NOMMER 51

Page 1


AI FACTORY KANS VOOR NOORD-NEDERLAND

DE TOEKOMST VAN CHEMIE IS CIRCULAIR

FAMILIEBEDRIJVEN INNOVATIEVE KOPLOPERS

GROEIEN BEGINT HIER.

COLUMN

Ruim dertig jaar geleden kwam Netscape Navigator op de markt. Daarmee werd het internet toegankelijk voor ‘gewone’ mensen zoals ik. Het internet bestond al sinds 1969, maar werd tot dan toe vooral gebruikt door wiskundig geschoolde knappe koppen. Met Netscape ging de wond’re wereld van het World Wide Web voor mij open. Ik voelde dat ik getuige was van een ontwikkeling die grote maatschappelijke gevolgen zou hebben.

Datzelfde gevoel bekroop me een tijdje geleden toen ChatGPT zijn intrede deed. Kunstmatige intelligentie (AI) is er al sinds de jaren vijftig, toen vooral universitaire onderzoekers zich ermee bezighielden. Maar met de komst van de Large Language Models — waar ChatGPT direct alle aandacht naar zich toetrok — werd AI ineens toegankelijk voor het brede publiek. Natuurlijk, er was al een nationale AI Coalitie,

Vergelijkingen

en er bestond zelfs een AI Hub Noord-Nederland. Maar daar ging het toch vooral over autonome systemen voor fabrieken en niet zozeer over toepassingen voor de gewone consument. De AI-apps die de afgelopen tijd beschikbaar kwamen, geven me datzelfde Netscape-gevoel. Ze gaan zorgen voor ingrijpende veranderingen in de samenleving.

Op 9 november 1989 was ik op tv getuige van de val van de Berlijnse Muur. Een historisch moment, maar niet zonder voorgeschiedenis. Oost-Duitse vluchtelingen die onderdak zochten in West-Duitse ambassades in Hongarije en Tsjechië. Hongarije dat al in september 1989 de grens met Oostenrijk opende en daarmee het IJzeren Gordijn doorbrak. De val van de Muur was een iconisch moment in een langer proces. Dat binnen een jaar beide Duitslanden uit de verschillende Europese machtsblokken weer één land vormden, was voor mij ondenkbaar. Maar het gebeurde. Ik was me bewust van een unieke periode in de geschiedenis — vol hoop, vernieuwing en positiviteit.

Eind februari dit jaar was ik opnieuw tv-getuige van een historisch moment, maar van een totaal andere orde: een schaamteloze ruzie tussen twee gekozen presidenten, live uitgezonden. Zonder politiek

duider te willen zijn, voelde ik dat dit opnieuw een iconisch moment was. Maar dit keer zonder de hoop en positiviteit van 1989. Het einde van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne lijkt verder weg dan ooit. Een ongelofelijke wake-up call voor Europa. Zijn de VS nog wel onze vertrouwde bondgenoot?

Toch zie ik Europa en Nederland schakelen. Hoe afhankelijk willen we zijn van Big Tech uit de VS en China? Noord-Nederland is in ieder geval druk bezig met voorsorteren op een Europese AI Factory, een plek waar ook het noordelijke bedrijfsleven haar algoritmes kan testen, zonder afhankelijk te zijn van buitenlandse grootmachten.

Ook op het gebied van strategische autonomie verandert er veel. Waar pensioenfondsen en regionale ontwikkelingsmaatschappijen lange tijd niet mochten investeren in bedrijven met een rol in de defensie-industrie, verschuift het sentiment. Nederland heeft inmiddels een investeringsfonds opgericht om bedrijven te ondersteunen die producten maken met een dual-use functie, bruikbaar voor zowel civiele als defensietoepassingen. De NOM is één van de partners in het Security Fund. Dit biedt kansen voor het noordelijke bedrijfsleven.

Daarnaast zijn er de rapporten van Mario Draghi over het verhogen van de arbeidsproductiviteit in Europa en de Clean Industrial Deal van de EU. Beide zijn cruciaal voor de toekomstige verdiencapaciteit van Europa, Nederland en onze TopDutch-regio in het bijzonder. Binnen onze European Digital Innovation Hub (EDIH) en AI Hub Noord-Nederland worden deze beleidslijnen omgezet in concrete plannen. En dan hoop ik dat uit de emancipatie van Europa niet alleen vernieuwing voortkomt, maar ook positiviteit en hoop voor toekomstige generaties.

boonstra@nom.nl www.linkedin.com/in/dinaboonstra

IN BEDRIJF: TOPDUTCH SOLAR RACING TEAM

9 Onze koers voor 2025-2028

10 Delphinium gaat ervoor

12 Energie: het nieuwe verhaal

verder

14 De FOM wil in gesprek

16 Jong ondernemerschap in Hoogezand

17 Nieuw: challengebase.nl

18 Chemie in Noord-Nederland

26 Technologies Added helpt maakbedrijven

28 Exportambities? NOM adviseert

31 Get Challenged

34 Curiosity en LUMO Labs willen impact maken

40 Proxcys groeit en verslaat

42 Kunnen we leren van militair leiderschap?

43 10 x Sil Faber

44 De drijfveren van Hans Schülski

46 TopDutch Innovation Challenge

HET INNOVATIEVERMOGEN VAN FAMILIEBEDRIJVEN DE AUTONOMY ECONOMY

3UIT DIT NUMMER

Begin klein, investeer in jezelf en werk vanuit je drijfveren (blz. 44) 1 3 2

ChallengeBase maakt van jouw vraagstuk een werkende oplossing (blz. 17)

Can-do mentaliteit maakt innovatie mogelijk (blz. 39)

COLOFON

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.

Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.

Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl.

Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.

Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Amber Boomsma, Manisch Creatief, Sil Faber, Folkert van der Glas, Anne von Gleich, IO+ | Innovation Origins, Richard Kootstra, Tine van Knijff-van Hijum, Jean-Paul Taffijn, Jeroen Tollenaar.

Fotografie: Hans van Dijk, Alfred Oosterman, Ronald Zijlstra, stock NOM.

Drukwerk: Scholma Print & Media.

Oplage: papier 2.500, digitaal 915.

Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl

Cover: Als het om AI gaat is wat we nu zien nog maar het topje van de ijsberg. Een Europese AI Factory in NoordNederland zou natuurlijk een geweldige bijdrage leveren aan het enorme potentieel.

De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De folie waarin de NOMMER bij verzending per post wordt aangeboden is bio based 12 mu folie. Deze folie is voor meer dan 80% gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen zoals suikerriet en is minder milieubelastend, maar niet biologisch afbreekbaar.

Maart 2025

Groeiplannen?

27 maart • De Basiliek • Appingedam

Wat heeft de ODG van jou nodig?

Samen met de Omgevingsdienst Groningen (ODG) organiseren we voor bestaande en nieuwe bedrijven (startup, scale-up) in de chemische sector een informatieve middag. Dit is zeker interessant voor bedrijven die nog in de oriënterende fase zitten en meer informatie willen over bijvoorbeeld vergunningen en processen.

2 april • De Lawei • Drachten

Nationaal congres Autonomous Systems 2025

Autonome systemen spelen een sleutelrol in de toekomst van onze economie en maatschappij. Overal zien we hoe autonoom opererende technologieën complexere uitdagingen aanpakken. Ze maken ons werk efficiënter, duurzamer en minder arbeidsintensief. Meld je snel aan!

8 mei • locatie volgt NOM Startup Program

Klaar om jouw startup naar het volgende niveau te tillen? Doe mee aan het NOM Startup Program! In drie dynamische tracks, Validation, Problem Solution fit en Go to Market, begeleiden we noordelijke startups naar succes. Valideer je idee, perfectioneer je oplossing en krijg het commerciële commitment dat je nodig hebt om te groeien. De masterclasses starten vanaf 8 mei.

5 juni • Recell • Leek

Toegang

tot financiering

De regionale fondsen stellen zich graag aan je voor. Aanwezig zijn het MKB Fonds Drenthe, Groeifonds Groningen en de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM). Voor het versterken van zakelijke relaties en het aangaan van nieuwe connecties.

17 juni • De Bonte Wever • Assen

Tech event Noord-Nederland

De Noord-Nederlandse technische industrie, met 2.000 maakbedrijven en toeleveranciers, heeft alles in huis voor groei. Samenwerking, innovatie en kennisdeling staan centraal op dit evenement voor bedrijven en kennisinstellingen.

NOM is er voor ondernemers. Ontdek onze agenda, scan of click de code

Groeien begint hier.

Dat kunstmatige intelligentie in de lift zit, is bijna een understatement. Over de hele wereld worden vele honderden miljarden geïnvesteerd in de ontwikkeling van AItoepassingen. AI wordt straks cruciaal voor innovatie in sectoren zoals gezondheidszorg, mobiliteit, energietransitie en veiligheid.

Maar hoe zorgen we ervoor dat we straks niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse en Chinese algoritmes en platforms? En hoe zorgen we ervoor dat publieke belangen als transparantie, privacy en gelijkwaardigheid

altijd voorop staan?

Een Noord-Nederlandse AI Factory

Best een flinke kans dat de antwoorden hierop straks uit NoordNederland komen, in de vorm van een Europese AI Factory. Want als het aan de Tweede Kamer ligt, komt die fabriek namelijk naar Nederland. En Groningen is daarvoor de meest logische plek. De definitieve aanvraag voor het programma moet in mei 2025 bij de Europese Commissie worden ingediend. Dan moet ook duidelijk zijn of de regio bereid is om de benodigde financiering op tafel te leggen.

De steun en behoeften van ondernemers, bedrijven en betrokken organisaties zijn daarvoor cruciaal. De NOM onderzocht daarom de haalbaarheid en toegevoegde waarde van een AI Factory in Groningen, door samen met Bureau Digityze in gesprek te gaan met ondernemers, bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren. Maar wat doet zo’n fabriek precies? En wat kun je ermee? Ronald Stolk, Anne-Wil Lucas, Martin Schoonheim en Jeroen Bos spreken over het belang, de toepassingen en de waarde voor de regio.

Wat is een AI Factory?

Een AI Factory stelt het onderwijs, onderzoekers, overheidsorganisaties en bedrijven in staat om samen geavanceerde AI-toepassingen te ontwikkelen en oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen. En zo’n fabriek bestaat uit drie elementen: een supercomputer, toegang tot grootschalige databronnen en een team van experts.

Zo’n krachtige supercomputer is speciaal ontworpen voor het trainen en ontwikkelen van AI-toepassingen. En de faciliteit biedt ook toegang tot grootschalige, betrouwbare Nederlandse en/of Europese databronnen. Die bronnen voldoen altijd aan de Europese normen voor veiligheid, privacy en betrouwbaarheid. En als laatste is er een team van hoogwaardige experts en een netwerk van onderzoekers en specialisten van kennisinstellingen, zoals universiteiten en TNO.

De Europese Commissie wil een aantal van dit soort fabrieken neerzetten, verspreid over Europa en financiert de helft van de kosten van een AI Factory. Hoe groot de AI Factory wordt, hangt dus af van hoeveel middelen Rijk en regio hiervoor vrij willen en kunnen maken. Daarover zijn ministeries en regionale overheden met elkaar in gesprek.

Professor Ronald Stolk (SURF, AI Coalitie 4NL):

‘ Publieke waarde en brede welvaart’

‘Ik ben vanuit SURF en de AI Coalitie nu ongeveer een jaar bezig om een AI Factory naar Nederland te halen. Dat doe ik niet vanuit een IT-perspectief, maar vanuit de publieke waarde. Ik maak me namelijk zorgen over de invloed van Big Tech op Nederland en Europa, omdat bij die bedrijven vooral commercieel eigenbelang voorop staat. Ik kom zelf uit de academische wereld, dus mijn primaire zorg is daarom ook het onderwijs en onderzoek. En als ik zie hoe bijvoorbeeld Google en Microsoft werken met wurgcontracten en zich inhoudelijk bemoeien met wat er wel en niet op leeromgevingen aangeboden mag worden, dat vind ik echt heel zorgelijk. En met de komst van Trump en Musk ben ik bang dat dit nog verder in een stroomversnelling komt.’

‘Juist daarom is het belangrijk dat wij in Nederland en Europa inzetten op eigen AI-innovaties, waar we onze eigen waarden als uitgangspunt nemen. Dus waarbij privacy, veiligheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid voorop staan. En waarbij bedrijven, onderzoekers en overheden samenwerken aan oplossingen die bijdragen aan brede welvaart. Dat is waar we ons in kunnen en moeten onderscheiden en dat is waar een AI Factory het verschil kan maken.’

‘Groningen is een uitstekende plek hiervoor. We hebben een bloeiende digitale sector, een goed vestigingsklimaat en goede onderwijsinstellingen. En, heel praktisch, er is hier nog capaciteit op het stroomnet. We hebben daarnaast enorm waardevolle databronnen, zoals Lifelines en bijvoorbeeld de data van het CBS. Dat zijn bij uitstek databronnen die alleen gebruikt mogen worden als aan alle Europese regels en eisen voldaan kan worden. Het is daarnaast ook de bedoeling dat duurzaamheid centraal staat, dus dat vanaf het ontwerp energie-efficiëntie zwaarder weegt dan rekensnelheid en de warmte gebruikt wordt voor bijvoorbeeld stadsverwarming. Een AI Factory bestaat niet in een vacuüm. Het moet een impuls voor de regio zijn, met een toekomstbestendige digitale infrastructuur die zorgt voor langdurig economisch perspectief.’

Anne-Wil

Lucas (NOM):

‘ Talentmagneet & future-proof computing’

‘Vanuit de NOM hebben we gekeken hoe een AI Factory kan aansluiten op de ontwikkelingen en thema’s in Noord-Nederland, en natuurlijk ook op de behoeften en ambities die we hier hebben. Zo’n fabriek is bijvoorbeeld een hartstikke goede aanvulling voor het bestaande cluster van de software- en AI-bedrijven die we hier hebben, maar ook goed voor de toekomstbestendigheid van publieke dataverwerkers zoals Astron, DUO en RDW. Het sluit ook goed aan bij de verdere ontwikkeling van een Health Data Valley, waar we onze data gebruiken om nieuwe en slimme manieren te vinden om grootschalige gezondheidsproblemen aan te pakken. Of bij de verdere ontwikkeling van autonome systemen, binnen onze maakindustrie en de maritieme en agrifood sectoren.’

‘Naast dat een AI Factory een aanvulling is voor de bestaande bedrijven in onze regio, trekt het ook bedrijven aan die juist op zoek zijn naar kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare datasets en de specifieke kennis en expertise die we hier dan hebben opgebouwd. Daar kunnen ze dan immers maar voor een handvol plekken in de wereld terecht. Dat maakt ons ook gelijk een magneet voor internationaal talent, los van dat we ook veel meer talent in het Noorden behouden.’

‘We leggen met de komst van een AI Factory een sterke basis neer voor futureproof computing, waar we op een duurzame en verantwoorde manier bouwen aan brede welvaart. En ik denk ook dat we als NOM een rol kunnen spelen in het verbinden van partijen uit het Noorden aan de AI Factory en bijvoorbeeld AI-startups uit het buitenland naar Noord-Nederland halen die gebruik willen maken van de faciliteit’.

Jeroen Bos (Bossers & Cnossen):

‘Een no-brainer’

Martin Schoonheim (Digityze):

Een ecosysteem bouwen’

‘Voor de NOM deden we met Digityze onderzoek naar de toegevoegde waarde van een AI Factory voor verschillende sectoren, dus bijvoorbeeld voor startups en mkb, maar ook voor de overheid. En ik kan er eigenlijk niks anders van maken dan dat iedereen unaniem positief is hierover, omdat men het ziet als een logische aanvulling op wat we hier al doen en het een prachtig toekomstperspectief biedt. Ook hebben we gekeken naar wat voor relevante kennis we hier al hebben en wat er bijvoorbeeld nog ontbreekt.’

‘Groningen heeft al een heel goed fundament en is in Nederland de meest logische plek voor een AI Factory. Maar het is natuurlijk niet zo dat je de fabriek alleen maar neer hoeft te zetten en aan te zetten. Het is juist belangrijk dat er een ecosysteem omheen wordt gebouwd, dus de komst van zo’n fabriek is slechts de start van het proces. Het kopen van de spullen is immers altijd een makkie, maar er echt profijt van hebben is iets van de lange adem. Een goede visie en strategie en een sterke community zijn net zo belangrijk als de fabriek zelf.’

‘Overigens is het ook niet zo dat een AI Factory vooral relevant is voor tech- en softwarebedrijven. Het is daarom ook belangrijk om een brug te slaan naar het bredere mkb. We hebben genoeg hele sterke mkb-bedrijven in het Noorden, die wellicht ook baat kunnen hebben bij AI-toepassingen. Dus dat maakt het bijbehorende expertisecentrum ook zo belangrijk, want dan kun je dit soort bedrijven, die vaak al generaties bestaan, ook helpen toekomstbestendig te blijven.’

‘Een AI Factory in Groningen biedt de mogelijkheid voor het ontstaan van een ecosysteem waarbij kennis van ‘stekker tot applicatie’ elkaar kan versterken. Kennis delen, nieuwe technologieën bedenken omdat de hele AI-stack op één plek aanwezig is. Daar wil je als bedrijf dicht op zitten, niet alleen vanwege de AI Factory zelf, maar ook omdat de kennis van hardware tot softwareontwikkeling hier zit.’

‘Dit zal ongetwijfeld een aanzuigende werking hebben op andere bedrijven die met AI bezig zijn, wat leidt tot meer werkgelegenheid en kennisgroei. Groningen staat al bekend als data-stad en dat sluit prachtig aan bij een AI Factory. Data en AI horen bij elkaar. En zaken die elkaar versterken werken altijd beter dan iets compleet nieuws bedenken. Dat een AI Factory goed is voor Groningen lijkt me dan ook een no-brainer.’

Samen werken aan een sterk en innovatief Noord-Nederland

De komende jaren werken we aan een sterke, duurzame en innovatieve economie in NoordNederland. Onze koers voor 2025-2028 is helder: we stimuleren ondernemerschap en innovatie om de economie in de regio op de lange termijn sterk en concurrerend te houden.

Dit doen we met drie speerpunten: Innoveren, Internationaliseren en Investeren, steeds met oog voor sterke netwerken en samenwerking.

Onze focus: innovatie als motor van verandering

We willen niet alleen economische groei, maar ook maatschappelijke vooruitgang. Daarom richten we ons op drie transities:

• Duurzaam & Circulair: We versnellen de overgang naar een circulaire economie met innovaties in groene chemie, duurzame energie en hernieuwbare grondstoffen.

• Gezond: We stimuleren ontwikkelingen in de gezondheidssector, met focus op preventieve zorg, medische technologie en medicijnproductie.

• Slim: Digitalisering en technologische innovatie versterken de regio. We investeren in AI, smart industries en futureproof computing.

Sectoren waarin we actief zijn

Om deze transities te versnellen, werken we binnen zes sectoren waarin Noord-Nederland uitblinkt:

■ AgriFood: Duurzame landbouw, precisielandbouw en plantaardige eiwitten.

■ Chemie: Biobased materialen, recycling en vergroening van productieketens.

■ Energie: Batterijen en slimme energiesystemen.

■ High Tech Systemen & Materialen (HTSM): Robotisering, AI en smart manufacturing.

■ Life Sciences & Health: Medische technologie, nucleaire geneeskunde en health data.

■ Water & Maritiem: Waterzuivering, circulaire scheepsbouw en duurzame offshore-industrie.

we dat doen: de drie I’s

Innoveren: nieuwe ideeën realiseren

We ondersteunen innovatie met drie programma’s:

• Triple Helix Programma: We brengen ondernemers, overheden en kennisinstellingen samen om innovatie te versnellen.

• Business Development Programma: We helpen bedrijven bij het ontwikkelen van nieuwe technologieën en toepassingen.

• Venture Building Programma: We ondersteunen startups en scale-ups die bijdragen aan de transities.

Internationaliseren: groeien over de grens

We versterken Noord-Nederland als internationale speler door:

• Het aantrekken van bedrijven die ecosystemen aanvullen.

• Investor Relations om bestaande bedrijven te laten groeien.

• Exportbevordering via handelsmissies en samenwerking met Trade and Innovate NL.

Investeren: financiële groei stimuleren

We financieren kansrijke bedrijven via:

• NOM-fonds: Directe investeringen in innovatieve startups en scale-ups.

• Regionale fondsen: Investeringsfonds Groningen, Groninger Groeifonds, MKB Fonds Drenthe en Friese Ontwikkelingsmaatschappij.

• Thematische fondsen: Future Tech Ventures en het Netherlands Enabling Watertechnology (NEW) fonds.

Door slim samen te werken met ondernemers, kennisinstellingen en overheden, bouwen we aan een Noord-Nederland dat duurzaam, gezond en slim is – nu en in de toekomst.

Hoe

Delphinium, de extra schakel in medicijnonderzoek

Klinisch onderzoek is ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en behandelingen. En bedrijven en instellingen die zelf niet de kennis, middelen of faciliteiten hebben om dit uit te voeren, kunnen sinds kort terecht bij Delphinium. ‘Het is heel mooi dat wij daar die extra schakel in kunnen zijn en zo kunnen bijdragen aan nieuwe innovaties in Noord-Nederland.’

Het Groningse Delphinium is een zogenaamde Contract Research Organization (CRO), waar bedrijven medicijnen kunnen laten testen. Delphinium is gespecialiseerd in Fase 1 geneesmiddelenonderzoek. ‘Dan weet je nog heel weinig over de werking van het medicijn en kijk je vooral globaal naar de veiligheid bij gezonde vrijwilligers en of er geen onvoorziene bijwerkingen zijn’, zegt medeoprichter en operationeel directeur Christine Voors. ‘En wij regelen alle aspecten van dat onderzoek, van het vinden van vrijwilligers tot monitoren en dataverwerking.’

Sprong in het diepe

Krap een maand geleden opende Delphinium officieel haar deuren, met 12 bedden, pal naast het UMCG. En toevallig ook in hetzelfde pand waar Voors daarvoor ook al werkte als klinisch onderzoeker. ‘Ik werkte voor een groot Amerikaans bedrijf, dat opeens besloot om de deuren van deze kliniek te sluiten, terwijl wij er wel van overtuigd zijn dat er echt behoefte is aan een dergelijke kliniek’, aldus Voors. ‘Toen stonden we ineens op straat met z’n allen. Tegelijkertijd verdween daarmee ook alle kennis en ervaring en dat is doodzonde, want het werk wat we doen is hartstikke belangrijk.’

Samen met Jitske Beukema en Agnes Boelens besloot Voors daarom zelf een CRO te beginnen. ‘We hadden alle drie al zo’n 20 jaar ervaring in deze wereld, dus we wisten hoe het moest. En belangrijker, we wisten hoe het beter kon’, vervolgt Voors. ‘Dus een jaar geleden besloten we samen om de sprong in het diepe te maken en het op onze manier te doen.’

Persoonlijk en benaderbaar

Wat Delphinium anders doet? ‘Veel CRO’s richten zich op de hele grote klanten van over de hele wereld. Logisch natuurlijk, maar daardoor mis je wel het persoonlijke aspect. Wij willen ons juist richten op de kleinere bedrijven, die bijvoorbeeld maar één of twee medicijnen ontwikkelen en vaak maatoplossingen nodig hebben die ze niet bij een grote CRO kunnen krijgen. Daar ben je immers één van de 100

Christine Voors

klanten. Wij denken juist graag mee en daardoor kunnen we ook maatwerk bieden.’

‘En dat geldt trouwens ook voor de vrijwilligers die meedoen aan de onderzoeken’, vervolgt Voors. ‘We doen ons best om het hier in de kliniek ook huiselijk en gezellig voor ze te maken. En dat er niet steeds een andere arts naast je bed staat, maar een bekend gezicht, iemand die ook makkelijk benaderbaar is.’

Financiering

De persoonlijke aanpak was ook voor de NOM een doorslaggevende factor. ‘Delphinium is een hele goede aanvulling in het Life Science ecosysteem in Noord-Nederland’, zegt Parichita Chakraborty, investment analist van de NOM. ‘We hebben veel biotech startups in onze regio en in onze investeringsportfolio waarvoor dit echt een uitkomst is. Zij hebben namelijk juist behoefte aan op maat gemaakte oplossingen, maar zelf niet de kennis of middelen om zelf klinisch onderzoek uit te voeren. Daarnaast hebben de drie oprichters ook ontzettend veel ervaring in dit vakgebied, dus we zien het als een hele goede fit.’

‘De positieve reactie van de NOM voelde voor ons echt als een bevestiging’ zegt Voors. ‘Dat was ook het moment dat we dachten: Oké, nu gaan we er ook voor! Dus het afgelopen jaar zijn we volop bezig geweest met het inrichten van de kliniek, mensen aannemen, het regelen van alle procedures en kwaliteitssystemen en natuurlijk de financiering zelf. We hebben een fantastisch team nu, daar ben ik echt ontzettend trots op.’

Wij willen ons juist richten op de kleinere bedrijven, die bijvoorbeeld maar één of twee medicijnen ontwikkelen en vaak maatoplossingen nodig hebben die ze niet bij een grote CRO kunnen krijgen.

Christine Voors, Delphinium

Aanvulling in het Noorden

‘Naast dat we ons op de kleinere bedrijven richten, hebben we ook korte lijnen met het UMCG. Want ook daar is veel vraag naar ondersteuning bij geneesmiddelenonderzoek. Het is immers toch een andere tak van sport en niet iedere arts heeft tijd om dit soort onderzoek te doen naast het behandelen van patiënten. Het is heel mooi dat wij daar die extra schakel in kunnen zijn en zo kunnen bijdragen aan nieuwe innovaties in Noord-Nederland.’

Wat de plannen voor de komende jaren zijn? ‘We gaan voor bescheiden groei en we willen eerst een solide basis neerzetten’, zegt Voors. ‘We moeten namelijk eerst waar kunnen maken wat we beloven. En daarnaast willen we ook echt een aanvulling zijn voor de regio', vervolgt Voors. ‘Er zijn ook genoeg ondersteunende functies voor klinisch onderzoek nodig, van dataverwerking tot laboratoria. En die partijen proberen we zoveel mogelijk in het Noorden te vinden.’

Parichita Chakraborty | investment analist

T +31 6 276 116 05 | E chakraborty@nom.nl

Het nieuwe energieverhaal van het Noorden

Noord-Nederland is dé energieregio van Nederland. Die koploperspositie komt niet uit de lucht vallen. Het fundament voor de rijke energiegeschiedenis werd gelegd nadat in 1959 bij Slochteren het Groningenveld werd ontdekt. Eén van de grootste gasvelden ter wereld, zou blijken.

Gestoeld op een stevig fundament positioneert Noord-Nederland zich als één van de koplopers in de energietransitie. Met de NOM als investeerder en verbindende schakel wordt toegewerkt naar een schone en duurzame toekomst. Voor het Noorden en ver daarbuiten.

Het aardgas zorgde niet alleen voor welvaart, maar bracht ook cruciale kennis, expertise en infrastructuur in de vorm van zeehavens, opslagfaciliteiten en (gas)pijpleidingen naar de regio. En een sterke kennisinfrastructuur, uiteraard, van bedrijven, kennisinstellingen, clusters en samenwerkingen rondom energieproductie en -distributie.

Natuurlijk, er is in de loop der jaren veel veranderd. De tijd van fossiele brandstoffen loopt op zijn einde. De energietransitie is in volle gang. Het Noorden verandert mee. De kennis, kunde en infrastructuur die de afgelopen decennia zijn opgebouwd worden nu ingezet voor innovatie en de onshore en offshore productie van duurzame energie. Of beter gezegd: door slim voort te bouwen op wat er al is en slim samen te werken neemt Noord-Nederland het voortouw in de energietransitie.

Onderwatervlieger

Minstens zo baanbrekend is de vinding van SeaQurrent. De startup, met vestigingen in Drachten en Groningen, werkt sinds 2016 aan een onderwatervlieger die energie opwekt uit getijdenstroming. Want ja, wisten oprichters Youri Wentzel, Maarten Berkhout en Maurits Alberda, in het op en neer bewegen van water door de getijden zit heel veel energie. Dus waarom doen we niet meer met de krachten van eb en vloed? Zo ontstond het idee voor de onderwatervlieger,

de Tidalkite genaamd. De vlieger beweegt van recht naar links, dwars op de stroming, en is verbonden met een generator op de zeebodem.

De opgewekte groene stroom wordt met een elektriciteitskabel naar het vaste land gebracht.

De NOM en de FOM waren direct enthousiast en zijn al geruime tijd aandeelhouder. Ook het Waddenfonds besloot in 2024 in SeaQurrent te investeren. Niet vreemd, het bedrijf maakt tenslotte gebruik van een voorspelbare duurzame energiebron en kan wereldwijd impact maken. Bovendien past SeaQurrent, dat zo’n 30 medewerkers telt, uitstekend in het energiecluster in Noord-Nederland.

De TidalKite wordt momenteel getest in het zeegat tussen Terschelling en Ameland en moet in eerste instantie enkele honderden huishoudens op Ameland van getijdenenergie kunnen voorzien. Daar zijn de eilandbewoners natuurlijk blij mee. Ameland wil voorop lopen en al in 2035 CO2-neutraal zijn. Zo zijn Amelander Energiecoöperatie AEC en de gemeente samen al voor tweederde eigenaar van een groot zonnepark op het eiland. ‘Het is fijn dat wij met onze technologie ook kunnen bijdragen aan die duurzame ambitie’, zegt mede-oprichter Maurits Alberda van SeaQurrent, zonder het uitzicht te verpesten en zonder grote impact op de natuur.’

Maurits Alberda, SeaQurrent

Waterstof

Als aanjager van de regionale economie investeert de NOM in bedrijven die de vergroening van de energiesector helpen versnellen. In startups en bestaande bedrijven bijvoorbeeld die nieuwe technologieën ontwikkelen die het opwekken, opslaan en gebruiken van duurzame energie eenvoudiger en efficiënter maken. Denk aan technologieën op het gebied van zonne- en windenergie of, niet te vergeten, aan innovaties rondom de productie van waterstof als grondstof voor de chemische sector. Waterstof speelt een cruciale rol als grondstof in de chemische sector, maar wordt door de NOM niet als brede energiedrager gezien.

Op initiatief van de New Energy Coalition is Noord-Nederland door de Europese Commissie erkend als zogeheten Hydrogen Valley, een ecosysteem waarin productie, opslag en distributie van groene waterstof zijn geïntegreerd. De Eemshaven fungeert als kernlocatie, waarbij offshore windenergie wordt omgezet in waterstof. Maar om de productie van groene waterstof, volledig verkregen uit hernieuwbare bronnen, verder op gang te brengen moet er nog veel gebeuren. Elektrolyse, het splitsen van water in zuurstof en waterstof, is de schoonste methode en tegelijkertijd een bewezen technologie. Vandaar dat de NOM onder meer inzet op het stimuleren van kleinschalige regionale waterstofproductie, met name op innovaties in bestaande elektrolyzertechnologie.

Slagkracht

De activiteiten van de NOM in de energiesector zijn in essentie gericht op het ontwikkelen en versterken van waardeketens en ecosystemen. Als een verbindende schakel en samenwerkingspartner van de New Energy Coalition willen we veelbelovende startups, mkb-bedrijven, corporates, overheden en kennisinstellingen bij elkaar brengen en aanzetten tot samenwerking. Om vervolgens die samenwerking te bevorderen en ervoor te zorgen dat er dingen van de grond komen. Daar profiteren niet alleen individuele bedrijven van, maar het vergroot de slagkracht van de hele noordelijke economie.

Energie uit water

Naast de aanwezige kennis en kunde en de gevestigde infrastructuur schuilt de kracht van Noord-Nederland eveneens in de diversiteit aan duurzame energiebronnen. Waar men zich in Groningen en Drenthe bezighoudt met groene waterstofproductie via elektrolyse, ondersteund door offshore windparken, focust Fryslân zich op de opwekking van energie uit water.

Kapitaal, kennis en netwerk

Met gerichte investeringen en het versterken van het noordelijke energie-ecosysteem werkt de NOM aan een toekomst die verder reikt dan morgen of overmorgen. De NOM heeft kapitaal, kennis en een netwerk. De deur staat altijd open voor ondernemers die met slimme oplossingen werken aan een duurzame en gezonde energiesector en daarmee de leidende rol van Noord-Nederland helpen verstevigen.

Kyra Weaver | investment manager

DE FOM HELPT FRIESE ONDERNEMERS MET GROEI EN INNOVATIE

‘We brengen een golf teweeg in circulaire en maritieme sectoren’

Impact mogelijk maken, een golf van verandering teweegbrengen: investment managers Frederike Hummel en Reno Minnema van de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) zijn enorm gedreven om Friese ondernemers te ondersteunen bij het verwezenlijken van hun innovatieve plannen. Samen met hun collega Sybo Zijlstra zijn ze op zoek naar ondernemers met een missie, want een FOM-financiering maakt het mogelijk om serieuze stappen te zetten.

provincie.’ De FOM wil in deze sector van toegevoegde waarde zijn voor bijvoorbeeld innovatieve toeleveranciers, die gebruikmaken van gerecyclede of duurzame materialen. ‘Denk aan ideeën voor autonome scheepvaart door middel van sensoren, duurzame alternatieven voor het teakhouten scheepsdek, of plannen voor een boot die zo recyclebaar mogelijk is.’

Hoewel het voor booteigenaren niet is toegestaan om toiletwater te lozen op oppervlaktewater, gebeurt dit in de praktijk nog vaak.

Reno: ‘Hoe mooi zou het zijn als er een innovatieve oplossing komt voor dit probleem? Een systeem dat zowel praktisch is voor de booteigenaar, als vriendelijk voor het milieu. Denk aan een slimme, duurzame technologie die toiletwater direct verwerkt en zuivert, of een nieuwe manier van sanitair aan boord die volledig circulair werkt. Wij laten ons graag verrassen door de volgende innovatie die zowel de booteigenaar als onze openbare wateren ten goede komt!’

Circulaire impact

Actief op zoek

De FOM is een investeringsfonds dat bedrijven en innovatieve projecten in Friesland ondersteunt met financieringen, met als doel regionale economische groei en verduurzaming te stimuleren. Hoewel de Provincie Fryslân 100% aandeelhouder is, opereert het fonds autonoom en wordt het beheerd door een onafhankelijke investeringscommissie en een Raad van Commissarissen.

De Provincie Fryslân wil de brede welvaart in Friesland versterken met de Economische Samenwerkingsagenda Blue Delta. Deze bestaat uit een aantal speerpunten. We lichten de speerpunten Circulair en Maritiem er in dit artikel uit, want Frederike Hummel en Reno Minnema zijn actief op zoek naar innovatieve bedrijven in deze sectoren.

Maritieme innovatie

Reno: ‘Friesland is een waterprovincie met een uitgebreid stelsel van waterwegen. Daardoor vindt hier veel transport over water plaats, hebben we grote scheepsbouwers en toeleveranciers en veel waterrecreatiebedrijven. Het is een vrij grote en impactvolle sector in onze

Wat de circulaire sector betreft hoopt Frederike op een breed palet van bedrijven om mee in gesprek te gaan. ‘Bijvoorbeeld ondernemers die iets vernieuwends doen door hun chemische processen zo om te zetten dat ze minder belastend zijn voor het milieu. Maar ook het inzamelen en sorteren van restproducten, die na verwerking gebruikt kunnen worden als grondstof, kan heel effectief zijn. Soms kunnen circulaire oplossingen simpel zijn, maar wel veel impact maken.’

Een mooi circulair voorbeeld uit de FOM-portefeuille vindt Frederike het bedrijf Recell, een specialist in het winnen, opwerken en toepassen van de grondstof cellulose. ‘Recell wil bijdragen aan een circulaire economie, waarin afvalverwerkers niet meer bestaan: ze zijn veranderd in leveranciers van grondstoffen’, vertelt Frederike. Recell maakt cellulose niet van bomen, maar van reststromen uit de industrie, rioolwater en oud papier. Bovendien zorgt het bedrijf voor hoogwaardige werkgelegenheid en draagt het bij aan de doelstellingen van de provincie op het gebied van de economische speerpunten en internationale concurrentiepositie.

Frederike: ‘De innovatie waar Recell voor kiest – en waar wij hen graag bij ondersteunen - zet ook een lichtje aan bij andere ondernemers. Deze manier van produceren heeft zin én is economisch interessant. We geven graag een kickstart aan dit soort innovatieve ideeën, die hand in hand gaan met duurzaamheid.’

Ook al weet je nog niet zeker of je vraagstuk in aanmerking komt voor financiering, de FOM gaat graag met je in gesprek. ‘Niet alleen met bedrijven in de circulaire en maritieme sectoren, of één van de overige provinciale focussectoren, ook andere ondernemingen zijn bij ons aan het juiste adres’, benadrukt Reno.

investment manager

+31 6 154 416 88 | minnema@fom.frl

Ondernemers met een missie

De FOM biedt niet alleen financiële ondersteuning, maar ook expertise in opschaling, toegang tot een relevant netwerk en mogelijkheden om je volgende groeistappen te financieren. Reno: ‘Wij kunnen een ondernemer vooruithelpen en daarmee misschien wel een golf van verandering teweegbrengen in de hele sector.’ Frederike vult aan: ‘We zien ook dat de vraag vanuit klanten en vanuit de maatschappij naar meer duurzame producten een sterke push is voor bedrijven.’ Reno besluit: ‘Kortom, we zijn op zoek naar ondernemers die purpose driven zijn, mensen die echt een missie hebben met hun product of innovatie. Wij zijn net zo gedreven: samen kunnen we serieus impact maken.’

investment manager

+31 6 114 299 42 | zijlstra@fom.frl

Nieuw gezicht: Frederike Hummel

Met de komst van Frederike Hummel is het team van de FOM compleet. Frederike is een geboren en getogen Friezin. Ze verhuisde na haar studie in Groningen naar de Randstad. ‘Ik heb acht jaar bij ING gewerkt en veel mkb- en private equity financieringen gedaan. Een klein deel van mijn werk betrof sustainable investments, dat vond ik erg leuk. Ik heb daarom de overstap gemaakt naar een

Frederike Hummel

investment manager +31 6 557 083 91 | fhummel@fom.frl

impactinvesteringsfonds, voor investeringen met zowel financieel als maatschappelijk rendement.’

Vanwege de wens om naar Friesland terug te keren, greep ze de kans aan om met de FOM in gesprek te gaan. ‘Mijn werk hier is vergelijkbaar met mijn eerdere werkzaamheden, al was dat op grotere schaal. Ik vind het mooi dat ik nu kan helpen mijn thuisregio verder te ontwikkelen en hier positieve impact te maken.’

Jong Ondernemen in Hoogezand: hier begint het

Leerlingen van het dr. Aletta Jacobs College in Hoogezand pitchten donderdag 6 februari hun ondernemingsplan voor een echte jury, à la Dragons’ Den. De jury bestond uit Niels Palmers (Young Business Award en NOM), Leonie Ebbes (NOM) en Thomas Drenth (Op Scherp).

Zo jong en onervaren, maar nu al zulke sterke verhalen! De jury van het pitchevent van het programma Jong Ondernemen was diep onder de indruk. Voor hen stonden drie groepjes leerlingen uit havo 4 en vwo 5 van het dr. Aletta Jacobs College, klaar om met hun beste overtuigingskracht de titel ‘Beste Jonge Onderneming’ binnen te slepen.

Jurylid Niels Palmers kan zich als geen ander inleven. ‘Toen ik een jaar of 18 was, deed ik zelf aan zo’n event mee. Het bedrijf dat ik toen pitchte is weinig geworden, maar een jaar later startte ik Taxi Culinair, wat wel serieus ging, en daarna de Young Business Award, het Startuppanel bij BNR en de ontwikkeling van TopDutch. Het gaat er vooral om dat er een zaadje geplant wordt, dat er een mindset gecreëerd wordt dat ondernemen kan en leuk is. En ik heb zeker een paar scholieren gezien die over een paar jaar ondernemend bezig zijn. Kan niet anders.’

Palmers doelt vooral op het duo van Terra-Lumière, van wie Kyrah het woord voerde. De twee maakten een kaars van zandwax die in zijn geheel opbrandt, zodat er geen verspilling is. Palmers: ‘Zij zijn het verst, ze verkopen hun gepersonaliseerde kaarsen al! Die zijn in kerstpakketten opgenomen. Nou als dat lukt, dan kun je een boel omzet maken. Afgezien daarvan vond ik het indrukwekkend hoe ze samen konden vooruitkijken en hun doelen concretiseren. De eagerness om te ondernemen droop er vanaf.’

Ook de andere jonge ondernemingen konden de jury bekoren. Magnikey bedacht een ophangsysteem met magneten om sleutels nooit meer kwijt te hoeven raken. 3D-spel.nl maakt met een 3D-printer houders voor kaarten en dobbelstenen.

‘Wat ze doen nu, is leuk. Hoe ze geprikkeld raken, is belangrijker’, vindt Palmers. ‘Al deze leerlingen hebben een drive en dit soort pitch events, en het hele programma Jong Ondernemen, zijn van belang om die drive uit te dagen, aan te steken. Je wilt ondernemend gedrag stimuleren en op deze manier doe je dat. Het werkt vooral omdat het vrijblijvende er wat vanaf is. Deze jongeren hebben echte bedrijfjes en komen echte uitdagingen tegen.’

Zoals het een serieuze Dragons’ Den betaamt, stelde de jury enkele pittige vragen. Palmers: ‘Meer prikkelend, zou ik zeggen. De jongens van 3D-spel zeiden dat ze eerst hun website klaar wilden hebben, voordat ze commercieel los konden. Waarom niet iedereen in de zaal een tikkie sturen en zeggen dat ze binnen een maand geleverd krijgen? Vroegen wij. En dat gingen ze dan meteen doen. Dat vind ik geweldig. Sowieso hoe alle teams onze vragen en tips oppikten.’

Jurylid Leonie Ebbes was ook onder de indruk: ‘Ondernemend jong talent uit vwo 5 en 6 verrast met motivatie, enthousiasme en een doordachte aanpak – van idee naar businessconcept, helder gepitcht en klaar voor de toekomst!’

Innovatie-uitdaging?

ChallengeBase regelt het

Van vraagstuk naar werkende oplossing

Innovatie is essentieel voor groei, maar het vinden van de juiste oplossing kan een uitdaging zijn.

ChallengeBase helpt Noord-Nederlandse bedrijven en (semi-)overheden met innovatievraagstukken.

ChallengeBase begeleidt juist die kwesties waar je wél van wakker ligt, maar waar je nog geen oplossing voor hebt. Samen met je organisatie ontwerpen we een challenge die we uitzetten in ons netwerk van startups en gevestigde innovatieve bedrijven. Daaruit halen we de beste oplossingen, die we aan je voorleggen. Maar onze inzet stopt daar niet. Wij blijven naast je staan tot de gewenste uitkomst bereikt is. ChallengeBase zorgt niet alleen voor een match tussen uitdaging en oplossing, maar ondersteunt ook bij de implementatie.

Hoe we werken?

• We lossen complexe innovatievraagstukken op. We formuleren samen een challenge en zetten deze uit in ons netwerk. Ons doel is altijd implementatie van de oplossing, met inkoop of een partnerschap als resultaat. Aanbestedingsplichtig? Geen probleem! Ook daar hebben we ervaring mee.

• Procesbegeleiding van start tot finish. Wat ons uniek maakt is dat we het gehele innovatietraject betrokken blijven, óók na de match. Experts van partnerorganisaties denken tijdens de ontwikkelfase mee over testopstellingen, subsidiemogelijkheden en kennispartners.

• Samen zorgen we voor heldere communicatie. We besteden veel aandacht aan het communiceren over de challenge én het innovatietraject. Dit doen we samen met de communicatieafdeling van je organisatie, zodat het je eigen verhaal is.

• Géén organisatiekosten, we focussen op Innovatie. De kosten om de challenge te organiseren zijn voor onze rekening. Daarom kun je het volledige budget besteden aan de ontwikkeling en implementatie van de oplossing.

Wil je innoveren, maar mis je een concrete oplossing? Dan ben je bij ChallengeBase aan het juiste adres. Check of je klaar bent voor een challenge met ChallengeBase:

✔ Je werkt voor een bedrijf of (semi-)overheid in Drenthe, Groningen of Friesland.

✔ Je innovatievraagstuk gaat over circulariteit, gezondheid, energietransitie of digitalisering.

✔ Je hebt al gezocht naar een oplossing, maar deze is niet in de markt te vinden.

✔ Je bent bereid tijd en denkkracht te investeren.

✔ Je hebt een realistisch innovatiebudget.

Vijf keer ‘ja’? Dan is het tijd om jouw challenge te starten! Geef een belletje of stuur een e-mail. We verkennen graag samen met jou de opties om je uitdaging om te zetten in een duidelijk gedefinieerde challenge.

Blijf op de hoogte

Volg ChallengeBase op LinkedIn en bezoek www.challengebase.nl voor de nieuwste challenges. Hier vind je ook alle ins en outs over het organiseren van een challenge.

De transitie naar groene chemie:

De chemische industrie in Noord-

Nederland zet veelbelovende stappen als het om vergroenen gaat, maar er zijn ook uitdagingen.

Dat fossiele grondstoffen opraken, is inmiddels geen verrassing meer. Benzine en diesel worden in de toekomst vervangen door duurzamere brandstoffen en energie komt steeds vaker uit hernieuwbare bronnen zoals zon, wind of water. Maar hoe zit het met chemicaliën? Dit zijn onmisbare stoffen in de productie van materialen voor verpakkingen, kleding, verf en allerlei andere producten. Chemicaliën worden nu nog vaak uit fossiele olie gemaakt, maar dat moet én kan anders. In Noord-Nederland is er veel aandacht voor de verduurzaming van de chemische industrie. Verschillende scale-ups beginnen daar aan de bouw van fabrieken om plastic te recyclen en op een duurzamere manier onmisbare chemische stoffen te maken.

De focus op groen

‘De Eemshaven is in de jaren zeventig gerealiseerd als overlooplocatie voor de petrochemische industrie uit Rotterdam, maar is daar uiteindelijk nauwelijks voor gebruikt vanwege de oliecrisis in die tijd. Daarom heeft de regio – in vergelijking met de vier andere chemieclusters in Nederland – weinig petrochemische industrie zoals olieraffinaderijen’, zegt Henri Kats, investment manager bij de NOM. Naast Delfzijl en

BioBTX bouwt

eerste fabriek voor duurzame aromaten

BioBTX haalde € 80 miljoen op om in Delfzijl een fabriek te bouwen voor hernieuwbare aromaten uit afvalplastic. Dit moet de afhankelijkheid van fossiele olie verminderen.

‘Onze technologie kan de chemische industrie flink vergroenen’, zegt Tijmen Vries, director strategic development. BTX (Benzeen, Tolueen, Xyleen) wordt gebruikt in verpakkingen, verf en medicijnen. Door plastic afval te gebruiken, wordt de keten duurzamer. ‘Zo is de cirkel rond.’

De fabriek opent in 2027 en maakt gebruik van bestaande chemische infrastructuur. ‘Voor potentiële klanten verandert er weinig’, vertelt Vries. De prijs ligt in het begin iets hoger, maar zal uiteindelijk concurreren met fossiele alternatieven.

BioBTX is de enige in Europa die BTX uit afvalplastic produceert. ‘Wereldwijd zijn er slechts drie bedrijven. De markt is groot genoeg voor meerdere spelers’, zegt Vries. Het bedrijf wil na deze eerste fabriek internationaal uitbreiden.

‘Circulariteit is een teamsport’

Emmen, hebben ook Rotterdam/Moerdijk, Terneuzen/Bergen op Zoom en Geleen (Chemelot) een chemiecluster.

‘Deze geschiedenis geeft het Noorden de kans om te focussen op groene chemie. We richten ons bijvoorbeeld op zout- en chloorchemie en zoeken daarnaast naar verbindingen met de agrarische onderdelen, bijvoorbeeld als het gaat om biomassa als grondstof voor de chemie. Er zijn veel grote agrarische bedrijven gevestigd in de regio, dus dat is een mooie connectie. Daarnaast zijn ook circulaire plastics en Carbon Capture and Usage (CCU) belangrijke thema’s’, schetst Kats.

Kansen voor ondernemers

Dat biedt kansen voor de – vaak relatief jonge – bedrijven die zich willen focussen op het verduurzamen van de chemische industrie. Het lijstje bedrijven is indrukwekkend. CuRe Technology ontwikkelt een technologie om moeilijk te recyclen plastic alsnog te recyclen. Circtec bouwt ’s werelds grootste fabriek voor de chemische recycling van autobanden. BioBTX gaat Benzeen, Tolueen en Xyleen (BTX) –ook wel aromaten genoemd – maken uit afvalplastics om zo het plastic te recyclen. En EEW – Energy from Waste Delfzijl zorgt voor

de thermische verwerking van afval dat niet hergebruikt kan worden. Allemaal krijgen ze steun van de NOM.

Lange aanloop

Al deze bedrijven staan nu op het punt om hun technologie op te schalen en daadwerkelijk op de markt te brengen. Een belangrijke stap die niet vanzelf gaat. Het is lastig om op te boksen tegen de bestaande petrochemische industrie, daar zijn alle ondernemers het over eens. ‘Deze industrie heeft al honderd jaar de tijd gehad om het proces te optimaliseren en kan nu dus relatief goedkope producten leveren. Wij hebben pas 15 jaar onderzoek gedaan’, stelt Tijmen Vries, director strategic development bij BioBTX.

Bedrijven die nieuwe materialen introduceren hebben een lange aanlooptijd nodig, vaak zo’n tien tot twintig jaar. Dan nog zijn de producten in de beginjaren vaak duurder dan de geoptimaliseerde producten van fossiele olie. ‘We moeten concurreren met het goedkope plastic uit Azië dat gemaakt is uit fossiele olie’, stelt Josse Kunst, chief commercial officer (cco) van CuRe Technology. Sterker nog: ook bij Circtec hebben

Tijmen Vries, director strategic development bij BioBTX

ze last van de scheve verhoudingen, vertelt Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous materials bij Circtec. ‘Wij willen materialen zoals autobanden op een duurzame en circulaire manier verwerken, terwijl dit in landen als India gewoon in de open lucht wordt verbrand. Met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van mensen en het milieu. Dat kan soms frustrerend zijn.’ Mede door deze verschillen zijn er al meerdere recyclingbedrijven omgevallen. Meer hierover weten? Scan de code

Financiering is gecompliceerd

Er is veel tijd en geld nodig om de chemie te verduurzamen. Wie gaat dit betalen, dat is uiteindelijk toch de belangrijkste vraag, stelt Ter Haar. ‘Investeerders willen hun investering vaak snel terugverdienen, en kijken met name naar de winstgevendheid van een project.’ Dat het lastig is om innovaties in de groene chemie te financieren, herkent Vries ook. ‘We zien dat investeerders vaak niet genoeg risico durven nemen. Gelukkig hebben wij het nu voor onszelf deels op kunnen lossen.’ BioBTX heeft recent een investering opgehaald van € 80 miljoen voor de bouw van hun eerste fabriek.

Vries: ‘De NOM heeft als een van de eerste partijen in BioBTX geïnvesteerd. Met die investering kunnen we de technologie verder ontwikkelen en daarnaast geeft het andere investeerders vertrouwen. Dat is heel waardevol.’ Ook voor Circtec was de NOM een belangrijke

Circtec bouwt grootste bandenrecyclingfabriek

ter wereld

investeerder in aanloop naar de afronding van de meest recente investeringsronde van € 150 miljoen voor de bouw van de fabriek in Delfzijl.

Overheid speelt belangrijke rol

Ter Haar van Circtec ziet een belangrijke rol voor de overheid om bedrijven die willen vergroenen te ondersteunen. ‘De overheid moet zorgen voor ondersteunende en vooral stabiele wetgeving, die is er nu vaak niet. De Nederlandse politiek is niet altijd betrouwbaar, wetten en regels veranderen vaak. Dat beïnvloedt ook het investeringsklimaat.’ Meer steun vanuit de overheid is ook een wens van Wilfred de Jager, directeur van EEW – Energy From Waste Delfzijl. ‘De overheid kiest nu voor een beleid waarbij ze bedrijven die niet circulair werken, straffen met belastingmaatregelen. Het zou beter zijn als de overheid ervoor kiest om circulariteit te stimuleren, bijvoorbeeld met subsidies om de vraag naar gerecyclede (grond)stoffen te ondersteunen ten opzichte van de virgin materialen. Dat is een stimulans voor de markt en zo kunnen we ervoor zorgen dat de recyclingbedrijven bestaansrecht krijgen. Uiteindelijk kunnen zij qua prijs dan concurreren met de ruwe materialen.’

Kats vindt ook dat de groene chemie op dit moment geen eerlijke kans krijgt. ‘De fossiele industrie kan tegen lagere kosten produceren, daar kiezen consumenten dan uiteindelijk toch voor. Alleen daarin zijn de maatschappelijke kosten – bijvoorbeeld de gevolgen van klimaatverandering – niet meegenomen. Als de wetgevers stappen zetten om de belasting voor het milieu mee te laten wegen in de prijzen,

Circtec opent eind deze zomer in Groningen ‘s werelds grootste chemische recyclefabriek voor autobanden.

‘Wij halen de band chemisch uit elkaar op hoge temperatuur. Het rubber breekt af in kleinere moleculen, die grotendeels weer condenseren’, zegt Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous materials bij Circtec. De gerecyclede stoffen worden hergebruikt voor nieuwe banden en biobrandstof.

Jaarlijks belanden 3,5 miljoen autobanden bij het afval. Veel worden nog verbrand of verscheept naar landen zonder milieuregels. ‘We hebben de verantwoordelijkheid om afval om te zetten in waardevolle grondstoffen’, vindt Ter Haar. Circtec produceert onder andere nafta, HUPA-biobrandstof en herbruikbare carbon black.

De nieuwe fabriek in Groningen gaat jaarlijks 20 miljoen banden verwerken, 6% van het Europese afval. ‘We kunnen echt impact maken.’

Met afnemers als BP en een eigen inzamelingsbedrijf in Amsterdam is Circtec klaar voor opschaling. ‘Onze fabriek compenseert 3% van de CO2-uitstoot van de Nederlandse chemische industrie.’

Scan of click de code voor het hele verhaal.

dan krijgt de groene chemie een eerlijkere kans’, zegt de investment manager van de NOM.

Afvalstatus ter discussie

Een van de specifieke regels van de overheid waar de ondernemers tegenaan lopen is de afvalstatus van materialen. Afval heeft vanuit wetgeving een bepaalde status, bedrijven moeten ervoor betalen om zich van bepaalde stoffen te ontdoen. ‘In principe stimuleert deze regel bedrijven om zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Alleen als een product al een afvalstatus heeft en later blijkt dat het toch als grondstof kan worden ingezet, dan is het lastig om de afvalstatus er weer af te krijgen’, aldus Kats.

Bedrijven moeten dan door een uitgebreid en lang traject met de gemeente om de afvalstatus van het materiaal af te krijgen. ‘In een circulaire economie bestaat afval eigenlijk niet. Er is meer flexibiliteit nodig van gemeenten om snel mee te denken met de ondernemers’, stelt Kats. Circtec heeft te maken gehad met zo’n traject rondom de autobanden.

Ook EEW Delfzijl is op zoek naar duidelijkheid. ‘Bijna alle producten die wij hier maken hebben een afvalstatus. Dat helpt ons niet bij de afzetmogelijkheden, soms kunnen wij een product alleen in een lager toepassingsgebied kwijt (downcyclen), terwijl het ook in een hoger segment gebruikt zou kunnen worden (upcyclen). De afvalstatus zegt niks over de kwaliteit van het materiaal.’

Sterk netwerk

De ondernemers krijgen te maken met de nodige uitdagingen. ‘Het voelt alsof we soms niet alleen hobbels, maar hele heuvels en bergen moeten overwinnen. Als dat is gelukt, dan zetten we een hele belangrijke stap in het vergroenen van de chemie’, zegt Vries van BioBTX. Ook Kunst (CuRe Technology) blijft positief. ‘In innovatie heb je soms wat positief optimisme nodig. We moeten het gewoon gaan doen, gefocust blijven en goede partners vinden.’ Die partners zijn voor alle ondernemers een onmisbaar onderdeel.

De NOM is erg actief in het bouwen en ondersteunen van een netwerk van groene chemiebedrijven in Noord-Nederland. ‘Chemport is een sterk netwerk van bedrijven in de groene chemische industrie die elkaar makkelijk weten te vinden. Er is een coöperatieve houding, we willen elkaar helpen zonder directe tegenprestatie’, stelt Kats. Startups en scale-ups werken samen, zo levert CuRe Technology een reststof uit hun recyclefabriek aan BioBTX die het weer als grondstof kan gebruiken. Kunst: ‘Ik merk dat mensen in het Noorden heel open zijn en elkaar snel vertrouwen.’ Daarnaast werken ook grote bedrijven zoals BP samen met de scale-ups in de regio. ‘Die grote corporates moeten vergroenen en doen dit regelmatig door samen te werken met nieuwe bedrijven’, vult Kats aan. ‘Circulariteit is een teamsport. We moeten het samen doen’, besluit Kunst.

Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous
bij Circtec
Henri

CuRe Technology bewijst: moeilijk te recyclen plastic toch opnieuw te gebruiken

CuRe Technology uit Emmen ontwikkelt een innovatieve technologie om moeilijk te recyclen polyester opnieuw bruikbaar te maken.

‘Jaarlijks wordt wereldwijd 80 tot 100 miljard kilo polyester geproduceerd, maar slechts 9% wordt gerecycled. Dat is doodzonde’, zegt Josse Kunst, chief commercial officer van CuRe Technology. Polyester bestaat uit moleculaire ketens die vergelijkbaar zijn met legoblokjes. ‘Wij kunnen het materiaal ook recyclen als we het maar voor 80% afbreken en daarna schoonmaken om weer te gebruiken in een nieuw product. Dit proces kost maar 20% van de energie die er nodig is om het polyester volledig af te breken.’

Het bedrijf test de methode in een pilotplant in Emmen. ‘Drenthe voelt als een warm bad, we krijgen veel steun’, aldus Kunst. CuRe staat op het punt een commerciële fabriek op te zetten en werkt al samen met Coca-Cola.

Met Europese regelgeving in aantocht wil CuRe ook textiel recyclen. ‘Ons doel is polyester volledig circulair te maken, en dat op een verantwoorde, goedkope en milieuvriendelijke manier.’

Wilfred de Jager, directeur EEW

Van afval naar grondstof of energie: EEW's rol in de circulaire economie

EEW – Energy from Waste Delfzijl verbrandt niet-recyclebaar afval en zet het om in energie.

‘Dit is een belangrijk onderdeel in de circulaire economie’, zegt directeur Wilfred de Jager. De opgewekte warmte vermindert gasverbruik en CO2-uitstoot bij bedrijven in de regio. Tegelijk werkt EEW aan minder verbranding. Een nieuwe fabriekshal sorteert plastic, en mineralen, metalen en fosfor worden teruggewonnen uit resten. ‘Als er meerwaarde zit in producten door er grondstoffen uit terug te winnen, dan werken we daar graag aan mee.’

EEW minimaliseert schadelijke uitstoot met rookgasreiniging. De installatie voldoet ruim aan milieunormen en is de schoonste van Nederland voor stikstofdioxiden. CO2 en NOx worden gefilterd voor hergebruik.

Ook zuiveringsslib wordt belangrijker: de energie die vrijkomt is groen, en fosfor wordt teruggewonnen. ‘We willen zoveel mogelijk grondstoffen hergebruiken en de reststroom nuttig inzetten’, zegt De Jager. ‘Als laatste stap verwerken we afval thermisch. Zo is de cirkel rond.’

Josse Kunst, chief commercial officer van CuRe Technology

Van Darwin naar Adelaide, een dikke 3.000 kilometer, dwars door de middle of nowhere in de bloedhete Australische outback. Het TopDutch Solar Racing Team doet in augustus voor de derde keer mee aan de Bridgestone World Solar Challenge. ‘Het is fantastisch om te doen en een uniek project voor Noord-Nederland, en dat proberen we ook zoveel mogelijk als team uit te dragen.’

De Bridgestone World Solar Challenge vindt eens in de twee jaar plaats. Teams van over de hele wereld racen met wagens die ze zelf hebben ontworpen en gebouwd. ‘Iedere twee jaar hebben we een nieuw team van 26 studenten uit Noord-Nederland’, zegt Team Manager Daan Boonstra. ‘Allemaal vrijwilligers met verschillende achtergronden en opleidingen, van mbo tot wo. In relatief korte tijd ontwerpen, bouwen, testen en racen we met een nieuwe auto. Eigenlijk runnen we samen gewoon een bedrijf.’

Flinke uitdaging

Voor elke editie worden de regels aangepast, dus racen met dezelfde wagen zit er niet in. ‘Je wordt daardoor wel flink gedwongen om te innoveren’, zegt Boonstra. ‘Voor dit jaar moeten we bijvoorbeeld een zonnecel-oppervlak van 6 vierkante meter gebruiken, in plaats van de 4 vierkante meter in 2023. Dus dat betekent dat de vorm van de auto compleet anders moet.’

Volgens Boonstra is de andere grote uitdaging dat de race dit jaar in augustus is, in plaats van oktober. ‘Dan is het in Australië laat in de winter, dus dat betekent minder zonlicht, waardoor je ook heel goed moet kijken naar de efficiëntie van de auto. We rijden gemiddeld zo’n 80 kilometer per uur, met topsnelheden van 130. En je rijdt gewoon op de openbare weg, dus je auto moet ook aan alle normale eisen voldoen om daar überhaupt te mogen racen.’

Bijdragen aan innovatie

Dat het Down Under nog hartje winter is, maakt voor de coureurs helaas niet zoveel uit. ‘Die hebben het nog steeds bloedheet in de wagen’, grapt Boonstra. ‘Dus ze krijgen speciale training in kassen om met de warmte om te gaan. En ze moeten een speciaal dieet volgen, omdat ze volgens de regels precies 80 kilo mogen wegen. Onder de 80 moeten we de auto verzwaren en daarboven wordt de auto natuurlijk onnodig zwaar.’

Wouter

Zijlstra, eigenaar Greatwaves, partner

TopDutch Solar Race:

‘Heb je er ooit over nagedacht om zelf een auto te bouwen?

Dat lijkt bijna onmogelijk. Maar stel je voor dat deze auto ook nog eens 3.022 kilometer heen én terug door de Australische woestijn moet afleggen, uitsluitend op zonne-energie, zo licht mogelijk én volledig zelfgebouwd?

Het team van TopDutch Solar Racing maakt wat ons betreft het onmogelijke mogelijk. Wat een geweldig project om aan bij te dragen! Bij Greatwaves zijn we supertrots dat we de communicatie en netwerktechnieken mogen leveren voor dit duurzame en ambitieuze initiatief, waarin mbo, hbo en universiteiten van drie noordelijke provincies samenkomen om innovatie tot leven te brengen.’

Down Under

‘En alle onderdelen van de auto moeten natuurlijk ook volledig op maat gemaakt worden’, vervolgt Boonstra. ‘Dat maakt het soms spannend omdat je afhankelijk bent van leveranciers voor tijdige levering, maar het is tegelijkertijd ook ontzettend gaaf, omdat je een fabrikant vraagt om iets volledig nieuws te maken. Wij testen dus hun innovaties en daarmee rijden we vaak met de nieuwste en beste technologie ter wereld.’

Noord-Nederland op de kaart ‘Los van dat het voor ons een onvergetelijke ervaring is, is het ook een uniek project voor Noord-Nederland, en dat proberen we als team ook zoveel mogelijk uit te dragen. Daarom dragen we de naam TopDutch en werken we samen met bedrijven, scholen en gemeenten uit Groningen, Drenthe en Friesland’, zegt Boonstra. ‘We staan ook veel op open dagen en evenementen om de jeugd te inspireren om ook de techniek in te gaan. En we willen laten zien wat we hier allemaal kunnen in het Noorden.’

En hoe zijn de vooruitzichten? ‘We hebben nog een paar spannende maanden te gaan, want de productiefase is net begonnen. Als alle onderdelen op tijd geleverd worden, kunnen we in mei of juni onze auto presenteren en in juli gaan we al richting Darwin. Daar testen we verder en moeten we nog door de officiële keuring komen. Genoeg te doen nog dus, maar we gaan voor winst natuurlijk.’

Het TopDutch Solar Team laat het beste van de TopDutch-regio zien: getalenteerde jonge professionals uit het Noorden, van verschillende opleidingsniveaus, die samenwerken aan innovatieve en duurzame producten. Een mooi voorbeeld van hoe talent, diversiteit en samenwerking de samenleving vooruithelpen.

Celia Williams | business analist & online content marketeer TopDutch T +31
williams@nom.nl

Johan Bakker, directeur Technologies Added

Technologies Added ondersteunt scale-ups bij de productie van hun eerste producten met een shared factory.

Slimme fabrieken en

In Emmen produceert het innovatieve bedrijf Technologies Added unieke producten voor verschillende startups in een shared factory. ‘De productie van de eerste prototypen of producten is voor bedrijven een belangrijke, maar lastige stap. Jonge, groeiende bedrijven hebben vaak niet de middelen, tijd en kennis om een eigen productielijn op te bouwen’, vertelt Johan Bakker, directeur van Technologies Added. Daarvoor biedt zijn bedrijf een oplossing: Technologies Added produceert en distribueert de producten voor een scale-up. Zo maakt het bedrijf PVT-zonnepanelen voor Triple Solar en slimme buitenverlichting voor Sustainder.

Flexibiliteit

De meeste klanten van Technologies Added hebben een eigen productielijn in de fabriek. ‘We kunnen machines en medewerkers makkelijk uitwisselen tussen de verschillende productielijnen. Dat maakt dat wij efficiënt kunnen werken, zowel als het gaat om materialen als om kosten. Als bedrijven zelf een productielijn hebben, moeten ze salarissen en dergelijke doorbetalen, ook als er even niet geproduceerd wordt. Wanneer bedrijven ons inschakelen, is dat niet het geval. Wij kunnen onze medewerkers op een andere lijn inzetten.

Zo ontzorgen we scale-ups, terwijl we tegen concurrerende marktprijzen kunnen produceren. Dat scheelt een hoop voor onze klanten en wij spreiden het risico voor onszelf door tegelijkertijd aan verschillende producten te werken voor verschillende klanten. Voor onze medewerkers is dat ook fijn, want zij zijn zo niet afhankelijk van seizoenswerk.’

Het concept is interessant voor scale-ups die voor het eerst gaan produceren of bedrijven die gaan experimenteren met nieuwe onderdelen. Als een bedrijf uiteindelijk verder groeit, kunnen zij een eigen fabriek bouwen.

Sterk ecosysteem

Met het faciliteren van deze tussenstap bekleedt Technologies Added een belangrijke rol in het Noord-Nederlandse ecosysteem. Philips besloot in 2016 een belangrijke fabriek in de regio te sluiten. Dat was destijds een flinke klap voor de regio. In totaal verdwenen er 240 banen. Technologies Added werd in dat jaar opgericht om een nieuw concept in de bestaande fabriek uit te rollen. Inmiddels werkt het bedrijf samen met vier scale-ups. ‘Maar er is ruimte voor meer’, stelt Bakker.

De NOM heeft geïnvesteerd in Technologies Added en in een aantal van haar klanten. Daarnaast helpt de organisatie bij het bouwen van een ecosysteem in de regio. André Harmens, ecosysteemontwikkelaar high tech systems and materials bij de NOM: ‘Wij zitten in het hart van de triple helix (samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen, red.) en verbinden mensen en bedrijven. Sterke wortels in de regio kunnen het verschil maken.’

shared factories: de toekomst van de maakindustrie

Digitaliseren en automatiseren

De werkwijze van Technologies Added is relatief nieuw en daarnaast loopt de fabriek voorop als het om automatisering en digitalisering gaat. ‘Vanuit een opdracht van de klant genereert het automatisch instructies voor de productie en assemblage van het product. Daarnaast kunnen we ook automatisch bestelopdrachten genereren voor de grondstoffen die we nodig hebben voor de productie. Ook de werkzaamheden in het magazijn - bijvoorbeeld voor verzending van de artikelen naar de eindklant - worden zoveel mogelijk geautomatiseerd.’

Personeelstekort opvangen

Waarom we steeds meer in moeten zetten op slimme fabrieken?

Harmens noemt twee belangrijke trends. ‘De instroom van studenten die kiezen voor een opleiding richting de maakindustrie daalt gestaag de afgelopen jaren. Daar komt bovenop dat het aantal mensen dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt juist stijgt. De komende 5 jaar verlaat ongeveer 30% van de vakmensen het bedrijf waar ze werken omdat zij met pensioen gaan. Door de combinatie van deze twee ontwikkelingen begint de situatie nu echt nijpend te worden.’

Een gedeelte van de oplossing zit volgens hem in het slimmer produceren en daarmee een verhoging van de productiviteit. ‘Dit kan ervoor zorgen dat je met minder mensen dezelfde hoeveelheid werk kan doen, of met hetzelfde aantal mensen meer werk kunt verzetten.’ Om dat voor elkaar te krijgen, zijn robotisering en digitalisering van cruciaal belang. ‘Robots kunnen sommige taken van mensen overnemen en daarna kan data driven werken zorgen voor betere informatievoorziening, wat uiteindelijk leidt tot meer productiviteit.’

Goede concurrentiepositie

Die productiviteit helpt ook bij het terugbrengen van de productiefaciliteiten naar Europa, waar veel bedrijven op dit moment mee bezig zijn. Een paar decennia geleden verplaatsten veel bedrijven de productiefaciliteiten naar landen als China. Hierdoor is onze afhankelijkheid van

andere landen groot geworden. Inmiddels proberen veel Europese bedrijven die afhankelijkheid kleiner te maken door (een deel van) de productie weer terug te halen. De redenen hiervoor lopen uiteen, zo legt Harmens uit. ‘Er zijn politieke redenen, maar ook wereldwijde ontwikkelingen, zoals oorlogen, spelen een belangrijke rol. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld logistieke redenen. Een tijd geleden lag er een schip vast in het Suez-kanaal. Door de blokkade op deze belangrijke route moesten veel schepen omvaren en dat zorgt voor veel vertraging en daarmee hoge kosten.’

Bakker is ervan overtuigd dat slim produceren – zoals in de fabriek van Technologies Added – ervoor kan zorgen dat we in Nederland ook kostenefficiënt kunnen produceren. Op die manier kunnen we concurreren met partijen in het buitenland. ‘Je moet kijken naar het totale plaatje, dus niet alleen naar de kosten van het product, maar ook van het transport, de controles op import van producten en alle andere zaken eromheen.’ Daarnaast zijn er ook andere voordelen van productie dichterbij huis die meewegen, zo ziet hij. ‘Je kunt dan sneller inspelen op veranderingen in de markt.’

Voorop lopen

Maakbedrijven staan voor grote veranderingen en daar horen nieuwe concepten als dat van Technologies Added bij. Bakker: ‘Het is een nieuwe manier van denken. Het gaat niet allemaal vanzelf, maar stap voor stap komen we er wel.’ Om kennis op te doen en mee te innoveren is het bedrijf bijvoorbeeld onderdeel van de Smart Industry tak van het Groeifonds Programma NXT GEN Hightech.

De directeur van Technologies Added wil de komende tijd zijn klantenkring uitbreiden. Hij heeft de ambitie om het concept van de gedeelde fabriek in Emmen ook in het buitenland neer te zetten. ‘Omdat alles gedigitaliseerd is, is het relatief makkelijk om ook in het buitenland een faciliteit te bouwen. We kunnen onze klanten dan ondersteunen bij internationale groei.’

André Harmens | ecosysteemontwikkelaar HTSM T +31 6 113 017 15 | E harmens@nom.nl

Internationaal ondernemen:

INTERNATIONALISEREN

Noordelijke bedrijven met exportambities hoeven het niet alleen te doen. De NOM adviseert en ondersteunt ondernemers bij verschillende stappen van het exportproces: van marktverkenning tot financiering en het vinden van betrouwbare distributiepartners. Samen met YnBusiness, GroBusiness en IBDO is de NOM aangesloten bij het Trade & Innovate Nederland-netwerk. Hierdoor krijgen bedrijven toegang tot waardevolle kennis, marktinformatie en een breed scala aan exportondersteuning, zowel regionaal als nationaal.

Exporteren biedt bedrijven de kans om nieuwe markten te verkennen, hun afzet te vergroten en duurzame internationale samenwerkingen op te bouwen. Maar hoe zet je die eerste of volgende stap over de grens? Drie noordelijke ondernemers delen hun ervaringen: Bypoint, Movacolor en HICE.

Bijna elk land vraagt om een andere strategie

Joris Koops van Bypoint

Bypoint uit Assen richt zich op het vergroten van fietsveiligheid in Europa. Oprichter Joris Koops kiest voor een doordachte aanpak: ‘Eerst de thuismarkt perfect op orde, dan pas échte stappen over de grens.’

Joris raakte al jong gefascineerd door het ondernemerschap. Tijdens zijn studie Ondernemerschap en Retail Management aan de Hanze verdiepte hij zich in fietsveiligheid. Hij ontdekte dat jaarlijks zo'n 50.000 eenzijdige fietsongevallen plaatsvinden, vaak met fatale afloop. Dit leidde tot de ontwikkeling van 's werelds eerste valdetectiesysteem voor fietsen zonder mobiele koppeling. Het systeem stuurt na een val automatisch een sms naar opgegeven contactpersonen.

In 2020 won Joris de Rabo Ondernemersprijs en in 2021 haalde hij een financiering van drie ton op. Inmiddels heeft Bypoint ruim 260 verkooppunten in Nederland, waaronder de ANWB, en introduceerde het nieuwe producten zoals een helm met Energy Reduction Technology en een track & trace-systeem.

Met ondersteuning van IBDO en adviseur Han Smidt verkent het bedrijf groeikansen in Duitsland, België en andere Europese landen. ‘Bijna elk land vraagt om een andere strategie. Er zijn veel zaken waar je rekening mee moet houden voordat je een buitenlandse markt betreedt’, zegt Joris.‘Uiteindelijk willen we op het gebied van fietsveiligheid een grote Europese speler worden.’

bepakt en bezakt de grens over

Marc Aandeweg

Onze machines werken altijd en overal

Bas Nieuwenhuis van Movacolor

Movacolor, specialist in doseerapparatuur voor de kunststofindustrie, richt zich op verdere expansie in Azië en de VS. ‘Onze machines werken altijd en overal,’ zegt CEO Marc Aandeweg.

Het bedrijf ontwikkelt en produceert doseerapparatuur voor spuitgietmachines en extrusielijnen. De machines mengen kunststofkorrels en additieven, essentieel voor producten als petflesdoppen en dashboards. ‘Onze technologie zorgt voor uiterst precieze dosering, ondanks de trillingen van grote productiemachines,’ aldus Bas Nieuwenhuis, CTO. ‘We hebben een slim software-algoritme ontwikkeld dat ervoor zorgt dat de dosering altijd exact klopt. Daarmee behoren we wereldwijd tot de technologische koplopers.’

Met kantoren in Kuala Lumpur en binnenkort in de VS wil Movacolor dichter bij klanten zitten en hen beter ondersteunen. ‘Bijna 50% van de kunststofindustrie bevindt zich in Zuidoost-Azië. Daar liggen enorme kansen’, stelt Bas.

Dankzij de Oranjewoud Export Academy en Ynbusiness heeft Movacolor waardevolle exportkennis opgedaan. ‘Door kennis en netwerken te combineren, versnellen we onze groei en versterken we onze positie wereldwijd’, zegt Marc.

Gewoon proberen, niet bang zijn

Tjark Hulst van HICE

HICE uit Westeremden ontwerpt en bouwt machines voor opslag en transport van grote kabels. Oprichter Tjark Hulst begon in 1994 als eenmanszaak en groeide uit tot een internationale speler.

Zijn doorbraak kwam in 2006 met de ontwikkeling van een BCE (Basket Carousel Equipment) voor offshore-operaties. ‘Zo zette ik mijn eerste stappen in de kabelinstallaties.’ HICE (Hulst Innovation Cable Equipment) heeft nu 49 medewerkers en werkt vooral internationaal. ‘Zelfs machines voor Nederlandse klanten komen vaak in het buitenland terecht’, zegt salesmanager Berdien Stoker.

Dankzij Wessel de Vries van Ynbusiness kreeg HICE waardevolle exportinzichten. ‘Zijn ervaring en netwerk helpen ons groeien.’ Vakbeurzen spelen een grote rol in de strategie. ‘Je weet van tevoren nooit wat je eruit haalt. Maar het persoonlijke contact werkt gewoon goed’, zegt Tjark. ‘Een Japanse klant bezocht ons speciaal op een beurs in Hamburg.’

Zijn advies aan andere ondernemers? ‘Gewoon proberen. Niet bang zijn. Als ik alleen op verhalen van instanties af was gegaan was ik nooit gaan exporteren.’

Bas Nieuwenhuis

Van Noord-Nederland naar de wereld:

zo pak je het slim aan!

Droom jij ervan om met je bedrijf internationaal te gaan? Export, import, een vestiging over de grens

– het klinkt fantastisch, maar hoe pak je dat slim aan? Van cultuurverschillen en logistieke uitdagingen tot internationale wetgeving: er komt meer bij kijken dan je denkt.

Goed nieuws: wij hebben het voorwerk al gedaan. In ons nieuwste whitepaper ‘Internationaal Ondernemen vanuit Noord-Nederland’ ontdek je alles over een succesvolle uitbreiding naar het buitenland. Van de eerste marktverkenning tot financiering en slimme handelsstrategieën – je krijgt concrete tips en inzichten waarmee je jouw kansen op succes vergroot.

Wat kun je verwachten?

✔ De belangrijkste do’s & don’ts van internationaal ondernemen.

✔ Hoe je voorkomt dat je verdwaalt in regels en papierwerk.

✔ Waarom een Trade Relations adviesgesprek je een vliegende start geeft.

✔ Welke support er voor ondernemers in jouw provincie beschikbaar is.

Wil je internationaal groeien? Scan of click de QR-code en ontdek onze publicaties. Blader gerust door al onze whitepapers, waaronder het whitepaper Internationaal ondernemen. Succes begint met de juiste voorbereiding!

Geslaagde eerste editie Get Challenged

NIEUWE INZICHTEN, WAARDEVOLLE CONNECTIES EN CONCRETE ACTIEPUNTEN

Wat is jouw grootste marketinguitdaging? Die vraag stond centraal tijdens Get Challenged, een initiatief van NIMA Regio Noord, de Hanze en de NOM. De NOM vroeg haar portfoliobedrijven naar hun marketinguitdaging en selecteerde twee organisaties om hun challenge te delen én te bespreken met een frisse mix van hbo-studenten en ervaren marketeers. Het resultaat? Nieuwe inzichten, scherpe discussies en verrassende ideeën die bedrijven direct kunnen meenemen.

Voor wie er niet bij kon zijn, volgt hierbij een kort verslag van de middag en alvast een uitnodiging om de volgende keer mee te doen: ‘Een middag sparren tussen studenten en professionals. Connecties leggen voor stageplekken én toekomstige werknemers. Brainstormen en met creatieve oplossingen komen. Dit biedt zoveel kansen!’, aldus Annemarie Atema, initiatiefnemer vanuit de NOM.

Kuneke Schraagen, directeur Instituut Business Marketing & Finance, is enthousiast: ‘Voor onze derdejaars studenten commerciële economie is het een mooie kennismaking met het werkveld.’ En de studenten zelf? ‘Misschien houd ik er nog een leuke stage aan over!’, aldus een deelnemer.

Woorden geven aan je uitdaging

Elke organisatie, ondernemer en medewerker loopt tegen marketinguitdagingen aan. Zowel op het gebied van sales als het aantrekken van nieuw talent. Aan de basis van de oplossing ligt het vaststellen van de challenge: wat is de grootste uitdaging? Voor deze middag formuleerden Spark Narrowcasting en de Hanze hun challenges: van het succesvol doorlopen van de salesfunnel en het bereiken van de juiste decision makers tot het vermarkten van duurzaamheid in het mkb.

Kortom, échte vraagstukken die baat hebben bij een brede blik. Daarom was het juist goed dat de deelnemers vanuit verschillende invalshoeken meedachten: studenten, docenten, onderzoekers en communicatie- en marketingprofessionals uit diverse sectoren. Annemarie vond het juist een voordeel dat de deelnemers er blanco in gingen: ‘Ik geloof in de kracht van brainstormen. Ook wanneer je dit doet met mensen die niet bekend zijn met jouw vraagstuk of organisatie. Dat levert relevante én onverwachte inzichten op.’

Brainstormen met studenten en marketingprofessionals

In kleine groepen gingen de aanwezigen aan de slag. Waar in het begin nog wat aarzelend werd gezocht naar de kern van het vraagstuk, begon het gesprek al snel te stromen. Wij mochten deze middag

meekijken bij Spark Narrowcasting, een portfoliobedrijf van de NOM. Voor wie Spark Narrowcasting niet kent: ze leveren software achter beeldschermcommunicatie in onder andere de zorg, het onderwijs en de overheid. ‘Dit was voor ons een mooie kans om met een frisse blik naar onze marketing te kijken en ons netwerk uit te breiden’, vertelt Karin Meijers.

De mix van studenten en professionals bracht waardevolle inzichten. ‘Studenten kijken onbevangen en stellen vragen die je zelf niet meer stelt. Dat gaf ons meteen inzicht in wat er op onze website ontbreekt’, zegt Karin. Ook de professionals brachten scherpe punten in. ‘Zitten we eigenlijk wel met de juiste decision makers aan tafel? Dat zette ons echt aan het denken.’ Met alle enthousiasme en kennis, mocht de brainstorm wat Karin betreft nog wel langer duren: ‘Het vliegt natuurlijk voorbij’, lacht ze. ‘Maar de quick wins pakken we gelijk op.’

Naast de uitdagingen van Spark Narrowcasting werd ook stilgestaan bij een breder maatschappelijk thema. Harald Pol, Lector Marketing & Entrepreneurship bij de Hanze, besprak zijn tweejarige onderzoek over duurzame waardeproposities in het mkb. ‘Get Challenged is een mooie manier om een actueel vraagstuk in een bredere groep te toetsen en om te netwerken, zowel met studenten als organisaties.’

Veel bereikt in korte tijd

Voor NIMA Regio Noord draait Get Challenged zowel om het oplossen van marketingvraagstukken als het samenbrengen van marketingprofessionals en jong talent. ‘We willen jonge marketeers betrekken bij het vak, professionals met elkaar verbinden en zowel de kennis als het plezier van het vak hooghouden’, licht bestuurslid Folkert van der Heide toe. ‘Het mooie is dat zo’n sessie niet alleen waardevol is voor de bedrijven, maar ook voor de deelnemers zelf. Studenten doen praktijkervaring op, professionals krijgen frisse inzichten en bedrijven krijgen concrete actiepunten mee. Samen bewijzen we hoeveel je kunt bereiken in zo’n uur!’

Studenten en professionals buigen zich over de challenges.

De Autonomy Economy: het nieuwe

De opmars van autonome systemen is onstuitbaar. In plaats van een concurrentievoordeel zijn autonome systemen straks een basisvereiste om relevant te blijven en complexe opgaven het hoofd te bieden. ‘Noord-Nederland is strategisch goed gepositioneerd om een voortrekkersrol te vervullen.’

Niet omdat het kan, maar omdat het bedrijven en organisaties heel veel oplevert. Vanuit die wetenschap worden autonome systemen steeds breder omarmd als antwoord op complexe en urgente vraagstukken. De toepassingen zijn even divers als impactvol: van voorspellend onderhoud in de maakindustrie tot zelfrijdend openbaar vervoer dat de leefbaarheid op het platteland vergroot.

‘Het zal de komende jaren in veel sectoren gaan over de ontwikkeling en implementatie van autonome systemen’, stelt Hans Praat. ‘Over zelflerende en zelfstandig opererende processen, om precies te zijn. Simpelweg omdat ze het werk efficiënter, duurzamer en minder arbeidsintensief maken. Waar je voorheen mensen inzette, zet je straks slimme systemen in. Het is geen keuze, maar een economische noodzaak. De bedrijven die dat beseffen, zijn de winnaars van morgen.’

Primaire processen

Of het nu gaat om de industrie, medische zorg, landbouw, energie of onze leefomgeving: overal staan we voor fikse opgaven. Tegelijkertijd vergrijst Nederland in rap tempo. Met andere woorden: we moeten heel veel doen, met steeds minder mensen. De oplossing ligt in zelflerende en zelfstandige processen die zich automatisch aanpassen aan veranderende omstandigheden. Robots en drones vormen slechts het topje van de ijsberg; de essentie van autonome systemen ligt in hun vermogen om primaire processen intelligent en zelfstandig aan te sturen en te optimaliseren. Dat is mooi, want het betekent dat we ook in de toekomst het verdienvermogen intact kunnen houden.

verdienmodel voor (maak)bedrijven

De traditionele eenmalige transactie maakt plaats voor langdurige samenwerkingen en nieuwe verdienmodellen. Hans praat, NOM

De traditionele economie loopt tegen haar grenzen aan, zoveel is duidelijk. We bevinden ons op een kantelpunt: personeelstekorten nemen toe, productiekosten stijgen en klanten eisen steeds meer maatwerk en kortere levertijden. De enige manier om competitief te blijven is door slimmer te werken. Denk aan zelflerende productielijnen die output en kwaliteit maximaliseren. Aan Intelligente logistieke systemen die zelf de optimale route bepalen. Of aan autonome precisiesystemen in de landbouw die gewassen exact de juiste hoeveelheid water en nutriënten geven. Systemen dus die bedrijven wendbaarder, productiever en duurzamer maken. Precies wat de markt vraagt nu we aan de vooravond staan van een zogeheten Autonomous Economy.

Onvermijdelijke realiteit

‘De focus ligt vooral op de noordelijke maakindustrie’, vertelt Hans.‘ En dan in het bijzonder op het ondersteunen van bedrijven bij het ontwikkelen van autonome systemen, inclusief het opbouwen van bijbehorende ecosystemen en innovatieprogramma’s. Qua technologie ben ik niet eens zozeer een inhoudelijk deskundige, maar ik weet heel goed wie dat wél zijn. Door aandachtig naar de juiste mensen te luisteren en ideeën op te pikken weet je vroegtijdig waar en waarom in het werkveld kansen en knelpunten liggen. Al snel werd duidelijk dat autonome systemen een sleutelrol gaan spelen in de toekomstige economie en samenleving. Niet als een futuristisch concept, maar als een concrete en onvermijdelijke realiteit die nu al vorm krijgt in fabrieken, op akkers en op het water.’

Andere verdienmodellen

De mogelijkheden en uitdagingen zijn talrijk, vooral voor machinebouwers. Ze moeten tenslotte een autonome versie van hun huidige productaanbod ontwikkelen. Stap voor stap, samen met hun klanten. Dat brengt aanzienlijke veranderingen met zich mee. Zo wordt een machinebouwer echt een aanbieder van oplossingen en niet meer alleen van machines. ‘De traditionele eenmalige transactie maakt plaats voor langdurige samenwerkingen en nieuwe verdienmodellen’, verduidelijkt Hans. ‘Tegelijkertijd ben je als machinebouwer medeeigenaar van het proces van je klanten. Dat betekent dat je autonome systemen ook anders moet financieren.’

Voortrekkersrol

De transitie naar autonome systemen gebeurt natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Het is een geleidelijk proces, waarin een steeds hechter netwerk van initiatieven en organisaties Noord-Nederlandse bedrijven helpt om hun ambities te verwezenlijken. Zoals EDIH NN dat regionale bedrijven concrete ondersteuning biedt bij hun digitaliseringsvraagstukken en de ontwikkeling en het gebruik van autonome systemen. Of het Innovatie Cluster Drachten (ICD) waar bedrijven werken aan praktische toepassingen voor autonome systemen, terwijl de RUG weer fundamenteel onderzoek levert op het gebied van artificiële intelligentie en autonome systemen.

‘Noord-Nederland is strategisch goed gepositioneerd om een voortrekkersrol te vervullen in de ontwikkeling en implementatie van autonome systemen’, stelt Hans. ‘We hebben hier niet alleen een aantal unieke samenwerkingsverbanden opgezet, maar beschikken ook over een sterk mkb, met veel nichespelers die wereldwijd opereren.’

Het is volgens Hans nu het juiste moment om die positie verder uit te bouwen en autonome systemen nog steviger op de agenda te zetten. ‘Vandaar ook het Nationaal Congres Autonome Systemen dat koplopers uit verschillende sectoren samenbrengt. We hebben zelfs Boston Dynamics kunnen strikken, het bedrijf achter de meest geavanceerde humanoid robots ter wereld. Hun aanwezigheid illustreert dat we in Noord-Nederland serieus worden genomen op het mondiale toneel van autonome systemen.'

Meer weten over de academische wereld als drijvende kracht achter autonome systemen? Scan of click de code

Nationaal congres Autonomous Systems

Bestel hier jouw ticket om aanwezig te zijn bij het Nationaal congres Autonomous Systems 2025 met een keynote van Aaron Saunders, CTO Boston Dynamics.

INVESTEREN

Curiosity en Lumo Labs: ondernemer moet in de schijnwerpers

Er gebeurt veel in Noord-Nederland op het gebied van ondernemerschap, maar er is ruimte voor verdere groei. Startups in de tech-scene zijn er wel, maar het is wat dun. Toch, of misschien wel juist daarom, zien de internationale investeringsfondsen Curiosity en Lumo Labs brood in het Noorden. Waarom? Omdat de randvoorwaarden wel goed zijn.

‘Met de universiteit, de Zernike Campus, het UMCG, het Bernoulli-instituut, incubators, lokale investeerders en een netwerk met groeifondsen, heeft vooral de regio rond Groningen veel te bieden’, zegt Herman Kienhuis. Hij is oprichter van Curiosity Venture Capital, een investeringsfonds dat zich vooral richt op startups die zich bezighouden met software op het gebied van AI en Machine Learning. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel meer uit te halen valt. Het algemeen beschikbaar komen van GenAI modellen zoals ChatGPT, Gemini en Mistral is een unieke kans voor ondernemers om disruptieve toepassingen mee te ontwikkelen. Dit is net zo revolutionair als het internet.’

Curiosity

Het in Amsterdam gevestigde en in heel Noord-Europa opererende Curiosity is begaan met het Noorden dankzij een participatie van het Investeringsfonds Groningen (IFG). Die samenwerking is logischer dan ze wellicht in eerste instantie klinkt. Kienhuis: ‘Wij zijn altijd op zoek naar mooie startups die we verder kunnen helpen, zeker ook in het Noorden. Dankzij de kennis en het netwerk van IFG zien en horen we meer. Daartegenover staat dat wij proberen het ecosysteem vooruit te helpen door middel van onder meer networking events en educatie.’

Lumo Labs

Nog verder weg gevestigd, maar al bekender in Noord-Nederland, is Lumo Labs uit Eindhoven. De afgelopen jaren stak dat investeringsfonds al geld in Enatom, AirHub en Protyon, allemaal startups uit Groningen. Andy Lürling is de founder. ‘Wij zoeken startups die disruptive zijn en uit op system change. Overkoepelend kun je zeggen dat ze

allemaal de kwaliteit van leven moeten verbeteren. En ja, die zijn er zeker ook in Noord-Nederland. We hebben net ons tweede fonds gelanceerd en zijn blij dat het IFG weer meedoet. Samen zoeken we de beste startups in de vroege fase.’

Op naar de volgende unicorn, zogezegd. Hoewel, dat is misschien niet de beste manier om het ecosysteem te benaderen. Lürling: ‘Ik denk dat wij in Europa meer onze eigen manier moeten ontwikkelen. In de VS gaat het om de allergrootste, om een mentaliteit van ‘the winner takes it all’. Dat is lang ons voorbeeld geweest, maar we moeten het anders doen, vind ik. Meer samenwerking, meer open source, meer impact. Liever twintig mooie bedrijven die samen de waarde van een unicorn hebben, dan één winnaar.’

Vurige ambitie

Dat betekent samenwerking en het ontwikkelen van een sterk ecosysteem. Curiosity en Lumo Labs helpen daar graag aan mee. In het Noorden, in Nederland, in Europa. Er is wat dat betreft nog aardig wat werk aan de winkel, ziet Kienhuis. ‘Het ondernemerschap heeft in Nederland veel te weinig aandacht. Op hogescholen, op universiteiten, daar moet het veel meer verweven worden in het onderwijs. En daarbij: waar is de vurige ambitie om de wereld te veroveren? Die mis ik op veel plaatsen. In het nuchtere Noorden misschien nog wel iets meer. Je moet niet te snel tevreden zijn.’

Andy Lürling is diezelfde mening toegedaan. ‘De lat mag hoger. Mik niet op de maan, maar op de sterren, dan ben je blij met de maan. In andere landen zie ik die ambitie veel meer. Zeker in de Baltische landen, waar we ook actief zijn. Als je onderneemt, ga er dan he-le-maal voor.’

Vraag is: hoe verander je die mindset, hoe zorg je ervoor dat startups gaan vliegen, dat er meer ondernemerschap met heilig vuur ontstaat? De twee investeringsfondsen doen hun best. Lürling maakt graag een vergelijking met een voetbalclub. ‘De mensen komen naar het stadion voor de voetballers. Niet voor de sponsors, niet voor het bestuur, en ook niet voor de trainer. Zo werkt het in de ecosystemen rond startups en ondernemerschap ook. De ondernemers zijn de voetballers. Die zijn het belangrijkst. Maar ik zie veel te vaak bestuurders en sponsors het spotlicht pakken. Dat moet anders.’

Inspireren en aanjagen

Succesvolle ondernemers zijn de belangrijkste factor om nieuw ondernemerschap te stimuleren, beaamt Herman Kienhuis. ‘Die heb

je nodig in het onderwijs, op events, in kennissessies, bij acceleratorprogramma’s, en als investeerders. Zij weten hoe het werkt en kunnen inspireren en aanjagen. We kunnen leren van succesvolle Groningse scale-ups zoals Belsimpel, Paylogic, Soly, Voys en Klippa.’

Dat is nodig om het vliegwiel in beweging te krijgen. ‘Om goed ondernemerschap en een succesvol ecosysteem te bouwen, heb je verschillende ingrediënten nodig. Talent is één, maar ook scholing, investeringsgeld, goede infrastructuur, goede voorbeelden en meer. Zodra er een aantal succesvoorbeelden zijn, gaat het vliegwiel draaien. Na een exit komt er meer geld het ecosysteem binnen en krijg je steeds meer beweging. Succesvolle founders gaan in nieuwe startups of fondsen investeren, advies geven, netwerken, enzovoorts. Zo komt er groei en ontwikkeling.’ Ook hieruit blijkt maar weer: de ondernemer is het belangrijkst.

Extra incentive

Lumo Labs en Curiosity hebben elk hun eigen manier om dat vliegwiel aan te slingeren. Curiosity heeft een uniek community-model: alle ondernemers die investeringen ontvangen van het fonds, worden medeeigenaar van het fonds en delen in de winst. Dat is een extra incentive om elkaar verder te helpen. Dat werkt. Je ziet dat de ondernemers elkaar meer opzoeken, omdat ze een gezamenlijk belang hebben.’

Daarnaast heeft Curiosity tien procent van haar (toekomstige) winst als fondsmanager weggegeven aan een stichting die ondernemerschap stimuleert bij ondervertegenwoordigde groepen. Kienhuis: ‘Dat is van groot belang voor een bloeiend en gebalanceerd ecosysteem; dat we meer diverse teams kansen geven om te ondernemen en onze toekomst vorm te geven.’

Mentorprogramma

Lumo Labs is opgezet door ondernemers die na de verkoop van hun bedrijven met angel investeringen zijn gestart. Na een aantal jaar hebben ze het eerste fonds opgezet en nu zijn ze actief met het tweede fonds. Op basis van hun ervaringen, opgedane kennis en netwerk heeft Lumo Labs een mentorprogramma opgezet waarbij de ondernemers in hun portfolio op individuele behoeften helpen. Dit programma is gebaseerd op vier pilaren: Excellent leadership, product market fit, Marketing & Storytelling en de volgende ronde financiering. ‘Want uiteindelijk zijn wij de eerste of tweede investeerder maar niet de laatste’, licht Lürling toe. ‘Dit programma wordt zeer goed ontvangen door ‘onze’ startups.’

Op zo’n manier kan een ecosysteem gaan vliegen, ook in NoordNederland. Het ambitieniveau kan omhoog. De lokale overheid en opleidingsinstituten zouden veel zwaarder kunnen inzetten op ondernemerschap. Zet de ondernemer op de voorgrond, investeer in goede infrastructuur, zoals bijvoorbeeld supercomputer clusters en de AI Factory, en haal drempels weg. Herman Kienhuis: ‘Kies voor het ondernemerschap, is mijn oproep. Dit is misschien wel het beste moment ooit om een techbedrijf te beginnen in Europa. Dat gezamenlijk belang wordt overal gevoeld.’

Wij zoeken startups die disruptive zijn en uit op system change.

Dit is misschien wel het beste moment ooit om een techbedrijf te beginnen in Europa.

Het belang van Curiosity en Lumo Labs voor Groningen

‘Bij het IFG investeren we in fondsen die ondernemers in Groningen helpen groeien en innoveren’, zegt Jan-Gerben Postma, investment manager bij het IFG. ‘Curiosity en Lumo Labs bieden niet alleen kapitaal, maar ook begeleiding en een sterk netwerk. Ze versterken het startup-ecosysteem en zorgen ervoor dat innovatieve bedrijven sneller internationaal kunnen opschalen. Zo bouwen we samen aan een ondernemender Noord-Nederland.’

Herman Kienhuis, Curiosity Venture Capital
Andy Lürling, Lumo Labs

Noord-Nederland kent verrassend veel familiebedrijven en daar zitten interessante koplopers tussen als het gaat om innovatievermogen. Hoe kunnen andere ondernemers in de regio daarvan leren, in dit uitdagende transitietijdperk? We vroegen het Mira Bloemen-Bekx. Zij draagt als lector Regionaal Innovatie Vermogen bij aan een krachtiger vernieuwingsklimaat en ontdekte bij haar onderzoeken de waarde van familiebedrijven.

Familiebedrijven

Als boerendochter begreep Mira het principe van een familiebedrijf al jong en het lijntje met ondernemerschap blijkt een rode draad in haar loopbaan. ‘In mijn huidige rol als lector bij de Hanze combineer ik inhoud met de dynamiek van het ondernemersklimaat’, vertelt ze bevlogen. ‘Zo kan ik vanuit onderzoek en kennis iets betekenen voor de ontwikkeling van Noord-Nederland.’ Mira spreekt vol waardering over ondernemers. ‘Het verdient respect dat deze mensen voor eigen risico een cruciale rol spelen in het leef- en werkklimaat van onze regio. Het wordt onderschat wat daar allemaal bij komt kijken. Zeker in deze tijd, waarin vele vraagstukken tegelijk spelen rondom thema’s als energie, circulariteit, infrastructuur, digitalisering, netcongestie en talentbehoud.’

Survivalmentaliteit

Mira’s meest recente onderzoek richt zich op innovatievermogen in de werkpraktijk. Daarbij heeft ze nadrukkelijk ook familiebedrijven opgezocht, omdat deze diepgeworteld zijn in de regio. ‘Gemiddeld kennen zij een langere historie, sommige zelfs meer dan honderd jaar. Als je zo’n tijdspanne meegaat, beschik je duidelijk over innovatievermogen en daar willen we graag van leren. Bovendien blijken familiebedrijven uit de noordelijke regio innovatiever dan vergelijkbare ondernemingen elders in het land. We hebben niet onderzocht hoe dat

Mira Bloemen-Bekx

vaak innovatieve koplopers

komt, al kan ik op basis van vele gesprekken wel duiden dat dit te maken heeft met een combinatie van zelfredzaamheid en het werkethos in deze regio. Er heerst een bepaalde survivalmentaliteit.’

‘Door de relatief grotere afstanden in het Noorden zijn bedrijven van oudsher gewend om het zelf te doen, met loyale medewerkers uit de nabije omgeving’, verduidelijkt Mira. ‘Die zelfredzaamheid maakt creatief en innovatief, al is er ook een keerzijde: het maakt ondernemingen minder open, terwijl de uitdagingen van deze tijd juist om meer samenspel in de regio vragen. En in grote delen van NoordNederland komt het mkb elkaar niet vanzelfsprekend tegen. Terwijl we zien dat innovatie goed gedijt op plekken waar bedrijven dichter bij elkaar zitten of elkaar goed weten te vinden. Daar ligt een mooie uitdaging, daarom gaan we de resultaten van ons onderzoek onder andere gebruiken om in Noord-Nederland een leertraject voor ondernemers op te zetten, waarin ze van en met elkaar kunnen leren. En daarbij zijn ook familiebedrijven belangrijke inspirators.’

Sterke familie, sterke onderneming

Dataspecialisten van de NOM vonden meer dan 250 ondernemingen in Noord-Nederland die in de categorie familiebedrijf vallen (zie kaartje op de volgende bladzijde). ‘Je hebt ze in allerlei soorten en maten, net

als de verschillende definities die voor dit bedrijfstype bestaan’, geeft de lector aan. ‘Sommige families spelen een rol op de achtergrond, andere hebben actief de leiding en profileren zich ook bewust als familiebedrijf.’ Volgens Mira zijn er binnen die categorie in elke noordelijke provincie aansprekende innovators te vinden, zoals in Drenthe de Bork Groep, Boom Uitgevers en Royal Apollo Group, in Friesland Damstra Installatietechniek, Douma Staal en Royal Smilde en in Groningen het jonge familiebedrijf Lode Holding (zie bladzijde 39), NNZ en Wagenborg.

Wat maakt dit soort familiebedrijven zo krachtig in innovatie en wat kunnen andere ondernemers daarvan leren? ‘Sterke families hebben sterke ondernemingen’, ontdekte Mira. ‘Dat heeft met een grote mate van betrokkenheid te maken, maar vooral met goede communicatie en openheid voor ontwikkeling. Want er zijn ook familiebedrijven waar de banden en tradities juist belemmerend werken. Het gaat bij innovatievermogen om de kunst van het combineren: het leiden van de dagelijkse operatie én bezig zijn met de lange termijn. Veel ondernemers blijven steken bij de korte termijn, terwijl echte innovators naast het bedienen van de huidige marktvragen ook al inspelen op de toekomst. Zo zorgen ze voor ontwikkeling en tijdige vernieuwing.’

De wereld van morgen

Familiebedrijven zijn volgens de lector vanuit hun dna vanzelfsprekender bezig met generaties, de lange termijn en medeverantwoordelijkheid voor hun omgeving. ‘Daarom zijn rentmeesterschap, duurzaamheid en maatschappelijke impact bij deze ondernemingen in veel gevallen net zo belangrijk als economische doelstellingen. Tegelijk snappen ze dat groei en winst noodzakelijk zijn om te innoveren en zo hun voortbestaan te garanderen. Die combinatie zie je ook bij andere bedrijven, al onderscheiden innovatieve familiebedrijven zich wel vaker van meer commercieel gedreven ondernemers door hun intrinsieke en maatschappelijke motivatie. Ze zijn bewuster bezig met waarden, zingeving en richting geven op basis van hun visie op de wereld van morgen.’

‘In dit transitietijdperk is de grote uitdaging voor álle bedrijven om – actiever dan ooit – na te denken over die wereld van morgen en hun rol daarin’, vervolgt Mira. ‘Vaak slokt bij ondernemers binnen het gevestigde mkb de waan van de dag zoveel aandacht op, dat ze nauwelijks toekomen aan die langere termijn. Terwijl het wel onderdeel van hun taak is om te blijven leren en voelsprieten uit te steken. Want wie niet bijblijft, zet een rem op het bedrijf. Innoveren draait om het vermogen jezelf als ondernemer te ontwikkelen, je mensen te laten groeien en voortdurend met elkaar producten, processen en technologieën te vernieuwen. Alleen zo kunnen bedrijven een voorsprong behouden of mee blijven doen in deze snel veranderende wereld. En dat vraagt een bewuste focus op veranderen.’

Goed afstemmen

Door het onderzoeken van innovatievermogen in de werkpraktijk, weet de lector hoe belangrijk het is om tijd en rust te organiseren voor die focus op verandering. ‘We hebben gezien dat innovatievermogen

bestaat uit een vliegwiel van de factoren leiderschap, organisatie, vernieuwing, mensen, financiën en de samenwerking binnen het bedrijf én met partners daarbuiten. Allemaal knoppen waar ondernemers aan kunnen draaien. Al moet je wel goed afstemmen op wat het bedrijf nodig heeft en daar moet je echt regelmatig voor gaan zitten. Een selectie van noordelijke ondernemers kan dat straks doen binnen het leertraject dat we vanuit de Hanze opzetten. Daarbij maken we gebruik van de kennis en inspiratie van koplopers uit de regio om de kop van het peloton daarachter zich verder te laten ontwikkelen.’

Ook andere mkb’ers die willen bijblijven, kunnen zich laten inspireren door de onderzoeksuitkomsten van het lectoraat Regionaal Innovatie Vermogen. Mira noemt drie belangrijke competenties voor innoverend vermogen: sensing, seizing en reconfiguring. ‘In gewone taal bedoelen we daarmee het aanvoelen wat er gaande is aan ontwikkelingen – van inhoudelijke trends tot wet- en regelgeving – en bewust kiezen waarin je wel of juist niet meegaat. Focus is nodig, anders kom je er in om. Vervolgens is het zaak om concrete keuzes te maken en daarna komt het aan op doorzetten. Want werkelijke vernieuwing komt er pas als je de in gang gezette innovatieprocessen weet af te maken. En dat hoeven bedrijven niet allemaal alleen te doen. Teveel zelfredzaamheid isoleert. Zoek elkaar op, ontdek gemeenschappelijke belangen, wissel uit en vergroot zo het eigen innovatievermogen en dat van onze regio.’

Check de website van de Hanze voor meer informatie over het lectoraat Regionaal Innovatie Vermogen. Daar is ook de inspirerende podcastserie ‘De bescheidenheid voorbij’ te vinden, waarin Mira met noordelijke ondernemers in gesprek gaat. Ook van familiebedrijven.

en hoofdvestigingsplaats van familiebedrijven in Noord-Nederland (hoe groter het bolletje hoe langer een bedrijf bestaat). Bron: Harmonic.ai. (geraadpleegd februari 2025)

De top 5 in leeftijd:

• Royal

• Rinsma

(178 jaar)

(137 jaar)

(127 jaar)

(123 jaar)

(120 jaar)

Kadaster Esri, TomTom, Garmin, Foursquare, FAO, METI/NASA

Familiebedrijf Lode Holding:

Van topsportwereld tot revalidatie: overal waar mensen zich inspannen voor beweegprestaties, duiken medisch-technische producten van Lode Holding* op. Dankzij het innovatievermogen van dit Groningse familiebedrijf is de ontwikkelde niche-apparatuur voor sport, preventie en zorg vaak de ‘gouden standaard’ in hun branche. Hoe pakt de onderneming dat aan?

Impact maken

Annelies geeft aan dat R&D altijd al een rode draad bij Lode was, maar dat zij sinds haar aantreden meer focus en structuur heeft aangebracht. ‘Mijn vader zag dat deze omvorming nodig was. Hij zag ook dat ik in mijn eigen loopbaan had geleerd om vanuit visie veranderingen door te voeren, met behoud van kwaliteit. Ik werkte in de zorgsector, was snel opgeklommen en had nog genoeg uitdaging. Toch gaf ik mezelf twee jaar om het te proberen toen mijn vader vroeg of ik bij Lode kwam. Al snel wist ik: hier ben op mijn plek. Omdat de gezamenlijke drive echt voelbaar is en we maatschappelijke impact maken met onze producten.’

Innovatieteam

Met haar broer als CFO, haar vader straks als adviseur en een toegewijd team van ruim honderd collega’s heeft Annelies er zin in om Lode Holding verder te laten groeien en ontwikkelen. ‘Daarom innoveren we in de volle breedte: van aannamebeleid en

‘Wij innoveren vanuit maatschappelijke drive’

‘Innovatie ontstaat bij ons doordat we continu schaarste in mensen en middelen ervaren ten opzichte van onze grote ambities en ideeën’, vertelt Annelies Wolters, die ruim acht jaar geleden als manager business development bij Lode Holding kwam en per 1 mei het CEO-stokje van haar vader overneemt. ‘In dit bedrijf overheerst de can-do mentaliteit, waarbij we ons tot het uiterste inspannen om innovaties mogelijk te maken. Dat doen we vanuit

talentbegeleiding tot onze procesgestuurde aanpak en productverbetering. Bovendien investeren we structureel in innovatie voor de lange termijn. Van de omzet gaat twee procent naar ons fluïde innovatieteam, dat marktontwikkelingen volgt en de producten van de toekomst bedenkt. Door de bijzondere combinaties in achtergrond fungeert dit team ook als competentiepool bij uitdagende klantvragen.’

Het familiegeheim? Blijven werken aan je fitheid.

Twintig jaar geleden werkte bioloog Marcel

Raedts vanuit zijn garage aan uitvindingen voor de biofarmaceutische industrie.

Inmiddels werkt bij Proxcys een groot team aan systemen die proteïnen sneller, beter en duurzamer ‘isoleren’ voor medicijnproductie.

‘We hebben intussen een naam opgebouwd in het ontwikkelen van deze machines’, bevestigt

Raedts. Nu is het zaak om door te stomen.

Steun in de rug komt van Boost-Up, MKB Fonds Drenthe en betrokken informals.

Samen investeren zij in Proxcys om groei, innovatie en impact mogelijk te maken.

Proxcys: ‘We kunnen

nu echt doorstomen’

Bloedziektes

Proxcys’ eerste doel was het moderniseren van processen voor het fractioneren van bloedplasma. Daarmee worden medicijnen gemaakt voor mensen met een ernstige bloedziekte. ‘Onze radiale chromatografie is zeer efficiënt, zodat niets van deze kostbare en door donoren geschonken grondstof verloren gaat. Wij doen dit heel snel én zacht. Daarmee onderscheiden we ons’, legt Raedts uit.

Gezondere baby’s

De Proxcys technologie gaat ook een verschil maken bij de productie van gezonde supplementen voor babyvoeding. Dit jaar levert het bedrijf uit Emmen haar technologie voor de isolatie van Lactoferrine uit koemelk. ‘Lactoferrine is een klein maar belangrijk eiwit in moedermelk en wordt nu als supplement in de juiste concentratie toegevoegd

aan babyvoeding.’ Raedts: ‘Onze eerste installatie start dit voorjaar in Amerika. Europese melkverwerkers zijn zeer geïnteresseerd én we werken daarnaast aan andere waardevolle proteïnen uit melk.’

Van ’chemo’ naar immuuntherapie

Ruim tien jaar is bij Proxcys gewerkt aan een doorbraak voor de immuuntherapie. ‘In tegenstelling tot het chemisch ‘vergiftigen’ van kankercellen, vergiftigt de biologische immunotherapie alleen de kankercellen en niet het hele lichaam’, aldus Raedts. Deze therapie is kostbaar, maar Proxcys ontwikkelde een proces waardoor de productiekosten enorm worden verlaagd. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) doet samen met de universiteiten van Delft en Wageningen en een aantal industriepartners wetenschappelijk onderzoek ter validatie en toetsing van deze unieke doorbraak. Deze wetenschappelijke doorbraak zal bijdragen aan een snelle acceptatie van de technologie’, verwacht Raedts.

Duurzaam proces

Het proces is bovendien ontzettend duurzaam. ‘De biofarmaceutische industrie is helaas ook een plasticverslinder. Onze techniek vermindert het gebruik met minimaal 70%, waardoor er veel minder plastic wordt verbrand. Dat betekent een enorme CO2-reductie. Ook daarom heeft de NWO dit programma als ‘uitmuntend’ gehonoreerd.’

Proxcys technologie

CFO Alex Overdijk geeft nóg een reden waarom partijen Proxcys interessant vinden. ‘De meeste bedrijven in deze industrieën werken ‘axiaal’: bij schaalvergroting wordt vooral de oppervlakte groter. Ons systeem werkt ‘radiaal’ en gebruikt óók de hoogte. De grondoppervlakte van onze machine is daardoor veel kleiner en de productopbrengst per vierkante meter is zes keer groter. Dat is een enorm voordeel bij plaatsing in peperdure energieverslindende cleanrooms.’

‘Klein duimpje’

Raedts: ‘Wij schoppen als zelfstandige dwerg uit Emmen tegen enorme multinationals aan.’ De bevlogen oprichter nuanceert: ‘We maken fantastische producten, maar ook continuïteit is belangrijk. Met de steun van Boost-Up en MKB Fonds Drenthe kunnen we doorgroeien.’ Overdijk vult aan: ‘We maken een professionaliseringsslag in de organisatie en het financieel beheer. Door slimmer te werken en ons team nog iets te vergroten, kunnen we al deze mooie doelen realiseren en groeien in productvolume.’

In de nieuwe Raad van Advies zitten ook de aandeelhouders. Overdijk: ‘Het MT kan voor advies bij hen terecht, daardoor kunnen we problemen sneller tackelen. Het helpt ons om efficiënter te worden, kortere doorlooptijden en meer seriematig werk te realiseren.’ Raedts: ‘De financiering door Boost-Up en het MKB Fonds Drenthe is bovendien snel en prettig verlopen.’

Impact maken met Boost-Up

Directeur Martijn Kruisman van Boost-Up is blij met de waardering. ‘Hoogtechnologische bedrijven zoals Proxcys zijn vaak langer

Onze radiale chromatografie is zeer efficiënt, zodat niets van deze kostbare en door donoren geschonken grondstof verloren gaat.

Marcel Raedts, Proxcys

Martijn Kruisman, Boost-Up

onderweg voordat ze gas kunnen geven. Daar helpen wij graag bij.’ De stichting Boost-Up bestaat uit bewogen ondernemers die hun kapitaal, kennis en netwerk graag inzetten om ondernemers in Noord-Nederland te ondersteunen.

‘We hebben 42 businesspartners die per investering beslissen of ze willen meedoen. Bij elke investering doen er 15 tot 20 mee. We hebben bij Boost-Up altijd ruimte voor nieuwe partners waarmee we nog meer impact kunnen maken.’

De stichting vindt Proxcys vooral interessant omdat het bedrijf echt klaar is om nieuwe markten te bestormen. ‘De ‘Boost’ van innovatie, de betrokkenheid van eerdere informals met veel vertrouwen én specifieke marktkennis spreken ons enorm aan. Wij voegen onze eigen expertise daar graag aan toe.’ Kruisman vervolgt: ‘Proxcys zet Emmen op de kaart als hoogtechnologisch gebied. We mogen trots zijn op zo’n bedrijf in het Noorden.’

Innoveren met MKB Fonds Drenthe

Tim Vonk, investment manager bij MKB Fonds Drenthe, ziet hetzelfde: ‘Een innovatief bedrijf zoals Proxcys, dat cruciale producten ontwikkelt en verkoopt aan wereldwijde, gerenommeerde partijen, verdient onze ondersteuning.’ MKB Fonds Drenthe heeft direct geparticipeerd en is dus aandeelhouder. ‘We doen dat altijd met meerdere partijen. Prominente betrokken informals uit de regio bevestigden het belang van onze deelname. Na gedegen onderzoek en meerdere gesprekken hebben we ondanks de grote uitdagingen een positief gevoel bij het mooie doel van Proxcys en veel vertrouwen in het management.’ MKB Fonds Drenthe wil de Drentse economie verder ontwikkelen en zoveel mogelijk innovatieve bedrijven in de provincie helpen. ‘We laten ook met deze participatie zien echt van toegevoegde waarde te kunnen zijn.’ Hij besluit: ‘Raedts’ slogan is: ‘Wij doen al jaren het onmogelijke’. Het is nu tijd om dat ook aan de hele wereld te laten zien. Dat wil MKB Fonds Drenthe graag ondersteunen.’

Tim Vonk | investment manager

Tijdens een flitscollege op Het Grootste Kennisfestival

nemen Gert Jan Wormmeester

en Simon Aardema ons mee in hun ervaringen en visie over militair leiderschap. Wat kunnen we daarvan leren en toepassen als leidinggevende in de burgermaatschappij?

Wat kunnen we

leren van militair

leiderschap … of niet?

Gert Jan Wormmeester is hogeschooldocent en onderzoeker. Hij is 41 jaar als officier werkzaam geweest bij de Koninklijke Landmacht.

Gert Jan heeft onderzoek gedaan naar wat we kunnen leren van militair leiderschap en hoe we dit buiten defensie kunnen toepassen.

Simon Aardema diende twaalf jaar als officier binnen het Korps Mariniers. Hij leidde gevechtseenheden in operaties. Bovendien was Simon hoofd van de officiersopleiding binnen de mariniers. Nu is hij teamleider bij de brandweer.

Vertrouwen op je team

Simon vertelt een verhaal van een noodmissie. Op het eiland Dominica is door een tropische storm een dorp getroffen door modderstromen. Onderweg bestuderen ze de kaart en bedenken ze dat er in ieder geval behoefte zal zijn aan drinkwater. En dat het goed zal zijn als de infrastructuur zodanig hersteld wordt dat de noodhulp het dorp kan bereiken. Dat zijn de kaders die hij zijn team meegeeft.

Achteraf kijkt hij trots terug. Want zijn team heeft onderweg wegen vrijgemaakt en gerepareerd, een touwbrug gemaakt over een door

de modderstromen ontstaan ravijn. En er op die manier voor gezorgd dat het dorp is voorzien van hulp en drinkwater. Tevoren heeft hij niet verteld wat ze precies moesten doen. Alleen de missie was duidelijk. En verder vertrouwde hij zijn team dat ze naar eigen bestwil zouden handelen.

Missie is leidend

Gert Jan vertelt over een missie in coronatijd. Een verzorgingshuis zat zonder medisch personeel en vele bewoners waren ziek. ‘Sommige bewoners lagen op sterven; een echte noodsituatie. We moesten handelen, en dat deden we: in no-time stonden we daar – op oudejaarsdag nota bene – met achttien man! Dat is de can domentaliteit bij Defensie. De missie is leidend: bewoners verzorgen. Als die missie vaststaat, en superduidelijk is voor iedereen, gaan we die volbrengen. Hoe we dat vervolgens doen, dat mogen we – binnen duidelijke kaders – zelf bedenken. Want daarvoor zijn we getraind.’

Zo moet het niet

Er zijn dingen die we niet kunnen leren van militair leiderschap. Militaire leiders kunnen hard zijn, op het botte af; dat lijkt niet verstandig voor een leidinggevende. Ook kijken militairen soms niet of hun oplossing wel goed past bij de omgeving, omdat ze daar simpelweg de tijd niet voor hebben; het is tenslotte een crisissituatie. En de eerdergenoemde en geroemde can do-mentaliteit bij Defensie is niet altijd heilig; het gevaar bestaat dat je over lijken gaat.

Samenvattend: missie, kaders, vertrouwen

De missie, het doel moet duidelijk zijn, voor iedereen. De kaders waarbinnen gewerkt wordt, ook. Vervolgens kunnen de professionals zelf bepalen hoe ze het doel bereiken. De leiders vertrouwen daarop, en zijn coachend en verbindend aanwezig. De manschappen floreren bij het vertrouwen dat zij krijgen.

Simon Aardema presenteert!

Aangenaam

Sil Faber, projectmanager Internationaliseren, laat zich kennen in 10 vragen

Wat is je meest opvallende karaktereigenschap? Mijn enthousiasme.

Wat is je grootste tekortkoming?

Ik heb twee linkerhanden en ben een schande op het gebied van handarbeid.

Wat doe je het liefst?

Sporten (tennis, wielrennen en hardlopen).

Wat eet je graag?

Een döner kebabje gaat er prima in op de terugreis ‘s nachts naar huis’.

Wat is je favoriete muziek? Op vrijdagmiddag naar huis zing ik de Hollandse hits al mee!

Wat was het mooiste moment in je leven? 16 juni 2022, mijn eerste werkdag bij de NOM. 1 2 3 6 5 4 7 8 9 10

Waaraan heb je een hekel?

Aan strijken en afwassen ... Een moderne huisman kun je me dus niet echt noemen!

Wat is je favoriete reis? Vier dagen lang de vulkaan Rinjani (3781 meter hoog in Lombok, Indonesië) opklimmen.

Wat is je favoriete ontspanning?

Varen door de Friese wateren met vrienden en familie.

ben je trots op? Op mijn zus die een restaurant begint!

DRIJFVEREN

Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling. Daarom vertellen NoordNederlandse ondernemers in deze rubriek over hun bedrijf én beweegredenen.

Als het érgens bruist van de drijfveren, groei en ontwikkeling, dan is dat wel het Center for Entrepreneurship bij hogeschool NHL Stenden, met vestigingen in Emmen en Leeuwarden. In de Friese hoofdstad is Hans Schülski sinds 2021 de chief entrepreneurship officer. Zijn eigen drijfveer?

Ondernemende studenten inspireren, faciliteren en ondersteunen, om zo bij te dragen aan een kickstart van jonge bedrijven in de regio.

‘Ondernemende
Hans Schülski

studenten goed op weg helpen’

Hij werkt met een team van twaalf jonge mensen en ziet zichzelf als een ‘indirecte influencer’ die vanuit de achterhoede bijdraagt aan de dynamiek van het Center for Entrepreneurship (CfE). ‘Alles draait hier om talent en drijfveren de ruimte geven, ook in mijn eigen team’, zegt Hans. ‘Bovendien spreken jonge mensen de taal van studenten. Zij gaan makkelijker met elkaar in gesprek en dat maakt ons centrum laagdrempelig. Je hoeft geen businessplan te hebben om hier binnen te stappen, zelfs nog geen concreet idee. Wij zijn er voor alle studenten die zich willen oriënteren op zelfstandigheid of ondernemerschap, als alternatieve keuze voor werken in loondienst.’

Ondernemende community

Op inspiratieniveau bereikt het CfE jaarlijks zo’n 2.500 studenten – via events als Behind the Business en Business Lunch Talks – en bijna de helft van deze mensen klopt bij het centrum aan voor meer verdieping of ondersteuning. Hans: ‘Wij bieden gratis workshops, coaching, advies en begeleiding en studenten kunnen op verschillende niveaus journeys volgen. De één komt om zich vrijblijvend te oriënteren, de ander is al bezig met een concreet idee en haakt aan bij een (pre)startupprogramma. Bijkomend voordeel van ons centrum is de ondernemende community die ontstaat. Studenten die gebruikmaken van ons aanbod leren ook van elkaar en door de diverse opleidingsachtergronden ontstaat een interessante kruisbestuiving.’

‘Bij studies als bedrijfskunde, hotelmanagement, creative business en retailmanagement zitten verhoudingsgewijs meer jongeren die iets met ondernemerschap willen’, merkt Hans. ‘Toch zien we hier studenten van alle opleidingen, van social work en theater tot engineering. Omdat ze nieuwsgierig zijn naar hun mogelijkheden als zelfstandige op de arbeidsmarkt, of omdat ze een goed idee hebben voor een product of dienst. Opvallend bij deze generatie ondernemende studenten is dat ze ambitie hebben, toekomstgericht zijn én impact willen maken. Toegevoegde waarde vinden ze belangrijk, daarom is er binnen het CfE – naast de basisvaardigheden voor ondernemerschap en bedrijfsvoering – ook aandacht voor thema’s als sociaal ondernemen en circulair werken.’

Vloeiende verbinding

Hans is zich er altijd van bewust dat het CfE binnen NHL Stenden opereert op het snijvlak van studie en ondernemerschap. ‘Dat kan elkaar versterken, bijvoorbeeld door stage te lopen of af te studeren in het eigen bedrijf. Al gaat het soms ook wringen als goede businessideeën een serieuze vlucht nemen tijdens de opleiding. In die gevallen is onze uitdaging om een vloeiende verbinding mogelijk te maken tussen studeren en ondernemen. Met in het achterhoofd dat deze jonge mensen ook nog willen genieten van het studentenleven. Met coaching en regelingen kunnen wij hen in die drukke fase begeleiden. Waarbij ze meteen de kern van ondernemerschap ervaren: het is hard

werken en een uitdaging om goed te balanceren tussen alles wat aandacht vraagt.’

‘Het meest succesvol zijn de ondernemende studenten die beseffen dat ze echt aan de bak moeten om iets te bereiken’, vervolgt de chief entrepreneurship officer, die zelf het klappen van de zweep kent door een achtergrond in de retail. ‘Eén van de meest gestelde vragen aan het CfE is hoe je financiële risico’s kunt afdekken en waar je geld kunt lenen. Wij stimuleren het zélf doen: beginnen met kleine stapjes en bereid zijn om ook in financieel opzicht iets van jezelf in het bedrijf te steken. En dan kom je algauw uit bij drijfveren: waarom doe je wat je doet? Studenten zitten in een fase waarin ze dat aan het ontdekken zijn, ook in hun prille ondernemerschap. De één heeft al een concreet idee, de ander komt uit een ondernemersfamilie en wil naast de studie graag zelf iets opbouwen. Er zijn ook studenten die vooral vrijheid zoeken en zich daarom bij het CfE oriënteren.’

Regio

versterken

De behoefte aan vrijheid en bewegingsruimte is volgens Hans typerend voor de huidige generatie studenten en dat is terug te zien in het groeiende aantal startups van jongeren. ‘Het getuigt van visie dat NHL Stenden in 2021 besloot dit Center for Entrepreneurship op te zetten. Bedoeld om studenten bewust te maken van de mogelijkheden én het faciliteren van hun ontdekkings- en leerproces. Natuurlijk hoeft niet iedereen een eigen bedrijf te starten. Het is ook waardevol als afgestudeerden de arbeidsmarkt betreden met een ondernemende, initiatiefrijke houding. Al zijn we er trots op dat jaarlijks zo’n 60 à 70 studenten na een traject bij ons CfE de gang naar de Kamer van Koophandel maken. We zien prachtige ondernemingen ontstaan én doorgroeien, zoals Albird, Jada Stroom, MKB-Coffee, Scrokkia Pizza en E-powerment.’

Ondernemende studenten goed op weg helpen en daarmee de regio versterken: dat is waar de chief entrepreneur officer het allemaal voor doet. ‘Vanuit mijn rol ben ik daarom ook actief in het netwerk buiten de hogeschool, zodat we door samenspel met partijen als de FOM, NOM, Founded in Friesland en diverse ondernemersverenigingen het klimaat voor startend ondernemerschap versterken. Intussen blijven wij de kwaliteit van ons aanbod aanscherpen. We zijn met een Level-up Club gestart voor extra verdieping en gaan de kracht van onze Kickstarttrail uit het Hayo Apothekerfonds nog beter benutten. Kortom, ook als CfE stellen we ons ondernemend op, om studenten zo goed mogelijk te blijven bedienen. Waarbij we graag gebruikmaken van ondernemers uit de regio die studenten met hun ervaringen kunnen inspireren.’

Puzzels van Japanse bedrijven in Noord-Nederland worden opgelost

Kun je circulaire verpakkingen maken van je eigen restproduct? En hoe kan je koffie branden met minder gebruik van aardgas?

Kikkoman in Sappemeer en UCC in Bolsward konden wat hulp gebruiken om het antwoord te vinden. Dus deelden ze hun vraagstuk met de wereld in de vorm van de TopDutch Innovation Challenge.

De TopDutch Innovation Challenge is een oefening in zogenaamde 'challenge-based innovation'. Het idee is om een groot bedrijf met een visie op een innovatie die hun processen duurzamer maakt, te koppelen aan een partij die de expertise heeft om dit te realiseren.

Zodra er een match is gemaakt, spreken de twee partijen af om de koppen bij elkaar te steken en voor langere tijd samen te werken aan een oplossing voor deze duurzaamheidsuitdaging. De NOM voegt haar expertise toe om potentiële oplossers te scouten, toegang te geven tot haar netwerk en ondersteuning te bieden door haar business developers en projectmanagers. De drie partijen samen, brengen alle ingrediënten die nodig zijn om spannende nieuwe duurzame innovaties te ontwikkelen, hier in het Noorden.

Deze ronde van de TopDutch Innovation Challenge ging in de zomer van 2024 van start. Twee Japanse bedrijven met een vestiging in Noord-Nederland - sojasausmerk Kikkoman en koffiebedrijf UCCdeelden hun uitdagingen via de kanalen van TopDutch en het netwerk van de NOM. Potentiële oplossingen kwamen van over de hele wereld en werden teruggebracht tot een shortlist van 2-3 solution providers per uitdaging. Vervolgens pitchten de bedrijven op de shortlist hun plan om de duurzame oplossing te creëren tijdens een match-event in Noord-Nederland. Hier werd uiteindelijk ook bekendgemaakt welke probleemoplossers Kikkoman en UCC hadden geselecteerd om mee samen te werken. Wat zijn deze uitdagingen en wie zijn de teams die ermee aan de slag gaan?

Van links naar rechts: Robbert van der Pluijm, Summit Engineering | Klaas Oostenbrink, UCC, Jeroen de Jager, UCC | Kunitomo Kizu, Kikkoman, Sota Nakai, Kikkoman
Daniël Verlinde, BUYO | Johan Knijp, DNV | Fokke Dooper, UCC | Yaginuma-san, Kikkoman.

Kikkoman en Buyo Plastics

Sojacake. Zo wordt het restproduct van de productie van sojasaus genoemd. Prima bruikbaar als basis voor diervoeder. Maar hoe mooi zou het zijn om het te gebruiken voor de verpakking van Kikkomans eigen sojasaus? Dat is een opwaardering van het bijproduct en scheelt gebruik van plastic voor flesjes. Het zou ook perfect passen in het streven van de multinational om zo circulair en duurzaam mogelijk te opereren. Maar hoe dan?

Daar heeft het in Vietnam gevestigde bedrijf Buyo wel een antwoord op. Daniël Verlinde, Manager Europe van Buyo Plastics, wist de directie van Kikkoman’s productiefaciliteit in Europa te overtuigen met een korte pitch waarin hij duidelijk maakte dat het residu van de sojasausproductie een uitstekende basis vormt voor biocomposiet. En daaruit kunnen alle mogelijke materialen voor de verpakkingen van hun sojasausproducten worden gemaakt. Verlinde bracht zelfs een fles mee, gemaakt van een ander bioafval met het logo van Kikkoman erop, als visualisatie van wat het eindproduct van hun samenwerking zou kunnen zijn.

‘Dit is een probeersel, ik heb het etiket zelf uitgeprint. Maar je ziet dat het kan.’ Zijn praktische voorbeeld en hands-on aanpak gaven Kikkoman het vertrouwen om Buyo te verkiezen boven de andere probleemoplossers die meestreden: Greencovery en TripleW.

UNC en DNV/Summit

Naast Kikkoman en Buyo vond ook koffiereus UCC, met haar vestiging in Bolsward, een match met een oplossing die in een gezamenlijke pitch werd gepresenteerd door de Noorse multinational DNV, die ook een vestiging heeft in Noord-Nederland, en Summit Engineering uit Eelde.

UCC wil minder aardgas gebruiken bij het branden van koffiebonen en denkt aan waterstof als alternatief. DNV weet hoe dit gerealiseerd kan worden, vertelt Johan Knijp, die het technologiecentrum van DNV in Groningen leidt. Samen met Summit Engineering bedacht hij een oplossing. ‘Wij denken dat UCC het beste af is met een flexibel concept, waarbij stap voor stap minder gas en meer waterstof kan worden gebruikt.’ Voor de directie van UCC kreeg dat voorstel net de voorkeur boven de interessante pitch van Equans, dat een hybride systeem met waterstof en elektriciteit bedacht.

Naar het wereldpodium Tijdens het match-event ondertekenden Kikkoman en Buyo en UCC en DNV/Summit een symbolische letter of intent om de komende maanden in een formeel traject de mogelijkheden voor samenwerking verder te verkennen. Hopelijk vormt dit de basis voor een vergaande samenwerking en sindsdien zijn de partijen regelmatig met elkaar in gesprek. In ieder geval zullen de twee challenge-houders en probleemoplossers, op uitnodiging van de NOM, hun voortgang presenteren op de World Expo in Japan, een jaar na de lancering van de Innovation Challenge.

In Osaka wordt in april 2025 de Wereldexpositie gehouden. Meer dan honderdvijftig landen laten daar hun beste innovaties zien, zo ook Nederland. Onder de noemer ‘common ground’ krijgen JapansNederlandse samenwerkingen het podium. Dat was voor TopDutch de aanleiding om deze Innovation Challenge te richten op Japanse bedrijven in Noord-Nederland. ‘De bedrijven die meedoen aan deze challenge laten in Osaka hun vorderingen zien in het paviljoen van Nederland’, legt Fleur Mulder uit. Zij is programmamanager van deze en andere Innovation Challenges.

Vernieuwde mindset

Kikkoman en Buyo, UCC en DNV/Summit. Het zouden zomaar samenwerkingen kunnen zijn die tot nieuwe innovaties leiden. Remco van Leeuwen kan daarover meepraten. Hij won een jaar geleden als projectmanager van New Born Rubber een soortgelijke pitch om aan de slag te kunnen met een ander Japans bedrijf, Teijin. ‘We werken nog steeds samen. Je ziet dat er mogelijkheden zijn, in ons geval mogelijkheden om transportbanden in mijnen te verduurzamen. Door er samen met open vizier onderzoek naar te doen, hebben we flinke stappen gezet.’

Dat kan Ben Freyee van BASF alleen maar beamen. Het Zwitserse bedrijf met vestiging in Heerenveen deed een jaar geleden mee aan de Sustainable Industry Challenge. Het was op zoek naar manieren om het restafval van de productie te hergebruiken en ging in zee met twee startups om antwoorden te vinden, Aquacycl en Treatech. Freyee: ‘Het was spannend om heel anders te gaan denken. Maar onze mindset is echt veranderd en onze blik is blijvend gericht op innovatie. Dat is wat zo’n challenge doet.’

ChallengeBase

Heb je een probleem waarvan je denkt dat het opgelost kan worden door challenge-based innovation? Na de successen van de TopDutch Innovation Challenge en de Sustainable Industry Challenge werkt de NOM verder aan challenge-based innovatie met een eigen organisatie, ChallengeBase, in samenwerking met Founded. Zij staan open voor elk noordelijk bedrijf of (semi-)overheidsorganisatie met een innovatievraag op het gebied van duurzaamheid, circulariteit, digitalisering of gezondheid. En gaan vervolgens wereldwijd op zoek naar oplossingen en ondersteunen de innovatie om deze in Noord-Nederland te realiseren.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.