NOORD-NEDERLAND
SCHRIJFT EIGEN TOEKOMST
VOEDSELVERNIEUWERS OP SCHERP
TUBBER HEEFT HET TIJ MEE
MAART 2024
GROEIEN BEGINT HIER.
‘IJzeren
Kan
Kappa geen aardgas krijgen?
Minder ontslagen bij Kip Hoogeveen
Ring’ rond Israëlische ambassadeur in Westerbork
Veertien studenten rennen spiernaakt over de Grote Markt
Staatssecretaris van Hulten over spreiding PTT: 80% verhuist
19 maart 1974
Het wereldnieuws van die dag werd gedomineerd door de olieboycot door 7 van de 9 Arabische olieproducerende landen. De Arabische landen eisen van Nederland dat die op haar beurt eist van Israël om zich terug te trekken uit alle bezetten gebieden en dat er een oplossing komt voor het Palestijnse probleem.
In Hoogeveen werden een paar jaar eerder 10.000 caravans geproduceerd. Dat bleek het hoogtepunt van de markt.
De energietransitie speelde op meerdere fronten een rol. Het gasleidingennetwerk was nog in aanbouw. Kartonfabriek Kappa wilde graag een aansluiting maar werd door de Gasunie tegengehouden omdat ze teveel gas zouden verbruiken. Ze moesten voor hun productieproces maar stookolie blijven gebruiken. Vakbondsleider Fré Meis hield een pleidooi om Kappa van gas te voorzien.
Streaken was een rage in de hele wereld. Zo ook bij de Groningse studenten.
Kabinetsbeleid zorgde ervoor dat niet automatisch alle nieuwe rijksdiensten in de Randstad gevestigd werden. In navolging van de Postgiro naar Leeuwarden verhuisde de PTT van Den Haag naar Groningen. Er was veel weerstand bij personeel en directie. Maar de staatssecretaris verwachtte dat veel mensen desondanks mee zouden verhuizen.
Waarom dit nieuws vraagt u zich wellicht af. Dat heeft inderdaad wel een bijzondere reden. Op dezelfde dag, 19 maart 1974, tekende de minister van Economische Zaken Ruud Lubbers in Den Haag de oprichtingsacte van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij. Diezelfde middag installeerde de bewindsman de Raad van Commissarissen van de NOM in het Familiehotel te Paterswolde. Ook dàt was voorpaginanieuws in de Leeuwarder Courant en het Nieuwsblad van het Noorden.
Vijftig jaar later viert de NOM haar tiende lustrum.
Zijn er in Drenthe meerdere caravan- en camperbedrijven.
Is het Midden-Oosten conflict nog steeds een heftig middelpunt van het wereldnieuws.
Blijkt Kappa wel een gasleiding te hebben gekregen en is nu als Smurfit Kappa en grootverbruiker van gas bezig te elektrificeren en op diverse manieren CO2-uitstoot te reduceren.
Is de PTT KPN geworden onder leiding van Wim Dik. Berucht is het verhaal dat hij alleen in Groningen was voor werkoverleg met minister Neelie Kroes. Die hij daarvoor dus speciaal van Den Haag naar Groningen liet rijden. Puur pestgedrag zou je nu zeggen. Maar de mensen die naar Noord-Nederland kwamen willen nooit meer terug. De komst van de PTT is ook één van de pijlers onder de bloeiende IT-community van het Noorden.
Streaken is uit de mode geraakt, ook onder studenten. Ze hebben andere bezigheden. Ruim honderd studenten economische geschiedenis en sociale geografie hebben samen met de NOM gewerkt aan historische tijdlijnen van een aantal belangrijke noordelijke economische sectoren en aan toekomstscenario’s.
Soms lijkt het of er niks verandert en tegelijkertijd ook zoveel wel.
boonstra@nom.nl
@dinaboonstra
www.linkedin.com/in/dinaboonstra
COLUMN
24 NOM 50 JAAR, EEN OVERZICHT
18 TUBBER GAAT VERDER
40
5 Terugblikken en vooruitkijken met de RUG
8 Kansen voor Seaweedland
10 BIPF, de achtste editie
13 Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen
14 De Vector WD2.0 van Vector Machines
21 Groeien begint hier: Klaas-Jan Olthof
22 Feest? The DJ Company!
26 Aquacycle gaat naar WaterCampus
29 Alexander Draaijer blogt
30 Spotlicht: Bakery Sweets Center
32 De toekomst van HLB Group
34 5 miljoen voor QDI Systems
37 Aangenaam: Boudewijn Hulst
38 De drijfveren van Niek Koops
43 Sluit je aan: TopDutch
44 Welkom bij EDIH NN
46 De expert: Peter de Jong
48 Wist je dit?
16
3
Lees alles over de geschiedenis en de toekomst van het Noorden (blz. 24-25)
Hoe en waarom risicokapitaal je verder kan brengen (blz. 29)
Maak vernieuwing onderdeel van je bedrijfscultuur (blz. 38)
In
en verder
deze
...
DE INSPECTIETECHNOLOGIE VAN ACQUAINT
UIT
NUMMER
DIT
TIPS
STARTUPDELTA NOORD-NEDERLAND
1 3 2
COLOFON
NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.
Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.
Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.
Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl.
Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.
Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Amber Boomsma, Dina Boonstra, Manisch Creatief, Alexander Draaijer, Wiek van Gemert, Folkert van der Glas, Boudewijn Hulst, Richard Kootstra, Jean-Paul Taffijn.
Fotografie: Hans van Dijk, Alfred Oosterman, Streekboer, Ronald Zijlstra, stock NOM.
Drukwerk: Scholma Print & Media.
Oplage: papier 2.800, digitaal 915.
Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen.
Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl
Cover: Marijn Molema, Aleid Brouwer en Wiek van Gemert van de Rijksuniversiteit Groningen werkten aan de geschiedenis en de toekomst van Noord-Nederland.
Fotografie: Hans van Dijk
De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De folie waarin de NOMMER bij verzending per post wordt aangeboden is suikerriet 12 mu folie. Deze folie is voor meer dan 80% gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen en is volledig recyclebaar binnen het reguliere inzamelsysteem.
werkenbijdenom.nl
Wil jij ook een bijdrage leveren aan een duurzamer, gezonder en slimmer economisch klimaat in Noord-Nederland?
Welkom bij Team NOM!
Werken bij de NOM, dat betekent werken in een omgeving waar hard gewerkt wordt aan de economie van Noord-Nederland.
Wat dat in de praktijk betekent lees je natuurlijk van voor naar achter in deze NOMMER.
Op werkenbijdenom.nl vind je nog wat meer informatie. En leer je meer over wie we zijn als werkgever, ontdek je de sfeer in ons gebouw, en krijg je een voorproefje van de dagelijkse gang van zaken, onder andere door de verhalen en filmpjes van Fleur, Thomas en Leonie. Dus waar wacht je op? Scan de code.
Ben jij de volgende keer bij ons in beeld?
NOM. Groeien begint hier.
Maart 2024
Nieuw
Fleur
Leonie
4 | MAART 2024
Thomas
Noord-Nederland schrijft eigen toekomst in de sterren
Noord-Nederland heeft toekomst.
Door aan de juiste touwtjes te trekken, kan de regio meekomen en zelfs vooroplopen in de economische ontwikkelingen. Welke touwtjes de juiste zijn, hangt van allerlei factoren af.
De afgelopen maanden is hard gewerkt aan verschillende toekomstscenario’s, zodat de juiste beslissingen kunnen worden genomen.
Samenwerking. Dat is wat Noord-Nederland altijd verder heeft gebracht. Denk aan de coöperaties van weleer, de gezamenlijke inspanningen om terpen, wierden en kanalen aan te leggen. Denk ook aan de sterke netwerken van nu, de korte lijntjes tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid.
‘Eind negentiende eeuw werd de samenleving als gevolg van de industrialisering veel complexer. Daar waren nieuwe vaardigheden voor nodig, nieuwe kennis. Scholen werden gesticht, de overheid ging zich er steeds meer mee bemoeien. Daar zie je al dat de netwerken zich uitbreidden, vooral rond de landbouw en de verwerkende industrie. Later kwamen daar meer clusters bij, zoals het chemische. Het zijn
Aleid Brouwer
Marijn Molema
Wiek van Gemert
5 | GROEIEN BEGINT HIER.
We moeten het woord ‘ontwikkeling’ herdefiniëren en alles langs de lat van de brede welvaart leggen.
Marijn Molema, Rijksuniversiteit Groningen
patronen die ontstonden en nu nog doorwerken’, zegt Marijn Molema. Hij is bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Molema werkte de afgelopen maanden samen met zijn studenten in opdracht van de NOM aan een historisch verhaal over bedrijvig Noord-Nederland. Directe aanleiding is het vijftigjarig bestaan van de NOM. Het verhaal werd gepast in een canon dat prachtig is vormgegeven op de website nom.nl/nom50jaar.
Meer dan inspiratie
De toekomst van ons landsdeel is daarop het uitgangspunt. Als je wil weten waar je heen wilt, moet je weten waar je vandaan komt. Molema: ‘Het verleden is inspiratie, maar meer dan dat. Je ziet processen die nu nog doorwerken en die belangrijk zijn voor de eigenheid van onze regio. Die werken ongetwijfeld ook door in de toekomst, dus daar moet je rekening mee houden.’
De historicus heeft daar een goed voorbeeld bij: de landbouw. Na de oorlog begeleidde de overheid intensief de schaalvergroting. Zij adviseerde, deelde kennis en vaardigheden, speelde een rol als intermediair om het hogere doel te bereiken. ‘Je ziet dat we nu kampen met de gevolgen van dat beleid, namelijk de zoekgeraakte balans tussen economie en ecologie. Het verleden kan helpen de uitdagingen te begrijpen, maar ook handelingsperspectief bieden. Historische organisatievormen, zoals de landbouwvoorlichting, kunnen in een nieuwe vorm helpen in de hedendaagse zoektocht.’
Een ander beeldbepalend proces in de geschiedenis van Noord-Nederland vond plaats eind jaren zestig. De fabrieken waar veel mensen nodig waren om serieel te produceren, verdwijnen naar lagelonenlanden. Dat ontluikt een crisisgevoel, wat nieuwe ideeën tot gevolg heeft:
we moeten gaan clusteren, aandachtsgebieden maken die kansrijk zijn. Daar heeft de NOM later ook een rol in gespeeld.
Molema: ‘Je ziet dat overheden, onderwijs en ondernemers steeds meer krachten gaan bundelen en gaan nadenken over de vraag wat nou de sterke punten zijn van Noord-Nederland. Geografisch bepaalde netwerken worden steeds krachtiger, zeker in de jaren tachtig.’ Hij ziet daarin grote voordelen. ‘Samen sta je sterk. Je helpt elkaar, je kunt gezamenlijk aandacht vragen en geld aantrekken. Een keerzijde is er ook. Door de focus op specifieke aandachtsgebieden loop je de kans dat er blinde vlekken ontstaan, dat mooie initiatieven geen kans krijgen omdat ze buiten de hoofdaandachtsgebieden vallen.’
Woord ontwikkeling herdefiniëren
Al die ontwikkelingen leidden tot waar we nu staan, op een schakelmoment waarin het woord transitie op bijna alles van toepassing lijkt. Molema: ‘We zitten in een tijd van verandering. Anderhalve eeuw lang ging het om meer, meer, meer. Groei en ontwikkeling werden uitgedrukt in geld. Dat kan niet meer, omdat er simpelweg grenzen aan onze planeet zitten.’
We moeten dus anders gaan kijken, naar brede welvaart. Sociale, ruimtelijke en culturele aspecten zijn ook belangrijk. ‘We moeten het woord ‘ontwikkeling’ herdefiniëren en alles langs de lat van de brede welvaart leggen. Dat is ook een opgave voor de NOM, om mee te bewegen met die vooruitgang. Volgens mij doet ze dat ook, bijvoorbeeld door te zeggen: we investeren niet in alles. Het gaat niet alleen om economisch rendement, het gaat om wat goed is voor NoordNederland in bredere zin.’
Het is kiezen, aandacht vestigen op de juiste sectoren, zien welke ontwikkelingen gaande zijn en bijsturen in de juiste richting.
Aleid Brouwer, Rijksuniversiteit Groningen
6 | MAART 2024
Dat is de toekomst, die vandaag al begint. Wat morgen brengt, weet niemand. Rekening houden met verschillende scenario’s kan wel. En dat is precies het terrein van Aleid Brouwer. De sociaal geograaf is bijzonder hoogleraar Brede Welvaart en houdt zich veel bezig met het opstellen van toekomstscenario’s, op allerlei terreinen. De NOM vroeg haar dat ook te doen voor de economische ontwikkeling van Noord-Nederland. Zoals ze het zelf zegt: ze kan niet voorspellen, maar wel voorstellen.
Dat is belangrijk, om het juiste handelingsperspectief te kunnen hebben. Als je weet welke kant je op wil én je ziet welke factoren invloed hebben, dan kun je de juiste instrumenten inzetten om het schip zo goed mogelijk op koers te houden. Samen met heel veel studenten ontwikkelde Aleid Brouwer vier verschillende toekomstscenario’s.
Die gaan onder meer over hoe ons voorland eruitziet als er meer of minder overheidsbemoeienis is met de economie, als er meer of minder technologische innovaties zijn, als er een grotere of kleinere hang naar regionale zelfvoorzienendheid is.
Nog vijftig jaar van belang
‘Je hebt niet alles in de hand. In zulke scenario’s werken we uit wat ons te wachten staat als externe factoren de ene of de andere kant op bewegen. Dat is in wezen wat wij doen. We gebruiken een methode om na te denken over de toekomst, zodat je je erop kunt voorbereiden, zodat je de juiste beslissingen kunt nemen.’
De afgelopen maanden spraken haar studenten met tal van stakeholders. Van ondernemers en managers tot ambtenaren en deskundigen. Zo ontstond een beeld van welke factoren de grootste invloed zouden kunnen hebben op de economische ontwikkeling in het Noorden. Dat beeld werd vertaald in een assenstelsel waarlangs de economische ontwikkeling zich beweegt.
Klinkt dat abstract? Aleid Brouwer: ‘Een simpel voorbeeld is brexit. Voorafgaand aan de uitslag van de stemming zijn er ongetwijfeld scenario’s gemaakt in alle landen van Europa. Wordt het een brexit?
Dan staat ons dit te verwachten en moeten we dat doen. Blijft het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie? Dan kunnen we beter dit en dat doen. Zo werkt het ook met onze scenario’s voor Noord-Nederland. Invloeden van buiten bepalen voor een deel waar het naartoe gaat. Door die verschillende invloeden te beschrijven en na te denken over hoe groot hun impact is, geven we handelingsperspectief. Je hoeft niet meer verrast te worden.’
Op die manier heb je meer grip op je eigen toekomst. Dat is exact wat beslissingmakers nodig hebben, maar waar ook de NOM haar voordeel mee kan doen. Het is kiezen, aandacht vestigen op de juiste sectoren, zien welke ontwikkelingen gaande zijn en bijsturen in de juiste richting. Het is een instrument dat helpt om nóg minimaal vijftig jaar van belang te blijven in de economische ontwikkeling van Noord-Nederland.
Kritisch kijken
Historicus Wiek van Gemert hielp om het werk van de studenten te vertalen naar de historische tijdlijnen en toekomstscenario’s. Wiek van Gemert: ‘Door te kijken naar de verschillende sectoren van de noordelijke economie ontstaat het beeld van een economie die zich ondanks tegenslagen is blijven ontwikkelen. Het Noorden is een schat van mooie verhalen. De studenten hebben ontzettend veel interessante informatie in kaart gebracht, die ik heb geprobeerd op een mooie manier samen te brengen. Daaruit komt een divers beeld van econo-
mische ontwikkeling naar boven: een ondernemer, zoals Willem Albert Scholten, kan de aanjager van een hele sector zijn, datzelfde geldt voor een vondst van bijvoorbeeld zout of aardgas. Maar een sterke sector kan ook weer andersoortige bedrijvigheid aanjagen, zoals de landbouw die een maakindustrie voor landbouwwerktuigen voortbracht. De grootste gemene deler in het Noorden is samenwerking: dat speelt een grote rol in het verleden, heden en daar is de regionale economie ook richting de toekomst op ingericht. In de toekomstscenario’s komen steeds dezelfde dillema’s naar boven, eigenlijk ongeacht de sector waar het scenario zich op richt. Hoe kunnen we klimaatverandering radicaal tegengaan zonder dat de economie die we in het Noorden zo zorgvuldig hebben opgebouwd instort? Hoe kunnen we investeren in sterkten zonder dat er mensen buiten de boot vallen? Ook die dillema’s zelf hebben een lange geschiedenis in de regio, maar het Noorden heeft, anders dan in het verleden, een uitgangspositie waarin veel mogelijk is. Als we de toekomst naar onze hand willen zetten, zullen we kritisch moeten kijken naar wat écht van waarde is, en harde en duidelijke keuzes durven maken op basis van een open maatschappelijk debat.’
Juist nu het economisch beter gaat in het Noorden, moeten we kijken naar meer dan alleen economische groei.
Wiek van Gemert, Rijksuniversiteit Groningen
T +31 6 464 309 54 | E
WWW.NOM.NL/NOM50JAAR
Annemarie Atema | manager marketing & communicatie
atema@nom.nl
7 | GROEIEN BEGINT HIER.
Vol met vitaminen, vezels, mineralen en eiwitten, CO2-negatief, supersnel groeiend en in enorme hoeveelheden beschikbaar. De kansen voor zeewier zijn groot. Zeker als die op land wordt gekweekt. Seaweedland is bezig het proces te optimaliseren, met steun van de NOM.
Zeewier is de toekomst
INVESTEREN
Sven Rusticus
Anko Kuil
8 | MAART 2024
Iedereen eet regelmatig zeewier. In schepijs, in chocolademelk, in saucijzenbroodjes, sushi, sauzen, pudding en nog veel meer producten zit zeewier verwerkt, als toevoegings- of verdikkingsmiddel. Zeewier zit ook in tandpasta, cosmetica, voedingssupplementen en zelfs medicijnen. Maar er is veel meer mogelijk met de planten. Zo is zeewier bijvoorbeeld een beloftevolle vleesvervanger.
Sexbierum
Sven Rusticus weet dat al een paar jaar. De ondernemer werd zo gegrepen door de voordelen van zeewier, dat hij besloot serieus werk te maken van de productie ervan, maar dan wel op een schone, verantwoorde manier waarbij de kwaliteit constant en consistent is. Samen met vriend en farmaceutisch ondernemer Anko Kuil maakte Rusticus een plan dat moet leiden tot duurzame zeewierproductie in kassen in Sexbierum.
Zeewier kweken op land. Dat klinkt nogal tegenstrijdig. En toch is dat de beste manier om de belofte van de plant tot volle wasdom te laten komen, zegt Rusticus. ‘Op heel wat plekken in de wereld wordt zeewier ‘gewoon’ op zee gekweekt en geoogst. Voor verschillende doeleinden is dat een prima methode, maar niet voor wat wij willen: zeewier gebruiken voor humane voeding.’
Rusticus werd een paar jaar geleden gegrepen door de bijzondere eigenschappen van zeewier. Zijn eerste idee was ook om in zee te gaan kweken, totdat hij de nadelen zag. ‘Je kunt nooit voor een constant en consistent aanbod zorgen omdat je te maken hebt met verschillende seizoenen, weersomstandigheden, temperaturen en meer. Maar de allergrootste drempel is wel dat er in zeewier uit de zee altijd schelpdieren zitten. En die bevatten allergenen waar sommige mensen niet tegen kunnen.’
Dat probleem kun je verhelpen door het zeewier onder gecontroleerde, constante omstandigheden te kweken. Op land dus. In een kas, als het aan Seaweedland ligt. Daar kun je bassins bouwen, waarin optimale condities gecreëerd worden voor de groei van zeewier. Rusticus en Kuil experimenteren daarmee al volop in Heerhugowaard. Binnen afzienbare tijd willen ze uitbreiden naar een kassencomplex in Sexbierum.
Daar staat een groot kassencomplex leeg. Rusticus: ‘Een deel van de kassen zal gebruikt worden voor het opwekken van zonne-energie waar we duurzame elektriciteit vandaan kunnen krijgen.’ Ideaal is de ligging. Diep onder de grond ligt een bron met heel zuiver, zout water. Dat is de perfecte basis voor het water dat de startup wil gebruiken voor de kweek, aangevuld met nutriënten.
Zo ver reikt de ambitie van Seaweedland. De bedenkers vinden dat logisch. In hun ogen is zeewier een onmisbare schakel in de transitie naar een duurzamere wereld en daarmee het redden van de planeet. Tel maar mee: de kweek van zeewier is CO2-negatief. Uit een hectare zeewier is 22 keer zoveel proteïne te oogsten als uit een hectare soja. Je hebt er bovendien enkel zout water en geen zoet water voor nodig zoals bij andere gewassen en in het bijzonder voor dierlijke eiwitten. En zo zijn er nog veel meer gunstige voorwaarden.
12.000 soorten zeewier
‘Onderzoek naar zeewier gaat snel verder, maar er is nog een hele weg te gaan’, zegt Rusticus. ‘In de wereld bestaan zo’n 12.000 soorten, we gebruiken er nog maar een paar en steeds worden nieuwe voordelen
ontdekt. Zo is van de soort Asparagopsis bewezen dat het een probaat middel is om methaangassen van koeien naar beneden te krijgen. Je voegt een beetje toe aan hun voer en de koeien boeren significant minder methaan uit.’
Seaweedland denkt dat Nederland de kans heeft een leidende rol in de wereld te gaan spelen in de duurzame zeewierproductie. Rusticus: ‘We kunnen serieus impact hebben. Zeewier is een middel om de wereld op een duurzame manier te voeden.’
Die voeding is waarop het bedrijf zich om die reden vooral richt, in eerste instantie met drie soorten wier. Dat doet Seaweedland om de wereld te verduurzamen, maar ook om de gezondheid van de mensheid te bevorderen. Zeewier bevat namelijk grote hoeveelheden mineralen, vezels, eiwitten en vitaminen. Interessant is vooral ook de aanwezigheid van vitamine B12, dat het menselijk lichaam nodig heeft als het minder vlees eet. Als zoutvervanger werkt zeewier ook voor de gezondheid, omdat zeewier minder natrium en meer magnesium en kalium bevat. En als natuurlijk verdikkingsmiddel is het ook duurzamer dan gelatine afkomstig van dieren.
‘Dat is waar het ons om te doen is, om de wereld duurzaam te voeden. Maar we werken daarnaast ook aan andere producten met zeewier, zoals cosmetica en voedingssupplementen. Zeewier heeft antibacteriële en antivirale eigenschappen. Het is ontstekingsremmend, bevat antioxidanten en werkt anti-ageing voor de huid. Op specifieke producten met die eigenschappen kunnen we een hogere marge behalen en onze operatie verbeteren. Wist je trouwens dat zeewier ook de basis is van oceaan- en koraalvriendelijke zonnebrand? Nóg zo’n kans.’
NOM voor beginfase
Seaweedland is pas twee jaar onderweg en hard bezig alle mogelijkheden en eigenschappen te ontdekken en in kaart te brengen. De proefopstelling in Heerhugowaard is daarin een belangrijke stap. De vestiging van de onderneming luidt: Leeuwarden. En dat is niet voor niks. Rusticus: ‘Leeuwarden is het epicentrum van watertechnologie. Daar willen wij middenin zitten. Afgezien daarvan is agricultuur groot in Noord-Nederland en zijn de netwerken goed. Die hebben wij nodig.’
De NOM helpt daarbij, vertelt investment manager Ruud van Dijk. ‘Seaweedland is een bedrijf dat aan het begin staat van wat iets heel moois kan worden. Iedereen ziet de grote kansen, maar in zo’n beginfase is het lastig om investeringsgeld aan te trekken. Daar zijn wij voor. We steken nu geld in de testopstelling die voorafgaat aan de opschaling naar een locatie zoals Sexbierum. Daar is een volgende financieringsronde voor nodig. En als de testen positief zijn, dan staan we daar vast weer open voor.’
Dat hoopt Rusticus ook. Zijn grootste uitdaging nu is – behalve uitpluizen welke zeewieren het best gedijen bij verschillende omstandigheden –het openbreken van de markt. ‘De voordelen van zeewier zijn evident. Het smaakt ook lekker, en dat is waar we mensen nu van moeten gaan overtuigen. Dat doen we onder meer door chef-koks in te zetten, die met onze producten heerlijke gerechten maken. De eerste proeven zijn wat dat betreft veelbelovend. Zeewier is de toekomst. Wij weten dat al, nu is het tijd dat meer mensen dat zien.’
SEAWEEDLAND.COM Ruud van Dijk investment manager T +31 6 215 185 09 | E vandijk@nom.nl 9 | GROEIEN BEGINT HIER.
Voedselvernieuwers op
Het Business Innovation Program Food (BIPF) start dit voorjaar met alweer de achtste editie.
Ook Noord-Nederlandse voedselvernieuwers krijgen de kans om mee te doen aan dit landelijk opgezette leertraject. Jan Craens (Kaaslust) en Sandra Ronde (Streekboer) haakten afgelopen najaar aan. Welk effect heeft het innovatieprogramma op hun aanpak?
‘Dankzij dit programma ga ik bewuster te werk’
Met zijn zeventig levensjaren heeft
Jan Craens een schat aan ervaring opgebouwd. Hij is levensmiddelentechnoloog, rentmeester, bedrijfskundige, adviseur, kaasmaker én ondernemer, bekend van zijn bedrijf Kaaslust in Veenhuizen. Dat hij zijn betrokkenheid bij Kaaslust aan het afbouwen is, gaf hem de ruimte om deel te nemen aan het Business Innovation Program Food.
Want: Jan is vol enthousiasme bezig met het ontwikkelen van een plantaardige variant voor kaas. ‘Deze opleiding behoedt me voor omwegen en fouten’, lacht hij. ‘Ik ben een man die denkt in mogelijkheden en daarbij heb ik soms de neiging om de rand van het ravijn op te zoeken. Dankzij het BIPF ga ik bewuster te werk.’
Kleine stapjes
‘Van nature ben ik het type van gewoon doen en zien hoe het loopt’, vertelt de ondernemer. ‘De kans op roekeloze investeringen was vrij groot geweest als de NOM mij niet had geattendeerd op dit innovatieprogramma. Want daar leerde ik om volgens een stappenplan te werken en een betere voorbereiding te doen door markt- en klantonderzoek. Dan kun je gerichtere keuzes maken én dingen uitproberen zonder meteen all-in te gaan. In Silicon Valley doen ze het ook: met weinig budget iets realiseren en snel testen, zodat je in een proces van kleine stapjes kunt bijsturen en verfijnen. En onderweg vooral blijven checken of je acties passen bij de fase waar je in zit. Dat helpt om op het juiste moment de goede dingen te doen en geschikte partijen aan te trekken.’
INNOVEREN
Jan Craens
10 | MAART 2024
scherp door leertraject
Jan vindt het prachtig om als doorgewinterde ondernemer weer geprikkeld te worden met nieuwe inzichten. ‘Ik draag een grote gereedschapskist met kennis en ervaring met me mee. Dat is een voordeel, al zit het me soms ook in de weg, omdat ik gewend ben de dingen op een bepaalde manier aan te pakken. Daarom ben ik blij dat ik al in de prille startfase van deze vernieuwing aan het BIPF kon deelnemen. Alles staat of valt met een goed product en daarmee ben ik aan het experimenteren. Over de kansen heb ik geen zorgen. Klanten vragen al langer naar plantaardige alternatieven en die beweging wordt steeds groter. De kunst is om niet te doen wat anderen al doen. Waar ik nu mee bezig ben, is een voedzamer alternatief voor de bestaande vegan varianten. En smakelijk natuurlijk, want de mensen kopen het alleen als het lekker is.’
Rentmeesterschap regio
Uit de klantinterviews kwam naar voren dat smaak vaak een struikelblok is bij plantaardige producten. Ook willen mensen die bewust kiezen zo min mogelijk toevoegingen in hun voedsel. ‘Als levensmiddelentechnoloog en kaasmaker heb ik veel ervaring met smaken en structuren’, vertelt Jan. ‘Er zijn legio mogelijkheden en ik heb al een hele lijst van mensen die in deze ontwikkelfase graag willen proeven. Het proces vraagt een lange adem, daarom is het belangrijk dat ik partners ga zoeken. Ook om mijn kennis over te dragen, want qua leeftijd ben ik bepaald geen starter meer. De NOM helpt om lijntjes te leggen. Zij zijn in Noord-Nederland betrokken bij veelbelovende initiatieven in voedselvernieuwing. Dat zie ik graag: kennisclusters en productie in de eigen regio. Dat past bij rentmeesterschap, biedt kansen voor ondernemers én brengt werkgelegenheid.’
‘Het was goed om uit mijn eigen bubbel te stappen’
Sandra Ronde
Sandra Ronde bouwt al sinds 2015 aan haar Streekboer-concept, vanuit een missie om de lokale voedselketen in Noord-Nederland rendabel te maken. ‘Het gaat me veel te traag’, zegt de bevlogen ondernemer. ‘Omdat we meer impact willen maken, heb ik meegedaan aan het Business Innovation Program Food.’
‘En het bleek goed om even uit mijn eigen bubbel te stappen. Ik begon eraan met het idee te leren hoe we nieuwe klantgroepen kunnen aanspreken. Er was al vaker tegen me gezegd dat we meer aan marketing moeten doen. Maar ik ontdekte in het BIPF-traject dat we onze bestaande klantenkring veel actiever kunnen benutten in het groeiproces.’
11 | GROEIEN BEGINT HIER.
De juiste vragen stellen
Gemiddeld bestellen zo’n zeshonderd betrokken klanten uit Friesland, Groningen en Drenthe wekelijks streekproducten. ‘Richting toekomst denken we veel groter’, benadrukt Sandra. ‘Ons doel is om lokaal voedsel voor iedereen in Noord-Nederland toegankelijk te maken. Om daar te komen, moeten we beter gebruikmaken van een waardevolle informatiebron: onze huidige klanten. Belangrijke basis in het BIPF was een gedegen klantonderzoek. Ik leerde vooral de juiste vragen te stellen. Want mensen reageren vaak positief op ons sympathieke concept, maar dat zegt niks over het koopgedrag in de praktijk. Dáár moet je op doorvragen en dat heb ik nu gedaan.’
Sandra ontdekte hoe mensen hun boodschappen doen, welke praktische overwegingen een rol spelen, welke belemmeringen er zijn en waarom ze soms toch weer afhaken bij Streekboer. ‘Ik heb nu meer inzicht in de aankoopmotieven’, vertelt ze. ‘Interessant is ook dat op het platteland de behoefte aan ons concept groter is, omdat het aanbod daar minder groot is dan in de steden. Fijn vond ik de bevestiging dat de lokale factor doorslaggevend is om bij ons te bestellen. Mensen hebben meer vertrouwen in voedsel uit de eigen regio. Toch zijn ook gemak en gewoonte belangrijke factoren. Daar kunnen we op inspelen door ons bestelproces te optimaliseren en de mogelijkheden voor ophalen en bezorgen verder uit te breiden.’
Streekboer-ambassadeurs
‘De bedrijfsscan van het BIPF was ook waardevol: in welke fase zit Streekboer en welke activiteiten horen daar bij? Zo ontdekte ik dat we meer uit bestaande klanten kunnen halen, in plaats van te richten op nieuwe doelgroepen. Als mensen bijvoorbeeld wisselend bij ons kopen, is de uitdaging om hen te motiveren om vaker te bestellen. Iets eenvoudigs als een herinneringsmail blijkt al te werken. Wij gaan onze systemen daar nu beter op inrichten en het aankoopgedrag van klanten monitoren. Want het innovatieprogramma deed me ook inzien dat zij ons kunnen helpen om een volgende schil te bereiken. Door ambassadeur te zijn voor Streekboer en binnen de eigen omgeving nieuwe klanten aan te dragen. Aan ons de taak om hen op een passende manier te prikkelen.’
Volgens Sandra is de Streekboer-nieuwsbrief daarvoor het sterkste kanaal. ‘Verder organiseren we vaker activiteiten met en bij boeren, want praktijkervaringen zijn effectief. Door te blijven vertellen waarom we doen wat we doen, nemen we mensen mee in ons verhaal. Ook als zij Streekboer al kennen. Dat onze huidige klantenkring een goed uitgangspunt is voor verbetering en groei, is het beste inzicht dat ik opdeed door het BIPF-traject. Het geeft me rust en focus. Bovendien blijf ik gemotiveerd door onze blije klanten, de boeren en andere samenwerkingspartners. We weten allemaal waar we het voor doen: eerlijk en voedend voedsel uit de regio. Elke keer als ik thuiskom met een krat vol streekproducten voor mijn eigen gezin, besef ik: dit gun ik iedereen.’
Marktvalidatie is kern van
Business Innovation Program Food
Een groeiend aantal startups en mkb’ers hebben krachtige ideeën om een bijdrage te leveren aan de voedseltransitie. Toch is de faalkans in voedselvernieuwing nog extreem hoog: maar liefst 95 procent krijgt geen gezonde businesscase van de grond. Als het om ons eten gaat, veranderen we blijkbaar niet zo makkelijk. Of zijn ondernemers onvoldoende bezig met de behoefte van klanten?
Precies dat – de behoefte van klanten checken – blijkt een kansrijk verbeterpunt. ‘Marktvalidatie, marktvalidatie en nog eens marktvalidatie’, benadrukt Joep de Vries, die zich vanuit de NOM bezighoudt met het ontwikkelen van Noord-Nederlandse ecosystemen binnen de agrifoodsector. ‘De valkuil van veel voedselvernieuwers is dat ze de verkeerde vragen stellen. Door het enthousiasme over hun idee missen ze belangrijke informatie over de markt: welke behoeften en problemen leven daar? Hoe bied jij met jouw product een oplossing?
Bij het Business Innovation Program Food (BIPF) leren deelnemers in de eerste plaats om gedegen markt- en klantonderzoek te doen.’
Naast de bewustwording van wat er werkelijk leeft bij klanten, besteedt het BIPF aandacht aan de levensfase van het bedrijf: waar sta je nu en welke acties passen daarbij? ‘We checken op vijf cruciale domeinen: product, markt, businessmodel, team en financiering’, legt Joep uit. ‘Als je te veel tijd, energie en geld besteedt aan acties die niet bij het momentum passen, dan groei je scheef in je processen en ben je – in het beste geval – veel langer onderweg. In dit traject leren we deelnemers om te focussen en zo effectief mogelijk aan de slag te gaan.’
Nieuwsgierig of het BIPF geschikt is voor jou?
Scan of klik op de QR-code of neem contact op met Joep de Vries.
Joep de vries | ecosysteemontwikkelaar Agrifood T +31 6 25 39 26 71 | E jdevries@nom.nl 12 | MAART 2024
Voor startups en scale-ups die impact willen maken
Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen
Aanscherpen
‘In één woord samengevat gaat dit programma echt om marktvalidatie’, zegt De Groot. ‘Waar zitten je klanten bijvoorbeeld? Welke problemen hebben ze? Zijn ze al actief op zoek naar oplossingen en zijn ze bereid te betalen voor jouw oplossing? Tijdens het programma voer je veel goede gesprekken met potentiële klanten om echt tot de kern van hun probleem te komen en daarmee ook je propositie heel goed aan te scherpen. En daarnaast is er ook een scherpe focus op het prioriteren van aandacht, tijd en geld in de opstartfase en alles goed in orde hebben voor de groeifase.’
Kennis en netwerk
Nederland staat de komende jaren voor een enorme bouwopgave. Daarbij gaat het niet alleen om aantallen, duurzaamheid en circulariteit zijn net zo belangrijk. Voor startups en scale-ups die met hun innovaties impact willen maken in de bouw- en infrasector, is er nu het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen (ATB). ‘Met dit programma willen we innovatieve ondernemers helpen om grote stappen te zetten richting duurzame groei en samen de transitie in de bouw te versnellen.’
Het ATB is een sectorspecifiek programma en richt zich op startups en scale-ups die zich bezighouden met innovaties op het gebied van biobased/circulair bouwen of datagedreven beheer en onderhoud van infrastructuur. ‘We bieden een intensief programma van 100 dagen met zes masterclasses en toegang tot een landelijk netwerk’, zegt business developer Martijn Bouwman, die samen met Steven de Groot vanuit de NOM is betrokken bij het programma. ‘We bieden op dit moment twee losse programma’s voor twee fases aan, maar het is de bedoeling dat er later dit jaar ook een programma speciaal voor mkb’ers bij komt.’
‘De bouw- en infrasector is niet de makkelijkste markt voor startups’, vult Bouwman aan. ‘Het is relatief gezien best een conservatieve markt met veel wet- en regelgeving. Met ons programma krijg je toegang tot een landelijk netwerk, waar grote consortia met lobbykracht bij zijn aangesloten zoals TKI Bouw & Techniek, maar ook sectorspecifieke experts, kennishubs en proeftuinen. Dat zorgt natuurlijk voor veel kortere lijnen en de juiste ingangen.’
Inschrijven
Het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen wordt georganiseerd door regionale ontwikkelingsmaatschappijen NOM, ROM InWest, Horizon Flevoland en ROM Utrecht Region. Het programma is onderdeel van het Nationaal Groeifonds programma Toekomstbestendige Leefomgeving. Meer weten of inschrijven? Scan of klik op de QR-code.
Martijn Bouwman | business developer (Circulaire kunststoffen) T +31 6 552 255 34 | E bouwman@nom.nl Steven de Groot junior business developer T +31 6 15 822 771 | E degroot@nom.nl
13 | GROEIEN BEGINT HIER.
Het was geen eenvoudige opgave. Dat was vooral wel duidelijk. Toch slaagde Vector Machines erin om een elektrisch aangedreven autonome robotmaaier te ontwikkelen die ook op terreinen met hinderlijke obstakels en een slechte gpsontvangst slim weet te navigeren. ‘We merkten dat er meer dan voldoende vraag was.’
Vector Machines introduceert revolutionaire robotmaaier
‘Als we nu twintig machines hadden klaarstaan waren ze gisteren al weg’, stelt Erik Post. ‘De interesse uit de markt is groot. Niet heel gek, als je bedenkt hoeveel zonneparken er wereldwijd zijn en komen en hoe enorm de te maaien oppervlaktes zijn. De traditionele manier van grasonderhoud is dan een flinke uitdaging en vaak zelfs ondoenlijk.’
Erik is verantwoordelijk voor de marketing en export bij Vector Machines. Het bedrijf, formeel gestart in 2022 en opererend vanuit Lemmer en Stiens, ontwikkelde een eigen autonome robotmaaier. Op zich niets nieuws natuurlijk. Autonome maaiers kun je tegenwoordig overal tegenkomen. Op sportvelden of bij mensen thuis om het gazon strak
Jan-Dirk van der Tol
Sander Steegstra
en gezond te houden. Alleen: gangbare robotmaaiers werken met gps. En ja, dan is het op zonneparken soms lastig maaien. Onder de panelen is er immers geen gps-ontvangst meer. Juist daarvoor biedt Vector Machines een oplossing. Door een combinatie van technologieën is de Vector WD2.0, zoals de machine heet, in staat het terrein minutieus te scannen en de maaibewegingen aan te passen aan de omgeving.
Agrarisch techneut
Vector Machines is opgericht door Jan-Dirk van der Tol en Sander Steegstra. Jan-Dirk, een agrarisch techneut, richtte zich met zijn
INVESTEREN
14 | MAART 2024
Eigenlijk overal waar de gps-ontvangst soms slecht is en obstakels het groenonderhoud
bemoeilijken, is de Vector WD2.0
al snel interessant. Erik Post, Vector Machines
bedrijf Machines4Green jarenlang op de verkoop van radiografische maaimachines voor onder andere het grasonderhoud op en rond zonneparken. Met een andere onderneming, Feedtuber genaamd, hield hij zich bezig met de verkoop en productie van technische systemen voor het inkuilen van veevoeders en het vermalen en samenpersen van biomassa. Sander was ooit eigenaar van het verkoop- en serviceplatform Cvtotaal. De onderneming, waarmee hij onder meer cv-installaties, warmtepompen en zonnepanelen aanbood, verkocht hij in 2018 aan een grote energiereus.
Sportvelden en golfbanen
Het toenmalige Flinc, tot voor kort een label van de NOM, zag in Sander een mogelijke investeerder in veelbelovende noordelijke bedrijven. Het was ook via Flinc dat Jan-Dirk en Sander elkaar voor het eerst ontmoetten. ‘Ik was aan Jan-Dirk gekoppeld omdat hij een investeerder zocht voor Feedtuber’, vertelt Sander. ‘Kort daarvoor was ik zelf Ergon Robots gestart, een dealer van autonome maairobots voor grote terreinen als sportvelden en golfbanen. Het energiebedrijf waaraan ik Cvtotaal had verkocht was actief in zonneparken en vroeg of mijn robots ook daarvoor geschikt waren. Nee, moest ik bekennen. Maar ik zag wel kansen, zeker nadat ik hoorde dat Jan-Dirk daar met Machines4Green al behoorlijk in thuis was. Dus gingen de gesprekken al snel niet alleen over Feedtuber, maar steeds meer over het maaien van zonneparken. Het klikte, mede door onze gedeelde interesse.’
Fusie
Er was ook verbazing. Over dat er op duurzame energieprojecten als zonneparken nog veelal met brandstof aangedreven machines werd gewerkt. Dat er niet of nauwelijks autonoom gemaaid werd en vooral dat er nog geen adequate oplossing bestond voor het strak maaien van grote ruige terreinen met overal obstakels en oneffenheden. ‘We kwamen er al snel achter dat daar een gegronde reden voor was’, glimlacht Sander. ‘Het was gewoon ontzettend moeilijk. Toch besloten we de uitdaging aan te gaan en onze krachten te bundelen. Zo is Vector Machines ontstaan, uit een fusie tussen Machines4Green en Ergon Robots.’
Lidar
De activiteiten van beide bedrijven werden ondergebracht in de nieuwe onderneming, maar de focus lag voornamelijk op de ontwikkeling van wat later de Vector WD2.0 zou heten. Een complexe klus, zoals gezegd. ‘Het is relatief eenvoudig om op zonneparken met behulp van gps-rtk, een technologie om uiterst nauwkeurig te kunnen navigeren,
en satellieten een maaitraject op te starten’, betoogt Sander. ‘Maar ja, zodra de robot zich eenmaal onder de panelen bevindt is het contact verloren.’
Om dat probleem te tackelen is de maaier van Vector Machines voorzien van lidar-technologie. Lidar staat voor light detection and ranging. Of in goed Nederlands: het bepalen van de locatie door middel van laserpulsen. Het stelt de machine in staat om obstakels nauwkeurig te identificeren en te ontwijken. Ook worden sensoren gebruikt om bijvoorbeeld de wielsnelheid te monitoren en om ervoor te zorgen dat de robotmaaier onder alle omstandigheden zelfstandig kan manoeuvreren. Het is vooral de combinatie van gps-rtk en lidar die de Vector WD2.0 uniek en onderscheidend maakt’, onderstreept Sander. ‘Dat was nog nooit eerder gedaan.’
Werkkapitaal
Nadat een werkend prototype gereed was, werd het tijd om de NOM in te schakelen. Er was financiering nodig om vakmensen te kunnen aannemen. Tegelijkertijd was er behoefte aan werkkapitaal voor het dragen van de lasten op korte termijn. ‘Natuurlijk, we merkten dat er meer dan voldoende vraag was’, zegt Sander. ‘Maar de machines moesten wel eerst gebouwd worden. We krijgen natuurlijk pas betaald als we daadwerkelijk kunnen leveren.’
De NOM was onder de indruk. Net als de Rabobank. Samen verstrekten ze Vector Machines de gewenste financiering. ‘De marktpotentie is overduidelijk aanwezig’, zegt Daniëlle van Dalfsen, investment manager bij de NOM. ‘Ook vormen Jan-Dirk en Sander een perfecte combinatie. Sander heeft een creatieve en innovatieve mindset en Jan-Dirk is echt een man van de praktijk die precies weet wat een machine qua techniek nodig heeft. Bovendien past de fase waarin de onderneming zich bevond perfect bij de NOM.’
Werktuigdrager
Inmiddels zijn in Nederland de eerste machines verkocht. Nog dit jaar verwacht Vector Machines ook de buitenlandse markt op te gaan. De verwachtingen zijn hooggespannen. ‘We wisten dat de markt in Nederland al heel groot was’, verduidelijkt Erik. ‘Naarmate we meer internationale beurzen bezochten, zagen we dat er overal vraag was naar een product als de Vector WD2.0. Niet alleen in Europa, maar ook ver daarbuiten.’
De Vector WD2.0 is overigens meer dan alleen een elektrisch aangedreven en autonome robotmaaier, zegt Erik. ‘Het is een zogenaamde werktuigdrager. Een machine dus waar je verschillende werktuigen aan kunt hangen. Zo kun je hem ook uitrusten met bijvoorbeeld een schoffel of een kooimaaier. Het betekent dat de machine veel breder toepasbaar is dan alleen op zonneparken. Denk aan golfbanen, boomkwekerijen of de fruitteelt. Eigenlijk overal waar de gps-ontvangst soms slecht is en obstakels het groenonderhoud bemoeilijken, is de Vector WD2.0 al snel interessant.’
Danielle van Dalfsen | investment manager T +31 6 152 425 41 | E vandalfsen@nom.nl
WWW.VECTORMACHINES.NL 15 | GROEIEN BEGINT HIER.
Vrelax en XS2Event drongen dit jaar door tot de finaleronde van de AFAS Young Business Award. De twee Groningse scale-ups zijn maar een paar van de visitekaartjes die Noord-Nederland te bieden heeft. Dat worden er steeds meer, want de noordelijke ambitie om groeiwonders te kweken is groot.
Noord-Nederland
Elke week vragen tussen de vijf en tien startups via startupvisa een visum aan in Noord- of Oost-Nederland. TopDutch is daarbij onze etalage.
Fleur Mulder
INNOVEREN
16 | MAART 2024
Ja, het Noorden is de regio van de energie, van watertechnologie, van groene chemie. Maar Noord-Nederland is ook de regio voor innovaties en startups. Al jarenlang doen de noordelijke provincies mee op landelijk en wereldtoneel. En tóch kan het beter, moet het beter. Want kansen blijven onbenut doordat startups en investeerders elkaar te moeilijk vinden, doordat de juiste begeleiding niet altijd voor handen is en vooral omdat duidelijker moet zijn waar de loketten zijn waar innovatieve ondernemers kunnen aankloppen.
Een ambitieus plan vanuit de NOM, Founded in Groningen, Founded in Friesland, Universiteit van het Noorden en de provincie Drenthe moet aan die onzekerheid een einde maken. Om te beginnen wordt de versnippering aangepakt. De nieuwe organisatie Founded in the North neemt de rol van facilitator voor innovaties en startups over in de drie provincies. De nieuwe organisatie schuift als een koepel over de drie noordelijke provincies. En dat is logisch, omdat ondernemers zich ook niet aan provinciegrenzen houden.
‘Het is nodig dat er leiderschap komt op het noordelijke ecosysteem. Er zijn te veel plekken waar startups worden uitgenodigd. Als we stappen willen zetten, dan moeten we gezamenlijk de kansen zien en pakken’, zegt Leonie Ebbes. Zij is namens de NOM druk bezig met het programma rond Founded in the North. ‘Er is in het Noorden veel programmering en financiering. Door de keten sluitend en inzichtelijk te maken, ontstaat er helderheid voor startups en scale-ups waar ze in welke fase moeten zijn.’
elkaar soms mis. Zonde. ‘Dat vinden de investeerders zelf ook. Daarom willen we een overzicht van startups die financiering zoeken en investeerders die een deal willen. Zodat dat proces gemakkelijker gaat verlopen.’
Het is nodig dat er leiderschap komt op het noordelijke ecosysteem.
Er zijn te veel plekken waar startups worden uitgenodigd.
Leonie Ebbes
Diezelfde behoefte aan een overzichtelijk landschap geldt ook voor buitenlandse ondernemers met innovatieve ideeën. Voor hen is het Noord-Nederlandse ecosysteem nog lastiger te doorgronden, weet Fleur Mulder. Zij houdt zich namens de NOM onder meer bezig met de acquisitie van startups van over de grens. ‘Die wil je dus begeleiden, zeker als ze met een innovatie komen die wij van belang vinden. Wij helpen startups met het vinden van de juiste plek voor hun business. Doe je iets met watertech? Dan brengen we je figuurlijk naar Leeuwarden. Life Sciences & Health? Dan zal omgeving Groningen de aangewezen plek zijn.’
Buitenlandse founders wonen graag in Noord-Nederland
Belangrijk is om die buitenlandse startups eerst maar eens voor Noord-Nederland te laten kiezen. Voor de meeste van hen is Nederland
wordt steeds meer startupdelta
Dezelfde taal spreken
Dit gaat over afstemming, over het gelijkschakelen van ketens, over het opzetten van een logische en doorzichtige structuur, over het samenvoegen van middelen en mogelijkheden. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat we op die manier meer startups een kans geven om goede ideeën tot wasdom te laten komen.’ Daar hangt ook een kwantitatieve doelstelling aan. Dat moet in 2027 leiden tot negentig nieuwe startups en twintig scale-ups.
De kennisinstellingen, investeerdersclubs, accelerators, allemaal gaan ze beter samenwerken om tot dat doel te komen. In het belang van Noord-Nederland. Dat gaat in de ambitieuze plannen van Founded in the North ver. Leonie Ebbes: ‘Het begint al met dat iedereen dezelfde taal spreekt. Wat is de definitie van een startup? En van een scale-up? De opleidingsprogramma’s moeten op elkaar aansluiten, de processen gelijkgetrokken, de begeleiding van scale-ups gestroomlijnd. Daar zijn we mee bezig.’
Idealiter wordt de nieuwe Founded een soort fuik. Ruwe diamantvisjes zwemmen erin, worden op waarde geschat en doorverwezen naar de juiste plekken en programma’s om tot volle bloei te komen. Een belangrijk onderdeel daarvan is de financiering. Gewerkt wordt aan de creatie van één zogeheten financieringstafel. Daar ontmoeten financiers en ondernemers elkaar en wordt efficiënt zakengedaan. Nu nog is dat landschap te verknipt en lopen financiers en startups
één gebied, zonder dat ze voorkeur hebben voor een specifieke regio. Fleur Mulder: ‘Je ziet wel dat als ze eenmaal bekend raken met Noord-Nederland, ze dan graag hierheen komen. Dat heeft vooral te maken met de fijne leefomgeving. Mensen uit het buitenland wonen graag in het Noorden.’
Kiezen voor Noord-Nederland is de afgelopen tijd aantrekkelijker geworden voor buitenlandse talenten. In samenwerking met OostNederland deelt ‘het Noorden’ namelijk startupvisa uit. Wie kiest voor de noordelijke regio, krijgt hulp en begeleiding bij de aanvraag van een visum om hier aan het werk te mogen. Fleur Mulder: ‘Dat werkt. Elke week vragen tussen de vijf en tien startups zo een visum aan in Noord- of Oost-Nederland. TopDutch is daarbij onze etalage.’
De Young Business Award toont enkele van die noordelijke groeibriljanten. Twee van de twaalf finalisten zijn gevestigd in Noord-Nederland. De afgelopen jaren passeerden veel meer ondernemingen uit dit landsdeel de revue, inclusief winnaars als CodeSandbox. Als de ambitieuze plannen werken, groeit het noordelijke aandeel de komende jaren flink. Het kan, het talent is er, de middelen ook.
Leonie Ebbes | business developer T +31 6 557 100 20 | E ebbes@nom.nl Fleur Mulder | strategist T +31 6 552 204 35 | E mulder@nom.nl
17 | GROEIEN BEGINT HIER.
Botenverhuurplatform Tubber heeft het tij mee
Al jarenlang is Tubber de onbetwiste marktleider in Nederland. Inmiddels is de Groningse scale-up klaar om ook de rest van de wereld te veroveren. ‘Het is ons ultieme doel om een zeilvakantie op het blauwe water voor iedereen toegankelijk te maken.’
INVESTEREN
18 | MAART 2024
Wij zijn echte noorderlingen en wisten dat de NOM heel goed paste bij onze manier van ondernemen. Ambitieus, maar wel vanuit een open en nuchtere cultuur.
Tessa de Vries, CEO Tubber
Tubber was al enige tijd op kleine schaal buiten de eigen landsgrenzen actief. Want ja, als marktleider in Nederland is er altijd wel ruimte om ook elders te groeien. ‘Alleen niet in de mate die we willen en kunnen realiseren’, zegt oprichter Anne de Vries van het botenverhuurplatform. ‘Mede dankzij een groeifinanciering van de NOM is het nu wél mogelijk om ons potentieel te benutten en versneld op te schalen naar het buitenland.’
Inmiddels heeft het bedrijf al mooie stappen gezet. Zo ging Tubber, na een succesvolle lancering in het Verenigd Koninkrijk eerder dit jaar, onlangs live in Duitsland. Als het platform bij de oosterburen helemaal staat, wil de scale-up ook Scandinavische zeilers een onvergetelijke vakantie bezorgen. Om het platform vervolgens internationaal steeds verder uit te rollen. ‘Het is ons ultieme doel om een zeilvakantie op het blauwe water voor iedereen toegankelijk te maken’, benadrukt Anne.
Professionele verhuurders
Tubber verbindt professionele verhuurders als charterbedrijven met mensen die een zeiljacht, catamaran of motorboot willen huren. Het boekingsplatform wordt weleens een Airbnb voor bootverhuur genoemd. Maar die vergelijking blijkt niet helemaal juist. ‘In ons aanbod zul je geen boten van privé-eigenaren tegenkomen’, legt CEO Tessa de Vries uit. ‘We werken uitsluitend met professionele verhuurders die, bijvoorbeeld bij technische problemen, vakkundige assistentie kunnen verlenen of snel een goed alternatief kunnen bieden. Met andere woorden: we willen dat mensen optimaal van een vaarvakantie kunnen genieten. Zonder zorgen, om precies te zijn. Met een particuliere boot is dat altijd een beetje afwachten.’
Het platform biedt keuze uit meer dan 16.000 boten in meer dan 750 bestemmingen wereldwijd, met de focus op het Middellandse Zeegebied. Vooral Griekenland en Kroatië zijn populair. Maar toch: waar veel te kiezen valt, ligt keuzestress op de loer. Waarnaartoe en met welk type jacht? Natuurlijk, er zijn genoeg filtermogelijkheden, maar Tubber gaat nog een stap verder. Zo krijgt iedereen de beschikking over een vaste contactpersoon, een shipmate genaamd, die desgewenst helpt bij het keuze- en boekingsproces. Ook onderweg is de shipmate voor de vakantieganger 24/7 bereikbaar.
Ondernemersbloed
Tessa groeide op als dochter van een ondernemer. Als kind keek ze met bewondering en verwondering naar het werk van haar vader. Zelfstandig aan iets bouwen en je eigen keuzes kunnen maken. Ja, dat leek haar ook wel wat. Toch bracht ze de eerste jaren van haar werkende leven door in loondienst. ‘Dan merk je dat het hebben van ondernemersbloed best frustrerend kan zijn’, vertelt Tessa. ‘Dat je dingen moet doen waar je niet altijd achter staat. Ik had daar wel eens moeite mee.’
Ook Anne is een ondernemer in hart en nieren. Zo was hij kort na de millenniumwisseling betrokken bij de oprichting van de Nationale Vacaturebank, samen met Jan-Peter Cruiming. In 2004 werd de banensite voor een aanzienlijk bedrag verkocht aan VNU. Een paar jaar later begon hij, wederom met Cruiming, reiswebsite Holidot.com. ‘Dat is uitgelopen op een totale flater’, glimlacht Anne. ‘Als fanatiek zeiler, met een voorkeur voor de Middellandse Zee, besloot ik me volledig te gaan richten op waar mijn hart lag. Ik had ooit voor luttele euro’s de domeinnaam Zeiljachthuren.nl gereserveerd. Na de livegang zijn we vanaf daar gestart met het verhuren van boten.’
Het begin
Zeiljachthuren.nl was nagenoeg vanaf het allereerste moment een succes. Het aantal gebruikers en aangesloten partners groeide razendsnel. Alleen: er kon niet worden opgeschaald. ‘De site draaide op software die we huurden van een ander bedrijf’, verduidelijkt Anne. ‘Als we iets nieuws bedachten moest dat via dat softwarebedrijf worden geïmplementeerd. Dat begon te schuren en zat onze internationale groeiambities flink in de weg. Op een gegeven moment moesten we voor een klant een jacht terugzeilen van Ibiza naar Mallorca. Tijdens die tocht hebben we alles uitgedacht om te komen tot een krachtig en schaalbaar platform. Terug in Mallorca hebben we doorgepakt en is Tubber ontstaan.’
De grootste uitdaging bij het bouwen van het platform? Die ligt volgens Anne met name in de keuze van de programmeertaal die je gaat gebruiken. Programmeertalen veranderen, verdwijnen en steeds weer komen er nieuwe bij. ‘Maak dan maar eens de best mogelijke keuze’, betoogt Anne. ‘En ook: wat voor type ontwikkelaars heb je nodig als door wilt groeien? Als je een taal kiest die heel erg specialistisch is, nee, dan ga je in een krappe arbeidsmarkt de juiste mensen nooit vinden. Je moet bij het bouwen dus continu vooruitkijken en zorgen voor een goede balans tussen wat je ontwikkelt en hoe je het gaat onderhouden. Dat is niet eenvoudig.’
19 | GROEIEN BEGINT HIER.
Automatiseringsslag
In de eerste jaren werden de transacties en andere administratieve processen voornamelijk handmatig uitgevoerd. Naarmate het aantal klanten toenam, werd dat logischerwijs te omslachtig en te tijdrovend. En dus werd een flinke automatiseringsslag gemaakt. ‘In de hoge automatiseringsgraad schuilt nu ook grotendeels de kracht van Tubber’, zegt Tessa. ‘Samen met onze service, aftersales en presales, uiteraard. Net als wij hechten onze klanten, veelal mensen tussen de 30 en 60 jaar, veel waarde aan persoonlijk contact. Ze vinden het fijn om voor vragen over een luxeproduct als een zeiljacht bijvoorbeeld de telefoon te kunnen pakken. Je hoeft natuurlijk niet te bellen, maar als je het wel doet nemen we altijd op.’
Coronaperiode
Zoals gezegd is Tubber uitgegroeid tot marktleider in Nederland. Al een paar jaar geleden was het bedrijf klaar om internationaal de vleugels uit te slaan. Corona gooide roet in het eten. ‘G-Force Capital was destijds net als investeerder aan boord gekomen’, blikt Tessa terug. ‘We stonden echt in de startblokken. Toch heeft de coronaperiode ons ook veel goeds gebracht. We moesten onze processen noodgedwongen nog slimmer automatiseren. Tegelijkertijd hebben we keihard gewerkt om de schaalbaarheid van het platform verder te optimaliseren. In plaats van ons plan in de koelkast te zetten hebben we het juist weer op tafel gegooid en nog beter proberen te maken.’
Mooie basis
De inspanningen bleven niet onopgemerkt. Begin 2023 besloten G-Force Capital en Move Fast Ventures samen met investeerder Marnix van der Ploeg, die nauw betrokken was bij het internationale succes van Booking.com, een vervolginvestering te doen. ‘Daarmee werd een mooie basis gelegd voor snelle internationale groei’, zegt Tessa. ‘We dachten meteen: dit is het moment om de NOM te benaderen voor een kapitaalinjectie. De NOM heeft ons ooit geholpen met het investor ready maken van ons businessplan. Het contact is altijd gebleven. Wij zijn echte noorderlingen en wisten dat de NOM heel goed paste bij onze manier van ondernemen. Ambitieus, maar wel vanuit een open en nuchtere cultuur.’
Na het verstrekken van de groeifinanciering maakt Tubber zich dus op om verder op te schalen naar het buitenland. Het boekingsplatform wil jaarlijks minimaal 50% groeien. Een realistisch streven, stelt Tessa. ‘We zitten de laatste maanden dan ook perfect op schema. De markt is megagroot. Bovendien hebben we het tij mee, want sinds corona zijn zeilvakanties wereldwijd alsmaar populairder geworden.’
Tessa de Vries, CEO Tubber
Oprichter
Anne de Vries
Team Tubber
|
T +31 6 552 255 17 | E hulst@nom.nl WWW.TUBBER.COM 20 | MAART 2024
Boudewijn Hulst
investment manager
Groeien begint hier
KLAAS-JAN OLTHOF
Oprichter en mede-eigenaar Olthof Groep
Olthof Groep is leverancier van beton en bouwgrondstoffen, zoals granulaat, zand en grind. De productie is zo duurzaam mogelijk, door (bouw)puin en ander afval te herbruiken. Vanuit de basis in Sappemeer bedient het bedrijf – met circa 130 medewerkers – een groeiende klantenkring in de bouw, infra, industrie en agrarische sector.
www.olthofgroep.nl
Volgens Klaas-Jan Olthof
Wat betekent groei voor jou?
‘Groei zie ik als een middel om nieuwe dingen te kunnen doen. Om te blijven ontwikkelen en mee te gaan met veranderingen in de wereld om ons heen. Soms betekent groei ook iets anders loslaten. Mijn broer en ik kochten een betoncentrale met het doel om onze melkveehouderij overeind te houden. De nieuwe stal kwam er niet, terwijl ons betonbedrijf aansloeg en steeds meer aandacht vroeg. Het verkopen van de koeien was een pijnlijk besluit. Toch bracht onze keuze voor de Olthof Groep meer mogelijkheden en kansen om te groeien, als bedrijf én als mens. In de melkveehouderij werkten we volgens een vast ritme, in het betonbedrijf is elke dag anders en vaak spannender.’
Hoe ben je persoonlijk gegroeid?
‘Het omgaan met die spanning is nog een leerpunt, want daar zitten twee kanten aan. Er gebeurt altijd wel iets en ik geniet van alle ideeën, mogelijkheden en uitdagingen zolang de zaken goed gaan. Maar als het eens een periode wat minder gaat in het bedrijf, dan heb ik daar last van.
Loslaten is moeilijk als het ondernemen je passie is. Misschien heeft dat te maken met mijn achtergrond als boer; het werk is helemaal verweven met mijn leven. Wel heb ik geleerd om steeds meer taken los te laten. Bij een bepaalde bedrijfsomvang kun je niet meer alles zelf doen en beslissen. Dan moet je dingen uit handen geven. En dan ook accepteren dat medewerkers het soms anders doen dan jij. Die vrijheid geef ik ze. Soms gaat het mis, maar door fouten kunnen zij ook groeien in hun rol.’
Hoe ben je zakelijk gegroeid?
‘Dan denk ik vooral aan het financiële plaatje. Het gaat om steeds grotere bedragen en dat zorgt voor meer druk en verantwoordelijkheid in zakelijke beslissingen. Dat kosten voor de baten gaan, blijft wennen. Groeien vraagt om tijdige investeringen, zoals een dure nieuwe kracht aannemen, die zichzelf op termijn gaat terugverdienen. We zijn nu bezig met een flinke opschaling, waarbij we miljoenen investeren in een nieuwe fabriekshal, extra machines en zo’n vijftig nieuwe medewerkers. Als familiebedrijf waren we gewend alles zelf te doen, inmiddels hebben we – met 130 mensen in vaste dienst – geleerd hoe essentieel een goed team is voor zakelijke groei. Hier in Noord-Nederland treffen wij het echt, onze arbeidskrachten gaan door het vuur voor de Olthof Groep.’
Heb je groeitips voor andere ondernemers?
‘Denk groot. Want als je redeneert vanuit wat je kent, denk je gauw te klein. Wij kochten destijds onze eerste betoncentrale met het idee om de regio te beleveren. We begaven ons op onbekend terrein en de markt voor bouwgrondstoffen bleek veel groter dan we dachten. Dat was een eyeopener. Omdat wij een grote stap durfden te zetten met die eerste betoncentrale, opende zich een wereld aan nieuwe mogelijkheden. En dan gaat groeien bijna vanzelf.’
21 | GROEIEN BEGINT HIER.
The DJ Company kijkt over de landsgrenzen
Met jaarlijks zo’n 3.000 boekingen zijn ze in Nederland al marktleider. Nu mikt The DJ Company ook op expansie daarbuiten. Zo werd vorig jaar gestart in België en zijn er, met ondersteuning van GroBusiness, serieuze plannen om het concept ook elders in Europa uit te rollen. Stap voor stap, uiteraard, want internationaal ondernemen doe je niet zomaar. Er komt nogal wat bij kijken.
The DJ Company roept al snel associaties op met grote festivals en clubfeesten. ‘Maar wat wij doen is net even anders’, lacht medeoprichter Yme Sake Boonstra van het Groningse bedrijf. ‘Wij focussen ons op kleine feesten als verjaardagen en bruiloften. Of meer concreet: The DJ Company is een online platform waar je heel makkelijk een dj kunt boeken en je feest kunt beheren. Klanten kunnen op het platform hun wensen en de feestlocatie, inclusief eventuele bijzonderheden, doorgeven. Op basis daarvan, en de evaluaties van de dj, wordt aan de hand van een algoritme een juiste koppeling gemaakt.’
Kaapverdië
Yme Sake richtte het bedrijf zo’n twaalf jaar geleden op met Tette Boekema, een jeugdvriend die hij had leren kennen op het Stedelijk Gymnasium in Leeuwarden. Samen studeerden ze Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en ontwikkelden tegelijkertijd een passie voor kitesurfen. Tijdens een surftrip op Kaapverdië raakten ze in hun hotel in gesprek met een Deense jongen. Het was hen opgevallen dat hij, tussen het surfen door, regelmatig achter zijn laptop zat. Vanwaar eigenlijk? Was hij wellicht aan het mailen met zijn vriendin? Nee, dat was niet bepaald het geval, hoorden ze. ‘Hij bleek vanuit daar een dj-bedrijf in Kopenhagen te runnen’, vertelt Yme Sake. ‘Onze interesse was meteen gewekt.’
INTERNATIONALISEREN
Tette Boekema
Yme Sake Boonstra
22 | MAART 2024
Niet dat Tette en Yme Sake in die periode heel veel met de wereld van dj’s hadden. Helemaal niet eigenlijk. Of zoals Yme Sake het zelf zegt: het hadden net zo goed tandenborstels kunnen zijn. ‘Het was de vrijheid die ons zo aansprak’, verduidelijkt hij. ‘Dat je de regie over je werk/privé balans op een mooie manier zelf in handen kunt houden. Een jongensdroom, zeker voor surffanaten zoals wij. Naarmate de Deen meer over zijn activiteiten vertelde, werden we steeds enthousiaster. Een maand later hebben we hem opgezocht in Kopenhagen en raakten we ervan overtuigd dat het ook in Nederland potentie had. In de basis deed hij nagenoeg hetzelfde wat wij nu met The DJ Company doen, maar dan kleinschaliger.’
Eerste offerte-aanvraag
Terug in Nederland werd een bedrijfsplan gemaakt en al snel gestart met het bouwen van een website. Yme Sake was destijds nog bezig met de afronding van zijn master en de inmiddels afgestudeerde Tette deed de online marketing voor een reisorganisatie in de Groninger binnenstad. Na de livegang van de website volgde nog dezelfde avond een eerste offerte-aanvraag. ‘Een zekere meneer Dubois uit Brabant wilde voor één van zijn kinderen een feest organiseren en zocht daarvoor een dj’, herinnert Yme Sake zich nog als de dag van gisteren. ‘Vanaf dat moment is het allemaal gaan lopen.’
Krachtig platform
In de loop der jaren is The DJ Company in alle opzichten flink gegroeid. Er is een krachtig platform ontstaan, inclusief de daaraan gekoppelde systemen, waar klanten eenvoudig een dj kunnen boeken. Ook krijgen zowel klanten, dj’s, als de locaties de beschikking over een eigen online omgeving. In zo’n omgeving kunnen ze het feest beheren en relevante informatie uitwisselen en bekijken. ‘Natuurlijk, de dj’s zijn in ons concept enorm belangrijk. Toch hebben we er bewust voor gekozen om de dj in onze marketinguitingen niet centraal te stellen’, benadrukt Yme Sake. ‘Simpelweg omdat op onze feesten de mensen voor het feest zelf en niet voor de dj komen. Dat is ook de reden waarom je bij ons uitsluitend allround dj’s kunt boeken. Dj’s dus die niet een specifiek genre, maar vrijwel alles draaien. Voor jong en oud. Van jaren 70 en 80 muziek tot de top 40 van nu, en alles wat daartussen zit.’
10.000 tevreden klanten
Klantreviews zijn leidend in de activiteiten van The DJ Company. Als marketingtool, maar ook om te kijken waar nog verbeterpunten liggen. Tegelijkertijd zijn de klantreviews belangrijk voor de koppeling met de klant. De klant kan zelf geen specifieke dj kiezen, maar wel aangeven hoe de dj in de reviews beoordeeld moet zijn.
Groei is voor Yme Sake en Tette nooit een doel op zich geweest. Ze zien het eerder als het resultaat van het plezier dat ze beleven om met de rest van het team aan het bedrijf te bouwen. Toch werd een tijdje geleden een ambitieus doel geformuleerd. ‘In 2027 willen we 10.000 tevreden klanten hebben’, vertelt Yme Sake. ‘En ja, dat ga je in Nederland waarschijnlijk niet redden. Daarvoor zul je de grens over moeten. Vandaar dat we nu ook in België zijn begonnen. Waarom juist België? Dat had alles te maken met de taal. Het platform was tot voor kort niet multi-talig en multi-regionaal ingericht. Dat zullen sommigen wellicht zien als een beginnersfout. Maar ja, we hadden twaalf jaar geleden nooit voorzien dat het deze kant op zou gaan. Inmiddels beschikt het platform over een nieuw framework, gekoppeld aan ons CRM-systeem, zodat we straks per land alles kunnen beheren.’
In België begint The DJ Company aardig op stoom te komen. Wel bleek dat onze zuiderburen online minder snel boeken, zonder vooraf iemand te spreken. Dat obstakel is overwonnen nu het bedrijf recent een Belgische salesman heeft aangetrokken. Na België is het, zoals het ernaar uitziet, de beurt aan Duitsland. Om daarna het concept internationaal nog verder uit te rollen.
Je kunt bij ons uitsluitend allround dj’s boeken. Dj’s die vrijwel alles draaien. Voor jong en oud.
Yme Sake Boonstra, mede-oprichter The DJ Company
GroBusiness
Naast mogelijkheden levert internationaal ondernemen ook best wat hobbels op: andere (fiscale) wet- en regelgeving, andere culturen, gewoonten, subsidiemogelijkheden en meer. Om zich zo goed mogelijk op de kansen en risico’s voor te bereiden zocht The DJ Company contact met Wessel de Vries, themaspecialist internationaal ondernemen bij GroBusiness en YnBusiness.
‘In Nederland weten we precies wat we aan het doen zijn’, licht Yme Sake toe. ‘Maar internationaal ondernemen is toch wel andere koek. Juist daarom is het waardevol om je vragen en onzekerheden te kunnen voorleggen aan iemand als Wessel. Door zijn internationale ervaring kun je met hem over tal van relevante onderwerpen sparren op inhoud. Daarnaast beschikt hij over een enorm netwerk, waar we nu al van profiteren. Zo heeft Wessel ons, met het oog op marktverkenningen in specifieke landen, gekoppeld aan de Hanzehogeschool en NHL Stenden. En kort nadat we aangaven graag van andere internationale ondernemers te willen leren, zaten we al aan tafel met een bedrijf dat al geruime tijd in Duitsland actief is. Je hoeft het wiel tenslotte niet opnieuw uit te vinden.’
En het surfen?
Internationaal ondernemen kost tijd, aandacht en energie. Zeker voor een bedrijf als The DJ Company dat ook in eigen land nog volop groeikansen heeft. Is er voor Yme Sake en Tette überhaupt wel ruimte om te surfen? ‘Hoewel iets minder, doen we dat nog steeds hoor’, glimlacht Yme Sake. ‘Onze werk/privé balans en die van onze medewerkers blijven we scherp in de gaten houden. We ondernemen nooit ten koste van alles, integendeel.’
Trade Relationsprogramma
Exportadviseurs van de provinciale organisaties Ynbusiness, GroBusiness, Ik ben Drents Ondernemen en de NOM voeren jaarlijks gesprekken met ondernemers die internationaal ondernemen. De NOM is samen met RVO en in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de uitvoering van deze gesprekken in Noord-Nederland.
Wibo van Wier | accountmanager Trade
T +31 6 835 518 20 | E vanwier@nom.nl
THEDJCOMPANY.NL
23 | GROEIEN BEGINT HIER.
Terugblikken, stilstaan, vooruitkijken
Het is een bijzondere mijlpaal: we vieren ons 50-jarig bestaan. Deze gelegenheid grijpen we aan om niet alleen terug te kijken op onze geschiedenis, maar vooral ook vooruit te blikken naar de toekomst van onze regio. Ons doel is duidelijk: inspireren, verbinden en samenwerken aan een krachtig Noord-Nederland, klaar voor de uitdagingen van morgen.
Maak deel uit van de toekomst
van Noord-Nederland!
We nodigen je uit onze speciale website, NOM 50 jaar, in de gaten te houden. Hier delen we verhalen en kondigen we educatieve en inspirerende initiatieven en programma’s aan. Dat doen we om je uit te dagen mee te doen en aan te sluiten, want samen maken we de toekomst van Noord-Nederland.
Ontdek op deze pagina’s alvast wat je kunt verwachten. En er staat nog veel meer interessants op het programma. Scan of klik op de QR-code.
directeuren visies tijdperken
Ontdek hoe de NOM in de afgelopen 50 jaar is geëvolueerd door de verhalen van (oud) directeuren. Leer van hun ervaringen en inzichten over de veranderingen die hebben plaatsgevonden en wat dit betekent voor de toekomst.
24 | MAART 2024
De kracht van het Noorden in 2040
Waar staan we in 2040? Beschreven vanuit verschillende scenario’s. Van de laissez-faire markt naar gedigitaliseerde schaalvergroting. Scan of klik op de QR-code.
Oost, West, Noord best
In de serie ‘Oost, West, Noord best’ nemen ondernemers van verschillende generaties uit de drie noordelijke provincies ons mee naar de plekken die voor hen de kracht van het Noorden symboliseren. Waarom is het juist hier zo goed ondernemen?
Tijdlijnen
In onze longreads verkennen we de diverse transities waar Noord-Nederland zich middenin bevindt. Van groene chemie tot watertechnologie bundelen we kennis en ervaringen om een duurzame toekomst te realiseren.
Ontdek verhalen over een groene toekomst Groeien begint hier
Sluit je aan en blijf op de hoogte van al onze activiteiten. Dat doe je bijvoorbeeld door je te abonneren op onze nieuwsbrief, de eNOMMER.
Nog geen abonnement op de NOMMER? Regel dat eenvoudig en scan of klik op de QR-code(s).
Leer van de innovaties en ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en laat je inspireren voor wat nog komen gaat. Lees onze tijdlijnen die terugkijken op innovaties door de jaren heen en scenario’s die de toekomst schetsen 'van 1600 tot 2040'. Ontdek de geschiedenis van het Noorden in ons digitaal museum.
WWW.NOM.NL/NOM50JAAR
25 | GROEIEN BEGINT HIER.
Reinder de Jong (NOM) en Orianna Bretcher (CEO Aquacycl)
BACTERIËN ALS EEN NIEUW WAPEN IN DE STRIJD TEGEN AFVALWATER
Begin november opende de Amerikaanse startup Aquacycl officieel haar eerste Europese kantoor en testcentrum, op de WaterCampus in Leeuwarden.
De NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) en de NOM hielpen het bedrijf uit San Diego met het opzetten van de Nederlandse en Europese tak.
INTERNATIONALISEREN
26 | MAART 2024
‘We kijken enorm uit naar de impact die we kunnen maken in Europa, en de hulp van de NOM en de NFIA is echt onmisbaar geweest bij het zetten van deze eerste stappen’, zegt Jill Litschewski, COO van Aquacycl.
Ongeveer 80% van het afvalwater dat wereldwijd wordt geproduceerd, wordt direct in het milieu geloosd. Soms met minimale behandeling, soms zonder enige behandeling. En een van de grootste obstakels bij het oplossen van dit enorme probleem is dat afvalwaterzuivering een zeer kostbaar en extreem energie-intensief proces is. Ironisch genoeg draagt afvalwaterzuivering ook aanzienlijk bij aan de uitstoot van broeikasgassen.
Met de ingenieuze oplossing van Aquacycl is dit dilemma binnenkort verleden tijd. De Californische startup maakt gebruik van microbiële technologie om de behandeling van industrieel afvalwater kostenefficiënter en toegankelijker te maken, efficiënter en minder vervuilend. Enkele van ’s werelds grootste bedrijven in consumentenverpakte goederen gebruiken al Aquacycl-afvalwaterbeheersystemen. En dit jaar werd de startup ook finalist van de Earthshot Prize, een prestigieuze milieuprijs gelanceerd door niemand minder dan Prins William en Sir David Attenborough.
Hoe het werkt
Aquacycl werd 7 jaar geleden opgericht en maakt gebruik van een gepatenteerd Bio-elektrochemisch Behandelingstechnologie (BETT)systeem om afvalwater te reinigen. ‘Het is de enige technologie ter wereld die onverdund afvalwater kan behandelen’, zegt Litschewski. Simpel gezegd gebruikt de technologie natuurlijk voorkomende bacteriën om het water te reinigen. Het is een modulair systeem van reactoren ter grootte van een autobatterij, die als Legoblokken in een standaard zeecontainer gestapeld zijn. Terwijl water door deze BETT-reactoren stroomt, eten de microben de organische stoffen in het afvalwater. En tijdens dit proces produceren ze elektronen, die worden gebruikt om gelijkstroom op te wekken en het zuiveringsproces te versnellen.’
In de komende jaren willen we onszelf neerzetten als een autoriteit in Europa en specifiek in Nederland. Jill Litschewski, COO Aquacycl
De Europese markt
‘We wisten dat Europa een van de belangrijkste groeigebieden voor ons zou worden’, legt Litschewski uit. ‘Dat komt omdat Europa voorloopt op de rest van de wereld wat betreft milieuregels. Bedrijven moeten bijvoorbeeld uitstoot bekendmaken, verminderen en ervoor betalen. Oplossingen zoals die van ons kunnen echt een win-winsituatie bieden voor zowel deze bedrijven als het milieu.’
‘We werkten al samen met een investeerder in Nederland en hoorden positieve verhalen over het zakendoen hier’, vervolgt Litschewski. ‘Dus we waren onze opties en het zakelijke landschap aan het verkennen toen Reinder de Jong van de NOM en Faiza Mohammed van de NFIA in San Francisco contact met ons opnamen. Dat veranderde echt alles voor ons. Ze waren onze rechterhand en hun hulp was absoluut onmeetbaar.’
Orange Carpet Service
‘Reinder en Faiza hebben echt geholpen om een normaal gesproken heel langdurig administratief proces te versnellen. Ze hebben ons bijvoorbeeld in contact gebracht met een oranje loper service, die namens ons een ondersteuningsbrief naar de bank heeft geschreven, waarin werd verklaard dat we een echt en betrouwbaar bedrijf zijn. Het proces zou waarschijnlijk drie keer zo lang hebben geduurd zonder
AQUACYCL.COM
27 | GROEIEN BEGINT HIER.
Jill Litschewski
De WaterCampus is een geweldige plek voor Aquacycl, omdat het een goed ontwikkeld ecosysteem is van onderzoek, faciliteiten en bedrijven.
Dit biedt hen nieuwe kansen voor innovatie en samenwerking.
Reinder de Jong, projectmanager internationaliseren NOM
die brief. En we wisten ook niets van de Nederlandse arbeidswetten, dus ze hebben ons ook geholpen bij het wervingsproces. Ik kan echt niet genoeg goede dingen over ze zeggen. Elk bedrijf of elke organisatie die geïnteresseerd is in zakendoen in Nederland, moet absoluut de NFIA en de NOM als eerste stop kiezen.’
Ecosysteem
Projectmanager Internationaliseren & Watertechnologie Reinder de Jong denkt dat Aquacycl een geweldige aanvulling zal zijn op de regio. ‘Hun technologie heeft veel potentie, dus naast het helpen om Aquacycl hier in Nederland te krijgen, is het ook belangrijk dat ze deel uit gaan maken van een ecosysteem dat dit potentieel kan versterken. De WaterCampus is een geweldige plek voor Aquacycl, omdat het een goed ontwikkeld ecosysteem is van onderzoek, faciliteiten en bedrijven. Dit biedt hen nieuwe kansen voor innovatie en samenwerking.’
‘Reinder en Faiza hebben echt moeite gedaan om te begrijpen waar wij voor staan en wat we nodig hebben,’ zegt Litschewski. ‘Ze waren heel proactief, constructief en altijd beschikbaar. We zouden nooit hebben geweten waar we bijvoorbeeld overheidssubsidies konden vinden en hoe we die moesten aanvragen. Het is geweldig om samen te werken met mensen die echt aandacht besteden aan alles wat ons kan helpen.’
Drukke jaren voor de boeg
Naast het nieuwe kantoor heeft Aquacycl ook een testcentrum op de WaterCampus in Leeuwarden. ‘Het is geweldig om een laboratorium in Nederland te hebben. We hebben namelijk veel nieuwe klanten in Europa en het is heel moeilijk om het afvalwater naar de VS te verschepen’, zegt Litschewski. ‘Het testcentrum is eigenlijk bedoeld als een soort proof of concept. Onze klanten sturen hun watermonsters in en wij testen ze in onze reactoren. We bepalen zo hoe snel en met welke kwaliteit het water kan worden behandeld en stellen de omvang en reikwijdte van commerciële toepassing voor om een klantenuitdaging op te lossen.’
‘We kijken enorm uit naar de uitbreiding op de Europese markt’, vervolgt Litschewski. ‘We willen een grote impact maken en Europa reageert heel goed als het gaat om het milieu en schoon water. Water heeft ook echt een focus. En dat hebben wij als bedrijf natuurlijk ook, dus we zijn echt enthousiast om deel uit te maken van die oplossing. In de komende jaren willen we onszelf neerzetten als een autoriteit in Europa en specifiek in Nederland. We hebben drukke jaren voor de boeg!’
Reinder de Jong | projectmanager internationaliseren T +31 6 255 472 73 | E dejong@nom.nl
Sustainable Industry Challenge
Vorig jaar was Aquacycl ook een van de winnaars van de Sustainable Industry Challenge, georganiseerd door Chemport Europe. Startups van over de hele wereld konden oplossingen aanleveren voor duurzaamheidsvraagstukken van bedrijven als BASF, Cosun Beet Company, Teijin Aramid, Nobian, and RWE.
‘Aquacycl was één van de twee winnaars van de challenge van BASF, die naar manieren zocht om het slib dat vrijkomt tijdens spoelprocessen effectief te gebruiken en er waarde uit te kunnen halen’, zegt Amarenske Klatter, communicatieadviseur van Chemport Europe. ‘Dat BASF een challenge uitschrijft waar startups van over de hele wereld op reageren en dat er dan een nieuw bedrijf met de perfecte oplossing nagenoeg bij ze om de hoek zit, is prachtig om te zien.’
Volume to value
De komst van Aquacycl naar de Watercampus in Leeuwarden past ook perfect bij de nieuwe volume to value strategie. Daarbij gaat het niet meer om het aantal arbeidsplaatsen, maar juist om de waarde die een bedrijf aan de regio toevoegt. ‘We zijn dus veel selectiever geworden met deze nieuwe acquisitiestrategie’, zegt manager innoveren en internationaliseren Anne-Wil Lucas. ‘We richten ons op bedrijven die passen bij de innovatie-ecosystemen van Noord-Nederland, zoals watertechnologie, groene chemie en energie.’
En daar past een startup als Aquacycl volgens Lucas perfect tussen. ‘Ze brengen nieuwe technologie naar de regio die voor andere bedrijven ook hartstikke waardevol is. En omgekeerd zoeken ze ook actief de samenwerking op met de Watercampus, omdat die kennis en expertise voor Aquacycl net zo waardevol is. Het is een bedrijf dat naar Noord-Nederland komt voor het ecosysteem en niet voor de ruimte. En dat is heel mooi om te zien.’
28 | MAART 2024
DELEN
Wil je meer informatie?
Of heb je nog vragen?
Bel of mail Alexander.
Als je een startup begint of als scale-up groeikansen wilt grijpen, heb je kapitaal nodig. Starten of groeien is immers veelal een kostbaar traject. Maar helaas, zelfs voor veelbelovende bedrijven is het knap lastig om een geschikte financiering te vinden. Alexander Draaijer vertelt waarom en wanneer het ophalen van risicokapitaal een prima alternatief kan zijn.
Hoe en waarom risicokapitaal je verder kan brengen
Waarom zo’n uitdaging?
Voor startups en scale-ups is het ophalen van kapitaal een fikse uitdaging. Simpelweg omdat er voor financiers nogal wat risico’s en onzekerheden aan kleven. Gelukkig kan het aantrekken van risicokapitaal een prima alternatief zijn.
Risicokapitaal: wat is het precies?
Zoals de naam al doet vermoeden is het een vorm van investeren in bedrijven met een hoog risicoprofiel. Maar wel met de verwachting dat het bedrijf sterk gaat groeien en in de toekomst derhalve een grotere marktwaarde zal krijgen. In ruil voor hun investering krijgen risicokapitaalinvesteerders meestal aandelen in het bedrijf en delen ze mee in de winst als het bedrijf succesvol wordt.
Risicokapitaal biedt ondernemers de broodnodige financiële middelen om hun bedrijf van de grond te krijgen of te laten groeien. Het binnenhalen van risicokapitaal kan het vertrouwen in je bedrijf vergroten. Als een investeerder bereid is om er geld in te steken kan dat andere investeerders, klanten en potentiële partners overtuigen van toekomstig succes van het bedrijf.
Blijf kritisch als ondernemer!
Zoals gezegd verkoop je in ruil voor risicokapitaal in veel gevallen een deel van je bedrijf. Dat zorgt voor meer financiële vrijheid, waardoor je extra ruimte hebt om aan de ontwikkeling van je bedrijf te werken. Het ophalen van risicokapitaal heeft ook nadelen. Want als je een deel van de aandelen verkoopt, verlies je ook een deel van de zeggenschap in het bedrijf. Wees er dus zeker van dat jij en de kapitaalverstrekker een goede match zijn.
Meer weten?
Lees het volledig blog van Alexander Draaijer op nom.nl. Scan of klik op de code.
investment analist T +31 6 552 203 27 | E draaijer@nom.nl
Alexander Draaijer
KENNIS
29 | GROEIEN BEGINT HIER.
Met het Bakery Sweets Center is de bakkerij- en zoetwarensector in NoordNederland een inspirerend voorbeeld van krachtige samenwerking. Het groeiende samenwerkingsverband pakt actief uitdagingen aan rondom instroom, innovatie en imago. Dit levert zinvolle projecten op, die ook bijdragen aan voedselvernieuwing.
Neem het broodpastaproject – niet te verwarren met Italiaanse deegwaar – waarbij reststromen onverkocht brood worden omgezet in een pasta-achtige suikervervanger. Om er een beeld bij te krijgen: het doet qua glans en lobbige vloeibaarheid denken aan karamelvla. Studenten van diverse opleidingen werken bevlogen aan toepassingen van broodpasta in producten als suikerbrood, bonbons, koek en ijs. Ze doen dat in het Food Application Centre for Technology (FACT) bij Van Hall Larenstein, één van de onderwijspartners binnen Bakery Sweets Center. De bevindingen zijn zo veelbelovend, dat het proeffabriekje bij FACT wordt opgeschaald. Waarover straks meer.
‘De doorontwikkeling van dit broodpastaproject toont prachtig waar goed samenspel toe kan leiden’, zeggen Hilco Wagenaar en Koos Oosterhaven. Het duo zet zich vol enthousiasme in voor Bakery Sweets Center: Hilco is projectleider van de club, als onderdeel van zijn baan bij Royal Steensma; FACT-manager Koos vervult namens Van Hall Larenstein de rol van secretaris. Beide mannen zijn bovendien bij nagenoeg alle vijf werkgroepen van BSC betrokken. Hun inzet is typerend voor de praktische aanpak van het samenwerkingsverband. ‘Wij willen echt iets bereiken met elkaar. Slagkracht creëren.
SPOTLICHT ORGANISATIE UITGELICHT 30 | MAART 2024
Bakery Sweets Center bouwt samen toekomst
Dit circulaire traject kan echt een verschil maken. Niet alleen bij ons in het Noorden, maar binnen de hele sector is het interessant om reststromen weer als grondstof in de keten te brengen.’
Daarom kan niemand lid worden zonder actief bij te dragen. We maken meteen concreet wat deelnemers komen brengen, want alleen als we allemaal tijd, energie en expertise in Bakery Sweets Center steken, kunnen we samen stappen maken.’
Besef van urgentie
Dat de bakkerij- en zoetwarensector in Noord-Nederland bereid is om zich in te zetten voor gezamenlijke doelen, blijkt uit het groeiende ledental. In vijf jaar tijd haakten al meer dan dertig ondernemingen aan, van ambachtelijke bakkers tot industriële grootbedrijven. Waar komt dat door? ‘Vooral het besef van urgentie’, stelt Hilco. ‘De sector ziet door vergrijzing een toenemend verlies van mankracht, terwijl de instroom vanuit de opleidingen jaarlijks halveert. Die zorgelijke trend bracht in 2018 al enkele partijen uit de sector samen, waarna in 2020 de krachten van bedrijfsleven, onderwijs en overheid zijn gebundeld in Bakery Sweets Center. In plaats van óver elkaar te praten, gingen we mét elkaar praten. Dat bracht herkenning, begrip en vooral het inzicht dat we de uitdagingen in de sector het beste gezamenlijk kunnen aanvliegen.’
Gezelligheid tijdens bijeenkomsten is een bonus – ‘we spreken elkaars taal’ – maar de focus van deze bedrijvenvereniging ligt bij serieuze zaken, zoals: opleiden en wendbaar vakmanschap, communicatie en imago, onderzoek en innovatie, plus het realiseren van funding. Thema’s die allemaal met elkaar samenhangen. ‘We zien bijvoorbeeld dat studenten enorm aanslaan op zo’n broodpastaproject’, vertellen Hilco en Koos. ‘Innovatie maakt het vak aantrekkelijk, zeker als je daarmee verspilling tegengaat of de ecologische voetprint verkleint. Daarom haken we als sector ook aan bij de eiwittransitie, nieuwsgierig naar het gebruik van plantaardige melkproducten. Onze partner Avebe ontwikkelt plantaardige eiwitten en via de korte lijnen binnen BSC kunnen wij organiseren dat bedrijven en studenten daar in goed samenspel mee gaan experimenteren.’
Opschalen broodpastaproject
Naast het tegengaan van verspilling en de eiwittransitie richt de netwerkorganisatie zich ook op thema’s als energieverbruik, alternatieven voor gasovens en het werken met lokale baktarwe. ‘Verder is het minderen of vervangen van zout en suiker in producten al langer een trend’, zegt Hilco. ‘Ook daarin kan broodpasta een rol spelen, omdat enzymen het zetmeel omzetten in glucose. We zijn daarom heel blij dat het is gelukt om voor de komende vier jaar een grote subsidie binnen te halen, waarmee we het broodpastaproject kunnen opschalen.
Koos vult hem knikkend aan: ‘In Nederland gaat er jaarlijks 150.000 ton aan verse broodproducten retour omdat ze niet zijn verkocht. Daarom hebben we met het broodpastaproject echt iets groots te pakken. Bij de proefopstelling hier in het FACT kunnen studenten nu twintig liter vloeibare broodpasta produceren uit reststromen. Die hoeveelheid gaan we verder opschroeven, zodat behalve studenten ook een aantal bedrijven binnen Bakery Sweets Center aan de slag kunnen met de toepassing van broodpasta in producten. Daarnaast gaan studenten – zowel mbo’ers van Aeres en hbo’ers vanuit Van Hall –aan de slag met uitdagingen rondom bijvoorbeeld voedselveiligheid, allergenen, verbruik van water en energie, logistiek en verpakking. Kortom, we ontwikkelen dit project tot een serieuze scale-up.’
Gelijkwaardig eigenaarschap
De mannen zijn trots dat Bakery Sweets Center dit soort innovatieve ontwikkelingen voortbrengt. ‘Hier doen we het voor’, zegt Hilco. ‘Dit brengt beweging in de sector én in het onderwijs. Want die basis blijft essentieel: mensen opleiden voor de toekomst. Ook op dat vlak boekten we al concrete resultaten, zoals een verkorte bakkers- en operatoropleiding en leiderschapstraining. Bij alles waar BSC zich voor inzet, zijn hogere doelen voor de sector leidend. Het vervolg van het broodpastaproject is daarbij een goede test: omdat enkele bedrijven als voorloper gaan meedoen, roept dat de vraag op hoe we omgaan met eigenaarschap. We streven naar een gelijkwaardige constructie en daarover zijn we met elkaar in gesprek. Dan merk je hoe waardevol het is dat we binnen BSC al vanaf het prille begin hebben ingezet op een stevige basis van openheid, vertrouwen en wederkerige inspanningen. Alle leden beseffen: samen komen we verder dan alleen.’
Wij willen echt iets bereiken met elkaar. Slagkracht creëren. Daarom kan niemand lid worden zonder actief bij te dragen. Hilco Wagenaar, projectleider Bakery Sweets Center
BAKERYSWEETSCENTER.NL
31 | GROEIEN BEGINT HIER.
Janny Peltjes CEO HLB Group
Van het lab naar het veld
Groeifinanciering voor de HLB Group
De HLB Group helpt de agroketen in de transitie naar een toekomstbestendige landbouw. Het bedrijf wil doorgroeien en de sector verrijken met nog meer kennis en innovaties. Onlangs werd een financiering opgehaald bij de NOM en Horizon Flevoland. Het geld wordt onder meer gebruikt voor de bouw van een nieuwe kweeklocatie in Dronten.
Ze speelde al van jongs af piano en overwoog ooit het conservatorium. Toch koos Janny Peltjes voor een studie aan de agrarische hogeschool in Dronten. ‘Het was vooral de combinatie van ondernemerschap en werken in de landbouw die me aansprak’, vertelt de oprichtster en CEO van de HLB Group, een groep bedrijven die elk vanuit hun eigen expertise een bijdrage leveren aan een efficiënte en duurzame landbouw. ‘Bovendien wilde ik iets kunnen betekenen voor de verduurzaming van de landbouw in brede zin. Die ambitie is altijd gebleven.’
In 1998 werd Janny gevraagd om directeur te worden van het Hilbrands laboratorium (HLB). Het lab, destijds gevestigd in Assen en later verhuisd naar Wijster, was in 1963 opgericht toen de aardappelteelt werd bedreigd door aardappelmoeheid, een door aaltjes veroorzaakte plantenziekte. ‘Het HLB, dat werd gefinancierd door het ministerie en het toenmalige Landbouwschap, stond voor een belangrijke keuze’, blikt Janny terug. ‘Of opgaan in een grote organisatie of zelfstandig verder
gaan. Zo is in 1999 de private vorm van het HLB ontstaan. Vanaf dat moment moesten we dus onze eigen broek ophouden.’
Integrale benadering
Waar eerder de nadruk lag op de aardappelteelt, besloot Janny de innovatie- en kennisontwikkeling op het gebied van plant- en bodemgezondheid te verbreden naar de gehele open teelt sector. In de daaropvolgende jaren werd door acquisities steeds meer waarde aan de dienstverlening van het HLB, dat werd omgedoopt tot de HLB Group, toegevoegd. Naast het Hilbrands Laboratorium bestaat het bedrijf inmiddels uit De Groene Vlieg, Nutriënten Management Instituut (NMI), Clear Detections en AgroCares.
‘Onze kracht schuilt in een unieke combinatie van onderzoek, diagnostiek, advies en innovatieve meetsystemen’, onderstreept Janny. ‘Wij slaan een brug tussen wetenschap en praktijk en brengen kennis, technieken
INVESTEREN
32 | MAART 2024
Onze kracht schuilt in een unieke combinatie van onderzoek, diagnostiek, advies en innovatieve meetsystemen. Janny Peltjes, CEO HLB Group
en systemen van het lab naar het veld. Dit doen we aan de hand van een integrale benadering. Simpelweg omdat een gezonde bodem en een gezond gewas onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.’
Steriele uienvliegen
De HLB Group heeft zich ontwikkeld tot een toonaangevende speler in het streven naar een toekomstbestendige sector. Maar het bedrijf wil doorgroeien en nog meer kennis naar de praktijk brengen. Zeker nu de landbouw en de agrofoodketen voor steeds grotere uitdagingen staan.
‘Ondanks de sterke kennisinfrastructuur in Nederland is het knap lastig om wetenschappelijke inzichten te vertalen naar het veld’, weet Janny. ‘Je kunt wel iets meten of onderzoeken, maar het gaat erom wat de boer er op het veld mee kan. De boer moet uiteindelijk de revenuen krijgen van alles wat wij doen. Zo zijn we bij De Groene Vlieg Bio Control in Dronten, een onderdeel van de groep, momenteel druk bezig met het bouwen van een faciliteit voor het kweken van steriele uienvliegen. Het is onze tweede kweeklocatie, want in het Zuid-Hollandse Nieuwe-Tonge beschikken we al over een dergelijke faciliteit. Dat betekent dat we in Dronten de productie van steriele uienvliegen ruimschoots kunnen verdubbelen en dus een grotere markt kunnen bedienen.’
Gevreesde plaag
De uienvlieg is wereldwijd een gevreesde plaag in de teelt van uien. Eén van de meest duurzame methoden voor plaagbeheersing is de Steriele Insecten Techniek (SIT), een techniek die in de jaren 80 door De Groene Vlieg is geïntroduceerd. De gekweekte vliegen worden met radioactieve stralen gesteriliseerd en langs uienpercelen uitgezet, waarna ze met wilde uienvliegen concurreren in de productie van nageslacht. ‘Door wekelijks voldoende steriele insecten los te laten en te monitoren kun je een plaag, zonder gebruik van chemische middelen, beheersbaar houden’, verduidelijkt Janny. ‘Tot voor kort werd het steriliseren gedaan door een gespecialiseerd bedrijf uit België. Sinds we zelf een sterilisatieapparaat hebben aangeschaft gaan we het in eigen beheer doen.’
Klimaatbeheersing
Insectenkweek is uiterst gevoelig voor invloeden van buitenaf. Dus vraagt het realiseren van een kweekfaciliteit om een flinke investering in vooral klimaatbeheersing. Vandaar dat onlangs een groeifinanciering werd opgehaald bij de NOM en Horizon Flevoland. ‘Mede door het in Wijster gevestigde Hilbrands Laboratorium zijn de groepsactiviteiten nauw verbonden met het Noorden’, vertelt Ruud van Dijk, investment manager bij de NOM. ‘Sterker nog, het is in onze regio een belangrijke specialist op het gebied van plant- en bodemgezondheid. De onderlinge samenhang van activiteiten zorgt er bovendien voor dat de HLB Group de landbouw en agroketen op nagenoeg alle relevante fronten kan ondersteunen.’
Ook Horizon Flevoland gaf aan het bedrijf vanuit hun Groeifonds graag te willen financieren. Niet in de laatste plaats omdat in Flevoland traditioneel veel uienteelt plaatsvindt en de HLB Group in Dronten op alle niveaus werkgelegenheid creëert.
Tijd krijgen
Naast uitbreiding van de kweekactiviteiten worden de investeringsgelden gebruikt om ook de andere bedrijven uit de HLB Group te helpen groeien. Vooral op het terrein van verdere digitalisering en het ontwikkelen van innovatieve meetsystemen bij HLB en AgroCares, een agritechbedrijf dat is gespecialiseerd in datagedreven landbouw en sensortechnologie.
Dat de transitie van de landbouw hard nodig én urgent is, is duidelijk. Maar de sector moet daarvoor wel de tijd krijgen, zegt Janny. ‘Er is gewoon heel veel mogelijk. Er zijn zoveel technologische oplossingen. Kijk bijvoorbeeld eens naar robotisering. Nog niet zo lang geleden was dat bijna een verboden woord. Want de boer moest zelf de koeien zien en voelen. Als je nu kijkt wat een melkrobot aan data verstrekt en hoe je daarmee de gezondheid van koeien kunt sturen, dat is gigantisch. Nagenoeg hetzelfde gebeurt nu ook in de plantensector. Zo kun je op basis van data veel gerichter kijken naar wat een individuele plant nu echt nodig heeft. Dat is wat anders dan een veld in zijn totaliteit op dezelfde manier te behandelen. En zo blijft de sector zich, op weg naar een duurzame toekomst, voortdurend ontwikkelen.’
Ruud van Dijk investment manager T +31 6 215 185 09 | E vandijk@nom.nl WWW.HLBBV.NL 33 | GROEIEN BEGINT HIER.
Artem Shulga, CEO QDI Systems
De Groningse deep-tech startup QDI Systems ontving in december ongeveer € 5 miljoen om haar baanbrekende quantum dots technologie verder op te schalen voor zowel de medische sector als voor nieuwe markten. Bij de derde investeringsronde haakte ook de NOM aan, naast eerdere investeerders als Carduso Capital, RuG Ventures en het vermaarde Finse durfkapitaalfonds Maki.vc. ‘De NOM heeft een fantastisch regionaal netwerk om talent mee aan te kunnen trekken, dus dit is voor ons een geweldige balans.’
QDI Systems is een spin-off van het Zernike Institute for Advanced Materials van de Rijksuniversiteit Groningen en werd in 2019 opgericht door CEO Artem Shulga. De van oorsprong Oekraïense natuurkundige ontwikkelde samen met zijn team een technologie gebaseerd op ultramodern nanomateriaal: quantum dots. Dit materiaal zet fotonen op een supereffectieve manier om in elektronische signalen en wordt sinds een paar jaar veel toegepast in beeld- en sensortechnologie.
Van Oekraïne naar Groningen
Shulga groeide op in Oost-Oekraïne, waar ondernemerschap er met de paplepel in werd gegoten. Uit noodzaak, dat wel. ‘Ik was drie jaar oud toen de Sovjet-Unie uit elkaar viel’, aldus Shulga. ‘Mijn ouders waren ingenieurs en raakten hun baan kwijt toen de staatsfabriek waar ze werkten gesloten werd. Ze werden noodgedwongen ondernemer, omdat er geen werk was. Ik groeide daardoor dus eigenlijk op met het idee dat als je iets wilt bereiken in het leven, je daar zelf verantwoordelijk voor bent. En dat je bijvoorbeeld niet op een overheid kunt vertrouwen voor bestaanszekerheid.’
In 2011 kwam Shulga naar Groningen voor een Master Nanowetenschap en daarna een PhD onderzoek in quantum dots. ‘Tijdens mijn onderzoeksstage aan de Universiteit van Tokyo zag ik dat ze daar een hoop succesvolle spin-offs hadden’, zegt Shulga. ‘Dat wilde ik ook, want ik wist dat er ook veel commerciële toepassingen waren voor quantum dots.' Eenmaal terug in Groningen schreef Shulga zich in
INVESTEREN
Juul Gielens, CBO QDI Systems
Team QDI Systems
34 | MAART 2024
voor het VentureLab North incubator programma en richtte in 2019 QDI Systems op.
Fascinatie voor straling
Voor de medische sector ontwikkelde QDI Systems als eerste ter wereld een quantum dots toepassing voor röntgenapparaten. Als quantum dots worden gebruikt voor röntgenonderzoeken, kunnen ze een hogere beeldkwaliteit leveren bij veel lagere stralingsdoses. De technologie kan daarom een enorme impact hebben op procedures zoals mammografie screening en diagnostiek.
ingenieurs onder vandaan’, grapt Shulga. ‘Ze hebben daar een enorme kennis op het gebied van deep tech en ze zijn ook heel kritisch. Dus dat Maki aan wilde haken bij de vorige investeringsronde en ook de nieuwe, dat betekent echt heel veel.’
Visionair
Bij de derde investeringsronde haalde QDI Systems bijna € 5 miljoen op. Van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontving de startup een innovatiekrediet van € 1,97 miljoen. Dit is een speciaal krediet bedoeld voor de ontwikkeling van innovatieve projecten met
Met quantum dots de wereld veroveren
‘Ik was als kind al gefascineerd door straling’, zegt Shulga. ‘Voordat ik naar Groningen kwam, heb ik zelfs een jaar in Tsjernobyl gewerkt bij het Instituut voor Stralingsbescherming. Dus toen ik keek naar commerciële toepassingen voor quantum dots, kwam ik al snel bij röntgenapparatuur uit. Er was ook heel weinig concurrentie, vooral ook omdat het een ontzettend moeilijke markt is. Maar ik was jong en enthousiast, dus dat leek me de perfecte uitdaging’, grapt Shulga.
Maki
En vooral het eerste jaar was het ook echt een uitdaging. ‘Er zijn wel momenten geweest waarop ik dacht: dit lukt nooit’, geeft Shulga toe. ‘Maar mijn familie en vrienden hebben me geholpen met een kleine eerste investering en dat heeft me de motivatie gegeven om toch door te gaan. Professionele investeerders kennen de risico’s, maar je vrienden en familie niet. Die wil je niet teleurstellen, dus dat heeft me ervan weerhouden om op te geven en gemotiveerd om nog harder te werken.’
Na een eerste investeringsronde van Carduso Capital en RuG Ventures, kwam het vermaarde Finse investeringsfonds Maki.vc op het pad van QDI Systems. ‘Dat was echt een enorme bevestiging voor ons. In Finland kun je een willekeurige steen omdraaien en er komen twee
flinke technische risico's en een uitstekend marktperspectief en er zijn maar weinig startups die hiervoor in aanmerking komen. De overige € 3 miljoen kwam van Carduso Capital, RuG Ventures, Maki.vc, de NOM, Golden Egg Check Capital en relevante angel investors.
We kijken er enorm naar uit om wereldwijd aan de slag te gaan met bestaande en nieuwe toepassingen van onze quantum dots technologie.
Juul Gielens, Chief Business Officer QDI Systems
‘QDI Systems is een startup met een geweldig team en enorme potentie’, aldus Ytsen van der Meer, investeringsmanager van de NOM. ‘Artem Shulga is echt een visionair op zijn gebied en weet als geen ander hoe technische uitdagingen opgelost kunnen worden. En met de komst van Juul Gielens als Chief Business Officer dit jaar heeft het bedrijf nu ook een schat aan ervaring en expertise op het gebied van business development en sales. Dat zorgt voor een perfecte balans tussen technisch en commercieel.’
En volgens Shulga heeft QDI Systems met de komst van de NOM nu ook een perfecte balans in investeringspartners: ‘Maki is een groot en gespecialiseerd internationaal fonds. En dat geeft ons toegang tot een groot internationaal netwerk van bedrijven waar we mee samen kunnen werken. Maar daar hebben we natuurlijk ook mensen voor nodig. De NOM heeft een fantastisch regionaal netwerk om talent mee aan te kunnen trekken, dus dit is voor ons een geweldige balans.’
Nieuw lab en opschaling
Sinds juli dit jaar heeft QDI Systems ook een nieuw lab. ‘Daarmee zijn we helemaal future proof en kunnen we commercieel gaan opschalen, want dankzij dit nieuwe lab met cleanroom faciliteit kunnen we tot 50 keer meer produceren’, aldus Gielens. ‘Daarnaast willen we met
35 | GROEIEN BEGINT HIER.
de investering de komende jaren ons team verdubbelen, op het commerciële- en productievlak, maar ook aan de R&D kant. We kijken er enorm naar uit om wereldwijd aan de slag te gaan met bestaande en nieuwe toepassingen van onze quantum dots technologie.’
Shortwave infrarood is een van die nieuwe toepassingen waar QDI System al druk mee aan de slag is. ‘Daarbij kun je denken aan industriële toepassingen voor bijvoorbeeld beeldsensoren voor sorteerprocessen’, vervolgt Gielens. ‘Maar ook aan toepassingen voor de consumentenmarkt, zoals gezichtsherkenning voor mobiele telefoons. En het fijne is dat we nu als startup ook op een punt zijn dat bedrijven ons weten te vinden voor samenwerkingen. Eerder moesten we daar echt veel harder aantrekken en ons heel hard bewijzen. Dus dat betekent ook dat er bij die bedrijven veel vertrouwen is in ons en onze technologie.’
De puntjes op de i
De komende twee jaar wil QDI Systems de eerste producten lanceren en de eerste grote commerciële contracten binnenhalen. ‘We zitten nu op zo’n 90%’, zegt Shulga. ‘Maar er is nog meer dan genoeg werk aan de winkel, want de laatste 10% is natuurlijk het zwaarst. Dan moeten de puntjes echt op de i. Onlangs presenteerden we onze technologie op een specialistisch congres in Vancouver voor röntgen
Artem Shulga is echt een visionair op zijn gebied en weet als geen ander hoe technische uitdagingen opgelost kunnen worden.
Ytsen van der Meer, investment manager NOM
en geavanceerde nieuwe materialen, waar we enorm mooie feedback kregen. Niemand was nog zo ver als waar wij nu zijn, dus dat is heel mooi om te horen.’
‘Daarnaast ben ik ook echt blij met de NOM als regionale partner en ik hoop dat wij als bedrijf ook waarde aan de regio kunnen toevoegen’, vervolgt Shulga. ‘Ik heb namelijk ontzettend veel aan Groningen te danken. Ik kwam uit Oekraïne en had geen geld. Ik kreeg een beurs om hier te kunnen studeren en kon hier mijn PhD doen. En ik kreeg gewoon veel hulp vanuit het ecosysteem, dus daar ben ik echt heel dankbaar voor.’
Ytsen van der Meer | investment manager T +31 6 220 370 20 E vandermeer@nom.nl WWW.QDISYSTEMS.COM
36 | MAART 2024
Aangenaam
Boudewijn Hulst, investment manager
NOM laat zich kennen in 10 vragen.
Welke eigenschap waardeer je het meest bij vrienden?
Elkaar niet te serieus nemen en gewoon veel kunnen lachen. Het leven is al serieus genoeg.
Welk woord of zin gebruik je vaak?
Ik kreeg laatst van collega’s te horen dat ik vaak verkleinwoordjes gebruik en volgens mij hebben ze wel een punt.
Welke karaktertrek irriteert je bij anderen?
Niet openstaan voor feedback en niet willen leren van je fouten.
Wie is je favoriete schilder?
Ik houd wel van die utopische, over-the-top landschapschilderijen à la Albert Bierstadt.
Waaraan heb je een hekel?
Kriebelige kledingstukken.
Wat is je favoriete muziek?
Neo soul en classic rock. Op dit moment ben ik groot fan van Winston Surfshirt, Parcels en Tom Misch.
Aan welke plek bewaar je de fijnste herinnering?
Antibes, in Frankrijk. Daar heb ik een semester gestudeerd in 2016. Heerlijk weer, prachtige natuur en leuke lotgenoten van over de hele wereld. Weinig nieuws geleerd op school, maar daardoor des te meer tijd om van de rest te genieten. En als bonus heb ik daar mijn (toekomstige) echtgenote ontmoet. Dat wordt nog moeilijk te overtreffen.
7 8 9 10 37 | GROEIEN BEGINT HIER.
Wat eet je graag? Mijn vaders erwtensoep.
Aan welke eigenschap heb je een hekel?
Volggedrag.
Wat is je levensmotto? Blijf nieuwsgierig.
1 2 3 4 5 6 Boudewijn Hulst | investment manager T +31 6 552 255 17 | E hulst@nom.nl
DRIJFVEREN
Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling. Daarom vertellen NoordNederlandse ondernemers in deze rubriek over hun bedrijf én beweegredenen.
Vernieuwen past bij de mensen die hier werken, zij draaien op innovatie. Daar zijn al onze strategische keuzes op gebaseerd.
Niek Koops, directeur Marine Service Noord
Door de motivatie om schepen toekomstbestendig te maken, ontwikkelde Marine Service Noord zich tot een voorloper in systemen voor alternatieve brandstoffen als LNG en waterstof. ‘We delen bij dit bedrijf de liefde voor varen en techniek’, vertelt directeur Niek Koops. ‘Dat maakt dat we dichtbij onze klanten staan, hun taal spreken én slimme, duurzame oplossingen vinden.’
38 | MAART 2024
MSN werkt voortvarend aan duurzame scheepvaart
Na de zeevaartschool in Delfzijl begon Niek zijn loopbaan als stuurman – tien jaar lang – totdat het gezinsleven én de scheepwerktuigbouwkunde hem naar de vaste wal trokken. Hij ging aan de slag als coördinator op een Groninger scheepswerf en werd later voor een vergelijkbare functie gevraagd door Marine Service Noord (MSN). Toen het bedrijf net na de eeuwwisseling in een faillissement terecht kwam en dankzij een grote opdrachtgever kon doorstarten, werd Niek gevraagd om het roer over te nemen. Hij ging er vol voor. ‘Met het team dat er stond, durfde ik het ondernemerschap aan’, blikt de voorman terug. ‘Ik zag mogelijkheden, omdat ik wist dat wij het benodigde vakmanschap in huis hadden om de maritieme sector te bedienen.’
De kansen die Niek destijds al zag, heeft MSN ruimschoots waargemaakt. Als directeur verzette hij de bakens succesvol, waardoor het bedrijf een stevige marktpositie opbouwde. ‘Absoluut met dank aan de inspanningen van het team’, benadrukt de ondernemer. ‘Al voor die doorstart was ik me ervan bewust dat medewerkers de ruggengraat van het bedrijf zijn. Hun betrokkenheid, inzet en vertrouwen vormen ons bestaansrecht. Intussen zijn er ruim honderd mensen in vaste dienst, al werken er in de praktijk vaak nog zo’n zestig tot tachtig extra vaklieden voor MSN. Onze basis is gevestigd in het Groningse Westerbroek en we hebben in binnen- en buitenland ploegen aan het werk die installaties en leidingwerk op schepen inbouwen. Al deze mensen zijn onze kracht en samen vormen zij ook het fundament voor innovatieve ontwikkeling.’
Alternatieve brandstoffen
MSN heeft als expert in scheepswerktuigbouwkunde al vele honderden installaties opgeleverd en daarbij duizenden kilometers aan leidingwerk geïnstalleerd. ‘Denk aan de machinekamers van schepen, maar ook aan lading- en brandstofsystemen’, legt Niek uit. ‘We doen dat voor klanten uit het hele maritieme spectrum: van short sea shipping – het vervoeren van goederen of passagiers – tot offshore support. Ook de superjachtbouw is een belangrijk segment voor ons. In de volle breedte van de scheepvaart zien we de focus op verduurzaming toenemen. Wij zijn zelf al vijftien jaar bewust bezig met alternatieve brandstoffen: eerst vooral LNG, later waterstof en tegenwoordig ook ammoniak en methanol. Alleen tijdens de bankencrisis ebde de investeringskracht volledig weg; de scheepvaart had in die jaren andere prioriteiten.’
Sinds 2014 merkt MSN dat de aandacht voor emissie van schepen steeds hoger op de maritieme agenda’s staat. ‘De veranderende regeldruk draagt daar duidelijk aan bij’, stelt Niek. ‘Vooral de interesse in waterstof is opvallend: kregen we tien jaar geleden zo’n twee aanvragen per maand, nu worden we dagelijks benaderd met marktvragen over varen op waterstof. Ook zijn we al jarenlang betrokken bij allerlei onderzoeken rondom de waterstoftechnologie en geven we bij opleidingen gastlessen
over alternatieve brandstoffen. Bij onze gangbare scheepswerktuigbouwkundige activiteiten hebben we vanuit lange-termijn-perspectief altijd ingezet op duurzaamheid. Het is mooi om nu met de flow te kunnen meebewegen, al heeft dat wel uithoudingsvermogen gevraagd.’
Volhouden en vertrouwen
Uithoudingsvermogen is volgens Niek onlosmakelijk verbonden met innovatie. ‘Vernieuwen en voorop lopen gaat met vallen en opstaan. Dan heb je een lange adem nodig én vertrouwen. Of je dat werkelijk hebt, ontdek je pas op momenten dat het tegenzit’, heeft de ondernemer ervaren. ‘Wat dat betreft heb ik mijn opgeruimde karakter mee. Mijn aard is optimistisch, bij tegenslag zie ik vooral de uitdaging. In plaats van in de stress te schieten, doe ik een stap terug om de zaken te overzien, rust te creëren en zo ook de medewerkers ruimte te geven om creatieve oplossingen te vinden. In de samenwerking met partners hebben we hier en daar wel pech gehad. Hoe enthousiast partijen soms ook zijn om te investeren in innovatieve ontwikkeling, niet iedereen heeft de – financiële – bereidheid om het vol te houden als het tegenzit.’
‘Hoeveel ondernemerservaring ik inmiddels ook heb, het blijft een uitdaging om bij nieuwe innovatieve samenwerkingen te beoordelen hoe iemand zich gaat houden bij tegenslagen’, stelt Niek. ‘Daarom heb ik door de tijd heen geïnvesteerd in goede juridische ondersteuning en waardevolle sparringpartners om me heen verzameld. Ook mensen die kritisch durven zijn, want je moet als ondernemer je eigen toezicht organiseren. Intussen is mijn rol bij MSN gaandeweg aan het veranderen. Ik ben zestig, leid dit bedrijf al ruim twintig jaar en ben me bewust van de verschillen tussen generaties. Het moment dat hier een frisse wind mag gaan waaien, komt dichterbij. Ook dat kan straks in vertrouwen. Ik heb altijd geïnvesteerd in de mensen en de cultuur binnen ons bedrijf. Dat is de basis en van daaruit kan MSN zich blijven ontwikkelen.’
Kiezen voor innovatie
Ontwikkeling is voor Niek altijd de rode draad geweest. ‘Dat zit in onze bedrijfscultuur. Vernieuwen past bij de mensen die hier werken, zij draaien op innovatie. Daar zijn al onze strategische keuzes op gebaseerd. In plaats van kiezen voor veiligheid door steeds hetzelfde kunstje te doen of de goedkoopste te zijn, hebben wij onze expertise en ervaring doelgericht ingezet voor verbetering en verduurzaming. Want daar zit onze grootste drijfveer: vanuit de liefde voor varen en techniek meewerken aan een toekomstbestendige scheepvaart. En dat kunnen wij ook, omdat we de complete trajecten rondom scheepswerktuigbouwkundige systemen verzorgen. Van het ontwerp tot en met het inbouwen en in bedrijf stellen van installaties, wij beheersen het hele proces. Daarmee ontzorgen we klanten én scheppen we de mogelijkheid om werkelijk te innoveren.’
MARINE-SERVICE-NOORD.COM
39 | GROEIEN BEGINT HIER.
Acquaint mikt op stevige internationale groei
Na de oprichting in 2014 was de missie meteen kraakhelder. Acquaint wilde wereldwijd zorgen voor betrouwbare watervoorzieningen.
Nu,10 jaar later, heeft het waterleidinginspectiebedrijf al flinke stappen gezet. ‘De focus zal in eerste instantie vooral op de Verenigde Staten liggen.’
Erik Driessen kende geen twijfel toen hij zo’n twee jaar geleden werd benaderd om CEO te worden van Acquaint. Het bedrijf uit Leeuwarden, dat slimme tools ontwikkelt voor het inwendig inspecteren van leidingnetwerken voor drink- en afvalwater, was net de startup-fase voorbij en wilde een professionaliseringsslag maken en internationaal groeien. De oprichters Rudy Dijkstra en Siemen van der Heide deden een stap terug en zagen in Erik, met bijna 20 jaar ervaring in de internationale milieu- en watertechnologie, de juiste man om leiding te geven aan de uitbouw en internationalisering van Acquaint.
INTERNATIONALISEREN
40 | MAART 2024
‘Voordat ik ergens aan begin moet ik 100% geloven in het product en de toegevoegde waarde in de markt’, vertelt Erik. ‘Een onderneming moet aantoonbaar onderscheidend zijn. In Nederland was Acquaint voor mij het enige bedrijf in de watertechnologie dat aan die eisen voldeed. Sterker nog, ik heb in de sector heel veel innovatieve bedrijven gezien, maar de technologie van Acquaint steekt daar ver bovenuit. Bovendien beschikt het bedrijf over een jong en zeer getalenteerd team dat ik samen met mededirectielid en CFO Christine van der Valk mag supporten.’
Nieuw probleem
Inderdaad, de toegevoegde waarde is evident. Zeker nu we wereldwijd steeds vaker te maken hebben en krijgen met verouderde waterleidingen. Een groot deel van de netwerken dateert van na de Tweede Wereldoorlog en zijn na circa 70 á 80 jaar minder bestendig tegen belasting. ‘De eerste 50 jaar maak je je daar wellicht niet zo’n zorgen over’, stelt Erik. ‘Om die reden wordt het wel eens gezien als een nieuw probleem. Maar het is wel een probleem van ongekende schaal. Want als je te lang wacht met vervanging zorgen schades en lekkages, naast overlast, voor peperdure herstelwerkzaamheden. Alleen al in Nederland hebben we voor miljarden euro’s aan vervangingswaarde onder de grond liggen. Vandaar dat Acquaint handvatten biedt om het falen van leidingen te voorspellen en het beheer en onderhoud beter en slimmer te plannen.’
We blijven onverminderd inzetten op innovatie. We willen niet alleen groeien, maar ook beter doen wat we goed
doen.
Erik Driessen, CEO Acquaint
Het onderstreept meteen de missie van het bedrijf: wereldwijd zorgen voor betrouwbare watervoorzieningen. Dat doet Acquaint door het ontwikkelen van inspectietools die leidingeigenaren en -beheerders van ondergrondse waterleidingen een goed inzicht geven in de conditie van hun leidingen. In de levensduur en mogelijke risico’s bijvoorbeeld.
Ultrasoon sensoren
De tools zijn uitgerust met ultrasoon sensoren die geluidsgolven met hoge frequentie naar de binnenkant van de leidingwand sturen. De golven vinden hun weg door de hele wand heen, waarna ze weerkaatsen naar de sensoren aan de voor- en achterkant van de leiding. ‘Die twee echo’s geven betrouwbare inzichten over hoe de leiding er over de totale lengte aan toe is’, licht Erik toe. ‘Een tool stoppen we er aan de ene kant in en halen we er, vaak na vele kilometers, aan de andere kant van de leiding weer uit. Meestal levert een inspectie zo’n 80 gigabyte aan data op. Ze vertellen iets over de dikte en dichtheid, over eventuele zwakke plekken of andere afwijkingen en over de gesteldheid van de koppelingen waarmee de leidingen in elkaar worden geschoven. Vaak cruciale Informatie waarover leidingeigenaren en -beheerders daarvoor niet beschikten.’
Olie- en gasindustrie
Acquaint, dat nauw samenwerkt met waterinstituut Wetsus en de Water Alliance, werd in 2014 opgericht door Rudy Dijkstra en Siemen van der Heide. Beiden waren afkomstig uit de olie- en gasindustrie waar het inwendig inspecteren van leidingen al gangbaar was. Ondanks de grote marktbehoefte bleek het echter onmogelijk om de inspectietechniek één op één over te nemen en in de watersector te introduceren. De eerste jaren bestonden dan ook voornamelijk uit onderzoek en het met een aantal drinkwaterbedrijven en waterschappen ontwikkelen van een pilot-versie. Met succes, want in de periode daarna werd Acquaint regelmatig ingeschakeld voor commerciële projecten. Sindsdien is een aanhoudende groeispurt ingezet.
Internationale groeimodel
Tijd dus om de vleugels verder uit te slaan en wereldwijd impact te maken. Toen Erik in september 2022 aantrad als CEO was het bedrijf al op kleine schaal, met name met pilotprojecten, actief in de Verenigde Staten, het Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, België en Engeland. Acquaint stond op het punt om internationaal écht te starten. Nu, anderhalf jaar later, zijn onder andere al een ruwwaterleiding in Texas en een afvalwaterleiding in Oklahoma geïnspecteerd, evenals diverse afvalwaterleidingen in Qatar.
Maar wat is nu eigenlijk de strategie? Met andere woorden: hoe ziet het internationale groeimodel van Acquaint eruit? ‘We willen in verschillende landen een partner vinden die daar onze technologie gaat aanbieden en toepassen’, legt Erik uit. ‘De opgehaalde data wordt dan naar Leeuwarden gestuurd, zodat wij voor opdrachtgevers de rapportages kunnen maken. We blijven wereldwijd nauw met alle projecten verbonden, maar laten de sales en de fysieke uitvoering door partners doen. Zij kennen de markt en zijn vertrouwd met de lokale wet- en regelgeving. Het is in onze optiek het beste model om internationaal sneller te kunnen groeien.’
WWW.ACQUAINT.EU
41 | GROEIEN BEGINT HIER.
Erik Driessen CEO Acquaint
Waardevolle sessie
Nadat er steeds meer nieuwe buitenlandse aanvragen binnenkwamen, werd contact gezocht met Wessel de Vries, themaspecialist Internationaal Ondernemen bij zowel YnBusiness als GroBusiness. Wessel, met een rijk verleden als exportmanager, kende Acquaint al langer en wist van de internationale ambities van het bedrijf. Meteen werd een sessie ingepland om met het MT een dag te sparren over business development en de kansen en uitdagingen op het gebied van internationaal zakendoen. Wessel besloot daarvoor ook Bram Kruijt uit te nodigen. Hij was ervan overtuigd dat de Manager Projects bij Oranjewoud Export Academy, een platform dat Friese bedrijven helpt om de export naar een hoger plan te brengen, voor Acquaint van grote waarde kon zijn.
‘Het was een waardevolle sessie waarin relevante vragen kritisch onder de loep werden genomen’, blikt Erik terug. ‘In welke landen zijn jullie nu al actief en waarom? Wat zijn voor jullie de criteria die bepalen of een land wel of geen potentie heeft? En als je dat weet, hoe pak je het dan vervolgens aan? We merkten dat we tot dan toe onze afwegingen vaak op onderbuikgevoel maakten. Gestoeld op zijn grote internationale ervaring stelde Wessel steeds de juiste vragen en hield hij ons een spiegel voor. Samen met Bram heeft hij ons erg geholpen om vraagstukken meer methodisch aan te vliegen.’
Vergelijkbare markten
Voor dit jaar streeft Acquaint naar stevige groei in het buitenland. Zo moet minstens een kwart van de omzet van over de grens komen. In
Een tool stoppen we er aan de ene kant in en halen we er, vaak na vele kilometers, aan de andere kant van de leiding weer uit.
de periode daarna moet dat de meerderheid van de omzet zijn. ‘We richten ons daarbij op vergelijkbare markten als Nederland’, vertelt Erik. ‘We leveren hoogtechnologische diensten en dat is uiteraard niet goedkoop. De focus zal in eerste instantie vooral op de Verenigde Staten liggen. De bewustwording rondom het verouderen van leidingen is daar groot en dus zet de centrale overheid veel druk op goed en tijdig onderhoud van de infrastructuur. Tegelijkertijd blijven we onverminderd inzetten op innovatie. We willen niet alleen groeien, maar ook beter doen wat we goed doen.’
Trade Relationsprogramma
Exportadviseurs van de provinciale organisaties Ynbusiness, GroBusiness, Ik ben Drents Ondernemen en de NOM voeren jaarlijks gesprekken met ondernemers die internationaal ondernemen. De NOM is samen met RVO en in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de uitvoering van deze gesprekken in Noord-Nederland.
Wibo van Wier | accountmanager Trade T +31 6 835 518 20 | E vanwier@nom.nl
42 | MAART 2024
Doe mee!
Word TopDutch ambassadeur
Zet je organisatie op de kaart
Draag jij bij aan de transities? Zet je organisatie dan op de kaart! De kaart biedt internationale bedrijven inzage en toegang tot de bestaande ecosystemen en transitiesectoren die onze regio zo uniek en krachtig maken.
TopDutch Toolkit: jouw weg naar succes
Ontdek alles wat je nodig hebt om het merk TopDutch te gebruiken als onderdeel van je communicatiestrategie.
Scan of klik op de code en download de Partners Toolkit.
Check!
Word ambassadeur door jezelf op de kaart te zetten.
Word ambassadeur en maak gebruik van de toolkit.
Word ambassadeur en vertel ons wat je mist in het ecosysteem.
Word ambassadeur en volg onze social media kanalen.
Laat van je horen. Help TopDutch jou te helpen
Om jouw missie te bereiken, heb je een ecosysteem nodig dat ambitieus is en wil samenwerken. Heb je een bepaalde technologie, expertise of een leverancier nodig in je waardeketen, laat het ons weten!
Deel jouw 'missing link' met ons. Scan of klik op de code.
43 | GROEIEN BEGINT HIER.
Aanhaken bij de digitale transformatie?
Welkom bij EDIH NN!
Het is aanhaken of afhaken. Daarom helpt EDIH NN regionale bedrijven om versneld te digitaliseren. De digitale innovatiehub van Noord-Nederland doet dat met een breed palet aan partners, programma’s, tools en meer. Met naast digitalisering in algemene zin een belangrijke focus op autonome systemen.
De digitale transformatie is in volle gang. Er is geen ontkomen aan. Technologieën en digitale infrastructuren worden steeds geavanceerder en hebben de kijk op innovatie, flexibiliteit en proces- en kostenoptimalisatie voorgoed veranderd. Ze bieden kansen en verdienmodellen die voorheen ondenkbaar waren. In elke sector en elke organisatie. Aanpassen is geen keuze meer, maar een noodzaak om relevant te blijven, arbeidstekorten te ondervangen en concurrentiekracht te behouden.
Digitalisering loopt dan ook als een rode draad door het beleid van de Europese Commissie (EC). Vandaar dat de EC, als cruciaal onderdeel van het Digital Europe Programme, een netwerk van meer dan 200 zogeheten European Digital Innovation Hubs (EDIH’s) subsidieert en faciliteert. Het mooie is: ook onze regio heeft zo’n hub opgericht: European Digital Innovation Hub Noord-Nederland, kortweg EDIH NN. Het nieuwe programma ondersteunt bedrijven bij het ontdekken, testen, financieren en implementeren van digitale technologieën en het bevorderen van digitale vaardigheden bij medewerkers.
Katalysator
‘Natuurlijk, de afgelopen jaren hebben we in het Noorden al flink ingezet op een versnelling van de digitale transformatie’, vertelt Hans Praat, business developer bij EDIH NN. ‘Nu krijgen we nog meer concrete mogelijkheden om dat verder en breder uit te bouwen. Voor veel bedrijven, met name uit het mkb, blijkt het knap lastig om digitalisatie, het proces om te komen tot een digitaal bedrijf, écht te verweven in het bedrijfs-DNA. Het gaat immers om meer dan slechts
het digitaliseren van bestaande processen. Het gaat ook om het gebruik van digitale technologieën als katalysator voor het creëren van nieuwe kansen, nieuwe inkomsten en het structureel vergroten van de toegevoegde waarde aan het bedrijf. Met andere woorden: het vereist ook een verandering in denkwijze en bedrijfscultuur.’
Zelflerende en zelfsturende systemen
EDIH NN, met uiteraard een Noord-Nederlandse benadering en agenda, wordt ondersteund en gefinancierd door de Europese Commissie, het ministerie van Economische zaken en Milieu en de drie noordelijke provincies. Het programma is een samenwerkingsverband tussen FME, Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden, Rijksuniversiteit Groningen, Innovatiepact Fryslân namens de eerstelijnsorganisaties (Ynbusiness, IBDO en GroBusiness) en de NOM, die als leadpartner fungeert.
Naast digitalisatie in algemene zin richt EDIH NN zich eveneens nadrukkelijk op de ontwikkeling en toepassing van zelflerende en zelfsturende systemen, ook wel autonome systemen genoemd. Om de autonomie van producten of processen te vergroten worden doorgaans combinaties van technologieën ingezet. Denk aan datatechnologie, AI, HPC, robotica of sensortechnologie om bijvoorbeeld een tractor onbemand te laten functioneren, zelf-navigerende logistieke systemen te ontwikkelen, intelligente energienetwerken op te zetten of innovatieve autonome fabrieken te realiseren.
Proeftuin
’Autonome systemen maken bedrijven en sectoren efficiënter en flexibeler,’ aldus Anna Moerbeek, projectmanager EDIH. ‘Simpelweg omdat veel werk uit handen wordt genomen en er minder fouten worden gemaakt. Niet onbelangrijk nu personeel steeds schaarser wordt. Tegelijkertijd worden autonome systemen onmisbaar om de belangrijke transities te doorlopen. Denk aan de transities in de energievoorziening, agroketen, zorg, bouw, infrastructuur en de industrie. Overal hebben we autonome systemen nodig. Bij Noord-Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en bedrijven is volop expertise aanwezig om op dit gebied uit te groeien tot een nationale en internationale koploper. Sterker nog, de EDIH NN heeft de ambitie om dé proeftuin voor autonome systemen te worden. Een plek waar ondernemers en ontwikkelaars hun ideeën en innovaties kunnen uittesten, op één van de demonstratieen testlocaties.’
Maar ja, waar en hoe te beginnen met digitalisatie en autonome systemen? Hoe maak je de juiste keuzes? En waar vind je de benodigde partners? Het zijn vragen waar veel bedrijven mee worstelen. Omdat ze bijvoorbeeld onvoldoende zicht hebben op wat er zoal bij komt kijken of
44 | MAART 2024
onzeker zijn over het rendement op de investering. EDIH NN neemt drempels weg door bedrijven op een laagdrempelige en praktische manier te helpen om aan de slag te gaan. Zo kunnen ze met vragen of ambities in hun eigen provincie terecht bij de specialisten van de eerstelijnsorganisaties Ynbusiness, GroBusiness of Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO).
Scouts en innovatiemakelaars
‘Binnen EDIH NN vervullen wij een soort huisarts-functie’, licht Dennis Carton toe. ’Met dat verschil dat wij ook ongevraagd langskomen.’ Dennis is directeur en sectorspecialist Industrie van Ynbusiness en bij EDIH NN actief als vertegenwoordiger van de scouts. ‘Of je het een ondernemersloket kunt noemen? Een beetje wel, maar dan een loket op wielen. Als scouts proberen we boven water te krijgen welke bedrijven tegen welke problemen aanlopen. Waar sta je en waar wil je naartoe? Op basis daarvan vullen wij onze dienstverlening in. Wanneer we zelf niet direct een oplossing hebben, zoeken we een partij die het bedrijf wel verder kan helpen. Vragen die te maken hebben met autonome systemen zetten we door naar één van de innovatiemakelaars.’
Gezamenlijke uitdagingen
In de kern is het programma er voor alle bedrijven in Noord-Nederland. De focus van de innovatiemakelaars van EDIH NN, ook wel brokers genoemd, ligt echter op de transitiegebieden Lifescience & Health, Agro & Food, Energie, Slimme Fabrieken, Mobiliteit en Bebouwde Omgeving. Of preciezer: binnen de transitiegebieden die ze vertegenwoordigen richten innovatiemakelaars zich specifiek op autonome systemen. Per transitiedomein zoeken ze actief naar gezamenlijke uitdagingen, om van daaruit een gezamenlijke aanpak te formuleren en innovatieprojecten te initiëren. Innovatiemakelaars brengen, kortom,
bedrijven met dezelfde ambities en vraagstukken bij elkaar en bouwen daar een ecosysteem omheen.
Waar en wanneer nodig worden bedrijven door de scouts of de innovatiemakelaars gekoppeld aan één van de Solution Providers uit de database van EDIH NN. Solution Providers zijn partijen die oplossingen en expertise inbrengen en waarmee een versnelling richting digitalisatie of de toepassing van autonome systemen kan worden ingezet.
Uiteraard is er binnen EDIH NN alle aandacht voor het opleiden van medewerkers van bedrijven. Een belangrijk, maar nogal eens onderschat onderdeel in het proces. Zo is er onder andere de Smart Makers Academy die medewerkers helpt bij het ontwikkelen of vergroten van de juiste en gewenste digitale en technologische skills.
Groot internationaal netwerk
Zoals gezegd zijn er verspreid over de hele Europese Unie tal van digitale innovatiehubs aanwezig. Dat betekent dat EDIH NN, naast samenwerking met andere Nederlandse EDIH’s, nu ook toegang heeft tot een groot internationaal netwerk. Ook daar kunnen noordelijke bedrijven natuurlijk flink van profiteren.
Dus is het aanhaken of afhaken? Om gerichte stappen te zetten heb je inzicht nodig. EDIH NN helpt je graag inzicht krijgen.
WWW.EDIH-NN.NL Anna Moerbeek | projectmanager T +31 6 112 865 53 | E moerbeek@nom.nl 45 | GROEIEN BEGINT HIER.
Peter de Jong
Hoe kunnen we duurzamer, slimmer en gezonder werken? In deze editie geven we het woord aan expert Peter de Jong. Peter de Jong is lector duurzame zuivel en voedselverwerking bij Van Hall Larenstein University of Applied Sciences in Leeuwarden. Daarnaast werkt hij als programmadirecteur bij het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) en als principal scientist food processing bij NIZO. Ook is hij als programmadirecteur betrokken bij het open innovatieprogramma Fascinating (Food Agro Sustainable Circular Nature Technology in Groningen).
Een wereldwijde voortrekkersrol
De manier waarop we voedsel produceren en consumeren zal de komende jaren ingrijpend moeten veranderen. Voor onze eigen gezondheid, om de bevolkingsgroei bij te kunnen benen en natuurlijk ook voor een leefbare planeet. Maar wat is nodig om die transitie goed in gang te zetten?
En welke rol kan Noord-Nederland daarin spelen?
Peter de Jong is expert op het gebied van landbouw en voedsel. Als chemisch technoloog houdt hij zich vanuit verschillende functies bezig met duurzaamheid. Bijvoorbeeld het maximaliseren van grondstofgebruik en de maximale voedingswaarde uit voedingsproducten halen. ‘Ik heb veel verschillende petten op en dat zal wel met de leeftijd te maken hebben’, grapt De Jong. ‘De rode draad is dat ik de link leg tussen grondstoffen, de manier van processen en de kwaliteit van het product.’
Voedseltransitie
Voor de één is de eiwittransitie de heilige graal en voor de ander een beladen term. De Jong trekt het probleem zelf liever breder. ‘We hebben een groeiende wereldbevolking en die moeten we op een gezonde manier voeden. Calorieën krijgen we doorgaans voldoende binnen, maar vooral belangrijk zijn de voedingsstoffen die we nodig hebben. Die moeten natuurlijk op een zo duurzaam mogelijke manier geproduceerd worden. Daarvoor wil je alle mogelijkheden benutten.’
‘Plantbased is een belangrijk onderdeel van die transitie, maar niet per se met het idee om al het dierlijke volledig te vervangen door plantaardig’, vervolgt De Jong. ‘Dat kan misschien in een individueel dieet, maar dat lukt niet op wereldwijde schaal. Naast plantaardige eiwitten zal dus
DE EXPERT
46 | MAART 2024
Als het gaat om de manier van processing dan staat de plantbased wereld nog in de kinderschoenen. Laten we ons daarom richten op het ontwikkelen van technologie die de eiwitten uit gewassen beter intact laat, want onze kracht ligt in kennis.
Peter de Jong
ook het aandeel aan zuivel en zelfs vlees een beetje moeten toenemen. Niet omdat mensen meer vlees gaan eten, maar omdat we met meer mensen zijn.’
Ook zijn volgens De Jong niet alle eiwitten gelijk aan elkaar. ‘Niet alle eiwitten zijn namelijk even makkelijk te verteren en ook zijn ze niet altijd van dezelfde kwaliteit. Om echt een transitie in gang te zetten, zul je moeten zorgen voor hoogwaardige kwaliteit en goede smaak tegen een lagere prijs. Ook de boer zal eraan moeten verdienen. Daar ligt de grootste uitdaging, en ondanks de populariteit van plantbased producten beginnen ze hier tegenaan te lopen. Er moet nu een volgende stap worden gezet.’
Processing
De Jong wijst erop dat er ook op het gebied van processing nog veel winst valt te behalen voor plantbased alternatieven. Zo is de carbon footprint van zuivel bijvoorbeeld, het grootst op de boerderij, terwijl er in de fabriek niet zoveel meer aan gedaan hoeft te worden. De processing neemt slechts 6-10% van de totale footprint in beslag, afhankelijk van het product. Echter, het is veel moeilijker om eiwitten uit gewassen te halen, daar is veel meer processing voor nodig en dat kost veel energie, waardoor duurzaamheid in het gedrang kan komen bij grootschalige productie. Dit benadrukt de noodzaak voor verdere ontwikkeling van procestechnologieën.
En dat is nou net iets waar De Jong zich mee bezighoudt. ‘Om hoogwaardige kwaliteit eiwitten uit gewassen te halen, heb je eigenlijk een zo mild mogelijk proces nodig. En dat kost tegelijkertijd ook veel minder energie. Maar hoe milder het proces, hoe meer micro-organismen intact blijven, dus dat is een beetje het spanningsveld. Op dit moment werken we bij Van Hall Larenstein, samen met bedrijven en met steun van het innovatiefonds van de Dairy Campus, aan een nieuwe pasteurisatietechnologie. Deze technologie zorgt ervoor dat het hele proces minder dan een seconde duurt, terwijl alle schadelijke micro-organismen worden gedood.’
‘In het totale energieverbruik van Nederland neemt de agrofood industrie na de petrochemische industrie een goede tweede plek in’ vervolgt De Jong. ‘Dit komt onder andere door inefficiënte processen, zoals het drogen van voedsel. Binnen het Fascinating programma werken we momenteel aan de ontwikkeling van een innovatief droogsysteem op
basis van zeoliet. Dit systeem zet vochtige lucht om in droge warme lucht, waarbij de opgewekte warmte opnieuw wordt benut voor het droogproces. Hierdoor kunnen we aanzienlijke energiebesparingen realiseren, naar schatting tussen de 20% en 30%. Dit is heel fors.’
Samenwerking met de markt
Een andere rode draad in het onderzoek van De Jong is het opzoeken van samenwerkingen met bedrijven. ‘Mijn roots liggen bij NIZO in Ede, waar de onderzoeken volledig vanuit de markt worden gefinancierd. Ook bij Van Hall Larenstein, het ISPT en Fascinating haken veel bedrijven aan. Dat is belangrijk, want dat geeft focus aan de onderwerpen van het onderzoek. Daarnaast levert het ook veel nieuwe en waardevolle kennis op.’
‘Voor grote apparatenbouwers zijn nieuwe procestechnologieën vooral een niche naast hun bestaande portfolio. En deze bedrijven zijn over het algemeen ook niet zo snel. In mijn ervaring kun je voor echte innovatie het beste samenwerken met mkb-bedrijven’, vervolgt De Jong. ‘Dat is ook wel iets wat Noord-Nederland kenmerkt overigens, dat er gekeken wordt naar lokale partijen om mee samen te werken. Dat werkt vanwege de kortere lijnen natuurlijk veel sneller. In de Randstad kijkt men toch eerst naar de hele grote partijen voor samenwerkingen.’
Nederland Kennisland
Volgens De Jong is het niet alleen belangrijk om de processen te optimaliseren, maar moet ook het verdienmodel in de gehele keten kloppen. ‘Het is essentieel dat boeren er ook daadwerkelijk van profiteren. Het heeft weinig zin om hen aan te moedigen meer eiwitgewassen te verbouwen als dit minder winstgevend is dan bijvoorbeeld suikerbieten. Een eerlijk verdienmodel is dus van belang. Maar nog belangrijker is dat we hoogwaardige eiwitten produceren die beter zijn dan wat er momenteel op de markt is.’
‘Nederland is een klein land, dus we moeten niet proberen om méér te gaan produceren. Natuurlijk kunnen we niet wedijveren met landen als Canada. Echter, onze kracht ligt in het feit dat we een kennisland zijn’, vervolgt De Jong. ‘Daar staan we wereldwijd bekend om en daar drijft onze economie voor een groot deel op. Als het gaat om de manier van processing dan staat de plantbased wereld nog in de kinderschoenen. Laten we ons daarom richten op het ontwikkelen van technologie die de eiwitten uit gewassen beter intact laat, want nogmaals: onze kracht is onze kennis. Met het Fascinating programma heeft Noord-Nederland wat dat betreft een wereldwijde voortrekkersrol!’
In mijn ervaring kun je voor echte innovatie het beste samenwerken met mkb-bedrijven. Dat is ook wel iets wat Noord-Nederland kenmerkt.
Peter de Jong
47 | GROEIEN BEGINT HIER.
Wist je dit
over de geschiedenis van het Noorden?
Wist je dat het agro-industrieconcern van Willem Albert Scholten vanuit Foxhol uitgroeide tot de eerste multinational van Nederland? Wist je dat de jaknikkers die vanaf 1947 aardolie winnen bij het Drentse dorp Schoonebeek in de eerste jaren een toeristische attractie zijn? Wist je dat Edsel Ford, zoon en opvolger van de bekende industrieel Henry, ooit een bezoek bracht aan de Fongersfabriek in Groningen, en met vier fietsen naar huis ging? Wist je dat Philips Drachten kleinschalig begon met de maak van scheerapparaten? Wist je dat het UMCG begon met slechts acht bedden in het Groene Weeshuis te Groningen? Wist je dat de eerste (gedocumenteerde) oudste mens ter wereld een Groningse schipper was? Wist je dat de aanleg van het waterleidingnet in de stad Groningen een initiatief was van twee Friese huisartsen? Wist je dat Delfzijl ‘het laatste bastion van Napoleon’ was, nadat een kolonel weigerde te geloven dat zijn generaal was verslagen? Wist je dat de vondst van een ondergrondse zoutberg ter grootte van de Mont Blanc bij Winschoten in 1951 het beginpunt was voor de soda-industrie in Delfzijl? Wist je dat de chemiesector in Emmen begon met een synthetische garenfabriek? Wist je dat in 1886 in het Friese Wergea de eerste zuivelcoöperatie van Nederland werd opgericht? Wist je dat de hoofdkantoren van de NAM in 1967 en de Gasunie in 1968 naar Assen respectievelijk Groningen verhuisden na een intensieve lobbycampagne?
Nog meer weten? Ontdek innovaties door de jaren heen in ons online museum. Scan of klik op de code.