegel Het idee is simpel. Zo’n infiltratietegel, gemaakt van gerecycled plastic dat met een speciaal bindmiddel samengehouden wordt, ziet eruit als een gewone tegel, maar heeft in tegenstelling tot de normale tegenhangers een heel hoge doorlaatbaarheid. Water kan erdoorheen, maar bladeren en andere rommel niet; die blijven aan de oppervlakte achter. Direct verstopt onder de infiltratietegels en

54

1/2020

de normale tegels ligt de rest van wat samen het waterbergingssysteem Buffertegel vormt. Rechtstreeks uit de hemel of vanuit een bovenhangende regenpijp stroomt het water door de poreuze klinker en een filterdoek in een daaronder geïnstalleerde laag kratjes. Afhankelijk van de exacte afmetingen van het systeem kunnen daar tot wel honderden liters water opgeslagen worden. Een tweede filterdoek scheidt de kratjes van de ondergrond en zorgt ervoor dat de vloeistof langzaam aan de bodem wordt afgegeven. Behalve de Buffertegel met infiltratietegel(s), waarbij het water direct in het onderliggende reservoir terechtkomt, ontwikkelde Noord ook de Buffertegel-lijngoot. Zoals de naam al doet vermoeden, vloeit het water in deze variatie, nadat het door de poreuze klinkers gestroomd is, eerst door een lijngoot. Zo kan het eventueel naar een verderop gelegen reservoir geleid worden, om vervolgens daar opgeslagen te

worden of in de grond te infiltreren. De details hangen af van de wensen van de opdrachtgever. Meer vliegen in één klap Door het water tijdens hoosbuien op te vangen, ontziet de Buffertegel de riolen die de hevige toestroom niet aankunnen en dus neemt de wateroverlast af. Maar ook aan de andere kant van het spectrum, tijdens perioden van extreme droogte, hebben we baat bij de Buffertegel, vertelt Noord. Het opgevangen hemelwater wordt immers beetje bij beetje aan de bodem afgegeven en onderhoudt zo het grondwaterpeil. Zo bestrijdt de Buffertegel twee klimaatproblemen in één klap. Met name het grondwaterpeil is belangrijk, benadrukt Noord. ‘In droge zomers daalt dat peil rap, vooral in stedelijke gebieden. Omdat grondwater essentieel is voor de stabilisatie van de bodem, daalt met dat grondwater ook de bodem.’ Door de steeds hetere, drogere zomers


4 min. leestijd

ACHTERGROND ligt inklinking op de loer, het proces van volumevermindering van grond door verdroging of het onttrekken van grondwater. Dat is minstens een situatie om goed in de gaten te houden, helemaal in volgebouwde stedelijke gebieden. Behalve om bodemdaling tegen te gaan, zo vertelt Noord, is het op peil houden van grondwater ook van belang voor ons drinkwater. ‘Willen we in de toekomst voldoende kwalitatief goed drinkwater hebben, dan moeten we het bodemwater onderhouden.’ Ten slotte is ook voor het steeds dorstiger wordende (stedelijk) groen een slok op zijn tijd natuurlijk geen overbodige luxe.

Buffertegel met lijmgoot

Streepje voor ‘De afgelopen jaren wordt er steeds meer aandacht besteed aan klimaatadaptie’, zegt Noord, ‘met name in stedelijke gebieden. Er zijn dus al veel verschillende waterbergingssystemen op de markt.’ En met een dergelijk ruim aanbod moet je je natuurlijk op de een of andere manier van de rest onderscheiden. Als we Noord mogen geloven, zit dat wel goed: ‘Er zijn een aantal dingen die de Buffertegel wel heeft, maar die alternatieven niet hebben.’ Zo ligt het systeem veel hoger in de grond dan reguliere varianten, die vaak relatief diep en onder flinke zandlagen aangelegd worden, aldus Noord. ‘De Buffertegel ligt direct onder de bestrating, dus niet lager dan zo’n 30 à 40 centimeter diep. Dat maakt onderhoud, controle en inspectie veel gemakkelijker.’ Bovendien, zo laat Noord weten, ligt het gros van de plantenwortels ook rond die 30 à 40 centimeter – eenvoudig te bereiken, dus. Door die ondiepe plaatsing is ook de aanleg eenvoudiger, vertelt Noord. Zo kan de Buffertegel niet alleen in openbare pleinen en dergelijke toegepast worden, maar ook gewoon door de particulier in het terras of de oprit. Leuk is overigens dat het systeem geheel naar wens aangepast kan worden. ‘We kunnen de kleur en de maat aanpassen, zodat het systeem niet opvalt’, vertelt Noord. ‘Of we kunnen – misschien nog wel leuker – juist een heel opvallende kleur gebruiken. Dan kun je precies zien waar de infiltratietegels of lijngoot van de Buffertegel lopen en dus waar het water naartoe gaat.’ Maar wat bij de Buffertegel écht anders is dan bij andere waterbergingssystemen, is natuur-

lijk de door Noord zelf ontwikkelde poreuze infiltratietegel. ‘De invoer van water via de infiltratietegel onderscheidt zich als inlaatsysteem. Door deze tegel komt het water al gefilterd in het systeem, zowel bij de normale Buffertegel als de lijngoot’, aldus Noord. En dat zou een hoop schelen in onderhoud. Putjes, maar ook roosters van lijngoten, raken immers vaak verstopt met troep. ‘Om die leeg te halen, moet de boel vaak open en dat kan een heel werk zijn. Bij de Buffertegel is dat niet nodig en veeg je bladeren en dergelijke met een simpele bezem gemakkelijk weg.’ Omdat niemand op meer onderhoudswerk zit te wachten, is dat mooi meegenomen. Proefprojecten Op het moment dat we Noord spreken, ligt zijn Buffertegel op twee locaties: verwerkt in een terras in Hooghalen en in een oprit in Zeijen. Beide systemen, die meteen dienstdoen als voorbeeld en testopstelling, zijn het afgelopen najaar geplaatst. Binnenkort wordt in Hooghalen een tweede systeem geplaatst, in het terras bij een andere woning. ‘Komend

voorjaar wordt een Buffertegel-lijngoot geïnstalleerd in de zogenaamde Waterstraat van de TU Delft, een proeftuin voor waterafvoer. Die wordt daar een jaar lang getest, waarbij de focus op de infiltratietegel ligt’, vertelt Noord. Het is een mooi systeem, maar staat nog in de kinderschoenen. En dus staat Noord te popelen om zijn lijst testopstellingen dit jaar verder uit te breiden. ‘Mijn voorkeur gaat uit naar terrassen en opritten. Maar’, zo besluit Noord, ‘een pilot om de Buffertegel toe te passen onder bijvoorbeeld een groen schoolplein zou voor 2020 ook een heel mooie uitdaging zijn.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32388/poreuzetegel-in-strijd-tegen-extreem-weer

www.stad-en-groen.nl

55


Duizendknoop-DNA verraadt aanwezigheid Controle op invasieve duizendknoop in gronddepots en bij saneringen met DNA-analyse Duizendknoop (Fallopia) staat vol in de schijnwerpers. De invasieve woekeraar kan namelijk flinke schade aanrichten met zijn sterke stengels en zijn wortels, die zich tot wel drie meter in de grond kunnen uitstrekken. Niet alleen dijken, bermen, funderingen en leidingen hebben last van de hardnekkige plant; ook de lokale biodiversiteit lijdt onder zijn aanwezigheid omdat inheemse soorten worden verdrongen. Tot overmaat van ramp kan een klein stukje wortel al uitgroeien tot een nieuwe plant. De strijd tegen duizendknoop en de verspreiding ervan is dan ook in volle gang. Paul Appeldoorn van biotechnologiebedrijf Orvion legt uit hoe DNA-analyse daarbij kan helpen.

Auteur: Karlijn Klei

56

1/2020

De drie duizendknoopsoorten die in Nederland woekeren, zijn Fallopia japonica (Japanse duizendknoop), Fallopia sachalinensis (Sachalinse duizendknoop) en een kruising van deze soorten, Boheemse of bastaardduizendknoop. Biotechnologiebedrijf Orvion heeft een DNAanalyse ontwikkeld waarmee de aanwezigheid van deze drie soorten kan worden vastgesteld. Dat zou met name handig zijn bij partijkeuringen en grondverzet. Zelfs de kleinste fragmentjes Bij de methode wordt organisch materiaal zoals haarwortels, takjes en blaadjes geanalyseerd, ofwel in grondmonsters ofwel rechtstreeks. Op basis van de aanwezigheid van het genetisch materiaal van de plant (het DNA) wordt vast-


3 min. leestijd

ACHTERGROND

Op 14 mei staat Orvion op de praktijkdag Aziatische Duizendknoop. Ga voor meer informatie over de analyse, het protocol, de validatie en bemonstering naar de website van Orvion of bestrijdingduizendknoop.nl. gesteld of het een duizendknoopsoort betreft. Omdat DNA-analyse heel nauwkeurig is, worden zelfs de kleinste plantfragmentjes van duizendknoop teruggevonden. Paul Appeldoorn: ‘We hebben de DNA-analyse in 2018 ontwikkeld omdat we zien dat deze plant een toenemend probleem in Nederland is. In Groot-Brittannië lopen ze voor bij deze problematiek. Als je daar een huis wilt kopen of verkopen, ben je verplicht bent om eventueel aanwezige duizendknopen te verwijderen of een “duizendknoopvrij-verklaring” te hebben, alvorens de bank een hypotheek verstrekt. In Nederland is er nog geen wetgeving op dit gebied.’

Paul Appeldoorn

Herkenning Momenteel wordt de aan- of afwezigheid van duizendkoop voornamelijk middels een visuele inspectie vastgesteld. ‘Een ervaren veldwerker of ecoloog herkent de plant aan het uiterlijk. Maar in de winter, als de plant bovengronds grotendeels weg is en de wortels in rust zijn, is herkennen een stuk lastiger. Met de toenemende aanwezigheid van de plant zullen bovendien ook niet-ecologen moeten kunnen inschatten of ze bij een ontgraving of een gronddepot met de exoot te maken hebben. Een DNA-analyse van grond- of wortelmateriaal is daarbij een extra, objectieve controle- en registratiemethode’, aldus Appeldoorn. Het aantal initiatieven om met duizendknoopsoorten om te gaan, stijgt. Zo zette de gemeente Amsterdam acht miljoen euro opzij voor de bestrijding van de invasieve soorten en publiceerden Stichting Probos, Aequator Groen & Ruimte en Geofoxx Milieu Expertise eind 2019 het ‘Landelijk protocol omgaan met Aziatische duizendknopen’. ‘Dit protocol biedt handvatten om Aziatische duizendkopen te beheersen en verwijderen en om de verspreiding ervan, onder andere door maaien en via grondwerk, tegen te gaan’, vertelt Luuk de Vetten van Geofoxx. De DNA-analyse is in het protocol opgenomen. Zekerheid De Vetten: ‘Een van de voornaamste verspreidingsroutes van duizendknoop is via

grondwerkzaamheden. Als je grond gebruikt op een locatie zoals een woonwijk, weet je niet in alle gevallen of de exoot er wel of niet in zit. Soms kun je dit visueel vaststellen, maar als er alleen wortelmateriaal is of als het plantmateriaal vermengd is met de bodem, is dat niet altijd even makkelijk. Een DNA-analyse biedt dan uitkomst, omdat je dan 100 procent zeker weet of er duizendknoopmateriaal aanwezig is of niet.’ Bij de ontwikkeling van het protocol is de analyse van grond met succes gevalideerd middels een blinde test, aldus Appeldoorn. Voor de test zijn acht emmers grond gebruikt, afkomstig van een onderhoudslocatie van provinciale wegen in de provincie Gelderland. Liever voorkomen dan genezen Paul Appeldoorn: ‘Bestrijding is één onderdeel van het omgaan met Aziatische duizendknopen, maar misschien nog wel belangrijker is het voorkomen van verspreiding. Een klein wortelstukje dat bijvoorbeeld vrijkomt bij maaien, kan al uitgroeien tot een volwaardige plant. Daarom pleiten wij er bij Orvion voor om landelijk in te zetten op het voorkomen van verspreiding. Dat betekent controle van gronddepots, en bij projecten met veel grondverzet visuele inspectie, gecombineerd met de analyse van een emmer grond (zoals bij een depotkeuring) of van wortelstukken.’ Geofoxx heeft reeds een aantal DNA-analyses laten uitvoeren. ‘Het lijkt goed te werken’, aldus De Vetten. ‘In de tests wordt geen onderscheid gemaakt tussen dood en levend materiaal. Je moet dus wel weten wanneer en hoe de DNAanalyse het best uitgevoerd kan worden.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32369/duizendknoop-dna-verraadt-aanwezigheid

www.stad-en-groen.nl

57


Eerst wordt de duizendknoop gemaaid.

Heeft Japanse duizendknoop eindelijk zijn Nemesis gevonden? Eerste proeven met bodemontsmetting bij duizendknoopbestrijding succesvol In de land- en tuinbouw wordt biologische grondontsmetting met Herbie-korrels al enige tijd met succes toegepast in de strijd tegen grondgebonden ziekten, plagen en onkruiden.

Biologische grondontsmetting met Herbie wordt in de praktijk al toegepast in grondgebonden teelten, onder meer op een aantal biologische glastuinbouwbedrijven. De toepassing als gewasbestrijdingsmiddel tegen duizendknoop is echter nieuw.

We spreken dan over het resetten van de bodem. In juli van dit jaar rondt natuuraannemer Ranox een proef af waarin dezelfde methode wordt ingezet in de strijd tegen Aziatische duizendknopen. Het lijkt een veelbelovende proef te worden, maar ook een die nieuwe vragen oproept.

Auteur: Paul van der Sneppen

Testfase De bestrijdingsmethode bevindt zich nog in de testfase. Potproeven door het Wageningse bedrijf Thatchtec, leverancier van de Herbiekorrels, hebben in 2018 al veelbelovende resultaten opgeleverd. In die gecontroleerde proefopstellingen waren de duizendknoophaarden volledig uitgeroeid. Maar of die resultaten te reproduceren zijn in een open proefopstelling, moet blijken in juli van dit jaar, wanneer de eenjarige veldproef van Ranox wordt geëvalueerd. Die proef is in mei vorig jaar van start gegaan op proeflocatie De Keijenberg in Wageningen. Simpel gezegd berust het principe op het verstikken van de wortels van de woekerplant. De duizendknoop wordt eerst afgemaaid en veilig afgevoerd. Daarna worden Herbie-korrels (Herbie 72) uitgestrooid. Die worden vervolgens in de bodem gefreesd tot op een diepte van 25 centimeter. De besmette locatie wordt natgemaakt en afgedekt met een extreem zuur-

58

1/2020

stofwerende folie. Zo worden omstandigheden gecreëerd voor anaerobe verbranding en uiteindelijk ook voor verstikking. Verstikking De verstikking treedt op doordat de voedingskorrels bacteriegroei in de bodem stimuleren. Het zuurstofniveau daalt binnen een dag tot vrijwel het nulpunt. Daarmee zijn de planten echter nog niet uitgeschakeld. De groei stopt weliswaar, maar de wortels van de duizendknoop sterven nog niet af. Dat gebeurt pas in het vervolgstadium. Er ontwikkelen zich in die fase anaerobe bacteriën die zuurstofatomen en glucose uit de plantenwortels halen. Daarmee wordt de plant definitief uitgeschakeld. De wortels sterven af en worden gitzwart. ‘Dit is ongetwijfeld een zeer effectieve bestrijdingsmethode van duizendknoop, maar het roept wel vragen op over wat er met het overige bodemleven gebeurt.’ Dat zegt Baudewijn Odé, vicevoorzitter van het Nederlands Expertisecentrum Exoten (NEC-E), een samenwerkingsverband van onder meer de Radboud Universiteit, Natuurplaza en Bureau Natuurbalans. Ingewikkeld ‘Alle aerobe bodemleven wordt gedood, zo lijkt


6 min. leestijd

ACHTERGROND het. Toch wordt geclaimd dat dit tot een betere bodemstructuur en -fauna leidt. Als ecoloog vind ik dat een wat ingewikkeld verhaal. In de land- en tuinbouw worden met deze methode onder meer aaltjes en emelten bestreden. Ik kan me niet voorstellen dat je dan nog veel ander bodemleven overhoudt.’ Odé kan zich zeker voorstellen dat bodem resetten een bruikbare methode is voor ziekten en plagen in de land- en tuinbouw. De toepassing in de vrije natuur baart hem echter wel wat zorgen. ‘In de tuinbouw, bijvoorbeeld, hoef je maar wat mest aan de bodem toe te voegen om die weer geschikt te maken voor een nieuwe teelt. Maar bij toepassing in de vrije natuur vraag ik me af hoe de bodem weer geschikt wordt voor bodemflora en -fauna. De rekolonisatie van de behandelde grond door natuurlijk bodemleven moet van opzij en van boven plaatsvinden. Hoe lang duurt zoiets? En hoe voorkom je in die kwetsbare periode bodemerosie?’

natuurlijk wat er gebeurt wanneer je de bodem gaat resetten op een veel groter natuuroppervlak’, vraagt Odé zich af. ‘Als je alle aerobe leven op één vierkante meter doodt, zal de natuurschade beperkt zijn. Maar doe je dat op een terrein ter grootte van een voetbalveld, wat gebeurt er dan? Wat is dan de impact op de lokale biodiversiteit?’ Odé verwijst naar onderzoek door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) naar de wijze waarop van landbouwgrond weer

‘Een ingrijpende methode, maar daarmee ook probaat’

Eén van de drie proeflocaties op de Keijenberg in Wageningen

Herstel Johannes Regelink, oprichter van Ranox en één van de drijvende krachten achter de proef, deelt die zorgen niet. ‘Onze verwachting is dat de bodem zich snel herstelt, maar de proef zal het moeten uitwijzen, natuurlijk.’ Toch heeft Regelink nu al reden om aan te nemen dat het bodemleven op de proeflocaties zich snel zal herstellen. De rekolonisatie van de behandelde grond door nieuw bodemleven is namelijk één van de onderdelen van de proef. ‘We gebruiken daarvoor DNA-analysetechnologie van DNAonderzoeksbureau Datura in Wageningen. Datura heeft aan het begin van de proef bodemmonsters genomen en die geanalyseerd op bodemleven. Lopende de proef worden er in totaal drie maal monsters genomen, zodat we ons een goed beeld kunnen vormen van de voortgang van de rekolonisatie van de bodem.’ In mei vindt de laatste meting plaats. ‘Met behulp van de DNA-technieken worden alle groepen bodemleven, alle schimmels en bacteriën nauwgezet gevolgd, evenals hun ontwikkeling gedurende de proef.’ Oppervlak Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de drie proeflocaties in Wageningen relatief klein zijn, met een oppervlakte van respectievelijk 20, 36 en 144 vierkante meter. ‘De vraag is

‘Nader onafhankelijk onderzoek is nodig’

Baudewijn Odé

vicevoorzitter van het Nederlands Expertisecentrum Exoten (NEC-E),

www.stad-en-groen.nl

59


RECREATOP het beste graszaad voor parken & plantsoenen Robuust gras dat tegen een stootje kan Geeft zowel zomer als winter een mooie kleur Bevat traaggroeiende grassen

GRASZADEN VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK

Verkrijgbaar bij:

60

1/2020


Herbie-korrels voeden bodembacteriën.

natuur gemaakt kan worden. ‘Uit die onderzoeken blijkt dat je, wanneer je zoiets wilt doen, niet alleen inheemse planten moet inzaaien. Je moet ook bodem enten; dat wil zeggen dat je de bodem waarvan je de inheemse donorplanten haalt, meeneemt en ingraaft op de bestemmingslocatie, de voormalige akkers.’ Met die kennis in het achterhoofd kijkt de ecoloog wat sceptisch naar de claim van onder meer Thatchtec dat de bodem zich na een reset snel herstelt. Rücksichtsloos Het is niet voor het eerst dat teeltspecialist Henk Meints van Thatchtec dergelijke zorgen weerspreekt. ‘We horen wel vaker het verwijt dat we alles in de bodem maar rücksichtslos doodmaken.’ Onterecht, bezweert hij. Volgens Meints is er voldoende reden om aan te nemen dat de bodem zich ook bij een grootschaliger toepassing van bodem resetten tegen duizendknoop snel weer herstelt. Hij verwijst

Proeflocatie na afdekking met folie

naar ervaringen met de methode in onder meer de appelteelt. ‘We zien daar geregeld dat het bodemleven na een reset zelfs rijker terugkeert.’ Dat heeft volgens de teeltspecialist te maken met het effect van intensieve teelt op de bodem. Er treedt verschraling op van het bodemleven. ‘We maken bij een reset lang niet alles dood. We zien dat bepaalde bacteriën en schimmels door de intensieve teelt niet verdwijnen, maar onder een meetbare waarde geraken. Na de reset krijgen die soorten weer een kans en zo zien we bodemleven in onze bodemmonsters verschijnen waarvan we geen idee hadden dat het er zat. De biodiversiteit neemt dus toe.’ Natuurschade Regelink verwacht trouwens niet dat bodem resetten als bestrijdingsmiddel tegen duizendknoop op heel grote oppervlakten toegepast zal worden. De kans dat het grote of blijvende natuurschade veroorzaakt, is volgens hem alleen al om die reden verwaarloosbaar. ‘De meeste duizendknoophaarden zijn waarschijn-

lijk relatief klein vergelijkbaar met de proefopstellingen in Wageningen.’ Wanneer hij zijn zorgen terzijde schuift, ziet Odé in bodem resetten zeker een potentieel bruikbare bestrijdingsmethode voor duizendknoop. ‘Het is een ingrijpende methode, maar ik kan me voorstellen dat het daardoor ook een probaat middel is.’ Hij adviseert wel om van de revitalisatie van de bodem een geïntegreerd onderdeel te maken van de duizendknoopbestrijding. ‘De behandelde locatie heeft waarschijnlijk nazorg nodig. Ik zou altijd na de behandeling inheemse soorten inzaaien, ook om bodemerosie te voorkomen.’ Vooronderzoek Ook dringt Odé aan op vooronderzoek. Dat is volgens hem ook een wettelijke voorwaarde. ‘De Wet natuurbescherming schrijft “goede zorg” voor. Dat houdt bijvoorbeeld ook in dat de inzet van een bestrijdingsmethode proportioneel moet zijn met de aard van het probleem.

‘We verwachten snel bodem­ herstel’

Johannes Regelink

Oprichter van Ranox

www.stad-en-groen.nl

61


r o o v t i e t i s r e v i d o Bi e t m i u r e n e o r g e d

De roep om meer biodiversiteit, natuurbehoud en beheersbaar onderhoud klinkt luider dan ooit. Steeds meer gemeenten willen tot een duurzame invulling van de groene ruimte komen. Met het nieuwe StayGreenbiodiversiteitspakket zijn daar nu alle mogelijkheden voor! Met deze meerjarige inheemse gras-/kruidenvegetaties tovert u bermen en openbaar groen in een handomdraai om in ecologische groenstroken met een grote soortenrijkdom. Jaarrond blijven ze groen en aantrekkelijk voor het grote publiek. Naar keuze zijn ze inzetbaar voor verkeersgeleiding, biologische plaagbeheersing en/of het vergroten van de bijen- en vlinderstand.

@Advanta is a registered trademark of Advanta Netherlands Holdings BV

Mengsels voor bermen en openbaar groen naam

bodem

zaaitijd

zaaidichtheid

STAYGREEN 1

Alle gronden

J F M A M J J A S O N D

56 kg/ha

STAYGREEN 2

Alle gronden

J F M A M J J A S O N D

15 kg/ha

STAYGREEN 3

Alle gronden

J F M A M J J A S O N D

15 kg/ha

BERMEN

EIKENPROCESSIERUPS

BIJ / VLINDER

(meer)jarigheid

bijzonderheden / hoogte tot 30 cm; voor verkeersveilige en ecologische bermen en verbindingsstroken tot 60 cm; voor natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen 60-80 cm; voor het stimuleren van populaties bestuivende insecten

pagina 41 41 41

Leverbaar in verpakkingen van 100, 500 en 1.000 gram, met uitzondering van STAYGREEN 1 (enkel leverbaar in 8 kg verpakking); STAYGREEN 2 en 3 zijn nog extra te verrijken met het apart verkrijgbare grassenmengsel STAYGREEN GRAS. Meng 2 à 3 kg/ha bij.

Groenblijvende vegetatie

Rijke bermen en groenstroken

Zoals de naam al aangeeft, gaat het hier om mengsels die jaarrond in een groenblijvende bodembedekking voorzien. Dus visueel behouden de groenobjecten in alle jaargetijden hun aangezicht. Ingezet als verkeersgroen waarborgen ze een blijvende verkeersveilige afbakening van wegen en paden. De variatie in kleur, vorm en structuur doorbreekt de monotonie en fleurt de omgeving op. In alle mengsels zijn kruiden en grassen verwerkt. De mengsels StayGreen 2 en 3 zijn desgewenst nog verder te verrijken met een speciaal grasmengsel dat apart leverbaar is (StayGreen Gras), Het bevat soorten als Gladde en Gestreepte witbol, Glanshaver, Pijpestrootje, Fijn schapengras en Kropaar. Meng 2 à 3 kg/ha bij.

StayGreen 1 is het aangewezen mengsel om bermen en groenstroken te verrijken. De begroeiïng van gras, bermkruiden en klavers blijft laag bij de grond, zonder overhangende planten of legering. Tegelijkertijd krijgt de soortenrijkdom een enorme impuls en dat schept mogelijkheden voor de ontwikkeling van ecologische verbindingsstroken voor plant en dier. Vanwege de N-leverende klavers is de vegetatie zelfvoorzienend in haar onderhoudsbemesting. StayGreen’s zeer extensieve beheer maakt het onderhoud van bermen en lastig bereikbare groenstroken stukken eenvoudiger en voordeliger.

STAYGREEN 1 BERM

Y A T S N

verkeersveilig vergroeningsmengsel y y y y

E E R G

voor ecologisch bermbeheer jaarrond groen en laagblijvend hoge soortenrijkdom minimaal onderhoud

11 meerjarige soorten < 50 cm

88

STAYGREEN 2 EPR

mengsel voor eikenprocessierups-bestrijding y groene, verantwoorde oplossing voor plaagbeheersing y creëert biologisch evenwicht y natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen 18 meerjarige soorten 50-100 cm

4

STAYGREEN 3

BIJ/VLINDER

voedzaam bloemenmengsel voor bestuivers

100% inheemse mengsels voor het verrijken van bermen en openbaar groen

y trekt vlinders en bijen aan y gespreide bloei met veel kleurvariatie y creëert aaneengesloten vlinderen bijenlinten 28 meerjarige soorten 50-100 cm

STAYGREEN

GRASS

verrijkingsmengsel met enkel grassen y bij te mengen bij StayGreen 2 en 3 y voor het verhogen van de grasdiversiteit 9 meerjarige soorten < 50 cm

®

www.advantaseeds.nl


ACHTERGROND Extreem zuurstofwerende folie houdt licht en lucht buiten.

Je moet dus van tevoren de effecten van je methode onderzoeken en kijken wat je kunt doen om natuurschade te voorkomen.’

‘Men verwijt ons dat we alles rücksichtslos doodmaken’

Regelink onderschrijft dat. ‘Bij de inzet van deze methode in de natuur moet je natuurlijk altijd kijken of er bijvoorbeeld beschermde hagedissen op de locatie leven. Een ecoloog zal de inschatting moeten maken welke soorten er kunnen zitten, en de invloed van de bestrijdingsmethode op die soorten moet altijd zodanig zijn dat daarmee de wet niet overtreden wordt.’ Toelating Over de toelating van Herbie is inmiddels geen discussie meer, laat Meints weten. Hij is daarover jarenlang met het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in conclaaf geweest. Maar inmiddels is Herbie geregistreerd als meststof. Het middel zelf bevat immers geen actieve stoffen die als bestrijdingsmiddel functioneren. De korrels werken als voedingsmiddel voor de reeds aanwezige bacteriën in de bodem.

Henk Meints: ‘We zetten geen bestrijdingsmiddelen in, maar meststoffen.’

Als de Ranox-proef in juli goede resultaten oplevert, staat niets dus de inzet van bodem resetten als bestrijdingsmethode tegen duizendknoop in de weg. Daarmee kan in het onlangs gelanceerde landelijke duizendknoopprotocol van Stichting Probos een nieuwe en

misschien zeer effectieve methode worden bijgeschreven. ‘Een methode die vooral snel resultaat oplevert’, stelt Regelink. ‘We hebben het dan over maanden in plaats van jarenlang duizendknoop bestrijden. Onder de snelle bestrijdingsmethoden die we kennen, zal het kostentechnisch bovendien één van de aantrekkelijkere opties zijn, verwacht ik. Het is in ieder geval veel goedkoper dan afgraven. Ik verwacht dat de methode vooral veel ingezet wordt voor het duizendknoopvrij maken van bouwlocaties.’ Natuur Met name voor die toepassing ziet ook Odé perspectief. ‘Voor duizendknoopbestrijding op bouwlocaties en in de stedelijke omgeving lijkt deze methode mij een waardevolle aanvulling. Maar ik blijf wel sceptisch met betrekking tot de claims over natuurherstel en zelfs verbetering van de bodembiodiversiteit. Ik zou dat ook zeker onderzocht willen zien door onafhankelijke deskundigen, bijvoorbeeld van het NIOO, voor deze methode ook op grote schaal in de natuur wordt ingezet.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32389/heeftjapanse-duizendknoop-eindelijk-zijn-nemesisgevonden

www.stad-en-groen.nl

63


Michel Romeijn

Het is misschien even wennen, als je ’s avonds met je Tesla thuiskomt van kantoor en ‘jouw’ plekje aan de openbare laadpaal is bezet door een elektrische hoogwerker van de gemeente. Maar als het aan Michel Romeijn ligt, kan dat in de toekomst wel voorkomen. De voorman boomverzorging van de gemeente Den Haag wil zijn medewerkers verlossen van dieseldampen op de werkplek en de hoeveelheid uitlaatgassen in de stad reduceren. Daarvoor gaf hij de eerste aanzet tot de ontwikkeling van een slimme lowtech oplossing, die weleens een heel nieuw gebruik van de Haagse laadpalen kan inluiden.

Auteur: Paul van der Sneppen

‘Nooit meer in dieseldampen werken’ Haags groenbedrijf ‘tankt’ met elektrische hoogwerker aan de laadpaal SG2020-1 20200206 Elektrische hoogwerker Het gebruik van elektrisch gereedschap neemt in de groensector gestaag toe. Toch blijven er locaties waar aannemers nog steeds terug moeten grijpen op alkylaatbenzine- of dieselmachines. Dat geldt vooral in de stad en voor grotere machines zoals hoogwerkers. Romeijn krijgt vaak klachten van medewerkers over de dieseldampen van de hoogwerkers waar ze mee werken. Het liefst wil hij volledig over op een elektrisch machinepark, maar het ontbreekt in de stad nog aan voldoende geschikte oplaadpunten voor niet-draagbaar materieel. Laadpalen De voorman ging op zoek naar een oplossing

64

1/2020

voor het laadprobleem. ‘En zo viel mijn oog op de laadpalen in de stad. Dankzij de opkomst van de elektrische auto zien we het netwerk van laadpalen steeds verder uitbreiden.’ Het probleem is echter dat de laadpalen voor de zogenaamde EV’s krachtstroom leveren (380 V), terwijl de machines waarmee het groenbedrijf van Den Haag werkt 230 V nodig hebben. Om te voldoen aan de wens om ook in stedelijke gebieden stil en emissiearm te kunnen werken, zijn er door machinebouwers al hybride hoogwerkers ontwikkeld. De eerste generatie hybridetechnologie is onder meer te vinden op modellen als de Genie GS-4069 BE-schaarlift en de Z-45/25 BE-kniktelescoophoogwerker. Het zijn feitelijk volledig elektrische machines die

voorzien zijn van een kleine hulpmotor annex generator. Die laatste dient in principe slechts om de werkduur uit te breiden. Het volledig opladen van de batterijen gebeurt middels een 230 V-aansluiting op het stroomnetwerk. Automatisch Daarnaast bestaat er tegenwoordig een meer geavanceerd hybride systeem waarin de dieselhulpmotor de accu’s automatisch oplaadt. Die hybridetechnologie benadert de werking van de moderne elektrische auto. Ze wordt onder meer toegepast op de Genie Z-60 FE en Z-45 FE- kniktelescoophoogwerkers. In volledig elektrische modus werkt zo’n model vaak een hele werkdag op één batterijlading, zo belooft leve-


4 min. leestijd

ACHTERGROND rancier HDW Nederland in zijn presentaties. Ook de boomverzorgers van de Haagse gemeente werken met zo’n machine. ‘Die kan bij ons vaak twee dagen elektrisch gebruikt worden.’ Dat is onvoldoende, zo blijkt echter in de praktijk. ‘We merken dat we nog veel op diesel draaien.’ Laadpunten En dat heeft dus vooral te maken met het ontbreken van geschikte laadpunten, legt Romeijn uit. ‘Bij snoeiwerkzaamheden hebben we de hoogwerker vaak voor langere tijd, dus meerdere dagen, op één locatie nodig. Om dan elke twee dagen met een dieplader de stad in te gaan om de hoogwerker naar een laadstation

Op locatie in de stad 230 V ‘tanken’ vanaf een standaard krachtstroomlaadpaal met niets meer dan een aangepaste stekker

De Genie Z60-hybride telescoophoogwerker heeft nog wel een dieselmotor aan boord voor nood, maar werkt voor het groenbedrijf van de gemeente Den Haag inmiddels volledig elektrisch.

te brengen en op te laden, dat is onwerkbaar. We hebben dus echt laadpunten op locatie nodig om de beschikbare hybridetechniek optimaal te benutten.’ Romeijn heeft zijn dilemma voorgelegd aan verhuurder Mateco en aan HDW Nederland, de leverancier van de Genie-hoogwerkers waarmee zijn boomverzorgers werken. Hij heeft gevraagd of er een mogelijkheid is om het netwerk van laadpalen te gebruiken voor het laden van de hoogwerkers. Lowtech HDW heeft daarop een kabel ontwikkeld die de 380 V van de laadpaal omvormt naar 230 V, een relatief lowtech oplossing die geen verdere aanpassingen aan het materieel nodig maakt. ‘Dat is de gedroomde oplossing. De druppellader op de hoogwerker heeft ongeveer zes uur nodig om het accupakket helemaal op te laden. Dat lukt makkelijk tijdens een nachtje slapen.’ Om de stekkeraansluiting ‘hufterproof’ te maken, is die weggewerkt in de machinekast van de hoogwerker en voorzien van een extra borging. Die aandacht voor potentieel vandalisme komt niet helemaal uit de lucht vallen. Of de oplossing voor Romeijns laadprobleem door iedereen even goed wordt ontvangen, valt namelijk nog te bezien. Met de groei van het aantal elektrische auto’s neemt de druk op laadpalen flink toe. Voor een belangrijk deel komt dat ook door inefficiënt gebruik. ‘Laadpaalklevers’ zijn de grootste ergernis geworden van elke EV-automobilist. Energiebedrijf NUONVattenfall becijferde vorig jaar dat slechts gedurende 20 procent van de tijd dat een laadpaal bezet is, ook daadwerkelijk wordt opgeladen. Vooral ’s nachts, wanneer alle EV-automobilisten op één oor liggen, wordt de laadpaal inefficiënt gebruikt. Ontheffing ‘Als wij werktuigen aan de laadpaal gaan hangen, kan dat leiden tot verhitte gemoederen bij omwonenden’, begrijpt Romeijn. ‘Gelukkig zijn de laadpalen in Den Haag allemaal in beheer bij de dienst Stadsbeheer. Mijn collega’s daar zijn enthousiast over het idee om de emissie van onze werkzaamheden te verlagen door het gebruik van de openbare laadvoorzieningen. We hebben dus alle medewerking gekregen voor een Haagse pilot. Maar op dit moment gebeurt dat wel nog met een ontheffing. De gemeente gaat niet over één nacht ijs.’ Het doel van de pilot is onder meer om te kij-

ken hoe omwonenden reageren op het gebruik van ‘hun’ laadpalen door de gemeentewerkers. ‘Het aantal laadpalen in een buurt is afgestemd op het aantal elektrische auto’s. Wij fietsen daar als een soort nomaden dwars doorheen. We maken geen deel uit van het reguliere gebruik. We blijven een aantal dagen of weken en verplaatsen ons werk dan weer naar elders. Daar kun je als gemeente natuurlijk moeilijk op anticiperen in het aanbod van laadpalen. De kans dat bewoners ons gebruik als overlast ervaren, is dus heel reëel.’ Wetgeving Het gebruik van laadpalen is geregeld in lokale wetgeving. Tot nog toe mogen er alleen elektrische auto’s gebruik van maken. Het verruimen van die wetgeving zet de deur open voor een groot aantal andere toepassingen en dat is een probleem. ‘Dat is een flinke belemmering voor het emissiearm maken van ons werk’, zegt Romeijn daarover. ‘Met de omvormer van HDW is het immers mogelijk om elk elektrisch accu-apparaat aan de laadpaal te hangen. Wij kunnen er zelfs onze koffiemachine op laten draaien of onze mobieltjes mee opladen. Je voelt het al: misbruik ligt op de loer en dat moeten we op voorhand zien uit te sluiten.’ Nu ziet Romeijn nog niet zo snel mobieltjes aan de laadpaal hangen, maar als de lokale wetgeving het toelaat, is het ook mogelijk dat buurtbewoners hun campers en caravans aan de laadpaal koppelen. ‘Of denk aan bouw- en groenaannemers die bijvoorbeeld een bus bij de laadpaal zetten waarin ze een hele serie gekoppelde accu’s opladen voor draagbaar gereedschap. En waarom geen graafmachine of heftruck?’ Volgens Romeijn hangt het succes van de pilot nu af van twee factoren. ‘Allereerst zijn we afhankelijk van een verdere uitbreiding van het aantal laadpalen in de stad. Maar zelfs met meer laadpalen is er goede, doordachte wetgeving nodig om het gebruik ervan in goede banen te leiden.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32380/nooitmeer-in-dieseldampen-werken

www.stad-en-groen.nl

65


CARBON-FIBER FRAME. MINIMALE TRILLINGEN. PERFECTE BALANS. HET KIEZEN VAN HET JUISTE GEREEDSCHAP IS NOG NOOIT ZO GEMAKKELIJK GEWEEST! C A RBON-F IBER F RA ME MET MA S S IEF S TA LEN A A NDRIJ FA S

56V

1568Wh

GE Ba 1d A8 2 Lp s G: 9m / RIN : 1, ICE AU SIF IVE AS N CL NGS IDS LI LU TRIL

4000-6000/min ONBELASTE SNELHEID

38C M. MA A IBREEDTE

MIDDELPUNT

De tijden zijn veranderd, zo ook het hedendaagse gereedschap. Ons nieuwe aanbod voor de professionele markt is al het bewijs dat u nodig hebt. Neem de EGO Power+ grastrimmer. Uitgerust met de meest technologisch geavanceerde lithium-ion-accu die er bestaat en met evenveel vermogen als een brandstof aangedreven machine. Hij is steviger, heeft een carbon-fibre aandrijfas, die zowel sterk als licht is en is ontworpen voor de zwaarste, alledaagse taken. Blijf niet bij het bekende. Stap over op de kracht van EGO.

HET PROFESSIONELE ASSORTIMENT VAN EGO. OVERTREFT ALLES! #powerreimagined

Ga naar egopowerplus.nl of bel met 0575 59 9999 voor meer informatie.

C IRC ULA IRE BEWEGING


ADVERTORIAL

Hercules Speeltoestellen VinciPlay.nl: mooie speeltoestellen van zeer hoge kwaliteit Voor de hovenier of aannemer die regelmatig een speelplek voor gemeente, school of recreatiepark opknapt, zijn de speeltoestellen uit het VinciPlay-programma van Hercules Speeltoestellen interessant.

Hercules Speeltoestellen levert deze toestellen en ook Speelprikkels zoals de Jollebollen veelal aan via een hoveniersbedrijf of aannemer. Ook is het mogelijk om de toestellen in samenwerking met Hercules Speeltoestellen te monteren en te plaatsen; zelfs eventueel met vrijwilligers, een specialiteit van het familiebedrijf.

Auteur: Willemijn van Iersel

De moderne toestellen uit het zeer uitgebreide programma van VinciPlay worden compact ver-

pakt geleverd, voorzien van een uitgebreide en duidelijke handleiding. De toestellen voldoen aan het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) en zijn gecertificeerd volgens de meest recente EN1176-normering door het Keurmerkinstituut in Zoetermeer. De materialen die in dit programma zijn gebruikt zijn onder andere van gegalvaniseerd en gepoedercoat staal van topkwaliteit, RVS (304 en 316), HDPE- en/of HPL-plaatmateriaal en gelamineerd grenen. Kijk eens op de website: www.hercules.nl ­­­­­­­­­­­ en neem contact op als u een speelplek gaat (her)inrichten. Hercules Speeltoestellen werkt graag met u samen! Telefoon: +31 (0) 228 543423

John Bakker

Jolle Bakker

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32390/herculesspeeltoestellen---vinciplay.nl-mooie-speeltoestellen-van-zeer-hoge-kwaliteit

www.stad-en-groen.nl

67


KIOTI COMPACT TRACTOR 20-115 PK SCHAKEL OF HYDROSTAAT

T R A C T O R S

4 JAAR GARANTIE

www.kiotibenelux.nl


Zelf samenstellen, bestellen en verzenden in zes dagen Nieuwe zuigunit Trilo T1 van Nederlandse bodem gaat de hele wereld over De Trilo maai-zuigwagens, bladblazers en verticuteer-eenheden zijn de paradepaardjes van moederbedrijf Vanmac BV uit Amersfoort. De machines worden ontworpen én gebouwd in de fabriek in Amersfoort en in Azië en worden verkocht in meer dan 46 landen. De machines worden onder andere ingezet voor het onderhouden van graszodenkwekerijen, luchthavens, steden, wegen en sportfaciliteiten. Voor het stedelijke gebied is de nieuwe zuigunit Trilo T1 het geschiktst. Auteur: Linde Kruese

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32342/zelfsamenstellen-bestellen-en-verzenden-in-zesdagen

De T1-zuigunit past op de meeste voertuigen en tovert kleinere voertuigen zoals UTV’s, pick-uptrucks of trikes gemakkelijk om in kleine zuigwagens. De Trilo T1 past eenvoudig op een laadbak. De mini-unit heeft een laadvolume van 1 m3. De vijf meter lange zuigslang zuigt zwerfvuil, snoeiresten en bladeren op, waardoor de machine inzetbaar is in stedelijke gebieden, parken, op campings, begraafplaatsen en golfbanen. Zelf samenstellen Alle Trilo-machines zijn naar wens online samen te stellen. Stap voor stap komen alle beschikbare opties voorbij. Zo is het gemakkelijk om een machine samen te stellen die aansluit op de specifieke werksituatie van de koper. Het is mogelijk machines van over de hele wereld samen te stellen en te bestellen. Binnen twee dagen na bestelling wordt het productieproces in gang gezet en binnen zes dagen is de machine klaar voor verscheping.

TECHNISCHE SPECIFICATIES • Waaier: ø 400 mm – 4 bladen • Aandrijving: benzinemotor - Honda GX340 8 kW • Starten machine: trekkoord • Totale afmetingen: (L x H x W): 371 x 216 x 150 cm • Gewicht: 332 kg • Laadvolume: 1,0 m3 • Zuigslang: ø 200 mm x 5 m (4 m flexibele slang) • Luchtstroom: 180 m3 /min

ZELF SAMENSTELLEN Alle Trilo-machines zijn naar wens online samen te stellen. Stap voor stap komen alle beschikbare opties voorbij. Zo is het gemakkelijk om een machine samen te stellen die aansluit op de specifieke werksituatie van de koper. Het is mogelijk machines van over de hele wereld samen te stellen en te bestellen. Binnen twee dagen na bestelling wordt het productieproces in gang gezet en binnen zes dagen is de machine klaar voor verscheping.

www.stad-en-groen.nl

69


Twee werksters van het mediterraan draaigatje. Foto: Theodoor Heijerman

Steeds meer woonwijken geteisterd door invasieve mediterrane draaigatjes Mediterrane draaigatjes horen van oorsprong niet in Nederland thuis, maar arriveren hier met potplanten uit Zuid-Europa. Zeven jaar geleden werden ze voor het eerst in ons land waargenomen; de verwachting werd toen uitgesproken dat ze invasief zouden worden en op veel plaatsen voor ongemak zouden gaan zorgen. Inmiddels zijn er veertien locaties bekend en is de overlast aanzienlijk. Het is belangrijk om bestaande kolonies niet te laten groeien en te voorkomen dat er nieuwe ontstaan. Auteur: Jinze Noordijk (EIS Kenniscentrum Insecten), Anna Möller en Mike Brooks (Kennis- en Adviescentrum Dierplagen)

70

1/2020

Door het toenemende handelsverkeer en andere bewegingen van de mens over grote afstanden, worden er steeds meer soorten verplaatst naar nieuwe leefgebieden. Op plaatsen waar een soort terechtkomt door de mens, heet zo’n soort een exoot. Zij ontsnappen op de nieuwe plek als het ware aan hun eigen ecosysteem en zijn hier bevrijd van hun roofdieren, concurrenten, ziektes en parasieten. Sommige exoten kunnen dan ook gaan woekeren en niet zelden zorgen ze voor overlast. In Nederland kennen we verschillende soorten exotische mieren die voor overlast zorgen in het stedelijk gebied, omdat ze zo massaal voorkomen. Een van die lastpakken is het mediterraan draaigatje, dat in 2013 voor het eerst werd vastgesteld in Nederland. Inmiddels zijn er al veertien kolonies en overal wordt aanzienlijke overlast ervaren. Het is inmiddels duidelijk dat de aanvoer plaatsvindt via planten die in een pot met aarde uit het Middellandse Zeegebied komen. Door de opwarming van het klimaat kunnen mediterrane planten steeds beter in Nederland groeien. Tuincentra spelen daarop in; je ziet bijvoorbeeld overal olijfbomen te koop staan. Wie een plant koopt, kan dus zomaar een invasieve exoot de wijk in brengen.

Leefwijze en overlast Mediterrane draaigatjes zijn mieren die er een nogal indrukwekkende leefwijze op na houden. Bij veel mieren bouwt één koningin een kolonie. Als zij jaarlijks nieuwe koninginnen produceert, vliegen deze uit om een eigen kolonie te beginnen. Een voorbeeld hiervan is de onder elke stoep en in elke tuin voorkomende wegmier. Bij het mediterraan draaigatje gaat dit anders. Elk jaar sluiten alle nieuwe koninginnen zich aan bij hun moeder(s) in de bestaande kolonie. Met z’n allen produceren zij werksters, die allemaal samenwerken in een zogenaamde superkolonie. Zo ontstaat een gigantische dichtheid aan mieren en ook de omvang van de kolonie kan enorm worden, in het ergste geval verschillende straten tot een aanzienlijk deel van een wijk. Vooral de warmste plekken worden bewoond, met name zonbeschenen stoepen en muren en ze zitten ook wel binnen in huizen. Dit leidt tot problemen voor de mens, zoals het ondergraven van bestrating. Mieren leven samen met bladluizen, die ze beschermen en van wie ze in ruil daarvoor de zoete uitscheiding (honingdauw) te eten krijgen. Als er veel mieren zijn, zijn er vaak ook veel bladluizen, die tuinplanten aantasten en de kleverige


4 min. leestijd

ACHTERGROND honingdauw op eigendommen laten vallen. Maar de overlast in en rond het huis wordt als ernstiger ervaren. De mieren zoeken in tuinen en binnenshuis naar voedsel en nestelruimte. Hier wordt hun gebijt en gezoek naar voedsel niet gewaardeerd. De mieren eten binnen bijvoorbeeld van huisdiervoedsel, maar ook van fruit(resten) in de gft-afvalbak en van andere zoete etenswaren. Soms worden nesten aangelegd in spouwmuren of in apparaten met warmtegevende onderdelen. Daarom wordt de mier op alle locaties bestreden en de kosten daarvan zijn vaak hoog. Voorkomen Het aanslaan van een invasieve mier kan op twee niveaus plaatsvinden. Een in het mediterrane gebied opgepotte plant kan via verkoop direct op een nieuwe locatie terechtkomen en hier aanslaan. Daarnaast is er een risico op verdere verspreiding vanuit deze plaatsen. Als er een populatie in een tuincentrum is, kunnen de mieren in allerlei potplanten en andere producten kruipen en zo met de consument verhuizen naar een nieuwe plek. Maar ook vanuit een kolonie in een woonwijk zijn er kansen op verdere verspreiding, bijvoorbeeld door het verplaatsen van tuinafval, zoals grond en bielzen, of door het uitruilen van potplanten of andere in de tuin opgeslagen dingen. Het voorkomen van nieuwe introducties van invasieve mieren met planten is natuurlijk het belangrijkste speerpunt in deze problematiek. Hierbij is goede voorlichting een aandachtspunt, zowel aan de kwekende, verhandelende en verkopende partij als aan de inkopende partij. Zij moeten de handelswaar monitoren en zich ervan bewust zijn dat potplanten met mie-

Bekende kolonies van het mediterraan draaigatje (zwarte stippen) en afzonderlijke waarnemingen van mieren waar waarschijnlijk geen populatie is. Bron: databestand EIS Kenniscentrum Insecten

Mediterrane draaigatjes zijn mieren die er een nogal indrukwekkende leefwijze op na houden

ANDERE EXOTISCHE MIEREN Het mediterraan draaigatje is niet de enige exotische mierensoort die voor overlast zorgt door de aanleg van superkolonies in het stedelijke gebied. In ons land zijn lokaal ook de plaagmier, Argentijnse mier en Atlantische dwergschubmier problematisch, terwijl er ook al alarmerende berichten verschijnen over de mediterrane dwergschubmier en gewone dikkop. Het mediterraan draaigatje veroorzaakt momenteel echter de meeste overlast ĂŠn vertoont de grootste toename in aantallen. De verwachting is dat de problematiek rondom exotische mieren groter zal worden door het almaar toenemend handelsverkeer en de opwarming van het klimaat. Vele nestopeningen van het mediterraan draaigatje in een stoep; de kratervormige hoopjes zijn kenmerkend. Foto: Jinze Noordijk

www.stad-en-groen.nl

71


TAKVERANKERING

International Tree Service B.V. Rijksstraatweg 41A 1396 JD Baambrugge info@itsfortrees.nl Tel. +31 (0)6 5349 1303 Tel. +31 (0)294 291090 www.itsfortrees.nl

COBRA 2 TON COBRA 4 TON

COBRA 8 TON Kunststofdynamische kabels

DÉ DAKBEGROENER

unieke eigenschappen van onze Waterretentieboxen:

WRb 80F • 90 % bergingsvolume • 72 l/m2 wateropslag • Drossel

Piekbuien: 60 mm – wie kan dat opvangen? Geen probleem voor de retentiedaken van Optigrün! De waterretentieboxen WRB 80F en de WRB85 i zorgen ervoor dat een standaard groendak kan voldoen aan de waterparagraaf bij nieuwbouw en/of uitbreiding. In de waterretentieboxen is voldoende berging en te veel aan water kan via de instelbare gepatenteerde Drossels vertraagd worden afgevoerd.

WRb 85i • 95 % bergingsvolume • 80 l/m2 wateropslag • Drossel

kijk voor meer informatie op www.optigruen.nl Optigrün benelux | koperslager 33 | 3861 SJ | nijkerk TeL.: 033 - 463 561 81 | info@optigruen.nl | www.optigruen.nl


ACHTERGROND rennesten behandeld moeten worden of soms niet geplant kunnen worden. Bij verdachte kolonies is het zaak om zo snel mogelijk in te grijpen, voordat de situatie onbeheersbaar wordt. Snelle signalering en het direct erkennen van het probleem (bijvoorbeeld door gemeentemedewerkers, plaagdierbestrijders of hoveniers) zijn dan van groot belang.

Plaagmier

Koningin van het mediterraan draaigatje. Foto: Theodoor Heijerman

OPROEP Wij vermoeden dat er meer locaties zijn met populaties van mediterrane draaigatjes. Goede monitoring en informatievoorziening zijn in die gevallen van groot belang. Gemeenten die met onoplosbare mierenoverlast kampen of mensen die vermoeden deze mieren in de straat of tuin te hebben, worden dan ook verzocht om contact met ons op te nemen, zodat we deze soort goed kunnen blijven volgen. Dat kan via www.kad.nl en www.eis-nederland.nl.

Bestrijding De aanwezigheid van een superkolonie exotische mieren in de straat wordt vaak als uitermate vervelend beschouwd. Dat blijkt ook wel uit gesprekken met aanwonenden die bijvoorbeeld hun hele tuin op de schop nemen in de veronderstelling zo van het probleem af te komen (wat nooit zo is), die proberen te verhuizen (maar het huis verkopen is lastig tot ondoenlijk) of die hun levensgenot als ernstig aangetast beschouwen. In dit soort gevallen gaan bewoners vaak aan de slag met bestrijdingsmiddelen, zelf of met een professionele bestrijder. Bestrijding bij slechts één of enkele huizen heeft vaak tot gevolg dat de kolonie zich uitbreidt aan de flanken en het probleem dus vergroot wordt. Bovendien heeft het geen duurzaam effect, want er blijven zo altijd koninginnen leven, die de kolonie vervolgens weer exponentieel laten groeien. Zo ontstaat er een cocktail van giffen in de bodem met onbekende werking en is er risico op resistentie bij de mieren. Om de huidige populaties van invasieve mieren enigszins in de hand te houden, zijn goede bestrijdingsprotocollen én een goede coördinatie nodig. De meest logische partij om dit op te pakken, is de betreffende gemeente, bijgestaan door bestrijdings- en mierenspecialisten. Alleen als de gehele kolonie aangepakt wordt, werkend vanaf de uiterste randen naar het centrum toe, zijn er resultaten te boeken. Dan nog zal het een proces van lange adem zijn, waarbij lang niet altijd zeker is of de kolonie zal verdwijnen. Als het onmogelijk blijkt om een superkolonie weg te krijgen, is een mogelijke logische vervolgstap om veel bomen te planten; zo wordt bodem beschaduwd, waardoor de ontwikkeling van deze warmteminnende mieren langzamer gaat en de dichtheid mogelijk afneemt.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32392/steedsmeer-woonwijken-geteisterd-door-invasievemediterrane-draaigatjes

www.stad-en-groen.nl

73


INTERVIEW

4 min. leestijd

Husqvarna is getting in shape Tuin- en parkbaas van Husqvarna Benelux, Anton de Jong, ziet toekomst van zijn merk rooskleurig in Het lijkt mij een horreur voor Husqvarnamedewerkers, maar als ik mijn buurman vertel dat ik die dag de hoogste Nederlandse baas van Husqvarna mag interviewen, vraagt hij doodleuk: ‘Oh ja, van de naaimachines?’ Auteur: Hein van Iersel

Behalve dat de tuin- en-parkdirecteur, net als ondergetekende, maar een klein opdondertje is, vind het mij bijzonder frustrerend om vijftien of twintig jaar na het vertrek van de naaimachinedivisie nog dagelijks met dat verleden geconfronteerd te worden. Anton de Jong vertelt kort hoe dit komt en vooral ook wat daaraan gedaan wordt. Husqvarna heeft de laatste decennia vooral opgang gemaakt als professioneel merk en zou in die jaren een marktleiderspositie hebben afgedwongen op verschillende terreinen. Als het gaat om robotmaaiers is Husqvarna absoluut marktleider, maar ook in de professionele markt bekleedt het bedrijf op verschillende deelgebieden een dominante marktpositie, of is op zijn minst aanwezig als een zeer sterk alternatief. Bekendheid Dat succes heeft zich dus tot op heden niet vertaald in een brede naamsbekendheid bij de consument. Dat is ook logisch. Anders dan merken als Stihl ‘ligt’ Husqvarna niet in het retailkanaal en worden de Zweedse producten exclusief verkocht via het professionele dealerkanaal. Dat is een keuze, maar ontegenzeggelijk ook een handicap, zeker nu tuin- en parkma-

74

1/2020

chines steeds meer een commodityproduct worden. Dat is een ontwikkeling die op dit moment al bezig is. Bij retailers als Lidl, Gamma en Hornbach liggen de accutuinmachines volop in de schappen. Husqvarna heeft dus nog niet voor die marktbenadering gekozen. De Jong: ‘Wij geloven in de toegevoegde waarde van de dealer. Wel gaan we aan de slag met een pilot binnen retail en zijn we bezig met een pilot waarbij eindklanten in de top van het consumentenbereik machines online kunnen bestellen en dan geleverd krijgen via de dealer.’ Even later meldt De Jong eerlijk dat dit nog geen storm loopt. ‘Maar we moeten hier ervaring mee opdoen, omdat dit toch een deel van de toekomst is.’ Begrijpen Een belangrijk aspect hierbij is het begrijpen van de klant. Dat moet voor De Jong geen probleem zijn. Hij is ooit opgeleid in de richting van tuin -en landschapsarchitectuur, heeft

Husqvarna introduceerde deze winter de T540 i XP en 540 1 XP , een accu kettingzaag met minimaal de prestaties van een 40 cc machine

gewerkt als zelfstandig hovenier, maar had ook een vakantiebaantje bij een boomkweker. ‘Ik was 23 toen ik trouwde en mijn schoonvader had een mechanisatiebedrijf in de buurt van Arnhem. Bij dat bedrijf, Velco, ben ik op een gegeven moment gaan werken. Wij verkochten onder andere Sachs Dolmar en Holder. Later ben ik gaan werken bij Helthuis, omdat ik bij Helthuis wel begreep dat ik niet kon doorgroeien, ging ik op zoek naar een volgende carrièrestap in de sector. Ik wist in ieder geval dat dit bij een groot en serieus internationaal merk zou moeten zijn, en Husqvarna paste precies in dat lijstje. Zo heb ik de bedrijfstak leren kennen en ben ik uiteindelijk bij Husqvarna beland, waar ik in 2017 de opvolger werd van Hugo van Bijsterveld, die een meer internationale rol kreeg toebedeeld binnen het bedrijf.’ Solar mower Het grootste succes van Husqvarna is ontegenzeggelijk de Automower. Sinds Husqvarna


De Jong heeft gewerkt als hovenier, boomkweker en vertegenwoordiger bij een mechanisatiebedrijf

www.stad-en-groen.nl

75


Vakmanschap & Innovatie

• • • • • • • •

Bomen / beplantingen rooien Bomen snoeien Verhuur verreiker met zaagkop Stobben frezen Klepelen takhout / begroeiing Transport groenafval Groenrecycling In- en verkoop stamhout Heideweg 3, 5472 LC Loosbroek Telefoon +31(0)413 - 22 41 00 • info@vanweertrondhout.nl www.vanweertrondhout.nl


INTERVIEW ZELFSTANDIG De grote switch kwam voor Husqvarna in 2008. Het bedrijf was voorheen onderdeel van het Electrolux-concern, maar werd in 2008 opnieuw zelfstandig via een notering aan de beurs van Stockholm . Het hoofdkantoor van Husqvarna is nog steeds in het Zweedse Huskvarna, waar het bedrijf meer dan driehonderd jaar geleden ooit is begonnen als producent van wapens en kanonnen. Pas veel later kwamen daar motorkettingzagen en maaiers bij. Het Husqvarna museum –pal naast de fabriekis overigens een plek waar je de volledige historie kunt terug vinden,. De Jong : ‘We zijn als Husqvarna met een Zweedse achtergrond van nature nogal ingetogen. Ik ben zelf na al die jaren eigenlijk zelf ook een halve Zweed geworden. Maar met onze voorsprong in accu, diensten en robotisering zie ik dat Husqvarna de komende jaren een steeds grotere rol zal spelen in de tuin- en parksector, zowel bij de professional, als de consument”. in 1995 zijn eerste door zonlicht aangedreven ‘solar mower op de markt bracht, heeft het Zweedse bedrijf deze markt bijna eigenhandig ontwikkeld. Anton de Jong: ‘Die solar mower was toen al een prima machine, maar voldeed niet altijd. Zeker niet op plaatsen met wat minder zon. Daarom werd de opvolger accuaangedreven.’ Er komen nog steeds nieuwe aanbieders van robotmaaiers op de markt,

maar volgens De Jong groeit zijn verkoop jaar op jaar nog steeds met dubbele cijfers. Husqvarna lijkt vastbesloten om die marktleiderspositie vast te houden. Recent kwam het met een professionele versie van deze robot, die bijvoorbeeld op golfbanen ingezet kan worden. Deze - maaier werkt zonder kabel en oriënteert zich via een gpssignaal op de satelliet en een baken. ‘Wij noemen dat Husqvarna EPOS-technologie.’ Het grote voordeel is dat deze maaiers flexibeler ingezet kunnen worden. De Jong: ‘Op een golfbaan wil je in natte periodes een ander maaibeeld dan in periodes van droogte.’ De volgende stap is natuurlijk: wachten op een robot die net als een ‘normale’ maaier baantjes trekt over het gazon. De capaciteit van dergelijke maaiers neemt dan enorm toe, dus het aantal toepassingsgebieden zal ook verder stijgen. Die doorontwikkeling van de techniek is overigens een must, want de concurrentie zit ook niet stil. De Jong telt minimaal veertig merken en merkjes die robotmaaiers leveren. Die concurrentie komt van allerlei kanten: enerzijds vanuit het Verre Oosten, met kleine goedkope robots die aan de onderkant procenten van de marktleider proberen af te pakken, maar ook van de gevestigde maaiermerken. Toro kwam bijvoorbeeld op de afgelopen Golf Industry Show in Orlando met een compleet nieuw platform robots waarmee gemaaid, maar ook gespoten kan worden.

IN SHAPE Shape25 is de naam van een intern project bij Husqvarna om de bedrijfsstructuur beter aan te passen aan de veranderde tijd. De Jong: ‘De tijden veranderen zo snel en daarmee ook de behoeften van de diverse klantgroepen, maar ook waar men koopt of hoe men koopt. We zien natuurlijk allang dat de “klantreis” op internet start en niet in de brochure die bij de dealer ligt. Digitalisatie, verstedelijking van gebieden en het meer bewust zijn dat we deze wereld met ons allen moeten beschermen, zorgen ervoor dat we ons moeten aanpassen in die veranderende markt.” Product of service Robots zijn een trend. De tweede dominante marktontwikkeling waarbij Husqvarna voorop wil lopen, is de dienstverlening rondom deze machines. Een goed voorbeeld daarvan is Husqvarna Fleet Service. De Jong: ‘Soms verkoop je een product, maar op andere momenten is dienstverlening veel relevanter. Fleet Service is daar een goed voorbeeld van. Fleet Service is een online platform waarmee professionele gebruikers exact kunnen monitoren.’ De Jong erkent dat dit soort ontwikkelingen net als de online verkoop van producten een lange adem nodig hebben, maar dat de markt aan dit soort ontwikkelingen niet kan ontsnappen. De Jong: ‘Het afgelopen jaar ging het heel goed met Fleet Services en hebben we veel nieuwe gebruikers mogen begroeten.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32401/husqvarna-is-getting-in-shape

www.stad-en-groen.nl

77


Eindgebruikers zien biodiversiteit met eigen ogen toenemen Dolmans Landscaping Services beheert én innoveert op ecologisch gebied Dolmans Landscaping Services is volop actief op het gebied van ecologisch landschapsbeheer, zoals op de High Tech Campus Eindhoven en in de gemeenten Tilburg en Amsterdam. Het vakblad praat met de betrokken vakmensen en opdrachtgevers. ‘Ecologisch landschapsbeheer verrijkt de natuur, maar is ook een hoofdmaatregel tegen ziekten en plagen’, aldus regiodirecteur Hank Wijnbergen van Dolmans Landscaping Services.

Auteur: Karlijn Santi Raats

78

1/2020

Overheden en bedrijven richten zich steeds meer op duurzaamheid. Ecologisch landschapsbeheer is een van de opgaves waaraan overheden, instellingen en bedrijven duidelijk vorm geven in visies, beleid, beheer en beeld. Voor de realisatie van de plannen zoeken opdrachtgevers partners en leveranciers die kunnen meedenken over het vergroten van de biodiversiteit met een open mind, kennis en ervaring. De High Tech Campus Eindhoven (HTCE) is een van de opdrachtgevers van Dolmans Landscaping Services. Anne van Wijchen, inkoop- en contractmanager bij HTCE: ‘De samenwerking op het gebied van ecologisch landschapsbeheer ervaren we als heel positief. Dolmans Landscaping Services is heel proactief als het gaat om beheer. Meer dan eens komen ze met verrassende ideeën die niet in het contract of op de innovatiekalender staan.’

High Tech Campus Eindhoven De High Tech Campus in Eindhoven heeft de ambitie om in 2025 de duurzaamste campus van Europa te zijn. Duurzaamheid klinkt zo onderhand wat afgezaagd, maar de HTCE geeft er een zeer gerichte en duidelijke invulling aan. De campus heeft een holistische visie, waarin een prettige werkomgeving voor bewoners en innovaties door huurders en leveranciers net zo belangrijk zijn als het milieu. De HTCE heeft daarvoor drie strategische doelstellingen ontwikkeld: milieuvriendelijkheid, a great place to work en het versnellen van innovaties. De HTCE wil in 2025 CO2-neutraal zijn en in 2030 het gebruik van fossiele brandstoffen met de helft verminderd hebben. De duurzaamheidsbeleving moet campusbezoekers en -bewoners aantrekken met gratis beschikbare


3 min. leestijd

ACTUEEL Toename biodiversiteit Dolmans Landscaping Services heeft vijf bevlogen ecologen in zijn gelederen. Guido Maas, adviseur natuur en ecologie bij Pius Floris Boomverzorging, een onderdeel van Dolmans Landscaping Services: ‘Biodiversiteit is niet alleen esthetisch een pluspunt. Met name op publieke terreinen is het nuttig om ziekten en plagen terug te dringen. Er zijn veel ziekten in bomen en heesters waarvan de druk toeneemt door de aanwezigheid van monoculturen. Er zijn ook ernstige plagen die aangewakkerd worden door monoculturen; denk aan de eikenprocessierups. Biodiversiteit bereik je door ecologisch landschapsbeheer. Door het terugbrengen van de natuurlijke dynamiek in een gebied ontstaan de juiste vestigings- en voortplantingsomstandigheden voor vele soorten flora en fauna. Hiertoe behoren ook de natuurlijke predatoren van vele soorten plaagdieren. Voorbeelden van maatregelen zijn: gefaseerd maaibeheer, ‘sinusmaaien’, gefaseerd riet verwijderen, terreinen zoals ongebruikte opritten, trottoirs en dergelijke ontharden en vervolgens beplanten of juist spontaan laten ontwikkelen, kruidenmengsels zaaien, staand en liggend dood hout aanbrengen, takkenrillen maken uit snoeihout, zowel op het land als in het water, boomspiegels in een gazon niet bijmaaien, en aanvullende faunavoorzieningen aanbrengen voor belangrijke predatorsoorten zoals vleermuizen en koolmezen.’ Gemeente Amsterdam Dolmans Landscaping Services heeft met de gemeente Amsterdam een servicelevel-agreement, een soort prestatieovereenkomst, voor het beheer van een deel van het openbare areaal. Het beheergebied ligt in Amsterdam-Zuid, -Zuidoost en -Oost. Regiodirecteur Hank Wijnbergen: ‘In het contract ligt de nadruk op ecologische ontwikkeling op een aantal aangewezen locaties. Elk jaar moet de biodiversiteit daar aantoonbaar toenemen. Dat doen wij door gefaseerd en selectief maai- en snoeibeheer, en door op allerlei andere manieren natuurlijke gunstige omstandigheden te creëren voor planten, schimmels, vogels, insecten en andere dieren. Dan moet je denken aan takkenrillen en dode boomstammen in bosschages, het laten staan van gedeeltes gras of riet en de toepassing van een breed assortiment bomen, planten en kruiden. Stadsecologen van de gemeente Amsterdam voeren tellingen en monitoring uit om te zien of de gestelde doelen worden gehaald en om eventueel bijtijds in te grijpen of bij te sturen.’

De campus heeft een holistische visie als het gaat om milieu, werkplekkwaliteit en baanbrekende innovaties

fietsen, elektrische bussen van en naar de campus, een laadstation voor waterstofauto’s en sensoren voor slim gebruik en onderhoud. Van Wijchen: ‘We willen de bewoners een prettige werkomgeving bieden, zodat de HTCE aantrekkelijk is en blijft voor huurders en medewerkers. Dat bereiken we onder andere door een rustgevend groen landschap, een moestuin die levert aan de restaurants in The Strip (8 procent van het aanbod daar is biologisch en fair trade), een wellnesscentrum, een sportbos, een hoge tevredenheidsscore van huurders en bewoners en zo meer.’ Ecologisch landschapsbeheer als opgave Naast de duurzaamheidsambitie wil de HTCE ook zijn inkoopvolwassenheid laten groeien. Van Wijchen legt uit wat dit inhoudt: ‘Ons doel is meer sturing op basis van een gunstigere total cost of ownership met leveranciers in overeenkomsten. We willen efficiënter werken en

beter kijken naar de levensduur en duurzaamheid van dienstverlening en producten. We streven naar een circulaire economie met afvalscheiding, het terugdringen van het fossielbrandstofverbruik met 50 procent en de bouw van een Campus-greenhouse. Ook ligt de focus op geïntegreerde logistiek. Leveranciers kennen hun eigen logistiek op de Campus, maar kunnen door samen te werken elkaars duurzame vervoersmiddelen delen of werkzaamheden van elkaar overnemen.’ De HTCE ging op zoek naar geschikte facilitaire partners, om in samenhang invulling te geven aan de strategie. Van Wijchen legt uit: ‘We hebben een facilitaire coalitie in het leven geroepen met daarin de betrokken partners. Op basis van de behoeften en kaders van de HTCE met betrekking tot verschillende duurzaamheidsthema’s stellen zij businesscases op. Belangen worden veiliggesteld en er worden

www.stad-en-groen.nl

79


win-winsituaties gecreëerd, zodat gezamenlijk stappen gezet kunnen worden op weg naar de duurzaamste campus van Europa in 2025. De HTCE had een traditioneel beheercontract met Dolmans Landscaping Services. Dolmans heeft zijn rol in de facilitaire coalitie goed opgepakt door invulling te geven aan een van de duurzaamheidsthema’s: ecologisch landschapsbeheer.’ Beheerplan Een oud-researcher en campusmedewerker, Peter Kerkhofs, liep al een aantal jaren geregeld een rondje over de campus met de manager operations van HTCE. Hij droeg regelmatig verbeterpunten aan vanuit zijn persoonlijke affiniteit met en kennis over ecologisch landschapsbeheer. De High Tech Campus benutte deze kans om hem een ecologisch beheerplan te laten maken. Dit beheerplan is getoetst aan het bestaande beeldkwaliteitsplan van de landschapsarchitect. Van Wijchen: ‘We hebben het ecologische beheerplan voorgelegd aan Dolmans Landscaping Services. Dolmans maakte daarop een kostenneutrale begroting voor ecologisch landschapsbeheer en kwam zelf met drie contractonderdelen: ecologisch landschapsbeheer, eco-conditioneel onderhoud en eco living lab. Het ecologisch beheerplan bevat nieuwe initiatieven. Soms nemen wij die voor onze rekening, soms doet Dolmans Landscaping Services dat. Op 1 januari 2019

80

1/2020

Ecologisch landschapsbeheer zal niet meer verdwijnen zijn we met het nieuwe beheerplan van start gegaan.’ Ecologisch beheer Aan ecologisch beheer wordt vorm gegeven met verschillende maatregelen, waarvan vele direct zichtbaar zijn voor de campusbewoners en -bezoekers. Van Wijchen noemt ze: ‘We hebben een weiland omgetoverd in een kruidenakker om de biodiversiteit te verhogen. Een berg zand die eigenlijk voor de bouw bedoeld is maar er voorlopig nog even blijft liggen, hebben we ingericht als schuil- en broedplek voor oeverzwaluwen. Dolmans Landscaping Services steekt die oeverwand elk jaar af, zodat de oeverzwaluwen daar telkens nieuwe nestjes kunnen maken. Oeverzwaluwen zijn een beschermde diersoort. Zodra er een parkeergarage komt, verwerken we een zwaluwwand in die parkeergarage.’

Zoals gefaseerd grasmaaien leidt tot meer broed- en foerageermogelijkheden, kan gefaseerd riet maaien dezelfde voordelen hebben voor de ecologie en biodiversiteit. Op de HTCE staat riet aan de zijkanten van een grote vijver. Voorheen werd dat altijd in één keer afgemaaid; nu wordt dat gefaseerd gedaan, in drie delen per jaar. Dieren hebben nu altijd schuilen nestmogelijkheden in de overeind gebleven rietgedeeltes. Van Wijchen: ‘Campusbewoners zien met eigen ogen dat de biodiversiteit toeneemt. Zo werden er vorig jaar jonge zwaantjes gespot.’ Het maaibeheer gebeurt door schapen. Regiomanager Martijn Corstiaensen: ‘De campusbewoners zijn dol op die schapen. De schapen vrolijken hun dag op. Het is een waardevolle toevoeging voor de natuurlijke beleving op de campus.’ Een andere maatregel op het gebied van ecologisch beheer is de aanleg van een vleermuizenkelder in een wel heel bijzondere ruimte. ‘We hebben een oude Rijnwaterkelder van drinkwaterleverancier Brabant Water leeggepompt’, vertelt Van Wijchen. ‘Dat gebouw zorgde voor voldoende druk op de waterstand in de gebouwen. Het bleek dat de waterstanddruk ook goed was zonder deze kelder. De vleermuizen die in de kelder kunnen wonen, lusten graag


ACTUEEL eikenprocessiemot. Ze zijn dus een welkome natuurlijke vijand, want we hebben overlast van de processierups vanwege de eiken op de hoofdstructuur, zoals The Strip, waar de horeca is. Met predatoren zoals vleermuizen, maar ook koolmezen en gaasvliegen, willen we de plaag neutraliseren.’ Dolmans heeft ook een insectenhotel geplaatst en is in samenwerking met de naastgelegen groenschool Helicon bezig mezenkastjes te maken. ‘We willen ecologisch beheer tot hoofdpijler maken in de strijd tegen ziekten en plagen. Ons beleid is: wij spuiten niet, tenzij het een expliciete bestekseis is’, verklaart Corstiaensen. Dolmans Landscaping Services is voornemens om tellingen uit te voeren en de telresultaten terug te koppelen naar de klant en eindgebruikers.

Martijn Corstianensen Dolmans

Hank Wijnbergen

Anne van Wijchen

Eco-conditioneel onderhoud Onderhoudstechnische zaken zijn ook gericht op het ondersteunen van de ecologie. Een van de taken is het onderhoud en schoonhouden van de regenwaterbassins tussen de parkeergarages. Deze zijn aangelegd voor de bewatering van de beplanting op de parkeergarages. Een ander voorbeeld is het lang-cyclisch vergroenen van de schanskorven op het terrein; dit zijn verschillende soorten ijzeren korven met stenen erin. Eco living lab De High Tech Campus wil een proeftuin zijn voor innovaties. Dit weerspiegelt de filosofie van de campus om start-ups en technische uitvindingen een podium te geven. Het terrein van de campus biedt gelegenheid om innovaties en natuurontwikkeling te combineren. Op het gebied van ecologisch landschapsbeheer heeft dit speerpunt vorm gekregen in het Eco living lab. Dit concept is door Dolmans Landscaping Services bedacht. Van Wijchen: ‘Daaronder vallen duurzame innovaties zoals tiny forests. We zijn van plan om er verschillende van te maken in het Dommeldal, hier op de campus. Het Dommeldal bestaat uit negen weides, waar wij stapsgewijs negen tiny forests gaan ontwikkelen. Dolmans Landscaping Services past ook biobased boomverankeringen toe. Een andere innovatie zijn de vochtsensoren die Dolmans Landscaping Services in de bodem aanbrengt bij de aanplant van bomen. Hierdoor weten ze wanneer ze water moeten geven en welke hoeveelheid.’ Mart Hoppenbrouwers, commercieel directeur van Dolmans Landscaping Services: ‘Het leuke

is dat wij samen met techbedrijven op de campus inventariseren aan welke sensoren er nog meer behoefte is. We hebben hier leuke sessies over gehad, waarbij we merkten dat deze techbedrijven heel anders kijken naar de toepassingen. Zij denken veel meer out-of-the-box.’ Draagvlak creëren Er is draagvlak onder de eindgebruikers van het terrein, de campusbewoners. Van Wijchen klinkt zelf ook erg enthousiast: ‘We zagen afgelopen jaar jonge zwaantjes in het riet zitten. Regelmatig komen de schapen het land begrazen. Campusbewoners vinden dat prachtig om te zien. We krijgen veel leuke feedback, reacties en zelfgemaakte foto’s van campusbewoners, zoals via LinkedIn. We geven invulling aan onze ambities; we zijn duurzaam bezig op milieutechnisch vlak, maar zorgen er ook voor dat we aantrekkelijk blijven als campus om te werken en te wonen in een prettige omgeving.’ Regiomanager Corstiaensen is ook in zijn

nopjes: ‘De High Tech Campus Eindhoven is de slimste vierkante kilometer van Nederland. Het wordt daar gewaardeerd als je als aannemer proactief meedenkt. Wij denken mee aan de voorkant, maar ook op het gebied van stakeholdermanagement. Om draagvlak te creëren, maken wij onder andere storyboards, waarin we onze beheermaatregelen motiveren en de huidige stand van zaken beschrijven. Zo is een groot bord met een afbeelding van grazende schapen. Nog een voorbeeld: een afbeelding van de aanplant van kruiden en bollen onder de eiken op The Strip (waar dagelijks 12 duizend campusbewoners passeren), met uitleg over het nut daarvan. Deze beelden tonen we via beeldschermen bij de koffieapparaten op de werkplekken op de campus, om mensen te informeren. En tot slot geven onze ecologen, in samenwerking met de High Tech Campus, zogeheten sustainability tours: rondleidingen over het terrein. De laatste rondleiding was voor circa vijftien gemeenten. Die blijken

www.stad-en-groen.nl

81


Zorgeloos onkruid bestrijden? Kies voor de Oeliatec-methode

Want Oeliatec machines werken niet met heetmaar met kokend water. En dat doen ze zonder benzine- of dieselmotor. Daardoor zijn ze fluisterstil, extreem schoon en werken ze CO2-neutraal. En dankzij de gepatenteerde waterbesparende sproeikoppen verbruikt u tot 50% minder water en energie. Niet voor niets is Oeliatec winnaar van het ‘Gouden Klavertje Vier’ op de GTH 2017.

Lage maandlasten

f Vana

Aanschaf te duur? Bel of mail ons voor een scherp financieringsvoorstel. Haal met lage maandlasten de nieuwste techniek in huis.

,€ 1r 3 dag* pe

De duurzame onkruidbestrijder

*o.b.v. 36 maanden operational lease Uw specialist voor betrouwbare techniek Merumerbroekweg 5, Herten +31 (0) 475 202 133 info@ramm.nl ramm.nl


Ecologisch beheer moet altijd gebeuren in overleg met stakeholders en passen in de beeldkwaliteit bovenmatig geïnteresseerd in wat we daar doen.’ Ecologisch beheer bedrijventerreinen Tilburg Corstiaensen vertelt nog over het ecologisch landschapsbeheer bij de gemeente Tilburg. ‘De gemeente Tilburg zet op verschillende plekken in Tilburg in op ecologisch beheer. Zo is er een aantal aangewezen bermen ingezaaid met een kruidenmengsel en zijn er op andere plaatsen bloemenmengsels gezaaid en bollen geplant. Dolmans Landscaping Services verzorgt het integrale beheer van de bedrijventerreinen in Tilburg.’ Corstiaensen legt uit hoe het bedrijf daar ecologisch beheer toepast. ‘Binnen het integrale beheer hebben we een signaalfunctie. Er liggen daar veel kansen op omvorming van grijs naar groen: inritten die niet meer gebruikt worden en waar een hek voor is gezet, trottoirs die overbodig zijn, herinrichtingen die niet afge-

Mart Hoppenbrouwers

Guido Maas

maakt zijn. Zij kunnen onthard en biodivers beplant worden. Of kunnen ingezaaid worden met kruidenmengsels. We maaien niet strak rond bomen. Langs de verbindingswegen die wij in onderhoud hebben, passen we het sinusmaaien toe. We doen suggesties voor afwisselende boomsoorten, bosplantsoen en kruidenlagen. Ook verschalen we bermen en sloten met tractoren met klepelbak en afzuiger, zodat ze aantrekkelijker worden voor bloemen.’

sen in de beeldkwaliteit, maar er zijn nog legio ecologische kansen die we kunnen grijpen.’ Ecologisch landschapsbeheer zal niet meer verdwijnen, denkt regiodirecteur Wijnbergen: ‘Het is een hoofdmaatregel in de strijd tegen ziekten en plagen en in het veraangenamen van verstedelijkt gebied. Ik kan niet precies zeggen in welke mate er ecologisch wordt beheerd in de openbare ruimte in Amsterdam, maar het doet niet onder voor andere beheermaatregelen.’

Toekomst Ecologisch landschapsbeheer heeft de toekomst, daar is Corstiaensen van overtuigd: ‘Dat denk ik niet alleen, dat zie je terug in de maatschappelijke tendens. De jonge generatie is groener en milieubewuster dan de vorige. Niet alles hoeft meer smetteloos schoon en opgeruimd te ogen. Ecologisch beheer moet altijd gebeuren in overleg met stakeholders en pas-

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32378/eindgebruikers-zien-biodiversiteit-met-eigen-ogentoenemen

www.stad-en-groen.nl

83


De Positrac met de Hot Air 100

Hoaf en Nimos introduceren de Hot Air 100 Digitale aansturing door elektrische Positrac maakt hetelucht-onkruidbrander nog duurzamer Nimos en Hoaf hebben samen een heteluchtonkruidbrander voor een elektrische werktuigdrager ontwikkeld: de Nimos Hot Air 100. De machine is een combinatie van de elektrische Positrac van Nimos en de hetelucht-onkruidbranderunit Weed Air 100 van Hoaf. Nico Drost sr. van Nimos en Menno Looman van Hoaf vertellen over de voordelen van de machine en van de samenwerking. Auteur: Karlijn Santi Raats

Het is de eerste keer dat Nimos en heteluchtonkruidbranderspecialist Hoaf de samenwerking aangaan. Brandertechnisch is de Nimos Hot air 100 identiek aan de Weed Air 100, die loopt op lpg/propaan. Maar qua besturing is de machine een echte Nimos. ‘We hebben dus een hetelucht-unit geleverd zonder bedieningspaneel’, vat Looman samen. ‘Het design is afgestemd op de Positrac. Alle verdere ontwikkelingen zijn van de hand van Nimos. De Nimos Hot Air 100 is een prachtige nieuwe set geworden, met als grote pluspunten dat de machine elektrisch is, de brander digitaal wordt aangestuurd en dat de Positrac automatisch verschillende werktuigen herkent.’ Elektrische aandrijving en besturing Nimos is in januari 2019 gestopt met het inbouwen van dieselmotoren. ‘Deels was dit ingegeven door regelgeving’, legt Nico Drost sr. uit. ‘Per 1 januari 2019 moesten dieselmotoren al vervangen worden door andere motoren (stage V). Omdat dit al ruim van tevoren bekend was, hebben we ervoor gekozen om alleen nog elektrisch te bouwen. Elektrisch zit immers in de

84

1/2020

lift omdat elektrische machines geluidsarmer zijn, geen uitstoot geven en minder onderhoud nodig hebben. In 2016/2017 begon de omschakeling. We konden de aandrijfcomponenten (een aandrijfas met elektromotor) en de batterijtechniek uit onze bestaande elektrische transporter gebruiken voor het model dat we nu hebben.’ Omdat de Positrac elektrisch wordt aangedreven, zijn niet alle werktuigen geschikt om voor de Positrac geplaatst te worden. Menno Looman van Hoaf legt uit waarom de Weed Air 100 wel past: ‘Onze Weed Air 100 heeft geen hydrauliekaandrijving, alleen elektrisch. Dat is handig, omdat Nimos speciale software schrijft waarmee de Positrac de werktuigen herkent en bedient. Een ander pluspunt van de Weed Air is dat hij licht van gewicht is.’ Drost legt uit wat de Positrac onderscheidt: ‘De Positrac is uitgerust met een canbus-systeem en touchscreen. De machine heeft werktuigherkenning, door middel van een chip die uniek is voor het werktuig. Als er een machine aan


ADVERTORIAL de Positrac wordt gehangen, onderscheidt het systeem de onkruidborstel, bezem, strooier, hetelucht-unit en sneeuwschuiver. De Positrac beschikt over presets; hij past bijvoorbeeld zijn reistijd aan het werktuig aan om energie te besparen.’ Samenwerking Na de beurs GTH in Biddinghuizen in september 2019 gingen Nimos en Hoaf met elkaar om de tafel met een kop koffie. Al snel werden er schetsen gemaakt. Looman vertelt over de samenwerking: ‘Het gesprek met Nimos was heel inspirerend en ook wij hebben er veel van geleerd. Binnen een paar uur waren we er al uit dat we samen iets moois konden maken. Het Nimos-team was heel open en ter zake kundig op het gebied van techniek, het marktsegment en probleemoplossend denken. Dankzij dit alles kon Nimos de nieuwe machine snel marktgereed maken. Binnen drie maanden – de maand december niet helemaal meegeteld – was de Nimos Hot Air 100 klaar, precies op tijd voor de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg.’ Win-winsituatie Nimos is met zijn Positrac via de regionale dealers vooral actief in Nederland, België

Nimos is niet veel kwijt aan marketing; daardoor komt de machinecombinatie prijstechnisch goed uit de bus en Scandinavië. Maar een werktuigdrager is bedoeld om er verschillende werktuigen voor te zetten. Nimos zet dan ook in op het vergroten van de interesse voor de Positrac, door verschillende werktuigen te zoeken die ervoor geplaatst kunnen worden: een hetelucht-unit, onkruidborstel of sneeuwschuiver. Drost legt uit: ‘Onze Positrac-importeur in Scandinavië had nog geen hete lucht in zijn pakket, terwijl er wel een potentiële markt voor is. In Kopenhagen rijden de nodige hetelucht-units, maar deze zijn nog niet elektrisch bestuurd, terwijl de belangstelling voor elektrisch in die contreien toeneemt.’ Prijstechnisch komt de Positrac in elk geval goed uit de bus. Nimos is een klein bedrijf met zestien medewerkers, dat geen grote bedragen kwijt is aan marketing. Drost: ‘We zijn klein, snel en wendbaar.

De machine heeft werktuigherkenning, door middel van een chip die uniek is voor het werktuig

Daardoor is de Positrac een factor 1,6 duurder dan de diesel-aangedreven werktuigdrager. Normaal gesproken is een elektrische werktuigdrager tweemaal zo duur.’ Het is wellicht verrassend dat Nimos niet specifiek koos voor samenwerking met Nimos-dealer Weed Control. Drost verklaart: ‘Commercieel was Hoaf interessanter voor de export.’ Andersom geldt hetzelfde voordeel: Hoaf heeft zijn eigen dealernetwerk in Europa, maar krijgt er feitelijk een distributienetwerk bij voor zijn hetelucht-onkruidbrander. Wanneer een klant al een werktuigdrager of trekker heeft, wordt automatisch een Hoaf Weed Air 100 geadviseerd. Looman ziet een groeiende markt: ‘Aannemers hebben baat bij een elektrische werktuigdrager. In Nederland is al een poos sprake van een dienstverleningstrend. Maar ook in Frankrijk, België en Scandinavië zie je dat er steeds meer wordt uitbesteed aan loonwerkers.’ Drost is het met hem eens: ‘Aannemers moeten snel kunnen schakelen. Hierbij zie ik mogelijkheden voor de Hot Air 100. De bestaande belangstelling moet nog wel worden omgezet naar aankopen. We zullen zien wat de toekomst brengt.’

www.hoaf.nl

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32368/hoaf-ennimos-introduceren-de-hot-air-100 Menno Looman

Hoaf

Nico Drost sr.

Hoaf

www.stad-en-groen.nl

85


Adezz-directeur Van Hooff: ‘Wij zijn een geoliede machine’ Tuininrichtingsleverancier met gunstige prijs-kwaliteitverhouding dankzij eigen beheer binnen de keten Adezz BV, de nieuwe content partner van NWST, is leverancier van inrichting voor de tuin en de openbare ruimte. Het gaat om producten op maat en kleur met een minimalistisch design en een scherpe prijs-kwaliteitverhouding dankzij een gunstige ketenbrede total cost of ownership. De producten gaan als warme broodjes over de toonbank, zowel in Nederland als in Europa.

Dit vakblad spreekt met Hugo van Hooff, zeer bescheiden en aimabel, maar aan het hoofd van een miljoenenbedrijf. Grote kans dat de banken, bakken, potten en vijverranden die je tegenkomt in de openbare ruimte of in de tuinen langs de weg van Adezz afkomstig zijn. Mede-eigenaar Hugo van Hooff beschrijft: ‘Vijftien jaar geleden ben ik begonnen met het maken van producten van aluminium, staal, en polyester. In 2005 kwam het huidige bedrijf tot stand, in samenwerking met hardhoutspecialist Luc van den Hurk.’

Maar het bedrijf en de directie blijven bescheiden. Van Hooff: ‘Onze producten hebben een dienende rol in de tuin en wij hebben een dienende rol voor hoveniers en tuinontwerpers.’ Auteur: Karlijn Santi Raats

86

1/2020

Vijf merken De showtuin voor het kantoor en de showroom van Adezz tonen waar het bedrijf goed in is: vijvers, plantenbakken, bloempotten en tuinhaarden. De verschillende producten voor de hovenier en tuinarchitect zijn ondergebracht in vijf afzonderlijke merken. Het merk Adezz omvat onder meer kantopsluitingen, keerwanden, sokkels, muren, waterelementen en brievenbussen. Alles wat met buitenvuur te maken heeft, wordt verkocht onder het merk Forno; te denken valt aan buitenhaarden, kook-

faciliteiten, vuurschalen en houtopslagen. One To Sit is het tuinmeubelmerk; de tafels, loungesets en stoelen langs het zwembad ogen als designer-items. Furns-straatmeubilair is robuust en zwaar en is vooral geschikt voor toepassing in de openbare ruimte: plantenbakken, banken, picknicktafels, afvalbakken, boomspiegels, boomroosters, fietsbeugels, hekken en muren. Dipott betreft alle planten- en bloempotten, in de gewenste maat, vorm en kleur. Zelfs bij een kozijn in een specifieke kleur roze kan een plantenbak in precies dezelfde kleur geleverd worden, in de maat die het beste past bij de kozijnbreedte. Van Hooff: ‘De potten vielen voorheen onder Adezz, maar sinds we ze een eigen merk hebben gegeven, zien klanten beter hoe uitzonderlijk ze zijn. Het zijn beslist geen potten die je in het tuincentrum kunt halen.’ Groei Op kantoor en in de distributie werken 35 mensen en bij het productiebedrijf in Polen 150 mensen. Met een omzet van een kleine 20 miljoen euro en vijfduizend kopende klanten is het bedrijf fors te noemen. Tijdens de recente


5 min. leestijd

ACHTERGROND economische crisis groeide het bedrijf gestaag door. De afgelopen paar jaar groeide de omzet zelfs met 30 tot 35 procent per jaar. Van Hooff legt uit waardoor dit komt: ‘Natuurlijk merkt iedereen in de markt de invloed van de import uit China, en we merken ook dat die import tegenwoordig kwaliteit heeft. Maar Adezz handelt in grote producten, ook de potten zijn groot. Die kunnen moeilijk geïmporteerd worden uit verre landen.’ Het merk Furns, dat nu vier jaar bestaat, groeit het hardst van de vijf merken, hoewel ze alle vijf in de lift zitten. ‘De markt van de openbare ruimte groeit hard, omdat daar per project grote bedragen mee gemoeid zijn. Wij zijn vaak intensief bezig om een project binnen te halen en ook lang bij een project betrokken. Als er bijvoorbeeld een plein wordt aangelegd, zijn er in één klap veel van onze producten nodig’, verklaart Van Hooff. Volgens Van Hooff staat Adezz als een huis. ‘We zijn niet een partij die maar wat in elkaar flanst. Mocht er ooit weer een crisis komen – voor mij

‘Adezz handelt in grote producten; die kunnen moeilijk geïmporteerd worden uit verre landen’ hoeft dat niet, maar de goede bedrijven komen dan wel bovendrijven – dan doorstaan we die ongetwijfeld opnieuw glansrijk.’ Eigen baas in de hele keten Die flexibiliteit en scherpe prijs-kwaliteitverhouding haalt Adezz uit het eigen beheer in de gehele keten. Het bedrijf ontwerpt zelf, koopt zelf grondstoffen in, produceert in Polen en vermarkt zelf. Van Hooff vertelt over de marketing: ‘De meeste hoveniers en tuinarchitecten kennen onze producten wel, maar je moet als marktpartij ook aanwezig zijn in de tekenpro-

gramma’s die ze gebruiken. Tekenprogramma’s worden überhaupt steeds belangrijker in het vak, zo zien wij. Als er een nieuw programma wordt ontworpen, mag je bijna gratis producten inzenden. Zo’n programma heeft namelijk input nodig om een bibliotheek aan te leggen, zodat gebruikers er makkelijk mee kunnen werken. Daar zijn wij altijd als de kippen bij. Daardoor komen onze producten automatisch in de meeste ontwerptekeningen naar voren.’ Van Hooff maakt de meeste Adezz-ontwerpen zelf, in Autocad. ‘Ik voel goed aan wat mensen willen. Dat is de basis van het ontwerp. Verder

www.stad-en-groen.nl

87


Van Dyck Marcel Belgium NV | Provinciebaan 71 | BE-2235 Houtvenne T +32 16 69 91 56 | F +32 16 69 62 53 | info@vandyck.be | www.vandyck.be 88

1/2020


ACHTERGROND zijn alle producten goed doordacht en doorgerekend: een design moet sterk zijn, zo min mogelijk afval opleveren en er moet zo weinig mogelijk bij gelast worden. Alle productiestappen worden per ontwerp vastgelegd en toegepast in onze fabriek in Polen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de lasaanduidingen: hoe vaak en hoe er gelast moet worden. Of over de vraag of er in bakken verstevigingsribben moeten komen, zodat ze een bepaalde gronddruk aankunnen. Uit alle ontwerpen ontstaat eerst een demo, die vervolgens uitgebreid wordt getest. We geven vijf jaar garantie, maar onze producten gaan vele malen langer mee.’ Over de productie zegt Van Hooff: ‘We kopen de grondstoffen op de wereldmarkt. Als bijvoorbeeld staal in Italië een paar cent goedkoper is, dan kopen we het daar met trailers vol. In Polen worden de staalplaten gelaserd en gebogen. Wij brengen veel verschillende stalen producten en productonderdelen onder in het laserprogramma; dat kan een halve plantenbak zijn, maar ook een haakje van een open haard. Daardoor hebben we maar 5 tot 10 procent laserafval. De staalplaat wordt dus goed benut. Andere partijen hebben gemiddeld 20 tot 30 procent afval. De fabriek in Polen draait 24 uur per dag, zeven dagen in de week, waardoor alle machines optimaal worden gebruikt. Om veel producten te kunnen inschieten, was bedrijfsgroei noodzakelijk. Nu beheersen we alle onderdelen van het productieproces tot in de puntjes.’ ‘Standaardproducten zijn allemaal op voorraad, dus we kunnen snel leveren. We werken met drie transporteurs. We hebben een loods van 8500 m2 en een gehuurde locatie. En er wordt bijgebouwd, dus binnenkort bedraagt onze opslagcapaciteit 24.000 m2. De levering is gratis.’ Gratis? Van Hooff lacht. ‘Ja, gratis. We hebben goede omzetten, hoor. Dat komt doordat we alle prijzen goed hebben doorgerekend. Ze zijn altijd scherp. We werken nooit met kortingen, ook niet bij grote aantallen. Dat schept duidelijkheid. Grote partijen kunnen natuurlijk wel direct vanuit Polen aan de klant worden gele-

verd, wat de prijs verder drukt. Klanten hoeven pas af te rekenen als de bestelling geleverd is. Ze weten hoe wij werken; bijna niemand onderhandelt.’ Rust door automatisering Andere zaken die de prijzen van Adezz aantrekkelijk maken, zijn de hoge mate van automatisering en de bijzonder vlakke organisatie. ‘We maken gebruik van een op maat gemaakt ERP-systeem, waarin al onze bedrijfsprocessen samenkomen. Orderafhandeling, logistiek, administratie en financiën vallen onder een informatie- en managementsysteem. Je kunt via de website maatwerk berekenen, de order invoeren. Op kantoor voeren we hier wel controles op uit en we adviseren af en toe. Maar bij ons is alles zo duidelijk, dat er weinig vragen te beantwoorden zijn. Ik redeneer altijd: als de telefoon vaak gaat, hebben we de boel niet onder controle. Er heerst dus een rustige, prettige sfeer op kantoor.’

zijn zichtbaar, maar zijn ondergeschikt aan het groen, dat op zijn beurt wordt bepaald door de tuinontwerper of de hovenier. Daarom vinden wij het belangrijk dat alle hoveniers bij ons terechtkunnen. Vroeger ging een hovenier naar een smid om iets te laten maken: een ornamentaal hekje, poorten, een plantenrek. De hovenier moest lang op zijn bestelling wachten, de smid had veel afval en de verkoopprijs was hoog. De smederijen zijn verdwenen, maar wij hebben dit gat hopelijk voor een groot deel opgevuld. We maken alles voor de hovenier. We willen hem helpen om zich te onderscheiden met onze producten. We laten hem zien dat hij iets kan creëren wat de klant mooi vindt, maar niet zelf bij een tuincentrum kan halen.’ Streamers

Adezz heeft veel in het magazijn geïnvesteerd om de orderafhandeling zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. ‘Medewerkers krijgen precies te zien wat er op voorraad is en wat er direct uit kan. Ook de distributieruimte in het magazijn is goed voor elkaar. ’s Morgens is er een team dat eerder begint. Deze medewerkers zetten de producten in het laaddock klaar. Die worden vervolgens ingepakt en in de juiste vrachtwagens gezet. Elke avond worden de vrachtwagens opgehaald en wordt er een nieuwe trailer tegen het laaddock gezet.’ Van Hooff klinkt overduidelijk trots op het bedrijf en de prestaties van zijn medewerkers. ‘Het is een geoliede machine.’ Bescheiden, maar onderscheidend De bescheidenheid van beide bedrijfseigenaren is terug te zien in de producten. Van Hooff, die zich bezighoudt met het ontwerp van de producten, wil niet op de stoel van hoveniers en tuinontwerpers gaan zitten. ‘Zij verstaan hun vak. Wij ondersteunen hen. De producten

‘De smederijen zijn verdwenen; wij hebben dit gat hopelijk opgevuld’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32364/adezzdirecteur-van-hooff-wij-zijn-een-geoliedemachine

www.stad-en-groen.nl

89


Het afgelopen jaar introduceerde Tielbürger een veegmachine voorzien van een Briggs & Stratton 82 V-accumotor: de Tielbürger TK17e – Duitse gründlichkeit in een emissie- en geluidsreducerende uitvoering. Het Duitse A-merk blijft zich innoveren, mede vanwege de eisen op het gebied van duurzaamheid en CO2reductie in de aanbestedingen van gemeentes en in de private sector.

Auteur: Jeroen Poldermans

Grote voorjaarsschoonmaak met veegmachines en onkruidborstels van Tielbürger Onverwoestbaar Als er één woord is dat het machinepark van Tielbürger raak typeert, dan is dat het woord onverwoestbaar. Een investering in een product van Tielbürger geeft blijk van een langetermijnvisie, want Tielbürger-machines gaan meestal generaties lang mee. ‘We krijgen aanvragen voor onderdelen van machines van wel vijftig jaar oud. Die machines draaien nog steeds en worden doorgegeven in de erfenis’, vertelt Robine Berendsen, accountmanager bij D.B. van der Horst BV. ‘Zelfs als Tielbürger-machines na enkele decennia met pensioen gaan, krijgen ze af en toe nog een nieuwe bestemming. Er zijn namelijk hobbyisten die vroege modellen nog een tweede leven geven. Die restaureren zo’n oldtimer, spuiten en poedercoaten het staalwerk en zorgen ervoor dat zo’n robuust werktuig uit de jaren zestig er weer als nieuw uitziet.’ Donat van der Horst D.B. van der Horst BV is al vijftig jaar de exclusieve importeur van het merk Tielbürger in de Benelux en Frankrijk. Het bedrijf werd opgericht door de destijds achttienjarige Donat van der Horst. Hij vroeg zich met de productontwikkelaars van Tielbürger-machines af waar vraag naar was in de groensector. Vanuit die samen-

90

1/2020

werking ontstond de veegmachine waarmee Tielbürger marktleider in de wereld werd. Sindsdien is het DNA van D.B. van der Horst BV verstrengeld met dat van Tielbürger. Tielbürger is het enige merk dat door deze importeur en leverancier wordt gevoerd; daardoor is Van der Horst een specialist bij uitstek. Het Duitse A-merk is al ruim 65 jaar een begrip in het groenonderhoud. Tielbürger TK38 pro-veegmachine voor professionals De probleemloze TK38 professional wordt door gemeentewerkers, hoveniers en wegenbouwers zeer gewaardeerd. De machine beschikt over een sterke Honda-industriemotor en een zeer robuuste wielaandrijving. Het is een compacte machine met een ergonomische bediening. Ook is de TK38 pro makkelijk mee te nemen in de bestelbus en neemt hij niet veel plaats in. De borstels met een diameter van 35 cm garanderen in combinatie met de sterke motor een perfect resultaat onder alle omstandigheden. De hoog-elastische borstelkap met stalen onderbouw voorkomt beschadigingen aan muren, bushokjes etc. Kortom: dit is een machine voor langdurig en professioneel gebruik.

Specificaties: • Honda GXV 160 industriemotor, ca. 4,1 kW (5,6 pk) • Werkbreedte: 80 cm • Veegrichting: vijfvoudig verstelbaar •Capaciteit: tot 3.900 m2/h • Rijsnelheid: 3 versnellingen vooruit en 1 achteruit, ca. 2,6-4,9 km/h • Borsteldiameter: 35 cm • Uitgerust met dubbel bezette borstel • Hoge bodemvrijheid • Stuurboom zevenvoudig in hoogte verstelbaar • Gewicht: 97 kg • Wielen: 13,00 x 5,6 • Verzinkte onderdelen ter voorkoming van corrosie. Volledig recyclebaar Tielbürger-onkruidborstels: TW50S en TW50X De innovatieve onkruidborstels TW50S en TW50X hebben al veel steden en dorpen onkruidvrij gemaakt. Ook deze machines zijn uitgerust met de Honda GXV 160-industriemotor en doen probleemloos hun werk. De ergonomische bediening, de constructie en het rustige toerental van de machine zorgen ervoor dat de bediener onkruid kan verwijderen zon-


ADVERTORIAL

TK38pro

Bedrijfsprofiel: D.B. van der Horst BV is importeur van Tielbürger voor de Benelux en Frankrijk. De levering van de machines vindt uitsluitend plaats via geselecteerde dealers, die ook reparatie en onderhoud voor hun rekening nemen. De vestiging in Loo bestaat uit het kantoor en de opslag, vanwaaruit zo'n driehonderd machines en honderden losse onderdelen uit voorraad geleverd kunnen worden. [/kader] Meer informatie vindt u op: www.donatvanderhorst.nl der oververmoeid te raken. Beide machines hebben een respectabele werkbreedte van 50 cm. De kwalitatief hoogwaardige borstels, die volledig afgesloten zijn door een stalen beschermkap, kunnen zonder gereedschap makkelijk en snel gewisseld worden. Standaard zijn de machines voorzien van een klapbare beschermkap, waarmee men in omhooggeklapte stand probleemloos langs een muur of ander obstakel kan borstelen. De wielaangedreven TW50X met drie versnellingen is standaard voorzien van een in hoogte verstelbaar steunwiel. Dit steunwiel is als optie verkrijgbaar voor de TW50S. Deze machines zijn ontwikkeld voor kilometers onkruidvrije paden. Een van de beste merken in het segment De naam ‘Nemaco’ staat voor ‘Nederlandse machinecoörporatie’. Deze leverancier van bouwmachines is ooit begonnen met het ontwikkelen van steenknippers en trilplaten. In

Nederland is Nemaco BV in de zeventig jaar van zijn bestaan uitgegroeid tot een van de grootste leveranciers van materialen voor de grond-, weg- en waterbouw (gww). Met salesmanager Gerrit van Egmond van Nemaco sprak Stad + Groen over de relatie van Nemaco met D.B. Van der Horst BV en de onderscheidende kracht van het merk Tielbürger. ‘Donat is een oude relatie van Nemaco. We doen al heel lang prettig zaken met elkaar. Hij en zijn bedrijf komen altijd hun afspraken na. Het merk Tielbürger blijft zich doorontwikkelen en is een van de beste merken in het segment. De Tielbürger-veegmachines hebben een perfecte prijs-kwaliteitverhouding. Tielbürgermachines zijn onverwoestbaar en enorm krachtig. Dit is mede te danken aan de keuze van de motoren waarvan de machines zijn voorzien, zoals de Honda-industriemotor. De oersterke Honda GXV160-industriemotor past prima bij

de omstandigheden waaronder onze klanten in de gww werken. De Tielbürger-machines gaan ook decennialang mee. Het komt weleens voor dat een Tielbürger-machine wordt afgeschreven na dertig jaar dienst te hebben gedaan in de gww, maar daarna terechtkomt in de particuliere sector, om daar opnieuw prima te functioneren.’

www.donatvanderhorst.nl

Be social Scan of ga naar: ww.stad-en-groen.nl/article/32375/grotevoorjaarsschoonmaak-met-veegmachines-enonkruidborstels-van-tielb?rger

‘We krijgen aanvragen voor onderdelen van machines van wel vijftig jaar oud’

Nemaco BV uit Nijverdal stond met Tielbürger-veegmachines zowel op de Groene Sector Vakbeurs in januari als op de Infrarelatiedagen in februari in Harderberg (zie foto).

www.stad-en-groen.nl

91


Alles over Groenbeheer ondersteunt beleidsmakers en groenbeheerders bij het bereiken van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte tegen acceptabele beheerkosten.

De sleutel tussen beleid en beheer

Waarmee kunnen wij u van dienst zijn? Onder andere: bestandsbeheer • ontwerpen inrichtingsadvies • groeiplaatsonderzoek • RAW-bestekken • Bomen Effect Analyses • Planmatig Beheer • directievoering en toezicht • inventarisaties • assetmanagement

(info@)allesovergroenbeheer.nl of bel ons op 0497 - 534044 Veldhoven · Ede · Assen

Klimaatadaptieve beplanting met maximale beleving 0543 - 451 084 info@lageschaar.nl www.lageschaar.nl

• goede waterhuishouding • onderhoudsvriendelijk

STIC

HTIN

G

45

• optimale natuurbeleving • versterking van de biodiversiteit

67

Het klimaat verandert, en daarmee de eisen aan onze buitenruimte. Vergroen uw leefomgeving met soortechte kwaliteitsplanten en duurzame beplantingsconcepten. Onze gecertificeerde planten en natuurlijke concepten zijn zeer geschikt voor gebruik in een klimaatbestendige tuin en versterken de flora en fauna.

A BC1

23

NL GREENLABEL

Je maakt het natuurlijk met Lageschaar


Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/32037/greenfluencer-2019-anja-kanters

Anja Kanters Donker Groen krijgt Greenfluencer 2019-award Op 16 januari, de laatste dag van de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg, kreeg Anja Kanters de Greenfluencer 2019-award uitgereikt. ‘Ik ben trots op deze prijs’, zei Kanters, toen ze de bladvormige Greenfluencer-trofee in ontvangst nam. Landschapsarchitect Nico Tillie (TU Delft) werd bekroond als Groene Belofte.

Eind december publiceerde de groenevakbladuitgeverij NWST een lijst van de elf dapperste en meest innovatieve mannen en vrouwen uit de groene sector. Allemaal professionals die naar de mening van de redacteuren van NWST in 2019 meer dan gemiddeld hun hoofd boven het groene maaiveld uit durfden te steken en bij de belangrijkste thema’s voorop wisten te lopen. De redacteuren waren verantwoordelijk voor de lijst van de elf genomineerden. De uiteindelijke winnaar van de Greenfluencer-award werd bepaald door de lezers van Stad + Groen; die

kozen Anja Kanters als hun favoriet. Kanters viel in 2019 op doordat zij als ceo van de Donker Groep maar liefst 70 procent van de aandelen van haar bedrijf beschikbaar stelde aan de medewerkers. Een sympathiek gebaar, maar vooral een gebaar waarmee Kanters letterlijk en figuurlijk eigenaarschap bij haar team wilde neerleggen en een belangrijke basis onder de continuïteit van haar bedrijf wilde leggen. De nummers twee, drie en vier? Moeilijk! Degenen die net niet met de award naar huis gingen, lagen namelijk zó dicht bij elkaar dat Nicolas de Schutter, Henry Kuppen en Eric van Roekel ex aequo met de tweede prijs naar huis gingen. Nicolas de Schutter voor de enthousiaste manier waarop hij omgaat met kennisdeling in golf en sport, Eric van Roekel die met zijn recyclingbedrijf GBN/AGN een oplossing wist te formuleren voor het voort-etterende kunstgrasrecycling-probleem, en als derde Henry Kuppen, die al jaren een belangrijke inspiratieen kennisbron is in de discussie over het beheer van de eikenprocessierups. ‘Ik ben trots op deze prijs, mooi vormgegeven en met een geweldige naam’, zei Kanters toen

zij de bladvormige trofee in ontvangst nam. ‘Greenfluencer staat voor mij voor de impact van alle groene mensen, voor een branche die terecht herkend wordt als cruciaal in deze tijd van klimaatproblematiek waarin behoefte is aan veel meer groene beleving. Ik draag de prijs uiteraard op aan mijn medewerkers. Zij zijn de echte “groene beïnvloeders”. En ik hoop dat mijn reactie op hun figuurlijk eigenaarschap met het aanbod van letterlijk eigenaarschap een voorbeeld voor anderen mag zijn. Dit is een mooi initiatief, zo’n erkenning voor elf “gekken”, en ik zie al uit naar de volgende Greenfluencer!’ We keken niet alleen terug naar degenen die hun stempel op 2019 hebben gedrukt, maar keken ook alvast vooruit naar de Groene Belofte voor 2020. Want wie gaat dit jaar de groene kar trekken? Onze lezers stemden massaal op landschapsarchitect en stadsecoloog Nico Tillie, verbonden aan de TU Delft. Ook Dick Oosthoek van Stichting Groenkeur kreeg een groot aantal stemmen.

www.stad-en-groen.nl

93


HOOFDREDACTIONEEL

Als je honderd procent kiest voor vergroening, kun je niet tegelijkertijd kiezen voor de laagste prijs

Anders Ik hoor het misschien niet te zeggen – en mijn moeder zou het er helemaal niet mee eens zijn –, maar er staat een leuk interview met Wim van Ginkel in deze uitgave van Stad + Groen. Zij zou vinden dat je dat niet mag zeggen van een interview dat je zelf geschreven hebt. Ondanks dat: Van Ginkel levert een haarscherpe analyse van de groene sector, waarbij hij een zwaar kritische toon – ik noem het ergens ‘mopperig’ – combineert met een zeer optimistisch toekomstbeeld van de sector. Kritisch is Van Ginkel over de manier waarop zaken zijn georganiseerd op bestuurlijk gebied en rondom aanbesteden.

De gemeente is dan niet meer heer en meester over dit domein, maar moet zeggenschap delen met andere stakeholders Van Ginkel constateert veel lippendienst aan ‘de Groene Stad’, wat resulteert – of verzandt – in een angstcultuur. Dat geldt ook voor aanbesteden. Als je honderd procent kiest voor vergroening, kun je niet tegelijkertijd kiezen voor de laagste prijs. Aan het vakmanschap en de passie in de sector ligt het niet. Daarbij is groen volgens Van Ginkel weer hip aan het worden. Dan bedoelt hij niet dat we op een Instagram-achtige manier kamerplantjes voor het venster willen, maar dat groen en de groene sector een interessant alternatief beginnen te worden voor jonge mensen aan het begin van hun carrière. Dat zijn de mensen die het uiteindelijk gaan maken en die met nieuwe ideeën en concepten komen.

94

1/2020

Van Ginkel baseert zijn optimisme vooral op wat hij de onderstroom van de maatschappelijke ontwikkelingen noemt. Er zijn weliswaar tal van bestuurlijke en aanbestedingstechnische obstakels waardoor zaken niet zo snel gaan als zou moeten, maar de onderstroom, of noem het urgentie, zorgt ervoor dat de ontwikkelingen uiteindelijk wel de goede kant op zullen gaan. Van Ginkel waarschuwt daarbij dat alles anders wordt. De lezers van dit bad hebben gemeen dat ze allemaal in de openbare ruimte werken. Van Ginkel vonnist dit min of meer als een concept uit het verleden. Groen krijgt in de toekomst te maken met nieuwe vormen van eigenaarschap. De gemeente is dan niet langer heer en meester over dit domein, maar moet zeggenschap delen met andere stakeholders. Een voorbeeld daarvan is de individuele burger, waarvan we al weten dat die veel kritischer is geworden, maar die ook echt aan het stuur komt te zitten. En door de trend naar groene gebouwen gebeurt er nog iets anders: de beheerders daarvan verwachten voor hun gebouw geen obligate perkjes meer, omdat hun gebouw eigenlijk één groot perk is, in sommige gevallen zelfs inclusief bomen. Met vriendelijk groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur


De partners van

Stad + Groen

connecting green and infrastructure

TRIPLE A LIGHTING

NL Gebieds label


Talent groeit niet aan de bomen, maar wel bij ons. Er liggen mooie kansen voor jouw nieuwe carrière bij Donker Groep. Ga jij bij ons aan de slag als projectleider, calculator, werkvoorbereider of ontwerper?

donkergroep.com/vacatures


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.