Vam 1 Februari 2021

Page 1

1

#

nr. 01 / 2021

Vakblad Asset Management

SYSTEEMINTEGRATIE

Voor Beheer en Onderhoud op korte termijn al onvermijdelijk Innovatiepartnerschap Behoefte, Uitdaging, Realisatie, Resultaat Beheer Asset Management


SEE VITAL SIGNS. TAKE VITAL ACTION. Ultimo is het nummer 1 flexibele Enterprise Asset Management (EAM) Cloud platform, waarmee u grip krijgt op uw asset management, in staat bent de uptime te verhogen, de kosten te beheersen, de levensduur te verlengen, betrouwbare stuurinformatie in handen heeft, te voldoen aan wet- en regelgeving en waarmee u zorg kunt dragen voor een gezonde en veilige werkomgeving. En met een ongeëvenaarde en bewezen ROI. Met Ultimo ziet u vital signs en neemt u vital action. Vraag een demo van onze software aan via ultimo.com.

Live-link your assets and facilities.


1

#

nr. 01 / 2021

Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met www.worldclassmaintenance.com https://itanks.eu Auteurs Pieter Pulleman (Moleculen en elektronen werken steeds beter samen) Evi Husson (Innovatiepartnerschap Lekdijk) Mark Oosterveer, iTanks (Inspire; Behoefte, Uitdaging, Realisatie, Resultaat) Sandra de Bont Votob Academy (Veilig Werken) Els van den Heuvel (Ontmoet) WCM (Spanning op het spoor loopt op) Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl

VOORWOORD <

Systeemintegratie; moeilijk is het niet Er is brand ontstaan in een afvalbak in de kantine van een plant in de Botlek. Enkele minuten na het vooralarm gaat het brandalarm af. Het pand wordt ontruimd onder regie van Johan Saren, Hoofd BHV en de prullenbakbrand wordt geblust. Alle medewerkers zijn ruim een half uur buiten geweest. Tel daar nog zo’n tien minuten bij op voordat Saren en zijn BHV’ers op de hoogte waren gebracht. Die optelsom maakt dat de plant een extra kostenpost kent. Niet omdat Saren zijn mannen niet direct beschikbaar waren, maar omdat de processen niet goed op elkaar waren afgestemd.

Bedrijfscontinuïteit is en blijft voor bedrijven van cruciaal belang. Hierbij is het belangrijk dat de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon terecht komt. Maar hoe zorg je ervoor dat de bedrijfscontinuïteit gewaarborgd blijft bij een calamiteit of incident? Bij het simpele voorbeeld van de prullenbakbrand stel ik voor dat de rookmelder niet een ding aan het plafond is, maar gekoppeld is aan een of meerdere systemen, ten minste aan camera’s. Dat stelt een BHV’er in staat om de melding van de rookmelder direct te toetsen en te kiezen voor een passende vervolgactie. Het brandmeldsysteem zou je ook kunnen verbinden met het toegangscontrolesysteem of andere securitysystemen. Dat noemen we systeemintegratie. Bij systeemintegratie ga je middelen als WIFI, bluetooth of Passieve Infrarood Detectors (PIR’s) natuurlijk niet uit de weg. Dit soort tools zijn in staat om te bepalen of er in een bepaalde ruimtes mensen aanwezig zijn en dat is nuttig voor de brandveiligheid, maar kan ook nog eens dienen als inbraakpreventie. Als er overdag brand uitbreekt, kun je aan de hand van dat systeem zien of er nog mensen moeten worden gered en als het systeem ‘s nachts iemand detecteert, is er mogelijk sprake van inbraak. Helemaal nieuw is systeemintegratie natuurlijk niet. We spreken al jaren over Industrie 4.0; de verbinding tussen mensen, machines en processen die mogelijk is dankzij digitalisatie. Mensen, machines en processen kunnen gegevens met elkaar uitwisselen dankzij sensors en Manufacturing Execution Systems (MES) die continu data verzamelen en analyseren om de besluitvorming te optimaliseren en preventieve maatregelen te kunnen nemen. Het eindresultaat van die gegevensverzameling en analyses? Maximale beschikbaarheid van machines, optimale machineprestaties en productkwaliteit. Samen verbetert dit de OEE (Overall Equipment Effectiveness), een maatstaf voor de algemene prestaties van één machine of zelfs een hele fabriek. Moeten natuurlijk de verschillende (interne en externe) systemen nog wel met elkaar verbonden zijn. Een ander voordeel van systeemintegratie is dat medewerkers in een meldkamer werken volgens een vast protocol. Stel je nog een keer voor dat er een brandmelding binnenkomt bij een chemische fabriek. In zo’n geval gaat een centralist bijvoorbeeld na of die melding klopt. Vervolgens wordt de brandweer gealarmeerd. Als de systeemintegratie op orde is, weet de brandweer meteen in welk gebouw ze moet zijn, welke chemische stoffen er opgeslagen liggen en welke van die stoffen explosies kunnen veroorzaken. De BHV-organisatie is al bezig met het afzetten van het gebied en de brandweer weet ook dat het terrein is vrijgemaakt. Dat is het grote voordeel van systeemintegratie (workflowmanagement): alles ligt vast in een protocol. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO

3


VAN DE VOORZITTER <

Systeemintegratie; wij doen mee! Bedolven onder het nieuws over Corona (nou ja, nieuws?) of over een president van een grote westerse natie die denkt met de inzet van gewelddadige Wappies zijn land weer groot te maken, zou je bijna vergeten dat wij al druk bezig zijn met een enorm veranderingstraject: de Energietransitie. We staan nog maar aan het begin, maar de einddatum in 2050 ligt vast met 2030 als tussenmijlpaal. De energietransitie zal niet slagen zonder systeemintegratie. Het beheersen en optimaliseren van de energiemix is hierbij cruciaal. De voorwaarden voor een gebalanceerde energiemix zijn voldoende beschikbare duurzaam opgewekte energie, evenwicht tussen vraag en aanbod en een energienetwerk dat voldoende capaciteit heeft en betrouwbaar is. Systeemintegratie draagt ertoe bij dat het nieuwe energiesystemen duurzaam zijn en betrouwbaar, betaalbaar en veilig blijven. Systeemintegratie is niet alleen het domein van slimme ingenieurs die slimme systemen bedenken en deze slim met elkaar laten samenwerken. Het is ook het terrein van investeerders die de mogelijkheden van dergelijke geïntegreerde systemen naar waarde kunnen schatten

en hieruit hun verdienmodel kunnen halen. Het is ook het terrein van beleidmakers die het gedrag van energieconsumenten (industrieel en particulier) moeten beïnvloeden om zo de gevarieerde vraag op het gevarieerde aanbod af te kunnen stemmen. IT, big data en IoT spelen hierbij een grote rol. Het zal ook het terrein worden van asset managers en het tot in de perfectie praktiseren van Asset Management. Het exploiteren en onderhouden van een windmolenpark is iets anders dan dat van een park met zonnepanelen, warmtepompen of biomassa centrales. Toch moeten deze activiteiten qua planning nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd. Het zal voor Asset Managers een enorme uitdaging zijn om deze geïntegreerde systemen dezelfde hoge betrouwbaarheid te laten hebben als onze Nederlandse elektriciteitsnetwerken en gasdistributiesystemen. Ik heb het in mijn columns vaak gehad over de onderhoudstechnici van de toekomst. Welnu, we gaan ze keihard nodig hebben en ook sneller dan velen denken. De NVDO zal haar inspanningen vergroten om samen met onderwijs, industrie en overheid te zorgen dat het aanbod van technici niet achterblijft bij de vraag. Scholing, herscholing, zij instroom, training; alle vormen van educatie zullen moeten worden ingezet. De energietransitie kan niet zonder systeemintegratie. Geïntegreerde systemen kunnen niet zonder gedegen Asset Management en de technici die dit moeten uitvoeren.

De NVDO zal de kans om een grote bijdrage te leveren aan een geslaagde energietransitie niet aan haar voorbij laten gaan. Helpt u mee?

‘Geïntegreerde systemen kunnen niet zonder gedegen Asset Management’ 4 maart 2021


Inhoud 03 Voorwoord 04 Van de voorzitter

08 Spanning op het spoor loopt op

12 Upgrade je Asset Management dankzij Systeemintegratie > Het investeren in nieuwe assets en het vervolgens goed managen gedurende de gehele life cycle is een complex proces.

17 Behoefte, Uitdaging, Realisatie, Resultaat

23 Kort

28 Moleculen en elektronen werken steeds beter samen

32 Systeemintegratie draagt bij aan beheer Asset Management proces

46

39 Alleen klei-mensen kunnen integreren

42 ‘Computer says no…’ tot aan WeChat

Strategische verkenning Blockchain

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52

06 De samenwerking tussen de industrie en wetenschap is van onschatbare waarde voor de toekomst > In 2018 behaalde Merishna Ramtahalsing haar Master of Science in Mechanical Enigneering en momenteel is zij een van de promovendi aan de University of Twente die samen met de NS en ProRail onderzoek doet op het gebied van Systeemintegratie voor Spoorwegindustrie.

Systeemintegratie is hetzelfde als 1+1 = 3 11

Systeemintegratie: Fijn, maar niet heilig 14

Beheer en Onderhoud persleidingen van groot belang 20 Conditie-gebaseerde monitoring van roterende apparatuur 24 Kort

27

Innovatiepartnerschap stoomt Lekdijk klaar voor toekomst 36 Nieuwe integrated logistic support bij Defensie 40

Het ultieme doel van systeemintegratie 44

Cursuskalender Casus

48

50 5


ww

6 maart 2021

Merishna Ramtahalsing Foto: privé collectie


ONTMOET Merishna Ramtahalsing <

Wie Merishna Ramtahalsing

Wat SIRA-project

In 2018 behaalde Merishna Ramtahalsing haar Master of Science in Mechanical Enigneering en momenteel is zij een van de promovendi aan de University of Twente die samen met de NS en ProRail onderzoek doet op het gebied van Systeemintegratie voor Spoorwegindustrie. Zij is nu twee jaar onderdeel van dit zogenoemde SIRA-project; System Integration for Railway Advancement. “Wat ik het leukste vind aan dit project is de samenwerking met de praktische wereld. Vaak zijn promotieonderzoeken heel theoretisch, dat is bij ons iets anders. Bij dit onderzoek komen veel resultaten die wij hebben behaald onder andere uit interviews en projecten waar wij zelf aan meewerken. Zo leveren wij ook echt een bijdrage aan de industrie en dat is voor mij ook belangrijk, dat het niet alleen theoretisch is, maar dat er ook werkelijk iets mee gebeurt”. Systeemintegratie en samenwerking zijn nauw met elkaar verbonden. “Het maakt het ingewikkeld dat de NS en ProRail twee verschillende bedrijven zijn die samen werken aan hetzelfde spoorsysteem. Zij moeten er namelijk wel samen voor zorgen dat het spoorsysteem uiteindelijk als één geheel functioneert en zorgen samen voor verbeterde performance. Wanneer twee bedrijven uit elkaar groeien en de focussen op eigen doelstellingen leggen, wordt het vaak lastig elkaar te vinden bij grote projecten. Mijn onderzoek gaat dan ook specifiek over hoe je het totale plaatje krijgt. Waar moet er bij een verandering of nieuw systeem allemaal vroegtijdig rekening mee gehouden worden, zodat systeemintegratie zo goed mogelijk zal gaan en hoe zorg je dat dit zo goed mogelijk gaat”? Samenwerken was tijdens dit onderzoek in het begin best lastig, maar uiteindelijk een positieve ervaring. “Het is voor bedrijven

niet altijd makkelijk om alle informatie met ons te delen. Begrijpelijk, want wij zijn natuurlijk geen deel van het bedrijf zelf. Het was positief om te zien dat ik tijdens het onderzoek de kans kreeg om iedereen te interviewen en toegang kreeg tot alle documenten. Zij zagen ook in dat we met dit onderzoek iets positiefs kunnen bijdragen aan de industrie. Gelukkig maar, want zonder hun hulp was dit nooit gelukt”. Ramtahalsing heeft in 2019, tijdens het Suto congres, een introductie gegeven over dit project “Ik was nog bezig met mijn Master Thesis toen de NVDO mij in 2018 voor het eerst benaderde”. Ramtahalsing gaf toen feitelijk het startschot voor 2020 dat voor de Suto geheel in het teken stond van systeemintegratie en waaraan ze, samen met collega promovendi, een wezenlijke bijdrage is blijven leveren. Om te ontladen van een drukke dag gaat Ramtahalsing graag sporten met vrienden of zoekt contact met haar familie in Suriname. “Ik lees ook veel. Vooral over personal improvement. Ik vind het belangrijk als mens om jezelf te blijven verbeteren”. Wat Ramtahalsing hierna gaat doen weet ze nog niet. “Ik kan hier blijven werken of ergens anders. Ik kan bijvoorbeeld terug naar Suriname. Voor mij maakt het niet zo veel uit waar ik beland en wat ik doe, zolang ik er maar plezier uit haal. Ik vind het belangrijk dat wat ik doe een toegevoegde waarde heeft voor de maatschappij”. <

‘De samenwerking tussen de industrie en wetenschap is van onschatbare waarde voor de toekomst’ 7


INTERVIEW <

Goederentrein op de Betuweroute Foto: ProRail

Spanning op het spoor loopt op Netbeheerder TenneT werkt gestaag aan het uitbreiden van zijn hoogspanningsnetwerk, vaak vlakbij het spoor. Dat levert problemen op voor spoorbeheerder ProRail. Een integrale aanpak moet soelaas bieden. De komende jaren zal de hoeveelheid stroom die windparken op zee leveren sterk toenemen, van ongeveer 2,5 (GW) nu naar 4 GW over twee jaar en uiteindelijk 11 GW in 2030. Die energie moet aan land worden gebracht en vervolgens verder worden getransporteerd. Dat vraagt om nieuwe infrastructuur en opwaardering van bestaande faciliteiten. Een duidelijk voorbeeld van Asset Management, maar ook een actueel voorbeeld van de spanning waaronder TenneT staat als gevolg van de energietransitie en een toenemende vraag naar energie, legt Thijs Schuring, Head Maintenance Standards & Strategy bij TenneT uit.

kan tot problemen leiden als die grotere vermogens buiten de ontwerpspecificaties van het spoor vallen”. Te grote elektromagnetische beïnvloeding kan bijvoorbeeld leiden tot elektrisch aanraakgevaar en effect hebben op de werking van infrasystemen, zoals een sein dat een verkeerd beeld geeft. Van Oostveen; “Hier is overigens nog geen sprake van, maar om deze risico’s te mitigeren zijn maatregelen aan ProRail-zijde noodzakelijk en dat is de reden waarom wij sinds een jaar of drie de samenwerking met TenneT opzoeken”.

> Prikkel. Bij nieuwbouw of uitbreiding van hoogspanningssys> Elektromagnetische beïnvloeding. De uitbreidingen van de hoogspanningsnetten worden veelal gebundeld met bestaande infrastructuurcorridors, zoals spoorlijnen. “Een wens vanuit de overheid”, zegt Henk van Oostveen, manager Techniek Strategie bij ProRail en lid van de Projectboard van World Class Maintenance. Die bundeling is op zich geen probleem, zegt hij, maar hoogspanningssystemen zorgen voor elektromagnetische beïnvloeding en dat kán leiden tot veiligheidsrisico’s. Van Oostveen; “Het transport van grotere vermogens leidt tot meer beïnvloeding van het spoorsysteem. Dat

8 maart 2021 2021

temen is een van de eerste dingen die TenneT doet het (laten) uitvoeren van een onderzoek naar de mate van ‘beïnvloeding EMC’. EMC staat voor Elektromagnetische Comptabiliteit: de marge tussen het niveau van de emissie aan TenneT-zijde en het niveau van de gevoeligheid van het infrasysteem aan de ProRail kant. Schuring; “Is die marge er niet, dan is er sprake van een EMC-probleem en moeten wij of ProRail maatregelen treffen”. Complicerende factoren zijn het feit dat TenneT vijfentwintig grote en circa tachtig kleinere projecten in de planning heeft staan, terwijl ProRail op zijn beurt ook druk is


‘In feite zoeken we naar een systeemintegratie van beide zuilen aan de voorkant’

met verschillende projecten. Schuring; “De speelruimte om tijdig de juiste maatregelen te nemen wordt steeds beperkter en dat gaf de prikkel om elkaar meer op te zoeken en beter te overleggen”. Van Oostveen; “Dat proces is drie jaar geleden opgestart: afspraken maken om het proces voorspelbaarder en werkbaarder te maken, om de geplande inbedrijfsstelling tijdig te realiseren. Inventariseren wat er loopt en wat er aan komt en wat dat betekent voor ons. Moet TenneT aanpassingen doen, of wij? Bijvoorbeeld door extra aardingen aan te brengen, of andere infrasystemen”.

> Leercasus. In Zeeland dreigt een actueel probleem. De stroom van windparken op zee die daar aan land komt, vraagt om uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk dat grotendeels parallel loopt aan de Zeeuwse spoorlijn (die Vlissingen, Middelburg, Goes en Bergen op Zoom verbindt met Roosendaal). Van Oostveen; “De normen dreigen daar overschreden te worden. Wij doen de benodigde aanpassingen, TenneT de financiering daarvan. Het spannende is de termijn. Over drie jaar moet het werk klaar zijn, terwijl de EMC-problemen die we moeten oplossen niet per se met conventionele middelen oplosbaar zijn”. Schuring noemt de situatie in Zeeland een ‘mooi voorbeeld’ en ‘een leercasus’ ten aanzien van ruimtelijke planning en tracékeuzes. “Als wij een tracékeuze maken, speelt EMC nauwelijks een rol. Dat komt later pas. Dat zou veel meer naar de voorkant moeten. Als het aankomt op pakweg de laatste twee jaar van een project, kost het onnodig veel tijd en geld en loop je het risico dat de geplande inbedrijfname niet gehaald wordt. Je wilt daarom een bepaalde mate van voorspelbaarheid”. Van Oostveen; “Het probleem zit voornamelijk aan de voorkant. ProRail valt hierbij onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en TenneT onder Economische Zaken en Klimaat. De plannen die in opdracht van beide ministeries gemaakt worden, zijn nu nog onvoldoende op elkaar afgestemd. In feite zoeken we naar een systeemintegratie van beide zuilen aan de voorkant”.

tot en met de handjes in het veld. Al die zaken maken een tijdige afstemming vroeg in het proces noodzakelijk”.

> Zoektocht. Schuring; “We komen uit een situatie waarin we last hadden van elkaar. De afgelopen jaren hebben we wederzijds vertrouwen opgebouwd en gewerkt aan een goede manier om samen te werken, met meer transparantie”. Van Oostveen; “In zekere zin lijken we qua organisaties erg op elkaar. We zijn allebei semioverheid en allebei onze projecten kennen lange doorlooptijden van wel vijf tot tien jaar. Maar die afstemming finetunen is een zoektocht. Als ProRail werken we al jaren innig samen met Rijkswaterstaat. Vooral op civieltechnisch gebied en het gaat vaak over ‘het beton’, om het zo maar even te noemen. TenneT is dan toch anders: elektrotechnisch en een nieuwe partner, die bovendien onder een ander ministerie valt”. Vanuit de ervaring met Rijkswaterstaat werkt ProRail nu samen met TenneT aan een convenant dat de samenwerking regelt. Als het convenant er straks is, dan is een logische volgende stap om meer openheid te creëren, bijvoorbeeld door elkaar toegang te geven tot elkaars systemen. Van Oostveen; “Nu wisselen we nog Excel-bestanden uit en dat kan natuurlijk efficiënter”. Schuring; “De samenwerking gaat steeds beter en het convenant zal dat nog een stap verder brengen. Bijvoorbeeld op het gebied van planning, financiering of langjarige afspraken. Maar ook hoe we de escalatie doen, bijvoorbeeld als de planningen in het geding komen”. >

> Tekort aan technici. Die voorspelbaarheid is belangrijk, want er is een aantal bottlenecks. Eén van de uitdagingen is het tijdig (laten) doen van een EMC-onderzoek. Er zijn weinig ingenieursbureaus die kennis hebben van zowel het spoor als het hoogspanningsnetwerk. Een ander punt is dat ‘het EMC-werk’ dat ProRail moet uitvoeren nieuw werk is naast de eigen projecten. Van Oostveen; “Elke vraag van TenneT gaat feitelijk ten koste van een opdracht van onze opdrachtgever, het ministerie van IenW. Het tekort aan elektrotechnici speelt ook nog mee, op alle niveaus: bij de ingenieursbureaus

Henk van Oostveen Foto: ProRail

9


Onderzoek op basis van use-cases

‘Het tekort aan elektrotechnici speelt ook nog mee, op alle niveaus’

>

Onderzoekers van Tilburg University starten dit jaar een onderzoek naar de juridische, organisatorische en technische aspecten die komen kijken bij een SoS. Het Tilburgse onderzoeksproject heeft de naam Via Augusta meegekregen: een verwijzing naar de belangrijke Romeinse handels- en communicatieroute die belangrijk was voor het genereren van welvaart en voorspoed. Het project is een vervolg op het nog lopende onderzoek Longa Via, dat zich richt op de invloed van data bij infra asset management en hoe deze data effectief gedeeld kunnen worden ten faveure van alle betrokken partijen die zich bezig houden met infra asset management. Samen met stichting Next Generation Infra (NGInfra) gaan de onderzoekers aan de slag met zogenoemde Systeem Overstijgende Data-gedreven Impact-cases (SODI). De bij NGInfra aangesloten bedrijven brengen hiervoor use-cases in. ProRail is één van de partners in NGInfra. Van Oostveen; “Je zou kunnen zeggen dat we met onze samenwerking met TenneT de eerste stappen zetten op weg naar een SoS-samenwerking. We gaan dan ook in gesprek met de onderzoekers om te kijken of en hoe we kunnen aansluiten op hun onderzoek”.

> Systems of systems-aanpak. Prof. dr. Henk Akkermans van Tilburg University (tevens directeur van World Class Maintenance) is als wetenschapper betrokken bij een onderzoek naar systeemintegratie bij infra asset owners. “In de klassieke situatie zie je dat elke infrabeheerder zijn eigen project regelt en prioriteert. Er is weinig of zelfs helemaal geen onderlinge afstemming. In de huidige situatie met veel verouderde assets en toenemende belasting ervan, is dat niet meer voldoende en is een integrale benadering noodzakelijk. Eigenlijk wil je dat infra-managers van verschillende asset owners gecoördineerd samenwerken, alsof het gaat om één allesomvattende asset. Men noemt dat ook wel een System of Systems (SoS) problematiek. Een SoSaanpak maakt bijvoorbeeld het delen van data eenvoudiger, waardoor de individuele organisaties vooruitgang boeken op het gebied van kosten- en risicobeheersing en tegelijkertijd de opbrengst vergroten”.

Thijs Schuring Foto: TenneT

10 maart 2021

> Niet eenvoudig. Een SoS-aanpak is echter niet eenvoudig: het is technisch uitdagend en ook wet- en regelgeving speelt een rol. Akkermans; “Een SoS vraagt om een gezamenlijke IT-strategie waarin je samen de technologie en standaarden vaststelt voor aanleg, gebruik en onderhoud. De verschillende organisaties in een SoS dienen gezamenlijke doelen vast te stellen. Ook moeten ze hun activiteiten met de verschillende infra-partijen afstemmen (horizontale afstemming) én met de verschillende onderaannemers en andere leveranciers (verticale afstemming). Tot slot heb je nog de wetgeving: die is niet afgestemd op een gezamenlijke SoS-aanpak, dus dat aspect verdient ook aandacht”. <

TenneT-Flevopolder gezamenlijke infrastructuur met ProRail Foto: TenneT


Systeemintegratie is hetzelfde als 1+1 = 3 Systeemintegratie lijkt een containerbegrip te worden. Systeemintegratie kun je namelijk op vele thema’s toepassen. Maar systeemintegratie is onlosmakelijk verbonden met actuele thema’s zoals de energietransitie. CO2-reductie, circulariteit en digitalisering zijn hierbij belangrijke onderwerpen. Voor Fedet en haar leden staan deze onderwerpen hoog geagendeerd in de meerjaren strategie. Op hDigitalisering en Data zijn essentieel in de transitie naar een duurzame samenleving, dat ziet ook de Europese Commissie, die in de Greendeal de digitale transitie een Twin Challenge, oftewel een samenhangende uitdaging noemt. Zeker met de uitrol van 5G zal het aantal connected apparaten explosief groeien. Fedet (Federatie Elektrotechniek) is de belangenbehartiger van en voor ondernemers in de elektrotechnische sector. Wij bundelen de belangen en inzichten van onze leden, actief in de Industrie, Bouw en Infra en Energie. Wij zetten in op een effectieve ketensamenwerking en zien kansen om als elektrotechnische industrie een bijdrage te leveren om; gebouwen slimmer te ontwerpen (Smart Building), installeren en beheren, machines efficiënter en on demand te laten producen (Smart Industry), de energie-infrastructuur (Smartgrid) slim te maken voor onder meer snelle inkoppeling duurzame energiebronnen dual energieverkeer. Ik zie dat systeemintegratie bijdraagt zodat alle componenten tot een werkend geheel komen, waarbij alle afzonderlijke systemen feilloos met elkaar samenwerken. Het 5G netwerk, slimme deelproducten en opencourse technologieën dragen hieraan bij. Het vraagt echter wel een andere wijze van samenwerking. Zo is het van groot belang

KIJK OP <

Marcel den Haan Foto: Fedet

Marcel den Haan Directeur Fedet dat betrokken partijen direct bij de ontwerpfase worden betrokken, of dat gebruik gemaakt wordt van open protocollen en standaarden. Cybersecurity is binnen systeemintegratie natuurlijk een belangrijk onderwerp. Zo is recent blootgelegd dat de verlichting op de Erasmusbrug werd gehackt. We zullen ons tegen cyber-security op de juiste wijze moeten beveiligen en ons elk moment af moeten vragen of de beveiliging nog optimaal is. Een veilig netwerk is dan ook een absolute voorwaarde om de voordelen van systeemintegratie ten volle te benutten. Ik roep opdrachtgevers dan ook op om fabrikanten veel eerder in het ontwerpproces te betrekken. Zo kunnen de juiste oplossingen met de laatste (digitale) technieken worden geadviseerd en kunnen verschillende partijen deelsystemen op elkaar afstemmen. Als Fedet hebben we geleerd van de automotive-industrie. Hier is systeemintegratie tot in het kleinste detail doorgevoerd en zijn onze leden betrokken geweest. Systeemintegratie is niets anders dan samenwerken en het delen van kennis. Samenwerken in de keten en ook samenwerken met kennisinstituten en de overheid is nog nadrukkelijker noodzakelijk. Want, als je kennis niet deelt kun je kennis ook niet vermenigvuldigen!

‘Van groot belang dat betrokken partijen direct bij de ontwerpfase worden betrokken’ 11


IMPROVE <

Upgrade je Asset Management

dankzij Systeemintegratie Het investeren in nieuwe assets en het vervolgens goed managen gedurende de gehele life cycle is een complex proces. Niet verwonderlijk, want een willekeurige asset heeft een gemiddelde levensduur van zo’n 30 tot 40 jaar. Tijdens deze periode dient de betreffende asset ook nog eens op de meest kosteneffectieve wijze bij te dragen aan de bedrijfsdoelstellingen. De uitdaging ligt daarom in het optimaal managen van deze lange life cycle. Systeemintegratie kan daarbij helpen. En het upgrade Asset Management als geheel naar een hoger niveau.

> Voordelen Systeemintegratie. Om de voordelen van systeemintegratie duidelijk te maken, bekijken we de totale asset life cycle als één groot systeem. Op basis van verschillende definities voor systemen, kunnen we vaststellen dat ook dit systeem is samengesteld uit verschillende fases (subsystemen). Door de relatie tussen de fases vertonen deze een onderlinge samenhang, ordening en complexiteit. Systeemintegratie zorgt ervoor dat de verschillende subsystemen in één system samen komen en vervolgens ook gaan functioneren als één system. Het stroomlijnt zo het gehele Asset

Managementproces en zorgt ervoor dat de verschillende disciplines, processen en subsystemen op elkaar afgestemd en ingepast worden. Wil je hier de voordelen van ervaren, dan begint dit al in het begin van de asset life cycle.

> Goed managen multidisciplinaire en complex proces. De asset life cycle start namelijk al in de ontwerpfase waarbij de functionele eisen aan de asset worden opgesteld en vastgelegd door engineering. Maar, deze eisen worden eerst getoetst aan de eisen

‘Systeemintegratie stroomlijnt het gehele Asset Managementproces’ 12 maart 2021


Systeemintegratie zorgt voor éénduidige asset informatie, alle puzzelstukken komen samen Foto: Ideo

voor de betreffende asset in de realisatiefase en de exploitatiefase. Na toetsing wordt pas het technische ontwerp vastgesteld. Engineering werkt nu nauw samen met de bouwer/installateur, de gebruiker en de verantwoordelijke serviceorganisatie. De asset wordt vervolgens gerealiseerd en opgeleverd waarbij continu zowel de functionele, als de technische, maar ook de financiële eisen getoetst worden, zodat indien nodig bijtijds bijgestuurd kan worden. Tijdens die exploitatiefase zullen de verschillende disciplines wederom moeten samenwerken. Ook hier monitoren zij constant de functionele, technische en financiële prestaties van de asset en toetsen deze aan de initiële ontwerpbeslissingen. Zo krijg en behoud je een goed inzicht in dit multidisciplinaire en complexe proces, waardoor het mogelijk wordt om dit proces op de juiste manier te managen.

> Eénduidige asset informatie. Wil je dat op een goede manier doen, dan is het beschikbaar hebben van de juiste informatie op het juiste moment noodzakelijk. Deze informatie komt tot stand door

het verzamelen, vastleggen en interpreteren van data uit de verschillende processen en disciplines binnen de totale asset life cycle. Tegenwoordig wordt al deze data vastgelegd in diverse automatiseringssystemen en ook hier zorgt systeemintegratie dat de data uit deze verschillende subsystemen in één systeem samenkomen. Het is zo mogelijk om éénduidige assetinformatie weer aan de verschillende disciplines beschikbaar te stellen. “SAP levert een volledig geïntegreerd Enterprise Asset Management softwaresysteem om de asset life cycle te ondersteunen”, zegt Bas Horvers, SAP Enterprise Asset Management Consultant bij Ideo. In dit softwaresysteem wordt gedurende de gehele life cycle asset data centraal vastgelegd. Alle betrokken disciplines beschikken daardoor over dezelfde gegevens van een asset. Ook alle operationele gegevens in de exploitatiefase worden verzameld, opgeslagen en geïnterpreteerd in hetzelfde systeem. Horvers; “SAP faciliteert met haar software de systeemintegratie binnen de asset life cycle en upgrade daarmee Asset Management naar een hoger niveau”. <

13


ONDERZOEK <

Systeemintegratie: Fijn, maar niet Heilig 14 maart 2021 2021


Haar onderzoek richt zich op het effectief aansturen van opdrachtgevers-opdrachtnemersrelaties in toeleveringsketens, met een specifieke focus op de functies van contracten en hun wisselwerking met relationele aansturingsmechanismen. “Meer specifiek ben ik geïnteresseerd in hoe complexe, bedrijfskritische diensten binnen ruilrelaties worden gecontracteerd en beheerd en met welke effecten. Van bijzonder belang is de impact van hedendaagse transities in het bedrijfsleven en de samenleving, zoals digitale transformatie en circulariteit, op de effectieve aansturing van opdrachtgevers-opdrachtnemers relaties.

> Onderzoeksvraag. Van der Valk onderzoekt hoe organisaties kunnen komen tot effectievere vormen van contracteren, met andere woorden: welke contracten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer leiden tot betere prestaties. Meer specifiek gaat het hier om de ontwerpkenmerken van effectieve contracten en om de vraag hoe dergelijke contracten op een goede manier gemanaged kunnen worden. Dit uiteraard in samenhang met de onderliggende relatie. Zij doet dit voornamelijk in de context van uitbesteding van bedrijfskritische dienstverlening, zoals bijvoorbeeld ICT of onderhoud. Je kunt je afvragen of data een steeds grotere rol gaat spelen of dat het juist de manier is waarop we ermee omgaan die aan aandacht toeneemt. Van der Valk; “Beiden; enerzijds is er veel te winnen met de manier waarop we data gebruiken en de mate van uitnutten. Daarbij kan er natuurlijk nog veel meer dan we nu vermoeden. Anderzijds hunkeren organisaties ernaar om de informatiebehoefte goed scherp te krijgen. We hebben veel data, maar hebben we wel alles en in het juiste format. En wat kunnen we er dan mee”.

> Van ontwikkeling naar digitale transformatie. “Het bijzondere van de digitale transformatie zit in het netwerk van digitale verbindingen dat mensen met steeds meer andere mensen, bedrijven, toestellen en kennis tot communicatie en interactie brengt”. Op zich niks nieuws aldus Van der Valk, want mensen leefden en werkten altijd al in netwerken. “De snelle verdichting, de grotere reikwijdte, samen met de veelsoortigheid en de communicatieve kracht van de digitale verbindingen in deze netwerken, betekenen een enorme sprong voorwaarts”. Haar focus ligt voornamelijk op sensor data, cloud, IoT, en in de toekomst wellicht ook op big data.

Foto: NVDO

Wendy van der Valk is NEVI Professor Purchasing & Supply Chain Management aan de Universiteit van Tilburg. Haar expertise ligt op het vlak van contracteren en contract management, o.a. van uitbesteed onderhoud. In deze uitbestedingsrelaties gaat data een steeds grotere rol spelen.

> Van uitdaging naar een hoger niveau. Naast de vele mogelijkheden die dit biedt, brengt dit ook vele uitdagingen met zich mee. Immers, niet alleen onderdelen en subsystemen moeten samen goed functioneren, ook opdrachtgever en opdrachtnemer moeten naadloos integreren. Van der Valk richt zich op de organisatorische kant van de implementatie van digitale technologieën in uitbestedingsrelaties, met daarbij een focus op hoe de digitale transformatie contracten en relaties kunnen ondersteunen. In het verlengde van digitale transformatie gloort de transformatie van samenwerking aan de horizon. “Het koppelen van systemen is niet altijd succesvol, wat jij invult aan jouw kant, lees ik anders aan mijn kant. Uiteindelijk wil je er naartoe dat je elkaar helpt en zo op een hoger niveau kunt acteren.

> Goed opdrachtgeverschap. Data geven beide partijen inzicht in de staat van assets. “Daardoor kan de opdrachtnemer zijn onderhoud beter inrichten en kan de opdrachtgever betere investeringsbeslissingen nemen. Het stelt hem tevens in staat beter aan te >

15


besteden. Maar aan de andere kant is het ook zo dat die inzichten soms wat veel transparantie geven, bijvoorbeeld wanneer je als opdrachtgever kunt zien dat de opdrachtnemer bepaalde activiteiten die gecontracteerd waren (bijvoorbeeld om een minimale performance zeker te kunnen stellen) niet of minder heeft gedaan. En dan is de vraag hoe je daarmee omgaat: ga je een penalty afroepen, of ga je uitzoeken waarom dit zo is en daarvan leren voor volgende contracten”? Je kunt dus beter meten, maar dat wil niet zeggen dat je prestatiemanagement ineens een stuk makkelijker gaat.

>

Opdrachtnemer kan er baat bij hebben inzicht te hebben in de actuele staat van de asset. Transformatie van samenwerking noemt Van der Valk dat. “Een asset owner maakt afspraken met de leverancier, de zogenaamde inspanningsverplichting. De leverancier ziet dan op een gegeven moment wat er gebeurt als werkzaamheden niet gedaan zijn. Dat geeft aan de relatie een hele andere dynamiek. De juiste KPI’s zijn in zo’n geval van groot belang”.

> Transformatie. Corona heeft natuurlijk invloed, niet alleen nu,

Wendy van der Valk Foto: Tilburg University

Wendy van der Valk is bijzonder hoogleraar Purchasing & Supply Chain Management aan de Tilburg School of Economics and Management van Tilburg University. De leerstoel is ingesteld door Nevi, de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement. De leeropdracht betreft het bevorderen van onderzoek en onderwijs op het gebied van inkoop- en leveranciersmanagement op drie specifieke thema’s: 1. Contracting 2. Smart supply chains 3. Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) Tijdens het NVDO Suto Congres in september 2021 is Wendy Keynote Speaker.

maar ook als de pandemie voorbij is. Van der Valk is blij met de mooie marktvoorbeelden waarbij opdrachtgever en opdrachtnemer elkaar door de crisis helpen. Een grote landelijke aannemer heeft nieuwe KPI’s zonder dat die contractueel zijn vastgelegd. Het werk wordt gedaan, opdrachtgever betaalt op tijd, maar zonder dat de tijdsinspanning bepalend is. Van der Valk; “Dan spreek je niet meer van een contractuele verplichting, maar van een relatie. En dat is ook waar mijn leerstoel zich op richt. De trend dat organisaties geen fysieke producten meer verkopen, maar steeds meer opschuiven naar een geïntegreerd dienstenpakket, servitization, is de context voor veel van het onderzoek binnen de leerstoel. Hierbij richt mijn onderzoek zich op het effectieve ontwerp en management van contracten in samenhang met de (leveranciers)relatie. Tijd heeft een steeds belangrijkere rol, omdat contracten door de tijd heen wellicht moeten veranderen om effectief te blijven”. Specifiek richt de leerstoel zich sterk op nieuwe ontwikkelingen die het vakgebied inkoop raken en beïnvloeden: ‘smart supply chains’. Specifiek concentreert het onderzoek zich op de gevolgen van nieuwe technologie, waaronder smart meters, internet of things, de samenwerking in klant-leveranciersrelaties, de rol die data spelen bij servitization en de nieuwe businessmodellen die zo ontstaan. <

‘Wat jij invult aan jouw kant, lees ik anders aan mijn kant’

16 maart 2021


INSPIRE <

Foto: NVDO

Behoefte, Uitdaging, Realisatie, Resultaat Gemba Service heeft voor VU/VUMC Coördinatiecentrum Energie een geautomatiseerd systeem ingericht voor onderhoud. De keuze voor dit systeem viel op IBM Maximo. De samenwerking tussen de VU en Gemba bestond in eerste instantie uit drie verschillende fases, waarin het systeem steeds verder op maat werd ingericht. Hieronder case kunt u meer lezen over het resultaat van deze samenwerking.

>

17


‘ ’

‘Een eis was dat de normale bedrijfsactiviteiten konden doorlopen tijdens de implementatiefase’

Het Coördinatiecentrum Energie (CCE) is in de jaren 1967-1977 in fasen gebouwd. Het was bedoeld om het afval van VU te verbranden, waarbij de vrijgekomen energie werd gebruikt als verwarming van VU en VUmc. Voor de af- en aanvoer van afval en energie werden de ondergrondse tunnels tussen de gebouwen gebruikt. Het Energiecentrum levert tegenwoordig nog steeds energie aan de VU en VUmc. Er wordt nu nog aardgas gebruikt om elektriciteit en warmte op te wekken. Het CCE levert warmte met hoge temperatuur (170°C) voor toepassingen zoals bevochtiging, sterilisatie en koken, en met lage temperatuur (135°C) voor het verwarmen van gebouwen. Maar het levert ook koude (6°C) voor de klimaatbeheersing van de gebouwen. Daarnaast levert het CCE gassen en perslucht voor het VUmc en voor laboratoria en aardgas voor laboratoria. Het CCE heeft de belangrijke taak om te zorgen dat de universiteit en het VUmc 24 uur per dag en zeven dagen per week functioneren. In geval van calamiteit zorgt het CCE voor noodstroom.

> Behoefte. Door het hoge aantal installaties die onderhouden dienen te worden, werd de behoefte aan een geautomatiseerd systeem voor onderhoud steeds groter. Daarnaast bestond ook de groeiende behoefte om een algeheel gestructureerder werkproces in te voeren, dat gepaard zou moeten gaan met een verandering in bedrijfscultuur. Al deze behoeften leidden ertoe dat naar een passende oplossing werd gezocht.

> Uitdaging. De voornaamste uitdaging van VU/VUMC Coördinatiecentrum Energie was een gebrek aan een goede onderhoudsadministratie. Het doel was de bedrijfs- en onderhoudsactiviteiten zoveel mogelijk gescheiden te houden. Het gebrek aan een centrale database leidde ertoe dat details met moeite waren terug te vinden en dat er afwijkingen ontstonden in het budget omdat er weinig overzicht was. Ook bestond de behoefte om de status van de systemen te allen tijde in de gaten te kunnen houden zodat een mooi overzicht van alle incidenten behouden kon worden. Daarnaast ontbrak ook aan het inkoopproces de nodige structuur en diende het werkvergunningenproces voor derden die voor het bedrijf werken op een uniforme wijze aangestuurd te worden. Op basis van deze uitdagingen werd op zoek gegaan naar een partij die een passende oplossingsstrategie kon bieden en tevens de

18 maart 2021

implementatie hiervan over zou nemen. Belangrijk hierbij was dat de normale bedrijfsactiviteiten konden doorlopen tijdens de implementatiefase. Ook dienden de medewerkers de nodige training te krijgen om kleine incidenten zelf aan te kunnen pakken, zodat de controle behouden kon worden.

> Realisatie. Het Coördinatiecentrum had zelf niet de kennis en resources in huis om de gewenste omslag te maken. Via een aanbesteding is gezocht naar een systeem en implementatiepartner. Gemba Service is uiteindelijk als winnende partij uit de selectiefase gekomen, als implementator van IBM Maximo. De persoonlijke aanpak en een luisterend oor speelden een bijzonder belangrijke rol in deze keuze. Daarnaast was Gemba in staat door middel van een pragmatische aanpak en heldere en eenvoudige uitleg ook het management en de werkvloer te overtuigen. Hans Adams, Manager Bedrijfsvoering en Onderhoud CCE bij Gemba Service legt uit dat IBM Maximo in de eerste fase standaard werd ingericht, zonder bijzondere functionaliteiten die toch niet gebruikt zouden worden. “Binnen drie maanden werd het systeem uitgerold met als belangrijkste functie onderhouds-management met wachtboekfunctionaliteit. De wachtboekfunctionaliteit biedt de mogelijkheid om de status van hun systemen gestructureerd vast te leggen en zo een eenvoudige rapportage hiervan mogelijk te maken. De tweede fase bestond uit de implementatie van een inkoopfunctionaliteit. In fase drie werd ten slotte een werkvergunningmodule ingericht”. “Door de pragmati-

De Vrije Universiteit Amsterdam neemt met wetenschappelijk en waardengedreven onderwijs, onderzoek en valorisatie, verantwoordelijkheid voor mens en planeet. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de Vrije Universiteit Amsterdam. De centrale VU campus heeft alle faciliteiten voor onderwijs en onderzoek. Daarnaast is het door de ligging aan de Amsterdamse Zuidas, vlakbij Schiphol, een grootstedelijke ontmoetingsplek die goed bereikbaar is. De VU is, als onderdeel van Amsterdam, een internationale community die samenwerkt met kennispartners, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.


Foto: Gemba Service

>

sche en eenvoudige manier van kijken naar deze systemen, hebben we het managementteam en de werkvloer meegekregen. Door echt goed te luisteren hebben ze begrepen wat onze behoeften waren en zo draagvlak gecreëerd voor de functionaliteit van het systeem”.

> Resultaat. Adams; “De medewerkers van het Coördinatiecentrum beschikken nu over een volledig geautomatiseerd systeem voor onderhoud, inkoop en werkvergunningen. Hoewel het systeem uitgebreid is, bevat het geen onnodige fratsen waar binnen het bedrijf toch geen gebruik van wordt gemaakt. Niet alleen is de onderhoudsstatus van alle installaties in een oogopslag te zien, het gehele inkoopproces én alle contracten kunnen nu worden ingericht in het

Gemba heeft met meer dan 500 projecten in 20 jaar tijd een ruime ervaring met Asset & Service Management systemen. Met slimme IIoT (Industrial Internet of Things) oplossingen richt zij zich tevens op Asset Performance Management en het voorspelbaar maken van onderhoud. Medewerkers kenmerken zich door een hoog kennisniveau en een praktische insteek. Met een no-nonsense aanpak en ruimte voor opmaat-oplossingen zorgen zij voor snelle oplossingen en implementaties die passen bij de manier van werken binnen het klantbedrijf: IT-oplossingen die werkelijk een bijdrage leveren aan bedrijfsprocessen. Gemba is IBM Gold Business Partner in Nederland en België.

systeem, waarbij de berichtenfunctionaliteit de communicatie tussen medewerkers en afdelingen onderling sterk heeft verbeterd”. De overstap heeft ook geleid tot een verandering in bedrijfscultuur. Doordat Gemba echt heeft geluisterd naar de werknemers van de CCE, en een goede combinatie heeft gevonden tussen wat zij wilden én wat zij echt nodig hadden, hebben zij de perceptie binnen het bedrijf gaandeweg veranderd. De ambachtelijkheid die zo kenmerkend was voor het centrum, bestond nadien nog wel in de kern, maar was overgegaan in een industriële werkwijze die beter past bij hun doelen. Het delen van kennis en het vastleggen hiervan staat nu nog centraler. <

HDM Pipelines is een toongevend adviesbureau op het gebied van asset management en integriteit van leidingsystemen. Zij bieden technisch innovatieve oplossingen aan o.a. waterschappen, waterbedrijven, gemeenten en bedrijven in de (petro)chemische industrie. Maatwerkoplossingen voor de gehele levensduur van kabels en leidingen; van aanleg tot beheer en onderhoud maar ook het verwijderen. De kracht van HDM Pipelines zit in specialistische kennis, ongekende nieuwgierigheid en doelmatig optreden. Met een enthousiast team staan zij meer dan 50 leidingeigenaren en beheerders in Nederland en België bij met het optimaliseren van de ondergrondse infrastructuur.

Onze expertise: -

Tracébepaling |Knelpuntenanalyses | Planvorming Risico gestuurd beheer | Asset management Restlevensduur benadering | Conditiebeoordeling Directievoering | Toezichthouder

Contact Neem vrijblijvend contact op voor advies of meer informatie: Contactpersoon: Dhr. R. Dijkstra Zwettestraat 27A 8912 AV Leeuwarden Nederland

E: info@hdm-pipelines.com T: +31(0)85 1301944 www.hdm-pipelines.com

19


TECHNIEK <

Links: Jeroen Kruims Foto: HDM Pipelines

Beheer en Onderhoud persleidingen van groot belang Persleidingen zijn een belangrijke schakel in het afvalwatersysteem voor transport van het ingezamelde afval- en regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Persleidingen voor stedelijk afvalwater zijn de verbindende slagaders tussen vrijvervalstelsels en de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). In Nederland ligt circa 13.000 km persleidingen voor het jaarlijks transport van ruim 1,9 miljard m3 afvalwater.

20 maart 2021


Het inrichten en het doen van risicogestuurd leidingbeheer heeft tot doel: • Voldoen aan geldende wet- en regelgeving • Continue verbetering van het inzicht in de status van de persleidingen • Het optimaliseren van de levensduur van persleidingen • Voorkomen en beperken van falen en schade aan en door persleidingen • Proactief handelen ter voorkoming van lekkages en ander falen • Het behalen van besparingen door het risicobewust doen van investeringen (kansen pakken als ze zich voordoen, zoals bij verleggingen) • Het zoveel mogelijk voorkomen van onverwachte investeringen dan wel afschrijvingen • Proactief beleid door overleg met stakeholders (overheden, landeigenaren, NUTS partijen, etc.)

Het grootste deel van de afvalwaterpersleidingen is tussen de 30 en 50 jaar oud. De faalfrequentie blijkt de laatste tien jaar te zijn opgelopen naar zo’n 200 incidenten per jaar. Een persleidingbreuk, zeker nabij een waterkering, verstoort niet alleen het primaire proces, maar heeft mogelijk ook ernstige gevolgen voor de omgeving (Rioned Stowa red). “We zien in de laatste tien jaar een behoorlijke stijging in de faalfrequentie”, zegt Jeroen Kruims, Projectmanager Integrity Adviseur bij HDM Pipelines BV.

> Waarom is het zo belangrijk?. Vrijwel elke maand ontstaat

‘Systeem is prachtig, maar iemand moet zich eigenaar voelen. Beheren is belangrijk!’

er ergens in Nederland een persleidingbreuk, bijna altijd ten gevolge van graafschade of doordat een leiding te veel kracht van buitenaf krijgt. Hierbij zijn zowel de directe- als gevolgschade voor veiligheid, imago van de waterschappen, gemeente en milieu aanzienlijk. Daarnaast heeft een breuk een flinke invloed op het primaire proces van de leiding. Kruims; “Door de vaak al hoge leeftijd van persleidingen is het belangrijk dat persleidingbeheer meer onder de aandacht komt. Leidingen worden niet alleen ouder, er wordt ook steeds meer onder en boven de grond gebouwd. Deze combinatie verhoogt de kans op leidingbreuken”.

> Leidingbeheerplan cruciaal. Een goed leidingbeheerplan begint met het op orde hebben van je data; weet je nog wat, waar, wanneer, waarom en conform welke eisen er is aangelegd? Door de jaren heen zijn zaken gedigitaliseerd en gereviseerd. “In de praktijk zien we dat de data niet op de juiste manier is verwerkt en daardoor belangrijke informatie mist. Het blijkt in het veld vaak net even anders te zijn dan verwacht”. Kruims legt vervolgens uit; “We komen regelmatig tegen dat de bereikbaarheid veranderd is. Zo hebben sommige akkers en weilanden plaatsgemaakt voor natuurgebieden en zijn goed begaanbare paden inmiddels niet meer toegankelijk of zelfs geheel verdwenen”. HDM Pipelines BV ontwikkelde een eigen Asset Management model, specifiek toepasbaar op leidingen waarbij het leidingbeheerproces gebaseerd is op de Deming-cirkel en is risicogedreven. Het proces loopt door verschillende stadia en begint met een risicoanalyse en eindigt elk jaar met een ‘Jaarrapportage Persleidingen’ om de gelopen jaarcyclus samen te vatten en acties vast te stellen voor de volgende jaarcyclus. Het systeem beoogt dan ook voortdurende verbetering. >

21


Meten Foto: HDM Pipelines

>

> Het ene profiel is het andere niet. Kruims geeft aan dat het leidingen natuurlijk van elkaar verschillen. “Maar of het nu gaat om leidingen om rioolwater te transporteren of om ander soortige leidingen, data blijft belangrijk. We komen vaak tegen dat relevante data ontbreekt, omdat het nooit is vastgelegd, niet is bijgehouden of vertrokken is met de pensionado. Wij gaan dan grafen en zorgen ervoor dat de data compleet wordt. We maken dan meteen een risicoanalyse door een conditiebepaling te doen”.

Maar om ook in de toekomst over goed functionerende leidingen te beschikken, is het ontzettend belangrijk. En vastleggen van gegevens doe je natuurlijk in een systeem dat gebruiksvriendelijk en voor iedereen toegankelijk is”. <

> Over het hoofd zien. Om het falen van leidingen zoveel mogelijk te voorkomen, mag het actief monitoren van de omgeving niet ontbreken volgens Kruims. “Vergunningen voor bouwactiviteiten worden vaak in een vroeg stadium afgegeven. Maar het ondergrondse leidingwerk wordt wel eens over het hoofd gezien of de impact van het transport over de leiding wordt onderschat. Kort voor aanvang van de graafactiviteiten worden leidingeigenaren geïnformeerd via een klic-melding; Kabels en Leidingen Informatie Meldingen. Echter, ook activiteiten die buiten de monitoringszone van de leiding vallen kunnen een grote invloed hebben op de leidingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het zware transport die over de leiding plaatsvindt. Ook deze invloeden kunnen indirect, of zelfs direct, voor het falen van leidingen zorgen”.

> Persleidingbeheer ‘doe je er niet even bij’. Waterschappen en gemeenten dragen grote verantwoordelijkheden om ervoor te zorgen dat er voldoende schoon water beschikbaar is en dat afvalwater op een veilige manier afgevoerd wordt. Voor hen geldt dan ook dat het onderzoek van de conditie van persleidingen een van de vele activiteiten en verantwoordelijkheden is. Vooral als er geen aanleiding is om de conditie te checken, valt het op dat het leidingbeheer niet altijd de aandacht krijgt die het verdient.

> Het bijeenbrengen van beleid en uitvoering. Kruims en zijn collega’s zijn regelmatig betrokken bij het opzetten van en ondersteuning bieden in risicogestuurd beheer van leidingen. Het staat voor Kruims dan ook als een paal boven water dat praktijkervaring onmisbaar is. “Het opstellen van een leidingbeheerplan blijft mensenwerk. Veel functies zijn door de jaren heen veranderd en specifieke kennis is vergaan. Doordat de leidingen al jaren goed functioneren, is de aanleiding om hiermee aan de slag te gaan klein.

22 maart 2021

De binnenring van de figuur onderscheidt 7 processtappen. Dit zijn de te nemen stappen in het leidingbeheer proces. Deze zijn als volgt: 1. Risicoanalyse 2. Planning Beheer & Onderhoud (B&O) 3. Uitvoeren & Monitoren B&O 4. Data Analyse & Evaluatie 5. Conditie beoordeling 6. Uitvoeren Corrigerende Maatregelen 7. Persleiding Jaarrapportage


Kort Robotoplossingen voor de Inspectie en Maintenance branche (I&M) De Europese industriële installaties en het Europese wegennet verouderen in een snel tempo. Grote investeringen voor vernieuwing blijven uit en daarmee nemen de veiligheidsrisico’s van het gebruik van de verouderende infrastructuur toe. Om de veiligheid te waarborgen is het noodzakelijk om regelmatig inspectie- en onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Het Europees PILOTING project is op zoek naar robotoplossingen die de Inspectie en Maintenance branche helpt om de veiligheidsrisico’s te beperken. Applus+ ziet er in dit kader op toe dat de robotoplossingen voldoen aan de geldende normen en behoeften van eindgebruikers. Het PILOTING project, gefinancierd door de Europese Unie onder het H2020 onderzoek en innovatie programma, heeft als doel geavanceerde robotica-oplossingen voor I&M te ontwikkelen zodat,

inspecties en onderhoudswerkzaamheden sneller, veiliger en kosteneffectiever kunnen verlopen. Het PILOTING project is in 2020 van start gegaan voor de duur van vier jaar en bestaat uit drie pilots die zich onder andere richten op raffinaderijen (Olie & Gas) en bruggen/ viaducten/tunnels (Civiel/ Transport en Infrastructuur). Applus+ is een van de 14 partners, die gezamenlijk de volledige waardeketen binnen de Europese Inspectie & Maintenance branche vertegenwoordigen. Het projectteam is gestart met het ontwerpen van het robotsysteem. De functionele eisen zijn door de eindgebruikers gedefinieerd. Dit zijn: Ferrovial (Spanje), Chevron Oronite (Frankrijk) en Egnatia Odos AE (Griekenland). De volgende stap in het project is het ontwerp van het systeem en het definiëren van de validatie scenario’s. Daarvoor bezoeken de projectpartners verschillende locaties die in de toekomst zullen profiteren van deze technologie. Meer informatie over het PILOTING project: https://piloting-project.eu/ <

Succesvol met samenwerking volgens openboekprincipe ENGIE meldt dat ze voor CAN-PACK alle gebouwgebonden technische installaties voor de uitbreiding voor de nieuwe productielijn voor bier- en frisdrankblikjes heeft gerealiseerd. Binnen een jaar na de start van het project rolden er miljoenen blikjes per dag van de band in de nieuwe productiehal van de fabriek in Helmond. Om dit binnen planning en budget voor elkaar te krijgen kozen ENGIE en CAN-PACK voor een samenwerking volgens het openboekprincipe, met vertrouwen als sleutelwoord. Openboek wil zeggen dat ENGIE de kosten en de beoogde winstmarge voor dit project volledig transparant heeft gemaakt voor CANPACK. Vervolgens hebben beide partijen bij de start sámen een budget en het kritische tijdpad vastgesteld waarbinnen de klus moest worden geklaard. “Helderheid die ervoor heeft gezorgd dat onze aandacht volledig naar de kwaliteit en planning kon gaan”, legt Jorg Raaijmakers, manager Procurement bij CAN-PACK, uit. Geheim van het succes En juist die focus vormt volgens beide partijen het geheim van het succes van de openboekmethode. “Dankzij de gezamenlijke

budgetraming is er gedurende het project geen discussie geweest over zaken als meer- en minderwerk of het afdekken van bepaalde risico’s”, vult Maurice Janssens, directeur commercie projecten van ENGIE Services Zuid, aan. “Discussies die in meer traditioneel aangevlogen projecten vaak energie vreten en afleiden van het uiteindelijke doel.” ENGIE heeft in dit project het ontwerp en de realisatie verzorgd voor alle elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties. Ook is er in de nieuwe hal een brandmeld- en sprinklersysteem ontworpen en geïnstalleerd. Verdere samenwerking Eerder was ENGIE al betrokken bij de nieuwbouw van de eerste productielijnen in de fabriek van CAN-PACK. En nu is dus de nieuwe lijn tot tevredenheid van beide partijen gerealiseerd. Alle reden om de transparante manier van samenwerken voort te zetten. Zo is ENGIE de komende jaren verantwoordelijk voor het onderhoud van de technische installaties. Dit uiteraard op basis van een openboekcontract en vertrouwen. <

23


ONDERHOUD <

Conditie-gebaseerde monitoring van roterende apparatuur Om de digitale service van EcoStruxure Asset Advisor uit te breiden met op conditie gebaseerde monitoring en voorspellend onderhoud van roterende apparatuur, zijn Schneider Electric en Semiotic Labs een nieuwe samenwerking aangegaan.

Multiscreen dashboad pumpcurve Foto: Semiotic Labs

24 maart 2021 2021


Ate-working on SAM4 testbank dataloggers Foto: Semiotic Labs

“De systeemintegratie vindt plaats op drie niveaus”, zegt Simon Jagers, founder Semiotic Labs. Het eerste niveau is technisch; “Door de uitkomsten van ons systeem SAM4 te integreren in het dashboard van Asset Advisor, krijgt de klant alle informatie in 1 applicatie tot zijn beschikking’. Het tweede niveau is ook technisch; “De data uit SAM4 wordt gekoppeld met data van Schneider Electric. Hierdoor kunnen nieuwe inzichten ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan het aantal draaiuren van een asset. Dat getal kan op zich al nuttige inzichten bieden, maar wordt waardevoller als het aantal draaiuren wordt gekoppeld aan contextuele data uit (bijvoorbeeld) het productiesysteem: Lopen we op schema? Of anders: Hoe kan het dat in een sequentieel proces de ene asset 10 uur draaiuren meer maakt dan de ander?” Op het derde niveau wordt technologie geïntegreerd met de servicedesk van Schneider Electric. Jagers; “Onze specialisten werken samen met die van Schneider Electric. Eerstelijns support wordt

door Schneider Electric verzorgt, terwijl complexere vraagstukken in samenwerking worden opgepakt”.

> Meer dan alleen besparing. Het SAM4-systeem van Semiotic Labs levert toonaangevende nauwkeurigheid en biedt de hoogste besparingen. Dit is mogelijk dankzij de innovatieve, AI-gebaseerde technologie die elektrische signalen en de datavingerafdruk van ACmotoren en andere roterende apparatuur gebruikt om de toestand, de prestaties en het energieverbruik van kritieke fabrieksactiva te bewaken. Daardoor wordt een betrouwbare en vroege detectie van zich ontwikkelende fouten mogelijk. In tegenstelling tot traditionele, op trillingen gebaseerde oplossingen die sensoren direct op de asset in het veld plaatsen, analyseert SAM4 elektrische signalen vanuit de schakelkast. Dat sluit goed aan bij het portfolio van Schneider Electric, van oudsher een specialist in elektriciteit. >

25


>

> Systeemintegratie pur sang. Door deze nauwe integratie biedt EcoStruxure Asset Advisor, mogelijk gemaakt door SAM4-analyse, Schneider Electric-klanten robuuste assetbetrouwbaarheid. De geavanceerde algoritmen voor machine learning van SAM4 bieden ook prestatie- en energie-inzichten die de efficiëntie en effectiviteit van Asset Management verbeteren. SAM4 monitort de aandrijflijn van Rotating Assets, inclusief de Power Source (VFD, Direct Online, Soft Starter). Jagers; “Concreet valt hieronder het punt waar de stroom naar de motor gaat (VFD, soft starter, direct op het net), de motor, de koppeling of gearbox en de asset zelf (pomp, transportband, ventilator). Het kan gaan om nieuwe en bestaande machines: SAM4 bouwt voor elke asset geautomatiseerd een individueel patroon op”.

> Maintenance is er blij mee. Op de eerste plaats is SAM4 een systeem waarmee ongeplande stilstand te voorkomen. Dat gebeurt door onjuist gebruik van een asset te signaleren, zodat operators inzichten krijgen om schades te voorkomen en de levensduur van assets te kunnen verlengen. Daarnaast slaat SAM4 alarm als een zich ontwikkelende schade is gedetecteerd, zodat onderhoud kan worden ingepland voordat die schade voor een stilstand zorgt. Jagers; “We ontwikkelen ook steeds meer inzichten die helpen om bijvoorbeeld CO2 te besparen. Denk daarbij aan de digitale pompcurve, die de werkpunten van een pomp afzet tegen het ‘Best Efficiency Point’. Klanten verbeteren daarmee de efficiency, het stroomverbruik en de levensduur van een pomp. We zetten daarmee de stap van het voorkomen van stilstand naar optimalisatie van gebruik. Dat is weer een trede hoger op de Maslow-piramide van Maintenance Needs”.

> Betrouwbaarheid. “Door schades in een vroeg stadium te detecteren, wordt ongeplande stilstand voorkomen en door 24/7 te monitoren, en niet beperkt tot bijvoorbeeld eens per maand, ontstaat een veel rijker beeld van de conditie van assets”. Jagers is tevens van mening dat accurate conditiemonitoring die op schaal wordt geïmplementeerd een goede basis is om van de inefficiënte strategie van Preventative Maintenance over te stappen naar Condition-Based Maintenance. Dat is een efficiënte onderhoudsstrategie,

die voorschrijft dat onderhoud alleen moet worden uitgevoerd als de conditie of prestaties van een asset daar aanleiding toe geven, maar niet eerder. “We weten dat het mogelijk maken van veerkracht door kostbare ongeplande downtime en interventies op locatie tot een minimum te beperken, van cruciaal belang is om de operationele efficiëntie te verhogen”, zegt Stephane Maravel, SVP voor Digital Services bij Schneider. “Deze nieuwe samenwerking met Semiotic Labs breidt ons digitale dienstenaanbod uit om nu conditie-gebaseerde maintenance van roterende apparatuur mogelijk te maken, een activaklasse die door onze klanten als zeer kritisch wordt beschouwd”.

> Doorontwikkeling. De koppeling van SAM4 data met achterliggende systemen van Schneider Electric levert steeds meer waardevolle inzichten op. Jagers; “De gedachte is hierbij dat we op systeemniveau (dus niet op het niveau van individuele assets) processen betrouwbaarder kunnen maken en de output kunnen optimaliseren. In dit scenario levert SAM4 hoogwaardige data over de componenten (rotating equipment) die samen een machine of proces vormen. Denk daarbij aan het pomphuis van de toekomst, waarbij SAM4 informatie levert over individuele pompen en Schneider dit samenvoegt op Pomphuisniveau en integreert met higher-level systemen en contextuele data. Op die manier kan worden toegewerkt aan het optimaliseren van de output van het complete pomphuis, waaronder een hogere betrouwbaarheid”. Het is onvermijdelijk dat systemen steeds meer met elkaar verbonden raken. Organisaties werken steeds meer samen en ook technologieën staan steeds meer met elkaar in verbinding. Dit is nodig om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar de samenwerking in de wereld om ons heen. Ook voor Beheer en Onderhoud spelen deze ontwikkelingen een belangrijke rol. Jagers: “Technologische vooruitgang moet praktisch toepasbaar blijven. Te snelle ontwikkelingen laten deze toepasbaarheid in de fysieke wereld echter niet altijd toe. Een balans vinden tussen wat mogelijk is op technologisch gebied en wat praktisch haalbaar is in de fysieke wereld, is de grootste uitdaging binnen systeemintegratie. Een uitdaging die Schneider en Semiotic Labs met plezier zijn aangegaan”. <

‘Voor Beheer en Onderhoud is systeemintegratie op de korte termijn al onvermijdelijk’

26 maart 2021


Kort Randstad krijgt eerste quantumnetwerk Onderzoeksinstituut QuTech, telecombedrijf KPN, onderwijs- en onderzoekcoöperatie Surf en VU Amsterdam-spin-off OPNT werken samen aan de realisatie van de eerste quantumverbinding in de Randstad. De partijen gaan verschillende quantumprocessoren over een langere afstand in een Nederlands netwerk verbinden. Dit moet een functionele quantumnetwerk over glasvezel-verbindingen opleveren. In een quantumnetwerk worden quantumprocessoren met elkaar verbonden via optische kanalen, wat de uitwisseling mogelijk maakt van zogeheten quantumbits (qubits). Qubits hebben een aantal ei-

genschappen waardoor ze afwijkend zijn van de bits die we nu kennen en gebruiken in klassieke netwerken. Wereldwijd worden quantumnetwerken ontwikkeld die nog berusten op een eenvoudigere technologie. Verwacht wordt dat quantumcommunicatienetwerken zich op termijn zullen ontwikkelen naar een mondiaal quantuminternet, dat onder andere veilige communicatie, positieverificatie, kloksynchronisatie en het uitvoeren van berekeningen op externe quantum-computers mogelijk maakt. Het project moet onder meer nieuwe technieken, inzichten en protocollen opleveren die een quantuminternet dichterbij zullen brengen. <

Techniek maakt mij enthousiast Richard Dekkers begon zijn loopbaan als engineer werktuigbouwkunde. Vanaf de werkvloer heeft hij zich door hard werken, met de juiste instelling en een gezonde ondernemersgeest opgewerkt.

“Mijn sociaal zakelijke instelling, nieuwsgierigheid en sterk analytisch vermogen hebben mij een bewezen track record opgeleverd in het succesvol managen van behoeften en creëren van klantwaarde”. De afgelopen 20 jaar ontwikkelde Dekkers zich tot een bekwame en bevlogen professional met een groot netwerk binnen de dienstverlening van industrieel onderhoud. “Hierin heb ik diverse managementposities bij (inter)nationale bedrijven bekleed, zowel op commercieel, operationeel als bestuurlijk niveau. Als pragmatisch klantgerichte manager geloof ik in de succesfactoren Eigenaarschap, Bezieling en Klantbeleving. En in een continu proces van verbetering en verandering, vanuit kracht en overtuiging, niet alleen vanuit noodzaak”. Intrapreneur Een intrapreneur is iemand die zich binnen een organisatie ondernemend gedraagt. In het algemeen wordt de term gebruikt voor een werknemer van een groot bedrijf die de vrijheid en faciliteiten krijgt om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen zonder daarbij de bedrijfsroutines of -protocollen te hoeven volgen. En dat is wat Dekkers graag doet. Uit onderzoek van Erasmus Centre of Entrepreneurship is gebleken dat intern ondernemerschap 19% groei in omzet en winst kan opleveren en het marktaandeel met maar liefst 20% kan toenemen. “Als vrij ondernemerschap binnen de organisatie niet wenselijk is, dan word ik niet gelukkig. Ik doe graag mee in de ontwikkeling, invoering en realisatie van Business Intelligence, Operational Excellence, of Industrie 4.0. Mijn hart klopt sneller in een technische omgeving, want zonder techniek en visie staat alles stil”. Deze Topper is beschikbaar voor werk. Email: richard@wazeddegij.eu LinkedIn: www.linkedin.com/in/dekkersrichard <

27


GASUNIE EN TENNET <

Moleculen en elektronen werken steeds beter samen Gasunie en TenneT zijn geen natuurlijke partners. De een beheert een netwerk van hogedruk-aardgasleidingen (transport van moleculen), de ander een hoogspanningsnetwerk (elektronentransport). De energietransitie is echter een uitdaging voor allebei, zegt Gasunie CEO Han Fennema. “Daarin hebben we elkaar gevonden. We werken samen om zeker te stellen dat de energievoorziening in de toekomst betrouwbaar en betaalbaar blijft, en duurzaam is”.

Aardgasbuffer Zuidwending Foto: Gasunie

28 maart 2021


‘Door onze netwerken te integreren hoeft Nederland minder te investeren’ “We staan voor een grote opgave in de energietransitie. Er worden windparken gebouwd die vragen om netverzwaring en uitbreiding van het hoofspanningsnetwerk. De rol van aardgas wordt teruggedrongen en deels vervangen door groen gas, waterstof, maar ook hier: elektriciteit. Daarnaast brengt duurzaam opgewekte, niet stuurbare, (wind)energie nog een uitdaging met zich mee: opbrengst en vraag zijn lang niet altijd in balans. Het opslaan van stroom in accu’s zou een oplossing kunnen zijn, maar is op dit moment nog erg duur omdat je er veel nodig hebt. Daarbij lijkt het vooral een oplossing voor kortdurende opslag (dag/nacht), maar niet voor seizoenopslag (zomer/winter)”.

> Groene moleculen. Ruwweg twintig procent van de huidige energieconsumptie is ‘elektrisch’, de rest komt uit fossiele bronnen als olie, kolen en gas en betreft ‘moleculen’. Het aandeel dat uit elektronen komt zal fors toenemen en wordt groener, zegt Fennema. “Tegelijkertijd blijft er ook behoefte aan moleculen die steeds groener worden. En moleculen transporteren en opslaan, dat is ons vak. Of het nu gaat om aardgas, biogas of duurzame waterstof; het zijn moleculen die we niet alleen kunnen transporteren, maar ook in grote hoeveelheden opslaan: iets dat met elektronen veel lastiger is”. Het idee is namelijk om duurzaam opgewekte stroom via elektrolyse om te zetten in duurzame waterstof. “De toekomst zal dus niet volledig elektrisch zijn. Dan zijn er tekorten in periodes met weinig zon en wind en wordt ons energiesysteem erg duur. Bovendien heeft de industrie moleculen nodig voor feedstock en energie”.

> Integratie. Gasunie en Tennet werken al langer samen om te zorgen dat bij grote storingen het energiesysteem weer opgestart kan worden. De twee organisaties oefenen dit ook periodiek. De samenwerking en integratie van systemen in het kader van de energietransitie is van een ander, ‘hoger’ niveau. De afzonderlijke energietransportsystemen moeten namelijk ‘naar elkaar toegroeien’, zegt Fennema. “Een voorbeeld: industriële ketels verwarmen we nu vaak met gas, maar elektrisch komt ook voor. Beter is als het met allebei kan. Of neem de hybride warmtepomp voor thuis, dat is hetzelfde idee. Die integratie tussen moleculen en elektronen is cruciaal voor een efficiënte en duurzame energievoorziening. Toen we daar achter kwamen, beseften we ook dat we meer moesten samenwerken en onze aanpak en onze systemen moeten integreren. Dat kan betekenen dat wij een investering doen die vanuit Gasunie-perspectief minder logisch is, maar die in het grotere geheel wel optimaler is. Een voorbeeld is het bouwen van een elektrolyzer op een plaats waar de

duurzame energie wordt opgewekt of aanlandt. Dat kan ervoor zorgen dat wij een leiding moeten leggen voor waterstoftransport, maar dat een duurdere uitbreiding van het elektriciteitsnet niet nodig is”.

> Netwerken koppelen. De eerste stap in de samenwerking op dit gebied was een gezamenlijk onderzoek naar hoe het Nederlandse (en deels ook Duitse) energiesysteem in de toekomst goed kan blijven functioneren. De resultaten van het onderzoek (Infrastructure Outlook 2050) verschenen in februari 2019. Belangrijkste conclusie: de bestaande elektriciteits- en gasinfrastructuur in Nederland en Duitsland blijft een cruciale rol spelen voor het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs. Fennema; “Uit de studie blijkt dat je het teveel aan wind- en zonne-energie zo dicht mogelijk bij de bron moet converteren naar groene waterstof. Het transport van die moleculen is goedkoper dan het transport van elektronen en kan bovendien door bestaande gasleidingen te hergebruiken. Bijkomend voordeel is dat daarmee de voorbereidingstijd vele malen korter is dan bij de aanleg van nieuwe stroomverbindingen. Bovendien kunnen we deze moleculen in grote hoeveelheden voor langere tijd opslaan”.

> Vier scenario’s. In het Klimaatakkoord is afgesproken een vervolgstudie te doen, de zogenoemde Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050). In deze studie, die nu in de eindfase zit, onderzoeken Gasunie, TenneT en de regionale netbeheerders hoe de energie-infrastructuur voor elektriciteit, waterstof, methaan, warmte en CO2 er in de toekomst uit moet zien. Een geïntegreerde en tijdige planning is belangrijk om onnodige investeringen – en >

Infrastructuur Foto: Gasunie

29


Medewerker bij hybride warmtepomp Foto: Gasunie

>

dus hoge kosten voor de eindgebruikers – te voorkomen. Gasunie en TenneT praten daarvoor niet alleen met elkaar, maar ook met vertegenwoordigers van de industrie, energiebedrijven, duurzame opwekkers, verschillende ministeries en regionale overheden. De studie voorziet in vier integrale scenario’s voor een klimaatneutrale energievoorziening in 2050: een regionaal, nationaal, Europees en internationaal scenario. Het is niet de bedoeling dat er één scenario uitgekozen of uitgesloten wordt; ook een combinatie is mogelijk. “Deze studie is een belangrijke verdieping en verbreding voor alle betrokken partijen en geeft richting aan de investeringsplannen van infrastructuurbedrijven en andere marktpartijen en is een belangrijke bouwsteen voor een groot aantal beleidstrajecten van de landelijke overheid (EZK)”.

Meet- en regelstation met windmolens Foto: Gasunie

weersafhankelijk en loopt niet synchroon met de energievraag. Dit leidt tot overschotten en tekorten die door de ‘flexibiliteit-middelen’ moeten worden opgevangen om het energiesysteem betrouwbaar te houden”. Het aan elkaar koppelen en integreren van de landelijke gas- en stroomnetwerken is volgens Gasunie en TenneT daarom onontkoombaar. Het bestaande landelijke gasnetwerk is nodig en is ook groot genoeg voor alle voorziene transport van waterstof en (groen) gas in 2050. Een koppeling met cavernes is daarbij nodig voor ondergrondse opslag van waterstof om de benodigde flexibiliteit te leveren. Daarnaast moet het landelijke stroomnetwerk verder worden versterkt en is de locatiekeuze voor elektrolyse en centrales cruciaal.

> Integraal en verstandig plannen. “Planning is daarin heel > Flexibiliteit en infrastructuur zijn nodig. “Tijdige aanwezigheid van energie-infrastructuur is een belangrijke voorwaarde om industrie, mobiliteit en gebouwen te kunnen verduurzamen. Bovendien zijn ‘flexibiliteit-middelen’ (zoals conversie en opslag) nodig om vraag en aanbod in balans te houden, zowel op uurbasis als seizoenbasis. Immers, de energieproductie van wind en zon is

belangrijk: waar vindt de productie van energie plaats en waar zit de vraag. Hoe kun je dat integraal en verstandig plannen? Windenergie die in Groningen aan land komt moet je niet naar gebruikers in het westen willen transporteren. Het is veel logischer dat die de energie krijgen van windparken voor hun deel van de kust. Onze strategische afdelingen werken goed samen om dit soort vraagstukken te beant-

‘Het is een Asset Managementuitdaging van jewelste en ook gewoon ontzettend leuk om als organisatie mee bezig te zijn’ 30 maart 2021


woorden. Hoe ziet het eruit in 2030 en hoe twintig jaar later? Hoe en waar moeten we investeren? Hoe zorgen we dat we flexibel blijven? We weten immers niet welke technologische innovaties nog op ons afkomen op de langere termijn”.

> Vraagstukken. De energietransitie roept allerlei vraagstukken op, zegt Fennema. Hij noemt de internationale plannen voor een kunstmatig energie-eiland op zee als voorbeeld. “Stel dat dit eiland in Duits territoriaal water ligt maar fysiek dichter bij de Nederlandse kust, waardoor je de stroom daar aan land wilt brengen; hoe regel je dat dan qua wet- en regelgeving? Met het HyStock pilotproject, de eerste power-to-gas-faciliteit in Nederland met een capaciteit van 1 Megawatt, doen we ervaring op met een gekoppeld netwerk en de productie van waterstof en wisselen we kennis uit”.

> Leren. “Als ik puur naar onszelf kijk, dan stopt de winning uit het Groningergasveld en komt een deel van ons transportnetwerk beschikbaar. In principe zijn die pijpleidingen geschikt voor het transport van waterstof. We onderzoeken nu of dat ook geldt voor de bestaande afsluiters. En, net als de huidige opslag van aardgas in ondergrondse zoutcavernes als efficiënte buffer, willen we nu ook waterstof in zoutcavernes opslaan. Hoeveel van die opslagcapaciteit hebben we dan extra nodig? In Zeeuws-Vlaanderen werken we met een industrieel cluster samen en hebben we een deel van de aardgasinfrastructuur omgebouwd naar een waterstofinfrastructuur. Daar leren we van”.

> Politieke samenwerking. Een klimaatneutraal energiesysteem vraagt ook om politieke samenwerking, vindt Fennema. “Energie stopt niet bij de grens. Denk aan de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers, zoals bij Russisch gas, of een piek aan Duitse windenergie waardoor de prijzen op de energiemarkt dalen. Of misschien hebben we over tien of vijftien jaar wel import van waterstof uit zonnige oorden. Waar moeten die waterstofimportterminals komen? Welke infrastructuur is er dan nodig? Daar moeten we in Europees verband nog hard aan werken Er zit ook een geopolitieke kant aan. Te grote afhankelijkheid van derden wil je niet. Al die verschillende aspecten – duurzaamheid, financiën, betrouwbaarheid en politiek – maken het heel interessant”. “Door onze netwerken te integreren hoeft Nederland minder te investeren, krijgen we een betrouwbaar en betaalbaar energietransportsysteem en kunnen we sneller verduurzamen. De pilot in Zeeland brengt het van strategisch niveau naar de werkelijkheid. Er zijn veel disciplines bij betrokken; netwerkplanners, engineers, normeringscommissies: het heeft gevolgen in de hele organisatie. Welke leidingen kunnen we het beste omzetten naar waterstof, wat betekent dit voor onderhoud en reparaties, Wat is de impact op inspectietermijnen? We werken daarbij samen met verschillende kennisinstellingen zoals DNV-GL en TNO. Hoe zit het met transportberekeningen, want waterstof en aardgas hebben verschillende eigenschappen. Met welke nieuwe risico’s krijgen we te maken? Het is een Asset Managementuitdaging van jewelste en ook gewoon ontzettend leuk om als organisatie mee bezig te zijn”. <

Medewerkers GNIP afsluiterschema vervanging Foto: Gasunie

31


ASSET MANAGEMENT <

Monstername beheer Foto: Waterschap Drents Overijsselse Delta

Systeemintegratie draagt bij aan beheer Asset Management proces Met de ingebruikname van het nieuwe Asset Management systeem bij Waterschap Drents Overijsselse Delta, wordt het gehele Asset Management proces beheerd. Denk hierbij aan het beheer van de assets en installaties, de correctieve en preventieve werkstromen, wet- en regelgeving, exploitatiekosten en de lange termijn vervangingskosten. Promaint heeft het gehele project inhoudelijk begeleid, van oriëntatiefase tot en met de implementatie. In 2019 is de implementatie van Ultimo voor de regio’s Noord en Zuid van het Waterschap Drents Overijsselse Delta afgerond. Het doel van het project was om de werkwijzen en -processen van de twee gefuseerde waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden tot Waterschap Drents Overijsselse Delta te harmoniseren. Beide waterschappen maakten gebruik van twee verschillende versies en inrichtingen van Maximo. Op basis van een meervoudige onderhandse aanbesteding met uitgebreide case-beschrijvingen is gekozen om beide Maximo systemen uit te faseren en over te stappen op Ultimo. Daarbij

32 maart 2021

was de wens om bruikbare assetinformatie en werkorders te migreren. “Dat was een flinke uitdaging, maar heeft er uiteindelijk wel toe geleid dat er wordt bijgedragen aan het organisatiedoel doelmatig werken”, zegt Damon Visser, eigenaar Promaint. “Doelmatig werken betekent dat het de minste tijd, middelen en inspanning kost om het gestelde doel te bereiken. Met de komst van Ultimo kunnen beheerders en monteurs op een snelle en slimme manier assetinformatie registeren en raadplegen. Tevens levert de geregistreerde informatie waardevolle data op voor de maintenanceprofessionals”.


‘Data die we al hadden voor onderhoud zijn gekoppeld met Asset Management’

> Assetbeheer. Voor de inrichting van de assets in het geïntegreerde systeem is gekozen voor een structuur van procesfuncties en installaties. De procesfunctiestructuur is opgebouwd conform de TAGcodering van de Aquo-standaard (NCS). Hiermee kan in een later stadium een koppeling gemaakt worden tussen de Piping and Instrumentation Diagram’s (P&ID’s) en de procesfuncties in Ultimo. De installaties zijn feitelijk wisseldelen die in- en uitgebouwd kunnen worden bij vervanging en/of revisies. Dit komt overeen met functional locations en equipments structuur. Bij het beheer van de assets wordt naast de installatiesoorten, centraal beheer van asset stamgegevens voor soortgelijke assets, gebruik gemaakt van de landelijke Aquo-standaard. Hiermee kan het waterschap prestaties en kosten van de assets eenvoudig vergelijken met andere waterschappen voor de landelijke benchmark.

> Borging preventief onderhoud. Ultimo wordt tevens ingezet voor de borging van het onderhoudsconcept, zodat o.a. voldaan kan worden aan de vigerende wet- en regelgeving. Hierbij worden de functionaliteiten, looproutes en het groepsonderhoud ingezet. Toepassen van looproutes leidt ertoe dat de hoeveelheid preventieve werkorders afneemt en voor groepsonderhoud geldt dat het onderhoud eenvoudig centraal kan worden beheerst. De onderhoudshistorie per asset wordt op deze wijze op het juiste detailniveau geregistreerd met zo min mogelijk handelingen.

> 4-weg matching. Het asset management systeem ondersteunt de 4-weg koppeling werkorderbestelling, pakbon-servicebon en factuur. De bestellingen staan in het asset management systeem, zodat de werkelijke kosten van een asset zichtbaar zijn. Daarnaast is er een verplichting van de ontvangstenregistratie. Lucien Teune, Maintenance Engineer bij Waterschap Drents Overijsselse Delta meldt dat er vanuit Finance & Control de opdracht ligt om servicebonnen en pakbonnen centraal te archiveren. “In het asset management systeem is er plaats bij de bestelling om het bewijs van ontvangsten te registeren, zodat aangetoond kan worden dat de bestelling ook daadwerkelijk is geleverd en in een later stadium de factuur gecontroleerd kan worden. Daarnaast biedt het bestellen in het systeem als toegevoegde waarde dat de bestelling vooraf gecodeerd wordt. Denk hierbij aan de juiste kostendrager en locatie. Dit draagt bij aan het doelmatig werken, doordat het fiatteringsproces van de facturen effectief en efficiënt verloopt”. Visser noemt dit de 4-weg-matching (ten opzichte van de theoretische 3-weg-matching: bestelorder, pakbon en factuur), vanwege

de toevoeging van de preventieve of correctieve werkorder. In veel gevallen initieert een melding/werkorder een bestelling voor bijvoorbeeld het inschakelen van een externe leverancier voor het oplossen van een storing.

> Lange Termijn Asset Plan (LTAP). Asset Management omvat de volledige levenscyclus van de installaties. Dat betekent dat er ook een plan moet worden opgesteld om stelselmatig de oudere installaties te vervangen door nieuwe. In 2020 is onderzocht op welke manier het LTAP kan worden opgezet en beheerd. Een LTAP is een strategisch hulpmiddel dat relevant is voor asset owners en asset managers. Het LTAP heeft een financieel component, relevant voor de financiële planning. Daarnaast heeft het betrekking op de vervangingsplanning van assets en is het dus relevant voor de beheerders en onderhoudsprofessionals. Teune; “Daar gaan we dit jaar profijt van krijgen. Begin 2020 draaide alles lekker. En toen kwam Corona. We moeten dus veel online ondersteuning bieden, terwijl het plan was om juist fysieke ondersteuning in het werkveld te geven”. Samenvattend is het van belang om te beschikken over een LTAP dat actueel is en eenvoudig te beheren. Voor de eenvoud en het beperken van extra handelingen is gekozen om gebruik te maken van de procesfuncties en installaties binnen Ultimo. Voor de LTAP-risicoanalyses wordt gebruik gemaakt van de FMECA-methodiek en de relevante LTAP-gegevens worden vastgelegd op de installaties. Deze bevatten immers al specifieke gegevens, zoals fabrikant, model en bouwjaar. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van installatiesoorten met de Aquo-standaard (NCS) kenmerken om financiële kengetallen en vervangingsfrequenties centraal te registeren. Hiermee wordt een gebruiksvriendelijke omgeving gecreëerd om de LTAP op te zetten en te beheren. Voor rapportages per zuivering, proces etc. wordt PowerBI ingezet.

> Rapportages: visualisatie geeft data betekenis. Met het gebruik van een asset management systeem wordt een grote hoeveelheid data verzameld waarmee asset en werkstroom prestaties, afspraken en processen bewaakt kunnen worden. Tevens kunnen op een onderbouwde manier strategische keuzes gemaakt worden. Visser; “Deze data zijn ontzettend waardevol om onderbuikgevoelens binnen de organisatie te bevestigen of te weerleggen. Het ultieme doel is om door middel van een goed ingericht dashboard realtime inzicht in de gegevens te krijgen. Over het algemeen geldt: een visuele weergave maakt het mogelijk om in één oogopslag een trend of prestatie te laten zien. Daarnaast is een dashboard, doordat het >

33


Onderhoud e-installatie Foto: Waterschap Drents Overijsselse Delta

>

een visuele manier is om informatie te tonen, ook een sterke tool om deze informatie te communiceren. Bijvoorbeeld een meter die in het rood staat is een stuk sneller duidelijk dan een stuk tekst waarin wordt uitgelegd dat de prestatiecijfers zijn achtergebleven”. Het waterschap maakte de keuze om de externe software PowerBI hiervoor in te zetten. Voor de werkvoorbereiders en onderhoudsprofessionals zijn reeds dashboards ontwikkeld. Hierbij kan bijvoorbeeld heel gebruiksvriendelijk onderzocht worden welke installaties een grote impact hebben op de downtime en kosten. Dit is voor de LTAP zeer bruikbare info, omdat deze onderhoudsdata grafisch naast de financiële planning worden gepresenteerd. Voor de LTAP zal later dit jaar een financiële rapportage worden ontwikkeld.

> Nooit meer terug naar vroeger. Teune; “Stel je voor dat je helemaal geen systeem inricht en weer zou werken met Excellijstjes. Niet te doen, er zijn zoveel onderhoudsactiviteiten. Je hebt met ons nieuwe systeem een goeie grip op de assetdata, de storingen, de oplossingen en zelfs op de kosten. We werken allemaal op dezelfde manier en hebben vanaf het begin van het traject de uitvoerders bij het project betrokken. Eenduidigheid, geen eigen interpretaties. Onze mensen hebben het nut van het nieuwe systeem ingezien en vinden het inmiddels ook nog eens hartstikke leuk om ermee te werken”. <

‘Uitvoerenden vanaf de start bij het project betrokken’

RWZI Zwolle Foto: Waterschap Drents Overijsselse Delta

34 maart 2021


Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management 7HFKQLHN Branchevereniging

&RQGLWLHEHZDNLQJ 3UHVWDWLHPDQDJHPHQW Maintenance Academy .HQQLVRQWZLNNHOLQJ

Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.

>> Word lid!

De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.

Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!

Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot

å

å

å å å å

*URRWVWH QHWZHUN YDQ (XURSD (fysiek en digitaal) 5HJLRQDOH DFWLYLWHLWHQ 9DNLQKRXGHOLMNH NHQQLV HQ QHWZHUN &RPSOHHW SRUWIROLR 0DLQWHQDQFH $FDGHP\ &ROOHFWLHYH DERQQHPHQWHQ RS YDNEODGHQ

å å å å

.HQJHWDOOHQ 7UHQGV 9LVLH (NVDO Onderhoudskompas) 3ODWIRUP 0DWHULDDONXQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH 3XEOLFDWLHV ZDDURQGHU Visiedocumenten .RUWLQJHQ RS RQV FXUVXVDDQERG YDQ GH 19'2 Maintenance Academy -RQJHUHQERDUG

Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> /DQJH 6FKDIW * $3 +RXWHQ _ 3RVWEXV '& +RXWHQ _ LQIR # QYGR QO _ ZZZ QYGR QO

35


INNOVATIE <

Innovatiepartnerschap stoomt Lekdijk klaar voor toekomst Voor het project Sterke Lekdijk is gekozen om de dijkversterking van de Lekdijk te realiseren met een innovatiepartnerschap. Transparante en open samenwerking met de innovatiepartners en de inbreng van innovatieve dijktechnieken gaan bijdragen aan een succesvolle realisatie van het programma. Voor Asset Management wordt de beheerorganisatie vanaf de start betrokken, zodat ook de toekomst van deze historisch belangrijke asset is gegarandeerd. Om overstromingen in Nederland te voorkomen, worden de 3.700 kilometer aan dijken die Nederland heeft, samen met 1.500 sluizen en gemalen continu gemonitord. Een van deze dijken is de Lekdijk, die een belangrijk deel van Midden- en West-Nederland beschermt. Breekt deze dijk door, dan kan een groot deel van de Randstad overstromen.

dijk versterken zodat we kunnen anticiperen op nieuwe normen voor veiligheid en de klimaatveranderingen”, zegt Waldo Molendijk. Hij is werkzaam bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en in het programmateam voor de dijkversterking verantwoordelijk voor het sluiten van overeenkomsten met de marktpartijen.

> Traditionele technieken niet meer uit te leggen. “Het is > 55 kilometer. In het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma in Nederland om cruciale waterkeringen tot 2050 op orde te brengen, is vanaf 2017 gestart met de dijkversterking van de Lekdijk. “Over een totale lengte van 55 kilometer zullen we de

landschappelijk een mooie dijk met een rijke historie die teruggaat tot de 12e eeuw. Daarnaast wonen er op meerdere plaatsen rondom de dijk veel mensen waardoor ruimtelijke kwaliteit erg belangrijk is”, zegt Molendijk. Collega Claudia van Ackooij vult aan; “Als je

‘Innovaties zijn voor ons een strategische noodzaak’

36 maart 2021

Lekdijk Foto: HDSR


‘We hebben bewust meer aannemers geselecteerd zodat meerdere technieken op tafel komen’

op traditionele wijze de dijken verstevigt en verbetert, is dat bijna niet meer uitlegbaar aan de omgeving. Op sommige plekken zou je met traditionele methoden mogelijk honderd meter extra berm moeten aanleggen aan de binnenkant wat eveneens een enorme impact heeft op de natuur rondom de dijk. Het belang van de bewoners en het milieu moet je meenemen in je plannen. Ook het Asset Management van de dijken op langere termijn is nu al een aandachtspunt. Je wilt voorkomen dat materiaal en methodes worden gebruikt die over vijftig jaar voor nieuwe problemen zullen zorgen”. Van Ackooij neemt als asset manager waterkeringen deel aan het programmateam en vertegenwoordigt beheer en onderhoud.

aan de binnenkant van de dijk. Met geringe aantasting van het landschap en de omgeving kan de druk op een elegante manier worden weggenomen terwijl de oplossing toekomstbestendig is omdat deze onafhankelijk is van de waterstand”. Er zijn de afgelopen jaren veel technische innovaties zoals deze ontwikkeld en in proefopstellingen succesvol getest. Molendijk; “Deze zijn doorgaans nog niet toegepast in grotere projecten terwijl de technieken juist heel zinvol zijn om de dijk futureproof te maken. We zijn daarom met de markt in gesprek gegaan om te onderzoeken welke mogelijkheden en belemmeringen zij zien in een innovatiepartnerschap om opschaling van deze innovaties mogelijk te maken. Bij een innovatiepartnerschap koop je iets in dat nog niet kant-enklaar verkrijgbaar is op de markt. Er is dus eerst ontwikkeling nodig, bijvoorbeeld als het gaat om deze innovatieve dijktechnieken”.

> Drie plannen. Molendijk; “Om na te gaan welke partijen geschikt zijn voor een innovatiepartnerschap hebben we hen gevraagd om drie plannen op te stellen. Een eerste betrof een innovatieplan, waaruit duidelijk moest worden hoe de partijen innovaties willen inzetten en daarmee afwijken van traditionele werkwijzen. Ook de aanpak van Asset Management op de langere termijn moest in het plan zijn opgenomen. Een tweede plan zoomde in op HRM, wat doorgaans niet wordt gevraagd in onze sector. Wij vinden het echter erg belangrijk te weten hoe partijen omgaan met mensen, kennis en een lerende organisatie omdat dit cruciaal is om een veranderproject als deze dijkversterking succesvol te kunnen realiseren. Het gaat tenslotte om een langdurige samenwerking. Tot slot hebben we gevraagd om een financieel managementplan. Anders dan bij andere aanbestedingen kunnen we geen harde prijs uitvragen aangezien de exacte scope en oplossingen met voortschrijdend inzicht mogelijk zullen veranderen. Tegelijkertijd willen we wel borgen dat het project qua kosten maatschappelijk verantwoord wordt uitgevoerd. Het financieel managementplan toont hoe partijen met maximale transparantie en een open begroting kunnen werken. In de aanbesteding is afgesproken wat voor algemene kosten, winst en risicotoeslag de aannemers mogen toepassen”. >

> Innovatie als noodzaak. Molendijk; “We willen dit pareltje niet rücksichtslos versterken, maar hebben een aantal ambities gebundeld om het project te realiseren: veiligheid op de korte en langere termijn, het garanderen van ruimtelijke kwaliteit, het gebruik van duurzame materialen, een emissieloze aanleg en vanaf de start een grote betrokkenheid van Asset Management”. Om deze ambities te kunnen waarmaken, is innovatie nodig. Molendijk; “Innovaties zijn voor ons een strategische noodzaak. Faalmechanismen die we met onderhoudswerkzaamheden moeten aanpakken zijn onder meer problemen met stabiliteit en het zogeheten piping, het ontstaan van een holle ruimte onder een waterkering als gevolg van onderwaterstromingen die gronddeeltjes meevoeren. Deze ondergrondse erosie kun je een halt toeroepen door gebruik te maken van diverse technieken. Denk aan het plaatsen van schermen waarmee je de druk kunt verlagen, het aanleggen van een kleiniveau in het voorland om de waterdruk onder de dijk te verlagen of door gebruik te maken van een filterscherm aan de binnenzijde van de dijk om het water af te laten zonder dat er gronddeeltjes worden meegevoerd. Dergelijke technieken vereisen relatief kleine ingrepen

Waldo Molendijk

Claudia van Ackooij

37


> > Drie deelprojecten. Alle relevante spelers hebben zich in de selectiefase aangemeld. De gunningsfase werd met zes partijen ingegaan waarna het project aan drie innovatiepartners werd gegund. “Het zijn bewust drie partners geworden aangezien het project bestaat uit zes deelprojecten”. Mourik Infra, Van Oord en de combinatie Heijmans Infra – GMB Civiel – de Vries & van de Wiel (Lek-ensemble) gaan aan de slag met de eerste drie deelprojecten, te weten Salmsteke, Culemborgse Veer – Beatrixsluis en Wijk bij Duurstede - Amerongen (zie kader). “We hebben bewust meer aannemers geselecteerd zodat meerdere technieken op tafel komen. Ze investeren in een stukje ontwikkeling en kunnen de opgedane kennis en ervaring uiteindelijk ook in andere projecten inzetten”. Alles wat met publiek geld wordt ontwikkeld, is publieke kennis die publiekelijk beschikbaar komt. “Wil je als partner toch eigen (gelicenseerde) kennis inbrengen, dan is dat mogelijk, op voorwaarde dat de partij hiervoor 100% de verantwoordelijkheid op zich neemt met betrekking tot de werking en veiligheid”.

vanaf dag één. Het is erg prettig om samen de schouders te zetten onder dit enorme project en ik heb er alle vertrouwen in dat een succesvol Asset Management ook over vijftig jaar is gegarandeerd”. <

> Ontwikkelfase. De ontwikkelfase is inmiddels in volle gang. Van Ackooij; “Met de partijen zijn we gezamenlijk de basisplannen verder aan het uitwerken. We leren daarbij elke dag van elkaar omdat de betrokkenen steeds meer inzicht krijgen in de verschillende perspectieven en denkwijzen van de andere partners, waardoor je op veel vlakken tot betere keuzes komt. Neem het Asset Management. Omdat assetmanagement vanuit de beheerorganisatie vanaf de start van het programma is betrokken, kan ik heel gerichte vragen stellen die aan de voorkant van het traject kunnen worden meegenomen. In veel projecten is niet altijd duidelijk waarom assetmanagement bepaalde zaken doet, maar door onze betrokkenheid worden de effecten van beslissingen op de langere termijn en hoe de komende jaren onderhoud kan worden gepleegd meteen meegenomen in het ontwerp”.

> Data-overdracht. Ook data-overdracht gebeurt vanaf dag één. “Bij veel andere projecten gebeurt de kennisoverdracht richting Asset Management pas na oplevering. Bij het project Lekdijk is die dataoverdracht er al vanaf het startpunt. Ieder deelproject duurt vanaf de planuitwerkingsfase ongeveer 4 tot 6 jaar. Het is zonde om pas na 6 jaar alle vergaarde kennis en informatie en data over te dragen. We werken nu al met de systemen waar we na de oplevering mee moeten werken en de beheerorganisatie maakt nu al gebruik van de opgedane kennis indien een kleine calamiteit zich voordoet. Dit zorgt voor een enorme efficiencyslag. Niet alleen in de toekomst, maar

Het project Lekdijk bestaat uit 6 deelprojecten Foto: HDSR

38 maart 2021

Project Lekdijk Het project Lekdijk bestaat uit 6 deelprojecten: (1) Salmsteke, (2) Wijk bij Duurstede – Amerongen (3) Culemborgse Veer – Beatrixsluis, (4) Salmsteke – Schoonhoven, (5) Jaarsveld – Vreeswijk en (6) Irenesluis - Culemborgse Veer.

In de eerste fase worden de volgende drie deelprojecten uitgevoerd: 1) Salmsteke; Het dijkversterkingstraject Salmsteke loopt vanaf de Rolafweg Zuid tot aan het dorp Jaarsveld en heeft een lengte van 2 km. Dit project haakt aan bij een bredere gebiedsontwikkeling: Salmsteke Ontkiemt! De dijkversterking wordt gecombineerd met recreatie en natuur. Hierdoor kan het gebied in één keer worden opgepakt, wat zorgt voor minder overlast. De planuitwerkingsfase is opgestart in 2019 en naar verwachting is het project gereed in 2024 2) Wijk bij Duurstede – Amerongen; Het dijkversterkingstraject Wijk bij Duurstede – Amerongen heeft een totale lengte van 11 km. Het traject ligt in twee gemeenten: Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Bij dit project wordt de dijkversterking zoveel mogelijk gecombineerd met ruimtelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld de herinrichting van de Lunenburgerwaard en mogelijkheden voor natuur en recreatie. Het project zit in de planuitwerkingsfase en loopt inclusief realisatie naar verwachting door tot 2026 3) Culemborgse Veer – Beatrixsluis; Dit dijkversterkingstraject loopt vanaf het Culemborgse Veer tot aan de Prinses Beatrixsluis in Nieuwegein en heeft een lengte van 11 km. De dijkversterking wordt gecombineerd met verbeterkansen voor natuur, recreatie en verkeersveiligheid. De verkenningsfase van het project loopt van 2019 tot 2021, waarna de planuitwerkingsfase start. De realisatie moet in 2026 worden afgerond Bron; HDSR


Alleen klei-mensen kunnen integreren Binnen Asset Management zouden we zeggen: ‘Ga alleen integreren als het ook een meerwaarde oplevert’. Of in goed Nederlands: Bezint eer ge begint. Dat klinkt logisch, maar de uitvoering is vaak anders. Iets dat vooral het gevolg is van het onvermogen om verder of breder te kijken. Het zal vast techneut-eigen zijn om met een half woord meteen de diepte in te willen duiken, zonder om zich heen te kijken. Dat gebeurt niet een enkele keer, dat gebeurt constant. Neem als voorbeeld de gewenste CO2-reductie in de bouw. Ik heb de meest fantastische technische oplossingen voorbij zien komen, maar de vraag of de organisatie het geld beter op een andere plek in kan zetten, wordt niet gesteld. Aan de andere kant zijn er beleidsmakers en assetmanagers die hoogover-plannen schrijven en schema’s vol abstracte blokjes produceren, om zo de doelen van de organisatie bewaken. De redactie van VAM heeft mij gevraagd om een visie te geven op hoe Asset Management kan bijdragen aan systeemintegratie. Ik wil het graag omdraaien: wat kan de wereld van systeemintegratie leren van Asset Management? En dan ga ik het niet hebben over gestructureerd werken, data op orde, of life cycle costing, ondanks dat deze instrumenten super bruikbaar zijn. Nee, ik wil het hebben over onze ervaring hoe moeilijk het is om de strategische, tactische en operationele lagen met elkaar te verbinden. Strategische plannen blijven vaak hangen op ‘Dit is het idee, zoek het nu maar lekker zelf uit’. Tot grote frustratie van de mensen die ermee verder moeten en kapstokjes zoeken om zaken aan op te hangen. Er is een goede reden waarom de strategische plannen on-

GAST COLUMN <

Donald Bezemer

voldoende haakjes bieden: De abstracte helicopterkijkers hebben namelijk niet met hun poten in de klei gestaan. Er bestaat zo’n tegeltjeswijsheid over adviseurs: Dat zijn mensen die je kunnen vertellen over vijftig vormen van seks, maar het zelf nog nooit hebben gedaan. Nee, dan een echte adviseur; die komt uit het werkveld waarover hij of zij adviseert, kent de inhoud en is tegelijkertijd in staat om een integraal beeld te schetsen. Een echte strategisch assetmanager heeft jarenlange ervaring met zijn of haar assets, met onderhoudsplannen, met budgettering en met de praktische aandachtspunten in de uitvoering. Voor systeemintegratie geldt dat net zo. Als de plannen voor de integratie gemaakt worden door mensen die goed conceptueel kunnen denken, maar het onderwerp in kwestie nog nooit van dichtbij hebben ervaren, dan krijg je een gemankeerd plan. En dan wordt het heel lastig integreren. Het is belangrijk bij systeemintegratie dat de strategische plannen mede gemaakt worden door mensen die met hun voeten in de klei hebben gestaan. Mensen die weten wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Mensen die met hun jarenlange ervaring kunnen aangeven wanneer iets weggegooid geld is. Want systeemintegratie mag nog zo ideaal klinken, de wereld is lang niet altijd maakbaar. Sommige integraties zijn heel waardevol, andere integraties zijn verspilde moeite. Het zijn de klei-mensen die het verschil weten te duiden. < Donald Bezemer Directeur DON Bureau

39


OPGELEVERD <

Nieuwe integrated logistic

support bij Defensie Het integreren van te verwerven wapensystemen in een gebruikersorganisatie kan een serieus afbreukrisico zijn voor hun tijdige inzetbaarheid. Standaardisatie van ‘integrated logistic support’ kan enorm helpen om verschillende defensieorganisaties en hun toeleveranciers te laten samenwerken. Vrij recent zijn er richtlijnen ontwikkeld om deze samenwerking te vergemakkelijken. “Deze richtlijnen zijn wellicht ook een interessante referentie voor asset managers in andere sectoren” zegt Chris Rijsdijk, Universitair docent Nederlandse Defensie Academie.

Defensie heeft een aantal grondwettelijke taken zoals het beschermen van het eigen en bondgenootschappeljke grondgebied en het bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit. Daarnaast ondersteunt zij civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal en internationaal. Rijsdijk; “We werken binnen het zogenaamde BPB-proces. De B van Beleid, wat willen we bereiken. De P van Plan, wat gaan we doen en de B van Begroting, wat mag het kosten”. Bij de Nederlandse Defensie Academie is Asset Management een belangrijk onderwerp van onderzoek en het maakt ook deel uit van de officiersopleiding.

Boxer-pantserwielvoertuig Foto: Ministerie van Defensie

40 maart 2021

> ILS, wat is het eigenlijk? Integrated Logistics Support is een methodiek waarmee meer zekerheid gegeven kan worden t.a.v. de vereiste beschikbaarheid van een systeem tegen de laagst mogelijke kosten. Het is een doorlopend proces, want ILS begint al bij de verwerving en loopt door gedurende de gehele levenscyclus van een wapensysteem. Rijsdijk; “Het is waardevol omdat logistieke ondersteuning essentieel is voor de inzetbaarheid van een wapensysteem. Zonder logistieke ondersteuning staan veel wapensystemen in no time stil”. ILS omvat het ontwerp van het instandhoudingsproces met de benodige middelen en informatie.

Leopard 1-bergingstank Foto: Ministerie van Defensie


‘ ’

‘De meeste organisaties kunnen het zich niet permitteren om helemaal opnieuw te beginnen’

> Bestaande kennis, Nieuwe kennis. De internationale lucht-

> Systeemintregratie. De NVDO Sectie Suto kent het jaarthema

en ruimtevaart- en defensiegemeenschap heeft door de jaren heen aanzienlijke inspanningen geleverd om specificaties op het gebied van Integrated Logistic Support te ontwikkelen. Voor verschillende ILS aandachtsgebieden zijn er richtlijnen ontwikkeld. Rijsdijk; “De projectrisico’s bij nieuwbouw zijn natuurlijk groter dan de projectrisico’s van een uitbreiding van de vlootomvang. Maar in beide gevallen is behoud en ontwikkeling van ILS-kennis van groot belang. Normaliter geldt dat de logistieke keten in veel gevallen dezelfde vergelijkbare keuzes moet maken, van eindgebruiker via systeem integrator tot leverancier en de OEM. Het is daarom belangrijk om eenduidige afspraken te maken die de komende jaren worden gehanteerd. En die afspraken leggen we vast”.

Systeemintegratie. Rijsdijk is daar verheugd over. “De meeste organisaties kunnen het zich niet permitteren om helemaal opnieuw te beginnen. Investeringen vereisen dan een inpassing in een bestaande situatie. Dat voor elkaar krijgen vergt veel meer dan ILS richtlijnen! Het initiatief van de Suto biedt een prachtig platform waarin ervaringsdeskundigen ook hun onzekerheden kunnen delen. De Suto onderhoudt intensief contact met relevante onderzoeksinstituten waarbij jonge onderzoekers de kans krijgen vernieuwende ideeën te spiegelen aan de praktijk”. <

Visie voor de ILS-specificaties van de S-serie > Relatie met Asset Management. Asset management begint bij de waarden van de organisatie. Rijsdijk; “Voordat je kan beginnen is het van belang het Asset Management beleid binnen je organisatie vast te stellen. Dat kan in de chemische industrie wellicht anders zijn dan in de gebouwde omgeving, of zoals bij ons, bij Defensie. De tweede stap is het hebben van een SAMP, Strategisch Asset Management Plan. Dat is belangrijk omdat je daar de Asset Management-doelstelling vaststelt. Als de plannen er allemaal zijn, kan je plannen ontwikkelen voor een Asset Management Systeem inclusief relevante ondersteuning en elementen”. Daarna volgt de implementatie. Rijsdijk geeft aan; “Als dat allemaal in orde is en je proces/systeem loopt, plan dan regelmatige evaluaties in op basis waarvan je verbeteringen kunt doorvoeren”.

> Interessant voor andere sectoren. ILS levert heel veel beschikbaarheid en als je over de hele levenscyclus heen kijkt, zijn de kosten beter te sturen: De kosten gaan wel voor de baten uit. ILS kan ook interessant zijn voor andere sectoren waarbij de afbreukrisico’s groot zijn en waarbij de assets zeer wisselend worden ingezet. Het kan zeer interessant zijn volgens Rijsdijk om vergelijkbare richtlijnen uit andere sectoren te vergelijken met die van de Defensieindustrie. “De ILS richtlijnen van de Defensieindustrie zijn vrij te raadplegen via www.sx000i.org voor eenieder. Het zou interessant zijn als ook andere sectoren hun invulling van Asset Management transparant zouden kunnen maken”.

De visie voor de ILS-specificaties van de S-serie is dat alle belanghebbenden in staat zullen zijn om gemeenschappelijke logistieke processen toe te passen om het delen en uitwisselen van gegevens zo veilig mogelijk te maken gedurende de levensduur van producten en diensten. Doelstellingen van de ILS-specificaties van de S-serie Dit doel zal worden bereikt door een coherente set van wereldwijde ILS-specificaties vast te stellen en aan te nemen, waarmee de volgende doelstellingen worden bereikt; - Het tot stand brengen van een gemeenschappelijk begrip van ILS en de globale processen die alle noodzakelijke elementen en middelen gedurende de hele levenscyclus van het product integreren - Optimaliseer de levenscycluskosten en prestaties van het product en het ondersteuningssysteem - Reageer snel op initiële en veranderende eisen, om zo processen verder te optimaliseren, de datakwaliteit te verbeteren en onnodige kosten te verminderen door de meest geschikte oplossingen en hun integratie te identificeren - De samenwerking tussen klanten en de industrie mogelijk maken door vereenvoudiging van elektronische informatieuitwisseling

41


VEILIG WERKEN <

‘Computer says no…’

tot aan WeChat

Foto: NVDO

42 maart 2021


‘We weten allemaal hoe een quilt eruit ziet’

We kennen allemaal die legendarische uitspraak van de tragikomische Carol Beer uit de comedyserie Little Britain: ‘computer says no’. De informatietechnologie die ons parten speelt, falende techniek om je achter te verschuilen. Dat is amper 20 jaar geleden. Tegenwoordig kan de computer wel iets meer dan enkel ontkennende antwoorden geven op gerichte zoekvragen. Sterker nog: daar waar de informatietechnologie aanvankelijk ondersteunend was, is deze nu bepalend geworden. Eén van de redenen waardoor dat zo gekomen is, is een steeds verdergaande systeemintegratie. Maar wat zijn de implicaties daarvan? Hebben we voldoende zicht op de risico’s en de daarmee samenhangende gevolgen voor onze veiligheid?

> Wat is systeemintegratie?. In de letterlijke zin van het woord betekent systeemintegratie het bijeenbrengen of samenvoegen van structuren. Vanuit een technisch perspectief is dat het koppelen van diverse componenten en/of subsystemen in een structuur om ervoor te zorgen dat alle afzonderlijke delen met elkaar functioneren als één systeem. De bedrijfsmatige kijk op systeemintegratie heeft betrekking op de juiste allocatie van mensen, middelen en informatie. Oftewel: hebben de juiste mensen de juiste informatie op de juiste plek om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Dit is organisatie overstijgend, omdat meer en meer binnen de keten (geautomatiseerd) wordt samengewerkt. Daarbij willen de gebruikers liefst van doen hebben met één intuïtief bruikbaar systeem. Ze willen zo weinig mogelijk klikken of schakelen tussen applicaties om hun taken te vervullen. Techgiganten als Microsoft en Apple zijn goede voorbeelden waarbij zowel verticaal als horizontaal geïntegreerd wordt. Apple beheerst de hele keten: van productie van de hardware tot aan de ontwikkeling en verkoop van de gebruikersapplicaties. Maar, ze gaan verder dan dat. Via de Iphone hebben ze ook toegang tot alle gebruikersdata van hun ‘users’. Op basis daarvan kunnen patronen en groepsgedragingen worden geïdentificeerd en worden weer nieuwe producten ontwikkeld waar uiteraard weer een AppleID voor nodig is. Maar het meest extreme voorbeeld van systeemintegratie is wel het Chinese WeChat.

> Quilting. Het klinkt allemaal zo onschuldig ‘WeChat’. Maar achter de schermen wordt er een hele wereld aan elkaar geknoopt. Allerlei netwerken en datastructuren worden aan elkaar gekoppeld om de gebruiker optimaal van dienst te kunnen zijn. Iedereen weet inmiddels dat dat gebruikersgemak ‘betaald’ wordt met het vrijgeven persoonlijke (gebruikers)data. Men kent ons digitale gedrag. Men weet waar wij naar zoeken, hoe lang wij naar iets kijken, wat en wanneer er aangekocht wordt, wie met wie belt en waarover wordt gechat. Kortom, door onze digitale aanwezigheid is men volledig op de hoogte van ons concrete bestaan. De vraag of dat erg is of niet, is eigenlijk niet langer relevant. Het is een realiteit. Systeemintegratie is veel meer dan een technische of bedrijfsmatige ontwikkeling. Het is een sociaal-maatschappelijk fenomeen waarbij verschillende informatielagen op elkaar gelegd worden en zowel horizontaal als verticaal met elkaar verweven worden. Vergelijk het met een traditionele ‘quilt’. Zo’n quilt heeft voordelen: het kan een veel groter gedeelte afdekken. Maar het nadeel is dat het is opgebouwd uit allemaal losse stukjes die kunnen losraken. Bovendien kunnen stukken verkeerd aan elkaar worden gezet waardoor er ‘fouten’ ontstaan. We weten allemaal hoe een quilt eruit ziet. Zo’n foutje valt niet direct op. Overdrachtelijk gezien betekent dit dat informatie onterecht gekoppeld kan worden waardoor er verkeerde indrukken kunnen ontstaan of een realiteit wordt geschapen die niet bestaat. Op de vraag of de wereld veiliger is geworden als gevolg van deze steeds vedergaande integratie is het antwoord ongetwijfeld ja, maar de risico’s die we daar eveneens mee gecreëerd hebben zijn misschien wel groter. Aan ons de uitdaging om daarmee verantwoord om te gaan. <

43


VISIE <

Foto: NVDO

Het ultieme doel van

systeemintegratie Projecten kunnen uitdagend zijn om te managen. Hoe groter het project, hoe meer data, technologie en hoe meer betrokken stakeholders. Dit vergroot de complexiteit van de samenwerking tussen de verschillende systemen.

Door middel van geïntegreerde samenwerking is een organisatie steeds minder afhankelijk van losse elementen en kunnen stakeholders op elk gewenst moment over de juiste informatie beschikken om werkzaamheden naar voldoening te voltooien. Het optimaliseren van samenwerking is nodig: in een peiling van de NVDO Sectie Suto geeft 57% van de respondenten aan dan dat de samenwerking binnen de eigen organisatie beter kan. Daarnaast vindt 60% dat de externe samenwerking niet optimaal is.

Efficiënte en moderne onderhoudsprojecten functioneren op hun best wanneer de verschillende betrokken partijen en technische systemen makkelijk met elkaar kunnen communiceren. Op deze manier kunnen problemen sneller geïdentificeerd en verholpen worden. Daarnaast biedt het ook een administratief voordeel: alle data zijn direct voor iedereen beschikbaar waardoor communicatie ervan grotendeels geautomatiseerd kan worden. Bij een perfect geïntegreerd systeem hebben de juiste mensen op het juiste moment de beschikking over de informatie die zij nodig hebben om hun werk te kunnen doen.

> Toepasbaarheid binnen Beheer en Onderhoud? Een Systeemintegratie kan een oplossing zijn wanneer de huidige situatie niet voldoende is voor het behalen van gestelde doelen. Bij het ontwikkelen van een project nemen de complexiteit van communicatie, informatiestromen en verschillende doelen toe. Om een project ondanks deze toenemende complexiteit toch tot een goed einde te brengen, is functioneel laten samenwerken van de subsystemen essentieel. Focussen op systeemintegratie, heeft bij onderhoudsprojecten grote voordelen.

44 maart 2021

Binnen Beheer en Onderhoud houdt dit in dat het monitoren en managen van assets met grote precisie kan worden uitgevoerd. Door het beschikken over de juiste informatie op het juiste moment, kan er meer gestuurd worden op duurzaamheid en productiviteit van assets, maar ook de efficiëntie en veiligheid van de werkzaamheden. De toegevoegde waarde van systeemintegratie als enabler van Beheer en Onderhoud is daarmee onderstreept. Door de steeds snel-


‘ ’

‘Focussen op systeemintegratie, heeft bij onderhoudsprojecten grote voordelen’

ler ontwikkelende onderhoudsmarkt (technologisch, maar ook door meer samenwerking met verschillende partijen) wordt de vraag naar systeemintegratie ook groter.

opgestelde doelen kan de besluitvorming ingericht worden zodat effectief en tijdig beslissingen genomen worden. Door de besluitvormingsprincipes op voorhand vast te leggen zijn de verantwoordelijkheden van de verschillende stakeholders duidelijk.

> Voordelen van systeemintegratie. Of het nou gaat om

technische of organisatorische systeemintegratie, een goed geïntegreerd systeem brengt veel voordelen en mogelijkheden met zich mee t.b.v. Asset Management. Bij het afstemmen van afspraken met een externe partij kan het helpen deze voordelen voor ogen te hebben. Op deze manier staan alle neuzen dezelfde kant op en werkt men gemotiveerd samen naar een functioneel geïntegreerd systeem. In dit hoofdstuk worden de drie belangrijkste voordelen van systeemintegratie geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. De drie belangrijkste voordelen van systeemintegratie zijn: • Verhoogde productiviteit • Zichtbaarheid en traceerbaarheid • Communicatie Deze voordelen leiden allemaal tot verhoogde efficiency van Asset Management processen. Verhoogde efficiency is voordelig voor alle schakels in de keten. Denk bijvoorbeeld aan kostenbesparing voor asset owner en asset gebruiker en het kunnen garanderen van continuïteit van installaties voor asset managers.

> Bepaal de systeemdefinitie Het zoveel mogelijk in kaart brengen van de eigenschappen van systemen is een belangrijke eerste stap voor systeemintegratie. Door een gedetailleerd overzicht te hebben van de eigenschappen, kan een gefundeerd plan worden gemaakt. Daarnaast helpt het opstellen van een systeemdefinitie met het bepalen van de kritische raakvlakken. Het zo goed mogelijk kunnen definiëren van kritische raakvlakken schept duidelijkheid welke partijen betrokken moeten woorden en helpt bij het vroegtijdig in kaart brengen van verantwoordelijkheden.

> Pas de 5-Why methode toe. Bij obstakels in de samenwerking kan altijd teruggegrepen worden op de 5-Why methode. Deze veelgebruikte methode stelt je in staat tot de kern van een probleem te komen. Op deze manier kunnen partijen elkaar beter begrijpen en kunnen geschillen opgelost worden. Stap 3: Maak een (simpel) digitaal model Nadat de systemen gedefinieerd zijn, kan deze informatie verwerkt worden in een digitaal model, dat een versimpelde weergave van de werkelijkheid is. Dit model levert een framework op. Het doel van een framework is het afwegen van alle factoren die van belang zijn voor succesvolle systeemintegratie. Het framework stelt je in staat de relaties tussen de gedefinieerde systemen beter in kaart te brengen en te monitoren. Stap 4: Richt kennisdeling in Om systeemintegratie te laten slagen in een open kenniscultuur het ideaal. Intern kan dit streven behaald worden door te zorgen dat medewerkers de juiste technologie/tools hebben om de kennis te delen of op te doen, voorkom hierin silo’s binnen een organisatie. Extern speelt de gevoeligheid van data een rol. Bepaal vooraf met de verschillende (externe) stakeholders welke data cruciaal is voor het slagen van de integratie, en verzorg op deze basis de technologie zodat medewerkers toegang hebben tot de juiste informatie. Hierbij moet natuurlijk worden afgewogen welke informatie bedrijfsgevoelig is. <

Stap 1: Stel gemeenschappelijke doelen Met de partijen gedefinieerd in stap 0 moeten gezamenlijke doelen beschreven worden. Systeemintegratie kan een ingewikkeld proces zijn, maar (gemeenschappelijke) doelen voor ogen houden blijkt in de praktijk vaak een effectief hulpmiddel. Op deze gemeenschappelijke doelen kan dan later worden teruggegrepen, wanneer er obstakels zijn in de samenwerking of tijdens besluitvorming. Zorg er altijd voor dat deze doelen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden) zijn. Stap 2: Focus op besluitvorming Goede en duidelijke besluitvorming is belangrijk wanneer intern en/ of extern wordt samengewerkt. Ook bij een gemeenschappelijk doel kunnen onderliggende belangen anders zijn. Aan de hand van de

Waar ligt de focus binnen uw organisatie voor het behalen van het ultieme toekomstdoel (of bedrijfswaarde) voor Beheer en Onderhoud?

45


WET- EN REGELGEVING <

Strategische verkenning Blockchain Het Programma Strategische Verkenningen onderzoekt in een 5-tal pilots met diverse Rijkswaterstaatonderdelen en externe ketenpartners wat de meerwaarde van blockchain kan zijn en welke veranderingen dit met zich meebrengt voor de organisatie en de samenwerking. RWS Projectleider Bijou van Haren geeft een update over de voortgang van deze verkenning.

46 maart 2021


‘’ ‘Publiek grootboek met informatie’

> Handelsplatform en Meldpunt Afvalstoffen. Een tweede Foto: NVDO

Een blockchain is een digitaal grootboek dat gedeeld wordt door partijen in een netwerk. Alle deelnemers in het netwerk hebben een kopie. Transacties zijn voor deelnemers zichtbaar, worden na hun akkoord toegevoegd aan de keten (‘chain’) en zijn daarmee onveranderbaar vastgelegd. De gebruikers zijn samen eigenaar van dit overzicht. Hierdoor komt de positie van een centrale persoon die de transacties controleert, uitvoert en registreert, te vervallen. Blockchain in relatie tot de Algemene Wet Gegevensbescherming (AVG/GDPR): De bewering is dat AVG compliance niet over technologie gaat. In plaats daarvan gaat het om de manier waarop de technologie wordt geïmplementeerd.

> Track-and-trace voor zoutlogistiek. In de verkenning wordt een 5-tal pilots uitgevoerd. Onderzocht wordt hoe toepassing van blockchain deze praktijken kan helpen en welke consequenties dit heeft voor Rijkswaterstaat en de samenwerking. Van Haren; “We ontwikkelen geen technische blockchainoplossingen, maar voeren een ‘papieren analyse’ uit. Dit betekent dat we voor alle pilots een concrete use case en een blockchainconcept (prototype op papier) ontwikkelen. In de pilot zoutlogistiek is bijvoorbeeld een zout-trackand-trace-systeem ontworpen op basis van een blockchain, waarin alle informatie over de kwaliteit van strooizout gedurende de aanbesteding betrouwbaar en transparant gemonitord wordt”. Dit systeem helpt Rijkswaterstaat om te garanderen dat het ingekochte zout voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen bij levering.

pilot betreft het opzetten van een handelsplatform voor de inkoop en verkoop van duurzaam opgewekte energie op het areaal van Rijkswaterstaat. Transacties worden gemakkelijker en het wordt zichtbaar waar energiebehoefte is en energiestromen naar toe gaan. Op deze manier kan Rijkswaterstaat zijn energiestromen beter plannen en sturen. Bij een derde pilot met het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) is een soort ‘stempelkaart’ gecreëerd waar alle informatie over afvalstromen onweerlegbaar in vastgelegd wordt. Met dit inzicht kan Rijkswaterstaat zijn interne processen verbeteren en zijn administratieve werkzaamheden verminderen.

> Meerwaarde. Wat hebben we geleerd van deze pilots vraagt Van Haren zich af. “Blockchain kan binnen Rijkswaterstaat meerwaarde hebben in het tegengaan van fraude (verhogen van dataintegriteit), het betrouwbaar volgen van middelen, stromen en/of diensten (track and trace), het gemakkelijker en betrouwbaar regelen van transacties (koppeling van vraag en aanbod) en het verbeteren/ vereenvoudigen van werkzaamheden in de gehele keten. Mogelijk zijn er nog meer toepassingsmogelijkheden; dit zal de komende periode worden onderzocht”. Binnen en buiten Rijkswaterstaat is veel interesse voor de eerste resultaten. Afdelingen binnen Rijkswaterstaat willen het track-andtrace-systeem voor zout gaan gebruiken. En diverse externen in de energie-, en blockchainsector hebben interesse om het handelsplatform voor energie te testen. “Kortom: we zien dat, na de blockchainhype in 2017, er nu serieuze belangstelling bestaat om deze techniek te gebruiken”, aldus Van Haren. De komende periode worden van alle concepten de juridische, technische en strategische consequenties in kaart gebracht. <

47


CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl

2,4,9,11 maart; Problem Solving & RCA – Essentials De essentiële Problem Solving vaardigheden zijn altijd nodig. Als het gaat om uitgebreide root cause analyses, grote incidenten of continuous improvement Problem Solving. Toch is voor de meeste problemen een uitgebreide zware aanpak helemaal niet nodig. Effectiever is het om die essentiële vaardigheden te gebruiken in een snelle en flexibele routine, de Problem Solving Pitstop.

• • • • • •

Doel

Dit levert het op

In deze online te volgen training ontwikkelt de cursist eigen Problem Solving talenten waarmee problemen snel en effectief worden oplost.

• De cursist komt in de Problem Solving Pitstops van maximaal 30 minuten snel tot resultaat • De cursist stelt de juiste vragen om snel tot de kern van een probleem te komen. Je vindt oorzaken en neemt gericht maatregelen • De cursist weet hoe hij of zij maximaal gebruikmaakt van de kennis en ervaring van collega’s • De cursist voorkomt `jumping to conclusions’ • De cursist kan problemen visualiseren en er helder over communiceren • Deze essentiële vaardigheden vormen de basis voor zijn of haar ontwikkeling tot Advanced Problem Solver

Onderwerpen De training is praktijkgericht. Je gaat aan de slag met essentiële Problem Solving skills zoals vraagvaardigheid en het visualiseren van informatie. In de training wordt theorie afgewisseld met veel praktijkoefeningen. Je ervaart hoe het geleerde direct toegepast kan worden in je werk. • Probleem definiëren (5W2H, IS/IS-NIET principe) • Keten van oorzaak-gevolg visualiseren • Vinden van oorzaken (karakteristiek en veranderingen, kennis, ervaring)

Belang van bewijs Verzamelen van de relevante feiten De juiste onderzoeksvragen formuleren (o.a 5x Why principe) Effectief overdragen van problemen Korte en krachtige samenwerking Effectieve acties en oplossingen kiezen

3,4 maart; Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.

Onderwerpen • • • • • • • •

Kader van risicomanagement Gebruik van risicomatrices Gebruik van risicogetallen Toepassen van kosteneffectiviteit Werken met scenario’s en tools Uitvoeren van risicoanalyses Interpreteren en communiceren van resultaten Realiseren van risicobewust denken, organisatiebreed

48 maart 2021

Bestemd voor Deze cursus is bestemd voor maintenance engineers, projectleiders, werkvoorbereiders en maintenance managers. Speciaal voor alle andere onderhoudsprofessionals bestaat er de mogelijkheid een specifieke eigen casus in te dienen!


4 maart; MASTERCLASS: Wat is de meerwaarde van Commissioning en Precommisioning bij Onderhoud Commissioning richt zich op de kwaliteitsbeheersing en prestatieborging van assets, installaties in het bijzonder. Dit proces begint bij de start van een project met een commissioningplan en beschrijft de organisatie en uitvoering van kwaliteitsborging in alle fasen. Bij bestaande installaties is commissioning gericht op het in stand houden van de goede werking en het verifiëren van geleverde prestaties. Pre-commissioning is de reeks processen die worden uitgevoerd voordat het eindproduct wordt geïntroduceerd.

Doel Wij nemen je op een leuke en interactieve manier mee in het ontstaan van commissioning, de reden waarom het is bedacht en welke voordelen het oplevert. Je wordt door middel van voorbeelden en cases meegenomen in het belang van commissioning.

NVDO MAINTENANCE ACADEMY HOUDT REKENING MET HET “NIEUWE NORMAAL” en houdt ten minste 1,5 meter afstand tussen cursisten en docent tijdens de lessen en in de pauzes!

Praktijkvoorbeelden waarom Commissioning zo belangrijk is. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt je meegenomen in het belang van commissioning Welke risico’s kunnen we benoemen als er geen of niet op een juiste manier commissioning toegepast wordt. • Programmatuur voor het uitvoeren van commissioning • Er worden voorbeelden gegeven van software met hun specifieke toepassingsgebied • Demonstratie van van een software programma • Toepassing tijdens de ingebruiksfase • Wat kan je gebruiken ten behoeve van het onderhoud • Welke voordelen, kwaliteit, financiëel etc. haal je eruit

Onderwerpen • Historie en ontwikkeling • Waar is commissioning ontstaan en hoe is de weg naar de huidige status geweest • Wat zijn de huidige inzichten en welke methodes er zijn • Waar wordt het inmiddels toegepast en in welke potentiele mogelijkheden zijn er? • Er wordt uitleg gegeven over 3 typen van commissioning en over de 5 levels waaruit deze bestaan

9,10,11 maart; Basiscursus Reliability Centered Maintenance 3 (RCM3) Deze cursus neemt de deelnemers mee door het Aladon RCM3proces, de volgende generatie RCM. RCM3 is de opvolger van het robuuste en grondige denkproces van de RCM2-methode. Met RCM3 bepaal je welke onderhoudstaken moeten worden toegepast op een systeem en met welke interval deze taken moeten worden uitgevoerd. RCM3 biedt ook de oplossing om te bepalen in welk geval het beter is om een storing bewust af te wachten of een storing te bestrijden met een wijziging van het ontwerp, het gebruik of door het verbeteren van instructies, kennis of vaardigheden. Je ervaart de best practices voor het beantwoorden van de acht vragen van RCM3 aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Je verkent ook de algemene valkuilen bij de uitvoering en de implementatie van RCM3.

Doel Tijdens de cursus leer je de basis van modern prestatiemanagement van fysieke assets. Vandaag de dag is er, meer dan ooit, de prangende behoefte om assetprestaties te vergroten en tegelijkertijd kosten te verminderen. Een sleutel tot succes is het verschuiven van de traditionele

benadering van reparatie en optimalisatie naar het proactief beheersen van risico’s – het basisprincipe van RCM3.

Onderwerpen • Risico’s inventariseren en beoordelen • Maatregelen bepalen om de risico’s effectief te beheersen • Kiezen uit de verschillende soorten onderhoud en operationele strategieën op basis van technische haalbaarheid en toegevoegde waarde • Vereiste intervallen bepalen van onderhoudstaken • De gemeenschappelijke RCM3-taal; met gedeelde doelstellingen voor onderhoud, inspectie en productie en hoe de onderlinge samenwerking tussen deze afdelingen succesvol Asset Management mogelijk maakt • De juiste Asset Management beslissingen nemen voor optimale prestaties van technische systemen en tegelijkertijd veiligheid en milieu-integriteit maximaliseren • Bereiken van compliance - onderhoudsstrategieën opstellen die voldoen aan de ISO-standaards voor Asset Management en risicomanagement (ISO55000 en ISO31000)

49


Onderhoudswerkzaamheden tijdens COVID! Het is de taak van een onderhoudsorganisatie om alle werkopdrachten binnen de gevraagde tijdsperiode zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren. Deze simpele omschrijving wordt binnen elke onderhoudsorganisatie in een complex werkstroomproces uiteengezet. Tevens komen in het werkstroomproces ook andere deelprocessen samen. Binnen dit proces nemen de werkvoorbereider en de planner een centrale plaats in. Maar wanneer de richtlijnen van de overheid zijn aangescherpt voor wat betreft thuiswerken en reizen, heeft dit impact op ons dagelijks werk als werkvoorbereider en planner. Want hoe ga je nu om met de situatie dat je misschien niet op locatie werkt, maar thuis. En wellicht zijn er ook minder mensen beschikbaar voor de uitvoering van de klussen.

Achterstand Maar de productie moet doorgaan, soms zelfs met minder mensen. Wij zien dan ook dat er heel snel klussen worden geschrapt en alleen de noodzakelijke werkzaamheden worden verricht. En dat zie je terug in het onderhoudssysteem. Het aantal achterstallige werkorders neemt snel toe. Geen probleem op korte termijn zou je denken. Plannen wordt een stuk eenvoudiger en werk voorbereiden is al helemaal niet meer nodig. Maar, zelfs als wij weer op volle personeelssterkte zijn is deze achterstand niet zomaar weg. Als dit uitgestelde werk niet beter georganiseerd wordt, blijft deze achterstand ons nog jaren achter volgen En wie kan hier beter bij helpen dan de personen die de kennis en de contacten hebben! Zelfs in tijden dat er minder werk uitgevoerd kan worden, is het werk van de werkvoorbereider belangrijk als het gaat om het stellen van prioriteiten en het vaststellen van de optimale werkwijze. Ook de voorraad werk die klaar staat om uitgevoerd te worden, is belangrijker geworden voor de planner.

Hoe gaan we hier in de praktijk mee om? In de praktijk blijkt dat zowel de werkvoorbereider als de planner een essentiële rol heeft in het werkstroomproces. Ook de werkvoorbereider moet de werkwijze aanpassen aan de situatie, maar kan er wel voor zorgen dat de juiste werkpakketten op tijd klaar zijn voor uitvoering. Bij een organisatie in het midden van het land is ervoor gezorgd dat door de juiste prioriteitstelling en het tijdig voorbereiden van werk meer werk is uitgevoerd dan vooraf bedachtg. Dit kwam doordat de tijd die overbleef (naast de urgente en noodzakelijke

20,21,22 april; Werkvoorbereiding en Planning Deelnemers krijgen inzicht in de toegevoegde waarde van de rol van werkvoorbereider/planner voor het onderhoudsproces. De complexiteit wordt in kleinere stukken omgezet naar een gestructureerde werkwijze. Hiermee wordt het mogelijk om een persoonlijk stappenplan op te stellen om het geleerde direct in de dagelijkse praktijk toe te passen! Onderwerpen Dag 1 Proces en werkwijze: • Introductie en verwachtingen • Introductie onderhoudsproces met de belangrijke begrippen • De rol en werkzaamheden van werkvoorbereider / planner Case 1: Werkvoorraad Werkvoorbereiding • Het begin van de werkvoorbereiding: de werkaanvraag Dag 2 Voorbereiden van een werkorder: • De opbouw van een werkorder Case 2: Opstellen van een werkplan • Het detailleren van de werkorder • Werkvoorbereiding en kosten Case 2a: Detailleren werkplan in uw praktijk • Feedback, standaardisatie en terugkerend werk Dag 3 Plannen van werk: • Werkvoorbereiding afsluiten • Inplannen van werkzaamheden, coördinatie en aanpassingen • Een weekplan / dagplan opstellen Case 3 gezamenlijk: vullen van de week • Communicatie en overleggen • Ondersteunende systemen En nu in de Praktijk; Een stappenplan

werkzaamheden) besteed werd aan die werkzaamheden die waarde toevoegen aan het proces. Belangrijkste onderdeel hierbij was dat die werkzaamheden op dat moment ook klaar waren voor uitvoering. First time right! is in deze tijd dan ook geen loos begrip meer.

Werkstroomproces Het werkstoomproces is en blijft de basis. En op basis van je werkzaamheden is het mogelijk om gefundeerde inschattingen te blijven maken over het uitstellen of aanpassen van werk. Het onderhoudsbeheersysteem is hierbij een groot hulpmiddel om te informeren en te documenteren. Met als doel om niet meer te leven in de waan van de dag maar een gestructureerde afhandeling van werk. <

50 maart 2021


Gepersonaliseerde Lockout/Tagout-procedures geïmplementeerd bij u ter plaatse voor meer veiligheid Onze ingenieurs hebben al duizenden lockout-procedures opgesteld voor honderden bedrijven in verschillende sectoren. Overleg met hen om ook de beste, door het bedrijf goedgekeurde, gepersonaliseerde Lockout/Tagoutveiligheidsprocedures te ontvangen. •

Op basis van best practices, gepersonaliseerd: ervaren ingenieurs van Brady komen naar uw bedrijf om geïllustreerde Lockout/Tagout-procedures voor uw machines te maken

Gemakkelijk te volgen: procedures maken een stapsgewijze uitvoering met beperkte opleiding mogelijk en zijn gekoppeld aan labels op machines en energiecontrolepunten op de werkplek

Eenvoudig goedkeuren, bewerken, uitrollen en delen: werk naadloos op meerdere sites en in meerdere landen met de LINK360-procedurebeheersoftware. Print up-to-date Lockout/Tagout-procedures ter plaatse of deel deze digitaal via smartphones en tablets.

Complete Lockout/Tagout met 1 partner? Ontdek ons volledige aanbod & Ontvang de gratis gids!

www.bradyeurope.com/loto BRADY BENELUX Lindestraat 20, B-9240 Zele Tel: +32 (0) 52 45 78 11 salesbenelux@bradycorp.com www.brady.nl


KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Wat is Asset Management? • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren? • Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management? • Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?

DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.

INFORMEER!

2021 EXTRA START OLOGIE ECHN ONDERHOUDST EEN. IN HOOGEV

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD (HQ RQGHUKRXGVRSOHLGLQJ Eó +RJHVFKRRO 8WUHFKW KHOSW X LQ XZ HLJHQ EHGUóI GH DQWZRRUGHQ WH YLQGHQ RS GH]H YUDJHQ $DQ GH KDQG YDQ NDGHUV JHVWHOG GRRU KHW ,QVWLWXWH RI $VVHW 0DQDJHPHQW ,$0 HQ GH (XURSHDQ )HGHUDWLRQ RI 1DWLRQDO 0DLQWHQDQFH 6RFLHWLHV ()106 ]óQ YHOH PRRLH UHVXOWDWHQ HQ IRUVH EHVSDULQJHQ EHUHLNW Eó GH GHHOQHPHQGH EHGUóYHQ 'RRU GH EUHGH VFRSH RS ]RZHO 0DWHULDDONXQGH (QJLQHHULQJ ,QVSHFWLH DOV 0DLQWHQDQFH 0DQDJHPHQW ELHGHQ RQ]H RSOHLGLQJHQ RS KHW JHELHG YDQ 2QGHUKRXG SUHFLHV GLH LQWHJUDOH NHQQLV GLH QRGLJ LV RP YHUGHU WH NXQQHQ NóNHQ GDQ KHW HLJHQ YDNJHELHG HQ GDDUGRRU DDQWRRQEDDU EHWHUH UHVXOWDWHQ WH ERHNHQ • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Asset Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management

INFORMEER!

Start september 2021 Start oktober 2021 Start oktober 2021 Start september 2021

$OOH JHQRHPGH RSOHLGLQJHQ NXQQHQ QDDU ZHQV LQ FRPSDQ\ RS PDDW YHU]RUJG ZRUGHQ ,QIRUPHHU QDDU GH PRJHOóNKHGHQ 0HHU ZHWHQ" %HO PDLO QDDU LQIR#FYQW QO RI NóN RS www.cvnt.nl

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.