NOMMER 47

Page 1

OKTOBER 2023

GROEIEN BEGINT HIER.

NOM EN EEMSHAVEN SAMEN BIJNA 100

ECONOWIND KRIJGT VLEUGELS

STARTUP FESTIVAL IS HERE TO STAY


COLUMN

Er waait een interessante wind door de maritieme sector. Van oudsher een belangrijke sector in Noord-Nederland. Op allerlei manieren zijn rederijen en scheepsbouwers met innovaties bezig. Duurzame vormen van brandstof worden geïntroduceerd. Nieuwe materialen worden ontwikkeld om lichtere schepen te bouwen. Tot nu toe maakte de maritieme sector geen deel uit van de Parijse klimaatakkoorden. Dit ondanks het feit dat deze sector grote hoeveelheden broeikasgassen uitstoot. Vanaf 2024 wordt een start gemaakt met het onderbrengen van de maritieme sector in het EU Emmissions Trading System (EU ETS).

Wind in de zeilen (of onder de vleugels)

Nu kunnen we heel hoog over naar de wereldwijde ontwikkelingen in deze sector kijken. Maar we kunnen ook eens een paar mooie noordelijke voorbeelden laten zien die bijdragen aan lagere emissies in de maritieme sector.

In Heerenveen maakt Nedcam

(hele grote) mallen voor de composietenindustrie. Deze worden onder andere gebruikt in de jachtbouw. Er wordt gewerkt aan verduurzaming door composieten op waterbasis te gebruiken en aan het circulair maken van het eigen proces. Zo draagt de toeleverende industrie bij aan het verlagen van de CO2-emissies door de maritieme sector.

In Meppel maakt Alumax o.a. sloepen, rondvaartboten, werkboten, blusboten en watertaxi’s van lichtgewicht aluminium. Zo zijn er minder krachtige motoren nodig en daarmee minder brandstof. In de productiehal van Alumax liggen de Rotterdamse watertaxi’s trouwens mooi naast een Amsterdamse rondvaartboot. Het Groningse Econowind ontwikkelde VentoFoils voor zeeschepen. Deze VentoFoils zijn een soort dertig meter hoge vliegtuigvleugels die ervoor zorgen dat de wind het zeeschip voortstuwt. De vleugels worden gebouwd in het Friese Warten en in Zeewolde (Flevoland). Samen met collega regionale ontwikkelingsmaatschappij Horizon ziet de NOM de interessante mogelijkheden. Met een gezamenlijke investering krijgt Econowind letterlijk en figuurlijk vleugels om op te schalen.

Het zijn maar drie voorbeelden (waarover u verderop in de NOMMER meer kunt lezen). Maar wel exemplarisch voor de veelzijdigheid waarmee de noordelijke maritieme sector bezig is met innovaties en energietransitie. Met volle kracht vooruit!

boonstra@nom.nl @dinaboonstra www.linkedin.com/in/dinaboonstra


In deze

44 18

WERKEN AAN WATER

DE DRIJFVEREN VAN BJORN EN FOLMER

en verder ...

5 Cas en Dina: terugkijken, vooruitblikken 8 ILIK, DeepAvatar & iki.ai

14 SPOTLICHT OP DOPPLE

10 Econowind bouwt VentoFoils 12 De overdracht van Wiertsema

OP DE AGENDA: STIKSTOFEMISSIE

40

17 Je bedrijf verkopen? 20 INPRC gaat groeien 22 Wynand Alkema over zijn expertise 24 Exit: Kampen Industrial Care 27 Geld voor groei 28 Boekingsplatform Vipio 30 Het Air-to-Watersysteem van Solaq 32 Minister bezoekt Noord-Nederland 34 Startup Festival inspireert 38 Diverse vragen: Included Cards 42 Hackaton AgroAgenda Noord-Nederland 47 Wij zoeken collega’s 48 TopDutch!

3

TIPS UIT DIT NUMMER

1

Bedrijfsoverdracht? Neem de tijd (blz. 12)

2

Ontdek Vipio voor verrassend weekendje weg (blz. 28)

3

Teamontwikkeling gaat over lef (en smoesjes) (blz. 35)


COLOFON NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Wat is jouw ‘missing link’?

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM. Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief. Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl. Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief. Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Nick Boer, Amber Boomsma, Dina Boonstra, Manisch Creatief, Petra Engel, Folkert van der Glas, Tine van Knijff-van Hijum, Richard Kootstra, Hans Schrijer, Jean-Paul Taffijn, Annemieke Wouterse. 4

Fotografie: Anna Therow Photography, Hans van Dijk, Horizon Flevoland, Alfred Oosterman, Yolanda Visser, Ronald Zijlstra, stock NOM.

Drukwerk: Scholma Print & Media. Oplage: papier 2.800, digitaal 915. Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl

Als ondernemer ben je voortdurend bezig met het verduurzamen en optimaliseren van je bedrijf. Maar soms ontbreekt er iets essentieels: een bepaalde technologie, expertise of een leverancier. Of misschien is er iets anders wat je nodig hebt. Wij, TopDutch, willen je helpen die ontbrekende schakel te vinden. Als dit lukt profiteren wij daar allemaal van. We bieden je onderneming de mogelijkheid om die innovatieve stappen te zetten die je nodig hebt. Dus vertel ons: wat is jouw ‘missing link’?

Cover: Cas König (directeur Groningen Seaports) en Dina Boonstra (directeur NOM) praten in de Eemshaven over de toekomst van Noord-Nederland. De zon schijnt. Fotografie: Hans van Dijk.

De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De folie waarin de NOMMER bij verzending per post wordt aangeboden is suikerriet 12 mu folie. Deze folie is voor meer dan 80% gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen en is volledig recyclebaar binnen het reguliere inzamelsysteem. Oktober 2023 | JOUKNT IO B2 E0 R2 32 0 2 3

Deel je missing link via www.topdutch.com/missinglink

SCAN or CLICK


NOM (49) en Eemshaven (50) zijn samen volwassen geworden

5

De NOM bestaat komend jaar een halve eeuw. Ze is daarmee een jaartje jonger dan de Eemshaven, dat dit jaar het zilveren jubileum vierde. Bijna leeftijdsgenoten zijn het, die op elkaar lijken, van elkaar kunnen leren en elkaar vooruithelpen.

Oliecrisis was het, met autoloze zondagen en Farce Majeur. En in datzelfde jaar 1973 werd ook nog eens de Maasvlakte geopend, het grote industriegebied van de Rotterdamse haven. Niet een heel ideaal moment voor de start van een nieuwe industriehaven voor petrochemische activiteiten in het Noorden van Groningen. En tóch maakte de Eemshaven haar belofte waar, al duurde het wat langer. Op haar vijftigste verjaardag ligt ze er florissant bij.

| GROEIEN BEGINT HIER.


Ontwikkelingsmaatschappij, overheid, havenschap, we overleggen veel met

elkaar en dat werpt zijn vruchten af. Vooral omdat we allemaal hetzelfde willen. En dat blijft ook zo.

Cas König, Groningen Seaports

‘En dat hebben we goed gevierd’, vertelt directeur Groningen Seaports Cas König. ‘Met bestuurders was waardevol, maar vooral de open dag was schitterend. Daar kwamen veel meer mensen op af dan we hadden verwacht. Veel van hen waren mensen die op één of andere manier bij de ontwikkeling en groei van de Eemshaven betrokken waren geweest. Toeleveranciers, oud-medewerkers van bedrijven hier, van alles. Ik heb mijn ogen uitgekeken en was getroffen door de trots waarmee zij over de Eemshaven spraken.’

6

De oprichting van de NOM is in wezen een direct gevolg van de moeilijke tijd waarin de Eemshaven werd geboren. Werd de haven nog vooral aangelegd vanwege de sterke groei van de (zware) industrie in de jaren zestig, de NOM was als het ware een antwoord op het terugvallen enkele jaren later van diezelfde industrie. Directeur Dina Boonstra: ‘Je zou kunnen zeggen dat het eerste doel was te voorkomen dat grote werkgevers om zouden vallen. Het was diep crisis.’

Vijfde directeur Bijna vijftig jaar later gaat het niet meer per se om grote werkgevers en al helemaal niet meer om het redden van bedrijven. De NOM richt zich meer op ontwikkeling, op het helpen grootbrengen van kleine en grotere bedrijven. Hoewel de acquisitie van ‘grote jongens’ naar Noord-Nederland nog altijd belangrijk is. Dat geldt ook voor innovatieve startups. En dat is typisch iets waarin Eemshaven en NOM nauw samenwerken. Dina Boonstra: ‘Ook wij vieren een mooi feestje komend jaar. Zo’n open dag lijkt me prachtig, maar dat is lastig voor ons. Want: waar zou je dat moeten doen? Wij zijn er voor heel Noord-Nederland. Maar we willen wel zo veel mogelijk mensen die bij de NOM betrokken zijn geweest afgelopen halve eeuw benaderen en bijeenkrijgen. Afgezien daarvan wordt er al een heel programma opgetuigd. Twee jaar geleden had ik al een lunch met mijn voorgangers. De gesprekken daar zijn onderdeel van publiciteit in het jubeljaar. Wist je trouwens dat ik pas de vijfde directeur ben van de NOM? Apart toch?’ Waar de Eemshaven zich ontwikkelde van een petrochemische industriehaven in een overslaghaven en nu een industriehaven gericht op (offshore) energie en data, stond de NOM ook niet stil. Werkgelegenheid behouden was het eerste credo, bedrijven aantrekken dus. Investeren was toen belangrijker dan ontwikkelen. Dat verschoof eind jaren negentig.

| OKTOBER 2023

Dina Boonstra: ‘Ontwikkelen werd vanaf toen steeds belangrijker. We wilden bestaande, vaak beginnende bedrijven snel verder helpen. Dat kan door middel van investeringen, maar ook door het aanbieden van advies en een netwerk. En dat is nu nog altijd één van onze belangrijkste pijlers. We zijn altijd op zoek naar pareltjes die we kunnen helpen schitteren. Het verrast me nog steeds hoeveel van die pareltjes er eigenlijk zijn in ons gebied.’

Gekoppeld Dat geldt in wezen ook voor de Eemshaven, waar de focus de laatste jaren duidelijk op vergroening, data en energie kwam te liggen. Cas König: ‘Die groene koers gaat zich zonder meer uitbetalen. Je ziet nu al dat we daardoor in de aandacht zijn gekomen van bedrijven. Die zoeken een plek om hun duurzame activiteiten op te schalen. Maar daar is bijna geen ruimte meer voor in Nederland. Wij hebben nog grond.’ Dat is typisch iets dat de NOM ook gebruikt bij de acquisitie van bedrijven, maar ook van duurzame startups, proeffabrieken en innovatieve ondernemingen: we hebben de ruimte. De energievoorziening in en om de Eemshaven is steevast een trekker voor nieuwe bedrijvigheid, net als onder meer de sterke netwerken. König: ‘We hebben de weg omhoog jaren geleden ingezet en die gaat nog een tijd door. Dat heeft voor een flink deel te maken met de goede samenwerking tussen Eemshaven en NOM. Daardoor zijn er prachtige


NOM.NL GRONINGEN-SEAPORTS.COM Circulariteit, duurzaamheid,

vergroenen. Het moet gewoon, en wel zo snel mogelijk. Dina Boonstra, NOM

jaren trekken vooral de ‘proeftuinen’ wat dat betreft de aandacht. Innovaties hebben in Noord-Nederland de ruimte om volwassen te worden, zeker ook in de Eemshaven. Wat op labschaal werkt, kan op grotere schaal worden beproefd in Noord-Groningen. Dat is de richting die zowel de NOM als de Eemshaven kiest voor de (nabije) toekomst. König: ‘We kijken meer naar startups en scale-ups die iets unieks hebben. Die willen we hier een kans geven om verder te ontwikkelen en innoveren. Avantium is daarvan een goed voorbeeld. Die helpen we echt op weg. Uiteindelijk gaat het misschien wel nog meer om de spin-off die we ervan verwachten. Die levert nieuwe bedrijvigheid op, duurzame bedrijvigheid.’

bedrijven deze kant op gekomen. Meestal horen we – als we vragen waarom ze voor ons gekozen hebben – terug dat ze onder de indruk zijn van hoe we hier allemaal gekoppeld zijn. Ontwikkelingsmaatschappij, overheid, havenschap, we overleggen veel met elkaar en dat werpt zijn vruchten af. Vooral omdat we allemaal hetzelfde willen. En dat blijft ook zo.’ Dina Boonstra: ‘Vergeet vooral data niet. Internet is heel belangrijk voor Noord-Nederland. Dat ontstond al toen in Groningen KPN Research gevestigd was. Zelfs nu nog ontstaan startups die te herleiden zijn naar die organisatie. De grondleggers van toen investeren nu weer in nieuwe ondernemingen. Zo ontstaat er een mooi ecosysteem waaraan wij ook graag bijdragen.’ De parallel met de Eemshaven is op dat terrein gemakkelijk gemaakt. Door de aanwezigheid van ruimte, vakmensen, koelwater en groene stroom bleek zij een aantrekkelijke plek voor datacenters. ‘Daar werd in het begin wat schamper over gedaan’, vertelt König. ‘Zo van: kost veel energie en ruimte, maar levert weinig op. Dat is gelukkig wat veranderd, dat beeld. Iedereen ziet nu dat zo’n groot datacenter veel extra bedrijvigheid teweegbrengt en een heleboel werkgelegenheid.’

Proeftuinen Kansen zat dus. De Eemshaven biedt ze aan ondernemers. De NOM helpt zowel die ondernemers als de Eemshaven door met mooie partijen om tafel te gaan die zich in het Noorden willen vestigen. De laatste

De NOM kijkt als het gaat om proeftuinen naar het hele Noorden. Wetsus in Leeuwarden is zo’n voorbeeld, het kunststofcluster in Heerenveen is een ander, net als de groene chemie in Emmen. ‘En Astron in Dwingeloo, daar zien we ook mogelijkheden’, zegt Dina Boonstra. ‘Daar wordt al jaren op wereldkampioenniveau met data en AI gewerkt. Wij denken dat er jonge, innovatieve ondernemingen omheen kunnen ontstaan.’

7

Het Noorden staat heel wat te wachten. Het toverwoord van nu is ‘transitie’. En daarover zal het – zeker in het begin van de komende halve eeuw – wel blijven gaan bij de NOM en de Eemshaven. König: ‘We leven nu echt in een schakeltijd. We zetten nu de basisstappen voor de vergroening van de industrie. Het gaat nu om het maken van de juiste keuzes en wat mij betreft moeten we de ontwikkeling versnellen. Dat zien wij als onze uitdaging.’ Dina Boonstra is het daarmee eens. ‘Circulariteit, duurzaamheid, vergroenen. Het moet gewoon, en wel zo snel mogelijk. Maar ook in de digitale wereld en op het gebied van gezondheid gaan we flinke uitdagingen aan. Dit moeten de jaren van de doorbraken worden wat dat betreft. Om die te bereiken hebben we nóg een moeilijke taak, zowel de Eemshaven als de NOM: we moeten zorgen dat de wetgeving mee verandert. Want soms stuiten geweldige ideeën op een juridische muur. En daar hebben we nu echt geen tijd meer voor. Dat is wat we allemaal hard moeten leren nu: hoe schakel je effectief in transities. Ik hoop dat we over vijftig jaar terug kunnen kijken en zeggen: dat is ons toen maar mooi gelukt.’

Dina Boonstra | directeur T +31 6 543 482 38 | E boonstra@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INTERNATIONALISEREN

EVEN VOORSTELLEN: ILIK, DEEPAVATAR & IKI.AI Sinds begin dit jaar is de NOM één van de facilitators van het Startup Visa-programma. Inmiddels beschikken drie jonge bedrijven van buiten de EU over een door de NOM uitgegeven Startup Visa: iki.ai, ILIK en DeepAvatar. Het komende jaar gaan deze startups hard aan de slag in het Noorden en de NOM helpt ze met begeleiding, coaching en natuurlijk een netwerk. In de vorige NOMMER stond een artikel over het Startup Visa-programma (scan de code als je dit artikel terug wilt lezen), dus nu is het hoog tijd om de startups zelf voor te stellen. SCAN or CLICK

Links Razmik Konstandian, rechts Azat Davletshin

DeepAvatar 8

Een van de lastigere dingen van het leren van een andere taal, is het vinden van een goede gesprekspartner om mee te oefenen. Daarom ontwikkelde DeepAvatar een virtuele AI-assistent, waar je in real-time een gesprek mee kunt voeren. De van oorsprong Armeense startup wil hier in het Noorden verder met het ontwikkelen en lanceren van de iOS-app. ‘De komende tijd willen we ons richten op de productontwikkeling en het goed laten aansluiten op de juiste niches in de markt’, zegt CEO en medeoprichter Razmik Konstandian. De startup koos voor Nederland vanwege het goed ontwikkelde startupklimaat en de goede Engelse taalvaardigheid. ‘Maar juist de fijne ervaring met de NOM gaf de doorslag om ons in Noord-Nederland te vestigen’, zegt Konstandian. ‘Ze hebben ons bij het hele proces geholpen, van de aanvraag tot het verhuizen. We zitten als bedrijf nog in een hele vroege fase, maar ik denk dat het netwerk hier ook zeker heel waardevol zal zijn in onze ambities om verder te groeien.’

Ik ben erg trots dat we deze startups in onze regio hebben

mogen verwelkomen. Deze slimme, ambitieuze en inspirerende

ondernemers passen perfect in ons startup-ecosysteem en laten zien dat Noord-Nederland een aantrekkelijke plek is voor internationaal talent. Fleur Mulder, NOM

| OKTOBER 2023


WWW.NOM.NL

iki.ai iki.ai is een kennis-hub en een tweede brein voor professionals en teams. Het is een digitale bibliotheek om al je professionele kennis in op te slaan en heeft een virtuele copiloot om je te helpen met taken op basis van je kennis. ‘Met de vooraanstaande universiteiten en grote studentengemeenschap biedt Groningen een unieke kans om ons product te testen, de early adopters community op te bouwen en ons op weg te helpen naar de groeifase’, zegt medeoprichter Ivan Ilin. ‘En toen we eenmaal verhuisd waren, zagen we wat een bruisende en fietsvriendelijke stad Groningen is, met ontzettend mooie dorpjes eromheen.’

Links Max Orlov, rechts Ivan Ilin Faten Salem

ILIK

9

ILIK is een social innovation startup met een missie om vrouwen beter inzicht te geven in hoe de verschillende fases in de menstruatiecyclus – door ILIK seizoenen genoemd – mentale gezondheid kunnen beïnvloeden. ‘Noord-Nederland heeft een veilige en open minded cultuur om juist over dit soort gevoelige onderwerpen te kunnen praten. In een stad als Groningen wonen veel jonge vrouwen en dat is precies wat ILIK nodig heeft om een goede community op te bouwen’, zegt de van oorsprong Palestijnse oprichter Faten Salem. ‘Het is ook een regio waar innovatie en duurzaamheid hoog in het vaandel staan, wat ook weer aansluit op onze waarden als jong bedrijf.’ 'Als vrouwelijke ondernemer heb ik ook ontzettend veel gehad aan het Startup Visa-programma en de NOM’, vervolgt Salem. De steun, begeleiding, feedback en geweldige netwerkmogelijkheden zijn onmisbaar geweest voor de ontwikkeling van onze startup. De NOM heeft ILIK geholpen om ons idee om te zetten in iets praktisch, iets dat echt een verschil kan maken in het leven van vrouwen. Ik heb ook het geluk gehad de steun en begeleiding te hebben van geweldige Nederlandse vrouwen zoals Fleur Mulder en mijn mentor, Antje Meindersma.’

Fleur Mulder | junior projectmanager internationaliseren T +31 6 552 204 35 | E mulder@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Dankzij de wind kunnen zeeschepen

Doorpakken en opschalen

efficiënter varen. Econowind bouwt in

Voor de groei van het bedrijf is kapitaal nodig. Daarom stappen de NOM en Horizon Flevoland (de ROM voor Flevoland) in het bedrijf. Met deze participatie kan Econowind doorpakken en de productie opschalen. De plannen zijn ambitieus. Nieuwenhuis: ‘In 2027 maken we er elke dag minimaal één. In Zeewolde, Warten en op nog een plek in de wereld. Met ruim 50.000 actieve zeeschepen is de markt ontzettend groot.’

Zeewolde en Warten ‘VentoFoils’. Met deze windzeilen kunnen scheepseigenaren het brandstofverbruik tot wel 30% verminderen. Dit draagt bij aan het verduurzamen van de scheepvaart. NOM en Horizon Flevoland investeren samen flink in de scale-up, zodat snelle groei mogelijk is.

10

Nieuwenhuis: ‘Daarnaast automatiseren wij de besturing van de systemen verder. Nu gaan de zeilen automatisch omhoog en wanneer de wind te sterk is, klappen ze in. De bemanning heeft geen werk aan de bediening van de VentoFoils. Straks kunnen klanten op basis van artificial intelligence nog meer rendement uit de VentoFoils halen. Windinformatie wordt geïntegreerd in de modellen. De windvoorspelling zetten wij om in direct advies over de meest optimale vaarroute. Dat betekent concreet van de kortste route afwijken om harder te gaan op de wind.’

Je kunt de VentoFoil het best omschrijven als een verticale vliegtuigvleugel, de vinding van Econowind. Die zet de wind op zee om in voorwaartse stuwing van het schip. De ventilatoren die erin zitten, versterken het effect. En dat scheelt aanzienlijk in het verbruik van duurder wordende brandstoffen. ‘We hebben vijf jaar ontwikkeld en staan nu voor de grote groei’, vertelt directeur Frank Nieuwenhuis. Sinds 2016 pioniert Econowind met windvoortstuwing voor zeeschepen. De zestien meter aluminium VentoFoil-productie vindt plaats in de fabriek in Zeewolde. Deze ‘zeilen’ zijn uitermate geschikt voor de shortsea markt. Nieuwenhuis: ‘Maar we hebben nu ook een samenwerking met scheepswerf Bijlsma in Warten. Daar bouwen we de grote, stalen VentoFoils, van dertig meter hoog. Deze zijn perfect voor grote zeeschepen. We verwachten dat ook daar veel groei vandaan gaat komen. Juist met deze volledige range windzeilen kunnen we diverse marktsegmenten bedienen en onze internationale leidende positie verder uitbouwen.’

De coaster Ankie van rederij Jan van Dam is uitgerust met VentoFoils.

| OKTOBER 2023

Investering De tijd is rijp De milieuwetgeving voor zeeschepen wordt strenger. Met de start van de CO2-taks in 2024 willen scheepseigenaren versneld vergroenen. De International Maritime Organization (IMO) streeft naar 40% CO2-reductie voor de scheepvaart. ‘De tijd is rijp. Duurzaamheid staat hoog op de agenda in de sector. Rederijen gaan vol voor brandstof besparen. Windvoortstuwing is een bewezen oplossing en brandstofonafhankelijk. De terugverdientijd bij de huidige schepen ligt rond de vijf jaar. Met de VentoFoils kunnen schepen het brandstofverbruik op reisniveau tot 30% reduceren.’


WWW.ECONOWIND.NL

Groepsfoto Econowind, de NOM en Horizon Flevoland

geeft Econowind vleugels De afgelopen jaren heeft Econowind zestien vleugels geïnstalleerd en uitvoerig getest. Het is een bewezen technologie die robuust is onder de uitdagende condities op zee. De VentoFoils worden geplaatst op bestaande schepen en ook geïntegreerd in nieuwbouwschepen. ‘Intussen hebben we de productietijd van een 16 meter vleugel verlaagd tot twee maanden’, zegt Nieuwenhuis. ‘Dat is in deze branche heel snel. We willen vlug kunnen leveren omdat klanten daarom vragen. Je ziet het vertrouwen van de markt terug in het orderboek.’ Allard van der Horst | investment manager

11

Innovatief en duurzaam Voor de NOM is de participatie om meerdere redenen logisch, vertelt investment manager Allard van der Horst: ‘Innovatie en verduurzaming van de maritieme sector zijn onze speerpunten. De productie in Warten, Friesland, maakt dat het Noorden echt betrokken is. Econowind heeft al contracten met binnenlandse scheepswerven en met zowel binnenlandse als buitenlandse scheepseigenaren. Met een volwassen team maakt het bedrijf producten die voor de maritieme toekomst superinteressant zijn. Wij maken daar graag deel van uit. Bovendien leidt het tot werkgelegenheid in de regio. Dat juichen wij toe.’

T +31 6 126 422 89 | E vanderhorst@nom.nl

NBA MARGRITTE, een Panamax bulker, gaat gebruik maken van VentoFoils.

Scan de qr-code voor de animatie over Econowind. SCAN or CLICK

Scan de qr-code voor de video over de financiering. SCAN or CLICK

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN Een soepele bedrijfsoverdracht is eerder uitzondering dan regel. Toch laat ingenieursbureau Wiertsema & Partners in Tolbert zien dat het kan. Wat is hun geheim? ‘De tijd nemen en zaken organisch overdragen’, stelt algemeen directeur Duco Kriele, die samen met Kees-Jan van der Made jaren geleden al een stapje terug deed en Johan van der Ploeg binnenhaalde als nieuwe directeur.

Johan van der Ploeg

12

Duco Kriele

| OKTOBER 2023


WWW.WIERTSEMA.NL Met de NOM als medeaandeelhouder aan boord en Johan als opvolger aan het roer, koerst Wiertsema & Partners – specialist in geotechniek – rustig naar de volledige bedrijfsoverdracht in de nabije toekomst. Het is een belangrijke stap die vier jaar geleden al in gang werd gezet, omdat Duco en Kees-Jan toe waren aan een nieuwe fase. ‘Na jarenlang keihard werken, wilden wij wat meer ruimte creëren voor onszelf. Maar hoe organiseer je dat zonder de zelfstandigheid van het bedrijf op het spel te zetten? Gevoelsmatig was verkoop aan een grote partij voor ons geen optie. Met de NOM als partner kunnen we de financiële zaken stapsgewijs goed regelen en hebben we ook een klankbord bij een verdere overdracht en doorgroei van het bedrijf.’ In de huidige samenstelling – Johan als directeur en Duco en Kees-Jan nog op de achtergrond als respectievelijk algemeen en technisch directeur – werkt het drietal samen aan het zeker stellen van de toekomst van Wiertsema & Partners. ‘We hebben een goed evenwicht gevonden’, vindt Johan, die per januari 2020 in zijn nieuwe functie stapte. Daarvoor werkte de Friese civiel techneut als manager bij een grote specialist in infrastructuur. Hij stond al op het kandidatenlijstje

ervaring van Duco en Kees-Jan, vindt hij waardevol. ‘Wiertsema werkt in een nichemarkt die ik eerst moest leren kennen.’

Goed uitleggen Tijd is volgens beide mannen een essentiële factor voor succesvolle opvolging. ‘Door organisch en stapsgewijs in de nieuwe situatie te groeien, kon iedereen in het bedrijf eraan wennen. Sommigen waren eerst kritisch over de participatie van de NOM, dat hebben we goed moeten uitleggen. En vrij snel na de komst van Johan bracht corona de nodige onrust, ook rondom onze orderportefeuille. Dan is het fijn om een partner als de NOM te hebben. Die hijgt niet als een grootaandeelhouder in je nek, maar geeft vertrouwen en denkt mee waar nodig. Uiteindelijk bleek de pandemie ook een voordeel te hebben: Duco werkte vooral thuis, terwijl Johan op kantoor was, waar de meeste medewerkers in shifts doorwerkten. Zo werd hij makkelijker het nieuwe aanspreekpunt.’ Duco en Kees-Jan zijn beide minder gaan werken en hebben elk hun eigen taken. ‘Kees-Jan is nog steeds een voortrekker als het gaat om technische ontwikkelingen en innovaties en ik houd me vooral bezig

Organische overdracht draagt bij aan succesvolle opvolging 13

van Duco toen Johan na een toevallige ontmoeting een appje stuurde: of het klopte dat ze opvolging zochten en of dat iets voor hem was? Na een paar afspraken was het beklonken. ‘De klik was er meteen’, verklaren de mannen. ‘We zijn verschillend, maar zitten op één lijn als het gaat om de filosofie achter dit bedrijf.’

Het draait om mensen Intuïtie en vertrouwen zijn de sleutelwoorden in dit overgangstraject. ‘Hoe belangrijk een kloppende strategie en verstandige zakelijke stappen ook zijn, uiteindelijk draait het om de mensen’, benadrukt Johan. ‘De medewerkers – honderddertig in totaal – zijn ons kapitaal. Zij hebben de kennis en kunde om de projecten in onze vakgebieden op te pakken. Wiertsema & Partners heeft de sfeer van een familiebedrijf en de grote gemene deler hier is passie voor het vak. Onze mensen zijn nuchter en hardwerkend; ze hebben die typisch noordelijke mentaliteit en kracht. Toch zijn ze ook trots op wat ze doen. Dat werd vooral zichtbaar op de familiedag die we vorig jaar organiseerden. Het zijn die passie en betrokkenheid waarmee wij het verschil maken, ook op de markt.’ Duco knikt. ‘Daarom was het geen optie om dit ingenieursbureau – dat wij na de eeuwwisseling van Wiertsema zelf overnamen – te verkopen aan een grootbedrijf. De mensen die hier werken, kiezen bewust voor deze schaal en sfeer.’ Dat gold ook voor opvolger Johan zelf. ‘Bij dit bedrijf kennen we al onze medewerkers persoonlijk en zij kennen ons. Dat sprak me meteen aan. Bovendien kunnen we snel schakelen. Als iemand met een idee komt voor een innovatie of investering, hoeven we niet eerst langs allerlei schijven om te beslissen.’ Dat Johan als voorman daarbij een beroep kan doen op de kennis en

met een zustermaatschappij in de offshore’, vertelt Duco. ‘Verder ben ik vooral op de achtergrond aanwezig, als haarlemmerolie binnen de holding. Advies geven zonder bemoeienis, daar streef ik naar. Johan heeft in de afgelopen jaren steeds meer operationele taken overgenomen. Zijn kracht is dat hij zaken meteen bij de kop pakt. En met zijn frisse blik heeft hij zowel de bedrijfsvoering als de uitstraling naar buiten toe verder geprofessionaliseerd.’ Waarop Johan zelf aanvult: ‘Alles goed organiseren en faciliteren om met elkaar marktkansen te benutten, dáár krijg ik energie van.

Klankbord en kansen Vanuit de NOM kijkt investment manager Ruud van Dijk ook tevreden naar de gang van zaken bij Wiertsema & Partners. ‘Wij weten uit ervaring hoe complex overdrachten zijn. Het gaat vaker mis dan goed, daarom is het mooi te zien hoe dit bedrijf heel bewust en stapsgewijs te werk gaat. Als NOM bieden wij waar nodig advies en begeleiding, al moeten de ondernemers het in de praktijk wel zelf doen. En dat pakken deze mannen verstandig op, met voldoende tijd en ruimte voor het proces.’ Johan en Duco zijn op hun beurt goed te spreken over de NOM als klankbord. ‘Bovendien komen er via het netwerk van de NOM ook kansen voorbij’, zegt Johan. ‘Van tips over mogelijke aanvullingen voor ons bedrijf tot betrokkenheid bij innovatieve onderzoeken in Noord-Nederland. We versterken elkaar in deze participatie en dat is ook waar wij binnen ons MT en de holding naar streven.’ Ruud van Dijk | investment manager T +31 6 215 185 09 | E vandijk@nom.nl | GROEIEN BEGINT HIER.


INNOVEREN

Laaghangend fruit is eerste stap

14

Er is niet één gouden ei nodig om de benodigde stikstofreductie in de veeteelt te behalen. We moeten verschillende eieren in het mandje stoppen. Dát die eieren er zijn, werd op 6 oktober wel duidelijk tijdens een bijeenkomst op de Dairy Campus Leeuwarden.

| OKTOBER 2023


om stikstofemissie te reduceren In 2035 is dit probleem opgelost. Dankzij het stapelen van de vindingen die we

hier gehoord hebben, maar ook omdat er veel-

belovende nieuwe technieken zitten aan te komen. Wim Bussink, projectmanager Nutriënten Management Instituut (NMI)

‘We hebben tijd nodig, dan weet ik zeker dat we vijftig procent reductie halen met minder materiaal dan we nu experimenteel gebruiken’, zegt Anko Vos. Hij is bij het project betrokken namens zoutproducent Nedmag. Laaghangend fruit. Onder die benaming zegden de noordelijke provincies subsidies toe aan managementmaatregelen die op een ‘makkelijke manier’ helpen het stikstofprobleem op te lossen. Meer dan duizend aanvragen kwamen er binnen, miljoenen aan steungeld werden verstrekt. Maar is dat een zinvolle besteding gebleken? Dat was in wezen de kernvraag tijdens de drukbezochte bijeenkomst. Het eerlijke antwoord? Dat weten we pas over een paar jaar, als alle tests, experimenten en proeven zich bewezen hebben. Of niet. Dat het er goed uitziet, is zeker. Enkele van de uitgewerkte – en inmiddels in praktijk gebrachte – ideeën beloven veel. Tot vijftig procent reductie van uitstoot wordt er op papier soms gehaald. In de praktijk moeten die goede vindingen naast elkaar worden gebruikt, om écht impact te hebben. ‘In 2035 is dit probleem opgelost. Dankzij het stapelen van de vindingen die we hier gehoord hebben, maar ook omdat er veelbelovende nieuwe technieken zitten aan te komen', vertelt bodemkundige Wim Bussink. Hij is projectmanager bij het Nutriënten Management Instituut (NMI).

Zout

WUR-onderzoeker Hendrik Jan van Dooren is ook optimistisch. ‘De verlaging van stalemissies is fors. We verwachten op het land hetzelfde. Nu is het zaak door te gaan met experimenteren met verhoging van de frequentie waarmee magnesium over de mest wordt gesproeid en ook met het verlagen van de dosering.’ Van Dooren ziet het project met magnesium niet als het Gouden Ei, maar wel als een goed toepasbare optie in de waaier van maatregelen die genomen kunnen of moeten worden.

15

Een ander project waarmee al resultaten worden gehaald, is dat van het met water schoonsproeien van stalvloeren. Door simpelweg water over de roosters te druppelen, of van bovenaf te sproeien, kunnen emissiereducties tot veertig procent worden gehaald. In de laatste proeven werd per vierkante meter dertien liter water per dag gespoeld. Jeanet Brandsma (WUR): ‘We hebben al flink getest en zien goede uitkomsten. Nu is het zaak na te gaan hoe het staat met de diergezondheid en bedenken wat voor water we het best kunnen gebruiken.’ Want de hoeveelheid aan water die hierbij benodigd is kan weer tot andere uitdagingen leiden.

Maatregelen die boeren snel zouden moeten kunnen treffen, passeerden op de Dairy Campus de revue. Zoals het rantsoeneren van eiwitten in veevoer. Kan zo tien procent uitstoot schelen. Of het met water schoonsproeien van stalvloeren. Daar hangt een reductieverwachting aan tot 25 procent. Meer weidegang is een idee dat getest wordt. Dat kan resulteren in een stikstofuitstootafname van maximaal twintig procent. Magnesiumchloride sproeien over mest heeft de potentie om zo’n vijftig procent reductie te halen. Het zijn enkele van de kansrijke initiatieven waarover een zaal vol geïnteresseerden meer te horen kreeg. Om met die laatste te beginnen: Nedmag en Farmin experimenteren al een aantal jaar met het gebruik van magnesium, in samenwerking met NOM en WUR (Wageningen University & Research). Dat werkt zo: magnesium legt ammoniak vast in het kristal struviet, zodat de stikstof niet de lucht in gaat maar beschikbaar blijft voor het gewas op het land.

| GROEIEN BEGINT HIER.


V.l.n.r. Alex Berhitu, Marieke Mossink (ministerie van LNV), Wim Bussink (NMI), Dirk Bruins (LTO Noord) en Henk Emmens (gedeputeerde provincie Groningen)

Regen Elke drie kwartier regent het drie minuten in de stal van melkveehouder Arjan Schrijver. Hij is één van de boeren die meedoen aan dit project. ‘Ik wil gewoon meedenken over manieren om uitstoot te verlagen, en dit leek me een mooie, eenvoudige oplossing. Mijn koeien hebben er op het eerste gezicht geen last van. Maar door de grote hoeveelheid benodigd water moet ik soms wel nadenken hoe ik de verdunde mest opsla.'

16

En dan ging er nog aardig wat subsidie naar mestrobots, waarvan de resultaten in eerste instantie wat lijken tegen te vallen. Dan is het verminderen van eiwit in het rantsoen van koeien een beter idee, zo lijkt het. Melkveehouder Jan Roelof Jalvingh uit Ruinerwold heeft er ervaring mee. ‘Het werkt logisch: wat er niet ingaat, komt er niet uit. Het is nu een kwestie van sturen naar de juiste verhouding.’ Onderzoeker Paul Galama (WUR) zet de experimenten voort. ‘Je moet met veel rekening houden. Verschillende bodemsoorten, verschillende grassoorten, dat heeft allemaal invloed op het aantal eiwitten dat een koe minimaal nodig heeft. Maar intussen is het ons gelukt om onder het landelijke laagste gemiddelde te zakken als het gaat om het voeren van eiwitten. En dat betekent minder uitstoot aan het eind van het proces.’ Geen van deze mooie oplossingen gaat eigenstandig het stikstofprobleem oplossen, zo werd wel duidelijk. We moeten het zoeken in een combinatie. Minder eiwit in het voer, spoelen met water of sproeien met magnesiumchloride en daarna nog een mestrobot erover. Zoiets. Misschien dat experimentele samenvoegingen iets zijn voor de volgende tranche van de investeringsregeling. ‘Dat is wat agrariërs willen: investeren en innoveren. Als wij daar iets aan bij kunnen dragen, dan moeten we dat doen. Ook om het verdienmodel van de boeren overeind te houden’, vindt de Groningse landbouwgedeputeerde Henk Emmens. Hij wil dat de nieuwe subsidieronde zo snel mogelijk weer wordt opengesteld.

22,5 miljoen Die regeling bestaat alleen in Noord-Nederland trouwens. De kans dat er een verlenging komt is groot, laat Marieke Mossink van het ministerie van LNV weten. ‘De interesse in het Noorden is groot,

er is veel op ingetekend, dus ik heb grote hoop dat we doorgaan. Intekenen kan weer vanaf februari.’ Veel innovaties, veel experimenten, veel onderzoekers, bedrijven en boeren die actief bezig zijn met ideeën om de stikstofuitstoot te verminderen. Dat is alvast een resultaat van de investeringsregeling in de noordelijke provincies. Het besef dat er iets moet gebeuren is er, de wetenschap dat er dingen kúnnen komt daar snel bij. ‘We hebben nu 22,5 miljoen ter beschikking gesteld in de eerste twee tranches’, zegt Pieter Helfferich van de provincie Fryslân. ‘Daar komt de derde straks bij. Ik hoop dat we halverwege 2024 kunnen zien wat dat cijfermatig heeft opgeleverd. Dan weten we hoeveel elke kilo reductie ons heeft gekost. Alleen al het stimuleren van boeren om hiermee te gaan ontwikkelen en vernieuwen vind ik trouwens de moeite waard.’ ‘Kortom wanneer we met alle welwillende partijen afspreken er een schepje bovenop te doen, dan gaan we met een mix van de vandaag gepresenteerde maatregelen een flinke hap nemen uit de stikstofemissie en schoppen we vanuit Noord-Nederland een flinke deuk in een pakje boter’, concludeert dagvoorzitter Alex Berhitu van de NOM.

De NOM doet actief mee Dat de NOM een actieve rol speelt in de kwestie van stikstofemissie ligt voor de hand. Nederland is welhaast op slot gezet door de regelgeving rond stikstof. Bouw- en verbouwplannen worden flink vertraagd, en daarmee vertraagt ook de groei van de industrie. Bestaande bedrijven hebben moeite met uitbreidingsplannen, nieuwe bedrijven lopen tegen moeilijkheden aan. Er moet kortom iets gebeuren, en snel ook. De NOM streeft naar goede oplossingen om uit de stikstofcrisis te geraken. Om die reden zet ze in op de technologie ERAMM (magnesiumchloride om ammoniakuitstoot te verminderen). Dat is een prachtige Noord-Nederlandse ontwikkeling met volop economische potentie. Alex Berhitu | teamleider Innoveren T +31 6 255 472 69 | E berhitu@nom.nl

| OKTOBER 2023


Als je als NOM investeert in veelbelovende K E N N I S

DELEN

innovatieve bedrijven en tevens aandeelhouder wordt, komt er een moment dat je afscheid van elkaar gaat nemen. De tijd is dan rijp om een zogeheten exit te maken en het aandelenbelang te verkopen. Annemieke Wouterse vertelt hoe zo'n traject verloopt.

Een geslaagde exit is meer dan een mooi rendement Zo nu en dan wordt er in de media bericht over één van onze exits. Toch treden we er niet altijd uitgebreid mee naar buiten. De kopende partij houdt logischerwijs graag de regie in handen en wil soms niet te veel kwijt over de details van de deal. Dat betekent dat we publicitair dan voorzichtig moeten manoeuvreren. Omdat we afspraken nakomen, uiteraard, maar ook omdat we koste wat het kost willen dat de deal doorgaat. Want een exit is van wezenlijk belang voor een regionale ontwikkelingsmaatschappij als de NOM.

17

De opbrengsten van dit soort deals kunnen we immers weer herWil je meer informatie? Of heb je nog vragen? Bel of mail Annemieke.

Annemieke Wouterse | investment manager T +31 6 215 184 94 | E wouterse@nom.nl

investeren in nieuwe innovatieve initiatieven in Noord-Nederland. Dat is ook precies wat we doen. We investeren en worden medeaandeelhouder om samen met het bedrijf waarde te creëren. Als we daarin slagen verkopen we onze aandelen aan een andere partij en gebruiken de opbrengst om bijvoorbeeld andere startups en scale-ups te helpen groeien naar een volgende fase.

Natuurlijk, een succesvolle exit is de kroon op ons werk. We hebben tenslotte geïnvesteerd in een bedrijf dat daarna een prachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Desondanks geeft het een dubbel gevoel. Scheiden doet ook bij een exit een beetje lijden. Je raakt een bedrijf kwijt waar je een lange periode intensief mee bent opgetrokken. Nu gaat het bedrijf verder zonder de NOM. Maar trots overheerst. Zeker als het bedrijf in Noord-Nederland verder kan groeien en bloeien en wij er een goed rendement op konden maken. Want ja, dat zijn voor ons de mooiste exits. Een voorbeeld van zo’n geslaagde exit is het verhaal van Kampen Industrial Care op bladzijde 24 in deze NOMMER.

Lees voor meer informatie over hoe een exit-traject in grote lijnen verloopt en waar voor de NOM de speerpunten liggen het uitgebreide blog van investment manager Annemieke Wouterse op nom.nl. Scan de code. SCAN or CLICK

| GROEIEN BEGINT HIER.


DRIJFVEREN Hoe beschrijf je twee broers die al twintig

Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling. Daarom vertellen NoordNederlandse ondernemers in deze rubriek over hun bedrijf én beweegredenen.

jaar op unieke wijze hun familiebedrijf bestieren? Eigenheimers is het eerste woord dat me te binnen schiet na een bezoek aan FZ Organic Food. Hun chips Bjorn Andringa

bakken ze trouwens met een ander aardappelras, al typeert ook de veelzijdigheid van de pieper deze ondernemers, die in Wolvega een scala aan biologische wereldproducten maken. Folmer Andringa

18

Hoe twee eigenheimers

| OKTOBER 2023


WWW.FZORGANICFOOD.COM Bjorn (50) en Folmer (53) Andringa waren pubers toen hun moeder ging experimenteren met macrobiotisch koken. ‘Daar heb ik nog last van’, zegt Folmer droog. Het mooiste uit die tijd is dat hun ondernemende vader Frans werd geïnspireerd en de basis legde voor wat tegenwoordig één van hun grootste merken is: Yakso, met een uitgebreid assortiment voor de Oosterse keuken, van smaakmakers tot vleesvervangers. Alles biologisch uiteraard, want dat is de kern van FZ Organic Food. ‘Onbespoten eten zonder rare toevoegingen, dat kregen we thuis al mee. Van ma door het eten dat ze op tafel zette, van pa door zijn business.’ Frans Andringa (81) komt nog wekelijks op de fabriek in Wolvega. Vanuit zijn passie voor biologische producten bouwde hij in de jaren tachtig zijn distributiebedrijf in Friese biologische kaas verder uit met verwerkte producten zoals jam, spreads en pindakaas. ‘Hij deed vanuit Groningen goede zaken in Duitsland en viel daar op met zijn biologische producten’, vertellen de broers. ‘Toen de Aziatische producten erbij kwamen, werd na verloop van tijd duidelijk dat eigen productie meer kansen bood dan groothandel en distributie. Daarom kocht pa in 1989 het pand hier in Wolvega. Eén werknemer had hij destijds. Bij zijn rondjes door de fabriek zegt hij graag: ‘dit deed ik vroeger allemaal alleen!’ Al maken we nu met 55 medewerkers meer dan 400 producten die worden afgezet in 35 landen.’

Zelf chips bakken De gebroeders Andringa kwamen in 2003 aan het roer. Voor zowel Folmer als Bjorn was het geen vooropgezet plan om in het familiebedrijf te werken. ‘Toch heeft pa ons wel een beetje in deze richting

Trial and error Hun overstap naar FZ Organic Food bleek een goede zet, zowel voor het bedrijf als beide broers. Ze hebben dezelfde ondernemende geest als hun vader en voegen daar eigen talenten aan toe. Folmer runt de fabriek, Bjorn is van de productontwikkeling, marketing en verkoop. ‘De eerste jaren was het vooral trial and error’, vertellen de broers. ‘We zijn beide types van gewoon doen. Dat we inmiddels een sterk team hebben, maakt dat we meer sparren en ook peilen bij klanten. Al blijft innovatie en ontwikkeling de kracht van dit bedrijf. Vernieuwen en verbeteren, dat houdt nooit op. En dat geldt zowel voor ons assortiment als de productielijnen in de fabriek. Inmiddels draaien we een mix van eigen merken en productie voor private labels. Alles natuurlijk biologisch, dat blijft de kern.’ De idealen achter hun biologische bedrijf kregen ze thuis als vanzelfsprekend mee: beter voor de gezondheid én voor de wereld. ‘Al worden we ons steeds bewuster van die waarde nu we wat ouder worden’, zeggen de broers. ‘Toen wij jong waren, had bio een geitenwollensokkenimago; nu geeft de overheid geld uit aan campagnes om biologisch eten te stimuleren. Dat maakt onze markt breder en leuker. Omdat wij groot zijn geworden in de hoek van de natuurvoedingswinkels, zijn we in de regio vrij onbekend. Een identiteitscrisis die al veertig jaar duurt, want zo lang bestaat FZ Organic Food al. Wij doen het nu twintig jaar samen, precies even lang als pa destijds. Of we dat jubileum gaan vieren? Bij het vijfentwintigjarig bestaan stonden we pas stil toen er een bos bloemen op ons bureau was gezet. Wij zijn zelf veel te druk om aan dat soort dingen te denken.’ 19

biologische wereldproducten maken gekneed’, stelt het duo. Na de landbouwschool en een opleiding detailhandel werkte Folmer bij een biologisch zeepfabriekje in Duitsland, totdat zijn vader versterking nodig had. ‘Voor het salaris hoefde ik het niet te doen, maar ik zag een mooie uitdaging in ons bedrijf. En ik wilde zelf graag chips bakken van biologische aardappelen uit de regio. Mijn vader had geen energie meer voor zo’n grote verandering. Hij had pittige jaren gehad door toenemende concurrentie. Precies daarom zagen wij dat we volledig toe moesten naar eigen merken en productie.’ Bjorn had een studie voeding & marketing gedaan, op aanraden van zijn vader. ‘Hij wilde mij meteen in het bedrijf hebben, maar ik ging eerst de markt verkennen. Een studiegenoot zei: je moet ook ervaring opdoen aan de andere kant van de tafel. En dat was het beste advies dat ik ooit kreeg. Als inkoper van voedselwaren bij de Hema leerde ik veel van de leveranciers. Daarna deed ik verkoop en export bij een chocoladehandel in de Randstad. En toen belde Folmer. Hij zag kansen voor ons familiebedrijf en wilde dat graag met mij samen doen. Twee jaar ben ik vanuit Amsterdam op en neer gereden naar Wolvega. Toen we serieus groeiden en in de fabriek ook een eigen productielijn voor chips optuigden, ben ik naar het Noorden verhuisd. Vanaf dat moment zijn het assortiment en de productie steeds verder uitgebreid.’

Dragende krachten De kansen die de gebroeders Andringa altijd en overal zien, zijn hun grootste drijfveer. Ze zeiden het al: vernieuwen en verbeteren, dat houdt nooit op. ‘Zij het nu wel met meer focus en beleid dan vroeger’, menen ze. ‘En met goede mensen om ons heen. Het team staat op scherp sinds de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne. Door de hoge prijzen voor gas en bakolie beleefden we een spannende periode. Dan zie je goed wie de dragende krachten binnen het bedrijf zijn en daar doen we ons voordeel mee.’ De fabriek draait weer op volle toeren. ‘Vannacht lag ik wel een paar uren wakker van een belangrijke nieuwe deal’, vertelt Folmer. ‘En dat gebeurt me niet vaak’. Waarop Bjorn laconiek reageert: ‘Nou, als jij zo weinig wakker ligt, dan kan er nog wel een tandje bij.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Victor van der Wal, INPRC:

‘Voorspellend vermogen is gamechanger voor facilitaire dienstverlening’

20

Voorspellende data-analyse en -management is nieuw voor de facilitaire sector in Nederland. Ondernemer Victor van der Wal: ‘Als je bedenkt dat er miljarden euro’s omgaan in de facilitaire dienstverlening en dat er van gemiddeld 30 tot 40 procent niet transparant is wat er wordt uitgevoerd, dan weet je dat er iets moet gebeuren.’ INPRC biedt hierop een antwoord. Het product heeft zijn sporen recent verdiend met opdrachten voor grote organisaties zoals NS, ProRail, Circuit Zandvoort en Schiphol. Van der Wal is dan ook klaar voor de volgende stap.

| OKTOBER 2023


INPRC.NL De ondernemer vertelt: ‘In de productiewereld, zeker in de foodindustrie, is het controleren van de kwaliteit ‘in het proces’ allang gebruikelijk. In de facilitaire dienstverlening is dat nog niet zo. Dat heeft ook te maken met de hoge uitbestedingsgraad van facilitaire diensten door organisaties, waar kwaliteitscontroles dikwijls pas achteraf worden uitgevoerd en de ‘voice of the customer’ in een veel te laat stadium wordt onderkend. Ik ben directeur facilitair bedrijf geweest bij een hogeschool en dacht op een gegeven moment: waar geef ik eigenlijk al dat geld aan uit? De dienstverleners wisten het vaak zelf ook niet, terwijl de klanttevredenheid van studenten en medewerkers slecht was. De toetsingsmiddelen die er zijn brengen vooral schijnzekerheid met zich mee. Je ziet vaak van die lijstjes hangen in openbare toiletten, waarop afgevinkt wordt wanneer er schoongemaakt is. Ik heb weleens een lijstje gezien dat al voor de komende drie weken was afgevinkt …’

Hulpmiddel voor contractmanagement Van der Wal besloot 23 jaar geleden al dat het tijd was voor een waterdicht product, dat op meerdere onderdelen toetst, analyseert en voorspelt. ‘INPRC bestaat uit verschillende componenten, zowel hardware als software. Eén van de uitgangspunten van INPRC is dat het een handig en simpel hulpmiddel is voor de dagelijkse operationele dienstverlening en contractmanagement: zowel voor opdrachtgevers als facilitaire dienstverleners. Er zijn dan ook meerdere input-variabelen. Niet alleen melden schoonmakers zich aan en af in de INPRC-app, ook kan door bepaalde punten te ‘taggen’ een ruimte worden beoordeeld. Daarnaast geven gebruikers hun oordeel door middel van bijvoorbeeld de bekende smiley-kastjes. Ons product registreert productiviteit, activiteit en klanttevredenheid. De ruwe data die dat oplevert verwerken we in een datastraat met slimme algoritmes. Die detecteren patronen en creëren daardoor voorspellend vermogen.’ Van der Wal vervolgt: ‘De bedoeling is natuurlijk dat de klant hiervan iets opsteekt, dat het kosten bespaart en dat de klanttevredenheid toeneemt. Contractmanagement heeft verschillende aspecten: niet alleen het naleven van afspraken monitoren met KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren), maar ook het beoordelen van prestaties en inzicht in veranderingen. INPRC is dan ook een leerplatform, dat op verschillende niveaus toegankelijk is voor belanghebbenden zoals uitvoerders, contractmanagers en bijvoorbeeld directies.’ Alleen de bekende schoonmaakenquêtes die organisaties periodiek laten rondgaan, hebben weinig zin, weet de gedreven ondernemer. ‘Dan is het leed allang geschied. INPRC is ontwikkeld rond het PDCA-model: Plan Do Check Act. In onze app zie je in één oogopslag wat de laatste scores zijn op het gebied van uitgevoerde werkzaamheden en klanttevredenheid. Daardoor heb je als opdrachtgever grip op de dienstverlening en kun je snel ingrijpen waar nodig.’

Van onderbuikgevoel naar feiten INPRC mag inmiddels grote namen zoals NS, ProRail, Circuit Zandvoort en Schiphol tot de klantenkring rekenen. ‘Het begint zo langzamerhand handen en voeten te krijgen’, beaamt Van der Wal bescheiden. ‘Organisaties stappen in vanuit verschillende invalshoeken. De één wat meer kostengedreven, een ander vanuit kwaliteitsafspraken en een derde wil het afbreukrisico terugbrengen, zoals de kans op ziektes vanwege slechte hygiëne. Maar vandalisme kan ook een aspect zijn waarin je door onze data-analyse inzicht krijgt, of het effect van weersinvloeden. Door de juiste vragen door INPRC te laten beantwoorden, kun je gericht reageren. Alles voldoet uiteraard aan de privacywetgeving.’

De ervaren ondernemer vervolgt: ‘Soms hebben klanten al een bepaald onderbuikgevoel over prestaties of productiviteit. Naarmate de datavariabelen toenemen, bereiken we een groter voorspellend vermogen. We kunnen daardoor met steeds grotere zekerheid zeggen: dit gaat wel goed en dat gaat niet goed. Vanuit contractmanagement gezien kun je daardoor een steviger basis creëren voor langdurige samenwerking. Een dienstverlener kan de nieuwe transparantie als bedreiging zien, óf ervoor kiezen de samenwerking met zijn opdrachtgever te verbeteren. Dat is natuurlijk wat je wilt.’

Fantastische sprong Nu er een aantal launching customers zijn, is INPRC toe aan de volgende stap. ‘Zodra je begint te groeien komen er andere disciplines om de hoek kijken en nemen ook de kosten toe. Daarom ben ik zoek gegaan naar een partij die een steuntje in de rug zou kunnen geven. Dat bleek de FOM te zijn. Dankzij hun startersfinanciering konden we investeren in hardware en software, marketing en R&D. En in de organisatie zelf!’ Inmiddels werken er zestien mensen voor INPRC en is de opdracht van de NS fors uitgebreid: van 44 stations naar meer dan 100 stations. Van der Wal beaamt: ‘We hebben een fantastische sprong gemaakt.’ Hij voegt toe: ‘De samenwerking met Klaas Kooistra en de FOM is geweldig. Ik had niet gedacht dat een overheidsorganisatie zo marktgericht kan zijn. Ze zijn slagvaardig en kunnen snel schakelen.’

Klaar voor gezonde groei De ondernemer vervolgt: ‘We hebben bewezen dat INPRC een levensvatbaar en kansrijk product is. De onderneming stáát en we zijn toe aan groei. Het oorspronkelijke idee is nog steeds hetzelfde, maar heeft zich ontwikkeld tot een uniek product. Het levert klanten daadwerkelijk inzicht op. Doordat ze sneller actie kunnen ondernemen bereiken ze een hogere klanttevredenheid en uiteindelijk een hogere omzet.’ Van der Wal besluit: ‘We rollen INPRC dan ook graag verder uit. Met de juiste mensen aan boord, mooie opdrachten en betrokken investeerders kunnen we de gezonde groei doormaken waar we klaar voor zijn.’

21

‘INPRC is een innovatief en uniek product’ De eerste vraag van investment manager Klaas Kooistra aan Victor van der Wal van INPRC was: bestaat dit nog niet? ‘Ik was daar verbaasd over. Het voorspellende vermogen van INPRC maakt het systeem innovatief en uniek.’ De FOM heeft in september 2022 een startersfinanciering aan Van der Wal verstrekt. ‘De opdracht voor de NS was een goed teken en Victor is sterk in processen en overzicht houden. Hij werkt heel secuur en is conceptueel erg goed. De laatste maanden is er steeds meer interesse vanuit de markt en Victor heeft inmiddels een team om zich heen dat heel loyaal aan hem en aan het concept is. INPRC kan nu, door een vervolgfinanciering van de FOM, opschalen in zowel productie als commercie. Bij dit soort concepten is het belangrijk de voorsprong die het bedrijf nu heeft, vast te houden. Er is duidelijk markt voor de oplossing van INPRC, gezien de opdrachten bij grote partijen. Met de juiste investeerders kan INPRC doorgroeien.’ Klaas Kooistra | investment manager T +31 6 557 076 95 | E kooistra@fom.frl | GROEIEN BEGINT HIER.


DE EXPERT Wynand Alkema

22

Data-onderzoek legt patronen bloot in het belang van gezondheid Onderzoeken worden aan de lopende band gestart in de wereld van Life Sciences & Health. Denkt u ook meteen aan witte jassen, zuurkasten en microscopen? Aan de Hanzehogeschool doen ze het achter beeldschermen. Bestaande data bevat namelijk een schat aan inzichten voor medici, onderzoekers, farmaceuten en ondernemers. Data voor de mensheid.

| OKTOBER 2023

Twee dagen per week staat het leven van Wynand Alkema in het teken van data-onderzoek. Althans: data-onderzoek voor de wetenschap. Want de lector Data Science for Life Sciences and Health is de rest van de werkweek druk met TenWise, het bedrijf dat hij in 2014 oprichtte en in wezen hetzelfde doet: chocola maken van (bio-)data, maar dan ten gunste van het bedrijfsleven. ‘Je staat er versteld van hoeveel data er al verzameld zijn in tal van onderzoeken wereldwijd’, vertelt Alkema. ‘De kunst is om daarin verbanden te ontdekken die leiden tot nieuwe ontdekkingen. En dat is wat wij doen. We maken gebruik van algoritmes om patronen te zien in al die data. En daar hebben medici, onderzoekers, farmaceuten en ook voedingsbedrijven profijt bij. Wij leveren nieuwe kennis door bestaande kennis te combineren. Zo moet je het zien. Dit is AI. Dat is modieus nu, maar wij gebruiken het al jaren.’ Een voorbeeld: jarenlang zijn over de hele wereld veel onderzoeken gedaan naar darmkanker. In die onderzoeken is bijgehouden hoe bepaalde eiwitten zich in specifieke patiënten gedragen. Alkema en zijn studenten leggen die uitkomsten naast elkaar en ontdekken een


Hoe kunnen we duurzamer, slimmer en gezonder werken? In deze editie vertelt expert lector Data Science for Life Sciences and Health aan de Hanzehogeschool Groningen, Wynand Alkema, over het belang van data-onderzoek voor de mensheid.

We maken gebruik van algoritmes om

patronen te zien in al die data. En daar

hebben medici, onderzoekers, farmaceuten en ook voedingsbedrijven profijt bij.

patroon. Zeg: eiwit 538 en eiwit 10372 worden geactiveerd en dan gaat het mis in het lichaam. Dat is uiterst waardevolle informatie voor medici die een geneesmiddel ontwerpen natuurlijk.

Wynand Alkema

Centimeters en inches

Om de data zuiver te houden, trainen Alkema en de zijnen het algoritme continu. ‘We geven een lijst met feiten waarvan we zeker weten dat ze correct zijn. We vertellen ook welke duizend absoluut fout zijn. Zo leert het algoritme waar het op moet letten en worden de uitkomsten constant beter.’

‘We maken voor zo’n analyse gebruik van bergen data die vrij beschikbaar zijn. Ze komen uit publieke databases. Kijk, na elk wetenschappelijk onderzoek moeten de data worden vrijgegeven. Wij weten ze te vinden en kunnen ze in ons algoritme stoppen. Dat geldt voor heel veel data, bijna altijd geanonimiseerd. Over bloeddruk, stofjes in de urine, noem maar op. Als je ze slim samenbrengt, dan kun je belangrijke patronen ontdekken. Die zeggen bijvoorbeeld iets over waarom sommige patiënten langer leven dan andere.’

Door het proces goed uit te voeren, is kostbare informatie te verkrijgen. De medische kennis die wordt uitgebreid is fors, de mogelijkheden om nuttig vervolgonderzoek te doen zijn groot. ‘Als we voldoende nuttige data hebben, kunnen we voorspellen welke effecten bepaalde medicijnen hebben op specifieke patiëntengroepen. Zo ver gaat het.’ Maar de Hanzehogeschool doet meer. Ook de voedingsindustrie heeft baat bij het onderzoek.

Het aantal beschikbare datasets online is duizelingwekkend. De mogelijkheden om daar nieuwe kennis mee op te doen dus ook. De truc is om de data ‘schoon’ te krijgen. Het moet betrouwbaar zijn, en de data scientist in staat stellen om goede vergelijkingen te maken. Daar gaat veel tijd in zitten voor de pakweg 150 studenten die zich er op de Hanzehogeschool mee bezighouden. Alkema: ‘Die onderzoeken worden in de hele wereld gedaan, in alle talen. Je wilt bij wijze van spreken niet centimeters en inches door elkaar halen. Dat moet eerst gelijkgetrokken worden.’

Alkema: ‘We onderzoeken welke stoffen het best gebruikt kunnen worden om plantaardige vleesvervangers te maken bijvoorbeeld. Dan kijken we naar kookboeken, online receptensites en vooral alle reacties van gebruikers. En zo kunnen we door miljoenen gegevens te combineren voorspellen welke kruiden zorgen voor de juiste geur, welke stoffen de textuur het best benaderen, enzovoorts. Datzelfde kunnen we uiteraard ook als het gaat om de voedingsstoffen die nodig zijn voor de gezondheid van mensen.’

Die zogeheten numerieke data zijn één type data dat de studenten gebruiken. Een ander is literatuur. Al die onderzoekers laten enorme hoeveelheden rapporten, verslagen, proefschriften, artikelen en wat dies meer zij na. In elk daarvan is waardevolle informatie te vinden, die – opnieuw – gecombineerd kan worden om tot nieuwe inzichten te komen.

De stap is nu: wat wil je weten? Wij halen het uit de data. Die stap klinkt voor de hand liggend, maar is in de praktijk nog niet zo eenvoudig. ‘Van elk project besteden we zo’n veertig procent van de tijd aan overleggen met de vraagsteller. Wij kunnen alleen goed aan de slag als we heel precies weten wat gevraagd wordt. Dat moet exact afgebakend worden, zodat wij het algoritme effectief kunnen inzetten. En dat is best lastig. Wil je – om bij een eerder voorbeeld te blijven – vitamine C gecombineerd met eiwit X? En moeten we uitkomsten met eiwit Y dan weglaten of niet? En bij die vleesvervanger: heb je behoefte aan de geur van vlees die de meeste mensen wereldwijd prettig vonden, of ben je meer geïnteresseerd in de geur die voor Europeanen fijn is? Dat zijn maar kleine voorbeelden.’

Wynand Alkema legt dat uit: ‘Een onderzoeker schrijft over hoe vitamine C goed werkt om eiwit X te stimuleren. Drie jaar later ziet een andere onderzoeker iets soortgelijks in een proefdier en twee jaar daarna ontdekt een ander hetzelfde in een bacterie. Dat weten zij niet van elkaar, maar wij ontdekken dat verband wel. We hebben de beschikking over 35 miljoen wetenschappelijke artikelen. Reken maar dat daar patronen en verbanden in te vinden zijn.’

Miljoenen kookboeken en recepten Voor dit type data moet er wel een extra stap worden uitgevoerd: die miljoenen artikelen lezen. Dat doet een slim programma tegenwoordig. ‘Dat programma leest PDF’s en maakt al die woorden doorzoekbaar. Dat is wat we nodig hebben. Daarna kunnen we de computer vragen op zoek te gaan naar – in dit voorbeeld – combinaties van de termen vitamine C en eiwit X. Als er voldoende data zijn, kunnen we conclusies trekken. We bouwen zo ook een kennisnetwerk op waarvan onderzoekers en ontwikkelaars in Life Sciences & Health gebruik kunnen maken.’

23

Orde

Praten is het, vragen stellen en achterhalen wat een onderzoeker, een ondernemer, een ontwikkelaar precies met de data wil. Alkema: ‘Daar trainen we onze studenten in. Daarom is het ook goed dat ze een achtergrond in de Life Science & Health hebben. Het is essentieel dat ze ongeveer begrijpen waar de vragensteller het over heeft, zodat ze beter kunnen kaderen.’ Dit type onderzoek op basis van kunstmatige intelligentie is aan een opmars bezig. Logisch, want de data zijn er en daarvan is veel te leren. ‘We hebben wat dat betreft nog een wereld te winnen. Ordening aanbrengen in wat er al is, dat is wat we doen.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Zijn parcours getuigt van ondernemingsgeest, lef en het vermogen om dingen anders te doen. Sinds afgelopen zomer is Arnold Bakker, nadat de NOM haar aandelenbelang verkocht, opnieuw 100% DGA van Kampen Industrial Care. ‘Ik wilde gewoon doorpakken.’ Het verlangen werd alsmaar groter. Liever nog vandaag dan morgen wilde Arnold Bakker het bedrijf weer volledig in eigen handen hebben. ‘Puur sentiment’, bekent de bevlogen ondernemer. Afgelopen voorjaar was het zover. Nadat Arnold de NOM benaderde voor een aandelenoverdracht, zag ook de NOM het als een logisch moment. Kampen Industrial Care lag immers al geruime tijd stevig op koers. En dus besloot de NOM een exit te maken en werd Arnold 100% DGA. Net als ruim tien jaar daarvoor.

24

‘Toen we in 2012 in een lastige fase zaten heeft de NOM Kampen Industrial Care een reddingsboei toegeworpen’, vertelt Arnold. ‘Ze zijn in het bedrijf gestapt en medeaandeelhouder geworden. Hoewel er destijds best een risico aan kleefde, heeft de NOM het toch aangedurfd. Je mag gerust zeggen dat het voor alle partijen het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Het bedrijf is weer net zo gezond als voorheen, wellicht zelfs nog gezonder, en de NOM heeft een prima rendement behaald.’

Stoute schoenen Kampen Industrial Care is een werktuigbouwkundig dienstverlener die zich met name heeft gespecialiseerd in onderhoud aan bestaande installaties en werkzaamheden in en om leidingsystemen. ‘Eigenlijk zorgen we ervoor dat de industrie in Noord-Nederland blijft draaien’, glimlacht Arnold. ‘Wat ons vooral bijzonder maakt is dat we leidingsystemen in zowel staal als kunststof kunnen leveren en aanleggen. Sterker nog, naar mijn idee zijn we daarmee nagenoeg uniek.’ Arnold is sinds 2001 bij het bedrijf uit Groningen actief. De eerste jaren als rechterhand van de toenmalige directeur. Tot de directeur in 2005 vrij plotseling besloot te stoppen. ‘Ik heb direct de stoute schoenen aangetrokken en ben op eigenaar Arend Kampen afgestapt en heb hem gezegd: Er is nu geen directeur meer, maar wees niet gevreesd. De nieuwe directeur van Kampen staat hier.’ Niet veel later stond hij aan het roer van het familiebedrijf dat in 1948 ooit begon als smederij in Thesinge.

Geur van snijolie De liefde voor techniek werd bij Arnold al vroeg aangewakkerd. In zijn jonge jaren sleutelde hij met grote regelmaat aan zijn bromfiets die uiteraard de snelste van het dorp en omstreken moest zijn. Later volgden motoren en auto’s. Momenteel rijdt hij, na het behalen van zijn racelicentie, met een speciaal daarvoor geprepareerde BMW E90 330i zelfs in een heuse competitie. Toch koos Arnold na zijn middelbare school, op aandringen van zijn ouders, voor een financieel-economische

| OKTOBER 2023

opleiding. Maar, zoals vaker, kruipt het bloed waar het niet gaan kan. De techniek bleef onverminderd trekken. ‘Toen ik bij Kampen, dat destijds was gevestigd in Hoogezand, op sollicitatiegesprek kwam, rook ik letterlijk techniek’, blikt Arnold terug. ‘De geur van snijolie, de net verbrandde spanen en de lasrook. Ik vond het geweldig en voelde me direct op mijn plek. Dat gevoel is nooit meer verdwenen.’


KAMPENCARE.COM

Arnold Bakker, DGA Kampen Industrial Care:

‘We willen nog steeds de beste worden’

25

Hoewel er destijds

best een risico aan

kleefde, heeft de NOM het toch aangedurfd. Je mag gerust zeggen dat het voor alle

partijen het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Arnold Bakker, DGA Kampen

Handrem Die financiële bagage kwam hem, in combinatie met een ondernemend karakter, goed van pas nadat Arnold werd aangesteld als directeur. Meteen probeerde hij een aantal zaken in het bedrijf te veranderen. Vooral ook omdat hij merkte dat de handrem er bij medewerkers enigszins op zat. ‘Kampen was een lange periode erg afhankelijk van de NAM als opdrachtgever’, verduidelijkt hij. ‘Als de NAM dan op enig moment besluit te gaan tenderen en al het werk

aan één contractor gaat gunnen en jij bent dat toevallig niet, ja, dan heb je een probleem. Dan krijg je als bedrijf krassen op je ziel en ga je je soms net te terughoudend opstellen.’ De eerste periode hield Arnold zich voornamelijk bezig met het imago en de commerciële activiteiten van het bedrijf. Hij vond dat Kampen de boer op moest en zijn ware identiteit moest laten zien. ‘We zijn veel beter dan we onszelf wijsmaken, heb ik de medewerkers gezegd. Dus

| GROEIEN BEGINT HIER.


alles voor de klant. Maar als je met de grote jongens meedoet gelden er vaak andere regels. Dan wordt het vel soms over de oren getrokken. Dat waren wij helemaal niet gewend. Dan wordt er over je heen gelopen. Het bracht ons, op z’n zachtst gezegd, nogal in de problemen.’

Best pittig Natuurlijk, het bezorgde hem aardig wat slapeloze nachten. Maar de hoop op betere tijden verloor hij nimmer. Arnold klopte met succes aan bij de NOM, die eind 2012 instapte en medeaandeelhouder werd. Daar was ik enorm blij mee’, zegt Arnold. ‘Bovendien bleef ik meerderheidsaandeelhouder. Wel kom je in een fase terecht waarin sommige zaken net even anders gaan lopen. Er komt een Raad van Commissarissen en er moet een professionaliseringsslag plaatsvinden. In het begin is dat best pittig, maar uiteindelijk heeft het ons veel gebracht. De keuze om in 2014 het kort daarvoor aangetrokken bedrijf in IJmuiden en Hoogvliet af te stoten was een hard maar wijs besluit.’ In 2018 werd besloten om de focus op de industrie in NoordNederland te leggen. ‘Ik leefde heel lang op de automatische piloot’, licht Arnold toe. ’Inmiddels ben ik rustiger geworden en voel minder behoefte om dat hele grote na te streven. Lol hebben in je werk is vele malen belangrijker, weet ik nu. Maar we willen nog wel steeds de beste worden. Ik heb gemerkt dat als je plezier hebt in je werk dat de output alleen maar ten goede komt. Het straalt af op je klanten en je toeleveranciers.’

Trackrecord 26

stap maar even uit de schaduw en ga op je eigen schouders staan. Tegelijkertijd heb ik meer focus aangebracht in het marktsegment dat we willen bedienen. Meer precies: vertel wat je doet en doe geen dingen die een ander veel beter kan. Probeer in de hele keten verbindingen te leggen en met andere partijen een partnerschap aan te gaan.’

Landelijke speler De nieuwe koers bleek een schot in de roos. Het ging zelfs zo goed dat Arnold na verloop van tijd werd gebeld door een groot beursgenoteerd bedrijf dat aangaf Kampen graag te willen kopen. Ai, dacht Arnold, stel dat het straks echt gebeurt, hoe ga ik dan verder? ‘Het was toch een beetje mijn bedrijf geworden’, vertelt hij. ‘Vervolgens heb ook ik bij Arend Kampen een bod neergelegd dat na een korte onderhandelingsfase werd geaccepteerd. Per 1 januari 2009 was ik ineens DGA van Kampen. Het toeval wilde dat ik in diezelfde periode mijn MBA haalde. Puur vanwege het feit dat ik behoefte had aan meer theoretische bagage. Ik had de ambitie om van Kampen Industrial Care een landelijke speler te maken.’ Twee jaar later werd een bedrijf met vestigingen in IJmuiden en Hoogvliet overgenomen dat in kunststoftechniek deed. Vrijwel gelijktijdig werd door Kampen een miljoenenproject bij de bouw van een energiecentrale in de Eemshaven binnengehaald. Het was echter midden in de kredietcrisis. Na een korte opleving belandde de economie in de tweede helft van 2011 wederom in een recessie. ‘Met alle narigheid van dien’, benadrukt Arnold. ‘Maar voor ons nog vervelender: dit project voor onze opdrachtgever Veolia Water Solutions verliep verre van vlekkeloos. Van origine zijn wij een heel dienstverlenend bedrijf. We doen

| OKTOBER 2023

Inderdaad, de hernieuwde focus heeft goed uitgepakt. Zo heeft het bedrijf in de loop der jaren een prima trackrecord opgebouwd. Niet zomaar verhuisde Kampen in 2020 van Hoogezand naar een representatiever en efficiënter in te richten pand aan de Narvikweg in Groningen. Kers op de taart is natuurlijk de recente terugkoop van de aandelen. ‘Ik wilde gewoon doorpakken’, zegt Arnold. ‘Dat wist de NOM ook. Vandaar dat ik samen met een organisatie die fusies en overnames begeleidt een goed onderbouwde biedingsbrief heb gemaakt. Uiteindelijk ben ik met de NOM een voor beide partijen goede prijs overeengekomen. Ook zonder de NOM blijft Kampen vasthouden aan de strategie om de industrie in Noord-Nederland te bedienen. Daar is alle reden voor. De markt zit mee en het personeelsbestand neemt toe. Nu ik opnieuw DGA ben is het aan mij om de energie en dynamiek in de organisatie te houden.’

Allard van der Horst, investment manager NOM: ‘We zijn blij dat we met de DGA Arnold Bakker een mooie deal hebben kunnen maken over de verkoop van ons aandelenpakket aan hem. Voor hem is een wens om 100% aandeelhouder te worden uitgekomen, voor ons was het een natuurlijk moment om tot verkoop over te gaan. Een mooi voorbeeld van een exit met een win-win-situatie.’

Allard van der Horst | investment manager T +31 6 126 422 89 | E vanderhorst@nom.nl


2023 3e kwartaal

Geld voor groei in Noord-Nederland? We houden je graag per kwartaal op de hoogte van de financieringen via Geld voor Groei. Dat doen we online, maar ook in de NOMMER.

GEÏNVESTEERD IN HET NOORDEN

123 MILJOEN

209

NOG BESCHIKBAAR

131

MILJOEN

BEDRIJVEN

71

6 23

Voor startende bedrijven en bedrijven die willen groeien of een overname willen doen.

27

Durf te vragen Bel Alexander Draaijer op 050 - 521 44 44 of mail hem via draaijer@geldvoorgroei.nl

www.geldvoorgroei.nl Voor innovatieve ondernemers, starters en bestaande bedrijven in Fryslân.

Voor starters en bestaande bedrijven in Drenthe.

Voor starters, het mkb en voor grote investeringen in Noord-Groningen.

| GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Hoe blijf je als ondernemer lekker ondernemend? Hoe ontdek je een (nieuw) gat in de markt? Ga je puur af op zakelijk Fingerspitzengefühl, laat je de onderbuik meebeslissen bij een investering, of ben je iemand van twee jaar gedegen marktonderzoek voordat je de stap durft te zetten? René Schoenmakers koos al een paar keer voor de meest logische route: goed luisteren naar je eigen ervaring

‘Liefst voor

als consument.

28

Van links naar rechts: Mark Borgman, René Schoenmakers en Aike van Deursen

Wat komt deze wereld, waar toch van alles te koop is, nog overduidelijk tekort? Zo toverde René verbazing (soms lichte ergernis) om in een nieuw idee voor een bedrijf. En in plaats van daar eerst uitgebreid plannen voor te maken, gaat hij doorgaans liever meteen aan de slag om in de praktijk te testen of er ook bij anderen vraag naar is.

Boekingsplatform Vipio Daar moeten we misschien de zoon van René voor bedanken. Die was 10 jaar oud, toen ze samen op zoek gingen naar een bijzondere logeerplek voor een gezellig vader-zoonweekend, in de categorie ‘comfortabel, maar avontuurlijk’. Uiteindelijk vonden ze na intensief speurwerk, diep verstopt op de website van een camping, het adres dat genoeg kippenvel beloofde: een DrakenEi om in te slapen. Hoog boven de grond in een nest, houten deurtje, een soort patrijspoort om naar de nachtelijke hemel te turen. Knusser kan bijna niet. Ze voelden zich voor even deelnemer in een stripverhaal of een film in het genre Fantasy. Na het weekend kwam zijn zoon thuis met de mededeling die de doorslag gaf: ‘Dit was het leukste weekend ooit!’ René vertelt: ‘Op andere platforms als Booking, Trivago of Expedia ben je vaak uren bezig met zoeken. Je moet je door lange rijen zoekresultaat worstelen. Ook de standaard hotels van een keten, met 20 deuren aan een lange gang. Netjes, maar niet precies waar je gelukkig van wordt. Je ziet er door de bomen het bos niet meer, daar kun je heel | OKTOBER 2023

moe van worden. En dan moet de vakantie nog beginnen. Wist je dat er wereldwijd meer dan 15 miljoen vakantieaccommodaties aangeboden worden? Wij selecteren zorgvuldig de spannendste 5% voor je. Gebruikers waarderen dat.’ Vipio.com bestaat sinds 2020. Intussen gingen al dik 100.000 mensen op reis met de ‘Catawiki’ onder de boekingsplatforms. Slapen in een vuurtoren, strandhuis, boomhut, het kasteel van een beroemde bewoner, pipowagen of onbewoond eiland. Soms is alleen al de uitzonderlijke ligging voldoende om ‘Vipio-waardig’ te zijn. Wat ook mee kan tellen is de historie, het verhaal achter je bed. Gewoon te boeken: het voormalige vakantiehuis van Freddy Mercury, aan de oever van het Meer van Genève. Queenfans zullen het uitzicht herkennen aan de hoesfoto van het laatste album Made in Heaven.

Gelijkenissen berusten dit keer niet op toeval Onbewust of niet, het Vipio-concept heeft stiekem veel weg van Catawiki. Ook daar is het voornaamste principe een handzame voorselectie maken van bijzondere objecten voor verzamelaars. De vakterm is ‘curatie’. René kwam destijds op het idee als verzamelaar van stripboeken en vinyl platen. Ook weer dankzij de frustratie onderweg, de noodzaak om door bergen ‘bagger’ te moeten spitten op marktplaatsen, op zoek naar dat ene juweeltje.


VIPIO.COM De begintijd van een startup is toch het

allermooiste. Niks ligt nog vast; het kan nog

alle kanten op. Je moet alles nog uitvinden, durven

experimenteren. Van niks iets maken! Prachtig toch? René Schoenmakers, Vipio

van Deursen (Techniek), is dringend behoefte aan nieuwe software developers, online marketeers en account managers die overal in Europa bijzondere accommodaties zoeken.

altijd pionier’

Het was geen vooropgezet plan, maar wel bijzonder dat al René’s bedrijven gestart zijn tijdens een crisis. Catawiki aan het begin van de kredietcrisis, The Missing Link vlak voor de dotcom-crisis en Vipio vlak na het uitbreken van de coronapandemie. René daarover: ‘Ineens klapt de hele economie in elkaar. Dan kom je er meteen achter wie er echt van belang zijn binnen je bedrijf. Dat zijn niet de consultant-achtige types die houden van vergaderen en handig zijn met Powerpointpresentaties. Daar heb je niks aan. Je hebt op zo’n moment praktische hands-on mensen nodig, die goed kunnen meebewegen met de nieuwe realiteit.’

Nog een tip voor andere ondernemers?

De wind mee Eerlijk is eerlijk, Vipio had de wind meteen ook mee. Omdat het zo goed in de tijdgeest past. Dat is ook een kwaliteit van succesvolle ondernemers: niet te vroeg pieken, pas als de tijd er rijp voor is. ‘Mensen vinden dat het leven te kort is voor saaie overnachtingen. Ze willen graag herinneringen verzamelen, dat is een trend die je overal in terugziet. Zie je, toch weer verzamelen als rode draad.’

Vier keer nauw betrokken: de NOM Zeker geen toeval: de NOM was al vier keer nauw betrokken bij groeiplannen van René en zijn team. Het ging onder andere om investeringen bij webbouwer The Missing Link (al in 2001) en softwareontwikkelaar Wisdom, intussen als package deal samen overgenomen door Ordina. Voor Vipio waren er meer geïnteresseerden om te investeren (resultaten uit het verleden gaan zo langzamerhand meetellen); toch koos René vol overtuiging voor een nieuwe samenwerking met de NOM. ‘Het zijn leuke, toegewijde mensen daar. Bovendien laten ze je zo veel mogelijk vrij als ondernemer. Ik heb ook wel meegemaakt dat een Amerikaanse investeerder elke dag belde hoe het ging. Dat werkt niet!’ De investeringsronde van nu, vier miljoen euro, gaat Vipio gebruiken om internationaal aan de weg te timmeren. Meer bekendheid in bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en Spanje. In het vaste team met onder andere co-founders Mark Borgman (Marketing & Sales) en Aike

‘Begin gerust een keer opnieuw. Ik hoor vaak van andere ondernemers: die begintijd van onze startup was toch het allermooiste. Niks lag nog vast, het kon nog alle kanten op, we moesten alles nog uitvinden. Van niks iets maken. De energie die je daar samen van krijgt, dat is prachtig. Zo interessant om met experimenten je product verder te verbeteren. Dan denk ik: als je daar zo van genoot, waarom blijf je dan 15 of 20 jaar op je plek zitten? Voor mijzelf geldt: toen er bij Catawiki zo’n 600 mensen werkten, was ik ineens vooral bezig met het managen van heel veel medewerkers, de investeerders en de board. Qua product en strategie raakte alles wel uitgekristalliseerd. We wisten goed hoe we nieuwe landen in moesten gaan en hadden alle veilingcategorieën wel gelanceerd. De pioniersfase was ten einde en ik vond het toen minder uitdagend worden. Aan vergaderen heb ik een hekel en dat deed ik ook vrijwel nooit. Nu zit daar een manager die het managen van een groot bedrijf wel leuk vindt. Ik vind dat ondernemers vooral moeten ondernemen.’

29

Tenslotte Tip voor de lezer van dit verhaal, die is niet van René zelf: ga niet kijken op Vipio.com – je laat alles uit je handen vallen. Je wilt weg.

Enthousiast ‘De NOM is heel enthousiast over Vipio omdat zij knap inspelen op de wens van steeds meer reizigers om bijzondere accommodaties te bezoeken. Vipio ondersteunt hen daarbij en ze doen dat met een ervaren en succesvol team aan het roer.’

Ytsen van der Meer | investment manager T +31 6 220 370 20 | E vandermeer@nom.nl | GROEIEN BEGINT HIER.


INVESTEREN

Van lucht naar drinkwater

Volgens de WHO (World Health Organization) heeft ruim een derde van de wereldbevolking geen toegang tot veilig drinkwater. En door klimaatverandering neemt de waterschaarste wereldwijd alleen maar toe. Om dit steeds groter 30

wordende probleem tegen te gaan, bedacht het Groningse bedrijf Solaq een ingenieuze oplossing, waarmee waterdamp uit de lucht op een duurzame

Reuben Moore, CEO en medeoprichter Solaq

manier omgezet kan worden naar drinkwater. Het systeem kan vrijwel overal ter wereld ingezet worden en werkt zelfs in woestijngebieden. Zo’n vijf jaar geleden begonnen Reuben Moore, Evert van Voorthuysen en Peter Solleveld met het ontwikkelen van het systeem. ‘Het is een uitvinding van Evert, onze Willie Wortel’, grapt CEO en medeoprichter Moore. ‘Solaq is ooit begonnen met het ontwikkelen van een proces om met geconcentreerde zonnekracht zeewater te ontzilten. Dat is dus iets totaal anders. Op een gegeven moment werden zonnepanelen zoveel efficiënter en goedkoper, dat onze oplossing niet economisch rendabel was. Maar met dit project hadden we wel heel veel kennis opgedaan over de fysische processen en het produceren van drinkwater. En dat bracht Evert op het idee om waterdamp op een efficiënte manier uit de lucht te halen en om te zetten naar drinkwater.’

Zo werkt het Het Air-to-Water systeem van Solaq kan praktisch overal ter wereld worden toegepast, zonder afvalproducten. Het systeem vergt weinig onderhoud en er is geen enkele bestaande infrastructuur nodig, want het is gekoppeld aan thermische zonnecollectoren. ‘Het systeem bestaat uit twee opeengestapelde zeecontainers en het combineert simpel gezegd twee processen’, legt Moore uit. ‘Er wordt veel lucht in de container gezogen en dat komt terecht in de absorber, waar het water uit de lucht wordt gehaald. Dat water komt terecht in een hygroscopische (water absorberende) vloeistof.’

| OKTOBER 2023

‘Het tweede deel is de distillator’, vervolgt Moore. ‘Het water wordt daarmee uit de hygroscopische vloeistof gehaald en met een thermisch distillatieproces omgezet in drinkwater. Het zijn dus twee hele verschillende componenten. En de combinatie met onze zelfontwikkelde absorbertechnologie maakt ons uniek en het zorgt ervoor dat we op een hele goedkope manier drinkwater kunnen produceren.’

Brazilië Solaq begon eerst met het testen van de afzonderlijke componenten. Eén van die componenten werd getest bij NHL Stenden in Leeuwarden, waar de Braziliaanse professor Luewton Agostinho zich ook bezighoudt met watertechnologie. ‘Hij was daarnaast ook voor de Braziliaanse overheid aan het kijken of er in Europa of Nederland ook interessante watertechnologieën ontwikkeld werden. En waar wij mee bezig waren, sloot toevallig perfect aan.’ ‘Agostinho komt zelf namelijk uit het noordoosten van Brazilië', vervolgt Moore. ‘Dat is één van de armste en meest afgelegen delen van het land. Het regent daar de helft van het jaar en de andere helft kampt de bevolking met droogte. Daarnaast is er ook nauwelijks grondwater beschikbaar. En ze hebben ook niet de infrastructuur om drinkwater goed op te slaan, dus de lokale bevolking is het hele jaar


WWW.SOLAQ.NL De combinatie met onze zelf-

ontwikkelde absorbertechnologie

maakt ons uniek en het zorgt ervoor dat volledig afhankelijk van vrachtwagens voor de aanvoer van water. En daar kleven natuurlijk ook logistieke risico’s aan, maar ook gezondheidsrisico’s.’ ‘Het was voor ons dus de ideale plek om een prototype te testen en we konden daarbij gebruikmaken van de kennis en het netwerk van Agostinho. Daarnaast investeert de Braziliaanse overheid sinds een paar jaar ook miljarden in goede drinkwatervoorziening voor alle inwoners. Dat maakt het voor ons een hele goede markt om ons product verder te ontwikkelen.’

Belangrijke lessen Het eerste prototype werd in de zomer van 2022 verscheept naar Brazilië voor de pilot. Hoe het ging? ‘Alles ging eigenlijk precies zoals we voorspeld hadden. Dat is geweldig, maar het geeft je ook het gevoel van: we hadden net zo goed in Nederland kunnen blijven’, grapt Moore. ‘Maar los van dat alles gewoon goed werkte, hebben we wel hele belangrijke dingen geleerd’, vervolgt Moore. ‘Bijvoorbeeld wat er allemaal mis kan gaan tijdens het transport. En of er lokaal wel reserveonderdelen beschikbaar zijn of dat er genoeg technische kennis aanwezig is. Je zit namelijk in een afgelegen en onderontwikkeld gebied. Er kwam tijdens de zeereis zout in de container en er gingen nog wat andere dingen mis, dus we hebben heel snel moeten leren om daar op een goede manier mee om te kunnen gaan. En het is goed dat we daar nu tegenaan zijn gelopen, want dit had in een latere fase van ons bedrijf een veel groter probleem kunnen zijn.’

NEW Fonds Solaq ontving onlangs financiering vanuit Netherlands Enabling Watertechnologie (NEW), een landelijk en sectorspecifiek ttt (thematische technology transfer) fonds dat door de NOM wordt beheerd en uitgevoerd. Investment manager Allard van der Horst was betrokken bij de financieringsaanvraag voor Solaq: ‘Bij het eerste gesprek had ik al gelijk een goed gevoel. Reuben loopt al een tijd mee en heeft zowel op technisch als commercieel gebied goede kennis van zaken. Je ziet vaak dat bij dit type tech startups het commerciële aspect wat meer onderbelicht is. Maar bij Solaq is dat in ieder geval goed vertegenwoordigd.’ ‘Voor Solaq was het NEW fonds ook echt een enorme uitkomst’, zegt Moore. ‘We zaten als startup precies voor de zogenaamde Valley of Death, waar je net te klein bent voor commerciële investeerders, dus dit kwam echt op een perfect moment voor ons. Allard stond ook echt aan onze kant en heeft ons eigenlijk met alle aspecten van het traject geholpen. Bijvoorbeeld bij het aanleveren en doorspreken van de benodigde informatie voor het maken van een investeringsvoorstel, welke gaten nog gevuld moesten worden op het niet-technische vlak en bij het maken van de pitch voor de investeringscommissie.’

we op een hele goedkope manier drinkwater kunnen produceren.

Reuben Moore

Verder opschalen Met de financiering wil Solaq in het komende jaar een pilotversie van een standaard unit gaan bouwen en testen in Nederland. ‘We hebben met de pilot in Brazilië bewezen dat de technologie werkt, dus nu is het zaak om te proefdraaien met wat uiteindelijk het commerciële systeem gaat worden. Deze moet dan op een duurzame manier tot wel 6.000 liter water per dag kunnen produceren, afhankelijk van de lokale weersomstandigheden. En als dat het komende jaar allemaal volgens plan verloopt, kunnen we in 2025 de eerste systemen in Brazilië gaan verkopen. Deze financiering brengt ons bijna tot waar we willen gaan, maar we willen waarschijnlijk over een jaar weer kijken naar mogelijkheden voor nieuwe investeringen.’ ‘Wat we uiteindelijk proberen te doen is mensen voorzien van schoon en veilig drinkwater, in gebieden waar dat niet vanzelfsprekend is. En we zijn enorm gemotiveerd om echt een verschil te kunnen maken. En dat is ook wel de uitdaging van sociaal ondernemerschap. We zijn idealistisch, maar we moeten tegelijkertijd ook bezig zijn met een goed verdienmodel, zodat we een verschil kunnen blijven maken.’

31

Andere toepassingen Solaq zal zich in eerste instantie vooral op de Braziliaanse markt focussen. ‘Maar we zijn ons ook al aan het oriënteren op andere mogelijkheden en toepassingen’, zegt Moore. ‘Denk bijvoorbeeld aan andere door droogte getroffen gebieden en noodhulp bieden bij grote rampen. En aan het mogelijk maken van het verbouwen van voedsel onder geconditioneerde omstandigheden, zoals vertical farming. Of levering van water aan zon-aangedreven groene waterstoffabrieken in de woestijn. Daarvoor is namelijk zo puur mogelijk water nodig. We staan open voor nieuwe ideeën en toepassingen, dus je kunt altijd contact met ons opnemen.’ ‘En wat ik zelf echt heel tof vind, is hoe we ons systeem in de toekomst op een compleet andere manier zouden kunnen toepassen’, vervolgt Moore. ‘We zijn bezig met het patenteren van onze absorber. Deze zou op termijn zo aangepast kunnen worden dat het ook andere minderheidsgassen uit de lucht kan halen. Water is een minderheidsgas, maar CO2 en ammoniak zijn dat ook. Dus we zouden het in de toekomst ook kunnen gebruiken om deze gassen uit de lucht te halen.’

Allard van der Horst | investment manager T +31 6 126 422 89 | E vanderhorst@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INNOVEREN

Minister Schreinemacher onder de 32

Ongekende innovatie, vooroplopend in circulariteit en duurzaamheid, geweldige betrokkenheid. Demissionair minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher was onder de indruk toen ze maakbedrijven Nedcam Solutions in Heerenveen en Alumax Boats in Meppel bezocht. Trots mogen we zijn. Op de hele Nederlandse maritieme maakindustrie en op de noordelijke bedrijvigheid in het bijzonder. Die boodschap gaf Liesje Schreinemacher af. Ze bezocht met een flink gevolg mallen- en pluggenproducent Nedcam Solutions en scheepsbouwer Alumax Boats. ‘Het maritieme cluster is hier zo sterk, dat het ons hele land helpt in het buitenland’, vertelde de demissionair minister. Dat buitenland liep als een rode draad door de dag. Exportbevordering vooral. Want de (maritieme) industrie van nu haalt al een groot deel van de omzet over de grens, dat wordt in de toekomst alleen maar meer. Moet wel. Nederland alleen is voor veel bedrijven te klein om te kunnen groeien. Afgezien daarvan wordt het steeds lastiger om arbeidskrachten te vinden. Vraag is: weten de middelgrote en kleine bedrijven hoe ze dat aan moeten pakken, uitbreiding over de grens? ‘Daar vroeg de minister flink op door’, zegt Erwin van Maaren. Hij is directeur van Nedcam Solutions in Heerenveen. ‘Eigenlijk was de vraag: wat kunnen wij voor jullie betekenen in het ondersteunen van exportactiviteiten. Dat vind ik sterk.’

| OKTOBER 2023

70 procent is export Nedcam Solutions doet al veel zaken in het buitenland. Het bedrijf maakt mallen en pluggen voor de scheepsbouwsector, maar ook voor andere industrietakken. En wel op een unieke manier: de producten worden zo veel mogelijk gemaakt van circulair materiaal en komen tot stand in een gigantische 3D-printer, wat weer heel goed nieuws is voor de duurzaamheid. ‘Van onze omzet is zo’n 70 procent export’, vertelt Van Maaren. ‘Hoe we dat voor elkaar hebben gekregen? Vooral door onze eigen weg te vinden. Maar tijdens de zoektocht kruisten we ook de paden van de clubs die ons daarbij kunnen helpen. Zo zijn we dankzij de Nederlandse Business Support Office in Nantes in contact gekomen met grote bedrijven daar die we nu tot onze klanten rekenen.’ Daar zijn die NBSO’s – onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland – voor. Alleen weet nog niet elke ondernemer ze te vinden. En daar moet verandering in komen. Om dat te laten lukken, en om meer ondersteuningsmaatregelen te ontsluiten, subsidieert het ministerie van Buitenlandse Zaken het zogenaamde Trade Relations


Programma voor bedrijven. Dit gebeurt binnen het landelijke Trade & Innovate NL netwerk. Ook de noordelijke drie provincies sloten zich aan bij het netwerk dat erop gericht is ondernemers te ondersteunen bij internationaal zakendoen. NOM, YnBusiness, GroBusiness en Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO) werken hierin samen.

Samen optrekken ‘Ja, dat is nodig’, vindt Anne-Wil Lucas (manager Innoveren en Internationaliseren NOM). ‘We moeten veel meer samen optrekken. Als Noord-Nederland, maar ook met andere regio’s in Nederland. Zó kunnen we dingen voor elkaar krijgen in het buitenland en écht onze export bevorderen.’ Dat de noordelijke gedeputeerden meteen na het bezoek van de minister besloten die intensievere onderlinge samenwerking te agenderen, is een grote stap in de goede richting.

Het maritieme cluster

is hier zo sterk, dat het ons

hele land helpt in het buitenland.

Demissionair minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher

bevorderen van export. Erwin van Maaren: ‘We willen gebruik maken van alle mogelijkheden om verder te groeien en ontwikkelen, zeker ook in het buitenland. Je loopt altijd tegen dingen aan en als je een warm netwerk hebt, dan los je die gewoon sneller op.’ En zo is het.

indruk van noordelijke innovatiedrang Voor het buitenland is Nederland klein, bestaan er hoegenaamd geen regio’s. Dat gevoel hebben de meeste ondernemers ook. Die zien geen grenzen. Alumax Boats bouwt in Meppel boten van aluminium. Met als bekendste voorbeeld de duurzame watertaxi’s in Rotterdam. Maar ook elektrische rondvaartboten voor Amsterdam worden er gebouwd, net als de elektrische waterbussen die in Delft rondvaren. Nederland is inmiddels niet meer het enige speelterrein voor de innovatieve scheepsbouwer. In Duitsland wordt omzet gemaakt, in Vietnam komt zelfs een grote joint venture tot stand. ‘We gaan er aluminium schepen bouwen samen met een lokale partij’, vertelt Danny Pol, verantwoordelijk voor sales en marketing. ‘Dat begon met de levering van een brandweerboot een paar jaar geleden. De klant daar was zo onder de indruk dat hij zei: laten we er hier meer gaan bouwen, met jullie kennis. Daar zijn we heel ver mee nu.’

Exportadvies Vanzelf gaat dat niet. Remko Germeraad, directeur Alumax Boats, vloog heel wat heen en weer naar Zuidoost-Azië om de boel te regelen. ‘Daarbij hebben we veel gehad aan de hulp van exportadvies van IBDO, de NOM en het hele netwerk. Je krijgt ondersteuning van de ambassade, wordt wegwijs gemaakt met juridische vraagstukken enzovoorts. Zo zijn we geholpen met het vinden van de juiste weg.’ De demissionair minister was vooral onder de indruk van de drive bij Alumax Boats, van hun drang naar innovatie en hun motivering om kennis naar Vietnam te brengen: niet alleen om verder te groeien, maar vooral om de bevolking daar aan interessant werk te helpen. Pol: ‘Het programma rond het bezoek liep flink uit, omdat de minister meer en meer wilde weten over onze activiteiten en hoe de overheid ondernemers internationaal verder kan helpen. Echt mooi.’ Zowel Nedcam Solutions als Alumax Boats bewegen zich al in vruchtbare netwerken en hebben de weg naar de export al gevonden. Toch zien ook zij het belang van een intensief programma dat is gericht op het

Minister heeft meeste tijd voor Noorden Waar veel andere regio’s het moesten doen met een flitsbezoek van drie kwartier, kreeg Noord-Nederland een paar uur van demissionair minister Schreinemacher. ‘Daar hadden we geluk mee. Dus hebben we snel een tweede bedrijfsbezoek in het programma opgenomen. Het liep zelfs nog vreselijk uit omdat de minister maar vragen bleef stellen’, zegt Wibo van Wier van de NOM. Hij was betrokken bij de organisatie van het bezoek. Dat was onderdeel van een toer door Nederland waarin de minister bekijkt hoe haar opdracht rond Trade relations uitpakt.

33

Van Wier sprak haar ministerie na afloop. ‘Ze vond het waanzinnig interessant. Deze duurzame, innovatieve bedrijven spreken haar erg aan. Zeker ook de nadruk op export, waar het uiteindelijk ook om ging.’ De aandacht daarvoor wordt niet snel overdreven, zegt Van Wier. ‘Voor ons verdienvermogen is export essentieel. We verdienen het niet alleen in Nederland. Afgezien daarvan is er een prachtige wisselwerking tussen activiteiten in het buitenland en innovatief vermogen. Je kunt alleen succesvol zijn op de buitenlandse markt als je innovatief bent. Andersom blijkt dat ondernemingen die zich met export bezighouden, innovatiever worden. Vanwege de concurrentie, de andere kansen die je ziet.’

Wibo van Wier | accountmanager Trade T +31 6 835 518 20 | E vanwier@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INNOVEREN

Startup Festival

is here to stay

Het jaarlijkse Startup Festival vond op 14 september jl. plaats bij The Social Hub Groningen. Het festival vierde zijn tweede editie en bracht studenten, startups, ondernemers, investeerders en geïnteresseerden uit het ecosysteem samen om kennis en inspiratie te delen over het financieren van startups, ondernemerschapsuitdagingen en routes naar een succesvolle startup. Het festival werd georganiseerd door NOM, het Investeringsfonds Groningen, Cottonwood Technology Fund, Founded in Groningen & Founded in Friesland en de provincie Drenthe.

Het evenement bood een bomvol programma met workshops, inspirerende sprekers en experts, waaronder Alain le Loux van Cottonwood en Wendy van Ierschot van VIE People (lees meer op pagina 35), die waardevolle inzichten deelden over ondernemerschap. Tijdens de paneldiscussie konden deelnemers leren van doorgewinterde ondernemers én van Jobbeke de Jong van Tachles (zie pagina 36). Bovendien vond er tijdens het festival een pitchwedstrijd plaats, waarbij vier startups hun bedrijf presenteerden aan een jury en het publiek. Uiteindelijk werd Enatom uitgeroepen tot de winnaar en wonnen zij twee tickets naar Slush in Helsinki, een prominente startup- en investeerdersconferentie. Het evenement bood voldoende ruimte om te netwerken en samen te werken, waardoor ondernemers mogelijkheden vonden om investeerders of co-founders te ontmoeten.

34

| OKTOBER 2023


Teamontwikkeling gaat over groei, heldere keuzes, lef (en smoesjes) Je begint een bedrijf, raakt de juiste snaar en begint onstuimig te groeien. Je was founder van een startup en deed alles zelf, maar ontwikkelt je steeds meer tot een CEO die mensen moet aantrekken en teams moet formeren. Dat is een andere rol, die je noopt te letten op valkuilen en te kijken naar kansen. Wendy

35

van Ierschot (VIE People) en Jobbeke de Jong (Tachles) hebben elk een heel eigen invalshoek op die uitdagingen. Ze schreven er letterlijk boeken over vol. Ze vertelden er in Groningen ook over tijdens het Startup Festival.

‘Streef niet naar eigen succes, maar naar succes onderneming’ Hoe zorg je ervoor dat je startup lekker doorgroeit naar een scale-up en daarna nog verder? Daar komt aardig wat bij kijken, te beginnen met het vormen van het juiste team. Wendy van Ierschot zag honderden jonge ondernemingen van binnen en weet wat ervoor nodig is om succesvol te zijn én te blijven.

De founder van een startup is niet per se de beste leider wanneer de onderneming groter wordt. In een latere fase vraagt de aansturing van een bedrijf een andere set vaardigheden dan in de opstartfase. Je moet aan een team werken bijvoorbeeld, aan je dienst of product, aan sales en marketing, aan je eigen bedrijfscultuur, aan het onderhouden van contacten met je goede klanten en leveranciers. En meer. ‘Dat kun je natuurlijk niet alleen. Je zult op een gegeven moment verantwoordelijkheid en sturing uit handen moeten geven’, vertelt Wendy van Ierschot. Zij richtte VIE People op, dat scale-ups helpt met groeien. ‘We helpen niet alleen met HR-vraagstukken. We nemen de cultuur onder de loep, en het leiderschap. Die drie hangen nauw samen en kun je niet los zien. We werken aan allemaal.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


Scale-ups & downs Op basis van ervaringen van de afgelopen jaren schreef ze het boek Scale-ups & downs. Dat is een gids waarin de verschillende fasen van een scale-up staan beschreven en de uitdagingen en oplossingen die daarbij horen. Vorige maand gaf ze er een lezing over tijdens het Startup Festival in Groningen.

eigen mensen je aandragen. En misschien moet je wel concluderen dat je een andere rol moet aannemen in het belang van je bedrijf. Want heel eerlijk: de meeste founders zijn op zeker moment niet meer de beste CEO voor het bedrijf.’

‘Het lastige is dat het in het begin van een startup echt om jou als founder gaat. Jij moet enthousiast zijn, de kar trekken. Je weet precies wat je wilt en hoe. Maar dan komt het moment dat je iemand gaat aannemen. Die is per definitie eerst slechter dan jij. Kan niet anders, want je eerste werknemer doet de dingen niet precies zoals jij, op de manier die voor jou werkt en moet het nog leren. Daar moet je dus doorheen kijken. Dit is heel belangrijk: je moet niet streven naar zelf succesvol worden. Je moet niet hebben dat je zelf als een koning rondloopt. Je moet streven naar het succesvol maken van je bedrijf. Het gaat erom dat je iemand aanneemt die je onderneming verder helpt. Ook op de langere termijn.’ Dat gaat nogal eens mis. ‘Founders denken vaak: ik heb een salestijger nodig, of iemand die mijn productieproces verbetert. Zoiets. Dat is goed, maar niet het enige wat je nodig hebt. Je moet vooral ook mensen aannemen die de potentie hebben om later een afdeling te leiden, die kunnen doorgroeien. Want als je onderneming straks snel groter wordt, moet je steeds meer van je eigen taken overdragen. En dat doe je het liefst aan mensen die je al een tijd in dienst hebt en je bedrijf kennen. Je moet mensen hebben die kunnen meegroeien.’ 36

Growth mindset Wendy van Ierschot noemt in haar boek de scale-up skills. ‘Als je gaat groeien als bedrijf – en ook als ondernemer trouwens, vergeet dat niet! – ben je op zoek naar een bepaald type werknemer. Je hebt dan behoefte aan mensen met een growth mindset. Dat zijn mensen die willen leren, ook van hun fouten. Mensen die geloven dat je beter kan worden door veel oefenen. Zo’n mindset kún je jezelf aanleren, maar zeker in het begin van je groeicurve is het fijn als je medewerkers hebt die van nature een growth mindset bezitten. Zij kunnen het je andere mensen aanleren.’ ‘Daarnaast zoek je types die zelf kunnen starten, mensen die niet al te veel kaders en sturing nodig hebben om vooruit te kunnen, mensen die zelf verder willen. En dan is het nog essentieel om in je team genoeg leden te hebben die positief en veerkrachtig zijn. Samen wil je groeien, daar gaat het om.’ De founder van VIE People schreef haar boek omdat ze het gevoel had dat ze moest vastleggen wat zij en haar team bij al die honderden bedrijven tegenkomt. ‘En ook om te laten zien wat er bij komt kijken. Als je het zo ziet, dan lijkt het allemaal logisch. En toch doen veel ondernemers het niet. Overigens heb ik een leuk smoezenlijstje opgenomen in het boek. Allemaal excuses waarom ondernemers bijvoorbeeld niet ingrijpen bij slechte prestaties van medewerkers.’ Wendy deelt de ‘reis’ van een scale-up op in fasen. ‘Dat is wel nieuw, per fase van groei aangeven hoe je leiderschap ontwikkelt en wat de prioriteiten zijn op HR-gebied. Daar heb ik lang over nagedacht. Die reis is best gek namelijk. Je begint als founder eigenwijs met een goed idee en later moet je opeens luisteren naar allerlei ideeën die je

| OKTOBER 2023

Wendy van Ierschot is ondernemer, tech-investeerder en CEO van VIE People. Ze maakt de podcast Werkprofessor. Ze is een bekend spreker en wordt vermeld in onder meer de wereldwijde Top 100 HR tech influencer lijst. VIE People is een pragmatisch People & Culture adviesbureau voor groeibedrijven dat zowel strategisch meedenkt als implementeert en samen aan de slag gaat. Van leiderschapsontwikkeling, de employee journey, werving en selectie tot organisatieontwerp. www.viepeople.com

Wie in systeem van groep denkt, helpt iedereen vooruit Een team kan meer zijn dan de som der delen. Systeemdenken helpt startups en scale-ups – net als andere organisaties – naar een hoger niveau. Dat vereist een andere blik, een manier van denken die tegen de primaire natuur ingaat. Maar dan heb je ook wat. Jobbeke de Jong weet hoe je daar komt.


WWW.VIEPEOPLE.COM Teams kun je zien als levende organismen. Het gedrag van de individuen die zich erin bewegen wordt beïnvloed in en door dat organisme. Goed samenwerken leidt tot succes. Dat klinkt misschien voor de hand liggend, maar in de praktijk wordt er weinig naar gekeken, vertelt Jobbeke de Jong. Zij richtte Tachles op, dat onder meer bedrijven helpt door systeemdenken door te voeren. ‘Beter samenwerken willen ze in elke organisatie wel. Maar wat er meestal gebeurt, is dat ontwikkeltrajecten zich op individuen richten. Zo van: jij moet dit en dat ontwikkelen en hij zus en zo. Dat kan best nuttig zijn, maar je kunt je beter richten op de groep. Díe moet beter gaan functioneren. En dat is wat je kunt leren met systeemdenken.’ Interventies op teamniveau leiden zo tot duurzaam rendement. Doelen worden eerder behaald, het team ontwikkelt zich erdoor in de richting van autonomie. ‘Dat doel is belangrijk. Dat noemen we de bovenstroom. Je moet kraakhelder hebben waar je heen wilt. In superconcrete taal moet je vastleggen waar je als groep wilt komen en wat resultaten zijn. Dat is essentieel, omdat je al je acties vervolgens kunt leggen naast dat doel. Helpt dit om daar te komen? En: wat moeten we als groep doen om ons doel te bereiken?’

Samenwerken

WWW.TACHLES.NL Kaders zijn essentieel, duidelijk maken wat je in de organisatie dus níet doet, is net zo belangrijk. ‘Zo houdt de groep focus, voorkom je dat van alles wordt geprobeerd en allerlei energie wordt gestoken in dingen die er niet toe doen. Dat moet glashelder zijn. Als dat lukt, heb je een heel grote impact. De groep, je team, je organisatie werkt gericht samen aan hetzelfde doel. Daardoor bereik je dat doel veel sneller, maar zie je ook dat de dynamiek in de groep sterk verbetert. Mensen hebben lol samen, krijgen meer zelfvertrouwen en maken bijna niets meer persoonlijk. Iemand anders ergens de schuld van geven past niet in systeemdenken.’ Startups zijn hier niet direct mee bezig. Wanneer het richting scale-up gaat, zou dat moeten veranderen. ‘Als founder zul je op zeker moment meer afstand moeten nemen. Je kunt niet alles meer alleen. Je team moet groeien richting autonomie en productieve samenwerking. En jij als founder moet heel duidelijk maken wat het doel is én waarvoor de mensen bij jou moeten komen. Dan zet je systeemdenken in werking. Je team groeit en jij hebt ruimte om te doen wat in het belang van je bedrijf is.’

Dit onderdeel is typisch iets dat vaak fout gaat, ervaarde Jobbeke de Jong in al die jaren dat ze bedrijven verder helpt. ‘Een doel als ’de klantbeleving optimaliseren’ is mooi, maar dat gaat je niet helpen. Te vaag. Wat je dan krijgt is dat mensen niet zien waar de verantwoordelijkheden liggen en als individuen te werk gaan. Terwijl je het team vooruit wilt helpen, samenwerking wilt bevorderen.’

37

Veel mensen herkennen dit: in een MT-overleg zijn de managers vooral bezig met verantwoording afleggen over hun eigen afdeling. Daar voelen ze zich verantwoordelijk voor. ‘Logisch, maar niet waar je naartoe moet. In een MT heb je als manager een andere rol. Daar moet je samen met de andere leden van het MT bezig zijn met een gezamenlijke doelstelling die het bedrijf als geheel vooruithelpt. Als je dat kunt en snapt, dan kijk je anders naar je eigen team en ben je veel gerichter bezig met de toekomst van de organisatie.’ Dat is de bovenstroom: helderheid. Je hebt ook een onderstroom. Dat wat er onderhuids in teams leeft. Zijn de doelen niet concreet genoeg? Dan krijg je gemor. Dat is die onderstroom. Je moet allebei op orde hebben. En dat lukt met systeemdenken. Iedereen heeft de neiging om dan individuele medewerkers te gaan bijsturen. Maar je moet luisteren en bedenken wat iedereen bijdraagt aan de groep. En dan kan die norse klager opeens heel nuttige ideeën hebben. Je moet bedenken: als de groep het systeem ontwikkelt, dan ontwikkelen alle leden van de groep.’

Kaders Om goed samen te kunnen werken, om een team te laten floreren, om het systeem te laten groeien, is een open sfeer nodig. Ruimte voor reflectie is belangrijk, vrijheid om te spreken, veiligheid. ‘Dat zoeken we vaak in de onderstroom. Een meldpunt, een gesprekje met een goede collega, dat soort dingen. Maar het begint met een duidelijke afbakening van wat de groep kan en mag, waar de groep naar streeft. Zo creëer je de veilige omgeving die nodig is om je mensen te laten floreren en het systeem vooruit te helpen.’

Jobbeke de Jong is oprichter van Tachles en bestsellerauteur van de boeken Competente mensen incompetente teams (Boom, 2021) en Beheers je! (Boom, 2023). Tachles faciliteert teams in de ontwikkeling van autonomie ten dienste van de beste resultaten. Bovendien biedt Tachles binnen de Tachles Academy hoogstaande opleidingen voor leiders en professionals die zich (verder) willen specialiseren in het interveniëren in samenwerking middels het systeemdenken en het systemische perspectief. Voor wie wil kennismaken met het gedachtengoed zijn er verschillende masterclasses, workshops, gratis e-books, én is er de wekelijkse podcast Leiderschap in Samenwerking. Kijk op www.tachles.nl voor alle informatie en opties.

| GROEIEN BEGINT HIER.


vragen

Mette Geerling (links) en Jura Bakx

38

In de NOM-rubriek Diverse vragen vertellen ondernemers hoe zij in hun bedrijf ruimte geven aan diversiteit & inclusie. Wie daarover meer interne dialoog wil, kan de gesprekskaarten inzetten die Jura Bakx en Mette Geerling ontwikkelden. Met hun startup Included Cards brengen zij serieuze thema’s op een toegankelijke manier onder de aandacht.

Open gesprekken met Included Card Ooit met collega’s besproken of alle hetero’s wel honderd procent hetero zijn? Of hoe jullie zouden reageren als er een man in een jurk komt solliciteren? En staan er wel eens onderwerpen als een genderneutraal toilet of inclusiever taalgebruik op de agenda? Voor de meeste bedrijven zijn dit soort thema’s nog een beetje onwennig, maar als het aan Jura en Mette ligt, horen ook deze onderwerpen bij een organisatie die streeft naar diversiteit & inclusie. Daarom ontwikkelden zij gesprekskaarten voor het spel Included Cards, dat verkrijgbaar is in varianten voor scholen, bedrijven en de LGBTQ+ community. ‘Bij dit spel zijn er geen goede of foute antwoorden’, benadrukken de ondernemers. ‘Het gaat erom dat mensen open met elkaar in gesprek gaan en zich bewust worden van vooroordelen en stereotypering. Bijna alle generaties op de werkvloer zijn opgegroeid met de heteronorm en die heerst nog steeds in het bedrijfsleven. Als diversiteit al aan bod

| OKTOBER 2023

komt, gaat het meestal over de m/v-verhoudingen – van loonkloof tot vrouwenquota – terwijl die focus op het man-vrouw-denken weinig ruimte laat voor andere variaties en aandachtspunten in de omgang met elkaar. Daarom denken wij dat het belangrijk is om aannames over wat ‘normaal’ is eens onder de loep te nemen en te ontdekken hoe divers we als samenleving zijn.’

LGBTQ+ vriendelijk Cultuur en kleur zijn geen nadrukkelijk thema bij Included Cards, al is die vertaalslag wel te maken binnen de gesprekken die door het spel worden geopend. ‘De focus ligt bij ons op gender, seksualiteit en identiteit’, vertellen Jura (zij/haar) en Mette (die/hun), die zowel in business als het dagelijkse leven partners zijn. ‘Included Cards is ontstaan omdat wij in het begin van onze relatie graag vragenspelletjes deden om elkaar beter te leren kennen. We merkten dat veel vragen


DIVERSITEIT & INCLUSIVITEIT Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat resultaten verbeteren in een diverse en inclusieve organisatiecultuur. Welke maatregelen nemen bedrijven om diversiteit & inclusiviteit in hun organisatie te bevorderen? En heeft dat gevolgen voor de stijl van leidinggeven? Wij zijn benieuwd of en hoe ondernemers dit oppakken.

vanuit de standaard heteronorm zijn geformuleerd. Omdat wij ons daar minder in herkennen, besloten we zelf een vragenspel te maken dat wél LGBTQ+ vriendelijk was.’ Het spel sloeg aan bij gelijkgestemden, al besefte het koppel dat ze buiten de community pas echt impact kunnen maken. ‘Wij willen beweging brengen in het traditionele hokjesdenken en dan is het belangrijk om met elkáár in gesprek te gaan. Scholen en bedrijven spelen een sleutelrol als het gaat om een diverse & inclusieve samenleving, daarom hebben we ook gesprekskaarten ontwikkeld voor deze doelgroepen. Met dit spel hopen we bij te dragen aan meer LGBTQ+ vriendelijkheid en acceptatie. Zolang homo nog steeds als scheldwoord wordt gebruikt en de verwachting is dat iedereen die buiten de gangbare norm valt uit de kast komt, is het zinvol om open gesprekken met elkaar te voeren over diversiteit.’

Waarom een kast? Achteraf vindt Jura het best raar dat zij uit de kast moest komen omdat ze ontdekte op vrouwen te vallen. ‘Mensen die hetero zijn, hoeven niks uit te leggen, iedereen die het anders voelt blijkbaar wel. Waarom die kast? Alleen al dát bespreekbaar maken, kan het wat makkelijker maken voor mensen die afwijken van de heteronorm.’

Dat indelen in hokjes sowieso niet werkt, ontdekte Jura toen ze drie jaar geleden verliefd werd op de non-binaire Mette, die zich vrouw nog man voelt. Al vond Mette het wel fijn om zichzelf uiteindelijk te kunnen plaatsen. ‘Omdat alles zo is gericht op man of vrouw zijn, had ik geen idee wat ik met mijn gevoelens aan moest. Totdat ik een film zag waarin een non-binair karakter speelde. Pas toen ontdekte ik: dat kan dus óók. En dat had ik best eerder in mijn leven willen weten.’ Wat daarom voor beide ondernemers vooral ‘uit de kast’ mag, zijn ieders persoonlijke gevoelens over deze belangrijke levensthema’s. Oók op de werkvloer. Het koppel begrijpt dat vooral seksualiteit een wat ongemakkelijk onderwerp is bij bedrijven, al laten de ontwikkelingen rondom Me Too duidelijk zien hoeveel er scheef kan groeien zolang er taboes zijn. ‘Een veilige werkomgeving vraagt openheid’, vinden Jura en Mette. ‘Hoe ervaren mensen seksueel getinte grapjes? Hoe zit het met ongeschreven regels in gedrag en kleding op het werk? Ons vragenspel zit vol openingen tot gesprek en hoe vaker we over dit soort onderwerpen praten, hoe zichtbaarder de diversiteit onder mensen wordt en ook hoe makkelijker we daarmee leren omgaan.’

Vragen staat vrij Het spel van Included Cards bevat zowel stellingen als vragen en nodigt uit tot delen, discussie en reflectie. De kaarten zijn geschikt voor een goed gesprek bij de koffie of werklunch, maar kunnen ook worden ingezet bij een teamoverleg rondom diversiteit & inclusie. Bovendien zijn Jura en Mette te boeken voor een Included-workshop. Met hun open en enthousiaste houding breken zij makkelijk het ijs. ‘Voor ons zijn er geen taboes meer’, lacht het stel. ‘Wij kunnen uitleg geven over alles wat met LGBTQ+ samenhangt en we durven dóór te vragen. Voorwaarde om vrij te vragen en praten is een veilige setting, plus de bereidheid om open te luisteren naar elkaars antwoorden. Dan ontstaan de mooiste gesprekken en openingen voor meer voor diversiteit & inclusie.’

39

FOM Included Included Cards stond dit jaar in de finale van de Friese studentenstartupcompetitie Enterprijs, waar Klaas Kooistra (hij/hem) van de FOM in de jury zat. Hij werd geraakt door het verhaal van Jura en Mette. ‘Opeens besefte ik hoezeer ook mijn beeld van de samenleving is gevormd door de heteronorm’, vertelt de investment manager, die getrouwd is met een vrouw en twee kinderen heeft. Hij speelde het spel al een paar keer met collega’s van de FOM en de NOM en inmiddels draagt het FOM-team regelmatig een hoodie waar het Included logo op staat. ‘Ook dat is een laagdrempelige manier om met anderen in gesprek te raken over diversiteit en inclusie’, merkt Klaas. ‘Veranderingen komen niet zomaar. Het begint ermee dat je aan het denken wordt gezet en eens met elkaar doorpraat. En dan zijn de gesprekskaarten van Included een prachtig handvat.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


SPOTLICHT

ONDERNEMING UITGELICHT

Dopple: Drents techbedrijf van wereldformaat

40

Met miniaturisatie en maatwerk als sleutelwoorden bedacht en maakte Dopple al tal van slimme oordoppen voor multinationals. Binnenkort introduceert het bedrijf uit Assen het eerste product onder een eigen merk: EarsOnly. Een baanbrekende innovatie op het gebied van gehoorbescherming. ‘Kijk!’ Tjapko Uildriks haalt twee fraaie oordopjes uit een evenzo elegant vormgegeven case. Het enthousiasme van de CEO van Dopple is bijna tastbaar. ‘Voor de markt voor gehoorprotectie is dit echt een revolutionair product’, betoogt hij. ‘Het is in eerste instantie bedoeld voor gebruik in de industrie, in de bouw bijvoorbeeld. Door de dynamische protectie kun je gewoon communiceren en zelfs telefoneren in een lawaaiige omgeving. Of op de werkvloer op een veilig geluidsniveau van muziek genieten, want er zit natuurlijk wel Bluetooth in. EarsOnly, zoals het product heet, is ons eigen merk en schakelt als het nodig is automatisch gehoorbescherming in en biedt bovendien het comfort van op maat gemaakte oortjes.’

| OKTOBER 2023

Consumer Electronics Show Even later, zittend aan een verhoogde vergadertafel, komt Tjapko met een primeur. ‘In de tweede week van januari 2024 maken we onderdeel uit van de Nederlandse startup en scale-up missie naar de Consumer Electronics Show, kortweg CES, in Las Vegas’, vertelt hij met een brede glimlach. ‘Inderdaad, de grootste en meest invloedrijke techbeurs ter wereld.‘ Dopple, dat zogeheten true-wireless headset-producten bedenkt, ontwerpt en realiseert, is dan ook niet zomaar een techbedrijf. Een deel van het team, afkomstig van de voormalige ontwikkeltak van SonyEricsson, stond in de jaren ’90 aan de wieg van de Bluetoothtechnologie en de ontwikkeling van de allereerste Bluetoothheadset voor de mobiele telefoon. Zo is Bluetooth-uitvinder Jaap Haartsen, die voor zijn uitvinding is opgenomen in de prestigieuze Inventors Hall of fame in Washington, binnen Dopple werkzaam als CTO. Die diepgaande technologiekennis, aangevuld met pas afgestudeerde techneuten van de Hanzehogeschool Groningen en NHL Stenden Hogeschool Emmen, wordt nu vanuit Assen ingezet voor het maken van slimme oordoppen. Unieke gepersonaliseerde oordoppen, om precies te zijn. Waaronder dus de EarsOnly Protect.


EARSONLY.NL

Miniaturisatie ‘Natuurlijk, we zijn heel goed in Bluetooth-technologie’, zegt Tjapko. ‘Maar de kerncompetentie van Dopple is miniaturisatie, het zo klein mogelijk maken van componenten. Alle elektronica moet perfect passen in de beperkte ruimte van de oordoppen. Miniaturisatie is, met andere woorden, cruciaal om producten draadloos draagbaar te maken. We hebben bewust gekozen voor een relatief klein team. Met een logge organisatie heeft verregaande miniaturisatie nauwelijks kans van slagen. Je moet namelijk voortdurend compromissen maken. Tegelijkertijd moet je beschikken over heel veel specialistische kennis en kunde om elektronica, software en hardware zo slim mogelijk bij elkaar te brengen. Vandaar ook dat we nauw samenwerken met gerenommeerde leveranciers op het gebied van onder meer chipsets, antennes, speakers en batterijen. Samen werk je aan een product waaraan daadwerkelijk behoefte is en waar je mensen blij mee maakt. Het voelt bijna als magie.’

Vrijheid Tjapko startte zijn carrière als radio design engineer bij Ericsson in Emmen en hield zich na de fusie met Sony als manager bij SonyEricsson hoofdzakelijk bezig met Bluetooth-technologie. Met een aantal compagnons richtte hij in 2009 Tonalite op, een bedrijf dat draagbare draadloze producten, zoals bluetooth headsets, ontwikkelde. Tonalite werd drie jaar later overgenomen door Plantronics, vooral bekend van de headsets voor callcenters. In de overeenkomst was opgenomen dat ze minstens vier jaar aan Plantronics verbonden moesten zijn. Na het verstrijken van die termijn vonden ze het tijd voor iets nieuws. En dus besloten ze in 2016 om hun tweede onderneming op te richten: Dopple. De eerste jaren opereerde Dopple vanuit Emmen. In 2021 volgde een verhuizing naar een ruimer pand in Assen, pal naast het station.

De kerncompetentie van

Dopple is miniaturisatie, het zo

klein mogelijk maken van componenten. Tjapko Uildriks, Dopple

‘We wilden op productenniveau meer vrijheid hebben om eigen keuzes te maken’, licht Tjapko toe. ‘Kijken waar we met Dopple in een nichemarkt van betekenis kunnen zijn. Bij voorkeur met producten onder een eigen merk. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij gehoorprotectie.’

Grote multinationals Toch werd al snel na de oprichting gestart met het bedienen van grote multinationals. Er moest tenslotte brood op de plank komen. Eén van de eerste klanten was Jaybird, een internationaal befaamd merk van bluetooth sportoordoppen dat in 2016 was gekocht door Logitech. De oordoppen zijn, uiteraard, in Drenthe ontworpen. Enige tijd later kwam Dopple via Logitech in contact met Sonova, een toon-

aangevende fabrikant van innovatieve gehooroplossingen. Het bedrijf, met het hoofdkantoor in Zwitserland, is onder meer eigenaar van het Nederlandse Schoonenberg en de consumententak van het Duitse audiobedrijf Sennheiser. ‘Sonova heeft een eigen bluetooth chip voor gehoorapparaten ontwikkeld’, vertelt Tjapko. ‘Wij hebben die chip geschikt gemaakt voor de consumentenmarkt. In het voorjaar van 2022 resulteerde die samenwerking in de introductie van de Sennheiser TV Clear.’

41

Beginnend gehoorverlies De Sennheiser TV Clear is ontwikkeld om mensen tijdens het televisiekijken een optimale geluidservaring te bieden. De door Dopple gerealiseerde headset wordt via Bluetooth verbonden met een tv-connector. Die connector maakt het mogelijk om het volume te wijzigen, zonder dat het geluid van de televisie wordt beïnvloed. ‘Dat betekent dat je het geluid individueel naar wens kunt aanpassen’, onderstreept Tjapko. ‘Ideaal wanneer iemand in het gezin gehoorschade heeft. In de kern is het dus eigenlijk een gehoorapparaat voor mensen met beginnend gehoorverlies. Het is één van de nicheproducten die we de afgelopen jaren met een strategische partner hebben gerealiseerd.’

Uitrol De komende periode staat voornamelijk in het teken van de uitrol van EarsOnly. Een moment waar het bedrijf lang naar heeft uitgekeken. Het lanceren van een eigen merk is immers één van de redenen waarom Dopple destijds is opgericht. ‘We willen nadrukkelijk met EarsOnly naar buiten treden’, zegt Tjapko. ‘Ook daarom is het zo mooi dat we zijn geselecteerd voor de CES in Las Vegas. Een schitterende gelegenheid om het merk op een mondiaal podium te presenteren aan potentiële klanten en investeerders. Toch is het niet direct ons doel om Amerika te veroveren. Simpelweg omdat wereldwijd met name Nederland en Frankrijk de meest interessante markten zijn op het gebeid van gehoorprotectie.’

| GROEIEN BEGINT HIER.


INNOVEREN

Hackathon tijdens de Hoe zorgen we dat gezonde producten van het land op een duurzame manier bij de consument terechtkomen? Met die vraag gingen studententeams aan de slag tijdens de eerste editie van de AgroAgenda Noord-Nederland hackathon. Vanuit de NOM was Business Developer Agrifood Joep de Vries als expert betrokken om de teams te begeleiden. 42

De grijze koppen van deze wereld bepalen

nu het beleid, maar de jeugd moet straks alle grote problemen daadwerkelijk oplossen. Joep de Vries, NOM

| OKTOBER 2023


Dutch Food Week De AgroAgenda Noord-Nederland en de Voedsel Alliantie NoordNederland organiseerden tijdens de Dutch Food Week samen met de Rabobank en de NOM de eerste editie van de hackathon voor studenten van de noordelijke onderwijsinstellingen. En dat smaakt naar meer, vindt ook Joep de Vries: ‘Dit was een heel mooi begin, dus daar moeten we zeker mee verder. Voor komende edities moeten er ook zeker meer bedrijven met concrete uitdagingen aanhaken, want er worden echt hele mooie en diverse oplossingen aangedragen door de studenten.’

Mooie ideeën Als voorbeeld noemt de Vries het tegengaan van verspilling. ‘Bijvoorbeeld bij broccoli. De steeltjes gooien we meestal weg en dat is hartstikke zonde. Niet in de eerste plaats omdat daar alle voedingsstoffen in zitten, maar ook omdat je nu best een aanzienlijk deel van deze groente helemaal niet gebruikt. Een van de teams kwam op het idee om een andere toepassing te vinden voor dit restproduct, bijvoorbeeld door het te verwerken in tandpasta. Dat vond ik echt een fantastisch idee. Het is ook heel mooi om te zien hoe alle deelnemende teams met compleet andere oplossingen komen.’

43

Spagaat tussen jong en oud En niet alleen voor de studenten zelf is het een leerzame ervaring, vindt de Vries. ‘De grijze koppen van deze wereld bepalen nu het beleid, maar de jeugd moet straks alle grote problemen daadwerkelijk oplossen. En we zitten in een enorme spagaat in de manier van denken. Ook voor bedrijven is zo’n hackathon daarom heel waardevol. Alleen al om te zien hoe duurzaamheid leeft onder studenten en hoe belangrijk het ook is bij de keuze van hun toekomstige werkgever. Met alleen een mooi groen praatje komen ze straks namelijk echt niet bij je werken.’ Joep de Vries | business developer Agrifood T +31 6 253 926 71 | E jdevries@nom.nl

| GROEIEN BEGINT HIER.


INNOVEREN

Groningen zet vol in op watertransitie

‘Onze opgave is nul procent groei’ De noordelijke economie is gebouwd op de beschikbaarheid van schoon water, terwijl bestaande bronnen onder druk staan. Wat betekent de toenemende (drink)waterschaarste voor het vestigingsklimaat in Noord-Nederland? Mede door de industriële aanwas in de Eemsdelta is de situatie in Groningen zeer actueel. André van Toly (Waterbedrijf Groningen) en Perry van der Marel (North Water) delen hun perspectief op de onvermijdelijke watertransitie.

44

| OKTOBER 2023

We beleefden in 2018 de droogste zomer ooit in ons land. Sindsdien dringt het langzaam tot burgers en bedrijven door dat drinkwater geen vanzelfsprekende stroom is waar je eindeloos van kunt tappen. Toch vertoonde het verbruik in Groningen de laatste vijf jaar nog steeds een stijgende lijn, terwijl de limieten bijna zijn bereikt. ‘Die toenemende druk op onze watervoorziening is onhoudbaar, daarom hebben wij de opgave om nul procent groei te realiseren’, zegt André van Toly, manager Markt & Innovatie bij Waterbedrijf Groningen (WBG). ‘Met andere woorden: ook als de vraag verder stijgt, blijft de hoeveelheid beschikbaar water hetzelfde. Daarom moeten we nog meer gaan besparen, hergebruiken én alternatieven ontwikkelen voor drinkwater.’


Overeind blijven De waterbehoefte wordt een strikter criterium bij economische ontwikkeling. Aan nieuwe ondernemingen worden al hogere eisen gesteld voor een wateraansluiting. Ook bestaande bedrijven waar proceswater essentieel is, moeten in de nabije toekomst steviger investeren in duurzaam watergebruik. ‘Dat is geen gemakkelijke boodschap richting onze klanten’, realiseert André zich. ‘Al zijn wel steeds meer bedrijven zich bewust dat deze transitie nodig is om economisch overeind te blijven. Waterschaarste speelt niet alleen in Groningen, overal is een omslag nodig. De wet- en regelgeving verandert langzaam, maar de ministerraad kwam vorig jaar al met de doelstelling dat Nederland vóór 2035 een drinkwaterbesparing van twintig procent moet realiseren. Dat geldt zowel voor consumenten als bedrijven en industriële grootverbruikers.’ In Groningen gaat zo’n vijftig procent van het beschikbare drinkwater naar de burgers; een kwart wordt verbruikt door de kleinzakelijke markt en het andere kwart stroomt richting grote industriële bedrijven in sectoren als de (petro)chemie, agro, energie, voeding en datacenters. ‘Elke grootzakelijke klant in onze regio verbruikt jaarlijks 10.000 kuub of meer, met een uitloop tot anderhalf miljoen kuub bij de grootste

afnemer’, vertelt André. ‘Water is onmisbaar in hun processen, alleen hoeft dat in lang niet alle gevallen drinkwater te zijn. Naast onze forse inzet op drinkwaterbesparing, stimuleren we daarom samen met North Water al jarenlang het gebruik van industriewater waar dat kan. Op veel bedrijfslocaties is het realiseren van zo’n nieuwe wateraanvoer een flinke opgave – zowel technisch en logistiek als financieel – maar voor de lange termijn is het een noodzakelijke voorziening.’

Maatwerk in water North Water is een joint venture van WBG en Evides Industriewater, dat in de Benelux al veel ervaring heeft opgebouwd met duurzame wateroplossingen. Van het inzetten van gezuiverd oppervlaktewater tot zuurstofloos water, en van waterhergebruik tot afvalwaterzuivering: North Water is een partner voor alle wateruitdagingen in de industriële sector. ‘Wij bieden maatwerk en dat is in deze transitie meer dan ooit nodig’, stelt managing director Perry van der Marel. ‘De meeste bedrijven werken al langer aan waterbesparing en alle relatief eenvoudige oplossingen zijn vaak wel doorgevoerd. Met de huidige opgave in Groningen – nul procent groei in drinkwaterverbruik bij grootzakelijke afnemers – komt het aan op meer complexe maatregelen.’

45

North Water - gezamenlijke industriewaterdochter van Waterbedrijf Groningen en Evides Industriewater levert jaarlijks 17 miljoen kuub industriewater vanuit zeven industriewaterlocaties. Door enkel gebruik te maken van oppervlaktewater als bron blijven de grondwaterbronnen puur behouden voor de drinkwatervoorziening. Vanuit de nieuwe industriewaterzuivering (IWZ) in Garmerwolde (foto) levert North Water sinds 2021 industriewater aan de Eemshaven. Met een capaciteit van 10 miljoen kuub industriewater per jaar is de IWZ toekomstgericht ontworpen en er zijn vergevorderde plannen om ook Delfzijl te voorzien van dit industriewater met water uit het Eemskanaal als bron. Samen met waterschap Noorderzijlvest werd gekozen voor de rioolwaterzuiveringsinstallatielocatie Garmerwolde: voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit, maximale kansen voor het hergebruik van zuiveringsslib en in de toekomst mogelijk het gebruik van gezuiverde rioolafvalwater als bron voor industriewater (REGAIN). | GROEIEN BEGINT HIER.


Werken aan water doen wij in samen-

spraak met alle stakeholders, de Noord-

Nederlandse buurprovincies en iedereen die hier een wateraansluiting heeft of wenst. André van Toly, Waterbedrijf Groningen

‘Het punt is dat bestaande fabrieken zijn gebouwd op de vanzelfsprekende beschikbaarheid van drinkwater’, vervolgt Perry. ‘Als je ook met industriewater gaat werken, moet je die stromen scheiden. Dat klinkt simpel, maar met al bestaande bebouwing en leidingnetten is dat best een puzzel. Bovendien vraagt ook het gebruik van industriewater om bewuste keuzes en matigheid. Want voor het zuiveren en herbruiken van water is chemie, energie, opslag en soms ook extra transport nodig. Dat pakt op de balans van duurzaamheid en kosten niet altijd gunstig uit. Daarom is de kernvraag altijd: wat is er werkelijk nodig aan water en welk soort water volstaat?’

Processen optimaliseren

46

Voor de Groningse watertransitie worden zowel nieuwe als bestaande zakelijke verbruikers uitgedaagd om hun processen te optimaliseren. ‘Zeker bij uitbreidingsplannen en innovaties horen waterbesparing en duurzaam watergebruik standaard op de agenda te staan’, stelt André. ‘Bedrijven hoeven dat natuurlijk niet alleen te doen. Ze kunnen een beroep doen op North Water of andere marktpartijen. En ze kunnen sparren met investeringspartners als de NOM om innovaties mogelijk te maken of business development rondom de watertransitie aan te jagen. Ook als waterbedrijf delen wij graag onze kennis en ondersteunen we klanten bijvoorbeeld met een waterscan. Dan brengen we in kaart hoeveel water er in- en uitgaat en wat er in de tussentijd aan kuubs en kwaliteit nodig is in de processen. Zo’n balans geeft inzicht en helpt om opties te vinden voor waterbesparing en eventuele alternatieven voor drinkwater.’ Perry vult aan: ‘Wij kijken vanuit North Water ook naar gezamenlijke oplossingen in de regio. Zoals multicliëntsystemen waarbij meerdere bedrijven gebruikmaken van dezelfde stroom industrieel proceswater. Schaalgrootte zorgt ervoor dat zuiveringen efficiënter zijn in het gebruik van energie en chemie én dat de kosten per klant lager uitvallen. Bij het realiseren van lokale en regionale oplossingen is leveringszekerheid altijd het uitgangspunt. ‘Als bedrijven miljoenen investeren, willen zij wel de garantie dat er ook in de toekomst voldoende water beschikbaar is’, zegt Perry. ‘Daarbij zijn we in Groningen mede afhankelijk van de waterverdeling in Nederland, al zetten we hier ook doelgericht in op een regionale basisinfrastructuur van alternatieve waterbronnen.’

Elke druppel telt De alternatieve waterbronnen waar Perry op doelt, omvatten naast bijvoorbeeld oppervlaktewater ook circulaire stromen, waarbij afvalwater wordt bewerkt voor hergebruik. ‘Afgelopen zomer is er zelfs een pilot gestart waarbij we onderzoeken of het huishoudelijke rioolwater van de stad Groningen kan worden opgewerkt tot industriewater (zie kader REGAIN, red). In het verleden was zoiets nog ondenkbaar, ook door de risico’s die men zag. Nu beseffen steeds meer partijen dat ook dit bewerkte afvalwater binnen de industrie een waardevolle bron kan zijn voor circulaire waterproductie. Schaarste heeft grote

invloed op onze perceptie. Acute tekorten hebben zich nog niet voorgedaan in Groningen, maar de situatie is hier behoorlijk nijpend en dan wil je serieuze waterproblemen vóór zijn. Pilots als REGAIN dragen daar mogelijk aan bij.’ Als elke druppel telt, is het zaak om alle stromen zo goed mogelijk te benutten. En daar hoort ook regenwater bij. ‘De langere droogteperiodes zijn een gevolg van klimaatverandering, maar door extremer weer hebben we ook te maken met tijdelijke overschotten aan water’, zegt André over de zware regenbuien die vaker voor overlast zorgen. ‘Het bufferen van dat water is ook een belangrijk onderdeel van de watertransitie. Hoe we dat als regio kunnen oppakken, daar praten wij als waterbedrijf over met partijen als het waterschap, provincie en gemeenten, Rijkswaterstaat en de agrarische sector’. Perry haakt aan: ‘Bedrijven kunnen werken met een buffertank, maar op grote schaal denken wij eerder aan water vasthouden in de ondergrond. Dat kan bijvoorbeeld door in natte periodes langs de kustlijn zoetwaterbellen te creëren, zodat het bij droogte kan worden opgepompt en benut.’

Leefbaarheid op peil Om in Groningen een toekomstbestendig watersysteem te realiseren, komen er zoveel lijntjes samen, dat het noodzakelijk is om gezamenlijk op te trekken. ‘Werken aan water doen wij in samenspraak met alle stakeholders, de Noord-Nederlandse buurprovincies en iedereen die hier een wateraansluiting heeft of wenst’, ronden de heren af. ‘Helder is dat de waterbalans de komende decennia een grote uitdaging is – ook voor bedrijven – en dat we bij het vinden van oplossingen ver vooruit moeten kijken. Omdat grote investeringen pas later gaan renderen, maar ook om bij de bouw van zuiveringsinstallaties en het aanleggen van leidingen slimme keuzes te maken. Bij alles wat we nu doen, is het achterliggende doel een toekomstbestendige leveringszekerheid van drinkwater én industriewater, om zo de leefbaarheid en het vestigingsklimaat in onze regio op peil te houden.’

REGAIN: rioolwater Groningen mogelijk nieuwe bron voor industrie Bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Garmerwolde is afgelopen zomer een bijzonder onderzoek gestart: REGAIN test drie verschillende technieken om het gezuiverde rioolwater uit de stad Groningen zodanig verder te zuiveren dat medicijnresten worden verwijderd. Doel is het Noord-Nederlandse ecosysteem gezond te houden én om het gezuiverde afvalwater geschikt te maken voor hergebruik in de industrie. Of REGAIN een nieuwe bron oplevert voor industrieel proceswater, hangt mede af van de haalbaarheid en schaalbaarheid qua benodigde energie en financiering. REGAIN is een gezamenlijk onderzoeksproject van Waterschap Noorderzijlvest, industriewaterleverancier North Water, centrum voor waterkwaliteit en -technologie WLN en het CEW (Centre of Expertise Water Technology) en wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Nationaal Programma Groningen, het Waddenfonds en EemsdeltaGreen.

Alex Berhitu | teamleider Innoveren T +31 6 255 472 69 | E berhitu@nom.nl

| OKTOBER 2023


VACATURES

Maak deel uit van de toekomst van Noord-Nederland! Wil jij ook een bijdrage leveren aan een

duurzamer, gezonder en slimmer economisch klimaat in Noord-Nederland?

Welkom bij Team NOM!

47

Ben je benieuwd naar de sfeer bij ons op kantoor of wat werken bij de NOM inhoudt?

Scan of click de code voor meer informatie en vacatures.

| GROEIEN BEGINT HIER.


HELP US FIND YOUR MISSING LINK HOW DO WE TIGHTEN UP OUR TRANSITION SYSTEMS? As an innovative company, you’re always looking for solutions to make your operations more sustainable. To achieve your mission, you need an ambitious and connected ecosystem around you. Do you see ‘gaps’ in the regional economy that could strengthen your transition and innovation goals? Do you need a certain technology, expertise or suppliers in your value chain? Share your missing link with us:

www.topdutch.com/missinglink


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.